VOOR DE ZESDE DER HUMANIORA
door
P. Arduijn Opbrouck, O. F. M. Leraar aan het St.-Antoniuscollege, Lokeren. DIPL. PED. WET.
DEEL
B 13e Druk
Mechelen, St.-Franciscusdrukkerij, -
1957
STIJL TAAL B. B. STIJL EN EN TAAL
STIJL TAAL STIJL EN TAAL Deel
B
DE ZESDE VOOR DE ZESDE DER DER HUMANIORA
DOOR
P. ARDUIIN ARDUI)N OPBROUCK, OPBROUCK, o. F. M. M. O. F. AAN HET HET ST.-ANTONIUSCOLLEGE, ST.-ANTONIUSCOLLEGE, LOKEREN LOKEREN LERAAR AAN
DERTIENDE DERTIENDE DRUK
MECHELEN ST.-FRANCISCUSDRUKKERIJ
1957
VOORBERICHT BIJ DE DE 10e 10e DRUK. DRUK. BIJ
Stijl en en Taal Taal B »» aanmerkelijk gewijzigd. gewijzigd. — - Deze Deze 1. 4t« Stijl uitgave is aanmerkelijk gewijzigd. reden? Wij Wij wilden wilden in in uitgave is aanmerkelijk gewijzigd. De De reden? Stijl en en Taal Taal B >>, », zoals we we dat dat het het vorige vorige jaar jaar voor t« Stijl gedaan hebben, de de leesstukken uit onze bloemlezing bloemlezing Deeltje C gedaan benuttigenbij hijons onsstijlstijl- en en taalonderricht. taalonderricht. Noord II "benuttigen e« Zuid en Noord Onze indeling is is ongeveer de indeling van van <<« Zuid en Noord Noord»» Ie deel. 1° - In deze deze druk druk. is meer meer dan dan in in de de vorige vorige uitgaven uitgaven aani aano\ — geschonken aan het verzorgd en expressief lezen. dacht geschonken weggelaten. De buigings-n is weggelaten. Moet alles worden worden doorgemaakt? — - Gezien Gezien het het karig karig 2. Moet aantal uren uren waarover waarover we de zesde zesde voor voor het hetNederlands Nederlands we in in de aantal les door beschikken, kan onmogelijk blijken, blijken, Al àlles door te maken. maken. beschikken, kan het onmogelijk is, dat we Dan maar maar een wijze wijze keus keus gedaan! Hoofdzaak Hoofdzaak is, we ons ons Dan de maken die door door het het boek boek gaat gaat :: actief actief de taal taal de geest eigen maken geven, dat Men zal zaC,echter echter hierop hierop acht acht geven, dat het leren .gebmiken. gebruiken. Men dat het het geleidelijk nieuwe begrippen boek een geheel vormt en dat aanbrengt en verklaart. verklaart. aanbrengt
ZEVENDE DRUK 1943 1943 ZEVENDE DRUK ACHTSTE DRUK 1945 1945 ACHTSTE DRUK NEGENDE DRUK 1946 1946 NEGENDE DRUK TIENDE DRUK 1947 1947 TIENDE DRUK ELFDE DRUK 1951 1951 ELFDE DRUK TWAALFDE 1953 TWAALFDE DRUK 1953 DERTIENDE 1957 DERTIENDE DRUK DRUK 1957
INHOUD. INHOUD. BU,DZII BLADZIJ :
DE HERFST. Beschouwingbij bijde de plaat, plaat, -- en Beschouwing enleesoefening leesoefening . . Leesstuk «« De De herfst »~) Leesstuk . Woordenschat Algemeen stijlregeJtje stijlregellje . Algemeen Verzorgd en en expressief Verzorgd expressief lezen lezen Opstellen De vinding vinding . De Leesstuk De reigers reigers :)» . Leesstuk «« De Woordenschat Waarnemen . Waarnemen. Spreekoefening . Spreekoefening Waarnemen :: de Waarnemen de kleuren kleuren . . Opstellen Leesstuk Zuid en Noord Leesstuk «« Zuid Noord »»
11 2 4 6 7 118 9 10 11 12 14 15 17 lS 18
Het H H uuii 8s .• Woordenschat Woordenschat De keuken . De keuken Geleide Geleide oefening oefening . Opstellen De De slaapkamer slaapkamer Verzorgd Verzorgd en expressief expressief lezen lezen Vindingsoefening Vindingsoefening Leesstuk Leesstuk «« Het Het Vaderhuis Vaderhuis »~ Woordenschat Woordenschat Leesstukje «« Het Het huizeke huizeke v. v. h. h. heiboerke heiboerke Opstellen Opstellen • Waarnemen Waarnemen :: geluiden Leesstuk Leesstuk «« Zuid en en Noord Noord »:l> .• Brief Brief .
19 20 23 24 2:i 25 26 27 27 28 29 30 31 32 34 35 35
Het Het CCollege 0 11 e ge.. Leesstukje «« De De avondstudie avondstudie » . Woordenschat Woordenschat Opstellen Opstellen Studie van van een een leesstuk leesstuk ««Zuid Zuid en enNoord Noord»~ . Brief . Brief Studie van van een een leesstuk leesstuk «« Zuid Zuid en en Noord Noord,>3> . Briefje Briefje ..
:17 37 :l!I 39 411 40 41 41 42 4:1 43 44, 4~ 44 44
-VI1l1.~IlZI.1
:
-I:>
De Kerk Verzorgd en expressief lezen De priesters, de kerkedienaars Waardigheidsbekled ers Opstellen Woordenschat Studie van een leesstuk « Zuid en Noord » Verzorgd en expressief lezen
46
47 49 50
51 53 53
DE WINTER. Verzorgd en expressief lezen
De Natuur Verzorgd en expressief lezen Woordenschat Opstellen Studie van een leesstuk « Zuid en Noord » Nieuwjaarsbrieven Nieuwjaarskaartjes Expressief en verzorgd lezen Opstellen Het Dor p De winter op het gehucht De schikking . Woordenschat Geleide oefening 'Vaarnemen : gevoel, smaak, reuk Verzorgd en expressief lezen Opstellen
55 55
56
57 58
59 60 63 64 64 66 66 68 69 72
73 74
77 78 79 79
De Stad. De verkeersagent Geleide oefening Woordenschat Brief Opstellen
79
80 81
DE LENTE. Verzorgd en expressief lezen Waarnemen. Studie van een leesstuk « Zuid en Noord :. Woordenschat
82 83 84 84
-
VIIllLADZU
De Fiets Geleide oefening Opstellen Innerlijke gewaarwordingen Spreekoefening
De Auto. Spreekoefening Geleide oefening Studie van een leesstukje Woordenschat Opstellen
De Trein Spreekoefening Expressief en verzorgd lezen Geleide oefening . Leesstuk « Zuid en Noord» Woordenschat Opstellen De inkleding Enkele practische stijlregeltjes Toepassingen van deze regeltjes .
:
86 89 90 90 92
9:i 95
96 97 98 98 9\1 104 105 106 106 107 108 109 110
DE ZOMER. Beschouwing bij de plaat en leesoefening. Studie van een leesstuk
De Mens. Het menselijk lichaam . De zintuigen . Het juiste woord Geleide oefening Opstellen Studie van een leesstuk (Zuid en Noord) Woordenschat Opstellen Woorden en zaken Landbouwersgereedschap De tuinier en zijn gereedschap Zinsbouw en woordenkeus .
De Dieren Leesstukje « zomerochtend » DE BESCHRIJVING •
115 117 118 118
121 123 125 126 127 128 130 131 133 135 139 139 139
-vwDe beschrijving van een geheel . Studie van een leesstuk « Zuid en Noord Geleide oefening • Opstellen Enkele bijzondere stijlregeltjes Woordenschat De voge Is. Verzorgd en expressief lezen Geleide oefening Spreekoefening Opstellen HET VEHHAAL Stijlregeltjes . Studie van een leesstuk « Zuid rn Noord De vi s sen. Woordenschat Spreekoefening Woordenschat Opstellen
~
142 ~
143
144 145 146
149 152 154 155 155 15H 157 157 158 158 161 16:J 1H3 J(j!)
De herfst.
1.
Herfstbeelden. eikel tikt tikt in inuw uwverlaten verlàtendreven dreven De eikel en ritselen op uw en beukenootjes beukenootjes ritselen uw mès, mos, Vlaand'ren, nu uw uw schbon schoon en èdel èdel leven, leven, o Vlaand'ren, verstèrft met met bli3ke blèke bibs; blos; verstèrft uw schèmerige schèmerige binsen bossen blauwig hlàuwig wazen wazen en elke elke kruin gloèit van wat wat oude oude zèn; zon; hos isisleég leègvan van vègelen vogelen en en hazen... hàzen ... maar 't hi. gromt van van 't grof kanor kanop Uw verte gromt den Oever. Oever. Karel Van den Uit « Verzen Verzeil nit uit oorlogstijd oorlogstijd :). Uit
a) a} Lees Lees traag tra a g en aandachtig aandachtig de de voorgaande strofe; strofe;h!g — leg een b jzondere bij zon der e nadruk nadruk op op de dewoorden woordenmet met een accent; cent; — - let op op het het zuiver Z lL i ver uitbrengen u i tbr eng e n van de de Makers, klinkerS' en de de tweeklanken. tweeklanken. b) h} Wat Wat vernemen vernemen we we over over de deherfst herfstinzn mooie strafe strofe diedie mooie Vanden denOever? Oever? Karel Van van Karel
-2Bezieaandachtig aandachtig het hethierboven hierbovenstaande staandeplaatje; plaatje; welke c) Bezie welke trekken in de detekening tekeningroepen roepenbij biju uhet het beeld herfst? trekken in beeld opop vanvan de de herfst? LEESSTUK.
!. 2.
herfst. De herfst 1.
z. 2.
3. 3.
De herfst herfst is is daar. daar. Hoe Hoe mooi De zijn nu nu de de bomen! bomen! De De eiken eiken dragen kruinen dragen kruinen vol vol rood-goudachtig lOTer; lover; de acbtig de olmen hangen vol ros-bruine Tol ros-hruine blaren; blaren; de !Jeubeubezet met met duizendtalken staan bezet len rode rode blaadjes. blaadjes. Teerwit blinblinken de de berkestammetjes berkestammetjes tegen tegcn ken de bossen met hun hun blauwige, blauwige, donkere dennen. dennen. En En groen groen zien zicn donkere nog nog de weiden, weiden, groen groen de de strui-
ken en en de de zomen. zomen_ ken Gul de zon Gul straalt straalt de zon de de blauwe, blauwe, hoge hemel hemel vol vol malse, blijde lichtglans, vol vol zalige, zalige, weldadige weldadige warmte. warmte. Het Het gouden gouden licht licht kruipt langs bomen op en neer, neer, speelt speelt in in de de kruinen kruincn en en kruipt langs de de bomen op en sprankelt vonken tussen sprankelt tussen de blaren. blaren. De vruchtbomen vruchtbomen houden houden hun hun De armen, vol vol sappig sappig fruit, frnit, in in de de warmte van de zon warmte van zon : in de de perelaars hangen glanzig-gele peren; peren; hangen glanzig-gele
do appelaars pronken met do met lachende, fleurige, de, fleurige, rode rode appels; de perperziken prijken prijken met fulpen, fulpen, lichtrode perziken perziken en en kastanjekastanje- en en rode notebomen zitten vol berstens-dikke berstens-dille vruchten. vruchten. notebomen zitten vol 4. 4.
In onze tuinen bloeien bloeien nog nog ldeurige kleurige dahlia's, reusachtige dahlia's, reusachtige zonnebloemen, goudsbloemen en oranje-gele oranje-gele Oostindische kers. zonn.ebloemen, herfst! Die rijke herfst!
s.
In de de lucht lucht isishet hetlevendige levendige vogelengekwetter vogelengekwetter stilgevalstilgevalIn len, en en stilte stilte en en rustigheid rustigheid ligt over alles. alles. In In een een beuketop ligt over zingt nog een een merel en en zijn zijn lied lied klinkt klinkt luidop luidop en en heel heel ver ver zingt tussen de de ijlwordende bomen. tussen
-3die rust rust isis alles alleszo zobekoorbekoorIn die schoon :: de de boer boer loopt loopt als als lijk schoon 7. een wondere wondere verschijning verschijning langs langs 7• onafzienbare, omgeploegde omgeploegde akonafzienbare, kers. Zijn Zijn hoeve hoeve ginder verre, van hel hel licht licht en geomspeeld van , heimzinnig lommer, lommer, staat staat omomheimzinnig geven met rijke rijke korenmijten, korenmijten, — reusachtige stapelhuizen. stapelhuizen. Om u u heen heen zien zien de de huizekes huizekes er er net reusachtige ze blinken blinkcn met met witte witte gevels, gevels, groene groene luiken luiken en en recht prettig uit :: ze deurkes, en rode dakpannen dakpannen die die vers-nieuw vers-nieuw lijken. lijken. Hier Hier deurkes, en rode en en daar daar en en ginder ginder komen komen verre verre kerktorens kerktorens uitkijken uitkijken met met dorp jes. dromerige dorpjes.
8. (1-
's Avonds Avonds spreidt zacht een een lichte lichte nevel nevel door door cle de spreidt zich zich zacht de bomen bomen en en de de huizen, huizen, en enlampclichtjes lampclichtjes flikkeren flikkeren hemel, om de aan de raampjes, schommelen aan de palen, flitsen flitsen weg op heensluimert lang lang de de dag vliegende auto's. 's Morgens Morgens sluimert dag in in zware, zware, vliegende witte witte sluiers van van mist; mist; traagjes traagjes kruipen kruipen de de huizen, huizen, de de bomen bomen en en het het veld veld tetevoorschijn voorschijn uit uit de denevel nevel: fris-levend : fris-levendkomen komen in de de blijde blijde wereld. wereld. ze in Met de de dag dag komt komt de de wind windfrisser frisser en ensterker sterkeropzetten; opzetten; Met schudt de de weelde weelde van van de de bomen bomen uiteen uiteen en en strooit strooit door door de de hij schudt de blaren blaren vol vol wondere wondere kleuren. kleuren. lucht de Wat de herfst herfst toch toch rijk rijk en enschoon! schoon! Wat is is de
3_ 3.
VERKLARING.
1. Dit stuk is ingedeeld ingedeeld in in zeven zeven alinba's geef van iedere alina's :: geef Dit stuk zin. Som alinea de de inhoudsgedachte weer in een een korte zin. Som in het het verneemt over de kort dit leesstuk verneemt de herfst. herfst. kort op, op, wat wat ge ge in dit tot twee 2. die bijzonderheden bijzonderheden terug tot twee hoofdgedachten. Breng al die 2. Breng 3. alinea 1, hoe de bomen bomen rijkdom rijkdom ten ten toon spreiden toon spreiden hoe de na in alinea 3. Ga na Let even in de de herfst. herfst. -— Let even op de de keus keus van vande dewerkwoorden. werkwoorden. duid aan, 4. zeer aandachtig alinea 2 en duid ann, welke welke woorden u 4. Lees zeer iets zeggen over werking van van de de zon. zon. over de werking 5. In alinea alinea 3 wekt de rijke rijke keus keus van van woorden woorden bij bij de de lezer wekt de 5. In het beeld van rijkdom op. Welke Welke werkwoorden werkwoorden en en welke van rijkdom bijvoeglijke naamwoorden gebruikt gebruikt de schrijver? schrijver? bijvoeglijke naamwoorden alinea 44 juist juist die 6. de upsteller in alinea die bloemen Waarom zou zou de 6. Waarom vernoemen?
-47. Waardoor 7. de stilte stilte sterker sterker Waardoorlaat laat ons ons de de schrijver, schrijver, in in alinea 5, de aanvoelen? 8. Hoe 8. kan de de stilte stilte de deschoonheid schoonheid van van een eenlandschap landschap ververHoe kan hogen? 9. Geef, 9. alinea 6, de de woorden woorden ofofuitdrukkingen uitdrukkingen op, op, die die Geef, uit uit alinea de zaken de zaken op op een een bekoorlijke bekoorlijke wijze wijze voorstellen? voorstellen? 10. Hoe 10. lichtjes in de de avond avond aan aan de devensters, vensters, aan aan Hoe schijnen schijnen de de lichtjes de palen en op de op de de auto's? auto's? 11. Hoe Hoe drukt de schrijver, in alinea 11. drukt de schrijver, in alinea 7, 7, het het volgende volgende uit uit :: t 's Morgens « Morgens ligt de de dag dag in in mistsluiers mistsluiers », «« traagjes traagjes komen }wmen de huizen te te voorschijn voorschijn », », « de dag dag wordt wordt de de wind wind de huizen t met met de sterker »? sterker »? 12. door een een ander ander van van nagenoeg nagenoeg 12. Vervang Vervang het het cursieve cursieve woord woord door dezelfde betekenis :: dezelfde betekenis Gul straalt zon. Het Het malse licht. Het blijde Een straalt de de zon. licht. Een licht. Het blijde licht. zalige warmte. Een weldadige weldadige warmte. Sappig Sappig fruit. Fleurige appels. Fulpen perziken. Reusachtige Reusachtige zonnebloemen. Onafzienbare geheimzinnig lommer. zienbare akkers. licht, Het Het helle licht. Het geheimzillnig akkers. Het kruipt, speelt. Een lichte nevel. Witte Het licht kruipt, speelt. sluiers. Het Wit,te sluiers. WOORDENSCHAT. Jlervang in de de volgende het woord woord « rrij door ij h k »» door 4. Vervang volgende zinnen het een passend passend synoniem. synoniem. 1. In onze onze wereldsteden wereldsteden wonen wonen veel veel lieden. rijke lieden. 2. Een mooi mooi voorjaar voorjaar voorspelt voorspelt een een rijke oogst. oogst. 3. Wat maken de groothandelaars groothandelaars soms soms rijke winsten! winsten! 4. Zijn onze onze polders polders geen geen rijke rijke grongronden? 5. Eerbiedwaardige missionarissen missionarissen met rijke baarden. baarden. 6. De groten groten aan aan de hoven hoven leiden leiden een een rijk leven. leven. 7. Uw rijke rijke verbeelding verbeelding moet moet ge ge bebeteugelen. teugelen. 8. In maze onze musea musea vindt vindt ge rijke rijke ververzamelingen. 9. Ou Oude kastelen met met rijke rijke meubelen. meubelen. de kastelen
Grof. Uitgebreid. Kostelijk. Uitgebreid.
Weelderig. Vermogend, bcmiddcld. bemiddeld. Overvloedig. Kostbare. Kostb are. Vruchtbaar. Vruchtbaar.
Groot. Sterk. Stout. Stout. Sterk.
— 5— -5 LO. De overwinnaars overwinnaars maakten maakten een een rijke rijke 10.De buit. buit. ll. Het Het voedselprobleem voedselprobleem isis een een rijk rijk 11. onderwerp. onderwerp. de stengels stengels wiegden wiegdenrijke rijkekorenkoren12. Op de aren.
Vol. Vol. Welig. Welig. Veelomvattend. Veelomvattend.
Vervang het tvoord woord « schoon s c h 0 0 n »» door door een passend passend ervang het 5. V
synoniem. synoniem. verwachten we in in mei. mei. 1. Schoon weer verwachten vogels bouwen bouwen schone schone 2. Onze kleine vogels nesten. kerk met met een eenschone schoneversiering. versiering. 3. Een kerk Diksmuide is een een schoon schoon stadje. stadje. 4. Diksmuide Het dienstmeisje dienstmeisje pronkte pronkte met met een een 5. Het schortje. schoon schortje. hoort niet niet graag graag het het schone schone 6. Wie hoort gezang van de vogels? vogels? gezang van de een schoon schoon 7. Robinson Crusoë, vind ik een boek. 8. De schone oevers oevers van de Leie Leie De schone van de trekken de de kunstenaars kunstenaars aan. aan. trekken 9. Bij Dinant van het het Dinant genieten genieten we we van ilchone landschap. schone landschap. 10. het Opgetogen bewondert bewondert de toerist het 10. Opgetogen schone Zwitserland. Zwitserland. ll. redenaar begroette begroette het publiek publiek 11. De redenaar met schone buiging. buiging. met een schone 12. heeft die diekunstzanger kuostzanger een een Wat heeft 12. Wat schone stem! schone stem! 13. Een rijke een schone schone tuin. tuin. 13.Een rijke villa met een 14. eerste ouders een Onze eerste ouders leefden leefden in in een 14. Onze schone lusUuin. schone lusttuin. 15. ondergoed aantrekken aantrekken schoscho15. Schoon Schoon ondergoed ne kousen. ne kousen. wonderdadig beeld droeg droeg op het het 16. 16. Het wonderdadig hoofd schone kroon. kroon. hoofd een schone 17. haar 17. Moeder haar haar schoon schoon kindje kindje is haar schat. 18. groot Newman was was een groot 18. Kardinaal Newm.an man man Illet met een schone ziel.
Net. Fijn. Fijn. Liefelijk. Liefelijk. Bekoorlijk. Prachtig. Mooi. Kunstig. Smaakvol. Sierlijk. Welluidend. Schitterend. Schilderachtig.
Zuiver, proper. Zuiver, Verrukkelijk. Fraai. Edel. Boeiend. Rocrend. liocrend.
-6—
—
19. Wat hield die redenaar redenaar weer weer een een hield die schone toespraak! toespraak! Jongens verslinden verslinden boekcn boeken met 20. Jongens schone verhalen. verhalen.
Bevallig, lief, aardig. Bevallig, Heerlijk.
Algemeen stijlregeltje : Algemeen Breng afwisseling in hetgeen hetgeen ge ge zegt zegt of ofschrijft; schrijft; Breng afwisseling gebruik al eens een een vragende, vragende, een een uitroepende uitroepende gebruik al of een een verkorte verkorte zin; gebruik passende synoniemen. synoniemen.
6.
Lampe, Lampe, de haas. haas.
Onaangenaam verrast verrast had had Lampe Lampe zijn grote grote oren luisterend luisterend opgestoken opgestoken bij 't verre rumoer :: mensenstemmen, kuallen van van geweren. geweren. hondengeblaf, 't knallen Hu...... daar daar moest moest hij niks van van hi j niks Hu hebben! Als een een bruine bruine bal veerde veerde hij hij op op Als en rende weg. en rende weg. Pang...... pang! pang! Over Over hem hem heen heen Pang hoorde hij hij de de hagelkorrels de laatste laatste struiken slaan. Maar Maar hij blaren van de struiken ongedeerd. Zig-zag Zig-zag verdween verdween hij hij bleef ongedeerd. achter de de bosjes en en toen toen verder verder ..... . achter verder ...... in wilde wilde galop. galop. Wel halfuur lang. lang. Toen Toen dook dook Wel een halfuur hijj in een een greppel greppel weg. weg. Gered Gered ...... !Ja, Ja, ja, die lopers van van hem hem hi konden heel wat presteren. presteren. Maar Maar goed goed ook; hij had ze ze hooghij had nodig het hele jaar door. maanden kwamen kwamen zijn vier vier door. In enkele maanden jammerlijk om om het het leven. leven .... jongen jammerlijk ... (1e naherfst naherfst kwam kwam eindelijk de beurt aan Lampe zelf. zelf. Hij In de had gewangd van kool te te eten eten uit uit de de tuin van van de de boshad het gewaagd van de kool wachtel'. brutale stukje stukje kostte kostte de de waaghals waaghals zijn zijn pels. pels. wachter. Dat Dat brutale \Vant de boswachter had zijn spoor gevonden en wachtte wachtte nu nu Want de hij avond avond van achter een dennenbosje dennenbosje of langoor langoor zou zou terugterugbij achter een komen. daar kwam kwam hij aangehuppeld. het kotenkolienaangehuppeld, recht recht op op het En ja, daar dan wachtte wachtte hij hij even, even, recht overeind op zijn veldje aan. aan. Nu Nu en dan oren pal pal omhoog. omhoog. Geen geluid? Alles veilig! Dan geluid? Alles lopers, de de oren vooruit, daar daar die die malse malse bladeren... bladeren... Nu los! Hij Hij knabNu er er op op los! vooruit, belt ... Pang... Pang ... Een Eenvuurstraal... vuurstraal... een een schrijnende pijn pijn in in zijn belt...
—7 7— grond... een lijf. Holderdebolder buitelt over de de grond... een stuipstuiplijf. Holderdebolder buitelt hij hij over was gedaan! trekking... en 't was trekking... gedaan! Zwegers. «De ». De Mooie Natuur II ». Duid de stukje << « Lampe, Duid de vragende vragendezinnen zinnenaan aanirtinhetket stukje Lampe,de de haas ». haas ). Duid ook de de uitroepende uitroependezinnen zinnenaan. aan. Waar vindt ge ge verkorte "erkortezinnen? zinnen? Wijs de afwisseling Wiis afwisseling aan aan in in de de zinsbouw. zinsbouw. Welke synoniemen hethet woordje << « haas »? Welke synoniemen vindt vindtgegevoor voor woordje
EXPRESSIEF en VERZORGD VERZORGD LEZEN.
7.
Herfstliedje.
tikken zijn chin, De tákken dun, I rtiik de rtin Ik ruik run Van de éiken, -— Van de wit II De bérken zijn wit Op een bank Op bánk zit zit Ik te Ik te kijken. I
De wind zit zit in de de De wind Gié le linde Géle W át te te vertéllen, vertalen, — Wit Kijk! die kastánje kastanje I Dáarvan je kin je Diarvan kán De bláre' al al tétlen! ; De blare'
Daar kläutert kláutert het licht - Wat möoi móoi gezicht! gezicht! -— —
O! ó! I Daar begint 0! 45! I Die wóelige wind Zé te vergaren vergáren II -— — Goud! goud! goud! is het 6oft; óoft; is het Gotid! Over mijn h6ofd hóofd Over Róllen de de bliren. bláren. I %glen (Adama van van Scheltema.) Scheltema.)
Dool' tákkennaar naar&Sven bóven : Door de taken állemaal lofiter louter allemaal Gotid, Goud, II 6! ó! je z6udt zóudt er Wel yin ván willen willen /liven! róven! I
't Is
I
- Voor het expressief e x pre 8 s i e f lezen I e zen :: dit gedichtje gedichtje opgewekt, licht en en vlug lezen. Letten op. op de beklemtoonde letterletterde beklemtoonde greep en op de de rusttekens :: dat zal u de verzen doen lezen lezen zoals zoals het hoort. hoort. - Voor Voor het het verzorgd ver z 0 rgd lezen 1 e zen :: Let Let bijzonder bijzonder op het op het — zuiver uitbrengen van van de de korte korte é-klank in « « ik, ik, wit, wit, zit zit licht, licht, enz.; let ook ook op op het hetzuiver zuiver uitbrengen van van de de tweeklanken, tweeklanken, enz.; bijzonder van van de de ou-klank. heel bijzonder
8.
Beschouwing bij het gedicht «« Herfstliedje HerfstHedje ». ». Beschouwing
a) a} De inhoud. inhoud.
De guitige guitige schrijver, schrijver, Adama van Scheltema, Scheltema, vindt de de herfst herfst iets heerlijks. Al Al verrast verrast hct het hem, hem, dat dat de de wind wind de de bomen homen van van
-8hun hem of of er er goud goud over over zijn zijn hun bladertooi bladertooi berooft, berooft, toch toch lijkt lijkt het hem hoofd wordt hoofd wordt gestrooid. gestrooid. b) De samenstelling. Let in in de le strofe 11°0 Let de Ie de levendige beschrijving. Wat strofe op op de beschrijving. Wat verwekt deze regels? regels? verwekt de de levendigheid van deze Geef acht acht in in de de 2* 2° strofe strofe op op het het mooie lichtspel. Iets 22°0 Geef heerlijks we kunnen kunnen er er de de ogen ogenhaast haastniet nietvan vanafwenden. afwooden. heerlijks :: we De rijke De rijke ldanken klanken en en de de beweging beweging in in het vers wekken onze het vers wekken onze bijzondere tweede helft dienen dienen we we speciaal speciaal bijzondere aandacht. aandacht.In In de de tweede te letten op de de ou-klanken ou-klanken en I »'s ::ze zetoveren toveren ons ons te letten en de vele 1« >>'s voor de geest voor geest het het van van kleuren kleuren wemelende wemelende bos. bos. 3° Merk op op in de 33ee strofe 3° de beweging beweging strofe de de levendigheid van de en de haast grappige grappige voorstelling de aanblik aanblik voorstelling van van de de wind. wind. Zelfs de van de verrast hem hem nog niet van de sterk-gedunde sterk-gedunde bladerluminen bladerkruinen verrast niet erg. erg. 4° In de 4* 4° strofe strofe geeft geeft de debeNveging beweging van vers de de plotplotIn de van het vers de wind wind zijn ZijD selinge selinge ontsteltenis ontsteltenis weer weer van van de de dichter, dichter, als als hij hij de verstrooiingswerk ziet ziet uitvoeren. uitvoeren. Spijts die verstrooiingswerk die iet-wat iet-watontstellende ontstellende verrassing, stukje toch toch nog nog zijn zijnblije, blije,opgewekte opgewekte verrassing, behoudt behoudt het het stukje stemming.
9.
OPSTELLEN.
Een opstel opstel moet moet een een geheel geheelvormen. vormen. Om Omdaartoe daartoe Een komen zal zal men men allerlei allerleibijzonderheden bijzonderheden over over een een te komen onderwerp bijeenbrengen, die onderwerp bijeenbrengen,- —dat datisis de de vinding; vinding, die alle ordelijk ordelijk en en passend passend schikken, schikken, -— dat de alle dat is is de schikking; en en ten ten slotte slottehet hetopgevatte opgevatte gepast gepast en en schikking, treffend zijn eigen —- weertreffend - — 0 pop zij n ei gen manier, man ier, weergeven, geven, -— dat dat is de de uitdrukking. uitdrukking.
Bij het maken maken van van uw uw eerste eerste opstel, opstel, zult zult ge ge op opdeze dezetwee twee puntjes letten lcttcn :: 1° een geheel maak een geheel van van uw uw opstel opstel en en 1 maak 2° zie en en zeg zeg de de zaken zaken op opuw uweigen eigenmanier. manier. 0
1. 1. Er Er op op los!... los! ... — - Door Door de de rode rode beukenlaan beukenlaan dreef dreef een een veehoeder een stier stier op. op. De Deman mankreeg kreeghet hetongezegli ongezeglijk heest veehoeder jk beest haast niet vooruit, vooruit, hoe hij hij ook ook op opzijn zijnknoken knokenhamerde hamerde met met haast knots. Daar Daar kwamen kwamen ze ze eindelijk eindelijk de demarkt marktop. op.Eensklaps Eensklaps zijn knots. de stier stier woedend. woedend. Hij Hij brulde brulde : :zijn zijnvuurschietende vuurschietendeogen ogen werd de
-9zagen een groot groot rood rood affiche affiche op opeen eenmuur muurgeplakt. geplakt. De Dewoeswoes· zagen rukt zich zich los, los, vliegt vliegtde demarkt marktover, over,rent ronteen eenbakkerskar bakkerskar teling rukt omver en bonkt omver en bonkt zijn kop kop te te pletter pletter tegen tegen de de muur muur met met het het affiche. rode affiche.
Een dure dure keer! keer! - In de de avondschemering avondschemering reed reed een een 2. Een motorfietser in snelle motorfietser in snelle vaart vaart de de baan baan op... op ...Eensklaps Eensklaps zag zag hij hij vóór zich een een mannengestalte mannengestalte van van v6cir links zweven. al rechts naar lin.ks zweven. Of Of hij al schreeuwde, de deman manweek week toette en schreeuwde, niet uit. Op het het laatste laatste ogenblik ogenblik Diet uit. Op zwenkte de de motorfietser motorfietser lichtjes lichtjes zwenkte zij, maar maar zat, zat, pardoes, pardoes, op het het op zij, varken dat een "arken dat een boer boer v6ör vóór zich zich uitdreef. «Het Hetbeest beestbetalen! betalen! »» uitdreef. eiste de de eigenaar. eigenaar. Ze Ze raakten raakten het het eiste en ten ten slotte slotte reed reed de de motorfietser motorfietser met met de de boer boer op (lP de de niet eens en duo-zitting naar de de gendarmerie. Toen de de politieman duo-zitting naar gendarmerie. Toen politieman de de opopten laste lastelei lei: (4 : «Ge Gehadt hadtlicht lichtmoeten moetenhebben! hebben! gewonden boer ten >>,», gaf deze deze hem hem een een klinkende klinkende oorveeg... oorveeg... Een Een proces!... proces!... Het Het gaf was een dure dure keer! keer! was -
VINDING. DE VINDING.
10. vinding bestaat bestaat in het het bijeenbrengen of het het vinden vinden 10. De vinding van allerlei bijzonderheden bijzonderheden over over een een onderwerp. onderwerp. van Om gemakkelijk gemakkelijk stof bijeen te te krijgen krijgen voor voor uw uw Om stof bijeen opstel moet opstel moet ge ge :: k e n, 11°0 goed leren waarnemen waarnemen :: dat dat is is leren leren k ij ken, lerenI luisteren,leren leren u i s ter e n, leren vvoelen, 0 e I e n, smaken, 8 mak e n, ruiken; ruiken, 2° vraagjes stellen stellendie diemen mengewoongewoonde gewone vraagjes 2" u de lijk gebruikt gebruikt als als men iets wil wil te te weten weten komen komen :: Wie was dat? Hoe gebeurde Wanneer gebeurde dat? dat? Wanneer viel dat voor? \Vas was er er veel veel \Vas het het erg erg of was schade? Zijn er er erge schade? Waardoor Waardoor kwam kwam dat? dat? Zijn gevolgen te vrezen? vrezen?
11. Leer waarnemen. Leer kkijken; ijk en; leer r oot leer zien ziendedeg grootof afmeting, a f met i n g, v 0 r m, kIe van u r van dingen, of dede vorm, de de kleur de de dingen, de din g, de de beweging. b e weg i n g.Leer Leer luisteren I u i 8 ter en; vang dehou houding, ; vang het bepaalde geluid geluid op, op, de de juiste juiste klank. klank. het bepaalde
tte e
— 10 — -10 LEESSTUK.
De reigers. 1.
1.
Op een vroege heb ik ze Op vroege lenteavond lenteavond heh ze zien zien komen; komen; twaalf twaalf grote vogels vogels op op hun hun ranke ranke wieken. wieken. De De lange lange nekken nekken ingeingegrote trokken, spitse bekken hekken als als pmitige puntige dolken dolken vooruit. vooruit. trokken, alleen alleen de spitse Toen ze boven hoven het het moeras-eilandje moeras-eilandje kwamen, kwamen, stieten stieten ze ze een een Toen rauwe lieten hun hungroen-gele groen-gele poten potenzakken, zakken,staken staken rauwe kreet kreet uit, lieten hun en streken streken klapperend klapperend neer neer hunt zwart-witte zwart-witte nekken nekken vooruit vooruit en op hun op hun nesten. nesten. 2. 2. De De volgende volgende dagen waren ze ze druk druk in in de deweer. weer.Hun Hun dagen al al waren plompe nesten, nesten, die de de wilde wilde zuid-wester zuid-wester lelijk lelijk gehavend gehavend had, had, plompe werden dikke takken takken en entwijgen. twijgen. 't Werden werden opgelapt opgelapt met met dikke zware de oude oude bomen. homen. zware donkere donkere klompen klompen in in de 3. 3. In In april april zaten zaten de de wijfjes wijfjes al al tetebroeden hroeden op opdedeblauwhlauwgroene toen zien zienvissen, vi~sen,dag dag aan aan groene eieren. eieren. De De anderen anderen kon kon je toen dag, aan een een slootkant. slootkant. Als je je dag, geduldig geduldig staande staandein in de de plas plas of aan heel stil nadersloop, nadersloop, kon kon je je ze zebespieden hespieden van van dichtbij. dichthij.Mooie Mooie heet vogels waren waren 't wel :: blauwgrijs hlauwgrijs waren waren hun hun vleugels, vleugels, met met witte witte zilverachtige punten rug. En En dan dan die diesierlijke, sierlijke, over over zilverachtige puntenop op de de rug. hun rug rug gebogen gehogen kopveren. kopveren. Onbewogen Onhewogen zagen zagen hun hun gele gele ogen ogcn in 't voorbijvlietende voorhijvlietellde water. ... als als een een plotse plotse dolkstoot dolkstoot water. Ineens Ineens... kon dan hun hek omlaag schieten. Een ogenhlik later doolk kon dan hun bek omlaag schieten. Een ogenblik later cloak die weer uit het water op met een zilver-hlinkende voorn (1) die weer het water op met een zilver-blinkende voorn (1) een hulpeloos hulpeloos kronkelende kronkelende paling. paling. Rustig-breed Rustig-breed sloegen sloegen ze ze of een dan ranke wieken wieken uit en en brachten hrachten hun hun vangst vangst naar naar hun hun dan hun hun ranke nest. Op een een mooie mooie dag dag in in oktober oktoher zag zag ik ik zezewegzeilen, wegzeilen, een een Op hele troep, troep, recht recht naar naar 't Zuiden, naar landen landen waar waar 't altijd Zuiden, naar zomer is. Zwegers.
I ° Geef Geef uit alinea alinea 11de deuitdrukkingen' uitdrukkingen op die die getuigen getuigen 1° 10 1° van e z i c h t(kleur, (kleur, vorm,afmeting), afmeting), van waarnemen waarnemenmet methet hetggezicht vorm, 2° van e h oor. 2° van waarnemen waarnemenmet methet hetggeh o or. 2° Welke Welke uitdrukkingen uitdrukkingen vindt alinea 22 die diegetuigen getuigen vindt ge ge in in alinea van waarnemen gen (vorm (vormen enkleur) kleur)? van waarnemenmet metdede 0ogen ? 3° Ga alinea 3 3 na na en en duid duid aan, aan, met metwelke welkezintuigen zintuigen de de Ga alinea schrijver heeft waargenomen. schrijver heeft waargenomen.
=
3U cM. cM. lange, lange, fraai fraai gekleurde gekleurde karperachtige karperachtige vis, van van boven (1) Voorn = 30 donker bronsgroen, bronsgroen, van van onder onder zilverachtig, zilverachtig. en met rode rode vinnen. donker
--1111 -
WOORDENSCHAT. WOORDENSCHAT.
12. Vervang Vervung het hetcursieve cursievewoord woorddoor door een synoniem. synoniem. een 12. Hun ranke ranke wieken. wieken. De oude oude bomen. homen. De Hun De spitse spitse bekken. hekken. Mooie vogels. vogels. Mooie De Puntige dolken. dolken. Sierlijke kopveren. kopveren. Sierlijke Puntige Een rauwe rauwe kreet. kreet. Een plotse plotse dolkstoot. dolkstoot. Een Een Plompe nesten. nesten. Een krenkelende kronkelende paling. paling. Een Plompe Dikke takken. takken. Een mocie mooie dag. dag. Een Dikke Donkere klompen. klompen. Een hele hele troep. troep. Een Donkere 13. Vorm Vorm een een goed goed gebouwde gebouwde zin zin met met de devolgende volgendeult. uit13. drukkingen. drukkingen. 1. Stieten een een rauwe rauwe kreet kreet uit. uit. 2. Streken Streken klapperend klapperend neer. neer. 1. gehavend. 4. Een nest 3. Lelijk gehavend. nest oplappen. oplappen. Broeden op blauw-groene hlauw-groene 6. Bespieden Bespieden van dichtbij. dichtbij. 5. Broeden 7. Stil [eitjes. 8. Onbewogen 7. Stil nadersluipen. nadersluipen. [eitjes. Onhewogen zien. zien. kronkelend. 10. Rustig-breed. 9. Hulpeloos kronkelend.
14. Vul in in met met een een woord woord uit uit het hier hier volgende volgende lijstje. lijstje. 1. Duigen. 2. Schubbetjes. 3. 3. Druppels. 4. 4. Klokhuis. Klokhuis. 5.5. Graantjes. Graantjes. 6. Doornen. i. Pol'Ï~n. 8. 8. Schaven. Schoven. 9. 9. Pitten. Pitten.10. 10.Draden. Draden.11. 11.Mijt. Mijt. 6. Doornen. 7. Poriën. 12. Veertjes. 13. Schelf. 14. 14. Tas. Tas. 15. 15.Web. Web.16. 16.Zandkorrels. Zandkorrels. 12. Veertjes. 13. Schelf. 17. Tanden. 18. 18. Stekels. Stekels. 19. 19. Ranken. Ranken. 20. 20. Mazen. Mazen. 21. 21. Trossen. Trossen. 17. Tanden. 22. Spijlen. 23. 23. Druiven. Druiven. 24. 24. Rijsjes. Rijsjes. 25. 25. Schakels. Schakels. 22. Spijlen. In Een ketting ketting bestaat hestaat uit In een een aar aar steken stekener erveel veel--.. Een uit vele vele --.. De een kunstig kunstig --..De Dekuiper kuiper legt legt De spin spin weeft weeftvan vanhaar haar- - een hoepels vande deton. ton. Een Een net netisiseen eenknoopknoop- of ofstrikstrikhoepels om om de de-- van werk In een eenbezem hezem steken steken er veel Deschilfertjes schilfertjes werkmet met--.. In er veel -..De die op de de rug rug van van vele vele visjes visjes glinsteren, glinsteren, heten die op hetenwe we--.. Loop De Loop niet niet te te dicht dicht langs langsde dehaag, haag,ofofgegeprikt priktuuaan aandede--.. De rug - .-.De rug van van de de egel egel isis bezet bezet met met vervaarlijke vervaarlijke Devele vele beschutten tegen de de kou. Aan dede- - van van de de beschuttendedevogeltjes vogeltjes tegen kou. Aan De gevangen vogel zit zware--. wingerd met zware . De gevangen vogel zit wingerdrijpen rijpendede- - met achter vaneen eenkooi. kooi. Een Een kamrad kamrad is Midden adder de de -- van is bezet bezet met met --..Midden in met de de ---erel'in. in.Ontelbaar Ontelbaar in het het lekkere lekkere peertje peertjesteekt steekthet het- - met zijn dieliggen liggen op ophet hetstrand strand van van de de zee. zee. Het Het zweet zweet zijn de de -,,die breekt door Korenhalmen bindt bindt men men samen samen breektuit uit de de huid huid door -..Korenhalmen tot Eenronde rondeofofvierkante vierkantestapel stapelhoog hoogen enstevig stevigopgetast op(~etast tot -..Een hooi of een een --; - ;maar maar een een losse losse hooi of of stro, stro,noemen noemenweweeen een- - of hoop het hooiveld, hooiveld, noemt noemt men een --. --.Een Eenovergroot overgroot hoop op op het men een getal vormen een een plas. plas. getal- - vormen
12 --12 15. 15. Vervang het het streepje streepjedoor dooreen eengepast gepast werkwoord werkwoord uit uit het het onderstaande lijstje. lijstje. onderstaande
1. Treffen. Treffen. 2. 2. Zetten. Zetten. 3. 3. Rondstrooien. Rondstrooien. 4. 4. Stichten. Stichten. 5.5. Inoogsten. Inoogsten. 6. Schorsen. 7. 7. Vellen. Vellen. 8. 8. Indienen. Indienen. 9.9.Stoken. Stoken.10. 10.Leggen. Leggen.11. 11.OpOpwerpen. 12. Beramen. Beramen. 13. 13. Slaan, Slaan., leggen. leggen. 14. 14. Koelen. Koelen. 15. 15. Storen. Storen. werpen. 16. Slaan, munten. 17. 17. Aanleggen, Aanleggen, banen. banen. 18. 18. Stijven. Stijven.19. 19.Graven. Graven. 16. 20. 22. Lichten. Lichten. 23. 23.Aanknopen. Aanknopen. 20. Strijken. Strijken. 21. 21. Aantekenen. Aantekenen. 22. 24. Schuren. Schuren. 25. 25. Geven, Geven, indienen. indienen. 26. 26. Aanbrengen. Aanbrengen. 27. 27. Afleggen. Afleggen. 28. Bouwen. 29. 29. Leggen. Leggen. 30. 30. Looien. Looien. 31. 31. Behartigen. Behartigen. 32. 32. Instellen. Instellen. 28. 33. Afhalen Afhalen (= ontdoen van van de dedraden). draden).34. 34.Kwijten. Kwijten. 33. (= ontdoen
Verzet -..Een Verzet --..Een Een klacht klacht -.-.Handelsbetrekkingen Handelsbetrekkingen Eenooroordeel -.. deel -Maatregelen . Maatregelen Luchtkastelen - . Luchtkastelen -.-Een . Eenspoorweg spoorweg Een vonnis--.. Linnengoed kanaal--.. Een Een vonnis Linnengoed --. . Een Een kanaal Een weg weg --..De De rust --.. Geld Geld Zijn haat haat Een getuigenis getuigenis --.. Een Een brug brug -. rust -..Zijn -..Een -. Leer -..Een -. De Leer Eensamenzwering samenzwering --.. Een Een vergadering vergadering -. grondslagen - .-. Een Vuur Iemands belangen belangen --.. grondslagen Een dam dam--.. Vuur -..Iemands Een verslag--. zijn taak taak -. Een verslag . Een Een onderzoek onderzoek --. . Zich Zich van van zijn Bonen -..Koffie Bonen --. . Lof Lof Koffie -. - .Brand Brand -.- Verbeteringeft . Verbeteringen , Nieuwsjes -. Koperwerk -. Het Nieuwsjes -. Koperwerk -. Het anker anker --.. WAARNEMEN.
vorm. De vorm. rolrond (= 16. Zeg hoe hoe de de vorm is : platrond, platrond, rolrond (=cilindercilinder16. Zeg vormig) bolrond. vormig) of bolrond.
De De appelsien appelsienisis--.. Een Een bougie bougieisis--.. spijkerisis-. -. Een spijker Een eikel eikelisis--.. Een Eenvijg vijgisis--.. Een Een vijffrankstuk vijffrankstukisis-. -. Een Een knikker knikkerisis--.. is -. -. Een sneeuwbal is Een sneeuwbal
De citroen citroenisis--.. De Een pannekoek is - . Een Een potlood potloodisis--.. De wijzerplaat De wijzerplaat isis--.. Een boomstam boomstamisis--.. Een Een bloedworst bloedworstisis--.. Een Een brilleglas brilleglasisis--.. Een Een horloge horlogeisis--.. Een
Een Een r(',cht,krom, krom,gebogen gebogen ofofboog-vormig. boogvormig. Ecn Een lijn isis recht, waterrechte daarenboven loodrecht verticaal zijn, water· rechte lijn kan daarenboven loodrecht of verticaal pas pas of horizontaal.
17. met een eenvan vandedehierboven hierboven staande woorden. staande woorden. 17. Vul in met 1. De naar beneden. beneden. De slinger slinger van van de de stilstaande stilstaandeklok klok hangt hangt-- naar 2. kornis ligt voor-enenachtergevel achtergevelvan van het hethuis. huis. 2. De kornis ligt - opopdedevoor-
— 13 — -13 -
3. De wild-groeiende wild-groeiende bomen bomen hebben hebben veel veel — - takken. 4. De boulevards boulevards zijn meestal meestal , brede straten. straten. 5. Die halvemaan—, vormige gewelfjes gewelf jes beschrijven beschrijven een een — - lijn. 6. De scheepsmaat scheepsmast staat -— op het dek. dek. 7. Een rechte stok die in in het het water water gestoken wordt, wordt, lijkt ons ons . 8. 8. De bovenste bovenste — - rand rand van dak heet heet —. van een een dak de nok of of de de vorst. vorst. 9. Een anker is een zwaar zwaar ijzeren ijzeren werktuig, dat bestaat uit een een — - schacht twee -— armen van drieschacht (steel), twee hoekige bladen bladen voorzien, voorzien, een ring ring en en een eendwars dwars stuk aan aan het vlak, dat over boveneinde. 10. 10. Een brug is een een -— vlak, over een een water water boveneinde. Een brug wordt. 11. De telegraaftelegraaf- en en telefoonpalen worden worden — geslagen wordt. voorwerp van een de grond grond geplant. geplant. 12. Een haak haak is een een — - voorwerp eeu in de of ander ander metaal, dat dat dient om iets iets daaraan te hangen hangen of er iets grijpen. mee te grijpen.
18. Vul in met met een een van van de de volgerule volgende tvoorden woorden: : Spits slank (= dun) of plomp (= vorvor· (=-- lang lang en dun) Spits of stomp; slank zwaar);; gedrongen (= kort en en breedgebouwd) breedgcbouwd) of of meloos, zwaar) (=-- kort gestrekt (= (=-- lang, uitgerekt); uitgerekt); dun dun of of dik; dik; grof grof of of fijn: fijD: of bol. korrelig of of vlokkig; vlokkig; hol hol (= uitgehold, ingebogen) of bol. Er zijn scherpe scherpe en en -— hoeken. hoeken. Op gotieke kerken kerken staan staan Op de gotieke Er zijn er -— torens. Een kabel is een touw. De patrijs heeft een touw. De patrijs heeft een — torens. Een kabel een —. Calqueer-— lijf. Logge Logge torens torens zijn zijn meestal meestal . De De els is is - . Calqucer—. lijf. Een zeer hazewind heeft heeft een een — - lijf. Een oud oud papier is zeer —.. De De hazewind keukenzout heeft heeft -— korrels. korrels. De De olifant heeft mes is —.. Het keukenzout een — - lichaam. lichaam. Het spinneweb is een een weefsel weefsel van van — - draden. draden. Het spinneweb -De dog dog heeft heeft een een -— neus. neus. Wat Wat heeft die die kleine kleine dikkerd dikkerd -De —. oude wilgen is meestal meestal . Het Hct renpaard renpaard wangen! De stam van oude hals. De tandarts plombeert plombeert -— tanden. tanden. Het laken laken heeft een -— hals. . Er zijn — - en — - brilleglazen. brille glazen. Uit de zwaargrauwe is -— of —. hemel viel de — - sneeuw. kardoezen zijn gevuld gevuld met een een sneeuw. De kardoezen soort - zaad. sport —
19. De voorwerpen zijn ZIJn driehoekig, vierkant of of viervierdriehoekig, vierkant kantig, rechthoekig, rechthoekig, rond, of eirond eirond (ook (ook langwerpig rond, ovaal of rand), rond), veelhoekig. Vul met een een van van de de hierboven woorden. Vul in met hierboven staande woorden. —.. De stenen Elk vlak van van een een teerling teerling of of dobbelsteen dobbelsteen isis Elk vlak van het het dominospel dominospel zijn - . De De schijven schijven van van het het damspel damspel zijn —. van —. zijn —. - . Het zwarte schoolbord l'!choolbord is is meestal meestal , soms soms ook ook - . Het zwarte zijn tafelbladen De onbehouwen onhehouwen rotsblokken rotsblokken zijn —. - . De meeste mees1e tafelhladen --. Onze -. De triangel is is --. Onze gewone gewone kachels kachels zijn zijn - ofwel —.
— 14 --- 14
meestal — .- ofwel ofwel —, - , de de zware zware kookkachels kookkachels of offornuizen fornuizen zijn zijn --. meestal De De eikels eikels zijn zijn —. - . De De — - vakjes vakjes op op het het damspel damspel heet heet men men de de Het zadel zadel van van een fiets heeft heeft een een— - vorm. vorm. Een Eenpiramide piramide velden. Het een reusachtig reusachtig bouwwerk bouwwerk met met een een — - basis basis en en— - zijvlakken, zijvlakken, is een hoven in in een een punt punt samenlopen. samenlopen. De De citroen citroen isis—. - .De Dehoepels hoepels die boven die men om de de vaten vaten legt, zijn —. - . De De troffel troffel bestaat bestaat uit uit een een— metalen blad blad aan aan een een gekromd gekromd houten houten handvat. handvat. metalen
20. Vul Vul in met met een een van vande de volgende woorden woorden: : 20. trechtervormig, peervormig, peervormig, waaiervormig, waaiervormig, spiraaivormig, spiraalvormig, trechtervormig, hartvormig, hartvormig, halvemaanvormig, halvemaanvormig, zakvormig, zakvormig, stervormig, stervormig, kruisvormig, boor,vormig, boogvormig, zuilvormig, znilvormig, cirkelvormig, cirkelvormig, kegelkegelkruisvormig, vormig. Het hart hart van van de de mens mens isiseen een—- lichaamsdeel. lichaamsdeel. De Depauw pauw Het een lange, lange, — - staart. staart. V66r Vóór de de vitrine vitrine stonden stonden — - sulkersuikerheeft een hroden (1). (1). De Demeikever meikever heeft heeft — - voelsprieten voelsprieten of ofvoelhorens. voelhorens. broden De kurketrekker kurketrekker heeft groeven, die uitlopen in in De heeft onderaan onderaan -— groeven, die uitlopen van de de lamp lamp is is meestal meestal --. - .De Derechtopstaande rechtopstaande een punt. De kap van kachelpijpen zijn meestal — - buizen. buizen. De Dedronkaard dronkaard heeft heeft— kachelpijpen zijn meestal wangen. De kerk wangen. De kerk die die buiten buiten de debeuken beukentwee tweeuitspringende uitspringende armen heeft - . Bruggen Bruggen en tunnels tunnels hebben zeer zeer dikwijls dikwijls — artnen heeft is is —. sabel is een een — - greep. greep. Om Om de de gewelven. Aan gewelven. Aan de de degen degen en en de de sabel lokalen alleen maar maar te te verwarmen, verwarmen, gebruikt gehruikt men men hoge, hoge, — lokalen alleen kastanjeboom heeft een een wijduiteenstaand, wijduiteenstaand, — - blad. hlad. kachels. kachels. De kastanjeboom Op haar verjaardag verjaardag kreeg naaister een een lief, lief, — - speldenspeldenOp haar kreeg de de naaister kussentje. een — - lemmer. lemmer. De De spaken spaken van vaneen een kussentje. De De sikkel sikkel heeft een rad aan de naaf. naaf. Het Het roosvenster r008ven8ter is is —. -. rad staan staan -— aan SPREEKOEFENING. spreekbeurtje. 21. Vertel de voigende je. voc-gende legende legende in een spreekbeurt Vertel de ROVERSKUIL. KAREL IS IN DE KEIZER KAREL DE ROVERS KUIL.
de een jachtpartij -- Tijdens Tijdens een jachtpartij in in de wouden, werd wouden, werd Keizer Keizer Karel Karel door door vreselijk onweer een vreselijk onweer verrast. verrast. Bij Bij het haastig het haastig zoeken zoeken naar naar een een schuilschuilplaats, gescheiden van van zijn zijn plaats, was was hij hij gescheiden gevolg. Hij Hij kwam kwam terecht in een gevolg. terecht in een spelonk, waarin waarinhij hij bij bij het spelonk, het licht licht van de bliksem bliksem vier viergewapende gewapende van de bandieten ontwaarde. bandieten ontwaarde. De schelmen schelmen traden traden op op hem De hem toe toc puntig brood 11) Suikerbrood :: tot brood gevormde gevormde witte sulker. suiker. een puntig tot el'n (1) Suikerbrood
— 15 — -15 -
en elk en elk beweerde, beweerde, dat dat rhij hij een -vsTondere wondere droom gehad. De De 1drown had gehad. le zijn schouders schouders omhangen gezien gezien met vorstelijke mantel; mantel; had zijn met een vorstelijke de 2op zijn hoofd hoofd gedragen gedragen een een kostelijke kostelijke muts met met pluim pluim 2e had op en diadeem; de de 3e 3e had een een vurig renpaard renpaard bereden bereden en en de de 44ee had een gouden gouden ketting zien hangen met met zilveren fluitje. om zijn hals een Telkens een brutale kerel kerel zijn zijn droom droom had had verteld, verteld, had had hij Telkens als als een zich het gewenste gewenste toegeëigend. toegeëigend. Toen de 4e 4" naar de de ketting Toen nu de greep « Ik leer greep met het het fluitje, hield de Vorst hem even even tegen. tegen. « leer TI u eerst, sprak sprak Hij, het het gebruik gebruik van van dit dit kostelijk kostelijk ding. ding. De De Keizer eerst, floot op de hem hem eigen wijs. wijs. In In enkele enkele ogenblikken waren waren al al op de om Hem Hem geschaard. geschaard. « Heren, lachte nu de de Vorst, zijn hovelingen om ook een wondere droom droom gehad. gehad. Ik droomde, dat dat Ik Ik vier vier ook Ik heb een Ik droomde, schelmen liet opknopen opknopen man I'lnn deze bomen. De rovers werden gevat bomen. De en en even even later later bengelden bengelden als als galgenaas galgenaas de vier brutale dromers dromers de vier aan de de bomen.
22.
Kleuren. De Kleuren. violet indigo indigo blauw blauw groen groen geel ~eeloranje oranjerood rood violet
1
Willen we we de zaken zaken goed goed kennen, kennen, dan dan moeten moeten we er er ook ook de de kleur van weten weten op op te temerken. merken. kleur van Men spreekt doorgaans doorgaans van hoofdkleuren; we wevinden vinden Men spreekt van zeven hoofdkleuren, bijeen in de de regenboog, regenboog, op op de devolgende volgendewijze wijzegeranggerangze bijeen schikt: blauw, groen, geel, geel, orunje, schikt : purper of violet, indigo, blautv, oranje, rood. Wit de kleur kleur die die ontstaat ontstaat uit uit het hetsamenvloeien samenvloeien van van alle alle Wit is de van deze deze hoofdkleuren. hoofdkleurcn. of enkele van
Zwart is is de de afwezigheid afwezighcid van van kleur. kleur. Zwart Al deze deze kleuren kleuren komen komen niet niet alti altijd voor met met dezelfde dezelfde helderjd voor heid; dikwijls zien we we in in een een en endezelfde dezelfdekleur kleurverschilverschilheid, zeer dikwijls lende tinten. Van het rood :
(- lint) = bleekrood. = lichtrood, bleekrood. Rose of rozerood (— Vuurrood haren), bloedrood bloedrood (-e = donker(—e zon) zon) = Vuurrood (-e (—e harcn), rood. haar) = Ros (— (- haar) = roodachtig. roodachtig. Ros wijnrood. Karmijnen, karmijnrode karmijnrode ((— wangen) Karmijnen,
Van het geel :: Strogeel (lichtgeel. Strogeel (— lint) .----- lichtgeel.
— 16 — -16 Citroengeel (— (- bloesje) bloesje) = lichtgeel. lichtgeel. Citroengeel Blond Blond (— (- haar) haar) = = lichtgeel lichtgeel naar naar het het goudgeel goudgeel overover-
hellend. hellend.
Goudgeel (— (- graan), graan), in in tegenstelling tegenstelling met met lichtgeel. lichtgeel. Goudgeel Beige (— (- japon) japon) -= = grijsachtig grijsachtig geel. geel. Beige Bruin (—e (-e suiker) suiker) = =donkergeel donkergeel (uit (uit zwart, zwart, rood rood en en geel). geel). Bruin lippen) == lichtbruin, lichtrood, lichtrood, ontontlippen) kleUl,d. kleurd. (- mahoniehout, mahoniehout, —e -e haren) haren) = = donkerdonkerKastanjebruin (— bruin. bruin.
Vaal (vale (vale heide, heide, Vaal
Van het het blauw :
Azuren, lazuren, hemelsblauw hemelsblauw (— (- gewelf) gewelf) = lichtblauw. Azuren, lichtblauw. Lila (— (- seringen) seringen) = = blauwpaars. blauwpaars. Lila Van het het groen groen : Van Zeegroen (—e (-e tijgerogen) Zeegroen
grijsachtig lichtgroen.
wit : Van het wit Van sabel) = wit glanzend. (--e sabel) Blank (--e Melkwit (-te (— haar), zilverwit ((—te tanden), spierwit spierwit of zilverwit Melkwit kriJtwit (-te krijtwit (—te huisjes). Hagelwit (- servet) = helder wit. = helder Hagelwit (— Grijs (— (- tekenpapier) = donkerwit. donkerwit. Grauw (-e schemering, -e = donkergrijs. —e lucht) = Grauw (--e = donkergrijs. Asgrijs. (-e haren) = donkergrijs. Asgrijs, asgrauw asgrautv (—e Van zwart : Van het IJwart Gitzwart glanzig zwart. —e ogen) = glanzig (— paard, -e Gitzwart (Pikzwart, koolzwart (donkerzwart. (— haar) = donkerzwart. Pikzwart, koolzwart
=
De van sommige sommige kleuren wordt aangeduid door : De tint van a) Licht, helder of of bleek :: Licht, helder bleekblauw, lichtgeel, lichtgroen, helder~roen, hleckblauw, helderwit, heldergroen, lichtgroen, helderwit, bleekgroen, enz.; bleekgroen, b) hoog :: b) Donker of hoog hoogblauw, hoogrood, hoogrood, enz.; donkergroen, donkerbruin, hoogblauw, enz.; donkergroen, donkerbruin, : c) l' aal = licht ontkleurd, niet helder van kleur : licht ontkleurd, niet helder van kleur c) Vaal = vaalgrijs, enz.; vaalgeel, vaalgrijs, Vaalbruin, vaalrood, vaalgroen, vaalgeel, Vaalbruin, vaalrood, gevoegd :: d) de kleurennamen kleurennamen gevoegd bij de -twhtig »>> bij d) «c -achtig enz.; geelachtig, enz.; roodachtig, blauwachtig, blauwachtig, geelachtig, Groenachtig, Groenachtig, roodachtig,
— 17 — -17 samenstelling van namen van kleuren kleuren : van namen e) Een samenstelling Roodbruin, blauwgroen, blauwgroen, purperblauw; purperblauw; f) glimmend en dof do f of mat: f) Glanzig, glimmend mat : Glanzig, glimmend zwart; zwart; dofdof· of of matblauw. matblauw. Glanzig, glimmend —e OPMERKING. - Iets veelkleurig is, heet heet bont :: een -e Iets wat veelkleurig koe, sjaal. sjaal. — - Iets Iets waarop waarop vlekken vlekken zijn, zijn, heet heet gevlekt gevlekt : vogel, koe, de --e tijger, een een --e hond. - Iets Iets dat dat van van spikkels spikkels voorzien voorzien hond. — —e tijger, gespikkeld: is, heet gespikkeld : --e duiven. -
23. a) Welke hebben :: W elke kleur hebben kraai de druif druif de kraai de de kastanje kastanje de eierdooier eierdooier de de spons spons tanden de de tanden de salade salade de gouidsbloem de lippen gOUidshloem de lippen het viooltje de kers kers de lei viooltje de
de kanarie kanarie nevel de nevel de appelsien appelsien mol? de mol?
b) Geef de kleur kleur op opvan van : van België, België, zoals zoals ge ge die 1) de de landkaart landkaart van die in in uw uw atlas atlas vindt vindt ; (de kleuren kleuren van van de denegen negenprovincies) provincies); 2) het klaslokaal klaslokaal:: van van de de wanden, wanden, van van het het plafond, plafond, van van de de ramen, het bord, de leerstoel, leerstoel, de de banken banken en en de de vloer; vloer; ramen, het bord, 3) de landkaart landkaart van Europa (de (de kleuren kleuren van vande deverschillende verschillende van Europa landen). OPSTELLEN. STELLEN. OP
deze nog eens eens goed goed bij bijhet hetmaken makenvan vanuwuwopstel opstel 24. Let nog opop deze twee punten punten :: 1° maak een een geheel van van uw uw opstel, opstel, en en manier. en zeg zeg de de zaken zaken op uw uw eigen eigen manier. 2° zie en 1. Hij had had het! het! -— Cor zijn drie driekameraden kameraden een een Cor zette met zijn eekhoorn na bos. Wat Wat een een jacht! jacht! Pluim Pluim scheen schcen met met eekhoorn na door door het het bos. de jagende snaken snaken te spotten spotten :: als als een een de jagende • wondere acrobaat acrobaat slingerde van slingerde hij zich van de ene ene den den inÎndedeandere. andere.Maar Maar de ' 41f door moeheid miste miste hij hijeensklaps eensklaps door zijn moeheid de tak. tak. Cor Cor had had hem hem te te pakken pakken en en de duwde hem hem in duwde in zijn zijn muts. mnts.Maar Maar onveronver· wacht krijgt zijn hand hand wacht krijgt hij hij een prik in zijn en laat zijn zijn vangst vangst vallen. vallen. Pluim Pluim rende rende het bos in. Teleurgesteld zette zette de de jongen jongen ol op. Hemel, Hemel, wat wat een eengekriebel! gekriebel! De De muts muts zat zat v vol zijn muts muts op. vlaoien. Hij het!. .. vlooien. Hij had het!... "
— 18 — -18 goed 1>. — - Om Om het het volgende volgende opstel opstel tetemaken, maken,moet moetgege goed N. 13. waarnemen. Belangwekkende Belangwekkende bijzonderheden bijzonderhedenover over onderwaarnemen. dit dit onderwerp vindt vindt ge ge in in «Zuid bladzij 145 145-146 Marter werp Zuid en Noord ». Zie bladzii 146 «« Marter en Eekhoorn Eekhoorn ». ,. -
Schets een ÛNDER EEN EEN DEN DEN EEN EEN MOOIE MOOIE PLUIMSTAART. PLUIMSTAART. een 2. ONDER waarin de rijke zon door door het groen groen speelt speelt om om het het nest nest mooi bos waarin van een eekhoorn. eekhoorn. Lustig Lustig fluiten door door het het bos bos de devele velevogels. vogels. van - Een Een bloeddorstige bloeddorstige mailer marter sluipt sluipt met metfonkelende fonkelende ogen ogennaar naar — de eekhoorn. eekhoorn. De af, de de de De vreselijke vreselijkejacht jacht de de bomen bomen op op en en af, struiken in en struiken in en door. door. Een Een schreeuw. schreeuw. De marter marter bijt bijt de de arme arme ogenblik stilte. stilte. Onder Onder een een boom boom een eenmooie mooie eekhoorn dood. Een ogenblik pluimstaart! ... pluimstaart!... -
LEESSTUK.
Lees in uw uw handboek handboek ««Zuid Zuiden enNoord Noord»»het h.etstuk stille« De « De 25. Lees " van Fr. Fr. Van Van Eeden. Eeden.Blz. Blz.118. 118. nazomer z•
dit mooie : lezen. Lees Lees oordeelkundig oordeelkundig dit mooie stukje stukje: a) Het lezen. Alinea 11zult a g beschr bes c h ij r ijvend ven voorlezen, d voorlezen,dat dat Alinea zultgegetra traag ge u alles alles duidelijk duidelijk voor voor kunt kunt stellen; stellen; ge alinea 22 dient I u g ge te r te zeggenom omhet hetsnelle snellerijden rijden alinea dientgegevvlugger zeggen na te bootsen; bootsen; alinea 33moet e won der end lezen omuit uittetedoen doen alinea moetgegebbewonderend lezen om, kpmen de de kleuren. kleuren. lr,omen de weelde weelde van de b) Het waarnemen. waarnemen. b) a/ Welk al Welk verschillend verschillend blauw blauw onderscheidt onderscheidt de de schrijver schrijver in in alinea I? — - Hoe is het het herfstlover herfstlover gekleurd? gekleurd? — - Welke Welke kleuren kleuren alinea 1? harmoniëren gevoel wekt wekt bij bij de de schrijver schrijver harmoniëren schoon? schoon? -— Wat Wat een gevoel het grote grote lllilld steenheuvels ? — - Hoe Hoe voelt voelt hij hij de de land met met zijn zijn lage lap steenheuvels? herfstlucht aan? aan? bi Onderzoek alinea alinea 33 : :Welke Welkedrie drieoverheersende overheersende kleuren kleuren b/ Onderzoek onderscheidt dit kleurenconcert? kleurenconcert ? -— Hoe zien er er de de onderscheidtgege in in dit Hoe zien beukeberkestammen uit? - In In wat wat een een kleurige kleurigeatmosatmosbeuke- en en de berkestammen uit? — feer ziet ze ze de de schrijver schrijver staan? staan? -— Hoe Hoe zijn zijn het het loof loof en. en de de feer ziet wow" stammen esdoorn-bomen? -— Waarop Waarop gelijkt het het woud stammen van van de esdoorn-bomen? in de de verte? verte? — - Hoe Hoekomen komen het hetgebladerte gebladerte en ende delovertakken lovertakken voor reuze-bomen in velden? voor van van de reuze-bomen in de velden?
*
*
*
In dit kader kader van van de de herfst herfst zullen zullenwe wenu nuachtereenvolgens achtereenvolgens In dit beschouwen beschouwen :: het huis, -- het college — - en en de de kerk. kerk. het college --
Het Huis
' -1..,___A,___.,1 ' fiii i ,I.,1,1 _____ -1. 1 — 7---,, . ---1 J--,--- :it - r =---_ --___ --.------tlii =" N.M....WI
i1
.,
Wii.,
-
I
' I 1 li-—t--. -=="=-...--,----.'.""- -----i u\1,ik:' i11;■1117-i
. \ I,
____i . .........
,_
,
.......
, i't
, f
,k$ ‘( A
,.=. tp 7——
*
?
i i i -1 ili'l i :1111,1 \;1,,\'\iIi 'l 11 ' r.- -' '
.." 1.0r, -7--.7" . ,• , ' . ,,II . ' lj '„Iss 4, .".. -41' ' 4 '1 Iii,!11' 'I' r'Jr....iiii...441111 .....: { '''' .....11/1 ..' ',:),, ,,,44.7":":--:. ,,,,)f, -4, I"' . „., - - ... 47 is!
26.
,•■■•••■ -,
! --17' , ,f, 1 „-Attittiltiii
l'otlf
' .
.....„..,........---- : ,..7.'-' ____.......... 27,
......ill ----. 1-,, ,L".14!------ -f----' it -
-,,..„1,.",„,1::.--m-
i ”Applifirffe l liliV
I,
I11
,,..,...../:.. ...11111111111•1111111111111........ '.-7---7-',...-----
......... ..7.1..„, ,, ........... ..„........ ......
i)
...,„, '
. ,-.
Hert Het moderne huis.
Het huis met met zijn zijn effen Het gewone gewone huis effen voorgevel voorgevel of fagtde, façade, met met zijn schuine schuine dak dak waarvan waarvan de de beide heide dakschilden samenkomen in de de vorst kennen we we best. hest. vorst of nok, dat kennen moderne huis het oude. oude. In de de Het moderne huis verschilt verschilt heel heel wat wat van van het voorgevel op de de benedenverdieping, henedenverdieping, ziet zietge gesoms soms een een gesloten, gesloten, voorgevel heet; op op de de verdieping verdiepinger erboven hoven glazen glazen uithouw, uitbouw, die die de de loggia heet; merk.t ge een een balkon met balustrade en van boven hoven merkt ge en helemaal van heht ge ge een een plat dak dak of terras. terras. Op Op de verschillende verdieverdiehebt de verschillende pingen zijn er er brede hrede schuiframen, waaraan ge ge geen geen luiken of of pingen blinden ziet. Vóór de de deur is is een een bordes : een een kleine trap van van enkele enkele kleine trap V66r tussen treden. De deur is is niet niet ingedeeld ingedeeld in in panelen : tuss.en treden. De deur opstaande stukken, de de posten posten of stijlen, en en haar bovenboven. haar opstaande en benedendorpel, ziet ziet ge ge overdwarse overdwarse vakjes, vakjes, waarin waarin geribd gerihd en benedendorpel, gegolfd glas glas steekt. steekt. Rechts Rechts van bordes is is een een garagegarage· of gegolfd van het bordes de auto auto geborgen gehorgen staat. staat. waarachter de poort waarachter Langs het ge in een kleine het halletje Langs het trapje trapje komt ge in een kleine voorhal: voorhal : het of de de vestibule.
— 20 — 27. Lees wat wat hier hiervolgt volgt : 27. Lees Notariële aankondiging.
van Meester on. Studie van Meester G. G. Govaert, Govaert, notaris notaris teteBorglo Borgloon. hand te te huur huur Uit de hand Handelshuis met loads loods en tuin. tuin. Het huis is gelegen gelegen op op de de steensteenHet huis weg van St.-Truiden St.-Truiden naar naar Tongeren. Tongeren. weg van Met zijn aanhorigheden aanhorigheden is 260 m2 m2 Met is het 260 groot g.root en heeft heeft een eengevelbreedte gevelbreedte van van 6.50 m. 6.50 m. Op de benedenverdieping benedenverdieping bevinden bevinden Op zich de de winkel winkel met met brede bredevitrine, vitrine, zich een salon, salon, een ruime ruime keuken keuken en een een een bijkeukentje ; op de tuin tuin isiseen eentien tienmeter meterlange langeloods. loods. bijkeukentje; op ZIJ zij in de Op Op de de eerste eerste verdieping verdieping zijn zijn er ervier vierruime ruimevertrekken vertrekkenmet met een badkamer badkamer met badkuip en en douche. douche. met badkuip Bovenaan een terras terras met meteen eenwaterreservoir. waterreservoir. Bovenaan is is een Het huis is is modern modern ingericht ingericht en en voorzien voorzien van van waterleiding, waterleiding, gas en elektriciteit. elektriciteit. gas Onmiddellijk in gebruik te te nemen. nemen. Onmiddellijk in gebruik
28. nu zelf een een notariële notariële aankondiging 28. Maak nu ter aankondiging op. Breng ter kennis van het het publiek, publiek, dat dathet het moderne huis dat ge op op de de kennis van moderne huis dat ge plaat ziet, ziet, te huur huur wordt wordtaangeboden. aangeboden.Duid Duidaan, aan,hoe hoe groot groot het plaat is en hoe hoe het het er eruitziet. uitziet.
29. 29. 1. Ambulance v.v.
WOORDENSCHAT.
= veldhospitaal.
v. = = houten bergplaats. bergplaats. 2. Loods v.
Keetv.v. = of hut hut bij bij een een bouwwerk, bouwwerk, polderwerk, polderwerk, enz. enz. 3. Keet = loods of 4. Magazijn Magazijn o. o. = pakhuis. = Remise v. v. = = bewaarplaats voor koetsen, koetsen, wagens wagens of ofwagons. wagons. 5. Remise 6. Bureau o. o. == kamer gebouw, waar waar enig enig bestuur bestuur is is kamer of gebouw, - van van een een dagblad, dagblad, — - van van een een gevestigd; bureau gevestigd; bureau van van politie, — fabriek, -— van een overste overste in in colleges, colleges, enz. enz. fabriek,
— — - 21 217. Kantoor Kantoor o. ==-- ambtelijk ambtelijk bureau; bureau; kantoor kantoor van van een eennotaris, notaris, 7. klerk, enz. enz. klerk,
Hoeve, Hoef Hoef v.v. = = boerderij, hofste(d)e. hofste(d)e. 8. Hoeve, 9. Woonwagen Woonwagen m. m. = kermiswagen. kermiswagen. 9. 10. Circus Circus m. m. (ook (ook wel wel o.) 0.) ==- paardenspel. paardenspel. 10. m. = wielrijschool; wielrijschool ; wielerbaan. wielerbaan. 11. Velodroom o.o. m. 12. Café Café o. of of Koffiehuis Koffiehuis = = waar men men dranken dranken verkrijgen verkrijgen 12. cn gebruiken gebruiken kan. kan. en 13. Restaurant Restaurant o. o. = waar men men koude koude en en warme warme spijzen spijzen 13. = waar kan. bekomen kan. 14. Hotel Hotel o. o. = groot, modern modern logement. logement. = groot, 14. Buffet o. o. = tapkast toonbank in stations, stations, enz. enz. 15. Buffet tapkast met toonbank in = 30. hethet boven30. Vervang Vervang het streepje streepje door dooreen eenwoord woorduituit boven· staande lijstje. lijstje. staande
Wie Wie enig enig voorwerp voorwerp van van waarde waarde gevonden gevonden heeft, heeft, moet moet het het naar het het — - van van politie politie brengen. brengen. Na Na de de slag slagdroegen droegen de de naar brancardiers de . Een tent tent waarin waarin paar. paarbrancardiers de gekwetsten gekwetsten naar naar de de —. den allerlei kunsten kunsten vertonen, vertonen, noemt noemt men men een een —. - . Het Hetrondrondden reizend kermisvolk - . De De koopman koopman lioudt boudt zijn zijn reizend kermisvolkhuist huistin in —. goederen opgestapeld - . De De koetsier koetsier bergt bergt de de rijtuigen rijtuigen goederen opgestapeld in in zijn —. de —. - . De notaris notaris treft zijn — - isisopen open in de treft ge ge nu nu zeker zekerthuis thuis :zijn. van tot 12 12 uur. uur. Vertrekt Vertrekt onze onze trein treineerst eerstover overtien. tienminuten, minuten, van 9 tot dan we nog nog eens eens even even naar naar het het — - en enbestellen bestellenons onse1k elk dan lopen lopen we een limonade. Voor Voor elke elke grote grote wedren, wedren, komen komen de dedeelnemers deelnemers een limonade. zich dagen te voren oefenen oefenen in het het —. -. zich dagen te voren In een grote grote stad kan men zich alles alles aanschaffen aanschaffen :: een een kop kop koffie elk — - of of—; - ;een eenstevig stevig koffie of een lekker biertje vindt ge in elk diner krijgt krijgt ge ge al even diner even gemakkelijk, gemakkelijk, trek maar maar het eerste eerste — binnen; verlangt ge ergens binnen; verlangt ge ergens enkele dagen dagen te verblijven, verblijven, ga ga dan dan naar een kamer kamer naar naar verkiezen. verkiezen. Het Het plankenplankennaar een een -— en huur er een huis waarin de timmerman timmerman werkt hout droog droog bewaart, bewaart, huis waarin werkt en en zijn hout noemen . Bij het heteerste eerste hanegekraai hanegekraai is is alles alleswakker wakker noemen we we een een —. op - :: de devoerman voerman rijdt rijdt met met de de paarden paarden weg, weg, de de koeien koeien op de — worden gebracht, meiden meiden en knechts knechts lopen lopen bebeworden naar naar de de wei gebracht, drijvig dijkwerkers) hebben hebben drijvig over over het het erf. erf. De De polderjongens polderjongens(= (= dijkwerkers) dikwijls zware zware dagen: dagen : hoe hoe smaakt hun 's's avonds avonds in in de de — dikwijls smaakt hun - de de kost, kunnen ze heerlijk slapen! slapen! kost, hoe hoe kunnen ze er heerlijk een gepast gepast woord woord uit uit het 31. Vul met een het volgende volgende lijstje. lijstje. in met Vul in
gaanderij. of gaanderij. galerij of 1. 5. Afdak, galerij 4. Cel. Cel. 5. Kamp. 2. Pijp. 3. Bokaal. 4. 1. Kamp.
— 222— -2 -
Kajuit. 7. 7. Kazerne. Kazerne. 8. Hok of of duiventil. duiventil. 9.9.Leger. Leger. 10. lV. Web. 6. Kajuit. 8. Hok 11. Villa. 12. 12. Korf. Korf. 13. 13. Kluis. Kluis. 14. 14.Museum. Museum. 15. 15. Ren. Ren. 11. De goudvisjes goudvisjes zwemmen De bijen bijen leven leven De zwemmenrond rondinineen een .... .... De samen samen in een een ... ... De Dekapitein. kapitein het hetscheepsvolk scheepsvolken ende depassagiers passa.giers slapen in een slapen in een .... .... De De spin spin loert loert ininhaar haar.... "..Het Hetgebouw gebouwdat dat tot huisvesting is, heet .... huisvesting voor voor de soldaten soldaten bestemd bestemd is, '''' De De legerlegerplaats in het plaats in het open open veld veld noemt noemt men men een een .... .".De Dekloosterling kloosterling bewoont een klein, klein, eenvoudig eenvoudig vertrek, vertrek, een een .... .... De Dekluizenaars kluizenaars bewoont trokken zich een .... .... Het Het wilde wilde trokken zich terug terug in in een een eenzame eenzamecel, cel, in in een in zijn zijn.... ....Het Hetgebouw gebouwwaarin waarinoudheden, oudheden, konijn houdt zich op in of merkwaardige merkwaardige verzamelingen verzamelingenworden wordenbewaard, bewaard, kunststukken of .. " De De rijke rijke lieden lieden houden houden er erdikwijls dikwijls ook ookeen eenbuitentje buitentje heet .... na, een een landelijk landelijk gelegen noemen. op na, gelegenherenhuis, herenhuis,dat datweweeen een...noemen. Hazen, dassen dassen en vossen vossen vluchten vluchten bij bij dreigend dreigend gevaar gevaar naar naar Hazen, hun .... De De hoenders hoenders lopen lopen over over dag dag door door de de ..... ....De Deduiven duiven hun schuil in in de zich 's nachts nachts schuil de ... .. ,Als Alsde deplassende plassende regen regen houden zich speelplein onbruikbaar onbruikbaar maakt, maakt, lopen lopen de de jongens jongens onder onder het speelplein het ... de ... of of .... het ...,, de
32. Zoals de vorige vorige oefening. oefening. 1. Schelp. 2. 2. Tent. Tent. 3. 3. Residentie. Residentie. 4. 4. Schilderhuisje. Schilderhuisje. 5. 5. Hok. Hok. 1. Schelp. 8. Tonnetje. Tonnetje. 9. 9. Hol. Hol. 10. 10.Kermistent. Kermistent. 11. 11. OnderOnder6. Bazaar. Bazaar. 7. 7. Kuil. 8. stand. Hof. 14. 14. Hut. Hut. 15. 15. Kot. Kot. stand. 12. Huisje. 13. Hof. Voor de grote hond De beer beer Voor de grote hond heeft heeft men men op op het het erf erf een een ... De leeft 's winters .... Als Als de de slak slak beducht beducht isisvoor voorgevaar, gevaar, winters i'n in zijn .... kruipt diep in in haar haar.... ....De Dezwervende zwervende volken volken bouwden bouwden zich zich kruipt Ee te diep geen huizen, maar legerden hun op. Een Een geen huizen, maar sloegen sloegen waar waar ze ze legerden hun ... op. varken Aan de de koning koning zijn zijn ... .. ,ververvarkensluit sluitmen menop op in in een een .... Aan blijven de heren heren van van zijn zijn gevolg. gevolg. Nog Nogveel veelKon.gokzen Kongolezenwonen wonen blijven de in ..., ... ,die diezij zijmet metbamboeriet bamboeriethebben hebbenopgetrokken. opgetrokken.De Dezetelstad zetelstad van vorst (de (de hofstad) hofstad) ofofvan van'een eenkerkvoogd, kerkvoogd, noemt noemtmen men van een vorst zijn De pop pop van van de de zijderups zijderups zit zit gevangen gevangen in in haar haar .... .... Als Als zijn .... De onverwacht het volk volkschuilen schuilen onverwacht een een vliegmachine vliegmachine opdaagde, opdaagde, liep het in een nabijgelegen nabijgelegen .... De lijken lijken worden worden neergelaten neergelaten in in een een .... " .. Als het regent staat de schildwacht in zijn .... De oester leeft Als regent staat de schildwacht in zijn .... De oester leeft in haar .... ....Op Opdedekermis kermisworden wordenererallerlei allerleivertoningen vertoningen in haar gegeven in de .... Een grote winkel voor allerlei gegeven in de .... Een grote winkel voor allerlei koopwaren met toegang, heet een... een ... met vrije toegang,
— 23 — -23ZAKEN EN WOORDEN, WOORDEN.
33.
keuken. De keuken.
Tegen de schoorsteen fornuis :: schoorsteen aan aan staat staat het het geëmailleerd geëmailleerd fornuis een zware, rechthoekige rechthoekige kookkachel het midden midden de de een zware, kookkachel met met in in het vuurpot, op op zij de de ovens. oveus. Op het bovenvlak bovenvlak zijn een drietal drietal ronde ronde openingen openingen die die men men Op afsluiten ringen en en helemaal helemaal met met het het dek· dekafsluiten kan kan gedeeltelijk gedeeltelijk met met ringen sel. Op het het fornuis fornuis staat staat meestal meestal de de waterketel waterketel (de (demoor), moor), sel. Op de kookpan, kookpan, de de kastrol kastrol (een (eenbraadbraad- of ofstoofpan stoofpan met met steel) steel) de de marmiet marmiet en en dergelijk dergelijkkeukengerei keukengerei meer. meer. soms soms de Aan de de voorkant voorkant ziet het kacheldeurtje, kacheldeurtje, er er under onder de de Aan ziet ge het asbak m.et met het de sintels, sintels, links links en en rechts, rechts, de de ovenovenhet gruis gruis en en de deurtjes. Aan de gechromeerde gechromeerde roeden hangen de de vuurtang, de pook roeden hangen en het vuurhaakje. Naast de de kachel kachel sta staat de koolbak met met schop schop ofwel ofwel de de Naast - at de ook wel wel het het blik met stoffer. koolkit, ook Aan de de achterkant achterkant stijgt pijp op, op, voorzien voorzien van van een een Aan stijgt de de pijp sleutel. Tegen een wand wand van van de de k.euken, keuken, in licht van van een een raam, raam, Tegen in het licht bevindt zich pomp met met de de bijhorende bijhorende gootsteen gootsteen en en er er bevindt zich de de pomp naast aanrecht. naast het aanrecht.
— — - 24 24Aan de de pomp pomp onderscheidt onderscheidt men men voornamelijk voornamelijk de de zwengel zwengel Aan (de arm) en de de tuit. tuit. Bij Bijde depomp pompvindt vindtge gegewoonlijk gewoonlijk een een (de arm) vaatdoek en en een bakje bakje met mèt zachte zachte groene groene of bruine bruine zeep zeep en en vaatdoek een met harde een harde of of Spaanse Spaanse zeep. zeep. De gootsteen gootsteen is de de stenen stenen bak bak onder onder de depomptuit, pomptuit, de debak bak De met afvoerbuis afvoerbuis naar naar de goot goot of of naar naar de de zinkput; zinkput;de deruimte ruimte met onder de steen steen dient dienttot totbergplaats bergplaatsvan vanaardappelaardappel-,of ,ofgroentegroenteem;mer. emmer. Het aanrecht is een een geriefelijke, geriefelijke,vaste vaste tafel tafelmet metkasjes kasjeswaarin waarin men allerlei allerlei benodigdheden benodigdheden bergen het botervlootje, men bergenkan kan :: het het olie- en azijnstel, peperbus en zoutvat, puddingvormen puddingvormen het zó meer. meer. en z6 Op blad van van het hetaanrecht aanrecht ziet ziet men men wel wel eens eens een een gasOp het blad kornfoor, een een vleesmolen, een wissen komfoor, wissen korf voor aardappekn aardappelen of groente en dies dies meer. meer. Er boven tegen de de wand, wand, goed goed in in het het bereik, bereik,hangen hangen dikwijls dikwijls het halcbord hakbord en hakmcs, hakme8, de rasp, rasp, de de deegrol, het vergiet, vergiet, de schuirnspaan, de schuimspaan, de de trechter, en en de de wandkoffiemolen. wandkoffiemolen. STIJLOEFENING.
34.
Goedkope huisvesting. huisvesting. Goedkope
Het zorgzame konijn verblijf geriefeiljk geriefd ijk ingericht ingerich:t. Het zorgzame konijn had had zijn verblijf Een hele hele boel boel voorraad voorraad had had de deknabbelgraag knabbelgraag opgeslagen opgeslagen in in Een konijn pijp. Kommerloos Ko.mmerloos zouden zouden vadertje vadertje en en moedertje moed.ertje ko.nijn zijn pijp. daar leven lieve kroost. kroo.st. Nu Nu mocht mocht de de winter winter komen!... ko.men! ... daar leven met met het lieve Maar wat daar bij de de ingang? ingang? Even Evenkijken. kijken. Maar wat geklaag geklaag klonk klonk daar Brrr,... de stekelige Brrr, ... daar daar stond sto.nd de stekelige egel! Wat Wat wou wo.u die die van van hen? hen? de ongure o.nderdak! De De kou ko.u had had Hé, 'de ongure gast gast smeekte smeekte om om een onderdak! hem verrast, verrast, zonder hij rilde rildevan vankoorts! ko.o.rts! zonder schuilo.o.rd schuiloord was was hij, en hij Beroerd! Stel Bero.erd! voo.r :: zo'n zo.'n akelige akelige egel egel in in huis! huis! De Dearme arme Stel je voor bloedjes van kinderen kinderen zouden zich dood do.o.d schrikken, schrikken, en een prik prik bloedjes van van zijn pinnen betekende hetekende de de dood! doo.d! Neen vriend vriend egel, egel, bracht bracht het het goedige go.edige konijntje ko.nijntje in, in, neen, neen, Neen heus, het kan niet. niet. En En vadertje vadertje ko.nijn Onheus, het kan konijn schuddebo.lde schuddebolde: :«Onmogelijk! mogelijk! »» Maar de arme zwerver zwerver kermde zo.u maar maar Maar de arme kermde zo. zo akelig, akelig, -— het zou één dagje dagje zijn, — - dat datdedegoedhartige goedhartigecliertjes diertjes de destakkerd stakkerd binnenlieten. De stekelige gast gast installeerde het midden midden van van de de installeerde zich zich nu in het huiskamer en alle huiskamer en wrong wrongen en draaide draaidezich zichnet net zo. zo lang, lang, to.t tot hij alle
« De « De berken ». ».
— -— 25 25huisgenoten op een hoek hoek verdrongen verdrongen had. had. En hij hij sliep süep huisgenoten op zij zij in een dag. De De konijntjes konijntjes sloten sloten geen geen oog. oog. een volle dag. Toen de de beroerling heroerling wakker wakker was, was, verzochten verzochten de de konijntjes konijutjes Toen nu zijn zijn weg weg voort voort te tezetten. zetten. hem vriendelijk nu ce. Wahlief, daar denk denk ik niet niet aan.. aan. En En hij hij Wablief, hromde bromde de de egel egel daar draaide zich zich op draaide op zijn zijn andere andere zij zij en en begon hegon zijn zijnwinterslaap winterslaap in in de konijnepijp. konijnepijp. huisvesting! Goedkope huisvesting! Lees nog eens eens zeer zeeraandachtig aandachtigdit dit stukje stukje en geef dan levendig levendig uw manier manier de inhoud inhoud er ervan vanweer. weer. en op uw
35. Opstellen. Opstellen. Dirk zou zijn 1. Dirk ZIJn part part hebbenl - Straks tante op op hebbeni — Straks zou zou tante bezoek komen Op de de kachel kachel in in de de bezoek komen en en kermis kermiszou zou het het zijn! zijn! Op lekkere koffie, koffie, — - boontjeskoffie! hoontjeskoffie !Het Hetbrede, hrede, keuken geurde de lekkere gele, fijne koekebrood koekehrood lachte de tafel. tafel. Hm., Hm, Dirk Dirk zou zou er er gele, fijne lachte op op de straks Dirk, riep riep moeder moeder op op hem, hem, straks ook ook zijn zijn part van van hehhen! hebben! «c Dirk, de melk komt de komt op, op, haal haal jij jijeens eensvoorzichtig voorzichtig de deChinese Chinese kopjcs kopj,cs uit het het aanrecht, aanrecht, voorzichtig! rinkelde : Tante! Tante! in In uit voorzichtig!»» De De hel bel rinkelde de jongen jongen uit uit en en pardoes, pardoes, het hetstel stelChinese Chinesekopkopzijn haast glijdt de rinkelde stuk stuk op opde devloer vloerwig:Sr vóór Tante's Dirk kreeg kreeg jes rinkelde Tante's voeten. Dirk zijn part, part, — - langs langs zijn zijn oren! oren! 2. Een slachting. slachting. — - We. We hadden twintigtal beste heste hadden thuis thuis een twintigtal leghennen en een mooie, mooie, strijdlustige strijdlustige haan. haan. Elke Elkemorgen morgen leghennen en een kon moeder moeder een een halve halve schort schort eieren eieren uit uit de denesteln nesten halen halen kon en vader was was trots trots op op zijn zijn haan, haan, die die al alde deandere andere overoveren vader kraaide. late avond avond hoorden hoorden we weeensklaps eensklapseen eenverward verward kraaide. Op een late gefladder in het kippenhok. kippenhok. Een Een p.00s p~os was was het weer weer stil stil dan dan gefladder in het hegon het geraas geraas heviger heviger dan dan te te voren de hond hond blafte hlafte en en voren en en de begon sprong een wildeman. wildeman. Daar hij de de kippen! kippen! sprong als als een Daar haperde haperde iets iets bij Vader oom trokken trokken er op af, af, gewapend. gewapend. Toen Toen ze in in het het Vader en en oom er op hok kwamen, zagen licht, de de haan haan en en zes, zes,zeven zeven hok kwamen, zagenze ze hij bij het het licht, hennen gedood. gedood. Een wezel wezel sprong sprong langs langs hen hen weg en vloog het het hennen kippenhok uit. - Een Een slachting! slachting! kippenhok uit. —
22 S. B. S. T. B.
26 — -— 26-
ZAKEN EN EN WOORDEN. WOORDEN. ZAKEN
36.
De slaapkamer.
In een. een slaapkamer slaapkamer vinden we we als als voornaamste voornaamste meubels meubels : het het bed, de de lavabo, lavabo, de de kleerkast kleerkast en en het het nachttafeltje. nachttafeltje. — -- Aan Aan het bed (het (het ledikant) ledikant) onderscheidt onderscheidt men men het het hoofdhoofd. en het het voeteinde en de de beide beide sponden, sponden, de de zijplanken. ledikant ligt een een matras matras van van springveren springveren of of van van wol, wol, In het ledikant zeegras of kapok. kapok. Dwars over over de matras matras vindt de peluw peluw vindt ge ge de en daarboven daarboven de de oor- of hoofdkussens in hun hun sloop of of overtrek. Over Over de matras worden lakens geleg,d, gelegd, daarboven daarboven de de matras worden de lakens wollen dekens; dekens; over over het het gehele gehelebed bedwordt wordt als als sierdek sierdek uituitwollen gestrekt gestrekt een tulen tulen of een een gehaakte sprei, sprei, soms ook een een gewatgewatteerde deken. deken. Zelden Zelden treft men men nog nog bedden aan aan m.et met troonhemel en behangselgordijnen; behangselgordijnen; hier en en daar daar vindt vindt men men een een opklapbed, opklapbed, dat datoverdag overdag tegen tegen de wand wand wordt wordt c« opgeklapt opgeklapt D. ". — - De lavabo is een wastafel wastafel meestal meestal voorzien voorzien van een een spiegel, spiegel; het blad blad staat staat de de lampetkom lampetkom en en kan; kan; er naast naast aan aan de de ene ene op het kant kant het het zeepbakje, zeepbakje, aan de de andere andere het het kambakje. kambakje. Dicht Dicht bij bij de lavabo lavabo staat staat het het handdoekenrek handdoekenrek met handdoeken handdoeken en enwaswashandje. handje. --- De kleerkast kleerkast client dient tot tot berging berging van de de kleren kleren en van van het het Dwars door door de de breedte breedte loopt loopt een een roede roede waaraan waaraan linnengoed. Dwars
- 27 27— — de kleerhangers de kleerhangers hangen; op op de de bodem bodem van van de de kast kast ligt het iigt het linnengoed netjes netjes opgestapeld. staat meestal meestal naast naast het het bed. -— Het nachttafeltje staat bed. Op Op zijn zijn plaatst men wekker of een een nachtlampje; nachtlampje; in in de de lade blad plaatst men de wekker legt men legt men een een of andere andere kleinigheid; in het het kastje bergt bergt men men de of waterpot. waterpot. de nacht- of Op het bed — - Op bed ligt wel eens eens een een nachtzak met met het het nachtgoed goed :: een nachtjapon nachtjapon of een een pyjama. schuift men een horretje in het het raam raam om het hf!t 's Zomers men een horretje in Zomers schuift binnenvliegen van van insekten insekten te te beletten. 37.
VERZORGD EN LEZEN. VERZORGD EN EXPRESSIEF LEZEN.
ouderlijke huis. huis. Het ouderlijke Daar is nog Daar nog diérb'rer diérb'rer (1) plek op op aard, aard, Der liade liéfde een stille stille woon, woon, I1 dewereldkaart, wereldkaart, II Vergéten op op de
I
maar schoén! Maar fris, II maar rijk, II maar schoón! ruim der wéreldzée, II Een stipje in 't rdim Vertréuwd Vertróuwd in 't w6est wóest gebruis; I Een gåstvrij véirge gástvri j oord, II een véil' ge ree : I ouderlijke huis. Het otiderlijke
G. Elliot Boswel. Boswel. G. Elliot ruststreepjes, en het expressief expressief lezen lezen: a) Voor het : letten op de ruststreepjes, met wat nadruk nadruk uitbrengen uitbrengen de de woorden woorden met met een eenaccent. accent. met wat
b) Voor uitspraak : : de korte é-klank é-klank in in de dewoordjes woordjes Voor de uitspraak de korte b) gc is, stil, fris, fris, stip stip" - de lange é-klanken é-klanken » zuiver uitbrengen; — vergeten, wereldzee, wereldzee, ree ree» ,. uitspreken uitspreken zoals zoals het het hoort; in « vergeten, opletten op de doffe« doffe e» e » in " een, het, -lijk (in ouderlijk»). -lijk (in" ouderlijk »).
nauwkeurig aan, aan, welke welke bijzonderheden bijzonderhedendede 38. Teken Teken nauwkeurig schrijver gevonden gevonden heeft, heeft,om omuit uittetedoen doenkomen komen gehechtheid schrijver dede gehechtheid van de de rentenier rentenier aan aanzijn zijnhuis. huis. van
Zijn huis. huis. Zijn [Een nieuwe buur buur heeft een hond, die die nacht en en dag dag tegen tegen de de [Een nieuwe gans bederft. Dierickx Dierickx werpt hem hem katten blaft en Dierickx' leven gans een vergiftigde vergiftigde worst toe, toe, waarvan waarvan de de rustverstoorder rustverstoordersterft.] sterft.] een (1) Dierbaarder Dierbaarder dan het vaderland. dan het
— 28 — Dierickx had dat spektakel spektakel nu nu had dat veertien dagen verdragen. verdragen. Zijn Zijn leleveertien dagen ven hem geen geen pijp pijp tabak tabak meer meer ven was hem waard. zijn eigendom eigendom niet niet waard. Als Als het zijn was geweest, hij hij ware ware verhuisd, verhuisd, was geweest, ver weg, om om die die schelmen schelmen te te ontontver weg, laatste levensjalevensjavluchten, die zijn zijn laatste vluchten, die ren kwamen verbitteren. verbitteren. Maar Maar ren kwamen woonde niet van van kindsbeen kindsbeen·af af woonde hij hij niet in dit huisje, huisje, dat dat hij hij van van zijn zijn in dit ouders geërfd ouders geërfd had? had? Hoeveel Hoeveel zweet zweet had hij er niet niet aan aan ten ten koste koste gelegd? gelegd? Had Had hij hij het het niet niet ten tenminste minste had hij honderdmaal zelf zelf van van onder onder tot tot boven boven in de honderdmaal de olieverf olieverf gestoken gestoken en en de deuren nog nog al in in de deeik eikgeschilderd? geschilderd?Wel Welduizend duizend herinneherinnede deuren ringen hij kon kon met met diepe diepe ringen bonden bonden hem hem aan aan die die woning woning vast vast :: hij ontroering aan zijn zijn wingerd wingerd denken, denken, en en de de ontroeringaan aan zijn zijn hofje hofje en en aan sterren boven boven zijn zijn hoofd waren sterren waren hem hem 's avonds vertrouwde avonds zovele vertrouwde kennissen. gedachte dat hij daar, daar, en en nergens nergens anders, anàers, zijn zijn kennissen. De De. gedachte dat hij laatste .asem asem zou zou uitblazen, uitblazen, was was met met hem hem vergroeid. vergroeid. Kon Kon hij hij laatste dat alles voor dat voor een een ellendig ellendig beest beest opofferen? opofferen? Emm. Bom. Emm. De Bom.
LEESSTUK.
39.• 39
Het vaderhuis.
...1k .. . Ik zie weer weer het het vaderhuis vaderhuis met met de de hoge hogegevel, gevel,hoge hogevensters vensters en donkergroene donkergroene blinden I De wingerd bedekt bedekt de de oude oude gevel, gevel, en blinden! De wingerd wiens top top de devergulde verguldewindvaan windvaanstaat. staat. op wiens Buig het malse loof loof van van de de wingerd wingerd ter ter zijde, zijde, en gij gij zult zult in in ankers het jaar 1689 1689 ontwaren ontwaren -— het het jaartal jaartal dat dat het het huis huis de ankers het jaar herbouwd is. — - Hoeveel Hoeveel jaren jaren of ofeeuwen eeuwenstond stondzijn zijnvoorganger voorganger herbouwd reeds daar? daar? Van oudsher zij daar. daar. de mijnen, mijnen, van van ouder ouder tot tot ouder, Van oudsher wonen wonen zij van kind kind tot tot kind, kind, altijd altijd bezield bezield met met dezelfde geest. geest. van eeuwen houden houden zij hun familiewapen familiewapen in eer, eer, dopen dopen Sedert eeuwen zij hun vinger in in het het wijwater wijwater en engetuigen getuigendoor doorhet hetkruisteken, kruisteken, in de vinger de naam naam des des Vaders, Vaders, en des Zoons Zoons en en des des H. H.Geestes, Geestes, dat dat zij zij en des geloven. toch veroudert veroudert niet, en zoals zoals cle de vader vader Gegroet, gegroet: gegroet: Gij Gij toch Gegroet, niet, en dààr gewoond thans de de zonen, zonen, omgeven omgeven door door (Wu. gewoond beeft, heeft, wonen wonen er thans hetzelfde huisraad. stoel ... ... heeft heeftvader vadergezeten gezeten ... , hetzelfde huisraad.Op Op die die stoel Daar zat zat moeder, grijs ... Gegroet, Gegroet, o0 huis! huis! Gij Gij zijt zijtmet metons ons Daar moeder, oud oud en gyijs...
— -— 29 29vergroeid. Gij Gij zijt zijt ons ons heiligdom, heiligdom, en wie vergroeid. wie het hetverlaten verlaten heeft, heert,keert keert immer terug, vooral vooral als als de de stormen stormen des des levens levens zijn zijn hart hart immer tot tot u terug, hebben gewond! hebben gewond! Voor ons het bezoek bezoek aan aan die die oude oude woning woningeen eentempering tempering Voor ons is het van ons ons gemoed, gemoed, het genieten gcnieten van van een een zalige zalige rust, rust, van van een eenongeongevan stoorde de jongeren jongeren is het het een eenoud oudtoverpaleis, toverpaleis, stoorde vrede; vrede; voor voor de geheimzinnig in in de geheimzinnig de schaduw schaduw der der oude oude bomen bomen verborgen, verborgen, doch doch waar waar alles alles hen hen toelacht toelacht :: waar waar het het suiker suiker sneeuwt, sneeuwt, waar waar het het melk droppelt, waar gouden melk droppelt, waar gouden vruchten vruchten aan aan de de stenen stenen en enblozende blozende rozen rozen aan aan de de dorre dorre houtranken houtranken groeien. groeien. Aug. Snieders. Snieders. Aug.
Om allerlei bijzonderheden Om bijzonderheden bijeen te krijgen over uw onderwerp moet ge : a) leren leren waarnemen waarnemen en b) b) u de gewone vraagjes vraagjes stellen, waardoor waardoor men tracht tracht over over iets wat wat te te weten weten te komen.
me'
eens na, Ga eens na, hoe hoe men men in in het het stukje stukje «« Het vaderhuis »,», met behulp van van enkele enkele vraagjes, een een hele voorraad voorraadbijzonderheden bijzonderheden vindt:: vindt
Hoe huis uit? -—Van Van wan nee wann eerr was dat H o e ziet er het huis huis huis al al gebouwd? gebouwd? -— Hoe Ilange a n g e tijd tij d woonde woonde de de daar al? al? — - D oor w wat hadden de at een deugd deugd hadden familie daar Door - W Wa a a rbewoners van dit huis zich altijd onderscheiden? — omkeerde elkeen maar maar immer terug terug naar naar dat dat huis? huis? -— o m keerde elkeen Wat was die woning voor voor klein en en groot? groot? W a t was WOORDENSCHAT.
Kies hett het best passende passendesynoniem synoniem, voor «« stil stil >>. ». 40. Kies 1. Op stille wegen. wegen. 2. mis. 2. Een stille mis. Een stil stil plekje plekje in in het het bos. bos. 3. Een 4. Stil toeluisteren. 5. lezen, stil stil spreken. Stil lezen, 5. Stil 6. Een stil stadje. Een stil 7. Hou voor de de fotograaf een poos poos Hou je voor stil. 8. Een stille spion. spion. 9. Hct is is stil in in de de handel. 9. Het 10. Een stil mens. mens. 11. zce. stille zee. 11. Een stille 12. we~lopen. 12. Stil weglopen.
III
Rustig. Zacht. Onbeweeglijk. Onbeweeglijk Doods. Slap. Afgelegen, eenzaam. eenzaam. Afgelegen, Bcdaard. Bedaard. Gelezen. Kalm. Kahn. Geheim. Geruisloos. Vreedzaam.
I
-- 30 3041. Kies Kies het hetbest bestpassende passendesynoniem synoniem voor voor « zacht zacht ». ». zacht bed. bed. 1. Een zacht zachte regen. regen. 2. Een zachte ·3. zacht klimaat. klimaat. 3. Een zacht zacht handje. handje. 4. Een zacht .5. Een zachte zachte slaap. slaap. '6. Een zacht windje. windje. 6. Een eieren. 7. Zachte eieren. zachte helling. helling. 8. Een zachte gemoed. 9. Een zacht gemoed. zachte winter. winter. 10. Een zachte U.'Met zachte woorden. woorden. 11.'Met spreken. 12. Zacht spreken. peren. 13. Zachte peren. zachte dood dood sterven. sterven. 14. Een zachte leer. 15. Zacht leer. 16. Een zacht zacht karakter. karakter. 17. Zachte muziek. muziek. 18. Zacht Zacht rijden. rijden.
Gematigd. Gematigd. Rustig. Rustig. Zwak. Zwak. Donzig. Donzig. Licht Lieht gekookt. gekookt. Teder, gevoelig. gevoelig. Licht. Licht. Mals, Mals, weldoende. weldoendg. Mollig. Kalm, zoet. zoet. Vreedzaam. Vreedzaam. Buigzaam. Bui~aam. Slap. Liefelijk. Liefelijk. Zalvende. Traag. Buigzaam. Sappig.
Kies het het best best passende passende synoniem synoniem voor « hard ». >>. voor hard 42. Kies
1. Een harde klap of of slag. slag. Een harde 2. De baas baas is hard hard voor voor het het werkvolk. werkvolk. 3. Op harde grond grond slapen. slapen. Op de harde 4. Een harde harde winter. winter. 5. Harde wind. 6. strijd. 6. Een harde strijd. 7. hard nodig. nodig. 7. Het is hard 8. Harde woorden. Harde behandeling. 9. hard voor voor u. u. 9. Het is hard 10. brood. 10. Hard Hard brood. 11. Hard lopen. 11. Hard 12. schreeuwcn. 12. Hard Hard schreeuwen.
Streng, guur. Hevig. Heftig. Hevig. Heftig. Sterk. Gestreng. Pijnlijk, klinkend. klinkend. Bloot. Ruw, hardvochtig. Korstig. Snel. Dringend. Erg. Luid. Smartelijk. Moeilijk. Smartelijk. Moeilijk.
LEESSTUK.
43.
Het huizeke van het het heiboerke. heiboerl{e. Het huizeke
Diep de stille stille bossen bossen stond stond zijn zijn huizeke, huizeke, een een onooglijk, onooglijk, Diep in de vies hutteke. De gekalkte gekalkte muurkes muurkes waren waren vuil-groen vuil-groen uitgeuitgevies hutteke. slagen. achterkant hing strooien dak op de de slagen. Aan Aan de de achterkant hing het het strooien dak tot tot op grond. dompig ruitje ruitje oogde oogde treurig treurig in in het hetgebarsten gebarsten grond. Een Een dompig
-
~-H
---
hoe daar geveltje. 't Al was was doodversleten. doodversleten. Wonder, Wonder, hoe daar een een mens mens kon wonen! wonen! En En toch toch zou zou Jan Jan Pandoer Pandoer zijn zijn woning woning niet niet kon geruil,d hebben tegen tegen de de beste van geruild hebben van het het dorp. dorp. Een bliksems-rare bliksems-rare vent, Pandoer. Hij was een een Een vent,die die Jan Jan Pandoer. Hij was manneke van zijn rug rug droeg droeg hij hij manneke van amper amper één één meter meter hoog hoog en op zijn een geweldige geweldige bult. bult. Hij Hij had hadlange langearmen armenmet metenorme enormeklauwen. klauwen. Jan hield een bok Jan Pandoer Pandoer hield bok en en een een varken, varken, die die met methem hemin. in één en hetzelfde hetzelfde vertrek vertrek huisden. huisden. Een Een schot schot van van een een halve halve één en meter hoog twee. De ene helft helft diende diende als als stal stal meter hoog deelde deelde het huis in twee. voor de dieren dieren en en de de andere andere als alskeuken keukenen enslaapkamer slaapkamer voor voor voor de de eigenaar. ei~enaar. Uit:: *« Met en zonder pluimen pluimen»door doorLeo Leo Heibos. Uit
1. Waar 1. bevond zich zich het het huizeke? huizeke? Waar beyond 2. Hoe zag zag het het er er uit uitbij bijdedeeerste eersteaanblik? aanblik? 3. Hoe waren waren de de muurkes muurkes gekleurd? gekleurd?(Waarnemen.) (Waarnemen.) 4. Wat een een vorm vorm vertoonde vertoonde de de hut hut aan aandedeachterkant? achterkant? (Waarnemen. ) ( Waarn.emen. ) 5. Waardoor werd werd het huis huis verlicht? verlicht? 6. In wat wat een toestand toestand verkeerde verkeerde de hut? hut? 6.In 7. Î. Achtte "'.chUe de bewoner bewoner nog nog dat dat bouwvallig bouwvallig ding? ding? 8. Wat een man was was die die bewoner? bewoner? Wat voor een 9. In welke welke appartementen appartementen was was het het huis huis ingedeeld? ingedeeld?
— - Trekjes Trekjes waardoor dat de de schrijver schrijver tevens tevens goed goed waardoor ge ge ziet ziet dat heeft waargenomen waargenomen :: Wat een - Hoe Hoe ziet ziet er er dat dat ruitje ruitje uit uit Wat een dak dak lag lag er er op op die die hut? hut? — en hoe hoe schijnt schijnt het het te te kijken? kijken? — - Was iets bijzonders bijzonders aan aan en Was er iets dat geveltje te bespeuren? bespeuren? — - Wat Wat een een bochel, bochel, wat armen dat wat voor armen en handen handen heeft het het heihoerke? heiboerke? — - Hoe Hoe hoog hoog was was het het schot? schot?
44.
OPSTELLEN.
1. Stroper gevat! gevat! -— Hannes Spreng was was een een onverbeteronverbeterHannes Spreng lijke stroper. stroper. Hij moest nochtans nochtans op hoede zijn zijn ::sedert sedert Hij moest op zijn hoede verschillende weken veldwachter Vermeulen Vermeulen hem hem in in het het verschillende weken hield veldwachter oog. oog. En er stond stond me een een boete boete op! op! Werd WerdHannes Hannes geknipt, geknipt, dan kon hij het het huisje huisje niet kopen, kopen, een best best gelegen, gelegen, mooi mooi huisje, huisje, kon waarvoor hij jaren gespaard gespaard had. Maar de drift drift van van het het waarvoor hij al jaren had. Maar stropen baas. Op Op een. een late late avond avond had had hij hij zijn zijn stropen was was hem hem de de baas. lichtbak een voor voor gezet gezet en en kroop kroop reeds reeds op ophanden handen en lichtbak in in een voeten naar een een verblinde verblinde haas. haas. Ineens Ineens stond stondVermeulen Vermeulen voeten naar
32 --— 32achter achter hem. Hannes Hannes werd werd vastgegrepen vastgegrepen en en naar naar de degevangenis gevangenis geleid. De boete De boete en... en ... het het mooie mooie huisje! huisje! 2. Een brand. brand. -— Een welgestelde welgestelde pachter, pachter, vader vader van van acht a.cht kinderen, ziet enkelc uren uren geheel geheelzijn zijnfortuin fortuinverwoest. verwoest. kinderen, ziet in enkele Een vreselijk vreselijk onweer onweer was was losgebroken losgebroken : :schrikwekkende schrikwekkendeblikblik. vervaarlijke donderslagen. donderslagen. Eensklaps bliksem op op sem, vervaarlijke Eensklaps sloeg sloeg de bliksem Noodkreten. Noodklok. Noodklok. Noodhoorn. Noodhoorn. Het Het geloei geloei van van de stallen. Noodkreten. het vee. De De aanrollende aanrollende wagens wagens van van de de brandweer. brandweer. De De huilende huilende kinderen. De De knetterende kinderen. knetterende vlammen. vlammen. De vuurpoel. vuurpoel. De De hoeve hoeve brandde uit de pachter pachter en enzijn zijnvrouw vrouwtrokken trokken met met hun hun brandde uit :: de kinderen, in de avond, naar familie in het dorp. kinderen, in avond, naar in het dorp. WAARNEMEN.
Geluiden. Geluiden. Welke de dieren? dieren! Welke geluiden geluiden geven de
45. Vul Jlul in inmet meteen eengepast gepast werkwoord. werkwoord. 1. 2. 2. 3. 4.
Loeien. Krassen. Brullen. Blaffen, bassen. 5. Kirren. 6. (JQnzen. Gonzen.
Kakelen, 7. Kakelen, klokken. 8. Brommen. 9. Sjirpen, tsjirpen.
10. Knorren. 10. Knorren. 11. Huilen. 11. Huilen.
12. Slaan. 12. Slaan. 13. Sissen, 13. Sissen, schuifelen. 14. Tjilpen. 15. 15. Piepen. 16. Keffen. 16. Keffen. 17. Miau-wen. Miauwen.
18. Blaten. Blaten. 19. Snateren. Snateren. 20. Klepperen Klepperen. 20. 21. Balken. 21. Balken. 12. Hinniken, 22. Hinniken, briesen. 23. Kwaken.
Het rund rund -— op de wei. wei. De De kikkers kikkers of of kikvorseL kikvorsel, -in de de Het op de -- in de woestijn woestijn -— de leeuw. De duiven -— in de de til. til. sloten. sloten. In In de de leeuw. De duiven Bij het het minste minste gerucht gerucht -— onze onze honden. honden. De bijen — - om om de de Bij De bijen bijenkorven. De dat het galmt galmt door door de de buurt. buurt. In In onze onze bijenkorven. De ezel ezel -— dat tuin horen we we de de vinken vinken —. - . De De vurige vurige paarden paarden — - van vanlevenslevens· lust. wonen muisjes, . De hondjes hondjes en en de de lust. Hier Hier wonen muisjes, we we horen horen ze ze —. 'VOssen . De ganzen — - in in bet het koele koele water. De vossen -—. De eenden eenden en en de ganzen ooievaar daar, we horen hem hem —. - . In In de devroege vroegemorgen morgen ooievaarisis daar, we horen — - de de mussen mussen op op onze onze daken. daken. Wat Wat kunnen kunnen de de katten katten toch toch akelig Over de de doodse doodse velden velden — - de de zwarte zwarte raven. raven. De De akelig -! —! Over beer maakt maakt zich . De slangen slangen . Diep in zijn zijn hok hok beer zich boos boos en en —. —. - het varken. varken. De De kudde kudde schapen schapen trekt trekt al al — - naar naar het hetveld. veld. — De reizigers reizigers hoorden de holle holle nacht nacht de de woken wolven - om De hoorden in in de hun tent. hUIl Onze kippen hennen — - of of —. -. tent. Onze kippen of hennen —
— 33 — Een heldere heldere stem. Een Een dof dof gekerm. gekerm. Schrille, Schrille, schelklinkende schelklinkende Een tonen. Een Een zachte zachte stem. Een Een gillend gillend of of schel schel (= (= hoogklinkend) hoogklinkend ) tonen. Ecn hese, hese, schorre, schorre, rauwe rauwe kreet. Een Een luid luid getier. getier. Een Een gefluit. Een holle stem. Op Op gedempte, gedempte,gesmoorde gesmoorde toon. holle
V uI in i'n met met een een gepast gepast woord. woord. 46. Vul l. Met zijn — - stem stem bootste bootste Grootpaatje Grootpaatje het het ijselijk ijselijkgrommen grommen 1. na van de de wolf. wolf. 2. 2. We We konden konden niets niets vatten vatten :: we we hoorden hoorden alleen alleen - gemompel. gemompel. 3. De De zieke zieke was was zeer zeer afgemat afgemat en en had had rust ruet een — nodig :: op op de dekamer kamersprak sprak men men op op — - toon. toon. 4. Spreek wat wat —, -, nodig in de die mens mens isiswat wathardhorig. hardhorig. 5. We We hoorden hoorden in de nacht nacht die paar drinkebroers drinkebroers zingen met — - stemmen. stemmen. 6. 6. Telkens als als een paar boven de fabriek fabriek het het — - gefluit gefluit klonk klonk wisten wisten we we dat dat vader vader boven over een paar paar minuten minuten bij bij ons was. 7. Die redenaar redenaar verstaan verstaan over gemakkelijk : hij heeft heeft een een — - stem. 8. De stemmen van we gemakkelijk wijven klonken klonken — - door de stille stille straat. straat. 9. Na zijn zijn de kijvende wijven toespraak in lucht was was de despreker spreker — - van van het het roepen. roepen. toespraak in open lucht 10. Toen Toen de de wilden wilden ten tenaanval aanvalovergingen, overgingen, stieten stieten ze ze — kreten uit.
47. 1. Suizen :: zacht ruisen :: kokend kokend water water suist. suist. zacht ruisen 1. Suizen gezegd van 2. Ruisen : een zacht geluid geluid maken maken :: vooral vooral gezegd van een zacht de wind, van van de de kleren. kleren. de wind, 3. Bobbelen koken. Bobbelen : heftig koken. het vuur mar 4. Pruttelen brij staat staat op op het borrelend koken koken :: de brij Pruttelen : borrelend te . —• 5. Ritselen Ritselen : trillend, zacht bewegen :: het -— van de blaren. 6. Zoeven : dof ruisen. ruisen. 7. Sissen : een scherp geruis geruis maken het spek spek siste siste een fijn, scherp maken : het in de pan. in de pan. 8. Krassen: geluid maken, nagels b. h. v. maken, met met de nagels een snijdend geluid Krassen : een : vlam9. Knetteren : knappen met een heldere klank : vlam· knappen met een heldere klank Knetteren men-. men —. scherpe klank : wapens, 10. Kletteren Kletteren : klinken met korte, scherpe rep:en regen - . Il. klappend geluid met een een klappend geluid slaan: slaan : de zeilen — 11. Flappen: Flappen : met tegen mast. tegen de mast. een klappend klappend geluid geluid geven 12. een geven:: met met de de zweep zweep —. -. Klappen 12. Klappen: huilen van van 13. (golven);; ook huilen hoorbaar schuimen schuimen (golven) 13. Bruisen :: hoorbaar de wind. de wind. :
— — - 34 3414. Loeien Loeien :: huilen van van de de wind. wind. 14. 15. Gieren :: huilen huilen van van de de wind windofofscherp scherpschreeuwen schreeuwen 15. de roofvogels. roofvogels. van de 16. Bonzen Bonzen :: dreunen dreunen (van (van zware, zware, doffe doffe geluiden). geluiden). 16.
48. Vul in met meteen eengepast gepastwoord. woord. 48. Vul in Gazeuze dranken dranken -— sterk bij het het inschenken. inschenken. 2. 2. Een Eenzware zware 1. Gazeuze wind wind -— door de bomen. bomen. 3. 3. Kokend Kokend water water — - eerst, eerst, later later begint begint - . 4. 4. De De locomotief locomotief stoof stoof — - voorbij. voorbij. 5. 5. De Deslanke 31ankepopupopuhet te —. lieren lieren — - in in de de zomerwind. zomerwind. 6. 6. Op Op de de hoeken hoeken van van de destraten straten hoort —. hoort men men de de wind wind vreselijk vreselijk . 7. 7. De De soldaten soldaten — - met met de de kolf van hun hun geweer geweer op de de zware zware eiken eiken poort. poort. 8. 8. Ik Ikkon konvan van naeht niet niet rustig rustig slapen ~lapen :: de dewind wind— - voortdurend voortdurend met met een een nacht staldeur. 9. Als de de ziekenzuster ziekenzuster voorbij voorbij de dt' bedden beddenging, ging, open ataldeur. 9. Als hoorden we alleen haar hoorden we haar kleren kleren —. - . 10. 10. Het Het gloeiende gloeiende ijzer ijzer — de koelbak. koelbak. 11. 11. 's Winters Winters isis het hier gezellig, gezellig, als als het het het hier in de vuurtje in het gloeiend 12. Alles Alles was was stil in vuurtje -— in gloeiend kacheltje. kacheltje. 12. in de de klas; wat -— de griffels griffels op op de de leien! leien!13. 13.Naar Naarhet hetfeest feestkonden konden klas; gaan :: we we hoorden hoorden de de regendroppels regcndroppels — - op op de de we nu toch niet gaan stenen de druipnatte druipnatte vlag vlag — - tegen tegen de demuur. muur. stenen en de
Het waarnemen mag mag nochtans nochtans niet nietoppervlakkig oppervlakkig Het waarnemen zijn :: Een Een zaak zaak moet moet ge kunnen kunnen zien haar geheel, geheel, zien in haar in haar haar leven, leven, in in haar haar omgeving, omgeving, dan dan eerst eerst krijgt krijgt ge ge er een heldere heldere voorstelling voorstelling van. van.
49. uw «« Zuid Zuid en enNoord Noord>> » op bladzij 10, 10, het het stuk stuk Lees in uw op bladzij 49. Lees van Frederik van Eeden «« Het Het ouderlijk ouderlijk huis huis ».». van Frederik van Eeden In het stuk stuk onderscheiden onderscheiden we een een korte korte inleiding inleiding met met cen cen In het algemene en de de tuin; tuin;verder verdertwee twee algemene gedachte gedachteover overhet het huis huis en grote a) de denadere naderebeschrijving beschrijving van van huis huis en entuin, tuin, grote gedeelten gedeelten : a) en b) bijzonderheden bijzonderheden over over het het eigen eigen kamertje kamertje en en over over de de en b) huisgenoten. -— Breng accolade de de namen namen die dic Kleine Kleine Breng samen samen onder ondcr een een accolade Johannes aan de vertrekken vertrekken in het het huis. huis. Johannes gaf gaf aan -— Breng samen de benamingen henamingen van de de gedeelten gedeelten van van Breng evenzo evenzo samen de de tuin.
— — - 35 35-- Hij breidt breidt met met zijn zijnverbeelding verbeelding zijn zijnwaarneming waarneming uit uittot tot -de diepte diepte van. van het water, water, -— tot in in de de hoogten hoogten van van de delucht, lucht, in de - tot in in de de verte verte van van de de horizont. horizont. Wat Wat ontwaart ontwaart hij in in en en QM om — vijver? Wat Wat hoog hoog in in de de lucht? lucht?Wat Wataan aandedeverre verrehorizont? horizont? de vijver? - Groepeer Groepeer de prachtige bijzonderheden bijzonderheden die hij vond vond over over de prachtige — kat. de kat. - Groepeer Groepeer evenzo de fijne fijne bijzonderheden hijzonderheden over over zijn zijn evenzo de — vriend, Presto, Presto, de de hond. hond. vriend, dan eens samen samen die die vele vele kostelijke kostelijkebijzonderheden bijzonderheden - Breng dan zijn schattig schattig slaapkamertje. slaapkamertje. over zijn
50. 50.
BRIEF.
uw opstel opstel moet moet iets iets van u steken, steken; dat dat is is ook ook waar waar voor voor In uw - Wat Wat is is een een brief briefschrijven? schrijven? de brief. —
Een brief brief schrijven schrijven is... is ... praten... praten ... op papier. papier. Een
Zoals we Zoals we in in de degewone gewoneomgang omgangelkander elkander eenvoudig eenvoudig de de dagelijkse even eeneendagelijkse nieuwsjes nieuwsjesmeedelen, meedelen,zozo moeten moeten we we even praten ... op op papier! papier! voudig onze voudig onze zaken zaken schrijven schrijven in in een brief :: praten...
Hiermee nochtans rekening rekening gehouden gehouden :: Aan Aan Hiermee moet moet nochtans schrijf ik ik mijn wie, aan welke persoon schrijf mijn brief; brief; welke persoon daarvan hangt zowat de bijzondere toon af, daarvan hangt zowat de bijzondere toon af, waarin schrijven moet moet. in ik schrijven
51. 51. Voorbeeld. Gerrit voor veertien veertien dagen dagen op opvakantie vakantie Gerrit en en zijn broer Lou zijn voor bij Oom Jan. Jan. Van Van uit uithun hunvakantie-oord vakantie-oord schrijven schrijven de de twee twee bij Oom leutige mannen een briefje. briefje. leutige mannen
36 — -— 36-
LIEFSTE OUDERS, LIEFSTE OUDERS,
Zonder ruzie Zonder maken, zijn Gerrit Gerrit en en ik ikovereengekomen, overeengekomen, ruzie te te maken, dat we we om dat om de de beurt beurt naar naar huis huis zouden zouden schrijven schrijven en en daarna daarna hebben we we spiertje wie de eerste hebben spiertje getrokken, getrokken, wie eerste brief brief zou zoukrabkrabbelen. belen. Nou, beurt gevallen gevallen en en ik ik ben ben toen toenaanstonds aanstonds Nou, die die eer is mij te beurt aan de de slag slag gegaan, gegaan, om om U U te te vertellen, vertellen, hoe we het aan het hier hier maken. maken. We twijfelen er aan, of of we we zullen zullen We maken maken het het best best en en twijfelen er niet aan, het hier gemakkelijk het gemakkelijk twee twee weken weken uithouden. uithouden. De Deboterhammen boterhammen smakennog nog beter beter dan dan thuis, thuis, geloof geloof ik. ik. Ze Ze gaan er in als smaken gaan er als koek koek en tante Marie Marie moet moet iedere iedere keer keer vreselijk vreselijk om om onze onze eeteeten tante lust lachen. lachen. Ze zegt, dat lust dat we we haar haar nog nog arm arm zullen zullen eten. eten. Zo juist we thuisgekomen thuisgekomen van van Mook. Mook. Oom Oom Jan Jan heeft heeft juist zijn we ons allemaal met zijn auto auto meegenomen. meegenomen. We hebben hebben veel veel pret pret ons allemaal gehad zijn ook ook op opde dePlasmolen Plasmolengeweest. geweest. Daar Daar hebben hebben gebad en en zijn we op we op de de waterfiets waterfiets gereden. gereden. Vlakbij Vlakbij heb heb je je mooie mooieheuvels heuvels met bossen met bossen en watervalletjes. watervalletjes. In In één één van vandie diewaterpartijtjes waterpartijtjes hebben we we met hebben met zijn zijn allen allenGerrit Gerritkopje-onder kopje-onder gehouden. gehouden. Hij Hij gilde gilde als als een een speenvarken. speenvarken. Ook Ook hebben hebben we we een een oude oudemolen molen gezien, U weet weet wel, wel, met met zo'n zo'ngroot grootscheprad, scheprad, dat datdoor doorwater water gezien, bewogen bewogen wordt. wordt. is het het met met Dirk, Dirk, de de schildpad? schildpad? Doe Doe hem hem de degroeten groeten En hoe is van ons! ons! o0 Ja, Ja, Piet, Piet, van van Gerrit Gerrit moet moet ik je je nog nog zeggen, zeggen, dat dat je je van ~oed voor voor zijn zijn aquarium aquarium moet moet zorgen, zorgen, anders anders krijg krijg je je van van goed hem hem op je je broek! broek! lieve Ouders Ouders en en beste beste broertjes, broertjes, ik ik eindig. eindig. Hartelijkste Hartelijkste Nu, lieve groeten groeten van van allen, allen, vooral vooral van van Uw liefhebbende liefhebbende Lou. Lou. Uit Het c Het geheim onweersnacht Uit geheim vanvan de de onweersnacht * ,. door Th. Th. Alberma. Alberma. door je, b. hem 52. Schrijf Schrijf een een brief briefje, b. v. v. aan aan uw uWbroer, broer,enenvertel vertel hem 52. een hebt gemaakt onder uw.uu' een en en ander andervan vanhetgeen hetgeengegemee mee hebt gemaakt onder vakantie. ookantie.
— -— 37 37-
53. 53•
WOORDEN ZAKEK WOORDEN EN ZAKEN.
Het Het College Het college college is is een een gebouw gebouw dat dat Het wat groter groter is is dan dan een een gewone gewone heel wat bnrgerwoning. Het op ingeingeburgerwoning. Het isis er op een groot groot aantal aantal leerlinleerlinricht om een gen gen te te kunnen kunnen huisvesten huisvesten en en om om nodige onderricht onderricht te te kunkunhun het nodige nen verschaffen. verschaffen. Daarom Daarom treft treft nen men daar lokalen lokalen of ofvertrekken vertrekken men daar aan, die we we in in andere andere huizen huizen niet niet aan, vinden, die veelal veelal een een bijzonbijzonvinden, en en die dere naam dragen. dragen. dere naam Treden even een een college college binnen. binnen. We We vinden vindcn er er dichtbij dichtbij Treden we we even de poort poort of of de dedeur, deur,een eenreeks reeksspreekkamers, spreekkamers, waar waar de de de bezoekers worden daar zien zien we wc bezoekers worden binnengebracht. binnengebracht. Niet Niet ver ver van daar meestal een een kleerkamer, waar meestal waar de de leerlingen leerlingen na na de dewandeling wandeling hun pet, pet, overjas overjas of ofimpermeabel impermeabel komen komenbergen. bergen. hun In gewoon huis keuken; in een een college college isis In een gewoon huis eten eten we we in de keuken; daartoe een ruim lokaal voorbehouden, voorbehouden, waar allcn samen samen het het daartoe een ruim waar allen maal gebruiken gebruiken :: de de refter. refter. Op Opdedegelijkvloerse gelijkvloerseverdieping verdieping maal liggen doorgaans doorgaans de klaslokalen, waar de leerlingen leerlingen les leskrijgen; krijgen; - daar studie ::een eenruime ruimezaal, zaal,waarin waarin alalde deklassen klassen — daar ligt ook de studie samenkomen bereiden cn en hun hun werk werk samenkomenom om hun hun lessen lessen voor voor te te bereiden maken. te maken. De leerlingen kunnen kunnen niet niet aanhoudend aanhoudend studeren studeren: ook De leerlingen : ook ontspanning hebben ze nodig; nodig; een een grote grote ruime ruime plaats plaats buiten huiten het gebouw, het (de speelplaats) speelplaats) isisdaarvoor daarvoor tot tot het gebouw, het speelplein speelplein (de beschikking gesteld; afdak, waar waar ze ze hun beschikking gesteld; daar daar hebben hebben ze ze een afdak, spelen als als het hetregent, regent, daar daar bevinden bevinden veilig kunnen schuilen en spelen zich de kleine kleine en en grote grote privaten privaten of of gemakken, of zoals zoals we we zich horen noemen de C.'s (spreek (spreek uit uit : wee wee see's). see'8). veelal horen ze veelal de W. C.'s Dicht speelplein ligt ligt er er in insommige sommige imichtingen inrichtingen een een Dicht bij het speelplein talrijke kraantjes, kraantjes, de de waswas- of of toiletzaal, waar zaal, voorzien van talrijke de leerlingen desnoods desnoods hun hun handen handen kunnen wassen wassen en hun de leerlingen en hun voeten.
Als de de leerlingen leerlingen uitgaan, uitgaan, moeten moeten hun hun schoenen schoenen gepoetst gepoetst worden :: daartoe daartoe is er in in Teel "eel colleges colleges ook ook een een lokaal lokaal worden is er beschikbaar gesteld de schoenenzaal. beschikbaar gesteld : de
-— 38 38— Aan Aan het het einde einde van van de de dag dag gaan gaan de de leerlingen leerlingen slapen slapen :: na het avondgebed avondgebed in de kapel, kapel, begeven begeven ze zich zich naar naar de de dormter. dormter. Elke jongen heeft sluit met met het het Elke jongen heeft daar daar zijn zijn kamertje, kamertje, dat dat hij hij sluit deurtje het gordijn. gordijn. deurtje of het Die kamertjes zijn niet niet ruim Die kamertjes zijn ruim en laten laten niet niet toe toe daar daar al al de de kleren te bergen; daarom daarom is er dicht dicht bij bij de dedormters do rmt ers een een lderen te bergen; is er linnenkamer, linnenkamer, waar waar het vers vers linnengoed linnengoed netjes netjes iningenumgenummerde vak vakies bewaard. jes wordt bewaard. In alle alle colleges colleges wordt wordt er aan aan turnen, turnen, aan aan gymnastiek gymnastiek gegeIn daan; in meest daan; meest alle alle inrichtingen inrichtingen vindt vindt ge ge een mini ruim gymgymnastiek- of turnlokaal met met allerlei allerlei toestellen toestellen ::met metwandrek, wandrek, nastiekbrug, paard, bok en en zo zo meer. meer. Bij het opstaan wassen wassen zich de de jongens v6ör vóór hun hun wastafeltje wastafeltje in hun of lampet in hun waskom waskom of lampet (o.) (0.) ofwèl ofwèl in in het hetlavaker. lavaker. Voor het bevorderen bevorderen van de de gezondheid gezondheid bestaat in de de onderwijsinrichtingen een badkamer badkamer met met tal tal van van cabines; cabines;daar daarwaswassen leerlingen in het het bad (de (de badkuip) badkuip) of of nemen nemen Ben zich zich de de leerlingen alleen maar een stortbad onder onder de broes. broes. Wordt Wordt een ecn leerling leerling alleen maar een stortbad ernstig hij ernstig ziek, ziek, dan dan brengt brengt men men hem hem naar naar de de ziekenzaal; ziekenzaal, is hij maar wat wat ongesteld, heeft hij een een lichte lichtekneuzing, kneuzing,winterwinteralleen maar handen of dies dies meer, meer, dan dan wordt hij verpleegd in de de apotheek. 54-. de volgende volgende vragen. vragen. 54. Beantwoord de
1. Waardoor Waardoor vooral college van van een een gewone gewone vooral verschilt verschilt een een college burgerwoning? 2. Wat treffen we gewoonlijk gewoonlijk aan, aan, bij bij het het binnentreden binnentreden in in Wat treffen een college? college? het thuiskomen 3. "\'(T at doen doen de de leerlingen leerlingen bij bij het thuiskomen van van de de Wat 3. wandeling? wan deling ? 4. Hoe ziet ûct cr hoc de de studie? er de refter uit en hoe 4. !). Waar nemen nemen de jongens jongens hun hun gewone gewone ontspanning, ontspanning, 5. Waar wal treffen we we daar daar aan? aan? en wat 6. Wat Wat verstaat vcrstaat men door «« lavaker lavaker »? »? men door 6. 7. Hoc ziet er er de de schoenenzaal schoenenzaal uit? uit? 7. Hoe 8. Hoc ziener de dormters dormters uit? uit? Hoe zien er de 9. Waartoe \Vaartoc dient linnenkamer, -— wat wat ziet men men er? er? dient de de linnenkamer, een college ]10. O. Waarover beschikt een college voor voor het houden houden van van de de Waarover beschikt turnoefeningen? turnoefeningen ? Il. jongens zich zich 's morgens? Waar wassen wassen de jongens 11. Waar 12. onze colleges een plaats beschikbaar beschikbaar gesteld gesteldvoor voor Is er in onze colleges een plaats 12. het nemen nemen van van baden; baden; — - hoe hoe isis die dieingericht? ingericht? het 13. Waarloe ziekenzaal en apotheek apotheèk in in een een college? college? dienen ziekenzaal Waartoe dienen —
-
39 .._„,_ 39-
LEESSTUK.
55.
De avondstudie.
1.
De De ruime ruime zaal zaal is is vol vol ijverige ijverige drukte drukte van van naarstig werkende getik van van potpotnaarstig werkende leerlingen :: getik lodcn, geritsel van van paperassen, paperassen, zenuwachtig zennwachtig loden, geritsel gestommel in lessenaars. Een Een stilte stilte vol vol gestommel in de lessenaars. wijding schijnt alle alle lawaai lawaai en engefluister gefluister wijding schijnt onderdrukken. De jongens jongens zitten zitten over ovcr hun hun te onderdrukken. boeken gebogen gebogen en op hun hnnaangezicht, aangezicht, boeken en op waaruit enkele minuten geleden geleden het het gezonde gezonde waaruit jongensvermaak opstraalde, nu trektrekjongensvermaak opstraalde, liggen liggen nu ken ernst en en taaie taaie verbetenheid. verbetenheid. Regel Regel ken van ernst na regel krassen krassen hun hun onvermoeibare onvermoeibare pennen penncn op op het het blanke blanke papier. papier. Soms Soms staren staren de de ogen ogen een poos in in de dewijde wijde ruimte ruimte alsof alsof hun hun een poos zoekende zoekende geest geest ginds ginds een een zwevende zwevende gedachte gedachte wil wil grijpen. grlJpen. 2. tegen de houten houten wand, wand, vlekt vlekt het het zwart zwart en en wazig wazig 2. Vooraan tegen profiel van de de subregent, subregent, die nu nu en en dan dan over overzijn zijnbrilleglazen brille glazen heen, heen, zijn zijn waakzame waakzame blik blik over overdie diebonte hontekoppenwemeling koppenwcmeling laat kleine snotaap snotaap wil wil even evennaar naarbuiten huitenen enkomt komt laat glijden. Een kleine dwars door door de de zaal zaalgeklabetterd, geklabetterd, met zwaarbenagelde schoenen dwars er aan denkend, denkend, dat hij hij de de hele helestudie studieovereind overeind zet, zet, want want er niet aan alle gloeiende koppen koppen rijzen rijzen recht :recht en en bekijken bekijken de de kleine kleine alle gloeiende man, die die in in zijn zijn vaart vaart een ccnstapel stapelboeken hockcn met metgroot grootgedruis gedruis man, op de de grond grond werpt. werpt. 3. 3. Weldra hoofden weer weer in de de diepte diepte en eniedereen iedereen Weldra duiken duiken de de hoofden 18 weer is weer in verzonken. Een liniaal klettert neer, neer, boeken boeken in de studie verzonken. worden met een dof geluid in de lessenaar geschoven, koortsworden met dof geluid in de lessenaar geschoven, koortsachtig wordt in de boeken gebladerd. Het is net alsof ereen een achtig wordt in de boeken gebladerd. Het net alsof er vlucht geheimzinnige geesten tegen elkaar aan het fluisteren vlucht geheimzinnige geesten tegen elkaar aan het fluisteren zijn. 4. Maar eensklaps studiezaal als uit uit een eendroom droom eensklaps wordt wordt heel heel de studiezaal 4. Maar opgeschrikt door van de de jubelende jubelende bel. bel. Met Meteen een opgeschrikt door het het geklingel van zucht van verlichting verlichting flappen de jongens jongens de boeken boeken dicht dicht en en zucht van flappen de komen op het het speelplein, speelplein, waar waar opgewekte opgewektc stemmen stemmen en cn luid luid komen op gelach verward verward dooreen dooreen klinken. klinken. gelach gewijzigd.) A. A. St-Hendriksbond. St-Hendriksbond. Deinze. Deinze. (Lichtjes gewijzigd.)
1.
56. 1. 1. Onderzoek Onderzoek alinea alinea 1 :: a} Wat Wat hoorde hoorde m,en men in stilte vol vol wijding wijding van de de studiea) in de stilte zaal?
-—440 0— b) Waaraan h} Waaraanmerkt merktmen, men,dat dat de de leerlingen leerlingen ernstig ernstig aan aan het werk waren? waren? werk c) Waaruit Waaruit maakt maakt ge ge op, dat ze onvermoeibaar doorwerkten? c} doorwerkten? 2. Onderzoek Onderzoekalinea alinea 22 : 2. a) Wat Wat merkt merkt de de schrijver op bij de a) schrijver op de subregent? subregent? b) Hoe Hoe trekt trekt die kleine b) kleine snuiter snuiter door door de de studie? studie? c) Wat Wat gebeurt gebeurt er er bij zijn c) zijn doortocht? doortocht? 3. Onderzoek in 3. door welke trekjes trekjes de de heersende heersende stilte stilte in alinea 3 door wordt weergegeven? wordt 4. Alinea 4. Alinea 44 :: Wat Wat gebeurde geklingel van van de de bel? bel? gebeurdeer er bij bij het geklingel WOORDENSCHAT.
57. Kies het het best bestpassende passendesynoniem, synoniem voor voor« «vol vol 1. Een Een voile 1. volle beurs. beurs. 2. Een Een volle 2. volle week. weck. Een vol uur. 3. Een uur. 4. Vier Vier volle uren. 4,. uren. 5. De volle 5. volle waarheid. waarheid. 6. In 6. In het het volle volle veld. veld. 7. In volle volle ernst. ernst. 8. Een vol vol gezicht. gezicht. 9. Met Met volle zeilen. zeilen. 10. In volle dag. dag. 11. 11. In volle yolle zee. zee. 12.Volle 12. Volle melk. melk. 13. Met Met het het volste volste betrouwen betrouwen 14. Volle aandacht aandacht schenken. schenken. 15. toelating geven. geven. IS. Volle toelating 16. Met het het volste volste recht. recht. 17. Hier Hier hebt heht ge ge volle vollevrijheid. vrijheid.
I
».
Lang. Vrij, wijd. Rond. Klaarlicht. Onvcrdeeld. Onverdeeld. Gevuld, opgepropt. Gevuld, opgepropt. Meest, grootst. Zuiver. Volledi gst. Volledigst. Gans. Bol. Alle. Volkomen. Volkomen. Geslagen. Geslagen. Open. Open. Ç-eheel. Oeheel. Onbeperkt. Onbeperkt.
58. 58. Kies Kies het hetbest bestpassend( passend(synoniem synoniemvoor voorq leeg « leeg ». ». 1. 1. Een Een leeg leeg huis. huis. 2. 2. Lege Lege vaten. vaten. 3. Een lege lege wlgen. W'lgen. 3. Een 4. 4. Een Een lege lege stoel. stoel. 5. Hij beeft heeft veel veel lege lege tijd. tijd. 5. Hij 6. 6. Het Het glas glas isis leeg. leeg. 7. 7. De De lege legemuur. muur. 8. 8. Een Eeu lege legebeurs. beurs.
Onbeladen, onbevracht. onbevracht. Onbeladen, Onbezet. Onbezet. Vrij. Vrij. Hol. Hol. Onbewoond Onbewoond Onbebouwd. Onbebouwd. Open. Open. Ijl.
-— 41 — 9. Een leeg terrein. terrein. Een leeg 10. De lege lege ruimte. ruimte. 10. De 11. Een leeg leeg leven. leven. 11. Een Een leeg leeg vak. vak. 12. 12. Een 13. maag hebben. hebben. lege maag 13. Een lege
Kaal, onversierd.
Uit. ilongerig. Hongerig. 1:>lat. Plat, Onbeduidend, nietig.
Kies voor voor het hetcursieve cursieve een eensynoniem synoniem uit uitdedehier hier vol59. Kies vollijst. gende lijst. Stengel. 2. 2. Reep. 1. Stengel. Reep. 3. 3. Krocht. Krocht. 4. 4. Schel. Schel. 5. 5. Fiets. Fiets. 6.6.Wimpel. Wimpel. Bord. 8. 8. Vrek. Vrek. 9. 9. Zomerhuisje. Zomerhuisje. 10. 10. Sprookje. Sprookje. 11. 11. Muit. Muit. 12. 12. Lade. Lade. 7.. Bord. 7. 13. Nagel. 15. (Bloem)tuil. (Bloem)tuil. 16. 16. Vallei. Vallei. 17. Nagel. Nagel. 18. 18. Hen. Hen. 13. Top. Top. 14. 14. Nagel.
In de de commode commode steken steken er er verschillende verschillende schuiven. Een gierigaard hart. Allerlei ongedierte ongedierte hield zich zich op op in in aard heeft een stenen hart. die vochtige 'Vochtige spelonken. spelonken. Al de vogeis vogels die vang, zet ik in mijn mijn die ik vang, kooi. Op Op de masten van de schepen, schepcn, klapperden klapperden lustig lustigde dekleurkleur· vlaggetjes. Aan rijke vlaggetjes. tafel krijgen krijgen we we elk elk een een platte platte en en een een Aan tafel diepe teljoor. teljoor. In de de kruin boom bouwt bouwt de de ekster ekster haar haar van de boom kruin van nest. Aan voet van van de de berg berg spreidt spreidt zich zich het het dal uit. uit. De De nest. Aan de de voet groteren een rijwiel, rijwiel, de de kleinen kleinen hebben hehben een een hoepel. hoepel. groteren hebben een Wil de kist kist niet niet dichtblijven, dichtblijven, klop klop er er dan dan maar maar een een paar paar Wil de spijkers in! De De twee twee oudjes oudjes hielden hieldengeregeld geregeld een eengenoeglijk genoeglijk spijkers zeer vereerd praatje in bun hUIl priWeltje. priëeltje. De meester meester was zeer vereerd met de de praatje ruiker die hem aanboden. aanboden. Het hevig :: de debloem bloem die we hem Het woei woei te hevig ruiker Grootvadertje had had een onuithangt geknakt geknakt langs langs haar haar stain. stam. Grootvadertje onuithangt voorraad vertelseltjes vertelseltjes voor de lange lange winteravonden. winteravonden. voor de puttelijke voorraad Max houdt op eerbiedige eerbiedige afstand, afstand, als als de de poes poes haar haar klauMax houdt zich zich op wen toont. In een magazijn rinkelt aanhoudend aanhoudend de de bel. Op onze wen hofsteden lopen er heel heel wat wat kippen kippen te kakelen. kakelen. hofsteden OPSTELLEN.
1. Ellendig!... Ellendig! ... — - De vakantie was uit uit en en Lauwke Lauwke trok, trok, spijts spijts regenachtig en triestig triestig weer, weer, met met moed moed het regenachtig weer naar naar het college. college. Moeder Moeder en zus zus ververweer gezelden naar het station station :: ze zedroegen droegen gezelden hem hem naar zijn groot valies en een een vrij vrij zwaar zwaar pak. pak. Toen Toen treintje wegrammelde wegrammelde pinkte pinkte de de jongen jongen het treintje een traan weg, weg, maar maar gauw gauw keek keek hij hij weer wc er een traan stralend prachtige, nieuwe nieuwe vulpen. vulpen. stralend naar zijn prachtige, Ondertussen aan het hetstortregenen stortregenen Ondertussenwas was het het aan gegaan. de plaats plaats van van gegaan.De De trein trein stopt stopt op op de bestemming. Lauwke uit, het het bestemming. Lauwke stapt stapt uit, uit, glijdt uit,
-42touw om zijn pak breekt over en de inhoud rolt rolt op op het het perron. perron. Door Door de regen regen haast haast de de jongen jongen zich zich naar naar het het college. college. Als Als hij hij kletsnat daar aankomt aankomt en op op zijn zijn kamertje kamertje zijn zijnkleren klerenuittrekt, uittrekt, merkt hij ... Ellendig!... Ellendig!. .. m,erkt hij dat dat hij hij zijn zijn vulpen vulpen kwijt kwijt is is... 2. OP DE DE DORMTER... DORMTER ... De leerlingen gaan gaan slapen. slapen. De De De leerlingen witte gordijnen worden voor de de kamertjes kamertjes dichtgeschoven. dichtgeschoven. Nog Nog wat Het vage wat gestommel. gestommel. Het vage nachtlicht nachtlicht in de de zaal. zaal. Weldra Weldra diepe diepe stilte. Buiten giert giert de de wind wind of of klettert klettert de de regen. regen. Rustig Rustig isis stilte. Buiten de dormter. dormter. Van uit een een hoek hoek kan kan wel weleens eenseen eenLatijns Latijns het op de Grieks woord woord van een een dromer dromer opklinken, op klinken, een elleboog elleboog van van of Grieks een woelige slaper slaper kan kan tegen tegen het hetschutsel schutselaanbonzen, aanbonzen, maar maar een woelige dadelijk is alles weer diep dadelijk is alles weer diep stil. Zo blijft blijft het, het, tot tot in inde demorgen morgen wekhel weer leven roept. roept. de wekbel weer alles tot het leven -
STUDIE VAN VAN EEN LEESSTUK. LEESSTUK.
61. Lees in in uw uw « Zuid en en Noord Noord », op bladzij bladzij42, 42, het stukje stukje van Ernest Ernest Claes Claes « Pastoor 1V1unte Munte in de de Bewaarschool Bewaarschool>>.». << Pastoor
Welke kostelijke geeft de -— Welke kostelijke bijzonderheden bijzonderheden geeft de schrijver schrijver in in de r alinea alinea: overde deintrede intredevan vanhet hetpastoortje pastoortje in inde deklas? klas? de 1' : 1°1°over 2° over over de de verrichtingen verrichtingen bij de de drie drieklopjes. klopjes. 2° -— Welke Welke fijne bijzonderheden bijzonderheden geeft geeft ons ons de deschrijver schrijverover over de gimlach van van die die paradijsachtige paradijsachtige pastoor de tweede tweede de gimlach pastoor in in de alinea? -— Welke bijzonderheden bijzonderheden krijgen laatste gedeelte gedeelte :: krijgen we we in het laatste a) over over het het opzeggen opzeggen van van het hetOnzevader? Onzevader? dat bij bij toeval toevalhaperde? haperde? b) over de verlegenheid van het meisje dat c) over zingen van van die dievaste vasteslotzang? slotzang? over het zingen Lees in in hetzelfde hetzelfde handboek, handboek, op bladzij bladzij 59, het stukje stukjevan. van Lees Thans «« Op vakantie vakantie ». P. Hilarion Thans
alinea, over -— Welke bijzonderheden krijgen de Iee alinea, over Welke bijzonderheden krijgen we we in de de vaart van van het hetflegmatieke flegmatieketrammetje? trammetje? de vaart - Onderzoek Onderzoek alinea a) Hoe Hoe gaat gaat de deongeduldige ongeduldige bruur lJruur alinea 22 :: a) — te werk werk in in het hettrammetje? trammetje? b) b) Wat Wat gebeurt gebeurt er crallemaal allemaal te tijdens voet naar naar de de grens? grens? c) c) Welke Welkegevoelens gevoelens tijdens zijn zijn reis reis te voet doen grens maar maar voorthollen voorthollen naar naar huis? huis? doen. bruur bruur over over de grens - Welke schrijver in in de de Welke bijzonderheden bijzonderhedengeeft geeftons ons de de schrijver — 3° alinea over overeen eenvluchtelingen-uittocht? vluchtelingen-uittocht? 3° alinea - Onderzoek wat heeft heeftbruur bruur gedaan Onderzoek dc de laatste laatste alinea alinea : wat — om even te bekomen bekomen van van zijn zijn vlucht? vlucht? am even
-- 43 43— BRIEF.
62.
Grote Broer, Grote Broer,
Geen huiswerk, genoeg voor een brief. brief. Jouw epistel huiswerk, dus tijd genoeg heeft ons doen doen watertanden tiaar naar dat paradijs waar waar jij woont. woont. dat paradijs Schijnt daar Schijnt daar nu nu ook de zon? Of is 't net zo'n afschuwelijk afschuwelijk Of is hier? En weer als hier? En zijn de meesters meesters vart van jouw school ook alle. alleschool ook maal maal even even geschikt geschikt als als jij? jij? Dal. Dat mag mag je natuurlijk natuurlijk niet ver. vertellen, hè? tellen, hè? Maar doe niets niets als vragen, binnen 'n 'n week Maar ik ik doe vragen, en binnen kun je het kun het me me zelf zelf vertellen. We gaan wandelen hoor, mag hoor, jij mag gids zijn. dat we gids zijn. Fijn, dat we in in Berkeloord met vakantie vakantie heginnen beginnen en langer en langer als als anders. Want wc gaan gaan v6cir vóór Pasen niet meer Want we Pasen niet naar school, vader. Je moet me naar school, zegt vader. me gauw gauw dat dat brabbeltaaltje brahbeltaaltje leren, want leren, want ik kan kan niet niet eens eens alles goed verstaan, ten minste, minste, goed verstaan, als ze als ze zo zo praten praten als vader. Maar misschien mààkt vader er mààkt vader
maar maar wat van. van. » Die lf Van « Meester, Do Dolf den Berg zit van van me me af af te te kijken. kijken. » Van den kromme letters letters en de strepen komen lf zijn rekening. de strepen komen op op Do Dolf rekening. Die heeft Die heeft de de halve halve tafel tafel nodig. Hij hangt over over zijn zijn papier papier Hij hangt als roofdier over over zijn prooi. -Luister nu even even :: «« Wat als een roofdier — Luister me op op het hetexamen examen voor voor zo'n zo'n volzin geven? » zou je me >> Het roofdier grote tong tong uit zijn zijn muil muil hangen. Nee, Nee, dit dit roofdier laat laat zijn zijn grote over het gaat niet over over Dolf. Dolf. Zo Zo gaat gaat mijn opstel over het roofdier roofdier mi jn opstel verder. Met angstige blikken kijkt het bloeddorstige bloeddorstige dier dier op op zii. zij. Tussen de de beide voorpoten voorpoten beschermt beschermt hij zijn zijn brief, brief, och och Tussen Hij gromt gromt en en sist en laat zijn verschrikkelijke hoekhoek. zijn prooi. Hij durft te werpen tanden zien, wanneer wanneer maar maar iemand een blik hlik durft werpen recht overeind. op zijn zijn bezit. bezit. Zijn haren staan van woede recht overeind. van woede op cr voor?) voor?) (Wat voor cijfer krijg krijg ik er Zeg Gerardje, Gerardje, Berkeloord Berkcloord is dat een een hoek, hoek, een een vlek, een is dat ~ehucht? Wij leren leren het niet niet eens! Wel allerlei andere dorpen gehucht? andere dorpen daar in dezelfde dezelfde buurt, maar maar Berkeloord Bcrkeloord niet. niet. Als je 0118 ons maar niet voor voor de de gek gek houdt houdt en enons onslaat laatkomen komenwonen wonentussen tussen niet een paar paar boerderijen boerderijen in. De heen lijkt me ook al zo reis er lijkt me ook al in. De verdacht:: Je Je moet moet driekeer driekeeroverstappen overstappen en en je kunt kunt maar maar een verdacht over een paar keer per per dag dag aankomen. aankomen. Maar over een week week zal zal ik het paar Houd je zien. Wee Wee je je gebeente, als je overdreven overdreven hebt. hebt. Houd je sterk sterk als je zien. de eenzaamheid. eenzaamheid. De De redding redding nadert! zolang in de Karel. Uit « Een jaar jaar naar buiten buiten ». J. Rentinga. g Een
— 44 — -44Schrijf een brief brief en envertel, vertel,wat waterer tijdens voorbereidingstijdens de de voorbereidingsSchriji week véér vóór de deMissiezondag Missiezondag en en op opdie diezondag zondagzelf, zelf,inin week hethet of in inuw uwomgeving, omgeving,gedaan gedaanwerd werdvoor voordede missies. college of missies. STUDIE STUDIE VAN VAN EEN EEN LEESSTUK. LEESSTUK.
63. Lees Lees aandachtig uwZuid « Zuid Noord» bladzij aandachtiginutv en en Noord » op op bladzij 58 58 63.
« Bezoek van van Oom Oom>> » door P. P. Hilarion HilarionThans Thansenenteken teken zorgzorg-
4
aan :: vuldig aan mooie uitdrukkingen; uitdrukkingen; 1° de mooie frisse vergelijkingen; vergelijkingen; 2° de frisse leuke gezegden. gezegden. 3° de leuke
evenzo in inhetzelfde hetzelfdehandboek, handboek,opopbladzij bladzij stukje Lees evenzo 47,47, hethet stukje oortjesschool »"door doorTony TonyBergmann. Bergmann.Teken Teken zorgvuldig De oortjesschool zorgvuldig aan : c
11°° de de uitdrukkingen uitdrukkingen waarin juist gekozen gekozen bijvoeglijke bijvoeglijke waarin ge juist naamwoorden vindt; vindt; naamwoorden leuke gezegden; gezegden; 2° de leuke 3° de de trekjes trekjes waarmee waarmee het hetschoolgebouwtje schoolgebouwtjebeschreven beschreven wordt en de de directrice. directrice. wordt
64. VERZORGD EN EXPRESSIEF EXPRESSIEF LEZEN LEZEN . 64. drie groepjes b'l"oepjes weergeven weergeven « der Knapenschap Knapenschap »» 1 Het lied der Met drie Zuid en Noord Noord », », op op bladzij bladzij 65. 65. uit uw «c Zuid strofe, — le strofe, - Groep Groep 11 zegt zegt traag„ traag" met nadruk, nadruk, de de Ie - een een — >>en en bij ««Het stijging bij «« 't Verleden Verleden» HetHeden Heden>>. ». stijging laten horen bij strofe :: wat -— Groep de 22ee strofe wat levendiger, levendiger, wat wat vlugger vlugger Groep 22 krijgt de de opzeggen en alleen alleen maar maar rusten rusten na na de de 33ee regel. de tekst opzeggen traag en met -— De 3" groep 33 :: de de tekst tekst moet moet traag met strofe is is voor voor groep 3e strofe nadruk weergegeven worden. worden. nadruk weergegeven -— De leider zegt zegt geestdriftig geestdriftig de de eerste eerste drie drie regels regels van van de de De leider 4" strofe; de de 33groepjes groepjes zeggen zeggen samen samen traag traag en en beslist beslist het het 4' strofe; overige. -— Voor uitspraak goed goed letten letten op op het hetverschil verschiltussen tussen Voor de uitspraak korte a en korte o. en korte
65.
BHIEFJE. BRIEFJE.
Beste Broer, Beste Broer, Toen gisteren naar naar het station station had had gebracht gebracht en en thuis thuis op op Toen ik ik je gisteren je slaapkamer kwam op te te schikken, schikken, vond vond ik ikdaar... daar ... je slaapkamer kwam om om ze ze wat wat op Eens raden?... Je Je nieuwe, nieuwe, warme warme winterhandschoenen. winterhandschoenen. Je Je bent bent Eens raden?... me ook een een vergeter! vergetcr I me ook
— -— 45 45Ik ze moeder. ze, dat Ik toonde toonde ze moeder. «« Wel Wel toch, toch, zuchtte zuchtte ze, dat ook ook al al vergeten! Verleden Verledenweek week had had hij vergeten! hij vaders vaders beste beste paraplu paraplu in in de de kerk laten staan; staan; gelukkig gelukkig vond vond hij hij die kerk laten die nog nog naast naast zijn zijn stoel! stoel! »:. Jij slimmerik, je zeker zeker vergeten vertellen? slimmerik, dat dat heb heb je vergeten te vertellen? veel van van je je houd houd en en je je geen geen kou kou wil willaten laten Omdat ikik te Omdat te veel lijden, stuur stuur ik je nu nu onmiddellijk onmiddellijk in in een een pakje pakje de dehandschoenen handschoenen op. Of zou je je misschien misschien ook. ook vergeten, vergeten, dat koud is? is? op. dat het koud Houd je goed. Houd goed. Ze Ze roepen roepen hier van alle alle kanten kanten:: ««Veel Veel groeten aan onze aan onze vergeetal! vergeetal! :.
toegenegen zus, zus, Je toegenegen M. Antwoord op op dat datbrief briefje, ofwelschrijf schrijf een briefje Antwoord je, ofwel een brief je omom uw uw identiteitskaart vragen die die gegethuis thuishebt hebt laten liggen. identiteitskaart te te vragen laten liggen. Duid nauwkeurig nauwkeurig de plaats plaats aan, aan, waar waar moeder moederofofzus zuszeze kan Duid kan vinden. Vraag Vraag dat dat men menzezeonmiddellijk onmiddellijk opsturen. Welke vinden. zouzou opsturen. W elke onaangenaamheden kunt kunt ge geanders andersbeleven? beleven?
66.
WOORDEN EN ZAKEN. ZAKEN.
De Kerk De Kerk De kerk kerk is is het het gebouw gebouw dat dat gewijd gewijd isisaan aandedeeredienst. eredienst. De Onze kerken meestal grote, grote, vaak vaak kunstige kunstige gebouwen, gebouwen, Onze kerken zijn meestal waarin we onderscheiden het koor, in in het hetmidden midden waarin we in in de diepte onderscheiden de beuken of ofschepen schepen(middenschip (middenschip ofofmiddenheuk, middenheuk, zijzijde beuken schepen zijbeuken) en en vooraan vooraan het het portaal. portaal. schepen of zijbeuken) In sommige sommige voorname voorname kerken achter het het hoogkoor hoogkoor een een kerken is is achter hallcirkelvormigc aanbouw, diediededeabsis abside geheten geheten halfcirkelvormige aanbouw, absis of of abside wordt. In andere andere voorname voorname kerken kerken loopt loopt straalsgewijs straalsgewijs om om het hethooghoogkoor een gaanderij gaanderij met met tal tal van van transkapellen. transkapellen. koor De bogen of gewelven gewelven worden gedragen gedragen door pilaren, door pijlers, pijlers, pilaren, kolommen (zuilen meestal rond); muren kolommen of of zuilen, -(zuilen zijnzijn meestal rond) ; dedemuren worden verstevigd gestut door door pilasters, pilasters,tegen tegende demuren murenaanaanworden verstevigd of gestut pijlers. gebouwde pi jlers. kerk vindt vindt ge ge een een sacristij of sacristie en een doksaal In elke kerk of oksaal. Naast of op de kerk rijst de toren met met zijn zijn spits, spits,zizijn naald, Naast jn naald, zijn klokkenhuis en en zijn zijn galmgaten. galmgaten. zijn Vooral in onze onze oude oude gebouwen gebouwen vindt ge ge heerlijke, heerlijke, gebrande Vooral ramen, kunstige schilderijen schilderijen en kostelijk snijwerk. snijwerk. ramen,
— -— 46 46Men onderscheidt de de kathedraal :: een Men onderscheidt een bisschoppelijke bisschoppelijke kerk, kerk, -de dom dom:: een zeer voorname voorname bisschoppelijke kerk — - en en de de -- de basiliek : een kerk die die deze deze naam naam louter louter als als een eeneretitel eretitel een kerk gekregen heeft. gekregen
Bij de de protestanten protestanten heet hcet hun hun bedehuis bedehuis meestal meestal tempel, bij de Muzelmannen Muzelmannen moskee, bij bij de de Joden Joden synagoge en en bij bij de de Hindoes en de Chinezen, pagode. Hindoes en dc Chinezcn, pagode. VEHZORGD E.~PRESSIEF LEZEN. LEZEN. VERZORGD EN EN EXPRESSIEF
67.
Kerkramen.
De ramen staan staan vol vol heiligen heiligen II De ramen Opsommen. Opsommen. gemiterd (1) (I) en engestaafd, gestaafd, i gemiterd &Wend. StlJ&,end. gemartelaard, gemaagdekroond, II gemartelaard, gemaagdekroond, Dalend. Dalend. «enTaafd', I gehcrtoogd en gegraafd, o""ehertooO'cl ti ö Verklarend. Verklarend. branden van het het ovenvier ovenvier die 't branden in de de scherf, scherf,I I geglaasd geglaasd heeft in Opgetogen. Opl'eto&,en. die glinsterend, 1 al al de detalen talenspreekt spreekt die glinsterend, van 't hemelboogs hemelboogs geverf. geverf. G. GezeIIe. G. Gezelle. voor de de verzorgde verzorgde uitspraak uitspraak:: a) op het het zuiver ultmt-— Let voor a) op de lange lange a en en ee; op de dejuiste juisteuitspraak uitspraak brengen van van de ee, b) op Traag. Tra.&,. Met Met bewondering. bewonderin&,.
Ij
(1) Gemijterd. Gemijt.rd. (1)
— -— 47 47van, deklank klankinin" (c scherf en «verf van de scherf " en verf»;";c)c)opopdedescherpe scherpe t-t· klank aan klank aan het eind eind van van de devolgende volgendewoorden woorden "4: gemiterd » en <.< gestaafd >>. en « gestaafd ». -- Doe Doe de ge « ge » waanneeveel veeldeelwoorden deelwoordenbeginnen, beginnen,goed goed » waarmee uitkomen. WOORDEN EN ZAKEN. WOORDEN ZAKEN.
68.
De priesters, priesters, de kerkedienaars. kerkedienaars.
Aan het hoofd hoofd van van een een parochie parochie staat staat een deken of of een een Aan het een deken pastoor; in inuitgestrekte uitgestrektegemeenten gemeenten worden worden zij zij in inhun hunbediening bediening pastoor; bijgestaan door een een of raeer bijgestaan door meer onderpastoors of of kapelaans. kapelaans. In het gewone gewone leven leven dragen dragen onze onze priesters priesters een eenzwarte zwarte In het soutane of of toog; toog; op opstraat straat hebben hebhen zij zij een een steek steek op op het hethoofd, hoofd, binnenshuis een of baret. haret. binnenshuis een honnet bonnet of sommige bisdommen hisdommen hebben priesters op ,Ie borst borst een een In sommige hebben de de priesters op de zwart lapje biesje gezoomd gezoomd :: een een bef; hef; in in zwart lapje met met een een wit wit biesje bijzondere oinstandighedendragen dragenzezeeen een manteltje manteltje :: een bijzondere omstandigheden een smalle strook met overlangse plooien hun van van de de smalle strook met overlangse plooien die die hun Ichouders hielen. schouders neerhangt neerhangt tot tot op op de hielen. de mis mis opdraagt, opdraagt, heeft heeft de de priester priester over over de de toog toog Terwijl hij de de witte witte albe; albe; een een singel singel(m.) (m.)(wollen (wollen koord,gordelband) gordelband) de koord, houdt dit witte kleed kleed op; op; — - over over de deschouders schouders loopt loopt een een houdt dit witte stoffen horst : de de stool; stool; stoffen band, band, die die gekruist gekruistligt ligt over over de de borst aan de linkerarm linkerann draagt draagt hij een een korte, korte,afhangende afhangende strook, strook, aan de de manipel (m.); (m.); — - eindelijk eindelijk ligt ligtover over de dealbe albeeen eenbovenboven· de kleed zonder mouwen de kazuifel; kazuifel; kleed zonder mouwenen en aan aan de de zijden zijden open: open : de hij is wit, wit, zwart, zwart, rood, rood, paars paars of of groen groen en en op opde deruggezij ruggezij hij is getekend met een kruis. kruis. getekend met een priester die de de mis mis opdraagt, opdraagt, noemen noemen we de de celebrant; celehrant; De priester solemnele missen missen wordt bijgestaan door twee heren : in solemnele wordt hij hij bijgestaan door twee de diaken en de de onderdiaken. onderdiaken. de Onder mis wordt wordt in de de kelk kelkdedewijn wijngeconsacreerd. geconsacreerd. — Onder de de mis In de de ciborie ciborie worden worden de de heilige heilige Hosties Hosties bewaard bewaard en in de de In en in monstrans wordt wordt het het H. H.Sacrament Sacrament ter teraanbidding aanbidding plechtig plechtig monstrans uitgesteld. Kleine misdieners misdieners ((-naars) .naars) of koorknaptln met en Kleine of koorknapon met toog toog en rochet (I) zijn zijndedepriester priesterbehulpzaam behulpzaam aan aan het hetautaar. autaar. Ze Ze rochet (1) aan (de schenkbieden hem onder de mis de ampullen a.an (de schenkbieden hem onder de mis de kannetjes met water en wijn). wijn). kannetjes met water Ook het lIetsuperplie. superplie. (1) Lees : rosjét. Ook
-48de uitstelling uitstelling van van het hetH. H.Sacrament Sacrament biedt biedteen eenkoorknaap koorknaap Bij de het wierookvat wierookvat met met het het scheepje scheepje aan aan en enlaat laatwierook wierookschepschephet pen pen op de de brandende brandende houtskolen. houtskolen. In een een gezongen gezongen mis mis bespeelt bespeelt de de organist of orgelist het orgelist het orgel de koorzangers koorzangers voeren voeren de de Gregoriaanse Gregoriaanse zang zang uit. uit. orgel en de In sommige sommige kerken een kerkdienaar in livrei met met staf, kerken is er een die zorgt zorgt dat dat alles ordelijk ordelijk geschiedt, geschiedt, die die de de priesters priesters in in het het die behulpzaam is, predikant naar de kansel geleidt, geleidt, enz.; enz.; koor behulpzaam is, de predikant het het is is een een kerkeknecht. kerkeknecht. -— In In grote grote kerken kerken is is er er een een kerkdienaar die er voor voor moet moet instaan, instaan, dat dat er erorde ordeheerst heerst kerkdienaar die er onder het volk volk :: hij onder het hij wandelt wandelt door door de de kerk, kerk, in inuniform, uniform, heeft een een staf staf of of hellebaard in de hand, hand, een een steek steek (m.) (m.) heeft in de op hoofd en en een een bandelier bandelier (m.) (m.) met met gulden gulden letters letters over over op het hoofd borst en de suisse. suisse. borst en schouder; schouder; men men heet hem de bisschop heeft heeft als alsvoornaamste voornaamsteonderscheidingsteken onderscheidingsteken de de De bisschop mijter de krootse krootse (v.) (v.) of ofde dekromstaf. kromstaf. mijter en en de Onze Vader de de Paus Paus draagt draagt de de pauselijke pauselijke driekroon driekroon of of Onze H. H. Vader tiaar.
69. Antwoord Antwoord op opde devolgende volgende vragen. vragen. 1) Wie is er er op op de de parochies parochies belast belast met met de dezielzorg zielzorg van van de gelovigen? 0.elovi (Yen ? 2) Hoe Hoe gaat gaat de de priester priester gewoonlijk gewoonlijk gekleed? gekleed? 3) Wat een bef, bef, — - wat wateen eenpriestermanteltje? priestermanteltje? Wat is een de priester priester die die de de mis misopdraagt, opdraagt, — - hoe hoe 4) Hoe noemen we de de twee twee heren heren die die hem hem in inde desolemnele solemnelemis misbijstaan? bijstaan? de 5) Wat Wat is de kazuifel, kazuifel, de de albe, albe, de de singel, singel, de de stool stool en en de de is de manipel? 6) Hoe Hoe heten heten de de knapen knapen die diededecelebrant celebrantbehulpzaam behulpzaam zijn; — - hoe hoe zijn zijnzezegewoonlijk gewoonlijkgekleed? gekleed? zijn; 7) Hoe Hoe kunnen kunnen ze ze de de celebrant celebrant behulpzaam behulpzaam zijn? zijn? 8) Waardoor goddelijke diensten dicnsten opgeopgeWaardoor worden worden nog nog de goddelijke luisterd? 9) Wat Wat is een een kerkeknecht, kerkeknecht, — waarvoor waarvoor moet moet hij hijzorgen, zorgen, hij geldeed? gekleed? - hoe — hoe is hij hij 10) Wat suissc, — - waarvoor waarvoor zorgt zorgt hij, — -- hoe hoe gaat gaat hij Wat is is een suissc,
gekleed? 11) Waartoe kelk, de de ciborie, ciborie, de de Waartoe gebruikt gebruiktde de priester priester de de kelk, monstrans? 12) Wat Wat heeft heeft de de bisschop, bisschop, en wat wat de de Paus Paus als alsbijzonder bijzonder onderscheidingsteken?
-4 9— — 49 70. 70.
Waardigheidsbekleders. Waardigheidsbekleders.
De hoogste in de de Kerk Kerk zijn hoogste waardigheidsbekleders waardigheidsbekleders in zijn de de paus, kardinalen en en de de bisschoppen. bisschoppen. de kardinalen De paus paus spreekt spreekt men aan met met de de titel titel c Allerheiligste Allerheiligste De men aan Vader >>, », tot tot de de kardinaal kardinaal zegt zegt men men «« Eminentie Eminentie >>, », tot de Vader tot de Excellentie>> » of t«Monseigneur Monseigneur>>. ». bisschop .t« Excellentie In vele vele staten staten van van Europa Europa stond stondeertijds eertijds 'n koning of of keizer keizer aan aan het het hoofd hoofd van het land; land; de deRussen Russenheetten heettenhun hunvroegere vroegere keizer tsaar; tsaar; de de Turken Turken noemden noemden de de hunne hunne sultan. De koning en en de de keizer keizer worden worden aangesproken aangesproken met de titel titel koning met de c: Sire ». ». het leger leger is is de de generaal generaal de dehoogste hoogste onder onder de deofficieren; officieren; In het op hem volgen volgen de de kolonels, de de majoors, majoors, de de kapiteins, kapiteins, enz.; de hoogste hoogste bevelhebber bevelhebber op op een een vloot vloot is is de admiraal. admiraal. In In de de kloosterorden kloosterorden noemt noemt men men generaal, generaal, de de algemene overste van gehele orde; de de overate overste van van de de kloosters kloosters in in een een overste van de gehele streek, b. b. v. v. België, België, heet heet provinciaal; de de plaatselijke plaatselijke bepaalde streek, van elk klooster klooster heet heet prior bij de de Dominicanen, Dominicanen, BeneBene. overste van dictijnen (1), (1), enz., enz., rector bij bij de deJezuïeten, Jezuïeten, gardiaan bij de de dictijnen Minderbroeders of of Franciscanen. Franciscanen. Minderbroeders Aan het hoofd hoofd van van een eenz.z.g. g. provincie provincie van vankloosterbroeders, kloosterbroeders, Aan staat een een vader de plaatselijke plaatselijke overste overste van elk huis huis van elk vader overste; de noemt men men broeder overste. overste. De orden of congregaties congregaties van van kloosterzusters kloosterzusters hebben hebben tot tot orden of generale overste, hoogste bestuurster een een generale overste, de de algemene algemene hoogste bestuurster moeder. - De plaatselijke overste overste van van elk elk klooster klooster heet heet : De plaatselijke moeder. — bij de de Clarissen, Clarissen, abdis; bij bij de deKarmelietessen, Karmelietessen, DominiDominibij canessen priores;ininvele velekloosterkloostercanessenen enenkele enkeleanderen anderenpriorin priorin of priores; gemeenten zuster overste. overste.
71. Antwoord op opde de volgende vragen. volgende vragen. 1) Hoe worden de paus, de de kardinalen kardinalen en en de debisschoppen bisschoppen Hoe worden de paus, aangesproken? 2) Hoe de hoofden hoofden van van vele vele staten staten in in Europa? Europa? Hoc heetten heetten de 3) Wie de hoogste hoogste gezagvoerders gezagvoerders in leger, — - wie wie Wie zijn de in het leger, noemt men ««admiraal admiraal>>? »? noemt men 4) Wie generaal », », wie wie Wie noemt noemt men men in in een een kloosterorde kloosterorde« generaal c:c provinciaal provinciaal »? »? die meer (1) De Benedictijnen hebben daarenboven nog A bi, die m€er voor Vader Abt, nog een Vader de algemene zorgt. algemene belangen zorgt.
50 — -— 505) Wie Wie noemt 5) 'n oemt men men
c
prior rector »? »? prior »,», c« gardiaan gardiaan»,»,c rector
6) Tot wie wordt wordt gezegd gezegd gc Vader Vilder Overste Overste JO, tot wie wie Tot wie », tot
c Broeder Overste Overste>>? »? Wie noemen 7) Wie noemen de dekloosterzusters kloosterzusters «I Algemene Algemene Moeder Moeder »? 8) Wie abdis>>, », priore,s « priores» « priorin>>, », ««zuster zuster Wie wordt wordt «abdis » ofof« priorin
overste » genoemd? overste genoemd?
72.
OPSTELLEN. 1. En buiten vloog vloog het het En buiten heerschap!. " — - De suisse heerschap!... De suisse in uniform wandelt wandelt als als een een in uniform opzichter de kerk kerk opzichter door door de tijdens de zondagsmis. zondagsmis. Een Een tijdens de dronkaard verwekt stoornis stoornis dronkaard verwekt onder volle De De suisse suisse onder het het volk. heeft het eindelijk eindelijk opgeop~e heeft het merkt. De ordeverstoorder ordeverstoorder merkt. De wordt, hij ook ook tegentegenwordt, hoe hoe hij stribbelt, aan de de deur deur gezet. gezet. stribbelt, aan
de klokluider. klokluider. -— Peer 2. Peer de de klokluider, klokluider, de de oude oude hulphulpde koster, was een goedige goedige man man met met koster, was een een witte witte baard. baard. Luiden Luiden kon kon een niemand zoals Hij zorgde zorgde ook ook niemand zoals hij hij :: Hij voor « zijn zijn klokken klokken »! »! De Devriend vriend voor was hij van van de deschoolkinderen. schoolkinderen. Ze Ze was keken hem bewonderend bewonderend na, na, als als ze ze keken hem naar naar het hettorendeurtje torendeurtje zagen zagen hem gaan. Wie ooit ooit was was mogen mogen meegaan, meegaan, gaan. wist wat wat te te vertellen vertellen van van Peer Peer zijn zijn wist kunst. De De avond avond v66r vóór Witte Witte DonDonkunst. derdag ging gewichtig de de torentorenderdag ging hij gewichtig trap op; hij hij smeerde smeerde de de klokken klokken en en trap schroefde ze vleugels aan aan :: 's 's anschroefde ze vleugels derendaags trokken naar Rome. Rome. derendaags trokken ze ze naar Die Peer Peer was was een een held held :: in in de de Die grootste klok, die die de de hele helereis reisonderondergrootste stehoven vloog, de steboven vloog, maakte maakte hij hij de tocht tocht mee mee naar naar de de Paus Paus en en haalde haalde bij bij Hem Hemde dechocoladen chocoladen eieren, die hij eieren, die hij in in de de tuinen tuinen strooide. strooide. Aan Aan de de voet voet van van de de
— — - 51 51toonden de kinderen kinderen aan aan mekaar, mekaar, wat een een grote grote eieren eieren toren toonden zouden krijgen. krijgen. ze zouden Peer heeft de de klokken klokken geluid geluid tot het het jaar jaar v66r vóór zijn zijn dood. dood. Peer heeft Toen Toen hij op op Paaszaterdag Paaszaterdag het het klokkengelui klokken gelui weer weer hoorde, hoorde,stak stak hij, hij, blij blij als als een eenkind, kind,zijn zijnvinger vingeromhoog omhoog zakte zakte ineen, ineen, en en gaf de de geest. geest. WOORDENSCHAT.
73. Kies het het best bestpassende passende synoniem voor voor «« fijn ». 1. Een fijn streepje. streepje. sigaar. 2. Een fijne sigaar. gemoed. 3. Een fijn gemoed. toilet. Een fijn toilet. 4. Een 5. gehoor. S. Een Een fijn gehoor. 6. Fijn laken. laken. 7. Een fijne schrijnwerker. schrijnwerker. 8. Een fles. Een fijne fles. 9. Een fijne fijne he,er. heer. 10. Een Een fijne fijne dame. dame. n. Fijn goud. goud. 11. 12. Een fijne fijne schilderij. schilderij. 13. stemmetje. 13. Een fijn stemmetje. 14. Een fijne fijne gestalte. gestalte. 15. Een fijne advocaat. Een fijne 16. Een fijn kindje. kindje. Een fijn 17. Een fijn onderscheid. onderscheid. 18. Fijne scherts. 19. De fijnste fijnste bijzonderheden. bijzonderheden. 19. De suiker. 20. Fijne suiker.
Scherp. Keurig, elegant. afgewerkt. Voortreffelijk, afgewerkt. Uitgezocht, lekker. Uitgezocht, lekker. Dun. Chic, gedistingeerd. gedistingeerd. Hoog, Hoog, licht. Geurig. Mooi, fraai. Zwak, teer. Zwak, teer. gevoelig. Ontvankelijk, gevoelig. Rank, slank. slank. Rank, Knap, bedreven. bedreven. Vool'Daam. Voorna am. Geestig. Zuiver. onbeduidend. Klein, onbeduidend. Slim, listig, welsprekend. welsprekend. Slim, listig, Gemalen, geraffineerd. geraffineerd. Scherpzinnig.
74. Kies het hetbest bestpassende passende synoniem synoniem voor dik ». voor « « dik 1. Een dikke dikke caféhouder. caféhouder. wang. 2. Een dikke wang. dikke mist. mist. 3. Een dikke 4. Dik gekleed. gekleed. 5. Een dik dik boekdeel. boekdeel. 6. Dikke melk. 7. de dikke dikke duisternis. duisternis. Door de 7. Door dikke knevel. knevel. 8. Een dikke sneeuw lag een voet voet dik. dik. 9. De sneeu.w
Warm. Lijvig. Hoog. Zwart, ondoordringbaar. Zwart, ondoordringbaar. Gezwollen, opgezwollen. Gezwollen, opgezwollen. V et, vlezig. vlezig. Vet, Pappig. Zwaarlijvig. Zwaarlijvig:. Boos.
— - 52 — Een dik dik varken. varken. 10. Een Dikke vrienden. vrienden. 11. Dikke dik uur. uur. 12. Een dik Zijn bloed bloed is is te te dik. dik. 13. Zijn Zich dik dik maken maken over over iets. iets. 14. Zich dikke brij. brij. 15. Een dikke dikke daghuur. daghuur. (1) 16. Een dikke
75.
Borstelig. Borstelig. Geronnen. Geronnen. Dicht. Dicht. Groot. Groot. Goed, intiem. Goed, intiem. Vol, geslagen. geslagen. Zwaar.
Juiste woord. woord. Juiste
Een kistje sigaren. blikje of of busje Een blikje sardientjes rolletje centen. Een rolletje brief spelden. spelden. Een brief riJ bomen. Een rij doosje pennen. Een doosje spel kaarten. Een spel snoer koralen. Een snoer collectie postzegels. Een collectie kip appelsienen. Een kip vijgen. mat vijgen, Een mat Een kudde kudde schapen
drift ossen, ganzen, ganzen, zwanem. zwanen. Een drift vlucht eenden, patrijzen. patrijzen. Een vlucht zwerm bijen. Een zwerm Een span span paarden. Een school haringen. Een toom (= broedsel) hroedsel) kuikens. kuikeus. kinderen. troep soldaten, kinderen. Een troep groep mensen, toneelspelers. Een grcep (2) muzikanten, stuEen corps corps (2) denten, soldaten. Een gezelschap gezelschap drinkebroers. Een bende bende straatjongens, dieven. Een massa volk.
Vul in met met een een gepast gepastwoord woorduit uithet hethier hierbovenstaande bovenstaande lijst je_ lijstje. De herfst nadert we zagen zagen zoëven hele — - wilde wilde eenden eenden De herfst nadert :: we zaven hele voorbijtrekken. konden mikken mikken :: ze schoten een voorbijtrekken.Die Die kerels kerels konden granaat - soldaten. soldaten. Op Op Sinterklaas Sinterklaas werden werden er er granaat midden midden in in een — heel wat -- appelsienen appelsienen leeg leeggemaakt. gemaakt. We We hadden hadden een een — - van van vijftien kuikens : we we hebben hebben hem hem gisteren gisteren in zijn zijn geheel geheel aan aan vijftien kuikens onze huurman verkocht. jaar met met een een hele hele onze buurman verkocht.Ze Ze kwamen kwamen elk elk jaar naar de de jaannarkt. jaarmarkt. Leg Leg al al die die centen centen op op een hoopje - ossen naar hoopje en en zeker tijdstip van het jaar, komen maak er - van. Op eer. eer; zeker er een — de - aandrijven. aandrijven. Sinds enkele enkele dagen dagen maakt maakt een een de haringen haringen hij bij — de wed-— dieven huurt onveilig. onveilig. Aan de de eindpaal, eindpaal, waar de weddieven de de buurt jdens yolk opgesteld. Ti renners een - volk Tijdens renners moesten moesten aankomen, stond een de staking, mochten - door door de de straat straat de staking, mochten cie cie mensen mensenniet niet bij bij — (1) - - (2) (2) De De gezamenlijke gezamenlijke personen personen die onder onder Ook «« dagloon, dagloon, daggeld daggeld».>>. (1) Ook een hoofd staan staan en en daardoor daardoor een zeker geheel Men een bestuur bestuur of of hoofd een zeker geheel vormen. vormen.-- Men .chrijft korps ». ». schrijft ook ook « korps
— 53 -- 53-gaan. Als nieuwjaarsgeschenk nieuwjaarsgeschenk kreeg die winkel winkel een een gaan. Als kreegikik in in die prachtig prachtig --- kaarten kaarten cadeau. cadeau. Daar lag van alles alles voor voor de de vitrine vitrine te te koop koop : sardientjes : sardientjes Daar lag van -— pennen, pennen, -— spelden al. Wilt Wilt ge ge de de vijgen vijgen spelden en en wat wat weet weet ik al. vers houden, houden, hou de — - goed goed gesloten. gesloten. De De meester meester was was zeer zeer hou de vereerd met het — vereerd met - lekkere sigaren, sigaren, dat we we hem hem op op zijn zijnnaamnaam· feest hebben Hier is is het feest hebben aangeboden. aangeboden. Hier het zware zware grond grond : :hier hier moeten we we ploegen moeten ploegen met met een een — - paarden. paarden. Twaalf Twaalf prachtige prachtige beuken. stonden werklui hebben hebben de hele hele — beuken stonden daar daar naasteen naasteen :: de de werklui geveld. - drinkebroers drinkebroers heeft hele nacht nacht de derust rust geveld. Een Een — heeft de de hele in onze onze wijk wijk gestoord. veel jaren jaren geduldig geduldig verzamelen, ver:zamelen, gestoord. Na Na veel heb een aardige aardige — - postzegels postzegels bijeen. bijeen. De DeIndiaanse Indiaanse prinses prinses heb ik een droeg een een -— kostbare parels om om de hals. droeg kosthare parels hals. Het Het — - van van de demama· in de de slag slag bij bij Diksmuide Diksmuidegunstig gunstigonderscheiden. onderscheiden. riniers had zich in STUDIE VAN STUDIE VAN EEN EEN LEESSTUK. LEESSTUK.
76. Lees Lees in in uw uw «« Zuid en en Noord Noord », op bladzij bladzij 89, het stuk stuk Verkade g« In van Verkade In de de Dom Dom van van Keulen ». ".
ogen1. Welke bijzonderheden hijzonderheden zagen de bezoekers, de eerste ogen. blikken dat dat ze in in de de dom dom waren? waren? blikken aan wat ze ze hoorden? hoorden? 2. Duid zorgvuldig zorgvuldig aan indruk maakte maakte de de zang zang op op de debezoekers? hezoekers? 3. Wat een indruk 4. Wat eensklaps achteraan achteraan in de de kerk? kerk? Wat zagen ze eensklaps van de de schelletjes schelletjes tot tot hen? hen? 5. Hoe kwam de klank van 6. Wat Wat hoorden hoorden ze ze 's anderendaags opstaan? — anderendaagshij bij het het opstaan? Waarom stonden ze ze daarover daarover verbaasd? verbaasd? Waarom
« g
Lees ook het het volgende volgende stuk stukininuw uw « Zuid en en Noord Noord » : Lees « Zuid eerste bijwonen van de de heilige heilige mis mis ». Een eerste bijwonen van
Geef zorgvuldig al hijzonderheden die de de schrijver schrijver opop' Geef zorgvuldig al de bijzonderheden over die dieeerbiedwaardige eerbiedwaardigepriester. priester. geeft over VERZORGD EXPRESSIEF LEZEN. LEZE~. VERZORGD E~ EN EXPRESSIEF
77. 1I Sternmig. Stemmi{l'. II Sprekend. II Met eerbied. eerbied.
Gewijde kloli. Gewijde klok. moraenmate, Avond· noennoen· en mOl'?Cnmate, o Avondop uw uw klank klank verlate, verlate, ik vrij mij op gewijde klok!
54 — -— 54Nadenkend. I. Nadenkend. Met ontroering. I Met ontroerin•• Met eerbied. I.Met Mediterend. I Mediterend. Traag. I Tra ... Met eerbied. I Met
Uw hert Uw hert is van van metaal metaal gegoten, gegoten, toch het voor voor geen geen mens mens gesloten, gesloten, toch blijft het gewijde gewijde klok! Gij zegt aan elk het het lang lang verleden, verleden, zegt aan de mede- en en wederspoedigheden, wederspoedigheden, de medegewijde klok! G. gewijde klok! G. GezelIe. Gezelle.
de ver verzorgde hethet onderVoor de z 0 rgd euitspraak u i t s p r a :a goed k goed onder-—Voor scheid tussen de de lange lange en en de dekorte korteo-klanken o-klanken scheid uit uit doen komen tussen en tussen de lange Let ook en tussen de lange en en de de korte korte a-klanken. a-klanken. Let ook op op het het goed uitbrengen uitbrengenvan vandedetweeklank tweeklank goed c ij ». ".
De Winter Winter
EXPRESSIEF EN EN VERZORGD VERZORGD LEZEN. LEZEN.
78. Plechtig. Plechtic· OpOp. zwepend. zwepend. Vlugger. Hoger. Vluuer. Hocer. Somber. Somber. Traag. Traac· Overmoedig. Overmoedic·
De winter. winter.
Valt Lian, áan, I storm storm en en koude, koude, II vernietigt vernietigt in het het rond rond Valt Met gewéld, gewéld, II al al wat wat leeft leeft in I inenenbóven hóvende degrond; grond; Met Verwoest al wat ademt, ademt, met régen régen en en wind, wind, II Verwoest al wat Opdat ik geen geen lévende lévende scheps'len scheps'len meer meer vind; vind; II Opdat dóod, Isneéuw sneéuw II en kóude eenhéerlijk héerlijkpaleis, paleis, Bouw II van &Sod, köude Ieen Waar vórst over loverstórmen stórmenen. en ijs. ijs. Waar ik ik heers heers als als een vörst
II
Carl Ewald. Ewald.
- E x pre s s i e f lezen I e zen: : Lees naar naar de dea4anduidingen l1.ilUU1uidingen in in — Expressief de rand dede rusttekens en en rekrek rand de devoorgaande voorgaandeversregels. versregels.Let Letopop rusttekens woorden met meteen eenaccent. accent. de woorden z 0 rgd e uitspraak u i t s p r a a :k : De eindletter eindletter van vande devolvol· Verzorgde - Ver woorden««rond, rond,geweld, geweld, grond, wind, vind » uitbrengen gende woorden grond, wind, vind >> uitbrengen als >> uitspreken ›>; de h als t; de de letter letter«« p »in «« opdat opdat» uitspreken als als«« b »; in ««heerlijk heerlijk» « heers aanblazen in » enen « heers >>.».
De Natuur Nlatuur 79.
Onze bossen hossen in de de winter. winter. Onze
Weg de rijke herfst. Weg Weg is het het rode rode fonkeling van van de de herfst. rijke fonkeling Weg is is de zilver der goud der der eikenblaren, eikenblaren, weg het het glanzende glanzende zilver der berken; berken; goud
56 — -— 56grauw zijn zijn de stammen en bruin bruin is is het blad. grauw stammen en blad. De De loktoon loktoon der der vinken klinkt klinkt ijl ijl door de holle holle bossen; vinken bossen; de schorre krijs krijs van van de
Vlaamse driemaal zo als anders. anders. Vlaamse gaai gaai lijkt lijkt nu nu driemaal zo lelijk als Want de de ruwe is gekomen Want ruwe noordenwind noordenwind is gekomen en roofde roofde het het kleurige loof van bomen bomen en en struiken. struiken. Piepend Piepend en enkreunend kreunend loof van bogen de de bomen bogen bomen door, door, onder onder de de forse zijn felle forse slagen slagen van van zijn felle regenzweep. De De takken takken en stammen dropen van het kille water; regenzweep. onder aan aan de de voet voet der der beuken beuken en en eiken borrelde onder borrelde en klokte het weg de geulen geulen van van de debosweg. bosweg.Eikels, Eikels,beukenootjes beukenootjes en en weg in de allerlei zaden rollen rollen tussen tussen de de neerzwevende neerzwevende blaren blaren over over de de allerlei zaden grond. Dat Dat was was de laatste grond. laatste gave gave van de de milde herfst het herfst voor het bosvolkje, dat dat anders anders zou zou hongeren bosvolkje, hongeren in de de komende komende wintertijd. Toen de Toen de storm, storm ging ging liggen, liggen, was was 't gedaan de pracht pracht gedaan met met de van het bos. De grauwe schemering van bos. grauwe hwam avond vroeger vroeger kwam elke avond en kleedde de de bomen bomen in in een een mantel mantel van van mist. mist. Elk Elk geluid geluid en kleedde smoorde in in de smoorde de ritseldans ritsel dans der der dorre alleen klonk nu dorre blaren; blaren; alleen klonk nu en dan de de spookachtige spookachtige kreet uil. Van Van de de witte witte en dan kreet van van een een uil. zomer de blauwe blauwe herfst herfst is is niets niets gebleven gebleven dan dan de devage vage zomer en en de herinnering herinnering : een een zachte zachte loktoon, de rauwe rauwe roep roep van van een eenkraai. kraai. verilenste bloemen De verflenste bloemen vielen om, één één voor voor één; de bonte vielen om, bonte kevers, de blinkende vliegen zijn verdwenen kevers, de blinkende verdwenen en en vergaan.. vergaan .. Wat Wat hier daar nog hloeit, zal weldra weldra sterven, sterven, als zeis van van de de hier en daar nog bloeit, als de zeis vorst vorst over de aarde aarde snerpt. snerpt. 3° Deeltje. Zwegers. 3° Vervang de cursieve Vervang cursieve woorden woorden door dooreen een synoniem. synoniem.
VERZORGD EN EXPRESSIEF EXPRESSIEF LEZEN. VERZORGD
80. I, Verbaasd. Verbaasd.
I Stijgend. Stijgend. I Geheirnzinnig. Geheimzinnig.
IIVerrast. Verrast. IIHoog Hoog waarderend. waarderend. IOpgetogen. Opgetogen.
Ijsbloemen. Usbloemen.
1. Zeg„ Zeg, II wat wiindere wóndere hémelveder hémelveder Schreef mij Al ál die die krullen neder, Schreef Tekende Tekende Al ál die die koppen koppen uit, uit, II Deze Deze nacht nacht'I op mijne ruit? ruit? I, 2. Krinkelkrónkel — - grilligheden, grilligheden, Fijn in inzilver zilveruitgesneden, uitgesneden, 1I hloésemtapeet, Rijkbemaalde bloésemtapeet, Tipjes Tipjes II uit uit een een sérafskleed. sérafskleed. !
II
grauw
de stammen en bruin is het blad. De loktoon
der
— 57 —
I Opsommend.
II Stijgend.
I1 Traag. II Vlug. Kortaf. Kortaf.
3. Mástenspelden, wijngaardblaren, Mástenspelden, wijngaardblaren, Zilverdraden, Zilverdraden, maigdenharen, maágdenharen, ! Dwérgenvoetjes, Dwérgcnvoetjes, Iréuzenknop, réuzenknop, II Wéntelstraatjes, W éntelstraatjes, Ibérgentop! hérgentop! I 4. ••• ••• ••• ••• ••• ••• ••• ••• ••• ••• Schilderij, 11 hoé uu genoemd? genoemd? 11 Winterteek'ning, Winterteek'ning, ijsgebloemt!... ijsgchloemt! ... Lod. Mercelis.
-— Lees nu het het gedicht gedicht: :houd houdrekening rekeningmet met aanduidingen d,ede aanduidingen in de de rand, rand, en enmet metdederusttekens. rusttekens. z or gde uituitspraa1c s pr a a k bijzonder letten de ver verzorgde bijzonder letten - Voor Voor de op het het juist juistuitbrengen uitbrengenvan vande dekorte korteenendede lange ee-lclanken, lange ce-klanken, op op het zuiver uitspreken van van de de korte korteenendedelange lange a·klanken. a-klanken. het
hetmeest meestgepaste gepastesynoniem synoniemvoor voor « scherp « scherp >>. ». 81. Kies het 1. Een scherpe scherpe noordenwind. 2. Een Een scherp scherp mes mes (zeisen, (zeisen, zwaard). zwaard). pijn. scherpe pijn. 3. Een scherpe Een scherpe scherpe berisping. 4. Een 5. scherp gevecht. 5. Een scherp toezicht houden. houden. 6. 6. Scherp Scherp toezicht 7. Een scherp gehoor. 7. 8. Een scherpe blik. 9. Een gezicht scherpe trekken. gezicht met scherpe 10. scherpe neus. neus. 10. Een scherpe n. Een scherp contrast vormen. vormen. 11. scherp contrast 12. scherpe kou. kou. 12. De scherpe 13. Een scherp geluid. scherp geluid. 14,. 14. Scherpe spot. 15. Een scherp vocht. 16. Een scherp verstand. scherp verstand. 17. scherp antwoord. antwoord. 17. Een scherp 13. la. Een scherpe naald.
Stekend, hevig. Verwoed, heftig. Verwoed, Fijn. Spits. D::lOrdrin gend. Doordringend. Snerpend, snijdend. Snerpend, snijdend. Schril, pijnlijk. Schril, pijnlijk. Sterk. Bijtend. Bitter. Snedig. Bitsig. afgeDuidelijk, afgeStreng. [tekend. Nijpend. Nauwkeurîg, nauwnauwNauwkeurig, Puntig, [lettcnd. Puntig, fijn. fijn. [lettend. Schrander.
82. Kies het het best bestpassend passendsynoniem synoniemvoor voor« «schraal schraal ». ».
1. Schraal 1. een -e wind. Schraal weer, een 2. De winter winter is is een schrale tijd. schrale tijd. 3 S. T. B. B. S. T.
Tenger. Onvruchtbaar, dor. dor.
~ 58— 58 —
3. Een schraal mannetje. 4. Een schrale schrale keuken. keuken. 5. Schraal bier. Schraal bier. s~hrale grond. grond. 6. Een sthrale 7. Die Die jas jas isis teteschraal schraalgemaakt. gemaakt. 7. 8. Een. Een schraal onthaal. Schrale opkomst. 9. Schrale opkomst. 10. Dat is een een schrale schrale lof. lof. 11. schrale winst. wimt. 11. Een schrale 12. 12. Schraal Sch.raal meten. 13. schrale beurs. beurs. 13. Een schrale 14. schraal bestaan. bestaan. 14. Een schraal
'Guur. ' Guur. Schaars, kommervol. Schaars, kommervol. Gering. Koud, schriel. Klein. Karig. Dun. Berooid. Spaarzaam. nauw. Eng, nauw. Armelijk, beltoeftig. behoeftig. Armelijk, Mager.
83. Kies het het best bestpassende passende synoniem synoniem voor « ruw ruw». ». 1. Ruwe wezenstrekken. wezenstrekken. ruwe weg. weg. 2. Een ruwe ruw klimaat. klimaat. 3. Een Een ruw 4. Een ruwe ruwe diamant. diamant. 5. Ruw Ruw vlas. vlas. 6. Een ruwe rekel. rekel. 7. Ruwe suiker. Ruwe sulker. 8. Ruwe beulen. Ruwe beulen. 9. Ruwe zeden. ]M. O. De ruwe wijze wijze van van afwerking. afwerking. De ruwe H. hout. Ruw hout. 11. Ruw 12. producten. 12. Ruwe producten.
84.
Bar, Bar, guur. guur. Ongehekeld. Barbaars. Onbeschoft. ilobbelig. Hobbelig. Hardvochtig, wreed. Hardvochtig, wreed. Onafgewerkt. Ruig, ongesehaafd. ongeschaafd. Ongeraffineerd. Ongeslepen. Grof. Slordig.
OPSTELLEN.
Tot 1. DIE ELLENDELING!... ELLENDELING!. .. zijn grote ontsteltenis ontsteltenis merkte merkte de de zijn grote fijne vrederechter, bij het openopen. fijne vrederechter, bij het trekken van deur, dat dat het het trekken van zijn zijn deur, had. Vrederechter Vrederechter X was geijzeld had. een chic heertje. heertje. Hij Hij was was danig danig een chic bang te vallen :: wat wat zou zou dat dat bang te vallen flauw lachen als hem! ... flauw volk lach.en als ze hem!... Voorzichtig hij vooruit. Aan Voorzichtig trok hij de draai draai van van de de straat straat fluit fluit eens. eens· de vervaarlijk de de tram. tram. VredeVrede· klaps vervaarlijk klaps rechter X schrikt: lag er! De schrikt : hij lag tram met met de de lachende lachende mensen memcn reed reed langs hem voorbij! tram hem voorbij! -
1112---77
- 59 59— —
2. DE DE BLINKENDE BLINKENDE SCHAATSEN. SCHAATSEN. — gezang onder onder de de collegecollegeGejoel en gezang mochten gaan gaan schaatsen! schaatsen! jongens :: ze mochten Op Op het het ijs ijs geweldig geweldig veel veel pret. pret. EensEensangstige schreeuw schreeuw :: Polke Polke klaps een angstige zakte door door het ijs. ijs. Na Naonmenselijke onmenselijke inspanningen haalde men hem uit het het 111 11 11 water en en met met een een auto auto bracht bracht men men heni, hem naar naar het het college. college. water Verslagenheid! Op zijn bank bank in in de de studie studielagen lagenzijn zijnblinkende blinkende Verslagenheid! schaatsen. In ziekenzaal om zijn zijn bed bed stonden stonden zijn zijnmoeder, moeder, schaatsen. In de ziekenzaal rector, de leraars leraars en twee twee dokters dokters angstig angstig toe te te zien! zien! de rector, STUDIE VAN VAN EEN EEN LEESSTUK. LEESSTUK. STUDIE
in uw uw I«Zuid en Noord Noord»>> het stuk stuk vart van H. P. Geerke, 85. Lees in Zuid en bladzij 236. op bladzij 1. Het onderwerp onderwerp:: het verhaal verhaal van van hetgeen hetgeen een een film-expeditie film-expeditie beleefde. plan : 2.2. Het plan Een korte korte inleiding inleiding ::Gevaarlijke Gevaarlijke momenten momenten zijn zijn er er a) Een geweesL geweest. Het hoofdgedeelte hoofdgedeelte met twee helften helften :: b) Het met twee de hoofdgroep hoofdgroep het het voorval voorval zag zag gebeuren, gebeuren; 11°0 hoe de 22°0 hoe vliegenier vliegenier Udet U det het hetbeleefde. beleefde. de eerste eer s t ehelft helwordt f t wordt er iets gezegdover over de de - In In de er iets gezegd 3. — waarop het het avontuur avontuur begon begon:: wat? wat? tijd waarop -— Er wordt ook vermeld vermeld welke welke de de nietige nietige oorzaak oorzaak was van gebeurde. Duid Duid die die aan. aan. het gebeurde. - Wat expeditie-mannen bij de de breuk breuk hoorden en zagen de expeditie-mannen W at hoorden van ijs? van het ijs? -— Hoe zag er de berg berg uit na de de bevrijding bevrijding van van de de ijsvloer? ijsvloer? Wat gebeurde er met met de de ijsvloer? ijsvloer? Wat gebeurde 4. - In de tw twee de helf heltft zien vliegenierUdet Udet In de ee de zien wewe hoehoe vliegenier 4. — handelde dit voowal vooJiVVal :: handelde bij bij dit Wat heeft heeft hij gedaan, gedaan, toen toeu hij hij de deijsmassa ijsmassa heeft heeft zien zien -— Wat in beweging beweging komen? komen? -— Hoe gedroegen zich de de Eskimo's Eskimo's bij dit dit voorval? voorval? -— In wat een een benarde benarde toestand toestand geraakte geraakte Udet, hoe In wat Udet, -— en hoe heeft hij zich zich koelbloedig koelbloedig uit uit de deslag slaggetrokken? getrokken? 5. - Zijn die bijzonderheden bijzonderheden zo zo bijeengebracht, bijeengebraeht, dat dat ze ze een een Zijn al die 5. — mooi mooi geheel vormen? :
— — - 60 60aandachtig in in uw uw <<« Zuid en en Noord Noord »» het het stukje stukje 86. Lees aandachtig » van Leeuwerk, op bladzij « Mussen Mussen» bladzij 438; 438; geef geef daarna daarna vrij, vrij, uw eigen manier, de de inhoud inhoud weer. weer. op uw
87. 87.
NIEUWJAARSBRIEF. NIEUWJAARSBRIEF.
1. De nieuwjaarsbrief nieuwjaarsbrief is een eengelegenheidsbrief. gelegenheidsbrief. Een Eenpratenpraten· op-papier moet het blijven; op.papier moet blijven; omdat omdat men menechter echterspreekt spreektover over de toon toon wat wat minder mindergemeenzaam gemeenzaam zijn. zijn. meer ernstige zaken, zal de 2. In zo'n zo'n brief briefkomen komenongeveer ongeveer altijd altijddezelfde dezelfdewensen wensen van van geluk geluk en voorspoed voorspoed weer; weer; zorg zorg er er echter echter voor, voor, dat dat ze zejetietwai wat bepaald zijn en en gepast gepast voor voor deze deze of ofgene genepersoon. persoon. voorbeeld. Een voorbeeld. Moeder, Liefste Vader en Moeder, heb werkelijk werkelijk verlangd verlangd naar naar Nieuwjaarsdag, Nieuwjaarsdag, om U U mijn mijn Ik heb wensen te kunnen kunnen aanbieden. aanbieden. wensen Voor wie zou zou ik ik meer meer overhebben? overhebben? Wie Wie kan kanme medierbaarder dierbaarder Toor dan vader vader en en moeder? moeder? zijn dan Ik Ik wens wens U U dan dan beiden, beiden, geliefde geliefde vader vader en en moeder, moeder, een een jaar vol geluk geluk en en voorspoed, voorspoed, eer,. eer~ jaar eerste tot tot jaar jaar dat dat van van de eerste de laatste dag dag één één lange lange zegening zegening is; vurig vurig wens wens ik, ik, dat dat de laatste elke stap stap die die U U ininhet hetnieuwe nieuwejaar jaarzet, zet,U Uvreugde vreugdebrengt, brengt, elke dat woord dat dat U U spreekt, spreekt, U U en enanderen anderengelukkig gelukkigmaakt. maakt. dat elk woord Wil ik U U passend passend dankbaar dankbaar zijn, dan niet niet zijn, wat wat moet moet ik ik U dan wensen? Wat zouden zouden wij wij met met ons onszevenen, zevenen, broers broers en enzusters, zusters, wensen? Wat zijn zonder vader en moeder in ons huis? Nog Nog niet niet één dag, nog 6én dag, niet één uur uur kunnen kunnen we missen! Het Het hele hele jaar jaar werkt werkt en en we U U missen! zorgt voor ons, ons; van van 's 's morgens morgens als als U U uw uwogen ogenopent, opent,tottot· zorgt U U voor dat ze 's avonds van moeheid dichtvallen, dichtvallen,staan staan wij, wij, ons ons zevenen, zevenen, U vóór de de geest; geest; UUzorgt zorgtvoor vooronze onzekleren, kleren, ons onsschoeisel, schoeisel, U v66r voor ons kan kan nuttig nuttig zijn; zijn; moeders moeders en envaders vaderswoord woord voor alles wat ons horen hun hand hand is is horen we we voortdurend voortdurendom omons ons aan aan te te moedigen; moedigen; hun altijd gereed om geven en te te helpen. helpen. altijd gereed om te geven We wensen U U daarom,, daarom, dankbaar, dankbaar, alles alles wat wat maar maarenigerenigerWe wensen mate maken. Dit jaar jaar dan, dan, — - geen geen ziekte, ziekte, geen geen mate U U gelukkig kan maken. geen pijntegenslag, slechte tijdingen, tijdingen, geen geenongevallen, ongevallen, geen pijntegenslag, geen geen slechte voorspoed., blijde blijde tijdingen, lijke angst; dit dit jaar, jaar, - voorspoed, tijdingen, onver. onver· lijke angst; stoord de warme warme genegenheid genegenheid van van onze onze zeven kinderstoord geluk geluk en de harten. Opdat niet bij bij wensen wensen blijve, blijve, heb heb ik ik dit ditalles, alles,dierdierOpdat dit dit niet bare moeder, als een gebed gebed tot tot de de Goede Goede God God bare vader vader en en moeder, als een —
— 61 — - 61gericht, eren»; Hem gericht, die ons oplegde «« vader en moeder zult ge eren »; Hem heb ik ik vurig vurig gevraagd gevraagd die die wensen wensen te zegenen zegenen en en vooral vooral te te heb verwezenlijken. verwezenlijken. Aanvaardt Aanvaardt dan, dan, dierbare dierbare ouders, ouders, deze deze welgemeende welgemeendewensen wensen en wilt geloven, geloven, dat dat ze ze komen komen uit uit het hethart hartvan van en Uw zeer dankbare dankbare zoon, zoon,
X. Z. x. z. 88. 88. Probeer nu nu ook ook eens eens om om zo'n briefje schrijven: brief je te schrijven
11° Aan Aan uw uw Ouders. Ouders. — - Tracht herinneren of er er niet niet Tracht uu te herinneren iets bijzonders isis voorgevallen ze iets bijzonders voorgevallenininhet het afgelopen afgelopenjaar jaar :: of ze ziek geweest, geweest, of of ze zeniet nietbeproefd beproefdwerden werdendoor doortegentegen· niet zijn ziek spoed; ge uu voorstellen, voorstellen, wat watze zeverlangen verlangenofofvrezen vrezenvooT vOOJ,' spoed; kunt ge het nieuwe nieuwe jaar, jaar, — - houd houd er er rekening rekening mee mee in inuw uwwensen. wensen. het 0
22° Aan Grootvader of Grootmoeder, Grootmoeder,aan Peter of ofMeter. Meter. — aan Peter Het is voor u een zoete plicht (peter of meter) weer eens een Het voor een zoete plicht (peter of meter) weer eens een blijk te te mogen mogen geven geven van van uw uwliefde. liefde.Nieuwjaarsdag Nieuwjaarsdag biedt biedt uu blijk daarvoor zich om om uw uw welzijn welzijn daarvoor de de gelegenheid gelegenheid aan. aan. Aan Aan hen die zich bezorgd toonden, zoveel belang belang in uu stellen, stellen, bezorgd toonden,die die nog nog altijd altijd zoveel wenst voorspoedige jaren u. (Tracht (Tracht weTtstgegenog nogvele vele en en voorspoedige jaren hier hier bij u. hier wat te bepalen.) bepalen.) Ge Ge zult zult trachten trachten hun hun troost troost te te zijn zijn en en hier wat dikwijls aan aan hen hen denken. denken. Bedank Bedank hen hen voor voor hun hun bezorgdheid bezorgdheid dikwijls en Ge zult en goede goede raadgevingen. raadgevingen. Ge zult uu altijd altijderkentelijk erkentelijktonen. tonen. 0
dankbare, Uw dankbare, x. z. X. Z. 89. Men moet al eens eens schrijven schrijven aan aan een een««Heeroom Heeroom»» 89. Men moet ook al of aan aan een een «« Oom Oom Pater Pater ». ". Naar Naar de de inhoud inhoud zal zal dit dit briefje briefje of er ongeveer ongeveer uitzien, uitzien, zoals dat wat wat hier hier volgt. volgt. Volgens Volgens de de er zoals dat graad van de vertrouwelijkheid graad van vertrouwelijkheid van van de Heeroom, Heeroom, zal zal de de toon toon in mindere mindere of of meerdere meerdere maat maat gemeenzaam gemeenzaam zijn. zijn.
Weleerwaarde Heeroom, Weleerwaarde Heeroom, (Weleerwaarde NonkelPater), Pater), (Weleerwaarde Nonkel Op Nieuwjaarsdag wil vast Heeroom Heeroom verrassen verrassen met met een een Op Nieuwjaarsdag wil ik vast briefje en Hem, Hem, bij bij de deaanvang aanvangvan vanhet hetjaar jaarvertellen., vertellen, wat wat briefje Hem allemaal allemaal toewens. toewens. ik Hem Graag schrijf aan U. U. U U zijt, zijt,Heeroom, Heeroom, de depersoon persoon naar naar Graag schrijf ik ik aan wie allen allen in in de de familie familie met met eerbied eerbied opzien; opzien; UU zijt zijtde depriester priester die we allen allen eren eren en enhoogachten hoogachten om omuw uwheilige heiligebediening. bediening. die we
62 — -— 62Aan U U dan Aan Nieuwjaar. dan wens wens ik. ik van van harte, harte, een zalig Nieuwjaar. Ik vraag de Goede God Hij, dit dit jaar jaar vooral, vooral, aan aan uw uw Ik vraag de Goede God dat dat Hij, werken alles op op werkenzijn zijn mildste mildste zegening zegeningwil wil schenken, schenken,dat dat Hij Hij alles uw laat komen; komen; dat dat uw uw vurig vurig woord woord steeds steeds uw parochie parochie tot tot bloei laat in goede aarde aarde mag mag vallen vallen en dat dat het hetvolk, volk,UUtoevertrouwd, toevertrouwd, in goede uw troost en uw vreugde vreugde mag mag zijn. zijn. Daar Daar vader vader en en moeder moeder uw troost en uw zich wel om de zich wel eens eens bezorgd bezorgd maken maken om de zware zware arbeid arbeid die die U U bidbid ik ik de de Goede God, dat dat Hij UUsteeds steeds rusteloos rusteloosverricht, verricht, Goede God, late genieten een late een ijzersterke, ijzersterke, een een bloeiende bloeiendegezondheid. gezondheid. Ik dank, nu ook, ook, Heeroom, Heeroom,omdat omdat steeds Ik dank UU nu ikiksteeds bijbijU z:o zo welkom ben. ben. Ik lk hoop, dat U van mij geen geen klachten klachten zult zult moeten moeten welkom horen; wil een een flinke flinke jongen jongen zijn, zijn,een eenronde, ronde, goede g,oede horen; ik ik wil knaap. Dit zijn, Heeroom,dede wensen wensendie die ik ik UU Dit zijn, Weleerwaarde Weleerwaarde Heeroom, op Nieuwjaarsdag eerbiedig ze welwillend welwillend te te op Nieuwjaarsdag eerbiedig aanbied; aanbied; gelief gelief ze aanvaarden en geloof me steeds aanvaarden en geloof steeds Uw verkleefde, dankbare dankbare neef, neef, Uw verkleefde, X. Z.
90.
ENT<ELE A) TITELS TITELS EN ENB)B)SLOTVORMEN SLOTVORMEN ENKELE A)
VAN VAN BRIEVEN. BRIEVEN. Aan Aan vrienden ondereen. ond8reen.
A. A. Titels Titels:: Beste Beste Vriend. Vriend. — - Dierbare Dierbare Vriend. Vriend. — - Waarde Waarde Vriend. Vriend. — -Vriend. — - Vriend Vriend Jozef. Jozef. — - Beste Beste Frits. Frits.— - Beste. Beste. Lieve Vriend. lief. — - Mijn Mijnwaarde waarde Jozef. Jozef. - Vriend lief. B. B. Slotvormen :
handdruk. P. V. 1. Hartelijke Hartelijke (of Warme) Warme) handdruk. V. K. K. 2. Gans de Uwe, Uwe, A. A. B. B. Gans de 3. Met oprechte oprechte toegenegenheid toegenegenheid ben ben ik ik verkleefde J. J. C. C. Uw verkleefde 4. 4. Intussen Intussen ben ben ilc, ik, als als altijd, altijd, Uw dienstwillige dienstwillige vriend, vriend, J. J. Fr. Fr. Uw 5. 5. Met Met hartelijke hartelijke groeten groeten blijf ik ik Uw toegenegen toegenegen vriend, H. V. V. Uw vriend, H. 6. 6. Tot Tot ziens. ziens. Tot Totwederziens. wederziens. Uw innig innig toegenegen toegenegen G. G. B. B. Uw
-- 63 — -63-
Aan a) a} Ouders, Ouders, b) b} onbekenden, c) heren, d} d) geestelijken. geestelijken. Titels : A. Titels:
Ouders :: Liefste of Geliefde of Zeer Zeer Beminde Ouders. Ouders. DierDierbare, Goede Goede of Beste Vader Vader en en Moeder. Moeder. Onbekenden : Mijnheer, Onbekenden: (I). Mijnheer, Geachte Geachte Heer Heer (1). Heren Heren:: Geachte Geachte Heer. Heer. — - Aan hooggeplaatsten hooggeplaatsten: : Weledele Weledde Heer, (— (- Vrouwe) Vrouwe) (1). (I). Heer, Geestelijken : Zeereerwaarde Zeereerwaarde Heer Heer Deken, Deken, (— Geestelijken: (- Superior). Superior). Weleerwaarde Eerwaarde Heer (Pastoor, Weleerwaarde of Eerwaarde (Pastoor, Onderpastoor, Leraar). Onderpastoor, Leraar). Pater of ZusWeleerwaarde of Eerwaarde Eerwaarde Pater ter (1). (I). ter B. Slotvormen Slotvorrnen ::
Ouders: (Zoweinig weinigmogelijk mogelijkvaste vastevormen). vormen). Ouders : (Zo Onbekenden: Met hoogachting. hoogachting. A. A. B. B. Onbekenden : Met beleefde) groeten. groeten. A. A. B. B. Eerbiedige (of beleefde) Heren Heren :: Met Met eerbiedige eerbiedige groeten groeten ben ik ik Uw Uw dienstwillige dienstwillige dienaar, dienaar, M. M. M. M. Aanvaard, geachte de verzekering verzekering van van mijn mijn Aanvaard, geachte Heer, Heer, de hoogachting. bijzondere hoogachting. Uw dienstwillige dienstwillige dienaar, J. C. C. Uw dienaar, J. Geestelijken: eerbied ben ik... ik ... Geestelijken : Met Met gevoelens gevoelens van van diepe diepe eerbied Aanvaard, Zeereerwaarde Zeereerwaarde Heer..., Heer... , de de verzekeverzekeAanvaard, mijn bijzondere bijzondere hoogachting. hoogachting. ring van mijn Uw nederige Z. B. B. Uw nederige dienaar, dienaar, Z.
91.
NIEUWJAARSKAARTJES. SKAARTJES. NIEUWJAAR
Men zal in acht acht nemen nemen aan aan welke welke persoon persoon men men schrijft. schrijft. Men zal in Naar de graad graad van onze onze vertrouwelijkheid, vertrouwelijkheid, luiden luiden de dewensen wensen Naar ongeveer volgt :: ongeveer als als volgt Veel heil en en zegen zegen in inhet hetNieuwe NieuweJaar. Jaar. Van harte harte een eenzalig zaligNieuwjaar! Nieuwjaar! Zonnig jaar, geluk geluk en enzegen! zegen! Zonnig zegen voor voorhet hetjaar. jaar. Rijke zegen Ik wens heil en en zegen. liegen. wens U heil lk jaartje vol volzegen. zegen. Een jaartje In de men ook, ook, In in plaats van de : U; (1) In de brief brief zelf zelf gebruikt gebruikt men plaats van de titel titel: U;UED.; UED.; UEerw.; UZEerw. UZEerw. UEerw.;
— — - 64 64-
VEHZOHGD LEZEN. LEZEN. EXPRESSIEF, VERZORGD
92. Lees expressief expressief het hetvolgende volgendegedicht. gedicht. — - Licht L ichtjes rekken jes rekken de woorden woorden of woorddeeltjes woorddeeltjeswaarboven waarboven een accent accent staat. staat. Algemene toon :: Algemene ontroerin:g ~ met ontroering. Verhalend. Traag. Traal'. Verhalend.
a.schriJvend. Beschrijvend.
bewollen. Wat bewogen.
Fluisterend. Fluisterend. Opgetollen tot aan aan Opgetogen drie puntjes. puntjes. de drie
OPlletollen. Opgetogen. Bewollen. Bewogen.
Wat stotend.
WeemoedlIl, Weemoedig. Verhalend.
Weemoedill.' Weemoedig.'
93.
Ijzer. Kerstnacht aan de I.her. 't Is Kérstmis. Aan d'Uzer Kérstmis. Aan d'IJzer in in régen régen en en micht nácht
Staat Staat bibbrend bibbrend en tréurend tréurend een een éenzame éenzame wacht. wacht. Hij dr6omt... dróomt ... De Defamilie familiezit zitweder wedergeschaard geschaard — - Ook Ook hij — - rond rond de de kerstblok kerstblok die vlimt vlámt in inde dehaard. haard. Hij dr6omt dróomt en en vergeet vergeet hoe hoe alléen alléen hij hijhier hierstaat, staat, Hoe bits-k6ud bits-kóud de de regen regen bespritst bespritst zijn zijngelaat. gelaat. luistert en en over over de deMandelgouw Mandelgouw uit, uit, Hij hiistert klángeltder derklökken klókkenhoogféestelijk hoogféestelijkgeluid. geluid. Blij klingelt De klókken!... klókken!... Hij Hijhoort hoorthet hetdr6ef dróefklaagruisen klaagruisen niet niet Van regen en winden winden en en ritselend ritselend riet. riet. dróomt van van een een kerke kerke v61 vól schitterend schittcrend licht :: Hij dr6omt Zijn kinderkes kinderkes knielen knielen v6tir vóór 't't goddelijk goddelijkWicht. Wicht. Zijn Een bélleke bélleke rinkelt... rinkelt... Een Eenéngelenstem éngelenstcm : Een « Adéste... Adéste ... »» De vréde vréde van van Bethlehem. Bethlchem. Maar plots bóemt geschut geschut als als gevloek gevloek wijd wijd en en zijd. zijd. Maar plots b6emt De jongen jongen ontwaakt ontwaakt uit uit zijn zijn dromen dromen en enschréit. schréit. 't Kérstmis. Aan d'IJzer in régcn régcn en en nächt nácht Is Kérstmis. Aan d'Uzer 't Is Staat bibbrend en wénend wénend een een éenzame éenzame wacht. wacht. Staat bibbrend Uit het frontblaadje frontblaadje «« Boos Iseghern Iseghem>>. ». OPSTELLEN.
1. DE ONVERGETELIJKE ONVERGETELIJKE KEn KER STNACHT VAN DE SERGEANT. SERGEANT. -- Het VAN DE eerste oorlogsjaar hadden haddenze zeKerst.. Kcrstmis moeten vieren in in de deloopgraven l Gopgraven zelf de kerstlichtjeskerstlichtjpi' waren waren de de zelf :: de vijandelijke vuurpijlen; de de kerstvijandelijke vuurpijlen; geschenken ... ? — - Het Het tweede tweede jaar jaar geschenken...? konden Kerstmis vieren vieren in een oud kasteel. Al hun hun pakjes pakjes oud kasteel. konden ze Kerstmis kerstboompje en hadden soldaten er bijeengelegd bijeeng,e legd om om een kerstboompje hadden de de soldaten tot de avond avond hadden hadden ze ze zachtjes zachtjes oude oude liedjes liedjes gezongen. gezongen. tot laat in de Allen hadden zich te rusten rusten gelegd gelegd en en warm waren ingeslapen, ingeslapen; Allen hadden zich te alleen hoe was was het het nu nu alleen sergeant sergeantX. X. kon kon de de slaap slaap niet niet vatten vatten : hoe
— -— 65 65thuis ZIJn vrouw vrouwen kinderen? Misschien. Misschien zaton zaton ze ze naar naar thuis met zijn en kinderen? zijn laatste foto te te kijken, kijken, waarop waarop hij hij staat staatvereerd vereerd met met het het zijn laatste ijzeren van eerste eerste klas. klas. Eensklaps Eensklaps flitst een licht licht door door ijzeren kruis kruis van flitst een zijn raam. zijn raam. Hij rent rent naar naar buiten. buiten. Hij Hij staat staat v66r vóór een een den, den,waarwaaronder verzengde naalden liggen en onder verzengde naalden en waarvan waarvan de de stam stam begoten begoten is Verraad? Hij Hij vliegt vliegt het het kasteel kasteel in in en enroept roeptalarm. alarm. is met olie. Verraad? Allen rennen naar naar buiten. Even later wordt geheel het het kasteel kasteel platgeschoten.- —Enkele Enkeledagen dagen later later verneemt hij, dat platgeschoten. verneemt hij, dat .ze ze zich thuis zich thuis om, om hem, hem, op op Kerstmisavond, Kerstmisavond, erg erg ongerust ongerust hebben hebben gemaakt :: het het kerstboompje was eensklaps in brand gemaakt kerstboompje was eensklaps in brand gegeschoten allen lang lang en en vurig vurigvoor voorvader vader schoten,en en toen toen hadden hadden ze ze allen gebeden. VOOR 2. V oon MIJ!... - De nieuwe nieuwe wijk wijk had had een een noodkerkje noodkerkje gegekregen en kregen en een. een ijverige, IjVerige, jonge jonge pastoor. Plechtig men KerstKerstpastoor. Plechtig zou men mis vieren. De De pastoor pastoor bad had de de mis vieren. oude brigadier die in oude brigadier die in jaren jaren geen geen voet voet in een een kerk kerk had had gezet, gezet, gegevraagd om de de plechtige mis te helvraagd om helpen pen zingen. zingen. Het was was stemmig stemmig in in het nieuwe kerkje. kerkje. Het Het volk volk luisluishet nieuwe verbaasd naar die die prachtige prachtige terde verbaasd basstem die door basstem die door de de kerk kerk klonk. klonk. Zo treffend treffend herhaalde herhaalde ze het Zo ze in het Kerstlied driemaal Voor mij! mij! Kerstlied driemaal: :«Voor Voor mij! Voor mij! mij! >> » De vielen op het het Voor mij! Voor De brigadier brigadier zIJn zijn ogen ogen vielen kribbetje en Voormij! mij! kribbetje enin in zijn zijn ziel ziel klonk klonkhet hetde dehele heledag dag: :«Voor Voor mij! mij! JO 's Anderen Anderen daags bij de debiechtstoel biechtstoel Voor daags knielde knielde hij hij bij de pastoor! pastoor! van de -
— 66 — -66-
Het Dorp Dorp 94.
De winter op op het het gehucht. gehucht. De winter
Het was was dat dat jaar jaareen eenlange, lange,ru.we ruwewinter. winter.Weken Wekenenenweken. wcken Ba elkaar elkaar bleef bleef het het doodse doodse veld veld onder onder de dedikke dikkesneeuw sneeuw na begraven; begraven; en daarop daarop vroor vroor het hard hard als als steen. steen. z. De De mensen mensen liepen liepen met met opgehaalde opgehaalde schouders schouders tot tot over over 2* hun oren in in wollen wollenhalsdoeken halsdoeken hun oren gewikkeld, gewikkeld, als zwarte, zwarte, sukkelige sukkelige stumperds over al al die stumperds over die harde harde strakke de kinkinatrakke blankheid; blankheid; en en de deren die die van van de dedorpsschool dorpsschool deren kwamen, leken van verre verre op mismiskwamen, vormde kaboutertjes kaboutertjes :: de vormde de ooroorlappen der der petten petten neergetrokken, neergetrokken, da blauw-verkleumde handjes handjes in in de blauw-verkleumde de grijze grijze wollen wollen wanten, wanten, de de neusneuejes purperrood en de purperrood en de waterige waterige °ogles schreiend oogjes schreiend van van de de scherpe scherpe kou. kou. Enkelen Enkelen liepen liepen soms soms met met de de ijssleetjes ijssleetjes onder onder de de arm, arm, om om ergens ergens op opeen eenonderonderijsstoelen»;»;anderen anderengingen gingen stuk.weiland weilandtete gaan gaan «ijsstoelen gelopen stuk «.baantje rijden » op, op de c::baantje in bensmalle slootjes, in bensmaile slootjes, ,-t' 00 • o' • den van van tien tien en en vijftien vijftien den 0 f O' • glijdend en buitelend in in en buitelend glijdetnd I o' . . I J pret onder onder elel. uitgelaten pret °o ~, o • . I • 0 I.. kaar. Heel Heel enkelen enkelen hadhadkaar. ., ) Do. den schaatsen, en die den schaatsen, en die .' . 0 1waren zeer trots en en reden reden waren zeer trots met aanstellerige aanstellerige minachminachmet groot gezwaai gezwaai van van ting in groot armen en geschrijd geschrijd van van armen benen, de de tragere tragere ijsijsbenen, -baantjesrijstoeIers en baantjesrijstoelers en ders voorbij. Hun Hun drukke drukke ders bracht telkens telkens als als pret bracht korte herleving over het verlaten verlaten veld, dat dat dadelijk dadelijk na na hun hun een korte lawaaiige voorbijtocht weer we cr in indoodse doodsewinterslaap winterslaapverzonk. verzonk. lawaaiige 3. zag het het hele hele land land er eruit uit: alles : allesverkleind vcrkleind en en Vreemd zag aIs 't ware ware ineengekrompen. ineengekrompell. De mooie mooie vruchtbomen vruchtbomen der derhoerboerals derijen leken nu niet niet groter groter dan dan ontbladerde ontbladerde heesters heesters op op de de derijen leken nu I. ta
-"'\/l
~
_.-...
/'
()
?
0
' ... ....
.
— -— 67 67en ldein smal en klein schijnende schijnende erven; erven; en en zelfs zelfs de dewoonhuizen, woonhuizen, de de stallen de schuren schuren schenen schenen tot de helft helft geslonken geslonken en en als als 't stallen en de grond gedrukt, gedrukt, onder de de dikke dikkegegaufreerde gegaufreerdesneeuwsneeuwware in de grond laag, log de de dakpannen dakpannen bedelde. bedekte. Het Het dorpje, dorpje, in in de de verte, verte, laag, die log over wijdte van van het het blanke blanke vlakke vlakke veld, veld,was wasniets. niets meer meer over de wijdte hoopjelage, lage,nauwelijks. nauwelijks zichtbare zichtbaregebouwen. gebouwen onder onder een een dan een hoopje trosje zwarte boomkruinen, boomkruinen, en grijze torennaald torennaald der der kerk, kerk, trosje zwarte en de grijze die anders zo zo slank slank uit uithet hetfrisse frissezomergroen zomerg;roen die a.nders zo fier fier en zo opschitterde, wel een een broze, broze,schrale schraleijskegell, ijskegel, die die opschitterde,leek leek nu nu wel elk ogenblik ogenblik om om zou zou kunnen kunnen vallen. vallen. En En ook ook het het statig statig kasteel kasteel in rood rood steen, steen, met lllet al al zijn zijngesloten geslotenvensterluiken, vensterluiken,maakte. maakte thans thans geen grotere grotere indruk d.an dan een en 't prachtig een gewoon buitenhuis; en ondoordringbaar zwaar donker, was was nu nu park, 's zomers zomers zo ondoordringbaar zwaar en donker, vol gapende holten holten en en gaten, gaten, waar waar m.en men dwars dwars door door de de verre vol gapende landerijen de boerenh,uizen boerenhuizen zag, zag, als als hadden haddenschendende schendende landerijen en en de handen handen er in groot groot getal getal de demooiste mooistebomen bomenweggekapt. weggekapt. C. Buysse.
95.
VERKLARING.
1. Het Het stuk stuk begint begint met met een korte korte inleiding, inleiding, alinea alinea 1. 1. — - Welke Welke gedachte uitgedrukt inin de tweede en welke in in de dederde derde gedachte isis uitgedrukt de tweede en welke alinea? 2. Welke bijzonderheden brengt de Welke bijzonderheden brengtde de schrijver schrijver bijeen bijeen in de tweede alinea alinea over over het het leven van van de de kinderen kinderen in in de dewinter? winter? tweede 3. Onderzoek Onderzoek alinea zeg met met welke welke zintuigen zintuigen de de alinea één één en en twee twee en zeg opsteller heeft waargenomen, waargenomen, -— haal haal daar daar voorbeelden voorbeelden van van opsteller heeft aan. 4. Welke zijn de de voornaamste dingen dingen die die de de schrijver in het in het Welke zijn ontwaart? landschap ontwaart? zintuigen er vooral 5. Ga Ga na alinea 3, met welke zintuigen vooral werd werd waarna in alinea genomen? soort overgang zinnen van alinea alinea 22 vormen vormen een soort overgang :: 6. De laatste laatste zinnen in de de inleiding inleiding en en inindedeovergang overgangmerkt merkt ge op, op, dat dat hier de de in schrijver ook ook heeft waargenomen waargenomen met het het gehoor. Aan welke woorden merkt ge dat? 7. In In dit dit stuk stuk komen komen zeer veel veel goed goed gekozen gekozenbijvoeglijke bijvoeglijke naamvoor; neem neem ze ze op op met met het hetzelfstandig zelfstandig naamwoord woorden voor; waarbij horen. V. V. b. b. :: Een Een ruwe winter. winter.Het Hetdoodse doodseveld. veld. waarbij ze horen.
— — - 68 68SCHIKKI~G. DE SCHIKKING.
over UNV uw onderwerp onderwerp tal van bijzonderheden bijeenbijeenHebt gij over dient ge ge verder verder het het gevondene gevondene oordeelkundig oordeelkundig tete gebracht, dan dient ordenen tot een een goed goed geheel geheel : dat dat ordenen ordenen is is de deschikking. schikking. ordenen hierbij te werk gaan? gaan? Hoe hierbij het ineensteken ineensteken van uw opstel, moet moet ge ge u hoofdzakelijk hoofdzakelijk Bij het precies in in uw uw werk werk weergeven weergeven laten geleiden, door hetgeen ge precies wilt; uw uw aandacht aandacht zult zult ge gehierop hieropvestigen vestigen :: hoe zal ik het het best de de bijzonderheden bijzonderheden schikken, schikken, dat dat goed goed uitkomt wat wat ik ik best voorheb.
1° Ge zult nagaan, waar in uw uw opstel, de gepaste 1° plaats plaats is is voor voordedeverschillende verschillendebijzonderheden; bijzonderheden;
2° Ge Ge zult bijeenbrengen bijeenbrengen wat wat bijeenhoort; bijeellhoort; 2° 3° Ge Ge zult zult er cr voor voor zorgen, zorgen, dat dat het ene ene natuurlijk natuurlijk op op het het andere andere volgt volgt en enmet metmekaar mekaarverbonverbon-
is. den is. 96. Let even de sc hik kin g in het het vorige vorige stukje «« De schikking even op de 96. Let winter op het gehucht ». In alinea alinea 1, de inleiding, inleiding, worden we we op de de hoogte hoogte gebracht in van de de toestand toestand : het land ligt ligt al alweken weken onder onder de desneeuw sneeuw het land van en daarop is een een strenge vorst ingetreden. ingetreden. en daarop zien we en vorst In alinea alinea 2 zien we hoe hoe sneeuw sneeuwen vorst inwerken inwerken op op de de men sen, groten, op kleinen. (Bij de de kleinen kleinen zijn zijn er er op de groten, op de kleinen. mense n, op dic nog anderen die sleeën, anderen anderen die die baantje baantje glijden, nog anderen die die sleeën, schaatsenrijden. we hoe sneeuw en vorst In alinea alinea 3, vernemen vernemcn we sneeuwen vorst inwerken inwerken op op het uitzicht van het land land:: a) Hoe komen er de boerderijen en a) Hoe c) hoe woonhuizen hoe het het dorpje met de kerk; c) hoc het hel met de woonhuizen voor; voor; b) b) hoe statig kasteel? statig kasteel? In dit stukje cen 0ordel r d c I ij ij kkee sschikking:. c hik kin i!. stukje is is er een bladzij 120, 97. aandachtigin, in uw en Noord », », op bladzij 120, utv «t Zuid en 97. Lees aandachtig het zeer zeer mooie mooie stukje Coolen, «De Dewinter winterininhet het Maasvan A. A. Coolen, Maasstukje van dorp ».». dit stuk : schikking 1. Let op de de sc hik k i 11 g in tlit Let eerst eerst op algemene beschrijving In de 1" wc een een algemene hcsclll'ijvin;r van krijgen we r alinea : krijgen het werk van de de vorst. vorst. werk van
— -— 69 69de 2' 2° lange lange alinea alinea toont toont de de schrijver schrijver ons, ons, hoe hoede dedokter dokter In de uitzicht van de Maas; Maas; b) het het het werk werk ziet ziet van van de de vorst vorst :: a) a) het uitzicht dOlp (de kom en en het het platteland) platteland);; c) c) de deverten verten uitzicht van het doll), om het hct dorp. dorp. om schrijver lieeft heeft alles alles fijn fijn waargenomen: 2. De schrijver waargenoinen : a) Hoe hij die die draad draad bewegen bewegen op op de de ruit? ruit? Hoe ziet hij Welke bewegingen bewegingcn voeren die nieuwe nieuwe draden draden uit? uit? voeren die b) Welke c) Hoe is de de morgen morgen die die stijgt stijgt in in de dekamers? kamers? ziet hij hijhet hetraamvierkant? raamvierkant? d) Hoe ziet wintermorg,en de de ramen ramen dicht? dicht? e) Waarmee Waarmee houdt houdt de wintermorgen 3. Zoek in de de eerste eerste 15 15 regels regels van van de de 22ee alinea de zelfstandige zelfstandige naamwoordenwaarbij waarbij een een mooi gekozen naamwoorden gekozen bijvoeglijk bijvoeglijk naamnaamwoord staat. woord staat. 4. Ga Ga na regels, hoe de de schrijver schrijver fijn heeft heeft na in de volgende 15 regels, waargenomen met gezicht en met met het hetgehoor. gehoor. waargenomen met het het gezicht 5. Duid Duid in de de laatste laatste 88 regels regels de degoed goedgekozen gekozen bijvoeglijke bijvoeglijke naamwoorden aan met met het zelfstandig naamwoorden aan zelfstandig naamwoord naamwoord dat er cr bij hij hoort.
98.
WOORDENSCHAT.
Juiste woord. Een bosje wortelen, bosje radijzen, wortelen, sigaren, haar. sigaren, haar. Een struik struik andijvie. Een krop l~rop salade. vlas, stro, wortelen, vlas, Een bos stro, haar, hout, sleutels. sleutels. haar, Een bundel bundel stro, hout, papastro, hout, pieren, vlas, vlas, takken, takken, kleklepieren, gedichten. ren, gedichten. stro, takken, klaklaEen bussel stro, ver. schoof of garve garve koren. Een school Een vracht vracht rijshout. Een voer klaver. klaver. Een lading kolen. Een hoop hout, zand. zand. Een stapel hout, stenen, boehoeken. Een rol behangselpapier. Een snede snede brood.
Een pijp pijp of staaf staafje je lak, ka· kaneel, drop, drop, krijt. krijt. Een hluit kluit aarde. Een hlont klont (== (= aaneenklevende hoeveelheid) hotcr, suisuihoeveelheid) boter, aarde. ker, aarde. Een hlomp klomp (= vormeloos stuk) aarde, lood, lood, vet. vet. stuk) aarde, Een pol (== samengegroeide klomp planten) gras. gras. Een homp dik homp (== (= groot groot en en dik stuk) kaas, vlees. vlees. stuk) kaas, bobijn Een klosje of een bobijn garen. Een bol of kluwen kluwen (== (= opgewonden bal); een hno' knot wonden bal) -; een of dot dot (== (= ineengedraaid bosje), garen, garen, katoen, katoen, bosje), sajet. Een streng (= ecn aantal een aantal
— 70 — -70 rogge, koren, koren, Een tas stenen, rogge, hooi. Een romer romer wijn. Een blok blok marmer.
draden), draden), garen, garen, katoen, katoen, sajet. Een wrong wrong (= een een aantal aantal strengen), garen, enz. enz. strengen), garen,
99. Vul in met 99. met een een gepast gepast woord woord uit het het bovenstaande bovenstaande lijstje. lijstje.
Werp hij jankt jankt van van de de Werp de de hond hond een een paar paar -— hrood brood toe toe : hij honger. De winkeljuffer kan alles fijntjes honger. De winkeljuffer kan fijntjes uitstallen: uitstallen: ze zeschikt schikt - radijzen, radijzen, de — - salade en de de — - andijvie andijvie zo zonetjes netjesnaastnaastde — een. Daar rijalgauw algauw om omeen een Daar is geen eten meer voor de beesten :: rij - klaver. Het oudje oudje bezweek bezweek bijna bijna onder onder zijn zijnzware zware— - rijshout. rijshout. Met een flinke — - boter boter maakt maakt de de meid meid een een lekkere lekkere saw. saus. Met een flinke Laat eens uitrekenen behaugselpapier we we nonoLaat me me eens uitrekenenhoeveel hoeveel- behangselpapier dig hebben om om dat dat kamertje kamertje wat wat op op te teknappen. knappen. De Deboer boer dig hebben rijdt met met de ploeg ploeg over over het het land land om om de de — - tetebreken. breken. De De rijdt raadsleden ledigden - moezelwijn moezelwijn op de de gezondheid gezondheid van van raadsleden ledigden een een — hun president. president. Hebben dat pakpakhun Hebbenwe weniet niet een een -— lak lak in huis :: dat ket moet moet zorgvuldig zorgvuldig gesloten gesloten worden. worden. Een hele — - hout hout ah als ket Een hele voorraad tegen de de winter winter : nu voorraad tegen nu kunnen kunnen we we stoken! stoken! In Inde defabriek fabriek verbruikt men gisteren is alweer een hele hele — - per per verbruikt menkolen kolen :: gisteren is er alweer schip aangekomen. aangekomen. Jongen, breng breng een paar -— stro stro naar naar de de stal stal : :vandaag vandaag een paar moeten we volstrekt volstrekt strooien! Een Een — - garen garen ophouden, ophouden, dat dat kon kon ik wel, wel; maar maar zo'n zo'n hele hele —, - , dat dat ging ging mijn mijn geduld geduld te teboven! boven! Als Als aandenken moeder, bewaar een — aandenken aan aan mijn mijn lieve lieve moeder, bewaar ik ik nog altijd een zilverwitte haren. hond gaat gaat lopen lopen van haar zilver-witte haren.Grijp Grijp hem hem vast! vast! De hond met vlees in de de bek. bek. De De mol mol isisweer weer aan aan het hetwroeten wroeten : : met een een -— vlees zie een — - zand zand hij hij heeft heeftopgestoten. opgestoten. Als Als het hetkoren koren zie eens wat een gemaaid bundels gebonden - of of — - heten heten gemaaid is, is, wordt wordt het het tot tot bundels gebonden :: — Aanzienlijke — - koren koren lagen lagen opgestapeld opgestapeld in in de deschuur. schuur. we die. Aanzienlijke
100. 100.
Synoniemen. Synoniemen.
Vervang de cursieve cursieve woorden door een een synoniem synoniem uit uit het het, woorden door Vervang de onderstaande lijstje. lijstje. onderstaande 1. Ondeugend. Stram. 3. 3. Hachelijk. Hachelijk. 4. 4. Welvervuld. Welvervuld. 5. 5. BeBeOndeugend. 2. 2. Stram. nard. 6. Aanstekelijk. nard. Aanstekelijk. 7. 7. Verdrietig. Verdrietig. 8. 8. Verwaand. Verwaand. 9.!J.Beknopt. Beknopt. 10. Naarstig. 11. Gewichtig. 12. 12. Geslepen. Geslepen. 13. 13. Schielijk. Schielijk. 14. 14. ()nOn10. Naarstig. 11. Gewichtig. gezeglijk. Blank. 16. 16. Rijzig. Rijzig. 17. 17. Afgeleefd. Afgeleefd. 18. 18. Donker. Donker. 19. 19. ErErgezeglijk. 15. 15. Blank. Koud. 21. 21. Fraai. Fraai. 22. 22. Lastig. Lastig. 23. 23. Inheems. Inheems. 24. 24. SomSomkel!telijk. kentelijk. 20. 20. Koud. ber, nors. nors. 25. 25. Oplettend. Oplettend. 26 26 Gedenkwaardig. Gedenkwaardig. ber,
- 71 -71 besmettelijke ziekte. Een besmettelijke onverbeterlijke stouterd. Een onverbeterlijke Een sluwe bedrieger. Een inlandse plant. Een moeilijke moeilijke taak. witte sluier. Een witte Een mooie tekening. Een plotselinge plotselinge dood. heuglijke gebeurtenil!. Een heuglijke gebeurtenis. Een slanke gestalte. Stijve leden. Stijve Benauwde tijden. Benauwde welbestede loopbaan. Een welbestede
101.
Een bondig bondig verslag. Een vervelende vervelende reis. Een vlijtige vlijtige scholier. Een stokoud stokoud man. Een kille herfstavond. Een onvriendelijk onvriendelijk mens. Een duistere duistere nacht. Een aandachtig aandachtig gehoor. Een dankbaar dankbaar hart. Een plaagzieke plaagzieke jongen. Een netelige netelige toestand. Een aanmatigend aanmatigend mens. Een belangrijke Eert belangrijke ontdekking.
Tegenstellingen. Tegenstellingen.
Vervang cursieve woorden woorden door dooreen eentegenstelling tegenstellinguituit Vervang de cursieve de de onderstaande lijst. lijst. 1. Duur. Tam. 3. Recht. Recht. 4. 4. Breed. Breed. 5. 5. Rampzalig. Rampzalig. 6. 6. Plezant. Plezant. Duur. 2. 2. Tam. 7. Geslaagd. 8. Onstuimig. 9. Zwaar. Zwaar. 10. 10. Opgewonden. Opgewonden. 11. 11. Hard. Hard. 7. Geslaagd. 8. Onstuimig. 12. Duurzaam. Helder. 16. 16. Blij. Blij. 17. 17.Traag. Traag. Duurzaam. 13. 13. Ledig. Ledig. 14. 14. Slecht. 15. Helder. 18. Verafgelegen. 19. Gezond. 20. Donker. 21. 21. Dood. Dood. 22. 22. Klaar. Klaar. 18. Verafgelegen. 19. Gezond. 20. Donker. 23. 23. Streng. Streng. 24. Betrokken. Betrokken. 25. 25. Bot. Bot. 26. 26. Mager. Mager. 27. 27. Stomp. Stomp. 28. 28. Taai. Taai. 29. 29. Zoet. Zoet. 30. Fijn. Fijn.
Een smalle smalle gang. Een vervelende vervelende reis. Mals vlees. Een vrolijk vrolijk gezicht. Vette grond. Vette Een scherp scherp mes. Een spitse spitse toren. Een zachte zachte winter. Goedkope Goedkope waren. Een lichte lichte kleur. Een lichte lichte taak. Een wild wild dier. Troebel water. Troebel zure drank. Een zure Een vlugge vlugge gang.
ziek mens. Een ziek drukke straat. Een drukke betrokken lucht. Een betrokken droeve tijding. Een droeve Mooi weer. geluk%alige eeuwigheid. Een gelukzalige mislukte onderneming. Een mislukte Grof laken. Grof kalme zee. Een kalme zacht ei. Een zacht volle fles. Een volle naburig land. Een naburig kortstondig vermaak. Een kortstondig scheve lijn. Een scheve Een afgelopen afgelopen wekker.
-- 72 72-—
GELEIDE OEFENING. GELEIDE OEFENING.
102.
Sneeuwballen-bombardement. Sneeuwballen - bombardement.
Jantje en Rietje Jantje en Rietje pakten het touw touw vooraan vooraan beet. beet. Dolf Dolf ging gingmet met gekruiste het sleetje sleetje zitten. zitten. gekruiste benen benen op het « Vooruit Vooruit dan. dan. »» « Ze trokken, Eerst ging ging het het langzaam, langzaam, maar trokken,ze ze trokken! traken! Eerst mar alal gauw gleed het ««pikkertje pikkertje »»vlugger vlugger vooruit. vooruit. gauw gleed sneeuwballen kwamen Dolf in in de de Rang! Twee Twee sneeuwballen Rang! kwamen vlak vlak achter achter Dolf sneeuw terecht. Hij keek, zag niets. Jan en en Rietje Rietje (1) (1) zeulden zeuldenzwaar zwaar verder. dikke sneeuwbal sneeuwbal spatte spatte los los tegen tegen Dolfs Dolfs verder. Pats! Pats!Een Een dikke schouder; voelde rillerig rillerig de de vochtige vochtige sneeuw sneeuw in in zijn zijn nek. nek. schouder; hij hij voelde Een sprong, en hij stond naast de slee, met het gevolg, dat Jan Een sprong, en stond naast de slee, met het gevolg, dat Jan en Rie Rie voorover voorover schoten schoten en en languit languit in de de sneeuw sneenw rolden. rolden. Dolf Dolf en bukte zich, om vliegensvlug vliegensvlug ballen ballen te maken. maken. En En weer weer vlogen vlogen bukte zich, om de projectielen projectielen vlak Nu zag zag hij hij waar waar ze ze de vlak langs langs zijn zijn oren. oren. Ha! Ha! Nu vandaan kwamen. V66r Vóór de de bijgebouwtjes bijgebouwtjesstonden stondenKarel Karelen enGerard Gerard lachend naar naar hem hem te te kijken. kijken. DM Dàt zou zou hij hij ze ze betaald betaald zetten. zetten. De De lachend ballen suisden over en en weer. weer. Op Op de demuurtjes muurtjes achter achter Karel Karel en en ballen suisden over Gerard elkaar tot witte witte sterren. sterren. Gerard patsten patsten ze ze uit uit elkaar « gemeen, riep Dolf, Dolf, twee twee tegen tegen een! een! »» Dat is gemeen, « Dat Er Er kwam kwam hulp. hulp. Kees Kees zag zag Dolf Dolf vanaf vanaf cle de straat straat en en riep. riep. Dolf Dolf wenkte. Nu was de de strijd strijdgelijk. gelijk.Gerard Gerard kreeg kreegeen eenbal balzds zóhard hard wenkte. Nu tegen even niets niets meer meer zien zien kon. kon. En En toen toen Karel Karel tegen zijn zijn wang, wang, dat dat hij hij even zijn handen handen warm een bal bal zo zo zijn warm ademde ademde aan aan zijn zijn mond, mond, suisde suisde een precies gemikt, gemikt, dat dat zijn zijn ogen ogen dichtzaten dichtzaten van van sneeuw. sneeuw. precies « Goed Goed zo Kees, schreeuwde schreeuwde Do Dolf, vooruit I »:. lf, vooruit! 4x zo Kees, Ze gingen meer naar voren, achter het huis huis waren waren en en Ze gingen meer naar voren, tot tot ze ze achter dichter sloegen sloegen de de ballen tegen tegen de de muurtjes muurtjes aan. aan. dichter Gerard verdedigden taai. Kees Kees zijn zijn haar haar was was Karel Karel en en Gerard verdedigden zich zich taai. wit en en op op Doifs Dolfs kleren kleren kon kon je je de de treffers treffers tellen. teIlen. Elke Elke bal bal ging ging wit vergezeld van V!lll een een strijdkreet. strijdkreet. « Hier! pil! »:. Hier! Slik Slik in in die pil! ««Pak kogeltje! »» Pak á:in dit dit kogeltje! 4c Nog « Nog zo'n zo'n pceier. peeier. »:. kr «Hou je mond mond open, open, daar daar komt komt wat wat voor voor je je aan. flan. »:. Hou je c Dood aan aan de schoolmeesters. schoolmeesters. (2) (2) »:. « Niet zo zo keihard keihard maken. maken. :a:. (1) Jantje en Rietje waren (1) waren het het broertje broertje en en zusje van van Do Dolf. Dt' oudere oudere lf. De broers waren waren Karel }{arel en enGerard. Gerard. broers (2) Gerard, Gerard, de DoU, was was onderwIjzer. de broor brow. van van Karel Karel en en Dolf, onderwijzer.
-- 73 « Steek Steek in je « je zak! zak! »» Het eindigde plotseling, plotseling, toen toen ze ze op Het gevecht gevecht eindigde op zij zij van van het het huis huis moeder hoorde roepen. roepen. Met l\Iet vuurrode vuurrode wangen wangen en entintelende tintelende moeder hoorde vingers liepen ze ze lachend lachend naar naar binnen. binnen. vingers liepen
Uit «« Een Een jaar jaar buiten buiten» door Jell J!'.!l Rentinga. Rentinga. » door Uit
Geef dit dit of ofeen eendergelijk dergelijk sneeuwballen-bombardement sneeuwballen-bombardement op opLiu; uw weer. manier weer.
103.
WAARNEMEN.
Gevoel-, Smaak-, Reukorgaan. a} a) Het harde harde steen. Het weke weke was. Een ruige baard, baard, of Een zachte, zachte, mollige mollige hand. hand. of huid. huid. Een Bobbelig nobbelig ijs. ijs. Een ruwe Een Een ruwe Een gladde gladde huid. Een stijve stijve hals. [tong. Eenhoed hoed met met slappe slappe rand. [tong. Een Taai leer (wat (wat buigt buigt zonder Broos (= licht licht breekbaar) hreekhaar) te breken). porselein. Buigbare, Buigbare, buigzame Bros (= hard licht brokhrok. buigzame takjes; Bros hard en en licht lenige leden. heschuit. kelend) beschuit. Een =care zware vracht. Een lichte pluim. V aste spijzen. Vaste rekbaar, Vloeibare Vloeibare spijzen; rekbaar, V ochtig, wak weder; klam ochtig, tvak [elastiek. Droog huis. klam [elastiek. (= nog vochtig). nog wat vochtig). W arm. Drukkend Warm. Drukkend C's ('S zozo- Koud. Koud. — - Killig Killig (= vochtig mers!). koud). b} Zoet. Zoet. - Zoetig Zoetig of zoetachtig zoetachtig :: min of meer b) meer zoet. zoet. Gesuikerd : zoet gemaakt. Gesuikerd Bitter Bitter : op de de tong tong bijtend. hijtend. rins, rens rens :: zuurachtig. Rijns, rins, Wrang, zerp:: scherp zuur. Wrong, zerp scherpzuur. Zuurzoet : zuur en en zoet zoet te gelijk. Zuurzoet gelijk. Zout : zout van vun smaak. smaak. Zout Pikant of sterk sterk gekruid gekruid : sterk prikkelend. Pikant Sappig : vol sap. Sappig sup. Voos : bijna hijna zonder zonder 8ap. sap. aterig :: als Waterig water. als water. Melkachtig: melk. illelkachtig : als melk. weinig warm. Lauw : een weinig c} Een geurige geurige sigaar. c) Een Een geparfumeerd, geparfumeerd, gepoeierd gepoeierd doosje.
Een stinkende stinkende poel. muffe lucht. Duffe kel. kei· Een muffe der.
— -— 74 74104. Vul in met 104. met het het gepaste gepaste woord. woord.
Dat rattenvangertje rattenvangertje heeft stekelig, — - haar. haar. Met Met — - klei kleiboetboet. seren allerlei voorwerpen. voorwerpen. Het linnen~oed heeft niet niet lang lang seren we allerlei Het linnengoed genoeg - . Diamant Diamant slijt weinig af :: het het genoeg gedroogd gedroogd :: het het is nog —. is een een zeer zeer — - stof. stof. Die Die aarden aarden tabakspijpen tabakspijpen zijn - :: krab krab er er zijn — maar even Broertje, de de goeie goeiedikkerd, dikkerd, maar even aan, aan, de de stof brokkelt af. Broertje, heeft — - armpjes. Haal de koord niet niet toe, toe, laat laat ze ze wat wat— - hangen. bangen. Het kwik is in Het in ons ons klimaat klimaat een een — - metaal. metaal. Die Die betonnen betonnen vloer vloer zeer effen effen :: kijk kijkwat wateen een— - plekken plekkenererop opzijn. zijn.CaoutCaout. is niet zeer chouc een zeer zeer — - stof. stof. Ik Ik heb heb een een kou kou gevat gevat en en ben ben van van chouc is is een morgen met nek opgestaan. opgestaan. De zieke kon kon bijna bijna niets niets morgen met een een -— nek De zieke m,~er doorslikken doorslikken :: — - spijzen spijzen kon kon hij hij niet nietmeer meerinnemen. innemen. meer Vooraleer we kist met met het hetglas glasopstuurden, opstuurden,schreven schreven we we Vooraleer we de kist er zeer -— ». ». Wat een — er bovenop bovenop « zeer Wat een - hitte :: het het zal zalvan van avond avond nog onweren! onweren! Hij heeft een een eiken eiken boog, boog, die die zal zalniet nietgauw gauw nog Hij heeft doorbreken : :een eiketak is is zeer zeer —. -. De Dereizigers reizigers trokken trokken doorbreken een eiketak 's avonds avonds hun nachten zijn zijn in in die die vochtige, vochtige, hun overjas overjasaan aan :: de nachten hete hete streken streken soms soms erg —. - . De De regen re~en zijpelt zijpeltdaar daarvoortdurend voortdurend door in die grotten grotten:: wat wat zijn zijn dat dat— - lcrochten! krochten! Op Op de demalse malse door in die weiden vele koeien koeien met met -— huiden weiden graasden graasden vele huiden :: wat wateen eenheerheer· lijke aanblik! aanblik! In In die dienieuwgebouwde nieuwgebouwde huizen, huizen, waar waar er er weinig weinig w ·)rdt gestookt, gestookt, zijn de de muren muren erg erg —. -. w1rdt 105. Zet een woord uit uit b) hierboven, naast de devolgende volgende hierboven, naast 105. Zet woorden. woorden. 1. Melk Melk is - . 2. 2. Gelei. Gelei. 3.3.Azijn. Azijn.4.4.Mosterd. Mosterd. 5.5.Cichorei. Cichorei. is —. -.9. Pekelharing. 6. Zoethout. 7. Onrijpe appels. 8. Kersen zijn —. 9. Pekelharing. 10. Zurkel. 11. 11. Zeewater, Zeewater, 12. Grote Grote radijzen radijzen zijn zijn dikwijls dikwijls —. -. 10. Zurkel. 13. Jonge wijn. 14. Een rijpe peer. 15. Peperkoek. 16. De 13. Jonge wijn. 14. Een rijpe peer. 15. Pepetrkoek. 16. De citroen. melkdistel bevat - sap. sap. 17. 17. De De appelen appelen zijn zijn citroen. De De melkdistel bevat een een — meelital . 18. Gedoopte melk - . 19. Een groene groene bes hes isis —. -. meestal —. 18. Gedoopte melk is is —. 20. Zeer snoepgoed wel niet altijd, maar maar — - is is het het 20. Zeer zoet zoet is is het snoepgoed wel niet toch dikwijls. dikwijls. 21. 21. Veel pillen pillen zijn zijn —. - . 22. 22. Honing Honing isis—en -en—. -, toch EXPRESSIEF LEZEN. LEZEN. VERZORGD EN EXPRESSIEF biadzij 348, 106. Lees in in uw IlW « Zllid en en Noord », », op bladzi} 348, het 106. Lees .« Zuid gedicht van vl'fn Jeanne Jeanne Van Van de dePutte Putte « toen het had had tvinter toen <-‹ Te winter gedicht
». gesneeuwd ».
- Voor het het eexpressief x pre s s i e f lezen I e zen : De Ie opgewekt inzetten; inzetten; een een sterke sterke nadruk nadruk geven geven strofe opgewekt le strofe aan f« heerlijk heerlijk », »;fluisterend fluisterend zeggen zeggen ««zonder zonder geluid geluid ». ». aan (Ail 4: stil De 2° 2" strofe strofe :: traag, traag, mijmerend; mijmerend; het het gedeelte gedeelte van van af af «
75 — -— 75en rein en rein » fluisterend traag de vierde vierde regel. regel. fluisterend weergeven; weergeven; zeer zeer traag De 33"e strofe strofe:: biddend; De hiddend; een een sterke sterke nadruk nadruk. leggen leggen op op :: », «« enkel «« Heer Heer », enkel aandacht aandacht »» en «« van van UU»,»;wat watopg,ewekt opgewekt uitbrengen « vrolijk berustend uithrengen herustend ». ». De 44ee strofe strofe : Traag De Traag en en biddend; hiddend; een een sterke sterkenadruk nadruk leggen leggen op «4: U U »» en en «Gij »; de op Gijalleen alleen »; wat vlug vlug de laatste laatste twee twee regels regels : wat en opgewekt. en opgewekt. 107. OPSTELLEN. 107. 1. Een Een leutig bombarde, 1. leutig bombarde.. Een troepje ment. -— Een troepje snaken snaken met een met een lcutige lcutigeaanvoerder aanvoerder hadden zich zich opgesteld op het hadden opgesteld op het kerkplein. Hun kerkplein. Hun sneeuwballen sneeuwhallen lagen gereed. Wie daar daar passeren passeren moest, zou moest, zou tol tol betalen. hetalen. Eerst Eerst het zwarte Jefke, verscheen J efke, het zwarte lantaarnopstekertje; na hem lantaarnopstekertje ; na hem kwam de plezante bakker hakker Wisky Wisky met zijn met zijn bakfiets, hakfiets; daar daar kwam kwam ook nog de dikke, cholerieke ook nog de dikke, cholerieke biervoerder. Ze werden hiervoerder. Ze werden behestookt stookt met met sneeuwballen. sneeuwhallen. OpOpeens spatte een een hal bal open op de eens spatte de pastoriedeur. Verslagenheid. De De pastoor verschijnt in in de pastoor verschijnt de deur. deur. Allen ! Allen slaan slaan op op de de vlucht vlucht! J)
2. De drie drie nieuwe nieuwe koningen! koningen! — - De nieuwe kapelaan kapelaan op de parochie parochie had had nieuwe op de zijn jongens jongens een een mooie mooiestoet stoetgeorgeor. met zijn ganiseerd. In de ijskoude ijskoude avond avond troktrokganiseerd. In de ken de moedige knapen op. In het licht ken de moedige knapen In het licht 'Van vlammende toortsen zongen ze Tan vlammende toortsen zongen ze kunstige liedjes. Ze Ze hielden hielden een een collecte collecte kunstige voor een een nieuwe, nieuwe, grote grote klok. klok. 's's Avonds Avonds voor werden de dappere jongens onthaald op werden de dappere jongens onthaald op warme chocolade. Mct Pasen hoorden warme chocolade. Met Pasen hoorden de jongens jongens hun hun klok klok feestelijk feestelijk luiden. luiden. de
De Stad
ZAKEN EN EN WOORDEN. WOORDEN. ZAKEN
108. lOB.
De Stad.
stad roept roept bij bij ons ons een eengroots groots geheel geheel op opvan vanstraten straten en en De stad pleinen, met met druk drnk verkeer verkeer en en luidruchtig luidruchtig leven. leven. pleinen, ge wijde boulevards bonlevards met met ruime ruime pleinen pleinen In onze steden vindt ge weidse parken; parken; ge getreft treftererstraten stratenvol volweelderige weelderigewinkels winkels en weidse reusachtige uitstalramen; uitstalramen; ge ziet er er kunstige kunstige stadhuizen stadhui:wu met reusachtige ge ziet merkwaardige belforten; monumentale kerken kerkenrijzen rijzenercrop op en merkwaardige belforten; monumentale indrukwekkende torens; lokken uu aan, aan, hotels, hotels, en indrukwekkende torens; rijke rijke musea lokken theaters, schouwburgen schouwburgen en enzo zomeer. meer. bioscopen, theaters, de stad stadheerst heersterermeestal meestallawaaierige lawaaierigedrukte drukte en cn is is er cr In de jachtig verkeer. verkeer. Aanhoudend Aanhoudend denderen denderen de trammen met methun hun jachtig de trammen waarschuwend belgerinkel door de de straten; straten; zware zware vrachtauto's vrachtauto's waarschuwend
— 77 — -77dokkeren over over de de stenen stenen en en tal van. dokkeren van bestelauto's rijden rijden er er op op en neer; en neer; de de vlugge vlugge «« race-car race-car »» van van de de sportman sportman en en de de luxeluxeauto's van de rijken rijken snellen snellen er er elkaar elkaar voorbij, voorbij, en en door door al al dat dat gerij heen gerij heen slingeren slingeren zich zich voortdurend voortdurend fietsers fietsers en en motormotorrenners. Wat achter de W at weggeborgen weggeborgen achter de hoge hoge huizengevels huizcngevels rijzen rijzen de de fabrieksschoorstenenopop te te midden fabrieksschoorstenen midden van reusachtige installaties installaties waar waar honhonvan reusachtige derden werklieden derden werklieden werkzaam werkzaam zijn. zijn. Hier en daar er steegjes en Hier daar kronkelen kronkelen er en slopjes, waar slopjes, waar kleurig kleurig wasgoed wasgoed over over de de straat is gespannen straat gespannen en en g,eschreeuw geschreeuw en en getier wordt wordt gehourd. gehoonl. 's Avonds de stad 's Avonds biedt biedt de ~taJ een feeëriefeeërieke aanblik ke aanblik:: de de vele velereusachtige reusachtige vitrines zetten de straten in in een vitrines de straten een feesfeesverblindend licht MA en telijk, verblindend en de kleurige lichtreclames van lichtreclames van hotels hotels enenwarenhuizen warenhuizentovere.n. toveren Ben,aals Bengaals vuur vuur in de de donkere donkere hemel. hemel. Scliets Schets zelf zelf eens eensltet het beeld van een een stad die gij gij zeer zeer goed go(~d ken,t. hent. 109.
D~ verkeersagent. verkeersagent. De
De verkeersagent! verkeersagent! Men Men De vindt vindt hem hem op op vele vele gevaar'lijke lijke kruispunten kruispunten In de in de steden. in steden. Daar Daar staat staat hij hij in martiale houding als als de martiale houding de rustige en en vertrouwde vertrouwde regerustige laar van van het het verkeer, verkeer, dat dat laar van van alle zijden zijden op op hem hem aanaanstormt. Met duidelijke duidelijke arm.armbewegingen geeft hij zijn zijn bewegingen geeft hij opdat het het gevaarlijke gevaarlijke seinen, opdat punt veilig veilig kan kan worden worden gegepunt passeerd. zorgt er voor, passeerd. Hi Hijj z0l'/jt voor, dat men tijdig stopt, stopt, en en tijdig tijdig er geen geen chaos chaos of of hinderlijke hinderlijkestagnatie stagnatieontstaat; ontstaat;hij hij oprijdt, dat er waakt er er voor, voor, dat dat er ergeen geenaanrijding aanrijding plaats plaatsvindt, vindt,kortom, kortom, waakt hij behartigt behartigt in de de ruimste ruimste zin, zin, de de belangen belangen van van de dewegweghij gebruiker, aHes volgens het devies devies :: Veilig Verkeer! Verkeer! gebruiker, alles volgens
— — - 78 78De taak taak van van de de verkeersagent verkeersagent is is moeilijk. moeilijk. alles en allen allen dient dient hij hij oog oog tetehebben. hebben. Het Het isisnoodnoodVoor alles zakelijk, dat hij hij snel zakelijk, dat snel oordeelt oordeelt en snel snel besluit, besluit, dat dat hij hij zijn zijn tekens duidelijk duidelijk geeft, geeft, dat dat hij hij tetemidden middenvan vandedejachtende jachtende tekens beweging zijn rust en en kalmte kalmte behoudt. behoudt. beweging zijn rust Hij staat staat daar, daar, blootgesteld blootgesteld aan aan alle alle invloeden invloeden van vanweer weer Hij wind :: felle fellezon, zon,striemende striemende regen, regen, ijzige ijzige koude. koude. En En altijd altijd en wind rekent het verkeer verkeer er op, dat dat de de agent agent paraat paraat is, is, en en zijn zijnplicht plicht rekent regelmatig regelmatig en trouw trouw vervult. vervult. Zulk Zulk een eenvermoeiende vermoeiende en enzenuwzenuwslopende arbeid arbeid kan niet te telang langworden wordenverricht, verricht,daarom daarom slopende kan niet meestal reeds reeds na na één uur afgelost. Het is is wordt de verkeersagent meestal verkeerd, dat publiek hem hem door door hinderlijke hinderlijkevragen vragen stoort. stoort. verkeerd, dat het publiek Aan Aan de de kinderen kinderen moet moet daarom daarom worden worden geleerd, geleerd, dat dat zij zij de de nodeloos lastig lastig vallen. vallen. verkeersagent niet verkeersagent niet nodeloos Een weggebruiker weggebruiker verlicht grote mate, mate, als als hij hij Een verlicht zijn zijn taak taak in grote de gegeven gegeven tekens tekens goed goed opvolgt, opvolgt, en en aan aan ieder iederbevel bevelonmidonmidde gehoorzaamt. dellijk gehoorzaamt. 1. Door Door het het stellen stellen van van tvelke welkevraagjes, vraagjes,kunt kuntgegedede MOTvoorbijzonderhedenuit uitditdit stukje bijeenbrengen? naamste bijzonderheden stukje bijeenbrengen?
2. WeU.e dan de dehoofdgedackten hoofdgedach-cen die diege geininditdit stukje Wdke zijn dan stukje vindt? vindt? dit Hoe heeft c hikt in t in dit 3. Hoe heeft de de schrijver schrijverdie diegedachten gedachtenges geschik Dpstelletje? opstelletje?
De schikking kan kan erg erg verschillend verschillend zijn; zijn; zorg zorg er er De schikking voor, altijd ordelijk is. voor, dat dat ze ze altijd orddijk is.
GELEIDE OEFENING. GELEIDE OEFENING.
IlO_ 110.
« Een kinderkaartje! »»
Ring! Ring-ring! Ring! De remmen remmen schuurden schuurden over over de de Ring! Ring-ring! Ring! De raderen Een aantal aantal passagiers passagiers werkten werkten zich zich raderen en en de tram stopte. Een op het voorbalkon voorbalkon door door de detegeneengepakte tegeneengepakte menigte menigte naar naar op het buiten aantal nieuwe nieuwe reizigers reizigers haastten te buiten en en een aantal haastten zich zich om om in te stijgen en de leeggekomen plaatsen plaatsen in in te te nemen. nemen.Heftig Heftigblazend blazend hees ook, maar maar niet niet zonder zonder moeite, moeite, een een dikke dikke heer heer hees zich zich ook, op het balkon. balkon. op het Een schraal, bleekneuzig bleekneuzig heertje heertje had heimelijk heimelijk plezier plezier om om Een schraal,
— 79 — -79 het dikke dikke heerschap heerschap en meende zich zich op op zijn zijn rekening rekening een een het en meende gt.estigheid te te mogen mogenpermitteren. permitteren. gtestigheid Wacht Wacht daar daar was was de de conducteux, conducteur, dat dat zou zou het het gunstig gunstig ogenogenzijn! blik zijn! klonkhet. het.- —«Centraal « Kaartjes als 't u belieft! >> » klonk Centraal station station »» bestelde de dikke gast. gast. — - Conducteur, « Conducteur,kwam kwamhet hetmagere magere bestelde de dikke heertje nu tussenbeide, tussenbeide, laat Gode naam naam die die dikkerd dikkerd toeh toch heertje laat in Gods dubbele prijs betalen! betalen! »» dubbele « Jemenie, Jemenie, mensen mensen toch! toch! lachte lachte nu nu de de dikke dikke broer, broer, kijk kijk me me eens eens even eTendat datminiatuur-mensje miniatuur.melll5je aan, aan; Conducteur, Conducteur, geef geef ale 't u belieft een een kinderkaartje! kinderkaartje! »» hem als Op het balkon schaterden !!chaterden ze van de de lach lach : :de dedikkerd dikkerd Op ze allen van bad het pleit pleit gewonnen! had
Geef schriftelijk, op opuw uwmanier, manier,ditditstukje stukje weer. Geef WOORDENSCHAT. 'VOORDENSCHAT.
synoniem voor hoog». ». voor « hoog 111. Kies Kies het meest meest gepaste gepaste synoniem ill. Plechtig. 1. Een hoge hoge gestalte. gestalte. hoge betrekking. betrekking. Zwaar. 2. Een hoge 3. Een hoge kerkdienst. kerkdienst. lievig. lIevig. 4. De Hoge Hoge Raad. Raad. Verheven. 5. Een hoge hoge feestdag. feestdag. Rijzig. straf. tot een 6" een hoge hoge straf. 6, Veroordeeld tot Dik. hoge som som storten. storten. Een hoge 7. Een Hol, opgezweept. opgezweept. 8. Hoge koorts. koorts. Hooggeplaatst. Hooggeplaatst. hoog. 9. De sneeuw lag lag een een meter meter hoog. De sneeuw Trots. 10. Een hoge bloeddruk. hoge bloeddruk. Eervol. 11. Een hoge zee. hoge zee. Aanzienlijk. 12. Een hoge hoge rug. rug. Voorname. 13. Een hoge hoge waardigheid. waardigheid. Opperste. 14. hoge omes. Eervol, Eervol, bijzonder. bijzonder. 14. De hoge 15. gasten, — - pieten. pieten. Hoge gasten, Sterk. 15. Hoge 16. hogere macht. macht. Een hogere 16. Een Krom, gebocheld. 17.Een hoge onderscheiding. onderscheiding. 17.Een hoge Groot. 18. Op leeftijd. Op hoge leeftiid. Vreemd, bovenaards. bovenaards. 19. toon spreken. spreken. Op hoge toon Edel, adellijk. Edel, adellijk. 19. Op 20. Van afkomst. Gevorderd. Van hoge afkomst. 112. Kies het het meest meestgepaste gepastesynoniem !lynoniem 1. Een laag huizeke. 1. Een huizeke. 2. Een Een lage straf. 2. draf. 3. Een lage bloeddruk. 3.
voor «« laag ». Zwak. Zwak. Diep. Diep. Verder.
— -- 80 804. Een laag voorhoofd. 4. voorhoofd. lage prijs. 5. Een lage 5. prijs. 6. Van Van lage 6. lage afkomst. afkomst. Een lage toon. 7. toon. 7. Een Lage schoenen. 8. schoenen. 8. Lage 9. Een Een lage daad. 9. daad. 10. zal het hetverklaard verklaard worden. worden. 10. Lager Lager zal 11. Laag Laag vallen. 11. 12. Op Op iemand 12. iemand laag laag neerzien. necrzIen.
Gering. Half. Minachtend. Klein. Gemeen. Dof, diep. Onaanzienlijk. Plat. Licht.
BRIEF.
X., 11 Oktober Oktober 1947. 1947. X., 11 113. ll3.
Beste Theo,
Hier ben Hicr ben ik met met een ecn briefje, briefje, — - en enikikbrengbren;! UUnieuws! nieuws! « Nieuws... ja.ja! Luister. heeft een een nieuw nieuw Nieuws... >>» ja-ja! Luister.De De stad stad heeft brandweerkorps weet het, het, het het brandweerkorpsgekrcl!en. gekregen.en... en...wat wat puiks! puiks! Ge Ge weet oude als niets niets :: enkele enkele oude oude mannen, mannen, die die als als oude was was nog nog zoveel zoveel als er ergens brand hrand was, hulp snelden, snelden, als als het het boeltje boeltjewas wasuituit· er ergens was, te hulp gebrand. Wat werkelijk knap knap konden, konden, dat dat was... was ... hun hun dorst dorst gebrand. Wat ze ze werkelijk blussen! nieuwe burgemeester Jmrl!cmeester heeft een een aantal aantal jonge jongemannen mannenaanaan· De nieuwe gesproken dertigtal hebben hebben zich zich als alsspuitgasten spuitgastenaanaan· gesproken en en een dertigtal gegeven. En zien er flink flink uit! uit! Wat Watanders anders dat dat de deouden ouden gegeven. En ze ze zien met hun hun hoge, hoge, stijve pet! pet! Ze Ze steken steken in in een eenblauw, blauw, licht lichtpak, pak, met dragen mooie waterlaarzen en hebben een stevige, stevige, leren leren helm helm dragen mooie waterlaarzen en hebben op. De De helft heHt van van hun hun gerei gerei isis reeds reeds vernieuwd vernieuwd en en al al hun hun op. vervoeren ze op op twee tweevrachtauto's. vrachtauto's. Wat Wat zegt zegt ge gedaarvan? daarvan? tuig vervoeren En het het blijft blijft niet niet bij bijeen eenkostuum kostuum dragen dragen ::om omde deveertien veertien En dagen houden ze oefeningen, oefeningen, de mannen. mannen. En En nu nu eens eens raden, raden, dagen houden ze wie er er uit uit de de naaste naaste familie familie bij bij de debrandweer brandweer is! is! Een Eenleuke leuke wie kerel! Raadt Raadt gij gij het? het? Oom Oom Lambert. I,amhert. Hij het plezier plezier van van kerel! Hij is het geheel het het korps. korps. Verleden Verleden zondag zondag heeft hij onze onze Jef, Jef, de de geheel heeft hij guit, guit, een een grap grap bezorgd! bezorgd! Na Na de dehoogmis hoogmis waren waren de debrandbrand· weermannen zich het plein plein achter achterde de weermannen zich weer weer aan aan het het oefenen oefenen op het mis kwam kwam veel veel volk volk en en ze zehadden haddenheel heelwat watbeziens. heziens. kerk. Uit de mis Oom hanteerde een van de de waterslangen waterslangen en spoot spoot een een straal straal tot tot Oom tegen de kornis kornis van de de kerk. kerk. Jef, Jef, de desnaak, snaak, riep riep opeens opeensnaar naar tegen Oom : c«Hè, Hè,pompiertje, pompiertje, schiet schiet eens eens over over de de kerk, kerk, als als ge ge Oom kunt! kunt!>>» deed of hij hij niets nietsgehoord gehoord had, had,maar maar even even later laterrichtte richtte Oom deed
-— 81 81— naar Jef, Jef, de de « spuiter », (1) hij zijn zijn spuit spuit onverwacht onverwacht naar (1) en enspoot spoot schoenen vol vol water. water. hem zijn schoenen Och, wat gelachen! Wie echter echter niet niet lachte, lachte, dat dat Och, wat hebben hebben we we gelachen! was moeder. moeder. Toen Jef zag zag binnensjokken, binnensjokken, gaf gaf ze ze hem hem een een was Toen ze ze Jef uitbrander van belang! belang! uitbrander Kijk, daar ge nu, nu, beste beste Theo, Theo, het het nieuws nieuws van van de de Kijk, daar hebt hebt ge gemeente. Laat Laat me me nu nu ook iets weten, gemeente. weten, van van hetgeen hetgeen er er daar daar bij bij U gebeurt te Lokeren. J__ okeren. Een groet van ons ons allen, allen, — - ook ook Een blijde groet van JJef, cf, die nu nu al al weer weer in indroge droge schoenen schoenen loopt. loopt. van Uw toegenegen broeder, toegenegen broeder, Hein. je, ouders een 114. Schrijf aan aan uw uw vriend vriendofof aan uw ouders een brief briefje, aan uw waarin ge een een leuk leukvoorvalletje voorvalletjevertelt, vertelt,dat dat laatste dagen waarin de de laatste of weken bij uu gebeurd is. is. of weken
OPSTELLEN.
1. ZE ZE WAREN WAREN DAAR DAAr. TERITG! TERUG! Jaren J aren was het geleden, dat dat de de klokken waren waren weggehaald. weggehaald. klokken De toren stond stond daar daar stom. stom. De toren bij begrafenissen, begrafenissen, Bij feesten, bij geen gelui. gelui. Een Een grote grote geldgeld. geen inzameling wcrd gehouden. gehouden. inzameling werd Drie klokken werden werden ge. ge. Drie klokken Feestelijk werden werden ze ze goten. goten. Feestelijk de stad binnengehaald binnengehaald en en de stad plechtig plechtig gewijd. gewijd. Een Een ontont· roerend ogenblik ogenblik was was het, het, roerend op Paaszaterdagmorgen Paaszaterdagmorg;en toen op nieuwe klo1.1\.en klokken eensklaps de nieuwe aan het luiden luiden gingen. gingen. aan het
dr• ' \;
2. MEN WAS WAS ER ER MEE MEE WEG. WEG. - Tijdens Tijdens de de bezetting bezetting kwamen kwamen ze de de klokken klokken uit uit de de toren toren halen. halen. Vooraf Vooraf werd werd er er een eenuur uur aan een stuk geluid geluid :: een een grote grote menigte menigte yolk volk stond stond verontveront· aan een stuk waardigd en brommend toe te te zien. zien. De Demensen mensenverkneuket,den verkneukcl',den waardigd en brommend zich om, dat dat ze ze de dezware zwareklokken klokkenalleen alleenmet metonmenselijke onmenselijke zich er om, inspanningen devrachtauto's vrachtauto's kregen. kregen.Verslagenheid Verslagenheid-toen toen inspanningen op de de wagens met de de klokken klokkenwegreden. wegreden. do wagens -
(1) • Spuiter Spuiter »z. gewestelijk gewestelijkvoor voor«snuiter « snuiter ..
De Lente.
116.
I Aanspreking. Aanspreklnl'. Opgewekt. Opl'ewekt. I Opgewekter. Opl'ewekter. Vlug. Vlug. Vlug. lVIuI'.
I Traag. Traal'.
I
I Opgetogen. Opl'etol'en.
De lente. lente. De Merel, spreeuw spreeuwen leeuwerik, Merel, en leeuwerik, Zet u in de de bomen; bomen; II Sijsje zoet en en zwaluw zwaluw vlug, Sijsje Lénte is gekomen. gekomen. II Ooievaars en kieviten, kieviten, Ooievaars Komen Komen jullie jullie gauw, gauw, I aarde is is nu nu héerlijk héerlijk groen groen De aarde En de de hemel hemel II bläuw. bláuw. En
II
Ewald. Carl Ewald. — - Waarnemen W a ar n e men :: Welke Welke vogels vogels worden wordenererals alslenteboden lenteboden vermeld? vermeld? - Waartoe Waartoe wordt wordt dedeeerste eerste groep uitgenodigd, groep uitgenodigd, waartoe de at moet dede vogels aanlokken? de laatste? laatste?—- WWat moeterer vogels aanlokken? Bezie Bezie zeer zeer aandachtig het het hierboven hierbovenstaande staandeplaatje plaatje: welke : welke lenteoorschi jnselen ontdekt ontdektge geinindie dietekening? tekening? zoudt lenteverschijnselen W Wat at zoudt gij gij er er bij bij wensen? wensen?
en expressief - Verzorgd Ver z 0 rgd ene x pre s s i e f lezen I e zen :: a) a) Let Let op op — het tweeklanken; het zuiver zuiveruitbrengen uitbrengenvan vandede tweeklanken; b) b) lees lees het het stukje stukje op dede rusttekens. op een eenongewekte ongewektetoon, toon,geef geefacht achtopop rusttekens.
— — - 83 83-
117. 117.
De lente lente op op komst. komst.
De lente lente zou zouweldra weldra opnieuw opnieuw gege· boren worden. worden. Nog geen geen knopje knopje botte botte aan de kale bomen, bomen, maar maar in in de de lucht lucht kwam kwam al al een een nieuwe, nieuwe,frisse frissehelderhelder· heid heid en en ruimte ruimte en endedealler-eerste aller-eerste vogel vogel — - de de lijster lijster — - zong zong van van de de ochtend tot de ochtend tot de avond, avond, zwart zwart eeneenzaam zaam stipje stipje in in dedezwarte, zwarte,naakte naakte takken, haar haar kort takken, kort en en helder helder liedje, liedje, dat dat galmde galmde als als een eensteeds steedsherhaald herhaald geroep, geroep, alsof alsof het het wakker wakker vogeltje vogeltje reeds in de de verre verre verte verte iets zag zag en en voelde, voelde, dat dat nog nog geen geen ander ander reeds levend wezen wezen zien zien of voelen voelen kon, kon, en endaarover daarover luid luid zijn zijnjubejubelevend blijheid verkondigde. verkondigde. lende blijheid Cyr. Buysse. Buysse. ~ zorgvuldig zorgvuldigna, na, hoe hoe de de schrijver schrijver fijn fijnheeft heeft w waa a rGa eeos gen 0 men. - Let Let goed gCied op de de keus keu s van de de woorden. woorden. g enom e n. —
118.
De toverende lente.
De lente was was met met de de De lente jonge zon zon en en de de blauwe blauwe jonge lucht begonnen aan aan haar haar lucht begonnen toverwerk ; ze hadden het toverwerk, hadden het breed aangelegd, het bouboubreed aangelegd, wen van de de nieuwe nieuwe loverloverwen van diepten, en ze ze spaarden spaarden diepten, en geen het behanbehangeen pracht bij het gen van het heerlijke gen van het heerlijke zomerpaleis. Ze Ze borst.elden borstelden met trekken een een zuiver, zuiver, een een nog nogkriekvers kriekvers groen groen op, op het het met milde trekken hout op de degrond, grond,enenvruchtbomen vruchtbomen bestrooiden bestrooiden ze zem,et m.et hout en op wit en rozerood, rozerood, strooien strooien maar, maar, strooien strooien altijd altijd voort, voort, totdat totdat wit en ieder takske een arm dik gelaan stond met lichte bloesem ieder takske arm dik gelaAn stond met lichte bloesem watten wolk, en scheen op op een een stam, stam, een watten en ieder boom boom een wolk scheen die lucht alzoet alzoet bereukwerkte bereukwerkte in het het rond. rond. De De meirozen, meirozen, de de die de lucht geurige seringa's en jasmijnen en en de, de warme warme vleeskleur vleeskleur en de zoete jasmijnen en de lekende trossen van de bloei bloei der der appeltjes-over-de-zee en van de van ranke gouden gouden regen, regen, het werd. werd alles overvloed uit uit de de van de de ranke alles in overvloed altijd voort toverde maar, schrijnen gehaald; de maar, altijd voort de lieve lente toverde schrijnen gehaald,
..
— -— 84 84toveren met kunst! Van Van boven hoven tot tot beneên heneên hing hing de debomenhomentoveren met een een kunst! wereld wisselende kleurenweelde kleurenweelde en en schoonheid, schoonheid, van van boven hoven wereld vol wisselende heneên geurde geurde het van van de de fijnste, fijnste, van van de dediepste diepstebloesembloesemtot bene8n geuren. Hij mocht dus dus komen, komen, de de koning, koning, en zij zij mochten mochtenkomen, komen, zijn zijn edele hofgevolg, hofgevolg, de de meesters meesters van. van het lentelied, lentelied, de de prachtigen prachtigen van stem, hunner overwaard overwaard was edele verblijf. verhlijf. van stem, was het edele Caesar Gezelle. Gezelle.
Teken eens eens nauwkeurig nauwkeurig aan, aan, wat watdedeschrijver schrijverallemaal allemaal heeft heeft waargenomen. van de de zegswijze. waargenomen. Let ook ook op ophet hetpersoonlijke persoonlijhe van zegswijze. STUDIE VAN STUDIE VAN EEN EEN LEESSTUK
119. » op 95, stukje ll9. Lees in uw uw «« Zuid Zuid en enNoord Noord» opbladzij bladzij 95,hethet stuhje « Lentewind Lentewind>> » van van Streuvels. Streuvels. stuk. is is ingedeeld ingedeeld in in vier vieralinea's. alinea's. Het stuk a) Over de de schikking. schikking. a) Over -— Eerst onsons kennen de de ge geaardheid a a r d hei d van van Eerst doet doetde deschrijver schrijver kennen de lentewind. lentewind. Teken Teken eens eens met met een eenaccolade accoladenauwkeurig nauwkeurig de aan, zegt van van die die wind. wind. aan, wat wat hij zegt vernemen we, we, dat dat hij hijopgewektheid, opgewektheid,vrolijkheid, vrolijkheid, Dan vernemen — Dan vreugde de natuur, natuur, 2° 2° aan aan de de dieren, dieren, vreugde meedeelt meedeelt1°1° aan aan de 3° aan de de mensen, mensen, jonge jonge en en oude. oude. 3° aan een speciaal speciaal tafereeltje tafereeltje schetst schetst hij hij de dewerking werking van van de de — In een wind in het open open veld. veld. wind in het dit stuk stuk is is dus dus een een ordelijke ordelijke schikking. schikking. In dit h) De gevonden gevonden bijzonderheden bijzonderhedenenendede woordenkeus. Ga woordenkeus. b) De alinea 1° wat wateen eenrake rakebijzonderheden hijzonderheden de de alinea voor voor alinea alinea na na :: 1° schrijver eens in elke elke alinea alinea op opde defijne fijneken& keus schrijver vond vond en en 2° 2° let let eens V!lU de de werkwoorden. werkwoorden. van WOORDENSCHAT.
120. Kies het het best bestpassend passendsynoniem synoniemvoor voor« «goed goed ». ».
1, Een goed jaar 1. jaar voor de de boeren. hoeren. 2. Dwaze niet goed? goed? Dwaze jongen jongen hen ben je niet God! Goede Goede hemel! hemel! 3. Goede God! 4. Daar is het niet niet goed goed alleen alleen te te zijn. zijn. 5. Een goede 5. goede indruk indruk maken. maken. goeie dag. dag. 6. Op Op een goeie
Raadzaam. Gul, hartelijk. hartelijk. Gul, Deugdelijk. Flink, kloek, kranig. kranig. Juist. Duidelijk.
— — - 85 85Vriendelijk, -;. E'en Een goed goed onthaal. onthaal. Vriendelijk, goedhargoedhar7. [tig. Vruchtbaar. Vruchtbaar. [tig. S. Goed Goed weer. weer. 8. Gunstig. 9. Goede Goede waar. waar. Gunstig. 9. Zich goed goed houden. houden. Goedzakkig. Goedzakkig. 10. Zich Geschikt. Iets niet niet goed goed kunnen kunnen zien. zien. Geschikt. 11. Jets De oplossing oplossing v. v. h. vraagstuk vraagstuk isisgoed. goed. Wijs, Wijs,wel. wel. 12. De Zeker. Een goed halfuur. halfuur. Zeker. 13. Een Betrouwbaar, orgoeie man, gebuur. gebuur. Betrouwbaar,onp onpar14. Een goeie tijdig, eerlijk. eerlijk. IS. Een Een goeie jabroer. jabroer. Genadig. Genadig. 15. Van goede goede familie. familie. 'Wool, Mooi, schoon. 16. Van arbiters. Dik. 17. Goede arbiters. voor zijn. zijn. Winstgevend. Winstgevend. 18. Overal goed voor goeie peren. peren. Deftig, welgesteld. 19. Een boom met goeie welgesteld. handelaar heeft daar een goeie Lekker, heeft daar een goeie 20. Die handelaar Lekker,sappig. sappig. zaak. hetbest bestpassend passend synoniem voor voor « boos ». 121. Kies het
Kwaad, toornig. Lasterlijk, kwaadkwaadsprek en d. sprekend. Kwaadaardig. 3. maken. 3. Zich boos maken. Storend. 4. De boze geest. geest. De boze 5. tongen. Zondig. 5. Boze tongen. Boosaardig, ondeuonden6. boze drukfout. drukfout. Boosaardig, 6. Een Een boze [ gend. 7. lach. [gend. Kwaad. 7. Een boze boze lach. 8. boze wereld. wereld. Lastig. 8. De De boze boze ziekte. ziekte. 9. Snood. Een boze 9. Een 10. met boos boos oog oog aanzien. aanzien. Hels. 10. Iets lets met Il. De boze dagen dagen van van de schoonmaak. schoonmaak. Verdorven. Verdorven. 11.De 12. de oorlog oorlog beleefden beleefden de de armen armen Nijdig. Nijdig. 12. In In de boze tijden. Guur, slecht. Guur, boze tij den. 13. overspelig geslacht. geslacht. 13. Een boos boos en overspelig Zorgvol, kommervol. boos weer. weer. 14. Winters met 14. Winters met boos 1. een boze boze bui. 1. In een 2. plannen. 2. Boze Boze plannen.
II
in Ze zet zet alles De hrengt nieuw de natuur. natuur. Ze alles in leven in in de nieuw leven lente brengt De lente bbeweging. e weg i n g. In kader bespreken bespreken we dan :: In dit kader we dan fiets, 2° 2° de de auto auto en en 3° 3° de de trein. trein. 11°0 de de fiets,
Fiets De Fiets WOORDGEBRUIK. WOORDGEBRUIK.
44
9--
1--
8- ----~~.,w.:,o:; I. Het kader kaderof ofraam raamofofframe frame 17. 17. De pomp. pomp. v. Y. 1. %. Het balhoofd. balhoofd. [a ee].18.18. kettingkastv. v. [a == ee]. DeDe kettingkast 2. vork v. v. 19. De De kruk 19. kruk v. v. 3. De vork 20. Het de trapper trapper 20. Het pedaal pedaal of de stuur. 4. Het stuur. 21. De spatlap 5. Het Het rad rad of of wiel. wiel. 21. De spatlap m. m. [m. 22. De (m.) of of het het zadel. zadel. 22. De (m.) 6. ventiel. Het ventiel. 6. Het duplextassen v. v. 23. De De duplextassen band m. m. 7. De band 24. De De bagagedrager bagagedrager m. m. 8. De velg v. v. De velg 25. De De jasbeschermer 25. jasbeschermer m. m. 9. De speken of spaken spaken v. v. 10. 26. De reflector reflector m. m. fiets- of of nummerplaat nummerplaatv.v. 26. 10. De fiets27. De De torpedorem Il. dynámo v. v. 27. torpedorem of of terugterug11. De dynamo 12. spatbord. traprem traprem v. 12. Het spatbord. 28. 28. De De (rol)standaard (rol)standaard m. m. 13.De rem v. v. 13. De rem 14. lantaarn v. v. 29. De De remarm remarm m. m. 29. 14. De lantaarn stuurt as v. v. 30. v. IS. 30. De De zadelpen v. 15. De stuurtas 16. frametas v. v. 16. De frametas fietsrijden, wielrijden, wielrijdcn, péddelen, péddelen, vrijwielen, vrijwielen, traptrap-- Fietsen, Fietsen, fietsrijden, pen, een weg weg aftrappen, aftrappen, een, een weg weg affietsen, affietsen, op de fiets fiets pen, een op de springen, springen, de de lekke lekkebanden bandenplakken, plakken, springen, van van de de fiets springen, de smeren. de fiets smeren.
122.
De Fiets. Fiets. (Rijwiel). (Rijwiel).
Wilt een fiets fiets ineensteekt, ineensteekt, kom kom dan danmaar maareven even Wilt ge weten hoe een mee naar de de de fietsenmaker. fietsenmaker.
— -— 87 87Uit Uit de de ramen die die aan aan de de wand wand hangen, kiest kiest hij er een hij er uit voor een herenfiets. Hij neemt twee raderen (wielen) raderen (widen) met met blinkende blinkende assen, assen, vernikkelde vernikkelde spaken en en zwart verlakte velgen. Op banden :: Op de de velg velg van elk rad rad legt legt hij hij de de banden van elk Nu past past hij het het voorwiel voorwiel in in een binnen- en een een buitenband. Nu de vork van van het raam, raam, steekt steekt de de aspinnen door de de twee twee ogen van van de vork vork en en schroeft schroeft er met met een een sleutel een moertje op. op. Evenzo voor het het achterwiel, achterwiel, maar maar aan aan dit dit laatste laatste Evenzo doet doet hij voor brengt hij klein tandwiel tandwiel aan, past op op de de uitstekende uitstekende brengt hij een klein aan, dat past wielen, rechteraspin. Van Van onder aan het frame, tussen de twee wielen, bevestigt hij een een groot groot tandwiel, met twee twee trappers of of pedalen; pedalen; door een keten of ketting, ketting, vol vol platte het platte schakels, brengt hij het in verbinding verbinding met het het kleine kleine tandrad tandradvan vanhet hetachterwiel. achterwiel. Eindelijk zet zet hij van van voren voren op op het het raam raam het stuur, stuur, van achteren achteren het zadel. zadel. Al. ge nu de de nippel van van de de pomp op op het het ventiel ventielschroeft schroeft Als ge oppompt, kunt en de binnenband van van de de twee twee wielen wielen oppompt, kunt ge desnoods al een een reisje maken. maken. Maar spoedig spoedig zoudt ge ge merken, desnoods een en en andere andere kleinigheid kleinigheid ontbreekt. ontbreekt. Al Al dadelijk dadelijk nog een dat u nog kwam in de de eerste eerste straat straateen eenpolitieagent politieagent u tegenhouden tegenhouden en en stelde tegen tegen u een proces-verbaal proces-verbaal in in : ten 1°, omdat mijnheer zonder bel; ten 2', 2", omdat de fiets fiets geen nummerplaat omdat de rijdt zonder draagt, ten ten 3", aan uw uw rijwiel rijwiel een een rem ontbreekt; ontbreekt; omdat er er aan draagt, 3', omdat en werd het ritje ritje in in de de avond avond gemaakt, in het het proces-verbaal proces-verbaal en werd werd vermeld, vermeld, dat genoemde genoemde heer zich zich veroorloofde veroorloofde te rijden rijden werd achterlichtje. zonder rood rood achterlichtje. zonder lantaarn en zonder Het kan ook gebeuren, gebeuren, dat (1) hebt, hebt, dat dat ge ge Het kan dat ge ge bandenpech bandenpech (1) onverwacht met een lekke band band staat. staat. Een Een vooruitziende onverwacht met een fietser voorziet zich, zich, tegen tegen dergelijke dergelijkeongevalletjes, ongevalletjes, van van verstelgerei. Onder het zadel heeft heeft hij hij een een leren leren tasje Onder het hangen, waarin klein klein fietsgerei steekt : een sleutel, een hangen, waarin tube solutie of of gomhars, gomhars, stukjes bladrubber, wat schuurtube solutie of bandwippers, bandwippers, een oliespuitje papier, een stel bandlichters of en dies dies meer; onder onder de de tas tas tegen tegen het het raam raam hangt hangt de de pomp. Wie zijn zijn handen niet wil bezeren, bezeren, laat laat chroomleren, niet wil Wie op het hoornen celluloid (2) grepen of handvatten op het stuur stuur hoornen of celluloid wie door door slijkerige straten wil wil rijden, zonder zonder aanbrengen; en wie
(1) (1) Lees woord met met Ned. Ned. eh. Lees het woord ch. (2) Lees :: selluloit seIluJolt of of -luit. -luit. (2)
— -— 88 88-
al te erge erge spatten spatten op op de de kleren kleren te tevangen, vangen, zorge zorge voor voor een een al te spatlap en voor voor spatborden spatborden boven boven de de wielen. wielen. spatlap en dames laten laten hun fiets fiets voorzien voorzien van van een een rokbeschermer, rokbeschermer, De dames op het achterwiel, een netwerk netwerk op achterwiel, om om te te voorkomen voorkomen dat dat hun hun rok rok japon tussen tussen de de spaken ~paken geraakt; geraakt; de de heren heren zorgen zorgen voor voor of japon of celluloid celluloid jasbeschermer. jasbeschermer. een lakleren of kunt ge ge veilig Zo uitgerust, uitgerust, kunt veilig fietsen. fietsen. Wie Wie reisgoed reisgoed op op zijn ZIJn fiets meenemen wil, op zijn zijn rijwiel rijwiel een een bagagedrager fiets meenemen wil, laat laat op zetten; scouts, scouts, die die lange langereizen reizenondernemen, ondernemen,gebruiken gebruikendaarendaarenboven gerieflijke duplextassen. boven de gerieflijke Die er er tegen. tegen opzien voortdurend voortdurend te moeten moeten trappen, trappen, nemen nemen maar liefst een vrijwiel, vIijwiel, dan dan kunnen kunnen ze ze onder onder het hel rijden rijden de de maar liefst een trappers de benen benen even even laten latenrusten. rusten.Wie Wiegemakgemaktrappers stilhouden en de kelijk en vlug vlug wil wil remmen, remmen, zal zal een een vrijwiel vrijwiel kopen kopen met met terugkelijk en hun racefietsen racefietsen (1) (I) hebben hebben de de renners renners een een traprem. Op Op hun versnellingsapparaat met met twee twee of of drie drie versnellingen. versnellingen. versnellingsapparaat Somtijds men rijwielen rijwielen voor voor twee twee personen, personen, met met twee twee Somtijds ziet men sturen twee zadels: zadels: dat dat zijn zijn tandems; het bestelwagentje bestelwagentje sturen en en twee op drie wielen, wielen, met met een een zadel zadel boven boven het hetachterste achterste rad, rad, heet heet op drie een transportdriewieler, een een bakbak. of of bestelfiets, bestelfiets; de de zware zware een transportdriewieler, die door door een een motor motor worden worden gedreven gedreven en endie diemeestal meestal rijwielen die een duozitting hebben, hebben, zijn zijn motors motors of of motorfietsen. motorfietsen. een duozitting
123. Antwoord op op de de volgende volgende vragen. vragen. 1) Wat Wat noemt raam van een fiets? fiets? — - Hoe Hoe heet heet noemt men men het het raam van een raam ook ook nog? nog? het raam 2) Welke delen onderscheidt onderscheidt men men aan aan een eenfietsrad? fietsrad? Welke delen Wat heeft het het achterwiel achterwiel alleen? alleen? Wat 3) Wat Wat noemt Hoe wordt wordt het hel rad rad er er in in noemt men men de de vork? vork? -— Hoe vastgezet? el' meestal meestal bevestigd bevestigd aan de de vork vork van van het het vastgezet? -— Wat Wat is is er voorwiel? 4) Wat zit er vast aan het grote tandwiel, wat wat aan aan het het kleine? kleine? 5) Welke remmen remmen worden worden er er gebruikt? gebruikt? 6) Wat vast aan aan het het stuur? stuur? Wat zit er vast 7) Wanneer is een een fietser fietser strafbaar strafhaar voor voor de de wet? wct? Van welk fietsgerei 8) Van fietsgerei voorziet voorziet men men zieh zich tegen tegen gebeurlijke geheurlijke ongevallen?
(1) Lees : reesfietsen. reesfletsen.
— — - 89 89dienen de spatborden en de Waartoe dienen spatborden en de spatlap, spatlap, de de jasjas- en en 9) Waartoe rokbeschermers? rokbeschermers? \Vclke tassen tassen hangen hangen er soms soms aan aan de defiets fietsenen-waartoe waartoe 10) Welke ze? dienen ze? men door \Vat verstaat verstaat men door een vrijwiel, vrijwiel, — -- wat wat door door een een 11) \Vat terugtraprem? terugtraprem? Wie heeft heeft er er een eenversnellingsapparaat versnellingsapparaat op zijn zijn fiets? fiets? 12) \Vie Wat is een een tandem, tandem, — - wat wat een eentriporteur, triporteur, — - wat wat een een 13) Wat motorfiets? motorfiets? repareert een fietser fietser een een lekke lekkeband? band? 14) Hoe repareert OEFENING. GELEIDE OEFENING.
124.
». De mannen van « Foetsjie ».
[Frans, [Frans, Willem Willem en en Dirk Dirk hadden hadden een een fiets fietseadeau "adeaugekregen gekregen voor voor drie persenen, een met drie drie blinkende blinkende sturen sturen en en drie driebruinleren bruinleren zadels; zadels; persenen, een fiets nets met op een een avond avond maakten maakten ze ze er een een proefrit proefrit mee mee door door het het dorp, dorp,hetgeen hetgeen heel heel wat Wil' opschudding verwekte.] vrrwekte.] opschudding
Ringeling, ringeling! luidde een een fietsbel fietsbel met met kracht, kracht, of of « Ringeling, ringeling! »» luiclde er een een wekker wekker afliep. afliep. «« Ringeling! Ringeling! »» en enalle allehonden hondensloegen sloegen er woedend het blaffen. blaffen. woedend aan het en mannen, mannen, vrouwen vrouwen en en kinderen kinderen Ringeling, ringeling! ringeling! »» en « Ringeling, holden de huizen uit, uit, gunden gunden zich zich geen geen lijd tijd de de klompen klompen aan aan te te holden de huizen trekken, de weg weg toe toe om om het het wonder wonder aan aan trekken, maar maar renden renden naar naar de te gapen. gapen. «Ringeling, een kleine, kleine, ondeugende ondeugende jongen, jongen, en een « Ringeling, ringeling! ringeling! »» en die in de dewastobbe wastobbe gezaterdagavond ge~terdagavond werd, liep liep zo zo maar, maar,zoals zoals die in hij was, het huis huis uit uit om om te te kijken. kijken. hij was, « Ringeling! »:. De hele barbierswinkel leeg en en de de klanten klanten barbierswinkel liep leeg stonden ingezeepte gezichten op op de de weg. weg. stonden met ingezeepte Ringeling! »» Daar Daar kwam «« Ringeling! kwam het drietal drietal aangefietst, aangefietst, kaarsrecht, kaarsrecht, onheweeglijk vinger aan aan onbeweeglijkvan van bovenlijf. bovenlijf.Voorop VooropFrans Frans met met de de vinger de achter hem hem Willem Willem en en dan danDirk, Dirk,die diezo-vvaar zowaar de de armen annen de bel; achter gezicht! over horst gekruist gekruist hield. 0, Ilet Het was was een een kranig }{ranig gezi chU over de de borst hield. o, door het het dorp dorp hem; heen; de de Zo Zo reden reden ze ze wel wel een een keer keer of of drie drie door laatste een vaartje vaartje van van vijftig vijftig kilometer kilometer in het uur. uur. laatste keer keer met met een in het Foetsjie, Foetsjie, en en ze ze waren voorbij !! door P. Lankester. Lunkester. Uit De Foeisjie-clllb Foetsjie-club » door Uit «« De
Lees geef het het dan dan levendig levendig Lees nog nog eens eens aandachtig aandachtig dit dit stukje, stukje, en geef weer, mogelijk tveer, zo zo persoonlijk mogelijk. 4 S. B. S. T. T. B.
--- 90 90 -. OPSTELLEN.
125.
1. GEKNIPT GEKNIPT! - In onze onze elke week week buurt werden werden er elke fietsen gestolen. gestolen. twee, drie fietsen Dat EeD Dat moest ophouden! Een strenge de strenge klacht werd bij de Men had politie ingediend. Men achterdocht omtrent zekeomtrent zekere gemene gemene kerel. kerel. Enkele Enkele re dagen dagen later later gebeurde gebeurde er er wat! Aan de deur wat! deur van van een een café, café, op op de de hoek hoek van van een een straat, had had men men een fiets straat, fiets geplaatst. Agenten Agenten hielden geplaatst. een eind verder verder de de wacht. wacht. ' Eensklaps verschijnt verschijnt een een Eensklaps kerel vácir vóór het het café, café, jonge kerel zwiert zijn been over over het het zadel zadel en frrt, weg weg is is hij. hij. Maar Maar deze deze zwiert keer slecht af af :: twee tweeagenten agenten rukten rukten de de dief diefvan vanhet het keer liep liep het slecht onderzochten even huis; ze ze haalden haalden er ernog U(~g rijwiel en onderzochten even later later zijn huis, drie gestolen fietsen uit uit te tevoorschijn. voorschijn. drie !
-
2. Er door! door! - Oom had een een oude oude Car k~r Oom had van een een fiets. fiets. Herhaaldelijk Herhaaldelijk had, had, moeder moeder van hem al gewaarschuwd gewaarschuwd : «« Maar Maar koop koop uu toch toch nieuwe, al de de kinderen kinderen zeggen hier, dat dat een nieuwe, de fiets fiets aanhouden! ratelt, net net of die die elk elk de aanhoudent ratelt, vallen."Oom ogenblik dreigt dreigt uiteen uiteen tel tel vallen. Oom lachte dan Ik zal zal lachte danheel heeleven evenen enbeweerde beweerde: «« Ik nog eer versleten versleten zijn dan dan die die sterke sterke kar! kar! »» nog Op een goeie goeie keer keer komt komt broer broer lachend lachend het het Op huis binnengevallen Oom, zit zit er er huis binnengevallenen enroept roept: :«Oom, door, ha, ha! »»Toen Toen we we wilden wilden kijken kijken door, ha, ha, ha, ha! gaan, vuurrood het huis binnen, binnen, gaan, stapte Oom vuurrood met een paar paar wielen handen en heel stel stel buizen buizen : met wielen in in zijn handen en een heel hij zat zat er er door! door! -
126. 126.
INNERLIJKE GEWAARWORDINGEN. GEWAARWORDINGEN.
1. Bang = = licht bevreesd. bevreesd. sterker dan 2. Angstig, Angstig, bevreesd, benauwd : sterker dan bang. bang. bevreesd, beangst, benauwd = bedeesd, beschroomd. beschroomd. 3. Verlegen Verlegen =
-- 91 91 4. Ongerust Ongerust = = bekommerd. 5. Geroerd, bewogen, aangedaan, aangedaan, getroffen getroffen : met met hevige hevige Geroerd, bewogen,
gemoedsbeweging. Ontroerd = heviger gemoedsbeweging. 6. Ontroerd gemoedsbeweging. Geschokt = 7. Geschokt gemoedsbeweging die nadelig nadelig werkt. werkt. = hevige gemoedsbeweging 8. Ontzet schrik verbijsterd. verbijsterd. Ontzet = = door door de schrik droevig,bedroefd. bedroefd. 9. Weemoedig, Weemoedig, treurig, droevig, 10. Neerslachtig, moedeloos. moedeloos. Wanhopig. 11. Wanhopig. gestemd). 12. Ontstemd Ontstemd (= onaangenaam onaangenaam gestemd). 13. Verstoord, gram, gram, boos; boos;toornig toornig = = zeer gram. gram. 14. Kregel kortaangebonden, gramstorig. Kregel -.=--gramstorig. 15. Geraakt = beledigd. Geraakt = Wrevelig = 16. Wrevelig = misnoegd, knorrig. knorrig. 17. Edel Edel = wars van laagheid. laagheid. = wars 18. Schichtig, schuw schuw = = schrikachtig. 19. Trots Trots = = hovaardig.
hierboven staande het hierboven 127. Vul in met met een een gepast gepast woord woord uit het staande lijstje. lijstje.
1. In de de arme arme vissershut vissershut maakte over'het het maaktemen menzich zich zeer zeer -- over lang uitblijven uitblijven van gevoelens lang van vader. vader.2.2. Een Een mens mens met met -- gevoelens vindt niet om vindt niet zijn zijn genoegen genoegenin in wat watlaag laagis. is.3.3.Kinderen Kinderenzijn zijn- - om 's avonds avonds alleen zijn. 4. 4. Ge Ge hebt hebt uw uw vriend vriend bedrogen bedrogen : : alleen thuis thuis te zijn. hij is is erg erg -- op opu.u.S. Eenjong jong paard paard is cen -- dier. dier. 6.6. De De hij 5. Een is een meester was doordedeonbeschoftheid onbeschoftheidwaarmee waarmee de de meester was blijkbaar blijkbaar -- door jongen antwoordde. 7. 7. Een kind is is - - als als het het moet moet in in het het jongen antwoordde. Een kind openbaar zien van vanvaders vadersp,ortret portret stemde stemde openbaar verschijnen. verschijnen. 8. 8. Het zien moeder -. Diedroeve droeve gebeurtenis gebeurtenis heeft moeder -. 9.9.Die heeft zijn zijn gezondheid gezondheid--.. gemaakt. gemaakt.11. 11.De Defamilie familiewas wastot tot schreiens schreienstoe toe--.. 11 Spijts Spijts al al zijn - pogingen 12. po~ngcnkon kondedeonvoorzichtige onvoorzichtigezwemzwemmer de kust kust niet nietmeer mecrb,ereiken. bereiken. 13. 13. Over Over die dienaamloze naamloze mer de brief was was de de directeur directeur zeer zeer -. - .14.14.Zijn Zijn onbescheidene,her-, herbrief onbescheidene, haalde vragen 15. Toen Toen haalde vragen maakten maaktende de zachtzinnigste zachtzinnigstemens mens--.. 15. haar zieke zieke kind zo zo ineens ineens verbleekte, verbleekte, keek keek de de arme arme moeder moeder haar de dokter -- aan. aan.16. 16.Door Doordedewelsprekendheid welsprekendheid van van de derederedede dokter naar waren omstanders diep 17.Toen Toendededronkaard dronkaard naar waren al al de de omstanders diep --..17. met zijn mes op hen hen toesprong, toesprong, deinsden terug. met deinsden de de vrouwen vrouwen- - terug. 18. hoge, - p,aleizen paleizen schijnen schijnen de de hemel hemel te tetarten. tarten. 19. 19. Rij Rij 18. Die Die hoge, maar niet tegen zijn kar : dat Fritske is een ventje! maar niet tegen zijn kar : dat Fritske is een - ventje!
— - 92 92 -SPREEKOEFENING. SPREEKOEFENING.
Hoe is is de de fiets fiets ontstaan? ontstaan? Hoe Zo Zo vertrouwd vertrouwd zijn. zijn we we geraakt geraakt met met onze onze fijn-afgewerkte fijn-afgewerkte fieffietsen, sen, dat dat we we geneigd geneigd zijn zijn te te dendenken, ken, dat dat die die altijd zo zo bestaan bestaan hebben. hebben. Heus, Heus, zo zo is is het het niet niet gegaan. gegaan. Voor Voor een een goeie goeie honhonderd vijftig vijftig jaar jaar kende kende men men nog nog niet niet eens eens de de fiets. fiets. LangzamerLangzamerhand hand is die die geworden geworden wat wat die die • nu is. is. — - Het allereerste allereerste begin was was de zogenaamde zogenaamde «« célérifère », », een. een uitvinding van van de de FransFransman de de Sivrac, in 1790. Je kan kan voorstellen, dat het een erg primitief primitief dingetje dingetje was was : dat het je voorstellen, leeuwtje of een een ander dier dier op op wieltjes, wieltjes, waarop men ging ging een leeuwtje bracht door zich met de voeten op zitten en dat men in beweging bracht op de grond grond vooruit te te stoten. p a ar ard dop stoten.Het Het was was zo zo wat wat een een pa de kleuters nu nog als wie I e 11. Iets dergelijks gebruikcn de kleuters nu nog als gebruiken Iets dergelijks wiele n. 128. 128.
speelgoed. -— De Duitser Karel Karel von von Drais wat Draïs bracht het in 1818 al heel wat zette hij een stuur en verder : vooraan aan de loopmachine zette hij een stuur en verder : vooraan aan de nam achteraau plaatste hij een speciaal zadel. De rijder nam plaats zadel. achteraan hij vaart genoeg, op het zadel en begon hard hij vaart genoeg, had hij op het hard te lopen; had dan trok hij zijn voeten op en liet zich gaan. Naar zijn uitvinder Draisine >>. werd ». werd het geperfectionneerd vehikel toen genoemd «« Draisine vond de Parijzenaar -— Op 19e eeuw, in 1885, vond Op het het einde van de 19" voorwiel bevestigde aan het voorwica Michaux wat het ers op : aan bevestigde beters er weer wat Miciraux er meer hoefde met niet zodat de de rijder zich hij een peclalen, zodat een paar pedalen, van de de voeten weg de grond. grond. 'Het Het nieuwe model weg te stoten van heette nu «« vélocipède »_ vélocipède ». op de ene verbetering -— En verbetering op de andere andere :: vlug de ene En nu volgde vlug werd het onhandelbare in jaren werd onhandelhare monster monster tientallen jaren een paar tientallen in een trappers aan zijn trappers achterwiel, zijn met klein achterwiel, voor- en en zijn klein zijn groot voormet zijn tot het ijzeren banden tot raderen en ijzeren het zijn houten raderen en zijn voorwiel en het voorwiel veto van heden. heden. In In Zuid-Nederland heet het :: vela elegante Zuid-Nederland heet rijwiel van elegante rijwiel Jongelui spreken spreken rijwiel. Jongelui of rijwiel. of fiets of in Noord-Nederland: Noord-Nederland : fiets zoals in of zoals graag van van praten graag en renners praten wel karretje en of karretje kar of hun kar wel eens eens van hun van de de fiets. fiets. geschiedenis van hun daarheh heb je je nu nu de geschiedenis Kijk daar machine. Kijk hun machine.
93 .— -— 93 Aantal fietsen in in ons Aantal ons land land :: in 1930 909.757 in 1930 ........................... 11.909.757; in 1932 in 1.954.555; 1932 ........................... 1.954.555; m 2.130.965;; in 1934 1934 ........................... 2.130.965 in 1936 1936 ........................... 2.454.052. in 2.454.052. nu, met de Houd nu, de gegevens die vindt, een eenspreekbeurtje spreel.:beurtje die je hier vindt, over de fiets. fiets.
De Auto De Auto 129.
ZAKEN EN WOORDEN. WOORDEN.
De luxe-auto. luxe-auto. De taxi taxi (vr.) (vr.) = = huurauto huurauto met afstandsmeter. afstandsmeter. De autobus autobus of 1,,:s L:'A = auto-omnibus. auto-omnibus. tDe autocar : fraaie, 0-ro e reizio-ersautomobiel. De autoear : fraaie, grote rciûgersautomobiel. De vrachtauto. vrachtauto. De ne bestelauto hestelauto : waarmee waamlee men de de waren waren aan huis brengt. brengt. De tractor. tractor. De ambulance ambulance of of ziekenwagen. ziekenwagen. De rupsauto rupsanto :: auto auto op op rupsbanden. rupsbanden. Autoën Autoën :: met met de dc auto auto rijden. rijden.
Stoppen. Stoppen. Slippen. Slippen. Parkeren Parkeren :: de de auto auto opstellen. opstellen. Stationeren Stationeren :: een een standplaats standplaats geven. geven. Peeli Pech hebben. hebben.
-- 94 94 — -
De auto. auto. De -- Kijk Kijk even, wat wat een een fijne auto auto tegen tegen de detrottoirband. trottoirband. motor loopt loopt nog. nog. Het is is een een zes- of of een een acht-cilinder, acht.cilinder, ge ge De motor ziet het aan aan de de lange lange motorkap. motorkap. ziet - Jongen, een een duur duur stuk! stuk! Is dat dat een een Chevrolet? Chevrolet? Kijk Kijk eens eeus naar de afwerking afwerking vain van de wagen. De spatborden, spatborden, de de kopde wagen. lampen, lampen, de treeplank, treeplank, de de klapzetels, klapzetels, alles alles af tot in de de kleinste kleinste onderdelen. En En ballonbanden zeker? zeker? Ik geloof, geloof, dat dat het het het het onderdelen. is. allernieuwste model is. — zie, dat dat de de voorruit voorruit gemaakt gemaakt is is van van triplextriplex- of of veiligveilig. - Ik zie, heidsglas heidsglas :: geen geen scherven scherven bij bij een ongeluk. Een elektrische elektrische ruitenwisser ruitenwisser ook ook al! al! En En kijk eens eens naar naar het het instrumenteninstrumenteneen massa instrumenten instrumenten :: een snelheidsmeter, snelheidsmeter, een een bord, wat een ampère- en een een benzinemeter benzinemeter en zo zo meer. meer. Vooraan Vooraan zit zit een een stevige bumper of of schokbreker schokbreker:: bij bij een botsing zal zal de schok schok stevige heel wat wat gebroken gebroken zijn. al heel - Heerlijk Heerlijk moet moet het toch toch zijn zijn achter het het stuurwiel stuurwiel van van — auto te zitten. zitten. Eens Eens rijden? rijden? Eerst Eerst het hetcontrole-lampje controle-Iampje zo'n auto aan! Draai Draai dan dan met met het het veiligheidssleuteltje veiligheidssleuteltje het contactslot contactslot aan! druk met de ene ene voet voet het hetgaspedaal gaspedaal neer, met met de de met de open, druk, en de andere de starter starter (1) (I) en de motor motor slaat slaat aan. aan. Druk Dntk nu nu het het andere punt en schakel koppelpedaal, trekt de hefboom uit het dode punt in eerste eerste versnelling over; zoef, daar daar rijdt uw auto auto weg. weg. straks rijdt rijdt ge zowaar -— Gauw zowaar nog met met Gauw ophoepelen, maat, straks de weg! de auto weg!
130.
inlichtingsberichtje uit uit de (Kort inlichtingsberichtje de krant.) krant.)
Een jonge gravin auto.ongev&l te H. gedood. gravin bij een auto-ongeval Een jonge De vader, broeder broeder en neef zwaar zwaar gewond. gewond. De vader, grondT.-m het grond. Tim gevolge gevolge van van de de gladheid gladheid van van de de weg, weg, is is op op het gebied van auto die die in in de de richting richting Leuven Leuven reed, reed, geslipt geslipt van H. H. een auto en een boom boom gereden. gereden. Een Een portier werd snelheid op op een en in volle snelheid afgerukt. Een vicr inzittenden, inzittenden, de nog jonge jonge gravin gravin D. d. d. B., B., Een van van de de vier de nog en was vrijwel op slag uit de auto geslingerd en was vrijwcl op slag dood. werd werd uit auto le Regiment De bestuurder, B. d. B., B., commandant commandant bij het Ie B. d. zoontje A. en het negenjarig Gidsen, alsook zijn tienjarig zoontje A. en het negenjarig alsook zijn tienjarig neefje G. werden met met zware zware wonden wonden opgenomen. opgenomen. Hun Hun G. R. H., H., werden toestand niet zorgwekkend. zorgwekkend. toestand is echter niet (1) (1) Met Met lange lange a.
95 --— 95-De bestuurder was met De bestuurder was met zijn zijn familieleden familieleden op op de deterugreis terugeifl van de begrafenisplechtigheden van zijn zijn moeder en reed van begrafenisplechtigheden van reed in in de de richting van Tervuren. Tervuren. Maak nu eens een een kort hort berichtje ge het het nu zelf eens berichtje klaar, klaar, waarin ge relaas geeft van van een of ander ander ongeval. ongeval. SPREEKOEFENING.
131.
De geschiedenis van auto. van de auto.
De eerste automobielen moeten er er ongeveer ongeveer uitgezien uitgezien hebben hebben als combinatie van zeer kleine kleine locomotief locomotief en en van van een een als een combinatie van een een zeer deftige herenkoets op vier deftige herenkoets op vier raderen, raderen, zonder zonder bok bok en enzonder zonder zijwanden. Het eerste dergelijk dergelijk voertuig voertuig (1770) (1770) dat datop opnaam naamvan vanCugnot Cugnot staat, km. per per uur uur en en kon kon een een staat, haalde haalde een een snelheid snelheid van van 44 km. kwartier lang rijden. kwartier rijden. Aanvankelijk een Aanvankelijk genoot genoot de nieuwe uitvinding helemaal niet een ~nstig het gebruik gebruik werd werd al al spoedig IlIpoedig door door allerlei allerlei gunstig onthaal onthaal :: het verordeningenaan aan banden bandengelegd. gelegd.Stel Stel je je voor verordeningen voor :: in insommige sommige landen moesten landen moesten die die « » voorafgegaan voorafgegaan 4(< wagens-zonder-paarden >> worden met een een rode rode vlag, vlag, — - een eenwaarschuwing waarschuwing worden door door een man met voor voetganger en vee. vee. voor voetganger Eerst (1867), toen toende degewone gewonerijtuigrijtuigEerst een een honderd honderd jaar jaar later later (1867), vervangen waren door door massieve massieve gummibanden, gummibanden, werd werd het het wielen vervangen publiek wat wat gunstiger gunstiger gestemd gestemd tegenover tegenover de de automobiel. automobiel. publiek Het vervangen vervangen van van de de stoomenergie stoomenergie door door een eenbruikbare bruikbare Het explosiemotor, in 1885, verzoende verzoende zeer veel veel mensen mensen m,et met de de explosiemotor, in 1885, nieuwe uitvinding. uitvinding. Het het begin hegin van van de de nieuwe Het was was echter echter eerst eerst in het 20e 20 e eeuw, eeuw, toen men de de luchtbanden luchtbanden van van Dunlop Dunlop en enMichelin Michelin dat de de auto's auto's de goedkeuring goedkeuring van het het volk volkwegwegging gebruiken, dat droegen en dat dat de de ene ene verbetering verbetering volgde volgde op op de deandere. andere. droegen de wereldoorlog wereldoorlog in in 1914 1914 bleef bleefevenwel evenwelde deautomobiel automobiel Tot de vrijwel een een vervoermiddel vervoermiddel voor na de de vrijwel voorrijke rijke lui. lui. Tijdens Tijdens en en na oorlog reden duizenden en duizenden duizenden met de auto auto en en van van oorlog reden er er duizenden met de dan af was was dit dit het hetvervoermiddel vervoermiddel bij bijuitnemendheid. uitnemendheid.Vooral Vooral dan de grote grote Amerikaanse Amerikaanse fabrieken fabrieken van vanFord Fordzorgden. zorgden voor voorruime ruime verbreiding. Weldra auto's, ontelbaar ontelbaar vcel, veel, over over alal verbreiding. Weldra reden reden er auto's, wegen :: luxe-auto's luxe-auto's van van rijken rijken glijden glijden haast haast geluidloos geluidloos onze wegen over onze onze banen, banen, zware zware vrachtwagens vrachtwagens van industriëlen industriëlen dendenover deren met met geraas geraas de dorpen door; door; de de lichte lichte race-car race-car van de de deren de dorpen sportman flitst als de de wind wind voorbij, voorbij, de de tractor tractor en de de rupsrupssportman flitst als auto ratelen ratelen in een een matig matig vaartje vaartje langs langs onze onze huizen; huizen; fraaie fraaie auto
— -— 96 96bussen, rijden toeristen en autocar's en gemakkelijke bussen en passagiers passagiers door het ganse door over, ganse land, ambulmlce-wagens brengen zieken over, arnbulance wagens brengen rouw- of lijkauto's lijkauto's voeren rouw· de straten straten van onze voeren doden weg; door de steden is het de de dag dag door dooreen eenrusteloos rusteloos gejaag gejaag van van bestel· is het bestelwagens en en van vlugge, IfJagens vlugge, kleine kleine taxi's. Zo is het bij ons, ons, zo zo is is het het ook ook in inandere andere landen. landen.Men J\Ien schatte llchatte in 1938 het aantal aantal auto's auto's op op de dewereld wereldop op40.000.000. 40.000.011!). in 1938 -
Staten telden telden er 29.705.220 of 11 per per 44 inwoners; De Verenigd.e Verenigde Staten 29.705.220 of inwoners; Groot-Britannië telde» 2.418.728ofof1 1per per19 19 » telde » 2.418.728 >> » 2.192.471 of 1 per 19 >> Frankrijk » » Duitsland » » 1.709.237 of 1 per 44 » >> »>> België » 223.770 of 1 per 37 37 »>> Nederland >> » >> » 143.836 of 1 per 59 »>> N.B. N.B. — - België telde telde er er in in 1953... 1953 ... 1.000.000 1.000.000 of of 11 per 8 inwoners. inwoners. Bereid met met deze deze gegevens gegevens eert een spreekbeurtje spreekbeurt je voor de voor over de auto. GELEIDE OEFENING. OEFENING.
132.
De tocht van de de Ie in Amsterdam. Amsterdam. De le auto in
De tocht tocht van van die die eerste eerste De anto was was een een zegetocht. zegetocht. auto Voorafgegaan en gevolgd Voorafgegaan en gevolgd door politic, politie, met met een een inindoor specteur van naast specteur van politie naast de chauffeur chauffeur opop« de de de hok », tufte de de wagen wagen langlangbok de voornaamste voornaamste zaam door de straten. Vol verbazing verbazing gaapten gaapten Vol gede Amsterdammers het gevaarte aan, allerlei opopvaarte aan, en allerlei merkingen vlogen door door de de alerkingen lucht. « Kijk '8, 's, riep riep een een straatjongen, straatjongen, wat wat 'n ding. ding. Die Die loopt loopt van van z'n eigen! eigen! >>» t« 't Is nietes, nietes, riep riep zijn zijnmakker, makker, ze zehebben hebben"m 'mopgewonden, opgewonden, net als als de de wekker wekker van van m'n m'n moeder. moeder. Nou Nou loopt loopt ie ie af! af! ,. net « Ze werken werken met de de treeplank treeplank>>, », zei die aan aan zei een kleermaker, die naaimachine dacht. dacht. zijn naaimachine <<« Och Och wat, riep riep een een vierde, vierde, 't 't gaat met stoom! stoom! Kijk Kijk maar, maar, rook vliegt vliegt er eruit! uit!>>» de rook
— — - 97 97« Hij wordt opgebracht! opgebracht! >> » schreeuwde een. een grappenmaker, grappenmaker, wijzende wijzende op de de vele vele agenten, agenten, die diehet hetvoertuig voertuigvergezelden. vergezelden. « 0, wat een stank, stank, » zei een een nuffig nuffig dametje, dametje, terwiji terwijl ze ze o, Foei, wat haar zakdoekje aan haar wipneusje bracht; bracht; en een een oud oud haar zijden zakdoekje vrouwtje, dat vreemd toned toneelhad hadgadegeslagen, gadegeslagen,vervcr· vrouwtje, dat even even het vreemd hoofdschuddend haar haar weg, weg, terwijl ze mompelde mompelde :: volgde hoofdschuddend « Mens, mens, heen met met de dewereld! wereld! » mens, waar waar mot mot het het toch heen « Mens, J. J. Moerman. Moerman. nog eens eens aandachtig aandachtig dit stukje en geef geef daarna uw daarna op mu Lees nog dit stukje de inhoud inhoud weer. manier de weer.
133. 133. 1.
2.
auto in de Ecn auto de avond. avond. Eeu.
Stil, eindeloos Stil, eindeLoos stil stil is de de donkerte donkerte van van deze deze late lateavond. avond. Enkel een heel Enkel heel zacht zacht windeke windeke streelt streelt soms soms het hetdonker donkerlover. lover. Een frisse frisse zomerkoelte zomerkoelte hangt hangt mild mildtussen. tussen de dezwarte zwartebomen. bomen. Een Het is een een van van die die nachten, nachten,dat datmen menuren urenzou zoukunnen. kunnendromen dromen in grootse g.rootse eenzaamheid. eenzaamheid. Maar hoor! Heel Heel ver Maar hoor! ver op op de de grintweg grintweg zoemt zoemt vaag vaag een een zacht zacht geneurie, nauwelijks hoorbaar. hoorbaar. Een Een flauwe, flauwe, bewegende bewegende schijn schijn geneurie, nauwelijks komt op de de weg weg drijven. drijven. Uit Uit de deverre verrenacht nachtnaderen naderentwee twee komt dansende vuurkogels, als lichtkegels lichtkegels verwijdend, vcrwi jtlend, vooruitvoomitdansende vuurkogels, die die als glijden. Het zacht-hoge zacht-hoge zingen zingen gaat gaat langzaam langzaam over over in in een eenaanaanglijden. houdend gezoem. gczoem. De schaduwen tekenen scherper af af en en houdend De schaduwen tekenen zich zich scherper heldere bewegen weifelend. Een auto auto nadert. nadert. Plotseling valt een heldere schijn over het het nachtelijk nachtelijklandschap. landschap. De Deschaduwen schaduwendraaien. draaien schijn over rapper en rapper, als als vluchten ze ze voor voor het hetnaderend naderend gebrom. gebrom. rapper en rapper, Een late auto met sierlijke stroomlijn schiet voorbij. voorbij. Hij Hij zwenkt zwenkt even vertragend in bocht. Nu is is die dienog nogenkel enkeleen eenzwarte zwarte even vertragend in de de bocht. gedaante, die onduidelijke lichtschijn lichtschijn v66r vóórzich zichuitdrijft. uitdrijft. gedaante, die een onduidelijke Een ver gezoem gezoem dat dat ergens ergens achter achter de de cfonkere donkere bomen bomen opopEen ver stijgt, treft nog nog het het oor oor van van een eenlate latewandelaar, wandelaar, die die even even stijgt, treft opkeek in de opkeek de bocht. bocht. Daarachter valt nacht weer dicht, dicht, eenzaam, eenzaam, groots groots en stil. stil. Daarachter valt de nacht Klaroen»» 1936. Jameh. q« De Klaroen 134. 134.
STUDIE VAN VAN HET HET LEESSTUKJE. LEESSTUKJE.
a) De bouw. bouw. a) De Het stukje is is ingedeeld ingedeeld in in drie driealinea's. alinea's. Het stukje In do dè }e de inleiding vormt, vormt, krijgen de In le alinea, alinea, die die de krijgen we we de van de deavond, avond,van, van de denatuur.• natuur. beschrijving van
— -— 98 982e alinea, alinea, het In de In de 2" het hoofdgedeelte, hoofdgedeelte, wordt weergegeven het het wordt weergegeven aankomen verdwijnen in de de late late avond avond van vande deauto. auto. aankomen en en het het verdwijnen In dit dit stukje stukje zijn zijn de debijzonderheden bijzonderheden ordelijk ordelijk gerangsehikt gerangschikt De 3° geeft ons 3" alinea, alinea, het het s/ot, slo,t, geeft om een blik blik op op de denatuur. natuur. en het opstelletje opstelletje vormt vormt een cen mooi mooi geheel.
b) Bijgondere h) Bijzondere hoedanigheden hoedanigheden :: Het stukje stukje munt munt uit uit door door scherpe scherpe opmerking~gave door opmerkingsgave en door woord,keus. fijne woordkeus. Ga elke alinea alinea na, na,wat watde deschrijver schrijverallemaal al1emaalheeft heeftwaarwaarGa in elke genomen. 135. Gebruik de 135. de volgende volgendeuitdrukkingen ui.tdrukkingeninin goed gebouwde goed gebouwde zinnetjes. zinnetjes.
Een aanhoudend aanhoudend gezoem. gezoem. De late late avond. avond. Het naderend naderend gebrom. gebrom. Het donkere donkere lover. lover. Met sierlijke stroomlijn. stroomlijn. Met De frisse frisse zomerkoelte. zomerkoelte. Een zwarte zwarte gedaante. gedaante. Een flauwe schijn. schijn. Twee Een scherpe scherpe bocht. bocht. Twee dansende dansende vuurkogels. vuurkogels. Een Een onduidelijke lichtschijn. lichtschijn. Een onduidelijke zacht-hoge zingen. zingen. Het zacht-hoge
136. het best bestpassende passendesynoniem synoniemvoor voor « 4: lilaflr klaar ». 136. Gebruik het 1. Een klare hemel. Klaar water. water. 2. Klaar kristal. 3. Klaar als kristal. stem. 4. Een klare stem. S. drukt zich zich klaar klaar uit. uit. 5. Hij Hij drukt 6. Dat klare onzin. onzin. Dat is klare 7. Is eten klaar? klaar! Is het eten 8. Een Een klaar klaar bewijs, bewijs, dat... dat ... is klaar klaar vet. vet. 9. Het Het is 10. het werk werk klaar? klaar? 10. Is het 11. was klaar klaar wakker. wakker. 11. Ik was 12. Opstaan, allang klaar. Opstaan, het is al lang klaar. 13. dat hij zich zich vergist! nrgist! 13. Klaar dat I14.Klare •. ~lare taal spreken. .preken.
137.
Doorschijnend. Duidelijk, verstaanbaar. veretallnbaar. Helderlicht. Puur, louter. Puur, louter. Sprekend, overtuigend. Sprekend, overtuigend. Onbewolkt. Af. M. Hel, klankrijk. klankrijk. Helder. Gaar. Zuiver, onvermengd. onvermengd. Zuiver, Ondubbelzinnig. Volkomen, geheel en a al. Volkomen, geheel en L Blijkbaar.
Opstfjllen. Opstallen.
1. 4:« Au CLAIR » -lustige hogeschoolhogeschoolCLAIR DE DELA LALUNE!... LUNE!... >> -- Drie budge stude.ten eoo avond avond een een ritje. ritje.Lustig Lustig studenten maakten maaktenper per auto auto op op een
-— --99 99zongen ze ze ::<<« Il Il fait fait boem! Doem!>>» Eensklaps Eensklaps plofte plofte een een steen steen tegen tegen zongen het koetswerk. koetswerk. De De bestuurder bestuurder had had een eeu schoelje schoelje met met een een kei kei het zien gooien. gooien. Ogenblikkelijk Ogenblikkelijk werd werd er er gestopt. gestopt. De De heren heren liepen liepen zien naar de vlegel vlegel toe, toe, sleepten sleepten hem hem naar naar de de auto auto en en reden reden met met naar hem 20 20 ld.lometer kilometer ver. ver. Toen Toen zetten zetten ze ze hein hem er er weer weer uit uit en en hem wensten hem hem een een prettige prettige avondwandeling avondwandeling :: De De 20 20 kilometer kilometer wensten mocht hij te te voet voetafleggen! afleggen! mocht
2. HALLO, HALLO, 2. \'OORUIT MET MET VOORUIT
_
Een tommy Een was met met zijn was jeep blijven jeep blijven staan vóór wick een garage. Het zoontje zoontje Het van de de gara. gara· van met gehouder met nog een driesnaken tal wagen een ritje met de de verlokkelijke verlokkelijke jeep. jeep. Ze Ze rijden rijden een een kraam wagen Gevolgen!... omver en komen terecht terecht in een een vitrine. vitrine. Gevolgen! ... en komen om,ver DE JEEP! JEEP! DE
—
De Trein Trein
WOORDEN. ZAKEN ZAKEN EN EN WOORDEN.
De trein. De trein. 138. 138. pa tegen tegen mij mij en zei pa Dit jaar hebt hebt ge ge flink flink gestudeerd, gestudeerd, zei Dit jaar
<
— 1 00 -— -100 mijn zus, zus, ge ge moogt mijn moogt allebei uw uw vakantie vakantie gaan gaan doorbrengen doorbrengen bij bij tante te Leuven. tante Leuven. *,. Dat was was nu nu eens Dat eens een een verrassing verrassing : we we sprongen sprongen bijna bijna de de stoelen omver, omver, zo zo blij waren stoelen waren we. we. Algauw Algauw raadpleegden raadpleegden we we het het spoorboekje en en zochten spoorboekje zochten op, een geschikte geschikte trein trein op, wanneer wanneer we we een zouden te vertrekvertrek· zouden hebben hebben om te ken Kortrijk. Ma Ma pakte pakte ons ons ken uit Kortrijk. linnengoed en onze kleren in linnengoed en onze kleren en 's anderen vroeg, anderen daags, daags, al al heel vroeg, trokken naar het station. station. trokken we we naar Pa ging aan aan het het loket loket drie drie Pa ging kaartjes vragen; hij bestelde kaartjes vragen; bestelde «drie derden, Leuven Leuven» « drie derden, >> :: en voor voor mij mij «« een een voor voor zus zus en enkele reis »» en envoor voorzichzelf zichzelf enkele reis een retourkaartje of of retourretour· een retourkaartje biljet. Mijn onmisbare onmisbare fiets fiets biljet. Mijn ging bureau aangeven aangeven ging hij in het bureau en kwam toen toen met met een een ontont· en kwam in de de hand hand terug. terug. vangstbewijs in Ik wou de de Wachtzaal Wachtzaal Ie Ie Ik. wou, klasse binnen, binnen, maar weerhield me. We reizen reizen derde derde maar hij hij weerhield me. -— «« We klasse, jongen me en en hij hijging gingzelf zelfvoorop voorop naar naar de de klasse, jongen ,., *, zei zei hij me vleugeldeur een grote, vleugeldeur waarop waarop een grote, zwarte zwarte II 11 stond. stond. In de de wachtzaal wachtzaal kocht zich aan aan het het buffet buffet een eenbosje bosje In kocht hij hij zich sigaren en toen toen gingen we naar de kaartjesknipper toe sigaren en gingen we naar de toe die die in in deur stond, stond, lieten lieten hem hemonze onze kaartjes kaartjes knippen knippen en enmochten mochten de deur door. Onder de overkapping zagen zagen we we vijf vijf of ofzes zesspoorlijnen spoorlijnen Onder de hoge hoge overkapping liggen, alle van van elkander elkander gescheiden gescheiden door door stenen stenen stoepen, stoepen, de de liggen, Boven elke elke spoorlijn spoorlijn hing hing een eengroot grootbord bordmet metaanaanperrons. Boven duidingen :: 1° 1· spoor spoor : :Kortrijk-Gent, Kortrijk.Gent; 2° 2" spoor spoor : :KortrijkKortrijk. duidingen Brugge; 3· spoor : :Kortrijk-Rijsel, Kortrijk-Rijsel, enz. enz. 1«Daar Daar nr n' 4,4, vierde vierde Brugge; 3' spoor spoor, Kortrijk-Brussel, Kortrijk.Brussel, dat dat isishet hetonze! onze!>>» Daar stond nog maar maar een acht of ofnegen negen Daar een deel van onze onze trein trein :: acht wagons wagons met met vooraan vooraan de de bagagebagage- of of goederenwagen. goederenwagen. De De machinist machinist en en de de stoker stokerwaren waren met met de de locomotief locomotiefweggereden weggereden: : ze zouden voor voor de de afreis afreis de de tender tender (kolenwagen) (kolenwagen) weer weel' voorvoor· ze zouden zien zien van van water water en en kolen. kolen. Pa bracht bracht mijn mijn fiets fietsnaar naardede bagagewagen; de de (trein)(trein). Pa bagagewagen;
— 10 1 -101—
conducteurs conducteurs waren waren gelukkig gelukkig al al op op hun hun post post : :zezetrokken trokkenhet het vehikel vehikel naar naar binnen binnen en en zetten zetten het hetveilig veiligbij bijhet hetoverige overigereisreis-
c
oed . goed. Nu Nu liepen licpen we we even evenlangs langs de dewagons wagons om omeen cengoede goedekeus keustete doen. doen. Onder Onder de de tweede tweede klassen klassen vond vond ik ik weinig weinigofofgeen geenververschil :: ze zehadden hadden alle, alle, zeven zeven of of acht acht coupes coupé'sofofcompartimencompartimenschil ten ten en en aan aan elke elkecoupé coupé was was rechts rechts en en links links een een portier portiermet met raampje. raampje_ De Deeerste-klassewagons, eerste-klassewagons, ja, ja, die dieverschilden verschilden van van
3
9,4
de tweede klassen klassen :: de dezitplaatsen zitplaatsenwaren waren met metgemakkelijke gemakkelijke de tweede kussens vóór de de raampjes raampjes hingen hingen er er fraaie fraaie gorgorkussens belegd belegd en en v66r dijntjes. deed pa pa een een keus. keus. Met Met zijn zijn wandelstok wandelstok wees wees dijntjes. En En toch toch deed die niet! niet! » hij portieren af af waarop waarop c< « niet stond; c4: die hij de portieren niet roken» roken » stond; zei « we we moeten moeten een en die die had had zei hij, hij, « een rook-coupé rook-coupéhebben hebben,. en hij gauw gevonden. gevonden. hij gauw We coupé, legden het We stapten staptenin in een een lege lege coupé, legden onze onze valiezen valiezen in in het net boven onze hoofden hoofden en en zus net boven onze zus en ik ik zochten zochten dadelijk dadelijk een een hockplaatsjeop op bij bij het het raampje; hoekplaatsje raampje; we we zaten er er alleszins alleszins veilig :: even even boven bovenonze onzehoofden hoofdenhing hingde de noodrem, noodrem, het het noodsein. keken eens eens naar naar huiten. buiten. Op en keken We Op neer en het raampje raampje neer lieten het We lieten het het volgende volgendespoor spoorstond stondeen eenluxetrein luxetrein met met lange lange luxewagens uit! rijk uit! er daar daar alles alles rijk of zag er wat zag of salonrijtuigen salonrijtuigen :: wat Opeell8 locomotief was Opeensvoelden voeldenwe weeen eenschok schok :: de de locomotief was met met de tender tendertegen tegenonze onze wagons wagonskomen komenaanrijden; aanrijden;het het zou zou niet niet lang
— -— 102 102-meer duren, duren, eer eer we we vertrokken. vertrokken. De De portieren portieren werden werden dicht dicht meer geslagen, geslagen, de de lichters in de de haken haken gelegd; gelegd; we wehoorden hoorden een een scherp gefluit en en gleden gleden bijna bijnaonmerkbaar onmerkbaar vooruit. vooruit. We We zagen zagen scherp nevens onze laders sjouwen sjouwen met de de bagage bagage en en ze ze op op nevens onze trein trein de laders voeren. Behoedzaam hun wagentjes wagentjes naar naar de de goederenloods voeren. Behoedzaam hun reden we tussen tussen de de andere andere treinen. treinen. Links Links en en rechts rechts zagen zagen we we reden nu stofferige, stofferige, zwarte zwarte goederentreinen goederentreinenmanoeuvreren, manreuvreren, — - onze onze nog een een heertje heertje bij hij die diezwarte zwarte duivels. duivels. personentrein leek ons nog nog altijd altijd behoedzaarn behoedzaam vooruit vooruit : hij hij moest moest Onze trein trein reed nog nog op een ander ander spoor spoor komen. komen. Daar Daar zagen zagen we we het het seinhuisje :: wisselwachter verzette en onmiddellijk onmiddellijkversnelde versnelde de wisselwachter verzette de wissel en op sommige de gang. Wat Wat lag de de spoorbaan op sommige plaatsen plaatsen hoog! hoog! de gang. Sommige onder de de spoorbaan spoorbaan door, door, onder onder een een Sommige straten straten liepen liepen onder steviggebouwde landbrug, landbrug, een viaduct. viaduct. stevig gebouwde Non. maareen een tien tien minuten hadden we en de stoomNog maar we crereden gereden en stoomfluit van de locomotief locomotief ging ging aan aan 't 't gillen; gillen; we we hoorden hoorden de de van de remmen remmen schuren schuren op op de de raderen, raderen, de de trein trein zou zou stoppcn stoppen :: we reiden dus met de de boemel en aan aan elk elk station station zouden zouden we we wat wat reiden dus oponthoud hebben. oponthoud hebben. We zagen zoveel zoveel en praatten praatten zo zo druk, druk, dat dat we we enigszins We zagen verrast opkeken, opkeken, toen toen pa pa ons ons opeens opeens door door het het raampje raampje wees wees naar de de torens torens en en gebouwen gebouwen van van Brussel. Brussel. Vooraleer Vooraleer we we het het naar station binnenreden, vertraagdede de trein trein en en bleef station binnenreden, vertraagde bleef zelfs zelfs een een paar ogenblikken door het het raampje zagen een arm arm zagen we een paar ogenblikken staan; staan; door op de seinpaal seinpaal omhoog omhoog gaan gaan en en onmiddellijk onmiddellijk reden reden we wevooruit. vooruit. De trein reed reed niet niet verder verder dan dan Brussel Brussel :: we wemoesten moesten overovcrDe trein stappen. De trein trein naar naar Leuven Leuven stond stond een een paar paar sporen sporen verder verder en en De nu troffen troffen we het :: we we zouden zouden met met de de sneltrein sneltrein of of S-trcin S-trein nu we het (expres) (1) (1)naar naarLeuven Leuven rijden. rijden. Bijna ongemerkt schoof weg en pas pas buiten buiten het het station, station, Bijna ongemerkt schoof hij hij weg begon versnellen :: de debomen bomenen enhuizen huizendraaiden draaiden weg weg begon hij hij te versnellen als in een een cinema-vertoning, cinema-vertoning; we zagen met met moeite moeite de de baanals we zagen wachters die die aan aan hun hun wachthuisje wachthuisjeofofaan aandede overweg vóór wachters overweg veiCor het hek bek of of de de slagboom slagboomstonden. stonden. Het Het was was alsof alsof we we een een luchtlucht. het reis maakten en we keken keken niet niet weinig weinigverbaasd verbaasd op, op', toen toen pa pa reis maakten en we opeens zei « Leuven,jongens! jongens! »» opeens zei :: Leuven,
=
(1) Expres die crote steden verbindt verbindt : de expres expres BrusselBrusselsneltrein die (1) Expres = sneltrein Luik.
-103 — 103 — trein stopte, I!ltopte, we we stapten uit en gingen gingen mijn mijn fiets fiets halen; halen; De trein moesten nu door door de tunnel, tunnel, door door een een paar paar gangen, gangen, om het het we moesten station te te bereiken. bereiken. station wandelen naast naast het het le Ie spoor : ze had zich zich Daar zagen we tante wandelen een perronkaartje perronkaartje gekocht, gekocht, om om ons ons hier hier tetekunnen kunnenafhalen. afhalen. een Of we bij bij haar haar dus dus welkom welkom zouden zouden zijn! zijn! Of
Antwoord op de de volgende volgende vragen. vragen. 139. Antwoord
1) Welke Welke zijn zijn de devoornaamste voornaamste delen delen van van een trein? Welke verschillende verschillende treinen treinen kent kent ge? ge? 2) Welke Hoe ziet ziet er er een een wagon wagon uit? uit? 3) Hoe Wat vindt ge ge in in het hetspoorboekje? spoorboekje? 4) Wat Waar en hoe hoe vraagt vraagt men men de de kaartjes? kaartjes? 5) Waar 6) Waar gaat men heen, als men een kaartje kaartje gekregen gekregen heeft? heeft? Wat verstaat ventaat men door een een buffet? buffet? men door 7) Wat 8) Waar Waar en door door wie wie worden worden doorgaans doorgaans de de kaartjes kaartjes gegeknipt? Wat verstaat verstaat men men door door perrons, perrons, — - wat watdoor doorperronperron9) Wat kaartjes? 10) men gewoonlijk gewoonlijk de de verschillende verschillendespoorlijnen? spoorlijnen? 10) Hoe vindt men 11) Wie Wie behoren behoren tot tot het hettreinpersoneel? treinpersoneel? 12) Wat doet iemand iemand die met bagage bagage die hij hij niet nietmag mag Wat doet die reist met bij zich nemen nemen in in de de coupé? coupé? bij zich 13) Waar worden worden de de geloste geloste goederen goederen heengebracht? heengebracht ? 13) Waar wordt er gedaan gedaan onmiddellijk onmiddellijk voordat voordat de de trein trein 14) Wat wordt 14) Wat vertrekt? 15) Hoe komt de trein op een een ander ander spoor? epoor? 16) Wat Wat is een een seinhuisje, seinhuisje, — - wat wat een een seinpaal? seinpaal? 17) Hoe en door door wie wiewordt wordtdedeoverweg overwegbewaakt? bewaakt? Hoe en 18) Wat viaduct, — - wat wat een een tunnel? tunnel? Wat is een viaduct,
— — - 104 104SPREEKOEFENING. STREEKOEFENING.
De geschiedenis geschiedenis van van de de trein. trein.
140. 140.
Omstreeks Omstreeks 1830 1830 werden in verschilverGehil. w-erden lende lende lamlen landen van van Europa Europa de de eerste ecr5te spoorlijnen spoorlijnen aangeaal1l~e· legd. legd. De De eerste eer~te spoortrein spoortrein van van voor voor honderd honderd jaar jaar zag zag er er niet niet uit uit als als die die N-an nu. De van lIU. De locoloco· (.07 motief was was de helft helft kleiner en en de de wawagons gons waren waren lang niet zo net net en en ook ook niet nietzo zogerieflijk gerieflijkingericht. ingericht.Alleen Alleende deeersteeerste· klasse waren aan klasse wagens wagens waren aan alle zijden zijden dicht dicht en enaan aanweerskanten weerskanten voorzicn van raampjes. raampjes. De tweede klassen hadden hadden alleen alleen maar maar voorzien een kap kap en cn waren waren aan aan de dezijkanten zijkantenopen. open.De Dederde-klasse derde-klasse een wagens zagen ongeveer uit uit als als onze onzeopen opengoederenwagens. goederenwagens. wagens zagen er ongeveer paraphi's open Als regende, zaten mensen er in met met de de paraplu's open Als het regende, zaten de de mensen boven hun hun hoofd. hoofd. boven -— Van verwarming was de eerste eerste tijd tijd geen geensprake. sprake. Van verwarming was er er in in de Eerst jaar na na de de opening opening van van de de lijn lijn konden konden de de eersteeersteEerst vijf vijf jaar zich 's winters koperen fles fles met met warm warm klasse-passagiers winters een een koperen klasse-passagiers zich water treinen ging ging het het heel heel water aanschaffen. aanschaffen. Bij Bij het vertrek van de treinen plechtig - zo zo gebeurde gebeurde het het althans althans in inNederland. Nederland. Een Een plechtig toe, toe, — kwartier tijd van van afrijden afrijden begon begon dedestationsstationskwartiervoor voor de de tijd klok te luiden, klok luiden, wel wel vijf vijf minuten minuten lang. lang. Twee Twee minuten minuten v66r vóór het het vertrek opnieuw, maar sneller. Dan Dan vertrek klonk klonk het het luiden luiden opnieuw, maar nu nu veel sneller. werd etation gesloten, de reizigers reizigers zochten zochten hun hun plaatsen plaatsen op op werd het het station en als ieder ieder zat, zat, blies blies de de conducteur conducteur op zijn zijn trompet trompet :: en als '
tier galco -- m tn 0o -- . tiel .co - co ga.l- voott "ooit! -
Met dc locomotief locomotief antwoord antwoord op dit bevel bcvel Met een een schrille schrille fluit fluit gaf de op dit en nam een een aanvang. aanvang. Daar tijd de de telegraaf telegraaf en de rit nam Daar men men in in die tijd
-105 — 105 — tot zijn dienst dienst had, gaf gaf de de zorg voor de de veiligheid veiligheid aan nog niet tot Directie heel wat wat hoofdbreken. hoofdbreken. Maar Maar — - men men deed deed wat wat de Directie men kon. kon. spoorweg waren er een een heel heel aantal wachters opop' Langs de spoorweg zó, dat iedere wachter wachter zijn beide buren zien kon. kon. OverOver· gesteld, zó, seinen met dag gaven gaven deze deze wachters wachters elkaar elkaar seincn met rode rode en en witte witte dag vlaggen; 's avonds avonds seinde lantaarns, zo nodig nodig met met seinde men men met lantaarns, vlaggen, fflambouwen. I amb ouwen.
Gedeeltelijk Gedeeltelijk uit «« Van V au ntartnen marmen in vreê vreê
>",
door J. J. Moerman. gegevens zult zultge geeert een spreekbeurt spreekbeurtvoorbereiden voorbereidenover over Met deze gegevens trein. de trein.
VERZORGD LEZEN. LEZEN. EXPRESSIEF EN VERZORGD
141.
II Met Met ontzag. ontzar· I Verbaasd. Stijgend. Vlug. II Stijgend. Vlug.
II Met Met ontzag. II Met huivering. II Beslist. Vlug. Vlug.
De stoomwagen. ráderen öp zijn drie paar råderen Daar stáat stdat hij, óp Log-rustend, méester körnt. kómt. II Log-nistend, I tót zijn méester Hoor! 't is II of in zijn zijn köopren kóopren fideren áderen II Het römmelen rómmelen yin ván een vfiurberg vuurberg grómt. grómt. Rood.gloéiend réeds zijn zijn 6gen, ógen, I Rood-gloéiend flónkren flönkren réeds zij de onpéilbre báan, Als péilden zij onpéilbre bian, Waaróp hij, I bliksmendv6ortgevlögen, vóortgevlógen, II hi j, bliksmend gam. I dömplen gáan. Straks zieh niim mag dómplen zich in 't ruim vénken; II Zweet uit de de muil, mtlil, en vónken; Zweet lékt hem hem 'lit immer zwiarder En, II bij het immer zwáarder rönken, rónken, II Dreunt sóms een siddring doór schónken, claw zijn schönken, >> kom Lin! Als brómde hij áan! » klitar, kom Als brómde hij :: «« 'k Ben kláar, J. van Beers.
op de - Voor het eexpressie x p l' e s s i e ff lezen I e zen: letten letten op de aanduidingen de rand rand en en op op de de rusttekens. duiding-en in in de de korte-— Voor dIe Goed de korte. 0o en le zen z en :: Goed v erzz 0orI' ggd Voor het ver uitspreken in : de lange oo-klank uitbrengen. uitbrengen. De «« zz »» als s uitspreken lange oo-klank zicb >>. «« op zijn », », ct« tot zijn ju », «« straks zich ». zijn zijn», «« reeds zi
— 106 — -106 GELEIDE OEFENING.
142.
De I' van Gent Gent naar naar Mechelen. Mechelen. l' trein van
28 en september september 1837 1837 reed reed De 28en de Ie van Gent Gent naar naar le trein trein van Mechelen. Om uur 's morgens stonOm tien uur den den de de overheidspersonen overheidspersonen te te Gent dè' erewagens erewagens Gent klaar, klaar, om om in de de reis mee mee te te maken maken naar naar de de de reis aartsbisschoppelijke stad. De aartsbisschoppelijke stad. De trein vertrok uit Gent Gent met met een een trein vertrok uur vertraging vertraging en om één één uur uur uur en om Mechelen aan. aan. kwam die eerst te Mechelen De weinige weini~e locomotieven locomotieven die toen reeds reeds in ons land reden, reden, hadden hadden voor voor die die plechtigheid plechtigheideen een naam gekregen, en om de de gebeurtenis gebeurtenis meer luister bij bij te tezetten, zetten, reden mee naar naar Mechelen. Mechelen. reden ze mee Schrik « Karel », Schrik niet niet Toor voor hun hun namen. namen. Reden Reden mee mee q Karel de Vijfde », cRubens Godfried van van Bouillon Bouillon », », 4:« Justus Lipsius », ", Justus Lipsius Rubens ", », gc Godfried e Stephenson en meer meer andere. andere. 4 Stephenson :)» en De Koning en de de Koningin Koningin kwamen kwamen in in de denamiddag namiddag naar naar De Koning Gent om inhuldigingsfeesten bij te te wonen. wonen. Op Op het hetstadhuis stadhuis Gent om de inhuldigingsfeesten was bij het het avondbanket avondbanket ook ook aanwezig, aanwezig, de de Engelse Engelseingenieur ingenieur was Stephenson, uitvinder van de de locomotief. locomotief. Stephenson, de de uitvinder
Jespers, q« Van maand maandtot totmaand maand Naar H. Jespers, >>.».
Lees aandachtig aandachtig dit stukje stukje en engeef geefdan dandedeinhoud inhoud weer Lees weer opop manier. manier.
KW Isw
STUDIE VAN EEN EEN LEESSTUK. STUDIE VAN 143. Lees in 143. in uw uw« ~, op opbladzi bladzij 198,het hetstukje stukje <
>.». 1° De schikking ::
Het is ingedeeld ingedeeld in in vier vier alinea's. alinea's. Het stukje is de 1* I' alinea alinea krijgen krijgen we wede debeschrijving beschrijving*van 'van het hetstation; station: In de in de de 22ee de indruk die die het het station station op opdedetoekijkende toekijkende in de indruk m.aakte; jongen maakte; in de de 3* 3· alinea alinea wordt wordt de delocpinotief locf'motiefbeschreven: besc:hr8Tftl:
-- 107 107 -de 4e 4" de jongen jongen die die onderzoekend onderzoekend locomotief, locomotief,machinist machinisten elJ in de gadeslaat. stoker gadeslaat. een soort soort slot slot ::het hetlaatste laatstezinnetje, zinnetje, dat dat zeer zeer in inhet het al~ Als een gemeen zegt, wat de de jongen jongen denkt. denkt. gemeen 2° Ga eens eens na na de de rijke rijke keus keus van de de woorden. woorden. Teken Teken aan aan de de 2° naamwoorden die voorkomen voorkomen met met een een goed goedgekozen gekozen zelfstandige naamwoorden adjectief;; ga werk :: onderzock onderzoek elke elkealinea. aline
TegenstellingelI. Tegenstellingen.
144. Geef de woorden. de tegenstellingen tegenstellingenvan vandedeschuingedrukte schuingedrukte woorden. 1. 1. Geleerd. 2. Doods. 3. Grof. 4. Slijkerig, modderig. modderig. 5. Zacht. Braakliggend. 8. Schriftelijk. Schriftelijk. 9. Licht. 10. 10. VerkwisVerkwis6. Los. 7. Braakliggend. Ziele 15. Zuur. 16. NedeNedetend. 11. Kaal. 12. Licht. 13. Krom. 14. Zia. 19. Bedaard. 20. Dor. rig. 17. Vadsig. 18. Vals. 19. van een een .,. ... ei. Ik hou meer meer van een een hard hard dan dan van ei. Het Het fijne fijne en niet ... laken laken isishet hetduurst. duurst. Bouw Bouw op op een een vaste vaste niet niet op een ... ... het ... spaarzaam, niet ... ... ;; wees wees werkzaam, werkzaam, niet .... .... Liever Liever grond. Wees spaarzaam, een ... drank. drinken we een een zoete zoete dan dan een drank. Die lijn is is niet niet recht, recht, drinken .... Mijn Mijn meester meester was was nooit nooit driftig, driftig, hij bleef altijd altijd .... Die Die ze is .... kleur me wat wat te te donker, donker, ik verkies verkies een ... ...kleurtje. kleurtje.Zelden Zelden kleur is me we oprechte maar al al te te dikwijls. dikwijls. Een Een vrienden, .,. ... maar oprechte vrienden, ontmoeten we een ... voor zware taak voor een een gezonde, gezonde, een voor een een ... ...mens. mens. Ge Ge zware taak voor onwetende kunt zaak mondeling ... behandelen. behandelen. Een Een onu:etende of ... mondeling of kunt een zaak daarentegenzijn zijn de de echte echte ... is niet zelden zelden een een hovaardige; .,. hovaardige; daarentegen is niet vruchtbare streken, doorgaans Op reis zagen nu eens eens vruchtbare zagen we we nu doorgaans .... .... Op dan hier groenende groenende heuvels en flink bebouwde dan weer weer ... ... vlakten; hier nette dorpen landouwen, landen; nu nu nette landouwen,daar daar...... hellingen hellingen en en ... landen; en bloeiende vlekken en en ... ...woestenijen. woestenijen. steden, dan dan ... vlekken bloeiende steden,
JJ7 oordvorming. Woordvorming. de hier 145. Voeg bij de volgende u'oorden een van de hier aanaanvolgende woorden Voeg bij gegeven voorvoegsels of woorden, die er de betekenis van vergegeven of woorden, die er de betekenis sterken. sterken.
(1). 6. Lood. 1. Bloed of vuur. 5. Over (1). 3. Sui!
gebruikt. O"er dan eens ~ebrulkt. meer dan worden m~er en Dood Dood worden Over en
— 108 108 -— Machtig Machtig Zwaar Zwaar Arm Arm Hoog Hoog Gro en Groen Koud Koud Geleerd Geleerd Rijk Rijk Recht
Sterk Sterk Waard Waard Blauw Blauw Rijp Rijp Helder Helder Vast Vast Dom Dom Donker Jong
Droog Droog Geel Geel Zoet Zoet Grauw Grauw Duur Duur Wit Wit Zuinig Zuinig Glad Glad Blank
Vol Vol Rood Rood Licht Licht Schoon Schoon Zwart Zwart Oud Net Bedaard Bedaard Dood.
Het juiste woord. Het juiste woord. Vul in 146. Vul met een in met een van van de de woorden woorden uit de devoorgaande voorgaande oefening.
Wat een duizelingwekkende afgrond de rotsen rotsen schieten schieten er er een duizelingwekkende afgrond :: de -— naar naar beneden! heneden ! Wat Wat vermogen vermogen heldendaden heldendaden tegen tegen een — vijand! Oom studeerde aanhoudend aanhoudend in die die lijvige, lijvige, zware zware boekhoek· vijand! Oom delen : zeker delen: zeker moest moest hij een een — - man manzijn! zijnlEen Eenlekkermondje lekkermondje houdt - drankje. drankje. Nee Nee hoor! hoor! zo'n zo'n — - logies logies betaal hetaa,l houdt van van een een — ik van z'n leven niet meer. meer. De haan is —, - , glij glij maar maar niet niet uit! uit! De baan De haas maakte maakte zich gloeicnd kwaad kwaad : zijn zijn wezen wezen werd werd —. -. De baas zich gloeiend De Amerikanen Amerikanen houwen huizen, die die ze zewolkenkrabbe0 wolkenkrahhqs De bouwen -— huizen, noemen. De deugniet deugniet kreeg kreeg onverwacht onverwacht een een duchtige duchtige afstrafafstraf· noemen. het kwam kwam op op hem hemneer neerals alseen een— - stortbad. storthad.Hun Hunhuisje huisje fing :: het brandde af :: nu hrandde af, nu waren waren ze ze— - mensen! mensen I Een vreselijk vreselijk onweer de lucht lucht zag zag —. - . De DeononEen onweerstak stakop op :: de gelukkige stortte viel — - op opdedestenen. stenen. gelukkige storttevan vande de toren toren :: hij viel Vóór een een tafel tafel met met — - laken, laken, smaakt smaakt het het eten eten me mencig nóg zo zo Weft lekker. Had die kerel niet niet een een — - gestel, gestel, hij hij was wasdie dieziekte ziekteniet niet lekker. hoven gekomen. gekomen. De korenvelden korenvelden staan staan -— :: we we mogen mogen beginhegin. te boven nen te te pikken. pikken. Het Het volk volk kwam kwam zeer zeer goed goed op op : :dederedenaar redenaar nen mocht spreken spreken voor voor een een — - zaal. zaal. Dat Datmoedertje moedertjewas wasuiterst uiterst mocht inhaar haar huisje huisje was was alles alles —. - . Komt Komt ge ge uit uitde deschoorschoor· zindelijk :: in jongen? Uw Uwhanden handenzijn zijn—. - .De De— - grijsaard grijsaardhad had— - haren. haren. steen, jongen? Dit leerrijk leerrijk boek hoek is is zijn zijn prijs prijs—. - .In Indedeprocessie processiedroegen droegende de maagdekes of bruidjes hruidjes een een sneeuwwit sneeuwwit kleed kleed met meteen een— - gordelgordel. maagdekes de de — - last lastkraakten kraakten de dewagens. wagens. 147. 147.
OPSTELLEN. OPSTELLEN.
1.1. EN... EN ...HIJ HIJWAS WASGAAN GAANFLUITEN! FLUITEN! - We We waren waren gaan gaan kamperen. kamperen. Maar akelig akelig weer dat dat we we hadden hadden : :het hetregende regendeaanhoudend. aanhoudend. Maar -
— 109 — -109 -
De mannen liepen met gezichten en ze met lange gezichten ze zongen zonder van ramp ramp stak stak er er in de geestdrift. Tot overmaat overmaat van de namiddag namiddag een een stormwind op : we we waadden waadden in het water water en en ons ons tentzeil tentzeil in het werd aan flarden flarden gereten. gereten. We raapten raapten onze onze spullen spullen bijeen bijeen en en werd zakten af naar het station. station. De De laatste laatste trein trein was was v6.6r vóór een kwarkwartiertje vertrokken : hij was was gaan gaan fluiten! fluiten! 2. Ze kon nakijken!... kon hem hem nakijken! ... — - Pachteres Tserclaes had van van haar oudste zoon de verheugende verheugende tijding tijding ontvangen ontvangen : « zondag moet je meter komen zijn van mijn eerste! »» Alle voorbereidselen. len waren getroffen. De geschenken waren waren gekocht en de de pachteres trok even even v.66r vóór de namiddag, namiddag, op haar haar paasbest, naar naar het station. Ze hoort een station. een gefluit. Hemel! Ze holt holtde dewachtkamer wachtkamer Hemel! Ze door : Tut! Hij was was weg door: weg:: ze kon hem hem nakijken! nakijken! ze kon
148.
INKLEDING.
De bijzonderheden voor voor uw uw opstel hebt heht ge ge bijeengebracht bijeengebracht en ze en ze ordelijk gerangschikt; nu nu moet ge nog meest pasmoet ge nog de meest sende woorden en en zinswendingen zinswendingen kiezen, kiezen, om zo goed mogelijk geest staat staat : dat is de de uitdrukkirxg, uitdrukking, weer te geven wat u voor de geest of inkleding. Enkele praktische praktisehe stijlregeltjes :
1" Schrijf natuurlijk, natuurlijk, — - zo ongeveer gelijk ge 1° Schrijf zo ongeveer spreekt, -— en vermijd ongewone stijve boekenboekenongewone en stijve taal. 2° Vraag af, of ge ge het het juiste juiste woord gehmikt dat 2" Vraag uu af, woord gebruikt en vermijd duidelijk weergeeft weergeeft wat wat ge ge bedoelt, en vermijd de de vage, algemene algemene uitdrukkingen. 3° Zorg voor voor afwisseling ajwisseling in de de woordenkeus en 3° Zorg de zinsbouw; gebruik daarom daarom synoniemen synoniemen en laat laat niet elke zin zin beginnen beginnen met met het hetonderwerp. onderwerp.
Vergelijk twee volgende stukjes met elkander elkander:: duid Yergelijk de twee volgencle stukjes duid aan welke de de ongewone ongewone of of stijve stijve vormen vormen zijn zijn en door door welke welke welke woorden zeze worden worden vervangen. - Duid Duid ook van van het het gewone woorden vervangen. ene stukje de de algemene, algemene,van van het hetandere anderedede juiste juiste en de ene stukje bepaalde bepaaldewoorden woorden aan.
.— 110 — 149.
toch waardeloos. waardeloos. Kostbaar en en toch
Een Arabier verloor zijn verloor zijn Eeu Arabier verdwaalde verdwaalde in in Een weg in de dewoestijn. woestijn.Ettelijke Ettelijke de weg in woestijn. Verschillende Verschillende dade woestijn. dagen doolde hij hij rond rond zonder zonder gen doolde hij rond rond zonder zonder doolde hij eten of dri nken te Ten eten of drinken vinden. Ten eten of drinken drinken te vinden. vinden. Ten Ten laatste zag zag hij hij toch aan laatste aan de de ge- laatste ontwaarde (ontdekte) ontwaarde (ontdekte) zichtseinder een oase, oase, omgeven omgeven hij in de verte verte een oase, omin de Hij spoedde spoedde er er geven door door bomen. Hij bomen. Hij Hij trok door bomen. zich heen, zo zo snel snel als als zijn zijn er op zich heen, vlug als als zijn zijn moede moede op af, zo vlug ledematen het het hem hem (afgematte) benen het uitgeputte ledematen uitgeputte het nog nog toetoezou hij aan aan lieten. toelieten. Eindelijk zou Eindelijk zou zou hij hij aan aan lieten. Eindelijk het water water der der bron bron zijn zijn dorst dorst het het het water water van van de de bron bron zijn zijn kunnen lessen en zijn zijn honger honger dorst en kunnen lessen en aan de de vruchten vruchten van van en aan de vruchten vruchten der der de bomen zijn stillen met met de honger kunnen kunnen zijn honger bomen. Maar groot was was stillen! Maar Maar hoe hoe groot Maar hoe was hij hij teleurzijn teleurstelling, be- gesteld, toen teleurstelling, toen toen hij behij bemerkte, bemerkte, dat dat toen hij dat de bron bron droog droog was was de bron droog merkte dat en de de bomen bomen droog en en de bomen bomen verdord. verdord. Maar Maar verdord en de verdord waren. Maar Maar ei, op enenei, op enkele enkele schreden schreden van van hem hem kele stappen van hem af af zag zag hij hij zag een lederen lederen zak zak liggen. liggen. een leren zak. zak. Hij Hij sleepte sleepte er er een leren zag hij een er zich zich heen heen en en zich naartoe, naartoe, betastte betastte hem hem en en Hij sleepte er Hij sleepte streek met de de handen er langs- voelde honderden honderden kleine kleine voor- «« Dadels of noten! noten! »~ heen en voelde honderden werpen. — kleine voorwerpen. «« Dadels riep riep hij blij. blij. Hij Hij opende opende de de zak zak jubelde hij. Hij en noten! »~ jubelde hij. Hij voor zijn zijn voeten voeten rolde rolde een een of noten! en voor zeldzame paopen en en voor voor zijn grote .hoeveelheid deed de de zak zak open deed hoeveelheid zeldzame een grote grote hoehoe- rels. rels.Zózeer hij teleurgevoeten rolde er er een was hij 16zeer was parels. Zo Zo hevig hevig was was steld, dat veelheid parels. dat hij hij bezwijmde bezwijmde en en zijn teleurstelling, dat dat hij hij naast naast even zijn even later stierf stierf van van honger honger en en de zak zak ineenzonk en en even even dorst. de later stierf later stierf van van honger honger en en de stervende waren de Voor dorst. Voor de waren de stervende waren de de Voor parels van van geen geen waarde! waarde I Voor de de stervende parels parels van geen geen waarde! waarde! parels
Vergelijk de twee tweevolgende volgendestukjes stukjes met elkander : wijs wZJs in m Vergelijk de met elkander het eerste de te te vage en algemene, algemene, in het het tweede tweedede de juiste en era eerste de de bepaalde woordenattn. aan. (le bepaalde woorden :
— -— 111 111-
150.
dapper zeeman. zeeman. Een Een dapper
Een Een schip schip was was door door een een grote storm op op de grote storm de kust kust van van Engeland geraakt. geraakt.Die Die op op lid Engeland het schip voeren, voeren, hoorden hoorden vol vol schip schrik het vaartuig schrik vaartuig kraken kraken en en scheuren. de grote grote scheuren. Wegens Wegens de woeling scheen icheen de de redding redding woeling trachtte onmogelijk. Tevergeefs trachtte de reddingsboot reddingsboot degenen degenen die, di~ op op bieden .. het schip waren, waren, hulp hulp te bieden. De De bodem bodem die die vol vol rotsen rotsenv.-as was stootte het vaartuig stoolte vaartuig lek. lek. Toen Toen ondernam een liloeke kloeke zeeman zeeman ondernam een een gevaarlijk gevaarlijk werk. Hij Hij lei lei een een touw met touw met het het ene ene eind eind vast vast aan een aan een paal paal op op de de kust. kust. Het Het andere eind draaide draaide hij zich zich om om het lijf. lijf. Daarna Daarna ging hij hij moedig moedig in de de bruisende bruisende zee. zee. Na Na een een biibijna onmenselijke strijd met na onmenselijke strijd met de onstuimige golven golven kwam kwam hij hij de bij het het ongelukkige ongelukkige schip. schip. Een Een bij touw hing neer. neer. Langs Langs dat dat touw touw kroop hij op het het dek. dek. Met Met bebekroop hij op hulp van hulp van het eerste eerste touw touw werd werd een kabel aangebracht aangebracht van van de dl! een kabel kust naar het Nu was er er kust naar het schip. Nu een goede verbinding verbinding tussen tussen een goede het schip schip en en het het land. land. Na Na een een het uur waren waren alle alleschipbreukeschipbreukeuur lingen veilig veilig en en wel wel op lingen op de de oever. De De naam naam van van deze deze held held oever. Bob Covert. Covert. was Bob
Een schip was was door door een een Een schip hevige storm op de kust kust van van hevige storm op de De opvarenopvarenEngeland gestrand. De den hoorden vol angst den hoorden vol angst het het vaartuig kraken kraken en en scheuren. scheuren. vaartuig Wegens de geweldige geweldige branding branding Wegens scheen de scheen de redding redding onmogelijk. onmogeli.il•. Tevergeefs beproefde beproefde de de redredTevergeefs dingsboot de de schepelingen schepelingen te te dingsboot helpen. De rotsige rotsige bodem bodem stootstootte het het vaartuig vaartuig lek. lek. Toen Toen waagwaa~ de een kloeke zeeman een een stout stout 'ltuk. bond een een touw touw aan aan stuk. Hij Hij bond op de de kust. kust. Het Het andere andere een paal op eind wond hij hij zich zich om om het het lijf. lijf. eind wond Daarna stapte hij hij manmoedig manmoedig Daarna stapte in de bruisende bruisende zee. zee. Na Na een een in de bijna bovenmenselijke bovenmenselijke worworbijna steling met met de de woedende woedende golgolsteling ven bereikte bereikte hij hij het het ongelukongelukven Een touw touw hing hing neer. neer. ldge kige schip. Een Langs dat dat touw klom hij op op het het Langs dek. Met Met behulp het eerste eerste dek. behulp van het er een een kabel kabel gespangespantouw werd er de kust kust naar naar het schip. schip. nen van de nen Nu was er er een een stevige stevigeverbinverbinNu ding tussen tussen het schip en en het het ding het schip land. Na een een uur uurbevonden bevonden land. Na alle schipbreukelingen zich zich alle schipbreukelingen en wel wel op op de de oever. oever. De De veilig veilig en naam van deze held held was was Bob Bob naam van cieze Covert. Jos. Reynders. Rellnders.
151. Vltl in met met het het juiste juÏ3te woord. woord. Vul in 1. Schallen. Schallen. 2. Knarsen. Bulderen. 4. 4. Luiden. Luiden. 5.5. Knallen. Knallen. Knarsen. 3. 3. Bulderen. 6. Kleppen. 6. Kleppen. 7. 7. Bruisen. Bruisen. 8. Ruisen. Huisen. 9. 9. Snorren. Snorren. 10, 11}. Klotsen. Klotsen. 11. Ritselen. 12. 12. Murmelend, MurmeleJ!.d, kabbelend. kabbelend. 13. Kletteren. Kletteren. 14. 14. SchetSchet11. Ritselen. teren. 15. 15. Knetteren. Knetteren. 16. Hl. Huilen, Huilen, loeien, loeien, bulderen, bulcleren, gieren. gieren. teren. 17. Rommelen. 17. Rommelen.
- 112 112— — was onstuimig onstuimig : we we hoorden hoorden de de golven golven — - en en —. - . De De De zee was deur op haar verroeste hengselg. Het Het onweer onweer steekt steekt op op :: de deur -— op verroe~te hengsel;;. de donder -— in de verte. verte. Alleen nog maar maar het - van van de de donder in de Aileen nog het -— of — hlaren haas al al opschrikken. opschrikken. Het was was er cr gevaarlijk gevaarlijk ::we we blaren doet de haas hoorden er aanhoudend de onze oren. oren. In In de de hoorden er aanhoudend de kogels kogels -— om om onze lente lente zingen zingen de de vogels vogels boven boven de de — - beekjes. heekjes. 's Winters het Winters -— het vuurtje in in de vuurtje de grote grote haard. haard. Wat Wat een een vreselijk vreselijk weer weer :: de de hagel de de ruiten, de wind -, -, — - , in - de in de schoorhagel- —tegen tegen ruiten, de win.d schoorsteen. soldaten oven-ompelden overrompelden een wchoorden hoordenplotplot. steen. De soldaten een post :: we seling in de seling de nacht nacht geweerschoten geweerschoten —. - . Een Een nieuwe nieuwe slag slag werd werd geleverd :: de kanonnen met ongewonehevigheid. hevigheid.De Detroepeu troepen geleverd kanonnen —-met ongewone trokken de trompetten trompetten —, - ,— - door door trokken zegcvierend zegevierend de stad hinnen binnen :: de de straten. straten. We land de de zware zware klokken klokken —, - ,de de de We hoorden over het land kleine kleine klokjes klokjes —. -.
-lloe worden in inhet hetvolgende volgende stuk stukje te algemene algemene tvoorden woorden je de te — Hoe worden zeggen>>» en « vragen vragen »»vertneden? vermeden? « zeggen
152.
Kibbelen.
het begin hegin van van juni, juni, dat datHein Heinme mevier viermeikevers meikevers Het was in het liet zien. « dat zijn zijn er! er! Vanmiddag Vanmiddag ga gaikikook ook schudden>>,», schudden • Jongen, dat juichte ik. juichte « Waar? Waar? »» informeerde informeerde Hein. « 'k Zal later wel wel eens eens vertellen, vertellen, »» ontweek ontweek ik. Zal het uu later « Wilt ge er er een een kopen? kopen? »» bood zijn waar waar aan. aan. bood hij zijn « Wilt >> « Wat vraagt vraagt ge? ge? » c Wat « gummetje voor voor deze dezem-ulder. mulder. ,. • Uw gummetje « Da's geen gecn mulder, mulder, protesteerde protesteerde ik, lang lang niet nietwit witgenoeg! genoeg!>>» c Des « Hij wordt wordt vanzelf vanzelf witter, witter, jokte johte Hein. c Hij « waar, »» wist ik. c« Nee, Nee, ik ik wil wil niet niet kopen; kopen; 'k ga wist ik. • Niks van waar, zelf zoeken. zoeken. ze zelf « Moet gij weten, weten, smaalde smaalde Hein, Hein, het zal uu niet niet meevallen. meevallen. »~ c Moet
153. Welke is is de de juiste juiste betekenis van van de decursieve cursievewoorden? woorden? - Ze zijn zijn alle synoniemen synoniemen van van « « zeggen ». — « heh zo'n zo'ndorst, dorst,>>» zeurde zeurde het kniezerige kniezerige kind. kind. -— « Jij t Jii lk heb • Ik gast.- —« De voert hier altijd het hoogste hoogste woord, woord, y,. hoonde een een gast. De kommiezen zijn nabij, »» waarschuwde de verkenner. verkenner. -— De De waarschutede de kommiezen zijn nabij, twisters nog handgemeen handgemeenworden worden: c: Je « Je kunt kiezen, twisters zullen nog kunt kiezen, 4511Of
— 113 — -113 je mond daarover daarover dichthouden, àf of opschieten! » snauwde num» snauwde mer één. één. «Zwijgen, mer Zwijgen,toch toch niet niet voor voor jou! jou! »» sarde sarde nummer twee. twee. - « Dat behekste ganzenspel ganzenspel :: ik ik zit ook altijd altijd in de de put! put! »l> pruilde pruilde het het ongeduldig ongeduldig haasje. was lichtjes lichtjes aanaanbaasje. -— «« Je was geschoten? »» polste geschoten? polste de onderzoeksrechter. Zo nuchter nuchter als onderzoeksrechter. «« Zo jij! verklaarde de beschuldigde. - « Als jij!>>» verklaarde Als zulke zulke kin.deren kinderen als jij daar daar maar maar binnen mogen! »~> plaagde plaagde Vader. -- « « Nou moet jij hier hierblijven blijven>>, », stelde stelde de slimmerd slimmerd voor. voor. - « q Stommerd! schold schold de boze chauffeur, chauffeur, loop toch niet onder onder de de loop nu toch wielen! » - q«Ssst! Ssst! maande - «« Het >> maande de verkenner, onraad! onraad!» — gaat vanzelf vanzelf », JO, lachte bij hij met zijn snaakse snaaksejongeyistmoet. jonge'{\~!\noet. « Nou, Nou, dan dan zal zal ik maar maar gaan! gaan!>>» besloot besloot de de belhamel belhamel van van de de bende. — - « De Amerikanen Amerikanen zijn allemaal allemaal opscheppers » smaalsmaalde Piet. — - « Wie zal u redden redden uit mijn mijn handen? handen? "» grinzal u nikte nikte de harteloze harteloze dwingeland. --
-
154. Tracht door door een eenandere andere woordschikking cursieve woordschikking het cursieve beter uit uit tetedoen doenkomen, komen,ofof verbeter zinsbouw. verbeter de zinsbouw.
kan. Wie al niet sparen sparen kan. Ge zult zult wel wel een een windhond windhond kennen; Ge maar ge kent kent zeker zeker mijn windhond maar ge niet. ge weet weet nog nog minder minder wat er ~r niet. En ge mee ff.ebellrd is. is. mee gebeurd Ik gaf gaf laatst onze Zefier een een bord bord onze Zefier met kluifjes. met kluifjes. Hij was was als erg mee mee in 2..ijn zijn schik. als altijd, daar erg schik. Hij kwispelstaartte I.wispelstaartte en zag zag me me vriendelijk vriendelijk aan. aan. Dat Dat moest moest betekenen betekenen « wel! »» Hij Hij begon hegon toen te smullen. smullen. a dank u wel! Hij eindelijk genoeg genoeg te waren nog cC!! paar Hij scheen eindelijk te hebben. hebben. Er waren nog een hord :mist jlli.~t wegnemen, toen ik ik beentjes overgebleven. overgebleven. Ik Ik wou wou het bet bord wegnemen, toen eigenaardigs zag. kluifjes en liep er er mee mee de de iets eigenaardigs zag. Zefier Zefier nam nam de de kluifjes tuin in. in. Hij Hij krande krabde daar daar vlug voorpoten een een kuiltje kuiltje in de de vlug met met de de voorpoten grond. De De kluifjes in gelegd, gelegd, de de aarde aarde ererover overgekrabd, gekrabd, kluifjes werden werden er in alles was klaar. klaar. De De beentjes beentjes waren waren begraven begravenen en behalve Zefier Zefier en alles ik, kon kon niemand ze ze weervinden. Dat Dat kuiltje kuiltje was was de de etenskast etenskast en ik, van onze windhond! Ik riep verbaasd verbaasd uit « Wie al al niet niet onze windhond! Ik riep uit :: « sparen kan! »~ sparen kan! Was niet om om te te sparen? sparen? \Vas het het dan niet Ik zal zal uu meer vertellen. vertellen. Ik was in in de de tuin tuin twee dagen dagen later. later. Ik ik speelde Zefier. Dat poosje geduurd; hij hi.i liep liep opeens speelde met met Zefier. Dat had een poosje het hoekje hoekje waar hij hij zijn zijnkluifjes kluifjes had hadbegraven. begraven. Hij Hij ging ging naar het
— — - 114 114vlug aan aan het het krabben krabben -- één, één, twee, twee, drie, drie, ze ze waren waren daar daar weer vlug boven en één, twee, twee, drie, drie, onze onze spaarzame spaarzame hond hond zat zat daar daar weer lekker te te smullen. smullen. lekker
Vergelijk de de volgende volgende twee twee stukjes stukjes:: wijs in i'n het heteerste eerste 155. Vergelijk ongewone woorden woorden aan en en vervang vervang ze door door meer meergewone; gewone; de ongewone wijs ook ook de te vage vage uitdrukkingen aan aan en en het het herhalen herhalen van. van wijs dezelfde woorden. woorden. clezelfde
Er op op uit. uit. Er aan het het station station aanToen we aan hadden we juist juist nog nog kwamen, hadden tijd; juist juist tijd tijd gevijf minuten tijd; om even even een een kaartje kaartje te te noeg om spoornemen. Moeder vroeg een spooren een een perperkaartje voor mij en voor zichzelf. zichzelf. Op Op ronkaartje voor Ihet perron vonden we tante 'het perron vonden we tante Lucine met met Louis. Louis. Een Een chic chic jongetje, hoor! hoor! Een Een fijn fijn kosjongetje, tuumpje aan met witte witte kraag, kraag, aan met schoenen, een een prachtig prachtig gele schoenen, gele hoedje op, en in in zijn zijn hand hand een hoedje op, wereldreiziger... Ge Ge zoudt zoudt gewereldreiziger... dacht hebben, zo'n aap met aap met een wandelstokje wandelstokje!! Jammer niet een een Jammer dat dat hij hij ook niet paar glimmende glimmende leren handpaar schoentjes aan had; die die had had aan had; hij nog moeten moeten hebben hebben om om hij nog voor een voor modepop modepop te te dienen dienen in een kleerwinkel. Maar had hij hij Maar die die had misschien het mooie mooie vamisschien wel in het hem stond stond op op lies, dat naast naast hem lies, dat het perron. het perron. Bij hém was ik maar maar een een was ik zeer gewone jongen. jongen. zeer gewone
Toen we aan aan het het station station aankwamen, hadden we nog hadden we nog op op de de kop kop af af vijf vijfminuten; minuten; juist juist een kaartje kaartje tijd genoeg om even een nemen. Moe Moe vroeg vroeg een derde te nemen. klasje voor mij en en een een perronperrullklasje voor mij voor zichzelf. zichzelf. Op Op het het kaartje voor perron vonden vonden we we tante Sien perron met Lauw. Lauw. Een Een chic chic jongemet heertje, hoor! hoor! Een Een keurig keurig fanfantasiepakje aan met witte kraag. aan witte kraag, gele laarsjes, laarsjes, een prachtig prachtig strohoedje op, op, en in in zijn zijn hand hand een een wereldreiziger... Verbeeld Verbeeld je, je, met een wandelzo'n aap aap met een w'andelstokje stokje!! Jammer dat dat hij hij ook Jammer ook niet niet een paar glaceetjes glaceetjes aan had; die die paar aan had; kwam hij hij nog kwam nog tekort tekort om om voor voor modepop te modepop te dienen in een conconin een fectiewinkel. Maar zaten Maar die die zaten misschien in het het mooie mooie misschien wel wel in valies, dat naast naast hem hem stond stond op op valies, dat het perron. perron. Bij hem was was ik ik maar maar een een Bij hem boertje.
Uit ««Vrolijk » door Uit VrolijkVolkje Volkje» Jos. Reynders en NV. W. Doumen.
Zomer. DD ee Zomer. \\\
\
\\\\\ \\ It
/
-se
r'
// //,
,
NN -
fi
0'( 7//7
%1
‘‘
the
I
I
~"
'~'I
,
'
..
1•
'II 6, II ■
156. 156.
II MIJmerend. Mijmerend. Traag. Traag. II Hoger. Hoger. II Innig. Innig. I1 Stijgend. Stijgend.
zomervelden. Langs Langs zomervelden. zwerven, wil ik ik zwerven, Langs Langs zomervelden zomervelden wil hemelreine lied'ren lied'ren zingen, waar waar hemelreine
I
die tot tot de grond die grond des harten dringen; dringen;
II
waar het het koren koren langs zomervelden zomervelden waar
J Hoger. Hoger.
deintin in wijde wijde golven goudglanzig golven goudglanzig I deint
I1 Stijgend. Stijgend. Dalend. Dalend.
verioren, II in die die zee zee verloren, vol kollen, I in vol kollen, bedolven. nu,Idan roodlachend dan weer weer bedolven. roodlachend nu, Langendonck. Pr. Van Van Langendonek. Pro
!
— 116 — -116 -— Lees nog ems eens de devoorgaande voorgaandestrafe strofeenenzeg zegwat watdede dichter dichter heeft ontwaard ontwaard langs langsdedezomervelden. zomervelden. aan, -- Bekijk Bekijk aandachtig aandachtig het bovenstaande bovenstaande plaatje plaatjeenenduid duid aan. bijzonderhedenbij biju udede zomer oproepen. welke bijzonderheden zomer oproepen. expr essief pre s s ie flezen lezen :: letten op opde deaanduidinaanduidin- Voor het ex gen in de de rand rand en en op op de rusttekens. rusttekens. ~ ver Z 0orrgd I e zen de z «van « zomervelden - Voor het verz gd ezen: de:van zomervelden >> » en zwerven »» uitbrengen uitbrengen als als s, s, de de sluit-t sluit ..t van van ««tot tot» » en «« zwerven inin dede uitdrukking «« tot » verzachten « « d ». - Acht uitdrukking totde degrond grond» verzachtentottot Acht geven geven op het het zuiver zuiver uitbrengen uitbrengen van vankorte korteo 0enenlange langeo. o.
Zomergenieting.
157. 1. 1.
Warm, warm! De De noense noense (1) zonne Warm, warm! zonne zinderde zinderde tussen tussen de de witte witte muren de pachthoeve). pachthoeve). Kasteele Kasteele voelde voelde ze zenijpen nijpendoor door muren (van de de lichte hemdsmouwen hemdsmouwen op zijn armen armen en de de hitte hitte riezelde riezelde (2) (2) in zijn zijn blote blote hals... hals ... 2. weHde wijd over de meers (3) en en rondom rondom was was het hetal al de meers 2. De hemel welfde (4) van vanaanzien aanzien en enkleur, kleur, — - de dehuizekes huizekeszo zoseherpwit scherp wit zo fooiig (4) en rood rood de de daken, daken, en en een een en welige, rijke, goudgroene goudgroene welige, rijke, glans over het het gras gras zover zover glans lag over konden over over de ogen scheren konden het vlakke vlakke tot tot ginder ginder waar waar • het de grond met zachte trrond glooiing op deinde, hlauwenglooiing opdeinde, blauwen__N\\) naar de de berg berg tot tot onder onder dig (5) naar .• 11,3b.:0 74. de purpergestompte sperren sperren de purpergestompte die lijk grote grote sponsbrokken, sponsbrokken, (lie lijk haH op op de de vlakke vlakke delling, delling, half haH tegen tegen de deteerbleke teerbleke hemel hemel half een gebekte gebekte kamlijn kamlijn zachte zachte te wuiven wuiven stonden stonden — - :: blauwe blauwe in een blauwe hemel. hemel. Zo Zo rein-wijd rein-wijd en enwas wasde dewereld wereld bomen tegen een blauwe nooit, en zo hoog hoog de de lucht; lucht; als als hij hij het hetwaagdo waagde op op te te kijken kijken nooit, en zo tussen zijn zijn vingers vingers met met halfgeloken halfgeloken ogen, ogen, wercl werd het het hem hem tussen doezelig in de kop, kop. en enhet hetbijsterkrinkelde bijsterkrinkeldevol volkrulslangen krulslangen doezelig in de heel hed de de lucht lucht vol.... vol.. .. 3. Alom was was het al al gras gras ::de Alom degrote, grote,eenzame eenzame weide, weide, zo zogroen, groen, en voltikkeld (6) ( 6) met met piepfijne en voltikkeld piepHjne bloemkes bloemkes in in de dezonnezonnesching (7). sching Sti jn Streuvels. Stijn )
'
(1) Ongeveer (1) Ongeveer neschijn.
«
- (2) (2) Ongeveer Ongeveer «a feestelijk ». -— (3) (3) Zon. Zon· kriebelde ». —
— 117 — -117 158. 158.
STUDIE VAN VAN EEN LEESSTUK. STUDIE
De samenstelling :: 11°0 De
In het In het stukje stukje Zomergenieting « Zomergenieting »»onderscheiden onderscheiden we we drie drie alinea's. le geeft -— De Ie pachter op een een zomerse zomerse dag dag geeft weer, weer, wat wat de pachter
waarnam, -— vooral vooral met met het gevoel gevoel :: waarnam, a) Wat Wat een een algemeen a) algemeen gevoel werd werd hij hij gewaar? gewaar? Hoe straalde b) Hoe straalde de de zon zon tussen tussen de de huizen? huizen? Hoe voelde de c) Hoe de pachter pachter haar haar prikkeling? prikkeling? -— De 2e alinea alinea is een een mooie mooie beschrijving beschrijving van van het het uitzicht uitzicht De 2e van het veld. van veld. De De schrijver schrijver ziet ziet vooral vooral de de kleuren, de vormen, vormen, afmetingen; breng de afmetingen; accolade a) de de woorden woorden die die breng onder onder een een accolade de de woorden woorden die die de de vormen vormenweergeven weergeven de kleuren kleuren aanduiden, aanduiden, b) de en c) de deuitdrukkingen uitdrukkingen die diede deafmetingen afmetingenopgeven. opgeven. en c)
Let ook Let ook in deze deze alinea alinea op op de deordelijke ordelijke schikking de schikking van van al de bijzonderheden. Duid die bijzonderheden. Duid die zorgvuldig zorgvuldig aan. aan. -— De 3e 3" alinea alinea is een blik blik over over de de wijdere wijdere omgeving omgeving: Teken : Teken nauwkeurig aan, schrijver in die die twee tweeregels regelsallernaal allemaal nauwkeurig aan, wat wat de schrijver aanstipt. 2° De uitdrukking uitdrukhing of ofinkleding inkleding:
Duid ordelijk drie alinea's alinea's aan 1° de degoed goedgekozen gekozen Druid ordelijkinin de de drie aan :: 1° bijvoeglijke bijvoeglijkenaamwoorden, naamwoorden, 2° 2° de de bepaalde bepaalde werkwoorden. werhwoorden.
Duid ook ook aan de mooie mooie vergelijkingen. vergelijkingen. de zomer zomer openbaart openbaart zich zich welig welig in. in talloze talloze vormen vormen bet het In de leven. In dit dit kader kader zullen zullen we we beschouwen beschouwen : :
a) de de mensen, mensen, b) b) de dieren (de (de vogeis vogels en de vissen vissen I.
De Mens
,.-+f----1tj
1 Hoofd Hoofd o. 2 Slaap Slaap m. m. 33 Wang. Wang. 44 Kin. Kin. 55 Hals Halsm. m.(Het (Hetachterste achterste gebogeboo. 2 gen hals heet heet nek « nek m.l 6 6Keel. Keel.7 7Schouder Schouder m. m. 88Oksel Oksel gen deel deel van van de de hals >>» m.) m. 9 Bovenarm Bovenarm m. 10 Elleboog Elleboog m. m. 11 11 VoorVoor- en en onderarm. onderarm. 12 12 PolsgePolsgera. m. 10 wricht 13 Rug Rug m. m. 14 14 Duim Duim m. m.15 15Wijsvinger Wijsvingerm. m.1616Middelvinger. Middelvinger. wricht o. o. 13 17 Ringvinger. 18 19 Knie. Knie. 20 20 Onderbeen Onderbeen o. 21 Voet Voet m. m. 22 22 17 Ringvinger. 18 Pink Pink m. m. 19 o. 21 Wreef. 23 Grote Grote teen. Voetzool m. 25 Bal m. m. 26 26 Enkel Enkel m. m.27 27Scheen. Scheen. Wreef. 23 teen. 24 24 Voetzool m. 25 28 Kuit. 29 29 Dij Dij of of bovenbeen. bovenbeen. 30 30 Heup. Heup. 31 31 Muis. Muis. 32 32 Palm Palm m. m. 28 Kuit.
159. 159.
ZAKEN WOORDEN. ZAKEN EN WOORDEN. Het menselijk menselijk lichaam. lichaam.
160. streepjes door het het vereiste vereiste woord. woord. 160. Vervang de streepjes Aan het menselijk menselijk lichaam lichaam onderscheiden onderscheiden we we drie drie voor· voorAan het name delen : het hoofd, de romp en de de ledematen. name delen I. HET HET Hoof d. Hoofd.
—
bestaat uit uit twee twee delen delen : het Het hoofd bestaat
119 --— 119 voorste gedeelte aangezicht of het gezicht gezicht (1) (1) voorste gedeeltedat dat we we het het aangezicht of het noemen, achterste en bovenste bovenste gedeelte, gedeelte, een benige benige kas kas noemen, het het achterste waarin de hersenen besloten dat we de de schedel schedelnoemen. noemen. waarin de hersenen besloten zijn, zijn, dat a) a} Aan het gezicht gezicht nemen nemen we we verschillende verschillende zintuigen zintuigen waar :: de —, de , de de —, - , de — - en en de de —. -. Het dat boven boven de de ogen ogen ligt, ligt, heet heetvoorhoofd; voorhoofd; de dezijdezijde. Het vlak dat lingse daar naar de —; -; lingse streken streken die die van van daar naar de de oren oren lopen, lopen, zijn de de vlezige bekleedsels bekleedsels die de de wanden wanden van van de demond mondvormen, vormen, de vlezige zijn de — - of kaken of meer spitse gedeelte gedeelte kaken (2); (2) ; het onderste min of van het gezicht gezicht is de de kin. kin. van Bij de de volwassen volwassen man is het het gezicht gezicht gedeeltelijk gedeeltelijk bedekt bedekt met met haar de baard. Die het haar haar :: de haard. Die haar laten laten wassen wassen op op de de bovenlip, bovenlip, hebben hebben een een snor of knevel (m.); die die het hetlaten latenwassen wassen knevel (m.); op de de wangen, wangen, hebben hebben een een bakkebaard; hakkehaard; die die een een spits spits toetoe· op lopend kwekenop op of of onder lopend haarbosje haarbosje kweken onder de de kin, kin, hebben hebben een
sik. b} vooral is is dicht dicht bewassen bewassen met met haar. haar. De De mannen mannen b) De schedel vooral laten zich het haar haar knippen en en dragen dragen het het min min of ofmeer meer kort kort : : de laten het soms de vrouwen vrouwen laten soms groeien groeien en en krijgen krijgen een eenzware zware haarbos. Kleine kinderen kinderen hebben hebben dikwijls dikwijls gekruld - is is dit gekruld haar; haar; — Kleine zeer dicht dicht ineengekruld, ineengekruld, zoals de meeste meeste negers, negers, dan dan zeer zoals bij bij de spreken haar. spreken we we van gekroesd haar. Onder de jongens Onder de jongens en en de de mannen mannen verkiezen verkiezen sommige sommige rechtrecht· opstaand voorhaar :: die dragen opstaand voorhaar dragen een een kuif; andere andere scheiden scheiden hun haar hun haar in in tweeën tweeën :: die die hebben hebben een een schei; andere andere weer weer kammen het achterover. kammen het achterover. Veel Veel kleinen kleinen laten het diep diep over over het het voorhoofd wassen :: deze deze dragen dragen ponyhaar ponyhaar (3). Meisjes en vrouwen dragen het wijzen : : vrouwen dragen het haar op verschillende wijzen de binden het het op tot de ene ene laten laten het het loshangen, loshangen, andere andere binden tot een - de ene laten het golven golven in in lokken, andere leggen leggen wrong; — lokken, de andere vlechten of tressen; — - naar naar de laatste mode laten laten vele vele het in vlechten hun haar kort kort afknippen afknippen tot een een pagekop of zelfs tot tot een een of zelfs hun haar jongenskop.
Kaalhoofdigen bezorgen haar; een een dergelijk dergelijk Kaalhoofdigen bezorgenzich zich vals vals haar; pruik. schedelbekleedsel we een een schedelbekleedsel heten heten we van een We spreken spreken van van het het aanschijn aanschijn des Heren; Fleren; VHn het gelaat van een van het (1) We ~erbiedwaardig persoon; van de de tronie een galeiboef galeiboef :: een een lelijke lelijke tronie, tronie, tronie van een eerbiedwaardig persoon;- - van iemand op zijn tronie tronie slaan. slaan. iemand op (2) Alleen Alleen in het meervoud meervoud heeft dit woord woord de de betekenis betekenis van van «« wang wang ».». in het heeft dit (3) de gewestspraak gewestspraak «« froefroe Pony,spreekt spreekt uit uit : ponnie. : ponni •. In de froefroe»;»; -- Pony, (3) In
-120 — 120 — Het lIet hoofd hoofd is is met met de de romp romp verbonden verbonden door door de de hals; hals; het het voorste , het voorste gedeelte gedeelteisisde de-—, het achterste achterstegedeelte gedeeltedede , DE R o0 m H. m p. p. — - Aan Aan de deromp romponderscheiden onderscbeiden we we de de II. DER schouders, buik, de de rug, rug, de de heupen. heupen. schouders, de de horst, borst, de de bulk, Hl. DE DEL ede mat e IIOF0 Leden. F L e cl e — ll. Aan. Aandederomp romp III. Ledematen zijn vast : de zijn de de ledematen ledematen vast de bovenste bovenste zijn zijn de de —, - , de deonderste onderste de —, bestaatuit uit de de —, de — de , De De arm arm bestaat , de - of of — - en en de de —. - . De De holte tussen tussen de romp romp en en de de bovenarm bovenarm is is de de —. -. Het Hetgewricht gewricht tussen onder- en en bovenarm, tussen onderbovenarm, dat uitsteekt uitsteekt wanneer wanneer we we de dearm arm toeplooien, heet heet de de —. dat de hand toeplooien, . Het lIet gewricht gewricht dat hand in in de dearm arm haakt haakt is het het —. -. hand heeft heeft vijf vijf vingers vingers :: de de —, - , de de —, - , de de —, - , de de — -Elke hand en - . De De binnenzij binnenzij van van de de hand hand is is de de —, - , de debuitenzij huitenzij isis en de —. de —, de - , het onderste onderste vlezige vlezige deel van de de duim duim is is de de—. - .Sluiten Sluiten we de de hand, hand, dan dan vormen vormen we we een een vuist, vuist, en en de de uitstekende uitstekende we we kneukels. kneukels. knoken noemen we Het been bestaat bestaat uit het het — - of ofde de—, - ,uit uithet hetonderbeen, onderhcen,waarwaarvan van de voorzij voorzij de de — - heet, heet, de de achterzij achterzij de de —, - ,en enwit uitde devoet. voet. De voet is is met met het hetbeen becnverbonden verhondendoor dooreen eengewricht, gewricht,waarvan waarvan we alleen alleen de de uitstekende uitstekende knoken knoken zien de —. - .Het lIetbovenste bovenste we zien :: de van voet is is de dc —, - ,het hetonderste onderste cle de - . van de voet Aan elke elke voet vijf tenen tenen :: de de dikste dikste is is de de grote grote voet zijn zijn er er vijf de kleinste kleinste is is de de kleine teen; het het achtereind achtereind van van de de teen, de voet de hiel. voet is de vragen. 161. Antwoord Antwoord nu op op de de volgende volgende vragen.
1_ Welke zijn zijn de de voornaamste voornaamste delen delen van van het hetmenselijk menselijk 1. Welke lichaam? 2. Welke zintuigen merken merken we we aan aan het het hoofd? hoofd? Welke zintuigen 3. Zijn de de woorden woorden gelaat, gelaat, aangezicht, aangezicht, gezicht, gezicht,aanschijn aanschijn en tronie tronie synoniem? synoniem? 4. Wat \Vat is een ecn snor snor of of knevel, knevel, wat wateen ecnbakkebaard, bakkebaard, wat wat een een sik? 5. Hoe lIoe dragen dragen de mannen mannen en en de de jongens jongens gewoonlijk gewoonlijk het het haar? 6. dragen de de vrouwen vrouwen en de de meisjes meisjes het hetmeestal? meestal? Hoe dragen 6. Hoe 7. Hoe lIoe vergoeden vergoeden kaalhoofdigen kaalhoofdigen het gemis van van haar? haar? het gemis 8. Welke lichaamsdelen geven naam van van leden leden Welke lichaamsdelen gevenwe we de de naam of ledematen? ledematen? 9. Door Door welk lichaamsdeel is hoofd met met de de romp romp ververwelk lichaamsdeel is het hoofd
De beukenlaan beukenlaan ». «« De
121 -— -— 121 bonden? het voorste voorste gedeelte, gedeelte, hoe hoe het hetandere? andere? bonden? -— Hoe Hoe heet heet het 10. Hoe Hoe noemen noemen we we de de vijf vingers 10. vingers van de de hand? hand? 11. Wat Wat verbindt 11. hand met met de de onderarm? onderarm? verbindt de de hand 12. Welke Welke drie drie delen 12. onderscheiden we aan de de benen? delen onderscheiden we aan benen? 13. Wat de kuit, kuit, wat wat zijn de 13. scheen, wat de enkels? enkels? Wat is is de scheen, wat de
De Zintuigen. 162. Vervang Vervang het streepje 162. streepjedoor door/yet hetjuiste juistewoord. woord. We hebben vijf uiterlijke zintuigen : het het zintuig zintuig het oog, het van het gezicht; het oor, dat dat van van het gehoor; de neus, de van mond, handen mond, handen en en voeten, de organen van reuk, van van de de de organen van de de reuk, en van het smaak en het gevoel. gevoel.
Met de de ogen zien 1. Met zien we. we. Ze Ze zitten in een benige benige oogkas oogkas in een die we de ooghohe noemen, die de oogholte noemen, en veHonen het midden vektonen in midden een in het opening waardoor het licht opening waardoor het licht binnendringt opening heet heet binnendringt :: die die opening de oogappel de oogappel of of pupil, pupil, ze ze isisomboord omboord door door een een gekleurd maantje, dat we we de maantje, dat de iris iris heten; het overige overige gedeelte gedeelte noemen we het wit van we van het het oog. oog. Als Als de de mens wil wil slapen, slapen, worden worden er er twee twee deksels, twee luiken, over over de de ogen ogen geschoven geschoven :: we noemen ze de oogleden; oogleden; we noemen ze de ze staan staan omzoomd me haartjes, haartjes, de de winpers; winpers ; boven boven elk oog is er een beschuttende beschuttende haarboog, de wenkbrauw. wenkbrauw. 2. Met Met de neus neus ruiken ruiken we. we. Aan dit zintuig onderscheiden onderscheiden we we de de neusgaten en de de neusvleugels. neusvleugels. 3. Het Het oor. oor. Aan Aan het het oor ooronderscheidt onderscheidt men men de de oorschelp, oorschelp, de de lel en en le Ie ooropening. 4. In de de mondholte mondholte staan twee twee rijen tandem tanden. De voorste voorste tanden dienen om het voedsel voedsel af af te te snijden; snijden; bet het zijn. zijn de —; - ; de scherpe scherpe hoekige hoekige tanden tanden die die van van boven boven en en van van onder onder naast die die eerste eerste staan, staan, heten —; - ; de grote grote tanden dieper dieper in de de mand, mond, zijn zijn de maaltanden maaltanden of of —. -, In de demondholte mondholte ligt ligt het het voornaamste voornaamste orgaan orgaan van van de de smaak —. smaak:: de de-. De De bovenste bovenste wand wand van van de de *mondholte mondholte heet heet het het — - of of —; - ; het het vlezig vlezig lelletje lel1etje dat dat diep diep in in de de mond mond aan aan die diewand wandhangt, hangt, is is de de —. - . De De — - en en de de — - vormen vormen de randen randen van van de de opening. opening. 5. 5. De De handen handen en cn de de voeten. voeten. Het Het gevoel gevoel ligt ligt verspreid verspreid over over de de gehele gehele uitgestrektheid uitgestrektheid van vnn de de huid huid :: het het meest meest gevoelig gevoelig 55 S. S. T. T. B. B.
— 122 — -122 nochtans is de de mens in de de vingertoppen van handen en voeten. nochtans Door middel gevoel nemen nemen we waar, of de de voorDoor middel van van het het gevoel we waar, koud, droog droog of of vochtig, glad glad of ruig. ruig. warm zijn zijn of koud, werpen warm
163. streepje door door de de naam naam van van eert een van van de de Vervang het streepje 163. Vervang arm, 3 hoofd, 4 tand, tand, lichaamsdelen :: 11 been, been, 2 arm, volgende lichaamsdelen 5 mond. mond.
De generaal generaal staat staat aan het het — - van van de troepen. troepen. Moeder Moeder breit breit nieuwe — kousen. Het kamrad is bezet - aan mijn kousen. bezet met met —.. Ik vind de oplossing oplossing maar maar niet van van die die som, som, ik breek er al al dagen dagen mijn — - mee. mee. Hij spreekt spreekt zoals zoals de de baas baas het het gaarne gaarne hoort hoort:: hij weet hem naar weet naar de de — - te praten. praten. Al mag mag men men zich zich niet niettoornig toornig maken, het kan kan wel wel eens eens nodig nodig zijn, zijn — - te laten zien. We We zeggen het precies zoals zoals we het het menen, we nemen nemen geen geen blad blad voor de schreef hij hij : « Hooggeachte —.. Als -— van zijn brief schreef Heer Bestuurder Bestuurder ». In het salon hing een vergulde luster luster met met ». het salon hing een vergulde vijf koning is het -— van de staat. Die jongen jongen heeft een een —.. De koning helder —; ; zijn zijn antwoorden antwoorden zijn duidelijk duidelijk en en volledig. volledig. —.. Lang kan hij niet meer : hij loopt loopt op op zijn zijnlaatste laatste Lang leven leven kan Al meer dan werden er bij het het -— van school klachten dan eens eens werden van de school ingediend. De twee twee opstaande zijden zijden van van een een driehoek driehoek noemt noemt ding, die kleine kleine Trui, ze wil maar maar men de —.. Wat een eigenwijs cling, altijd haar haar eigen eigen -— volgen. volgen. Dat ben ik glad glad vergeten, vergeten, het het isis me me helemaal door door het het — - gegaan. gegaan. Al de broden broden verdwenen in helemaal Al de de -— van van de de oven. oven. De rivier rivier splitste splitste zich daar en in zich daar en liep in twee — - het land in. De De inkepingen inkepingen aan aan de de rand rand van van het het kastannoemen we wel de de Wat een ongelukken! Wat jeblad, noemen we ook wel —.. Wat zal er ons nog over OVler het het — - waaien? waaien? Een passer passer heeft twee twee --. 164. Vervang Vervang het streepje 164. streepjedoor doordedenaam naamvan van een zintuig. zintuig. aan het spreken Ik krijg de jongen jongen niet aan spreken : hij hij heeft zijn zijn — laat u geen ingeslikt! Vergeet maar niet, dat schijn bedriegt, en laat (=-- misleiden). misleiden). Gekke jongen, gelooft ge rad voor draaien (= ge rad voordede- draaien dat alles? Ze Ze naaien naaien uu daar -- daar maar niet — aan! Praat uw — voorbij; ze er op op uit uit om om nieuwsjes op te vangen. vangen. Wees voorbij; ze zijn zijn er nooit — net op uw uw schrijfboek : er aan bladen zijn. zijn. aan de bladen mogen sehrijfboek : Dat zijn broertje eerste prijs haalde, haalde, dat dat stak stak hem hem de de -— broertje de de eerste Zo'n woekerprijs woekerprijs vragen, vragen, dat dat isis iemand iemand het het vel over over de de — uit. Zo'n We mogen mogen het uiterlijke uiterlijke niet verwaarlozen : het — - wil halen. We de — ook wat wat hebben. Ik kan de riem niet verder verder toehalen toehalen : de van de gesp gesp steekt al in het het verste verste gaatje. In dat brood zijn er er van
-123 — 123 — - :: de bakker bakker jaagt het deeg deeg te te sterk sterk op. op. Zeg Zeg hem hem dat datmet met veel — en bijt het hem hem niet niet zo zo in in het het —. - . Die mens mens is is van van goedheid en niemand afhankelijk, afhankelijk, hij hoeft hoeft niemand niemand naar naar de de — - te zien. zien. niemand
165. Zoa Zoals de vorige vorige oefening. 165. is de naaister steekt een draad door door het — - van de de naald. naald. Zó ZÓ De naaister vat de kan kan niet niet bij bij de de tuit, tuit, maar hij bij het —. - . Op niet, jongen, vat dobbelstenen staan staan er er —. - . Die heer heer draafft draagt schoenen schoenen met met de dobbelstenen - . Let op uw uw woorden woorden:: er zijn hier hier twee twee — - te veel. veel. verlakte —. spreker kon kon boeien.d boeiend vertellen :: de toehoorders toehoorders waren waren Die spreker geheel-. Dat mens mens moet moet toch toch bitter bitterweinig weinigverstand verstand hebben. geheel—. zo bij bij de de — - te te laten laten leiden. leiden. Wees Wees op op uw uw hoede hoede om zich zo voor de vleiers vleiers :: ze hebben hebben een een fluwelen fluwelen —. - . Wie geen prijzen haalde, was was luie Jan Jan:: wat stond stond hij op op zijn zijn — - te kijken! Van zij hangt hem weet hij alles alles :: hangt hem alles alles aan aan het het —. -. zijn vrouwtje weet niet maar die geslepen geslepen bedriegers bedriegers moet moet ge ge opletten opletten en enuw uw — Bij die in uw uw zak zak steken. steken. De De naaister naaister steekt steekt de de vingers vingers door door de de — - van schaar. Geloof Geloof maar maar alles alles wat wat die diemooipraters mooipraters u u vertellen : de schaar. zullen u wel een een — - aandraaien. ze zullen
166. 166.
Het juiste juiste woord. woord. Het
Een baby bee.bie) :: zeer klein kind. (spreek uit :: bee-bie) baby (spreek Een snoes of snoesje snoesje:: lief, poezelig poezelig kindje. kindje. Een kleuter kind. = klein kind. kleuter = Een dreumes dreutel = = jongetje van 33à44 jaar. dreumes of dreutel Een schelmpje schelmpje = schalks kind. kind. guitig, schalks = guitig, aanspieekOndeugd meisje (als (als aanspreek. aardig jongetje jongetje of of meisje =--- aardig Ondeugd = term). 7. Een robbedoes te druk druk kind. kind. wild, al te robbedoes = wild, 8. Een kleine feeks feeks = = ondeugend meisje. jongen. 9. Een lummel lummel = = onbeholpen, lompe jongen. 10. feeks, veeg veeg of helleveeg helleveeg = = boosaardig, driftige, 10. Een feeks, nijdige vrouw. kwant, een guit, een grap11. Een snaak, een snuiter, snuiter, een kwant, penmaker. penmaker. 12. Een leukerd droog.grappig iets kan kan zeggen en zich leukerd = =-- die droog-grappig zo kan voordoen. voordoen. zo kan rakker = kwajongen, een rakker 13. Een bengel, een boefje, boef je, een kwajongen, deugniet. schurk; 14. Een schobbejak, schobberd, een schelm, een schurk~ schobbejak, een schobberd, 1. 2. 3. 4. 5. 6.
— 124 — -124 een een schoelje, schoelje, een een schoft, schoft, cen een boef boef = grote grote deugdeugbedrieger. niet, bedrieger. 15. Een Een vlegel vlegel = lompe, lompe, onbeschofte onbeschofte vent, vent, deugniet. deugniet. 16. Een Een fielt fielt = gemene gemene schelm, schelm, doortrapte doortrapte schurk. schurk. 17. Een Een kwibus, kwibus, een een kwast kwast = verwaande gek. gek. = dwaas, verwaande 18. Een Een su/ sul = = doodgoed doodgoed mens. mens. 19. Een sukkelaar, sukkelaar, een een sukkel, sukkel, een een bloed, bloed, een een stoffel, stoffel, een een stumper( dj, een stakker(d). stakker( dj. stumper(d), 20. Een suffer suffer = die niet niet helder meer meer denkt. denkt. 21. Een pruttelaar, pruttelaar, een knorrepot, knorrepot, een een grompot grompot = knorrig mens. 22. Een bluffer, bluffer, pacher, PQcher,praalhans, praalhans,stoffer, stoffer,snoever, snoever,zwetser zWetser= = grootspreker. grootspreker. 23. Een kniesoor ------knwsoor = onaangenaam, onaangenaam, mistroostig mens. mens. hercules = buitengewoon sterk fors nian. man. sterk en fors 24. Een hercules = buitengewoon 25. Een reus =-= verbazend grote man. dwerg of kabouter kabouter = ongewoon ongewoon klein mens. mens. 26. Een dwerg 27. Een genie =-= man man met veel veel vernuft. vernuft. bovenstaande lijstje. 167. Vul in in met meteen eenwoord woorduit uithethet bovenstaande lijstje. Die Flip Flip is is een een — - van van een een jongen jongen :: ik vrees, vrees, vandaag of Die morgen loopt hij zich het hoofd te pletter tegen tegen een of ander ander meubel! De. kleine verstak zich zich achter moeke en klampte zich zich kleine'verstak meubel! De Pas op, —,, ik zal aan haar rokken rokken vast, vast, toen toen vader vader riep riep : « Pas op, zal aan haar heereen een die ouwe ouwe heer - :: hij Heremijntijd, wat wat is die krijgen! >>» Heremijntijd, je krijgen! en been. heeft geen geen beetje beetje moed moed en en klaagt klaagt altijd steen cn been. Die Trui zusjes! en zus is plaagt aanhoudend haar broertjes cn jes! ze plaagt 18 een -— :: ze In het .het circus circus zagen we een paar paar ventjes, ventjes, een een kleine kleine meter meter we een Vraag ik ik ons hoog : het waren echte echte , echte echte —. - . Vraag ons Polke Polke : —, het waren « Hoe oud is kleine broer? broer? »» dan steekt de -— zijn vier vingers vinger8 op en lacht lacht van van de do pret, pret, omdat hij zo'n knappe rekenmeester is. ze erg bang waren : De soldaten hadden een officier voor voor wie ze vent! We van een vent! — 't was een kolossaal grote kerel, een vun We was met een : loopjongen hebben moeten een bijclehande hehhen met een bijdehande loopjongen moeten. hier hier een uit de dc jongens we niets trage kunnen we niets uitrichten. uitrichten. Al Al de jongens uit Je trage- kunnen lieten haar bel buurt waren , klaagde de dame :: ze haar hel niet de oude dame —9 een — met rust of haalden haalden andere andere snakerijen makerijen uit. Het Het isis een - van met rust me die een kerel :: hij heeft me die zware zware balk balk opgetild opgetild als een horen ze WC horen pluim. In dat steegje steegje wonen een paar - :: we wonen er er een In dat hele straat ver. Wees 'gees op uw kijven met straat ver. uw een hele nijdige stem, ecn hun nijdige met hun die iemand hoede :: het iemand plume gaarne een een kool koolstover'. ~tovell. daar ---, die het zijn daar--·,
— - 125 — 168. Zoals Zoals de de vorige vorigeoefening. oefening. Ge moet een — - zijn zijn om om een een ouwe ouwe heer, heer, en en een eenwelwelGe moet toch well een doener nog snauwen! Als kleine — - in inde de doener nog wel, wel, zo zo iets iets toe toe te snauwen! Als de kleine opzet, kan kan moedertje moedertje alleen alleen hem hemsussen. sussen. Als AlsToon Toon wieg een keel opzet, aan vertellen was, van pret pret :: hij hij aan het het vertellen was, schaterden schaterdenwij wijhet het uit uit van alleen, de alleen, de —, - , bleef bleef ernstig ernstig en en verroerde verroerde geen geen vin. vin. Een Een dooddoodgoed mens goed mens die die alles allesgoedvindt, goedvindt, die die alles allesverdraagt, verdraagt, heten heten - . Wat Wat een —! - ! Zou Zou je je niet niet zeggen, zeggen, dat dat hij hij het hetbuskruit buskruit we een —. heeft uitgevonden? Ik was nauwelijks nauwelijks een - van van een een jaar jaar of of heeft uitgevonden? Ik was een — twee, me al al een boekentas twee, toen toen Sinterklaas Sinterklaas me boekentas reed. reed. Wat Wat zal zal er er uit die die kerel kerel groeien? groeien? Hij stelt stelt zich zich aan aan als als een eensluwe, sluwe, gegeuit mene schelm hij wordt wordt eens eens een een rechte rechte —! - ! Die Diemens menskan kan mene schelm : hij zich dwaas dwaas aanstellen die — - daar daar weer weer eens eens bezig bezig zijn! zijn! zich aanstellen :: kijk die Die niets dan dan gemene gemene praat praat vertellen vertellen : zo'n zo'n — - zet zet Die kerel kan niets hier geen voet voet in in huis. huis. Vader, Vader, een een arme arme — - strompelt strompeltdaar daar hier geen buiten in de de kou, kou, mag mag hij niet niet even even binnenkomen, binnenkomen, en zich zich een een buiten poosje opwarmen mogelijk, dat dat een een poosje opwarmenbij bij het het vuur? vuur? Hoe Hoe is is het mogelijk, mens met zoveel verlauft, vernuft, een , zo zo vervalt, vervalt, dat dat hij hij mens met zoveel een echt echt —, helder meer meer denkt denkt :: nu nuisishi hij een arme arme —! -! niet eens helder j een
169. volgendewoorden, woorden,met metdede achtervoegsels 169. Vorm Vorm van de volgende achtervoegsels 1 ist, isr, 2 er, cr, 33 erd, erd, 44 aar, 5 aard, 6 ier, 7 ster, persoonsnamen. persoonsnamen. Geef de betekenis betekenisaan aanvan van nieuw-gevormde woord. Geef de hethet nieuw-gevormde woord. Voorbeeld stouterd :: een eenkind kinddat datniet nietbraaf braaf Stout, stouterd is.is. V oorbeeld : : Stout, Winkel. Dik. Goochelen. Veinzen. Tuin. School. Handelen. Olijk. Drinken. Breien. Kunst. Slokken. Lomp. Juweel. Moord. Gapen. Slim. Telegraaf. Spinnen. Spinnen. Telegraaf. Leugen. Weven. Zang. Herberg. Molen.
Viool. Dichten. Bang. Bult. Flauw. Goe(d).
GELEIDE OEFENING.
170. 170.
Keizer Karel Karel en de beroemde beroemde «« Pot Pot van van Olen Olen ». ». Ge de historie historie van van de de «« beGe kent kent allen allen de roemde pot pot met met drie drie oren oren »» van van Keizer Keizer roemde Karel te Olen. Deze populaire populaire vorst, vorst, die die op een mooie mooie op een in het rustig rustig Kempendorpje lentemorgen in lentemorgen verzeild geraakt, geraakt, bestelde bestelde zich -- zowas verzeild sterveling in zijn zijn plaats plaats zou zou doen, als ieder sterveling ste-- in een ouderwetse llitspanning uitspanning een stevige pint bier. bier. De De waardin waardin hield hield echter echter
— 126 — -126 het oor oor van van het hetglas glasvast, vast,zodat zodatde dedorstige dorstige Majesteit Majesteit niet zelf het goed wist, hoe hoe het het lavend lavend vocht te te grijpen. grijpen. goed gevoel voor voor humor humor te hebben, want enkele enkele Keizer Karel bleek gevoel dagen later hij een een pot potMET MET TWEE TWEE OREN OREN in in de deherberg herberg dagen later liet hij afgeven, waarna waarna hij hij welgezind welgezind naar naar Olen Olen toog. toog. Hij Hij vroeg vroeg aan aan afgeven, waardin hem hem zijn zijn twee-orige twee-orige p.ot pot vol vol tetetappen. tappen.Het Het vrouwde waardin mens voldeed voldeed plichtbewust plichtbewust aan aan zijn zijn verlangen verlangen en... en... bracht bracht het het mens gerstennat naar naar de tafel van van de de koninklijke koninklijke gast, gast, in iedere iedere hand hand gerstennat de fameuze fameuze pint geklemd! geklemdl stevig één der oren van de Keizer Karel liet liet zich zich echter Keizer Karel echter — - zoals zoals het het een eengoed goedvorst vorst betaamt, niet vlug van van streek streek brengen, brengen, en... en... bezorgde bezorgde de de betaamt, niet zo zo vlug verbaasde waardin een pot potMET MET DRIE DRlE OREN. OREN. verbaasde waardin een handeling... En En de de Olense Olense , Zelfde Zelfde toneelschikking... toneelschikking... zelfde zelfde handeling... bracht de de drie-orige drie-orige beker beker naar naar 's Konings Konings tafel, tafel, weer weer bazin bracht bazin oor omvattend omvallend en het derde... derde ... naar naar zich zich toetoemet iedere hand een oor gekeerdl gekeerd! Dat was Keizer Karel's Karel's eerste nederlaag! nederlaag! De De man man schijnt schijnt nog nog Dat het plan plan tetehebben hebbengekoesterd, gekoesterd, een eenpot potMET METVIER VIER een ogenblik het OREN in de handel OREN in handel te te brengen, brengen, maar maar vermoedend vermoedend dat dat de bloblozende waardin waardin wellicht wellicht ook ook met met een eenduizend-orige duizend-orige pint pint raad raad zou zou weten, besloot besloot hij maar liever liever — - wijze wijze man als hij hij was was -— weten, hij maar man als zich niet meer meer aan aan verdere verdere pot-en-oor-experimenten pot-en-oor-experimenten te wagen wagen en en geplogende Olense herbergiers in vrede en volgens hun eigen geplogende Olense herbergiers in vrede volgens hun eigen heden hun praktijk te laten uitoefenen. uitoefenen. s
-— Schrijf het hetstukje stukjeover, over,maar maarvervang vervang sch:uingedrukte hethet schuingedrukte door een ·een synoniem. synoniem. Verhaal, goede voorbereiding, voorbereiding,de degeschiedenis geschiedenisvan vandede Verhaal, na een goede beroemde Potvan vanOlen Olen».l>. beroemde «Pot
171. 17L
OPSTELLEN.
1. TEUN TEUN DE VREK. Waar ziet er er zijn ZIJn Waar woont woonthij? hij? Hoe Hoe ziet DE VREK. huis uit? Hoe Hoe loopt loopt hij hijgekleed? gekleed? Zijn Zijneten? eten?Zijn Zijnuitgaven? uitgaven? huis uit? Hoelang Zijn rijkdom? rijkdom? Hoelang werkt werkt hij? hij? Zijn Hoe handelt hij hij tegenover tegenover de de arme arme mensen? mensen? Zijn Zijn bijdrage bijdrage Hoe handelt in de kerk. kerk. Hij heeft heeft een een arme arme dokwerker dokwerker uit zijn huisje huisje in de uit zijn laten huur niet kon uitbetalen uitbetalen :: de de laten zetten, zetten, omdat omdat hij hij de de volle volle huur meubeltjes regen op straat. De De vrek vrek is is ziek ziek meubeltjesstonden stondeninin de de regen op straat. geworden. morgen heeft heeft geworden. Geen Geen dokter dokter werd werd ontboden. ontboden. Op Op een morgen men dood gevonden. gevonden. Toen lijk naar naar het het kerkhof kerkhof men Teun Teun dood Toen ze ze het lijk droegen, niemand de de lijkbaar. lijkbaar. droegen, volgde volgde niemand -
— -— 127 1272. NEEL NE EL DE DE DRINKEBROER. - In de de buurt buurt woont woont Neel, Neel, de de onverbeterlijke dronkaard. zijn persoon persoon uit, uit, hoe onverbeterlijke dronkaard.Hoe Hoe ziet ziet er zijn Neelisisanders anders een eenknap knap schrijnwerker, schrijnwerker, geen betere zijn huisje? Neel op heel het het atelier. atelier. -— Wat Wat er gebeurt in de buurt buurt als als men men op heel er gebeurt in de Neel ziet de buren ziet naar naar zijn zijn huisje huisjewaggelen waggelen : de buren gaan gaan met met de de kinderen naar binnen..., binnen ... , deuren vensters worden worden gesloten. gesloten. kinderen naar deuren en vensters Wat gebeurt gebeurt er in het het huis huisvan vandededronkaard? dronkaard? — - Zolang Zolang Wat er in heeft Neel gestorNeel gedronken, gedronken, dat dat zijn vrouwtje van van verdriet is gestor· ven, — - zijn kindertjes werden uitbesteed bij de de familie. familie. werden allen allen uitbesteed vond men -— Op een avond avond vond men Neel Neel bedronken bedronken v66r vóór de poort de poort van van het het kerkhof kerkhof : hij hij stak stak zijn zijn vuist op naar het het graf graf op naar van zijn vrouw. vrouw. van -
STUDIE VAN STUDIE VAN EEN EEN LEESSTUK.
172. Lees Lees in ZuidenenNoord Noord in uw uw «Zuid
»,
op bladzij bladzij287, 287,het hetstukje stukje
c De straatmuzikant « straatmuzikant »»van vanPater PaterFleerackers. Fleerackers. a) a) De De samenstelling: samenstelling : -— De inleiding inleiding is niet niet meer meer dan dan vier vier korte korte zinnetjes zinnetjes :: ze brengt ons direct te midden midden van van het het gebeuren. brengt ons direct — hoofdgedeelte kan - Het hoofdgedeelte kan ingedeeld ingedeeld worden worden in drie drie tafereeltjes :: in elk speelt de de muzikant een muziekstuk en voor voor en en na na elk elk stuk stuk maken maken pastoor pastoor en en muzikant hun bedenkingen bedenkingen en en spreekt laatste zijn zijn jenever jenever aan. aan. spreekt deze laatste -— Het korte korte s/ot slot doet doet ons verrast verrast de de geheimzinnige geheimzinnige muzimuzi· kant aankijken en en nastaren. nastaren. b) De Deiinkleding n kie din gofofuitdrukking. u i t d ruk kin g. schrijver toont dit stuk stuk een een taalvirtuoos. De schrijver toont zich zich in dit
1° Let Let in de de 20 eerste eerste regels op op de delevendige levendigeschrijftrant schrijftrant : Duid de kortzinnen aan, de uitroepende en de vragende de uitroepende en de kortzinnen aan, — Duid de zinnen. Geef tevens acht de korte korte zinnen in deze deze regels. zinnen. Geef acht op de Duid in het 1" de fijn gekozen bijvoegbijvoeg2° Duid le tafereeltje aan : de lijke naamwoorden naamwoorden en de de goed goed gekozen gekozen werkwoorden. werkwoorden. lijke 3° In In de de bedenkingen die die op dit dit tafereeltje volgen, volgen, komen de volgende volgende woorden voor, -— geef geef er de de betekenis betekenis van van op op : Paganini, vaagje vaagje vernis, 't grootste eûket, etihetachtig, minder etiketachtig, eitiket, veel instinctiever, metafoor,allegorie, allegorie,kalfatering. kalfatering. instinctiever, metafoor, 4° Duid Duid in het het 2" de fijne fijne keus keus van van de de 2e tafereeltje aan : de 4° adjectieven en van van de dewerkwoorden. werkwoorden. adjectieven 5° Duid het 3" tafereeltje aan : a) a) de de rijke keus keus van de de Duid in het 3e tafereeltje
— 12~ 128 --hijvoeglijke h)b)de keus van van de de werkwerkbijvoeglijke naam,woordeu; naam,woorden; de fijne fijne keus woorden; de namen namen van van dansen dansen en en van vanberoemde heroemdemusici. musici. woorden; c) c) de 6° In de bedenkingen hedenkingen die dit tafereeltje tafereeltje volgen, volgen, komen komen die er op dit er enkele treffende treffende vergelijkingen vergelijkingen voor duid ze ze aan. aan. er enkele voor :: duid
173.
WOORDENSCHAT.
1) De gestalte is is : klein, (ineen)gedrongen of kort kort en en dik, dik, klein, (ineen)gedrongen middelmatig, ofopgeschoten. opgeschoten. middelmatig, slank, slank, rijzig of is : groot, rond. 2) Het hoofd is groot, klein, dik, rond. aangezicht is : rond, 3) Het aangezicht lang, smal, smal, breed, hreed, ovaal, ovaal, rond, lang, hoekig. De De kleur hoekig. kleur :: fris, fris, bleek, hleek,bloeiend, hloeiend,geelachtig, geelachtig, taantaanIdeurig. kleurig. 4) De ogen zijn :: diepliggend, diepliggend, uitpuilend, uitpuilend, groot, groot, klein. klein. De uitdrukking: (zonder uitdrukking), uitdrukking), mat mat of of dof, dof, uitdrukking : levendig, glazig (zonder sprekend, sprekend, schalks, schalks, doordringend, doordringend, helder, helder, vriendelijk. vriendelijk. wenkbrauwen zijn :: zwaar, 5) De wenkbrauwen zwaar, ruig. ruig. hoog, breed, 6) Het voorhoofd isis : hoog, hreed, laag, plat, plat, gewelfd, gewelfd, gegerimpeld. hol, hol holofofingevallen, ingevallen,poezel, poezel,benig, henig, zijn :: bol, wangen zijn 7) De wangen vlezig, zakvormig. zakvormig. groot, lang, lang, plat of 8) De neus is : groot, of ingedrukt, ingedrukt, krom, krom, breed hreed spits, opstaande, opstaande, rood. rood. of dik, spits, oren (oorschelpen) lang, groot, groot, klein. klein. (oorschelpen) zijn zijn :: lang, 9) De oren 10) De mond is is : groot groot of wijd, klein, scheef, scheef, lief, lief, tandeloos. tandeloos. 11) De lippen lippen (boven-, (hoven-, onderlip) onderlip) zijn zijn dik, dik,omgekruld. omgekruld. 12) De kin (kinnebak) (kinnebak) is spits, lang, lang,vooruitstekend, vooruitstekend, is :: spits, gespleten, omgebogen, omgehogen, vierkant, vierkant, rond, rond, plat. plat. gespleten, 13) De baard isis :: stoppelig, (met korte, korte, harde harde haren), haren), vol vol stoppelig, (met (= ringbaard), (= rin!!:haard), lang. lang. 14) Het haar is is :: borstelig horstelig (met (met stijve stijve haren), haren), sluik sluik (plat (plat langs het hoofd afhangend), afhangend),verward verward of ofverwilderd, verwilderd,wanordelijk, wanordelijk, gladliggend, gekruld, gekruld, gekroesd, gekroesd, gevlochten, gevlochten, gelokt. gelokt. gladliggend, is ook ook : :blond, blond,bruin, hruin,kastanjebruin, kastanjebruin, rood, rood, zwart, zwart, grijs, grijs, Het is zilvergrijs, ros. ros. borst isis :: breed, hreed, smal. smal. 15) De borst schouders zijn :: hoog, hoog, laag laag (afhangend). (afhangend). 16) De schouders is :: breed, hreed, krom, krom, gebogen. gebogen. 17) De rug is armen zijn :: gespierd, gespierd, dik, dik, mollig. mollig. 18) De armen ]9) De handen handen zijn zijn :: zwaar, zwaar, groot, groot, klein, klein, mager, mager, poe7e1, poezel, 19)
-- 129 129 ---knokig (met grote en en harde harde knoken), knoken),knokkelachtig, knokkelachtig, vereelt vereelt (met grote ((verhard). verhard). 20) De vingers 20} vingers zijn lang, kort, kort, knokig, knokig, mager, mager, krom. krom. zijn :: lang, 21) De benen zijn zijn :: lang, lang, kort, kort, krom. krom. 22) De voeten voeten zijn zijn :: groot, groot, klein, klein, breed breed of of plat. plat. 23) De bouw, bouw, het uitzicht is is : : fors-, fors-, of sterkgebouwd, sterkgebouwd, sterksterkgespierd; gespierd ; knokig (een (een knokige knokige kerel kerel ::met metgrote, grote,harde hardeknoken, knoken, taai);; zwaar, en recht). recht). taai) zwaar, zwaarlijvig, zwaarlijvig,dikbuikig, dikbuikig,slank slank(= (= lang en Beschrijf eens eens met zorg zorg :: Beschrijf Ofwel stokoud vrouwtje, vrouwtje, dat dat uit uit de de kerk kerk komt komt en en Ofwel 11° een een stokoud naar haar uw oude, goede goede grootmoeder; grootmoeder; n.aar haar huisje huisje gaat; gaat; of uw 2° ofwel een bekende bekende leurder, leurder, die die van van het het ene ene huis huis naar naar ofwel een andere trekt; trekt; het andere 3 ofwel ofwel een een klein broertje, broertje, dat dat bijvoorbeeld bijvoorbeeld thuiskomt thuiskomt 3° van van school. school. 0
0
174.
juistewoord. woord. Het juiste
1. Een wijsneus wijsneus = weetal. 2. Een babbelkous babbelkous = praatzieke vrouw. vrouw. albedil, bedilal = die die op op alles alles iets iets tetezeggen zeggen heeft. heeft. 3. Een albedil, bedilal = 4. Een slobberdoes == - morspot. 5. Een moeial moeial =-=- die zich met met alles alles bemoeit. bemoeit. 6. gelukskind = die in in alles alles voorspoed voorspoed heeft. heeft. 6. Een gelukskind 7. Een geluksbode geluksbode = die een een gelukstijding gelukstijding brengt. brengt. 7. 8. Een geluksvogel geluksvogel = altijd treft. treft. die het altijd = die 9. Een stokebrand stokebrand=-= twiststoker. JO. Een brekespel brelrespel =-= spelverstoorder. 10. 11. H. Een luilak, luilal;;, luibalr luibak = = luiaard. l2. Een plaag, plaaggeest 12. plaaggeest = plaagziek mens. mens. 13. waaghals-----=- roekeloze. 13. Een waaghals spotvogel = die met met alles alles lacht. lacht. 14. 14. Een spotvogel 15. druiloor == lusteloos mens. mens. 15. Een druil druil of druiloor 16. zaniker == een zeur zeur of of zeurkous; zeurkous; een eenzager. zager. 16. Een zaniker 17. eet. 17. Een veelvraat veelvraat = die veel eet. 18. weerprofeet -= = weervoorspeller. 18. Een weerprofeet 19. snoeper =-= sneukelaar. 19. Een snoeper 20. grappenmaker, inz. eenpaardenspel. paardenspel. clown = = grappenmaker, inz. in een 20. Een clown 21. Een hansworst, = welgedane, welgedane, lijvige toneel. toneel. 21. hansworst, pias, pias, paljas paljas = potsenmaker op de de kermis. kermis. zot, potsenmaker
— — - 130 130Een pekelharing pekelharing = magere magere hansworst hansworst of ofgrappenmaker. grappenmaker. 22. Een i4 een Een harlekijn harlekijn = = hansworst hansworst iJ} een veelkleurig veelkleurig pakje. pakje. 23. Een hierboven staande lijstje. 175. Vul in in met meteen eenwoord woorduit uithet het hierboven staande lijstje. 175.
ge zijt zijt de de grootste grootste — - uit uit het het land land : :ge gekunt kunt Jongen, ge niemand met vrede laten. laten. Zeg Zeg het het maar maar aan aan die die—, - ,over overeen een niemand met vrede halfuur weet weet het heel heel de destad. stad.Als Alshet hetgaat gaatregenen, regenen,kwaken kwaken halfuur kikkers in sloten :: het het zijn zijn beste beste —. - . Die Dieroekeloos roekeloos hun hun de kikkers in de sloten wagen, verwijten - zijn. zijn. Ik Ik hou houvan vankwieke kwieke leven wagen, verwijten we, we, dat dat ze — uit. Ik Ik begrijp begrijp maar maar niet, niet, hoe hoe jongens, met met -— richt ik niet veel uit. - in in de de circus circus op op zijn zijn paard paard bleef bleef en en zijn zijn lange lange neus neus niet niet die — te pletter pletter viel viel tegen tegen de deharde hardegrond. grond. Als Alsde debuurman buurman zijn zijn huis komt, komt, is het het uit uit met met de de leute leute : :zijn zijnjongen jongen kleine hier in huis een ware ware —. - . Jan Jan laat laat elke elke morgen morgen zijn zijnmoe moetwee-, twee-, driekeer driekeer is een trap; hij wordt wordt een een rechte rechte —. - . Een Een — - die die Piet Piet: : roepen aan de de trap; hij meent dat hij al meent zeker, zeker, dat al het het verstand verstand in in pacht pacht heeft! heeft! Die Die mens slaat slaat altijd altijd op ophetzelfde hetzelfdeaanbeeld, aanbeeld,komt komthonderdkeer honderdkeer mens op hetzelfde hetzelfde terug terug:: met met zo'n zo'n — - om om mijn mijn oren oren werd werd ik ik gek! gek! Die — - van van een Toon :: daar daar is is geen geen ding ding in inde dewereld wereld of ofhij hij weet het belachelijk belachelijk te te maken. maken. Mijn Mijn vriend vriend ging ging alweer alweer met met de de winst strijken dat is is toch toch een een —! - ! Hier Hierin inhuis huiswordt wordter erniets niets winst strijken : dat geregeld, eer die — - haar haar woord woord heeft heeft gezegd. gezegd. Zohaast Zohaast de de trom trom geregeld, werd geroerd en - v66r vóór de de kermistent kermistent verscheen, verscheen, liep een een werd geroerd en de — hele troep troep nieuwsgierigen nieuwsgierigen bijeen. Wat was blij, toen toen ik ikdat dat bijeen. Wat was ik blij, goede fooi goede nieuws nieuws vernam! vernam! Natuurlijk Natuurlijkheb heb ik ik de de -— een flinke fooi gegeven. altijd op op gegeven. Het Het mag mag nu nu nóg n6g goed goed zijn, zijn, die die -— zal zal er nog altijd afkeuren. niet gaarne gaarne een een week week te te gast gast afkeuren.Die Die kerel kerel zou zou ik ik niet hebben, - zou zou onze onze voorraad voorraad geweldig geweldig doen doen slinken. slinken. hebben, zo'n zo'n — Had die grappenmaker nu ook ook nog Had grappenmaker nu nog een een veelkleurig veelkleurig pak, pak, dan dan was hij hij een rechte was rechte —. - . Ge Ge zijt altijd altijd een een — - geweest geweest :: het het isis uu allemaal meegevallen. meegevallen. OPSTELLEN.
176. 176.
Twee gebroeders 1. OORLOGSWEE. Twee gebroeders strijden naast naast elkanelkan1. OORLOGSWEE. der aan het het front. front. Ontzettend-wrede Ontzettend-wrede tonelen hebben ze ze aanaander aan tonelen hebben schouwd. naar huis, huis, om om naar naar moeder moeder schouwd. Hoe Hoe verlangen verlangen ze ze om om naar te gaan! hun een te gaan! In de de namiddag namiddag brengt brengt hun een officier officier de blijde blijde tijding :: Morgen tijding « Morgenmogen mogenzezemet metverlof, verlof,morgen!... morgen! ... »» Als Als er er in nacht maar maar niet niet een een aanval aanval loskomt!... loskomt!... Wat Wat doet doet hun hun in de nacht moeder Hoezal zalzezeopkijken? opkijken?Omstreeks Omstreeksmiddernacht middernacht moeder nu thuis? Hoe klinkt onverwacht alarm. gedl',an! De De klinkt onverwacht alarm. Een Een grote grote aanval aanval moet moet geckan! soldaten rennen rennen vooruit, soldaten vooruit, gaan gaan liggen, liggen, stormen stormen weer weer vooruit. vooruit. -
-— 131 131 — Eensklaps zakt zakt de de jongste jongste van van de de twee ineen :: een Eensklaps twee broeders broeders ineen een kogel vlak in de de borst. borst. Zijn Zijn broer broer springt springt naar naar hem hem toe toe en envalt valt dodelijk getroffen getroffen op op hem hem neer. neer. Enkele Enkele dagen dagen later laterontontzelf dodelijk vangt een een moeder moedereen eenbrief brief :: « X. vangt X. en en Z. Z.gevallen gevallen voor voor het het vaderland>>. ». vaderland 2. DE VERROESTE BLIKKEN BLIKKEN DOOS. DOOS. - Tijdens Tijdens de de bezetting bezetting hadden uren doorgebracht doorgebracht in de kelder kelder en en vader vader en en hadden we we vele uren in de — ■ • 41 moeder hadden van alles alles gesleept gesleept naar naar moeder hadden van ev lat schuiloord. schuiloord. Na Na de de bevrijding bevrijding liep de de kelder onder ondcr water water en bij bij het hetwegschepwegschepkelder pen viste moeder een verroeste verroeste blikken blikken pen viste moeder bus dat vies bus op. op. Wat Wat kwam kwam dat vies ding ding in in de de Achteloos gooide gooide ze ze de de doos doos kelder doen? Achteloos in de de vuilnisbak. vuilnisbak. Na Na afloop afloop van van het het in werk haalde ze ze de werk haalde de bus bus nog nog eens eens uit uit de de bak, ze opende voorzichtig voorzichtig de ze vond cr in dertig dertig vond er bak, ze opende de doos, doos, ... ... ze briefjes van van vijfhonderd vijfhonderd frank. frank. Het Het was was vaders geheime briefjes spaarpot g.eweest! spaarpot geweest! -
WOORDEN NVOORDEN EN ZAKEN.
177.
Landbouweren en zijn zijn gereedschap. gereedschap. De Landbouwer
Wanneer de winter ten einde loopt, loopt, begint begint voor voor de de landlandWanneer de winter ten einde bouwer het grote grote werk werk op het het veld. veld. bouwer Eerst moet land worden worden omge omgt' voeld; weId; dat dat geschiedt geschiedt met met Eerst moet het land de ploeg. ploeg. Een Een paard paard trekt trekt de de ploeg ploeg door door het het land, land, de de boer boer de houdt stevig de de ploegstaart in de de handen; handen; het het kouter kouter (ploegmes) snijdt snijdt diep diep in de de grond grond en en de de ploegschaar (het omgeomgemes) bogen spitse spitse ijzer ijzer achter achter het het kouter) kouter) werpt werptdedeafgesneden afgesneden bogen korst om. korst om. de akker is omgeploegd, omgeploegd, wordt wordt er er op op gezaaid. gezaaid. Daarna Daarna Als Als de rijdt de de boer boer er er over over met met de de egge; de de scherpe scherpe pinnen of tanden tanden breken de de grove grove kluiten kluiten en en bedekken bedekken het het zaad zaad met metaarde. aarde. breken Eindelijk wordt nog nog met met de de rol over over het land gereden; gereden; het het het land Eindelijk wordt de grond grond wordt wordt effen effen gelegd. gelegd. zaad wordt nog beter toegedekt en de Om stuk grond grond om graven (om (om te tespitten), spitten),gebruikt gebruikt Om een een stuk om te graven de boer een spade; om aardappelen aan te aarden aarden en dergelijke dergelijke harde, steenachtige bewerkingen meer, de hak; harde, steenachtige bewerkingen meer, bezigt bezigt hij hij de grond met een een houweel. grond kapt kapt hij hij los met
-132 - 132- -
G
';
10
17
19 20
1 1 De De zicht zicht of ofpik. pik.22De Depikhaak pikhaakm. rn.3 3De Dezeis. zeis.4 4De Despa(de). spa(de).5 De 5 Deschop. schop.6 De 6 De gaffel (hooivork). (hooivork). 77 De De riek riek(mestvork). (mestvork). 8 8De Devlegel vlegelm. m.9 Het 9 Het houw('e!. gaffel houweel. 10 Het Het wiedijzer wiedijzerof ofkrabbertje. krabbertje.1111De Deruspenschaar. ruspenschaar.1212De Desikkel. sikkel.1313DeDehaaghaag10 schaar. 14 14 De De hark. hark.15 15De Dekrabber krabberm.m.1616DeDehak. hak. Het richtsnoer. schaar. 171i Het richtsnoer. 1818 DeDe schoffel. 19 19 Het He! snoeimes. snoeimes. 20 20 De De pootstok pootstok of of het hetpootijzer. pootijzer.21 21Het Hetverplanverplanschoffel. tingsschopje. 22 De wan. tingsschopje. 22 De wan.
— 133 — -133 Zijn de akkers Zijn akkers geploegd geploegd of gespit, gespit, dan dan moeten moeten de deboeren hoeren beginnen te te planten planten of te beginnen te poten. poten. Met Met het het pootijzer of de of met de pootstok poot stok maken maken ze gaten gaten in de de grond grond en en steken steken er erde deplantjes plantjes of poten of poten in; bij hij dat dat werk werk is het het richtsnoer hun onontbeerlijk. hun onontbeerlijk. Wanneer de de oogsttijd trekt de Wanneer oogsttijd is is aangebroken, aangebroken, trekt de boer boer met met weer ander gereedschap gereedschap naar naar het het veld. veld. weer ander Om te te maaien maaien gebruikt gebruikt hij hij de Om de zeis of de zicht of pik. De zeis is werktuig met met lang, lang, boogvormig boogvormig gekromd gekromd mes, mes, bevestigd bevestigd is het werktuig aan een aan een lange lange steel; steel; ze ze dient dient vooral vooral om om gras gras te temaaien. maaien. De De zicht of pik is kleine zeis zeis met met korte korte steel steel en enhandvat handvat aan aan is een kleine het eind, eind; men men gebruikt gebruikt ze ze om omtarwe, tarwe, gerst gerst en en rogge rogge tetezichten. zichten. Bij het Bij het pikken pikken bezigt hezigt men men ook ook de de pikhaak pikhaak orn om de de halmen halmen bijeen te hijeen te houden. houden. Om beesten af te te snijden, snijden, gebruikt gehruikt men men de de Om voeder voeder voor voor de de beesten sikkel :: een sikkel halvemaanvormig lemmer aan een korte sleel een halvemaanvormig lemmer aan een korte steel Is het gras gras gemaaid, gemaaid, dan dan wordt wordt het het met met een een hooihark, hooihark, een een Is het rijf (v.) rijf (v.) bijeengeharkt. bijeen geharkt. Later met een een gaffelop. Later wordt wordt het het met gaffel opgenomen, de wagen wagen geladen geladen en enweggevoerd. weggevoerd. genomen, op op de Na Na de de oogst oogst wordt wordt het het graan graan gedorst, gedorst, hetzij hetzij met met de de dorsmachine, hetzjj de vlegel; eindelijk wordt wordt het het graan graan hetzij met de gezift of gewand, gewand, en wel wel met met de de wan of met met de de wanmolen. wanmolen. gezift Antwoord op opde de volgende vragen. Antwoord volgende vragen. I1)) Welke de voornaamste voornaamste delen delen van van de de ploeg? ploeg? Welke zijn de Hoc werkt werkt de de boer hoer met met de de ploeg? ploeg? 2) Hoe ziet er de de egge egge uit en en waartoe waartoe dient dient ze? ze? 3) Hoe ziet Met welke welke andere andere werktuigen werktuigen kan boer de de growl grond 4) Met kan de de boer losmaken? 5) Hoe ziet ziet er er de de rol roluit uiten enwaartoe waartoeclient dientze? ze? 6) Waartoe Waartoe gebruikt pootijzer, — - waartoe waartoe het het gebruikt men men het pootijzer, richtsnoer? 7) Welk Welk verschil verschil is er tussen tussen een zicht of pik pik en en een een zeis? zeis? is er een zicht 8) Wat Wat doet doet de boer boer met de de zeis, zeis, wat wat met de de pik pik of of zicbt? zich t? 9) Wat Wat is de de pikhaak pikhaak en en waartoe waartoe dient dient hij? hij? 10) Wat Wat is een een sikkel, sikkel, wanneer wanneer bezigt bezigt men men die? die? 11) ll) Wat Wat doet men met met de de rijf, rijf, - wat wat met de de gaffel? gaffel? 12) Waar Waar en hoe hoe wordt wordt het het graan graan gedorst? gedorst? 13) Wat is lS een een wan? wan? 178.
Tuinier en zijn zijn gereedschap. gereedschap. De Tuinier
of tuinier tuinier is is werkzaam werkzaam in zijn zijn tuin. tuin. De hovenier of
— — - 134 134Een Een tuin tuin waarin waarin groenten groenten (moeskruid) (moeskruid) wassen, wassen, heet heet een een moestuin; moestuin; de de tuin tuin waarin waarin bloemen bloemen worden worden gekweekt, gekweekt, is is een een bloementuin; bloementuin; de plaats plaats waar waar bloemen bloemen voor voor de de handel handelworden worden gekweekt, gekweekt, heet heet bloemisterij, bloemisterij, — - hij hij die die er er in in werkt werkt isis een een bloemist. bloemist. De De bloementuin bloementuin is is verdeeld verdeeld in in perken perken of of bedden bedden :: enige enige staan bezaaid bezaaid met met gras, gras, het het zijn zijn grasperken; grasperken; andere andere met met staan bloemen, het zijn bloemperken; bloemperken; tussen tussen de de bedden bedden lopen lopen bloemen, het zijn paadjes. er paadjes. Bij het het aankomen aankomen van van het hetlenteweer, lenteweer, woelt woelt de dehovenier hovenierof of of met de hark, en harkt de tuinier de grond om met de spade de hark, cn harkt de tuinier de grond om met de perkjes of of bedjes bedjes op op met met de de hark. met de de pootstok of het pootijzer pootijzer Dan begint begint hij te planten :: met gaten in de de aarde; aarde; met met het het verplantschopje verplantschopje haalt haalt hij hij maakt hij gaten de plantjes plantjes of pootjes pootjes uit uitl de de broeikas en en steekt steekt ze ze in in de .de de geboorde gaten. -— Van Vantijd tijd tot tot tijd besproeit geboorde gaten. besproeit hij hij de descheutjes scheutjes de gieter gieter en zorgt er voor, voor, dat dat ze ze niet niet tetelang langstaan staanblootblootmet de gesteld aan de de stralen stralen van van de de brandende brandendezon. zon. gesteld Met het krabbertje of wiedijzer wiedt wiedt hij tijdig tijdig de de perkjes; perkjes; Met ook het onkruid onkruid dat dat op op de depaadjes paadjeswoekert, woekert, weert weert hij hijonmeeonmeeook dogend hij steekt steekt het het af af met met de de schoffel of dogenduit uit zijn zijn tuin tuin : hij
krabt het het weg weg met met de de krabber. snoeimes; met De bomen snoeit tijdig met met het het snoeimes; met de de De bomen snoeit hij hij tijdig rupsenschaar snijdt hij hij de de nesten nesten weg weg van van het het ongedierte, ongedierte, dat scheert hij woekert cn twijgen; twijgen; met met de de haagschaar scheert woekert op op takken en de die dient tot tot omheining omheining van van zijn zijn tuin. tuin. de haag, haag, die Met zieh een een lusthof, waarin hij hij menig menig Met zorg zorg en en vlijt vlijt maakt hij zich aangenaam zal komen komen slijten. slijten. aangenaam uurtje uurtje zal
Antwoord opde devolgende volgendevragen. vragen. Antwoord op 1) Welk er tussen tussen een eenmoestuin, moestuin, een cenbloemenbloemenWelk verschil verschil is is er tuin en een bloemisterij? 2) Hoe bloementuinen gewoonlijk gewoonlijk aangelegd? aangelegd? Hoe zijn onze bloementuinen 3) Wat de hak, en wat wat is is de de hark, hark, — - waartoe wanrtoc dienen dienen die die Wat is is de werktuigen? werktui gen ? 4) Wat de pootstok, pootstok, — - wat wat het het richtsnoer? richtsnoer? Wat is is de 5) Wat is verplantschop je, wanneer wanneer wordt het het gebruikt? gebruikt? is het verplantschopje, 6) Welke verschillende werktuigen gebruikt de hovenier om Welke verschillende werktuigen de hovenier om het onkruid uh zijn tuin weren? zijn te weren? uit het 7) de planten planten het hetnodige nodige vocht vocht be betorgd? wrgd? Hoe wordt wordt de 7) Hoe
--- 135 135- -8) Wat Wat is de de haagschaar, haagschaar, en en wat watde derupsenschaar? rupsenschaar? 9) Wanneer gebruikt de tuinier tuinier het hetsnoeimes? snoeimes? gebruikt de 10) Wie noemt men men tuinier tuinier of of hovenier, hovenier, wie wiebloemist? bloemist? Wie noemt
179. Tracht ietwat ietwat afwisseling afwisselinglete brengen de zinsbouw, z.insbouw, brengen in de nummers. in de de antwoorden antwoorden die die ge gezult zultgeven geveninindede volgende volgende nummers. heet de de man mandie die :: Hoe heet 1. de de spijzen spijzen bereidt, bereidt, 2. 2. bloemen bloemen ininbroeikassen broeikassen kweekt, kweekt. 3. lood 3. lood smelt smelt en en verwerkt, verwerkt, 4. 4. touwen touwen maakt, maakt, 5. 5. ruiten ruiten inzet, inzet, 6. vogels of wild koopt en verkoopt, 7. straten plaveit, 8. hoef· 6. vogels koopt en verkoopt, 7. straten plaveit, 8. hoefijzers smeedt, 9. stoelmatten stoelmatten maakt maakt of of herstelt, herstelt, 10. 10.metselmetsel· ijzers smeedt, stenen de stenen.hakt, bakt,Il. 11. muren murenofof plafonds plafondsbezet, bezet,12. 12. de de tuin tuin of de hof verzorgt, verzorgt, 13. blik, 14. 14. rijrij.ofofvoertuigen voertuigein hof 13. werkt werkt in in wit blik, vervaardigt, 15. laarzen vervaardigt, vervaardigt, 16. 16. schoenen schoenen vervaardigt, 15. schoenen schoenen of laarzen of of laarzen laarzen herstelt, herstelt, 17. 17.koperen koperenvoorwerpen voorwerpenvervaardigt, vervaardigt, 18. schoorstenen 18. schoorstenen reinigt van roet? roet? 1. Koperslager. Koperslager. 2. 2. Glazenmaker. 3. Hoefsmid. 4. Bloemist. 5. Schoorsteenveger. Schoorsteenveger. 6. 6. Straatmaker, Straatmaker, plaveier. plaveier. 7.7. Lapper. 8. Kok. 5. 9. Hovenier, tuinier. 10. Wagenmaker. 11. Loodgieter. 12. Blik· 12. BlikHovenier, tuinier. 16. Touwslager, slager. 13. 13. Poelier. 14. Steenbakker. 15. 15. Stukadoor. 16. touwdraaier. 17. Schoenmaker. 18. Stoelenmaker, Stoelenmaker, -matter. Schoenmaker. 18.
180. Hoe Hoe heet heet de de man man die die : :
1. tonnen maakt, 2. in was was of klei klei een een voorwerp voorwerp of of wat wat ook ook I. tonnen nabootst, 3. in steen, steen, hout, hout, metalen, metalen, enz. enz. tekent tekent of offiguren figuren riabootst, 3. uitsluitend goederen goederenvervoert, vervoert, grift, 4. in een kraam verkoopt, 5. uitsluitend 6. een auto bestuurt, bestuurt, 7. met kar en en paard paard rijdt, rijdt, 8. 8. de de gasleiding gasleiding Je!!:t of herstelt, herstelt, 9. 9. voerman voerman is van van een een koets, koets, 10. 10.met metzekere zekere iegt stoffen dierenhuiden leer huis met met riet riet of of stoffen uit uit dierenhuiden leer bereidt, bereidt, 11. 11. een huis pannen dekt, dekt, 12. handelaar is juwelen, 13. 13. de de plannen plannen van van pannen 12. handelaar is in juwelen, gebouw ontwerpt de uitvoering uitvoering van van het het werk werk een gebouw ontwerpt en en tekent en de bestuurt, gouden en zilveren zilveren voorwerpen voorwerpen maakt maakt en en verver· bestuurt, 14. 14. gouden koopt, 15. koopt, 15. fijne fijne kasten kasten en en meubels meubels maakt, maakt, 16. 16. gelast gelast isis met met opmeten van van eigendommen, eigendommen, 17. 17. houten houten voorwerpen voorwerpen verver· het opmeten werkt, werkt, 18. laken en en andere andereInrollen wollen stoffen bereidt, bereidt, 19. 19. pelswerk pelswerk bereidt? 1. Vrachtrijder. Vrachtrijder. 2. 2. Boetseerder. Boetseerder. 3. 3. Kramer. Kramer. 4.4.Chauffeur. Chauffeur. fi. Kuiper. Kuiper. 6. 6. (Gas)fitter. (Gas)fitter. 7. 7. Dekker. Dekker. 8. 8. Juwelier. Juwelier. 9.9.Architect. Architect. 5. 10. Leerlooier. 11. 11. Goudsmid. Voerman. 13. 13. Landmeter. Goudsmid. 12. 12. Voerman. 10. Leerlooier.
— -— 136 13614. Graveerder graveur. 15. 15. Meubelmaker Meubelmaker of of schrijnwerker. schrijnwerker. Graveerder of of graveur. 16. Koetsier. Koetsier. 17. Bontwerker. 18. Timmerman. 16. Timmerman. 19. 19. Voller Voller of ofvolder. volder. Vervang de streepjes 181. Vervang streepjesdoor door een van de hier hiervolgende volgende van de woorden. woorden.
1. Kantonnier. 1. Kantonnier. 2. 2. Matroos. 3. Commies. 4. Kamenierster. 4. Kamenierster. 5. Automobilist. 5. Automobilist. 6. Gouverneur. Gouverneur. 7. 7. Vlieger, Vlieger, vliegenier, aviateur, piloot. 8. Schepeling. 9. Inspecteur. 10. Bruggeman of brugge10. Bruggeman wachter. 11. wachter. 11. Passagier. 12. Fietser. 13. Gouvernante. 14. Baan14. Baanwachter. Die op een fiets Die op een fiets rijden, ZIJn ; die een auto auto berijden, zijn —; die een zijn —, - , die een vliegmachine bestuurt, , een —, --, een --, bestuurt, is is een —, —.. De personen die die tot de de bemanning van behoren, van een schip behoren, noemt men —; noemt men ; die louter als als reizigers reizigers de de reis reismeemaken, meemaken, die louter zijn --; de aan boord boord van de schepen schepen het het scheeps. de zeelieden die aan scheepswerk verrichten, werk verrichten, heten draait de brug opeB —.. De -— of -— draait open voor de schepen. schepen. De -— is gelast gelast met met het het dagelijks dagelijks onderhoud onderhoud van de van de openbare openbare wegen. kamerjuffer die de dame dame helpt helpt wegen. De De kamerjuffer die de bij haar haar toilet, toilet, heet heet de de - .. de overweg bewaken en en de De - moet de overweg bewaken de hekken. hekken sluiten sluiten of of openmaken. Die of het hetmiddelmiddel. openmaken. Die toezicht toezicht houden houden over over het lager of baar onderwijs, onderwijs, noemen . In ons land heeft heeft de de Koning boar noemen we we —. In ons provincie zijn zijn vertegenwoordiger; vertegenwoordiger; we we noemen noemen hem hem de de elke provincie in elke ; die die naam naam geeft geeft men men ook ook aan aandedehuisonderwijzer, huisonderwijzer, die die —; gelast is met de de opvoeding opvoeding van de de kinkinin voorname families is met fanailies gelast deren. — - noemt noemt men mendedeinwonende inwonendehuisonderwijzeres huisonderwijzeres in deren. dienst bij een. een familie. belast met met het het iieffen heffen van van dienst familie. De De -— zijn zijn belast inin. en uitgaande rechten rechten aan aan de degrens. grens. —
—
182.
Woordenkeus. Woordenkeus.
De Europeaan. De Rus. De Zweed. De Noor (Noorwegen). De Deen (Denemarken). (Denemarken). De Engelsman, mv. Engelsen. Ellgehen. Schot (Schotland). (Schotland). De Schot De Ier Ier (Ierland). (Ierland). De Fransman, mv. Fransen. De Duitser. Duitser. De Piëmontees. Piëmontecs.
Beier. De Beier. De Bulgaar. eroaat. De Croaat. Dc Hongaar. Hongaar. De Saks, mv. mv. Saksen. Saksen. De Saks, Tsjecho-Slowaak. De Tsjecho-Slowaak. Pool of of Polak. Polak. De Pool Serviër. De Serviër. De Zwitser. Italiaan. De hall aan. Pers (Perzië). (Perzië). De Pers
stammen en bruin is het blad. De
-— 137 — De Siciliaan. De Turk. Turk. Griek. De Griek. Spanjaard. De Spanjaard. De Portugees. Portugees. De Aziaat. Aziaat. Arabier. De Arabier. Tartaar (Tartarije). (Tartarije). De Tartaar aplinner. De J apánner. De Australiër. Australiër. De Cyprioot. Cyprioot.
Indiaan (1). (l). De Indiaan De Indiër Indiër of Hindoe Hindoe (2). (2). De De Javaan Javaan (Java). De Afrikaan, Afrikaan, Afrikaander, Afrikaander, Mrikaner Afrikaner (3). (Algerië). De Algerijn (Algerië). Mexicaan. De Mexicaan. Colombiaan. De Colombiaan. Peruaan of of Peruviaan Peruviaan De Peruaan (Pero). (Peru).
183. devolgende volgende oefening de naam van het 183. Vervang Vervang in de van. het land door door die die van van de deinwoners. inwoners. -
—
Gebruik het het meervoud. meervoud.
Rusland kan verrijken door door zijn mijnen mijnen en en zijn zijnlandlandRusland kan zich zich verrijken bouw. Turkije Turkije isisdede Mohammedaanseeredienst erediensttoegedaan. toegedaan. bouw. Mohammedaanse Spanje heeft heeftprachtige prachtigehoog,vlakten, hoogvlakten,Portugal Portugalsmakelijke smakelijkewijnen, wijnen, Zwitserland laatste ooroorZwitserlandschilderachtige schilderachtigelandschappen. landschappen.InIn de de laatste vertegenwoordigers van werelddelcn in in het het log stonden vertegenwoordigers van de de vijf vijf werelddelen strijdperk Europa, Azië, Azië, Afrika, Afrika, Amerika, Amerika, Australië. Australië. BulBulstrijdperk : Europa, garije nam wapens op en streed streed aan aan de de zijde zijde van vanDuitsDuitsgarije nam de de wapens op en land. Noorwegen, Noorwegen, Zweden Zweden en en Denemarken Denemarken krijgen krijgen vreselijk vreselijk land. etrenge winters. Werd Werd Polen. Polen werkelijk werkelijk verdrukt verdrukt door door DuitsDuitsstrenge winters. land? Hoe Hoe verschillen verschillen de de zeden zeden van van Japan Japan met met die die van vanChina! China! land? De verwikkelingen verwikkelingen tussen tussen Servië Servië en en Oostenrijk Oostenrijk gaven gaven aanaanhet uitbreken uitbreken van van een een wereldoorlog. wereldoorlog. Peru Peru bezit bezit ved veel leiding tot het zich van van Oostenrijk Oostenrijk afgescheiden. afgescheiden. zilvermijnen. Hongarije heeft zich Australië koos partij voor voor Engeland. Engeland. Perzië Perziëgenoot genootvétir vóórduizenduizenden jaren een een hoge hoge beschaving. beschaving. Ierland Ierlandwerd werdzwaar zwaarverdrukt verdrukt den jaren door zo machtige machtige Engeland. Engeland. Java Java wordt wordt somwijlen somwijlen gegedoor het zo teisterd door de devuurspuwende vuurspuwendebergen. bergen.Tsjecho-Slowakije Tsjecho.Slowakije teisterd door (Slowakië), Colombië Colombië en Algerië Algerië mogen mogen bogen bogen op op rijke rijke mijnen. mijnen. Arabië levert ons ons wierook. wierook. Leopold Leopold de de Tweede Tweede heeft heeft veel veel Arabië levert gewerkt beschaving van van Afrika. Afrika. gewerkt voor voor de beschaving volgende plaatsnamen 184. van de de volgende plaatsnamen de naam naam van van de de Vorm van 184. Vorm inwoners door toevoeging van « aar» bij groep 1, « naar» bij aar >> bij « >> bij groep « naar toevoeging van inwoners groep 2, « enaar » bij 3,« er» bij 4,. op groep 5. bij 4. — Let op groep >> bij 3, << er » 4t groep bewoner van van Noord-Amerika, Noord-Amerika, Roodhuid. Roodhuid. (1) Oorspronkelijk bewoner (2) Inboorling van van Hindostan Hlndostan of ofV66r-Indié. VMr-Indië. persoon In Afrikaander of Afrikaner :: in in of of uit uit Afrika. Afrika.- - Afrikaander (3) Afrikaan :: persoon Afrika geboren geboren blanke, blanke, afstammeling afstammeling van van ouders ouders van vanEuropese Europese oorsprong. oorsprong. Afrika
6 S. T. B. B. S. T.
-- 138 138 -1. Antwerpen. Namen. Keulen. Sint Sint TruiTrui. Antwerpen. Leuven. Leuven. Brussel. Brussel. Namen. (d)en. Tongeren Tongeren (1). Lokeren Lokeren (1). Mechelen Mechelen (1). (1). Hasselt Hasselt (2). (2). Londen. Vroenhoven. Vroenhoven. Drongen. Drongen. Rummen. Rummen. Londen.
2. Oostende. Oostende. Tielrode. Vilvoorde. Ronse. Ronse. Overmere. Overmere. Tielrode. Ninove. Vilvoorde. 3. Lier. Gent. Luik. Maastricht. (Het (HetLand Land Lier. G-ent. Luik. Tielt. Tielt. Turnhout. Maastricht. van Waas.). Maaseik. Aalst. van Waas). Maaseik. Aalst. (3).Haspengouw. Haspengouw. Luxemburg. Luxemburg. RotterRotter. 4. Henegouw. Brabant (3). dam. Haarlem. dam. Haarlem. Hamburg. Hamburg. 5. of Bruggenaars. Bruggenaars. Ieperlingen. Ieperlingen.Kortrijkers. Kortrijkere. Bruggelingen of 5. Bruggelingen Romeinen. Venetianen. Romeinen. Venetianen. Genuezen. Genuezen. Napolitanen. Napolitanen.Madrilenen. Madrilenen.
185. Plaats Plaats de volgende volgende zinnen zinnen inineen eenomgezette omgezette woord. woordschikking, -- doe doehet hetcursieve cursieveuitkomen. uitkomen. schikking,
1. Hij zeldengoed. goed.- - 2. 1. Hij maakt zijn Franse Franse thema thema zelden 2. Hij Hij ver.- maakt ruzie. - - 3. liep wel tien tien kuizen huizen te te ver. 3. Hij liep maakt altijd ruzie. krijgen herhalingen herhalingen genoeg. genoeg. - - 5.5.Ge Gekomt komt hier hier niet niet 4. We We krijgen 4. om te overal wat. 7. Dat Dat is niet niet mooi om te luieren. luieren.-- 6. Ge hoort overal wat.-- 7. 9. Ik van u. Vaderdrinkt drinkt liefst liefst rooie rooie wijn. Ik vind vind wijn.-- 9. van u. - 8.8.Vader boek. -- 10. « Robinson Crusoë aardig boek. 10.11( Ik krijg krijg mijn mijn ververCrusa "x. een aardig loren geld nooit nooit terug. Il.Die Diegeluksvogel geluksvogel gooide gooide weer weer de ioren geld terug. -- 11. meeste vrolijkemensen. mensen. 12. We We houden veel van vrolijke meeste kegels kegels om. om.-- 12. 13.We Weleerden leerden eerst eerst de tiendelige breuken, breuken, daarna daarna de de de tiendelige - 13. stoppen.-- 15. gewone. 14. Ik Ik zal zalhem hem wel wel de mond mond stoppen. 15.Het Hetwas was gewone.-- 14. eigen werk werk niet. niet. -- 16. 16.Hij Hijdoorzocht doorzocht de kast kast van boven tot uw eigen beneden. -- 17. 17.Die Dieslokkerd slokkerd at at een half half brood brood op. op. -- 18. 18. Ik Ik beneden. zal hem de bol wassen. wassen. 19. Ik zie zie de de wijde wijde hemel hemel 19. Ik de bol zal hem boven 20. Hij Hij sloeg sloeg het hele hele ding ding in gruizelementen. gruizelementen. bovenwe. we.- - 20. -
(1) weg. (1) En Erz valt valt weg. (2) T valt weg. (2) T valt
(3) Ook Brabander. Brabander. (3)
De Dieren 186.
Zomerochtend.
Van lieve tafereel tafereel zien zien van van een een Van mijn mijn slaapkamer slaapkamerkon konik ik het het lieve zomerochtend op op een Deense hoeve. Wat jolig leven! leven! De De hanen banen kraaiden kraaiden luidop luidop in in de de eerste eerste Wat een een jolig stilte van op op hun hun roest roest (1). (1). De Dekippen kippen kakelden kakelden druk dmk in in hun hun stilte van torenhokje midden werf, traden met voorzichtige stap de midden de werf, stap de sporten af af van laddertje, sprongen sprongen dan dan fladderend sporten van 't laddertje, fladderend naar naar beneden, na de deandere, andere, en endreven drevenininlevendig-taterende levendig-taterende beneden, de de ene na benden huisdeur. Op de nok nok van van het hethuisdak huisdak zaten zaten benden naar naar de de huisdeur. Op de duiven met sleepstaarten sleep staarten te te kirren. kirren. Een Eentroepje troepjedonkerbruine donkerbruine duiven met eenden het water water van van de de wal, wal,ganzen ganzenschreeuwden schreeuwden eenden plonsden plonsden in in het schril, en bij bij het het beluik beluik van van de de moestuin moestuin stond stond een een pauw pauw tete schril, en roepen. In In hun roepen. hun stallen stallen hinnikten hinnikten de de driftige driftige paarden paarden en en lieten lieten nu en dan dan hun hun hoeven hoeven neerbonzen neerbonzen op de stenen stenen vloer. vloer. De De nu en op de loeiden dooreen, dooreen, en en in in hun hun koten koten knorden knorden de devarkens. varkens. koeien koeien loeiden De hofhonden jankten jankten hongerig hongerig en en sprongen sprongen ongeduldig, ongeduldig, met met De hofhonden luid kettinggerammel, kettinggerammel, op. op. Dan kwam Dan kwam de de boerendochter een grote grote zeef, zeef, smeet smeet er er boerendochter met met een een zwaai zwaai als als van van een een pastoor pastoor die diewijwater wijwater 't graan graan uit uit met met een werpt vóór hoogmis, en al al het het gevogelte gevogelte kwam kwam toegetrippeld, toegetrippeld, v66r de de hoogmis, toegefladderd en toegevlogen. Knechten Knechten en meiden meiden droegen droegen de de toegefladderd en toegevlogen. emmers vol melk melk naar naar de de nevenstaande nevenstaande melmelglimmende, tinnen glimmende, tinnen emmers kerij; daar daar vielen de de draaiende draaiende tonnen tonnen aan aan 't klotsen, klotsen, de de jachtjachtkerij; wielen ronkten, ronkten, en de witte witte stoom stoom hijgde hijgde met metkorte kortesnokjes snokjes wielen en de naar naar buiten. buiten. (Arth. Coussens :: Pennetrekken Permetrekken uit Denemarken). Denemarken). (Arth. « Zomerochtend» » een beschrijving. beschrijving. Het stukje Zomerochtend is is een Duid eerst eerst aan aan de juist juistgekozen gekozenwerkwoorden; werlcwoorden;geef geef daarna daarna de goed goedgekozen gekozenadjectieven; adjectieven;teken teken aan nauw-bepaalde op de aan de de nauw-bepaalde zelfstandigenaamwoorden. naamwoorden. zelistandige
BESCHRIJVING. DE BESCHRIJVING. 187. Om Om goed goed te beschrijven heschrijven moet moet men men :
1° 10 Goed kunnen kunnen waarnemen waarnemenen en 2° 20 het waargenomene waargenomeneaanschouwelijk aanschouwelijkweergeven. weergeven. (1) (1) De (m.) (m.) of het roest roest :: lat latwaarop waarop de dehoenders hoenders slapen slapen in inhet hethoenderhoenderhok.
— — - 140 140- Aanschouwelijk Aanschouwelijk beschrijven is iets iets op op zo'n zo'n treffende treffende N.B. — wijze weergeven, weergeven, dat lezer het het schijnbaar schijnbaar voor voor zijn zijn ogen ogen wijze dat de lezer gebeuren. ziet gebeuren. hetvolgende volgende stukje stukje : Lees het
eekhoorn. De eekhoorn. Daar hoog hoog op de de boom, boom, in ineen eenstevige stevigemik, mik,heeft heeft slimme dede slimme Daar eekhoorn zijn nest nestgebouwd. gebouwd. «« Pluim Pluim »» loopt loopt niet niet weg weg uit uithet het eekhoorn bos, want want de de winter wintermoet moethij hijniet niet vrezen. Een echt kasteel, bos, vrezen. Een echt kasteel, datdat nest, ze• zó breed en Het en z6 zó diep diep en en met met een eendichte dichtekap kapererover. over. Het nest, is er er zo zo warm, warm,het hetregent regenterernooit nooitbinnen binnenenen zotste wind is de de zotste wind krijgt het hetniet nietlos. los. Pluim is wat wat fier fier op op zijn zijn nest! Hij Hij heeft heeft er erook ook krijgt hard acuz aan gezwoegd. gezwoegd. Zoveel Zoveel dagen heeft hij hij moeten moeten rondspringen rondspringen hard het bos bosop opzoek zoeknaar naartakken, takken, doorns doorns en ander ander bouwmateriaal. bouwmateriaal. in het En zo zo dikwijls dikwijls moest moest hij op op en en af afdedeboom. boom. Oef Oef/I ... Om Om er er bij bij En te vallenl vallen/ neer te heeft een een grote grote kelder kelder in inzijn zijnnest nestenendaar daar droeg Pluim heeft Pluim droeg hijhij een hele hele voorraad voorraadbijeen bijeen : hazelhazel- en en beukenoten, beukenoten, eikels, eikels, kaseen tanjes zaadjes, genoeg genoeg voor voor de ganse ganse winter. winter. Zijn Zijn kelder isis tanjes en zaadjes, vol, dat dat ererniets nietsmeer meerbijbijkan. kan. zo vol, houdt hij hijopopmet met knabbelen. Hij spitst zijn zijn oortjes oortjesenen Plots houdt Plots knabbelen. begint onrustig onrustig met metzijn zijn staart staart te tviegen. wiegen. Pluim Pluim hoort hoort iets. iets. Er Er zijn mensen mensen in in het hetbos. bos. Hij hoort hoort ze ze praten. praten. Daar Daar zijn zijnzeze : zijn blifven onder de half dozijn met lange stokken. Ze Ze blijven de een half dozijn jongens met kijkennaar naarPluim. Pluim. Deze betrouwt debengels bengelsniet niet staan en en ze zekijken betrouwt de boom staan hijeen eenpaar paartakken takkenhoger. hoger. wipt hij en dadelijk dadelijk wipt L. Op de de Beek. Beek. L. Op waargenomen: Ga heeft waargenomen: Ga eens eens na, na, hoe de schrijver nauwlettend heeft Waar - Hoe ziet ziet het het er er uit? uit?— - Hoe Hoevindt vindtPluim Pluim Waar zit zit het het nest? nest? — zijn woning? — - Waarom Waarom waardeert waardeert hij nest? — - Wat Wat bergt bergt hij zijn nest? dat nest? dat nest? Waardoor stukje aanschouweliJk? aanschouwelijk? Waardoor isis dit stukje
188. 1.
2.
De reuzeschildpad. De reuzeschildpad.
Een paar uur uur na na middernacht, middernacht, kwam kwam er, op op enkele enkele passen passen Een paar beweging in in het van oever, een een lichte beweging het water; water; toen teenverrees verrees van. de de oever, kop boven met een zwak zwak geplons geplons een een grote, slangachtige slangachtige kop boven de de met een oppervlakte. op p ervl akte. deze kop langzaam Een paar minuten minuten lang lang zwaaide langzaam heen heen zwaaide deze Een paar kraalogen oplettend en weer, terwijl terwijl twee glimmende oplettend de de glimmende kraalogen en weer, het dier sperde het oever onderzochten. Toen Toen sperde dier een grote grote bek bek met met oever onderzochten.
- 141 141— — tandeloze kaken kaken open een luid luid gesis gesis horen; horen; de de kop kop open en en liet liet een naderde kust, verrees verrees hoger hoger en en hoger, hoger, totdat totdat het het water water naderde de de kust, uiteenweek uiteenweek en een massief, bruinachtig, bruinachtig, koepelvormig koepelvormig lichaam druipend druipend en glimmend glimmend aan stapte. aan wal stapte. 3. 3. Het was was een een groot groot exemplaar exemplaar van de de «« groene groene »»schildpad. schildpad. Ze was was een ware ware koningin koningin van van haar haar stam; stam; ze ze had had een een lengte lengte Ze van een anderhalve anderhalve meter meter en haar haar groot groot lichaam Jichaam moet moet met met de de van schaal 250 kilo kilo hebben hebbengewogen. gewogen. schaal een 250 4. 4. Zodra Zodra zij zij zich zich aan aan land land gehesen had, had, bleef bleef de de schildpad Iilchildpad staan staan en en opnieuw opnieuw dwaalden dwaalden haar scherp-onderzoekende scherp-onderzoekende ogen langs het gehele gehele strand. strand. Nadat Nadat zij er er zich zichvan vanhad hadovertuigd, overtuigd, langs dat er geen geen gevaar gevaar dreigde, dreigde, begon zij haar haar proppig, proppig, waggelend. waggelend, zwaar grond te te slepen slepen in de de richting richting van van zwaar lichaam lichaam over over de grond droge zand voorbij de de hoogwaterlijn, hoogwaterlijn, dat dat zij zij te te voren voren het losse, droge al talrijke talrijko keren keren had had bezocht bezoeht om om er er haar haar eieren eieren te teleggen. leggen. al Terwijl zo met met slepende rukken rukken voorttrok, lieten ha,ar haar voorttrok, lieten Terwijl zij zij zo zware vinpoten vinpoten brede brede sporen sporen in het het zand zand achter. achter. zware kostelijke eieren! eieren! Schildpadeieren Schildpadeieren hebben hebbenongeveer ongeveer de Die kostelijke vorm de omvang omvang van van biljartballen biljartballen en en ze zezijn zijnzeer zeersmakesmakevorm en de lijk. Menig schipbreukeling sehipbreukeling isis door van de de lijk. Menig door deze deze eieren eieren al al van hongerdood gered. gered. hongerdood (Ontleend.) (Ontleend.) 189. 1. Ga Ga na na in in alinea alinea 1, 1, hoe hoede deschrijver schrijver heeft heeftwaar. waar~ 189. 1. genomen met hoe met met het het gehoor. gehoor. Hoe Hoe duidt duidt genomen met het het gezicht; gezicht; -— hoe hij nauwkeurig de plaats aan? aan? Let er er op, op, hoe hoe de de hij nauwkeurig de tijd tijd en en de plaats cursieve woorden nauwkeurig nauwkeurig de zaken zaken bepalen. bepalen. cursieve woorden 2. Onderzoek niets ontgaat ontgaat de schrijver schrijver :: wat wat Onderzoekalinea alinea 2,2, -— niets merkt kop, -— wat wat van van de de ogen, ogen, — - wat wat van van de de merkt hij hij van van de de kop, bek en van van het het lichaam? lichaam? Welke Welke bewegingen bewegingen ziet het dier dier bek ziet hij het verrichten? Hoe heeft heeft hij hijook ookmet methet hetgehoor gehoorwaargenomen? waargenomen? verrichten? Ga even hoe de de cursieve cursieve woorden woorden alles alles nauw nauw bepalen. bepalen. Ga even na, hoe 3. Hoe kunt ge ge in in alinea alinea 33opmerken, opmerken, dat datde deschrijvcr schrijvernauwnauwlettend die die schildpad schildpad heeft heeftnagegaan? nagegaan? lettend 4. Ga in alinea alinea4,4,welke welkeverschillende verschillende bewegingen bewegingen de de Ga na in schrijver op, hoe hoe de decursieve cursieve schrijver heeft heeft opgemerkt. opgemerkt.Let Leter er op, woorden die die bewegingen bewegingeu nauwkeurig nauwkeurig aanduiden. aanduiden. woorden geeftde de schrijver schrijver op op van 5. Welke Welke bijzonderheden bijzonderheden geeft van de de schildpadeieren schildpadeieren ??
-142 — 142 — 6. Duid aan aan in 1. 2 en 44 de de goed goed gekozen gekozen bijvoeglijke bijvoeglijke in alinea 1, 6. Duid naamwoorden en de fijn naamwoorden en fijn gekozen gekozenwerkwoorden. werkwoorden.
Waxmeer men een groat - Wanneer groot geheel geheel beschrijven heschrijven moet waarin waarin dient men men een eenkeus keus zeer verschillende zaken zijn bijeengebracht, dient te doen hoofdzaken of de doen:: de de hoofdzaken de grote delen delen zal men opgeven, opgeven; het voornaamste voornaamste of hetgeen hetgeen opvalt opvalt tekent tekent men men aan aan met met een een kenmerkende kl'Jnmerkende trek trek en van van het het overige overige vermeldt vermeldt men men een een en en ander, zodat lezer een een algemene .algemene indruk indruk krijgt krijgt van van het het ander, zodat de de lezer geheel. Lees beschrijving Lees het het volgende volgende stukje, stukje,— - het hetis iseen een beschrijving van een een geheel.
190.
Bezoek aan aan de Bezoek de zoö. Zoö.
Piet en en zijn zijn broer broer Jan Jan brachten brachten een bezoek aan aan de dedierentuin dierentuin een bezoek Het werd werd een feest, feest, die die gang gang door door het dierenpark. dierenpark. Eerst langs langs het het apenhuis apenhuis met met Eerst soorten van van die die speelse speelse tientallen soorten viervoeters, kleine kleine en grote. De De en grote. viervoeters, malle fratsen fratsen van van de deapenhuisapenhuis' malle ontlokten de de bewonbewon· bewoners ontlokten derende kwamen ze in in de de derende jongens jongens menige menige schaterlach. schaterlach. -— Toen kwamen roofdierengalerij met haar luipaarden luipaarden en en panters, panters, haar haar grimgrim. roofdierengalerij met haar fonkel.ogende, fiere leeuwen, haar poema's poema's (1), (1), mige tijgers en fonkel-ogende, jaguars (2), en en — - ja, ja, wat wat zag zag je je er er al al niet! niet! jaguars een volgend volgend gebouwtje gebouwtje vonden vonden ze ze twee twee olifanten. olifanten. Wat Wat In een een beesten! Maar Maar echt goedig goedig zagen zagen ze ze er er uit. uit. De Deene enewas waspas pas nieuwe en je je kon kon wel wel zien, zien, dat dathij hijaan aanzijn zijnomgeving omgevingnog nog een nieuwe gewend was. dat was was enig enig om om te tezien. zien. niet gewend was. Maar Maar die die andere andere :: dat oppasser gaf mondharmonika in zijn zijn slurf slurfen endaar daar De oppasser gaf hem een mondharmonika begon me die die dikhuid dikhuid warempel warempel heel heelernstig ernstigtetemusiceren. musiceren. begon me Alleen klonk wel een een beetje beetje vals. vals. Als Als zijn zijn deuntje deuntje uit uit Alleen klonk het het wel was, nam oppasser het instrument instrument weer ons olifantje olifantje was, nam de de oppasser weer weg en ons stak zijn slurf slurf door door de de tralies tralies om om de decenten centenininontvangst ontvangst tete stak nemen. hij z45 zó maar dan bracht bracht nemen. Die zoog hij maar van van je je hand weg en dan hij ze ze netjes netjes naar naar zijn zijn spaarpot spaarpot achter achter in in de de kooi, kooi,waarna waarna hij hij met zijn slurf een ruk ruk gaf gaf aan aan een een grote grote bel bel die die daar daar hing. hing. met (1) de leeuw leeuw gelijkend, gelijkend, doch doch kleiner kleiner en enmaanloos maanloosroodgeel roodgeel Op de (1) Poema Poema m. :: Op of roodbruin roodbruin katachtig katacbtlg roofdier. roofdier. (2) Jaguar :: Zuidamerikaans Zuidamerikaans op tijger gelijkend gelijkend roofdier. roofdier. op de de tijger (2) Jaguar
— — - 143 143Prachtig! » vonden vonden de jongens -en ze zehadden hadden er erspijt SPIJt z
door door Th. Th. Alberma. Alberma. 191. 1. 1. Onder Onder de de vele dieren dieren die men men zien zien kan kan in in een een zoo, vermeldt de schrijver er slechts slechts enige, enige, de de meest meestopvallende; opvallende; vermeldt de schrijver dat? welke zijn dat? geeft hij alleen Van sommige sommige geeft alleen de de naam naam op; op; — - van vanwelke? welke? 2. Van Van andere geeft geeft hij hij bij bijde denaam naameen eenkenmerkend kenmerkendbijvoegbijvoeg~ Van andere lijk naamwoord, naamwoord, — - duid duid dat dat aan. aan. 3. Van Van een drietal vertelt ons meerder meerd€r~bijzonderheden; bijzonderheden; een drietal vertelt hij hij ons wat zegt hij er er van? van? wat zegt 4. Om ons de indruk indruk van van het het geheel geheel ook ook weer weer tetegeven, geven, Om ons vermeldt hij hij nog vermeldt nog aan aan het het einde einde een een hele hele groep, groep, met met een een zeer zeer algemene Wat had hij nog nog gezien? gezien? algemene naam naam :: Wat 5. Met algemene indruk. indruk eindigt hij zijn zijn beschrijving? beschrijving? Met welke algemene
STUDIE VAN EEN EEN LEESSTUK. STUDIE VAN bladzij ,1.59, ,359, tÜ~ 192. Lees uw «g Zllid en Noord ", op bladzij Noord », Zuid en Lees in uw V elde. beschrijving van Kop Kop"» door Anton Anton Van Van de de Velde. beschrijving g« De kroning van
1. Des am e n s teil i n g • De samenstelling. In dit stuk stuk vinden vinden we we vier vier gedeelten gedeelten : In dit het Ie de kroning kroning voorafOng; voorafging; wat de le : wat het 2" eigenlijke kroning; kroning; de eigenlijke 2e de
— 144 — -144 3" het 3e het 4e 4"
optocht naar naar het het vorstelijk vorstelijkverblijf; verblijf; de optocht begroeting van van de deafgevaardigden. afgevaardigden. de begroeting
In het het verhaal verhaal onderscheiden onderscheiden we we een een aantal aantal momenten momenten : a) Het Het wakker wakker worden worden van van Kop Kop;; b) b) het hettetevoorschijn voorschijntreden treden de te-kronen-koning te-kronen-koning en. en de de le Ie serenade; serenade; c) de de reactie reactie bij bij van de Kop en bij bij het het publiek; publiek; d) d)de dekroning kroningdoor doorde demagere magereschimschimmel en toespraak afgevaardigde en de de feestrede; feestrede; e)e)dede toespraakvan vandede afgevaardigde van de koeien koeien en en de de toereiking toereiking van van de de scepter; scepter; f) het hetopopvan stappen in de stoet stoet naar naar het het vorstelijk vorstelijk verblijf; verblijf; g) g) de deultraultrastappen in de korte rede rede van Kop; Kop; h) h)dedeontvangst ontvangstvan vande deafgevaardigden; afgevaardigden; korte de afwijzing afwijzing van van de de trage trage schildpad; schildpad; en j) de deslaap slaapvan van i) de en j) Kop te midden midden van van zijn zijn koninklijke koninklijke insignes. insignes. uitdrukking ofofinkleding. inkleding. 2. De uitdrukking - Onderzoek Onderzoek het het le Ie gedeelte gedeelte en a) de de en duid duiderer in in aan aan :: a) — bijzonder goed gekozen adjectieven, fijn gekozen gekozen bijbijbijzonder goed gekozen adjectieven,b) b) de fijn woorden en degoed goedgekozen gekozenwerkwoorden. werkwoorden. woorden en c) de het 2" 2° gedeelte gedeelte : duid Onderzoek het duid hier hier aan aan de de leuke leuke gezeg-— Onderzoek den of uitdrukkingen uitdrukkingen en de de lollige lolligevoorstellingen. voorstellingen. ~ Het 3e 3e gedeelte gedeelte :: waardoor waardoor is die die stoet stoet grappig grappig en en ooroor— spronkelijk voorgesteld? voorgesteld? -— Onderzoek hoe weinig vorstelijk vorstelijk was was het Onderzoek het het 4· 4° gedeelte: gedeelte : hoe neervlijen van van de ezel ezel en en zijn zijn slapen? slapen ? zich neervlijen de grote grote afwisseling afwislileling aan aan van van de de zinnen. zinnen. Duid de
GELEIDE OEFENING.
De en de de Hagedis. Hagedis. De Vos en
193.
Een hagedis schoof door door het het heidekruid. heidekruid. Een hagedis Ze had dorst. dorst. Kon Kon ze ze nu nu de devijver vijvermaar maar Ze had vinden! Daar zag ze riet wiegelen. En bij vinden! Daar zag ze altijd water. Die kant riet was altijd water. Die kant dus dus uit! uit! Voorzichtig! Want overal overal loerden loerden vijanden. Voorzichtig! Want Zie je wèl! Zie wèl! Daar Daar zat zat warempel warempel haar haar doodsdoodsvijand, De roodpels roodpels kwam kwam vijand, de de vos! vos! Vreemd! De niet van plaats! van zijn plaats! « Blij je zien, vriend vriend hagedis! je te te te zien, hagedis!Ik Ik zat zat juist juist op op je ie te kussen van wachten! Je moet weten, weten, ik heb een een doorn doorn in in het kussen Je moet
\"1
— 145 — -145 mijn voet gesprongen. Wil jij dat nare ding voor me me uitding er voor halen? »» 1 Van dorens heb ik weinig WeInIg verstand, heer! antwoordde « heb ik de hagedis. Laat uw vriend vriend het het bontkonijn het het liever liever proproLaat uw beren! Die Die heeft heeftscherpere scherpere tanden dan ik! »» beren! tanden dan « Maar Maar ik kan mijn mijn v-riend vriend het bontkonijn niet gaart gaan halen! heb maar maar drie drie benen tot miin mijll beschikking! beschikking! Al twee twee dagen Ik heb dorst! >>» hier en en ik ikverga verga van van honger honger en en dorst! zit ik hier eon stukje verder Toen de hagedis hagedis dit dit hoorde, ging ze ze noc, nog een Toen achteruit! « teemde de vos. « Je schijnt me slecht te vertrouwen! vertrouwen! teenide Weet je je dan niet, dat dat mijn mijn hart hart vol vol is is van van vriendschap Weet » voor voor je? je? » « Dat « het juist, juist, heer! heer! Uw Uw hart hart is is vol, maar uw maag is maar uw Dat is het leeg! Het Het beste beste met met uw uw voet! voet!>>» leeg! De hagedis hagedis maakte dat ze wegkwam. wegkwam. Lees nog eens het stukje De vos enen dede hagedis », », eens aandachtig aandachtig het « De vos hagedis en geef het dan, levendig levendig en op uw uw manier manier weer. weer.
OPSTELLEN.
1. EEN HELE HELEPATERNOSTER PATERNOSTER WEG! - Als Black, onze onze 1. MET EEN Als Black, hond, zag om om een hond, een een kans kans zag een lap vlees vlees weg weg te te happen, happen, liet liet hij hij na. Een Een paar paar weken weken geleden geleden zag hij hij de de deur deur van van onze onze het niet na. buur, slager, op de de icier kier openstaan. openstaan. Wat Wat rook rook het het daar da3.l' buur, de de slager, lekker! Opeens Opeens schoot hij de dewinkel winkelbirmen. binnen. Eensklaps Eensklaps vloog vloog lekker! een klomp klomp naar naar buiten buiten en en een een poos pooslater laterstormde stormde Black Black naar naar buiten met... een een hele helepaternoster paternoster bloedworst bloedworst in zijn zijn muil! muil! buiten -
DIE KRAAIER KRAAIER BUITEN! BUITEN! - Moeder de hoogMoeder was was op op de 2. MET DIE dag van Sinksen op reis gegaan gegaan en ik ik was was met met kleine kleine broer broernaar naar het lof lof getrokken. getrokken. Als Als de dekleine kleinetateraar tateraarmaar maar zijn snater het hield!. preek begon. begon. Dt•nders, Donders, de de kleine kleine baas baas werd werd hield!.... . De Die preek lastig; begon hij lichtjes lichtjes te wenen, wenen, -— een paar ogeneen paar lastig, eerst begon kon ik ik hem hem paaien, paaien, m,aar maar eensklaps eensklaps zette een blikken kon zette hij een keel op, op, dat dat heel heel de dekerk kerkopschrikte. opschrikte. Ik Ik zag zag de desuisse suisse achter achter mij, boos. «Met die kraaier kraaier buiten! buiten! »2. beet me toe. toe. Met die beet hij hij me mij, boos. Beschaamd trok naar buiten! buiten! Beschaamd trok ik naar -
-— 146 146— 194. Enkele Enkele bijzondere stijlregeltjes.
Leer de beweging en 1° Leer de beweging de houding en de handing weergeven; weergeven, kies het 2° kies het treffende treffende woord; woord, 3° gebruik frisse beeldspraak beeldspraal, en oorspronkelijhe oorspronkelijke vergelijkingen. vergelijkingen.
I) heweging en en de de houding weergeven. 1) Leer Leer de de beweging houding weergeven. Vergelijk de 196. Vergelijle de nevens nevenselkaar elkaar staande opstelletjes en duid hoe in het un, het ene enestukje stukjestaeds steedsdede beweging en de houdinf! houding awn, hoe warden weergegeven. worden weergegeven.
De blinde. blinde. Ginder over Ginder over de de steenweg steenweg stapt een enkele man, -— heel alleen, — - zijn zijn kleding kleding is kleuralleen, zijn, half aarde, zijn loos als als de de aarde, loos doorzakte benen stuiken (1) doorzakte benen met de de voeten tegen de de stenen; zijn zi'jR rug is gebogen en zijn kop aan de de uitgestrekte uitgestrekte hals, hals, staat aan met de kin kin vooruitgestoken. met
Ginder de steenweg steenweg Ginder over over de gaat een man man alleen; alleen; zijn zijn klegaat een ding kleurloos als als de de aarde; aarde; ding is kleurloos benen slepen slepen zijn zijn zijn slappe slappe benen vermoeide voeten voeten over de vermoeide over de hij heeft heeft een een gebogen steenweg; hij rug, een een hoofd hoofd met met vooruitrug, een lange lange hals. hal... stekende kin en een
de rechterhand rechterhand houdt houdt hij In de hij de wMrmede hij de stede stok, waarmede nen betast hij gaat; pat; betast waarover waarover hij bij bij de de linkerhand linkerhand wordt wordt hij hij voortgetrokken voortgetrokken door een een touw, waaraan waaraan een een vaal vaal hondje hondje ge-
J n zijn rechterhand draagt In hij een een stok, stok, in in zijn zijn linker linker hij heeft hij hij een een touw, touw,waaraan waaraan heeft een hondje hondje is is gebonden gebonden dat dat een vóór hem uitloopt. hem uitloopt. v66r
spannen is en en neerstig neersti~ voorop 'Voorop stud. st3.;lDt. Wat is er schrikwekkends schrikwekkends Wat is er aan aan die die grote tr0te gestalte gestalte op op de de koge ko:g.c weg? weg? Wat Wat is er er dat slaat met ~t ontroering, ollltroering, als als was was er er op sp (t')
Sto1ell. Stoten.
er benauwends aan Wat is er grote gestalte gestalte op op die die hoge hoge die grote Wat is er er dat dat u ontroert, ontroert, weg? Wat al!! was was or l~r op op de ne stond stond een een als
— 147 — -147 stond een eenramp rampgebeurd? gebeurd? de stond Zijn omhoogstarend omhoogstarend wezen zit zit Zijn )nder de de grote grote bek bek gedogedo3nder ken van van zijn zijn muts, opdat dat ken muts,- - op gelaat staat staat de de angst angst en en over over gelaat zijn gestalte gestalte leeft leeft de deramprampheel zijn zaligheid. Zijn Zijn verschijning verschijning zaligheid. geeft een doodt alle alle creeft een schrik schrik en doodt vreugd in in 't't ronde, ronde, want want zijn zijn vreugd zijn dood. ogen zijn Het licht licht kent kent Hij ziet niets. niets. Het Hij niet! hij niet! Stijn Streuvels. Slreuvels. Stijn
ramp ramp gebeurd? gebeurd? Zijn Zijn opgeheven opgeheven wezen wezen isisverborgen verhorgen onder onder de lange klep van van zijn zijn muts, muts, lange klep op dat dat gelaat gelaat ziet ziet ge ge angst angst en en over over heel heel zijn zijn gestalte gestaIte ligt ligt de
rampzaligheid. rampzaligheid. Hem Hem zien geeft geeft een schrik schrik en en neemt neemtalle allevreugd vreugd weg weg in in 't't ronde, ronde, want want hij hij isis blind. Hij Hij ziet ziet niets. niets. Hij Hij ontwaart ontwaart het het licht licht niet! niet!
197. 1.97. het treffende treffende woord. 2) Kies het Een woord woord dat dat opvallend opvallend aanschouwelijk aanschouwelijk iets weergeeft, weergeeft, Een een treffend treffendwoord. woord. is een h. Ergens kraakt een deurke deurke open. V. b. kraakt er een Snor, de grote grote kater, kater, komt komtopopstijve stijve poten poten aantrippelen,. aantrippelen. Snor, noot pofte pofte hij hij zijn zijn tvangen wangen in in zijn zijnmag.er magèr Bij iedere iedere noot ivaren. gezicht zo dik op, alsof ze van gomelastiek gomelastiek lvaren. gezicht zo dik op, Koning. Daar de ster, ster, vingerwijsde Zwarte Koning. vingerwijsde de Zwarte Daar is de
Duid in de de volgende alinea alinea de treffende treffendewoorden woordenaan. aan. Zo licht als een engeltje, op onzichtbare vleugels, kwam Zo licht als een engeltje, op onzichtbare vleugels, kwam Sooike de kerk kerk uitgezweefd. uitgezweefd. Het avondde reeds de stille stille Sooike de Het avondde reeds en en de duisternis hemel en en doezelde doezelde wattig wattig de de duisternis zijpelde zijpelde neer neer uit uit de hemel Hier en daar hoeken lijnen weg. Hier daar sterde sterde reeds reeds een een straatstraathoeken en lijnen lantaarn geelgroenig vlekkend, vlekkend, licht licht purper purper omkranst, omkranst, lantaarn open, open, geelgroenig triestig het stervend stervend daglicht. daglicht. triestig in het Fr. Verschoren). (Jeugd. Fr. Verschoren). 198. veroorspronkelijke tJer3) beeldspraak en oor.'pronkelijke 3) Gebruik frisse beeldspraak gelijkingen. somajds de naam van van het ene ding I,et op, hoe we somtiJds hoe we Let er er op, Van een somtijds aan het andere geven. Van een mens mens zeggen zeggen we we somtiJds andere geven. boom dat hij een is en van d.t hij een ezel is, van boom dat hij een reus IS van is, van een dat hij dat hij een boom is. e('n opgeschoten, strui8l~ man, dat llij een boom is. een opgcschoten, struise
-- 148 148Wanneer Wanneer we zo zo spreken spreken gebruiken gebruiken we we figuurlijke figuurlijke of of over. overdrachtelijketaal, taal,beeldspraak. beeldspraak. drachtelijke Duid Duid in in de de hier volgende volgende zinnen zinnen het het overdrachtelijke overdrachtelijke woord aan. aan. woord
1. I. De broeikas broeikas is is 's zomers zomers een een oven. oven. 2. 2. Het Het schip schip was was de de de golven. golven. 3. 3. Dat Dat kind is is moeders moeders oogappel. oogappel. 4. 4. De De speelbal van de de slaaf slaaf van van zijn zijn geldzucht. geldzucht. 5. 5. Wie Wie wind wind zaait, zaait, zal zalstorm storm vrek is de maaien. 6.6. De bron van van welvaart welvaart voor voor het het land. land. ina.aien. De handel handel is is een bron T. Die dikkerd dikkerd is een een wolk wolk van van een cenjongen. jongen.8.8.De Demorgenstond morgenstond 7. goud in in de demond. mond. 9.9.Zeeland Zeelandwas waslang langeen eentwistappel twistappel heeft goud tussen Vlaanderen Vlaanderen en Die Louw Louw is is een een vlugge vlugge tussen en Holland. Holland. JO. 10. Die fijn verstandje. verstandje. 11. Il. De eigenliefde eigenliefde isis de dedrijfveer drijfveervan van rat en een fijn al. zijn streven. streven. 12. gal en en alsem alsem dopen. dopen. 13. 13. We We zijn zijn 12. Zijn Zijn pen in gal in het het hartje hartje van van de zomer. zomer. 14. 14. Hij zit zit v66r vóór een een berg berg van van werk. 15. IS. Krakende Krakende wagens wagens "open lopen het lang,st. langst. 16. 16. Die Die boze boze werk. buurvrouw isis een oren in in het hetwerk werk buurvrouw een serpent. serpent. 17. 17. Tot Tot over over de oren ritten. 18. vos. 19. 19. De De kippenboer kippenboer mitten. 18.Die Die uitgeslapen uitgeslapen kerel kerel is is een vos. zag RoodIrak schoot hem neer. neer. 20. 20. De De nijverheid nijverheid zisg Roodfrak sluipen sluipen en en schoot Moeit in in de de schaduw schaduw van van de de vrede. vrede. 21. 21. De Deziekelijke ziekelijkejongen jongen bloeit trok met scharnieren naar bed.22. 22.Mijn Mijnnieuwsnieuw&trok met zijn zijn pijnlijke scharnieren na. bed. 8i~rig broertje broertje is een een eshte e.hte draaitol. draaitol. gierig 199. Zoals oefening. Zoals. de vori§e vorige oefening. I. klaa~ door doOT de de bomen. homen. 2. 2. Het Het zweet zweet parelde parelde op op De wind klaagt 1.. De voorhoofd. Tegenwoordig regent regent het het klachten. klachten. 4. 4. Zijn Zijn voorhoofd.3.Teg.enwoordig macht open en en laat laat uw uw snaeht werd werd gekortwiekt. gekortwiekt.5.5.Doe Doe uw uw ogen ogen open y~tandspreken. Eenonheduidende twist ontketende een een verstand .spreken. 6.6. Een..onbeduidende twist ontketende bereiken, spande spande hij al al vreselijke vreselijke.oorlog. oorlog.7.7. Om Om zijn zijn doel doel te bereiken, llijn trouweloze! Hij heeft zijn zijn woord woord sijn. krachten krachten in. in. 8. 8. Dc De trouweloze! Hij heeft gebroken. snoever de de mond mond eens eens gebroken. 9. 9. Wacht Wacht even, even, we we zullen die snoever stoppen. auto's tliegen ..liegenininduizelingwekkend.e duizclingwekkende vaart vaart over over stoppen. 10. De auto's de 12. Bij die die vraag vraag de.macadamweg. macadamweg.ll. 11.Peper Peperbijt bijtop op de de tong. tong. 12. van onderwijzer, vlogen 13. Het Het van de de onderwijzer, vlogen twintig twintig armen armen in in de lucht. 13. schip doorploegt de oceaan. oceaan. 14. De kinderen kinderen kraaiden kraaiden het uit uit whip doorploegt van De zwaluw zwaluw scheert scheert langs langs het hetwatervlak. watervlak. 16. 16.VerVervan pret. pret. 15. De boden mond. 17. 17. Uw Uw welslagen welslagen steekt steekt hem hem boden vrucht vrucht kittelt kittelt de mond. de e~en uit. uit. 18. 18. Het Het geld. geld opent opent alle alle deuren. deuren. 19. 19. Als Als men men de egen oampje 0pituiven. 20. De De ocurrpjekwaad kwaadmaakte, maakte.,kon konhij hij. vreselijk vreselijk opstuiven. overvleugelde die van alle alle andere andere landen. haRdel handel van Engeland overvleugelde ~ijlf Rijn.
— 149 — -149 -
Vergelijkingen. Vergelijkingen. 200. 200. Duid Duid de deoorspronkelijke oorspronkelijkevergelijkingen vergelijkingenaan aan deze in,~n deze oefening. oefening.
Het water water was was klaar klaar gelijk gelijk glas. glas. De Devisjes visjes wipten gezwind gezwind omhoog en omlaag, omlaag, gelijk schichtjes schicht jes heen heen en enweer. weer.Ze Zeschoten schoten bij zwermen zwermen voorbij voorbij aaneenhoudend aaneenhoudend gelijk gelijk slangen. slangen. — ~ De pop0litie ! ... Gelijk een een weerlicht weerlicht sprongen sprongen de de snaken snaken uit uit de de sloot. sloot. — litie!... een plekje plekje zon zon lag, lag, zaten zaten de dehagedissen hagedissen als als stenen stenen Waar een beeldekes. — - De bomen bomen glommen glommen groen groen gelijk gelijk kikkers. kikkerl!l. — beeldekes. Opgejaagd door door de wind, wind, gingen gingen de de blaren gelijk vogels vogels hoog hoog de lucht lucht in. in. — - Dat Dat is een een waarheid waarheid als als een een koe. — - De arme arme teringlijder was mager als een lat. lat. — - De rechter rechter spreekt spreekt woordie bijten bijten als als vuur. vuur. den die Zoek in uw Zuid enen Noord », )}, in in de de stukjes van O. O. DeDe Laey, 4: Zuid Noord $tukjes van Laey, aantal dergelijke, dergelijke,oorspronkelijke oorspronkelijke vergelijkingen. een aantal vergelijkingen.
Welke vergelijkingen passen passenbij bijdedevolgende volgende woorden? tvoorden? Welke vergelijkingen Vloeken ••• Werken ... Zwijgen ... Beven ... Zingen ... Vloeken Groeien ... Zwemmen ... Slapen Slapen ... ... Drinken ... Snappen ••. Groeien Er in gaan gaan ... Op elkaar gelijken ... Branden ... Klinken Er Schreeuwen ... Liegen Liegen ... Opstuiven. WOORDENSCHAT. tvoord. 201. streepjedoor doorhet hetgepaste gcpast-e woord. Vervang het streepje 201. Vervang
of bnuit 01 Stekels - Horens -— Nagels -— Angel -— Staart Staart -- ~nUlt Stekels — snoet -— Voelhorens - Kieuwen -— Trompje Trompje — -- Scharen — Voelhorens — Muil- Snavel Klauwen - Slurf tromp -— Vinnen -— Muil Snavel — Slurf of tromp Klauwen — Sprieten Bek — - Voorpoten. Voorpoten. Sprieten -— Bek —, De de wesp steken . De vis ademt door , steken met hun —. De bij en de zijn —. De eend beweegt door -— en stuurt zich door zijn -. De cend en stuurt beweegt zich zich door hapt haar -— naar de kikkertjes. De de zijden van de kikkertjes. De rug rug en de hapt met haar De opgejaagde de egel zijn bezet met vervaarlijke vervaarlijke --. De opgejaagde olifant de egel —, om zich zich heen met haar slaat . De haar , tast om De slak tal>t —. slaat met met zijn -— of de zijn . De veelpotige kreeft kreeft knijpt knijpt zijn prooi —. de krekel krekel met zijn vervaarlijke — tussen . De De hongerige hongerige gier gier hakt met zijn vervaarlijke tussen zijn —. Aan haar haar fluwelen —. en verscheurt met zijn zijn vreselijke vreselijke . Aan fluwelen poot poot en verscheurt afzkhtelijk zee. draagt - . Het nijlpaard, het afzichtelijk Het nijlpaard, scherpe —. draagt de de kat scherpe gedrocht, heeft vervaarlijk brede - . De konijnen graven heeft een vervaarlijk zuigt de mug Met haar -— zuigt —. zich . Met met hun grond met zich pijpen pijpen in de grond
— 150 — -150 het bloed bloed uit uit de de huid. huid. Een Eenmorsig morsig dier, dier, dat dat varken varken ::het hetwroet wroet de hele dag dag met zijn — - of of — - in in het het slijk! slijk!De Destrijdlustige strijdlustigebok bok stoot met zijn zijn —. -. stoot Vervang de de puntjes puntjesdoor dooreen een woord, woord, dat een een tegentegen. 202. Vervang stelling is van van het hetcursief cursiefgedrukte. gedrukte. stelling 5. WelWel1. Helder. 2. Eenvoudig. 3. Zwak. 4. Veranderlijk. 5. 6. Dof. 7. Duur. Duur. 8. 8. Verstandig. 9. Smaakvol. Smaakvol. 10. 10. Droef. gebouwd. 6. 11. Ergerlijk. 11. Ergerlijk. 12. 12. Gekookt. Gekookt. 13. 13. Ondergaande. Ondergaande. 14. Dodelijk. 15. Flauw. 16. 16. Onstuimig. Onstuimig. 17. 17.Oppervlakkig. Oppervlakkig. 18. 18. Glad. 19. GeGe15. Flauw. slaagd. 20. 20. Geheim. 21. Duurzaam. 22. Wakker. 23. Geveinsd. slaagd. Ongezeglijk. 24. Ongezeglijk.
Bestendig of ... ... weer. weer. Een Een heldere heldere of een ... klank. Een Een stichstich· Bestendig telijk of een een ... ...gedrag. gedrag. Een Een grondige grondige of een ... kennis. kennis. Een Een telijk blijde of een ... '" tijding. tijding. Rauwe Rauwe of ... ... vruchten. vruchten. Een Een kortstondig kortstondig blijde of een een ... ...genoegen. genoegen. Een Een mislukte mislukte of een ... onderneming. of Oprechte ...vriendschap. vriendschap. Een Een gewillige gewillige of een een ... ... jongen. jongen. Oprechte of ... sterk of ... ... gestel. gestel. Een Een misvormd misvormd of een een ... ... lichaam. lichaam. Een Een Een sterk smakeloze of een een ......versiering. versiering. Een Een ingewikkeld ingewikkeld of een een .. . smakeloze vraagstuk. ... wonde. wonde. Een Een dromerige dromerige of een ... .. . vraagstuk. Een lichte of een ... of ... jongen. Een Een openbare openbare of een ... ... zitting. zitting. Stevige ... kost. kost. Stevige of of een jongen. opgaande of Een domme domme of opmerking. De De opgaande of de de ... ... zon. zon. of een een ... opmerking. Goedlcope of een ... zee. Betrokken of ... weer. Een kalme of een ... zee. Goedkope kalme Betrokken of ... weer. Een of ... waren. waren. Een Een ruwe een ... ...schors. schors. of een ruwe of of ...
..... .... ..... ....
l~
Vliegende patrijzen. Patrijzen m.
m. Pauw Dl.
Poelepetaat m. ot parelhoe. parel hoe. o.
Kalkoen m. VI'. Kwakkels, kwartels of wachtels m. en 'VI'.
-- 152 -152 — 203.
De vogels.
De De kleinere kleinere vogels, vogels, de de kwikstaart, kwikstaart, de de koekoek, koekoek, de de leeuleeuen zo zo meer, meer, kennen kennen we we tamelijk tamelijkgoed, goed,onze onzeaandacht aandacht werik en we nu zullen we nu eens eens speciaal speciaal vestigen vestigen op oponze onzegrotere groterevogels. vogels. Tot de Tot de grotere grotere vogels vogels behoren behoren onder an.dere de hoenders onder andere de hoenders :: de de kalkoen, de pauw, kalkoen, de pauw, de de kwakkel, kwakkel, het parelhoen, het parelhoen, de de patrijs; patrijs; ververvolgens de kieviet volgens kieviet en en de snip; snip; en en de de watervogels :: de de eend, eend, de gans watervogels gans en en de zwaan. zwaan. de • "' hoenders hebben hebben doorgaans doorgaans De hoenders 01,4, ..Aro zwaar, gedrongen gedrongen lichaam lichaam en en c:Pe een zwaar, Q,,As kunnen moeilijk vliegen; ze hebkunnen moeilijk vliegen; ze heba ben krachtige krachtige poten poten en en voeden voeden ben zich met korrels korrels en zaden, zaden, ook ook wel wel met met wormen wormen en en kleine kleine zich met insckten. insekten. De k a I koe de grootste vogel hoenderhof.Hij Hij De kalkoen is ndeisgrootste vogel vanvan hethet hoenderhof. heeft heeft donkere donkere veren, veren, zijn kop kop isisovertrokken overtrokken met met een eenvlezig, vlezig, rood dat hem bem langs langs zijn zijnsnarvel sn8iVel tot op op de deborst borsthangt; hangt; rood vlies, dat zijn staart staart is breed breed en en dik. dik. zijn Het is een een vreedzame vreedzame vogel, vogel, maar maar hij houdt houdt niet niet van vanrood; rood; Het toont men men hem hem rode rode voorwerpen, voorwerpen, dan dan wordt wordt hij driftig, driftig, laat laat toont de vleugels vleugels hangen hangen en zet zet de debrede bredestaart staartwaaiervormig waaiervormig op. op. Het wijfje, wijfje, de de kalkoense hen, hen, is kleiner kleiner dan dan het hetmarmetje, mannetje, Het de kalkoense haan. kalkoense haart. De p a u wis iseen een grotevogel vogelmet metlange langehals, hals,kleine kleine De pauw grote kop en en heerlijk heerlijk schitterende schitterende staart, staart, vol volglanzende glanzendevlekken vlekken kop (pauwogen), opzetten in de vorm vorm van van een een (pauwogen),die diehij hij kan kan opzetten in de waaier'. De ijdelheid isisspreekwoordelijk spreekwoordelijkgeworden geworden : : waaier. De pauw pauw zijn ijdelheid « als een een pauw pauw»; hijmocht mochtnochtans nochtanswat watminder minder groots groots 4: ijdel als »; hij gaan, want lelijke poten poten en enzijn zijngeschreeuw geschreeuw klinkt klinkt gaan, want hij hij heeft lelijke onaangenaam veren van de de pauwin pazavin zijn zijn niet zo zo onaangenaamen en schor. schor. De De veren schitterend de pauw. pauw. schittererid als als die die van de De war tel, kwakkel kwak keI w a ebt heeft e 1 heeft eenzeer zeer De kkwartel, of of wachtel een gedrongcn lichaam, hals en en gedrongen lichaam,zonder zonderstaart, staart,een een korte korte dikke dikke hals een dikke dikke snavel. snavel. 's Zomers hem dikwijls dikwijls aan aan in in Zomers treffen treffen we we hem onze korenvelden. korenvelden. Het e I hoe nofofde de poelepetaatiseenzware poe Ie pet a a t is een zware vogel Hetpar parelhoen vogel met hoog gewelfde gewelfde rug, rug, naakte naakte kop kop en en hals, hals, en engrote grotevleugels. vleugels. De pat rij is veldhoen een veldhoen kleine kop,dikke dikkehals hals De patrijs is seen metmet kleine kop,
------ 15::3 153 .-
en dik, kort snaveltje. snaveltje. Hij Hij loopt snel en dik, kort snel en en vliegt vliegt schielijk schielijk in ineen een rechte lijn. rechte De v iet 8 nip vogels zich gaarne De kie kieviet en en de de snip zijn zijn tweetwee vogels diedie zich gaarne ophouden bij waterlopen ophouden waterlopen en moerassen; moerassen; ze ze zoeken zoeken er erslakken, slakken, visjes allerlei waterdiertjes waterdiertjes :: een prooi prooi die die ze zegemakkelijk gemakkelijk visjes en en allerlei vangen, daar daar ze ze beide beide voorzien zijn van vangen, voorzien zijn van een lange lange snavel snavel en en van vrij vrij hoge poten. van poten. De kieviet kieviet heeft een horizontale horizontale romp, romp, zijn vlerken vlerken zijn zijn heeft een groen-blauw, zijn zijn onderlijf is groen-blauw, is grijs; hij draagt draagt meestal een kuif. De snip of snep doet door haar haar houding houding meer meer denken denken aan aan doet door een hoen. een hoen. De de gans gans en ende dezwaan zwaanzijn zijnwatervogels. watervogels. Hun Hun lichaam lichaam De eend, de is bedekt met met een een dichte dichte laag laagveren, veren,die diebestreken bestrekenworden worden is bedekt met een met een kleverig kleverig vocht, vocht, waarlangs waarlangs het het water water gemakkelijk gemakkelijk afpoten zijn voorzien druipt; hun poten van zwemvliezen. voeden voorzien van zwemvliezen. Ze voeden zich met visjes, visjes, kikkertjes kikkertjes en en waterplanten; waterplanten; op de de vaste zich met grond zoeken ze wormen wor-men en zaden. grond zaden. De een d heeft een brede, nogalplatte plattesnavel snavel en enkorte, korte, De eend heeft een brede, nogal ver naar achteren ver achteren staande staande poten. poten. De veren veren van van de de tamme tamme eend zijn meestal wit, die van van de de zijn meestal wit, die wilde, gewoonlijk gewoonlijk bruingrijs. Het mannetje, de woerd, woerd, heeft een een schitterende schitterende weerschijn weerschijn op de de veren veren en en zijn zijnkorte, korte, platte plattestaart staart draagt draagt een een paar paar omom· op gekrulde veertjes. veertjes. De gans ga n 8 is groter, groter, heeft een een lange, lange, dikke dikke hals, hals, een een korte bek bek en en vrij vrij hoge hogepoten. poten.De Demannetjesgans mannetjesgans heet heet gent gent korte of gander. gander. De zw a aann isiseen eengrote, grote,mooie mooievogel vogelmet metlange, lange,sierlijke sierlijke hals; met met zijn zijn grote, grote, witte witte vleugels vleugels opwaarts opwaarts als als de de zeilen zeilen van een een schip, drijft drijft hij hij statig statig op op het hetwater watervan vanonze onzevijvers. vijvers. van mannetjeszwaan noemen noemen we we gander gander of gent. gent. De mannetjeszwaan 204. Antwoord Antwoord op opdede volgende 1101gen.de vragen. vragen.
1) Hoe ziet ziet er er de de kalkoen kalkoen uit? 2) Waaraan Waaraan kunt ge hem hem gemakkelijk gemakkelijkherkennen? herkennen? 3) Wat weet ge ge over over zijn zijn aard? aard? 4) Door Door welke welke kenmerken kenmerken onderscheidt onderscheidt zich zich de de pauw? pauw? 5) Geef ~eef nog nog een een of ofander anderbijzonderheid bijzonderheid van van deze dezevogel. vogel. 6) Hoe ziet ziet er er de de kwakkel kwakkel uit? uit? 7) Wat Wat weet weet ge ge over over het het parelhoen? parelhoen?
— 154 — -154 Op welke welke vogel 8) Op vogel gelijkt gelijkt het parelhoen het best, — - hoe het best, verschilt er van? van? verschilt het er 9) Op welke van van de de hierboven hierboven vermelde vermelde vogels vogels lijkt de Op welke lijkt de patrijs, -— hoe patrijs, verschilt hij er van? van? hoe verschilt hij er 10) Wat Wat kenmerkt de 10) de kieviet, -— en de snip? en wat de 11) Waaraan Waaraan herkennen herkennen we we de ll) de zwemvogels? 12) Hoe Hoe verschilt de 12) de eend van van de gans? 13) Hoe Hoe ziet er de 13) de zwaan uit? uit? VERZORGD LEZEN. VERZORGD EN EN EXPRESSIEF LEZEN.
205.
De kalkoen. k.alkoen.
Wat Wat spottend.
Wåt een een poén Wát poén (1) (1) II Die kile-koén; kále-koén; II Zie 'm déftig déftig doen! doen! Zie 'm
Langzaam en
Stråk en státig Strák stévent 8V/fig stápt stcipt en en stévent Hij de stál stál nit daarnéven néven 't't Hij de uit Ienendaar cipgestipeld höoi ópgestápeld hóoi II Maakt ie zich zich weer weer möoi móoi ... Spréidt z'n z'n wijde wijdewaciier waáierre•nd rónd Tot een bönte bónte ichtergr6nd áchtergrónd Voor z'n Voor z'n réde-léllen-tróts. róde-Iéllen-tróts. I11 II
de stafrijmen d. stafrijmen (<< », «e st ») (e st st >>, st >>) goed laten uitkomen. goe" uitkomen.
D. stafrijmen atafrijmen (e (<<ww>>, », «w w>>) ») De znet met enigen nadruk. nadruk.
Krachtig en en een lange rust. Krachtig
Plöts... PlóLs ...
Enigszins Ealgszina guitig.
al, wie daar om om het het hoékje hoékje Al, wie kómt kömt daar In en z'n vuile hémd hémd en en broékie? broékie?
Misprijzend of spottend.
De 1 » ala als klanknabootsing D. 41cl,. klanknabootsing
Welke vijand durft durft zich zich mélden? mélden? Welke Da's de de géitenhoéder! géitenhoéder! Da's
En En de de kile-koén kále-koén aan aan 't schélden schélden :: « Loéder-loéder-loéder-loéder! Loéder-Ioéder-Ioéder-Ioéder! »»
11
aanhouden.
Uit:: Hein Hein van van Essen, Essen, Dierenliedjes. Dierenliedjes. Uit
— Voor het lezen: ophet het zuiver tritu-it- Voor hetverzorgd verzorgd lezen : letletop van de de vele oe-klanken oe-klanken en van van de de tweeklanken. tweeklanken. - Voor Voor het pre s s i e fle Ie zen : aeht gevenop opde de — het ex expressief z en : acht geven aanduidingen in rand en. en op op de derusttekens; rusttekens; de dewoorden woorden aanduidingen in de rand met een een accent accent een een nadruk nadruk geven, geven, -woorden met met een een met -- de woorden cursieve accentletter accentletter wat rekken. brengen brengen
(1) Ploert. Ploert. (1)
- 155 --. — GELEIDE OEFENING. OEFENING.
206.
Zeldzame kraanvogels. kraanvogels. Zeldzame
Het is gebeurd gebeurd in de de goede goede oude oude tijd. Een koksjongen bracht bracht zijn zijn meester meester een eengebraden gebraden kraal'. kraan· Een koksjongen vogel op tafel, tafel, die dieeen eenzeer zeerbijzondere bijzondereeigenschap eigenschapvertoonde. vertoonde. vogel Terwijl zich in in het Terwijl alle alle andere andere kraanvogels kraanvogels zich het bezit bezit van vantwee twee poten was deze deze er maar poten verheugen, verheugen, was maar één één rijk. rijk. Het Hetviel vielgemakgemak. kelijk begrijpen, dat dat dit dit verschijnsel verschijnsel in in verband verband stond stond met met kelijk te begrijpen, de snoeplust de snoeplust van van Bram, Bram, de dekoksjongen. koksjongen. Zo het ook de Zo begreep begreep het de heer, heer, die diezeer zeervertoornd vertoornd was, was, en en driftig vroeg, waar waar de andere andere poot poot gebleven gebleven was. was. Bram Bramverver· driftig vroeg, zekerde, de vogel vogel maar maar één poot poot had had gehad, gehad, waarom waarom de de zekerde, dat de woedender werd. werd. heer nog woedender -— <4« Hoor zal uu bewijzen, bewijzen, dat dat ge geeen een Hoor eens, eens, Bram, Bram, zei zei hij, hij, ik zal leugenaar jacht, en en dan danzult zult leugenaar zijt. zijt. Straks Straks gaat gaat ge ge met met mij mij op jacht, ge ge met met eigen eigen ogen ogen zien, zien, dat dat de dekraanvogels kraanvogels wel wel degelijk degelijk twee twee poten hebben. >> hebben. » Toen Toen ze ze op op het het veld veld kwamen, kwamen, troffen troffen ze ze juist juist een een hele hele troep kraanvogels aan, op één éénpoot pootstonden, stonden,terwijl terwijl troep kraanvogels aan, die die alle op ze de andere andereomhooggetrokken omhooggetrokken hielden. hielden. Zegevierend Zegevierend riep riep ze de de koksjongen koksjongen : « Ziet ge nu nu wel, wel, dat dat deze deze vogels vogels maar maar één 4: Ziet poot poot hebben! hebben! »:. schreeuwde de heer heer: Ksss! Ksss! Ksss! >> » En in een eenoogoogToen schreeuwde : > Dat betekent Bram, als als ge ge bij c o, 0, Dat betekent niks, niks, verzekerde verzekerde Bram, bij de de gebraden kraanvogelook ook «« Ksss! gebraden kraanvogel Ksss! Ksss! Ksss! »»geschreeuwd geschreeuwd hadt, hallt, ook twee twee poten poten gehad! gehad! »» ,lan dan had had hij hij ook Leesboek Bloempjes».». Vlaamsche Bloempjes Leesboek .c« Vlaamsc1te
Schrijf op uw uw manier, manier, wat watererininditdit stukje van die Schrijf nu nu eens op stukje koksjongenwordt wordtverhaald. verhaald. grappige koksjongen
207. 207.
SPREEKOEFENINGEN.
Over andere vogel. vogel. Over een of andere van ordelijke ordelijke schikking schikking : De leeuwerik. Voorbeeld van
15ti— 156 –
rW Wat een vogel vogel isishet? het? 1° at een
eldleeuwerik. 1V Veldleeuwerik. ~ Kuifleeuwerik. Kuifleeuwerik. ( Boomleeuwerik. Boomleeuwerik.
2° Soorten? Soorten? 2°
)
3° Zijn Zijn nest nest : 3°
Bijzonderheden : 4° Bijzonderheden
208.
/
I {
>
/
/'
Uitzicht. Uitzicht. Grootte. Grootte. Verschil Verschil of of gelijkenis gelijkenis met met een een soortgelijke soortgelijke vogel. vogel.
)
ziet het het er er uit? uit? Hoe ziet Waar? Hoe vliegen vliegen ze ze er ernaartoe? naartoe?
Wanneer Wanneer komen komen ze in in het het land? land? voedsel. Hun voedsel. zang. Hun zang. vijanden. Hun vijanden. Mogelijk een eenvoorval voorvalof ofeen eengedichtje. gedichtje.
OPSTELLEN. "--
1. I. Zijn blauwitte blauwitte was was d,aar! door! — - De '\....r Monte had heste beste duiven Monte had duiven en geluk geluk. er er mee mee
I
.
-— gewoonlijk toch! Een Een uitblinker uithlinkeronder onder al zijn al zijn duiven duiven was waszijn zijnblauwwitte. hlauwwitte. Op kermiszondag speelde De Op kermiszondag speelde De Monte Monte / mee. Hij was weer mee. was in een een beste heste stemming litemming :: ,{ alles alles zag zag er cr ook ook zo zo feestelijk feestelijk uit, uit, aan aan alle alle huizen wapperden de vlaggen, en hij wapperden de vlaggen, en hij \ huizen J hoopte hoopte op een mooie prijs, mogelijk op op mooie prijs, mogelijk op '( I' de mooie de mooie radio. radio. Ze Ze kwamen kwamen aan. aan. De De Monte de vleugelvleugel. Monte herkende herkende duidelijk aan de slag zijn blauwwitte. Een draaike sla~ hlauwwitte. Een draaike om om het dak en en... dak ... Alle duivels, duivels, de de wapperende wapperende vlag bij onze joeg het het beestje op!... hij onze buur huur joeg heestje op!. .. En En prijs was de Ie was gevlogen gevlogen en de de kermis... kermis ... le prijs hedorven! bedorven!
-
Oom was was thuis thuis komen 2. HEM DOOD! DOOD! - Oom komen helpen om om TRAP IIEM 2. TRAP Avonds was was hij telkens de halen. 's telkens doodmoe doodmoe 's Avonds de oogst oogst hinnen binnen te halen. en verlangde rus-tig rustig te zijn slaapkamer slaapkamer en hij verlangde te kunnen kunnen slapen. slapen. In zijn had genesteld. Onafgebroken Onafgehroken lag hij verver· had zich echter een krekel genesteld. velend Oomdoorzocht doorzocht velend te te sjirpen, sjirpen,altijd altijdhetzelfde hetzelfde«(sjir sjirijir sjir».Oom met kamer, zette raam open... open ... Een Ecu met zijn zijn zaklampje zaklampje heel heel de kamer, zette het raam poos op zijn zijn kussen, kussen, poos was was het het stil. stil. Toen Toen Oom Oom zijn zijn hoofd neerlei op
— 157 -157 — de hchelm begon de !:Schelm opnieuw. opnieuw. 's Anderen daags kwam Oom Uom ontontAnderen daags stemd naar beneden. «q Trap hem dood! stemd naar beneden. Trap hem dood! bromde bromde hij, van van heel heel de nacht ... geen geenseconde secondegeslapen.! geslapen! ,. de nacht... 209.
HET VERHAAL. VERHAAL.
r ..····················································............................................................................................................................... 1.
In een verhaal verhaal geeft geeft men meneen eengebeurtenis gebeurtenisweer, weer,
.
waarvan men het ontwaarvan het verloop verloopvolgt vol~tvanaf vanafhaar haar ontstaan, door haar .taan, haar verwikkelingen, verwikkelingen,tot totaan aandedeoatontI k ' knoping. ! nopmg. i
I
I....................................................................................................................................................................................... Enkele praktische praktische stijlregels stijl regels voor voorhet hetverhaal verhaal:
1° Zorg er voor, 1" voor, dat dat uw uw verhaal verhaal boeit, de boeit, dat dat het de belangstelling opwekt belangstelling gaande houdt; houdt; — - houd houd opwekt en en gaande daarom de onzekerheid om;ekerheid van van de de uitkomst uitkomst daarom de de lezer lezer in de en verklap verklap niet v66r vóór het het einde einde de deontknoping ontknoping van van en uw verhaal. verhaal. 2° Schrijf op levendige wijze wijze: daarom zoveel zoveel : laat daarom mogelijk mo~elijk de personen personen spreken ep reken met hun hun eigen eigen woorwoorrede), en en vermijd vermijd het het gebruik gebruik van van den (directe rede), afgesleten beelden en futloze futloze gezegden. gezegden. afgesleten beelden en 3· Wees bondig, bondig, niet breedsprakig breedsprakig:: laat laat daarom daarom 3' weg, alle alle onnodige onnodige bijzonderheden bijzonderheden en en overtollige overtollige weg, beschrijvingen. beschrijvingen. 4· Wat Wat ge ge verhaalt verhaalt moet moet waarschijnlijk waarschijnlijk lijken; 4° vermijd overdrijving overdrijving en enonwaarschijnlijkheid. onwaarschijnlijkheid. vermijd verhaal moet moet helder helder zijn :: de deverwikkelinverwikkelin5° Uw verhaal en de de personen personen die gen moet men goed kunnen volgen en in optreden optredcn kunnen kunnenuiteenhouden. uiteenhouden. er in 6° Geef Geef in de de inleiding inleiding het noodzakelijke noodzakelijke voor voor het het eigenlijke goed begrip van bet verhaal; geef in de eigenlijke goed begrip van het verhaal; geef in de vertelling de voorvallen voorvallen zonder zonder af te te wijken wijken van van uw uw vertelling onderwerp;; en voor dat dat het het s/ot slot de oplossing, oplossing, onderwerp en zorg er voor de verrassing verraseing brengt. hrengt.
— -— 158 158STUDIE VAN VAN EEN EEN LEESSTUK. 210. Lees 210. Lees in, in uw g« Zuid Zuiden enNoord, Noord, »>> op op bladzij bladzij126, 126,her het. « Eksters roven» vanStijn StijnStreuvels. Streuvels. verhaal Eksters roven >> van
eens het het volgende volgende :: Onderzoek nu nu eens I1°° Boeit Boeit u dit dit verhaal verhaal van van het het begin begin tot tot het heteinde? einde?Verraadt Verraadt er iets v6cir vóór het einde einde de de ontknoping? ontknoping? 2° Is alles levendig weergegeven? Duid enkele enkele levendige levendige pas.. pas .. levendig weergegeven? sages der drie drie bladzijden. bladzijden. sages aan aan op op elk der 3° Vindt Vindt ge ge in dit dit verhaal verhaal onnodige, overtollige overtollige bijzonderheden? 4° Kunt Kunt ge het verhaal : zijn verhaal goed goed volgen volgen: zijner ergeen geenbijzonderbijzonderheden die die het het verloop verloop onduidelijk onduidelijk maken? maken? heden Komt u niets niets onwaarschijnlijk voor in dit dit verhaal? verhaal? onwaarschijnlijk voor 5° Komt 6° Krijgt ge de inleiding inleiding de de noodzakelijke noodzakelijke gegevens gegevens voor voor ge in de 6° het goed begrip begrip van van het het verhaal? verhaal? het goed
De vissen.
33.333.3 33.3
33.3
33.3 33.3 33.3
De kieuwen. kieuwen. rugvin.- - 44 De 11 De - - 22 De De Schubben. Schubben. - - 33 De De rugvin. De staartvin. staartvin. 55 De De aarsvin. aarsvin. - - 66 De De buikvin. buikvin. - 7 7DeDeborstvin. borstvin.
211. 211.
WOORDGEBRUIK.
In het het water w.ater leven leven allerhande allerhande dieren, dieren; de de best best bekende bekende zijn zijn In de vissen. ziat De is een een dier dier met met rood, rood, koud koud bloed, bloed; hij hij beweegt beweegt ziQb De vis is door middel van vinnen en en ademt ademt door door kieuwen. kienwen. door middel van vliezen met met stijve stijvedraden, draden;mien m'enonderscheidt onderscheidt vinnen zijn vliezen De vinnen naar de naar de plaats plaats waar waar ze ze zich zich bevinden bevinden :: rugvinnen, rugvinnen, borstvinnen, buikvinnen, aars- en staartvinnen.
— -— 159 159-
De kieuwen kieuwen ZIJn zijn vliezige plaatjes De plaatjes onder onder of of achter achter de de kop, kop, waarop de de lucht lucht inwerkt. inwerkt. waarop Er is is een dubbele soort soort van VIS Er een dubbele zeevis : zoetwatervis zoetwatervis en en zeevis. vis. Tot de zoetwatervissen zoetwatervissen behoren Tot de behoren de snoek, snoek, de de baars baars en en de paling; tot de de kabeljauw, paling; de zeevissen, de kabeljauw, de de schelvis, schelvis, de schol, de rog, de rog, de de tarbot tarbot en en de de bot. bot. De sn snoek De 0 e k is een groenachtige groenachtige grijze met gestrekt gestrekt is een grijze viii, vis, met lichaam, platte snavelvormige muil en en ver ver naar naar achteren achtereu platte kop, snavelvormige staande rugstaande rug- en aarsvin. Hij een gemiddelde gemiddelde lengte lengte van van Hij heeft een 30 àa 40 cm. cm. De grote 30 grote snoeken snoeken zijn wit wit op de buikzij, geel geel met en dwarsstrepen op de vlekken en dwarsstrcpcn op de zijden. De snoek ie een vraatDe snoek is een zuchtige roofvis, zuchtige roofvis, die elke prooi prooi die die hem hem door door de de muil muil die elke kan, verslindt. kan, verslindt. De bbaars De a ars is l'en visje VISJe met met sterk sterk gekromde rug; hij is een rug; hij heeft een heeft een gesplitste, gesplitste, f!roenachtige rugvin en roodachtige horstgroenachtige rugvin roodachtige borstvinnen. Hij Hij is is 20 àa 25 cm. en is is een veelvraat de cm. lang lang en veelvraat van van de ergste erge te soort. soort. De e I j a u wen ende de schelvis s c hel v ibehoren 8 behoren tot eenDe kab kabeljauw zelfde familie zelfde familie:: hun hun lichaam lichaam is is bedekt met schubhen; ze schubben; ze hebben drie drie rugrug- en twee twce aarsvinnen en bij beide heide vissen visicn steekt de bovenkaak v66r vóór de onderkaak uit. uit. De kabeljauw De kab e I j a u is w merkelijk ió\ merkelijk groter groter en heeft onduideonduidelijke, geelachtige geelachtige vlekjes vlekjes op de cle ruggezij. Hij wordt wordt onder ververschillende vormen vormen en. en namen de handel handel gebracht, gebracht, namelijk namelijk namen in in de gedroogd als als stokvis, stokvis, gezouten gezouten als als labberdaan. labberdaan. De schelvis s e hel v is i s smaller is smaller van lichaam, heeft een een spitser spitser De van lichaam, kop, tussen tUl!!5en borstvin en cerste cer~te rugvin rugvin een zwarte zwarte vlek waaraan men hem hem gemakkelijk gemakkelijk herkent. herkent. De De ppaling a I i n g is ili de welbekende, welhekende, slangvormige !Slangvormige vis, vis, met met platte plattc kop, kop, met met smalle, imalle, lange lange rugvin, rugvin, die die met met staartstaart- en achtervin achtervin is samengegroeid. samengegroeid. Rog, bot, s c bol en en tarbot t a r bot behoren tot de de zogeRog, bot, schol behoren naamde platvissen. platvissen. Deze hebben hebbcn een plat plat lichaam; cle de rugrugnaamde en aarsvin aarsvin gaan gaan van van de de kop kop tot tot de de staart; staart; de de ogen ogen staan staan beiden heiden aan aftn dezelfde kant. kant. De o g isie de De rrog de grootste grol\)tste van van de de -vier vier en cn het hetgemakkelijkst gemakkelijkst te te herkennen herkennen :: hij hij heeft heeft een een schijfvormig schijfvormig lichaam, lichaam, grote grote borstborstvinnen Tinnen die die met met de dekop kopvergroeid ver~roeid zijn, zijn, en en harde, harde, puntige punti~e doorntjes doorntjes op de de rug rug en ende de huik. lmik. Tarbot, Tarbot, schol schol en en bot bot lijken lijkel!l rneer meer op op elkander elkander :
-160- 160 -
33.3 Kabeljauw. KabelJauw. Tarbot.
Schelvis. Schelvls. Rog.
Bot. Schol.
-161— 161 — De ta tarbot De r bot is merkelijk groter groter dan beide andere; andere; op op de de is merkelijk zij gezien, gezien, vormt vormt het lichaam bijna bijna een cirkel; cirkel; kop kop en enstaart staart het lichaam zijn insgelijks ûjn insgelijks afgerond. afgerond. De sschol eh 0 1 is hoekiger, hoekiger, haar haar lichaam spitser toe toe naar naar lichaam loopt spitser de staart, de kop is is smaller smaller en en de destaart staart vormt vonnt zowat zowat een een de staart, de kop rechthoek. b o t is smaller, langwerpiger dan beide vorige, De bot vorige, haar haar kop kop spitser haar staart staart kleiner. kleiner. spitser en haar Antwoord op 212. Antwoord opde de volgende vragen volgende vragen
1) Wat ge over over hun hun bebeWat kenmerkt kenmerkt de de vissen? vissen? Wat Wat weet weet ge wegings-, en ademhalingsorganen? wegings-, ademhalingsorganen? 2) Waaraan Waaraan zoudt zoudt ge ge een een snoek herkennen? kabeljauw, labberdaan 3) Zijn kabeljanw, labberdaan en stokvis stokvis hetzelfde? Hoe verschilt de kabeljauw van de 4) Hoe de kabeljanw de schelvis? schelvis? kabeljauw van de 5) Hoe verschilt de de kabeljauw de snoek? Met welk welk dier dier zoudt ge het best 6) Met best een een paling vergelijken? Hoe verschilt Hoe verschilt de paling paling er er van? van? 7) Wat verstaat men door door platvis? platvis? Wat verstaat 8) Wat kenmerkt de de rog? van de 9) Hoe verschilt verschilt de de schol van de tarbot? tarbot? 10) Waardoor de bot bot van de de tarbot? Waardoor verschilt verschilt de tarbot? 11) Waaraan Waaraan kan de schol herkennen? kan men de WOORDENSCHAT.
213.
Ligging. — - Richting. Richting. Ligging.
Dwars Dwars of schuin. schuin. Overdwars dwars in de de breedte. breedte. Overdwars : dwars Overlangs Overlangs : dwars dwars in de lengte. lengte. in de dwars bij wijze van van een een kruis. kruis. Kruiselings : : dwars bij wijze Achteraan, Achteraan, ctchterin achterin : : aan aan de de achterkant. achterkant. 11ooraan ooraan :: in de de voorste voorste rij. rij. Onderaan : aan aan de de onderkant, onderkant, aan aan het het benedeneinde. benedeneinde. Onderaan Overeind Overeind :: rechtop. Languit : in volle volle lengte. lengte. Languit Bovenuit :: uit het het bovengedeelte. boven~edeelte. Bovenuit Bovenom. Bovenom. : rondom rondom het bovengedeelte. bovengedeelte. Onderlangs Onderlangs : van van onderen onderen langs langs iets. iets. Bovenover :: aan aan de bovenzij bovenzij over over iets iets heen. heen. Inwaarts of binnenwaarts. binnenwaarts. Inwaarts
- 162 162— — Buitenwaarts : : naar buiten. buiten. Buitenwaarts Boveneinde :: het bovenste bovenste uiteinde uiteinde van van iets. ietl!l. Boveneinde Beneden- of of ondereinde : : lager lager uiteinde uiteinde van van iets. iets. BenedenMiddenin, tussenin tussenin :: midden midden tussen tussen an&ren anJr>ren in. in. Middenin, Middendoor of of halfdoor. halfdoor. Middendoor Zi,;waarts : : ter zijde. zijde. Ziiwaarts Bezijden :: ter zijde zijde van, van, of of van van ter ter zijde. zijde. Bezijden Zijd"l".!!!; :: van van ter ter zijde. zijde. Zijdf,lines -Scluqlin~s : wijdbeens. wijdbeens. Schroings
Boop,s{!.ewijze : : gebogen als een een boog. boog. Boogsgewijze Vlak juist, recht. V lak : juist, ,214. V Vervang cursieve woord woord in de de volgende volgendezinnen zmnen 214. ervang het cursieve een synoniem synoniem ofof een korte korte omschrijving. omschrijving. door een
1. Gallio ging overeind overeind zitten met met zure zure mond. mond. 2. 2. De De klompenklompende boomstammen hoomstammen overdwars, overdwars, de houtzagers houtzagers overovermakers zagen de langs. 3. Ondergaan Ondergaan op de de bladzijden bladzijden staan staan de de nota's. nota's. 4. 4. Een Een insekt over het het achterlijf. insekt met met dwarse dwarse banden banden over achterlijf. 5. De De tuinier tuinier leidde de muur. 6. Hij leidde de de klim,op klimop boogsgewijze boogsgewijze langs langs de muur. 6. Hij lag lag languit op op het het gras. gras. 7. 7. De De voorpootjes voorpootjes van van de de taks taks en en van van languit de mol mol staan staan buitenwaarts buitenwaarts gericht. gericht. 8. De molen molen was was fraai fraai 8. De de versierd en bovenuit wapperde de We wonen wonen vlak de vlag. 9. We bovenuit wapperde versierd v/ak over de kerk. kerk. 10. De feestvierders feestvierders droegen droegen een stok stok met met een een tuiltje tuiltje de 11. De celebrant over de toog bloemen er bovenom. celebrant draagt draagt over toog de de bovenom. Il. plooien. 12. De overlangse plooien. albe : een albe een lang lang witlinnen witlinnen kleed kleed met met overlangse mannen paard. schrijlings te paard. mannen zitten schrijlings 215. voorgaande oefening. oefening. 215. Zoals de voorgaande
1. De os heeft heeft een een zware zware kop kop met buitenwaarts buitenwaartsgerichte gerichte De os horens. 2. kostte heel heel wat wat moeite, moeite, die diebetonnen betonnentelefoontelefoon· 2. Het kostte palen overeind De halsboordjes halsboordjes lagen lagen netjes netjes wegwegovereind te zetten. 3. De geborgen achteraan 4. Broer Broer zat zat als als een een oude oude kleerkleerachteraan in de lade. 4. over elkaar elkaar geslagen. geslagen. 5.5. Ik lk maker, benen kruiselings over maker, met met de benen woon vooraan in die die straat. straat. 6. Achter Achter de heuvel lag de de stad stad :: gaan om om er te wij moesten bovenover te komen. komen. onderlangs gaan bovenover of onderlangs wij moesten van de paal zijn kruisgewijze vier 7. Aan de boveneinde van de paal zijn kruisgewijze vier boveneinde 7. Aan de armen aan het het armen bevestigd. bevestigd.8.8. Ze Ze aten aten daar daar aan aan dezelfde dezelfde tafel tafel :: aan zaten de dienstboden en de werklui, aan het benedeneinde zaten de dienstboden en werklui, aan het benedeneinde zat de mevrouw en de kinderen. 9. Hij boveneinde zat de huisheer met mevrouwen de kinderen. boveneinde onderzoekend aan. aan. 10. 10. Kijk, om niemand keek bezijden onderzoekend keek me van bezijden Bezijden middendoor. jaloers de appel appel middendoor. 11. Il. Bezijden jaloers te te maken maken snijd snijd ik de
— 163 — -163 -
het kasteel het kasteel lagen lagen grote, grote, kostelijke kostelijke serres. serres. 12. 12. De De schepen schepen die die vooraan lagen, lagen, moesten zijwaarts tJOOraan stoomboot toe zijwaarts wijken. wijken. om de stoomboot te laten een schip schip dat middenin middenin lag, te halen. lag, er er uit te halen. SPREEKOEFENING. SPREEKOEFENING. 216. Lees Lees in in uw uw "Zuid op op bladzij 344 hethet stukje 216. Zuiden enNoord Noord" bladzij 344 stukje
c De Mboeloeko, de de krokodil krokodilenendede olifant Vertel daarna De Mboeleeko, olifant >>.».Vertel daarna verhaald wordt. op uw manier, wat wat er erin indit ditstukje stukje verhaald wordt. WOORDENSCHAT. 217. Geef een synoniem 217. synoniem van van de deschuingedrukte schuingedruktewoorden. woorden.
a) -— (1. Wetten. Vaster aandraaien. aandraaien. 4. AanAan. a} Wetten. 2. Aandrijven. 3. Vaster 8poren. 5. 5. Opwekken. sporen. Opwekken. 6. In beweging beweging brengen.) brengen.) Het rad van mijn fiets fiets staat staat wat wat los, los, ik ikmoet moetde deschroeven schroeven Het rad aanzetten. Laat even aanzetten. scheermes eens eens aanzetten, is wat wat Laat uw scheermes het is aanzetten, het bot. Een tikje tikje met met het het leisel leisel isisvoldoende voldoende om om mijn mijn gewillig gewillig bot. Een aan te zetten. paardje aan zetten. Als machine wordt wordt aangezet, Als de machine aangezet, komt er bedrijvigheid de fabriek door. door. De Deopruiers opruiers zetten zetten de bedrijvigheid de hele fabriek werklieden aan om staken. Het Het voorbeeld voorbeeld van van de deouderen ouderen om te staken. moet de moet de jongeren jongeren aanzetten ijver. aanzetten tot ijver. b) b} — - (1. Begrijpen. Begrijpen. 2. Gevangennemen. Gevangennemen. 3. Horen. 4. 4. Zich Zich 3. Horen. kwaad maken. 5. 5. Vastzetten. Vastzetten. 6. 6. Gaan Gaan staan. staan. 7. Opdoen.) Opdoen.) gloeiend kwaad Zij vezelden vezelden hem hem iets in in het het oor, oor, ik ik kon koner ergeen geenwoord woord van van Zij vatten. vatten. Omstreeks Omstreeks de de nieuwe nieuwewacht wachtpost postvci6r vóór de middag vatte de het het paleis. paleis. Sta Sta niet niet in de de tocht tocht :: ge vat vat zo zo gemakkelijk gemakkelijk een een kou. De De redenaar redenaar heeft heeft wat wat tetehoog hooggesproken gesproken :: zijn ZIJn kou. gehoor zal het niet gehoor zal niet gevat gevat hebben. hebben. Na lang lang zoeken zoeken gelukte gelukte het het de de politie politie de de dief dief te te vatten. vatten. Als Als de de koude koude Ier Ier ook ook maar maar het het woord woord Engelsman Engelsman hoorde, hoorde, vatte vatte hij -vuur vuur en en vlam. vlam. Kostbare Kostbare edelstenen zijn dikwijls edelstenen zijn dikwijls in in goud goud gevat. gevat. c) c} — - (1. Opstoppen. Opstoppen. 2. 2. Hard Hard schreeuwen. scbreeuwen. 3. Opzwellen. Opzwellen. 4. 4. aanhitsen. 5. Beginnen.) Beginnen.) Hij heeft heeft tandpijn, tandpijn, zijn zijn wang wang zet zet er van van op. op. Moeder leert leert haar dochtertje, dochtertje, hoe ze moet moet een een kous kous opzetten. opzetten. Ontneem de de haar hoe ze speeltuig niet hij zou zou me meweer weer een eenkeel keel opzetten. opzetten. kleine zijn speeltuig niet :: hij Er Er zijn zijn er er weinigen weinigen die dievogelen vogelenkunnen kunnen opzetten. opzetten. De onteontevredenen vredenen zetten zetten het volk volk op op tegen de de Regering. Regering.
d) — - (1. (1. Afleggen. Afleggen. 2. Afjakkeren (= uitputten). 3.3.VerVer2. Afjakkeren (= uitputten). trekken. 4. Afkomen). trekken. Afkomen).
— — - 164 164De vrachtauto vrachtauto rijdt rijdt om om acht acht uur uur af. af. Van Van zo'n zo'nheuvel heuvel afrijden afrijden De op op een een fiets, fiets, isisgevaarlijke gevaarlijke sport. sport. In Inhoeveel hoeveeltijd tijdkan kanmen men die weg weg afrijden? afrijden? Die Die koetsier koetsier heeft heeftalalverschillende verschillendepaarden paarden die afgereden. afgereden.
218. Vervang Vervang wat wat tussen tussen haakjes haakjes staat, staat, door door een eenvan vandede 218. volgende woorden. woorden. volgende 1. Halfluid. Halfluid. 2. 2. Ogenschijnlijk. Ogenschijnlijk. 3. 3. Schrikwekkend. Schrikwekkend. 4.4.RegenRegen1. achtig. 6. Wolkenloos. Wolkenloos. 7. 7. Engelachtig. Engela~htig. 8. 8.HalfHalfachtig. 5. 5. Oudbakken. Oudbakken. 6. rijp. 9. 9. Aards. Aards. 10. 10.Halfzacht. Halfzacht. 11. 11.Talloos. Talloos.12. 12.Tegenstrijdig. Tegenstrijdig. rijp. Nieuwbakken. 14. 14. Hels. Hels. 15. 15.Menselijk. Menselijk. 13. Nieuwbakken. tempeest op op zee zee isiseen eennatuurverschijnsel natuurverschijnsel (dat (datschrik schrik Een tempeest Uit die diemededelingen mededelingen(die (dieelkander elkandertegenspreken) tegenspreken) inboezemt). Uit raak ik niet niet wijs. wijs. Aan Aan de de hoge hoge hemel hemel (waaraan (waaraan zich zich niet niet raak één wolkje wolkje vertoonde) vertoonde) schitterden schitterden sterren sterren (zonder (zonder tal). De De één goederen (van deze aarde) aarde) kunnen kunnen het het hart hart (van (van de demens) mens) goederen (van deze niet bevredigen. hevredigen. Met geduld (van (van een een engel) verpleegt niet Met het het geduld de non non haar haar zieken. zieken. Op Op een een dag dag (waarop (waarop het hettelkens telkens weer weer de regent) kunnen we toch toch niet niet gaan gaan reizen. reizen. Ze Ze spraken spraken (niet (nietmet met regent) volle stem) stem) en en ik ik kon konmaar maar niet nietverstaan, verstaan, wat wat ze ze weer weerververvolle telden. bakker ga niet langer langer meer meer :: ik ik krijg krijg er er telden. Bij Bij die bakker ga ik niet altijd brood (dat meer vers Peren (die (die nog nog niet niet altijd brood (dat niet niet meer vers is). is). Peren volkomen moet ge ge nog nog wat wat laten laten liggen. liggen. De De eieren eieren volkomen rijp rijp zijn) zijn) moet (die tussen hard hard en en zacht zacht gekookt gekookt zijn) zijn) schijnen schijnen me me het het (die tussen lekkerst vaartuig had. had (te oordelen naar naar het uiterlijk) uiterlijk) lekkerst toe. toe. Het vaartuig een lading kolen kolen mee. mee. Brood Brood (dat (dat vers vers gebakken gebakken is) is) verteert verteert een lading slecht. die belediging beledigjng sprong sprong hij met een een woede woede (van (van slecht. Bij Bij die hij met de duivel) op zijn gezworen vijand. de duivel) op zijn gezworen vijand. het streepje 219. stl'eepje door door een een gepast gepast synoniem. synoniem. Vervang het 219. Vervang
Boertig. 2. 2. Vernuftig. Vernuftig. 3. 3. Geestig). Edison a. - (I. Edison isis beroemd heroemd (1. Boertig. door uitvinding van fonograaf. Na dit — - gezegde, gezegde, door zijn zijn -— uitvinding van de fonograaf. Na dit ging Hij schertste schertste fijn, fijn, — ging er er een een luide luide schaterlach schaterlach op op in de zaal. Hij waren waren zijn zijn zetten. a.
--
Onachtzaam.2.2.Slordig. Slordig. 3.3. Achteloos). Achteloos). Dat b. Dat iemand iemand (1. Onachtzaam. b. -- (I. -— is, Dat iemand iemand is, blijkt blijkt uit uit de onzindelijkheid van zijn kleren. Dat -— is, de wijze wijze waarop waarop hij hij gewoonlijk gewoonlijk te te werk werk gaat. gaat. is, blijkt blijkt uit de Hij de bloemen bloemen van van hun hun stengel. stengel. Hij sloeg sloeg -— de -0
c.c. -— (1. hij van van — - bloede; bloede; (1. Adellijk. Adellijk. 2. 2. Edel). Edel). Niet alleen is hij hij de hoedanigheden hoedanigheden van een — - man. man. hij bezit bezit ook ook al de van een
— 165 — -165 d. - (1. Kinderlijk. Kinderachtig). Zijn — - handelwijze handelwijze Kinderlijk. 2. 2. Kinderachtig). maakte hem hem bij alien maakte allen bespottelijk! bespottelijk! Met Met — - eenvoud eenvoudverklaart verklaart de kleine aan moedertje, wat wat hem hem op het de aan zijn. zijn moedertje, het hart hart ligt. ligt. d.
—
verspillen).Van VanVaders Vaders e. -— (1. Verteren. Verteren. 2. 2. Verkwisten Verkwisten (= (= verspillen). wckelijks we mogen mogen niet niet veel veel—. -. wekelijks inkomen inkomen moeten moeten we we leven: leven : we Het ergerlijk te te zien, zien, hoe hoe de dekinderen kinderensomtijds somtijds het hetzuurzuurHet is ergerlijk gewonnen geld van hun gewonnen hun ouders ouders —. -.
Aanvangen. 2.2. Aanheffen. Aanheffen. 3. 3. Beginnen.) f./. — - (1. (1. Aanvangen. Beginnen.) Hier Hier zijn ZIJn we nog in in de de Luikstraat, Luikstraat, eerst eerst een eeneind eindverder verder— - de deVoermanVoermanstraat. werk --! straat. Laten Latenwe we nu nu geen geen tijd tijd meer meer verliezen, verliezen, en en het het werk --! Na de Na de zegepraal zegepraal — - de de overwinnaars overwinnaars een een zegelied. zegelied.
220.
OPSTELLEN. OP S TELLEN.
1. EEN REUZEVANGST! - In het water water van van de de Schelde Schelde zagen zagen Flupke en en zijn zijn kameraad kameraad Joske Joske een eensoort soortreuzemonster reuzemonsterdrijven. drijven. Flupke greep Het beest scheen scheen gekwetst. gekwetst. Flupke greep het touw dat dat op op zijn zijn kruiwagen lag lag en maakte kruiwagen maakte er gauw gauw een een strop strop in; in;Joske J oskesprong sprong bij met de bij de gaffel gaffel en en de de twee tweesnaken snaken haalden haalden samen samen het het beest beest op droge. Een Een kanjer kanjer : een een kerel kerel van van een eenmeter meter lengte! lengte! op het droge. Een paar stuiptrekkingen stuiptrekkingen en de vis was was dood. dood. Ze Ze torsten torsten de de Een paar en de prooi op hun hun kruiwagen kruiwagen en en reden, reden, weldra weldra gevolgd gevolgd door door een een prooi grote menigte dorp in. in. De Devolgende volgende zondag zondag stond stond grote menigte volk, volk, het dorp de vangst vangst vermeld vermeld in de de krant. krant. -
2. 2. EN EN OF OF HIJ HIJ ER EROVER OVER KON! - Die namiddag namiddag stond stond de de meester verwonderd leerlingen na na te tekijken. kijken. meester verwonderdna na school school zijn zijn leerlingen Ze trokken trokken bijna bijna alle alle weg weg in indezelfde dezelfderichting richtingen ensommige sommige Ze dansten van gewed, dat dat hij na school school over over het het dansten van pret. pret. Fieleke Fieleke had gewed, kanaal zou zwemmen. Een bende jongens jongens stond stond bij bij het het kanaal zou zwemmen. Een hele hele bende stond in in een eenminuut minuutklaar klaarin inzijn zijnzwembroekje. zwembroekje. kanaal. Fieleke stond Een kruisje kruisje en plons, plons, hij hij zat zat het hetwater water in. in. Het Hetkereltje kereltjezwom zwom Een als een rat. rat. De De jongens jongens klapten klapten in in de de handen, handen, riepen riepen hoera hoera als liepen de de brug brug over over tot tot bij bij het hetknappe knappezwemmertie zwemmertJe en en en allen liepen leidden hem hem naar naar huis. huis. 's Anderen daags daags sprak de school sehool sprak geheel de Fieleke, de de grote grote zwemmer! zwemmer! van Fieleke, -
o N ZES e1l 0
0 LBO E KEN
KleiDe ~ SpnaIdaaad vOOr de Z-.ade KIuee _ voor de Vierde Cr_d YeD bet Lapr Cad.rwij.. door P. A I' d. 0 p .. rou C k. DipL Pedo W.t. - 13 drak. 1956. o.t-ia8- bij .. KleiDe N........ Spnakk. door P. A I' dOp" I' 0 U c k. - 13. drak. 1957. BeIaaopte t voor Midd.lbaar Ond.rwlja - 17. druk 1956. o.t.aïaa- bij . . . . . .opte N.......... Spnakkaut I - 13. dnk. 1955 - 11- 10. arak. 1955. It. - AaawiJl:i...- ..... de ....... (1~4) (Gratie voor a. Leraal'). T....... _ lT. " . g .... NeII. SpraaIibDat. - 6. drak. 1948. cw..ma- bij T. . . . . . I (1944) - Oefeaiqea biJ T........ D (1945) : Ned.rL T_I.ipa; Klankle.r; W_rdvorm_g. Stijl _ Taal A. Voor d. Zevend. Kla... en voor d. Vierde Craad dat I.g.r. School. door P. A I' d. 0 pb I' 0 a c k. - 5. drak. 1956. lt. - Aaawijai..- voor .te Leraar (1956) (Gratie voor d. Leraar). StiJ _ Taal B. Voor d. 6. kla... d.r humaniora. door P. A I' d. Op. bl'o ac k. 13. druk. 1957. lt. - AaawijaiqeD voor de ....... (1956) (Cnatie voor de Leraal'). Stijl _ Taal C. Voor d. 5. Idaue d.r bamaniora (om_rking ... Stijl _ Taal nl. door P. Ard. Opbrouck. - 10. dnak. 1953. It. - AaawiPiqea voor _ ....... (1956) (Cratie voor de Leraar). Stijl.Opatel.DicIatIamat. StijU••r _ Letterkandip 'I'IaiIorié voor Midd.1baar Cad.rwij,. door P. E d. F I' a a a a • D _ P. A D t. V. I' • acbu.r •• - 8. druk. 1957. Stijl _ Taal D ala illuatrati. bij Stijl-Op.tel-Dichtkunat. door P. A r dOp bl'o U c k. - 2. druk. 1954. Stijl .n Taal E ala iJIuatrati. bij Stijl-Opatel.Dichtkunat, door P. Ar d. Opbrouck. - 1953. V_rbenidiDg op Sc1üller'a 41 Wilhelm Teil» door P. F i d. L. n •• r t a. - 1945. Je fruaçaia. Coura d'initiation • Ia Langue fr.n....... I. P.rtie A. (pour garçona) 6. éd. par I. P. Land_ld J. n a a. Do o. f.m DipL Sc. Péd. - 1953; It. - (poar fiII.a). It. - Ie Partie B. (pour garçona) - 4. éd. 1949. ft. - Sap.......... It. - (pour filln). It. - lIe Partie A.·B. - 2. éd. '956. La 80_. ProDonciation. - 1950• . -_ _ _....L.~oD--"""___~~_o.-_~-~ _-----'-'~l r. c h t ..
Neder._ ...........
par"
.... . .
201738_029 ardu001 stij 10 Stijl en taal voor de zesde der humaniora. Deel B
:rt. -
Je
... par I.