Provincie Flevoland
Verslag
Registratienummer: CWM02.017
Verslag van de vergadering van de commissie voor Water en Milieu, Verkeer en Vervoer van 16 januari 2002
Aanwezig zijn:
dhr. C.J.M. Goossens (voorzitter),mw. M.L. Ebbens-Smit (VVD), dhr. W.E. van der Meulen (VVD), dhr. C.J.J. de Kroon (CDA), mw. I. Maters-Meuleman (CDA), dhr. I.J.W. Valk (PvdA), dhr. R.E. Haverkort (GroenLinks), dhr. M. van Daalen (ChristenUnie), dhr. J.I. Crebas (D66), dhr. R. de Wit (SGP), dhr. J. Kalkman (fractie Kalkman), dhr. W.G. de Raad (gedeputeerde), dhr. H. Slump (secretaris), mw. L. Fer (uitvoerend secretaris). Ook aanwezig zijn:
dhr. J. Woudstra, (afdelingshoofd MPV), dhr. J. Marijs (afdelingshoofd MB), dhr. R. van Wolfswinkel (MPV). Afwezig zijn:
mw. C.T. Zelvelder-Van der Laan (PvdA). 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom met name mevrouw Fer die per 1 januari 2002 is aangesteld als uitvoerend secretaris voor de commissies AZ, FZWE en WMVV. 2. Verslag van de vergadering d.d. 12 december 2001 De VVD-fractie geeft met betrekking tot agendapunt 6.a.2 (pagina 4 van het verslag) aan dat de fractie tevens heeft opgemerkt dat wanneer een project, in verband met ernstige actualiteit, op de blackspotlijst omhoog gaat, dit ten koste zal moeten gaan van een ander project. Het verslag wordt met inachtneming van het bovenstaande vastgesteld. De toezeggingenlijst wordt besproken en overeenkomstig aangepast. 3. Mededelingen De voorzitter deelt mede dat: mevrouw Zelverder-Van der Laan hedenavond verhinderd is; de heer Roelof van Wolfswinkel van afdeling MPV een presentatie zal houden bij het agendapunt 4.a.2; er een brief van de VVD-fractie binnengekomen is betreffende workshop Verkenning Zuidelijk Flevoland; de workshop Verkenning Zuidelijk Flevoland voor de commissies ROVC en WMVV zal worden gehouden op vrijdag 1 maart 2002 van 09.30-16.00 uur. Gedeputeerde De Raad deelt mede dat: De IBA- notitie nog niet klaar is. In maart verwacht hij meer duidelijkheid te kunnen geven. Het huidige stuk is als een tussenstuk te beschouwen. De PvdA-fractie vindt dit een verantwoordelijkheid van de regio’s. Overleg dient eerst met partners te geschieden dan met provinciale staten. Gedeputeerde De Raad heeft in het portefeuillehouders overleg van november 2001 uitgesproken om de beleidslijn te volgen. Hij stelt voor daarvoor draagvlak te creëren bij de regio’s. Gemeentes en de dijkgraaf zullen dit ondersteunen. De commissie stemt ermee in.
-2
Binnenkort komt het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) in de inspraakprocedure. De Provincies zullen via IPO reageren. De gedeputeerde stelt voor dit punt te agenderen voor de volgende vergadering. De afdeling Verkeer en Vervoer gaat op internet. Via een kaart kan inzichtbaar gemaakt worden wat zich op het gebied van wegen en vervoer afspeelt in Flevoland. Deze kaart wordt in de vergadering uitgedeeld. Recentelijk heeft een vergadering van de Stuurgroep Zuiderzeelijn plaatsgevonden. Aan de orde is geweest de vraag hoe om te gaan met het kabinetsbesluit. Daarbij is afgesproken dat er informatiebijeenkomsten komen, de gemeenten naar hun mening gevraagd zal worden ten aanzien het kabinetsstandpunt om mee te betalen en de betreffende RO-portefeuillehouders uitgenodigd zullen worden om een soort streekplan te ontwikkelen voor de lijn Almere-Groningen. Naar aanleiding van een artikel in Dagblad Flevoland een memo in de bakjes is gelegd betreffende het reductietarief op de Regiotaxi Dronten-Elburg. De werkgroep Dijkverhoging Oostvaardersdijk komt volgend week weer bij elkaar. Zij zullen dan een notitie presenteren. De VVD-fractie wilt weten of de notitie voldoende ruimte biedt voor discussie. Gedeputeerde De Raad antwoordt dat hij er van uitgaat dat de notitie onderbouwde argumenten bevat. e MilieuFederatie heeft bezwaar gemaakt tegen 1 fase m.e.r.-procedure Luchthaven Lelystad.
4. Milieuplanvorming a. Statenvoorstellen 1. Delegatievoorstel van de muskusrattenbestrijding aan het waterschap Zuiderzeeland. De fractie-Kalkman is akkoord. De ChristenUnie-fractie wilt weten wie wat delegeert en vraagt uitleg over artikel 7, lid 2. De GroenLinks-fractie vindt artikel 7 niet rijmen met artikel 4 en vraagt hierover uitleg. De CDA-fractie vraagt zich af waarom de bestuursovereenkomst niet vroegtijdig verlengd is of eerder aan de commissie is voorgelegd? En of rattenbestrijders persé ambtenaren moeten zijn. Artikel 7, lid 2 is eveneens een struikelblok. De VVD-fractie vraagt zich af in welke mate de Provincie nog kan sturen indien de taak gedelegeerd wordt. Gedeputeerde De Raad antwoordt: - Het delegatiebesluit kan ingetrokken worden; in dat geval neemt de Provincie het personeel in dienst. - Muskutrattenbestrijding is een wettelijke taak van de Provincie vandaar dat de subsidie naar de Provincie gaat. Dat geld stuurt de provincie door naar het Waterschap. - De reden waarom de bestuursovereenkomst niet tijdelijk is verlengd heeft te maken met het feit dat in gesprekken met het Waterschap de intentie uitgesproken werd om te komen tot delegatie. Door dit voornemen is een besluit over de verlenging van de bestuursovereenkomst binnen de contractperiode achterwege gebleven. De ChristenUnie-fractie kan zich niet vinden in het ontwerp delegatiebesluit en toont zich geen voorstander van delegatie want op het moment van terugnemen van de taak, krijgt de Provincie enkele medewerkers erbij. De fractie stemt tegen. De PvdA-fractie heeft twijfels omtrent uitbreiding tijdens de delegatie. De CDA-fractie stemt in evenals de D66-fractie. De VVD-fractie ziet de muskusrat het liefst door Flevolandse kok als delicatesse “waterkonijn” bereid. De fractie stemt in. In de tweede termijn stemt de SGP-fractie in met het voorstel. Gedeputeerde De Raad waagt een poging om de ChristenUnie-fractie over te halen door te stellen dat de provincie een wettelijke taak heeft t.w. muskusrattenbestrijding. De taak is gedelegeerd aan het Waterschap. Als de taak terug wordt genomen neemt de Provincie ook de muskusrattenbestrijders terug om de wettelijke taak te blijven uitvoeren. Gedeputeerde De Raad vervolgt: “als dat u niet ver genoeg gaat wat is dan uw alternatief?”. De ChristenUnie-fractie geeft aan bij haar standpunt te blijven. De voorzitter concludeert dat de commissie WMVV, met uitzondering van de ChristenUniefractie, instemt met het delegatievoorstel van de muskutratbestrijding aan het waterschap Zuiderzeeland.
-32. Bestuursovereenkomst, uitvoeringscontract, PUP gebiedsgerichte inrichting landelijk gebied 2002-2005. Er volgt een presentatie en heldere uiteenzetting door de heer R. van Wolfswinkel van de afdeling MPV. Hij schets in het kort de dilemma’s en knelpunten weer. De fractie Kalkman stemt in onder verwijzing van een telfout. De ChristenUnie-fractie voorziet geen probleem, doch ziet liever een beheersvergoeding voor bestaande eigenaren in plaats van aankoop van gebieden in de EHS. De GroenLinks-fractie vindt dit een lastige materie ondanks de heldere uiteenzetting. De fractie waarschuwt voor het risico om draagvlak te verliezen. Zij vertrouwt op het besluit van GS en stemt in. De CDA-fractie stelt dat snel handelen gewenst is in verband met afkalving draagvlak met name ten aanzien van Schokland. Tevens wordt gewezen op het verschil tussen resultaats- en een inspanningsverplichting. De fractie is akkoord. De D66-fractie stemt in. De PvdA-fractie is het inhoudelijk eens met het project. Doch door het aantal vragen die het nog oproept zoals wat is het risico om snel te beginnen? En wat zijn de financiële consequenties, besluit de fractie vandaag geen mandaat te verlenen. De VVD-fractie stelt dat het woud van regelgeving nog veel roet in het eten kan gooien. Zij wacht liever nog het overleg van 7 februari a.s. af en onthoudt zich van stemming vanwege de procedure. Gedeputeerde De Raad stelt dat het grootste risico afkomstig is van het project dat in relatie staat met Brussel. Al het andere hebben wij zelf in de hand, hetgeen het risico weer minimaliseert. Feit is dat wij juridisch een verplichting hebben om het geformuleerde resultaat te realiseren . Niet bekend is of het geld terug moet bij negatief resultaat. VROM gaat ervan uit dat het geld besteed wordt aan goede projecten. Conclusie van de voorzitter: Inhoudelijk gaan de fracties akkoord. Met betrekking tot de voorfinanciering maakt de VVD een voorbehoud. b. Ter bespreking 1. Integrale Visie IJsselmeergebied 2030, de koers verlegd: een gezamenlijke Rijksnota van de departementen V&W, LNV, VROM en EZ. De SGP-fractie constateert dat de Markerwaard van tafel is en vraagt hoe in een deugdelijke afronding van het polderproject is voorzien. Van andere zijde wordt opgemerkt dat het jammer is dat de circa 6000 ha natte natuur ondiepe wateren voorzien is. Als de belendende diepere wateren bij de Oostvaardersplassen zouden kunnen worden ontwikkeld zou dit het natuurgebied een aanmerkelijke meerwaarde kunnen geven. De CDA-fractie stelt dat Rijkswaterstaat ambitieuze plannen heeft met het gebied in het kader e van de 5 Nota Ruimtelijke Ordening het betreft hier toch provinciaal beleid? Verder wordt gesteld dat de afronding speciale aandacht vraagt, met name Almere en Lelystad stedenbouwkundige ontwikkeling richting het water, de haven van Urk en “natte bedrijven”. De D66-fractie vraagt in het kader van het schrappen van de optie Markerwaard eveneens aandacht voor de afronding en de invulling van de ruimtelijk ontwikkelingen van Almere en Lelystad richting het water. Hoe gaat dit invulling krijgen? De VVD-fractie ziet een collusie met het werkprogramma op grond van het Omgevingsplan en vraagt zich af wat het standpunt van GS in deze is. Gedeputeerde de Raad antwoordt : De provincie is slechts in een klankbordgroep vertegenwoordigd geweest. Er is reeds aan Rijkswaterstaat mededeling gedaan dat bepaalde ontwikkelingen in strijd zijn met het Omgevingsplan. De Vijfde Nota laat ook mogelijkheden tot buitendijks bouwen toe in het kader van het verzachten van de harde scheiding tussen water en land. Natuurontwikkeling in ondiepe wateren is effectief. En daarmee goedkoper. Het water nabij de Oostvaardersplassen is diep. Natuurontwikkeling vraagt veel grondverzet en is daardoor duur. Omdat Rijkswaterstaat met de Vijfde Nota een andere beleidsmatige insteek heeft, zitten wij niet in elkaars vaarwater. De mogelijke uitbreiding van de haven van Urk past in de visie van het ontwikkelen van een ruimtelijke economische structuur, dit zou kansen kunnen bieden. Met betrekking tot het aantal ligplaatsen (12000) voor de pleziervaart wordt meegedeeld dat dit aantal zou beantwoorden aan de behoefte.
-4De VVD-fractie deelt bij interruptie mede dat de Stichting waterrecreatie IJsselmeergebied, de behoefte lager inschat. In tweede termijn wil de CDA-fractie weten wat de gronden zijn voor schrappen Markerwaard; dit kan geen ruimtelijke noodzaak zijn. Gedeputeerde de Raad antwoord dat een onvoldoende draagvlak voor een dergelijk project de reden is dat inpoldering uit de ruimtelijke plannen verdwenen is. c.
Ter kennisneming 1. Project “inventarisatie waterbodem in Flevoland” afgerond. Geen opmerkingen. 2. Vergadering Stuurgroep Oostrand Noordoostpolder d.d. 31-10-2001. Geen opmerkingen. 3. Raportage Monitoring milieu en natuur. Geen opmerkingen. 4. Landelijk jaarverslag muskusrattenbestrijding 2000. De CDA-fractie merkt op dat wij aan de norm voldoen. 5. Stand van zaken uitvoering CDA motie stimulering duurzame landbouw. De CDA-fractie merkt op dat de motie moeilijk gerealiseerd is te krijgen. Maar zij zijn wel blij met de aandacht.
5. Milieubeheer a. Ter bespreking 1. Subsidieverzoek van het Consulentschap voor Natuur- en Milieueducatie Flevoland voor bijdrage voor een educatief activiteitenboek “Ecologische verbindingen in Flevoland” De CDA-fractie vraagt zich af hoe dit boek “ Flevolanders en ecologie” terecht komt bij de scholen en welke doelgroep heeft men hierbij nog meer op het oog. VVD is geen voorstander van stapeling van Provinciale bijdragen. En om de vraag van de CDA te beantwoorden “de doelgroep is Flevolandse recreanten, toeristen en agrariërs. Gedeputeerde De Raad stelt dat subsidie aanvragen altijd worden getoetst aan het beleid en als de aanvraag in het beleid past verlenen wij subsidie. De combinatie budgetsubsidie/projectsubsidie is mogelijk. Er volgt geen tweede termijn. Conclusie van de voorzitter: de commissie WMVV stemt in met het voorstel. b. Ter kennisneming 1. Beschikking subsidieverlening voor budgetsubsidie 2002 aan het Conculentenschap Natuur en Milieu Educatie (CNME). Naar aanleiding van de opmerkingen van PvdA- en VVD-fractie zegt gedeputeerde dat de subsidieaanvraag voor duurzame mobiliteit niet gehonoreerd is. Het jaarverslag zal aan de statenleden worden toegezonden en bespreking volgt op basis van het jaarverslag en niet van de subsidieaanvraag. 2. No cure no pay regeling als ondersteuning voor het PUP project Milieubewust ondernemen in het afvalbe- en verwerkingsbedrijf. 3. IVN jaarverslag 2000 ter lezing naar Commissie. 4. Subsidievaststelling bodemsanering voor de heer K.J. Meisner, Kleiweg 16 te Emmeloord. 5. Subsidieverzoek van IVN vereniging voor Natuur- en Milieu educatie District Flevoland voor bijdrage in bestuurskosten en kosten van kadertraining. 6. Subsidievaststelling bodemsanering voor W.J.G. ter Voert te Nagele. 7. Subsidieverzoek Stichting Wildlife Media te Dronten voor het project Natuur- en milieuvriendelijk tuinieren. 8. Beschikking subsidieverlening voor budgetsubsidie 2002 aan Milieu Federatie Flevoland (MFF) Naar aanleiding van vragen van de CDA - en PvdA-fractie merkt de gedeputeerde op dat dit punt op basis van het jaarprogramma besproken kan worden. 6. Verkeer en vervoer a. Ter bespreking 1. Notitie financiële effecten Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) in relatie tot lijngebonden openbaar vervoer. De VVD-fractie merkt op dat een succesvol CVV zorgen baart. Voorts is de fractie van mening dat het CVV een toegevoegde waarde dient te hebben voor het openbaar vervoer. De fractie
-5vraagt zich af wat in de aanloop naar de aanbesteding van het openbaar vervoer de zwaarte van het onderdeel CVV dient te zijn. Zij ziet het CVV als een volwaardige vorm van openbaar vervoer waarvoor voldoende promotieactiviteiten ontwikkelt dient te worden. De fractie constateert dat niet overal dezelfde voorwaarden voor reizigers gelden en vraagt zich af of dit geaccepteerd dient te worden. Als vorm van openbaar vervoer zouden eenduidige regels moeten gelden. De PvdA-fractie geeft aan dat de mening van het college dat het CVV volwaardig substituut is voor het openbaar vervoer, aanleiding voor deze fractie was om te verzoeken het onderwerp in deze commissie te bespreken. De fractie merkt op dat aan de orde is de vraag hoe de provincie dient om te gaan met de verantwoordelijkheid voor het openbaar streekvervoer. De fractie betreurt het dat de regionale vervoersverantwoordelijkheid lijkt te worden afgewenteld op de gemeenten en het CVV, dat aanvankelijk bedoelt was voor de vervanging van het WVG-vervoer. Voorst is de PvdA van mening dat “substitutie-effecten” iets anders is dan “substitueerbaarheid” en dat CVV en OV niet substitueerbaar zijn. De fractie spreekt haar zorg uit voor het geval de reiziger vanwege de kosten thuis blijft. Verdere merkt de fractie op dat de organisatie van de vervoersystemen verschilt waardoor rekening dient te worden gehouden met beperkende factoren. Tenslotte merkt de PvdA-fractie op dat het gestelde in de laatste zin van de notitie (pagina 9) nooit de bedoeling kan zijn van (de introductie van) het CVV. De CDA-fractie is voor integratie van het CVV in het Openbaar Vervoer en beschouwd het CVV als volwaardige vorm van het Openbaar Vervoer. Zij spreekt echter haar verbazing uit over het feit dat een hogere landelijke groei een nadelig invloed heeft op de kosten van het openbaar vervoer en dat zich ook vertaalt naar het CVV. Hoe kan de Provincie dit beïnvloeden te meer Almere als groeigemeente wordt aangewezen? De CDA-fractie kan zich vinden in de toekomstplannen van de Minister om budgetten toe te kennen op basis van het aantal inwoners. In verband met de VOCstatus van Almere zou Almere afzonderlijk besproken moeten worden. CVV projecten leggen een zwaar beslag op de groeiruimte in de Rijksbijdrage. Dit kan voor de provincie nadelige effecten betekenen. Indien het huidige systeem niet wordt gewijzigd. Hier moeten wij alert op blijven. De provincie sluist het door het CVV zelf gegenereerde deel van de Rijksbijdrage 1 op 1 door naar de gemeente. Het tekort van het CVV kan betekenen een extra aanslag op het WVG of /en het Gemeentelijk budget. Dit lijkt de CDA ongewenst. De fractie hoopt dat de negatieve effecten van het CVV beperkt blijven voor ons Openbaar Vervoer systeem, maar misschien komt het Rijk nog wel met andere voorstellen. De provincie Flevoland is niet de enige provincie waar het CVV goed loopt. Het is van groot belang om deze problematiek bij een nieuwe vervoerssysteem onder de aandacht te brengen van de Minister. Het kan daarom voor Flevoland en Almere gunstig zijn als het Rijksbijdragesysteem zich wijzigt, mits de VOC status voor Almere niet wordt opgeheven. De GroenLinks-fractie onderscheidt financiële – en vervoersaspecten. Voor wat betreft het eerste vraagt de fractie zich af of hogere kosten dan wel opheffing van een OV-lijn opwegen tegen het nadeel daarvan voor een bepaalde groep reizigers en of de provincie ongevoelig moet zijn voor de toenemende lastendruk bij de gemeenten ten gevolge van het succes van het CVV. De fractie denkt in dit verband aan een mogelijke verdeelsleutel. Met betrekking tot de vervoersaspecten merkt de fractie op dat voor het CVV overal gelijke voorwaarden dienen te gelden. De fractie vraagt verder of de voorbeelden ook ervaringscijfers inhouden. Voorst geeft de fractie aan zich zorgen over het openbaar vervoer in het algemeen. Het CVV is bedoelt voor de incidentele gebruiker en kent geen vaste dienstregeling. Deze onduidelijkheid en extra inspanning zal de reiziger in de auto doen belanden, hetgeen juist voorkomen dient te worden. Verder bestaat er bij de fractie angst voor verdergaande vervanging c.q. neerwaartse spiraal van OV door CVV. Hetgeen overigens voor te dunne lijnen onvermijdelijk is, aldus de fractie. De grootste zorg van de GroenLinks-fractie is dat een verregaande vervanging door het CVV leidt tot een dunner OV-netwerk. Zij is van mening dat een uitgebreid OV-netwerk dient te blijven bestaan en dat het openbaar vervoer een ontsluitings- en maatschappelijke functie heeft waarbij het CVV een aanvulling is op het OV en geen vervanging. De ChristenUnie-fractie ondersteunt het aanbestedingsaspect zoals dat door de VVD-fractie naar voren is gebracht en pleit voor een notitie waarin wordt aangegeven hoe wij openbaar vervoer geregeld willen zien in Flevoland. De fractie is voorts van mening dat CVV, mits goed aangepakt, een vorm van volwaardig openbaar vervoer is dat reizigers uit de auto kan halen. Wat CVV nu feitelijk voor de burgers doet en hoe dit in het mobiliteitsplaatje past zal in genoemde notitie eveneens aan de orde dienen te komen. De fractie vraag tenslotte of het college CVV volwaardig OV acht. De SGP-fractie wijst op een enige jaren geleden opgestelde notitie inzake de leefbaarheid van het platteland waarin is gewezen op het slechte openbaar vervoer. De fractie acht het de taak van het Rijk om de leefbaarheid op het platteland te vergroten en ziet dit graag aldaar onder de
-6aandacht gebracht worden. De fractie vindt het CVV een uitstekend alternatief om de leefbaarheid te vergroten en pleit er voor de kosten hiervan op het Rijk te verhalen.
Gedeputeerde De Raad antwoord dat een discussie over de openbaar vervoer-problematiek in zijn totaliteit wenselijk is en dat het geen eenvoudige problematiek is. Hij nodigt de ChristenUnie fractie uit contact op te nemen met de afdeling Verkeer en Vervoer aangaande de vraag hoe het openbaar vervoer in Flevoland geregeld is. Voorts antwoordt gedeputeerde De Raad dat gewerkt wordt vanuit de huidige systematiek en dat de doelstellingen bij de overdracht door het Rijk bekend waren nl. de kosten moeten omlaag en de efficiency omhoog. De gedeputeerde merkt verder op dat niet per definitie met de komst van het CVV onrendabele OV-lijnen worden opgeheven en daarvoor in de plaats is het CVV gekomen. Het CVV dient dus niet tegen het regulier openbaar vervoer te worden afgezet (immers die is opgeheven) maar tegen het duurdere alternatief te weten de taxi, aldus gedeputeerde De Raad. Voorts merkt de gedeputeerde op dat het bij de opheffing van een OV-lijn wellicht niet onredelijk is de gemeenten deels te compenseren indien er sprake is van volwaardige vervanging van het openbaar vervoer. Gedeputeerde De Raad poneert de stelling dat in vette lijnen geïnvesteerd dient te blijven worden teneinde de zwakkere lijnen in stand te kunnen houden. De gedeputeerde voelt voor de suggestie om alle aspecten mee te nemen bij de aanbesteding/concessieverlening maar ziet beperkingen nu de gemeenten de rol van het CVV bepalen. De gedeputeerde zal dit aspect wel meenemen in de discussie met de gemeenten en de vervoerders. Tenslotte merkt de gedeputeerde op dat het CVV geen substituut is voor het reguliere openbaar vervoer. In tweede termijn vraagt de VVD-fractie vraagt aan gedeputeerde om bij de voorbereiding van de aanbesteding (de rol van ) het CVV mee te nemen. De PvdA-fractie acht een heldere visie op het totaal concept van het openbaar vervoer noodzakelijk en beschouwt het CVV als een volwaardig aanvulling op het openbaar vervoer en derhalve geen vervanging van een reguliere lijndienst. De fractie stelt voor de visie mee te nemen in de gesprekken met de gemeenten. De uitkomst daarvan moet niet zijn dat de gemeenten/reizigers voor de kosten opdraaien terwijl de provincie geld verdient. De GroenLinks-fractie ziet als maatschappelijke uitgangspunten voor het openbaar vervoer, helderheid, laagdrempelig en herkenbaarheid. De fractie is van mening dat met name in de dunbevolkte gebieden terughoudendheid dient te worden betracht ten aanzien van het opheffen van OV-lijnen. Het CVV heeft een toegevoegde waarde maar het proces mag geen eigen leven gaan leiden, aldus de GroenLinks-fractie. De ChristenUnie-fractie verschilt van inzicht met de fracties van Groenlinks en PvdA en ziet CVV als volwaardig openbaar vervoer. De fractie wil te zijner tijd graag verder praten over het openbaar vervoer. De SGP-fractie merkt op dat het gaat om de burgers. Indien mogelijk dient te worden voorzien in openbaar vervoer en zo niet, dan aanvullen met CVV, aldus de fractie. Gedeputeerde De Raad antwoordt dat het beleid vast ligt en dat hij een poging zal wagen om vanuit leefbaarheid platteland en financiën een notitie/visie te ontwikkelen. Mede in het licht van aanbesteding en dienstregeling. De voorzitter concludeert dat het college in het kader van een verdere gedachtevorming een notitie over diverse vervoersmodaliteiten en de verhoudingen daartussen zal uitwerken. 2. Snelheidslimiet op de N302, Larserweg. De VVD-fractie stelt, vanwege de preventieve werking, de plaatsing van een extra verkeersbord met verwijzing naar de roodlicht camera voor. De CDA-fractie heeft de indruk dat de weggedeelten met 70 km/uur op de Larserweg langer zijn dan op de Gooiseweg en stelt voor deze in te korten. De ChristenUnie-fractie is het niet eens met de in de notitie gemaakte keuze en doet de suggestie om een flexibele snelheidslimiet instellen, afhankelijk van het aanbod op de zijwegen van de Larserweg. De fractie acht verder de afstand tussen Meerkoetenweg en de A6 te kort om 100 km/ te rijden en stelt ter plaatse een snelheidslimiet van 80 km/uur in te stellen. De SGP-fractie merkt op dat de afstand tussen de verkeerslichten en de verkeersborden (70 km/uur) is vastgelegd in landelijk normen. Gedeputeerde De Raad merkt op dat het plaatsen van verkeersborden is gebaseerd op een landelijke maatvoering; helderheid en betrouwbaarheid staan voorop. Teveel borden leidt tot verwarring. Wettelijk is het niet mogelijk een flexibele snelheidlimiet in te stellen. De voorzitter concludeert dat de commissie instemt met de notitie.
-7-
3. Evaluatie begrotingsproces 2002. De commissie is verheugd dat PMIT weer afzonderlijk op de agenda wordt geplaatst. b. Ter kennisneming 1. Vaststelling tarieven 2002 Interliner. 2. Opheffen van de uitsluitingen van de verbinding Six Flags in de aan Connexxion te verlenen concessie openbaar vervoer. 3. Verkeersbesluit inzake snelheidslimiet op de stadsautowegen in Almere naar aanleiding van negatief advies van de politie. 4. Verlening concessie Noordoostpolder ten zuiden van Emmeloord en Oostelijk en Zuidelijk Flevoland (Connexxion). 5. Dienstregeling Connexxion 2002. 6. Stuurgroep GOVERA, 7 december 2001. Op geen van de punten heeft de commissie op-/aanmerkingen. 7. IPO-aangelegenheden 1. Vergadering IPO-adviescommissie Milieu Water, Landbouw en Natuur d.d. 6 december 2001. Aandachtspunten: concept-plan van aanpak uitvoeringsorganisatie en informatie uitwisseling van het vuurwerkbesluit; Convenant uitvoering klimaatbeleid; Convenant kolencentrales en CO2-reductie; Bestuursovereenkomst en Uitvoeringscontract Gebiedsgerichte inrichting Landelijk Gebied 2002-2005; Verdeling gelden soortenbeleid, vrijwillig weidevogelbeheer en SGB; IPO richtlijn “Bijdrageverlening in Rivierdijkverbeteringen”; Concept Jaarprogramma en concept Begroting 2002 inzake uitvoering Convenant Glastuinbouw en Milieu; Interprovinciaal Milieuprogramma2002 met IPM-budgetverdelingsvoorstel 2002. Er zijn geen opmerkingen. 8. Rondvraag Naar aanleiding van de vraag van de CDA-fractie of de Zeewolderdijk in verband met de aanleg van de turborotonde een seizoen wordt afgesloten zal een notitie in de bakjes worden gedaan. Naar aanleiding van een bericht in het Veluws Dagblad over slechte toestand fietspaden stelt de ChristenUnie de vraag of er nog wat aan de fietspaden wordt gedaan. Gedeputeerde De Raad antwoordt dat een werkgroep hiermee bezig is en dat de laatste stand van zaken er aan zit te komen. Ook naar aanleiding van een artikel in de krant over geluidshinder wordt de vraag gesteld door ChristenUnie wat hieraan gedaan wordt. Gedeputeerde De Raad antwoordt dat dit met name het luchtruimgebruik door Schiphol betreft en dat de provincie daar niets aan kan doen. 9. Sluiting De voorzitter bedankt de aanwezigen en sluit de vergadering om 22.55 uur.
-8-
TOEZEGGINGENLIJST COMMISSE WATER, MILIEU, VERKEER EN VERVOER NR 1
DATUM 11-10-00
TOEZEGGING Inventarisatie recreatieve fietspaden
VERWACHT Februari 2002
2
15-11-00
Parkeervoorzieningen fietsende automobilisten
Februari 2002
3
15-11-00
Huisnummering rapportage
Februari 2002
4
12-09-01
Relatieve ontknoping: uitwerking milieunormering
Februari 2002
5
03-10-01
Friese sluis nader rapporteren goedkopere oplossingen
Februari 2002
6
12-12-01
Vrachtverkeer Spiekweg omleiden via Nijkerkerweg
Februari 2002
7
16-01-02
Notitie over diverse vervoersmodaliteiten en de verhoudingen daartussen (n.a.v. bespreking notitie CVV in relatie tot OV)
Nntb