P r o e f t u i n
K l i m a a t
i n
d e
s t a d ,
W A T E R G R A A F S M E E R
6. Don Bosco Dit project bestaat uit de sloop van een bestaande school en welzijnsvoorziening, nieuwbouw voorzieningen en de bouw van 100 woningen. De riolering in het gebied bestaat uit een zogenaamd ‘polderriool’. Dit was van oorsprong een open watergang, waar later een buis in is ingelegd die is dichtgegooid. Nu is het een gemengd riool, maar het is niet op alle locaties duidelijk welk type water het polderriool afvoert. Dit gebied heeft bovendien last van een overschot aan kwelwater. De aanpak zou kunnen bestaan uit het saneren of omvormen van de polderriolen en iets doen aan de gevolgen van de kwel.
A M S T E R D A M
veerkrachtiger maken. Een andere aandachtspunt is dat kunstgras niet – zoals natuurgras – voor verkoeling zorgt. In tegendeel: het slaat warmte op. Het heeft dus een opwarmend effect. In Middenmeer speelt geen herontwikkeling, maar het is wel een aandachtslocatie. Relevante projecten zijn hier: • Ecolint optimaliseren • Middenbermen beter benutten • Aanleg van daktuinen stimuleren
7. Sciencepark UvA Ten opzichte van de huidige kaarten is er al veel meer gebouwd. En er komt nog meer bebouwing. Men ziet kansen voor energie uit water, hiervoor zouden de binnentuinen gebruikt kunnen worden. Conclusies n.a.v. het benoemen van de klimaatopgaven Thematisch zijn er de volgende uitdagingen voor het gebied: Waterkwaliteit: • Gemengde riolen • Kwel • Gebrek aan doorstroming watergangen Waterveiligheid • Meer compartimenteren • Evacuatieplan, is nu niet geschikt Grondwaterproblematiek • Opnieuw de polderriolen • Niveauverschil tussen straatniveau en niveau binnenplaatsen (m.n. bij Linneuskade e.o.) Wateroverlast bij neerslag • Verbeteren doorstroming • Zorgen voor betere sponswerking Groen en water • Opwaarderen functie en beleving ecolint • Blad in watergangen, kosten baggeren, oplossen verstopping (beheeraspecten) Belangrijk is om het waterbergend vermogen van de sportvelden te behouden. Door vervanging van ‘echt’ gras door kunstgras daalt dit. Amstel Gooi en Vechtstreek ziet kunstgras als 100% verhard terrein waardoor het verlies aan waterberging met 10% open water gecompeneerd dient te worden. Ook gedraineerde velden zorgen voor een (ongewenste) extra belasting van het watersysteem omdat omdat ze voor een snelle stijging van het waterpeil zorgen. Het op één of andere manier vertragen van de afvoer zal het watersysteem 15
R o b b e r t
5
d e
K o n i n g
l a n d s c h a p s a r c h i t e c t
B N T
&
N o v i o c o n s u l t
de oplossingsrichtingen
Werkwijze tijdens de 2e workshop Op 10 februari 2011 is een 2e workshop georganiseerd. Deze workshop heeft in het teken van verdieping van de klimaatopgave gestaan. In de voorbereiding is overlegd op welk type projecten in de Watergraafsmeer in deze workshop het accent zou moeten liggen. Er zijn namelijk te veel projecten en ze zijn ook te verschillend om ze allemaal aan bod te laten komen in de verdiepingsslag. Gekozen is om niet de projecten te nemen waar al veel aandacht voor is of waar al een projectorganisatie voor is opgezet, zoals de Treublaan, Eenhoorn en Zeeburgia. Deze projecten hebben al hun eigen dynamiek en een workshop zou mogelijk niet veel toevoegen. Daarentegen zijn er ook een paar projecten die zich in een voorbereidende fase bevinden of niet echt op gang komen. Hieronder vallen de ontwikkelingen rond de Ringdijk en herontwikkelingsplannen van Jeruzalem en het ecolint. Hier kan echt een stap gezet worden en daarom ligt de focus op die projecten.
Deze werkwijze heeft geleid tot interactie van proces en inhoud en het vinden van oplossingen voor de gesignaleerde opgaven uit de 1e workshop. Eerste ideeën voor de hoofdstructuur Een aantal gesignaleerde problemen zou opgelost kunnen worden door projecten te verbinden met het ecolint dat bijna overal langs loopt. Er zijn functiecombinaties te bedenken voor waterberging, sport, educatie en beleving. Daarmee krijgt het ecolint een bredere betekenis en is het logischer om te spreken van ‘klimaatlint’.
Het dagprogramma van de workshop bestond uit 2 delen. ‘s Ochtends is een gezamelijke wandeling gemaakt door de locaties waar ‘s middags groepsgewijs aan gewerkt zou gaan worden, namelijk de Ringdijkzone en de wijk Jeruzalem. Dankzij de wandeling konden veel zaken die in de 1e workshop benoemd waren in schaal en functioneren worden bekeken. Hierdoor kregen de deelnemers een goede indruk van de opgave, de kansen en de beperkingen. In de workshop is in twee groepen gewerkt. Om de aanwezige expertises maximaal te benutten is in de ene groep de nadruk gelegd op het ruimtelijk ontwerp en in de andere groep op het procesontwerp. De groep van het procesontwerp heeft Jeruzalem als werkgebied genomen, maar heeft ook aanbevelingen voor de Ringdijkzone gedaan. De ruimtelijke ontwerpgroep heeft ontwerpvoorstellen voor de Ringdijkzone gedaan, maar heeft ook aanvullende ideeën voor Jeruzalem bedacht.
Projecten die in aanmerking kwamen als onderwerp van studie voor de 2e workshop • Amstelstation / Treublaan: wateroverlast • Jeruzalem, herontwikkeling met behoud van monumentale structuur • Souterrains Ringdijk (wateroverlast), mogelijk combi met Don Bosco • Betondorp (afvoer hemelwater) • De 7 grote projecten zo uitvoeren dat zij meewerken aan het oplossen van de problemen in aangrenzende gebieden • Andersom: de 7 projecten verbinden met het klimaatlint en hun problemen daar oplossen
16
P r o e f t u i n
K l i m a a t
i n
d e
s t a d ,
W A T E R G R A A F S M E E R
A M S T E R D A M
Ringdijkzone De zone van de Ringdijk was het onderwerp van de ontwerpgroep. Opvallend is het grote ruimtelijke onderscheid van de gebieden ten noordoosten en ten zuidwesten van de Middenweg. De Ringdijk aan de noordoostzijde ligt hoog, op het niveau van de waterkering zelf. De Ringdijk is niet goed als een dijk herkenbaar. Direct langs de weg staan de gevels van de woonblokken op straatniveau zodat het hoogteverschil niet goed zichtbaar is. De straten loodrecht op de dijk lopen vanaf de dijkzijde over honderden meters langzaam af de polder in, zoals de Bredeweg. De woonblokken aan wegen zoals de Bredeweg staan aan de straatzijde relatief hoog. De hoven van de woonblokken liggen echter laag en de woningen hebben vaak een souterrain. In die ‘hoven’ liggen soms ook polderriolen. Wateroverlast vindt alleen aan de zijde van de hoven plaats. De rand van de droogmakerij is door het geleidelijk oplopen van de straten niet heel manifest. De Ringdijk met Ringvaart vormen samen met de aan de andere zijde van het water gelegen wijkfuncties (waaronder het Stadsdeelkantoor) een samenhangende openbare ruimte. Opvallend is dat het water en de brug van de Middenweg erg verstopt liggen achter groensingels, speelkooien en ‘rommel’. Een opschoonbeurt gecombineerd met de voorgenomen herprofilering van de Ringdijk zou het zicht en de samenhang verbeteren. Aan de zuidwestzijde van de Middenweg ziet de Ringdijkzone er heel anders uit. De weg Ringdijk ligt op de bodem van het voormalige meer, onderaan de waterkering. Alle huizenblokken liggen hier dus ook laag, op de voormalige meerbodem. De rand van de droogmakerij is hierdoor zeer duidelijk aanwezig. De Ringvaart is een scherpe grens tussen de Watergraafsmeer en Transvaalwijk aan de noordzijde van het water. Het is opvallend dat vlak achter de Ringdijk, ondanks de lage ligging, oppervlaktewater ontbreekt. Er zijn verschillende polderriolen die binnentuinen doorsnijden en verbinden. Veel woningen aan de Ringdijk hebben souterrains die last hebben van kwelwater. Een kans bij de herontwikkeling is het bouwblok aan de Simon Stevinstraat waar een garage gaat verdwijnen en waar nieuwe functies ontwikkeld gaan worden.
Analyse van de Ringdijkzone
17
R o b b e r t
d e
K o n i n g
l a n d s c h a p s a r c h i t e c t
B N T
&
N o v i o c o n s u l t
Een begrijpelijk, leesbaar en beheersbaar watersysteem Door meer oppervlaktewater te ontwikkelen, kwelwater af te vangen en doorstroming te bevorderen kan de wateroverlast verminderd worden en de waterkwaliteit verbeteren. Als dit op een slimme manier aangepakt wordt, kan de beleving vergroot worden en kunnen beheer en onderhoud eenvoudiger worden. Dit betekent in hoofdzaak dat het water weer bovengronds zou moeten komen. Hierdoor neemt de robuustheid van het water eveneens toe omdat er veel meer water in een open watergang geborgen kan worden dan in een gesloten rioolpijp. De (laaggelegen) woningen aan de Ringdijk hebben last van kwelwater, ondanks dat er een drain langs de weg ligt. De staat van de drain is onbekend, maar feit is dat het middel niet afdoende werkt. Er zijn twee opties bedacht om de wateroverlast te verminderen en tegelijk een kwaliteitsimpuls te geven. Ten eerste zou er aan de dijkvoet een smalle watergang gegraven kunnen worden. Deze kan kwel afvangen. Dit gaat ten koste van de parkeerplaatsen. Daar zal dan elders ruimte voor gevonden moeten worden, bijvoorbeeld bij de herontwikkeling van het gebied bij de Simon Stevinstraat. Bij het maken van een dergelijke watergang moet gekozen worden of deze altijd watervoerend zal zijn of alleen watervoerend bij hevige neerslag. Als er altijd een beetje stilstaand water in staat zal dat waterkwaliteitsproblemen geven. Een tweede optie is het herprofileren van de gehele Ringdijk. Door een parkeervoorziening in de Ringdijk te maken, gecombineerd met een damwand, kan de kwel tegengegaan worden, wordt de dijk verstevigd en wordt de auto uit het straatbeeld gehaald. Een grote kans die er ligt is het integreren van een watergang met de herontwikkeling van Don Bosco (James Wattstraat e.o.). Hierdoor kan een verbinding van de Ringdijk tot aan de Kamerlingh Onneslaan worden gemaakt. Vanaf de Ringdijk zou het water (kwelwater of neerslag) via enkele straten naar de watergang langs de Kamerlingh Onneslaan kunnen stromen. Dat zou kunnen over de verharding zelf, bijvoorbeeld door de parkeervakken. Of door een ondiepe goot die deel uitmaakt van het straatprofiel. Een andere optie is om de polderriolen weer open te graven (zie de tekening op de rechterbladzijde). Dit lijkt een kansrijke oplossing omdat er voldoende ruimte in de binnenhoven is. De binnenhoven zijn doorsneden door een gemeenschappelijke (nuts)zone met pad van 4.5 m breed. Hierin past een ondiepe greppel/watergang en een achterommetje voor de huizen. Om onbevoegden te weren zouden de poorten aan weerzijde van deze zone ‘s avonds afgesloten kunnen worden. Aandachtspunt is de ligging van kabels en leidingen in deze zone. Vragen die bij de nadere uitwerking beantwoord moeten worden zijn ‘of er wel/niet een altijd watervoerend profiel gewenst
Ringdijkzone, de oplossingsrichting met waterafvoer door het bestaande straatprofiel
18
P r o e f t u i n
K l i m a a t
i n
d e
s t a d ,
W A T E R G R A A F S M E E R
A M S T E R D A M
is’ en ‘of er wel/niet een ontsluiting aan de achterzijde van de huizen gemaakt zou moeten worden’.
Aanvullingen op de ideeën in de Ringdijkzone van de ‘procesgroep’ “De kweloverlast wordt herkend. Er ligt voor het muurtje onder aan de dijk al een kweldrainage. Als het probleem zich nog steeds voordoet, dan functioneert die drainage kennelijk onvoldoende. Deze zou dan eerst verbeterd moeten worden. De voorgestelde oplossing met een sloot en een oever is fraaier en meer flexibel dan de huidige technische oplossing. Mogelijk is het oplossen van de kweloverlast te koppelen met private investeringen en initiatieven om de vochtproblemen in de souterrains op te lossen. Waternet zou daarvoor de bewoners een helpende hand kunnen bieden met kennis en planproces, zonder zich probleemeigenaar te maken van het vochtprobleem in huis. De kwelproblemen aan de Ringdijk / Linnaeuskade zijn volgens Waternet niet het grootste probleem. De kwel achter de woningen en in de souterrains aan de achterzijde komen meer voort uit diepe kwelstromen dan de oppervlakkige stroom die aan de voorkant van de woningen voor enige overlast zorgt. Het aanleggen van groen-blauwe structuren dwars op de dijk is kansrijk, maar moet ‘op tijd’ worden gedaan. ‘Op tijd’ wil zeggen dat je er niet pas aan moet beginnen als er bijvoorbeeld een herbestratingsproject start of een project voor aanpak van de riolering. Het moet eerder, omdat je op dat projectniveau deze discussie niet goed kunt voeren zonder meteen in de strijd te belanden over het opheffen van parkeerplaatsen. De discussie kan beter daarvóór al starten: het maken van een buurtplanuitwerking of een duurzaamheidsagenda, in een open proces zonder projecturgentie. Men kan bijvoorbeeld aanhaken bij het Don Bosco project en daarbinnen de gevraagde principes met de buurt bespreken. Naast ‘op de juiste tijd’ moet de discussie ook ‘op het juiste thema’ gevoerd worden. Daarmee bedoelen we: met een focus op de ruimtelijke kwaliteit die een groene en blauwe structuur in de middenbermen en de polderrioolstroken geeft. Ook de voordelen van het autoluwe karakter is te bespreken in de wetenschap dat de parkeerdruk ten opzichte andere wijken in Amsterdam niet eens zo hoog is. Het idee is om dat uit te voeren in het reguliere onderhoud. Verder wordt voorgesteld om de uitvoering in publieke en private samenwerking te doen, omdat de huiseigenaren zelf bereid blijken tot investeringen. Het stadsdeel (buurtmanager) kan regie voeren en de burgerparticipatie hierbij organiseren. Dit betekent ook dat Waternet en dRO dit bij deze collega’s aan zouden kunnen kaarten.”
Ringdijkzone, oplossingsrichting met het opengraven van de polderriolen
19
R o b b e r t
d e
K o n i n g
l a n d s c h a p s a r c h i t e c t
ZUIDZIJDE
De zwarte lijn in de schets staat voor een centrale (mantel)buis waarin opgenomen voorzieningen van WKO (transport van warmte & koude), regenwater & rioolwater en reguliere kabels & leidingen
NOORDZIJDE
Jeruzalem, ideeën van de groep ‘Procesontwerp’ Jeruzalem is een naoorlogse wijk in de Watergraafsmeer. Het stratenpatroon met de kenmerkende ‘haakse blokken en hoven’ is hier voor het eerst toegepast en stond model voor de latere invulling van de oostelijke tuinsteden van Amsterdam. De woningen zijn met prefab materialen gebouwd als duplex woningen om snel te voorzien in de grote woningbehoefte. De oorspronkelijk geplande samenvoeging van de boven en benedenwoningen is nooit uitgevoerd. De inrichting van de openbare ruimte met groenstroken en speelplaatsen is ontworpen door Mien Ruys. Het gebied is recent aangewezen als
naoorlogs erfgoed en heeft daarmee een beschermde, monumentale status. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) is in overleg met de gemeente Amsterdam en deelgemeente Oost over wat deze status concreet betekent bij renovatie van het gebied. De opgave is nieuwbouw en restauratie in monumentaal gebied. De uitdaging in het gebied is om de balans te bewaren tussen de monumentaliteit (stratenpatroon, haken en hoven in het stedenbouwkundig plan, groeninrichting en speelplaatsen), de nieuwe stedenbouwkundige opgaven die er liggen (sloop nieuwbouw van ongeveer de helft van de woningen, voornamelijk in dezelfde of 20
B N T
&
N o v i o c o n s u l t
vergelijkbare grondpatronen, restauratie van de andere helft – zie kaart) en de opgaven om goed om te gaan met water en energie. Bij de sloop-nieuwbouw projecten wordt het stedenbouwkundig patroon bewaard, en in enkele gevallen zelfs versterkt of ‘gecorrigeerd’. Zo is in het ontwerp van de nieuwe school die nu in aanbouw is, de gevellijn opgeschoven ten opzichte van de oorspronkelijke ligging om het meer in lijn te brengen met de woonblokken. In het zuidwestelijk deel worden enkele bouwblokken gedraaid om daar een hovenstructuur te realiseren die lijkt op die in de rest van de wijk. Bij sloop-nieuwbouw blijft de vorm van de bouwblokken geheel of gedeeltelijk gehandhaafd, maar met een grotere bouwhoogte en -diepte van de woningen. In enkele gevallen komt er een geheel ander type woning in de plaats. Het noordwestelijk deel wordt gerestaureerd. Klimaatbestendige inrichting met een multifunctionele verbinding De belangrijkste woningcorporatie in de buurt (Rochdale) kan voorlopig geen grote investeringen doen, waardoor de hierboven geschetste ontwikkeling voor een belangrijk deel stil ligt. Eén van de eerste projecten die nu op stapel staat is het vernieuwen van het riool en de infrastructuur in een groot deel van de buurt (westelijk en centrale deel). Gedeeltelijk om de nieuwbouw aan te sluiten, gedeeltelijk omdat de huidige riolering niet meer voldoet of kapot is. De ambitie om te komen tot integratie van woningbouw, voorzieningen en infrastructuur tot een duurzame klimaatbestendige ontwikkeling is groot. Omdat de infrastructuur nu als eerste aan de beurt lijkt te komen, zou men een extra integratie tot stand kunnen brengen met warmteleverantie vanaf de Jaap Eden baan. Hiervoor zou men een warmtenet door de wijk kunnen leggen, evenals een koudenet, omdat bij alle projecten die in de Watergraafsmeer op stapel staan, ook een ‘koudeoverschot’ bestaat. De samenwerking tussen organisaties voor innovatie gebeurt vaak volgens het patroon van een hartslag: middle-top-down. Innovatie en integratie worden vaak bedacht op het middenniveau in de organisatie waar mensen werken met probleembesef, betrokkenheid en kennis van de praktijk. Om de innovatie door te kunnen voeren, hebben zij goedkeuring nodig van de top. Dat lijkt goed mogelijk bij het Stadsdeel en Waternet waar het bestuur en de directie zeer geïnteresseerd zijn in de ontwikkelingen. Na goedkeuring door de directie, is de vernieuwing in de organisaties uit te rollen, in dit geval bij aanleg en beheer. Verder zou in de wijk met al zijn platte daken werk gemaakt kunnen worden van groene daken die een deel van het hemelwater vasthouden en daardoor het riool minder belasten.
P r o e f t u i n
K l i m a a t
i n
d e
s t a d ,
W A T E R G R A A F S M E E R
Stappen naar realisatie Om tot een integrale oplossing te komen is en aantal zaken nodig. Allereerst zou het project gebaat zijn bij de status van experimenteergebied om geldstromen te kunnen koppelen. Bijvoorbeeld de gelden voor investeringen in riolering, waterschapswerken, voor ontwikkeling en beheer. Het feit dat de grond in erfpacht bij de gemeente is, biedt extra kansen. Tevens is voor deze innovatie van belang om de vastgoedeigenaar ook te binden aan de beheerfase (Build Operate Own and Transfer (BOOT) omdat de kosten van de investering in de beheerfase terugverdiend moeten worden met bijvoorbeeld warmteleverantie. Het beheer zou men kunnen onderbrengen bij een ‘duurzaam dienstenbedrijf’. Het ministerie van I&M subsidieert de uitwerking van dat concept in Zwolle. Het duurzaam dienstenbedrijf kan ook een organisatorische oplossing zijn voor het grote aantal spelers in het gebied. De corporaties (drie in totaal), particuliere ontwikkelaars, gemeente, Waternet, Jaap Edenbaan, energiebedrijf etc. kunnen aandeelhouder zijn van het bedrijf, waardoor de procedure in één hand komt en er niet per stap besloten moet worden door het Stadsdeel en anderen. Voor het project Jeruzalem aan het klimaatlint stellen we de volgende stappen voor: • Aanvragen experimenteerstatus • Ontwikkelen en toepassen van een multifunctionele buis (mantelbuis). Deze is uiteraard duurder dan het vervangen van alleen het riool, maar het levert inkomsten op uit warmtelevering (in samenwerking met energiebedrijf). De innovatieve techniek trekt mogelijk investeerders aan. De ontwikkeling en aanleg zouden mede betaald kunnen worden uit inkomsten van andere projecten, bijvoorbeeld als we in Jeruzalem en het klimaatlint watercompensatie realiseren voor grote projecten in de Watergraafsmeer. • Aangaan van goede samenwerking bij de ontwikkeling van het idee tussen Stadsdeel Oost en Waternet voor deze ontwikkeling en het beheer.
A M S T E R D A M
ZUIDZIJDE
NOORDZIJDE Schets van de ontwerpgr0ep van Jeruzalem
Aanvullingen op de ideeën van Jeruzalem van de ‘ontwerpgroep’. “De ambitie om meer water in Jeruzalem vast te houden of te bergen in plaats van af te voeren is natuurlijk prima. Maar het zal moeilijk zijn om deze ambitie te realiseren zonder aanpassingen te doen aan de monumentale structuur van de wijk. Voorgesteld wordt om zwaar in te zetten in het maken van groene daken. Dat kan zowel op plekken waar nieuw gebouwd wordt alsook op bestaande gebouwen. Hierdoor wordt water vastgehouden en wordt tevens het bouwblok geïsoleerd. Het maakt het huis koeler als het warm is het houdt warmte vast als het koud is. Deze ingreep heeft dus veel rendement zonder dat het aangezicht verandert.
Een aanvullende mogelijkheid is het introduceren van een grijswatercircuit in de nieuw te bouwen woonblokken. In de openbare ruimte zouden de groene grasvelden iets verlaagd kunnen worden. Hier kan een regenwater overschot tijdelijk geborgen worden. In de doorgaande groene zones kan een multifunctionele mantelbuis een oplossing bieden om verschillende ‘stromen’ een plek te geven. Gewaakt moet worden 21
voor de fout van de polderriolen, het ondergronds ‘opbergen’ van allerlei zaken die vervolgens toch lastig in beheer en moeilijk beheersbaar zijn. Het verdient de voorkeur om zoveel mogelijk in het zicht en mooi aan te leggen zodat ook die zaken een plek krijgen in het collectieve geheugen. Dus ondergronds combineren waar noodzakelijk, en bovengronds waar mogelijk.”