Provincie Flevoland
Verslag
Registratienummer: CEL00.004
Verslag van de vergadering van de commissie Economische Zaken, Landbouw, Personeel en Organisatie, Onderwijs op 13 december 2000 Aanwezig: de heer W. Baarsen (ChristenUnie), mevrouw M.I. Creemers-Hazebroek (VVD), mevrouw E.M.M. van Hulten-Delfgaauw (PvdA), mevrouw M.W. de Jong (D66), heer A.H.R. Leijten (CDA), de heer A.B. Mossad (CDA), de heer J.P. Slicht (PvdA), de heer A.H. Vermeer (VVD), de heer de heer R. de Wit (SGP), de heer W. de Raad (waarnemend voorzitter), de heer R.M. Schuitemaker (secretaris), de heer J. Blom (uitvoerend secretaris), alsmede mevrouw M. Stuy (PenO). Aanwezig in verband met agendapunt 4A: mevrouw K. IJssel (SPV) en mevrouw M. Haselager (SPV), alsmede de heer J. Batelaan (bestuursadviseur gemeente Almere) en de heer C. de Ruiter (projectleider Hoger Onderwijs Almere). Aanwezig in verband met agendapunt 5A de heer Tj. van der Wal (griffier), de heer M. Bouwman (adviseur van bureau Ashor) en de heer J. Boerstra (projectleider organisatieontwikkeling). Mevrouw J. van den Brink in verband met agendapunt 6A en 6G. Afwezig met kennisgeving: de heer H. Dijksma (voorzitter), de heer J. Kalkman (fractie Kalkman), de heer E. Schaap (GroenLinks) en de heer C. de Vries (directeur Middelen). 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en deelt mede dat hij de heer H. Dijksma vervangt, die in verband met ziekte tot zeker 1 januari 2001 afwezig zal zijn. 2. Verslag van de vergadering d.d. 15.11.2000 De PvdA wijst er op dat het financieel eindverslag van het actieprogramma Agrosector nog moet worden geagendeerd. De voorzitter: deelt mede dat de controller van het EPD de stukken onder zich heeft. Als hij zijn werkzaamheden heeft afgerond, zal het financieel verslag geagendeerd worden. De ChristenUnie deelt mede dat de heer W.Baarsen abusievelijk is vermeld als afwezig, terwijl hij de vergadering wel heeft bijgewoond. D66 merkt naar aanleiding van de toezeggingen gedaan door GS bij de begrotingsbehandeling 2001 op, dat ten aanzien van de cultuurklas een nadere afweging (criteria) moet worden gemaakt over nog in te dienen initiatieven in plaats van reeds ingediende initiatieven. De voorzitter deelt mee dat het verslag van de besloten vergadering van 15 november jl. binnenkort wordt toegezonden. 3. Mededelingen 3A. Evaluatie Flevo Forum Week; hoe nu verder? De evaluatie van de Flevo Forum Week wordt geagendeerd voor de vergadering van 17 januari 2001. 3B. Statenvoorstel lening Technocentrum In tegenstelling tot wat in het verslag staat, zijn de eerder in het voorstel opgenomen bedragen correct en zijn dus niet gewijzigd in het definitieve Statenvoorstel. 3C. Aanvullend krediet voor PC-thuisproject in 2000 In 1998 heeft PS ingestemd met de invoering van een PC-thuisproject. De essentie van het project is stimulering van de aanschaf van computerapparatuur in de thuisomgeving van medewerkers via een stimuleringsbijdrage en de mogelijkheid tot inleveren van verlof. Bij de vaststelling van het benodigde krediet is voor wat betreft de deelname uitgegaan van ervaringscijfers van andere organisaties en het aantal
medewerkers dat destijds in dienst was. Destijds is een bedrag van ƒ 793.250,-- beschikbaar gesteld. Sindsdien is de formatie van de provincie echter aanzienlijk uitgebreid. Naar aanleiding hiervan is het e krediet dit jaar via de 22 wijziging met ƒ 72.000,-- en via de 30e wijziging met ƒ 50.000,-- verhoogd. Het beschikbaar gestelde bedrag is echter inmiddels met ca. ƒ 25.000,-- overschreden. Iedere aanschaf moet op basis van de huidige regeling worden gehonoreerd (open end). Het probleem bij de vaststelling van het benodigde krediet is dat vooraf niet bekend is wanneer medewerkers overgaan tot aanschaf en voor welke bedragen. Op dit moment liggen er diverse aanvragen die nog afgehandeld moeten worden, totaal is hiermee een bedrag gemoeid van ca. ƒ 30.000,--. Bovendien mag op basis van ervaringen worden verwacht dat een aantal recent in dienst getreden medewerkers ook dit jaar nog gebruik wil maken van de regeling; geschatte kosten ca. ƒ 20.000,--. In totaal is dit jaar dus nog een aanvullend krediet nodig van ca. ƒ 75.000,--. De kapitaallasten hiervan bedragen ƒ 26.875,--. Voor het einde van dit begrotingsjaar kan hiervoor echter geen kredietvotering meer door de Staten plaatsvinden. In de begroting 2001 is voor de aanschaf van computerapparatuur door medewerkers in 2001 en volgende jaren rekening gehouden met een stelpost voor kapitaallasten ad Ƒƒ 320.000,-- . Voor de kredietvotering zal binnenkort een statenvoorstel worden voorbereid. Het aanvullende krediet voor 2000 ad ƒ 75.000,-- zal hierop worden gekort. De kapitaallasten voor 2001 ad ƒ 27.500,-- zullen worden verrekend met de hiervoor genoemde stelpost. 3D. Jaarprogramma Economische Gebiedspromotie 2001 Helaas bleek het niet mogelijk het jaarprogramma Economische Gebiedspromotie in december 2000 in de commissie te behandelen. Het programma wordt daarom geagendeerd voor de vergadering op 17 januari 2001. 3E. Stand van zaken actieprogramma Agrosector In antwoord op de vraag van de heer J.P. Slicht, gesteld in de vergadering van 15 november 2000, kan het volgende worden gemeld: door professor Douben is in overleg met de werkgroep Actieprogramma Agrosector Flevoland in het kader van het EPD 2000-2006 een werkplan opgesteld. Binnen het werkplan worden enige voorstellen gedaan met betrekking tot een vervolg van de activiteiten. Op dit moment wordt het werkplan en de daaruit voortvloeiende mogelijke opdracht aan professor Douben getoetst aan het EPD. Het nog te formuleren voorstel tot verlenging van de opdracht zal aan deze commissie worden voorgelegd. Met betrekking tot de financiële eindrapportage kan medegedeeld worden dat door de controller van het EPD een kort onderzoek zal worden uitgevoerd. Op 6 oktober 2000 heeft een miniworkshop plaatsgevonden met als doel belanghebbenden en belangstellenden, alsmede de commissie ELPOO te informeren over de aanpak, de voortgang en de effecten van het Actieprogramma Agrosector Flevoland. 3F. Bezoek Ministerie OC&W aan Flevoland Op 12 september 2000 heeft op uitnodiging van de heer H. Dijksma een zestal hoge ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een bezoek gebracht aan de provincie Flevoland gebracht. Via de bakjes is op 8 december 2000 een memo van de afdeling SPV gedateerd 1 december 2000 verspreid om de commissie te informeren over het doel en de (positieve) resultaten van dit overleg. De PvdA naar aanleiding van de verspreide notitie over het bezoek van de ambtelijke top van OC&W betreurt de fractie het dat Zeewolde niet verder ontwikkeld wordt. 3G. De uitreiking van de Onderwijsprijs Flevoland Op 30 november 2000 is de Onderwijsprijs Flevoland uitgereikt. De Onderwijsprijs is een initiatief van het Instituut voor Nederlandse Onderwijs Promotie (INOP) dat ook de landelijke Onderwijsprijs organiseert. De provinciale Onderwijsprijs is een coproductie van de Provincie Flevoland en het INOP. Dit jaar werd de prijs voor de derde maal uitgereikt in Flevoland en nog niet eerder hadden zoveel scholen projecten ingediend. In de categorie Primair Onderwijs dongen vijf scholen mee, namelijk de islamitische basisschool “Al Iman” uit Almere, de Frits Bodeschool van Urk, de rooms-katholieke basisschool “De Horizon” uit Ens, openbare basisschool “De Kiekendief” uit Zeewolde en Jenaplanschool “De Marionet” uit Almere. In de categorie Voortgezet Onderwijs dongen twee scholen mee, namelijk Openbare Scholen-gemeenschap Echnaton uit Almere en het protestants-christelijk Ichthus College uit Dronten. In de categorie Beroeps- en Volwassenen Educatie dong mee het ROC Flevoland. De jury werd gevormd door drie leden vanuit de Flevolandse samenleving. Namens de Provincie Flevoland nam Statenlid Bulk zitting in de jury. De jury nomineerde vier scholen. In de categorie Primair Onderwijs werden “De Horizon” met het project “de Klassenkrant” en “De Kiekendief” met het project “het Kiekendiefbos” genomineerd. In de categorie Voortgezet Onderwijs werden “Echnaton” met het project “Sport en Bewegen” en “Ichthus” met het project “het Onderzoeksvraagstuk” genomineerd. Het ROC Flevoland gaat, als enige in zijn categorie, door naar de landelijke wedstrijd met zijn project “Leren lezen met de muis”, een vernieuwende en toegankelijke methode voor allochtone analfabeten om te leren lezen door zelf met de computer aan de slag te gaan. De prijsuitreiking zelf was een hele happening. De scholen hebben veel werk gemaakt van hun presentaties. In de cirkel van de Statenzaal werd een bos bezocht, werden klassenkranten gemaakt en uitgewisseld, werd getoond hoe leerlingen aan de slag gaan met een onderzoeksvraagstuk en werd atletiek bedreven. Heel
helder was ook de uiteenzetting van het ROC Flevoland over de door hen ontwikkelde methode “Leren lezen met de muis”. “De Kiekendief” heeft met zijn bestudering van vogels, kikkers en bomen onder leiding van een boswachter, de publieksprijs in de wacht gesleept. De eerste prijs in de categorie Primair Onderwijs ging naar “De Horizon” uit Ens. In de categorie Voortgezet Onderwijs ging de eerste prijs naar “Echnaton” voor Sport en Bewegen. Zij mogen, samen met het ROC Flevoland, onze provincie gaan vertegenwoordigen op de landelijke Onderwijsmarkt eind januari 2001 en meedingen naar de landelijke Onderwijsprijs. In 2002 zal de volgende ronde van de onderwijsprijs worden georganiseerd. De fractie van D66 complimenteert de organisatoren van het Flevolandse onderwijsprijsproject. De andere fracties sluiten zich hierbij aan. De voorzitter geeft een toelichting op de procedure en indiening van ICES-projecten bij VROM per 1 oktober 2000. GS heeft een bundeling gemaakt van projecten en terugrapportering zal plaatsvinden in de volgende commissievergadering. In Randstadverband vindt afstemming plaats van projecten met een bovenprovinciaal belang zo is afgesproken. De heer R. Schuitemaker licht toe dat de eerdere projecten zijn aangevuld met een project gericht op beroeps- en hogeronderwijs. De voorzitter deelt mede dat het recent ondertekende luchthavenconvenant welwillend door de minister in ontvangst is genomen. Het convenant zal worden getoetst aan het Structuurschema Burger Luchtvaart om te bezien hoe het voorstel van Lelystad kan worden ingepast. Door de Landsadvocaat zijn reeds kritische kanttekeningen gemaakt bij het convenant. 4. Statenvoorstellen 4A. Subsidieaanvraag propedeuse Gedrag en Samenleving en het aanbieden van het rapport ”Ontwikkeling Hoger Onderwijs in Flevoland” De VVD stemt in met het voorstel en complimenteert het begeleidend bureau met het opgestelde rapport. In het rapport is op heldere wijze de opbouw en toekomstige structuur van het hoger onderwijs in Flevoland aangegeven. In de visie van de fractie is dit een provinciale taak, maar de fractie mist een heldere visie op het provinciebeleid dat als toetsingskader kan dienen bij de subsidiering van het hoger onderwijs in Flevoland. De fractie is benieuwd naar de reacties op het rapport. De bijdrage aan Almere geldt voor een periode van vier jaar. Dat betekent dat er enig risico wordt gelopen. Financiering uit de reserve ontwikkelingsprojecten is wat de VVD-fractie betreft akkoord. De PvdA toont zich tevreden over de quick-scan. De fractie is van mening dat het initiatief goed aansluit bij het gevoerde beleid dat de vestiging van hoger onderwijs in Flevoland nastreeft. Realisering van hoger onderwijs is belangrijk om jonge mensen aan te trekken en na afstuderen aan Flevoland te binden. Bovendien dragen studenten bij aan verlevendiging van het stadsbeeld en uitbreiding van het aanbod van onderwijsvoorzieningen draagt eveneens bij aan verbetering van het leefklimaat in Flevoland. De fractie stemt in met het voorstel, maar hecht eraan dat het rapport verder wordt uitgewerkt in een beleidsvisie op de toekomstige ontwikkeling van het hoger onderwijs in Flevoland met bijbehorend toetsingskader. De fractie ziet de verstrekte bijdrage als een incentive om nieuwe opleidingen in Flevoland te kunnen realiseren en ziet graag dat wordt nagegaan welke andere opleidingen nog in de regio kunnen worden gevestigd. Als voorbeeld wordt aangehaald de huisartsenopleiding van de Vrije Universiteit, die recent een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met Lelystad. Hiervan worden gunstige gevolgen verwacht op het verminderen van het huisartsentekort in Noordoostpolder. De fractie verzoekt het college ook de mogelijkheden van vestiging van de Open Universiteit in Flevoland te onderzoeken in Lelystad. In Lelystad is reeds een virtuele bouwacademie gevestigd. Het CDA stemt in met het voorstel. De vestiging van een propedeutische opleiding voor Gedrag en Samenleving in Almere is een goede en logische stap om het hoger onderwijs in Flevoland uit te breiden. De fractie merkt hierbij op dat wil het hoger onderwijs in Almere zich goed kunnen ontwikkelen, gezorgd moet worden voor gunstige condities op het gebied van studentenhuisvesting en een meer gevarieerd aanbod aan uitgaansmogelijkheden. De fractie van D66 steunt het voorstel en betoont zich eveneens voorstander van het opstellen van beleidsregels en vraagt te zijner tijd een voorstel hiervoor te agenderen in de commissie. De fractie spreekt zijn waardering uit voor het gepresenteerde rapport. De regionale werking van het hoger onderwijs is niet het grootste belang. Het toetsingskader waar het rapport naar toe werkt, is voor Gedrag en Samenleving niet van toepassing. Als experiment kan Gedrag en Samenleving wel worden gesubsidieerd. Het SGP steunt het voorstel en vindt vestiging in Almere een logische stap. De ChristenUnie stemt in met het voorstel. De fractie ziet graag dat het hoger onderwijs evenwichtig wordt gespreid in Flevoland. Het accent mag niet eenzijdig op Almere worden gelegd.
De voorzitter hoort enthousiaste reacties, maar neemt eveneens kennis van de kritische noot van de ChristenUnie. Het realiseren van hoger onderwijs past in het streven om door te groeien tot een volwaardige
provincie. Het beleid is erop gericht om alles wat je kunt realiseren ook aan te pakken. Afstemming op vraagen aanbodsituatie en concurrentie vanuit omringende regio’s weegt voor de voorzitter minder zwaar. Inzetten op vestiging van onderwijsvoorzieningen met grote slaagkansen en het scheppen van goede vestigingscondities is van groter belang. De voorzitter zegt toe dat hij het advies van de PvdA met betrekking tot Open Universiteit overneemt. De nader uit te werken beleidsregels zullen in de commissie worden besproken, voordat deze worden vastgesteld. Almere zal inderdaad moeten zorgen voor goede studentenhuisvesting en een wervend cultuur – en recreatief stadshart. Voor wat betreft de rol van de overheid kan worden opgemerkt dat op dit moment niet te overzien is welke consequenties de eigen bijdrage aan de realisering van onderwijsvoorzieningen in de toekomst zullen hebben. (precedentwerking). De met de gemeenten Almere en Lelystad afgesloten convenanten en het EVP bieden voldoende mogelijkheden voor financiële participatie bij de realisering van hoger onderwijs. Wat de EU-middelen betreft, zal het daarbij overigens om indirecte steun moeten gaan. Bovendien dragen de gemeente zelf ook bij aan de financiering. De gemaakte opmerkingen c.q. gestelde vragen met betrekking tot de kick scan worden beantwoord door de beleidsmedewerker onderwijs In tweede termijn De ChristenUnie vindt het jammer dat nu pas wordt verteld dat de Vrije Universiteit en Lelystad een convenant gaan sluiten voor het starten van een huisartsenopleiding. Daarmee wordt de zorg van de fractie enigszins weggenomen. De VVD: op het gevaar af te worden beticht van vliegen af te vangen, wil de fractie reageren op de gemaakte opmerking van de ChristenUnie. Er is een amendement aangenomen door PS met betrekking tot het voteren van extra geld voor de huisartsenopleiding. Daarbij is sprake van zowel een arbeidsmarktrelevantie als verbetering van de eerstelijns gezondheidszorg in Flevoland, waar met name in de Noordoostpolder sprake is van een huisartsentekort. De relevantie van hoger onderwijs voor de regionale arbeidsmarkt is voor de VVD wel degelijk van groot belang. De voorzitter concludeert dat de commissie unaniem instemt met het Statenvoorstel. 5. Ter bespreking: 5A. Voortgang Organisatieontwikkeling De heer Tj. van der Wal geeft een overzicht van de voortgang van het project organisatieontwikkeling en licht dit toe: Via workshops zijn alle lagen van de provinciale hiërarchie bij het OO-traject betrokken en leveren daaraan een bijdrage. De bedoeling van de workshops is zicht te krijgen hoe leden van het management, beleidsmedewerkers en anderen in de bedrijfsprocessen zijn geïnvolveerd welke problemen zich daarbij voordoen en hoe deze in stand worden gehouden. In de workshop voor het management is projectmatig werken aan de orde geweest, evenals de vraag hoe de leiding hiermee kan inspelen op de veranderende samenleving. Een samenleving met veeleisende mondige burgers en gemeenten als coproducenten van beleid vraagt een meer zakelijke houding met bijbehorend gedrag van de organisatie en haar medewerkers. De werkplanning die hieruit volgt wordt mede bepaald door bestuurlijke prioriteiten. Ook hier geldt dat de werkcapaciteit van het ambtelijk apparaat gelimiteerd is, hetgeen betekent dat er keuzes dienen te worden gemaakt en prioriteiten moeten worden gesteld (vol is vol). In de workshops is gekeken naar afdelingskerntaken, werkplanning en prioritering, aansturingsmodellen en de rol van GS en het MT. Ook zijn zaken aan de orde geweest als integraal lijnmanagement, de kwetsbaarheid van de organisatie als gevolg van het relatief hoge aandeel van zogenoemde eenpitters, rolopvattingen en cultuuraspecten, alsmede opvattingen over human resource management en de rol van de sector Middelen op het terrein van ondersteunende taken, zoals financiën personeels-management, informatie en automatisering. Ook is gediscussieerd over managementprofielen: wat verwacht je van elkaar. Gebleken is dat de vernieuwingskracht van de sector Middelen een kritische factor is voor de verbetering van de bedrijfsvoering van de organisatie als geheel. Een belangrijke impuls voor het vernieuwingsproces wordt verwacht van een nieuwe afdeling Informatie en Automatisering. Naast de workshop voor het management zijn er ook andere workshops gestart, onder meer voor beleidsmedewerkers en sleutelfunctionarissen op het terrein van financiën personeelsbeleid en ondersteunende diensten. De bedoeling van deze workshop is het bewerkstelligen van bewustwording en nieuwe denkbeelden en ideeën via olievlekwerking uitdragen naar de rest van de organisatie. Daarmee wordt voorgesorteerd op het proces dat in 2001 zijn beslag moet krijgen. Inmiddels is gebleken dat dit een goede aanpak is. Niet betrokkenen kijken reikhalzend uit naar het moment waarop zij kunnen participeren in het proces. De werkgroepen zijn multifunctioneel samengesteld. Flevoland is een zich snel ontwikkelend gebied, maar de vernieuwing van de organisatie houdt hiermee geen gelijke trend. De uitdaging waarvoor de provinciale organisatie staat is zich sneller aan te passen aan veranderende omgevingsfactoren en om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Wil de organisatie in de toekomst snel, flexibel en succesvol kunnen opereren dan zal de aansturing en het management van de organisatie
moeten worden versterkt, de bedrijfsvoering verbeterd (o.a. projectmatig werken) en optimaal gebruik worden gemaakt van de bestaande capaciteit van het ambtelijk apparaat. Als voorbeeld wordt genoemd dat in Flevoland vier maal zoveel stukken GS passeren als in Overijssel. Dit heeft veel te maken met de organisatie van het werkproces en de wijze van mandateren. Gaande het OO-traject is naar voren gekomen dat er op onvoldoende capaciteit kan worden vrij gemaakt om alle fasen van het opleidingstraject te doorlopen. Qua capaciteit staat de organisatie onder te grote druk. Er zit lucht in de organisatie, maar doordat adequate werkplannen en capaciteitsramingen ontbreken, is het moeilijk deze plekken te lokaliseren. Het uitgangspunt dat tijdens de verbouwing de winkelverkoop doorgaat bleek steeds moeilijker haalbaar. Besloten is daarom om de workshops voorlopig te stoppen. Voorkomen moet worden dat de innovatie-inspanning te veel ten koste gaat van het primaire voortbrengingsproces. De uitdaging waar we nu voor staan, is hoe kan de beoogde veranderingsslag zodanig plaatsvinden, dat het primaire proces zo weinig mogelijk wordt gehinderd. Inmiddels is gestart met thematische conferenties met GS (dinsdagmiddagbijeenkomsten) over visieontwikkeling en strategiebepaling en zijn de eerste stappen gezet om de externe oriëntatie van de organisatie op zijn omgeving te versterken. Genoemd worden onder meer de kennismakingsgesprekken die de griffier heeft gevoerd met de gemeentesecretarissen van Amsterdam en Almere. Daarnaast wordt systematisch gekeken naar versterking en uitbouw van regionale contacten en onderwerpen. Daartoe wordt het bureau Griffier versterkt met een medewerker voor regionale betrekkingen. De OR steunt de organisatieontwikkeling waar mogelijk en wenselijk. Het is interessant na te gaan hoe GS en PS als verantwoordelijke bestuur met hun rol, taak en werkwijze kunnen inspelen op de zich veranderende organisatie in relatie tot zijn omgeving? Het ontwikkelen van een visie op het functioneren van de provinciale organisatie vindt op dit moment al plaats in de werkgroep bestuurlijke vernieuwing. De VVD-fractie vindt de gegeven toelichting helder en herkenbaar. De ontwikkeling van de organisatie liep tot dusver op natuurlijke wijze parallel aan de gebiedsontwikkeling, maar zal nu nadrukkelijk aandacht krijgen. De beoogde olievlekwerking van de resultaten van de workshops spreekt aan, maar de vraag rijst of de lagere rangen, die niet in het proces zijn betrokken, het tempo kunnen bijbenen. Zijn er signalen dat hiervan sprake is en hoe worden deze opgepikt? De heer Bouwman, adviseur van bureau Ashor, licht toe hoe het werkproces van de inkoopfunctie in het kader van de leergangen is geanalyseerd en welke leermomenten daarbij naar voren zijn gekomen. De PvdA is het spoor enigszins bijster en heeft behoefte aan een overzicht waarin wordt aangegeven: wat willen we, waar staan we en waar willen we uiteindelijk naar toe . De voorzitter lijkt dit een goed idee. Het CDA vraagt zich af waar de onzekerheid vandaan komt. Is er soms sprake van miscommunicatie? D66 is niet verbaasd dat de provincie moeite heeft met veranderen. De organisatie is voor het eerst bezig zich zelf te veranderen. De vorige organisatieaanpassingen waren van relatief bescheiden omvang en reikwijdte. We moeten geduld hebben om het vermogen tot verandering van de organisatie te ontdekken en te verbeteren en dat kost nu eenmaal tijd en energie. De thematische strategische conferenties van GS met als inzet visie, strategie en nieuwe ideeën te ontwikkelen zijn een goed initiatief, maar hoe zit dat met PS zelf? De ChristenUnie pleit voor het opstellen van een korte notitie, waarin aan de orde komen: besturen op hoofdlijnen door PS, mandatering GS, bestuurlijke innovatie en vernieuwing van het ambtelijk apparaat. Per laag zal moeten worden aangeven met welke problemen c.q. uitdagingen men daar wordt geconfronteerd. De fractie is voorstander van het twee keer per jaar rapporteren over de voortgang. De heer T. van der Wal acht het niet uitgesloten dat het lijnmanagement wordt geherstructureerd, maar daar is de organisatieontwikkeling niet op gericht. Een belangrijk knelpunt is dat na de laatste organisatieaanpassing verzuimd is de rol en het sturend vermogen van het nieuwe MT te implementeren en te operationaliseren. Belangrijk is dat naast de wettelijke taken de eigen taakopvatting en ambities van het provinciebestuur helder wordt aangegeven welke beleidsruimte overblijft en welke keuzes daarbij worden gemaakt. De heer M. Bouman geeft een toelichting op het proces en positiebepaling met betrekking tot de organisatieontwikkeling en de knelpunten daarin. Een belangrijk knelpunt is dat het lijnmanagement het planning en control proces niet helder in beeld heeft. Dat is lastig om met een nieuwe organisatieontwikkelingstaak erbij dit proces goed te managen. Uitgaande van 100 personen voor de duur van 1 jaar doet het OO-traject een beroep op de beschikbare capaciteit van ca. 10% voor dit jaar. Voor het volgend jaar moet dat naar 15%. Besloten is daarom dat de werkopdrachten van de drie OO-werkgroepen worden gebundeld tot een. De leeropdracht blijft qua opzet en reikwijdte onveranderd. Ondanks de eerder aangegeven knelpunten ligt het proces van organisatieontwikkeling nog steeds op schema. De voorzitter zegt toe dat een update van de voortgang van de organisatieontwikkeling opnieuw zal worden geagendeerd voor de vergadering in april 2001. 5B. Bestuursovereenkomst en provinciaal uitvoeringsprogramma gebiedsgerichte inrichting landelijk gebied (zie commissie WMVV agendapunt 5.b.1) De voorzitter deelt mee dat de bestuursovereenkomst op 21 december 2000 getekend zal worden, maar dat de start van het uitvoeringsproces met ingang van 1 januari 2001 niet haalbaar zal zijn. De voorbereiding vergt namelijk meer tijd en de planning is er daarom op gericht dat het programma per 1 juli 2001 in uitvoering kan worden genomen.
Het CDA wijst erop dat het landbouwbeleid gedecentraliseerd wordt van het rijk naar de provincies, waarbij een veelheid aan onderwerpen met raakvlakken voor de landbouw in Flevoland in het geding is. Gegeven de jonge de leeftijd van de in Flevoland gevestigde landbouwbedrijven geldt dit gebied als een ontwikkelingsregio. De in de bestuursovereenkomst genoemde onderwerpen staan hiermee op gespannen voet. Inmiddels hebben zes provincies de overeenkomst geaccordeerd en de vraag die nu rijst is hoe dat in Flevoland zal gebeuren. Het CDA pleit voor vaststelling door Provinciale Staten van de bestuursovereenkomst, die het IPO met het rijk heeft afgesloten. De VVD is het met de zienswijze van het CDA eens. De Staten moeten via democratische controle grip houden op de invulling van de eigen gebiedsvisie en daarbij de eigen beleidslijnen volhouden. De voorzitter licht toe dat diverse financiële stromen en regelingen onder een regiem zijn gebracht. Als je het proces wilt sturen, dan moet je ook de instrumenten hiervoor in handen hebben. Voor wat de procedure betreft licht hij toe dat de overeenkomst door de GS wordt geaccordeerd, gehoord hebbende de Statencommissies. De heer R. Wolfswinkel licht namens de voorzitter toe dat advies over de besluitvormingsprocedure is ingewonnen bij ABA. ABA heeft in haar advies aangeven dat deze gang van zaken spoort met het delegatieen mandateringsbesluit. De voorzitter stelt vast dat de commissie in meerderheid instemt met het voorstel en dat het CDA een voorbehoud maakt met betrekking tot de besluitvormingsprocedure en het uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringscontract loopt via Provinciale Staten. 5C. Bijdrage Pilotproject Telewerkcentrum Noordoostpolder De PvdA stemt in met het voorstel. D66 vraagt zich af of het project doublures heeft met het Lochemse project en vraagt naar de ervaringen en de toegevoegde waarde. De VVD vraagt waarom het voorstel deels gefinancierd wordt ten laste van de begroting 2000 en deels van 2001? De voorzitter deelt mede dat dit te maken heeft met comptabiliteitsoverwegingen. Het project is een voorstel van NLTO, dat daarmee een impuls wil geven aan de revitalisering van het platteland door het bevorderen van betaalde arbeid voor vrouwen in deze gebieden. De voorzitter zegt toe dat informatie zal worden ingewonnen over het project in Lochem, deze zal rechtstreeks worden versterkt aan mevrouw De Jong. De voorzitter stelt vast dat de commissie unaniem instemt met het voorstel. 5D. Afronding nieuwbouw project Provinciehuis De voorzitter concludeert dat de commissie instemt met het voorstel. Hij zal de complimenten overbrengen aan betrokkenen. Ook zal hij de wens van de VVD na te denken over de organisatie en omvang van het parkeerareaal over brengen aan de verantwoordelijk portefeuillehouder de heer H. Dijksma. 5E. Aanpassing beschikbaarheidsregeling De voorzitter concludeert dat de commissie unaniem instemt met de voorgestelde aanpassing. 6. Ter kennisneming aangeboden stukken: 6A. Onderzoek Algemene Rekenkamer inzake toezicht en evaluatie EU-structuurfondsen De PvdA vraagt of in de definitieve beantwoording rekening is gehouden met de voorlopige reactie van de Rekenkamer. Mevrouw Van den Brink deelt mede dat het rapport pas gisteren is ontvangen en zij nog geen duidelijk beeld heeft wat is overgenomen en wat niet. De PvdA verzoek de stukken behorend bij de agendapunten 6b, 6d, 6E, en 6G nog enkele weken ter inzage in de leeskamer te laten liggen. 6B.
Rapportage inzake de Wet Samen, participatie gehandicapten en allochtonen in de provinciale organisatie (geen notitie) Brief ter vergadering uitgereikt. De brief, de adviesaanvraag en het jaarverslag SAMEN 1999 worden verspreid via de bakjes. Indien de commissie dat wenst zal dit onderwerp opnieuw worden geagendeerd. 6C. Plan van aanpak Voortgangsrapportage Omgevingsbeleid 2002 en verder Geen opmerkingen. 6D. Provinciale vertegenwoordiging in de Adviesraad Duurzaam Flevoland De voorzitter deelt mee dat GS bevoegd is een lid af te vaardigen. 6E. Portefeuilleoverleg Europa Regio Randstad Geen opmerkingen.
6F. Relatie proefvelden voor genetisch gemodificeerde gewassen en biologische landbouw De fractie van D66 begrijpt uit de passieve houding die uit de brief aan Nautulus naar voren komt, dat deze problematiek buiten de competentie van het provinciebestuur valt en dat Nautulus zelf maar moet zien hoe zij met deze problematiek omgaat. De fractie mist de erkenning bij het provinciebestuur van het belang van deze zaak en betreurt dat. De voorzitter voegt hieraan toe zich te kunnen voorstellen dat er problemen kunnen ontstaan bij de certificering van biologische landbouwbedrijven. GS wacht af wat in de landbouwnota hierover wordt gezegd. De provincie is niet bevoegd omdat het om rijksbeleid gaat. 6G. Interne controle Geen opmerkingen. 7. IPO aangelegenheden Geen opmerkingen. 8. Rondvraag De ChristenUnie vraagt naar de gang van zaken met betrekking tot de Bataviawerf, de film en de retourvaart van de Batavia. De voorzitter zegt toe dat de portefeuillehouder hierop te zijner tijd terug zal komen. De PvdA vraagt of de notitie over de IIVR (recreatieve ontwikkeling van de waterrecreatie op en langs de Randmeren), die geagendeerd wordt voor de commissie ROVC in januari 2001, eveneens kan worden toegezonden aan ELPOO-leden. De voorzitter zegt toe dat deze wens breed leeft en zal worden overgebracht aan de voorzitter van de commissie ROVC mevrouw L. Bouwmeester. 9. Sluiting
Voortgang afhandeling toezeggingen aan de commissie ELPOO Datum 11.10.00
Onderwerp
Verwacht
Flevolandse Ontwikkelingsmaatschappij (FOM)
17 .01.2001
Een notitie inzake vervolgstappen FOM zal worden besproken in commissie ELPOO. 11.10.’00
11.10.’00 11.10.’00
11.10.’00
MKB- en Technofondsen Begin 2001 zal een nieuwe voortgangsrapportage worden verstrekt over de tweede helft 2000. Agenderen jaarverslag 2000. Expertisecentrum ZMOK Er volgt een notitie over het Expertisecentrum ZMOK-onderwijs. ICT Presentatie van een meerjarig investeringsplan ICT. Er volgt een aparte notitie over het GS-standpunt inzake de rapportage van Roccade en het vervolg. Onderzoek luchthavens In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken worden de economische effecten van regionale
14.02.2001
14.11.2001 14.02.2001
medio 2001
luchthavens, waaronder Business Airport Lelystad, in beeld gebracht. De resultaten worden t.z.t. toegezonden. 11.10.’00
Extra ƒ 100.000 t.b.v. gebiedspromotie Agendering jaarplan in volgende vergadering. Aangegeven wordt hoe dit bedrag wordt ingezet.
17.01.2000
15.11.’00
Milieufacet als aspect bij strategisch belang De invulling van het milieufacet in relatie tot het criterium strategisch belang zal worden besproken in het college. Hetzelfde geldt voor de vraag m.b.t. de acquisitie van grote bedrijven.
Voorzitter
15.11.’00
Flevo Award/Flevo Forum Week Het beleid ten aanzien van de toekenning van de Flevo Award wordt geagendeerd.
13.12.’00
Rapportage Prof. Douben Er volgt een financiële eindrapportage als de boeken zijn gecontroleerd.
13.12.’00
Open universiteit Onderzocht wordt of vestiging van Open Universiteit mogelijk is. Wordt meegenomen in plan van aanpak.
13.12.’00
13.12.’00
Bijdragen aan hoger onderwijs De nader uit te werken beleidsregels en criteria worden geagendeerd.
17.01.2001 14.02.2001
Medio 2001 18.04.2001
Organisatieontwikkeling De commissie zal per kwartaal over de voortgang worden geïnformeerd Er volgt een overzicht m.b.t. de stand van zaken van het OO-traject: wat willen we, waar staan we nu en waar gaan we naar toe? Opnieuw agenderen.
18.04.2001
13.12.’00
Telewerkproject Lochem Er volgt beknopte informatie over de opzet en toegevoegde waarde van het Lochemse project (rechtstreeks aan mevrouw M. de Jong) EZ
13.12.’00
Parkeren bij het provinciehuis De heer W. de Raad zal de wens van de commissie om nader te kijken naar de parkeersituatie rond het provinciehuis overbrengen aan de heer H. Dijksma W. de Raad
13.12.’00
Langer ter lezing gelegde stukken De stukken behorend bij de agendapunten 6B, 6D, 6E blijven langer ter inzage liggen in de leeskamer
13.12.’00
13.12.’00
Secretaris
Rapportage inzake de Wet SAMEN De brief, de adviesaanvraag en het jaarverslag 1999 zullen via de bakjes worden verspreid. Desgewenst opnieuw agenderen ICES Stand van zaken agenderen.
Secretaris
17.01.2001