Provincie Flevoland
Notulen
Registratienummer: PS01.0126
Notulen van de openbare vergadering van Provinciale Staten van Flevoland gehouden op donderdag 1 november 2001 om 1930 uur in het Provinciehuis te Lelystad.
Aanwezig zijn:
de heren H.Dijksma (VVD), D.H.A. van Hemmen (CDA) en W.G. de Raad (VVD), leden van het college van Gedeputeerde Staten; de heren T. van Amerongen (VVD), R.Th. van der Avoort (VVD) en W. Baarsen (ChristenUnie), mevrouw J.S. Binnerts-de Jonge (VVD), de heren M. Bogerd (SGP), J.M. Bos (PvdA), B. Brand (ChristenUnie) en J.L. Crebas (D66), mevrouw M.I. Creemers-Hazebroek (VVD), mevrouw M.L. Ebbens-Smit (VVD), de heren C.W. van Erk (VVD) en J. de Graaf (CDA), mevrouw K.J.H. Hasper-Wolters (CDA), de heer F.G. Hoekstra (CDA), de dames E.M.M. van Hulten-Delfgaauw (PvdA) en F.T. Joosse (ChristenUnie), de heren J. Kalkman (fractie-Kalkman), G.J. Kolstee (CDA), H.A. Kramer (VVD), C.J.J. de Kroon (CDA), F.D. van Kuik (PvdA), A.H.R. Leijten (CDA) en C.A.A.A. Maenhout (VVD), mevrouw I. Maters-Meuleman (CDA), de heren W. van der Meulen (VVD), A.B. Mossad (CDA), J.W. van der Pijll (GroenLinks), J. Purvis (VVD), E. Schaap (GroenLinks), J.P. Slicht (PvdA), I.J.W. Valk (PvdA), A.H. Vermeer (VVD) en J.P. Visser (fractie-Visser), mevrouw M.P.M.M. van der Wee (GroenLinks), de heren R. de Wit (SGP) en de heer P. Zijlstra (CDA). Afwezig zijn:
mevrouw L.M. Bouwmeester-den Broeder (PvdA), Gedeputeerde; de heren G.W. Bulk (VVD), M. van Daalen (ChristenUnie), C.J.M. Goossens (PvdA), R.E. Haverkort (GroenLinks), mevrouw M.W. de Jong (D66), de heer L.D. van der Wal (D66) en mevrouw C.T. Zelveldervan der Laan (PvdA). Voorzitter:
de heer mr. M.J.E.M. Jager, Commissaris der Koningin. Griffier:
de heer T. van der Wal, griffier.
1. Opening De voorzitter: Dames en heren. De vergadering is geopend. Berichten van verhindering zijn binnengekomen van mevrouw Bouwmeester, mevrouw Zelvelder, mevrouw De Jong, de heer Van der Wal, de heer Goossens, de heer Haverkort, de heer Van Daalen en de heer Bulk. Zojuist heb ik mogen horen dat recent een kogel door de kerk is gegaan en de heer Vermeer heeft besloten - hij moet ons dat nog formeel mededelen - een positie in het Europarlement te aanvaarden, wat natuurlijk voor hem maar ook voor ons een bijzondere gebeurtenis is. Het zal voor het eerst in de geschiedenis zijn dat Flevoland twee Europarlementariërs heeft. Natuurlijk zullen wij hierop nog terugkomen, maar op dit moment wil ik de heer Vermeer op die bijzondere plek al veel wijsheid en succes toewensen. Als Europese regio bij uitstek zijn wij er natuurlijk bijzonder trots op dat iemand uit ons midden in dat gremium zal gaan functioneren.
-22. Beëdiging van de plaatsvervangend griffier de heer W.H.J. Teeuwisse De voorzitter: Mag ik de griffier verzoeken de heer Teeuwisse binnen te leiden en de leden van de Staten verzoeken op te staan? De heer Teeuwisse wordt door de griffier binnengeleid en legt in handen van de voorzitter de verklaring en belofte af. De voorzitter: Ik heet u heel hartelijk welkom in ons midden. Gezien de wetsontwerpen die eraan komen weet ik niet hoe lang wij in deze zin over plaatsvervangende griffiers kunnen spreken, maar wij zijn blij met uw komst en wensen u veel succes toe. Het is passend dat ik u heb mogen beëdigen op het moment waarop wij, in deze functie althans, afscheid hebben genomen van uw voorganger. Wij hopen u veel te zien, ook in dit gremium. 3. Notulen van de openbare vergaderingen d.d. 4 oktober 2001 De notulen van de vergadering van 4 oktober 2001 worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 4. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. 5. Ingekomen stukken Een bezwaar van bewoners en gebruikers van landerijen aan de Biddingweg en Bisonweg tegen de Hanzelijn en kunstwerken ter hoogte van de Biddingweg en Bisonweg. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen besloten het bezwaar van de bewoners en gebruikers van landerijen aan de Biddingweg en Bisonweg tegen de Hanzelijn en kunstwerken ter hoogte van de Biddingweg en Bisonweg ter afhandeling voor te leggen aan Gedeputeerde Staten van Flevoland. 6. Voorstel inzake verzoek tot garantstelling jegens de gemeente Apeldoorn in verband met de financiële e problematiek van de Stichting Europartenariat The Netherlands 1998 alsmede de vaststelling van de 32 wijziging van de begroting 2001 Mevrouw Creemers-Hazebroek: Mijnheer de voorzitter. Dit voorjaar bleek dat van onregelmatigheden en onjuistheden sprake was bij de financiële afwikkeling van het Europartenariat. Dat feit staat niet op zichzelf, dit stond en staat sterk in verband met de recente perikelen in Gelderland. Ook Flevolandse Gedeputeerden hebben zitting in het bestuur van de Stichting Europartenariat gehad en mede op initiatief van de Flevolandse Gedeputeerde die momenteel zitting heeft in dit bestuur is besloten tot een uitvoerig en diepgaand onderzoek door accountants en juristen naar de gang van zaken en de consequenties die daaruit zouden kunnen voortvloeien. Gebleken is dat het door de provincies Gelderland en Overijssel verstrekte overbruggingskrediet van ƒ 1,5 miljoen voor een ongedekt tekort niet is terugbetaald. Flevoland zou, zoals is besloten door onze Staten, van dit tekort ƒ 500.000,- dekken, maar vanwege de opstelling van de provincie Gelderland, die ƒ 1 miljoen overbruggingskrediet beschikbaar wilde stelden, is het Flevolands besluit niet tot volle uitvoering gekomen en kon volstaan worden met het verstrekken van een rentevergoeding van ƒ 15.000,-. De Stichting Europartenariat voelt zich terecht verplicht de ontstane ingewikkelde situatie in financieel en juridisch opzicht uiterst correct af te wikkelen. Daartoe moet via een opdracht aan accountants en juristen de financiële en juridische kant van de zaak in beeld worden gebracht. In het verzoek aan de provincie Flevoland wordt tevens aangegeven dat voor crediteuren die behoorlijk in de knel zouden komen bij voorbaat zou moeten worden betaald. De gemeente Apeldoorn heeft hiervoor reeds het totale benodigde bedrag van ƒ 500.000,- gereserveerd. De VVD waardeert deze stap als zeer positief waar het gaat om het inwinnen van juridisch en financieel advies, maar is met het college van mening dat het voor het zonder meer betalen van crediteuren nog te vroeg is. Wie wel of niet tot deze voorkeursgroep zou moeten behoren is op dit moment voor ons nog niet te bepalen en de rechtmatigheid van een dergelijke handelwijze is nog niet te beoordelen. Daarom steunt de VVD vooreerst het voorstel aan Apeldoorn een terugbetalingsgarantie te geven ten aanzien van de kosten voor financiële en juridische adviezen aan de Stichting Europartenariat.
-3Teneinde het aandeel van de Flevolandse kosten en baten in het verdere afwikkelingstraject en de verhouding hiervan tot de andere partijen in de stichting zo zuiver mogelijk te kunnen beoordelen, is het in de ogen van de VVD verstandig en noodzakelijk expertise in te schakelen om het Flevolands belang goed uit te lichten. Vandaar dat wij uw voorstel hiervoor ƒ 45.000,- beschikbaar te stellen zeker ondersteunen. Voor dit moment valt voor onze Staten geen ander besluit in relatie tot de afwikkeling van dit overigens wel geslaagde evenement te nemen. Toch wil ik van dit moment gebruik maken om u te vragen of u ons nog recente informatie kunt geven over de voortgang en mogelijke resultaten van het ingezette onderzoek door IPA ACON. Zijn de resultaten daarvan inmiddels vrijgegeven en is er zicht op de termijn waarop wij in commissieverband daarover nader zullen worden geïnformeerd? De heer De Graaf: Mijnheer de voorzitter. In de commissie ELPOO is dit onderwerp uitvoerig aan de orde geweest en wij zijn toen tot de conclusie gekomen dat wij inhoudelijk nog niet zo veel te discussiëren hebben omdat de informatie waarom mevrouw Creemers zojuist gevraagd heeft nog niet beschikbaar is en pas in de loop van deze maand beschikbaar zal komen. De Gedeputeerde heeft dat in de commissie ELPOO medegedeeld en ik ga ervan uit dat dat juist is. Om die reden willen wij nu niet lang over dit onderwerp discussiëren. Wij willen wel graag stipuleren dat wij gaarne met de ƒ 40.000,- voor eigen extern onderzoek akkoord gaan. Het is belangrijk dat volstrekt duidelijk wordt welke plussen en helaas minnen de provincie Flevoland boven het hoofd hangen. Overigens gaan wij ook graag akkoord met de overige ƒ 60.000,- omdat het onzes inziens niet aangaat in deze fase van de procedure Apeldoorn alleen met de problemen op te zadelen. Mevrouw Van Hulten-Delfgaauw: Mijnheer de voorzitter. Europartenariat The Netherlands is een geslaagd project. Dat hebben wij althans begrepen. Hoe geslaagd het project ook was - wij hebben overigens nog nooit een evaluatie van het project gezien -, nu blijkt de financiële afwikkeling helaas niet te kloppen. Uit extern accountantsonderzoek op initiatief van het stichtingsbestuur is gebleken dat er een tekort is van ƒ 1,5 miljoen en bovendien staat op de balans een waarschijnlijk dubieuze vordering van ƒ 900.000,-, wat mogelijk consequenties kan hebben voor de Europese bijdrage - ƒ 4 miljoen in totaal -, wat betekent dat wellicht terugbetaald zal moeten worden. Wij willen nu niet uitgebreid op deze zaak ingaan omdat het voorstel daartoe naar onze mening geen aanleiding geeft. Voorzover wij het nu kunnen beoordelen heeft de Gedeputeerde alert en juist gereageerd op hetgeen hij bij zijn aantreden aantrof. Terecht stelt het college nu dan ook voor alleen de gevraagde terugbetalingsgarantie ten behoeve van de inschakeling van financiële en juridische adviseurs ter grootte van ƒ 60.000,- te verlenen. Ook stelt het college voor eigen externe adviezen in te winnen en daarvoor een bedrag van ƒ 40.000,- ter beschikking te stellen. Wij stemmen in met het voorliggende voorstel. Wanneer denkt u ons nader te informeren en wanneer zullen wij over deze zaak uitvoerig met u van gedachten kunnen wisselen naar aanleiding van het gehele project? De heer Schaap: Mijnheer de voorzitter. Ik wil de Gedeputeerde vragen of hij de actualiteit kan toelichten, de voortgang met betrekking tot de ontwikkeling als ook de dekking van de resterende 80% die van andere partijen zal moeten komen. In tweede termijn zullen wij op dit onderwerp terugkomen. De heer Dijksma (Gedeputeerde): Mijnheer de voorzitter. Het gaat erom dat de positie van zowel de stichting als de stuurgroep in financieel en in juridisch opzicht duidelijk in kaart wordt gebracht. Verder is het natuurlijk noodzakelijk dat de belangen van onze provincie op de juiste wijze worden behartigd. Dat is primair het doel van dit voorstel. De meest recente informatie die ik kan geven luidt als volgt. Wij hebben zojuist het rapport van IPA ACON en de begeleidende brief van de stichting ontvangen. Uiteraard hebben de bestuursleden van de stichting deze brief zeer onlangs opgesteld. De behandeling van de brief in het college zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden. Wij hopen dat dat de komende week zal gebeuren. Zoals de Staten weten is het gebruikelijk dat het college eerst een standpunt bepaalt. In overleg met de voorzitter van de commissie ELPOO, die links van de heer De Graaf zit, zal ik aanstaande dinsdag proberen een datum vast te stellen waarop het stuk in die commissie kan worden behandeld. Door de commissie is reeds een aantal suggesties gedaan en wij zullen proberen daarmee rekening te houden. De voorzitter zal de datum uiteindelijk bepalen.
-4Mevrouw Van Hulten, die naar de evaluatie van het project heeft gevraagd, kan ik mededelen dat wij de commissie de stand van zaken reeds mondeling hebben medegedeeld. Voor wat de evaluatie betreft is vertraging ontstaan. De Universiteit van Nijmegen heeft een totaal-evaluatie gedaan waaruit ongeveer ƒ 110 miljoen extra export naar voren is gekomen. Wij wilden dat bedrag per provincie gespecificeerd zien en die specificatie is inmiddels ontvangen. Wij willen het geheel in één pakket aan de Staten aanbieden, de Staten zullen daarvan nog op de hoogte worden gesteld. De heer Schaap: Kan de heer Dijksma iets zeggen over de dekking voor de resterende 80%? De heer Dijksma (Gedeputeerde): Mijnheer de voorzitter. De gemeente Apeldoorn heeft over dit onderdeel al besloten en in de provincie Gelderland ligt een daartoe strekkend voorstel gereed. In de provincie Overijssel is het project ingewikkelder, daar vindt overleg plaats tussen de vier Kamers van Koophandel. In Overijssel gaat het om een beperkt bedrag, namelijk 8% van ƒ 200.000,-. Voorzover ik weet is een aantal Kamers van Koophandel al akkoord en moeten de andere Kamers deze kwestie nog in hun bestuursvergaderingen aan de orde laten komen. De afgevaardigden van de Kamers van Koophandels zijn positief en ook de Gedeputeerde en de wethouder van de gemeente Apeldoorn hebben ons de indruk gegeven positief te zijn. De heer Schaap: Mijnheer de voorzitter. In de commissie ELPOO hebben wij het standpunt van de GroenLinks-fractie verwoord, dat tweeledig is. Bij ons lag de prioriteit bij het ondersteunen van het verzoek dat thans voorligt om externe adviezen in te winnen met betrekking tot de juridische deugdelijkheid en het traject dat gegaan moet worden. Wij hebben van harte onze steun uitgesproken met betrekking tot de positie van de Gedeputeerde in dezen. Ik denk wel dat de werkelijkheid iets afwijkt van hetgeen door mevrouw Van Hulten is gemeld. Zij stelde dat de ontwikkelingen de heer Dijksma zouden hebben overvallen en hij daarvan bij zijn aantreden niet op de hoogte was. Mevrouw Van Hulten-Delfgaauw: Wat bedoelt u? De heer Schaap: Ik heb gerefereerd aan wat u hebt gezegd. U hebt uw tekst naar ik aanneem voor u liggen. Op grond van de beantwoording en op grond van de actualiteit kan ik u melden dat het verzoek de overige ƒ 60.000,- te fourneren ook de instemming van de GroenLinks-fractie heeft. Wij hebben echter nog wel een vraag. Kunt u ons zeggen hoe lang het zal duren voordat de Staten op basis van het dualisme de middelen en de bevoegdheid zullen hebben opdrachten te verstrekken met betrekking tot het doen van onderzoek? Een dergelijk voorstel zou in dit geval als mosterd na de maaltijd komen, maar wij kunnen ons situaties voorstellen waarin zo'n voorstel in de toekomst wellicht wel opportuun zal zijn. De voorzitter: In antwoord op uw opmerking over het doen van eigen onderzoek door de Staten wil ik u erop wijzen dat de Staten daarvoor op grond van de Provinciewet een instrument ter beschikking hebben, namelijk de mogelijkheid van het instellen van een bijzondere onderzoekscommissie. Aangezien de Staten over het budgetrecht van deze provincie beschikken kunnen zij zelf besluiten de daarvoor eventueel benodigde middelen beschikbaar te stellen. Daaraan voeg ik toe dat in het wetsontwerp dualisering deze positie van de Staten versterkt zal worden, wat ik terecht vind. In beginsel hebben de Staten die mogelijkheid nu echter ook. De heer Bogerd: Mijnheer de voorzitter. De Gedeputeerde heeft ons in de commissie ELPOO uitvoerig over de situatie tot op dat moment geïnformeerd. Wij kunnen ook instemmen met het inwinnen van financiële en juridische adviezen. De Gedeputeerde heeft zojuist over een rapport van de Universiteit van Nijmegen gesproken. Inderdaad is het interessant te weten welke onze financiële en juridische verantwoordelijkheden in dezen zijn, maar wij vragen ons af of in die rapportage ook het bestuurlijk en ambtelijk functioneren in dit kader aan de orde komen. Hoe is dit alles gebeurd en hoe heeft het kunnen gebeuren? De heer Dijksma (Gedeputeerde): Op die vraag luidt mijn antwoord "nee", mijnheer de voorzitter.
-5De voorzitter: Voor alle duidelijkheid: het rapport van de Universiteit van Nijmegen geeft aan wat het Europartenariat als project, als bedrijvenbeurs, heeft opgeleverd. De heer Dijksma (Gedeputeerde): Dat rapport gaat alleen over de resultaten in commercieel opzicht. Dat was ook de opdracht. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van Gedeputeerde Staten besloten. 7. Voorstel inzake Beleid voor Omroep Flevoland De heer Hoekstra: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie kan van harte met uw voorstel instemmen. Het is aardig vast te stellen dat in de inleiding van het beleidsplan aandacht wordt besteed aan de regionale pers en de wijze waarop de provincie met de pers communiceert. Uit de berichtgeving is deze week gebleken dat door fusies van twee grote kranten lokale kantoren worden weggetrokken. Het is bijvoorbeeld de vraag op welke wijze het Dagblad Flevoland de berichtgeving zal kunnen blijven continueren. Dat geeft aan hoe belangrijk het is dat wij in Flevoland een eigen omroep hebben. De radio speelt in dit verband een belangrijke rol. Wij ondersteunen dit beleidsplan van harte. Mevrouw Van Hulten-Delfgaauw: Mijnheer de voorzitter. Omroep Flevoland bestaat 12½ jaar. Dit is een mooi moment om de nota "Beleid voor Omroep Flevoland" vast te stellen. Gelukwensen zijn op hun plaats, dit zeker nu de omroep in de laatste twee jaar duidelijk merkbaar geprofessionaliseerd is. Omdat Omroep Flevoland het enige nieuwsmedium is dat de gehele provincie bestrijkt is de omroep van extra belang voor deze provincie door de bindende rol die hij kan spelen. Bovendien is Omroep Flevoland een publieke, regionale omroep, waarbij de provincie Flevoland een grote betrokkenheid heeft. Na 12½ jaar voorbereiding, of misschien vingeroefening, zet de voor ons liggende nota kort en bondig het beleid van de provincie ten opzichte van Omroep Flevoland uiteen. De nota geeft inzicht in de stand van zaken bij Omroep Flevoland, licht de verantwoordelijkheden van de betrokken overheden toe en laat zien hoe de financiën geregeld zijn. Voor wat het beleid betreft vindt onze fractie het zeer belangrijk dat de provincie als subsidiegever benadrukt geen enkele invloed te willen uitoefenen op de journalistieke vrijheid van Omroep Flevoland. Wij vinden het ook belangrijk dat de programmaraad, die het beleid van Omroep Flevoland bepaalt, bestaat uit een zo evenwichtig mogelijke vertegenwoordiging van de diverse Flevolandse organisaties. De leden van de programmaraad dienen zich onzes inziens actief en kritisch op te stellen en regelmatig het oor te luisteren te leggen bij hun achterban. Omroep Flevoland heeft ook een taak als rampenzender. Kunt u ons zeggen hoe Omroep Flevoland zich hierop voorbereidt of wellicht heeft voorbereid en hoe dit gefinancierd wordt? Worden hiervoor extra financiële middelen beschikbaar gesteld en zo ja, door wie? Nu wij toch bij de financiering komen: wij maken ons zorgen over de financiering door O.C. en W. vanaf 2002. Wij begrijpen dat daarover nu nog geen zekerheid is. Dat lijkt mij erg lastig voor een organisatie die haar plannen tijdig moet opstellen. Bovendien begrijpen wij uit de nota dat sprake is van bevriezing van rijksmiddelen, afgezien van de normale indexering. Dat lijkt ons voor Flevoland, een groeiprovincie, zeer ten onrechte, dit temeer daar wij nu van een toeslag voor een dun bevolkte provincie genieten. Wij begrijpen dat het IPO nog met O.C. en W. in onderhandeling is over de financiën. Wij hopen dat het IPO, dat onder zijn leden ook dichtbevolkte provincies telt, daarbij goed op de provincie van de dunbevolkte provincies zal letten. Wat denkt u te kunnen doen om dit te bevorderen? Is inmiddels al iets meer over de financiering bekend? Wij stemmen in met de nota "Beleid voor Omroep Flevoland" en met uw voorstel de besluitvorming ten aanzien van de bekostiging van Omroep Flevoland in een vijfjarige cyclus onder te brengen. De heer Van der Pijll: Mijnheer de voorzitter. Als wij praten over provinciaal bestuur met betrekking tot beleid op het gebied van de omroep kan GroenLinks zich eigenlijk maar één beleid voorstellen en dat is "afblijven van de redactionele vrijheid". Een omroep moet kunnen doen en laten wat hij wil. Daarover is geen beleidsnota nodig. Zelfs de suggestie dat wij via een beleidsnota in de redactionele vrijheid zouden willen interveniëren zou er niet moeten zijn. Het is dan ook goed dat deze nota vooral een financiële beleidsnota is. De inhoud van de nota is goed omdat erin staat dat wij, zonder ons met de inhoud te bemoeien, in de komende vijf jaar gaan betalen. Ik
-6denk dat dat de enige juiste constatering is die wij kunnen en mogen doen als wij recht willen doen aan het uitgangspunt van de redactionele vrijheid. Er is nog een afgeleide, waarbij wel een stukje beleid van de provincie om de hoek komt kijken, namelijk het punt van de representativiteit van de omroep. Als de omroep niet representatief is verliest hij zijn zendmachtiging en het is aan het provinciaal bestuur daarop toe te zien. De fractie van GroenLinks heeft in de commissie een vraagteken gezet bij de huidige samenstelling van de programmaraad. Wij zijn van mening dat de programmaraad vrij eenzijdig is samengesteld en er nogal veel landbouw in zit. Zelfs de jongeren worden door "landbouwjongeren" vertegenwoordigd. Wij denken dat het verstandig is op het eerst volgende moment waarop de representativiteit aan de orde is aan dit aspect aandacht te besteden. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan wat meer nadruk op de milieukant en niet alleen nadruk op de christelijke-kerkenkant. Ik denk dat het verstandig is daaraan aandacht te schenken. Nog een slotvraag. In de commissie heeft Omroep Flevoland ervoor gepleit te bekijken of het mogelijk is niet alleen een radio-rampzender maar ook, al of niet in samenwerking met omroepen in de omgeving, een televisie-rampzender te hebben. Mijn fractie vindt dat een sympathieke suggestie, dit zonder meteen uit te spreken dat die zender er zal moeten komen. Aan het in het leven roepen daarvan zullen best haken en ogen zitten, maar ik zou mij kunnen voorstellen dat u zich hierover tot de omroep wendt omdat de voorlichting rondom rampen een publieke zaak is. De heer Van Hemmen (Gedeputeerde): Mijnheer de voorzitter. Dank voor de positieve woorden die over deze nota zijn gesproken. De heer Van der Pijll suggereerde dat wij, anders dan een financieel beleid, geen beleid voor Omroep Flevoland zouden kunnen formuleren, maar ik geloof dat hij met die uitspraak tekort heeft gedaan aan hetgeen hij daarna naar voren heeft gebracht. Bij een paar aspecten wil ik kort stilstaan en ik zal eerst op de financiën in het algemeen ingaan. Ik denk dat ik de stand van zaken op dit moment het best als volgt kan omschrijven. Het is helder dat er ook in 2002, naast de middelen die sinds een aantal jaren via het provinciefonds voor Omroep Flevoland beschikbaar komen, bijdragen zullen blijven komen van O.C. en W. via het Commissariaat voor de Media. Dat is een mix van middelen, waaronder de toeslag voor de dunbevolkte provincies. Het IPO is met het Ministerie van O.C. en W. in gesprek om twee dingen te bewerkstelligen, enerzijds dat de continuïteit van de bijdrage voor de televisie wordt gegarandeerd. In principe loopt die bijdrage af, er zijn immers afspraken gemaakt voor een termijn van vijf jaar. Enerzijds streven wij dus naar continuïteit en anderzijds streven wij naar ophoging van het budget op zodanige wijze dat, als de doelstelling bereikt zal zijn dat de financiering voor 100% via de provincie verloopt, voldoende middelen beschikbaar zullen zijn. Voorts wil ik op de vraag over de rampenzender ingaan. Terecht is opgemerkt dat daarover in de commissie is gesproken. In de commissie algemene zaken hebben wij daarover in het kader van de begroting overigens eveneens gediscussieerd. Voor wat de radio betreft zijn de zaken, om het zo maar even uit te drukken, "geregeld", maar voor wat de televisie betreft niet. Ik denk dat de beste lijn in dezen op dit moment is dat Omroep Flevoland zich presenteert in de zin van "wij zouden op dat gebied ook een rol kunnen spelen en zouden die rol op die en die manier kunnen invullen". Men is daarmee bezig. Voor de gezamenlijkheid van de omroepen, voor de provincies en ook voor de in de VNG verenigde gemeenten is het van belang dat zij er bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op aandringen dat de toenemende rol die televisiezenders bij zich voordoende incidenten en rampen, kunnen spelen wordt erkend. De gebeurtenissen in Enschede hebben laten zien hoe belangrijk dat is. Ik ben van mening dat wij op dat vlak een intermediaire rol zouden moeten spelen en wil uiteraard in overleg met de portefeuillehouder openbare orde en veiligheid, de Commissaris, bekijken welke stappen wij kunnen zetten om te bevorderen dat een positief besluit door het Ministerie van BZK wordt genomen. Ten derde wil ik iets over de programmaraad zeggen. Uiteraard is de representativiteit een belangrijke factor. Ik heb niet precies op het netvlies hoeveel jaren het geleden is dat wij in de commissie over de samenstelling van de programmaraad van gedachten hebben gewisseld, maar ik herinner mij wel dat wij toen op basis van de gedachtewisseling in de commissie het reglement en dus ook de samenstelling opnieuw hebben vastgesteld. In de kwalificaties die de heer Van der Pijll aan de programmaraad heeft gegeven kan ik mij niet herkennen, die beschouw ik als de zijne. Als de termijn om is zullen wij de samenstelling van de programmaraad uiteraard opnieuw tegen het licht houden en actualiseren. Wie vervolgens afgevaardigd wordt is niet onze zaak, dat leggen wij in handen van maatschappelijke
-7organisaties omdat die wijze van handelen de beste garantie biedt dat de representativiteit in onze maatschappelijke structuren wordt ingebed. Tot slot een reactie op de opmerking van de CDA-fractie over de regionale pers. Ook mij baren de ontwikkelingen zorgen. Ik vrees dat dit niet de laatste actie is die grote concerns rond regionale media in ons gebied doen. Samen met een vertegenwoordiger van de gemeente Lelystad heb ik aanstaande maandag een gesprek met één van de topmensen van de uitgever en onze doelstelling is simpel: wij zullen een moreel appel op de uitgever doen om een goede dekking voor Dagblad Flevoland overeind te houden. Uiteindelijk wordt daar natuurlijk de finale afweging gemaakt, die wij hebben te respecteren. De heer Hoekstra: Mijnheer de voorzitter. Ik dank de Gedeputeerde voor zijn antwoord. Ik vind het een prima initiatief dat een gesprek met de uitgever wordt gevoerd. Wij blijven echter van mening dat de radio in onze provincie een heel belangrijk medium is. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van Gedeputeerde Staten besloten.
8. Sluiting De voorzitter: De vergadering is gesloten. (20.04 uur) Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Flevoland gehouden 6 december 2001. de griffier,
de voorzitter,