palazzorubens.be
tuur hitec
lin e d n wa
arc
-
g
PAL A Z Z O
RUBENS d e m e e s t e r a l s a rc h i t e c t
��.��.���� – ��.��.���� rubenshuis an t w er pen
wand eling 1
Op stap met Rubens Italiaanse paleizen en Spaanse poortjes in Antwerpen
Toen Rubens in 1608 uit Italië terugkeerde, zat zijn koffer vol architectuurtekeningen. In 1622 gaf hij die uit in het platenboek Palazzi di Genova (Paleizen van Genua). Daarmee wou hij in onze streken de Italiaanse manier van bouwen stimuleren, de ‘ware bouwkunst’ die de regels van de Grieks-Romeinse oudheid volgde. Met zijn eigen huis en atelier gaf hij alvast het goede voorbeeld. Ben je benieuwd of Rubens’ opvattingen over architectuur navolging kregen in Antwerpen? Met deze twee architectuurwandelingen kan je het zelf ontdekken. Je maakt kennis met stadspaleizen, fraaie burgerhuizen en indrukwekkende kerken. Je ziet hoe renaissance en barok in zwang kwamen. En je gaat op bezoek bij vrienden en collega’s van de meester. Wandeling 1 duurt ongeveer een uur en start bij het Rubenshuis. Ideaal dus na je bezoek aan de tentoonstelling Palazzo Rubens. Wandeling 2 is iets korter. Ze leidt je door de oudste kern van Antwerpen. Thematisch is er geen enkel verschil tussen de twee wandelingen. Je hoeft de ene niet gemaakt te hebben om de andere te appreciëren. Maar als je eenmaal de smaak te pakken hebt, dan doe je ze toch gewoon allebei? We wensen je een aangename wandeling!
Wandeling 1 Wandeling 2
4 _
wand eling 1
Wandeling 1 Van het Rubenshuis tot de Sint-Carolus Borromeuskerk 1. Rubenshuis Wapper 9–11
Rubens was pas twee jaar terug uit Italië toen hij in 1610 een woonhuis met grond kocht aan de Wapper. Naast het huis liet hij een nieuw atelier bouwen, met een binnenplaats tussen de oude en de nieuwe vleugel. Hij ontwierp ook een monumentale portiek als toegang tot de grote tuin. In die tuin liet hij een paviljoen bouwen. Zo creëerde Rubens in Antwerpen zijn eigen palazzetto, een klein stadspaleis zoals hij er in Italië veel had gezien. Vanaf de binnenplaats merk je goed het verschil tussen de linker- en de rechtervleugel. Als je met je rug naar de straat staat, zie je links het 16de-eeuwse woonhuis dat uit baksteen is opgetrokken. Het is een typische stadswoning in een traditionele stijl die je op deze wandeling nog meer zal zien. Maar aan de kant van de tuin bouwde Rubens een ‘Italiaanse’ uitbreiding, om zijn verzameling antieke beelden in tentoon te stellen. Voor dat halfronde museum met koepel liet de meester zich inspireren door het Pantheon in Rome. Net als in die Romeinse tempel valt het licht gelijkmatig naar binnen via een ronde opening in de kruin van de koepel, de oculus. Rechts zie je het atelier. De gevels zien er heel anders uit dan die van het woonhuis. Ze zijn veel minder sober en bulken van de elementen die naar de oudheid en de eigentijdse Italiaanse architectuur verwijzen, zoals de gebroken frontons boven de ramen van de tweede verdieping. Dit architectonisch motief kwam al in de tijd van de Romeinen voor, maar werd in de renaissance weer opgediept door Michelangelo. In de nissen aan de begane grond stonden borstbeelden van beroemde Grieken en Romeinen opgesteld. Aan de eerste verdieping van de korte vleugel die de verbinding met het woonhuis vormt, zie je een open loggia. Oorspronkelijk was die in verf uitgevoerd. Het ging dus om schijnarchitectuur, waarvan Rubens voorbeelden in Italië had gezien. Het huis en het atelier werden na Rubens’ tijd verbouwd en opgedeeld. Daardoor gingen de meeste originele delen verloren. Wat je vandaag ziet is het resultaat van een ‘harde’
van he t Ru be nshu i s to t de Sin t- C aro lus B o rro me usk e r k
restauratie uit de vorige eeuw. De restaurateurs namen daarbij noodgedwongen wel eens een loopje met de historische werkelijkheid. Zo waren de gebeeldhouwde reliëfs in de fries tussen de eerste en tweede verdieping in Rubens’ tijd eigenlijk trompe l’oeilschilderingen, in grisaille uitgevoerd om er als beelden uit te zien. De prachtige portiek is echter authentiek. Rubens liet zich inspireren door de triomfbogen uit de Romeinse oudheid en door het werk van grote Italianen uit het Cinquecento. Zo is de geknikte boog van de centrale doorgang een vondst van Michelangelo. De zware banden in rustica (ruw behouwen steen) rond de zuilen werden vaak toegepast door Giulio Romano, een leerling van Rafaël. De gebouwen van Giulio Romano had Rubens leren kennen in Mantua. Linksboven op de portiek staat Mercurius, god van de schilders, diplomaten en handelaars. Rechts prijkt Minerva, godin van de wijsheid. Met die beelden wilde Rubens duidelijk maken dat dit huis aan de schilderkunst gewijd is en dat het een oord is van kennis. In de cartouches boven de linker- en de rechterboog staan Latijnse opschriften. Ze getuigen van Rubens’ humanistische levenshouding. Links staat er “Laat het aan de goden om ons te geven wat voor ons past en nuttig is. Zij houden meer van mensen dan de mens zelf”. Rechts luidt het: “Bid om een gezonde geest in een gezond lichaam, om levenskracht die niet bang is voor de dood, die niets begeert en die vrij is van woede.” De portiek maakte op tijdgenoten een overweldigende indruk. Ze is ook vaak te zien op schilderijen van Rubens en zijn leerlingen en navolgers. Portiek van het Rubenshuis, Antwerpen
_ 5
wand eling 1
6 _
Ook het tuinpaviljoen is goed bewaard gebleven. Rubens heeft het zo opgesteld dat je het vanaf de binnenplaats kunt zien doorheen de middelste boog van de portiek. Je aandacht wordt er als vanzelf naartoe gezogen. Zo’n tuinperspectief was typisch voor de renaissance. Bijzonder is ook de gevel die als een ‘serliana’ (een boog geflankeerd door twee lagere rechthoekige openingen) is vormgegeven. Het motief is genoemd naar de Italiaanse architect Sebastiano Serlio en de toepassingen ervan had Rubens in Italië leren kennen. Het tuinpaviljoen biedt onderdak aan de beelden van Venus (in Rubens’ tijd een beeld van Ceres), Hercules en Bacchus. ›
Via de achterkant van de tuin kan je het volgende gebouw van de wandeling bereiken. Mocht het pad afgesloten zijn, ga dan terug naar de ingang van het Rubenshuis. Ga dan naar links. Sla linksaf de Schuttershofstraat in. De eerste zijstraat links is de Kolveniersstraat. Halfweg in de straat vind je het Kolveniershof.
Kolveniershof, Antwerpen
van he t Ru be nshu i s to t de Sin t- C aro lus B o rro me usk e r k
2. Kolveniershof Kolveniersstraat 20
In Rubens’ tijd was dit het gebouw waar de kolveniers bijeen kwamen. De kolveniersgilde was een burgerwacht, de ‘hulptroepen’ wanneer Antwerpen verdedigd moest worden. Ze hielden hier schietoefeningen en tornooien met hun vuurwapens. In opdracht van de gilde schilderde Rubens zijn beroemde Kruisafneming, te bewonderen in de Antwerpse kathedraal. Het Kolveniershof werd opgetrokken tussen 1631 en 1637. De gevels zijn symmetrisch en evenwichtig opgebouwd. Een typisch renaissancekenmerk is de arcade met Dorische zuilen op halfronde bogen aan de tuinzijde. Op twee zwikken vind je het embleem van de kolveniers terug. Het grote driehoekige fronton is een toevoeging uit de 18de eeuw. Het gebouw werd in de jaren 1970 grondig gerestaureerd. Vandaag is er het Rubenianum gevestigd, een kenniscentrum van 16de en 17de-eeuwse beeldende kunst in de Nederlanden. › Terug op straat ga je naar links. Op de Meir sla je linksaf. Aan de linkerkant zie je het volgende gebouw.
3. De Cleynen Sint-Arnold Meir 54
Volgens het Latijnse opschrift was dit in 1567 het woonhuis van Jan Rubens en Maria Pypelinckx, de ouders van de meester. Een jaar later moest het echtpaar om geloofsredenen vluchten naar Duitsland. Daar kregen ze drie kinderen, onder wie Peter Paul. Nadat Jan was gestorven, keerde Maria in 1589 met haar kroost naar dit huis terug. Wat nu te zien is, dateert van na het midden van de 19de eeuw. Ook in deze gevel worden elementen van de klassieke oudheid gebruikt. Maar de bouwstijl is veel zwaarder dan die van de renaissance, met Korinthische zuilen en pilasters en een overdadige versiering. Wie herken je in het borstbeeld dat de gevel bekroont? › Keer op je stappen terug en loop links de Eikenstraat in. Aan het eind steek je de Lange Nieuwstraat over en loop je naar de zijingang van de Sint-Jacobskerk.
_ 7
8 _
wand eling 1
4. Sint-Jacobskerk Lange Nieuwstraat 73–75
Voor je naar binnen gaat, moet je even naar de toren kijken. Die is zo robuust omdat hij nooit afgewerkt is. Wat je nu ziet is eigenlijk de basis voor een toren die drie keer zo hoog had moeten worden. De bouwers wilden in 1491 immers een kerk die nog hoger naar de hemel reikte dan de Antwerpse kathedraal met zijn toren van 123 meter. Maar door geldgebrek zijn ze niet verder gekomen dan 33 meter. De bouw van de kerk werd twee keer voor tientallen jaren onderbroken. Ze was pas klaar in1656. Het interieur is een wonder van evenwicht. In weinig kerken gaat een stoere gotische architectuur zo harmonieus samen met een barokke aankleding. Let bijvoorbeeld op de contrastrijke marmeren afsluitingen van de kapellen en het koor. Aan de gedecoreerde kapellen, altaren en grafmonumenten merk je dat dit de parochiekerk was van rijke notabelen, gilden en broederschappen. Die welgestelde personen en verenigingen bestelden altaarstukken en schilderijen. Blikvangers zijn de werken van Jacob Jordaens, Hendrick van Balen en, uiteraard, Peter Paul Rubens. Rubens was parochiaan van de Sint-Jacobskerk. Hij woonde hier amper driehonderd meter vandaan. Rijke families, zoals die van Rubens, konden zich een private grafkapel veroorloven. De meester ligt samen met zijn familieleden begraven in de oostelijke kapel van de kooromgang. Het schilderij Maria omringd door heiligen siert het altaar. Toen Rubens het schilderde, was het niet de bedoeling dat het ging dienen voor zijn grafmonument. Het afgebeelde thema heeft dan ook niets te maken met de dood. De knielende man op de voorgrond is misschien de opdrachtgever. Wie hij is, en waarom het werk nooit afgeleverd werd, weten we niet. De architectuur waarin het altaarstuk is gevat, vertoont motieven die ook voorkomen aan de tuinportiek van het Rubenshuis, zoals het gebroken fronton dat de omlijsting bekroond. › Ga de kerk uit en wandel naar rechts. Sla rechtsaf, de Sint-Jacobstraat in. Je komt voorbij de hoofdingang van de Sint-Jacobskerk. De volgende zijstraat aan de rechterkant is de Sint-Jacobsmarkt. Daar liggen de volgende panden.
5. Het Brantyser Sint-Jacobsmarkt 13
van he t Ru be nshu i s to t de Sin t- C aro lus B o rro me usk e r k
6. Den Grooten Zot Sint-Jacobsmarkt 11
Deze twee huizen zijn gebouwd rond 1545. Het zijn voorbeelden van de traditionele bouwtrant waar Rubens zich tegen afzette. “We stellen in deze streken vast”, zo schrijft Rubens in de inleiding van Palazzi di Genova, “dat de architectuur die barbaars of gotisch genoemd wordt, geleidelijk in onbruik geraakt”. Hij drukte zich een beetje te optimistisch uit, want de laatgotische stijl blijft doorleven tot lang na Rubens’ dood. In de late middeleeuwen waren de meeste huizen in Antwerpen in hout opgetrokken. Veel elementen van de laatgotische stenen huizen zijn eigenlijk een ‘verstening’ van houten onderdelen. Zo herken je in het natuurstenen skelet van de gevels het stijl- en regelwerk van houten huizen. Let bijvoorbeeld op de lijsten en de horizontale ‘speklagen’ van zandsteen in de gevels van Het Brantyser, en de omlijstingen van de ramen. Ze vormen een kleurcontrast met de baksteen. Ook de trapgevels zijn kenmerkend voor de traditionele stijl. Via de korfboogpoort en de doorgang met kruisribgewelf bereik je de binnenplaats. In de 16de eeuw was Het Brantyser het huis van een koopman. Het werd in 1563 bij het aanpalende Den Grooten Zot gevoegd, dat geen bakstenen maar een zandstenen straatgevel heeft. Zoals je nog kan zien was de huidige toegangspoort oorspronkelijk boogvormig, net als bij de buren. In de 18de eeuw was Den Grooten Zot een refugium van de abdij van Tongerlo. Kloosterlingen die op reis of op de vlucht waren, konden in zo’n stadswoning tijdelijk onderdak vinden. Het dubbele pand maakt tegenwoordig deel uit van de stadscampus van de Universiteit Antwerpen, net als het volgende pand op de wandeling. › Keer terug en sla rechts de Prinsesstraat in. In de tweede zijstraat links, de Prinsstraat, ligt het volgende pand.
7. Hof van Liere Prinsstraat 13
Het Hof van Liere is een stadspaleis dat gebouwd werd tussen 1515 en 1520. Antwerpen stond toen aan het begin van een ongeziene bloeiperiode, de zogeheten Gouden Eeuw. Opdrachtgever voor de bouw van het paleis was Arnold van Liere, een rijke handelaar en ook burgemeester van Antwerpen. In 1520 maakte het Hof van Liere indruk op de beroemde Duitse schilder Albrecht Dürer en een jaar later zou prins Karel, de latere Karel V, hier overnacht hebben. Halfweg de 16de eeuw waren de gebouwen eigendom van de stad. In Rubens’ tijd scheelde het niet veel of de aartshertogen Albrecht en Isabella vestigden hier hun
_ 9
10 _
wand eling 1
residentie. Maar de stad wees hun verzoek af. Uiteindelijk maakten de jezuïeten er in 1607 een kostschool van. Het is tegenwoordig het hoofdgebouw van de universitaire stadscampus. In de trapgevels aan de straatkant zie je een typisch Antwerps fenomeen: het middelste ‘licht’ van het zogeheten drielichtvenster is dieper dan de andere twee. Zowel aan de straat als rond de drie binnenplaatsen van het complex herken je weer de traditionele, laatgotische bouwstijl. Wat je vandaag ziet is het sterk gerestaureerde resultaat van talloze aanpassingen en uitbreidingen die oplopen tot in de 20ste eeuw. Het meest authentieke deel is de zuidwestelijke binnenplaats, waar je het complex via de Prinsstraat binnenkomt. Let op de unieke laatgotische galerij, met haar mooie klaverbladbogen en haar gewelf met stervormige ribben. In de noordoostelijke hoek herken je de vermoedelijke onderbouw van de huistoren die ooit in het Hof van Liere heeft gestaan. In 1660 werd hij gesloopt. De toren is bekend van oude afbeeldingen, en ook Dürer vermeldde hem. In de zestiende eeuw telde Antwerpen 41 van die torens. Via een poortdoorgang kom je op de grote noordelijke binnenkoer. Hier kan je wandelen door de lange renaissancegalerij met Toscaanse zuilen uit 1612. Je kan er ook op een bankje even op adem komen. › Keer terug naar de Prinsstraat en zet je tocht verder. Loop de eerste zijstraat rechts in.
Binnengevel van Hof van Liere, Antwerpen
van he t Ru be nshu i s to t de Sin t- C aro lus B o rro me usk e r k
8. De Zwarte Arend Venusstraat 25
9. Huis Warmenbol of Venushof Venusstraat 19
Beide huizen werden gebouwd in het midden van de 16deeeuw, maar hun huidige gevelindeling dateert van de 18deeeuw. Toen was de rococo in zwang. Dat is een speelse stijl met veel krullen, kuiven en rocailles (onregelmatige schelpvormen). Je ziet ze vooral in interieurs en op meubels, maar ook op gevels. De natuurstenen poort van De Zwarte Arend is een mooi voorbeeld, met enkele rocaillemotieven. En ook de patio in Lodewijk XV-stijl van Huis Warmenbol (niet toegankelijk) bevat enkele mooie rococo-elementen. De afgeronde vensters onder de kroonlijst van beide gebouwen dateren uit de 19de eeuw, net als de poort van Huis Warmenbol. › Steek de Venusstraat over en loop de Lange Brilstraat in.
10. De Moriaen en De Witte Craene Lange Brilstraat 4–6
Dit zijn twee huizen in traditionele stijl uit het midden van de 16de eeuw. In de 17de eeuw vormden ze samen een internaat voor Ierse studenten van het jezuïetencollege. Het huis rechts dankt zijn naam aan de fraai gebeeldhouwde aanslaglijst van de dubbele deur waarin je het hoofd van een moor herkent. › Loop verder door de Lange Brilstraat naar de Stadswaag.
11. Stadswaag De oorsprong van dit mooie plein en de omliggende straten ligt in 1548. Midden op het huidige plein werd toen de ‘nieuwe waag’ gebouwd. Daar lieten handelaars hun koopwaar wegen en betaalden ze waghetol, een stadsbelasting. In de negentiende eeuw was de waag een opslagplaats. In 1873 werd het gebouw gesloopt nadat het door een brand was verwoest. › Steek het plein over en loop door de Raapstraat. Sla linksaf de Mutsaardstraat in.
_ 11
12 _
wand eling 1
12. Huis De Draeck Mutsaardstraat 30
13. Huis Schockaert Mutsaardstraat 32
“Wanneer krijgen we nog wat barok te zien? Dit is toch een Rubenswandeling?”, vraag je je misschien af. Je geduld wordt nu beloond. We hebben al gemerkt dat de traditionele manier van bouwen heel lang blijft voortbestaan. Toch werd voor de geveldecoratie van traditionele burgerwoonhuizen al eens een ornament uit de renaissance gebruikt. En die decoratie ging schoorvoetend mee met zijn tijd. De geveltop van Huis De Draeck uit 1628 zit op de wip tussen late renaissance en vroege barok. Met een beetje goede wil herken je nog een trapgevel, maar de trappen zijn vervangen door in- en uitzwenkende lijnen en krulvoluten. Huis Schockaert, dat van enkele tientallen jaren later dateert, is onmiskenbaar barok. Het middendeel van de gevel is overladen met beeldhouwwerk. In de geveltop zitten Ionische kapitelen, plantaardige motieven en frontons. Aan weerszijden herken je onderaan een klauwmotief dat typisch is voor de barok in Antwerpen. In de omlijsting van de poort zitten leeuwenmaskers en guirlandes (slingers van bladeren en bloemen). Zulke barokke poorten zijn typisch voor de Antwerpse burgerhuizen in de tweede helft van de 17de eeuw. Ze worden vaak ‘Spaanse poortjes’ genoemd, maar behalve dat ze stammen uit een tijd toen Spaanse heersers het bij ons voor het zeggen hadden, hebben ze niets met dat land te maken. Hun oorsprong ligt in Italië en de vormgeving is vaak gebaseerd op ontwerpen van Sebastiano Serlio. › Loop verder door de Mutsaardstraat. Links zie je de Academie.
14. Academie
Mutsaardstraat 31
De beroemde barokschilder David Teniers de Jonge stichtte de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in 1664. In die tijd bestonden er alleen academies in Rome, Firenze en Parijs. Teniers nam dat initiatief als oud-deken van de Sint-Lucasgilde. Dat was de
van he t Ru be nshu i s to t de Sin t- C aro lus B o rro me usk e r k
beroepsvereniging van kunstenaars, boekdrukkers en kunsthandelaars waar ook Rubens lid van was. De Academie was eerst gevestigd in de Beurs. Begin negentiende eeuw verhuisde ze naar het voormalige klooster van de minderbroeders, hier in de Mutsaardstraat. De neoclassicistische gebouwen werden rond 1840 opgetrokken. Vandaag maakt de Academie deel uit van de Artesis Hogeschool. In het kader van de wandeling is vooral de tuin interessant (toegankelijk tijdens het schooljaar). Je vindt er immers gerecupereerde barokke poortomlijstingen uit de 17de eeuw. Toen de Antwerpse huizen of kloosters waar ze deel van uitgemaakt hebben, gesloopt of verbouwd werden, kregen de Spaanse poortjes hier een nieuwe plek. Let ook op de fraaie houtsculptuur van de deuren. › Loop de tuin uit en steek de straat over. Ga naar links en loop de Ambtmanstraat helemaal door. Loop links de Keizerstraat in.
15. Huis Delbeke Keizerstraat 9
Dit is een van de mooiste patriciërswoningen van Antwerpen. Het huis bestond al in de 16de eeuw. Een rijke handelaar verbouwde het in de 17de eeuw tot een barokke residentie. In de loop der tijd werd er nog meer aan verbouwd. Eind 19de eeuw was het echter bouwvallig. Rond 1900 werd het gerestaureerd. Jammer genoeg kan je de prachtige binnenplaats en het weelderige achterhuis niet bewonderen (niet toegankelijk). Daar is ook een serliana te bewonderen, wellicht naar het voorbeeld van Rubens’ tuinpaviljoen. Maar de oudere, barokke straatgevel uit 1647 is minstens even interessant. Drie verschillende orden zijn er boven elkaar geplaatst. In de benedenverdiepingen zie je Dorische pilasters met rusticabanden die ook voorkomen aan de tuinportiek van het Rubenshuis. De eerste verdieping, met balkonvenster, is uitgevoerd in de Ionische orde. De sierlijke dakkapel is dan weer voorzien van Korinthische halfzuilen. Let ook op de gerestaureerde koetspoort met de gebeeldhouwde voorstelling van volgelingen van Neptunus die op hun zeepaarden een zeeslag uitvechten met centauren. › Steek de straat over.
_ 13
14 _
wand eling 1
16. Rockoxhuis Keizerstraat 10–12
17. Woning Frans Snijders Keizerstraat 6–8
Nicolaas Rockox was een voorname tijdgenoot en vriend van Rubens. Tussen 1603 en 1625 was hij meermaals buitenburgemeester van Antwerpen. Het burgemeesterschap was toen een dubbelfunctie. De binnenburgemeester bewaakte interne aangelegenheden, zoals de rechtspraak. De buitenburgemeester was verantwoordelijk voor de militaire verdediging van de stad en had contacten met het Spaanse gezag. Als kunstliefhebber herkende Rockox al vroeg Rubens’ uitzonderlijke talent, en het is niet overdreven om te zeggen dat hij hem mee groot gemaakt heeft. Omstreeks 1609-1610 schilderde Rubens voor hem Samson en Dalila, dat hier in zijn huis de schouw sierde. Als hoofdman van de kolveniersgilde bestelde hij De Kruisafneming en als burgemeester gaf hij de opdracht voor De aanbidding der wijzen. Rubens schilderde ook een drieluik voor Rockox’ grafmonument, met Het ongeloof van Thomas. In 1603 kocht Rockox twee panden in de Keizerstraat. Hij verbouwde ze tot één patriciërswoning in traditionele Vlaamse renaissancestijl. De straatgevel van nummer 10 is een aanpassing uit de 18de eeuw. Het portaal is van 1918. Het zwaar verbouwde geheel werd gerestaureerd in de jaren 1970. Vandaag is het een museum dat helemaal gewijd is aan Nicolaas Rockox. Er is uiteraard werk van Rubens te zien, maar ook van zijn medewerkers Antoon van Dyck en Frans Snijders . Let ook op de evocatie van Rockox’ tuin op de binnenplaats. Dankzij archiefonderzoek konden historici precies achterhalen welke planten er stonden. Frans Snijders woonde achter de gerestaureerde dubbele trapgevel van huisnummers 6–8. Het pand maakt vandaag deel uit van het Rockoxhuis. Snijders was een specialist in het schilderen van jachttaferelen, dieren en stillevens. Rubens deed geregeld een beroep op hem om delen van zijn werken te schilderen. › Als je uit het Rockoxhuis komt, ga je naar rechts.
van he t Ru be nshu i s to t de Sin t- C aro lus B o rro me usk e r k
18. Sint-Annakapel Keizerstraat 21
Heel wat gotische religieuze gebouwen kregen in de 17de eeuw een barokke poortversiering aangemeten. Het was de gemakkelijkste manier om een gebouw een all’antica uitzicht te geven. Dit Spaanse poortje, met een mooi beeld van een zittende madonna, siert sinds 1681 de toegang van een laatgotische kapel. Ook het interieur werd met barok verfraaid. Let op de marmeren vloer, het altaar, de preekstoel en de biechtstoelen. › Iets verder in de Keizerstraat sla je de Paternosterstraat in. Op het einde sla je rechtsaf naar het Kipdorp.
Sint-Annakapel, Antwerpen
Portaal van Sint-Annakapel, Antwerpen
19. Sphera Mundi Kipdorp 19
Dit huis werd verbouwd in dezelfde barokstijl en op ongeveer hetzelfde ogenblik als Huis Delbeke. Ook hier is de middenpartij van de gevel uitbundig uitgewerkt. De twee zuilen van de poort staan op hoge voetstukken en hebben elk twee ringen rond hun schacht. Een leuk detail is het saterhoofd bovenaan de aanslaglijst van de deur. › Wandel door tot het einde van het Kipdorp. Sla linksaf naar de Sint-Katelijnevest. De eerste zijstraat rechts is de Korte Nieuwstraat, waar we nog een Spaans poortje vinden.
_ 15
16 _
wand eling 1
20. Sint-Annakapel Korte Nieuwstraat 22
Nog een kapel gewijd aan de heilige Anna. Ze werd rond 1400 opgericht als godshuis waar arme vrouwen opgevangen werden. Vandaag is het een restaurant. Zoals bij de kapel met dezelfde naam, in de Keizerstraat, merk je ook hier het contrast tussen de eenvoudige gotiek van het gebouw en de uitbundige barok van de poortomlijsting. De sluitsteen is een gevleugeld engelkopje. De zuilen zijn opnieuw in twee ringen gevat. Van het interieur is weinig bewaard gebleven. › Tegenover de kapel wandel je de Sint-Pieter-en-Paulusstraat in. Via de eerste straat rechts kom je op het Hendrik Conscienceplein. Daar vind je het barokke hoogtepunt en meteen ook het laatste gebouw van de eerste wandeling.
21. Sint-Carolus Borromeuskerk Hendrik Conscienceplein
Heb je ook een beetje het gevoel dat je hier op een Italiaans plein staat? Dat komt misschien omdat de voorgevel van de kerk goed lijkt op die van de Gesù in Rome, de moederkerk van de jezuïetenorde. De Gesù en de Sint-Carolus Borromeus zijn kerken van de contrareformatie. Dat was een hervorming binnen de katholieke kerk die ook bedoeld was als krachtig antwoord op het protestantisme. Je zou het religieuze propaganda kunnen noemen. De jezuïeten waren de stoottroepen van het katholieke geloof en de barok was de kunst van de contrareformatie. Terwijl Rubens zijn eigen huis aan het bouwen was, raakte hij ook betrokken bij het prestigieuze project voor deze schitterende kerk. Ze werd gebouwd tussen 1615 en 1621, officieel volgens een ontwerp van de jezuïeten-architecten François Aguilon en Pieter Huyssens. Wat en hoeveel Rubens tot de architectuur heeft bijgedragen, is niet echt duidelijk. Maar omdat hij in Italië was geweest, zullen de architecten hem zeker geraadpleegd hebben. In elk geval ontwierp Rubens het centrale medaillon van de gevel. Daarop zie je het wapen van Christus met daarrond engelen en vruchtentrossen. Ook de engelen die op hun bazuin blazen, net boven de grote deur, zijn van Rubens. De gevel was een belangrijk deel van een barokke kerk omdat hij indruk moest maken op de voorbijgangers. Daarom hebben veel jezuïetenkerken aan de westkant geen toren, want die zou storend zijn voor de gevel. De toren van de Carolus Borromeus zit dus aan de oostkant,
van he t Ru be nshu i s to t de Sin t- C aro lus B o rro me usk e r k
achter het koor. Het is een van de mooiste barokke torens in Europa. Je ziet duidelijk vier geledingen. Rubens tekende waarschijnlijk mee aan de toren. In de torenbekroning komt het serlianamotief voor dat Rubens ook had gebruikt voor zijn tuinpaviljoen. Op het tweede niveau van de vierkante onderbouw zie je hoe de hoekpilasters en –zuilen aan elkaar zijn gebonden door zware rusticabanden die Rubens ook gebruikte aan zijn tuinportiek. Nog een overeenkomst vind je in het grote raam aan de begane grond van de toren (Katelijnevest). De boog van dat raam is ‘geknikt’, net als de centrale boog van Rubens’ tuinportiek. Het interieur is een echt festijn van barok. Vooral de Onze-Lieve-Vrouwekapel, vermoedelijk door Rubens ontworpen, is weelderig versierd. Ook het marmeren hoofdaltaar werd door hem bedacht. In het prentenkabinet van het Museum Plantin-Moretus worden schetsen bewaard van de 39 plafondschilderijen die Rubens hier in 1621 afwerkte. Helaas zijn die in 1718 in een brand verloren gegaan. In 2009 was er opnieuw brand in de kerk. Gelukkig viel de schade toen mee. Hoogaltaar van de Sint-Carolus Borromeuskerk, Antwerpen
Sint-Carolus Borromeuskerk, Antwerpen
_ 17
18 _
wand eling 2
Wandeling 2 Van de Sint-Pauluskerk naar ‘t Everdijhuyse 22. Sint-Pauluskerk Veemarkt 14
“Een barok juweel in een gotisch schrijn”, zo wordt deze voormalige kloosterkerk genoemd. Ze werd in 1571 voltooid, maar in de jaren daarna had ze zwaar te lijden onder de Tachtigjarige Oorlog. In 1680 kreeg de kerk een torenbekroning die goed lijkt op die van de Sint-Carolus Borromeuskerk (zie wandeling 1). Het barokke portaal stamt uit 1734. In de beelden op het fronton herken je Maria in het gezelschap van Paulus, patroonheilige van de kerk, en Dominicus, stichter van de kloosterorde. In het gevelveld krijgt diezelfde Dominicus de rozenkrans (een gebedssnoer) uit de handen van Sint-Catharina van Sienna. Omdat dit de kerk was van een rozenkransbroederschap vinden we het thema ook binnen in de kerk terug. Maar de originele Madonna van de rozenkrans, een schilderij van de beroemde Italiaanse schilder Caravaggio, hangt hier niet meer. Het werk was een geschenk van enkele bevriende kunstenaars die het onder leiding van Rubens in Amsterdam hadden gekocht. In 1781 nam de Oostenrijkse bezetter het meesterwerk mee naar Wenen. Sindsdien moet de Sint-Pauluskerk het stellen met een kopie. Pogingen om het terug te krijgen leverden niets op. Wat niet betekent dat deze kerk geen kunstschatten meer bezit. In het zwart-witte decor hangt prachtig werk van onder anderen Rubens, Antoon van Dyck en David Teniers. › Keer het portaal de rug toe en loop de Korte Doornikstraat in. Ga de eerste zijstraat links de Zirkstraat in.
Sin t- Pa ulusk er k na ar ‘ t E v er d i jhu yse
van de S i n t- Pa u lusk e r k na a r ‘ t E v e r di j hu yse
23. De Gulden Hand Zirkstraat 34
De oorsprong van dit herenhuis ligt in 1563. Vermoedelijk deed het toen dienst als zoutbeurs. De barokke poortomlijsting in blauwe hardsteen, uit de eerste helft van de 17de eeuw, is een vroeg voorbeeld van een zogenaamd ‘Spaans poortje’. Vooral in de tweede helft van die eeuw werden heel wat Antwerpse huizen ‘gemoderniseerd’ met zo’n omlijsting. Behalve dat ze stammen uit een tijd toen Spaanse heersers het bij ons voor het zeggen hadden, hebben ze niets met dat land te maken. Toevallig is de Gulden Hand vandaag een winkel van Spaanse delicatessen. De binnenplaats heeft een 16de-eeuwse structuur, maar in de 19de en 20ste eeuw is er veel aangepast. Je herkent nog wel een barokarcade op Toscaanse zuilen uit 1650. Ook de kelders met bakstenen tongewelven gaan minstens terug tot de 17de eeuw. › Keer terug en sla links de Hofstraat in. De Gulden Hand, Antwerpen
_ 19
20 _
wand eling 2
24. Huis Den Rhyn Hofstraat 15
Aan de gevel kan je niet meer zien dat dit ooit de eerste handelsbeurs van Antwerpen was. In 1533 werd die oude borze gesloten en afgebroken. Achter de poort ligt een sfeervolle binnenplaats. Let op de laatgotische zuilengalerij met klaverbladbogen. De cirkel in de kasseien onder je voeten is even groot als de uurwijzerplaten van de kathedraal. De toren stamt uit de tijd van de handelsbeurs. Het is een typische veelhoekige huistoren zoals er wel 41 van bestonden in het Antwerpen van de 16de eeuw. Deze toren is de enige die bekroond is door een uitkijkniveau met zuiltjes. De architect die het pand in 1616 heropbouwde tot luxueuze patriciërswoning was kennelijk geïnspireerd door de Italiaanse palazzi. Toch bleef hij trouw aan de traditionele stijl in baksteen, met zandstenen lijsten, kruiskozijnen en horizontale ‘speklagen’. Dat stenen ‘skelet’, typisch voor de Vlaamse renaissancearchitectuur, verwijst nog naar de houten onderdelen van middeleeuwse gevels. Rubens zette zich af tegen dat traditionalisme. “We stellen in deze streken vast”, zo schrijft hij in de inleiding van Palazzi di Genova, “dat de architectuur die barbaars of gotisch genoemd wordt, geleidelijk in onbruik geraakt”. Hij drukte zich een beetje te optimistisch uit, want de laatgotische stijl blijft doorleven tot lang na zijn dood. › Verlaat de binnenplaats en ga naar links. Sla linksaf de Oude Beurs in.
Binnenkoer van Huis Den Rhyn, Antwerpen
van de S i n t- Pa u lusk e r k na a r ‘ t E v e r di j hu yse
25. Den Wolsack Oude beurs 27
De naam komt van een doodlopend steegje waar in de middeleeuwen wol gestapeld werd. In de 17de eeuw was het gebouw eigendom van notabelen. Met Rubens heeft het weinig te maken, maar je moet het zeker gezien hebben, al was het maar om te ontdekken hoe de barok meer dan honderd jaar na zijn dood geëvolueerd is. De poortomlijsting uit het midden van de 18de eeuw verraadt een Franse invloed. Let op de laurierkransen rond de zuilschachten, de ramskop bovenaan de aanslaglijst en de prachtige waaier boven de deur. Via deze poort betreed je de tuin, met achterin de fabuleuze Hofkamer uit 1772 die momenteel in restauratie is. De gevel, die oorspronkelijk bepleisterd was, combineert het statige van het classicisme met de frivoliteit van de rococo. De indeling is symmetrisch maar de lijst rond de poort is weelderig versierd in een regionale Lodewijk XVI-stijl. Samen met de metalen hemelbol verwijzen de wildeman en wildevrouw naar de handelsmacht van de Antwerpse metropool. Het indrukwekkende uurwerk moet een fortuin gekost hebben. De versiering van het interieur was zelfs nog rijker, met als pronkstuk het reusachtige doek met De goden op de Olympusberg dat tegen het plafond hing. Tijdens de restauratie van de Hofkamer kan je het doek bewonderen in het Kolveniershof (zie wandeling 1). › Loop in de Oude Beurs op je stappen terug tot huisnummer 10.
26. Huis De Spiegel Oude beurs 10
Het reliëf in het boogveld van deze poort symboliseert de naam van het huis: een vrouw bekijkt zich in de spiegel terwijl het kind zich spiegelt aan zijn moeder. In dit Spaanse poortje uit de tweede helft van de 17de eeuw heeft de architect enkele klassieke elementen op een eigenaardige manier samengebracht. Zo vertoont de verticale omlijsting van de poort elementen die ontleend zijn aan Serlio’s ontwerp voor een Dorische schouw (herkenbaar aan de verticale gleufjes en blokjes bovenaan), terwijl ze bekroond wordt door een ionisch kapiteel. Beide orden zijn hier dus door elkaar toegepast. › Vervolg je weg in de Oude Beurs. Sla linksaf de Braderijstraat in. In 1576 had deze buurt zwaar te lijden onder de Spaanse Furie. Spaanse soldaten trokken plunderend door de stad. Hele wijken werden in de as gelegd. De meeste huizen waren toen in hout opgetrokken. Aan de rechterkant van deze straat staan huizen die na de Spaanse Furie in steen werden heropgebouwd.
_ 21
22 _
wand eling 2
27. Het Woudt, Sint-Jacob in Galiciën en het Ghulden Hert Braderijstraat 12–16 Aan de indeling van de gevel te zien, zijn deze drie woonhuizen uit 1577 van meet af aan als één geheel bedoeld. Je herkent weer de traditionele stijl van baksteen en zandsteen. In elke trapgevel zie je de typisch Antwerpse drielichtvensters met een dieper middelste ‘licht’. › Loop de straat uit tot op de Grote Markt.
Stadhuis, Antwerpen
van de S i n t- Pa u lusk e r k na a r ‘ t E v e r di j hu yse
28. Stadhuis Grote Markt
De bouw van het stadhuis in 1561 betekende de definitieve doorbraak van de renaissance in de architectuur van de Zuidelijke Nederlanden. Bouwmeester Cornelis Floris de Vriendt had in Italië kennis gemaakt met de meesterwerken van zijn Italiaanse collega’s. Toch is zijn ontwerp voor het Antwerpse stadhuis geen kopie van een Florentijns of Romeins palazzo. Het gebouw is eerder een synthese van de traditionele en de nieuwe stijl. De vorm van het gebouw verschilt niet echt van de traditionele handelshallen, en in de gevel merk je dat de vensters gotische kruiskozijnen hebben. Maar de manier waarop die gevel georganiseerd is, is onmiskenbaar nieuw. Typisch renaissance zijn de horizontale lijnen en de vele elementen uit de oudheid zoals zuilen, pilasters, voluten, nissen en obelisken. Die synthese vind je ook in de uitbouw in het midden van de gevel. Bijna al onze middeleeuwse stadhuizen en hallen hebben een middentoren of belfort. Aan dat traditionele element voegt Cornelis Floris een renaissancevoorhal toe. Net als de zijvleugels kleedt hij de middenpartij aan met de vier klassieke orden: boven elkaar geplaatst herken je Dorisch, Ionisch, Korinthisch en composiet. Het Antwerpse stadhuis kreeg navolging in de Noordelijke Nederlanden en Duitsland. › Keer het stadhuis de rug toe en loop rechtdoor, verder de Grote Markt op. Aan de rechterkant ligt het volgende pand.
29. Huis Rodenborch Grote Markt 40
Dit gebouw uit 1644 is een van de weinige authentieke gildehuizen op de Grote Markt. In dit oudste bewaard gebleven barokke exemplaar hielden de leerlooiers en schoenmakers vergadering. Het huis heeft een weelderige barokke gevel in blauwe hardsteen en natuursteen. De vensters aan de tweede verdieping vertonen de geknikte boog die Rubens aan Michelangelo had ontleend en die hij heel effectief had toegepast in de centrale boog van zijn tuinportiek (zie wandeling 1). Let ook op de geveltop die bekroond wordt door een gebroken fronton. Ook dit motief komt voor aan de portiek van het Rubenshuis. Daarnaast gebruikte Rubens het vaak voor de architecturale structuur van altaaromlijstingen. In 1755 was het huis eigendom van de schrijnwerkersgilde. Dat verklaart waarom je op de reliëfs putti (mollige engeltjes) hout ziet bewerken. › Ga terug richting stadhuis. Sla linksaf de Maalderijstraat in. Zo kom je op de Handschoenmarkt.
_ 23
24 _
wand eling 2
30. Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Handschoenmarkt
De trots van Antwerpen kunnen we onmogelijk negeren op deze wandeling. De bouw van de kathedraal duurde van 1352 tot 1521. Het is de grootste gotische kerk van de Nederlanden, met een noordertoren van 123 meter hoog. De zuidertoren moest net zo hoog worden, maar door geldgebrek raakte hij nooit af. Ook binnen word je geïmponeerd, door de enorme ruimte en het ‘stenen woud’ van 48 pijlers. Het oorspronkelijke interieur werd vernield tijdens de Beeldenstorm. De huidige aankleding is barok en neogotisch. In de kathedraal hangen vier wereldberoemde werken van Rubens: de twee drieluiken De Kruisoprichting en De kruisafneming, De hemelvaart van Maria en De verrijzenis van Christus. Rubens schilderde De Kruisoprichting zelfs hier ter plaatse. › Tegenover de ingang van de kathedraal ga je de Tempelstraat in. Steek de Oude Koornmarkt over en loop de Pelgrimsstraat helemaal door. Op het eind kijk je recht op het volgende gebouw.
31. De Witte Arend Reyndersstraat 18
De Witte Arend is een patriciërswoning uit de 16de eeuw met een kern die nog een eeuw ouder is. Rond 1700 werd de gevel bepleisterd en gewit en kreeg het dak twee laat-barokke dakkapellen. De poort en een raam op de eerste verdieping werden in 1750 opgesmukt met een rococo-omlijsting. Rococo is een speelse stijl met veel krullen, kuiven en rocailles (onregelmatige schelpvormen). Je vindt ze vooral in 18de-eeuwse interieurs en op meubels, maar ook op gevels. De barokke zuilengalerij op de binnenplaats dateert uit ongeveer 1650. De drie zuilen aan de straatzijde zijn imitaties uit 1901, toen hier een kloostergemeenschap woonde. Vandaag huist er een horecazaak in de Witte Arend. › Verlaat de binnenplaats en ga naar links.
Binnenkoer van De Witte Arend, Antwerpen
van de S i n t- Pa u lusk e r k na a r ‘ t E v e r di j hu yse
32. Jordaenshuis
Reyndersstraat 6 en Hoogstraat 45
In de 17de eeuw behoorde Jacob Jordaens samen met Peter Paul Rubens en Antoon van Dyck tot de belangrijkste schilders van de Zuidelijke Nederlanden. Zijn werk is sterk door Rubens beïnvloed. In 1640 verbouwde Jordaens dit pand tot een barok stadspaleis met zomerhuis. De achtergevel van het woonhuis en de voorgevel van het zomerhuis waren baanbrekend voor de burgerlijke architectuur in de 17de eeuw. Het Jordaenshuis is niet open voor het publiek en dit is jammer want de gevel vertoont veel elementen die Jordaens ontleende aan de architectuur van het Rubenshuis, zoals rustica (ruw behouwen steen) en het motief van de geknikte boog. › Loop verder in de Reyndersstraat en ga de eerste zijstraat links de Hoogstraat in. Sla de eerste straat links af, de Heilige Geeststraat in. Sla op het einde van de straat rechtsaf naar de Vrijdagmarkt.
33. De Gulden Passer of Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet Vrijdagmarkt 22
Dit unieke gebouw is werelderfgoed. Het is de enige bewaard gebleven drukkerij en uitgeverij uit de renaissance- en barokperiode. Christoffel Plantijn stichtte het bedrijf in 1555. Geleerden en humanisten zoals Simon Stevin en Justus Lipsius waren er kind aan huis. Twee generaties later werd de Officina Plantiniana geleid door Balthazar Moretus, een vriend van Rubens. Ze waren ook elkaars klant. Balthazar bestelde bij Rubens boekillustraties en portretten van familie en vrienden, werken die je hier in het Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet kan bewonderen. En Rubens had een lopende rekening in de boekhandel van de uitgeverij. Zo kocht hij er werken van de Italiaanse architectuurtheoretici Serlio, Vignola en Scamozzi. Rubens vond er ook twee 16de-eeuwse edities van het architectuurhandboek van Vitrivius uit de 1ste eeuw voor onze jaartelling. Dat werk uit de Romeinse tijd heeft een enorme invloed uitgeoefend op de bouwkunst van de renaissance en de barok. De voorgevel van het museum dateert uit de 18de eeuw. In het boogveld van het gerestaureerde Spaanse poortje zie je een gebeeldhouwde cartouche. De vergulde hand met passer is het embleem van Plantijn. Toen de cartouche in 1640 gemaakt werd, was ze
_ 25
26 _
wand eling 2
bestemd voor het huis van Balthazar Moretus in de Hoogstraat. Na zijn dood, een jaar later, werd ze naar hier gebracht. Op de binnenplaats, die eruitziet zoals in Rubens’ tijd, herken je weer de traditionele bouwstijl in zandsteen en baksteen. Aan de noordzijde zit een renaissancegalerij met Toscaanse zuilen. Her en der vind je wapenschilden en borstbeelden van de familie Moretus. De tuin is heraangelegd volgens modellen uit de tijd van Plantijn en Moretus. › Als je uit het museum komt ga je onmiddellijk rechts het Vrijdagmarktstraatje in. Sla rechtsaf en loop de Steenhouwersvest door. Ga dan naar links op de Oever. Loop voorbij het standbeeld van Jacob Jordaens.
Binnentuin van het Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet, Antwerpen (De Gulden Passer)
van de S i n t- Pa u lusk e r k na a r ‘ t E v e r di j hu yse
34. De Groote Poort Oever 21
Dit prachtige barokke portaal is gebouwd naar een model van Jacques Francart, een kunstenaar die net als Rubens lange tijd in Rome had doorgebracht. In 1617 publiceerde hij een invloedrijk boekje met poortontwerpen die sterk geïnspireerd waren door de vindingen van Michelangelo. Francart was zowel schilder, tekenaar, dichter als bouwmeester. Hij ontwierp de Brusselse jezuïetenkerk die door Rubens in de inleiding van Palazzi di Genova geprezen wordt als toonbeeld van nieuwe architectuur. ›
Loop de Oever af en sla links de Muntstraat in. Vervolg je weg in de Augustijnenstraat. Sla dan linksaf naar de Nationalestraat. Steek de straat over en blijf aan de rechterkant. Op het pleintje ga je rechts de IJzeren waag in. Ga dan naar links om via het Kopstraatje in de Kammenstraat te komen. Ga naar rechts.
35. Klooster van de Witzusters Kammenstraat 51
De hoofdingang van het middeleeuwse klooster van de Witzusters werd in 1652 voorzien van dit monumentale portaal. Het is een barokke rondboogpoort met classicistische trekken. De calvariescène boven het gebroken driehoekige fronton werd vernieuwd in 1932. › Keer de poort de rug toe en loop naar links.
36. Sint-Augustinuskerk Kammenstraat 73
In de voorgevel van deze voormalige kloosterkerk zie je duidelijk de kenmerken van de traditionele stijl. Brede stroken witte natuursteen verdelen het bakstenen metselwerk in rechthoekige vlakken. Wenzel Cobergher, de hofarchitect van de aartshertogen Albrecht en Isabella die lang in Italië werkte, liet dat traditionalisme harmonisch samengaan met expressieve, plastische vormen. Het resultaat is een van de belangrijkste kerken in vroege barok in de Zuidelijke Nederlanden. Ze is gebouwd tussen 1615 en 1618. Let op de dynamische geveltop met siervazen en kandelaars. Een opvallend element is het grote raam met de geknikte boog aan de voorgevel. Vrijwel gelijktijdig met Rubens introduceerde
_ 27
28 _
wand eling 2
Cobergher dit aan Michelangelo ontleende motief in de Nederlanden. Binnen is de kerk eerder renaissance dan barok. De zijbeuken zijn van de middenbeuk gescheiden door rondbogen op Dorische zuilen. De zwikken zijn versierd met engelenhoofden, putti en guirlandes (slingers van bladeren en bloemen). De merkwaardige Mariakapel dateert uit de 19de eeuw. Vandaag is de voormalige Sint-Augustinuskerk grotendeels gerestaureerd en verbouwd tot concertzaal. › Keer terug en sla onmiddellijk rechts de Everdijstraat in. Om de wandeling af te sluiten vind je daar nog een Spaans poortje.
Sint-Augustinuskerk (AMUZ), Antwerpen
van de S i n t- Pa u lusk e r k na a r ‘ t E v e r di j hu yse
37. ’t Everdijhuyse Everdijstraat 31
Deze gevel is 19de-eeuws, maar verschillende elementen verraden dat het huis er in Rubens’ tijd al stond. De barokke poortomlijsting stamt uit het begin van de 17de eeuw. Via de ingang van de winkel heb je een mooi zicht op de binnenplaats met rondboogarcade op Toscaanse halfzuilen.
— Buiten deze wandelingen is er in Antwerpen nog meer architectuur te zien die rechtstreeks of onrechtstreeks met Rubens te maken heeft. Op de Gillisplaats kan je naar de Waterpoort of Porta Regia gaan kijken. Tot de negentiende eeuw was dit een poort in de stadsmuur aan de Vlasmarkt. Tijdens infrastructuurwerken werd ze twee keer verplaatst. De poort werd opgericht in 1624 ter ere van de Spaanse koning Filips IV. Het is een schoolvoorbeeld van Rubensbarok, met kenmerken van de portiek van het Rubenshuis. Vermoedelijk is ze ontworpen door niemand minder dan de meester zelf.
Wie meer Spaanse poortjes wil spotten, vindt fraaie exemplaren aan het: › › › › › › ›
Brouwershuis (Adriaan Brouwersstraat 20), de Lantschotkapel (Falconrui 47), de Falconpoort (Falconplein), het Scilt van Londen (Wolstraat 30), het Suyckerhuis (Raapstraat 6), het Mercator-Orteliushuis (Kloosterstraat), het Karmelietessenklooster (Rosier 20–24).
_ 29
30 _
P r ak t is che inf or m at ie
Hieronder vind je meer informatie over de locaties die toegankelijk zijn. Het nummer achter de naam verwijst naar de nummer op de kaart. Locaties die niet vermeld zijn, zijn niet toegankelijk. Rubenshuis (1) Wapper 9-11, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 201 15 55, www.rubenshuis.be van dinsdag t/m zondag van 10:00 tot 17:00 maandag, 1/1, 1/5, Hemelvaartdag, 1/11, 25/12 Toegang: € 10 / 8 / 1/ gratis
Kolveniershof (2) Kolveniersstraat 20, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 201 15 55, www.rubenianum.be op weekdagen van 8:30 tot 12:00 en van 13:00 tot 16:20 zaterdag, zondag, officiële feestdagen Toegang: gratis
Sint-Jacobskerk (4) Lange Nieuwstraat 73-75, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 225 04 14 , www.mkaweb.be vanaf 1 april t/m 31 oktober van maandag t/m zondag van14:00 tot 17:00 van 1 november tot en met 31 maart Toegang: € 2 / 1,5 / gratis
Hof van Liere (7) Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 265 41 11 van maandag t/m vrijdag van 09:00 tot 19:00; zaterdag van 09:00 tot 13:00 zondag Toegang: gratis
Academie (14) Mutsaardstraat 31, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 213 71 00, www.artesis.be van maandag t/m donderdag van 08:00 tot 22:00; vrijdag van 08:00 tot 18:00 zaterdag en zondag Toegang: gratis
Op s ta p me t Ru be ns
Rockoxhuis (16) Keizerstraat 10-12, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 201 92 50, www.rockoxhuis.be van dinsdag t/m zondag van 10:00 tot 17:00 maandag, 1/1, 2/1, Hemelvaartdag, 1/11, 2/11, 25/12, 26/12 Toegang: € 2,5 / 1,25 / gratis
Sint-Carolus Borromeuskerk (21) Hendrik Conscienceplein, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 231 37 51, www.mkaweb.be van maandag t/m zaterdag van 10:00 tot 12:30 en van 14:00 tot 17:00 zondag en feestdagen Toegang: vrije bijdrage
Sint-Pauluskerk (22) Veemarkt 14, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 231 31 48, www.mkaweb.be van 1 april t/m 31 oktober van 14:00 tot 17:00 Toegang: vrije bijdrage
Den Wolsack (25) Oude beurs 27, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 226 31 85, www.toekomstvooronsverleden.be/hofkamer van maandag t/m vrijdag van 9:00 tot 17:00; tijdens de zomer ook in het weekend en op feestdagen van 14:00 tot 17:00 Toegang: vrije bijdrage
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (30) Handschoenmarkt, 2000 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 213 99 51, www.dekathedraal.be van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 17:00; zaterdag van 10:00 tot 15:00; op zon- en feestdagen van 13:00 tot 16:00 Toegang: € 5 / 3 / gratis
Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet (33) Vrijdagmarkt 22-23, 2000 Antwerpen Tel.: + 32 (0)3 221 14 50, www.museumplantinmoretus.be van dinsdag t/m zondag van 10:00 tot 17:00 maandag, 1/1, 1/5, Hemelvaartdag, 1/11, 25/12 Toegang: € 8 / 6 / 1 / gratis
_ 31
Colofon De wandelingen zijn gerealiseerd in het kader van de tentoonstelling Palazzo Rubens. De meester als architect, een initiatief van de stad Antwerpen en een organisatie van het Rubenshuis. Concept: Nele Vervoort Auteur: Bart Biesbrouck Eindredactie: Ben van Beneden en Nele Vervoort Coördinatie: Harlinde Pellens Vormgeving: d-artagnan Foto’s: Musea en Erfgoed Antwerpen en stad Antwerpen (28, 31, 33) Met dank aan Lisbeth Wouters
Meer info over de tentoonstelling Palazzo Rubens op www.palazzorubens.be
V.u. Ben Van Beneden, Rubenshuis, Wapper 9-11, B-Antwerpen © Antoon van Dyck (1599-1641), Isabella Brant © National Gallery of Art, Washington, DC
www.rubenshuis.be
+32 (0)3 201 15 55