Digitale Video Camcorder
CANON INC.
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
Canon Europa N.V. P.O. Box 2262 1180 EG Amstelveen The Netherlands Nederland: Canon Nederland N.V. Neptunusstraat 1 2132 JA Hoofddorp Tel: 023-567 01 23 Fax: 023-567 01 24 www.canon.nl
Inleiding
België: Canon België N.V./S.A. Bessenveldstraat 7 1831 Diegem (Machelen) Tel: (02)-7220411 Fax: (02)-7213274
Voorbereidingen
Basisfuncties
Geavanceerde functies
Mini
Bewerkingsfuncties
Digital Video Cassette
De informatie van deze gebruikshandleiding is bekrachtigd per 1 januari 2007.
Externe aansluitingen
Lees ook de hieronder genoemde gebruikshandleiding (elektronische versie als PDF-bestand). • Digital Video Software
Aanvullende informatie
Dit is gedrukt op 70% gerecycled papier.
0025X987 1206CEL/CDDS2.0
PAL © CANON INC. 2007
PRINTED IN THE EU CEL-SG3GA280
2
De videokoppen reinigen Inleiding
Digitale videocamcorders nemen op een band videosignalen op in zeer dunne lijnen (zo dun als 1/8 van de breedte van een haar). Als de videokoppen ook maar een beetje vuil worden, kunnen zich de hieronder genoemde symptomen voordoen. • Tijdens het afspelen verschijnen op het beeld mozaïekachtige of andere blokvormige abnormaliteiten (afb. 1) of banden (afb. 2). • Het geluid raakt vervormd of er is tijdens het afspelen geen geluid hoorbaar. • Het bericht “HEADS DIRTY, USE CLEANING CASSETTE” verschijnt. Als zich dergelijke symptomen voordoen, reinig dan de videokoppen met de Canon DVM-CL Digital Video Head Cleaning Cassette* of een in de winkel verkrijgbare droog reinigende cassette. Als de symptomen zich kort na reiniging voordoen, dan is de videocassette mogelijk defect. Gebruik de cassette dan niet langer. * Verkrijgbaarheid verschilt per gebied.
Afb. 1
Afb. 2
Videokoppen kunnen vuil worden onder de volgende omstandigheden: • Bij gebruik van de camcorder op vochtige of hete plaatsen. • Bij gebruik van cassettes met een beschadigde of vuile band. • Bij gebruik van de camcorder op stoffige plaatsen. • Als u de videokoppen lang hebt gebruikt zonder deze te reinigen.
OPMERKINGEN Reinig eerst de videokoppen en maak een testopname voordat u belangrijke opnamen gaat maken. Het verdient ook aanbeveling de videokoppen na gebruik te reinigen voordat u de camcorder opbergt. Gebruik geen nat reinigende cassettes, omdat deze de camcorder kunnen beschadigen. Zelfs nadat u de videokoppen hebt gereinigd, kan het gebeuren dat banden die zijn opgenomen met vuile videokoppen, niet correct worden afgespeeld.
3
Belangrijke gebruiksinstructies
NL
WAARSCHUWING! VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN. VERWIJDER DAAROM DE AFDEKKING (OF ACHTERZIJDE) NIET. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER ZELF MAG OF KAN REPAREREN. LAAT DIT DOEN DOOR GEKWALIFICEERD ONDERHOUDSPERSONEEL. WAARSCHUWING! VOORKOM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN. STEL DIT PRODUCT DAAROM NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
VOORZICHTIG: HAAL HET NETSNOER UIT HET STOPCONTACT ALS U HET APPARAAT NIET GEBRUIKT. De stekker moet u gebruiken om het apparaat uit te schakelen. U moet de stekker direct kunnen bereiken als zich een ongeval voordoet. Als de compacte netadapter ingeschakeld is, mag u deze niet in een doek wikkelen of met een doek afdekken, of in een besloten, te krappe ruimte leggen. Doet u dat wel, dan kan de compacte netadapter te heet worden of de plastic behuizing vervormd raken, waardoor u mogelijk bloot komt te staan aan elektrische schokken of brand kan optreden. Het identificatieplaatje CA-590E bevindt zich aan de onderzijde. De camcorder kan beschadigd raken als een ander apparaat dan de compacte netadapter CA-590E wordt gebruikt.
Alleen Europese Unie (en EER). Dit symbool geeft aan dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2002/ 96/EG) en de nationale wetgeving niet mag worden meegegeven met het huishoudelijk afval. Dit product moet worden ingeleverd bij een aangewezen, geautoriseerd inzamelpunt, bijvoorbeeld wanneer u een nieuw gelijksoortig product aanschaft, of bij een geautoriseerd inzamelpunt voor hergebruik van elektrische en elektronische apparatuur (EEA). Als u dit type afval op onjuiste wijze afdankt, kan dit leiden tot negatieve effecten voor het milieu en de volksgezondheid vanwege de gevaarlijke stoffen die vaak aanwezig zijn in elektrische en elektronische apparatuur (EEA). Door dit product op de juiste wijze af te danken, werkt u bovendien mee aan een effectief gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Voor meer informatie over waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of het afvalverwerkingsbedrijf. U kunt ook de richtlijn Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) raadplegen. Ga voor meer informatie over het inzamelen en recyclen van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur naar www.canon-europe.com/environment. (EER: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
Inleiding
VOORZICHTIG: VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES. GEBRUIK DAAROM ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
4
Inhoudsopgave Inleiding Wat u moet weten over deze handleiding ....................................................... 7 Kennismaking met de camcorder Bijgeleverde accessoires ................................................................................ 9 Overzicht van bedieningselementen............................................................. 10 Cameragegevens op het scherm.................................................................. 13
Voorbereidingen Beginnen De accu opladen ........................................................................................... 17 De ondersteuningsbatterij plaatsen .............................................................. 19 Een band plaatsen en verwijderen................................................................ 19 Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen................................................ 20 De camcorder voorbereiden ......................................................................... 20 De draadloze afstandsbediening ............................. 21 Het LCD-scherm bijstellen ............................................................................ 21 Gebruik van de menu's Een optie selecteren in het menu FUNC. ..................................................... 22 Een optie selecteren in de instellingsmenu’s ................................................ 23 Eerste instellingen De taal wijzigen............................................................................................. 24 De tijdzone wijzigen ...................................................................................... 24 De datum en tijd instellen.............................................................................. 25
Basisfuncties Opnemen Films opnemen ............................................................................................. 26 Foto's maken op een geheugenkaart............................................................ 27 Filmclips opnemen op de geheugenkaart ..................................................... 28 Zoomen......................................................................................................... 29 Snelstartfunctie ............................................................................................. 29 Afspelen Films afspelen............................................................................................... 30 Terugkeren naar een eerder gemarkeerde positie... 31 Het einde van de laatste scène lokaliseren .................................................. 32 Scènes lokaliseren op basis van opnamedatum ..... 32 Foto’s weergeven en filmclips afspelen vanaf een geheugenkaart............... 33 Het afspeel- of weergavebeeld vergroten ..................................................... 34
Geavanceerde functies Menu-opties - Overzicht Menu FUNC. ................................................................................................. 35 Instellingsmenu's........................................................................................... 37 Camera-instellingen (digitale zoom, beeldstabilisator, etc.)................ 37 Camcorderinstelling (opnamemodus, TV-type, etc.)........................... 38 Audio-instellingen (audiostand, windscherm, etc.) ............................. 39 Kaartfuncties (initialisatie, alle beelden wissen, etc.).......................... 39 Display-instelling (LCD-helderheid, taal, etc.)..................................... 40
5
Bewerkingsfuncties Foto-opties Foto's wissen .................................................................................................58 Foto's beveiligen............................................................................................59 De geheugenkaart initialiseren ......................................................................60
Externe aansluitingen De camcorder aansluiten op een TV of videorecorder Aansluitschema's...........................................................................................61 Opnamen afspelen/weergeven op een TV-scherm .......................................63 Opnamen kopiëren naar een videorecorder of Digitale Video Recorder .......63 Digitale video dubben .........................................................64 Audio toevoegen (dubben) ............................................................................65 De camcorder aansluiten op een computer Aansluitschema's voor een PC......................................................................67 Video-opnamen overzenden .........................................................................68 Foto’s of filmclips overzenden – direct overzenden.......................................68 Overzendopdrachten .....................................................................................70 De camcorder aansluiten op een printer Foto's afdrukken – direct afdrukken ..............................................................71 De afdrukinstellingen selecteren ...................................................................72 Afdrukopdrachten ..........................................................................................74
NL
Inleiding
Systeeminstelling (pieptoon, etc.) .......................................................41 Datum/tijd instellen ..............................................................................42 Opnameprogramma's De opnameprogramma‘s gebruiken ..............................................................43 : De sluitertijd wijzigen en een speciaal opnameprogramma selecteren ..44 Het beeld instellen: Belichting, scherpstelling en kleur Handmatige instelling van de belichting ........................................................45 Handmatige scherpstelling ............................................................................46 Witbalans.......................................................................................................47 Beeldeffecten.................................................................................................48 Audio opnemen en afspelen Audio-opnamestand ......................................................................................48 Audio-afspeelstand........................................................................................49 Opname-opties met gebruik van de geheugenkaart De grootte en kwaliteit van foto' s selecteren ................................................50 De grootte van filmclips selecteren op een geheugenkaart...........................51 Een foto maken tijdens het opnemen van een film........................................51 Een foto of filmclip maken van het afspeelbeeld ...........................................52 Automatische scherpstelprioriteit...................................................................52 Overige functies Datacodering .................................................................................................53 LED-lamp............................................................................54 Zelfontspanner...............................................................................................54 Digitale effecten .............................................................................................54
6
Aanvullende informatie Problemen? Problemen oplossen ..................................................................................... 76 Overzicht van berichten ................................................................................ 79 Wat u wel en niet moet doen Hoe u de camcorder moet behandelen......................................................... 82 Onderhoud/overig ......................................................................................... 85 De camcorder gebruiken in het buitenland ................................................... 86 Algemene informatie Systeemschema (Beschikbaarheid verschilt van gebied tot gebied)............ 87 Optionele accessoires................................................................................... 88 Specificaties .................................................................................................. 90 Index ............................................................................................................. 92
7
Wat u moet weten over deze handleiding
NL
Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon MD160/MD150/MD140/MD130. Neem deze handleiding zorgvuldig door voordat u de camcorder in gebruik neemt en bewaar de handleiding op een gemakkelijk bereikbare plaats, zodat u deze later altijd kunt raadplegen. Mocht uw 76). camcorder niet goed functioneren, raadpleeg dan de tabel Problemen oplossen (
Conventies die in deze handleiding worden toegepast
Eerste instellingen De taal wijzigen
Menu-onderdeel zoals weergegeven in de standaardinstelling Toetsen en schakelaars die moeten worden gebruikt
U kunt de taal wijzigen van de termen op het schermdisplay en de menuonderdelen. Welke talen beschikbaar zijn, hangt af van de regio waar u uw camcorder hebt gekocht. Taalcombinatie A Engels, Duits, Spaans, Frans, Italiaans, Pools, Roemeens, Turks, Russisch, Oekraïens, Arabisch en Perzisch. Taalcombinatie B Engels, Vereenvoudigd Chinees, Traditioneel Chinees en Thai. Standaardwaarde
Vierkante haakjes [ ] en hoofdletters worden gebruikt voor menu-opties zoals die op het scherm worden weergegeven. Een menu-optie in een vet lettertype geeft aan dat het de standaardinstelling betreft (bijvoorbeeld [ON/AAN], [OFF/UIT]).
DISPLAY SETUP/
LANGUAGE ENGLISH
FUNC. (
1 2 3
Namen van toetsen en schakelaars worden, behalve die van de joystick, aangegeven binnen een “toets”-kader (bijvoorbeeld FUNC. ).
4 5 6
22)
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) het pictogram en druk op ( ) om de instellingsmenu’s te openen. Selecteer met ( ) de optie [DISPLAY SETUP/ ] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de optie [LANGUAGE] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de gewenste optie en druk op ( ). Druk op FUNC. om het menu te sluiten.
Wat u moet weten over de joystick en joystickaanduiding Met de mini-joystick kunt u een groot aantal camcorderfuncties regelen en in de camcordermenu’s keuzes maken en wijzigingen aanbrengen. Druk de joystick omhoog, omlaag, naar links of rechts ( , ) om een onderdeel te selecteren of instellingen te wijzigen. Druk op de joystick zelf ( ) om de instellingen op te slaan of een actie te bevestigen. Op menuschermen wordt dit aangegeven door het joystickpictogram .
Inleiding
BELANGRIJK: Onder BELANGRIJK in deze handleiding wordt een beschrijving gegeven van de voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de bediening van de camcorder. OPMERKINGEN: Onder OPMERKINGEN in deze handleiding wordt een beschrijving gegeven van de overige functies die de basisbediening van de camcorder complementeren. WAAR U OP MOET LETTEN: Onder WAAR U OP MOET LETTEN in deze handleiding wordt een beschrijving gegeven van de beperkingen die van toepassing zijn als de beschreven functie niet in alle bedieningsstanden beschikbaar is (u krijgt dan informatie over welke bedieningsstand u moet kiezen, etc.). : Nummer van pagina waarnaar wordt verwezen. : Optie of functie die alleen van toepassing is op een specifiek model. “Scherm” heeft betrekking op het LCD-scherm en het zoekerscherm. De foto's in deze handleiding zijn gesimuleerde foto's die zijn gemaakt met een fotocamera. De afbeeldingen in deze handleiding hebben, tenzij anders aangegeven, betrekking op model .
8
Welke functies aan de joystick zijn toegewezen, hangt af van de bedieningsstand. U kunt de joystickaanduiding op het scherm weergeven, zodat u weet welke functies in de betreffende bedieningsstand kunnen worden uitgevoerd. Films opnemen:
Films afspelen:
Foto's maken:
EXP
EXP
FOCUS
FOCUS
Foto's weergeven:
Wat u moet weten over de bedieningsstanden De bedieningsstand van de camcorder wordt bepaald door de stand van de schakelaar en de / -schakelaar. In de handleiding wordt met aangegeven dat een functie beschikbaar is in de getoonde bedieningsstand en wordt met aangegeven dat de functie niet beschikbaar is. Als geen bedieningsstandsymbolen worden getoond, dan is de functie in alle bedieningsstanden beschikbaar. Bedieningsstand
schakelaar
/ schakelaar
CAMERA (Band)
PLAY
CAMERA
PLAY
(Geheugenkaart)
Weergegeven pictogram
Functie Films opnemen op de band
26
Films afspelen vanaf de band
30
Op de geheugenkaart foto’s maken of filmclips opnemen
27
Op de geheugenkaart foto’s weergeven of filmclip afspelen
33
Informatie over handelsmerken •
is een handelsmerk.
• Het SD-logo is een handelsmerk. Het SDHC-logo is een handelsmerk. • Windows® is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. • Overige namen en producten die hierboven niet zijn vermeld, kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de betreffende ondernemingen.
Kennismaking met de camcorder
Bijgeleverde accessoires
9
Kennismaking met de camcorder
Accu BP-2L5
Draadloze afstandsbediening WL-D85
Lithiumknoopbatterij CR2025 voor draadloze afstandsbediening
Lithiumknoopbatterij CR1616 (ondersteuningsbatterij)
Stereovideokabel STV-250N
USB-kabel IFC-300PCU
CD-ROM “DIGITAL VIDEO SOLUTION DISK”*
* Inclusief als PDF-bestand de elektronische versie van de handleiding Digital Video Software.
Inleiding
Compacte netadapter CA-590E (incl. netsnoer)
NL
10
Kennismaking met de camcorder
Overzicht van bedieningselementen Aanzicht linkerzijde
Aanzicht rechterzijde
Lensafdekkingsschakelaar ( 26, 27) ( = open, = gesloten) Kaarttoegangsindicator (CARD) ( 27, 28)/ Oplaadindicator (CHARGE) ( 17) Luidspreker Geheugenkaartsleuf ( 20) AV-aansluitpunt ( 61) USB-aansluitpunt ( 67) DV-aansluitpunt ( 61 67) Afdekplaatje aansluitpunten Handgreepriem ( 20) Bevestigingspunt riem ( 89) Vergrendelingstoets -schakelaar ( 8) Snelstarttoets (QUICK START) ( 29) Sensor voor contact met afstandsbediening ( 21) LED-lamp (hulplamp) ( Stereomicrofoon
54)
Namen van toetsen en schakelaars worden, behalve die van de joystick, aangegeven binnen een “toets”-kader (bijvoorbeeld FUNC. ).
Vooraanzicht
Kennismaking met de camcorder
Achteraanzicht
Onderaanzicht
Zoeker ( 20) Oogcorrectieregelaar ( 20) Ontgrendelingstoets accu (BATT. ) ( 17) LCD-scherm ( 21) Compartiment voor ondersteuningsbatterij ( 19) Start/stop-toets ( 26 28) Serienummer, aansluitgedeelte voor accu ( 17) DC-ingang (DC IN) ( 17) Toets digitale effecten (D.EFFECTS) ( 54)/ Afdrukinstellingentoets (P.SET) ( 71) Functietoets (FUNC.) ( 22 35) Joystick ( 7) Fototoets (PHOTO) ( 27) Zoomregelaar ( 29) Programmakeuzeschakelaar ( 43) Gemakkelijk opnemen Opnameprogramma's / -band/kaartschakelaar ( 8) Cassettecompartiment ( 19 ) Open/uitwerpschakelaar (OPEN/EJECT) ( 19) Afdekking cassettecompartiment ( 19) Aansluitpunt statief ( 27) Namen van toetsen en schakelaars worden, behalve die van de joystick, aangegeven binnen een “toets”-kader (bijvoorbeeld FUNC. ).
NL
Inleiding
Bovenaanzicht
11
12
Kennismaking met de camcorder
Draadloze afstandsbediening WL-D85
START/ STOP PHOTO
ZOOM
CARD DATE SEARCH
REW
PLAY
PAUSE
SLOW
FF
STOP
ZERO SET
AUDIO DUB. MEMORY
TV SCREEN
WIRELESS CONTROLLER WL-D85
START/STOP-toets ( 26) CARD –/+ toetsen ( 33) Toetsen voor “datum zoeken” / (DATE SEARCH) ( 32) Terugspoeltoets (REW) ( 30) toets ( 30) Pauzetoets (PAUSE) ( 30) Slow Motion-toets (SLOW) ( 30) Toets “audio toevoegen” (AUDIO DUB) ( 65) Nulstelgeheugentoets (ZERO SET MEMORY) ( 31) Fototoets (PHOTO) ( 27) Zoomtoetsen ( 29) Afspeeltoets (PLAY) ( 30) Vooruitspoeltoets (FF) ( 30) Stoptoets (STOP) ( 30) toets ( 30) toets ( 30) TV-schermtoets (TV SCREEN) ( 40)
Kennismaking met de camcorder
13
Cameragegevens op het scherm
NL
Films opnemen
Sensor voor contact met afstandsbediening uitgeschakeld ( 41) Waarschuwing ondersteuningsbatterij Niveaumarkering ( 40) Opnameherinnering Bedieningsstand ( 8) Audio-afspeelstand ( 49) Zoekfunctiedisplay Einde zoeken (END SEARCH) ( 32)/Datum 32) zoeken (DATE SEARCH)* ( Filmgrootte voor het opnemen van video op de geheugenkaart ( 52) Beeldkwaliteit/grootte voor het maken van foto's ( 52) Afspeelduur (uren : minuten : seconden : beeldjes Joystickaanduiding ( 7) Datacodering ( 53)
Inleiding
Films afspelen
Zoom ( 29), Belichting ( 45) Opnameprogramma ( 43) Witbalans ( 47) Beeldeffect ( 48) LED-lamp ( 54) Digitale effecten ( 54) Condenswaarschuwing ( 85) Beeldkwaliteit/grootte foto's (bij het gelijktijdig maken van een foto tijdens het opnemen van een film) ( 51) Sluitertijd ( 44) Zelfontspanner ( 54) Belichting aanpassen ( 45) Handmatige scherpstelling ( 46) Beeldstabilisator ( 38) Opnamemodus ( 38) Cassettebediening Tijdcode (uren : minuten : seconden) Resterende bandtijd Resterende accucapaciteit Breedbeeldstand 16:9 ( 38) Windscherm uitgeschakeld ( 39) Audio-opnamestand ( 48)
14
Kennismaking met de camcorder
Cassettebediening Opnemen, Opnamepauze, Stoppen, Uitwerpen, Vooruitspoelen, Terugspoelen, Afspelen, Afspeelpauze, Afspeelpauze bij achteruit afspelen, x1 Afspelen (met normale snelheid), x1 Achteruit afspelen (normale snelheid), x2 Afspelen (met dubbele snelheid), x2 Achteruit afspelen (met dubbele snelheid), Versneld afspelen, Versneld achteruit afspelen, In slow motion afspelen, In slow motion achteruit afspelen, Beeldje voor beeldje afspelen, Beeldje voor beeldje achteruit afspelen, / Datum zoeken ( 32), / Nulstelgeheugen ( 31) Resterende bandtijd Geeft de resterende tijdsduur van de band aan. Tijdens het opnemen beweegt “ ”. Als de band het eind heeft bereikt, verandert het display in “ END”. • Wanneer de resterende duur minder is dan 15 seconden, is het mogelijk dat de resterende duur niet meer wordt weergegeven. • Afhankelijk van bandtype kan het gebeuren dat de resterende tijd niet correct wordt weergegeven. In ieder geval kunt u op de band het aantal
minuten afspelen dat op het label van de videocassette staat vermeld (bijvoorbeeld 85 minuten). Resterende accucapaciteit
• Vervang de accu door een volledig opgeladen accu als “ ” in een rode kleur gaat knipperen. • Als u een lege accu aansluit, wordt mogelijk de stroom uitgeschakeld zonder dat “ ” wordt weergegeven. • Mogelijk wordt de resterende accucapaciteit niet nauwkeurig aangegeven. Dit hangt af van de omstandigheden waaronder de camcorder en accu worden gebruikt. Waarschuwing ondersteuningsbatterij “ ” knippert in een rode kleur wanneer de lithiumknoopbatterij niet aanwezig is of wanneer deze moet worden vervangen. Opnameherinnering De camcorder telt van 1 tot 10 seconden wanneer u begint op te nemen. Dit komt van pas om scènes te vermijden die te kort zijn.
Kennismaking met de camcorder
15
Foto’s maken
NL
Foto's weergeven Diashow ( 34) Beeldbeveiligingsmarkering ( 59) Beeldnummer ( 42) Huidig beeld/totaal aantal beelden Beeldgrootte foto's Datacodering ( 53) Filmcliplengte (film die is opgenomen de geheugenkaart)
Inleiding
Zoom ( 29), Belichting ( 45) Opnameprogramma ( 43) Witbalans ( 47) Beeldeffect ( 48) LED-lamp ( 54) Digitale effecten ( 54) Filmclipgrootte (film die wordt opgenomen op de geheugenkaart ( 27) Beeldkwaliteit/grootte foto's ( 50) Zelfontspanner ( 54) Aantal foto's dat nog kan worden gemaakt op de geheugenkaart Resterende tijd voor het opnemen van films op de geheugenkaart Windscherm uitgeschakeld ( 39) AF-kader ( 52) Joystickaanduiding ( 7) Cameratrillingswaarschuwing ( 37)
16
Kennismaking met de camcorder
Aantal foto's dat nog kan worden gemaakt op de geheugenkaart Het kan voorkomen dat het getal dat aangeeft hoeveel foto's nog kunnen worden gemaakt, niet afneemt nadat een foto is gemaakt. Ook kan het voorkomen dat het aantal foto's dat nog kan worden gemaakt, op het display na een opname ineens met 2 afneemt. Of een van deze situaties zich voordoet, hangt af van de opnameomstandigheden. Kaarttoegangsdisplay Naast het aantal beschikbare beelden wordt “ geheugenkaart beschrijft.
” weergegeven terwijl de camcorder de
Resterende tijd voor het opnemen van films op de geheugenkaart Geeft de resterende tijd aan in uren : minuten. Bij minder dan 1 minuut wordt de resterende tijd weergegeven in stappen van 10 seconden, en bij minder dan 10 seconden in stappen van 1 seconde. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de feitelijk resterende tijd niet nauwkeurig wordt weergegeven.
Beginnen
17
Voorbereidingen
Beginnen
Beginnen
Oplaadindicator (CHARGE)
DC-ingang (DC IN)
NL
De accu opladen De camcorder kan van stroom worden voorzien met een accu of rechtstreeks met de compacte netadapter. Laad de accu vóór gebruik op. Verwijder de afdekplaat van de accu voordat u de accu aansluit
4 5
Accuschakelaar (BATT.)
1 2
Zet de camcorder uit. Plaats de accu in de camcorder. • Oefen lichte druk uit op de accu en schuif deze naar beneden totdat de accu vast klikt.
Sluit het netsnoer aan op de compacte netadapter. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact. Sluit de compacte netadapter aan op de DC-ingang (DC IN) van de camcorder. • De oplaadindicator begint te knipperen. De oplaadindicator blijft branden als de accu is opgeladen. • De compacte netadapter kunt u ook gebruiken zonder dat er in camcorder een accu is geplaatst. • Als de compacte netadapter aangesloten is en ook de accu is geplaatst, dan zal de accu geen stroom verbruiken.
ZODRA DE ACCU VOLLEDIG OPGELADEN IS
1 2
Haal de compacte netadapter uit de camcorder. Haal het netsnoer uit het stopcontact en de compacte netadapter.
DE ACCU VERWIJDEREN Druk op BATT. om de accu te ontgrendelen. Trek de accu omhoog en naar buiten.
Voorbereidingen
3
18
Beginnen
BELANGRIJK Tijdens gebruik kan de compacte netadapter enig lawaai produceren. Dit is normaal en duidt niet op een storing. Het verdient aanbeveling de accu op te laden bij temperaturen tussen 10 ºC en 30 ºC. De accu wordt niet opgeladen als de temperatuur lager is dan 0 ºC of hoger dan 40 ºC. Sluit op de DC-ingang (DC IN) van de camcorder of de compacte netadapter geen elektrische apparatuur aan die niet uitdrukkelijk is aanbevolen voor gebruik met deze camcorder. Sluit de bijgeleverde compacte netadapter niet aan op spanningsomzetters bij reizen naar andere continenten of op speciale stroombronnen zoals die in vliegtuigen en schepen, DC-AC-omzetters, etc. Het apparaat kan anders defect raken of te heet worden.
OPMERKINGEN De oplaadindicator (CHARGE) geeft ook bij benadering aan in hoeverre de accu nog opgeladen is. Brandt continu: Accu is volledig opgeladen. Knippert circa tweemaal per seconde: Resterende accucapaciteit is meer dan 50%. Knippert circa eenmaal per seconde: Resterende accucapaciteit is minder dan 50%. De oplaadduur is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de aanvankelijke laadtoestand van de accu. Op koude plaatsen zal de effectieve gebruiksduur van de accu afnemen. Wij raden u aan twee- tot driemaal zoveel opgeladen accu's bij de hand te houden dan u nodig denkt te hebben.
Oplaad-, opname- en afspeelduur De tijden in de tabel hieronder zijn bij benadering gegeven en variëren al naargelang de feitelijke oplaad-, opname- of afspeelomstandigheden. Accu
BP-2L5 145 min. Maximale opnameduur Zoeker 95 min. LCD [NORMAL/NORMAAL] 90 min. LCD [BRIGHT/HELDER] 90 min. Typische opnameduur* Zoeker 50 min. LCD [NORMAL/NORMAAL] 50 min. LCD [BRIGHT/HELDER] 45 min. Afspeelduur 105 min. Maximale opnameduur Zoeker 105 min. LCD [NORMAL/NORMAAL] 100 min. LCD [BRIGHT/HELDER] 95 min. Typische opnameduur* Zoeker 60 min. LCD [NORMAL/NORMAAL] 55 min. LCD [BRIGHT/HELDER] 50 min. Afspeelduur 110 min. Oplaadduur
NB-2L 150 min.
NB-2LH 160 min.
BP-2L12 240 min.
BP-2L14 285 min.
105 min. 105 min. 105 min.
125 min. 125 min. 125 min.
225 min. 225 min. 215 min.
275 min. 275 min. 265 min.
55 min. 55 min. 50 min. 120 min.
70 min. 70 min. 65 min. 145 min.
120 min. 120 min. 115 min. 255 min.
150 min. 150 min. 140 min. 310 min.
120 min. 120 min. 110 min.
145 min. 145 min. 135 min.
250 min. 245 min. 230 min.
305 min. 300 min. 280 min.
65 min. 65 min. 60 min. 125 min.
80 min. 80 min. 75 min. 150 min.
135 min. 130 min. 125 min. 265 min.
165 min. 165 min. 155 min. 320 min.
* Tijdsduur bij benadering voor opnamen met herhaalde bedieningshandelingen zoals starten/stoppen, zoomen, stroombron in/uitschakelen.
Beginnen
De ondersteuningsbatterij plaatsen
Een band plaatsen en verwijderen
De ondersteuningsbatterij (lithiumknoopbatterij CR1616) stelt de 24) en camcorder in staat de datum, tijd ( andere camcorderinstellingen te onthouden als de stroombron niet aangesloten is. Sluit de camcorder aan op een stroombron als u de ondersteuningsbatterij vervangt. U behoudt daarmee de eerder ingevoerde instellingen.
Gebruik alleen videocassettes met het logo .
Schuif OPEN/EJECT volledig in de richting van de pijl en open de afdekking van het cassettecompartiment. Het cassettecompartiment gaat automatisch open.
1 2 3
4
Als er een accu op de camcorder aangesloten is, verwijder die dan eerst. Open het afdekplaatje van de ondersteuningsbatterij. Plaats de ondersteuningsbatterij met de + zijde naar buiten gericht.
2
Plaats de cassette. • Plaats de cassette met het venster naar de handgreepriem gericht. • Als u een cassette wilt verwijderen, trek deze dan recht naar buiten.
3
Druk op het cassettecompartiment op de markering totdat het compartiment vast klikt.
4
Wacht totdat het cassettecompartiment zich automatisch intrekt en sluit de afdekking hiervan.
Sluit het afdekplaatje. OPMERKINGEN
De ondersteuningsbatterij heeft een levensduur van circa 1 jaar. Als de ondersteuningsbatterij moet worden vervangen, dan knippert in rood.
NL
Voorbereidingen
1
19
20
Beginnen
BELANGRIJK Belemmer het cassettecompartiment niet wanneer dit automatisch wordt geopend of gesloten. Probeer de afdekking ook niet te sluiten voordat het cassettecompartiment zich volledig ingetrokken heeft. Let erop dat uw vingers niet bekneld raken in de afdekking van het cassettecompartiment.
BELANGRIJK Voordat u een geheugenkaart voor de eerste keer gebruikt, moet u de kaart met deze camcorder initialiseren ( 60). Geheugenkaarten hebben een voor- en achterzijde die van elkaar verschillen. Als u een geheugenkaart verkeerd om in de camcorder plaatst, kan de camcorder defect raken.
OPMERKINGEN Als de camcorder aangesloten is op een stroombron, kunt u cassettes ook plaatsen of verwijderen als de -schakelaar op staat.
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen U kunt met deze camcorder gebruik maken van in de winkel verkrijgbare SDHCgeheugenkaarten, SDgeheugenkaarten of MultiMediaCards (MMC).
OPMERKINGEN Niet voor alle geheugenkaarten kan een juiste werking worden gegarandeerd. Wat u moet weten over SDHCgeheugenkaarten: SDHC (SD High Capacity) is een nieuw type SD-geheugenkaart, met een capaciteit van meer dan 2 GB. Merk op dat de specificaties van SDHC-geheugenkaarten verschillen van die van gewone SD-kaarten en dat u met apparaten die geen ondersteuning bieden voor SDHC, geen gebruik kunt maken van geheugenkaarten van meer dan 2 GB. SDHC-apparaten (waaronder deze camcorder) zijn echter terugwaarts compatibel, zodat u hierop wel gewone SD-kaarten kunt gebruiken.
De camcorder voorbereiden
1 2 3 4
Zet de camcorder uit. Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf. Plaats de geheugenkaart helemaal naar binnen in de geheugenkaartsleuf. Sluit de afdekking. Als de geheugenkaart niet juist geplaatst is, probeer de afdekking dan niet te forceren om deze te sluiten.
DE GEHEUGENKAART VERWIJDEREN Duw de geheugenkaart eerst éénmaal naar binnen om deze te ontgrendelen en trek daarna de kaart naar buiten.
1 2
Schakel de camcorder in. Zet de lensafdekkingsschakelaar omlaag naar om de lensafdekking te openen.
Beginnen
3
4
Stel de zoeker bij. Houd het LCD-paneel gesloten om de zoeker te gebruiken en stel de oogcorrectieregelaar voor zover nodig bij. Maak de handgreepriem vast. Stel de handgreepriem zo af dat uw wijsvinger de zoomregelaar en uw duim de start/stop-toets kan bereiken.
De draadloze afstandsbediening
21
Richt de afstandsbediening op de sensor van de camcorder als u op de toetsen drukt. OPMERKINGEN De draadloze afstandsbediening werkt mogelijk niet correct als de sensor op de camcorder blootstaat aan sterke lichtbronnen of direct zonlicht. Als de draadloze afstandsbediening niet werkt, controleer dan of [WL.REMOTE/ AFSTANDSBEDIENING] niet op [OFF/UIT ] staat ( 41). Vervang anders de batterij.
Het LCD-scherm bijstellen Het LCD-paneel draaien
Lipje
Open het LCD-paneel tot een hoek van 90 graden. U kunt het paneel 90 graden naar beneden draaien. 180°
1 2 3
Druk het lipje in de richting van de pijl en trek de batterijhouder naar buiten. Plaats de lithiumknoopbatterij zodanig dat de + zijde naar boven is gericht. Schuif de batterijhouder terug.
Gebruik van de draadloze afstandsbediening
90°
U kunt het paneel 180 graden naar de lens draaien (zodat het onderwerp het LCD-scherm kan bekijken terwijl u de zoeker gebruikt). Het paneel 180 graden draaien komt ook van pas als u uzelf wilt opnemen met de zelfontspanner.
Voorbereidingen
De batterij plaatsen (Lithiumknoopbatterij CR2025)
NL
22
Gebruik van de menu's
Gebruik van de menu's
Gebruik van de menu's
Het onderwerp kan het LCDscherm bekijken
LCD-achtergrondverlichting
Veel camcorderfuncties kunnen worden ingesteld met de menu's die u kunt openen door de FUNC-toets ( FUNC. ) in te drukken. Raadpleeg Menu-opties - Overzicht ( 35) voor meer bijzonderheden over de beschikbare menu-opties en instellingen.
Een optie selecteren in het menu FUNC.
U kunt de helderheid van het LCDscherm instellen op normaal of helder. FUNC. (
1 2 3 4
5 6
22)
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) het pictogram en druk op ( ) om de instellingsmenu’s te openen. Selecteer met ( ) de optie [ DISPLAY SETUP/ ] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de optie [BACKLIGHT/ ACHTERGR.VERLICHT.] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de gewenste optie en druk op ( ). Druk op FUNC. om het menu te sluiten. OPMERKINGEN
Deze instelling is niet van invloed op de helderheid van de opname of het zoekerscherm. Gebruik van de optie [BRIGHT/HELDER] bekort de effectieve gebruiksduur van de accu.
1 2 3
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) in de kolom aan de linkerzijde het pictogram van de functie die u wilt wijzigen. Selecteer met ( ) in de balk aan de onderzijde uit de beschikbare opties de gewenste instelling. De geselecteerde instelling wordt geaccentueerd in een lichtblauwe kleur. Menu-onderdelen die niet beschikbaar zijn, worden gedimd weergegeven.
Gebruik van de menu's
4
Druk op FUNC. om de instellingen op te slaan en het menu te sluiten. • U kunt op elk gewenst moment op FUNC. drukken om het menu te sluiten. • Bij sommige instellingen is het nodig ) te drukken en verdere om op ( keuzes te maken. Volg de extra bedieningsaanduidingen die op het scherm verschijnen (zoals het joystickpictogram , kleine pijlen, etc.).
4
Een optie selecteren in de instellingsmenu’s
6
1 2
3
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) het pictogram en druk op ( ) om de instellingsmenu’s te openen. U kunt ook FUNC. langer dan 2 seconden ingedrukt houden om het scherm van de instellingsmenu’s direct te openen. Selecteer met ( ) in de kolom aan de linkerzijde het gewenste menu en druk op ( ).
Dit titel van het geselecteerde menu verschijnt aan de bovenzijde van het scherm en daaronder ziet u de lijst met opties. Selecteer met( ) de instelling die u wilt wijzigen en druk op . • Een oranje kader geeft het menuonderdeel aan dat momenteel is geselecteerd. Menu-onderdelen die niet beschikbaar zijn, worden gedimd weergegeven. • Selecteer met ( ) de optie ) als u [ RETURN] en druk op ( terug wilt keren naar het menukeuzescherm. Selecteer met ( ) de gewenste optie en druk op ( ) om de instelling op te slaan. Druk op FUNC. . U kunt op elk gewenst moment op FUNC. drukken om het menu te sluiten.
NL
Voorbereidingen
5
23
24
Eerste instellingen
Eerste instellingen
De aanduidingen en die op sommigen afdrukschermen verschijnen, hebben betrekking op de namen van toetsen op de camcorder en veranderen niet, ongeacht welke taal u selecteert.
Eerste instellingen
De taal wijzigen U kunt de taal wijzigen van de termen op het schermdisplay en de menuonderdelen. Welke talen beschikbaar zijn, hangt af van de regio waar u uw camcorder hebt gekocht. Taalcombinatie A Engels, Duits, Spaans, Frans, Italiaans, Pools, Roemeens, Turks, Russisch, Oekraïens, Arabisch en Perzisch. Taalcombinatie B Engels, Vereenvoudigd Chinees, Traditioneel Chinees en Thai.
Standaardwaarde
DISPLAY SETUP/
LANGUAGE ENGLISH
FUNC. (
1 2 3 4 5 6
22)
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) het pictogram en druk op ( ) om de instellingsmenu’s te openen. Selecteer met ( ) de optie [DISPLAY SETUP/INSTELLING DISPLAY/ ] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de optie [LANGUAGE/TAAL] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de gewenste optie en druk op ( ). Druk op FUNC. om het menu te sluiten. OPMERKINGEN
Als u de taal per abuis hebt gewijzigd, volg dan de markering naast het menuonderdeel om de instelling te wijzigen.
De tijdzone wijzigen
Standaardwaarde
DATE/TIME SETUP
T.ZONE/DST PARIS
FUNC. (
1 2 3 4
5
6
22)
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) het pictogram en druk op ( ) om de instellingsmenu’s te openen. Selecteer met ( ) de optie [DATE/ TIME SETUP/DATUM/TIJD INSTELLEN] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de optie [T.ZONE/DST/TIJDZONE/ ZOMERTIJD] en druk op ( ). De tijdzone-instelling verschijnt. De standaardinstelling is Paris of Singapore (afhankelijk van de regio waar u de camcorder hebt gekocht). Selecteer met ( ) uw tijdzone en druk op ( ). Als u de tijd wilt aanpassen aan de zomertijd, selecteer dan de tijdzone met de markering naast het gebied. Druk op FUNC. om het menu te sluiten.
Tijdzones Zodra u de tijdzone, datum en tijd hebt ingesteld, hoeft u de klok niet opnieuw in te stellen als u naar een andere tijdzone reist. U hoeft dan alleen maar de tijdzone te selecteren, waarna de tijd op het scherm wordt aangepast.
Eerste instellingen
De datum en tijd instellen
25
NL
DATE/TIME SETUP
DATE/TIME 1.JAN.2007 12:00 AM
FUNC. (
1 2
4
5 6 7
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) het pictogram en druk op ( ) om de instellingsmenu’s te openen. Selecteer met ( ) de optie [DATE/ TIME SETUP/DATUM/TIJD INSTELLEN] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de optie [DATE/ TIME] en druk op ( ). Rondom het eerste veld van de datum worden knipperende pijlen weergegeven. Wijzig met ( ) van de joystick elk veld van de datum en tijd en ga met ( ) naar het volgende veld. Druk op ( ) om de klok te starten. Druk op FUNC. om het menu te sluiten. OPMERKINGEN
U kunt ook de datumnotatie wijzigen (
42).
Voorbereidingen
3
22)
26
Opnemen
DE LAATST OPGENOMEN SCÈNE BEKIJKEN
Basisfuncties
Opnemen
Opnemen
Films opnemen Voordat u met opnemen begint Controleer eerst of de camcorder goed werkt. Maak daarom een testopname voordat u met opnemen begint. Maak, indien nodig, de videokoppen schoon ( 2).
(
8)
EXP FOCUS
1 2
3
1 2 3 4
Zet de lensafdekkingsschakelaar omlaag naar om de lensafdekking te openen. Houd de vergrendelingstoets ingedrukt en zet de schakelaar op CAMERA. Zet de / -schakelaar op (band). Druk op Start/Stop om met opnemen te beginnen. Druk nogmaals op Start/Stop als u een pauze wilt inlassen.
Zet de programmakeuzeschakelaar op . Als de joystickaanduiding niet op het scherm wordt weergegeven, druk dan op ( ) om deze op te roepen. Druk ( ) op de joystick kortstondig naar en laat de toets los. • De camcorder speelt een paar seconden van de laatst opgenomen scène af en keert terug naar de opnamepauzestand. • U kunt ook ( ) op de joystick ingedrukt houden naar of ( ) ingedrukt houden naar om de band (achteruit respectievelijk vooruit) af te spelen om het punt te lokaliseren waar u met opnemen wilt beginnen.
ALS U KLAAR BENT MET OPNEMEN
1 2 3 4
Sluit de lensafdekking en het LCDpaneel. Zet de camcorder uit. Verwijder de band. Haal de stekker uit het stopcontact en verwijder de accu.
Opnemen
OPMERKINGEN
dergelijke scènes tot gevolg hebben dat door de visuele waarneming bewegingsziekte wordt veroorzaakt. Als een dergelijke reactie optreedt, stop dan onmiddellijk met afspelen en wacht een tijdje totdat u verdergaat.
NL
Foto's maken op een geheugenkaart Voordat u een geheugenkaart voor de eerste keer gebruikt, moet u de kaart met deze camcorder initialiseren ( 60).
(
8)
Basisfuncties
Wat u moet weten over de opnameduur: U kunt de videokwaliteit wijzigen door de opnamemodus te wijzigen. Hierdoor zal ook de opnameduur veranderen ( 38). Vorige opnamen die zijn overschreven door een nieuwe opname, kunnen niet worden hersteld. Zoek eerst het einde van de laatste opname voordat u begint met opnemen ( 32). De camcorder wordt in de stopstand ( ) gezet als u deze 4 minuten en 30 seconden in de opnamepauzestand ( ) laat staan. Dit wordt gedaan om de band en videokoppen te beschermen. Druk op Start/Stop om het opnemen te hervatten. Als u opnamen maakt op plaatsen met veel lawaai (zoals vuurwerkshows of concerten), kan het geluid vervormd raken of wordt het niet opgenomen op het feitelijke niveau. Dit is normaal en duidt niet op een storing. Wat u moet weten over de stroombesparingsstand: Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder zichzelf automatisch uit als er vijf minuten lang geen bedieningshandelingen zijn verricht. Dit wordt gedaan om stroom te besparen ( 41). De stroom herstelt u door de camcorder uit en weer in te schakelen. Wat u moet weten over het LCD- en zoekerscherm: De schermen zijn gefabriceerd met uiterst verfijnde technieken. Meer dan 99,99% van de pixels functioneert correct. Minder dan 0,01% van de pixels kan af en toe mislukken of wordt weergegeven als zwarte, rode, blauwe of groene punten. Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld en betekent niet dat er problemen zijn. Bij gebruik van een statief: Laat de zoeker niet blootgesteld staan aan direct zonlicht, omdat de lens (vanwege de hoge lichtconcentratie) anders kan inbranden. Gebruik geen statieven met borgschroeven die langer zijn dan 5,5 mm omdat deze schade kunnen toebrengen aan de camcorder. Probeer bij het opnemen van films een kalm, stabiel beeld te krijgen. Als u tijdens het opnemen de camcorder te veel beweegt en vaak snel zoomt en panoramisch filmt, kan dit tot onrustige scènes leiden. In extreme gevallen kan het afspelen van
27
1 2 3 4
Zet de lensafdekkingsschakelaar omlaag naar om de lensafdekking te openen. Houd de vergrendelingstoets ingedrukt en zet de schakelaar op CAMERA. Zet de / -schakelaar op (geheugenkaart). Druk op PHOTO . • Zodra automatisch scherp is gesteld, verandert in een groene kleur en verschijnen er een of meer AF-kaders. • De kaarttoegangsindicator (CARD) knippert terwijl de foto wordt gemaakt.
28
Opnemen
6
BELANGRIJK Als het kaarttoegangsdisplay ( ) op het scherm wordt weergegeven en de kaarttoegangsindicator (CARD) brandt of knippert, moet u zich houden aan de voorschriften hieronder. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken. - Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de geheugenkaart niet. - Haal de stekker niet uit het stopcontact en zet de camcorder niet uit. - Wijzig de stand van de / -schakelaar of de bedieningsstand niet.
OPMERKINGEN Als het onderwerp niet geschikt is voor automatische scherpstelling, verandert een gele kleur. Stel handmatig scherp (
U kunt op de geheugenkaart Motion JPEG-filmclips opnemen. Het geluid voor de films op de geheugenkaart is in mono.
2 3
( 8) Zet de lensafdekkingsschakelaar omlaag naar om de lensafdekking te openen. Houd de vergrendelingstoets ingedrukt en zet de schakelaar op CAMERA. Zet de / -schakelaar op (geheugenkaart).
DE FILMCLIPGROOTTE SELECTEREN
4 5
DE FILMCLIP OPNEMEN
7
Druk op Start/Stop om met opnemen te beginnen. • Druk nogmaals op Start/Stop als u een pauze wilt inlassen. • SD/SDHC-geheugenkaarten: U kunt opnemen totdat “CARD FULL” verschijnt (circa 33 minuten bij gebruik van een SD-geheugenkaart van 512 MB). MultiMedia-kaarten: De opnameduur is beperkt tot 10 seconden bij [ 320x240] of 30 seconden bij [ 160x120]. BELANGRIJK
in 46).
Filmclips opnemen op de geheugenkaart
1
Druk op FUNC. om het menu te sluiten.
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) de optie [ MOVIE REC OFF] en selecteer met ( ) de gewenste filmgrootte. Het in de rechterhoek weergegeven getal geeft bij benadering aan hoe lang op de geheugenkaart kan worden opgenomen.
Als het kaarttoegangsdisplay ( ) op het scherm wordt weergegeven en de kaarttoegangsindicator (CARD) brandt of knippert, moet u zich houden aan de voorschriften hieronder. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken. Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de geheugenkaart niet. Haal de stekker niet uit het stopcontact en zet de camcorder niet uit. / -schakelaar of Wijzig de stand van de de bedieningsstand niet. Plaats of verwijder geen band terwijl u op de geheugenkaart filmclips opneemt.
OPMERKINGEN Het verdient aanbeveling gebruik te maken van een Canon SD Memory Card of een SDgeheugenkaart met een overdrachtssnelheid van meer dan 2 MB/sec. nadat u de kaart met deze camcorder hebt geïnitialiseerd. De schrijfsnelheid kan lager zijn en de opname wordt mogelijk stopgezet bij gebruik van geheugenkaarten die niet met deze camcorder zijn geïnitialiseerd of nadat op de geheugenkaart herhaaldelijk opnamen zijn gemaakt of gewist. Gebruikers van Windows XP: Als u van plan bent om de camcorder op een computer aan te sluiten, houd de lengte van één filmclip dan korter dan circa 12 minuten bij [ 320x240] of korter dan 35 minuten bij [ 160x120].
29
Opnemen
Houd tot het onderwerp een afstand van ten minste 1 meter aan. Bij groothoekopnamen kunt u tot wel 1 cm op een onderwerp scherp stellen.
Zoomen
NL
WAAR U OP MOET LETTEN (
8)
: Naast de 35x optische zoom is ook digitale zoom (tot 1000x) beschikbaar ( 37).
Snelstartfunctie Met de snelstartfunctie bent u in staat om van een snel voorbijgaand moment toch die prachtige film of foto te maken. Als u op QUICK START drukt in plaats van de camcorder uit te schakelen, kunt u binnen circa 1 seconde met opnemen beginnen.
Uitzoomen
WAAR U OP MOET LETTEN (
8)
: Tijdens het opnemen kunt u de snelstartstand niet openen.
Basisfuncties
Inzoomen
35x optische zoom Verplaats de zoomregelaar naar W om uit te zoomen (groothoek). Verplaats de zoomregelaar naar T om in te zoomen (telefoto). U kunt ook de zoomsnelheid wijzigen ( 37). U kunt een keus maken uit drie vaste zoomsnelheden of een variabele snelheid kiezen die afhangt van de wijze waarop u de zoomregelaar bedient: Druk licht voor een langzame zoom; druk harder voor een snellere zoom.
1
OPMERKINGEN U kunt ook de toetsen T en W op de draadloze afstandsbediening gebruiken. De zoomsnelheid op de draadloze afstandsbediening is dezelfde als de zoomsnelheid op de camcorder (als één van de vaste zoomsnelheidsniveaus is geselecteerd) of wordt onveranderlijk ingesteld op [SPEED 3/SNELHEID 3] (als [VARIABLE/VARIABEL] is geselecteerd). De zoomsnelheid is sneller in de opnamepauzestand als u de zoomsnelheid instelt op [VARIABLE/VARIABEL].
2
Druk op QUICK START . • De QUICK START-toets gaat branden om aan te geven dat de camcorder in de snelstartstand gereed staat om te beginnen met opnemen. • Soms knippert de QUICK START-toets. Dit houdt in dat de camcorder met voorbereidingen bezig is. Zodra de toets met knipperen stopt en blijft branden, is de camcorder gereed in de snelstartstand. Als u het opnemen wilt hervatten, drukt u nogmaals op QUICK START . Binnen circa 1 seconde is de camcorder gereed in de opnamepauzestand.
30
Afspelen
Afspelen
Afspelen
OPMERKINGEN Als u de camcorder vanuit de snelstartstand activeert, worden de hieronder genoemde instellingen automatisch gewijzigd. - De handmatige scherpstelling keert terug naar automatische scherpstelling (AF). - De handmatige belichtingsafstelling keert terug naar automatische belichting. - De zoomstand keert terug naar volledige groothoek W. Als de camcorder gereed is in de snelstartstand, dan is het stroomverbruik slechts de helft van wat wordt gebruikt tijdens het opnemen. In deze stand kunt u bij gebruik van een accu besparen op energie. Terwijl de camcorder gereed is in de snelstartstand (de QUICK START-toets brandt): - Als u de stand van de / -schakelaar wijzigt, wordt de camcorder uitgeschakeld. De stroom herstelt u door de camcorder uit en weer in te schakelen. - De camcorder wordt uitgeschakeld als u deze 30 minuten lang gereed in de snelstartstand laat staan, ongeacht de instelling van [POWER SAVE/STROOMBESPARING] ( 41). De stroom herstelt u door de camcorder uit en weer in te schakelen. - Als u de afdekking van het cassettecompartiment opent, zal de camcorder terugkeren naar de opnamepauzestand.
Films afspelen Speel de band af op het LCD-scherm of sluit het LCD-paneel om de zoeker te gebruiken. U kunt het LCD-paneel ook verdraaien en dit sluiten met het scherm naar buiten gericht. (
1 2
8)
Houd de vergrendelingstoets ingedrukt en zet de schakelaar op PLAY. Zet de / -schakelaar op (band).
3 Als de joystickaanduiding niet op het scherm wordt weergegeven, druk dan op ( ) om deze op te roepen.
4
Lokaliseer het punt waar u met afspelen wilt beginnen. Druk ( ) op de joystick naar om de band terug te spoelen of ( ) naar om de band vooruit te spoelen.
31
Afspelen
5
Druk ( ) op de joystick naar / om met afspelen te beginnen.
TIJDENS HET AFSPELEN
6 7
Druk ( ) op de joystick opnieuw naar / om tijdens het afspelen een pauze in te lassen. Druk ( ) op de joystick naar om het afspelen stop te zetten.
In slow motion afspelen: Druk tijdens normaal of achteruit afspelen op SLOW . Afspelen met dubbele snelheid: Druk tijdens normaal of achteruit afspelen op . *De draadloze afstandsbediening wordt alleen geleverd met de . OPMERKINGEN
HET VOLUME INSTELLEN
1 2
SPECIALE AFSPEELSTANDEN Gebruik de toetsen op de draadloze afstandsbediening om de speciale afspeelstanden te selecteren*. Tijdens de speciale afspeelstanden is geen geluid mogelijk. Als u wilt terugkeren naar normaal afspelen, druk ( ) op de joystick dan naar / of druk op PLAY van de draadloze afstandsbediening*. Versneld afspelen: Druk ( ) op de joystick naar of ( ) naar . Houd de joystick naar beneden ingedrukt als u tijdens het afspelen de band terug of vooruit wilt spoelen. U kunt ook REW of FF op de draadloze afstandsbediening ingedrukt houden*. Achteruit afspelen: Druk tijdens normaal afspelen op . Beeldje voor beeldje achteruit/vooruit afspelen: Druk tijdens afspeelpauze op / . Houd de toets ingedrukt om continu beeldje voor beeldje af te spelen.
U kunt de datum en tijd van de opname weergeven ( 53). Tijdens sommige speciale afspeelstanden ziet u in het afspeelbeeld mogelijk videoproblemen (blokken, strepen, etc.). De camcorder wordt in de stopstand ( ) gezet als u deze 4 minuten en 30 seconden in de afspeelpauzestand ( ) laat staan. Dit wordt gedaan om de band en videokoppen te beschermen. Druk ( ) op de joystick naar / als u het afspelen wilt hervatten.
Terugkeren naar een eerder gemarkeerde positie Als u later naar een bepaalde scène wilt teruggaan, markeer dan dit punt met het nulstelgeheugen en de band zal dan op dit punt stoppen wanneer u de band terug- of vooruitspoelt. (
1
2
3
8)
Druk tijdens het opnemen of afspelen bij het punt waarnaar u later wilt terugkeren op ZERO SET MEMORY van de draadloze afstandsbediening. • De tijdcode verandert in “0:00:00 ”. • Druk nogmaals op ZERO SET MEMORY als u het geheugen leeg wilt maken. Zet de camcorder in de stand als u het nulstelgeheugen markeerde tijdens het opnemen. Druk op als u het nulstelgeheugen markeerde tijdens het afspelen. Druk op om de nulmarkering te lokaliseren.
Basisfuncties
3
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) de optie [ SPEAKER VOLUME] en stel met ( ) het volume bij. • Het geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt onderdrukt als u het LCD-paneel sluit of terwijl op het AVaansluitpunt de stereovideokabel STV250N aangesloten is. • Het pictogram verandert in als u het volume volledig uitschakelt. Druk op FUNC. om het menu te sluiten.
NL
32
Afspelen
• Druk in plaats hiervan op als de bandteller een negatief getal toont. • verschijnt en de camcorder spoelt de band terug of vooruit. • De band stopt op of bij de nulmarkering, verdwijnt en de juiste tijdcode wordt weer weergegeven. OPMERKINGEN
OPMERKINGEN “Einde zoeken” kan niet worden gebruikt zodra u de cassette hebt verwijderd. “Einde zoeken” werkt mogelijk niet correct als er lege gedeelten tussen de opnamen zijn. U kunt “einde zoeken” niet gebruiken om het einde te lokaliseren van een scène waaraan audio is toegevoegd.
Het nulstelgeheugen werkt mogelijk niet correct als er lege gedeelten tussen de opnamen zijn.
Het einde van de laatste scène lokaliseren Gebruik deze functie na het afspelen van een band om het einde van de laatst opgenomen scène te lokaliseren en vanaf dat punt verder te gaan met opnemen. WAAR U OP MOET LETTEN
Stop met afspelen voordat u deze functie gebruikt. FUNC. (
1 2 3
22)
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) de optie [ END SEARCH] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de optie [EXECUTE/UITVOEREN] en druk op ( ). • Op het scherm verschijnt “END SEARCH”. • De camcorder spoelt de band terug of vooruit, speelt de laatste paar seconden van de opname af en stopt de band. • Druk ( ) op de joystick naar als u het zoeken wilt annuleren.
Scènes lokaliseren op basis van opnamedatum Met de functie “datum zoeken” kunt u een verandering van de datum/tijdzone lokaliseren.
Druk op of van de draadloze afstandsbediening. • Druk meer dan eenmaal op de toets om te zoeken naar verdere datumwijzigingen (tot 10 keer). • Druk op STOP als u het zoeken wilt annuleren. OPMERKINGEN Met deze functie kunt u opnamen van korter dan 1 minuut per datum/tijdzone niet terugvinden. “Datum zoeken” werkt mogelijk niet als de datacodering niet correct wordt weergegeven.
Afspelen
5
Foto’s weergeven en filmclips afspelen vanaf een geheugenkaart (
8)
33
Druk ( ) op de joystick naar / om met afspelen te beginnen. • Druk ( ) op de joystick naar / om tijdens het afspelen een pauze in te lassen of het afspelen te hervatten. • Houd ( ) op de joystick ingedrukt naar of om de filmclip vooruit of terug te spoelen. : U kunt ook REW of FF op de draadloze afstandsbediening ingedrukt houden. • Druk ( ) op de joystick naar om het afspelen te stoppen. • Als de film afgespeeld of stopgezet is, verschijnt het eerste beeldje (frame) van de film als een stilbeeld (foto).
NL
BELANGRIJK
2
Houd de vergrendelingstoets ingedrukt en zet de schakelaar op PLAY. Zet de / -schakelaar op (geheugenkaart).
FOTO’S WEERGEVEN
3 4
Als de joystickaanduiding niet op het scherm wordt weergegeven, druk dan op ( ) om deze op te roepen. Gebruik ( ) op de joystick om te wisselen tussen beelden.
FILMCLIPS AFSPELEN
Tijdens het afspelen
Foto's snel opzoeken U kunt snel naar een specifieke foto gaan zonder dat u alle foto's één voor één hoeft te doorlopen. Bij filmclips kunt u alleen in de stopstand snel naar foto’s zoeken (wanneer het eerste beeldje als een foto wordt weergegeven). Houd ( ) op de joystick naar beneden ingedrukt. Laat de joystick los als het beeldnummer bij de foto komt die u wilt weergeven.
Basisfuncties
1
Als het kaarttoegangsdisplay op het scherm wordt weergegeven en de kaarttoegangsindicator (CARD) brandt of knippert, moet u zich houden aan de voorschriften hieronder. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken. - Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de geheugenkaart niet. - Haal de stekker niet uit het stopcontact en zet de camcorder niet uit. / -schakelaar of de - Wijzig de stand van de bedieningsstand niet. De volgende foto's worden mogelijk niet goed weergegeven. - Foto's die niet met deze camcorder zijn gemaakt. - Foto’s die zijn bewerkt met of geupload vanaf een computer (behalve de voorbeeldopnamen voor de kaartmengfunctie ( 56)). - Foto's waarvan de bestandsnamen zijn gewijzigd.
34
Afspelen
Diashow (
8)
SLIDESHOW FUNC. (
1 2
22)
Druk op FUNC. . Selecteer met ( ) de optie [ SLIDESHOW/DIASHOW] en druk op ( ). • De foto’s en filmclips op de geheugenkaart worden achtereenvolgens weergegeven/ afgespeeld. • Druk op ( ) om de diashow stop te zetten.
Indexscherm
1
2 3
Verplaats de zoomregelaar naar W. Het indexscherm verschijnt. Films op de geheugenkaart zijn gemarkeerd met een . Selecteer met ( , ) een foto. Verplaats de cursor naar de foto die u wilt bekijken. Verplaats de zoomregelaar naar T. Het indexscherm wordt gesloten en de geselecteerde foto verschijnt op het scherm.
Het afspeel- of weergavebeeld vergroten Films en foto's kunnen tijdens het afspelen/weergeven hiervan tot 5x worden vergroot. U kunt ook het gebied selecteren dat u wilt vergroten.
1
2
Verplaats de zoomregelaar naar T. • De foto wordt tweemaal zo groot weergegeven en er verschijnt een kader dat de positie van het vergrote gebied aanduidt. • Verplaats de zoomregelaar naar T als u het beeld verder wilt vergroten. Verplaats de zoomregelaar naar W als u de vergroting wilt reduceren. • verschijnt bij foto's die niet kunnen worden vergroot. Selecteer met ( , ) op de joystick het vergrote gebied van het beeld. Als u de vergroting wilt annuleren, verplaats de zoomregelaar dan naar W totdat het kader verdwijnt. BELANGRIJK
Filmclips op de geheugenkaart kunt u niet vergroten. Terwijl het vergrotingspositiekader wordt weergegeven, vervangt dit de joystickaanduiding. Annuleer de vergroting om terug te keren naar normaal afspelen van films of normaal weergeven van foto's.
35
Menu-opties - Overzicht
Geavanceerde functies
Led Light
Menu-opties - Overzicht
Menu-opties - Overzicht
Menu-onderdelen die niet beschikbaar zijn, worden gedimd weergegeven. Raadpleeg Gebruik van de menu's ( 22) voor bijzonderheden over hoe u een onderdeel selecteert.
(
[ LIGHT OFF/LAMP UIT], [ ON/LAMP AAN] Digital effects
54)
NL
LIGHT
(
54)
Menu FUNC. Recording programs
(
43)
Programmakeuzeschakelaar: [ PROGRAM AE/AEPROGRAMMA], [ PORTRAIT/ PORTRET], [ SPORTS], [ NIGHT/ NACHT], [ SNOW/SNEEUW], [ BEACH/STRAND], [ SUNSET/ ZONSONDERGANG], [ SPOTLIGHT], [ FIREWORKS/ VUURWERK] (
47)
Programmakeuzeschakelaar: [ AUTO], [ DAYLIGHT/ZOMERTIJD], [ TUNGSTEN/WOLFRAAM], [ SET/ INSTELLEN] Image effect
(
48)
Programmakeuzeschakelaar: [ D.EFFECT OFF/D.EFFECT UIT], [ BLK&WHT/ZWART-WIT]
Programmakeuzeschakelaar: [ D.EFFECT OFF/D.EFFECT UIT], [ FADER], [ EFFECT] Still image simultaneous recording
51)
STILL I.REC OFF/FOTO MAKEN UIT], [ [ S FINE/SUPERFIJN 640x480], [ S NORMAL/NORMAAL640x480] Movie Clip Size
Programmakeuzeschakelaar: [ IMAGE EFFECT OFF/ BEELDEFFECT UIT], [ VIVID/ LEVENDIG], [ NEUTRAL/ NEUTRAAL], [ SOFT SKIN DETAIL/ZACHT HUIDDETAIL]
(
(
28, 52)
[ [
MOVIE REC OFF], 320x240], [
160x120]
[
320x240], [
160x120]
Geavanceerde functies
White balance
Programmakeuzeschakelaar: [ D.EFFECT OFF/D.EFFECT UIT], [ FADER], [ EFFECT], [ CARD MIX/MENGFUNCTIE]
36
Menu-opties - Overzicht
Still image size/quality
(
50)
Grootte:
[S 640x480] Kwaliteit: [ SUPER FINE/SUPERFIJN], [ FINE/FIJN], [ NORMAL/ NORMAAL]
[ [ [
(
52)
S S.FINE/SUPERFIJN 640x480], S FINE/SUPERFIJN640x480], S NORMAL/NORMAAL 640x480] SPEAKER VOLUME
Stel met ( bij.
(
30)
) op de joystick het volume
REC PAUSE
(
64)
(
32)
(
34)
Druk op ( ) om naar de opnamepauzestand te gaan. END SEARCH
Druk op (
) om te zoeken.
SLIDESHOW
Druk op (
) om te starten.
(
59)
[ PROTECT OFF/BEVEILIGING UIT], [ PROTECT ON//BEVEILIGING AAN] Beveiligt een foto op de geheugenkaart. : Deze optie verschijnt alleen als u op FUNC. drukt binnen de tijd die is ingesteld bij de optie [REVIEW/ BEKIJKEN] (of onmiddellijk na het maken van de foto indien deze optie op [ OFF/UIT]) staat.
[L 1152x864], [L 1024x768],
Still image capturing
Still Image Protect
PRINT ORDER
(
74)
[ 0] - [ 99] COPIES/EXEMPLAREN Stelt een afdrukopdracht in voor een foto op de geheugenkaart. Transfer Order
(
70)
[ TRANS.ORDER OFF/ OVERZENDOPDRACHT UIT], [ TRANS.ORDER ON/ OVERZENDOPDRACHT AAN] Stelt een overzendopdracht in voor een foto op de geheugenkaart.
Menu-opties - Overzicht
Instellingsmenu's CAMERA SETUP
Camera-instellingen (digitale zoom, beeldstabilisator, etc.)
SHUTTER
(
44)
Programmakeuzeschakelaar: Opnameprogramma: [ PROGRAM AE/ AE-PROGRAMMA] [ AUTO], [1/50], [1/120], [1/250], [1/500], [1/1000], [1/2000]
Programmakeuzeschakelaar: Opnameprogramma: [ PROGRAM AE/ AE-PROGRAMMA] [ AUTO], [1/50], [1/120], [1/250] A.SL SHUTTER
D.ZOOM
[ OFF/AAN], [ 105X], [ 1000X] Bepaalt de werking van de digitale zoom. Indien digitale zoom is geactiveerd, gaat de camcorder automatisch over op digitale
zoom als u verder inzoomt dan het optische zoombereik. Met de digitale zoom wordt het beeld digitaal verwerkt. De beeldresolutie zal daarom verslechteren naarmate u meer inzoomt. De indicator van de digitale zoom verschijnt in lichtblauw van 35x t/m 105x en in donkerblauw van 105x t/m 1000x. De digitale zoom kan niet worden gebruikt met het opnameprogramma [ NIGHT/ NACHT].
NL
ZOOM SPEED
[ [ [ [
VARIABLE/VARIABEL], SPEED 3/SNELHEID 3], SPEED 2/SNELHEID 2], SPEED 1/SNELHEID 1] Indien de zoomsnelheid is ingesteld op VARIABLE/VARIABEL], hangt de [ zoomsnelheid af van hoe u de zoomregelaar bedient: Druk licht voor een langzame zoom; druk harder voor een snellere zoom. De snelste zoomsnelheid kan worden bereikt met [ VARIABLE/VARIABEL]. Van de vaste zoomsnelheden is [ SPEED 3/SNELHEID 3] de snelste en [ SPEED 1/SNELHEID 1] de langzaamste. FOCUS PRI.
Programmakeuzeschakelaar: [ ON:AiAF/AAN:AiAF], [ ON:CENTER/AAN:MIDDEN], [ UIT]
(
52)
OFF/
REVIEW
[ [
OFF/UIT], [ 2sec], [ 4sec], 6sec], [ 8sec], [ 10sec]
Geavanceerde functies
[ ON/AAN], [ OFF/UIT] De camcorder gebruikt automatisch lange sluitertijden om op plaatsen met onvoldoende verlichting heldere opnamen te maken. De camcorder maakt gebruik van sluitertijden tot minimaal 1/25 (1/12 in de stand ). Zet de lange sluiter op [ OFF] als een nabeeld met sporen verschijnt. Als het symbool (camcordertrillingswaarschuwing) verschijnt, dan verdient het aanbeveling de camcorder te stabiliseren, bijvoorbeeld door deze op een statief te plaatsen.
37
38
Menu-opties - Overzicht
Hiermee selecteert u hoe lang een foto wordt weergegeven nadat deze is gemaakt. U kunt de foto wissen ( 58) of beveiligen ( 59) door tijdens het bekijken van de foto (of onmiddellijk na de opname indien deze optie op [ OFF/UIT] is ingesteld) op FUNC. te drukken. IMG STAB
Een breedbeeldopname afspelen: Bij gebruik van TV's die compatibel zijn met het systeem Video ID-1 wordt automatisch overgegaan op de breedbeeldstand (16:9). In andere gevallen moet u de hoogte/ breedte-verhouding van uw TV handmatig wijzigen. Als u opnamen wilt afspelen op een TV met een normale hoogte/breedteverhouding (4:3), verander dan dienovereenkomstig de optie [TV TYPE/TVTYPE] ( 39). SELF TIMER
Programmakeuzeschakelaar: [ ON/AAN], [ OFF/UIT] De beeldstabilisator biedt compensatie voor camcordertrillingen, ook bij de volledige telepositie. De beeldstabilisator is ontworpen om compensatie te bieden voor normale camcordertrillingen. De beeldstabilisator is mogelijk niet effectief als u opnamen maakt op donkere plaatsen met het opnameprogramma [ NIGHT/NACHT]. De beeldstabilisator kan niet worden uitgeschakeld als de programmakeuzeschakelaar op staat. Het verdient aanbeveling bij gebruik van een statief de beeldstabilisator op [ OFF/UIT] te zetten. WIDESCREEN
[ ON], [ OFF] De camcorder maakt gebruik van de volledige breedte van de CCD voor een 16:9 opname met hoge resolutie. Aangezien de beelden op de camcorder een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 hebben, worden opnamen met een hoogte/breedte-verhouding van 4:3 in het midden van het scherm weergegeven met zwarte balken aan de zijkant. Als u in de breedbeeldstand (16:9) films opneemt, kunt u niet tegelijkertijd een foto maken op de geheugenkaart.
[
ON/AAN], [
(
54)
OFF/UIT]
Camcorderinstelling (opnamemodus, TV-type, etc.)
VCR SETUP
REC MODE
[ STD PLAY/STANDAARD AFSPELEN], [ LONG PLAY] Als u voor uw opnamen de LP-modus kiest, verlengt u de beschikbare opnameduur op de band met een factor 1,5. Afhankelijk van de kwaliteit van de band (lang gebruik, onvolkomenheden, etc.) is het mogelijk dat er in het afspeelbeeld videoproblemen optreden (blokken, strepen, etc.) als u films afspeelt die zijn opgenomen in de LPmodus. Wij raden u aan voor belangrijke opnamen de SP-modus te gebruiken. Audio kan niet worden toegevoegd (gedubd) op banden die zijn opgenomen in de LP-modus. Als u op dezelfde band films opneemt in zowel de SP- als LP-modus, kunnen er tijdens het afspelen in het beeld videoproblemen optreden op het punt waar de opnamemodus verandert. Als u op deze camcorder banden afspeelt waarop met andere apparaten films zijn gemaakt in de LP-modus, of vice versa, kunnen er problemen
Menu-opties - Overzicht
optreden in het afspeelbeeld of kan het geluid kortdurend uitvallen.
12bit AUDIO
(
39
49)
NL
TV TYPE
[ [ [ NORMAL TV/NORMALE TV], [ WIDE TV/BREEDBEELD TV] Als u het beeld volledig en in de juiste hoogte/breedte-verhouding wilt weergeven, moet u de instelling selecteren op basis van het televisietype waarop u de camcorder aansluit. [NORMAL TV/NORMALE TV]: TV's met een hoogte/breedte-verhouding van 4:3. [WIDE TV/BREEDBEELD-TV]: TV's met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9.
AUDIO SETUP
Audio-instellingen (audiostand, windscherm, etc.)
STEREO1], [ MIX/FIXED], [
STEREO2], MIX/VAR.]
MIX BALANCE
(
49)
Als u [12bit AUDIO] hebt ingesteld op [ MIX/VAR.], stel dan met ( ) op de joystick de geluidsbalans af. De camcorder onthoudt de instelling van de audiobalans. Als u de camcorder uitschakelt, wordt de optie [12bit AUDIO] echter gereset naar [ STEREO1]. AUDIO MODE
OUTPUT CH
(
49)
( L/R], [
L/L], [
R/R]
16bit], [
12bit]
CARD OPERATIONS
Kaartfuncties (initialisatie, alle beelden wissen, etc.)
PRINT ORD.ALL ERASE
AUDIO DUB.
(
(
74)
(
71)
(
58)
(
60)
65)
[NO/GEEN], [YES/JA] [
AUDIO IN], [
MIC.IN]
TRANS.ORD.ALL ERASE
WIND SCREEN *
[NO/GEEN], [YES/JA] * : alleen bij het toevoegen (dubben) van audio met de ingebouwde microfoon. Programmakeuzeschakelaar: [ AUTO], [ OFF/UIT ] De camcorder reduceert bij buitenopnamen automatisch het achtergrondgeluid van de wind. Het windscherm kan niet worden uitgeschakeld als de programmakeuzeschakelaar op staat.
ERASE ALL IMAGES
[NO/GEEN], [YES/JA] ë
INITIALIZE
[NO/GEEN], [YES/JA]
Geavanceerde functies
[ [
48)
40
Menu-opties - Overzicht
* De volgende opties zijn alleen beschikbaar als u in het indexscherm op FUNC. drukt. PROTECT*
Druk op (
(
) om het beeld te beveiligen.
PRINT ORDER*
Druk op ( stellen.
(
74)
) om de afdrukopdracht in te
TRANSFER ORDER*
Druk op ( te stellen.
59)
(
70)
) om de overzendopdracht in
TV SCREEN
[
ON/AAN], [
OFF/UIT]
[ ON/AAN], [ OFF/UIT] Als deze optie op [ ON] is ingesteld, verschijnen de cameragegevens (pictogrammen, etc.) die worden weergegeven op het camcorderscherm, ook op het scherm van een aangesloten TV of monitor. Als de datum en tijd op het scherm van de camcorder worden weergegeven, verschijnen deze ook op een aangesloten TV, ongeacht de instelling van de optie [TV SCREEN/TV-SCHERM]. U kunt de datum/ tijdweergave uitschakelen met de optie [DATA CODE/DATACODERING] ( 41). MARKERS
Display-instelling (LCD-helderheid, taal, etc.)
DISPLAY SETUP
BRIGHTNESS
Stel met ( ) op de joystick de helderheid van het LCD-display af. Verandering van de helderheid van het LCD-display heeft geen invloed op de helderheid van de zoeker of opnamen. BACKLIGHT
(
22)
[ NORMAL/NORMAAL]*, [ BRIGHT] * De standaardinstelling is [ BRIGHT/ HELDER] als u de camcorder met de compacte netadapter van stroom voorziet.
[ OFF/UIT], [ LEVEL(WHT)/ NIVEAU (WIT)], [ LEVEL(GRY)/ NIVEAU (GRIJS)], [ GRID(WHT)], [ GRID(GRY)/RASTER (GRIJS)] U kunt in het midden van het scherm een raster of een horizontale lijn weergeven. De markeringen zijn beschikbaar in wit of grijs. Gebruik de markeringen als referentie om ervoor te zorgen dat uw onderwerp juist wordt ingekaderd (verticaal en/of horizontaal). Gebruik van de markeringen heeft geen invloed op de opnamen op de band of geheugenkaart. DISPLAYS
[ ON/AAN], [ UIT
]
OFF/
Menu-opties - Overzicht
U kunt de cameragegevens zo verbergen dat op het volledige scherm alleen het afspeel/weergavebeeld wordt getoond. Het banddisplay verschijnt 2 seconden. Waarschuwingsberichten, de datacodering (indien geactiveerd) en gegevens op het indexscherm verschijnen nog wel, ongeacht de instelling. Alle cameragegevens worden weergegeven terwijl een afspeel- of weergavebeeld wordt vergroot of een digitaal effect is geactiveerd. 6SEC.DATE
41
Met de demonstratiefunctie kunt u de belangrijkste functies van de camcorder bekijken. Deze functie wordt automatisch gestart als de camcorder van stroom wordt voorzien met de netadapter en u de camcorder langer dan 5 minuten ingeschakeld laat staan zonder een opnamemedium te plaatsen. Als u de demonstratie wilt stopzetten zodra deze is gestart, kunt u op een toets drukken, de camcorder uitschakelen of een videocassette plaatsen. Systeeminstelling (pieptoon, etc.)
SYSTEM SETUP
[ ON/AAN], [ OFF/UIT] Als u een band begint af te spelen of de datum van de opname verandert, worden de datum en tijd 6 seconden lang weergegeven. DATA CODE
(
53)
WL.REMOTE
[ ON/AAN], [ OFF/UIT ] Maakt het mogelijk om de camcorder te bedienen met de draadloze afstandsbediening.
LANGUAGE
(
24)
Welke talen beschikbaar zijn, hangt af van de regio waar u uw camcorder hebt gekocht. Taalcombinatie A: [DEUTSCH], [ENGLISH], [ESPAÑOL], [FRANÇAIS], [ITALIANO], [POLSKI], [ ], [TÜRKÇE], [ ], [ ], [ ], [ ] Taalcombinatie B: [ENGLISH], [ ], [ ], [ ] DEMO MODE
ON/AAN], [
OFF/UIT]
[ HIGH VOLUME/HOOG VOLUME], [ LOW VOLUME/LAAG VOLUME], [ OFF/UIT] Bepaalde bedieningshandelingen, zoals het aanzetten van de camcorder, het aftellen van de zelfontspanner, etc., gaan vergezeld van een pieptoon. Ook dient deze functie als waarschuwingspieptoon indien zich ongebruikelijke omstandigheden voordoen. POWER SAVE
[ ON/AAN], [ OFF/UIT] Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder zichzelf automatisch uit als er vijf minuten lang geen bedieningshandelingen zijn verricht. Dit
Geavanceerde functies
BEEP
[ OFF/UIT], [ DATE/DATUM], [ TIME/ TIJD], [ DATE & TIME/DATUM & TIJD]
[
NL
42
Menu-opties - Overzicht
wordt gedaan om stroom te besparen. Circa 30 seconden voordat de camcorder wordt uitgeschakeld, verschijnt het bericht “ AUTO POWER OFF”. FILE NOS.
[ RESET], [ CONTINUOUS] Selecteer de beeldnummeringsmethode die u wilt gebruiken als u een nieuwe geheugenkaart plaatst. Aan foto's worden automatisch opeenvolgende beeldnummers toegewezen van 0101 t/m 9900, en deze worden opgeslagen in mappen van maximaal 100 foto's. Mappen worden genummerd van 101 t/m 998. [ RESET]: Telkens wanneer u een nieuwe geheugenkaart plaatst, begint de beeldnummering opnieuw vanaf 1010101. [ CONTINUOUS/CONTINU]: De beeldnummering gaat verder bij het nummer dat volgt op het laatste beeld dat met de camcorder is gemaakt. Als de door u geplaatste geheugenkaart al een beeld bevat met een hoger nummer, wordt aan een nieuw beeld een nummer toegewezen dat één hoger is dan het nummer van het laatste beeld op de geheugenkaart. Het verdient aanbeveling de optie [ CONTINUOUS/CONTINU] te gebruiken. FIRMWARE
U kunt controleren wat de huidige versie is van de camcorderfirmware. Deze menu-optie is gewoonlijk gedimd. Datum/tijd instellen
DATE/TIME SETUP
T.ZONE/DST
(
24)
DATE/TIME
(
25)
DATE FORMAT
[Y.M.D (2007.1.1 AM 12:00)/J.M.D. (2007.1.1 12.00 AM)], [M.D.Y (JAN. 1,2007 12:00 AM)/M.D.J. (JAN. 1 2007 12.00 AM)], [D.M.Y (1, JAN.2007 12:00 AM)/D.M.J. (1 JAN. 2007 12.00 AM)] Met deze optie wijzigt u de datumnotatie voor weergave op het scherm en voor het afdrukken van de datum.
Opnameprogramma's
43
De opnameprogramma‘s gebruiken
Opnameprogramma's
NL
Gemakkelijk opnemen De camcorder verzorgt automatisch de scherpstelling, belichting en andere instellingen. U hoeft alleen maar de camera op uw onderwerp te richten en direct te beginnen met opnemen. : Opnameprogramma’s (
44) [ NIGHT/NACHT] Gebruik deze stand om opnamen te maken bij weinig licht.
[ SUNSET/ ZONSONDERGANG] Gebruik dit programma om in felle kleuren opnamen te maken van zonsondergangen.
[ PORTRAIT/PORTRET] De camcorder maakt gebruik van een groot diafragma. Details die de aandacht afleiden, worden tijdens de scherpstelling van het onderwerp waziger.
[ SNOW/SNEEUW] Gebruik deze stand om opnamen te maken op heldere skipistes. Hiermee voorkomt u dat het onderwerp onderbelicht wordt.
[ SPOTLIGHT] Gebruik deze stand om opnamen te maken van scènes onder spotlights.
[ SPORTS] Gebruik deze stand om sportscènes zoals tennis of golf op te nemen.
[ BEACH/STRAND] Gebruik deze stand om opnamen te maken op een zonnig strand. Hiermee voorkomt u dat het onderwerp onderbelicht wordt.
[ FIREWORKS/ VUURWERK] Gebruik deze stand om vuurwerk op te nemen.
Geavanceerde functies
[ PROGRAM AE/AEPROGRAMMA] De camcorder stelt het diafragma en de sluitertijd in.
44
Opnameprogramma's
: De sluitertijd wijzigen en een speciaal opnameprogramma selecteren Gebruik het programma met automatische belichting (AE) om de sluitertijd in te stellen of selecteer een van de speciale opnameprogramma’s.
Richtlijnen voor sluitertijden 1/50 1/50 Voor algemene opnamen. 1/120 1/120 Voor het opnemen van sportscènes in een zaal.
WAAR U OP MOET LETTEN (
8)
1/250, 1/500, 1/1000 1/250
Programmakeuzeschakelaar :
Voor het maken van opnamen vanuit een auto of trein, of voor het opnemen van bewegende objecten zoals achtbanen.
FUNC.
Voor het maken van opnamen van buitensporten zoals golf of tennis op zonnige dagen.
1/2000 (
22)
FUNC.
Pictogram van het momenteel geselecteerde Opnameprogramma
FUNC.
Gewenste optie
DE SLUITERTIJD INSTELLEN IN HET OPNAMEPROGRAMMA [ PROGRAM AE/AEPROGRAMMA] FUNC.
MENU CAMERA SETUP SHUTTER
FUNC.
Gewenste optie
Merk op dat op het scherm alleen de noemer wordt weergegeven – “ 250” geeft een sluitertijd aan van 1/250, etc. OPMERKINGEN Wijzig tijdens het opnemen de stand van de programmakeuzeschakelaar niet. De helderheid van het beeld kan anders abrupt veranderen. [ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA] - Bij het instellen van de sluitertijd gaat het weergegeven getal knipperen als de geselecteerde waarde voor de opnameomstandigheden niet geschikt is. Selecteer in dat geval een andere waarde. - Als u op donkere plaatsen een lange sluitertijd gebruikt, kunt u een helderder beeld krijgen, maar kan de beeldkwaliteit minder zijn, en werkt de automatische scherpstelling mogelijk niet goed. - Het beeld kan flikkeren wanneer u opneemt met hoge sluitertijden. - De sluitertijd keert terug naar [ AUTO] als u de programmakeuzeschakelaar op zet of een ander opnameprogramma kiest. [ PORTRAIT/PORTRET]/[ SPORTS]/[ BEACH]/[ SNOW/SNEEUW] - Tijdens het afspelen wordt het beeld mogelijk niet vloeiend weergegeven. [ PORTRAIT/PORTRET] - Het wazige effect van de achtergrond neemt toe als u meer inzoomt (T).
Het beeld instellen: Belichting, scherpstelling en kleur
[ NIGHT/NACHT] - Bewegende onderwerpen kunnen een nabeeld met sporen achterlaten. - De beeldkwaliteit is mogelijk niet zo goed als bij de andere programma's. - Op het scherm kunnen witte punten verschijnen. - Automatische scherpstelling werkt mogelijk niet zo goed als bij andere programma's. In dat geval moet u handmatig scherp stellen. [ SNOW/SNEEUW]/[ BEACH/STRAND] - Het onderwerp kan overbelicht raken op bewolkte dagen of op beschaduwde plaatsen. Controleer het beeld op het scherm. [ FIREWORKS/VUURWERK] - Om camcordertrillingen te voorkomen, raden wij u aan gebruik te maken van een statief. Gebruik vooral in de stand een statief, omdat de sluitertijd langer wordt.
45
Het beeld instellen: Belichting, NL scherpstelling en kleur
Het beeld instellen: Belichting, scherpstelling en kleur
Handmatige instelling van de belichting Soms kunnen onderwerpen met achtergrondverlichting te donker overkomen (onderbelicht) of kunnen onderwerpen onder zeer sterke lichtbronnen te helder of verblindend overkomen (overbelicht). U kunt handmatig de belichting aanpassen om dit te corrigeren. WAAR U OP MOET LETTEN (
8)
Programmakeuzeschakelaar: (behalve bij gebruik van het opnameprogramma [ FIREWORKS/ VUURWERK]. EXP
1
2
3
Als de joystickaanduiding niet op het scherm wordt weergegeven, druk dan op ( ) om deze op te roepen. Druk ( ) op de joystick naar [EXP/ BELICHTING]. • Op de joystickaanduiding verandert [EXP/BELICHTING] in lichtblauw en op het scherm verschijnen de indicator van de belichtingsinstelling en de neutrale waarde “±0”. • Als u tijdens belichtingsvergrendeling de zoom bedient, kan de helderheid van het beeld veranderen. Stel, indien nodig, met ( ) de helderheid van het beeld bij. • Het afstelbereik en de lengte van de belichtingsinstellingsindicator hangen af van de aanvankelijke helderheid van het beeld. • Door ( ) op de joystick weer naar [EXP/BELICHTING] te drukken, keert de
Geavanceerde functies
BACK
46
4
Het beeld instellen: Belichting, scherpstelling en kleur
camcorder terug naar automatische belichting. Druk ( ) op de joystick naar [BACK /TERUG] om de belichtingsinstelling op te slaan.
4 Handmatige scherpstelling Automatische scherpstelling werkt mogelijk niet goed bij de onderwerpen hieronder. Stel in een dergelijk geval handmatig scherp. Reflecterende oppervlakken
5 Onderwerpen met weinig contrast of zonder verticale lijnen
handmatige scherpstelling te activeren. Op de joystickaanduiding wordt [FOCUS/SCHERPSTELLING] weergegeven in lichtblauw en op het scherm verschijnt “MF”. Stel, indien nodig, met ( ) scherp. • Druk ( ) op de joystick naar voor een langere brandpuntsafstand of druk ( ) naar voor een kortere brandpuntsafstand. • Door ( ) op de joystick opnieuw naar [FOCUS/SCHERPSTELLING] te drukken, keert de camcorder terug naar automatische scherpstelling. Druk ( ) op de joystick naar [BACK /TERUG] om de scherpstelling op te slaan. OPMERKINGEN
Snel bewegende onderwerpen
De camcorder keert automatisch terug naar automatische scherpstelling als u de programmakeuzeschakelaar op zet.
Oneindige scherpstelling
Opnamen via natte ramen
Gebruik deze functie als u wilt scherp stellen op verafgelegen onderwerpen zoals bergen of vuurwerk.
Nachtopnamen
BACK
WAAR U OP MOET LETTEN
FOCUS
(
8)
Programmakeuzeschakelaar:
1 2
BACK FOCUS
1 2
3
Stel de zoom in. Als de joystickaanduiding niet op het scherm wordt weergegeven, druk dan op ( ) om deze op te roepen. Druk ( ) op de joystick naar [FOCUS/SCHERPSTELLING] om de
3
Stel de zoom in. Houd ( ) op de joystick langer dan 2 seconden ingedrukt naar [FOCUS/ SCHERPSTELLING]. • Op het scherm verschijnt . • Door ( ) op de joystick opnieuw naar [FOCUS/SCHERPSTELLING] te drukken, keert de camcorder terug naar automatische scherpstelling. • Als u de zoom of ( ) op de joystick gebruikt, keert de camcorder terug naar handmatige scherpstelling. Druk ( ) op de joystick naar [BACK /TERUG] om de scherpstelling op te slaan.
Het beeld instellen: Belichting, scherpstelling en kleur
47
HANDMATIG EEN WITBALANS INSTELLEN
Witbalans
1
De witbalansfunctie helpt u bij het nauwkeurig reproduceren van kleuren onder verschillende lichtomstandigheden, zodat witte objecten in uw opnamen altijd echt wit overkomen. WAAR U OP MOET LETTEN (
8)
2
Richt de camcorder op een wit object, zoom in totdat het gehele scherm wordt gevuld en druk op ( ). Als de instelling is voltooid, stopt het pictogram met knipperen en blijft dit branden. De camcorder onthoudt de handmatig ingestelde witbalans ook als u de camcorder uitzet. Druk op FUNC. om de instelling op te slaan en het menu te sluiten.
NL
Programmakeuzeschakelaar:
Opties [
Standaardwaarde
AUTO]
Instellingen worden automatisch verricht door de camcorder. Gebruik deze instelling voor scènes buitenshuis. [
[DAYLIGHT/ZOMERTIJD]
Voor het maken van buitenshuisopnamen op een heldere dag. TUNGSTEN/WOLFRAAM]
Voor het maken van opnamen onder wolfraamverlichting en TL-buizen van het wolfraamtype (drie -golflengten). [
SET/INSTELLEN]
Gebruik de handmatige witbalansinstelling voor speciale omstandigheden die niet door de andere opties worden bestreken. De handmatige witbalans zorgt ervoor dat witte onderwerpen onder verschillende lichtomstandigheden er wit uitzien. FUNC. (
22)
FUNC.
Pictogram van de momenteel geselecteerde Witbalans
FUNC.
Gewenste optie*
* Als u [ SET/INSTELLEN] selecteert, druk dan niet op FUNC. en ga in plaats hiervan verder met de procedure hieronder.
Als u de witbalans handmatig wilt instellen [ SET]: - Stel de witbalans in op een plaats met voldoende licht. - Zet [D.ZOOM] op [ OFF/UIT] ( 37). - Stel de witbalans opnieuw in als de lichtomstandigheden veranderen. - Het kan in zeer zeldzame gevallen en afhankelijk van de lichtbron gebeuren dat blijft knipperen en niet continu gaat branden. Zelfs in dat geval zal de witbalans goed worden ingesteld en het resultaat beter zijn dan met [ AUTO]. Een handmatig ingestelde witbalans geeft mogelijk een beter resultaat onder de volgende omstandigheden: - Veranderende lichtomstandigheden - Close-ups - Onderwerpen met één kleur (lucht, zee of bos) - Onder kwiklampen en bepaalde typen TLverlichting
Geavanceerde functies
[
OPMERKINGEN
48
Audio opnemen en afspelen
Audio opnemen en afspelen
Audio opnemen en afspelen
Beeldeffecten U kunt de beeldeffecten gebruiken om de kleurverzadiging en het contrast te wijzigen, zodat verschillende resultaten mogelijk zijn.
Audio-opnamestand U kunt de kwaliteit van de audio-opname wijzigen.
WAAR U OP MOET LETTEN
WAAR U OP MOET LETTEN (
8)
Programmakeuzeschakelaar:
Opties
(
Opties
Standaardwaarde
[
[ IMAGE EFFECT OFF/BEELDEFFECT UIT]
NEUTRAL/NEUTRAAL]
[ SOFT SKIN DETAIL/ZACHT HUIDDETAIL] Hiermee verzacht u de details van de huid om het onderwerp een complimenteuzer uiterlijk te geven.
12bit]
Neemt audio op 2 kanelen (Stereo 1) op, waarbij 2 kanalen (Stereo 2) vrij blijven voor het toevoegen (dubben) van audio of om later met een extern apparaat een geluidsspoor toe te voegen.
VIVID/LEVENDIG]
Hiermee verzacht u het contrast en de kleurverzadiging.
16bit]
[
Hiermee benadrukt u het contrast en de kleurverzadiging. [
FUNC. (
22) FUNC.
AUDIO MODE
22)
FUNC.
FUNC.
MENU AUDIO SETUP
FUNC. (
Standaardwaarde
Neemt audio op met de hoogste kwaliteit.
Hiermee maakt u opnamen zonder beeldverbeterende effecten. [
8)
Pictogram van het momenteel geselecteerde Beeldeffect Gewenste optie
FUNC.
Gewenste optie
WAT U MOET WETEN OVER HET WINDSCHERM De camcorder reduceert automatisch het achtergrondgeluid van wind, maar u kunt het windscherm uitzetten als u wilt dat de microfoon zo gevoelig mogelijk is ( 39).
Audio opnemen en afspelen
WAAR U OP MOET LETTEN
Audio-afspeelstand Het audiokanaal selecteren
Opties [ [
(
[ Standaardwaarde
[
R/R]
MIX/VAR.]
FUNC. (
22) FUNC.
MENU
FUNC. (
22) FUNC.
AUDIO SETUP MENU AUDIO SETUP OUTPUT CH
FUNC.
Gewenste optie
Het audiospoor selecteren op een band met toegevoegde audio U kunt selecteren welk audiospoor moet worden afgespeeld als u een band afspeelt waarop, behalve de originele opgenomen audio (Stereo 1), ook een toegevoegd audiospoor (Stereo 2) aanwezig is.
12bit AUDIO FUNC.
Gewenste optie*
* Als u [ MIX/VAR.] selecteert, stel de mengbalans dan af met de optie [MIX BALANCE/MENGBALANS] ( 39).
Geavanceerde functies
Alleen rechterkanaal (stereo) / alleen subsignaal (tweetalig).
MIX/FIXED]
Gemengde audio, waarbij u de balans tussen het originele geluid ( ) en de toegevoegde audio ( ) kunt afstellen.
L/L]
Alleen linkerkanaal (stereo) / alleen hoofdsignaal (tweetalig). [
STEREO2]
Gemengde audio, met het originele geluid en de toegevoegde audio op hetzelfde niveau.
Linker- en rechterkanaal (stereo) / hoofden subsignalen (tweetalig). [
Standaardwaarde
STEREO1]
Alleen toegevoegde (gedubde) audio.
8)
L/R]
[
8)
Alleen origineel geluid.
WAAR U OP MOET LETTEN
NL (
U kunt selecteren welk audiokanaal u wilt afspelen als u een band afspeelt met audio die op twee kanalen opgenomen is (stereogeluid of tweetalige audiosignalen).
Opties
49
50
Opname-opties met gebruik van de geheugenkaart
Op een geheugenkaart van 512 MB
Opname-opties met gebruik van de geheugenkaart
Opname-opties met gebruik van de geheugenkaart
Beeldgrootte 735
1,115
2,155
885
1,310
2,515
2,320
3,355
6,040
L 1152x864
De grootte en kwaliteit van foto' s selecteren
L 1024x768 S 640X480
Foto's worden op de geheugenkaart gemaakt met JPEG (Joint Photographic Experts Group)-compressie. Als vuistregel geldt: selecteer een grotere beeldgrootte voor een hogere kwaliteit. (
8)
Opties
1152x864/FINE
L FUNC. (
Het aantal foto's dat met verschillende opnamemedia bij benadering kan worden gemaakt met de volgende kwaliteitsinstellingen: : [SUPER FINE/SUPERFIJN], : [FINE/FIJN], : [NORMAL/ NORMAAL].
Standaardwaarde bij gebruik van de
22)
FUNC.
Pictogram van de momenteel geselecteerde Beeldkwaliteit/ grootte Gewenste beeldgrootte*
Op een geheugenkaart van 32 MB
Druk op
Beeldgrootte 40
65
130
L 1152x864 50
75
150
140
200
365
L 1024x768 S 640X480
Gewenste beeldkwaliteit*
OPMERKINGEN
Op een geheugenkaart van 128 MB Beeldgrootte 185
280
545
220
330
635
585
850
1,530
L 1152x864 L 1024x768 S 640X480
FUNC.
* Het getal in de rechterhoek geeft bij benadering aan hoeveel foto's kunnen worden gemaakt bij de huidige instelling van de kwaliteit en grootte.
Afhankelijk van het aantal beelden op de geheugenkaart (Windows: meer dan 1800 beelden; Macintosh: meer dan 1000 beelden), kan het gebeuren dat u beelden niet naar een computer kunt downloaden. Probeer in dat geval een kaartlezer te gebruiken. Aansluiting op een met PictBridge compatibele printer functioneert niet als de geheugenkaart meer dan 1800 beelden bevat. Voor een optimaal resultaat verdient het aanbeveling om het aantal beelden op de geheugenkaart lager te houden dan 100.
Opname-opties met gebruik van de geheugenkaart
51
De grootte van filmclips selecteren op een geheugenkaart
Een foto maken tijdens het opnemen van een film
Films worden op de geheugenkaart opgenomen met Motion-JPEGcompressie. Het geluid voor deze filmclips is in mono.
Terwijl u een film opneemt op de band kunt u tegelijkertijd van hetzelfde beeld een foto maken op de geheugenkaart zonder dat u het opnemen van de film hoeft te onderbreken om van bedieningsstand te veranderen. De grootte van de foto is S 640x480 en kan niet worden gewijzigd, maar u kunt wel de kwaliteit van de foto selecteren.
(
8)
Opties Opnameduur (bij benadering) op geheugenkaarten van verschillende grootte. [ 320x240] Bestandsgrootte per seconde: Circa 250 KB. Geheugenkaart 32 MB 128 MB 512 MB
Opnameduur 2 min. 8 min. 33 min.
Geheugenkaart 32 MB 128 MB 512 MB
Opnameduur 4 min. 18 min. 70 min.
MOVIE REC * In de stand de standaard.
320x240]
FUNC. (
(
22)
8)
Selecteer de grootte en de kwaliteit van de foto in de opnamepauzestand voordat u met opnemen begint.
Standaardwaarde
STILL I.REC OFF FUNC. (
22)
FUNC.
Pictogram van de momenteel geselecteerde optie Een foto maken tijdens het opnemen van een film
FUNC.
Gewenste beeldkwaliteit*
Standaardwaarde
OFF is [
WAAR U OP MOET LETTEN
* Het getal in de rechterhoek geeft bij benadering aan hoeveel foto's kunnen worden gemaakt bij de huidige instelling van de kwaliteit en grootte.
DE FOTO MAKEN
FUNC.
Pictogram van de momenteel geselecteerde Filmgrootte
FUNC.
Gewenste optie
Druk tijdens het opnemen van een film op PHOTO . Op de geheugenkaart wordt de foto gemaakt terwijl op het scherm de videoopname wordt voortgezet.
Geavanceerde functies
[ 160x120] Bestandsgrootte per seconde: Circa 120 KB.
NL
52
Opname-opties met gebruik van de geheugenkaart
OPMERKINGEN
OPMERKINGEN
U kunt geen foto's maken op de geheugenkaart als een digitaal effect is geactiveerd of als u opneemt in de breedbeeldstand (16:9). Het verdient aanbeveling voor het maken van foto's de stand te gebruiken. Deze stand biedt de beste kwaliteit voor foto's.
De datacodering van de gemaakte foto/filmclip weerspiegelt de datum en tijd op het moment dat de foto/filmclip op de geheugenkaart werd gemaakt.
Automatische scherpstelprioriteit Een foto of filmclip maken van het afspeelbeeld Als u een band afspeelt, kunt u op de geheugenkaart een beeld vastleggen als een foto of filmclip. De grootte van de foto is gelijk aan [S 640x480] en kan niet worden gewijzigd. Selecteer de kwaliteit van de foto aan de hand van de procedure hieronder. Raadpleeg De grootte van filmclips 51) selecteren op de geheugenkaart ( om de grootte van de filmclip te selecteren. (
8)
.
(
Opties
22)
FUNC.
Pictogram van de momenteel geselecteerde optie Foto’s
FUNC.
Gewenste beeldkwaliteit
EEN FOTO MAKEN Druk tijdens het afspelen of de afspeelpauzestand op PHOTO .
EEN FILMCLIP MAKEN Druk tijdens het afspelen of de afspeelpauzestand op Start/Stop . Druk nogmaals op Start/Stop als u wilt stoppen.
8)
Standaardwaarde
ON:AiAF]
[ (Programmakeuzeschakelaar:
*,
)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden worden uit de negen beschikbare kaders automatisch één of meer AF-kaders geselecteerd en vindt hierop de scherpstelling plaats. [ ON:CENTER] (Programmakeuzeschakelaar:
FUNC. (
Als scherpstelprioriteit is geactiveerd, maakt de camcorder alleen een foto nadat automatisch scherp is gesteld. Als de programmakeuzeschakelaar op staat, kunt u ook het AF-kader (automatische scherpstelling) selecteren.
*)
In het midden van het scherm wordt één enkel scherpstelkader weergegeven en er wordt automatisch scherp gesteld op het AF-kader in het midden. Dit is handig als u er zeker van wilt zijn dat de scherpstelling precies daar is waar u deze wilt. [ OFF] (Programmakeuzeschakelaar:
)
Selecteer deze optie als u een foto wilt kunnen maken zodra u op PHOTO drukt. Scherpstelprioriteit kan niet worden uitgeschakeld als de programmakeuzeschakelaar op staat. * Behalve bij gebruik van het opnameprogramma [ [FIREWORKS/ VUURWERK].
Overige functies
53
Overige functies
Overige functies
FUNC. (
NL
22) FUNC.
MENU CAMERA SETUP
Datacodering De camcorder houdt een datacodering bij. Deze bevat de opnamedatum en opnametijd. U kunt selecteren welke gegevens moeten worden weergegeven.
FOCUS PRI. FUNC.
Gewenste optie
Opties [
OPMERKINGEN
OFF/UIT]
Standaardwaarde
Geen weergave van de datacodering
In het opnameprogramma [ FIREWORKS] wordt de scherpstelprioriteit automatisch ingesteld op [ OFF/UIT].
[
DATE/DATUM], [
TIME/TIJD]
Toont de datum of tijd waarop de scène werd opgenomen of de foto werd gemaakt. [ DATE & TIME/DATUM & KLOCKSLAG] Toont zowel de datum als tijd van de opname.
22) FUNC.
MENU DISPLAY SETUP/ DATA CODE
FUNC.
Gewenste optie
Geavanceerde functies
FUNC. (
54
Overige functies
• Op het scherm verschijnt . • Zet de optie [SELF TIMER/ ZELFONTSPANNER] op [ OFF/UIT] om de zelfontspanner te annuleren.
LED-lamp U kunt op elk moment de LED-lamp (hulplamp) inschakelen, ongeacht het opnameprogramma. (
:
8)
FUNC. (
22) FUNC.
:
Pictogram van de LED-lamp LIGHT OFF
FUNC.
LIGHT ON
• Op het scherm verschijnt . • Selecteer [ LIGHT OFF/LICHT UIT] als u de LED-lamp wilt uitschakelen.
WAAR U OP MOET LETTEN ( : Zet de camcorder in de opnamepauzestand.
OPMERKINGEN
8)
Digitale effecten [
FUNC. 22) FUNC.
Druk op PHOTO om de foto te maken. De camcorder maakt de foto nadat 10 seconden is afgeteld*. Op het scherm ziet u dat wordt afgeteld. * 2 seconden bij gebruik van de draadloze afstandsbediening.
Zodra het aftellen is begonnen, kunt u ook op Start/Stop drukken (bij het opnemen van films) of PHOTO volledig indrukken (bij het maken van foto's) om de zelfontspanner te annuleren. De zelfontspanner wordt ook geannuleerd als u de camcorder uitzet.
Zelfontspanner
(
Druk op Start/Stop . Nadat 10 seconden is afgeteld, begint de camcorder met opnemen*. Op het scherm ziet u dat wordt afgeteld.
MENU
FADER] Faders
Begin of eindig scènes met een fade (overgang) vanaf of naar zwart. Op het display kunt u een preview van het effect bekijken.
CAMERA SETUP
[FADE-T/FADESTART]
SELF TIMER
[CORNER/ VANUIT HOEKEN] [FLIP/ZWAAI]
FUNC.
ON
[ZIGZAG] [TIDE/GETIJDE]
[WIPE/ SCHUIVEN] [JUMP/SPRONG] [PUZZLE/ PUZZEL] [BEAM/BALK]
Overige functies
[
EFFECT] Effecten
Instelling
Geef uw opnamen iets extra's. Geluid wordt normaal opgenomen. Op het display kunt u een preview van het effect bekijken. [BLK&WHT] (zwart-wit) [ART/ ARTISTIEK] [BALL/BAL]
NL
FADER of EFFECT
[MOSAIC/ MOZAÏEK] [CUBE/KUBUS]
FUNC.
[COLOR M./ KLEURENMASKER]
[MIRROR/ GESPIEGELD]
[
Pictogram van het momenteel geselecteerde Digitale effect
FUNC.
[SEPIA]
[WAVE/GOLF]
55
CARD MIX] Kaartmengfunctie (
56)
**
Gewenst(e) fader/effect*
* U kunt het effect op het scherm vooraf bekijken voordat u op ( ) drukt. ** Het pictogram van het geselecteerde effect verschijnt.
Toepassen
Combineert met uw opname een voorbeeldopname vanaf de geheugenkaart.
WAAR U OP MOET LETTEN (
8)
Programmakeuzeschakelaar: : Alleen [ BLK&WHT/ ZWART-WIT].
D.EFFECT
OFF
Standaardwaarde
1
Druk op D.EFFECTS om de fader of het effect te activeren. • Het pictogram van het geselecteerde effect wordt groen. • Druk nogmaals op D.EFFECTS als u de fader of het effect wilt deactiveren.
FUNC.
INFADEN
(
Druk op D.EFFECTS ... : ...in de opnamepauzestand, en druk vervolgens op Start/Stop om met een inkomende fader te beginnen met opnemen. : ...in de afspeelpauzestand, en druk vervolgens ( ) op de joystick naar / om in te faden en het afspelen te starten.
22)
Geavanceerde functies
Een fader/effect selecteren
56
Overige functies
UITFADEN Druk op D.EFFECTS ... : ...tijdens het opnemen, en druk vervolgens op Start/Stop om uit te faden en een pauze in te lassen. : ...in de afspeelpauzestand, en druk vervolgens ( ) op de joystick naar / om uit te faden en een pauze in te lassen.
WAAR U OP MOET LETTEN (
EEN EFFECT ACTIVEREN Druk op D.EFFECTS ... : ...tijdens het opnemen of in de opnamepauzestand. : ...tijdens het afspelen. : ...en druk vervolgens op PHOTO om de foto te maken in zwart-wit. OPMERKINGEN Selecteer [ D.EFFECT OFF/D.EFFECT UIT] als u het digitale effect niet gebruikt. Ook als u de digitale effecten uitschakelt of het opnameprogramma wijzigt, onthoudt de camcorder de door u laatst geselecteerde instelling. De digitale effecten zijn niet beschikbaar als [TV TYPE/TV-TYPE] op [NORMAL TV/ NORMALE TV] ingesteld is en de stereovideokabel op het AV-aansluitpunt aangesloten is.
Programmakeuzeschakelaar:
D.EFFECT OFF
Standaardwaarde
FUNC. (
22)
Instelling FUNC.
Beelden combineren (mengfunctie) U kunt een van de voorbeeldopnamen (inclusief beeldkaders en achtergronden) selecteren in de verzameling op de bijgeleverde DIGITAL VIDEO SOLUTION DISK en deze combineren met uw live video-opname om aan uw films iets speels toe te voegen. De kaartmengfunctie combineert afbeeldingen of titels met uw opnamen. De live video-opname verschijnt op de plaats van het lichte gebied in het gemengde beeld. Afstelling van het mengniveau: Het lichte gebied van de foto.
8)
Upload naar de geheugenkaart een voorbeeldopname vanaf de bijgeleverde DIGITAL VIDEO SOLUTION DISK. Raadpleeg Foto’s toevoegen aan de geheugenkaart in de camcorder in de elektronische gebruikshandleiding (PDFbestand) op dezelfde CD-ROM.
Pictogram van het momenteel geselecteerde Digitale effect CARD MIX
DE MENGFUNCTIE INSTELLEN
1
2
3
Selecteer met ( ) de optie [IMAGE SELECT/BEELD SELECTEREN] en selecteer vervolgens met ( ) de foto die u wilt combineren (mengen). Als u het mengniveau wilt afstellen, selecteer dan met ( ) de optie [MIX LEVEL/MENGNIVEAU] en stel met ( ) het gewenste niveau in. Druk op ( ) om de instellingen op te slaan en druk op FUNC. om het menu te sluiten. Op het scherm verschijnt .
Overige functies
57
Toepassen
NL
Druk op D.EFFECTS . • wordt groen en het gecombineerde beeld verschijnt. • U kunt geen foto's maken op de geheugenkaart terwijl de mengfunctie geactiveerd is.
Geavanceerde functies
58
Foto-opties
Bewerkingsfuncties
Foto-opties
Foto-opties
FUNC. (
Foto's wissen
22)
Terwijl u de foto bekijkt onmiddellijk nadat u deze hebt gemaakt:
BELANGRIJK
FUNC.
Wees voorzichtig als u beelden wilt wissen. Gewiste beelden bent u voor altijd kwijt.
FUNC.
OPMERKINGEN Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist. Filmclips op de geheugenkaart kunnen alleen worden gewist als de eerste scène wordt weergegeven als een foto (niet tijdens afspelen).
ERASE
Alle beelden wissen ( FUNC. (
Eén enkel beeld wissen
IMAGE ERASE
22) FUNC.
(
MENU
8) CARD OPERATIONS ERASE ALL IMAGES
1
2 3 4
Als de joystickaanduiding niet op het scherm wordt weergegeven, druk dan op ( ) om deze op te roepen. Selecteer met ( ) het beeld dat u wilt wissen. Druk ( ) op de joystick naar om het beeld te wissen. Selecteer met ( ) de optie [ERASE/WISSEN] en druk op ( ).
Eén enkele foto wissen onmiddellijk nadat u deze hebt gemaakt (
8)
U kunt de laatst gemaakte foto wissen terwijl u deze bekijkt binnen de tijdsduur die u hebt ingesteld bij de optie [REVIEW] (of onmiddellijk nadat u de foto hebt gemaakt als de optie [REVIEW] op [ OFFUIT] ingesteld is).
FUNC.
YES
8)
Foto-opties
59
Eén enkele foto beveiligen onmiddellijk nadat u deze hebt gemaakt
Foto's beveiligen
NL
U kunt foto's beveiligen zodat deze niet per abuis kunnen worden gewist. BELANGRIJK Als u de geheugenkaart initialiseert ( 60), worden alle gemaakte foto's permanent gewist, ook de beveiligde foto's.
OPMERKINGEN Filmclips op de geheugenkaart kunnen alleen worden beveiligd als de eerste scène wordt weergegeven als een foto (niet tijdens afspelen).
U kunt de laatst gemaakte foto beveiligen terwijl u deze bekijkt binnen de tijdsduur die u hebt ingesteld bij de optie [REVIEW/ BEKIJKEN] (of onmiddellijk nadat u de foto hebt gemaakt als de optie [REVIEW/ BEKIJKEN] op [ OFF/UIT] ingesteld is). FUNC. (
22) FUNC.
Eén enkele foto beveiligen
FUNC.
(
8)
FUNC. (
Op het scherm verschijnt en de foto kan niet meer worden gewist.
PROTECT OFF PROTECT ON*
Op het scherm verschijnt en de foto kan niet meer worden gewist. * Selecteer [PROTECT OFF/BEVEILIGING UIT] als u de beveiliging wilt opheffen.
Bewerkingsfuncties
FUNC.
PROTECT ON*
* Selecteer [PROTECT OFF/BEVEILIGING UIT] als u de beveiliging wilt opheffen.
22) FUNC.
PROTECT OFF
60
Foto-opties
Foto's beveiligen in het indexscherm
De geheugenkaart initialiseren (
8)
Verplaats de zoomregelaar naar W om het indexscherm van de foto's te openen. FUNC. (
22) FUNC.
Initialiseer nieuwe geheugenkaarten als u deze voor de eerste keer gebruikt. U moet de geheugenkaart mogelijk ook initialiseren als het foutbericht “CARD ERROR” verschijnt. Ook kunt u ervoor kiezen de geheugenkaart te initialiseren als u alle gegevens wilt verwijderen die op de kaart zijn opgenomen.
CARD OPERATIONS BELANGRIJK PROTECT
FUNC. **
Verplaats met ( , ) de cursor naar de foto die u wilt beveiligen en druk op ( ).* Herhaal deze stap als u nog meer foto's wilt beveiligen.
verschijnt op beveiligde beelden. Druk nogmaals op ( ) als u de beveiliging wilt opheffen. **De camcorder keert terug naar het indexscherm nadat u het menu hebt gesloten.
Als u de geheugenkaart initialiseert, worden alle foto’s en filmclips gewist, ook de beveiligde. De originele beeldbestanden bent u voorgoed kwijt. Initialiseer met deze camcorder alle geheugenkaarten voordat u deze gebruikt.
(
*
FUNC. (
22) FUNC.
MENU CARD OPERATIONS INITIALIZE YES
FUNC.
YES
8)
61
De camcorder aansluiten op een TV of videorecorder
De camcorder aansluiten op een TV of videorecorder
Externe aansluitingen
De camcorder aansluiten op een TV of videorecorder
NL
Aansluitschema's Zet alle apparaten uit voordat u de aansluitingen verricht en raadpleeg ook de handleiding van het aangesloten apparaat. AV-aansluitpunt
DV-aansluitpunt • Controleer het type en de indeling van het aansluitpunt en zorg ervoor dat u de DV-kabel juist aansluit. • Gebruik de optionele DV-kabel CV-150F (4 pennen aan de ene en 4 pennen aan de andere zijde) of CV-250F (4 pennen aan de ene en 6 pennen aan de andere zijde).
Open het afdekplaatje van de aansluitpunten zodat u de aansluitingen kunt verrichten.
Aansluitpunt op de camcorder
Verbindingskabel
Aansluitpunt op aangesloten apparaat
1 Uitgangsverbinding (signaalstroom
) naar een TV of videorecorder met AVaansluitpunten. Ingangsaansluiting (alleen audio, signaalstroom ) vanaf een VIDEO analoge bron voor audio toevoegen (dubben). Geel AUDIO
Stereovideokabel STV-250N (bijgeleverd)
Rood
L
R
Externe aansluitingen
Wit
62
De camcorder aansluiten op een TV of videorecorder
Aansluitpunt op de camcorder
Aansluitpunt op aangesloten apparaat
Verbindingskabel
2 Uitgangsverbinding (signaalstroom
) op een HDTV met een DV (IEEE1394)-
aansluitpunt. Ingangsverbinding (signaalstroom digitale videobron met een DV (IEEE1394)-uitgang.
) vanaf een TV of andere
4-pennen
DV-kabel CV-150F/CV-250F (optioneel)
6-pennen* * Let erop dat u de stekker met de 6 pennen op correcte wijze in het DV-aansluitpunt steekt. De camcorder kan beschadigd raken als u de stekker verkeerd om aansluit.
3 Uitgangsverbinding (signaalstroom
) naar een TV of videorecorder met SCARTaansluitpunt. Ingangsaansluiting (alleen audio, signaalstroom ) vanaf een analoge bron voor audio toevoegen (dubben). U moet eerst een in de winkel verkrijgbare SCART-adapter aansluiten op het SCARTaansluitpunt van de TV of videorecorder en vervolgens de stereovideokabel STV-250N aansluiten op de adapter. Als u audio wilt invoeren voor de functie “audio toevoegen (dubben)”, moet u een SCART-adapter met ingangsmogelijkheid gebruiken. Rood Stereovideokabel STV-250N (bijgeleverd)
Wit Geel SCART-adapter (in de winkel verkrijgbaar)
63
De camcorder aansluiten op een TV of videorecorder
Opnamen afspelen/weergeven op een TVscherm De kwaliteit van het afspeel/ weergavebeeld hangt af van de aangesloten TV en het aansluittype. (
( 8)
Voordat u de aansluitingen verricht, moet u eerst de optie [TV TYPE/TV-TYPE] instellen op basis van het TV-toestel waarop u de camcorder aansluit ( 39).
Aansluiten Sluit de camcorder aan op de TV aan de hand van een van de aansluitschema's die staan beschreven in het vorige 61). gedeelte Aansluitschema's (
Afspelen/weergeven
1
2
Sluit de camcorder aan op het externe apparaat aan de hand van de aansluitschema's die staan beschreven in het vorige gedeelte Aansluitschema's ( 61).
Zet de camcorder en de aangesloten TV of videorecorder aan. Op een TV: Zet de ingangskeuzeschakelaar op VIDEO. Op een videorecorder: Zet de ingangskeuzeschakelaar op LINE (IN). Begin met het afspelen van de films ( 30) of het weergeven van de foto’s ( 33).
Sluit de camcorder aan op een videorecorder of ander analoog apparaat met gebruik van aansluittype 1 of 3 , of op een DVD-recorder of ander digitaal opnameapparaat met gebruik van aansluittype 2 , zoals beschreven in het vorige gedeelte Aansluitschema’s ( 61).
Kopiëren
1 2 3
4
U kunt uw opnamen kopiëren vanaf uw camcorder naar een videorecorder of een digitaal videoapparaat. Als u opnamen kopieert naar een Digitale Video Recorder via het aansluitpunt DV, kunt u opnamen kopiëren zonder dat de video- en geluidskwaliteit merkbaar afneemt.
Deze camcorder: Plaats een cassette met opnamen. Aangesloten apparaat: Plaats een lege cassette of schijf en zet het apparaat in de opnamepauzestand. Deze camcorder: Lokaliseer de scène die u wilt kopiëren en zet de camcorder net voor de scène in de afspeelpauzestand. Deze camcorder: Speel de film verder af. Als u een analoge verbinding gebruikt, kunt u in de kopie ook de datum en tijd van de originele opname meenemen ( 53). Aangesloten apparaat: Begin op te nemen wanneer de scène verschijnt die u wilt kopiëren. Stop met opnemen wanneer het kopiëren voltooid is. Deze camcorder: Stop met afspelen. OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter. Als u opnamen kopieert naar een videorecorder met gebruik van een analoge verbinding –aansluittype 1 of 3 ( 61)–, kan de bewerkte band van mindere kwaliteit zijn dan het origineel.
Externe aansluitingen
5
6 Opnamen kopiëren naar een videorecorder of Digitale Video Recorder
8)
Aansluiten
OPMERKINGEN Schakel alle apparaten uit voordat u de aansluitingen verricht. Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
NL
64
De camcorder aansluiten op een TV of videorecorder
Als u opnamen kopieert naar een digitale videorecorder met gebruik van het DVaansluitpunt –aansluittype 2 ( 61)–: - Als het beeld niet verschijnt, verwijder dan de DV-kabel en herstel de verbinding na korte tijd of zet de camcorder uit en weer aan. - Er kan niet worden gegarandeerd dat bovenstaande goed zal functioneren op alle digitale apparaten die met een DV-aansluitpunt zijn uitgerust. Gebruik anders het AVaansluitpunt.
6
7
Digitale video dubben U kunt video invoeren vanaf andere digitale videoapparaten en de ingevoerde video opnemen op de band in de camcorder. (
8)
Aansluiten Sluit de camcorder aan op de videoinvoerbron met gebruik van de digitale verbinding –aansluittype 2 ( 61)– zoals beschreven in het vorige gedeelte Aansluitschema’s.
Dubben FUNC. (
1 2 3 4 5
22)
Plaats een lege cassette in deze camcorder. Aangesloten apparaat: Plaats de cassette of schijf waarop de opnamen staan. Druk op FUNC. , selecteer met ( ) de optie [ REC PAUSE/ OPNAMEPAUZE] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de optie [EXECUTE/UITVOEREN] en druk op ( ). Aangesloten apparaat: Begin met afspelen. In de opnamepauzestand en tijdens het opnemen kunt u op het camcorderscherm het beeld controleren.
8 9
Als de scène verschijnt die u wilt opnemen, druk dan ( ) op de joystick naar / om met opnemen te beginnen. Het opnemen begint. Druk tijdens het opnemen ( ) op de joystick naar / als u een pauze wilt inlassen. Druk tijdens de opnamepauzestand ( ) op de joystick weer naar / als u het opnemen wilt hervatten. Druk ( ) op de joystick naar om te stoppen met opnemen. Aangesloten apparaat: Stop met afspelen. BELANGRIJK
Lege gedeelten worden mogelijk opgenomen als een abnormaal beeld. Als het beeld niet verschijnt, verwijder dan de DV-kabel en herstel de verbinding na korte tijd of zet de camcorder uit en weer aan. Sluit op het USB-aansluitpunt van de camcorder geen apparaten aan terwijl op het DV-aansluitpunt een extern apparaat aangesloten is. U kunt vanaf apparaten met het logo alleen videosignalen opnemen in de DVstandaard (Standard Definition, SP- of LPmodus). Merk op dat signalen vanaf identiek gevormde DV (IEEE1394)-aansluitingen signalen kunnen zijn waarvan de videostandaard verschillend is.
OPMERKINGEN Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
Betreffende auteursrechten Bescherming van auteursrechten Op bepaalde voorbespeelde videobanden, films en andere materialen, evenals
65
De camcorder aansluiten op een TV of videorecorder
sommige televisieprogramma's, rusten auteursrechten. Onbevoegd opnemen van deze materialen kan inbreuk maken op wetten die auteursrechten beschermen. Auteursrechtsignalen Tijdens afspelen: Als u een band probeert af te spelen die auteursrechtsignalen bevat ter bescherming van software, dan verschijnt gedurende enkele seconden het bericht “COPYRIGHT PROTECTED PLAYBACK IS RESTRICTED” en laat de camcorder een leeg blauw scherm zien. De inhoud van de band kan dan niet worden bekeken. Tijdens opnemen: Als u een opname probeert te maken vanaf software waarop auteursrechtsignalen staan ter bescherming van de software, verschijnt het bericht “COPYRIGHT PROTECTED DUBBING RESTRICTED”. De inhoud van de software kan dan niet worden opgenomen. Met deze camcorder kunt u signalen voor bescherming van auteursrechten niet op een band opnemen.
DE AUDIOBRON SELECTEREN
NL (
Opties [
AUDIO
8)
Standaardwaarde
IN]
Audio toevoegen (dubben) vanaf een extern analoog apparaat. [
MIC.IN]
Audio toevoegen (dubben) met gebruik van de ingebouwde microfoon. FUNC. (
22) FUNC.
MENU AUDIO SETUP AUDIO DUB.
FUNC.
Desired option
Audio toevoegen (dubben)
Audio toevoegen (dubben)
Een extern audioapparaat aansluiten Sluit het externe audioapparaat (CD-speler, etc.) aan op de camcorder met gebruik van aansluittype 1 of 3 ( 61). Sluit alleen de audiostekkers (rood en wit) van de stereovideokabel STV-250N aan en sluit de gele videostekker niet aan. Raadpleeg ook de bedieningshandleiding van het aangesloten apparaat.
(
8)
WAAR U OP MOET LETTEN U kunt alleen audio toevoegen aan een band die opgenomen is in de SD-stand met [ 12bit]-audio. Deze functie wordt uitgevoerd met de draadloze afstandsbediening. STOP
REW
PLAY
PAUSE PAUSE
SLOW ZERO SET
AUDIO DUB. MEMORY
AUDIO DUB.
FF
STOP
TV SCREEN
Externe aansluitingen
U kunt met de ingebouwde microfoon geluid aan een opname toevoegen. Alleen : U kunt ook extra geluid opnemen vanaf externe audioapparaten.
66
1
2 3
De camcorder aansluiten op een TV of videorecorder
Lokaliseer de scène waar u met audio toevoegen wilt beginnen. Voordat u het startpunt lokaliseert, kunt u ook het nulstelgeheugen ( 31) instellen op het punt waar u wilt dat het toevoegen van audio wordt stopgezet. De camcorder zal op dat punt dan automatisch met het toevoegen van audio stoppen. Druk op PAUSE . Druk op AUDIO DUB. . “AUDIO DUB.” en
4
verschijnen.
Druk op PAUSE om met het toevoegen van audio te beginnen. •
Audioapparaat: Begin met afspelen. • Microfoon: Spreek in de microfoon.
5
Druk op STOP stoppen.
om met dubben te
Audioapparaat: Stop met afspelen.
BELANGRIJK Het toevoegen van audio zal stoppen wanneer de band een leeg gedeelte heeft of een gedeelte dat opgenomen is in de LPmodus of [ 16bit]-modus. De DV-aansluiting kunt u niet gebruiken voor audio dubben. De kwaliteit van de toegevoegde audio is niet zo goed als van audio die is toegevoegd aan een band die niet met deze camcorder is opgenomen of wanneer audio meer dan drie keer aan dezelfde scène is toegevoegd.
OPMERKINGEN Als u audio wilt toevoegen met gebruik van de ingebouwde microfoon, kunt u de camcorder aansluiten op een TV om op het TV-scherm het beeld te bekijken en het geluid te beluisteren via een hoofdtelefoon die op de TV aangesloten is. Terwijl u audio toevoegt met gebruik van een extern audioapparaat, kunt u het beeld bekijken op het LCD-scherm van de camcorder en het geluid beluisteren via de ingebouwde luidspreker of het audioapparaat.
HET AUDIOSPOOR SELECTEREN DAT U WILT AFSPELEN
U kunt selecteren welk audiospoor moet worden afgespeeld als u een band afspeelt waaraan audio is toegevoegd ( 49).
De camcorder aansluiten op een computer
67
De camcorder aansluiten op een computer
De camcorder aansluiten op een computer
NL
Aansluitschema's voor een PC DV-aansluitpunt • Controleer het type en de indeling van het aansluitpunt en zorg ervoor dat u de DV-kabel juist aansluit. • Gebruik de optionele DV-kabel CV-150F (4 pennen aan de ene en 4 pennen aan de andere zijde) of CV-250F (4 pennen aan de ene en 6 pennen aan de andere zijde). USB-aansluitpunt Open het afdekplaatje van de aansluitpunten zodat u de aansluitingen kunt verrichten.
Aansluitpunt op de camcorder
Verbindingskabel
1 Uitgangsverbinding (signaalstroom
Aansluitpunt op aangesloten apparaat
) naar een computer met een DV (IEEE1394)-
aansluitpunt of een DV-capture board.
4-pennen
6-pennen* * Let erop dat u de stekker met de 6 pennen op correcte wijze in het DV-aansluitpunt steekt. De camcorder kan beschadigd raken als u de stekker verkeerd om aansluit.
2 Uitgangsverbinding (signaalstroom
) naar een PC of een met PictBridge compatibele printer met een USB-poort.
USB-kabel (bijgeleverd)
Externe aansluitingen
DV-kabel CV-150F/CV-250F (optioneel)
68
De camcorder aansluiten op een computer
Video-opnamen overzenden U kunt opnamen overzenden naar een computer via het DV-aansluitpunt.
Benodigde apparatuur en systeemvereisten Een computer die uitgerust is met een IEEE1394 (DV)-aansluitpunt of een IEEE1394 (DV)-capturing board. Een DV-kabel (gebruik de optionele DVkabel CV-150F [4 pennen aan elke zijde] of CV-250F [4 pennen aan de ene en 6 pennen aan de andere zijde]). Videobewerkingssoftware. Het juiste stuurprogramma Op Windows-besturingssystemen later dan Windows 98 Second Edition en op Mac-besturingssystemen later dan Mac OS 9 is al een stuurprogramma aanwezig dat automatisch wordt geïnstalleerd.
Aansluiten
1 2 3
4
Start de computer. Zet de camcorder in de stand . Sluit de camcorder aan op de computer met gebruik van de digitale verbinding –aansluittype 1 ( 67)– zoals beschreven in het vorige gedeelte Aansluitschema’s voor een PC. Start de videobewerkingssoftware. Raadpleeg de handleiding van de bewerkingssoftware. BELANGRIJK
Afhankelijk van de software en de specificaties en instellingen van uw computer wordt het overzenden van de videobeelden mogelijk niet goed uitgevoerd. Als de computer bevriest terwijl de camcorder op de computer aangesloten is, verwijder dan de DV-kabel en zet de camcorder en computer uit. Zet beide apparaten na korte tijd weer aan, zet de camcorder in de stand en herstel de verbinding.
Voordat u de camcorder op de computer aansluit met een DV-kabel, moet u controleren of de camcorder en computer niet met een USB-kabel op elkaar zijn aangesloten en dat geen ander IEEE1394-apparaat op de computer aangesloten is. Afhankelijk van de videobewerkingssoftware moet u de -schakelaar van de camcorder mogelijk in een andere stand zetten dan PLAY. Raadpleeg de handleiding van de bewerkingssoftware.
OPMERKINGEN Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter. Raadpleeg ook de handleiding van de computer. De programma's ZoomBrowser EX en Image Browser die zijn inbegrepen op de bijgeleverde CD-ROM, kunnen alleen worden gebruikt om foto's over te zenden die zijn gemaakt op de geheugenkaart. Video-opnamen op de band kunt u niet naar de computer overzenden met gebruik van de software op de bijgeleverde cd-rom.
Foto’s of filmclips overzenden – direct overzenden U kunt foto’s en filmclips op de geheugenkaart overzenden naar een computer met gebruik van de bijgeleverde USB-kabel en de Digital Video Software op de bijgeleverde CD-ROM.
Voorbereidingen Als u voor de eerste keer de camcorder op de computer aansluit, moet u de software installeren en de optie voor automatisch opstarten instellen. Vanaf de tweede keer hoeft u alleen maar de camcorder op de computer aan te sluiten om beelden over te zenden. 1 Installeer de bijgeleverde Digital Video Software. Raadpleeg De Digital Video Software installeren in de handleiding Digital Video Software (elektronische versie als PDF-bestand). 2 Zet de camcorder in de stand .
De camcorder aansluiten op een computer
3
4
Sluit de camcorder aan op de computer met gebruik van de USBverbinding –aansluittype 2 ( 67)– zoals beschreven in het vorige gedeelte Aansluitschema’s voor een PC. Zie De camcorder aansluiten op een computer in de handleiding Digital Video Software (elektronische versie als PDFbestand). De instelling voor automatisch opstarten instellen. • Zie CameraWindow starten (Windows) of Automatisch downloaden (Macintosh) in de handleiding Digital Video Software (elektronische versie als PDF-bestand). • Het menu voor direct overzenden verschijnt op het camcorderscherm. BELANGRIJK
OPMERKINGEN Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter. Raadpleeg ook de handleiding van de computer. Gebruikers van Windows XP en Mac OS X: Uw camcorder is uitgerust met het standaard Picture Transfer Protocol (PTP) waarmee u gemakkelijk foto's (alleen JPEG) kunt downloaden
door de camcorder met de USB-kabel aan te sluiten op een computer zonder dat u de software van de bijgeleverde CD-ROM hoeft te installeren.
NL
Beelden overzenden [
ALL IMAGES.../ALLE BEELDEN...]
Zendt alle beelden over naar de computer. [ NEW IMAGES.../NIEUWE BEELDEN...] Zendt alleen beelden over die nog niet naar de computer zijn overgezonden. [ TRANSFER ORDERS.../ OVERZENDOPDRACHTEN...] Hiermee zendt u naar de computer beelden over met een overzendopdracht ( 70). [ SELECT & TRANSFER.../ SELECTEREN & OVERZENDEN...] Hiermee kunt u de foto selecteren die u naar de computer wilt overzenden. [
WALLPAPER.../ACHTERGROND...]
Hiermee kunt u de foto selecteren die u wilt overzenden en op uw computer wilt instellen als achtergrond op het bureaublad.
Externe aansluitingen
Als de kaarttoegangsindicator (CARD) brandt of knippert, moet u zich houden aan de voorschriften hieronder. U kunt uw gegevens anders permanent kwijtraken. - Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de geheugenkaart niet. - Ontkoppel de USB-kabel niet. - Zet de camcorder of computer niet uit. - Wijzig de stand van de / -schakelaar of de bedieningsstand niet. Al naargelang de software en de specificaties/ instellingen van uw computer wordt deze functie mogelijk niet goed uitgevoerd. De beeldbestanden op uw geheugenkaart zijn waardevolle, originele gegevensbestanden. Als u gebruik wilt maken van de beeldbestanden op uw computer, maak hiervan dan eerst kopieën en gebruik het gekopieerde bestand, zodat u het origineel apart kunt bewaren.
69
70
1
De camcorder aansluiten op een computer
Selecteer met ( ) een overzendoptie en druk op (
).
ALS U [ ALL IMAGES], [ NEW IMAGES] OF [ TRANSFER ORDERS] SELECTEERT
2
Selecteer met ( ) de optie [OK] in het bevestigingsscherm en druk op ( ). • De foto's worden overgezonden en op uw computer weergegeven. • De camcorder keert terug naar het overzendmenu zodra de foto's overgezonden zijn. • Als u het overzendproces wilt annuleren, selecteert u ( ) [CANCEL/ANNULEREN] en drukt u op ( ), of druk op FUNC. .
ALS U [ [SELECT & TRANSFER/ SELECTEREN & OVERZENDEN] OF [ WALLPAPER] SELECTEERT
2
Selecteer met ( ) het beeld dat u naar de computer wilt overzenden en druk op ( ). • [ SELECT & TRANSFER/ SELECTEREN & OVERZENDEN]: De geselecteerde foto wordt overgezonden en op de computer weergegeven. Selecteer nog een foto als u door wilt gaan met het overzenden van foto's. • [ WALLPAPER/ACHTERGROND]: De geselecteerde foto wordt overgezonden naar de computer en weergegeven als achtergrond op het bureaublad. • Druk op FUNC. om terug te keren naar het overzendmenu. OPMERKINGEN
Als de camcorder op de computer aangesloten is en het fotoselectiescherm wordt weergegeven, kunt u op FUNC. drukken om terug te keren naar het overzendmenu.
Overzendopdrachten U kunt de foto's markeren die u naar de computer wilt overzenden als een overzendopdracht. U kunt voor maximaal 998 foto's een overzendopdracht instellen.
Foto’s selecteren om over te zenden (Overzendopdracht) Sluit tijdens het instellen van de overzendopdrachten de USB-kabel niet aan op de camcorder. (
8)
FUNC. (
22) FUNC.
FUNC.
TRANS.ORDER OFF TRANS.ORDER ON*
* Druk in plaats hiervan op [TRANS. ORDER OFF] als u een overzendopdracht wilt annuleren.
Overzendopdrachten instellen in het indexscherm (
8)
Verplaats de zoomregelaar naar W om het indexscherm van de foto's te openen. FUNC. (
22)
De camcorder aansluiten op een printer
71
De camcorder aansluiten op een printer
De camcorder aansluiten op een printer
FUNC.
CARD OPERATIONS TRANSFER ORDER
FUNC. **
Verplaats met ( , ) de cursor naar de foto die u wilt overzenden en druk op ( ).* Herhaal deze stap als u voor nog meer foto's
*
verschijnt op foto's die met een overzendopdracht zijn gemarkeerd. Druk op ( ) als u de overzendopdracht wilt annuleren. **De camcorder keert terug naar het indexscherm nadat u het menu hebt gesloten.
Foto's afdrukken – direct afdrukken
De camcorder kan worden aangesloten op elke printer die compatibel is met PictBridge. U kunt als een afdrukopdracht de foto's markeren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen ( 74). Canon-printers:SELPHY CP- en SELPHY DSprinters en PIXMA-printers met het PictBridge-logo.
De camcorder aansluiten op de printer
Alle overzendopdrachten wissen (
(
8)
1 FUNC. (
2 3
22) FUNC.
NL
MENU CARD OPERATIONS
8)
Plaats de geheugenkaart die de foto's bevat die u wilt afdrukken. Schakel de printer in. Sluit de camcorder aan op de printer met gebruik van de USB-verbinding – aansluittype 2 ( 67)– zoals beschreven in het vorige gedeelte Aansluitschema’s voor een PC. Op het scherm verschijnt en dit verandert in .
TRANS.ORD.ALL ERASE YES
Als het symbool langer dan 1 minuut blijft knipperen of het symbool niet verschijnt, dan is de camcorder niet correct op de printer aangesloten. Haal in dat geval de USB-kabel uit de camcorder en zet de camcorder en printer uit. Zet beide apparaten na korte tijd weer aan, zet de camcorder in de stand en herstel de verbinding.
OPMERKINGEN Het symbool verschijnt bij foto's die niet kunnen worden afgedrukt. Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter. Raadpleeg ook de handleiding van de printer.
Externe aansluitingen
BELANGRIJK FUNC.
72
De camcorder aansluiten op een printer
De afdrukinstellingen selecteren U kunt voor een afdruk het aantal exemplaren en andere instellingen selecteren. De instelopties variëren afhankelijk van uw printermodel. Papierinstellingen Huidige papierinstellingen (papierformaat, papiertype en paginalayout)
[
Selecteer [ON/AAN], [OFF/UIT] of [DEFAULT/STANDAARD]. [
Opties [PAPER] [ PAPER SIZE/PAPIERFORMAAT] Het hangt van het printermodel af welke papierformaten beschikbaar zijn. [ PAPER TYPE/PAPIERTYPE] Selecteer [PHOTO/FOTO], [FAST PHOTO/ SNEL FOTO] of [DEFAULT/STANDAARD]. [ PAGE LAYOUT/PAGINALAYOUT] Selecteer [DEFAULT/STANDAARD] of één van de volgende beschikbare paginalayouts. [BORDERED/MET RANDEN]: De afgedrukte foto is vrijwel identiek aan de gemaakte foto. [BORDERLESS/ZONDER RANDEN]: Als u deze optie selecteert, wordt het middelste gedeelte van de foto zodanig vergroot dat deze binnen de hoogte/breedte-verhouding van het geselecteerde papierformaat past. De randen aan de bovenzijde, onderzijde en zijkanten van de foto worden mogelijk iets weggesneden. [2-UP], [4-UP], [8-UP], [9-UP], [16-UP]: Hiermee drukt u op één vel papier meerdere kleine exemplaren van dezelfde foto af.
Afdrukeffect]
Het afdrukeffect kan worden gebruikt met printers die compatibel zijn met de beeldoptimalisatiefunctie. Hiermee worden afdrukken van hogere kwaliteit geproduceerd. Selecteer [ON/AAN], [OFF/ UIT] of [DEFAULT/STANDAARD]. Canon PIXMA/SELPHY DS-printers: U kunt ook [VIVID/LEVENDIG], [NR/NR] of [VIVID+NR/ LEVENDIG+NR] selecteren. [
Aantal exemplaren Afdrukeffect Datum afdrukken
Datum afdrukken]
Aantal exemplaren]
Selecteer 1-99 exemplaren.
OPMERKINGEN De instelopties voor het afdrukken en de [DEFAULT/STANDAARD]-instellingen zijn afhankelijk van het printermodel. Raadpleeg voor bijzonderheden de handleiding van de printer. PIXMA/SELPHY DS-printers van Canon: - Als het papierformaat op [10 x 14.8 cm] ingesteld is, kunt u op één afdruk meerdere kleine exemplaren afdrukken door 2-, 4-, 9- of [16-UP] te selecteren. U kunt deze instelling ook gebruiken om foto's af te drukken op de speciaal ontworpen fotostickervellen. - Als het papierformaat op [A4] ingesteld is, kunt u op hetzelfde vel 4 exemplaren afdrukken door [4-UP] te selecteren. PIXMA/SELPHY CP-printers van Canon: - Als het papierformaat op [CREDITCARD] ingesteld is, kunt u op één afdruk meerdere kleine exemplaren afdrukken door 2-, 4-, of [8UP] te selecteren. U kunt [8-UP] ook gebruiken om foto's af te drukken op de speciaal ontworpen fotostickervellen. - Als het papierformaat op [10 x 14.8 cm] of [9 x 13 cm] ingesteld is, kunt u op hetzelfde vel 2 of 4 exemplaren afdrukken door [2-UP] of [4-UP] te selecteren. - Als u gebruik maakt van het speciaal ontworpen fotopapier van het brede formaat, kunt u het papierformaat op [DEFAULT/ STANDAARD] zetten en 2 of 4 exemplaren op hetzelfde vel afdrukken door [2-UP] of [4-UP] te selecteren.
De camcorder aansluiten op een printer
Afdrukken nadat u de afdrukinstellingen hebt gewijzigd
73
[CONTINUE/DOORGAAN] en druk op ( ) als het afdrukken niet automatisch wordt hervat. Als [CONTINUE/DOORGAAN] niet kan worden geselecteerd, selecteert u [STOP], drukt u op ( ) en probeert u het opnieuw. Raadpleeg voor bijzonderheden ook de handleiding van de printer. - Als de fout nog steeds aanhoudt en het afdrukken niet wordt hervat, verwijder dan de USB-kabel en zet de camcorder en printer uit. Zet beide apparaten na korte tijd weer aan, zet de camcorder in de stand en herstel de verbinding.
NL
ALS U KLAAR BENT MET AFDRUKKEN Haal de kabel uit de camcorder en printer en zet de camcorder uit.
1
2 3 4
HET AFDRUKKEN STOPZETTEN Druk tijdens het afdrukken op ( ) . Er verschijnt een dialoogscherm ter bevestiging. Selecteer [OK] en druk op ( ). Bij gebruik van Canon-printers die compatibel zijn met PictBridge wordt het afdrukken onmiddellijk stopgezet (ook als de afdruk nog niet voltooid is) en wordt het papier verder doorgevoerd.
AFDRUKFOUTEN Er verschijnt een foutbericht als er tijdens het afdrukproces een fout optreedt ( 80). - Canon-printers die compatibel zijn met PictBridge: Herstel de fout. Selecteer
BELANGRIJK De volgende foto's worden mogelijk niet correct afgedrukt met een printer die compatibel is met PictBridge. - Foto's die zijn gemaakt of gewijzigd op een computer en vervolgens zijn overgezonden naar de geheugenkaart. - Foto's die zijn gemaakt met de camcorder maar op een computer zijn bewerkt. - Foto's waarvan de bestandsnaam is gewijzigd. - Foto's die niet met deze camcorder zijn gemaakt. Houd u tijdens het afdrukken aan het volgende: - Zet de camcorder of de printer niet uit. - Wijzig de stand van de / -schakelaar niet. - Ontkoppel de USB-kabel niet. - Verwijder de geheugenkaart niet. Als het bericht “BUSY.” niet verdwijnt, verwijder dan de USB-kabel en herstel na korte tijd de verbinding.
Externe aansluitingen
Druk op P.SET . • Het instelmenu verschijnt. • Al naargelang de printer kan het bericht “BUSY” verschijnen voordat de camcorder het instelmenu weergeeft. Selecteer met ( , ) in het instelmenu de optie die u wilt wijzigen en druk op ( ). Selecteer met ( ) de gewenste insteloptie en druk op ( ). Selecteer met ( ) de optie [PRINT/ AFDRUKKEN] en druk op ( ). • Het afdrukken begint. Het instelmenu verdwijnt wanneer alle foto's zijn afgedrukt. • Selecteer nog een foto als u door wilt gaan met afdrukken.
74
De camcorder aansluiten op een printer
Afdrukopdrachten
FUNC.
U kunt als een afdrukopdracht de foto's markeren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen. Deze afdrukinstellingen zijn compatibel met de DPOF-standaards (DPOF = Digital Print Order Format) en kunnen worden gebruikt om af te drukken op printers die compatibel zijn met DPOF ( 71). U kunt voor maximaal 998 foto's een afdrukopdracht instellen.
PRINT ORDER Verplaats met ( , ) de cursor naar de foto die u wilt afdrukken en druk op
FUNC. **
Foto’s selecteren om af te drukken (Afdrukopdracht) Sluit tijdens het instellen van de afdrukopdrachten de USB-kabel niet aan op de camcorder. (
8)
Stel met ( ) het gewenste aantal exemplaren in en druk ).* Herhaal deze op ( stappen om afdrukopdrachten in te stellen
*
en het aantal exemplaren verschijnen op foto's die met een afdrukopdracht zijn gemarkeerd. Als u de afdrukopdracht wilt annuleren, stel dan met ( ) het aantal exemplaren in op 0. **De camcorder keert terug naar het indexscherm nadat u het menu hebt gesloten.
Alle afdrukopdrachten wissen
FUNC. (
CARD OPERATIONS
22) FUNC.
FUNC.
(
PRINT ORDER FUNC.
Selecteer met ( ) het aantal exemplaren (0 - 99) en druk op ( ).*
(
22) FUNC.
MENU
**Als u de afdrukopdracht wilt annuleren, stel het aantal exemplaren dan in op 0.
CARD OPERATIONS
Afdrukopdrachten instellen in het indexscherm
PRINT ORD.ALL ERASE (
8)
Verplaats de zoomregelaar naar W om het indexscherm van de foto's te openen. FUNC. (
22)
FUNC.
YES
8)
De camcorder aansluiten op een printer
Afdrukken PRINT
75
Het afdrukken kan niet worden hervat als de instellingen voor de afdrukopdracht zijn gewijzigd of wanneer u een foto met deze instellingen hebt verwijderd.
NL
FUNC. (
1
2 3
4
22)
OPMERKINGEN Afhankelijk van de aangesloten printer kunt u een aantal afdrukinstellingen wijzigen voordat u stap 4 uitvoert ( 72). Het afdrukken annuleren/afdrukfouten ( 73). Het afdrukken hervatten: Open het afdrukmenu zoals beschreven in stap 2 en 3 hierboven. Selecteer [RESUME/HERVATTEN] in het instelmenu en druk op ( ). De resterende beelden worden afgedrukt.
Externe aansluitingen
Sluit de camcorder aan op de printer met gebruik van de USBverbinding –aansluittype 2 ( 67)– zoals beschreven in het vorige gedeelte Aansluitschema’s voor een PC. Druk op FUNC. , selecteer met ( ) de optie [ MENU] en druk op ( ). Selecteer met ( ) de optie [ PRINT] en druk op ( ). • Het instelmenu verschijnt. • Het foutbericht “SET PRINT ORDER” (STEL EEN AFDRUKOPDRACHT IN) verschijnt als u een printer met de functie voor direct afdrukken aansluit en de optie [ PRINT/AFDRUKKEN] selecteert zonder dat u een afdrukopdracht hebt ingesteld. Zorg ervoor dat u [PRINT/ AFDRUKKEN] selecteert en druk op ( ). Het afdrukken begint. Het instelmenu verdwijnt wanneer alle foto's zijn afgedrukt.
76
Problemen?
Aanvullende informatie
Problemen oplossen
Problemen?
Loop eerst door de lijst hieronder wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van uw camcorder. Neem contact op met uw dealer of een Canon Service Center als het probleem aanhoudt.
Stroombron Probleem • De camcorder wil niet aangaan. • De camcorder schakelt zichzelf uit. • De afdekking van het cassettecompartiment gaat niet open. • Het cassettecompartiment is tijdens het plaatsen of verwijderen van een band De accu laadt niet op.
Oplossing De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op.
17
Plaats de accu op de juiste wijze in de camcorder.
Gebruik de compacte netadapter.
Laad de accu op bij een temperatuur tussen 0 °C en 40 °C.
–
Accu's kunnen tijdens gebruik heet worden en kunnen dan mogelijk niet worden opgeladen. De oplaadindicator gaat onregelmatig knipperen als de temperatuur van de accu hoger of lager is dan het voorgeschreven temperatuurbereik. Het opladen wordt gestart zodra de accutemperatuur lager wordt dan 40 °C.
–
De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
–
Als u een defecte netadapter of defecte accu aansluit, gaat de oplaadindicator circa tweemaal per seconde knipperen en wordt het opladen stopgezet. Controleer of de compacte netadapter op de juiste wijze op de camcorder aangesloten is.
Opnemen/afspelen Probleem De toetsen werken niet.
Oplossing Schakel de camcorder in.
–
Plaats een cassette.
19
Op het scherm verschijnen abnormale karakters. De camcorder werkt niet naar behoren.
Ontkoppel de stroombron en sluit deze na enige tijd weer aan. Verwijder alle stroombronnen (inclusief de accu en ondersteuningsbatterij) als het probleem aanhoudt. Hierdoor worden alle camcorderinstellingen gereset.
–
“
” knippert op het scherm.
Plaats een cassette.
19
“
” knippert op het scherm.
De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op.
17
“
” knippert op het scherm.
Op het scherm verschijnt “REMOVE THE CASSETTE”. De draadloze afstandsbediening werkt niet.
Er is condens gesignaleerd. Zie de betreffende pagina.
85
Verwijder de cassette en plaats deze weer terug.
19
Zet [WL.REMOTE/AFSTANDSBEDIENING] op [ON/AAN].
41
De batterij van de draadloze afstandsbediening is leeg. Vervang de batterij.
21
77
Problemen?
Probleem
Oplossing
Op het scherm verschijnt videoruis.
Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een plasma-TV staat, houd dan tussen de camcorder en de plasma-TV voldoende afstand aan.
–
Op het TV-scherm verschijnt videoruis.
Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een TV staat, houd dan tussen de netadapter en het netsnoer of de antennekabel van de TV voldoende afstand aan.
–
De band stopt tijdens De camcorder wordt in de stopstand ( ) gezet als u de opnamepauze of afspeelpauze. camcorder 4 minuten en 30 seconden in de afspeelpauzestand ( ) of opnamepauzestand ( ) laat staan. Dit wordt gedaan om de band en videokoppen te beschermen. Als u het gebruik van de camcorder wilt hervatten, druk dan op Start/Stop (als u opneemt) of druk ( ) op de joystick naar / (als u afspeelt).
NL
–
Opnemen Probleem
Oplossing
Het beeld verschijnt niet op het scherm.
Zet de camcorder op
Op het scherm verschijnt “SET THE TIME ZONE, DATE AND TIME”.
Stel de tijdzone, datum en tijd in.
24
Vervang de ondersteuningsbatterij en stel de tijdzone, datum en tijd in.
19
De camcorder neemt niet op als ik op de start/stop-toets druk.
Zet de camcorder op
26
26
.
Plaats een cassette.
19
De band heeft het eind bereikt (Op het scherm verschijnt “ END”). Spoel de band terug of vervang de cassette.
19
De cassette is beveiligd (op het scherm knippert “ de stand van het wisbeveiligingsschuifje.
83
”). Wijzig
De automatische scherpstelling werkt niet op het onderwerp. Stel handmatig scherp.
46
Als u de zoeker gebruikt, stel deze dan bij met de oogcorrectieregelaar.
21
De lens is vuil. Maak de lens schoon met een zacht lensreinigingsdoekje. Gebruik nooit tissuepapier om de lens te reinigen.
85
Geluid wordt vervormd weergegeven.
Als dicht in de buurt van harde geluiden (bijvoorbeeld vuurwerk of concerten) opnamen worden gemaakt, dan kan het geluid vervormd raken.
–
Het beeld in de zoeker is vaag.
Stel de zoeker af met de oogcorrectieregelaar.
21
Afspelen Probleem
Oplossing
Tijdens het afspelen doet zich videoruis voor.
De videokoppen zijn vuil. Reinig de videokoppen.
De band speelt niet af als ik op de afspeeltoets druk.
Plaats een cassette. Zet de camcorder op
2 19
.
De band heeft het eind bereikt (op het scherm verschijnt “ END”). Spoel de band terug.
30 19
Aanvullende informatie
De camcorder stelt niet scherp.
.
78
Problemen?
Probleem
Oplossing
De ingebouwde luidspreker produceert geen geluid.
Open het LCD-paneel.
–
Het luidsprekervolume staat uit. Stel het volume bij met de optie [SPEAKER VOLUME/LUIDSPREKERVOLUME].
31
Op het TV-scherm verschijnt geen beeld.
Controleer opnieuw of de camcorder op de juiste wijze op de TV aangesloten is.
61
De band loopt, maar op het TV- De TV/VIDEO-keuzeschakelaar op de TV is niet op VIDEO scherm verschijnt geen beeld. ingesteld. Zet de keuzeschakelaar op VIDEO.
63
De videokoppen zijn vuil. Reinig de videokoppen.
2
U hebt geprobeerd een band af te spelen of te kopiëren die beveiligd is met auteursrechtsignalen. Stop met afspelen/ kopiëren.
64
Werken met de geheugenkaart Probleem
Oplossing
De geheugenkaart kan niet worden geplaatst.
De geheugenkaart is niet in de juiste richting in de camcorder geplaatst. Keer de geheugenkaart om en plaats de kaart opnieuw in de camcorder.
20
Ik kan geen opnamen maken op de geheugenkaart.
De geheugenkaart is vol. Verwijder foto's om ruimte te maken of vervang de geheugenkaart.
58
De geheugenkaart is niet geïnitialiseerd. Initialiseer de geheugenkaart.
60
De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt. Zet [FILE NOS.] op [RESET] en plaats een nieuwe geheugenkaart.
42
De geheugenkaart kan niet worden weergegeven.
Zet de camcorder op
33
Het beeld kan niet worden gewist.
Het beeld is wisbeveiligd. Annuleer de wisbeveiliging.
59
Het wisbeveiligingsschuifje op de SD- of SDHC-geheugenkaart staat zo dat wissen niet mogelijk is. Wijzig de stand van het wisbeveiligingsschuifje.
–
“ ” knippert in een rode kleur.
Er is een kaartfout opgetreden. Zet de camcorder uit. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. Initialiseer de geheugenkaart als het knipperen aanhoudt.
60
.
Afdrukken Probleem De printer functioneert niet, hoewel de camcorder en printer juist zijn aangesloten.
Oplossing Verwijder de USB-kabel en zet de camcorder en printer uit. Zet beide apparaten na korte tijd weer aan, zet de camcorder in de stand en herstel de verbinding.
–
Videobeelden bewerken Probleem Ik kan met deze camcorder geen video-invoer opnemen vanaf een extern videoapparaat dat via een DVkabel aangesloten is.
Oplossing Verkeerde signaalstandaard. Raadpleeg ook de bedieningshandleiding van het aangesloten apparaat.
–
79
Problemen?
Overzicht van berichten Bericht
NL Beschrijving en oplossing U hebt de tijdzone, datum en tijd niet ingesteld. Verschijnt telkens wanneer u de stroom inschakelt totdat u de tijdzone, datum en tijd instelt.
24
CHANGE THE BATTERY PACK
De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op.
17
THE TAPE IS SET FOR ERASURE PREVENTION
De cassette is wisbeveiligd. Vervang de cassette of wijzig de stand van het wisbeveiligingsschuifje.
83
REMOVE THE CASSETTE
De camcorder is gestopt om de band te beschermen. Verwijder de cassette en plaats deze weer terug.
19
De DV-kabel is niet op de juiste wijze aangesloten op het DVaansluitpunt, of het aangesloten digitale apparaat staat uit.
61
Het video-invoersignaal is van een afwijkend televisiesysteem (NTSC).
–
CONDENSATION HAS BEEN DETECTED
In de camcorder is condens ontdekt.
85
CONDENSATION HAS BEEN DETECTED REMOVE THE CASSETTE
In de camcorder is condens ontdekt. Verwijder de cassette.
85
TAPE END
De band heeft het einde bereikt. Spoel de band terug of vervang de cassette.
–
CHECK THE CASSETTE [REC MODE]
U hebt geprobeerd audio toe te voegen aan een band die opgenomen is in een andere modus dan de SP-modus.
65
CHECK THE CASSETTE [AUDIO MODE]
U hebt geprobeerd audio toe te voegen aan een band die opgenomen is in een andere audiomodus dan [ 16bit].
65
CHECK THE CASSETTE [BLANK]
U hebt geprobeerd audio toe te voegen aan een band met een leeg gedeelte.
65
CHECK THE CASSETTE [INCORRECT TAPE SPECIFICATION]
U hebt geprobeerd audio toe te voegen aan een band die is opgenomen in de HD-standaard.
–
INCORRECT TAPE SPECIFICATION
U hebt geprobeerd een band af te spelen die opgenomen is in een afwijkend televisiesysteem (NTSC) of in een opnamestandaard die door deze camcorder niet wordt ondersteund.
–
Het via de DV-kabel aangesloten apparaat is niet compatibel met de camcorder.
–
HEADS DIRTY, USE CLEANING CASSETTE
De videokoppen zijn vuil. Reinig de videokoppen.
2
COPYRIGHT PROTECTED PLAYBACK IS RESTRICTED
U hebt geprobeerd een auteursrechtelijk beveiligde band af te spelen.
64
COPYRIGHT PROTECTED DUBBING RESTRICTED
U hebt geprobeerd een auteursrechtelijk beveiligde band te kopiëren. Dit bericht verschijnt mogelijk ook als tijdens het opnemen via de analoge ingang een abnormaal signaal wordt ontvangen.
64
NO CARD
Er is geen geheugenkaart geplaatst.
20
NO IMAGES
Er zijn op de geheugenkaart geen beelden opgenomen.
–
CHECK THE INPUT
INPUT SIGNAL NOT SUPPORTED
Aanvullende informatie
SET THE TIME ZONE, DATE AND TIME
80
Problemen?
Bericht
Beschrijving en oplossing
CARD ERROR
Er is een geheugenkaartfout opgetreden. De camcorder kan geen opnamen maken of weergeven. De fout kan tijdelijk zijn. Als het bericht na 4 seconden verdwijnt en “ ” in een rode kleur knippert, zet de camcorder dan uit, verwijder de kaart en plaats de kaart terug. Als “ ” in groen verandert, kunt u doorgaan met het maken of weergeven van opnamen.
–
CARD FULL
De geheugenkaart is vol. Verwijder foto's om ruimte te maken of vervang de geheugenkaart.
58
THE TAPE IS SET FOR ERASURE PREVENTION
Het wisbeveiligingsschuifje op de SD- of SDHC-geheugenkaart staat zo dat wissen niet mogelijk is. Wijzig de stand van het wisbeveiligingsschuifje.
–
NAMING ERROR
De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt. Zet de optie [FILE NOS.] op [RESET] en wis alle beelden op de geheugenkaart of initialiseer de geheugenkaart.
58 60
UNIDENTIFIABLE IMAGE
Het beeldbestand is beschadigd of is opgeslagen met een compressiemethode die niet compatibel is met deze camcorder (JPEG).
–
TRANSFER ORDER ERROR
U hebt geprobeerd meer dan 998 overzendopdrachten in te stellen.
70
U hebt geprobeerd meer dan 998 foto's in de afdrukopdracht (print order) in te stellen.
74
CANNOT TRANSFER!
U hebt geprobeerd een foto over te zenden die met deze camcorder niet kan worden weergegeven.
–
THIS IMAGE CANNOT BE RECORDED
Afhankelijk van het signaal kunnen sommige analoge beelden niet op de geheugenkaart worden opgenomen.
–
TOO MANY STILL IMAGES DISCONNECT USB CABLE
Verwijder de USB-kabel en verlaag het aantal foto’s op de geheugenkaart tot minder dan 1800. Als op het computerscherm een dialoogscherm was verschenen, sluit dit dan en herstel vervolgens de verbinding.
–
PRINT ORDER ERROR
Berichten die betrekking hebben op de functie “direct afdrukken” Opmerkingen Wat u moet weten over PIXMA/SELPHY DS-printers van Canon: Als op de printer de foutindicator knippert of op het bedieningspaneel van de printer een foutbericht verschijnt, raadpleeg dan de printerhandleiding.
Bericht
Beschrijving en oplossing
PAPER ERROR
Er is een probleem met het papier. Het papier is niet correct doorgevoerd of het papierformaat is verkeerd. Ook kan de papieruitvoerlade gesloten zijn. Open de lade dan om foto's af te kunnen drukken.
NO PAPER
Het papier is niet juist geplaatst of er is geen papier.
PAPER JAM
Het papier is tijdens het afdrukken vastgelopen. Selecteer [STOP] om het afdrukken te annuleren. Verwijder het vastgelopen papier, voeg nieuw papier toe en probeer het opnieuw.
INK ERROR
Er is een probleem met de inkt.
NO INK
De inktcassette is niet aanwezig of de inkt is op.
Problemen?
Bericht
81
Beschrijving en oplossing
LOW INK LEVEL
De inktcassette moet snel worden vervangen. Selecteer [CONTINUE/ DOORGAAN] om door te gaan met afdrukken.
INK ABSORBER FULL
Selecteer [CONTINUE/DOORGAAN] om het afdrukken te hervatten. Neem contact op met een Canon Service Center (raadpleeg het overzicht dat bijgeleverd is bij de printer) om de inktabsorbeerinrichting te vervangen.
• FILE ERROR • CANNOT PRINT!
U hebt geprobeerd een foto af te drukken die gemaakt is met een andere camcorder, met een andere compressie, of een foto die op een computer is bewerkt.
SET
Op de geheugenkaart is geen foto aanwezig die is gemarkeerd met een afdrukopdracht .
PRINT ORDER
Stop met afdrukken. Zet de printer uit en weer aan. Controleer de printerstatus. Als de fout aanhoudt, raadpleeg dan de handleiding van de printer en neem contact op met de klantenservice of een service center in uw regio.
PRINT ERROR
Annuleer het afdrukken, verwijder de USB-kabel en zet de printer uit. Wacht even, zet de printer opnieuw aan en sluit de USB-kabel weer aan. Controleer de printerstatus.
HARDWARE ERROR
Stop met afdrukken. Zet de printer uit en weer aan. Controleer de printerstatus. Als de printer met een batterij uitgerust is, kan deze uitgeput zijn. Schakel in dat geval de printer uit, vervang de batterij en schakel de printer weer in.
COMMUNICATION ERROR
In de printer is een gegevenstransmissiefout opgetreden. Stop met afdrukken. Verwijder de USB-kabel en zet de camcorder en printer uit. Zet beide apparaten na korte tijd weer aan, zet de camcorder in de stand en herstel de verbinding. Als u hebt geprobeerd af te drukken vanaf een geheugenkaart die een groot aantal beelden bevat, verlaag dan het aantal beelden.
PRINTER IN USE
De printer is bezig met afdrukken. Controleer de printerstatus.
PAPER LEVEL ERROR
Er is een fout opgetreden met de papierhendel. Stel de papierselectiehendel in de juiste stand in.
PRINTER COVER OPEN
Maak het printerdeksel goed dicht.
NO PRINTHEAD
In de printer is geen printkop geïnstalleerd of de printkop is defect.
Aanvullende informatie
PRINTER ERROR
NL
82
Wat u wel en niet moet doen
Hoe u de camcorder moet behandelen
Wat u wel en niet moet doen
Camcorder Houd de camcorder niet vast aan het LCD-paneel als u de camcorder met u meedraagt. Wees voorzichtig als u het LCD-paneel sluit. Laat de camcorder niet achter op plaatsen met hoge temperaturen (zoals in een auto of onder direct zonlicht) of hoge vochtigheid. Gebruik de camcorder niet in de buurt van sterke elektrische of magnetische velden zoals boven een TV, in de buurt van plasma-TV's of mobiele telefoons. Richt de lens of zoeker niet op sterke lichtbronnen. Laat de camcorder niet gericht op een helder onderwerp. Gebruik en bewaar de camcorder niet op stoffige of zanderige plaatsen. De camcorder is niet waterdicht – vermijd daarom ook water, modder of zout. De camcorder en/of lens kan beschadigd raken als dergelijke substanties de camcorder binnendringen. Let op hitte die door verlichtingsapparatuur wordt afgegeven. Demonteer de camcorder niet. Als de camcorder niet naar behoren werkt, neem dan contact op met een deskundige reparateur. Ga voorzichtig met de camcorder om. Stel de camcorder niet bloot aan schokken of trillingen, omdat hierdoor schade kan ontstaan.
Accu GEVAAR! Behandel de accu met de nodige voorzichtigheid.
• Houd de accu uit de buurt van open vuur (de accu kan exploderen). • Stel de accu niet bloot aan temperaturen die hoger zijn dan 60 °C. Laat de accu niet liggen in de buurt van een kachel of in een auto bij heet weer. • Probeer de accu niet uit elkaar te halen of er aan te knutselen. • Laat de accu niet vallen en stoot er niet tegen aan. • Laat de accu niet nat worden. Opgeladen accu's ontladen zich op natuurlijke wijze. Zorg er daarom voor dat u de accu op de dag van gebruik, of de dag ervoor, oplaadt. U bent dan verzekerd van een volle accu. Bevestig het afdekplaatje wanneer een accu niet wordt gebruikt. Contact met metalen objecten kan leiden tot kortsluiting en schade toebrengen aan de accu. Vuile polen kunnen tot gevolg hebben dat het contact tussen de accu en de camcorder niet goed is. Veeg de polen schoon met een zachte, droge doek. Als een opgeladen accu langere tijd (circa 1 jaar) wordt opgeborgen, kan de levensduur afnemen of de prestatie achteruitgaan. Daarom verdient het aanbeveling om de accu volledig te ontladen en deze daarna te bewaren op een droge plaats bij temperaturen die niet hoger worden dan 30 °C. Als u de accu langere periodes niet gebruikt, dan bevelen wij aan om de accu ten minste eenmaal per jaar volledig op te laden en te ontladen. Doe dit tegelijkertijd ook met andere accu's als u meer dan één accu hebt. Hoewel de accu kan worden gebruikt bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C, is een temperatuur tussen 10 °C en 30 °C. het optimale bereik. Bij koude temperaturen zal de prestatie tijdelijk achteruitgaan. Verwarm de accu eerst in uw zak voordat u deze gebruikt.
Wat u wel en niet moet doen
Als de accu volledig opgeladen is, maar de gebruikstijd bij normale temperaturen toch aanzienlijk korter wordt, vervang de accu dan.
Wat u moet weten over het afdekplaatje van de accu Het afdekplaatje van de accu heeft een [ ]-gevormde opening. Dit komt van pas wanneer u onderscheid wilt maken tussen accu´s die zijn opgeladen en accu´s die niet zijn opgeladen. Achterzijde van de accu
Afdekplaatje aangesloten Opgeladen
aan schokken. Dit kan tot beschadiging van de cassettes leiden. Bij cassettes die zijn uitgerust met een geheugenfunctie kunnen de met metaal beklede contactpunten tijdens gebruik vuil worden. Maak de aansluitpunten schoon met een wattenstaafje nadat u de cassette circa tien keer hebt verwijderd en teruggeplaatst. De geheugenfunctie wordt door de camcorder niet ondersteund.
83
NL
Banden zodanig beveiligen dat beelden niet per abuis kunnen worden gewist Schuif het wisbeveiligingsschuifje op de cassette naar SAVE of ERASE OFF om te voorkomen dat uw opnamen per abuis worden gewist.
Niet opgeladen REC SAVE
REC SAVE
Spoel na gebruik de band terug. Een slappe of beschadigde band kan tijdens het afspelen leiden tot videoproblemen en/of vervorming van audio. Berg cassettes in de doos op en bewaar deze rechtop. Spoel banden van tijd tot tijd terug als ze lange tijd zijn opgeborgen. Laat na gebruik de cassette niet in de camcorder achter. Gebruik geen gespleten banden of andere cassettes dan standaardcassettes, omdat gebruik hiervan de camcorder kan beschadigen. Gebruik geen banden die vastgelopen zijn geweest, omdat de videokoppen hierdoor vuil kunnen worden. Steek geen voorwerpen in de kleine openingen van de cassette en dek deze niet af met folie. Ga voorzichtig met cassettes om. Laat cassettes niet vallen en stel ze niet bloot
Geheugenkaart Het verdient aanbeveling om van uw foto's op de geheugenkaart een reservekopie te maken op uw computer. Beeldgegevens kunnen vanwege geheugenkaartdefecten of blootstelling aan statische elektriciteit beschadigd of verloren raken. Canon Inc. is niet aansprakelijk voor beschadigde of verloren gegevens. Zet de camcorder niet uit, ontkoppel de stroombron niet en verwijder de geheugenkaart niet terwijl de kaarttoegangsindicator (CARD) knippert. Gebruik geen geheugenkaarten op plaatsen die blootstaan aan sterke magnetische velden.
Aanvullende informatie
Cassette
84
Wat u wel en niet moet doen
Laat geheugenkaarten niet achter op plaatsen met een hoge vochtigheid en hoge temperaturen. Demonteer en verbuig geheugenkaarten niet, laat geheugenkaarten niet vallen en stel geheugenkaarten niet bloot aan schokken of water. Raak de contactpunten niet aan en stel deze niet bloot aan stof of vuil. Controleer hoe u de geheugenkaart naar de camcorder gericht houdt voordat u deze in de camcorder plaatst. De geheugenkaart of camcorder kan beschadigd raken als u de geheugenkaart verkeerd om houdt en op deze wijze in de sleuf probeert te forceren. Plak geen labels of stickers op de geheugenkaart. Als u beeldbestanden wist of de geheugenkaart initialiseert, wordt alleen de bestandstoewijzingstabel gewijzigd en worden de gegevens zelf feitelijk niet verwijderd. Als u zich ontdoet van de geheugenkaart, neem dan passende voorzorgsmaatregelen, bijvoorbeeld door de geheugenkaart fysiek te beschadigen zodat privégegevens niet openbaar worden.
Lithiumknoopbatterij WAARSCHUWING! • Verkeerde behandeling van de bij dit toestel gebruikte batterij kan leiden tot brandgevaar of chemische brandwonden. De batterij mag u niet opladen, demonteren, verhitten boven 100 °C of doen ontbranden. Ondersteuningsbatterij CR1616: • Vervang de batterij door een CR1616 van Panasonic, Hitachi Maxell, Sony, Toshiba, Varta of Renata. Gebruik van andere batterijen kan brand of een explosie tot gevolg hebben. Lithiumbatterij voor de draadloze afstandsbediening CR2025: • Vervang de batterij door een CR2025 van Panasonic, Hitachi Maxell, Sony, Sanyo, of door Duracell2025. Gebruik van andere batterijen kan brand of een explosie tot gevolg hebben. • De gebruikte batterij moet aan de leverancier teruggegeven worden voor een veilige verwerking.
Pak de batterij niet vast met een pincet of ander metalen gereedschap, omdat hierdoor kortsluiting kan ontstaan. Veeg de batterij schoon met een schone, droge doek om ervoor te zorgen dat met de camcorder goed contact wordt gemaakt. Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Als de batterij wordt ingeslikt, moet onmiddellijk medische hulp worden ingeroepen. De batterijhuls kan breken, met als gevolg dat organen door de batterijvloeistof aangetast kunnen worden. Demonteer of verhit de batterij niet, en dompel de batterij niet onder in water. Anders bestaat explosiegevaar.
Wat u wel en niet moet doen
Onderhoud/overig De camcorder reinigen Camcorderhuis Gebruik een zachte, droge doek om het camcorderhuis te reinigen. Gebruik nooit met chemicaliën behandelde doeken of vluchtige oplosmiddelen zoals verfverdunner.
Lens en zoeker De automatische scherpstelling werkt mogelijk niet correct als het lensoppervlak vuil is. Verwijder stof of vuildeeltjes met een blaaskwastje (geen spuitbus gebruiken). Gebruik een schoon, zacht lensreinigingsdoekje om de lens of zoeker schoon te maken. Doe dit voorzichtig. Gebruik nooit tissuepapier.
LCD-scherm
Condens kan zich in de volgende situaties voordoen: Wanneer de camcorder vanuit een kamer met actieve airconditioning wordt meegenomen naar een warme, vochtige plaats
Wanneer u de camcorder van een koude plaats meeneemt naar een warme kamer
Wanneer de camcorder wordt achtergelaten in een vochtige kamer
Opbergen Als u verwacht de camcorder langere tijd niet te gebruiken, bewaar deze dan op een stofvrije plaats die niet vochtig is en bij een temperatuur die niet hoger wordt dan 30 °C.
NL
Als u de camcorder snel verplaatst van een gebied met warme temperaturen naar een gebied met koude temperaturen of omgekeerd, dan kan er op de interne oppervlakken condens (waterdruppeltjes) ontstaan. Gebruik de camcorder niet als condens is gesignaleerd. Als u de camcorder blijft gebruiken, kan deze beschadigd raken.
Wanneer een koude kamer snel wordt verwarmd
Aanvullende informatie
Reinig het LCD-scherm met een schoon, zacht lensreinigingsdoekje. Bij plotselinge temperatuurschommelingen kan zich op het oppervlak van het scherm condens voordoen. Veeg het vocht weg met een zachte, droge doek.
Condens
85
86
Wat u wel en niet moet doen
CONDENSVORMING VOORKOMEN Stel de camcorder niet bloot aan plotselinge of extreme temperatuurveranderingen. Verwijder de cassette, plaats de camcorder in een luchtdichte, plastic zak en laat de camcorder langzaam wennen aan de temperatuurveranderingen voordat u de camcorder weer uit de zak haalt.
ALS CONDENS WORDT ONTDEKT De camcorder wordt automatisch uitgeschakeld, het waarschuwingsbericht “CONDENSATION HAS BEEN DETECTED” wordt circa 4 seconden lang weergegeven en begint te knipperen. Als een cassette geplaatst is, verschijnt het waarschuwingsbericht “REMOVE THE CASSETTE” en begint te knipperen. Verwijder de cassette onmiddellijk en laat het cassettecompartiment openstaan. Als u de cassette in de camcorder laat zitten, kan de band beschadigd raken. Er kan geen cassette worden geplaatst wanneer condens gedetecteerd is.
GEBRUIK HERVATTEN Hoe lang het precies duurt voordat de waterdruppeltjes zijn verdampt, hangt af van de locatie en weersomstandigheden. Als de condenswaarschuwing met knipperen stopt, wacht dan nóg een uur voordat u de camcorder weer gaat gebruiken.
De camcorder gebruiken in het buitenland Stroombronnen U kunt de compacte netadapter in elk land met een netvoeding tussen 100 en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz gebruiken om de camcorder te bedienen en de accu op te laden. Raadpleeg het Canon Service Center voor informatie over stekkeradapters voor gebruik in het buitenland.
Afspelen op een TV-scherm U kunt uw opnamen alleen afspelen op TV's die compatibel zijn met het PALsysteem. Het PAL-systeem wordt in de volgende landen gebruikt: Algerije, Australië, Bangladesh, België, Brunei, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hong Kong Special Administrative Region, Ierland, IJsland, India, Indonesië, Irak, Iran, Israël, Italië, Jemen, Jordanië, Kenia, Koeweit, Kroatië, Liberia, Maleisië, Malta, Montenegro, Mozambique, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noord-Korea, Noorwegen, Oeganda, Oekraïne, Oman, Oostenrijk, Pakistan, Polen, Portugal, Qatar, Roemenië, Servië, Sierra Leone, Singapore, Slovenië, Slowakije, Spanje, Sri Lanka, Swaziland, Tanzania, Thailand, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Arabische Emiraten, Zambia, Zuid-Afrika, Zweden, Zwitserland.
Algemene informatie
Systeemschema (Beschikbaarheid verschilt van gebied tot gebied)
87
Algemene informatie
NL
Polsriem WS-20
Schouderriem SS-900
Acculader CB-2LWE
Auto-acculader CBC-NB2 MiniDVvideocassette
Accu NB-2L, NB-2LH, BP-2L5*, BP-2L12, BP-2L14
Compacte netadapter CA590E
Accu NB-2L, NB-2LH, BP-2L5, BP-2L12, BP-2L14 Draadloze afstandsbediening WL-D85
SCART-adapter
DV-kabel CV-150F/ CV-250F
SD/SDHCgeheugenkaart
TV
Videorecorder
DVD-recorder/digitaal apparaat met DVaansluitpunt Kaartadapter Lezer/schrijver
MultiMediaCard USB-kabel IFC-300CPCU
Zachte draagtas SC-2000
* De BP-2L5 is niet los verkrijgbaar.
Computer
Met PictBridge compatibele printers
Aanvullende informatie
Stereo-videokabel STV-250N
88
Algemene informatie
Optionele accessoires Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met Canon-accessoires. Canon kan niet aansprakelijk worden gehouden voor schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, etc. als gevolg van defecten in niet-originele Canon-accessoires (zoals lekkage en/of explosie van een accu). Let erop dat deze garantie niet geldt voor reparaties die het gevolg zijn van defecten in niet-originele Canon-accessoires, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten verrichten.
Accu's Als u extra accu's nodig hebt, maak dan een keuze uit een van de volgende modellen: NB2LH, BP-2L14.
Acculader CB-2LWE Gebruik de acculader om accu's op te laden. Accu
Oplaadduur*
BP-2L5
70 min.
NB-2LH
105 min.
BP-2L14
195 min.
* De oplaadduur varieert al naargelang de oplaadomstandigheden.
Auto-acculader CBC-NB2 Gebruik de auto-acculader om onderweg accu's op te laden. De auto-accukabel moet in de auto op het contactpunt van de sigarettenaansteker worden aangesloten en werkt op een 12-24 V negatief-geaarde accu.
Algemene informatie
Schouderriem U kunt een schouderriem bevestigen voor meer stevigheid en betere hanteerbaarheid. Haal de uiteinden door het riembevestigingspunt en stel de lengte van de riem bij.
89
NL
Polsriem WS-20 Gebruik deze riem voor extra aanvullende bescherming tijdens het opnemen.
Dit merkteken is het symbool van originele Canon-videoaccessoires. Als u gebruik maakt van Canon-videoapparatuur, dan raden wij u ten zeerste aan om gebruik te maken van accessoires of producten van Canon met hetzelfde merkteken.
Aanvullende informatie
Zachte draagtas SC-2000 Een handige camcordertas met gevoerde vakjes en genoeg ruimte voor accessoires.
90
Algemene informatie
Specificaties MD160/MD150/MD140/MD130 Systeem Video-opnamesysteem Audio-opnamesysteem Televisiesysteem Beeldsensor
Compatibele banden Bandsnelheid Maximale opnameduur (band van 60 min.) LCD-scherm Zoeker Microfoon Lens
Lenssamenstelling AF-systeem Minimale scherpstelafstand Witbalans Minimale verlichting
Aanbevolen verlichting Beeldstabilisatie
2 roterende koppen, spiraalvormig DV-scansysteem (VCR SD systeem voor de consument), digitale componentregistratie Digitaal PCM-geluid: 16 bit (48 kHz/2 kanalen); 12 bit (32 kHz) PAL-kleurensignaal in CCIR-standaard (625 lijnen, 50 velden) CCD van 1/6-inc, circa 1.070.000 pixels circa 800.000 pixels Effectief aantal pixels 16:9 films (beeldstabilisator [ON/AAN]) circa 550.000 pixels 16:9 films (beeldstabilisator [OFF/UIT]) circa 710.000 pixels 4:3 films circa 690.000 pixels Foto’s circa. 800.000 pixels Effectief aantal pixels 16:9 films (beeldstabilisator [ON/AAN]) circa 440.000 pixels 16:9 films (beeldstabilisator [OFF/UIT]) circa 540.000 pixels 4:3 films circa 400.000 pixels Foto’s circa. 530.000 pixels Videocassettes met de markering SP: 18,83 mm/s, LP: 12,57 mm/s SP: 60 minuten; LP: 90 minuten 6,86 cm breed, TFT-kleur, circa 112.000 pixels 8,89 mm breed, TFT-kleur, circa 114.000 pixels Electreet condensator stereo-microfoon f=2,6-91 mm, F/2,0-5,0, 35x aangedreven zoom 35 mm equivalent: 16:9 films (beeldstabilisator [ON/AAN]) 47,1–1649 16:9 films (beeldstabilisator [OFF/UIT]) 41,7–1460 4:3 films 44,6–1561 Foto’s 41,5–1453 35 mm equivalent: 16:9 films (beeldstabilisator [ON/AAN]) 45,3–1586 16:9 films (beeldstabilisator [OFF/UIT]) 40,8–1428 4:3 films 49,8–1743 Foto’s 43,6–1526 10 elementen in 8 groepen TTL autofocus (automatische scherpstelling via de lens), handmatige scherpstelling mogelijk 1 m; 1 cm bij maximale groothoek Automatische witbalans, voorkeuze (DAYLIGHT, TUNGSTEN) of handmatig ingestelde witbalans 2 lx (opnameprogramma [NIGHT/NACHT], sluitertijd op 1/6) 8 lx (stand voor gemakkelijk opnemen, automatisch lange sluitertijd [ON/ AAN], sluitertijd ingesteld op 1/25) Meer dan 100 lx Elektronisch
Geheugenkaart Opnamemedia Grootte van foto's Grootte van filmclips
SDHC (SD High Capacity)-geheugenkaart, SD-geheugenkaart, MultiMedia Card (MMC)* 1152 x 864 (alleen ), 1024 x 768 (alleen ), 640 x 480 pixels 320 x 240, 160 x 120 pixels, 12,5 beeldjes (frames) per seconde
Algemene informatie
Design rule for Camera File System (DCF), compatibel met Exif 2.2**, compatibel met DPOF Beeldcompressiemethode Foto's: JPEG (compressie: Super Fine, Fine, Normal) Filmclips: Video - Motion JPEG, Audio - WAVE (mono) ** Deze camcorder is getest met SD-kaarten tot 2 GB. Niet voor alle geheugenkaarten kan een juiste werking worden gegarandeerd. ** Deze camcorder ondersteunt Exif 2.2 (ook “Exif Print” genoemd). Exif Print is een standaard voor verbetering van de communicatie tussen camcorders en printers. Door een met Exif Print compatibele printer aan te sluiten, gebruikt en optimaliseert u de beeldgegevens die tijdens opname met de camcorder zijn gemaakt. Hierdoor worden afdrukken van zeer hoge kwaliteit geproduceerd.
91
Bestandsformaat
NL
Ingangen/uitgangen AV-aansluitpunt
DV-aansluitpunt USB-aansluitpunt
∅mini-jack van 3,5 mm, : alleen video-uitvoer; audio-invoer/uitvoer; : alleen uitvoer Video: 1 Vp-p/75 ohm asymmetrisch Audio-uitvoer: -10 dBV (47 Kohm belasting/3 Kohm of minder) Audio-invoer: -10 dBV/40 Kohm of meer (alleen ) 4-pens (IEEE1394-standaard), : invoer/uitvoer); : alleen uitvoer mini-B
Voeding/overig Voeding (nominaal) Opgenomen vermogen (AF ingeschakeld) Gebruikstemperatuur Afmetingen (B x H x D) Gewicht (alleen camcorderhuis)
7,4 V DC (accu), 8,4 V DC (compacte netadapter) 2,3 W, 2,1 W 0 – 40 °C 57 x 92 x 119 mm exclusief de handgreepriem 380 g
Voedingsinvoer Nominale uitgangsspanning Gebruikstemperatuur Afmetingen Gewicht
100 – 240 V AC, 50/60 Hz, 0,14 – 0,08 A 8,4 V DC, 0,6 A 0 – 40 °C 46 x 26 x 70 mm 93 g
Accu BP-2L5 Accutype Nominale spanning Gebruikstemperatuur Capaciteit accu Afmetingen Gewicht
Oplaadbare lithium-ion accu 7,4 V DC 0 – 40 °C 530 mAh 33,3 x 16,2 x 45,2 mm 40 g
Gewicht en afmetingen zijn bij benadering. Fouten en omissies voorbehouden. Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Aanvullende informatie
Compacte netadapter CA-590E
92
Algemene informatie
Index 6-second auto date . . . . . . . . . . . . . . . . 41 9 Point AiAF (automatische scherpstelling) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
A Aansluiting op een computer . . . . . . . . 67 Aansluiting op een TV/videorecorder . . 61 Accu opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Accu, resterende capaciteit . . . . . . . . . . 14 Afdrukopdracht (Print Order) . . . . . . . . . 74 AF-hulplamp1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Afstandsbediening3 . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Afstandsbediening, sensor voor contact met3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Audio toevoegen (dubben) . . . . . . . . . . 65 AUDIO-stand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Audio-uitgangskanaal . . . . . . . . . . . . . . 49 Automatische lange sluitertijd . . . . . . . . 37 Automatische scherpstelling (AF) . . . . . 52 AV-aansluitpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
B Beeldeffecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Beelden combineren (mengen) . . . . . . . 56 Beeldgrootte foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Beeldkwaliteit foto's . . . . . . . . . . . . . . . 50 Beep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Bekijken, films (opname bekijken) . . . . 26 Buitenland, gebruik van de camcorder . 86
C Cameragegevens op het scherm . . . . . 13 Compacte netadapter . . . . . . . . . . . . . . 17 Condens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
D Datacodering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Datum en tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Datum zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Diashow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Digitale effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Digitale video-invoer (DV-dubben) 2 . . . 64 Digitale zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Direct afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Direct overzenden . . . . . . . . . . . . . . . . .68 DV-aansluitpunt . . . . . . . . . . . . . . . .61, 67
E Effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55 Einde zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
F Faders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 File numbers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Filmclipgrootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Filmclips afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Filmclips op de geheugenkaart . . . . . . .28 Films afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Films opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Foto's afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . .71 Foto's maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Foto's overzenden . . . . . . . . . . . . . . . . .68 Foto's snel opzoeken . . . . . . . . . . . . . . .33 Foto's weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Foto’s/filmclips beveiligen . . . . . . . . . . .59 Foto’s/filmclips wissen . . . . . . . . . . . . . .58 Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79 FUNC., menu . . . . . . . . . . . . . . . . .22, 35
G Geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . .20, 83 Gelijktijdig een foto maken tijdens het opnemen van een film (band/ geheugenkaart) . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Gemakkelijk opnemen (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . .43 Groothoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
H Handgreepriem . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 Handmatige instelling van de belichting 45 Hoogte/breedte-verhouding 16:9 . . . . . .52
I Image stabilizer . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Indexscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Indicator resterende bandtijd . . . . . . . . .14 Initialiseren van de geheugenkaart . . . .60 Instellingsmenu's . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Algemene informatie
J Joystick . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Joystickaanduiding . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
L LCD-achtergrondverlichting . . . . . . . . . LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LED-lamp1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LP mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
22 21 54 38
M Middelste punt (autofocus) . . . . . . . . . . 52
N Nacht (opnameprogramma) . . . . . . . . . 43 Normal TV (4:3) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Nulstelgeheugen3 . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
O
NL
T Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Telepositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Tijdzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
U
44 43 41 76 43
R Recording mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Reviewing - Still images . . . . . . . . . . . . 37
S Scherpstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Scherpstelprioriteit . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Schouderriem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
.
2
Alleen
V Vergroten van het afspeel- of weergavebeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Videocassettes . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 83 Videokoppen reinigen . . . . . . . . . . . . . . . 2 Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Vuurwerk (opnameprogramma) . . . . . . 43
W Wide TV (16:9) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Widescreen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Wind screen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Z Zelfontspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Zoeker, oogcorrectie . . . . . . . . . . . . . . . 21 Zomertijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Zonsondergang (opnameprogramma) . 43 Zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Zoom speed . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29, 37
.
3 Behalve
voor de
.
Aanvullende informatie
85 19 14 43 28 70
P P (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . Portret (opnameprogramma) . . . . . . . . Power save . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . Programmakeuzeschakelaar . . . . . . . .
Alleen
Screen markers . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 SD/SDHC-kaart . . . . . . . . . . . . . . . 20, 83 Selecteren welke gegevens op het scherm moeten worden weergegeven 53 Serienummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Sluitertijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Sneeuw (opnameprogramma) . . . . . . . 43 SP mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Sport (opnameprogramma) . . . . . . . . . 43 Spotlight (opnameprogramma) . . . . . . . 43 Statief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Strand (opnameprogramma) . . . . . . . . 43
USB-aansluitpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondersteuningsbatterij . . . . . . . . . . . . . Opnameherinnering . . . . . . . . . . . . . . . Opnameprogramma's . . . . . . . . . . . . . Opnemen, filmclips . . . . . . . . . . . . . . . . Overzendopdracht . . . . . . . . . . . . . . . .
1
93
Digitale Video Camcorder
CANON INC.
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
Canon Europa N.V. P.O. Box 2262 1180 EG Amstelveen The Netherlands Nederland: Canon Nederland N.V. Neptunusstraat 1 2132 JA Hoofddorp Tel: 023-567 01 23 Fax: 023-567 01 24 www.canon.nl
Inleiding
België: Canon België N.V./S.A. Bessenveldstraat 7 1831 Diegem (Machelen) Tel: (02)-7220411 Fax: (02)-7213274
Voorbereidingen
Basisfuncties
Geavanceerde functies
Mini
Bewerkingsfuncties
Digital Video Cassette
De informatie van deze gebruikshandleiding is bekrachtigd per 1 januari 2007.
Externe aansluitingen
Aanvullende informatie
Dit is gedrukt op 70% gerecycled papier.
0025X987 1206CEL/CDDS2.0
PAL © CANON INC. 2007
PRINTED IN THE EU CEL-SG3GA280