Provincie Flevoland Statengriffie
Notulen
Registratienummer:
537277
*537277* Notulen van de openbare vergadering van Provinciale Staten van Flevoland gehouden op donderdag 26 april 2007 om 14.00 uur in het Provinciehuis te Lelystad.
Aanwezig zijn: Mevrouw A.E. Bliek-de Jong (VVD), de heren J.M. Bos (PvdA), H. Dijksma (VVD), A.L. Greiner (CDA), leden van het college van Gedeputeerden Staten. De heren A. van Amerongen (VVD), J.N.J. Appelman (CDA), R. TH. Van der Avoort (VVD), N. Benedictus (VVD), M. Bogerd (SGP), mevrouw F.J.E. Boode- Groot Nibbelink (PvdA), de heren R.P.G. Bosma (VVD), W.R. Bouma (CDA), N. Demirbilek (SP), B.G. van het Erve (CDA), J.E. Geersing (CU), de dames N. van Herwaarde (SP), M. Jonker-Waterlander (VVD), M.J. KolkmanHoving (CU), de heer J.Kramer ( VVD), de dames M.M.J.E. Kuijken (PvdA), N. de Lange (SP), M. Luijer (CDA), de heren C. Meijer (GL) en W.C. Noordegraaf (VVD), mevrouw H.H. Nijhuis-Ovinge (CDA), de heren R.T. Oost (CDA), P.T.J. Pels (PvdA), J.J. Posthumus (CDA), H. van Ravenzwaaij (SP), mevrouw A.S.M. Roda (GL), de heren W.R. Ruifrok (PvdA), D.G. Schutte (CU), R.J. Siepel (CU), A.J. Steendijk (VVD), mevrouw A. van Stenus-van Basten (VVD), de heren A. Stuivenberg (SP), K. Tadema (CU) E. Taskin (PvdA), T.H. van de Wal (SP), J. van Wieren (CDA) en mevrouw T. Zeilstravan der Meulen (PvdA). Afwezig is: mevrouw M.C. Bax (PvdD). Voorzitter: De heer mr.M.J.E.M.Jager, Commissaris der Koningin. Griffier: Mevrouw A.Doesburg, griffier. 1. Opening De voorzitter: Welkom in onze prachtige provincie Flevoland voor een buitengewone Statenvergadering en ik wens iedereen, die hier voor deze bijzondere gelegenheid aanwezig is, van harte welkom. Ik meld ook dat we, eerst nog even, wat regulier werk te doen hebben, als Staten. Ik denk dat, dat voor de mensen die dat betreft wel bijzonder is dat, ook voor hun beëdiging als nieuw benoemde Statenleden, zo´n groot publiek aanwezig is, terwijl het niet de echte installatievergadering van een nieuwe Staten, van een periode is. Ik leg het maar even uit. Omdat er op 12 april een nieuw college is benoemd - dat is overigens ook de reden waarvoor wij hier bij elkaar zijn, daar kom ik straks nog wel even op terug – zijn er een aantal mensen vanuit de Staten achter deze tafel terechtgekomen en moeten er dus nu nieuwe Statenleden worden benoemd en beëdigd en wij maken van deze gelegenheid gebruik, om onmiddellijk weer voltallig te zijn zodat wij, met zijn negenendertigen, de belangen van deze provincie verder kunnen gaan behartigen. Dat wat de agenda betreft. Dat betekent dat we daarmee waarschijnlijk een kwartiertje bezig zijn daarmee en dan over kunnen gaan tot de werkelijke aanleiding voor het bijeenroepen van deze vergadering. Dat wat de opening betreft. 2.Mededelingen De voorzitter: Ik deel mee dat mevrouw Roda iets later de vergadering zal bijwonen en mevrouw Koopman zal ook iets later ter vergadering verschijnen. 3.Ingekomen stukken De voorzitter: Er zijn geen ingekomen stukken. 4. Rapportage commissie geloofsbrieven, benoeming nieuwe Statenleden De voorzitter: de commissie heeft de geloofsbrieven van de nieuwe Statenleden onderzocht en ik geef het woord aan mevrouw Jonker om daar over te rapporteren.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
2 Mevrouw Jonker-Waterlander: De commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven heeft de geloofsbrieven van de heer Rijsdorp, de heer Kramer, mevrouw van Stenus-van Basten, de heer Posthumus en mevrouw van Herwaarde onderzocht en in orde bevonden. We kunnen de Staten adviseren om deze kandidaten toe te laten tot de Provinciale Staten van Flevoland. De voorzitter: Dank u wel. Wenst iemand van de Staten daarover nog het woord te voeren of kunnen wij het advies van de commissie bij hamerslag accepteren. Dat is het geval. Dan zijn deze leden toegelaten en verzoek ik de adjunct-griffier om hen vóór de tafel te geleiden om hen vervolgens te beëdigen. Ik verzoek éénieder in deze zaal om voor dat plechtige moment op te staan. Ik lees u het eeds- en belofteformulier voor en ik verzoek u, als ik u aankijk, vervolgens de woorden: dat verklaar en beloof ik of, zo waarlijk helpe mij God Almachtig, te herhalen. Eed/ verklaring- en belofte formulier: “Ik zweer of verklaar dat ik, om tot lid van Provinciale Staten benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer of verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte, heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer of ik beloof, dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van Provinciale Staten, naar eer en geweten zal vervullen. Zoals gezegd: “ Zo waarlijk helpe mij God Almachtig”of “dat verklaar en beloof ik”. In handen van de voorzitter leggen mevrouw van Stenus-van Basten en de heer Posthumus de eed af. In handen van de voorzitter leggen de heer Kramer en mevrouw Herwaarde de verklaring en belofte af. De voorzitter: Dan bent u hierbij daadwerkelijk in functie als lid van de volksvertegenwoordiging van Flevoland. Heel hartelijk welkom in ons midden. Voor sommigen welkom terug en ik wens u heel veel succes en ik verzoek u, uw plaatsen aan de vergadertafel in te nemen. Applaus Ik begrijp dat er een enkele bloem wordt uitgereikt. Dat kan nu gebeuren, aan de nieuw benoemden, of is dat al geschied. 5. Benoeming voorzitter Commissie Bestuur De voorzitter: Dan gaan we nu over tot de benoeming van een nieuwe voorzitter voor de Statencommissie Bestuur. Omdat mevrouw Bliek lid is geworden van het college is die post vacant gekomen en is een nieuwe voorzitter nodig. De Heer Van der Avoort is hiervoor kandidaat gesteld. Wil iemand over deze kandidatuur het woord voeren? Dat is niet het geval. U hebt op uw plaats een voorbedrukt stembiljet aangetroffen waarop u een voor- of tegenstem kunt uitbrengen. Ik verzoek u dit biljet in te vullen zodat wij tot besluitvorming over die benoeming over kunnen gaan. Ik verzoek de bode de stembiljetten op te halen. Voor de commissie van stemopneming zou ik de heren Bogerd, Pels en mevrouw Koopman willen vragen, te fungeren. De bode haalt de stembiljetten op. De commissie van stemopneming controleert en telt de stemmen. De voorzitter: De uitslag is, dat er 37 stemmen zijn uitgebracht. Dat is conform het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend. Alle 37 stemmen zijn uitgebracht op de heer Van der Avoort en ik neem aan dat de heer Van der Avoort deze benoeming zal aanvaarden. De heer Van der Avoort: Voorzitter ik ben erg blij dat de Staten mij zo volledig ondersteunen en ik aanvaard deze benoeming. De voorzitter: Dank u wel. Dan bent u bij deze benoemd tot voorzitter van de commissie Bestuur.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
3 6. Afscheid vertrekkende Gedeputeerden. - Mevrouw L.M. Bouwmeester- den Broeder - De heer W.G. de Raad De voorzitter: Agendapunt 6, het “ moment suprème” waarvoor wij hier bij elkaar gekomen zijn en daarvoor zal ik mij - ik hoop dat, dat de orde niet zal beïnvloeden – naar het spreekgestoelte begeven. Ja, dames en heren, zoals ik al zei, we zijn gekomen bij de reden voor het bijeenroepen van deze buitengewone Statenvergadering; het officiële afscheid van mevrouw Bouwmeester en de heer de Raad als Gedeputeerden van onze provincie en van hun langjarige directe betrokkenheid bij de provinciale politiek. Ik heet nogmaals, in het bijzonder welkom, hun beider families en vrienden en bekenden die, speciaal voor dit moment, naar dit huis zijn gekomen. Laura, Wubbo, formeel al 14 dagen geleden voor jullie beiden, kwam een eind aan jullie lidmaatschap van Gedeputeerde Staten door de benoeming van een nieuw college. Voor ieder van jullie is, op initiatief van jullie eigen fracties, al een bijeenkomst georganiseerd, met en voor mensen met wie jullie, in je periode als Gedeputeerde, veel hebben samengewerkt binnen en buiten onze provincie. Vandaag willen wij, als provincie, officieel afscheid van jullie nemen. Vanmorgen hebben de medewerkers dat al gedaan en nu doen wij dat als provinciaal bestuur. Ik kondig nu alvast aan dat, na mij, twee leden van, aan jullie verwante fracties – zo moet je dat tegenwoordig uitdrukken- het woord zullen voeren namens de –Staten. Maar ik mag, als voorzitter van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, jullie als eerste toespreken. We nemen allereerst van jullie afscheid als dagelijks bestuurder van onze provincie. Immers in 2003 namen jullie al afscheid van het lidmaatschap van Provinciale Staten. Tengevolge van de invoering van het dualisme. Waarom meld ik dat nu even. Ik moet natuurlijk een keuze maken met wie ik moet beginnen, Laura of Wubbo. Wel, omdat Laura een klein jaar langer Gedeputeerde is geweest dan Wubbo, is zij het eerste slachtoffer. Laura op 16 juli 1994 werd je tussentijds gekozen tot Gedeputeerde. Acht jaar en tweeënhalve maand na je toetreding tot Provinciale Staten op 1 mei 1986. In totaal dus, op 4 dagen na, heb je 21 jaar, de Flevolandse publieke zaak gediend. Waarvan 12 jaar en 9 maanden als dagelijks bestuur. In september 2003 heb ik je, voor de toen nog 17 jarige periode van het dienen van de publieke zaak, in het bijzonder in Flevoland, het ridderschap in de orde van Oranje Nassau mogen uitreiken. Bij die gelegenheid sprak ik van een tussenbalans ten aanzien van jouw politieke en bestuurlijke rol in deze provincie. Vandaag zijn we toe aan de eindbalans. Als dagelijks bestuurder ben je, na Pieter Loos, denk ik, het langstzittende lid van het college van Gedeputeerde Staten van Flevoland geweest. Los van je eigen portefeuilles, waarover zo meteen nog een enkel woord, heeft die lange ervaring en het feit dat je vanaf 1995 ook de politiek leider van je partij in onze provincie was, ertoe geleid dat je inbreng in het college zich ook over de grenzen van je eigen, verschillende, portefeuilles heen strekte. Natuurlijk, het college van Gedeputeerde Staten is collegiaal verantwoordelijk voor alles en zeker in Flevoland hechten we daar zeer aan. Maar ook is waar dat ruimte en vertrouwen moet worden geboden aan collega´s om vorm en inhoud te geven aan de eigen portefeuille. Jij hebt daarin een uitstekend evenwicht gevonden. Soms op basis van je grote ervaring. Slimme en wijze oplossingen aandragen voor het te nemen besluit of de te kiezen richting, soms duidelijke piketpalen aangeven vanuit je politieke overtuiging en soms bewust ruimte laten voor een ander. Daarmee verwierf je gezag en tegelijkertijd ook ruimte om je eigen stempel te drukken op je eigen portefeuilles. Bij de verschillende beleidsterreinen die je hebt behartigd, is er, denk ik altijd, één constante factor geweest n.l. : die van de cultuur. Zoals ik op 12 april, op de feestelijke bijeenkomst in het Nieuwe Land Erfgoedcentrum al zei, wat je op dat terrein allemaal hebt gedaan voor Flevoland is teveel om op te noemen en daarom mijn hoogst eigen persoonlijke keuze daaruit. Allereerst heb je, je altijd sterk gemaakt voor het belang van alle vormen van cultuur voor de ontwikkelingsopgave van Flevoland. Dat was wel eens opboksen tegen de scepsis van sommige klassieke polderpioniers en landinrichters. Bij de landschapskunst vond je soms wel bondgenoten, bij die groepen. Ten aanzien van andere vormen van kunst en cultuur lag dat wel eens lastiger. Ook voelde je heel sterk de beperkingen die Flevoland ondervond en vindt in financiële zin, mede door gebrek aan steun van Rijksoverheid bij de ontwikkelingen van de culturele dimensie van onze nieuwe samenleving. Het recente rapport van het IPO dat, dat nog eens duidelijk heeft gemaakt - over de verdeling van dat soort Rijksmiddelen over de provincies en de regio´s in Nederland – bevestigt dat nog maar weer eens een keer. Het is met die kunstsubsidies net als met het geldpakhuis van Dagobert Duck, uit één van de eerste Donald Duck´s, toen ik nog een kleine jongen was, waar veel geld is gaat ook veel nieuw geld naartoe. Maar dat alles leidde bij jou niet tot moedeloosheid, integendeel je ging er intern en extern steeds sterker tegenaan. Je wist voor het beleidsterrein een steeds sterkere plak op de agenda te veroveren. Heel veel bijzondere culturele evenementen hebben zich afgespeeld in Flevoland, dank zij jou en zullen zich, door het klimaat dat jij mede hebt gecreëerd, in de toekomst nog afspelen in deze provincie.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
4 Veel kunstuitingen zijn gerealiseerd omdat jij voortdurend bewaakte, nietwaar Wubbo, dat we ons hielden aan de besteding van het percentage van investeringen aan kunstwerken. Ik noem maar een enkel voorbeeld: “Sunsation”. Door dik en dun verdedigd - bij het observatorium van Robbert Morris. Maar ook de bijzondere t heterproducties op locatie. Sommige heel succesvol, maar ook mislukkingen, maar dat hoort bij het pionieren, ook op cultureel gebied. Een ander belangrijk punt en dat is dan een coproductie met Wubbo geweest, denk ik, is de “Blauwe Droom”, ook niet onaardig. Dat zijn maar een paar voorbeelden van evenementen en objecten. Wat er in mijn beleving wel het meeste uitspringt zijn twee dingen. Eén daarvan is dat het je, in je laatste periode als bestuurder, gelukt is de barrière te doorbreken van het opgenomen krijgen van Flevoland in het cultuurbeleid van de Rijksoverheid. Het is nog geen vetpot. Dat blijkt wel uit die studie, die we onlangs hebben gekregen, maar jij hebt het begin gemaakt, de barrière is doorbroken. Het tweede is, het voor Flevoland zeer belangrijke wapenfeit uit jouw periode als portefeuillehouder cultuur en erfgoed, de totstandkoming van het Nieuwe Land Erfgoedcentrum. Niet alleen een fantastische vernieuwing van het oude Poldermuseum, maar vooral ook een unieke combinatie van museum, archief, archeologisch depot en sociaal historisch centrum en nieuwe wetenschappelijke functies, allemaal om het verhaal van Flevoland te bewaren, maar vooral ook te vertellen. Het is ook een, voor Nederland uniek samenwerkingsverband van een provincie, gemeente, waterschap, Rijk en particulier, initiatief. Je hebt een sleutelrol vervuld in het bijeenbrengen van alle partijen daarvoor en voor het verwerven van draagvlak voor de benodigde investering. Flevoland kan trots zijn, dankzij jou, op dit bijzondere instituut aan de kust van Lelystad. Er is nog veel meer te vertellen over de portefeuille cultuur maar omwille van de tijd ga ik over naar een ander onderdeel van je portefeuille dat, niet de volle 12 jaar maar toch wel 9 jaar daarvan, een belangrijk onderdeel van jouw werk is geweest en dat is dat van de ruimtelijke ordening. In 2003 moest je het overdragen en ik heb nog steeds zo het gevoel dat het je niet meeviel om dat te moeten overdragen. Je was immers, mede onder invloed van mensen als Evert Vermeer en Henk Cliché, een echte ruimtelijke ordenaar geworden. Je hebt mede aan de wieg gestaan van het gaan werken aan meer integrale omgevingsplannen in plaats van de sectorale planfiguren als, streekplan, waterhuisplannen en milieubeleidsplan. Ik heb het beeld van de mini en maxi- roadshow, nog heel helder voor ogen, eind negentiger jaren. Van Laura Bouwmeester en Dick van Emmen, hier aanwezig, om de ontwikkelingsvisie op Flevoland uit te dragen naar onze samenleving. Toen al pleitte jij ook voor een grotere aandacht voor de ontwikkeling van ons stedelijk gebied. In je laatste periode als Gedeputeerde kwam dat in het collegeprogramma en mocht je, ondanks het opgeven van de portefeuille Ruimtelijke Ordening, de bemoeienis van de provincie met de integrale ontwikkeling van Almere - binnen Flevoland – als projectbestuurder gaan trekken. En ook werd je trekker, in diezelfde sfeer, van wat ooit het Middengebied heette en nu bekend staat onder de naam Oostvaarderswold. Je hebt me dat project op twee manieren in de frontlinie gestaan. Allereerst is het een opgave van ontwikkelingsplanologie van ongekende omvang en complexiteit maar ook is het een schoolvoorbeeld van de nu, ook voor Flevoland aangebroken tijden van het moeten kiezen tussen bestaande functies en nieuwe opgaven voor delen van ons gebied. Dat was en is wennen voor alle betrokkenen en jij hebt dat geweten en je er, op bijzonder bewonderenswaardige wijze doorheen geslagen. Er ligt nu een basis waarop wij, als nieuw bestuur, op voort kunnen en moeten bouwen. Tot slot van deze “tour d`horizon” van enkele van jouw portefeuilles nog eentje waarin je, met name de laatste periode, naam hebt gemaakt n.l.: het water. Dan heb ik het nu dus niet over de buitendijkse gebieden en de reglementering van het waterschap over kostentoedeling of zo, nee het gaat dan vooral over het belang van water als ordenend element voor veel ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening, de veiligheid en ons leefmilieu. Je hebt in de laatste 4 jaar bestuurlijk leiding gegeven aan de inbreng van- en de inzet voor Flevoland voor de uitvoering van het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Kaderrichtlijn Water. En ook daarin heb je, je weer een gedreven en gedegen bestuurder getoond. Niet voor niets werd je de voorzitter voor het regionaal bestuurlijk overleg Rijn-Midden waarin 2 ministeries, 3 provincies en 3 waterschappen en de daarin gelegen gemeenten, op één lijn moesten worden gebracht. Kortom Laura, net als in 2003 bij de tussenbalans al werd vastgesteld, ook in de eindbalans geldt, dat jij heel veel hebt om trots op te mogen zijn en Flevoland heel veel heeft om jou ook bijzonder dankbaar te moeten zijn. In die dank betrekken we ook jouw Jan. Iemand die er altijd was, als het nodig was om Laura bij te staan. Zeker als in zijn ogen, zijn Laura onrecht dreigde te worden aangedaan. Iemand die bij onze gemeenschappelijke ontmoetingen als college met onze partners soms recht voor zijn raap uit de hoek kon komen, gebaseerd op zijn ervaring met wat zich in de samenleving afspeelde en waar wij als bestuurders wel eens wat ver vanaf blijken te staan. Jan, ook jij ontzettend bedankt. Bij het afscheid als bestuurder of volksvertegenwoordiger van Flevoland hoort het uitgereikt worden van het aandenken aan die publieke dienst.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
5 Dus zometen voor jou Laura, meteen het nieuwe exclusieve voor vertrekkende Flevolandse politici gemaakte kunstwerk van Siemen Bolhuis en voor jou Jan, we denken dat we jou geen plezier doen met een bos bloemen of iets dergelijks, maar je houdt wel van het goede leven en je hebt toch Laura, al vanaf 1994 daar bij, gedeeltelijk, moeten missen en daarom hebben we voor jou maar een goede fles whisky uit het jaar 1994 opgeduikeld om daar samen met Laura van te genieten. Tot slot kondig ik hierbij aan, dat is alleen maar in woorden maar de daden zullen volgen, dat de provincie als dank voor alles wat jij, Laura, voor Flevoland hebt gedaan met ondersteuning van Jan, wij jullie graag beiden een reis aanbieden naar een bestemming van jullie eigen keuze om jullie te helpen bij het afkicken. Applaus. De CdK en de griffier overhandigen de geschenken. De voorzitter: Ja, en dan kom ik nu bij jou Wubbo. Na de verkiezingen van 1995 werd je in april gekozen tot Gedeputeerde na, zoals je vanochtend bij de personeelsbijeenkomst ook al hebt gezegd, vanaf oktober 1995 al zitting gehad hebbende in Provinciale Staten en de voorloper daarvan. In totaal heb je dus 21 jaar en 7 maanden de publieke zaak in Flevoland gediend. Ook heb ik jou in september 2003 het ridderschap in de orde van Oranje Nassau al daarvoor mogen overhandigen. Het is al eens vaker gememoreerd maar jij behoorde tot de laatste der Mohikanen van het eerste uur. Laat ik het zo maar zeggen en nu ben je echt de laatste van het illustere gezelschap dat afscheid neemt, in bestuurlijke zin, van dit huis. Dat maakt dit moment al bijzonder. Ook bijzonder is dat jij, voorlopig denk ik in elk geval, de enige op het nieuwe land geboren en getogen bestuurder van Flevoland bent geweest. Het gebied dat vanaf 1986 Flevoland is gaan heten zit daarmee in jouw genen. Dat is in alles wat je deed voor Flevoland en haar inwoners zichtbaar en voelbaar geweest. Dat daarbij de Noordoostelijke polders soms, bij jou, een streepje vóór hadden, hebben we wel gemerkt maar je ook altijd weer snel vergeven. Je bent in elk geval ook de laatste Wageningse ingenieur die het dagelijks bestuur van de provincie, verlaat. Toen ik in 1996 aantrad, waren dat er nog 3 en ik voelde me als oud-burgemeester van Wageningen daar redelijk thuis bij. Sorry, Laura, ik toen nog wat minder met Amsterdam. Ik weet niet of het met die genen van het nieuwe land te maken heeft of met je Wageningse opleiding, maar kenmerkend voor jouw functioneren als dagelijks bestuurder is al die tijd geweest, dat je alle dossiers, uit buiten je eigen portefeuilles, zeer gedegen tot je nam en vanuit jouw eigen invalshoek ter discussie stelde. Die invalshoek was meestal een mengeling van onvervalste liberale kijk op de samenleving waarin zoveel mogelijk ruimte voor gemeenten en ondernemers moest worden verworven of gecreëerd en anderzijds een, door jou gewenste, stimulerende rol van de overheid ten aanzien van innovatie, in het bijzonder in de agrarische sector en de ontwikkeling van het platteland. Een ander kenmerkend punt in jou optreden is ook dat je in je rol als dagelijks bestuurder ook altijd een beetje volksvertegenwoordiger bent gebleven. Je wist natuurlijk rationeel wel dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen bestuur en volksvertegenwoordiging. Ik heb het niet over politiek maar over volksvertegenwoordiging. Zeker sinds de formele invoering van het dualisme in 2003 voelde je, je toch enigszins belemmerd. Soms wilde je heel duidelijk laten zien vanuit welke achtergrond, maatschappelijk en territoriaal, je bestuurlijk handelen werd ingegeven, een tikje liberaal, sterk op agrarisch en landelijk gebied gericht en soms ook op Noordelijk Flevoland, natuurlijk. Ook wilde je graag de Staten, in elk geval de Statencommissies, voortdurend bijpraten over waar je mee bezig was. Voor jou vanzelfsprekend om iedereen erbij te betrekken. Maar door Statenleden werd dat soms en in toenemende mate sinds 2003, beleefd als het mede verantwoordelijk en misschien wel medeplichtig gemaakt worden aan bestuurlijke processen in een te vroeg stadium, terwijl hen nog geen besluit of standpunt werd gevraagd. Jij hebt daarmee al zeer vroeg de vinger gelegd bij een kernvraagstuk van de verhouding tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, tussen volksvertegenwoordiging en bestuur. Dat is het dilemma waar we ook de komende bestuursperiodes nog mee te maken zullen krijgen. Vanuit deze achtergronden en houding in de politiek en het bestuur heb je invulling gegeven aan de verschillende portefeuilles die je hebt beheerd. Twaalf jaar wegen en verkeer, acht jaar milieubeheer, vier jaar water en vier jaar landelijk gebied en alles wat daar mee samenhangt. Ook hier geldt, net als bij Laura, dat memoreren van alles wat je op deze terreinen hebt gedaan en betekend voor Flevoland, onmogelijk is in deze korte tijd en ik moet dus ook hier een keuze maken. Ik denk dat ik dat in jouw geest doe als ik kies voor de rode draad van het verkeer en vervoer en voor landelijk gebied- en plattelands-ontwikkeling. Wubbo, je hebt je in die 12 jaar als Gedeputeerde ontwikkeld en gemanifesteerd als “mister verkeer en vervoer” van Flevoland. Al die jaren heb je, je sterk gemaakt voor een adequaat beheer van onze wegen en vaarwegen en logischerwijs gaat een flink deel van ons provinciale budget naar deze kerntaak van het beheer van ons wegen- en vaarstelsel. Je hebt je altijd verzet, meestal met succes, tegen in jouw ogen, onverantwoorde aantasten van het niveau van onderhoud van onze infrastructuur.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
6 De samenhang tussen die kwaliteit en de verkeersveiligheid heb je altijd overtuigend verdedigd en daarmee werd je ook kampioen van de rotondes. Ik ben er niet aan begonnen ze te tellen maar het moeten er heel veel zijn. Samen met allerlei andere fysieke aanpassingen, handhavingmaatregelen en voorlichtingsacties hebben ze zondermeer bijgedragen aan de drastische verbetering van de verkeersveiligheid in onze provincie. Die verbeteringen en aanpassingen van wegen en kruisingen, aanleg van rotondes enz., heeft jou als geen andere Gedeputeerde vele malen in direct contact gebracht met veel belanghebbende en geïnteresseerde burgers en bedrijven. Ik denk, ik heb ze niet geteld, maar ben er vrijwel zeker van, dat jij de meeste informatie- en inspraakavonden van ons allemaal hebt gehad in die 12 jaar. Naast het beheer en de verbetering veel van onze bestaande wegen heb je ook grote bemoeienis gehad met de uitbreiding van onze eigen infrastructuur. Onder jouw bestuurlijke leiding zijn bijvoorbeeld tot stand gekomen: de verdubbeling van de N302, tussen Lelystad en Harderwijk. Je hebt ervoor gezorgd dat het Rijk het aquaduct en naviduct bij Krabbersgat en Harderwijk heeft aangelegd om die verbinding te verbeteren en er is daadwerkelijk begonnen met de aanleg van de N23 tussen Lelystad en Dronten, als een belangrijke schakel in de as van Alkmaar naar Zwolle. Je hebt je ook vóór en namens Flevoland de benen uit het lijf gelopen om bij de partners in de omliggende provincies en het Rijk de ontsluiting van Flevoland, via weg en spoor, hoog op de agenda te zetten en ze tot besluitvorming en daadwerkelijke uitvoering aan te zetten, – vooral die laatste 2 denk ik - . De A 27 is mede dankzij de inzet van Europese middelen uit ons eigen Europees programma gerealiseerd, maar de verbinding van de verbetering tussen Lelystad, Almere, Amsterdam en Schiphol helaas nog niet. Even vorig najaar hadden we de hoop dat jij nog, als Gedeputeerde, de besluitvorming van het Rijk mee zou mogen maken, maar helaas, zoals zo vaak, opnieuw schrok Den Haag terug voor besluitvaardigheid. Besluiten over de N50 en de Rampspolbrug zijn mede door jouw inzet wel genomen. De Hanzelijn is in aanleg maar de Zuiderzeelijn, in welke moderniteit dan ook, lijkt nog steeds een maatje te groot voor Haagse besluitvormers, maar hij staat nog op de agenda. In elk geval heeft het aan jouw inzet en voortdurende pleidooi voor verbetering van onze ontsluiting in geen enkele zin ontbroken. Daar heeft het niet aan gelegen. Onder jouw bestuurlijke aanvoering is de operatie van het moderniseren en het aanbesteding van het stads- en streekvervoer in onze provincie, zonder veel problemen, verlopen. De regiotaxi projecten zijn een groot succes geworden. Via het door jou geïnitieerde vervoerberaad, hield je alle betrokken partijen bij elkaar maar ook bij de les. Kortom je bent bepalend en gezichtsbepalend geweest voor het Flevolandse mobiliteitsbeleid in die 12 jaar van je Gedeputeerdenschap. De laatste 4 jaar kreeg je ook de kans om de grote liefde voor het platteland en de leefbaarheid daarvan in praktijk te brengen, als portefeuillehouder landelijk gebied en landbouw. Niet alleen met gebiedsgerichte projecten zoals bijvoorbeeld Schokland en de bottom up/ leader + projecten maar vooral ook, denk ik, door het trekken en duwen aan een meer integrale benadering van plattelands ontwikkelingsbeleid. Ondanks de maatschappelijk en politieke noodzakelijke grotere aandacht voor het stedelijk gebied in onze provincie, ben jij erin geslaagd dat niet ten koste te laten gaan van de inspanningen voor het landelijk gebied. Je was natuurlijk teleurgesteld over de te geringe bijdrage van de Rijksoverheid voor ons gebied, waardoor de ambities voor alle gebiedspartners naar beneden moesten worden bijgesteld. De eigen inspanning van de provincie is overeind gebleven in het onder jouw leiding tot stand gekomen pMJP en is daarmee vastgelegd voor de komende jaren. Een mooie nalatenschap voor ons landelijk gebied laat je daarmee na. Zoals ik al zei: over veel andere zaken die je hebt behartigd, kan ik het nu niet meer hebben. Alleen al uit alles wat ik heb opgesomd, denk ik dat ook jij kunt afleiden dat je met voldoening en trots mag terugkijken op een vruchtbare en succesvolle periode als bestuurder van Flevoland. Flevoland heeft ook alle reden om jou zeer dankbaar te zijn voor alles wat je hebt gedaan voor de ontwikkeling van ons gebied. Natuurlijk willen wij ook Marian bedanken. Jij bent bepaald niet het type van “ de vrouw van”. Daarvoor ben je ietwat te zelfstandig, om het maar voorzichtig uit te drukken. Actief met je eigen bezigheden en ondernemersschap. Maar toch, zoals Wubbo het zelf zei in september 2003, hij heeft deze 12 jaar als meer dan fulltime bestuurder allen maar kunnen doen dankzij de acceptatie daarvan en ook een beetje steun, van het thuisfront. Wij, als nu oud-collega´s, zullen je verfrissende inbreng en aanwezigheid bij onze gemeenschappelijke uitjes zeker missen. Wubbo, zo meteen ook voor jou, als aandenken aan die zo succesvolle periode als volksvertegenwoordiger en bestuurder, het kunstwerk van Siemen Bolhuis. Marian, jou geef ik graag de hier voor je staande, niet te tillen, bloemenplantenhulde. Ik heb begrepen dat bloemen waarmee je zou moeten rondlopen niet welkom waren, dus doen we het maar drastisch. Voor jou, als dank voor je betrokkenheid bij ons werk, deze prachtige plantenbak, die we graag aanbieden en bij jullie thuis laten bezorgen. Ik neem aan dat hij mooi zal staan op het terras en dan kunnen jullie er samen van genieten.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
7 Ook voor jullie beiden, net als voor Jan en Laura, de aankondiging dat we jullie heel graag een buitengewone reis aanbieden om samen te genieten van deze nieuwe levensfase en eraan te wennen. Heel hartelijk dank. Dan wil ik nu graag de geschenken overhandigen. Applaus. De CdK en de griffier overhandigen de geschenken. De Heer Ruifrok ( fractievoorzitter PvdA): Mijnheer de voorzitter, collega´s, Dames en Heren – let op het subtiele onderscheid - beste Laura en Wubbo. In de voorbereiding naar deze bijeenkomst heb ik met enige gretigheid aangegeven, en ik heb daar nu wat spijt van maar dat zal ik u later uitleggen, dat ik graag het woord wilde richten tot de afscheid nemende, oud- Gedeputeerden Wubbo de Raad en Laura Bouwmeester. Niet omdat het uiteraard geen genoegen zou zijn om jullie toe te spreken, want er is alle reden om in waarderende zin stil te staan bij, wat ik zou willen typeren als, het vertrek van twee monumenten uit deze Staten van uiteenlopende soort, daarom zal ik jullie beiden kort toespreken. Ik hoop dat niemand het mij euvel duidt dat ik mij daarin voornamelijk, vanuit de PvdA fractie, richt tot Laura. Zij is, tegen die formulering zal Wubbo geen bezwaar hebben, van beide bestuurders de enige met wie ik, met enig recht van spreken vanuit mijn politiek smaldeel kan zeggen, onze Gedeputeerde. Terwijl ik dat zeg, Wubbo, realiseer ik mij, dat ook bij een bestuurder uit een collegepartner zo´n term eigenlijk helemaal niet misstaat. Ik wil jou in elk geval, Wubbo, namens de PvdA fractie ook heel veel dank zeggen voor je grote betrokkenheid en inzet voor onze provincie maar ook voor de heel spannende manier waarop wij in politieke zin, toch bij tijden met uiteenlopende politieke opinies en belangen, hebben geprobeerd samen te werken om met grote inzet iets gezamenlijks tot stand te brengen. Zonder politiek tegenspel leidt ons metier, zoals wij hier in de Staten bij elkaar zitten, tot niets. Zonder collegiaal bestuur, ik memoreerde het al, boeken wij geen resultaten en ik denk dat in onze samenwerking, ook vanuit mijn fractie gezien, beide componenten in ruime mate aanwezig zijn geweest en bij deze gelegenheid wil ik dat nog een keer, als iets dat wij bijzonder hebben gewaardeerd, naar voren brengen. Laura toespreken, dan kom ik bij mijn aarzeling die ik in het begin aangaf, vanuit deze Staten, vanuit haar eigen politieke groepering, leek op het eerste gezicht een makkelijke taak. Er is iets vervelends aan de hand want gaandeweg werd het mij eigenlijk steeds moeilijker gemaakt en ik wil u allemaal deelgenoot proberen te maken van de voornaamste reden daarvan. 1. Gedeputeerden nemen niet één keer afscheid. Zij doen dat bij diverse gelegenheden en het is dus heel erg moeilijk om nog origineel te zijn, op het laatste moment dat daar voor dient. 2. Als je weggaat, dan zijn er, en Michel heeft in zijn toespraak gelukkig gedaan wat ik verwachtte dat hij zou doen, voldoende mensen die wapenfeiten en verdienste opsommen, en ik wil in mijn toespraakje niet in de feitelijke historische context belanden maar daarmee haal je wel weer een component weg van waaruit je eigenlijk wat zou kunnen zeggen. De laatste reden is iets ingewikkelder, want ook Michel memoreerde het, we hebben op informele wijze al een keer afscheid van Laura genomen. Dat was een boeiende bijeenkomst met uiterst prikkelende, soms onthullende, pikante bijzonderheden naar voren brengende zaken die te maken hebben met Laura en haar periode als bestuurder in Flevoland en ik zal vanmiddag niet uit de school klappen met verhalen over de mannelijke stijl van de vrouwelijke Gedeputeerde Bouwmeester. Ik zal het niet hebben over de parallel tussen gymjuffen en bestuurders. Ik zal ook niet vertellen hoe Laura en Wubbo gezamenlijk het Flevolands volkslied hebben gezongen en ik zal ook niet vertellen hoe de Dijkgraaf met en voor Laura heeft gedanst. Op dat soort triviale bijzonderheden zit u hier vanmiddag niet te wachten en ik zou daar Laura mee in verlegenheid brengen. Dat beperkt wel weer de amusementswaarde van mijn verhaal. Wat moet ik nu wel tegen je zeggen Laura? Ik wil mij beperken tot 3 aspecten die mij, vanuit de PvdA, in jouw lange geschiedenis als Flevolandse politica, in elk geval heel erg aanspreken. Het zijn een paar combinaties die jij in je verenigd en die hebben gemaakt dat jij inderdaad een bestuurder van formaat, in Flevoland, bent geweest in al die jaren dat je hier actief bent. De eerste combinatie is een zeldzame. Bij jou o zo duidelijk aanwezig n.l. een combinatie van overtuiging en gedrevenheid die daaruit voortkomt en de strategische kunde om daar dan ook vervolgens handen en voeten aan te geven. Het persoonlijke is politiek was en kreet die ooit in het emancipatoire deel van de partij opgeld deed en wij hebben in elk geval dat streven naar verandering, naar emancipatie in de breedste zin van het woord, laten we het nog maar een keer hardop zeggen, het streven naar eerlijk delen van kennis, macht en inkomen, daar stonden we toch voor en daar staan we toch voor, steeds heel nadrukkelijk herkend bij Laura. Zij heeft niet voor niets en uiteraard met een beetje wind mee uit de landelijke politiek, de PvdA ooit naar een historische zege in deze Staten gevoerd. Dat mag ook gezegd worden.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
8 Zij speelde in onze partij en niet alleen op Flevolandse terrein, een jarenlange intensieve en aanwezige rol van betekenis en het is op zich een kentekenende prestatie van formaat, dat je dat vervolgens 12 jaar op dat niveau volhoudt en zo sterk jezelf kunt blijven. De tweede combinatie, Michel heeft het eigenlijk ook al gememoreerd. Ik wil stilstaan bij de niet zo algemene combinatie van een praktische instelling en belangstelling voor de meer filosofische en vooral ook culturele context en achtergronden met het werkelijke bestuurlijke handwerk. Besturen als kunst was ooit de titel van een boekwerk dat verscheen bij honderd jaar sociaaldemocratie en het is eigenlijk een heel mooie toepasselijke omschrijving. Ik wil dat uiteenrafelen in twee dingen nl. de kunst van het besturen en besturen met en besturen van kunst. Over het eerste zou ik willen opmerken dat er volgens mij weinig politici in deze Staten zijn geweest, ik wil niemand onrecht doen maar bij Laura is het heel herkenbaar, die met zoveel verve en met zoveel subtiel genoegen het bestuurlijke spel spelen als Laura dat altijd heeft gedaan. Ik herken dat bijvoorbeeld en ik herinner het mij in de afgelopen jaren door het feit dat mij met enige regelmaat kleine technische en tactische tips werden gegeven, die met grote vasthoudendheid onder mijn aandacht werden gebracht. Andere zullen andere ervaringen hebben. In de tweede plats het besturen met en van kunst. Twee elementen daarvan. De belangstelling van Laura voor wat zij zelf noemde, en ik citeer uit de nota raakvlakken, die heb ik even opgediept: “ het complex van zienswijze, denkwijze en gewoonte dat cultuur genoemd wordt”. De inzet die Laura heeft voor de Flevolandse cultuur, de unieke Flevolandse cultuur, de inzet voor het erfgoedcentrum, landschapskunst, architectuur – intrigerend hippe raps kwam ik tegen als een van de elementen waar je erg aan hechtte- het zijn elementen in de cultuur die zichtbaar blijven, hoorbaar blijven, merkbaar blijven en wat erg leuk daarbij is en dan citeer ik nogmaals, is het feit dat jij tussen de terreinen waar je voor stond, cultuur en ruimte een soort verbinding legde : “ we hebben hier in Flevoland ruimte” zei Laura,dat betekent dat we ruimte hebben om te leven maar die ruimt hebben we ook in ons hoofd, die ruimte zien we terug in de manier waarop wij in onze provincie serieuze zaken als wonen, werken en recreëren aanpakken en daarover nadenken. Dat geeft aan dat je vanuit een achtergrond in de culturele context wil kijken naar de manier waarop je een gebied ontwikkelt. Een interessante gewoonte voor een bestuurder die zo lang op een stoel zit. Voor het laatste stukje van mijn verhaal moet ik een uitstapje maken naar iets wat toch weer iets trivialer is, als u het mij wilt vergeven. Laura heeft absoluut stijl, een persoonlijke stijl die van het begin af aan herkenbaar aanwezig is geweest en overeind is gebleven. Ik heb het dan niet over smaak want over smaak kun je twisten maar we hebben over het elan waarmee je dingen doet en de manier waarop je zaken aanpakt en de manier waarop je ook de dingen die daarbij horen vorm geeft. Ik denk dan aan zaken als de prachtige hoeden bij diverse gelegenheden, ik denk aan zo iets geweldig intrigerends, want daar mocht ik nooit bij zijn, als het Laura Bouwmeester ontbijt. Ik denk ook aan de kordaatheid waarmee zij ons tot de orde kon roepen op het moment dat zij vond dat de Staten zich bemoeide met dingen die ons eigenlijk niet echt aangingen of waar we ons niet mee moesten bemoeien. Het zitje in de werkkamer. Met zoveel genoegen kon je daarover vertellen en er zitten. Er zijn een heleboel van dat soort dingen en die hebben een soort personality in zich, die ik in elk geval, zeer gewaardeerd heb. Maar er is één element daaruit dat ik aan het eind van mijn verhaal nog naar voren wil halen. Laura heeft namelijk, als zij aan het werk is, en zij heeft het vandaag gelukkig bij zich, een zeer intrigerend tasje. Het is een heel klein tasje en het is voorzien van een soort panterprintje, als ik het uit de verte bekijk, en er zit een subtiel hengseltje aan waaraan het zich laat dragen. Het is voorwaar een element dat veel mensen niet kan zijn ontgaan. Gelukkig heb je het bij je want dan illustreert dat wat ik bedoel te zeggen nl. dat tasje en Laura waren onafscheidelijk en dat tasje is voor mij het slot van mijn betoog. Ik heb ooit, Laura op een bijeenkomst van de rooie vrouwen, dan kunt u ook uitrekenen hoe oud ik ondertussen wordt, een gedicht van Annie M.G. Schmidt horen voordragen. Er zitten mensen in de zaal die zich dat moeten kunnen herinneren. Ik wil dat tasje van Laura en Annie M.G.Schmidt combineren en u een stukje voorlezen uit het prachtige gedicht: “ pas op voor de hitte” nog toepasselijk ook gezien de zomerse temperatuur.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
9 Denk aan juffrouw Scholte Die is vandaag gesmolten Helemaal gesmolten op de Dam Dat kwam door de hitte Daar is ze in gaan zitten Als je soms wilt weten hoe het kwam Ze hebben het voorspeld Pas op juffrouw je smelt Maar ze was ontzettend eigenwijs Als een pakje boter Maar dan alleen wat groter Is ze uitgelopen voor ´t paleis Enkel nog haar tasje Lag daar in een plasje Alle kranten hebben het vermeld Op de eerste pagina Kijk het zelf maar even na Ja, daar staat het kijk maar “ Dame smelt” Nu kunt u zich afvragen wat dit gedicht te maken heeft met het voorafgaande, dat doe ik zelf ook. Dat heet associatief denken. Wat bij mij combineert is dat tasje dat in het plasje ligt en het afscheid van Laura en de geruisloze, maar absoluut zelf gekozen manier waarop juffrouw Scholte verdween van de Dam en waarop Laura nu volstrekt uit eigen vrije keuze uit deze Staten verdwijnt. Ik hoop dat je, als je eenmaal verdwenen bent uit dit provinciaal bestuur, omdat je het zelf zo wou, iets tastbaars en iets subtiels achterlaat. Ik hoop, in overdrachtelijke zin, met excuus voor de kenschets, dat we dat rare tasje af en toe eens ergens zullen zien liggen of in iemands hand zullen zien en dat we ons dan even heel bewust zullen zijn van het feit dat, dat Laura´s tasje is en dat daar de invloed van Laura subtiel op allerlei elementen van bestuur daar in terug kunnen herkennen. Laura ik wil jou heel erg bedanken voor je inzet in deze Staten, in onze club, dat mag ik hier dan ook even zeggen – het is eigenlijk misbruik van de gelegenheid – als bestuurder en als zeer actief en aanwezig politicus en ik hoop dat we elkaar in welk verband maar ook in politiek verband, in de nabije toekomst met grote regelmaat blijven tegenkomen, met dank. Applaus. De Heer van Amerongen (VVD): Beste Wubbo, beste Laura, geachte aanwezigen, na een zeer lange politieke carrière nemen jullie beiden, helaas mag ik zeggen, afscheid van het Flevolandse politieke gebeuren. Laura jij bent al keurig toegesproken door Wouter, ik wil nu met name het woord richten tot Wubbo. Wubbo we kennen jou niet anders als een vaste liberale waarde binnen de VVD en ook in de Staten en de laatste 12 jaar als Gedeputeerde. Ik ken je nu 8 jaar. Acht jaar geleden kwam ik de fractie binnen als eenvoudig fractieassistent en zoals dat toen zo mooi heette, de tweede opvolgende van de fractie. In die 8 jaar heb ik je binnen en buiten de fractie leren kennen als iemand die ontzettend veel feitenkennis heeft en in een discussie binnen de fractie altijd weer met nieuwe details en inzichten kwam, die de discussie binnen de fractie vaak een andere wending gaven. Over fractie discussies gesproken. Jij was ook iemand die, wanneer een onderwerp binnen de fractie niet die aandacht kreeg, die het volgens jou wel moest hebben, tijdens een rondvraag terloops zei: “ ik wil me er als Gedeputeerde niet mee bemoeien, maar …..” en zo toch en passant een discussie aanzwengelde waardoor we soms de door onze fractievoorzitter, Camiel Maenhout, heilige vergadertijd van 22.00 uur, toch gingen overschrijden. Met name in de periode dat we nog niet de op fractiegerichte discipline gerichte, Camiel Maenhout, als voorzitter hadden, mondde dat wel eens uit in een vergadersluiting van rond middernacht. Wubbo we kennen je als een groot pleitbezorger van alles wat met landbouw en verkeer en vervoer te maken heft. Met de jou, bekende rustige vergader- en discussiestijl, kon je op die portefeuilles vrijwel alle Staten- en fractiediscussies pareren. Ik hoop dat je mij nog eens een workshop kan geven waardoor je mij, in ieder geval een deel van de door jou daarbij gehanteerde technieken, eigen kan maken. Enkele malen was je ook lijsttrekker in de VVD Statencampagne. Dat heeft ons geen windeieren gelegd. We haalden tweemaal een uniek aantal van 14 zetels. Met name door, ik mag wel zeggen landelijke invloeden, en gedoe binnen de VVD, moesten we 4 jaar geleden een stapje terug doen. We gingen terug naar 11 zetels en waren niet meer de grootste politieke partij van Flevoland.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
10 Gelukkig heeft je opvolger Harry, gesteund door jou als lijstduwer, dat vuiltje weggewerkt en zijn we weer de grootste fractie. Wubbo, je hebt ons aller Fleefje en later haar opvolger Cato overleefd. Je hebt, helaas voor ons, de keuze gemaakt om te stoppen met de actieve provinciale politiek. Je gaat niet stilzitten, hebben we begrepen. Inmiddels heb je alweer een nieuwe functie aangenomen, die van directeur van de stichting Beheer Natuurlijk en Landelijk Gebied gevestigd in Veenendaal, dacht ik. We wensen je veel succes in deze nieuwe uitdaging. Wubbo, we hopen op jou als rasechte Flevolander en een liberaal in hart en nieren, de komende jaren, met onze nieuwe fractie nog eens een beroep op je te kunnen doen. We willen je hierbij nogmaals hartelijk bedanken voor alles wat jij en Laura hebben betekend voor de provinciale politiek in het Flevolandse. Wubbo het ga jou en Laura, ontzettend goed. Dank je wel. Applaus. De voorzitter: Dames en Heren, Laura, Wubbo veel hebben we hier vandaag in het openbaar niet verteld. Bijvoorbeeld over onze gemeenschappelijke ervaringen en belevenissen in het college. Hoe veel we gelachen hebben en waar over. Hoe het soms ook wel eens geknetterd heeft en waarom. e Dat alles is het geheim van de 4 etage van dit huis. Onze besluiten zijn weliswaar bijna allemaal openbaar, maar de beraadslagingen niet. Die herinneringen gaan we als oud-collega´s, als oudcollege, eind mei ver van Flevoland en ver van mogelijke nieuwsgierige blikken nog één keer samen ophalen. Daar zien wij naar uit als moment van persoonlijk afscheid van jullie als goede en vooral ook dierbare collega´s. Als jullie er behoefte aanhebben, hebben jullie al dan niet gezamenlijk het laatste woord van deze vergadering. Mevrouw Laura Bouwmeester-den Broeder: Aan de eerste wens van Wouter, heb ik al voldaan, - het tasje – Dames en Heren, ook dit is iets wat mij regelmatig overkomt, een microfoon die te hoog staat. Ik heb al een keer bijna moeten springen omdat mensen dachten, daar kan ze wel bij en dan praat het heel moeilijk, maar dat praten heb ik hier wel geleerd in de Staten en in het college. Ik heb het altijd met heel veel plezier gedaan want het ging altijd ergens over. We hebben in Flevoland altijd zaken moeten regelen, zowel in Flevoland als buiten Flevoland. Wat daarbij inderdaad klopte, Michel heeft dat terecht opgemerkt feitelijk, is, dat wij in de grote dynamiek die Flevoland gelukkig kent en Flevoland ook moet kennen, want wij moeten nog zoveel veroveren en wij moeten nog zoveel voor onze eigen mensen kunnen regelen, ik geprobeerd heb in de dynamiek toch een balans te vinden. Een balans zowel aan de ene kant tussen je politieke overtuiging, als de overtuiging van anderen die natuurlijk net zoveel recht van spreken hebben. Uiteindelijk gaat het wel over macht, dus wie heeft de meeste stemmen, wie is het handigste en wie heeft de meeste overtuigingskracht. Dat spreken is dus belangrijk. Ook balans als het gaat om de ontwikkeling van deze provincie. We zijn natuurlijk gekomen vanuit een agrarische gemeenschap. We ontwikkelen ons steeds meer naar een gemeenschap waarin de steden het hoogste woord voeren, soms overigens zeer ten onrechte, dat wil ik er ook nog wel even bij zeggen. Die balans is van groot belang en die heb ik steeds nagestreefd. Ook in de persoonlijke contacten en ook als politiek leider- dank voor dit woord- heb ik dat proberen te doen omdat ik er echt van overtuigd ben dat samen de beste resultaten kunt bereiken. Dat je door elkaar te overtuigen en door een gemeenschappelijke noemer te vinden het meeste kunt bereiken. Wij kunnen het ons niet veroorloven, zolas op het oude land, om daar met een hoop geld achter ons medewerking te kopen van gemeente, waterschap, andere provincie en organisaties en burgers. Wij hebben dat geld niet en moeten het puur hebben van de argumenten en onze drang om te ontwikkelen. Dat heb ik gelukkig ook altijd in deze Staten getroffen. Dat gevoel; wij moeten Flevoland ontwikkelen. Niet voor onze eigen eer maar voor het belang van Nederland en de Flevolanders. Ik heb dat altijd met heel veel plezier gedaan, dat heeft Michel zeer terecht opgemerkt. Als het dan gaat over de bijdrage van Wouter, heb ik nog een ander gedicht voor hem. Een gedicht van Daan Zonderland. Ik weet niet of dat bekend is. Ik zal het proberen voor te dragen. Mijn familie begint al te grinniken. Die kunnen al bedenken wat het waarschijnlijk zal worden. Het gaat als volgt. Daan Zonderland. Een Kangoe roeide door een vaart Waar een Kroko dilde En een bok met rode baard van de kade gilde Waarheen is mijn lief gevlucht Waar is mijn Mathilde Maar de Kangoe roeide voort En de Kroko dilde.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
11 Nu denkt u waarschijnlijk ook; waar slaat dit nu weer op. Ik wil mijzelf natuurlijk absoluut niet vergelijken met Mathilde, maar ik wil wel nog eens aangeven dat het van belang is dat Flevoland om zich heen kijkt en meedoet aan het spel in de buitenwereld. Als we dat niet doen dan kunnen we nog zoveel gillen, maar dan zal de Kangoe voortroeien en de Kroko blijven dillen en dan zal hier helemaal niets veranderen. Ik hoor natuurlijk geen oproep te doen aan mensen die na mij komen. Dat moeten zij allemaal zelf weten. Maar asjeblieft kijk buiten de grenzen en probeer ook daar dingen voor elkaar te krijgen. Hier in Flevoland kunnen wij het goed regelen en in goede balans en in goede samenwerking, maar let op die buitenwereld want daar ligt ook onze toekomst. Dat is misschien toch een beetje, wat Wouter ook bedoelt, dat strategische en ook praktische inzicht. Doe wat je kunt doen en als het teveel is laat het dan maar even dan komt het misschien wel. Aan de enen kant heb ik geprobeerd om zaken te vertellen. Om duidelijk te maken en vergezichten te schetsen en aan de andere kant, als iets niet gaat of iets anders, dan doe je het toch zeker zo. Ik denk dat je daarmee het beste voor Flevoland kunt bereiken. Ik heb het in ieder geval geprobeerd en ik dank iedereen voor de heel vriendelijke woorden, die aan mijn adres gezegd zijn. Ik heb ontzettend veel geleerd en ik heb een heel fijne tijd gehad hier en ik heb mogen bijdragen aan een goede toekomst van Flevoland. Dat is ons aller belang. Dank u wel. Applaus. De voorzitter: Wubbo, ik was het vergeten, maar hij had mij gevraagd om te vertellen dat hij afgelopen zondag bij het hockeyen een zweepslag heeft opgelopen zodat hij dat niet zelf hoefde te vertellen. Wubbo ik heb het toch nog gedaan.
De Heer Wubbo de Raad: Dank je wel. Ik was anders van plan het u zelf te zeggen. Dat heeft mij wel gebracht, als je aan de stoel en huis gekluisterd wordt, om wat langer na te denken over deze donderdag. Ik ben ook achter de computer gaan zitten, wat ik vanochtend ook gezegd heb bij het personeel en heb zelfs een verhaaltje op papier gezet. Dat is mijn gedegenheid. Het is ook altijd veel te lang. Marian fluisterde mij net nog toe. “ hou het kort “. Maar ik heb 4 blaadjes vol geschreven en het is een beetje zonde om dat nu niet ten gehore te brengen. Dus doe het er dan maar even mee. Het kan nu nog, wat mij betreft. Een aantal dingen hoef ik natuurlijk niet meer te memoreren want die zijn al ten gehore gebracht. Dat eerste uur, de commissaris versprak zich trouwens, later kwam het allemaal weer goed. Vanaf 1985 inderdaad en u zei 1995. Als lid van Provinciale Staten, maar dat kwam later allemaal goed. Tijdens het afscheid van de Statenleden 2003-2007 dat was de laatste groepering, memoreerde Ton Leijten, - hij is ook aanwezig, heb ik gezien- een aantal wetenswaardige zaken die wij in de begintijd hebben meegemaakt. De meesten hier, althans de Statenleden, hebben dat allemaal kunnen aanhoren en ik denk dat het goed is, dat nog eens goed tot je te nemen. Ik zal het niet allemaal herhalen maar een aantal puntjes komen wel in mijn verhaal terug. In ieder geval het doel van de provincie, waarom wij waren ingesteld. Onze schakelpositie tussen het Westen van Nederland en zeg maar het Noorden en Oosten van Nederland. Dat is een positie die altijd is blijven bestaan en die wij niet uit de weg zijn gegaan. De rol die we daarmee hebben gekregen. Wel in toenemende mate groeiende in die 22 jaar, is duidelijk geworden dat het Flevolandse bestuur steeds meer ook zijn eigen keuzes ging maken, waarbij onze omgevingskwaliteit steeds meer centraal kwam te staan. Dat vertaalde zich allereerst in het eerste streekplan. Ik herinner mij het nog. Eigenlijk het kindje van Evert Vermeer. De vele discussies daarover tot s ´avonds laat met een schorsing nog tot over twaalven, hebben we dat toen vastgesteld. Meer manifest in het omgevingsplan 1 en 2 waar we die omgevingskwaliteit nog eens uitdrukkelijk in beeld brachten. Naast de interne kwaliteit, zoals het voorzieningenniveau op de verschillende terreinen in Flevoland, speelde vooral natuurlijk de bereikbaarheid van Flevoland, ten behoeve van die schakelfunctie, een buitengewoon belangrijke rol. Tijdens het symposium, dat mede ter gelegenheid van mijn afscheid in februari is georganiseerd, is dat facet nadrukkelijk, door verschillende sprekers, onder andere ook door onze Commissaris, onder de aandacht gebracht. Dames en Heren, vanaf de tweede helft 1985 ben ik dus betrokken bij deze provincie. De samenstelling van het huidige college is in die 22 jaar ook nooit veranderd. Voor sommigen spijtig voor anderen juist niet. Weliswaar verwisselde de omvang, zoals die van mijn partij, de VVD, destijds toen wij toetraden tot het college als kleinste partij, terwijl toen de PvdA de grootste partij was. Dat wisselde ook wel eens want later werd het CDA de grootste partij en waren wij de kleinste. Dat kan veranderen. Zodanig zelfs veranderen dat in de voorlaatste periode, wij op 70 stemmen na, onze koppositie kwijt moesten raken. Wist u dat in 1991, D66 de derde partij van Flevoland was, groter dan de VVD. Het kan verkeren. Nu maken ze geen deel meer uit van de Staten. Burgers kiezen helaas steeds meer naar de waan van de dag.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
12 De boerenpartij uit de zestiger jaren de CD eind tachtiger jaren, die zelfs nog een zetel in deze Staten hebben gehad. Pim Fortuyn en zijn geestverwanten, laatstelijk noemden ze zich OnsFlevoland. In de laatste 2 periodes zelfs met 2 zetels. En nu recent de PartijvoordeDieren. Ik ga ervan uit dat het allemaal ééndagsvliegen zijn, die we de volgende keer niet meer terug zien. Dames en Heren, als Statenlid heb ik 10 jaar de portefeuille, het is gememoreerd, milieu en water, ruimtelijke ordening, wegen en verkeer behartigd. Daarna heb ik als GS lid 8 jaar lang milieu gedaan. Daarna 4 jaar plattelandsontwikkeling, daar hoort ook natuur en landschap bij, laat ik dat in dit verband maar eens zeggen, ook in verband met mijn nieuwe functie en de volle 12 jaar met wegen en verkeer. Prachtige portefeuilles die vooral uitvoeringsgericht zijn geweest en dat laatste is volgens mij op mijn lijf geschreven. Gebiedsgericht beleid. Denk daarbij aan Schokland, denk aan de Oostrand NoordOostpolder, Randmeerzone Oostelijk Flevoland allemaal integrale gebiedsgerichte projecten, waar het uitvoeren centraal stond. In het omgevingsplan 2 wordt deze inzet nog meer centraal gesteld. Ik ben daarom blij met het provinciaal meerjaren programma voor het landelijk gebied. Een programma waarmee voor de komende 7 jaar maar liefst € 225 miljoen wordt geïnvesteerd in het landelijk gebied. Een zeer groot aandeel daarvan zal nodig zijn voor de natuurontwikkeling in Zuidelijk Flevoland, het Oostvaarderswold. Dames en Heren en dan natuurlijk mijn portefeuille wegen en verkeer. Wegvakverbredingen, bermverstevigingen, asfalteringen, rotondes, fietspaden, niet te vergeten, maar ook nieuwe wegen. Ze zijn allemaal gerealiseerd met als nevendoel en dat is gelukkig ook door de Commissaris gememoreerd, de verkeersveiligheid in Flevoland. Vorige week stond er nog een artikel in de krant waarin stond dat Flevoland de top 1 is waar het gaat om verkeersveiligheid. Ook de ecologie heeft de aandacht gekregen. In bermen wordt ecologisch bermbeheer toegepast. Ik moet eerlijk toegeven dat ik er wel wat discussie over had, destijds. Ik zie nu toch wel dat het ook kan, tenzij het onkruid zo hoog staat. De verkeersveiligheid moet natuurlijk wel gediend worden en blijven. De vaarwegen worden met natuurvriendelijke oevers omzoomd. Mijn stelling bij bezuiniging was altijd: je kunt het eerst bijnatuurvriendelijke oevers bezuinigen want als je er niets aan doet wordt het vanzelf natuur, want ze zakken vanzelf in. Even nog voor Harry Dijksma, een goedkope manier om te bezuinigen, als het moet. In de nota mobiliteit Flevoland staat alles beschreven wat in de komende 15 jaar moet gebeuren. Alles al. Het is kant-en-klaar. In het PMIT voor de komende 4 jaar dus het is nu een kwestie van uitvoeren. Kortom college en ook de Staten roep ik daartoe op: “Aan het werk!” Natuurlijk is en was er oog voor het Openbaar Vervoer. Dat was nog een punt van discussie tijdens de onderhandelingen, maar ook in de campagne, heb ik gemerkt. Met de komst van WP 2000 ( wet persoonlijk vervoer ) is die verantwoordelijkheid naar de provincies gegaan voor het Streekvervoer. Door openbare aanbestedingen is voor minder geld meer DRU´s ( Dienst Reizigers Uren ) verkregen van een hogere kwaliteit. Doe dat maar eens na. Er is een basisnet opgezet voor minimaal éénuursdienst van 6.00 uur tot 12.00 uur s´nachts. Bij drukke lijnen veel vaker. Zelfs om de tien minuten. Er is, de Commissaris heeft het gememoreerd, een systeem van een belbus en dat noemen we in Flevoland regiotaxi, ingezet. Alleen Almere en Urk wilden niet meedoen. Dat moeten ze zelf weten. Jammer! Dus nu niet roepen dat, dat allemaal nog moet dat is allemaal al in gang gezet. Er kan ook nog maatwerk geleverd worden. Instellingen en bedrijven die toch iets extra´s willen doen kunnen op basis van maatwerk contracten sluiten. Dan nog één punt erbij. Gratis, let wel gratis Openbaar Vervoer, hoort daar, in mijn ogen, niet bij. Maar goed, als de politiek daar geld voor over heeft, u moet kiezen, dat zult u straks wel merken. Ik ben in ieder geval trots op het OV systeem waarbij wij het stadsvervoer in Almere en Lelystad aan de betreffende gemeentebesturen hebben overgelaten. Het zat daar ook , dus laat het daar zitten, dicht bij de lokale overheid. Waar ik absoluut niet tevreden over ben is de stroperige, tijdvretende procedures en de besluiteloosheid van de Rijksoverheid als het om de Nationale hoofdinfrastructuur gaat. De Commissaris heeft het gememoreerd. Nog steeds is er geen beslissing over A6 en A9. Het wordt geen tunnel, zo ziet het er nu naar uit. Het zal het opwaarderen van de bestaande wegen worden. Nog steeds geen besluit en als die beslissing, ik mag hopen dat die de volgende maand komt, Harry doe je best, dan weten we nu al dat er niet eerder dan 2010/2011 pas gebouwd gaat worden. Dan kijk ik weer naar Camiel Maenhout : “ maar overigens ben ik van mening, dat de verbinding naar het westen, veel sneller tot stand gebracht moet worden”. Helaas! We kunnen er niets anders van maken. En wat te denken van de langdurige onderhandelingen over 7 of 13 meter hoge brug. 7 of 13 meter? Maak hem meteen 13 meter dan hoeft hij niet zo vaak open en kan het scheepvaartverkeer er onderdoor. Het is gelukkig, volgens mij, nu geregeld. Nog steeds geen besluit over de Zuiderzeelijn, ondanks meters rapporten, talloze informatieavonden die we hebben meegemaakt en vele bestuurlijke overleggen. Daarom een dringende oproep aan Kabinet en Parlement. Vertel het door. Om nu vaart te zetten achter de noodzakelijke besluitvorming, waarbij zij, wat mij betreft het instrument van de matschappelijke kosten baten analyse moeten ijken. Met de huidige toepassing daarvan wordt geen project meer
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
13 goedgekeurd. Dames en Heren omdat dit mijn officiële laatste spreekbeurt is in deze Statenzaal wil ik ook een aantal mensen bedanken. Allereerst de Commissaris van de Koningin.
Provincie Flevoland
Notulen Bladnummer
14 Hij heeft steeds gezorgd, hoewel hij net iets uit de school klapte, want hij had het over de discussies die zorgden voor de goede sfeer maar af en toe wel verzuchtte: “ ga nou eens overleggen met elkaar, dan kun je het eerder rond krijgen”. In mijn richting ook wel eens moeilijk keek. Dan bleef ik natuurlijk weer doordrammen over het landelijk gebied of een kritische kanttekening plaatsen bij een cultuursubsidie. Een kanttekening daarbij. We weten natuurlijk toch, het is nu afgelopen, dat de cultuursubsidie voor de grote projecten, de 1% regeling, kwam wel van wegen en verkeer. Op die begroting stonden ze, dus ik ging er eigenlijk over. Maar we zijn collegiaal bestuur dus het was van ons allen. Pieter Loos zei altijd: “ het maakt niet uit. Al het geld is provinciaal geld, dus er is altijd geld voor goede projecten”. Mijn collega´s binnen GS wil ik danken voor de 12 jaar waarin ik met hen mocht samenwerken. Ieder met zijn eigen politieke en persoonlijke achtergrond. De oud GS leden, een drietal zie ik hier zitten, van het eerste uur, waarin ik vooral in commissie- en in Statenverband de nodige discussies heb gevoerd. Ik heb het al even net gememoreerd. Het streekplan. Ook in die begintijd waren er de discussies over het opzetten en inzetten van het waterschap. Waterschapverordeningen de waterschaphuishouding. Hele discussies over wat nu wel en niet aan de orde moest komen. Over de beleidsinvulling op de terreinen van milieu, hadden we ook de nodige discussies. Wat is een Gedeputeerde zonder ambtelijk apparaat. Dat is natuurlijk niks. Daarom ook alle medewerkers van directeuren tot buitendienstmedewerkers, van catering tot chauffeurs, medewerkers waar ik direct of indirect mee te maken had, jullie allemaal heel erg hartelijk bedankt voor jullie ondersteuning of dienstverlening in mijn richting. Vanochtend heb ik daarover, in de richting van het personeel, ook al het een en ander gezegd. Dames en Heren, volgende week ga ik met een nieuwe uitdaging beginnen. Zoals bekend ga ik bij de stichting SBNL, de pleitbezorger van het particulier en agrarisch natuurbeheer, aan de slag. Ik ben blij dat er een delegatie van SBNL, aanwezig is. Ik ga ervan uit dat deze landelijk werkende stichting ook vaste voet in Flevoland aan de grond krijgt. Het Oostvaarderswold loont. Het huidige college heeft een doelstelling geformuleerd die wij graag helpen realiseren. Een Gedeputeerde en/of politicus is ook niets zonder de steun van het thuisfront. Altijd in het weekend stukken moeten lezen, dat is al vaak gememoreerd. Vele avonden op pad. Altijd nog s´avonds de agenda bekijken voor de volgende dag, kortom dat alles werd noodgedwongen geaccepteerd. Ik heb mijn gezin dus veel tekort gedaan. Ik zal daar nu ook niet meer over zeggen, maar Marian en de kinderen, waarvan één dochter nu in Zuid-Afrika zit, die ben ik zeer dankbaar, dat zij mij dat mogelijk hebben gemaakt. Ook zij kijken nu met veel enthousiasme uit naar mijn nieuwe uitdaging bij SBNL. Iedereen heel hartelijk dank voor de 12 jaar GS lidmaatschap die ik hier met veel plezier heb mogen doen. Voor diegenen die daar op zijn of haar manier hebben kunnen bijdragen, ook daarvoor in mijn periode als Statenlid, allen heel hartelijk dank en het ga u allen goed. Dank u wel. Applaus. 7. Sluiting De voorzitter: Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van deze buitengewone Statenvergadering en nodig ik u allen uit voor het informele samenzijn. De afscheidsreceptie in de hal van ons provinciehuis. De vergadering is gesloten. (15.20 uur) Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Flevoland gehouden op 5 juli 2007. de griffier,
de voorzitter