Provincie Flevoland
Statenvoorstel
Aan: Provinciale Staten
Statenvergadering d.d.:
5 september 2002
Onderwerp: Agendapunt: Subsidiebeschikkingen voor 2002 in het kader van NME-21 ‘leren voor duurzaam- 7 heid’. Lelystad:
1. Wij stellen u voor: In totaal € € 65.725,63 subsidie toe te kennen aan de volgende organisaties:
Milieufederatie: visievorming door opinion leaders Consulentschap NME: inwerkprogramma nieuwe bestuurders Landschapsbeheer: buiten bedrijf 13.613,51 Consulentschap NME: opzetten provinciale website
€ € 35.766,04 € € 7.260,48 €€ € € 9,075,60
13 juni 2002 Registratienummer:
PS02.0101
Inlichtingen:
In te stemmen met een herprioritering van het subsidieprogramma door voor Robin Meijerink watergerelateerde projecten € € 40.840,22 beschikbaar te stellen en het budget voor de ambitie ‘vitaal platteland’ te verlagen van € 55.742,36 naar €€ Afdeling: 27.226,81. Verder wordt de strekking van de waterprojecten en de ambitie MB/BA ‘vitaal platteland’ uitgebreid en blijft het niet beperkt tot de projectomschrijvingen in het programma. In de loop van 2002 vindt concretisering plaats door indiening van projectvoorstellen en deze voor te leggen aan het provinciaal bestuur. Binnenkort volgt een voorstel om nieuwe criteria voor leren voor duurzaamheid in beleidsregels vast te leggen, De bevoegdheid tot subsidieverlening van de projecten die vallen onder de herprioritering te delegeren naar Gedeputeerde Staten, Een voorschot van 90% toekennen voor de goedgekeurde projecten omdat de subsidie voornamelijk wordt besteed aan arbeidsuren en de subsidieontvangers ideële organisaties zijn met een beperkt budget.
2. Toelichting: Volgens de Algemene subsidieverordening van de provincie Flevoland moet PS toestemming verlenen voor subsidies hoger dan € 20.000. Omdat de herprioritering voor thema’s/ambities en toekenning subsidie dit bedrag overstijgen, worden de aanvragen voor 2002 voorgelegd aan PS. Ook de projectvoorstellen die niet de goedkeuring nodig hebben van PS worden voorgelegd om een integrale afweging mogelijk te maken. Er is ƒ 1.000.000 (€ 453.780,21) rijksbijdrage te besteden over 2000 t/m 2003. De provincie Flevoland heeft in de begrotingstoelichting toegezegd maximaal 10% van de rijksbijdrage beschikbaar te stellen voor cofinanciering. Dit betekent dat de provincie Flevoland maximaal ƒ 100.000 (€ 45.378,02) reserveert voor cofinanciering van projecten in het subsidieprogramma Leren voor Duurzaamheid. In het programma 2000-2003 zijn de geprogrammeerde onderdelen voor een groot deel vastgelegd, zowel inhoudelijk als financieel. Nadere concretisering van het programma gebeurt door indiening van projectvoorstellen welke voor goedkeuring worden voorgelegd aan het provinciale bestuur. Het programma is goedgekeurd door GS op 30 januari 2001 (MB/00.091896/A). Uit het financiële overzicht (zie toelichting oplegnota GS) blijkt dat in totaal ƒ 755.735 (€ 342.937,59) rijksbijdrage wordt besteed. In deze tabel zijn ook de voorstellen van deze oplegnota verwerkt voor 2002 (zie kolom status ‘in behandeling’ op blz. 9 toelichting) . Bij het project ‘recreatieve ontmoetingen op het platteland’ van de NLTO is de eis opgenomen in de beschikking dat voor 2002
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
2
en 2003 een vervolgvoorstel nodig is voor toekenning vervolgsubsidie. Daarom wordt in de beschikking ƒ 48.000 (€ 21.781,45) subsidie verleend waarnaast ƒ 48.000 wordt gereserveerd voor 2002 en 2003. Op grond van het voorgaande wordt ƒ 803.735 (€ 364.719,04) rijksbijdrage besteed. In de volgende tabel staan de ingediende projectvoorstellen in 2002: Project Visievorming door opinion leaders Inwerkprogramma nieuwe bestuurders Buiten bedrijf Opzetten provinciale website Totaal
Indiener MFF CNME Landschapsbeheer CNME
Bedrag [€€€] 35.776,04 7.260,48 13.613,51 9,075,60 65.725,63
Bedrag [ƒ] 78.840 16.000 30.000 20.000 144.840
Bovenstaande bedragen hebben betrekking op de gehele looptijd 2002 en 2003. Alleen voor het project visievorming door opinionleaders vindt er ook betaling plaats in 2003, namelijk ƒ 28.120 (€€ 12.760,30). Dit betekent dat € € 65.725,63 € € 12.760,30 = €€ 52.965,33 ten laste komt van begrotingspost 2002/5.04.17 in 2002. In het Flevolands programma zijn projecten benoemd met bijbehorende gereserveerde subsidiebedragen. Voor beide waterprojecten zijn geen projectvoorstellen ingediend. Daarom heeft de Milieufederatie een inventariserend onderzoek verricht naar potentiële indieners van projecten en het creëren van draagvlak. Voor beide waterprojecten is ƒ 90.000 (€ 40.840,22) geprogrammeerd. Dit bedrag blijft gereserveerd voor waterprojecten maar blijft niet beperkt tot de oorspronkelijke voorstellen. De Milieufederatie coördineert het thema water. In de ambitie ‘vitaal platteland’ van het Flevolands programma zijn geen gegadigden gevonden voor een aantal geprogrammeerde projecten. Daarom wordt het gereserveerde bedrag voor de ambitie/thema ‘vitaal platteland’ teruggebracht naar ƒ 60.000 (€ 27.226,81). NLTO-projecten (voorheen Katalysator) coördineert de ambitie/thema vitaal platteland. Naast weinig animo is een andere belangrijke reden voor het terugschroeven van het beschikbaar budget, de mogelijkheid subsidie aan te vragen uit andere fondsen. Het project NME-uitbouw agrarische evenementen gaat niet door in de gemeente Zeewolde en Noordoostpolder. Alleen de gemeente Dronten heeft aangegeven in 2003 een deelproject te willen entameren. Het beoogde budget en plan past meer in het subsidieprogramma ’milieueducatie- en communicatie door derden’ van de provincie Flevoland. Ook de projecten deelname stedelijke bevolking aan week van het platteland en gesprek over thema’s die natuur en platteland raken passen meer in dit subsidieprogramma. Handhaving van het bestaande budget en projectindieners trachten te vinden heeft dan weinig zin. De voorgestelde herprioritering is mogelijk omdat het rijkssubsidie budget hiervoor toereikend is. Zie onderstaande berekening: Te besteden rijksbijdrage Te besteden subsidies (incl. voorstellen in 2002) toegekend voor thema’s/ambities Saldo
€ 453.780,21 € 364.719,04 € 68.067,03 € 20.994,14
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
3
Dit resterende bedrag van € 20.994,14 kan eventueel worden aangewend voor andere projecten of als aanvulling op ingediende projecten. Ook de provinciale cofinanciering blijft binnen het budget. Tot nu toe is ƒ 47.700 (€€€ 21.645,32) besteed. Alleen voor de toegekende bedragen voor waterprojecten en vitaal platteland is het nog mogelijk maximaal 10% provinciale cofinanciering te vragen. Dit betekent dat nog maximaal ƒ 15.000 (€€€ 6.806,07) provinciale cofinanciering kan worden uitgegeven. Het totale bedrag voor provinciale cofinanciering blijft hiermee beperkt tot ƒ 62.700 (€€€ 28.452,02), ƒ 37.300 (€€ 16.926,00) onder het totale budget voor provinciale cofinanciering. Uit oogpunt van efficiency wordt geadviseerd GS toestemming te geven de subsidie te verlenen welke vallen binnen de herprioritering. PS heeft immers de kaders al vastgesteld in het provinciaal ambitie statement (MB/00091709/A) en de herprioritering. Omdat toestemming voor delegatie aan GS afwijkt van de subsidieverordening wordt uitdrukkelijke toestemming gevraagd van PS. 3. Advies van de Commissie voor advies: De commissie adviseert positief omtrent dit voorstel. 4. Ontwerp-besluit: Provinciale Staten van Flevoland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 4 juni 2002, nr. MB/02.090533/A BESLUITEN:
In totaal € € 65.725,63 subsidie toe te kennen aan de volgende organisaties:
Milieufederatie: visievorming door opinion leaders Consulentschap NME: inwerkprogramma nieuwe bestuurders Landschapsbeheer: buiten bedrijf Consulentschap NME: opzetten provinciale website
€ € 35.766,04 € € 7.260,48 € € 13.613,51 € € 9,075,60
In te stemmen met een herprioritering van het subsidieprogramma door voor watergerelateerde projecten € € 40.840,22 beschikbaar te stellen en het budget voor de ambitie ‘vitaal platteland’ te verlagen van € 55.742,36 naar €€ 27.226,81., De bevoegdheid tot subsidieverlening van de projecten die vallen onder de herprioritering te delegeren naar Gedeputeerde Staten, een voorschot van 90% toekennen voor de goedgekeurde projecten omdat de subsidie voornamelijk wordt besteed aan arbeidsuren en de subsidieontvangers ideële organisaties zijn met een beperkt budget. Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Flevoland d.d. 5 september 2002. ,griffier.
,voorzitter.
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
4
5. Bijlagen Geen. 6. Ter lezing gelegde stukken Projectvoorstellen subsidie-aanvragen. Beschikkingen subsidie aanvragen.
Gedeputeerde Staten van Flevoland, ,griffier. ,voorzitter.
Bijlage Subsidiebeschikkingen voor 2002 in het kader van NME-21 ‘leren voor duurzaamheid’
Inleiding Het programma ‘leren voor duurzaamheid’ van de provincie Flevoland is goedgekeurd op 30 januari 2001 door GS. Het programma is afgeleid van het nationale subsidieprogramma ‘leren voor duurzaamheid’ waarbij alle bestuurslagen zijn betrokken. De provincie Flevoland ontvangt ƒ 1.000.000 (€€ 453.780,21) subsidie van het Rijk welke besteed moet worden in de periode 2000 t/m 2003. In het programma staan projectvoorstellen op hoofdlijnen, het beschikbare budget uit de rijksbijdrage en zo mogelijk een potentiële organisatie die het uitwerkte projectvoorstel ter goedkeuring voorlegt aan het provinciaal bestuur. Inmiddels zijn we een anderhalf jaar verder, en is er meer duidelijkheid of de beoogde organisaties de voorgestelde projecten gaan uitvoeren. Daarnaast zijn er organisaties die extra budget aanvragen of voor een niet geprogrammeerd project subsidie aanvragen. Kortom een actualisatie van het programma is noodzakelijk. In deze toelichting wordt een advies gegeven voor welke projectaanvragen subsidie wordt verleend in het kader van het provinciaal subsidieprogramma. In deze toelichting wordt eerst een oplossing gegeven voor de volgende knelpunten: Onduidelijkheid budget ‘eigentijds omgang met water’ Twee indieners project ‘inwerkprogramma nieuwe bestuurders Weinig animo voor projecten in het ambitiespeerpunt ‘vitaal platteland’ Splitsen project ‘flevolanders en ecologische verbindingen’ Vervolgens worden wordt een toelichting en een advies gegeven voor de volgende projecten: Verhoging subsidie ‘visievorming door opinion leaders’ uitgevoerd door de Milieufederatie Verhoging subsidie ‘inwerkprogramma nieuwe bestuurders’ uitgevoerd door het consulentschap voor natuur- en milieueducatie Toekenning subsidie nieuw project ‘uit bedrijf’ uitgevoerd door Landschapsbeheer Toekenning subsidie nieuw project ’opzetten provinciaal plein (website) leren voor duurzaamheid’ uitgevoerd door het consulentschap. Als laatste wordt een financieel overzicht gegeven (zie ook tabellen laatste pagina’s).
Knelpunten waterprojecten Volgens de tabel ‘financieel overzicht NME-21’ is er in totaal ƒ 1.013.000 (€ 459.679,35) rijksgeld geprogrammeerd. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het de bedoeling is voor het project ‘eigentijds omgang met water’ in totaal ƒ 40.000 (€ 18.151,21) te reserveren en niet ƒ 80.000 (€ 36.302,42). In het programma is ook ƒ 50.000 (€ 22.689,01) beschikbaar voor het waterproject ‘betrokkenheid bij verschillende aspecten van water’. Voor watergerelateerde projecten is dus ƒ 40.000 + ƒ 50.000 is ƒ 90.000 (€ 40.840,22) beschikbaar. Voor beide waterprojecten was weinig belangstelling daarom heeft de Milieufederatie subsidie ontvangen om organisaties te enthousiasmeren en is het doel verbreed naar waterprojecten in niet beperkt tot beide waterprojecten in het programma. Deze subsidie gebruikt de Milieufederatie niet alleen om organisaties enthousiast te maken maar ook voor begeleiding zodat geïnteresseerde organisaties uitgewerkte projectvoorstellen indienen. Ook zal de milieufederatie trachten de cofinanciering uit te breiden. In mei 2002 is de Milieufederatie klaar met de opdracht.
Twee indieners project ’inwerkingsprogramma nieuwe bestuurders’ Zowel de Milieufederatie (MFF) als het Consulent voor natuur- en milieu educatie (CNME) zijn penvoerder voor het project ‘inwerking nieuwe bestuurders en leren voor duurzaamheid’. Beide organisaties hebben een
projectvoorstel ingediend en ter beoordeling voorgelegd aan de provincie. De aanvraag van de MFF heeft betrekking op het geven van voorlichting aan nieuwe bestuurders over het programma leren voor duurzaamheid waarbij aandacht wordt besteed aan mondiale aspecten van duurzame ontwikkeling. Het CNME geeft ook voorlichting aan nieuwe bestuurders maar in samenwerking met het instituut voor publiek en politiek (IPP) wordt een zogenoemde opinie wijzer opgesteld. Deze opiniewijzer biedt de mogelijkheid prioriteiten te stellen op het gebied van duurzame ontwikkeling. In beginsel moet het ambitie statement van de provincie Flevoland de belangrijkste criteria bevatten voor de toetsing van aanvragen. Het vigerende ambitie statement van de provincie Flevoland biedt echter onvoldoende aanknopingspunten om een beoordeling mogelijk te maken. Daarom worden nieuwe concept criteria toegepast. Omdat deze nieuwe concept criteria nog niet zijn vastgesteld door het provinciaal bestuur dienen ze wel als richtsnoer. Binnenkort zullen de nieuwe criteria als beleidsregels worden voorgelegd. Het CNME heeft een beter projectvoorstel en het provinciaal bestuur wordt daarom geadviseerd voor het CNME-voorstel subsidie te verlenen. Een verdere toelichting op het CNME-voorstel vindt u op p. 4 van deze toelichting. De volgende criteria waren doorslaggevend voor een positieve beoordeling van het CNMEvoorstel: CNME-voorstel initieert en biedt de mogelijkheid tot monitoring van het leerproces, naast het ontwikkelen van een nieuwe methode wordt er ook samengewerkt met een nieuwe partner (IPP; Instituut voor publiek en partij), het intergratie element van duurzaamheid wordt uitgewerkt door het CNME. MFF geeft weliswaar aan dat zij aandacht besteden aan mondiale aspecten maar werken dit niet uit in het leerproces voor nieuwe bestuurders, het CNME-voorstel is een sprong voorwaarts in hun activiteiten terwijl het voorstel van de Milieufederatie meer aansluit op hun reguliere activiteiten. De MFF heeft mondeling aangegeven dat zij geen bezwaar aantekenen tegen de gevolgde procedure en beoordeling. Ook zijn ze bereid deel te nemen in de begeleidingscommissie van het CNME-project.
Landbouwprojecten ’vitaal platteland’ Voor veel landbouwprojecten zijn nog geen projectvoorstellen ingediend (zie onderstaande tabel). Speerpunt
Project (nog geen voorstel)
Vitaal platteland Vitaal platteland Vitaal platteland Vitaal platteland Totaal
Deelname stedelijke bevolking aan week v/h platteland Gesprek over thema’s die natuur en platteland raken NME-uitbouw agrarische evenementen Ontmoetingen jeugd en landbouw
Bedrag [ƒ] Ƒ 10.000 Ƒ 32.000 Ƒ 36.000 Ƒ 44.840 Ƒ 122.840
Bedrag [€] 4537,80 14.520,97 16.336,09 20.347,50 55.742,36
Inmiddels is Katalysator, het projectenbureau van de NLTO, bereid gevonden als penvoerder op te treden. In 1 de klankbordgroep leren voor duurzaamheid is besloten het provinciaal bestuur te adviseren het beschikbare budget voor de ambitie/thema vitaal platteland terug te brengen naar ƒ 60.000 (€ 27.226,81). Naast weinig animo is een andere belangrijke reden voor het terugschroeven van het beschikbaar budget, de mogelijkheid subsidie aan te vragen uit andere fondsen. Het project NME-uitbouw agrarische evenementen gaat niet door in de gemeente Zeewolde en Noordoostpolder. Alleen de gemeente Dronten heeft aangegeven in 2003 een deelproject te willen entameren. Het beoogde budget en plan past meer in het subsidieprogramma ’milieueducatie- en communicatie door derden’ van de provincie Flevoland. Ook de projecten deelname stedelijke bevolking aan week van het platteland en gesprek over thema’s die natuur en platteland raken passen meer in dit subsidieprogramma. Handhaving van het bestaande budget en projectindieners trachten te vinden heeft dan weinig zin.
1
Overleg waarin natuur- en milieuorganisaties, overheden en andere maatschappelijke organisaties participeren en meepraten over het subsidieprogramma leren voor duurzaamheid
Splitsen project Flevolanders en ecologische verbindingen In 2001 heeft het provinciaal bestuur subsidie verleend aan het consulentschap voor natuur- en milieueducatie voor het project Flevolanders en ecologische verbindingen. Het project bestaat echter uit twee delen, CNME en NME-Almere (natuur en milieu educatie afdeling van de gemeente Almere) zijn trekkers van de deelprojecten. Het CNME heeft aangegeven dat zij in overleg NME-Almere het project willen splitsen. In de oorspronkelijke opzet zou CNME de verleende subsidie ontvangen en deze verrekenen met NME-Almere. Het gewijzigde voorstel is dat elke organisatie zijn eigen verantwoordelijk neemt en een nieuw voorstel indient. Inmiddels heeft het consulentschap een gewijzigd voorstel ingediend. De gemeente Almere heeft weliswaar een conceptvoorstel ingediend maar heeft bij nader inzien geen hoge prioriteit gegeven aan het project. De gemeente Almere krijgt tot 1 juni 2002 de tijd om alsnog met een projectvoorstel te komen. Het consulentschap heeft nog geen beschikking ontvangen omdat de financiële onderbouwing van het nieuwe voorstel ontbrak. Het CNME heeft nog geen geld ontvangen. In het toekenningsbesluit van 29 mei 2001 (MB/01.091068/A) is ƒ 52.000 rijksbijdrage en ƒ 6.000 provinciale cofinanciering toegekend voor het project aan het CNME. Deze bedragen waren oorspronkelijk bestemd voor de financiering van het gehele project in 200o en 2001 (inclusief project NME-Almere). Het CNME-deel, gebaseerd op een gewijzigd voorstel, bedraagt ƒ 60.000 rijkssubsidie en ƒ 6.000 cofinanciering van de provincie Flevoland. Het bedrag van het toekenningsbesluit is ƒ 8.000 (rijkssubsidie) lager dan het nieuwe voorstel. Daarom wordt voorgesteld in de beschikking voor CNME, afgeleid van het toekenningsbesluit, de oorspronkelijke bedragen te handhaven (ƒ 52.000 rijkssubsidie en ƒ 6.000 provinciale cofinanciering) en bij de eindafrekening wordt de resterende ƒ 8.000 rijkssubsidie uitbetaald. Indien het provinciaal bestuur niet eens is met de voorgestelde handelswijze dan moet het oorspronkelijke besluit worden vernietigd en moet er vervolgens een nieuw besluit worden genomen. Kort samengevat wordt het provinciaal bestuur geadviseerd ƒ 90.000 (€ 40.840,22) beschikbaar te stellen voor waterprojecten waarvoor de Milieufederatie penvoerder is en het beschikbaar budget voor vitaal platteland terug te brengen naar ƒ 60.000 (€ 27.226,81) waarvoor Katalysator penvoerder is. Verder wordt het provinciale bestuur geadviseerd het project voorstel ‘inwerkingsprogramma nieuwe bestuurders en leren voor duurzaamheid’ van het CNME te beoordelen voor subsidieverlening (zie ook pagina 4) en niet het voorstel van de Milieufederatie. Als laatste wordt voorgesteld CNME de financiën doen toekomen zoals besloten in toekenningsbesluit (MB/01.091068/A) voor het project ‘Flevolanders en ecologische verbindingen’. De verleende subsidie wordt door het CNME aangewend voor hun projectonderdeel op basis van een gewijzigd voorstel.
Aangevraagde subsidievoorstellen Visievorming bij opinionleaders van de milieufederatie De Milieufederatie heeft op 1 februari 2001 het projectvoorstel ‘visievorming bij opinionleaders’ ingediend (kenmerk 01.001378) waarin gevraagd wordt ƒ 78.840 rijkssubsidie toe te kennen uit het subsidieprogramma leren voor duurzaamheid. Doel van het project Vergroting van de bekendheid en status van (leren voor) duurzaamheid bij opinionleaders en in de Flevolandse samenleving. Opinionleaders zijn bestuurders, maar ook spraakmakende personen uit bedrijven, maatschappelijke organisaties, sport, jongeren, allochtonen of kunstenaars. Opinionleaders adopteren in dit kader scholieren als symbool voor het samenspel van verschillende generaties aan een duurzame toekomst. Motivatie Het ingediende project voldoet aan de uitgangspunten zoals vermeld in het provinciale ambitie statement en het programma ‘leren voor duurzaamheid’. Het project is vernieuwend omdat op informele wijze opinion leaders enerzijds kennis maken met duurzame ontwikkeling en anderzijds zij deze kennis weer verspreiden binnen hun netwerk en aan jongeren. Het project staat midden in de samenleving en betrekt verschillende maatschappelijke sectoren zoals sport, cultuur, bedrijfsleven en openbaar bestuur in een leerproces voor duurzame ontwikkeling.
Het project benadrukt de sociale aspecten van duurzaamheid maar verwaarloost niet de ecologische en economische aspecten van duurzaamheid. Verder is het project gericht op het initiëren van een leerproces. De zogenoemde olievlek werking (van opinion leaders via jongeren naar Flevolandse bevolking) is zichtbaar. Voorstel subsidieverlening Voor dit project, waarvan de totale kosten zijn geraamd op € € 44.720,04 (ƒ 98.550), verdeeld over 2002/2003, wordt in totaal € € 35.776.04 (ƒ 78.840)aan rijksmiddelen aangevraagd. Geadviseerd wordt voor dit project maximaal € € 35.776,04 subsidie te verlenen. De Milieufederatie staat garant voor de cofinanciering, zijnde € € 8944,01 (ƒ 19.710). Dit wil zeggen dat de Milieufederatie uit eigen middelen cofinanciering realiseert indien zij er niet in slaagt cofinanciering door derden te realiseren. Oorspronkelijk was voor dit project een budget opgenomen van €€ 14.520,97 (ƒ 32.000). jaar 2002
NME21rijksbijdrage Ƒ € 23.015,73
Provinciale cofinanciering ♫€ 0,-
Overige cofinanciering Ƒ € 5.753,93
2003
Ƒ € 12.760,30
Ƒ€ 0,-
Ƒ € 3.190,96
€ 0,-
€ € 8.944,89
Totaal Ƒ€ € 35.776,03
totaal €€ 28.769,66 €€ 15.951,26 € 44.720,92
Omdat de kosten voornamelijk arbeidskosten zijn en de Milieufederatie een ideële organisatie is met een beperkt budget wordt geadviseerd 90% als voorschot op de rijksbijdrage toe te kennen.
Inwerkprogramma nieuwe bestuurders en leren voor duurzaamheid van het CNME Het CNME heeft op 13 februari 2002 het projectvoorstel ‘inwerkprogramma nieuwe bestuurders’ per e-mail ingediend waarin gevraagd wordt € 15.000 rijkssubsidie toe te kennen uit het subsidieprogramma leren voor duurzaamheid. Doel van het project Aanbieden van een compact inwerkprogramma leren voor duurzaamheid (LvD) aan nieuwe gemeente bestuurders wat moet resulteren in bestuurlijke verankering (vastgelegd in gemeentelijk beleid en vertaald naar de dagelijkse praktijk). Het inwerkprogramma geeft de nieuwe bestuurders inzicht in de mogelijkheden van LvD en hun eigen rol daarin. Motivatie Het project bevat vernieuwende aspecten. Het project biedt bestuurders de mogelijkheid kennis te maken met duurzame ontwikkeling. Huidige opleidingsinstituten voor bestuurders besteden niet of nauwelijks aandacht aan duurzame ontwikkeling. Daarnaast wordt samengewerkt met het instituut voor publiek en politiek. Op het gebied van natuur- en milieu educatie is dit een nieuwe partner. Ook wordt een leerproces geïnitieerd. Met behulp van de zogenoemde opiniewijzer is het mogelijk bestuurlijke voortgang op het gebied van duurzame ontwikkeling te controleren door burgers. Deze interactie is ook een duidelijke uiting van een integrale benadering van duurzaamheid (sociale, economische en ecologische aspecten van duurzaamheid). Voorstel subsidieverlening Voor dit project, waarvan de totale kosten zijn geraamd op €€ 26.450 (ƒ 58.288,13), is voor 2002 in totaal € € 15.000 (ƒ 33.055.65) aan rijksmiddelen gevraagd. Geadviseerd wordt voor dit project maximaal € € 7.260,48 (ƒ 16.000) subsidie te verlenen conform het geprogrammeerde budget. Het CNME staat garant voor de cofinanciering, zijnde € € 1815,12(ƒ 4.000). Dit wil zeggen dat CNME uit eigen middelen cofinanciering realiseert indien zij er niet in slaagt cofinanciering door derden te realiseren. Reden voor de voorgestelde toekenning van het oorspronkelijke geprogrammeerde bedrag van € 7.260,48 (ƒ 16.000), is dat het CNME in een laat stadium kenbaar heeft gemaakt extra budget nodig te hebben. In de klankbordgroep heeft CNME niet expliciet vermeld extra budget nodig te hebben. Formeel is er geen uiterste
indieningsdatum voor projecten. Indien er voldoende financiën overblijven is het mogelijk in later stadium alsnog extra subsidie toe te kennen.
jaar 2002
NME21rijksbijdrage Ƒ € 7.260,48
Provinciale cofinanciering ♫€ 0,-
Overige cofinanciering Ƒ € 19.189,52
2003 totaal
Ƒ€0 Ƒ€ € 7.260,48
Ƒ€ 0,€ 0,-
Ƒ € 0,0 € € 19.189,52
Totaal €€ 26.450,00 € € 0,00 € 26.450
Omdat de kosten voornamelijk arbeidskosten zijn en het CNME een ideële organisatie is met een beperkt budget wordt geadviseerd 90% als voorschot op de rijksbijdrage toe te kennen.
Buiten bedrijf van landschapsbeheer De stichting Landschapsbeheer heeft op 17 september 2001 het projectvoorstel ‘buiten bedrijf’ ingediend (kenmerk 01.010917) waarin gevraagd wordt € 18.000 rijkssubsidie toe te kennen uit het subsidieprogramma leren voor duurzaamheid. Doel Het project Buiten bedrijf biedt de mogelijkheid om organisaties kennis te laten maken met natuur en landschap. Een dagje lekker werken in de natuur en horen, zien en voelen wat de natuur voor je kan doen. Onder de kapstok bedrijfsuitje of teambuilding wordt het bedrijfsleven uitgedaagd zich bezig te houden met landschapsbeheer. Motivatie Het ingediende project voldoet aan de uitgangspunten zoals vermeld in het provinciale ambitie statement en het programma ‘leren voor duurzaamheid’. Het project is vernieuwend omdat op informele wijze het bedrijfsleven kan kennisnemen met natuurbeheer. Daarnaast bevat het project zowel ecologische als economische en sociale facetten van duurzaamheid. Als laatste biedt het project enerzijds de stichting landschapsbeheer de mogelijkheid kennis te maken met het bedrijfsleven en anderzijds komt het bedrijfsleven in contact met natuurbeheerorganisaties. Voorstel subsidieverlening Voor dit project, waarvan de totale kosten zijn geraamd op € € 52.000 (verdeeld over 2002 en 2003). In totaal is € € 18.000 aan NME-21 middelen aangevraagd. Geadviseerd wordt voor dit project maximaal € € 13.613,40 subsidie te verlenen. Landschapsbeheer staat garant voor de cofinanciering. jaar 2002
NME21rijksbijdrage Ƒ € 13.613,40
Provinciale cofinanciering ♫€ 0,-
Overige cofinanciering Ƒ € 38.500
2003 totaal
Ƒ€0 Ƒ€ € 13.613,40
Ƒ€ 0,€ 0,-
Ƒ € 0,0 € € 38.500,00
Totaal €€ 52.000,00 € € 0,00 € 52.000
Omdat de kosten voornamelijk arbeidskosten zijn en de stichting Landschapsbeheer een ideële organisatie is met een beperkt budget wordt geadviseerd 90% als voorschot op de rijksbijdrage toe te kennen.
Opzetten provinciale website ‘leren voor duurzaamheid’ van het CNME Het CNME heeft op 13 februari 2002 het projectvoorstel ‘opzetten provinciale website leren voor duurzaamheid’’ per e-mail ingediend waarin gevraagd wordt € 13.850 rijkssubsidie toe te kennen uit het subsidieprogramma ‘leren voor duurzaamheid.
Doel Voorjaar 2002 wordt een provinciale website gecreëerd in Flevoland die aansluit bij de landelijke site voor Leren voor Duurzaamheid (www.lerenvoorduurzaamheid.info), gezamenlijk met drie andere provincies (Gelderland, Zuid-Holland en Noord-Holland). Flevoland heeft samen met de andere provincies dus de primeur. Voor de inrichting van het Flevolandse plein voor Leren voor Duurzaamheid wordt onderzocht welke kennisdomeinen, projecten en doelgroepen relevant zijn voor interactie t.b.v. kennisuitwisseling. Tegelijkertijd wordt onderzocht welke afstemming mogelijk is met andere (provinciale) sites. Een zogenaamd ‘portaal voor groen& grijs vrijwilligerswerk’ als voortvloeisel van het project “Eén loket en databank voor vrijwilligerswerk” zal waarschijnlijk onderdeel gaan uitmaken van de provinciale website. Motivatie Het ontwikkelen van een website is een belangrijk instrument voor kennisuitwisseling. Initiëren van een leerproces staat hier voorop. De software voor het opzetten van de website is uniform en gekoppeld aan de landelijk website leren voor duurzaamheid. De website kan eventueel uitgroeien tot een Flevolands platform op het gebied van duurzaamheid. Ondanks de slechte start van de nationale website ‘leren voor duurzaamheid’ is er voldoende vertrouwen dat het CNME er in slaagt een provinciaal plein te ontwikkelen over ‘leren voor duurzaamheid’ Voorstel subsidieverlening Het project maakt onderdeel uit van het project “Opzetten expertise- en coördinatiestructuur Leren voor Duurzaamheid” wat reeds is toegekend (MB/01.091068/B). De materiële kosten die gemaakt worden voor de ontwikkeling van het Kennisnet Leren voor Duurzaamheid waren in de vorige begroting niet meegenomen. Daarom wordt deze aanvullende aanvraag ingediend. Het gaat hierbij om een éénmalige investering van € €€ 13.850,- exclusief de ontwikkelkosten voor het portaal vrijwilligerswerk. Geadviseerd wordt € € 9.075,60 toe te kennen Het oorspronkelijke bedrag zoals afgesproken in de klankbordgroep. jaar 2002
NME21rijksbijdrage Ƒ € 9.075,60
Provinciale cofinanciering ♫€ 0,-
Overige cofinanciering Ƒ € 4.774,40
2003 totaal
Ƒ€0 Ƒ€ € 9.075,60
Ƒ€ 0,€ 0,-
Ƒ € 0,0 € € 4.774,40
Totaal €€ 13.850,00 € € 0,00 € 13.850
Omdat de kosten voornamelijk arbeidskosten zijn en het CNME een ideële organisatie is met een beperkt budget wordt geadviseerd 90% als voorschot op de rijksbijdrage toe te kennen.
Financieel overzicht Er is ƒ 1.000.000 (€ 453.780,21) rijksbijdrage te besteden over 2000 t/m 2003. De provincie Flevoland heeft in de begrotingstoelichting toegezegd maximaal 10% van de rijksbijdrage beschikbaar te stellen voor cofinanciering. Dit betekent dat de provincie Flevoland maximaal ƒ 100.000 reserveert voor cofinanciering van projecten in het subsidieprogramma Leren voor Duurzaamheid. Uit het financiële overzicht (zie tabel financieel overzicht NME-21 programma) blijkt dat in totaal ƒ 755.735 (€ 342.937,59) rijksbijdrage wordt besteed. In deze tabel zijn ook de voorstellen in deze oplegnota verwerkt voor 2002 (zie kolom goedkeuring ‘in behandeling’) . Bij het project ‘recreatieve ontmoetingen op het platteland’ van de NLTO is de eis opgenomen in de beschikking dat voor 2002 en 2003 een vervolgvoorstel nodig is voor toekenning vervolgsubsidie. Daarom wordt in de beschikking ƒ 48.000 (€ 21.781,45) subsidie verleend waarnaast ƒ 48.000 wordt gereserveerd voor 2002 en 2003. Op grond van het voorgaande wordt ƒ 803.735 (€ 364.719,04) rijksbijdrage besteed. In de onderstaande tabel staan de ingediende projectvoorstellen in 2002: Project
Indiener
Bedrag [€€]
Bedrag [ƒ]
Visievorming door opinion leaders Inwerkprogramma nieuwe bestuurders Buiten bedrijf Opzetten provinciale website Totaal
MFF CNME Landschapsbeheer CNME
35.776,04 7.260,48 13.613,51 9,075,60 65.725,63
78.840 16.000 30.000 20.000 144.840
Bovenstaande bedragen hebben betrekking op de gehele looptijd 2002 en 2003. Alleen voor het project visievorming door opinionleaders vindt er ook betaling plaats in 2003, namelijk ƒ 28.120 (€€ 12.760,30). Dit betekent dat € € 65.725,63 - € € 12.760,30 = €€ 52.965,33 ten laste komt van begrotingspost 2002/5.04.17 in 2002. Voor het thema water en vitaal platteland is respectievelijk ƒ 90.000 (€ 40.840,22) en ƒ 60.000 (€ 27.226,81) beschikbaar uit de rijksbijdrage, in totaal dus ƒ 150.000 (€ 68.067,03). Dit beschikbare bedrag is mogelijk omdat het rijkssubsidie budget hiervoor toereikend is. Zie onderstaande berekening: Te besteden rijksbijdrage € 453.780,21 Te besteden subsidies (incl. voorstellen in 2002) € 364.719,04 Beschikbaar voor thema’s. € 68.067,03 Saldo € 20.994,14 Het aangeven van een beschikbare budget is een beleidskwestie om een evenwichtige verdeling te realiseren tussen de verschillende ambities en thema’s . Organisaties moeten nog uitgewerkte projectvoorstellen indienen en dit ter goedkeuring voorleggen aan het bestuur. Het resterende bedrag van € 20.994,14 kan eventueel worden aangewend voor andere projecten of als aanvulling op ingediende projecten. Ook de provinciale cofinanciering blijft binnen het budget. Tot nu toe is ƒ 47.700 (€€ 21.645,32) besteed. Alleen voor de toegekende bedragen voor waterprojecten en vitaal platteland is het nog mogelijk maximaal 10% provinciale cofinanciering te vragen. Dit betekent dat nog maximaal ƒ 15.000 (€€ 6.806,07) provinciale cofinanciering kan worden uitgegeven. Het totale bedrag voor provinciale cofinanciering blijft hiermee beperkt tot ƒ 62.700 (€€ 28.452,02), ƒ 37.300 (€ 16.926,00) onder het totale budget voor provinciale cofinanciering. In de bijlage zijn twee tabellen opgenomen. De tabel financieel overzicht NME-21 programma geeft een projectoverzicht van de bestedingen. De tabel ‘totaalplaatje bestedingen’ geeft aan, voor elk jaar waarin beschikt wordt, wat de bestedingen zijn voor de volgende jaren. De donkergrijs gearceerde bedragen komen dan ook overeen met de afgegeven beschikkingen in dat jaar.