Provincie Flevoland
Nota Commissie
Onderwerp
Registratienummer:
Maatregelen Duurzaam Bouwen (DuBo) Gooiseweg tussen de Nijkerkerweg en de Spiekweg.
CWM01.027 Commissie
Samenvatting
Op 15 november 2000 is in uw commissie ons besluit besproken om een voorbeeldproject Duurzaam Bouwen (DuBo) Gooiseweg uit te voeren. Dit project houdt in dat bij uitvoering van het niet-jaarlijks onderhoud aan de Gooiseweg tussen de Nijkerkerweg en Spiekweg nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de handleiding Duurzaam Bouwen in het bouwproces. Deze handleiding is opgesteld door het Rijk. Het project is voorbereid door een project- en een stuurgroep waarbij naast de provincie ook het adviesbureau Grontmij en het aannemingsbedrijf Dura Vermeer waren betrokken. In de bijgevoegde notitie worden de maatregelen beschreven die door de project- en stuurgroep worden voorgesteld ter invulling van Duurzaam Bouwen. De belangrijkste maatregelen zijn: een dunne duurzame deklaag met geluidreducerende eigenschappen een inhaalverbod op dit gedeelte van de Gooiseweg, wegdekreflectoren in plaats van bermplanken, verlichte wegdekreflectoren bij de aansluiting met de Nijkerkerweg, bermversteviging in de zuidoostelijke berm, de afvoer van afstromend wegwater naar de bermsloot en voorzieningen voor fauna bij de tochtbruggen. Conform de bouwteamovereenkomst zal met Dura Vermeer op basis van een open begroting onderhandeld worden over de kosten van de uitvoering van de werkzaamheden. Naar aanleiding hiervan zullen wij nader besluiten over de opdrachtverlening. De kosten van het niet-jaarlijks onderhoud aan de verharding worden hoger geraamd dan waarmee rekening is gehouden in het PMIT. De dekking kan worden gevonden door meevallers op andere onderdelen van deze begrotingspost c.q. door nadere prioritering; het geprogrammeerde project Biddingringweg zal worden doorgeschoven naar 2002. De overige onderdelen van het project kunnen binnen de begroting 2001 gereserveerde bedragen voor niet-jaarlijks onderhoud en investeringen landwegen worden uitgevoerd. Voorstel GS:
uitvoeren van het opgestelde pakket aan maatregelen Duurzaam Bouwen op de Gooiseweg tussen de Nijkerkerweg en de Spiekweg. Gevraagd advies:
In te stemmen met het uitvoeren van de opgestelde maatregelen Duurzaam Bouwen op de Gooiseweg tussen de Nijkerkerweg en Spiekweg. Advies Commissie:
WMVV d.d.
4 juli 2001 Agendapunt:
8a2 Aard bespreking Commissie:
Ter bespreking
Datum
5 juni 2001 Steller
J. Pruim Afdeling/Bureau
Wegen en Verkeer
Bijlage bij GS-nota WenV/01.091179/A
Duurzaam Bouwen (DuBo) maatregelen Gooiseweg (Nijkerkerweg-Spiekweg) Projectnaam
: Gooiseweg (Nijkerkerweg - Spiekweg)
Projectnummer : 00105
1.
Inleiding Duurzaam Bouwen is een beleidsdoelstelling van de provincie. Ook bij (nieuw)bouw van wegen dient dit daarom toegepast te worden in het bouwproces. Eind 2000 heeft de provincie daarom besloten een voorbeeldproject Duurzaam Bouwen niet-jaarlijks onderhoud uit te voeren. Als project is gekozen voor het niet-jaarlijks onderhoud aan de N302,Gooiseweg gedeelte Nijkerkerweg-Spiekweg. Het weggedeelte staat op een bijlage 1 aangegeven. Het niet-jaarlijks onderhoud is noodzakelijk in verband met de omvangrijke spoorvorming op dit weggedeelte. De toepassing van Duurzaam Bouwen op dit weggedeelte komt mede door de ligging van de weg in een milieubeschermingsgebied voor grondwater. Het project is aangestuurd door een stuurgroep en verder uitgewerkt door een projectgroep, waarin vertegenwoordigers van Dura Vermeer, de Grontmij en de provincie zitting hebben. Met Dura Vermeer is daartoe een bouwteamovereenkomst gesloten. In deze notitie worden de door de project- en stuurgroep voorgestelde Duurzaam Bouwen maatregelen kort toegelicht. Naast deze notitie zijn de omgevingsfactoren geïnventariseerd en beschreven en worden de te nemen maatregelen afzonderlijk nader in diverse notities onderbouwd. Tevens is een globale kostenraming opgesteld op basis van de bestekstekeningen. De voorgestelde maatregelen zijn gekozen na het doorlopen van een keuzeproces waarbij de volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: Niet jaarlijks onderhoud aan de verhardingsconstructie is noodzakelijk; Voer het project uit met een hoog DuBo ambitieniveau; Hanteer het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen; Ga na of naast het Nationaal Pakket nog meer maatregelen zijn te nemen; Ga tevens uit van de visie Duurzaam Veilig met aandacht voor enkelvoudige ongevallen. Naast de voorgestelde maatregelen zijn veel mogelijke andere maatregelen door de projectgroep beoordeeld. De maatregelen die om bepaalde redenen niet zijn voorgesteld, worden in de genoemde aparte notities beschreven omdat zij mogelijk in andere projecten kunnen worden gerealiseerd.
2.
Wegbeeld De bestaande verharding van het betreffende gedeelte van de Gooiseweg ligt onder één helling en het regenwater stroomt af naar de zuidoostzijde van de weg. In verband met een mogelijke toekomstige baanverdubbeling blijft de weg op één helling liggen en krijgt een verkanting van 2,0%. De huidige verhardingsbreedte van 7,50 meter blijft gehandhaafd. In het kader van Duurzaam Veilig worden 2 rijstroken met een breedte per rijstrook van 2,75 meter gecreëerd. Dit gedeelte van de Gooiseweg ligt voor een groot gedeelte in een ruime boog, waardoor het inhaalzicht beperkt is. Mede omdat vanuit Duurzaam Veilig wordt aanbevolen de rijstroken te scheiden wordt voorgesteld een doorgetrokken dubbele asstreep aan te brengen. De kantstrook is 0,60 meter breed en wordt voorzien van een onderbroken slijtlaag om weggebruikers die de kantstrook overschrijden hierop te attenderen. Deze kantstrook is reeds toegepast op de Biddingringweg, waarbij een aantal verschillende slijtlaagvormen is toegepast. Bijlage 2 bevat een dwarsprofiel van de weg. In de kantstroken worden om de 25 meter wegdekreflectoren aangebracht om het verkeer bij nacht beter te geleiden (de weg is niet verlicht). Deze wegdekreflectoren vervangen de bermplanken met reflectoren. Er wordt nog nagegaan of deze reflectoren tevens een rol kunnen
-2-
vervullen voor afschrikken van overstekende fauna. Om de 200 meter wordt een bermpaal geplaatst ten behoeve de hectometeraanduiding en het wegnummer. De paal zal tevens dienst doen ter afbakening van de weg bij b.v. sneeuwval, omdat de wegdekreflectoren dan niet zichtbaar zijn. Speciale aandacht krijgen de beide overgangen ter hoogte van de middengeleiders bij de kruisingen met de Spiekweg en Nijkerkerkweg in verband met Duurzaam Veilig (zie paragraaf over verlichting). 3.
Wegconstructie De opbouw van de bestaande wegconstructie is onderzocht door middel van kernboringen en deflectiemetingen. Uit het onderzoek is gebleken dat: De gemiddelde opbouw er als volgt uit ziet: 100 mm deklaag van dichtasfaltbeton (DAB), 250mm tussen- en onderlagen van asfalt en een fundering van 250mm (hoogoven)slakken; De spoorvorming in de verharding zeer waarschijnlijk veroorzaakt wordt door de aanwezige deklagen van dichtasfaltbeton (DAB); De huidige wegconstructie nog een levensduur heeft van meer dan 15 jaar; Het asfalt geen teerbitumen bevat. Om het spoorvormingprobleem duurzaam op te lossen zijn verschillende mogelijkheden naast elkaar gezet: 1. Het volledig verwijderen van de asfaltconstructie en het opnieuw aanbrengen van de een asfaltverhardingsconstructie met een micropave deklaag; 2. Het verwijderen van de spoorvormingsgevoelige deklagen, het aanbrengen van 50 mm asfalt en het aanbrengen van een micro deklaag; 3. Het verwijderen van de spoorvormingsgevoelige deklagen, het aanbrengen van 50 mm asfalt en het aanbrengen van een ZOAB deklaag; 4. Het verwijderen van de asfaltconstructie en het aanbrengen van een betonconstructie met een ZOAB deklaag; 5. Het verwijderen van 40 mm asfalt, het bewerken van de resterende deklagen met repave techniek en het aanbrengen van een SMA-deklaag. De verschillende mogelijkheden zijn met elkaar vergeleken en aanbevolen wordt op technische e duurzame- en economische gronden te kiezen voor de 2 optie. Het uitgevoerde onderzoek naar de problemen met de spoorvorming leidt er toe dat wordt voorgesteld om de aanwezige deklagen met een totale dikte van circa 10 centimeter te verwijderen door middel van frezen. Het frezen wordt zo uitgevoerd dat voldoende asfaltonderlagen overblijven om de huidige constructiesterkte zo veel mogelijk te behouden. Het vrijkomende asfaltgranulaat wordt hergebruikt in regeneratieasfalt. Om het voorgestelde wegprofiel te realiseren is het noodzakelijk een uitvullaag aan te brengen. Op deze uitvullaag wordt een dunne duurzame deklaag met geluidsreducerende eigenschappen aangebracht (een micro deklaag).
4.
Verlichting De kruispunten met de Spiekweg en de Nijkerkerweg zijn reeds voorzien van energie zuinige verlichting. Zoals reeds is opgemerkt, is het in het kader van Duurzaam Veilig gewenst een betere overgang aan te brengen van de enkelstrooksweg naar de dubbelstrooksweg ter hoogte van de kruisingen. In plaats van extra verlichting wordt voorgesteld om bij het kruispunt met de Nijkerkerweg een aan- en uitloopverlichting door middel van LED’s in de vorm van wegdekreflectoren aan te brengen. Door deze maatregel kunnen vier huidige lichtmasten vervallen. De energievoorziening van de LED’s kan worden verzorgd door zonnecellen of netspanning. In verband met de aanwezigheid van netspanning wordt voorgesteld om deze te gebruiken. Bij het kruispunt met de Spiekweg wordt voorgesteld bij de overgang extra wegdekreflectoren in de kantstrook aan te brengen om een betere geleiding aan het verkeer te geven.
5.
Verstevigde wegberm De ligging van de weg onder één helling betekent dat al het water van de weg naar de zuidoostelijke berm afstroomt. Deze wegberm ontvangt relatief veel afstromend water en de aanwezige slecht doorlatende kleilaag zorgt er voor dat de wegberm lang nat en zacht blijft. Vanuit
-3-
Duurzaam Veilig is een stevige wegberm gewenst. De zuidoostelijke wegberm kan worden verstevigd door het snel afvoeren van het afstromende wegwater. Uit onderzoek is gebleken dat naast de asfaltverharding in de bestaande wegberm een drain aanwezig is die voor dit doel kan worden hergebruikt. Om dit te bereiken wordt voorgesteld naast de wegverharding een “koffer” gevuld met een goed waterdoorlatend steenachtig materiaal aan te brengen. De drain watert af in de aanwezige droge bermsloot. Er wordt thans een proef uitgevoerd met een koffer gevuld met lavaslakken om de waterdoorlatendheid, haakweerstand tegen uitrijden en de begroeibaarheid te testen. 6.
Water In de huidige situatie komt het afstromende wegwater in de berm terecht en infiltreert in de bodem. Omdat de weg in een waterwingebied ligt, is zorg voor het afstromende wegwater geboden. In het voorstel wordt het wegwater via de drain naar de bermsloot afgevoerd. Om de vervuiling te concentreren wordt voorgesteld de delen waar de drain in de droge wegsloot afwatert af te dammen zodat het wegwater plaatselijk in de bermsloot kan infiltreren. Tevens wordt vooraf vastgesteld of onder de slootbodem minimaal één meter klei aanwezig is. Middels monitoring van de verontreiniging van de slootbodem wordt nagegaan in hoeverre er sprake is van vervuild afstromend wegwater. Deze resultaten kunnen worden gebruikt in vergelijkbare situaties.
7.
Berm en bermsloot De wegberm direct naast de verharding heeft een helling van circa 1:10. Vanuit Duurzaam Veilig is dit een minder gewenste situatie. Voorgesteld wordt de wegberm over een breedte van 6,0 meter onder een helling van 1: 20 te brengen. Doordat het slootprofiel wordt verruimd en de ruimte voor de koffer in de zuidoostelijke berm wordt uitgegraven, is deze wijziging in het bermprofiel aan de zuidoostzijde van de weg grotendeels uit te voeren met een gesloten grondbalans. Er wordt rekening mee gehouden dat voor de noordwestzijde van de weg grond zal moeten worden aangevoerd. De huidige droge bermsloot wordt jaarlijks gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. Voorgesteld wordt de bermsloot niet meer te onderhouden. Hierdoor zal verruiging optreden en ontstaan geschikte vestigingsplaatsen voor flora en fauna dichter bij de weg en de beplanting kan dienen als ‘vangnet’ voor auto’s die van de weg geraken.
8.
Fauna Door de Stichting Landschapsbeheer Flevoland en Staatsbosbeheer is advies uitgebracht over de inrichting en het beheer van de wegberm en faunapassages met de Gooiseweg. Voorgesteld wordt het advies van Staatsbosbeheer te volgen om de wegbermen vrij van bossages te houden. Hierdoor blijft het wild (de reeën) zo ver mogelijk van de weg verwijderd en blijft een relatief veilige situatie gehandhaafd. Ook worden geen afrasteringen geplaatst om wild te geleiden. Aanbevolen wordt onderzoek uit te voeren naar natuurlijke "oversteekplaatsen” om zo mogelijk later gerichte maatregelen ten behoeve van overstekende reeën te kunnen treffen. Op advies van Landschapsbeheer wordt voorgesteld om de beide kunstwerken in de Gooiseweg over de Groenewoudsetocht en Bosruitertocht te voorzien van betere passagemogelijkheden voor (klein) wild onder de kunstwerken door. Dit wordt voornamelijk gerealiseerd door in grondwerk een logische toegang naar de onderdoorgang te maken. Tevens wordt voorgesteld de vrijliggende baan op de kunstwerken van begroeiing te voorzien zodat ook hier een natuurlijke passage in langsrichting ontstaat. Dit wordt gerealiseerd door middel van de zogenoemde ‘groendakconstructie’.
9.
Kunstwerken Het groot onderhoud van de betonconstructie van de Groenewoudsetocht wordt gelijktijdig met het onderhoud aan de weg uitgevoerd zodat de "hinder" van beide onderhoudswerken samen valt. De betreffende aannemer voert het onderhoud duurzaam uit.
10. Doel van het project en voorbeeldfunctie Door de werkzaamheden uit te voeren zoals beschreven in deze notitie worden de gestelde doelen verwezenlijkt en wordt een voorbeeldproject in de Grond-, Weg- en Waterbouw-sector uitgevoerd dat lokaal en landelijk aandacht zal krijgen.
-4-
Stuur en Projectgroep DuBo Gooiseweg 30 mei 2001