Overzichtstudie informatieprocessen Nota van bevindingen
Overzichtstudie | september 2013
Colofon
Programma Projectnaam Versie
Programma B Overzichtstudie informatieprocessen 19 september 2013
Pagina 2 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Inhoud
Colofon—2 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Samenvatting en conclusies—5 Aanleiding en achtergrond—5 Onderzoeksvragen—5 Toetsingskader—6 Onderzoeksmethoden—7 Conclusies—7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Inleiding—11 Introductie—11 Probleemanalyse—11 Probleemstelling en onderzoeksvragen—14 Toetsingskader—15 Conceptueel model—16 Onderzoeksmethode en reikwijdte uitspraken—16
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3
Gegevensuitwisseling voor hergebruik—19 Inleiding—19 Gezamenlijke voorziening—20 Norm—20 Invulling—20 Conclusie—30
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3
Randvoorwaarde: borging kwaliteit gegevens—31 Inleiding—31 Polisadministratie—31 Norm—31 Invulling—31 Conclusie—34 Correctiefaciliteit voor de burger—35 Norm—35 Invulling—35 Conclusie—39 Opsporen en melden van afwijkingen in registraties—39 Norm—39 Invulling—40 Conclusie—44
5 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3
Randvoorwaarde: Bescherming persoonsgegevens—46 Inleiding—46 Veilige uitwisseling persoonsgegevens—46 Norm—46 Invulling—46 Conclusie—48 Beveiliging van persoonsgegevens—49 Norm—49 Invulling—49 Conclusie—52 Pagina 3 van 77
Overzichtstudie | september 2013
6 6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3
Randvoorwaarde: transparante procesgang—53 Inleiding—53 Informeren burgers—53 Norm—53 Invulling—53 Conclusie—55 Mogelijkheid om geregistreerde gegevens in te zien—55 Norm—55 Invulling—55 Conclusie—62 Gebruik inzagerecht—62 Norm—62 Invulling—62 Conclusie—64
Bijlagen—66 Bijlage 1 Toetsingskader—66 Bijlage 2 Begrippen—70 Bijlage 3 methodologische verantwoording—72 Bijlage 4 Lijst van deelnemers aan de expertsessie—73 Bijlage 5 Literatuurlijst—74
Pagina 4 van 77
Overzichtstudie | september 2013
1
Samenvatting en conclusies
1.1
Aanleiding en achtergrond De dienstverlening binnen de sector werk en inkomen is in de afgelopen jaren sterk gedigitaliseerd. De uitvoeringsorganisaties UWV en SVB en gemeenten wisselen steeds meer gegevens uit ten behoeve van de dienstverlening aan burgers. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren zal voortzetten. Hierdoor groeit ook het belang van de invulling van de randvoorwaarden op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens, gegevenskwaliteit en transparantie over gegevensverwerking richting de burger. Met deze nota van bevindingen sluit de inspectie een periode van drie jaar af, waarin zij binnen het programma informatieprocessen onderzoek deed naar de ontwikkeling van digitalisering bij uitvoeringsorganisaties en gemeenten in de sector werk en inkomen. De eerste programmarapportage gaf een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen die zich in de periode 2005 – 2010 hadden voorgedaan, en legde deze naast de aanbevelingen van de commissie Keller uit 2005. 1 Sinds 2010 is er veel veranderd. In deze overzichtstudie geeft de inspectie een overzicht van de ontwikkelingen sinds het verschijnen van de eerste programmarapportage. De inspectie brengt in deze nota van bevindingen de in eerdere onderzoeken geconstateerde risico’s die met gegevensuitwisseling samenhangen met elkaar in verband. Dit doet zij vanuit de drie programmalijnen van het programma informatieprocessen: eenmalige gegevensuitvraag en hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging, en beveiliging van persoonsgegevens. Het beoogde effect van deze overzichtstudie is een meer solide basis voor digitale dienstverlening in de sector werk en inkomen, door inzicht te geven in de bijdrage die de gezamenlijke partijen binnen de sector werk en inkomen leveren aan hergebruik van gegevens, verbetering van gegevenskwaliteit transparantie en bescherming van persoonsgegevens. Voor de bewindspersonen van SZW, de uitvoeringsorganisaties UWV en SVB, en gemeenten bieden de bevindingen uit deze overzichtstudie aanknopingspunten voor het desgewenst treffen van maatregelen.
1.2
Onderzoeksvragen Bij de uitvoering van het onderzoek heeft de inspectie de onderstaande onderzoeksvraag centraal gesteld:
1
Inspectie werk en inkomen (2010). De burger bediend in 2010. Den Haag. Pagina 5 van 77
Overzichtstudie | september 2013
In hoeverre geven UWV, SVB en gemeenten invulling aan (de voorwaarden voor) gegevensuitwisseling door hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging en bescherming van persoonsgegevens? De centrale vraagstelling wordt uitgewerkt in de volgende twee deelvragen: 1. Hoe geven UWV, SVB en gemeenten invulling aan de begrippen hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging van gegevens, transparantie en bescherming van persoonsgegevens? 2. Wat zijn de bevorderende en belemmerende factoren voor hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging van gegevens, transparantie en bescherming van persoonsgegevens?
1.3
Toetsingskader De inspectie heeft de centrale begrippen in het onderzoek getoetst aan de volgende normen: Hergebruik gegevens: • De Wet Eenmalige Uitvraag werk en inkomen (WEU) regelt in de Wet SUWI dat de Suwi-partners voor het realiseren van de beoogde eenmalige uitvraag een stelsel van gezamenlijke voorzieningen (GeVS) in standhouden. Hieruit afgeleid is de norm dat UWV, SVB en gemeenten deze gezamenlijke voorzieningen hebben gerealiseerd en deze gebruiken ten behoeve van eenmalige uitvraag. Borging kwaliteit gegevens: • De Polisadministratie voldoet aan het normenkader zoals vastgesteld door de betrokken partijen en afgestemd met de Tweede Kamer. De Polisadministratie bevat gegevens over lonen, uitkeringen en arbeidsverhoudingen van alle verzekerde werknemers in Nederland. Gemeenten, UWV en SVB bieden een correctiefaciliteit aan, waarmee de burger kan aangeven dat een gegeven naar zijn mening niet juist is geregistreerd. • Gemeenten, UWV en SVB melden afwijkingen ten opzichte van (basis-)registraties terug aan de bronhouder/beheerder van de betreffende registratie of stellen de bronhouder in staat om afwijkingen zelf op te sporen. 2 Bescherming persoonsgegevens: Bescherming van persoonsgegevens is een breed begrip dat zowel technische als organisatorische (beheers)aspecten omvat. De inspectie heeft voor beide aspecten normen opgenomen. De eerste norm sluit aan bij de technische betekenis, die vooral wordt benadrukt in de publieke opinie en literatuur. De tweede norm sluit aan bij de bescherming van persoonsgegevens die vorm krijgt in organisatorische maatregelen, procedures en werkwijzen. In deze overzichtstudie ligt de nadruk op dit tweede aspect. • Gegevensuitwisseling tussen gemeenten, UWV en SVB vindt plaats via een beveiligde ict-infrastructuur. • Voor de uitwisseling van gegevens via Suwinet en het gebruik van deze gegevens zijn spelregels opgenomen in de SUWI-regelgeving, die zijn uitgewerkt in een verantwoordingsrichtlijn. Gemeenten, UWV en SVB voldoen bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens uit GeVS aan de essentiële normen voor vertrouwelijkheid uit deze verantwoordingsrichtlijn. 2
De Inspectie geeft bij dit onderzoek een bredere invulling aan het begrip terugmelding dan die in de wetgeving wordt gehanteerd. De wetgeving gaat uit van verplichte terugmelding op als authentiek aangewezen gegevens uit basisregistraties. Voor de kwaliteit van de gegevens vindt de inspectie het ook van belang dat bij tijfel terugmelding plaatsvindt op niet als authentiek aangewezen gegevens, omdat steeds meer gegevens als authentiek worden aangemerkt. Pagina 6 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Transparante procesgang: • UWV, SVB en gemeenten maken het recht op inzage in algemene zin (passief) bekend aan burgers. • Gemeenten, UWV en SVB bieden de burger de mogelijkheid om de over hem geregistreerde en verwerkte gegevens in te zien. • UWV, SVB en gemeenten registreren in hoeverre burgers daadwerkelijk gebruik maken van de geboden faciliteiten voor inzage in hun gegevens.
1.4
Onderzoeksmethoden Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen heeft de inspectie een literatuurstudie uitgevoerd. Hierbij is uitgegaan van bestaande bronnen, waaronder rapportages van de inspectie, onderzoeksrapporten van andere organisaties, kamerstukken en jaarverslagen. De hieruit voortvloeiende conclusies zijn voorgelegd aan experts uit het veld van werk en inkomen met specifieke kennis op het terrein van gegevensuitwisseling. Daarbij hebben de experts desgevraagd ook inzicht gegeven in actuele ontwikkelingen. De opmerkingen van de experts zijn verwerkt in deze nota.
1.5
Conclusies Hergebruik De uitvoeringsorganisaties en gemeenten hebben gezamenlijk invulling gegeven aan de GeVS om hergebruik van gegevens te realiseren. Zij maken op grote schaal gebruik van gegevens die via Suwinet middels het virtuele Digitaal Klant Dossier (DKD) aan bronbestanden van de ketenpartners worden ontleend. Het totale aantal gegevens dat via Suwinet wordt hergebruikt, neemt toe. Dit geldt ook voor het aantal verschillende eindgebruikers. De eenmalige uitvraag van gegevens is nog niet overal in de uitvoering praktijk. Gemeenten blijven ten opzichte van UWV en SVB achter in het gebruik van de omgekeerde intake. Bij de omgekeerde intake worden bekende gegevens op het aanvraagformulier vooringevuld, waarna de klant deze controleert op juistheid en waar nodig aanvult. Belemmerende factoren voor hergebruik van gegevens door gemeenten via de GeVS zijn onder meer de problematische aanlevering van gegevens door gemeenten aan het sectorloket en twijfels bij de eindgebruiker over de kwaliteit en bruikbaarheid van gegevens. Daarnaast zijn er zorgen bij de ketenpartners over het veilig gebruik van persoonsgegevens (als voorwaarde voor gegevensverstrekking). Doordat er steeds meer (verschillende) aanbieders en afnemers zijn wordt de samenwerking binnen de GeVS complexer. Vooral daar waar sprake is van hergebruik van gegevens tussen de sector werk en inkomen en andere sectoren wordt deze bemoeilijkt door het bestaan van verschillende standaarden die voortvloeien uit verschillen in wetgeving en daardoor niet op elkaar aansluiten. Binnen de sector werk en inkomen geldt een gesloten verstrekkingenregime. Gegevens die binnen de sector van werk en inkomen worden verwerkt, mogen op grond van de Wet Suwi en de diverse materiewetten alleen worden uitgewisseld als de wet dat uitdrukkelijk toestaat. Met name in het gemeentelijke domein staat dit op gespannen voet met het uitgangspunt van de integrale klantbenadering, dat van professionals verwacht om over wettelijke domeinen heen te kijken. Met de komende decentralisaties, waardoor steeds meer wettelijke taken naar de gemeenten gaan, zal dit spanningsveld nog groter worden.
Pagina 7 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Kwaliteitsborging De gegevensverwerking in de Polisadministratie voldoet aan het normenkader zoals dat is afgestemd met betrokken partijen en de Tweede Kamer. De kwaliteit van de gegevens in de loonaangifteketen is afhankelijk van de aanlevering van gegevens door werkgevers. Door UWV en Belastingdienst zijn maatregelen voor kwaliteitsborging ingebouwd in het proces van loonaangifte. Het verbeteren van de kwaliteit van de gegevens in de polisadministratie, blijft een speerpunt. Vanuit het oogpunt van de bruikbaarheid van de polisgegevens voor de sector werk en inkomen zijn er verbeterpunten. Professionals van gemeenten hebben voor het vaststellen van het recht op een WWB-uitkering bijvoorbeeld behoefte aan actuele gegevens over lonen en inkomstenverhoudingen. Als gevolg van de gemaakte keuzes door de wetgever en uitgangspunten rond de inrichting van de loonaangifteketen kan hier niet altijd aan worden voldaan. In de sector werk en inkomen zijn (technische) voorzieningen voor correctieverzoeken gerealiseerd, zoals Suwinet-Correctie, Mijnoverheid.nl, en voorinvulling bij het aanvragen van een uitkering. Deze voorzieningen bieden de burger de mogelijkheid om aan te geven dat een gegeven naar zijn mening niet juist is geregistreerd. Gemeenten, UWV en SVB geven daarmee invulling aan een correctiefaciliteit voor de burger. Politiek-bestuurlijk is er voldoende draagvlak voor een correctiefaciliteit voor de burger en het belang daarvan wordt onderkend. Het recht op correctie, dat is vastgelegd in de WBP en de wet SUWI, laat zich in de praktijk echter moeilijk effectueren. De uitvoeringsorganisaties en gemeenten zijn nog weinig doordrongen van het feit dat de burger steeds meer verantwoordelijkheid draagt voor de juistheid van de over hem geregistreerde gegevens, en daarmee een groeiend belang heeft bij transparantie om zelf de regie te kunnen voeren over zijn gegevens. Zij informeren burgers niet (actief) over correctiemogelijkheden en vaak is niet duidelijk wie onjuistheden in de gegevens moet corrigeren. Burgers maken in de praktijk weinig gebruik van de geboden correctiefaciliteiten. Uitvoeringsorganisaties en gemeenten kunnen afwijkingen ten opzichte van de geregistreerde gegevens doorgeven (terugmelden) aan de bronhouder van de registratie. De technische voorzieningen om terugmelding van onjuiste gegevens tussen organisaties mogelijk te maken zijn gerealiseerd, maar nog niet overheidsbreed inzetbaar. In de sector werk en inkomen worden daarnaast ook andere mogelijkheden ingezet om afwijkingen in gegevens op te sporen, zoals de vergelijking van verschillende adresbestanden. Terugmelding is uitsluitend verplicht bij gerede twijfel aan de juistheid van een authentiek gegeven. Het gebruik van terugmeldvoorzieningen is beperkt en terugmelding op nietauthentieke gegevens vindt nagenoeg niet plaats. Met name binnen gemeenten zijn professionals onvoldoende op de hoogte over hoe en waar ze moeten terugmelden. Op organisatieniveau heeft terugmelden geen prioriteit. Het gemeenschappelijk belang wordt onderschat en is ondergeschikt aan de bewaking van de kwaliteit van de gegevens voor het eigen primaire proces. Bescherming persoonsgegevens Er is een wettelijk kader voor de bescherming van persoonsgegevens. Het belang van beveiliging van persoonsgegevens neemt toe door de groeiende omvang van het aantal uitgewisselde gegevens en de toename van het aantal aansluitingen buiten de sector werk en inkomen. Hierdoor wordt de beveiliging van gegevens steeds complexer. In de sector werk en inkomen zijn verschillende initiatieven in gang gezet om de beveiliging van persoonsgegevens te verbeteren. Vooral gemeenten hebben nog een forse slag te maken om de beveiliging van persoonsgegevens op orde te krijgen.
Pagina 8 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Transparantie Het bieden van transparantie over de verwerking van persoonsgegevens is een wettelijk uitgangspunt, dat onder meer tot uitdrukking komt in het inzage- en correctierecht. De inspectie verstaat onder transparantie ook dat UWV, SVB en gemeenten klanten informeren over hoe zij invulling kunnen geven aan dit recht. Het actief informeren van burgers over de mogelijkheden om hun gegevens in te zien is geen wettelijke verplichting en heeft in de praktijk geen prioriteit. Bij UWV en SVB is sprake van een passieve wijze van informeren van klanten over inzage- en correctierecht. Bij gemeenten is het beeld divers; er zijn gemeenten die de klant niet informeren, maar ook gemeenten die de klanten informeren door middel van folders en informatie op de website en er zijn gemeenten dit mondeling doen. Voor burgers zijn verschillende voorzieningen beschikbaar voor inzage in de over hen geregistreerde gegevens. Op mijnoverheid.nl en werk.nl krijgen burgers inzage in een belangrijk deel van de gegevens die over hen in het DKD zijn opgenomen. UWV en SVB hebben ook eigen voorzieningen gerealiseerd om de burger inzicht te geven in de gegevens die zij over hem hebben geregistreerd. Desondanks is het voor de burger niet transparant welke gegevensstromen, die vaak over organisatiegrenzen heen gaan, in het uitkeringsproces plaatsvinden. Uitvoeringsorganisaties en gemeenten zijn om een aantal redenen terughoudend met het bieden van transparantie over het gehele uitkeringsproces. Het geven van inzage is complex, mede door toenemende gegevensverwerking en registratie in vele databases. Daarnaast is voor de klant niet altijd duidelijk bij welke ketenpartner hij moet zijn voor inzage en correctie van zijn gegevens. Het feitelijk gebruik van inzage- en correctievoorzieningen door burgers is beperkt, wat het beeld voedt dat de burger weinig behoefte zou hebben aan transparantie. Hierdoor onderschatten uitvoeringsorganisaties en gemeenten het belang van de burger.
Pagina 9 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Pagina 10 van 77
Overzichtstudie | september 2013
2
Inleiding
2.1
Introductie In de afgelopen jaren is digitale dienstverlening aan de burger sterk toegenomen. Met het oog op een efficiënt functionerende overheid en meer verantwoordelijkheid voor de burger, zal deze digitalisering alleen maar verder toenemen. Dit heeft voor de sector werk en inkomen al geleid tot een wijziging van de Wet SUWI. 3 In de Wijzigingswet is onder meer het nieuwe digitale dienstverleningsconcept opgenomen. Dit concept beoogt dat de dienstverlening in toenemende mate digitaal wordt aangeboden. Hergebruik van gegevens is een van de voorwaarden voor een efficiënte en effectieve digitale dienstverlening. De Inspectie SZW heeft onderzocht in hoeverre de uitvoeringsorganisaties UWV, SVB en de gemeenten invulling geven aan de randvoorwaarden voor een efficiënte en effectieve wijze van hergebruik. In deze nota doet de inspectie verslag van de bevindingen van het onderzoek. Met deze nota van bevindingen sluit de inspectie een periode van drie jaar af, waarin onderzoek is gedaan naar de ontwikkelingen van informatieprocessen bij uitvoeringsorganisaties en gemeenten in de sector werk en inkomen. De nota van bevindingen richt zich op de wijze waarop de voorwaarden voor digitale en niet-digitale gegevensuitwisseling door UWV, SVB en gemeenten worden ingevuld. De focus ligt daarbij op de gegevensuitwisselingen die tussen en binnen deze organisaties plaatsvinden voor de uitvoering van de SZW-wetgeving. Meer in het bijzonder op de processen uitkeringsaanvraag, uitkeringsverstrekking en fraudebestrijding bij uitvoering van de WW, WWB, AIO of AOW. De inspectie kijkt terug naar wat er sinds de eerste rapportage ‘De burger bediend 2010’ aan ontwikkelingen heeft plaatsgevonden ten aanzien van hergebruik van gegevens.
2.2
Probleemanalyse Een korte terugblik In de periode waarin het programma Informatieprocessen tot stand kwam, lag de nadruk in de sector werk en inkomen op het realiseren van administratieve lastenverlichting voor werkzoekenden en werkgevers en de digitale ondersteuning van klantmanagers. Hierin speelden de integrale dienstverlening op de Werkpleinen, de invoering van de Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU) en de ontwikkeling van het digitaal klantdossier (DKD) een belangrijke rol. Het contact tussen de klantmanager/werkcoach en de klant nam in het dienstverleningsconcept van de Werkpleinen een centrale plaats in. De eerste rapportage van het programma Informatieprocessen besteedde aandacht aan de programmalijnen ‘hergebruik van gegevens’ en ‘gegevenskwaliteit’. 4 De inspectie gaf in deze rapportage een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen die zich in de periode 2005 – 2010 hadden voorgedaan, en legde deze naast de aanbevelingen van de commissie Keller uit 2005 en de daaruit voortgekomen besluitvorming van de toenmalige 3
Wet van 21 mei 2012 tot wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met aanpassing van de dienstverlening van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen aan werkgevers en werkzoekenden en de opheffing van de Raad voor werk en inkomen als publiekrechtelijke rechtspersoon met een wettelijke taak en van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de inzet van het re-integratiebudget Werkloosheidswet en van loonkostensubsidies, Stb. 2012, 224. 4
Inspectie werk en inkomen (2010). De burger bediend in 2010. Den Haag. Pagina 11 van 77
Overzichtstudie | september 2013
staatssecretaris. 5 De inspectie constateerde dat, ondanks de geboekte resultaten, vijf van de knelpunten van de commissie Keller anno 2010 nog niet over de volle breedte waren weggenomen. Deze knelpunten waren: - Omvangrijke intake, uitgebreide formulieren en veel bewijsstukken - Meermalen aanleveren van dezelfde gegevens - Onvoldoende zicht op samenhang van de activiteiten over organisaties heen - Geen ketenbrede statusinformatie over de burger beschikbaar - Controle op samenloop uitkeringen achteraf in plaats van vooraf Deze knelpunten hebben voornamelijk betrekking op eenmalige gegevensuitvraag en hergebruik van gegevens en kwaliteitsborging. De derde programmalijn van het programma Informatieprocessen, ‘beveiliging van persoonsgegevens’, kwam in latere rapportages aan bod. Ook met betrekking tot dit thema constateerde de inspectie diverse knelpunten. In 2011 deed de inspectie (vervolg)onderzoek naar de beveiliging van de gegevensuitwisseling via de gemeenschappelijke voorziening Suwinet. De inspectie concludeerde dat gemeenten op dat moment niet aantoonbaar konden maken dat een passend niveau van beveiliging was gerealiseerd om misbruik en oneigenlijk gebruik van persoonsgegevens van burgers te voorkomen. 6,7 In een ander onderzoek constateerde de inspectie dat transparantie ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens voor UWV, SVB en gemeenten in de praktijk geen prioriteit heeft. 8 Dit hangt samen met de beperkte mate waarin burgers gebruik maken van hun inzage- en correctierecht. 9 In de periode 2010-2013 is het landschap van werk en inkomen ingrijpend gewijzigd. De noodzaak om de overheidsfinanciën op orde te brengen dwong het kabinet tot het maken van duidelijke keuzes, waarbij maximaal gebruik werd gemaakt van de snel toenemende mogelijkheden en acceptatie van internettechnologie. Als gevolg daarvan kwam het accent in de afgelopen jaren steeds meer te liggen op de digitalisering van de dienstverlening. De veronderstelling daarbij is dat de dienstverlening door verdere digitalisering zal leiden tot een goedkopere uitvoering. Daaraan gekoppeld is de verwachting dat de kwaliteit van de dienstverlening niet zal verminderen, en de uitvoering efficiënter en effectiever zal worden. Werkzoekenden werden in deze periode meer en meer aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid om werk te vinden. Ook is de rol van de klantmanager teruggedrongen. In het kader van het Redesign is UWV bezig om haar dienstverlening aan werkzoekenden voornamelijk digitaal aan te bieden en slechts in een beperkt aantal gevallen via face-toface contacten. 10 De wijziging van de wet SUWI van 21 mei 2012 gaf hiervoor een wettelijke basis; ook betekende dit het einde van de inzet van het re-integratiebudget Werkloosheidswet en van de loonkostensubsidies. 11 De geïntegreerde dienstverlening van UWV en gemeenten op de werkpleinen werd vervangen door complementaire dienstverlening. Het aantal vestigingen van waaruit UWV opereert wordt teruggebracht van 98 in 2012 naar 30 in 2015.
5
Keller, W., Groen, U., Lunteren, J. van (2005). De burger bediend! Expertcommissie informatievoorziening en elektronische dienstverlening SUWI. Rapport uitgebracht aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
6 7 8 9
Inspectie Werk en Inkomen (2011) Vervolgonderzoek Beveiliging en privacy in de SUWI-keten. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011) Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag. Ibid.
10 11
Wet van 21 mei 2012 tot wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen Kamerstukken II, 20112012, 33065 nr. 3 Ibid. Pagina 12 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Deze ontwikkelingen vinden plaats binnen de context van de ‘netwerksamenleving’, waarin digitale dienstverlening op tal van terreinen ingeburgerd is geraakt. Vrijwel alle huishoudens hebben een pc met toegang tot internet. 12 ’24-Hour connectivity’ en het digitaal delen van gegevens zijn een alledaags verschijnsel geworden. 13 In 2009 werd geschat dat de gemiddelde Nederlander in tenminste 250 tot 500 databases staat geregistreerd. 14 Algemeen wordt aangenomen dat dit aantal snel stijgt: in 2011 staan actieve burgers naar schatting met circa 30.000 gegevens in 1500 databases. 15 De overheid gaat hierin mee en is in snel tempo aan het omvormen tot een i-overheid. 16 Dit leidt in toenemende mate tot gegevensuitwisselingen tussen verschillende sectoren. Binnen het landelijke progamma i-NUP wordt onder meer het stelsel van basisregistraties verder uitgebouwd. 17 ICT-ondersteuning is een cruciaal element in de visie van de VNG op de gemeentelijke dienstverlening in 2020. 18 De Programmaraad SUWI stimuleert de toepassing van e-WWB bij uitkeringsaanvragen. 19 Ook het verandertraject SVB 10 van SVB steunt op digitalisering van dienstverlening. Door de snelle ontwikkeling van de digitale dienstverlening is het belang en de afhankelijkheid van gegevensuitwisseling in de sector werk en inkomen de laatste jaren toegenomen. De verwachting is, gezien de ambities van de uitvoeringsorganisaties en gemeenten ten aanzien van digitale dienstverlening, dat dit belang in de toekomst nog verder zal toenemen. Hierbij valt te denken aan klanten die een uitkering via het digitale kanaal aanvragen zonder dat daar een klantmanager aan te pas komt, klanten die zich online identificeren, internetformulieren die vooringevuld worden, real time controle van digitaal aangeleverde gegevens. Ook voor werkgevers zal naar verwachting het digitale kanaal belangrijker worden. UWV heeft aangegeven dat de mogelijkheden voor werkgevers om zelf via het internet kandidaten voor vacatures te zoeken zal worden verbeterd. 20 Gesignaleerde risico’s De geschetste ontwikkelingen bieden kansen om de gegevensuitwisseling in de sector werk en inkomen te verbeteren en te versterken. Tegelijkertijd ziet de inspectie in de gegevensuitwisseling ook risico’s voor de continuïteit van de (digitale) dienstverlening. Uit door de inspectie uitgevoerde onderzoeken komen diverse knelpunten op het terrein van digitale dienstverlening en gegevensuitwisseling naar voren, onder meer de volgende: • Veel gemeenten moeten de benodigde gegevens nog uit diverse informatiesystemen bij elkaar brengen; de administratieve lasten in de uitvoering kunnen met andere woorden verder omlaag worden gebracht. 21,22
12
CBS Webmagazine (2012). Nederland Europees kampioen internettoegang. Artikel op www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/bedrijven/publicaties/digitale-economie/artikelen/2012-3636-wm.htm Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press. 14 Schermer, B.W en Wagemans, T. (2009) Onze digitale schaduw. Een verkennend onderzoek naar het aantal databases waarin de gemiddelde Nederlander geregistreerd staat. Amsterdam: Considerati. 15 De voorzitter van het CBP, de heer Kohnstamm, noemde deze aantallen in een expertmeeting inzake de evaluatie van Wbp. Zie Eerste Kamer (2011). Evaluatie Wet bescherming persoonsgegevens. Verslag van een expertmeeting. Kamerstukken I, 2010-2011, 31051 nr. B Herdruk. 13
16 17
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press.
I-NUP is de implementatie van Het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP). Dit bestaat uit (23) digitale bouwstenen en het nakomen van (19) resultaatverplichtingen. Gemeenten en andere overheidsorganen kunnen die bouwstenen gebruiken om hun dienstverlening aan burgers en ondernemers sneller, beter en efficiënter te maken. (bron: i-NUP (2011). Overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid.) 18 19 20 21 22
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (2010). Dienstverlening draait om mensen. De Programmaraad (Divosa, UWV en VNG) heeft een agenda voor de complementaire samenwerking tussen UWV en gemeenten opgesteld waaronder ICT-toepassingen. UWV (2012). Jaarplan 2013. EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Keteninformatisering. Den Haag. Pagina 13 van 77
Overzichtstudie | september 2013
• Verschillende gemeenten geven aan dat Suwinet nog niet volledig gebruikt kan worden als vervanging voor het opvragen van bewijsstukken. 23,24 • Het ontwikkelen van ‘back office’ systemen ter vervanging van legacy systemen 25 is niet eenvoudig. Zo heeft de SVB meer tijd nodig om het SVB tien programma uit te voeren en is de ontwikkeling van het WIA systeem bij UWV geen sinecure gebleken. 26,27 • De dienstverlening aan werkgevers is meer vraaggericht geworden. Naar de mening van de werkgevers is het echter van groot belang dat bij de omslag naar veel meer digitale dienstverlening het elektronisch matchen op diverse punten verbeterd wordt en eigenlijk nooit helemaal zonder menselijke schakel kan functioneren. 28 • Verder signaleert de inspectie dat de digitale dienstverlening de persoonlijke dienstverlening nooit helemaal zal kunnen vervangen en dat ook vanuit de werkzoekenden geredeneerd er altijd aandacht moet blijven voor situaties waarin de werkzoekenden niet zelfredzaam genoeg zijn. Zowel op het gebied van digitale dienstverlening als op andere gebieden binnen de begeleiding naar werk. 29 • De beveiliging van Suwinet lijkt vooral bij gemeenten niet op orde te zijn, uitgaande van de indicaties die de monitor van BKWI over het gebruik van Suwinet door gemeenten geeft. 30 • Standaard pakketten/oplossingen (bijv. e-WWB) sluiten niet altijd aan bij de wensen/processen van gemeenten. 31 Bovengenoemde knelpunten vragen om aandacht van beleid en uitvoering om stappen te kunnen zetten om de ambities met digitale dienstverlening te halen. De inspectie richt zich in deze rapportage in het algemeen meer op de risico’s die met gegevensuitwisseling samenhangen. Dit doet zij vanuit de drie programmalijnen van het programma informatieprocessen: eenmalige gegevensuitvraag en hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging, en beveiliging persoonsgegevens. De inspectie heeft ten aanzien van de deze thema’s in het verleden diverse onderzoeken uitgevoerd. In dit onderzoek worden deze thema’s met elkaar in verband gebracht en geplaatst in het bredere perspectief van gegevensuitwisseling. Dit gebeurt door de kennis over de thema’s uit bestaande bronnen met elkaar in verband te brengen. Naast de bevindingen uit onderzoek van de inspectie (inspectiebreed) zijn dit relevante bevindingen uit onderzoeken van buiten de inspectie en de actuele bij experts aanwezige kennis.
2.3
Probleemstelling en onderzoeksvragen In deze nota beschrijft de inspectie de stand van zaken van de gegevensuitwisseling binnen de sector werk en inkomen en de bevorderende en belemmerende factoren die daaraan zijn verbonden. Daarbij ligt de focus op de aspecten hergebruik van gegevens, gegevenskwaliteit, transparantie en beveiliging van persoonsgegevens. 23 24 25 26
27
Inspectie SZW (2012). Aanvraag WWB. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Keteninformatisering. Den Haag. Legacy systemen zijn systemen die inmiddels verouderd zijn, maar nog steeds gebruikt worden, omdat ze voor de gebruiker nog voldoen. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Veranderprogramma SVB Tien. Den Haag.
Minister SZW (2009). Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de 'Decemberrapportage Wia' van de Inspectie Werk en Inkomen. Kamerstukken II 2008-2009, 26448, nr. 393.
28 29 30 31
Inspectie SZW (2012). Jaarverslag 2011. Ibid. Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag. Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Pagina 14 van 77
Overzichtstudie | september 2013
De centrale onderzoeksvraag is: In hoeverre geven UWV, SVB en gemeenten invulling aan (de voorwaarden voor) gegevensuitwisseling door hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging en bescherming van persoonsgegevens? De centrale vraagstelling wordt uitgewerkt in de volgende twee deelvragen: 1. Hoe geven UWV, SVB en gemeenten invulling aan de begrippen hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging van gegevens, transparantie en bescherming van persoonsgegevens? 2. Wat zijn de bevorderende en belemmerende factoren voor hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging van gegevens, transparantie en bescherming van persoonsgegevens? Afbakening Het onderzoek richt zich op de wijze waarop de gegevensuitwisseling door UWV, SVB en gemeenten is ingevuld. De focus ligt daarbij op het gegevensgebruik en de gegevensuitwisselingen die tussen en binnen deze organisaties plaatsvinden voor de uitvoering van de SZW-wetgeving, meer in het bijzonder op de processen uitkeringsaanvraag, uitkeringsverstrekking en fraudebestrijding bij uitvoering van de WW, WWB, AIO of AOW. Daarbij ligt de focus op de uitwisseling van gegevens van individuele klanten zoals die via de GeVS plaatsvindt.
2.4
Toetsingskader Deelvraag 1: Hoe geven UWV, SVB en gemeenten invulling aan hergebruik van gegevens, kwaliteit van gegevens en bescherming van persoonsgegevens (stand van zaken en ontwikkelingen)? De inspectie beschrijft de stand van zaken en ontwikkelingen ten aanzien van de centrale begrippen aan de hand van het conceptueel model uit paragraaf 6. De observaties in dit onderzoek worden (meer in algemene zin) gerelateerd aan de wetgeving die op deze centrale begrippen betrekking heeft. De relevante wettelijke normen in dit verband zijn: - hergebruik van gegevens: Wet eenmalige uitvraag (WEU) - kwaliteit gegevens: Wet Suwi en Wet GBA - transparantie: WBP en Wet Suwi - beveiliging en privacy: WBP, normenkader beveiliging Suwinet en Wet Suwi Deelvraag 2: Wat zijn de belemmerende en bevorderende factoren voor hergebruik van gegevens, kwaliteit van gegevens en bescherming van persoonsgegevens? Het antwoord op deze vraag is een beschrijving van de belemmerende en bevorderende factoren die in het onderzoek worden aangetroffen. Voor deze vraag is geen toetsingskader opgenomen. In bijlage 1 heeft de inspectie een overzicht opgenomen van de gehanteerde normen.
Pagina 15 van 77
Overzichtstudie | september 2013
2.5
Conceptueel model De vier kernbegrippen in dit onderzoek zijn de wijze waarop UWV, SVB en gemeenten invulling geven aan: - gegevensuitwisseling - hergebruik van gegevens - kwaliteitsborging - beveiliging persoonsgegevens - transparantie De onderlinge relaties tussen deze begrippen zijn hieronder weergegeven in een theoretisch model. Een nadere uitwerking van de begrippen is opgenomen in bijlage 2.
Gegevensuitwisseling in de sector werk en inkomen
Randvoorwaarden: ‐ Kwaliteitsborging ‐ Privacybescherming ‐ Transparantie ‐
digitale dienstverlening
Hergebruik gegevens
Toelichting: Het model beschrijft de belangrijkste begrippen in het onderzoek. Binnen het kader staan de begrippen die als variabele in het onderzoek worden betrokken, alsmede de relaties die tussen deze begrippen worden verondersteld. Het begrip ‘digitale dienstverlening’ valt buiten het kader, wat wil zeggen dat voor dit onderzoek de digitale dienstverlening geldt als belangrijke context.
2.6
Onderzoeksmethode en reikwijdte uitspraken Het onderzoek geeft een overzicht van de resultaten van het programma informatieprocessen over de perioden 2010-2013 en betrekt hierbij publicaties van andere organisaties en instanties. De inspectie heeft bij de uitvoering van het onderzoek gebruik gemaakt van twee onderzoeksmethoden: literatuuronderzoek (documentanalyse) en een expertsessie. De literatuur/documenten zijn systematisch gecodeerd en geanalyseerd met behulp van Atlas ti. Dit is software voor gebruik bij kwalitatief onderzoek of kwalitatieve analyse. Deze software maakt het mogelijk grote hoeveelheden data (o.a. tekst en grafieken), systematisch te analyseren. In de expertsessie zijn de voorlopige conclusies van het literatuuronderzoek gespiegeld met experts op het terrein van het onderzoeksobject. Daarbij hebben de experts desgevraagd ook inzicht gegeven in actuele ontwikkelingen. De resultaten hiervan zijn verwerkt in de conclusies. Op basis van de bevindingen van het onderzoek en de uitkomsten uit de expertsessie, doet de inspectie uitspraken over hoe UWV, SVB en gemeenten invulling geven aan (de voorwaarden voor) gegevensuitwisseling door hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging transparantie en bescherming van persoonsgegevens. Pagina 16 van 77
Overzichtstudie | september 2013
In bijlage 3 is een uitgebreide versie van de methodologische verantwoording opgenomen.
Pagina 17 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Pagina 18 van 77
Overzichtstudie | september 2013
3
Gegevensuitwisseling voor hergebruik
3.1
Inleiding Hergebruik van gegevens in de sector werk en inkomen vindt plaats tegen de achtergrond van de bredere ontwikkeling in de overheidsbrede gegevenshuishouding. Kenmerkend daarvoor is de totstandkoming van een basisinfrastructuur voor elektronische dienstverlening. Een van de speerpunten daarvan is de inrichting van een stelsel van basisregistraties. Dit stelsel beoogt bij te dragen aan de overheidsbrede beschikbaarheid van (authentieke) gegevens. Het gebruik van de gegevens uit deze registraties moet voor burgers en bedrijven leiden tot een betere dienstverlening en een vermindering van de administratieve lasten, en voor de uitvoering tot een efficiëntere uitvoering. 32 Het stelsel van basisregistraties steunt op het principe van eenmalige gegevensuitvraag bij burgers en werkgevers en meervoudig gebruik of hergebruik van de reeds bij de overheid beschikbare gegevens. 33 Dat wil zeggen dat een overheidsorgaan een gegeven niet opnieuw aan de burger uitvraagt, als dit gegeven in een (authentieke) registratie al bekend is. Het principe van eenmalige uitvraag en hergebruik heeft tot doel om de administratieve lasten voor burgers en werkgevers aanzienlijk te verlagen. Binnen de sector werk en inkomen komt dit principe tot uitdrukking in de Wet Eenmalige Uitvraag werk en inkomen (WEU). Bij de uitvoering van de wettelijke taken binnen de sector werk en inkomen zijn meerdere organisaties betrokken (UWV, SVB en gemeenten c.q. de SUWI-partners). Hergebruik van gegevens en eenmalige uitvraag moeten ertoe leiden dat de klant de sector als één efficient werkend geheel ervaart. 34 Hiervoor is het noodzakelijk dat de SUWI-partners onderling op grote schaal snel en veilig gegevens kunnen uitwisselen. De WEU verplicht de SUWI-partners om hiervoor gezamenlijke elektronische voorzieningen (GeVs) in stand te houden. De GeVS regelen de gegevensuitwisseling tussen gegevensaanbieders en – afnemers. De onderling beschikbaar te stellen gegevens vormen gezamenlijk het virtuele Digitaal Klant Dossier (DKD), waaruit de SUWI-partners de voor hen relevante gegevens kunnen inzien of inlezen in hun eigen systemen. In bijlage II van de Regeling SUWI is vastgelegd welke gegevens dit betreft en uit welke bron die gegevens moeten worden geput. Het toetsingskader voor hergebruik van gegevens sluit aan bij de uitgangspunten van de WEU. Het begrip ‘hergebruik van gegevens’ is door de inspectie gedefinieerd als: het beschikbaar stellen van door uitvraag of gegevensuitwisseling verkregen gegevens door de Suwi-partners, en het benutten van de binnen de sector werk en inkomen beschikbare gegevens, met als doel het realiseren van eenmalige uitvraag. Daarbij ligt de focus op de uitwisseling van gegevens van individuele klanten zoals die via de GeVS plaatsvindt. Het principe van eenmalige gegevensvastlegging en meervoudig gebruik kan ook vorm worden gegeven met behulp van massaal (bulk) gegevenstransport buiten de GeVs om. Een voorbeeld daarvan zijn de leveringen van gegevens uit de Polisadministratie door UWV aan SVB voor de uitvoering van inkomensafhankelijke regelingen. Deze bulk gegevensleveringen zijn niet in het toetsingskader van dit onderzoek betrokken.
32 33
BZK (2011). Overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid.
BZK (2010). Uitvoeringsagenda stelsel van basisregistraties 2010-2015: De verbetering van dienstverlening en verlaging van administratieve lasten door de realisatie en implementatie van het stelsel van basisregistraties, versie 1.5.
34
Bijlage 1 Regeling SUWI. Stelselontwerp & Beveiliging Kaders en uitgangspunten aangaande de Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi (GeVS). Pagina 19 van 77
Overzichtstudie | september 2013
3.2
Gezamenlijke voorziening
3.2.1
Norm De mate waarin de uitvoeringsorganisaties UWV en SVB en gemeenten hergebruik hebben gerealiseerd, wordt in dit onderzoek getoetst aan de hand van de vraag of zij de beoogde gezamenlijke voorziening (GeVS) in praktijk hebben gebracht, en of zij deze voorziening in de praktijk ook gebruiken om hergebruik te realiseren. Er is sprake van een gezamenlijke voorziening om hergebruik te realiseren, wanneer de volgende elementen aanwezig zijn: 35 - een technische infrastructuur; - een keteninformatiesysteem; - gegevens met regels over de samenhang tussen die gegevens; - regelingen: organisaties, procedures en standaarden. Het gebruik van de voorziening blijkt uit het aantal raadplegingen (inkijk) in de polisadministratie en de toepassing van de zogenaamde ‘omgekeerde intake’ in het kader van de uitkeringsaanvraag. 36
3.2.2
Invulling De uitvoeringsorganisaties en gemeenten hebben gezamenlijk invulling gegeven aan de gezamenlijke elektronische voorziening SUWI (GeVS) om hergebruik te realiseren. Binnen de GeVS zijn de in de norm genoemde elementen aanwezig. In figuur 3.1 zijn de GeVS elementen op hoofdlijnen weergegeven aangevuld met aanpalende overheidsbrede elementen. Figuur 3.1 Schematische weergave
Technische infrastructuur Keteninformatiesysteem
Gegevens/regels
Regelingen ‐ Organisaties ‐ Standaarden ‐ Afspraken
Decentraal
Centraal
Overheidsbreed
o.a. Gemnet
Suwinet
Diginetwerk
o.a. Koppelvlakken Applicaties (B.V. Sonar) Portals (b.v. werk.nl, MijnUWV.nl en Mijn SVB.nl)
Suwi-broker Suwinet-Inkijk DKD-Klantportaal Correctieservice DKD Suwinet-Inlezen Suwinet-Mail Sectorloket (Inlichtingenbureau) Suwi Gegevens Register
Ketenregistraties Registraties van organisaties buiten W&I o.a. UWV, SVB, gemeenten
BKWI, Inlichtingenbureau KARWEI KetenSLA-GeVS
Mijnoverheid.nl
(Wet) Basisregistraties w.o. GBA
ICTU MARIJ, NORA, GEMMA
Technische infrastructuur 35
Grijpink, J. H. A. M. (2010). Keteninformatisering in kort bestek: Theorie en praktijk van grootschalige informatieuitwisseling. Boom/Lemma. 36
“Omgekeerde intake: uitgangspunt voor de intake wordt ‘niets vragen, tenzij….’, op basis van beschikbare gegevens in overheidsbrede basisregistraties en SUWI-registers. De burger ontvangt een vooringevuld formulier, controleert deze op juistheid en vult slechts ontbrekende gegevens aan.” (Bron: Keller, W., Groen, U. en Lunteren, J. van (2005). De burger bediend! Expertcommissie informatievoorziening en elektronische dienstverlening SUWI, p6.) Pagina 20 van 77
Overzichtstudie | september 2013
De infrastructuur waarlangs de op de GeVS aangesloten organisaties klantgegevens met elkaar delen bestaat uit het besloten netwerk Suwinet en de centrale omgeving waar alle Suwinet servers staan. Het besloten karakter van Suwinet houdt verband met de beveiligingseisen die aan de GeVS worden gesteld. UWV en SVB zijn direct op Suwinet aangesloten, de gemeentelijke sociale diensten via het besloten netwerk Gemnet. Op de Suwinet servers draaien de Suwinet diensten. 37 Deze diensten behoren tot het keteninformatiesysteem (zie hieronder). Suwinet is op zijn beurt weer verbonden met het overheidsbrede besloten diginetwerk. 38 De Suwinet servers en de centrale Suwinet functionaliteiten (die tot het keteninformatiesysteem behoren) worden beheerd door BKWI. Keteninformatiesysteem Op centraal niveau omvat het keteninformatiesysteem onder meer de volgende functionaliteiten: 39 • Suwinet-Inkijk: hiermee kunnen professionals gegevens over hun klanten vinden bij aangesloten partijen en bronnen. De zoeksleutel is doorgaans het Burger Service Nummer (BSN) van de klant. In 2011 was Suwinet-inkijk verantwoordelijk voor 76,9 procent van de berichten die via de GeVS over de burgers werden opgevraagd. 40 • Suwinet-Inlezen is, naast Inkijk, de tweede belangrijke weg voor hergebruik van gegevens Inlezen biedt professionals van overheidsorganisaties de mogelijkheid om gegevens van diverse bronnen direct in de eigen bedrijfsapplicatie in te lezen en voor in te vullen in e-formulieren. In 2011 was Suwinet-Inlezen verantwoordelijk voor 21,4 procent van alle berichten die via de GeVS over burgers werden opgevraagd. 41 • DKD-Klantportaal: een website waarop de klant via DigiD zijn Suwi-gegevens kan inzien. Deze website is te bereiken via www.werk.nl. Ook kan de klant via deze website gebruik maken van elektronische diensten, zoals de aanvraag e-WW en e-WWB. Daarnaast kan een burger via www.mijnoverheid.nl ook het DKD raadplegen. • Correctieservice DKD: De correctieservice is een digitale service via Suwinet waarmee zowel de professional als de klant correctieverzoeken kan indienen. Hiermee kan een professional collega’s binnen de keten op de hoogte stellen van mogelijke onjuistheden in de gegevens. Organisaties die gebruik maken van de correctieservice zijn zelf verantwoordelijk voor de wijze van inrichting van de correctieservice en de afhandeling van de terugmeldingen binnen de eigen organisatie. (zie ook paragraaf 4.3 en 4.4) • Suwinet-Mail: Via Suwinet is besloten mail-verkeer mogelijk. Het uitwisselen van klantgegevens via de gewone email is niet toegestaan wegens de risico’s die altijd aanwezig zijn bij het verzenden van e-mail. Suwinet-Mail biedt een oplossing voor deze risico’s. • De communicatie tussen de aanleverende en de ontvangende partij wordt geregeld via de door BKWI beheerde een berichtencentrale, de Suwi-broker. Als een afnemende partij gegevens bij de bronhouder opvraagt via Suwinet, zorgt de broker ervoor dat deze gegevens bij de aanleverende partij worden opgehaald. Het centrale deel van het keteninformatiesysteem is verbonden met de systemen van de aangesloten organisaties. Dit zijn onder meer de eigen uitkeringssystemen van SVB, UVW en de gemeentelijke sociale diensten en portals zoals werk.nl. De informatieoverdracht
37 38 39 40 41
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (z.j.). BKWI Factsheets. Geraadpleegd op: http://www.bkwi.nl/fileadmin/downloads/Suwinet/Factsheets/BKWI_factsheets_compleet.pdf Logius (2013). http://www.logius.nl/producten/gegevensuitwisseling/diginetwerk/ Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012) Toelichting Suwinet. Geraadpleegd op: http://www.bkwi.nl/uploads/media/20120423-Toelichting_Suwinet_v4.0.pdf Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011. Ibid. Pagina 21 van 77
Overzichtstudie | september 2013
tussen deze decentrale systemen en de Suwinet systemen vindt plaats via zogenaamde koppelvlakken: interfaces die de gegevens vertalen naar de Suwinet standaarden. Gegevens, regels en organisaties In bijlage II van de Regeling SUWI is vastgelegd welke gegevens de SUWI-partners met elkaar geacht worden te delen en uit welke bron die gegevens moeten worden geput. Deze gegevens bevinden zich in de registraties van de ketenpartners en gegevensleveranciers buiten de sector werk en inkomen, zoals DUO en RDW. De aangesloten organisaties leveren gegevens in principe rechtstreeks uit hun productiesysteem aan wanneer een afnemer daarvoor een verzoek indient. De afnemer kan daarmee in principe real-time over de gevraagde gegevens beschikken. Gemeenten leveren aan via het sectorloket van Stichting Inlichtingenbureau (IB), dat ook tot het centrale deel van de GeVS wordt gerekend. 42 Een aantal gemeenten levert gegevens aan per batch, dat wil zeggen dat zij periodiek een bestand met gegevens beschikbaar stellen. Omdat deze gegevens niet realtime beschikbaar zijn dienen de betreffende gemeenten de bestanden regelmatig te verversen. De regels die de bevoegde organisaties hanteren bij het uitwisselen van deze gegevens zijn vastgelegd in het Suwi Gegevensregister (SGR). 43 In deel 1 van de SGR is opgenomen welke organisaties in het kader van SUWI-net gegevens mogen uitwisselen en voor welk doel. In deel 2 zijn de individuele gegevenselementen beschreven die de organisaties mogen uitwisselen. 44 In 2010 waren ruim 1200 gegevens in het SGR gedefinieerd en jaarlijks komen daar ongeveer 200 gegevens bij. 45 De organisaties die een rol spelen binnen de GeVS zijn UWV/BKWI, als beheerder van het centrale deel van de GeVS, de aangesloten ketenpartijen en het IB. De ketenpartijen zijn UWV, SVB en gemeenten, en de niet SUWI-partijen DUO, CVZ, RDW, Kadaster, CAK, Bureau Bibob, Inspectie SZW, IND, gemeentelijke belastingdeurwaarders en Regionale Melden Coördinatiepunten (RMC’s). Gemeenten zijn op de GeVS aangesloten via het sectorloket van het IB. De ketenpartijen, IB en BKWI zijn onderling standaarden en afspraken overeengekomen over de inrichting en gebruik van de GeVS en over de wederzijdse dienstverlening. Deze zijn een nadere uitwerking van het stelselontwerp GeVS uit bijlage I van de regeling SUWI. De onderlinge afspraken zijn onder meer vastgelegd in een gezamenlijke ketenarchitectuur (KARWEI) en service level agreements (de GeVS keten-SLA). 46,47 KARWEI is ontwikkeld binnen de kaders van landelijke principes en standaarden, zoals deze zijn vastgelegd in de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA). Ook beschrijft KARWEI de uitgangspunten voor samenwerking via de GeVS en de afspraken voor het uitvoeren van werkprocessen voor informatie-uitwisseling en de inzet van ICT. Deze afspraken beschrijven de gewenste situatie, wat wil zeggen dat de technische componenten en organisatori-
42 43 44
45 46 47
Zenc (20110). Evaluatie WEU perceel 3: Inrichting, werking en beheer elektronische infrastructuur. Bijlage XII bij artikel 6.2 van de Regeling SUWI. Gegevensregister SUWI 8.0. Deel 1 Beschrijving en gegevensmodel. Geraadpleegd op: http://www.bkwi.nl/uploads/media/SGR_7.0_deel_1_Beschrijving_en_gegevensmodel__definitief_.pdf Bijlage XII bij artikel 6.2 van de Regeling SUWI. Gegevensregister SUWI 8.0. Deel 2 Entiteiten en gegevenselementen Geraadpleegd op: http://www.bkwi.nl/fileadmin/downloads/Suwinet/sgr/SGR_8.0/PDFfiles/SGR_8.0_Deel_2_Entiteiten_en_gegevenselementen__definitief_.pdf BKWI (z. j) BKWI Factsheets. Geraadpleegd op http://www.bkwi.nl/fileadmin/downloads/Suwinet/Factsheets/BKWI_factsheets_compleet.pdf Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet standaarden GeVS-Keten SLA. (http://www.bkwi.nl/fileadmin/downloads/Suwinet/Factsheets/1.10.3_Factsheet_GeVS-Keten_SLA.pdf geraadpleegd 27-062013) Pagina 22 van 77
Overzichtstudie | september 2013
sche voorwaarden deels nog niet zijn gerealiseerd. 48 In de GeVS keten-SLA hebben de ketenpartijen afspraken vastgelegd over wederzijdse dienstverlening en verantwoordelijkheden. De overeenkomst is afgesloten tussen de gegevensleveranciers die op de GeVS zijn aangesloten, de ketenpartijen onderling en tussen de ketenpartijen, het IB (ten behoeve van gemeenten) en BKWI. 49 Werking GeVS in de praktijk In 2010 zijn drie onderzoeken uitgevoerd naar de doeltreffendheid en de effecten van de WEU in de praktijk. De conclusie op basis van deze onderzoeken was dat de ketenpartners invulling hebben gegeven aan de GeVS en dat het aantal gegevensbronnen dat via de GeVS wordt ontsloten, toeneemt: “Rondom de GeVS is in de praktijk een levendig domein ontstaan waarin SUWI- en niet-SUWI-partijen met elkaar werken aan verbetering en uitbreiding van de gegevensuitwisseling. Het aantal aansluitingen op de GeVS en de verzameling van verschillende berichten die wordt uitgewisseld, is snel toegenomen. Ook zijn er (grote) partijen die belangstelling voor aansluiting op de GeVS kenbaar hebben gemaakt.” 50 Deze trend heeft zich in 2011 en 2012 doorgezet. Steeds meer organisaties willen hun gegevens via de GeVS willen aanbieden en van de virtuele DKD-gegevens gebruik maken. 51,52 De deelnemers aan de expertsessie onderschrijven de bevinding dat binnen de sector werk en inkomen steeds meer gegevensbronnen worden ontsloten. 53 De inspectie werk en inkomen stelde in 2010 vast dat “op centraal niveau UWV, gemeenten en SVB er gezamenlijk voor hebben gezorgd dat hun eigen systemen met daarin voor het groeipad relevante gegevens via SUWInet-Inkijk beschikbaar zijn.” 54 Uit de evaluatie van de WEU bleek dat UWV, SVB en het overgrote deel van de gemeenten de via de GeVS gevraagde berichten uitwisselen. 55 Daarbij is niet vastgesteld of de berichten ook altijd ten minste de volgens de Regeling verplichte gegevens bevatten. “Het is mogelijk dat een of meer velden van een bericht leeg is of niet de juiste gegevens bevat. Dit wordt niet altijd gesignaleerd in het bericht zelf of in de communicatie daaromheen. Een dergelijke situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen als een bronsysteem van de leverancier is uitgevallen. Lege velden kunnen overigens ook een inhoudelijke oorzaak hebben, bijvoorbeeld als er geen gegevens van de betreffende persoon bekend zijn. 56 Men concludeert echter dat er “er geen signalen (zijn) dat er structurele problemen bestaan met de inhoud van de berichten.” 57 Hetzelfde rapport signaleert dat de beschikbaarheid van de webservices bij met name gemeenten te wensen overlaat. Als de webservice niet of niet tijdig reageert, geeft het systeem een time-out en worden de opgevraagde gegevens niet verstrekt. Gemeenten bleken regelmatig niet te voldoen aan de daaraan gestelde normen. 58 In 2010 ondervond naar schatting 10 tot 15 procent van de gemeenten technische of organisatorische pro-
48 49
50
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet standaarden GeVS-Keten SLA. (http://www.bkwi.nl/fileadmin/downloads/Suwinet/Factsheets/1.10.3_Factsheet_GeVS-Keten_SLA.pdf geraadpleegd 2706-2013)
Staatssecretaris SZW (2011). Kamerbrief: Evaluatie Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU). 3 maart 2011, kamerstukken II 2010-2011 32 674, nr 1.
51 52 53 54 55 56 57 58
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012. Verslag expertsessie Inspectie Werk en Inkomen (2010). Implementatie van eenmalige gegevensuitvraag. Zenc (2011). Evaluatie WEU perceel 3: Inrichting, werking en beheer elektronische infrastructuur. Ibid. Ibid. Ibid. Pagina 23 van 77
Overzichtstudie | september 2013
blemen bij het aanleveren van klantgegevens. 59 Een andere bron vermeldt dat op een totaal van 75.000 gegevensvragen per week er tienduizenden niet worden beantwoord door de gemeentelijke webservices. 60 Gemeenten die geen gebruik maken van webservices maar periodiek een zogenaamd batch bestand aanleveren, voldeden niet allemaal aan de intern door het IB gehanteerde norm om het bestand eens per zeven dagen te verversen. 61 In de bestudeerde documenten zijn voor de periode 2010-2013 geen aanwijzingen gevonden voor structurele problemen in de aanlevering van gegevens door UWV en SVB. Het aantal opgevraagde berichten bij gemeenten (GSD) 62 maakt ongeveer 16 procent uit van alle via Suwinet-Inkijk opgevraagde berichten. 63 De problematische aanlevering van deze berichten heeft verschillende nadelige effecten. “Het niet of niet tijdig verstrekken van gegevens aan het DKD heeft gevolgen voor klanten: het niet leveren van actuele gegevens kan leiden tot verkeerde besluiten bij ketenpartners, waardoor klanten geconfronteerd worden met besluiten die gebaseerd zijn op foutieve of verouderde gegevens. Bij inzage in het eigen digitaal klantdossier ziet de klant geen of verouderde gegevens.” 64 De afnemers hebben bovendien geen zicht op de achterliggende oorzaken. 65 Zij kunnen niet zien of de gevraagde gegevens niet worden verstrekt doordat het gegeven niet beschikbaar is of dat het door een technisch probleem niet kan worden getoond. In het geval van onregelmatige batchlevering kan de afnemer de gegevens wel inzien, maar ziet hij niet dat deze verouderd zijn. De aanleverende gemeenten merken zelf weinig van de storingen van de webservices, omdat zij de gegevens van de eigen klanten meestal betrekken uit hun eigen systemen en niet uit het DKD. 66 De problemen met de gegevenslevering door gemeenten worden onderkend door de werkgroep werk en inkomen van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING). 67,68,69 Uit de verslagen van de werkgroep valt op te maken dat de aanlevering in 2012 nog niet is verbeterd: “(De) cijfers van het aanlevergedrag van gemeenten over de afgelopen periode (…) zijn dramatisch te noemen. 18% van de gemeenten levert goed aan. Dat wil zeggen; alle informatie en ook actueel. Een totaal van 38% van de gemeenten heeft in de afgelopen periode geen gegevens aangeleverd of stellen de gegevens niet beschikbaar via de service. Daarnaast levert een groep gemeenten onregelmatig aan.”70 Het gebruik van de GeVS is omvangrijk te noemen (zie figuur 3.2). In april 2013 werd via Suwinet van 645 duizend burgers één of meer keer het Digitaal Klantdossier opgevraagd. De aangesloten ketenpartijen hebben hiervoor in totaal ruim tien miljoen keer een infor59
Don, H. en Rensen, G. (2010). Verkennende notitie zorg en sociale zekerheid: Bericht van twee wethouders om de regeldruk te verlichten. Regioplan beleidsonderzoek, Amsterdam.
60
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2010). Handreiking verbeteren van levering DKD gegevens door gemeenten. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/media/459499/handreiking_aanlevermeter_05-2010_1.0.pdf)
61 62 63 64 65
66 67 68
Zenc (2011). Evaluatie WEU perceel 3: Inrichting, werking en beheer elektronische infrastructuur.
Experts van UWV geven aan dat UWV geen gebruik maakt van deze gegevens. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011 (Eigen berekening op basis van gegevens uit jaarverslag). Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2010). Handreiking verbeteren van levering DKD gegevens door gemeenten. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/media/459499/handreiking_aanlevermeter_05-2010_1.0.pdf) Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2011). Verslag expertgroep werk en inkomen –15 december 2011. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/king-kwaliteitsinstituut-nederlandse-gemeenten/e-dienstverleningverbeteren/werk-inkomen/expertgroep-ict-werk-en-inkomen/15-december-2011/?page=2) Ibid. Ibid.
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2012). Verslag expertgroep werk en inkomen –9 februari 2012. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/media/501859/verslag-expertgroep-wi-9-februari-2012.pdf) 69 70
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2012). Zorgvuldig gebruik en verbeterpunten, W&I - 31 mei 2012. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/media/502208/verslag-expertgroep-wi-31-mei-2012.pdf) Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2012). Verslag expertgroep werk en inkomen –9 februari 2012. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/media/501859/verslag-expertgroep-wi-9-februari-2012.pdf) Pagina 24 van 77
Overzichtstudie | september 2013
matieverzoek gekregen. 71 Tussen de anderhalf en twee miljoen daarvan betreffen opvragingen bij UWV inzake actuele dienstverbanden. 72 In 2012 werden maandelijks de gegevens van ruim 600.000 burgers opgevraagd. 73 Figuur 3.2: Cijfers Suwinet (aantallen) Cijfers Suwinet
2007
2008
2009
2010
2011
2012
377
372
384
376
400
366
40.133
43.695
50.626
54.456
46.840
39.734
aangesloten organisaties eindgebruikers (accounts) Suwinet‐Inkijk Inkijk opvragingen
16.542.929 37.580.742 23.827.407 25.744.999 25.912.710 28.411.024
eindgebruikers (rollen)
90
102
107
788
904
1.035
Bron: BKWI jaarverslagen 2011 en 2012
Het gebruik van Suwinet neemt nog steeds toe. Het aantal opvragingen via SuwinetInkijk is ten opzichte van 2010 met ruim 10 procent toegenomen, wat mede wordt verklaard door de stijging van het aantal werklozen in deze periode. 74 Het aantal verschillende soorten eindgebruikers (rollen) is in dezelfde periode met ruim 30 procent toegenomen. Door de samenvoegen van gemeenten neemt het aantal aangesloten organisaties de laatste jaren af. 75,76 Ook het aantal accounts is de laatste twee jaar gedaald. Dit was het gevolg van opschoningacties van niet meer gebruikte accounts. 77,78 Ook de gegevensuitwisseling die buiten de GeVS om plaatsvindt neemt toe. Zo maken UWV en SVB steeds intensiever gebruik van de beschikbare gegevens in de Polisadministratie. De SVB heeft in 2012 voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke regelingen een uitwisseling met de Polisadministratie van het UWV ingericht, waardoor het niet langer noodzakelijk is om uitvraag te doen bij alle klanten over de hoogte van het inkomen. 79 UWV maakt inmiddels standaard gebruik van de gegevens uit de Polisadministratie voor de vaststelling van het dagloon. 80 Sinds 1 april 2012 maakt UWV ook bij het verrekenen van inkomsten bij een WIA-uitkering gebruik van de gegevens uit de Polisadministratie. 81 UWV is hierdoor niet meer afhankelijk van de gegevens van werkgevers en uitkeringsgerechtigden om inkomsten te verrekenen. De deelnemers aan de expertsessie herkennen zich in de bevinding dat de uitvoering in toenemende mate gebruik maakt van elkaars gegevens, onder meer via het virtuele DKD en dat het aantal gebruikers toeneemt. 82
71
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). www.bkwi.nl/nieuws/item/suwinet-in-cijfers-april-2013. (Geraadpleegd op 10-6-2013). 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82
HEC/UWV (2011). Loonaangifteketen: De aorta van BV Nederland. Den Haag. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012. SVB (2013). SVB SUWI-Jaarverslag 2012. UWV (2013). Jaarverslag 2012. Ibid. Verslag expertsessie Pagina 25 van 77
Overzichtstudie | september 2013
In 2011 concludeerde de toenmalige staatsecretaris van SZW, op basis van de uitgevoerde evaluaties, dat de WEU heeft geleid tot een vermindering van de administratieve lasten. In de evaluatie stelde men vast dat de afname van de administratieve lasten groter was dan verwacht: “Uitkomst van dit onderzoek is dat de totale administratieve lasten voor burgers ten opzichte van 2007 voor de tijdsbesteding zijn afgenomen met ruim 35%. Dit is 10% meer dan in 2007 vooraf op basis van aannames was geraamd.” 83 De geconstateerde afname van 35 procent is met name het gevolg van het toenemend gebruik van de zogenaamde omgekeerde intake, waarbij de digitaal beschikbare gegevens over de burger automatisch op het inschrijfformulier worden vooringevuld. 84 De conclusie van de evaluatie WEU was dat het einddoel van de administratieve lastenverlichting nog niet is bereikt. “Zo kan het hergebruiken van gegevens vooral bij gemeenten nog verder worden ontwikkeld. Op dit moment worden gegevens nog veelal hergebruikt door ze over te typen uit het Digitaal Klantdossier”. 85 De Inspectie Werk en Inkomen (thans Inspectie SZW) constateerde in diverse onderzoeken dat de eenmalige uitvraag nog niet overal in de uitvoering praktijk is. 86,87,88 De deelnemers aan de expertsessie herkennen zich in deze conclusie. Ook zijn zij van mening dat de administratieve lastenverlichting nog verder kan en moet worden doorgevoerd. Zij zien onder meer ruimte tot verbetering door in plaats van heronderzoeken op basis van maandbriefjes de daarvoor relevante gegevens digitaal op te vragen bij de bron. 89 Hoewel geen recente onderzoeken zijn aangetroffen naar de ontwikkeling van de administratieve lasten voor de burger in de sector werk en inkomen, neemt de inspectie aan dat deze de laatste jaren verder zijn afgenomen. De belangrijkste reden daarvoor is de ontwikkeling van de digitale dienstverlening, die heeft geleid tot een toename van de omgekeerde intake. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de toename van het aantal digitale intakes via internet. In 2010 maakte 70 procent van de WW-klanten gebruik van de eintake, de overige 30 procent meldde zich bij het werkplein. 90 Twee jaar later, in 2012, maakte 89 procent van de WW-klanten gebruik van de digitale inschrijving voor een WWuitkering. 91 Doel voor 2013 is dat minstens 90 procent van de WW-klanten gebruik maakt van de digitale inschrijving voor een WW-uitkering. 92 Voor WWB klanten is digitale intake beperkt beschikbaar, omdat niet iedere gemeente deze mogelijk aanbiedt. De digitale intake bij gemeenten bedraagt ca. 40 procent. 93 De toepassing van de digitale intake kent echter ook beperkingen. Voor zover de digitale intake steunt op de voorinvulling van gegevens, moeten deze wel beschikbaar zijn. In de expertsessie werd naar voren gebracht dat voor sommige processen en in bepaalde situaties cruciale gegevens voor een volledige afhandeling van aanvragen of meldingen ontbreken. 94 Deze situatie doet zich met name voor bij de aanvraag van de WWB. 95 83
Staatssecretaris SZW (2011). Kamerbrief: Evaluatie Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU). 3 maart 2011, kamerstukken II 2010-2011 32 674, nr 1.
84 85
Ibid.
Staatssecretaris SZW (2011). Kamerbrief: Evaluatie Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU). 3 maart 2011, kamerstukken II 2010-2011 32 674, nr 1, p.3
86 87 88 89 90 91
Inspectie werk en inkomen (2010). De burger bediend in 2010. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Keteninformatisering. Den Haag. Verslag expertsessie EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer.
UWV (2013). Jaarverslag 2012. (Geraadpleegd op: http://jaarverslag.uwv.nl/jaarverslag-2012/S_1014_Jaarverslag2012/S_1017_Uitkeringsgerechtigden-/S_1048_Digitalisering/a1028_default (geraadpleegd 10-06-2013) 92
UWV (2013). Jaarverslag 2012. (Geraadpleegd op: http://jaarverslag.uwv.nl/jaarverslag-2012/S_1014_Jaarverslag-
2012/S_1017_Uitkeringsgerechtigden-/S_1048_Digitalisering/a1028_default (geraadpleegd 10-06-2013) 93 94 95
Inspectie werk en inkomen (2010). De burger bediend in 2010. Den Haag. Verslag expertsessie Inspectie SZW (2012). Aanvraag WWB. Den Haag. Pagina 26 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Ontwikkelingen In het jaarverslag van BKWI worden onder meer de volgende ontwikkelingen benoemd: verdere uitbreiding van bronnen en afnemers, o.m. gemeentelijke schuldhulpverlening, de doorontwikkeling en implementatie van Suwinet-inlezen, en de inzet van Suwinet voor internationale gegevensuitwisseling om Europese zusterorganisaties van UWV te voorzien van gegevens. 96 Vanaf 1 juli 2013 mag Burgerzaken adresgegevens uit de loonadministratie van UWV raadplegen via Suwinet-Inkijk. 97 Belemmerende factoren Aanlevering van DKD berichten door gemeenten is problematisch. De hiervoor benoemde problemen met de gegevenslevering zijn een belemmerende factor, want “het slagen van het digitaal klantdossier en hergebruik van gegevens is in hoge mate afhankelijk van de kwaliteit van gegevens en van het vertrouwen dat ketenpartners hebben in gegevens.” 98 Uit de geraadpleegde documenten komt het beeld naar voren dat gemeenten niet in staat zijn om de aanlevering zelf weer op orde te krijgen: “Gemeenten vragen of het IB beleid kan formuleren om tot kwaliteitsverbetering van de aanlevering te komen. Daarnaast hebben gemeenten aangegeven dat het belangrijk is om dit onderwerp op de bestuurlijke agenda te krijgen.” 99 Informatiebeveiliging is een voorwaarde om gegevens te (blijven) leveren. Ook het nakomen van de gemaakte afspraken ten aanzien van de beveiliging van persoonsgegevens blijft om aandacht vragen. Informatiebeveiliging is voor sommige ketenpartners een voorwaarde om gegevens te blijven leveren. 100 Dit wordt ook de aanleverende partijen zelf naar voren gebracht zo blijkt bijvoorbeeld uit reactie van SVB op het IWI-rapport ‘Gegevensuitwisseling WWB/WIJ’. 101 Het onderwerp beveiliging persoonsgegevens wordt uitgebreid besproken in hoofdstuk 5. Twijfels bij afnemers over kwaliteit en bruikbaarheid van gegevens Hergebruik staat of valt bij vertrouwen in de kwaliteit en bruikbaarheid van de gegevens. Hierbij speelt de perceptie een belangrijke rol: “Bij veel organisaties is er nog een vorm van wantrouwen over de gegevens die zij niet zelf hebben verzameld.” 102 Dit heeft ook te maken met het doel waarvoor de afnemer een gegeven gebruikt, dat vaak een ander is dan het doel waarvoor de leverancier het gegeven heeft verzameld. 103,104 Zo sluiten bepaalde gegevens uit de Polisadministratie, zoals lonen en inkomstenverhoudingen, niet naadloos aan op de werkprocessen van de gemeentelijke sociale dienst. De oorzaak daarvan ligt in verschillen in wetgeving en daarop gebaseerde processen bij gegevensleveranciers en afnemers. Hoofdstuk 4 gaat hier nader op in. Ook speelt mee dat afnemers de waarde van een gegeven in het DKD niet altijd goed kunnen inschatten. Hiervoor is al genoemd dat niet altijd zichtbaar is hoe actueel een geleverd gegeven is en, bij niet geleverde gegevens, of het gegeven al dan niet bij de leverancier aanwezig is. Dit soort metagegevens zouden de afnemer kunnen helpen om het gegeven eventueel via een andere weg alsnog op te vragen. 96 97 98 99
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011. Nieuwsbericht BKWI, geraadpleegd op http://www.bkwi.nl/nieuws/item/burgerzaken-vindt-aansluiting-op-suwinet-inkijk/ Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2010). Handreiking verbeteren van levering DKD gegevens door gemeenten. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/media/459499/handreiking_aanlevermeter_05-2010_1.0.pdf)
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2011). Verslag expertgroep werk en inkomen –15 december 2011. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/king-kwaliteitsinstituut-nederlandse-gemeenten/e-dienstverleningverbeteren/werk-inkomen/expertgroep-ict-werk-en-inkomen/15-december-2011/?page=2) 100 101 102 103 104
Inspectie Werk en Inkomen (2011) Vervolgonderzoek Beveiliging en privacy in de SUWI-keten. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag. Zie de bestuurlijke reactie van SVB. Verslag expertsessie Inspectie Werk en Inkomen (2011). Keteninformatisering. Den Haag. Verslag expertsessie Pagina 27 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Vormgeving rondom bestaande kolommen De uitvoering van de sociale zekerheidswetgeving is verticaal vormgegeven langs wettelijke regelingen, zoals de WW en de WWB. Het principe van eenmalige uitvraag en hergebruik van gegevens stoelt daarentegen op horizontale uitwisseling van gegevens tussen verschillende overheidsorganisaties. Deze tegenstelling vormt een belemmering voor het realiseren van hergebruik. 105 “Er wordt gewerkt in de richting van ketens tussen de kolommen van de overheid (diensten of onderdelen waarin de overheid georganiseerd is). Samenwerking komt moeizaam tot stand. Zij blijft gedicteerd worden door de organisatorische verbanden (kolommen) waar zij uit voortkomt.” 106 Deze ‘kolomvorming’ werkt belemmerend voor hergebruik, met name voor gegevens die afkomstig zijn van buiten de sector werk en inkomen: “Wettelijke definities bijvoorbeeld over inkomsten en ingezetenschap verschillen vaak per wet/regeling (…) Dit gebrek aan standaardisatie is het meest fundamentele probleem bij gegevensuitwisseling, al decennialang.” 107 Omdat de gegevensuitwisseling binnen de overheid in belangrijke mate rond de bestaande kolommen is ingericht, is er “vanuit de uitvoering geredeneerd geen enkele informatievraag die echt op stelselniveau wordt beantwoord.” 108 Daardoor is er nog steeds “onvoldoende aansluiting van de gegevensleveringen op de daadwerkelijke informatiebehoefte.” 109 Gesloten verstrekkingenregime Gegevens die binnen de sector werk en inkomen worden verwerkt, mogen op grond van de wet Suwi en de diverse materiewetten (w.o. WWB) alleen worden uitgewisseld als de wet dat uitdrukkelijk bepaalt. “Voor veel registraties op het gebied van werk en inkomen (Belastingdienst, SUWI) geldt een gesloten verstrekkingenregime. Het is verboden persoonsgegevens aan derden te verstrekken tenzij er een wettelijke leveringsplicht is”. 110 Met name in het gemeentelijk domein staat dit regime op gespannen voet met het uitgangspunt van de integrale klantbenadering. 111 Zo heeft een professional bij de sociale dienst regelmatig te maken met klanten met een meervoudige problematiek. Behalve op het gebied van werk en inkomen, hebben deze klanten bijvoorbeeld ook problemen op het gebied van schuldhulpverlening en zorg. Wanneer de professional voor deze klanten het DKD raadpleegt, staat hij wettelijk gezien voor een dilemma. Ten aanzien van dezelfde klant mag hij de DKD-gegevens wel gebruiken voor het deelprobleem werk en inkomen, maar niet voor schuldhulp of zorg. Door de aangekondigde decentralisaties naar gemeenten zal dit dilemma zich naar verwachting de komende jaren steeds vaker voordoen. Toename van de complexiteit door steeds meer (verschillende) afnemers Doordat meer organisaties aansluiten en meer gegevens worden uitgewisseld wordt de sturing van de GeVS complexer. In de evaluatie van de WEU werd dit bijvoorbeeld benoemd door een medewerker van de VNG: “De regievraag is steeds lastiger als er meer partijen bij komen. Op cruciale momenten is er geen slagvaardigheid door de complexe ketenstructuur. Wil je de WEU en GeVS goed ondersteunen, dan moeten er op ketenniveau goede, gemandateerde besluiten genomen kunnen worden. We moeten streven naar een slagvaardiger besturingssystematiek.” 112 Door de toenmalige minster van SZW werd dit als volgt verwoord: “Het toenemende aantal betrokken partijen stelt wel hogere eisen aan de sturing en het beheer van de infrastructuur. Daarmee is het de uitdaging voor de 105 106
Inspectie werk en inkomen (2010). De burger bediend in 2010. Den Haag.
Dijk, A.G.B.M. (2009). Kwaliteit in de Keten: Een Panel van Bestuurders, Projectleiders en Uitvoerders over Samenwerking binnen de Elektronische Overheid. Center for eGovernment Studies. 107 108 109 110 111 112
Verslag expertsessie. BZK (2013). Basisregistraties kaderwetgeving dringend gewenst - Uitwerking BZK van een gesprek met Arre Zuurmond. Verslag expertsessie Verslag expertsessie Inspectie SZW (2012). Informatie-uitwisseling rondom ex-gedetineerden met multiproblematiek. Zenc (20110). Evaluatie WEU perceel 3: Inrichting, werking en beheer elektronische infrastructuur. Pagina 28 van 77
Overzichtstudie | september 2013
betrokken partijen om bij de verdere ontwikkeling van de infrastructuur de sturing hierop te laten aansluiten.” 113 Bevorderende factoren Juridisch kader De Wet Eenmalige Gegevensuitvraag (WEU) regelt dat de ketenpartners gezamenlijk zorg moeten dragen voor de instandhouding van de GeVS, waarmee zij gegevens wisselen of laten inzien. 114 Naar aanleiding van de evaluatie van de WEU schreef de toenmalige minister van SZW aan de kamer dat “(de) uitkomst van het onderzoek is dat het waarschijnlijk is dat de WEU het realiseren van het eenmalig uitvragen van gegevens heeft versneld”. 115 In de expertsessie kwam men tot een vergelijkbare conclusie. 116 De juridische mogelijkheden, de verplichtingen tot hergebruik (o.m. WEU, wet SUWI, Wet basisregistraties en het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid, gezamenlijke standaarden voor gegevensuitwisseling) zijn belangrijke factoren geweest om de gegevensuitwisseling, nodig voor hergebruik van de beschikbare gegevens, mogelijk te maken. Toenemende interesse in gebruik GeVS en toename aangesloten partijen Het bestaan van de GeVS creëert een vraag. Met name binnen het gemeentelijke domein neemt de interesse in het gebruik van Suwinet toe. Voorbeelden daarvan zijn de recente aansluiting van de gemeentelijke gerechtsdeurwaarders en de voorgenomen aansluiting van de gemeentelijke schuldhulpverlening. 117 Deze partijen kunnen via het aansluitprotocol toegang krijgen tot de DKD-gegevens. De toename van het aantal aangesloten partijen heeft verschillende voordelen. De waarde van de gegevens in het DKD neemt toe, doordat het dossier een steeds completer beeld geeft van de burger. De aansluitingen van nieuwe partijen worden tegen relatief lage kosten gerealiseerd, terwijl het bereik meteen groot is. 118 Het regeerakkoord Rutte II zet de toon voor ontwikkelingen rond digitale dienstverlening en decentralisaties. 119 BKWI verwacht dat dit akkoord ook (misschien vooral) gevolgen zal hebben voor de levering van gegevens buiten de sector werk en inkomen. 120 De deelnemers aan de expertsessie voorzien een “verbreding van de gegevensuitwisseling naar het hele sociale domein in het kader van de decentralisaties” 121 met als resultaat dat “andere werkvelden gaan/willen dus ook gebruik gaan maken van reeds ontsloten gegevens.” 122 BKWI speelt op de toenemende vraag in door o.a. de ontwikkeling van Suwinet-Inlezen, waarmee de gegevens uit de diverse gegevensbronnen automatisch in applicaties van ontvangende partijen kunnen worden geladen. 123 Deze ontwikkeling is ook gesignaleerd in de expertsessie. “Steeds meer gegevens worden direct opgevraagd door bedrijfsapplicaties en internettoepassingen als e-formulieren” 124 en “naast het inzien wordt ingezet op 113
Staatssecretaris SZW (2011). Kamerbrief: Evaluatie Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU). 3 maart 2011, kamerstukken II 2010-2011 32 674, nr 1. 114 115
EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer. Staatssecretaris SZW (2011). Kamerbrief: Evaluatie Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU). 3 maart
2011, kamerstukken II 2010-2011 32 674, nr 1.
116 117 118
Verslag expertsessie Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012.
Staatssecretaris SZW (2011). Kamerbrief: Evaluatie Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU). 3 maart 2011, kamerstukken II 2010-2011 32 674, nr 1.
119 120 121 122 123 124
VVD en PvdA (2012). Bruggen slaan: Regeerakkoord VVD-PvdA – 29 oktober 2012. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012. Verslag expertsessie. Ibid. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012. Verslag expertsessie. Pagina 29 van 77
Overzichtstudie | september 2013
het overhalen van gegevens ten behoeve van de geautomatiseerde afhandeling van aanvragen.” 125 3.2.3
Conclusie De uitvoeringsorganisaties en gemeenten hebben gezamenlijk invulling gegeven aan de GeVS om hergebruik van gegevens te realiseren. Zij maken op grote schaal gebruik van gegevens die via Suwinet middels het virtuele Digitaal Klant Dossier (DKD) aan bronbestanden van de ketenpartners worden ontleend.. Het totale aantal gegevens uit het DKD dat wordt hergebruikt is de afgelopen jaren toegenomen. Dit geldt ook voor het aantal verschillende soorten eindgebruikers. De eenmalige uitvraag van gegevens is nog niet overal in de uitvoering praktijk. Gemeenten blijven ten opzichte van UWV en SVB achter in het gebruik van de omgekeerde intake. Bij de omgekeerde intake worden bekende gegevens op het aanvraagformulier vooringevuld, waarna de klant deze controleert op juistheid en waar nodig aanvult. Belemmerende factoren voor hergebruik van gegevens door gemeenten via de GeVS zijn onder meer de problematische aanlevering van gegevens door gemeenten aan het sectorloket en twijfels bij de eindgebruiker over de kwaliteit en bruikbaarheid van gegevens. Daarnaast zijn er zorgen bij de ketenpartners over het veilig gebruik van persoonsgegevens (als voorwaarde voor gegevensverstrekking). Doordat er steeds meer (verschillende) aanbieders en afnemers zijn wordt de samenwerking binnen de GeVS complexer. Met name daar waar sprake is van hergebruik van gegevens tussen de sector werk en inkomen en andere sectoren wordt deze bemoeilijkt door het bestaan van verschillende standaarden die voortvloeien uit verschillen in wetgeving en daardoor niet op elkaar aansluiten. Binnen de sector werk en inkomen geldt een gesloten verstrekkingenregime. Gegevens die binnen de sector van werk en inkomen worden verwerkt, mogen op grond van de Wet Suwi en de diverse materiewetten alleen worden uitgewisseld als de wet dat uitdrukkelijk toestaat. Met name in het gemeentelijke domein staat dit op gespannen voet met het uitgangspunt van de integrale klantbenadering, dat van professionals verwacht om over wettelijke domeinen heen te kijken. Met de komende decentralisaties, waardoor steeds meer wettelijke taken naar de gemeenten gaan, zal dit spanningsveld nog groter worden.
125
Verslag expertsessie. Pagina 30 van 77
Overzichtstudie | september 2013
4
Randvoorwaarde: borging kwaliteit gegevens
4.1
Inleiding In het vorige hoofdstuk is beschreven dat er in toenemende mate sprake is van uitwisseling en hergebruik van gegevens. Hierdoor wordt de noodzaak van een goede kwaliteit van gegevens groter. Gegevens van onvoldoende kwaliteit kunnen leiden tot fouten in het uitvoeringsproces, herstelwerkzaamheden en dubbele uitvraag en daarmee tot extra lasten voor burgers en organisaties. 126 De borging van de kwaliteit van gegevens is in dit onderzoek gedefinieerd als: “Het leveren van een bijdrage aan de kwaliteit van de gegevens die binnen de sector werk en inkomen verstrekt- en/of gedeeld worden voor de uitvoering van de sociale zekerheidswetten.” Kwaliteit is hierbij gedefinieerd als: valide (juist/volledig),Betrouwbaar,Relevant en Tijdig/actueel. Dit is geoperationaliseerd als: “gemeenten, UWV en SVB passende maatregelen nemen om de kwaliteit van de gegevens, die binnen de sector werk en inkomen verstrekt en/of gedeeld worden, te borgen en te verbeteren.” Om vast te stellen in hoeverre de uitvoeringsorganisaties en gemeenten invulling hebben gegeven aan de borging van gegevenskwaliteit, hanteert de inspectie in dit onderzoek een aantal toetsnormen voor kwaliteitsborging die volgen uit de hierboven beschreven operationalisering. Deze hebben betrekking op de Polisadministratie (paragraaf 4.2), correctiefaciliteit voor de burger (paragraaf 4.3) en opsporen en melden van afwijkingen in data (paragraaf 4.4).
4.2
Polisadministratie
4.2.1
Norm De Polisadministratie bevat gegevens over lonen, uitkeringen en arbeidsverhoudingen van alle verzekerde werknemers in Nederland. Ten aanzien van de Polisadministratie hanteert de inspectie als toetsnorm: “De Polisadministratie voldoet aan het normenkader zoals vastgesteld door de betrokken partijen en afgestemd met de Tweede Kamer.” Voor de gegevenskwaliteit zijn drie elementen van belang: - Kwaliteit van de aanlevering (i.c. de loonaangifte werkgevers). De kwaliteit van de gegevens in de Polisadministratie kan niet beter zijn dan de optelsom van de kwaliteit van de loonaangiftes van de werkgevers, wel slechter. - Kwaliteit van de verwerking (hiervoor is een normenkader opgesteld). - Kwaliteit van de output/bruikbaarheid voor afnemers. De in dit onderzoek gehanteerde toetsnorm heeft alleen betrekking op het tweede element, de verwerking. Het derde element wordt wel beschreven.
4.2.2
Invulling UWV en de Belastingdienst geven gezamenlijk sturing aan de loonaangifteketen. In 2012 werden hierin de loongegevens van 13 miljoen personen verwerkt. Deze gegevens wor126
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Pagina 31 van 77
Overzichtstudie | september 2013
den maandelijks door 700.000 inhoudingsplichtigen aangeleverd bij de Belastingdienst. 127 Jaarlijks worden meer dan 20 miljard gegevens in de Polisadministratie vastgelegd. 128 UWV levert gegevens aan ongeveer 700 afnemers in het private en publieke domein en ontsluit de gegevens via de Polisadministratie. 129 Het proces verloopt als volgt: 130 • Werkgevers zijn verplicht zich te melden bij de Belastingdienst. • De Belastingdienst neemt de werkgevers op in de werkgeversadministratie en nodigt hen uit loonaangifte te doen. • De werkgeversgegevens worden door UWV overgenomen in de Polisadministratie. • De werkgever doet loonaangifte bij de Belastingdienst en stuurt correctieberichten in. De Belastingdienst controleert de aangifte en zendt de nominatieve gegevens door naar UWV. UWV controleert deze gegevens en koppelt geconstateerde fouten via de Belastingdienst terug aan werkgevers. • UWV stelt de gegevens in de Polisadministratie beschikbaar aan de afnemers. • Afnemers van de gegevens uit de Polisadministratie geven foutsignalen door aan UWV. • De Belastingdienst legt werkgevers een correctieverplichting op voor het herstel van fouten in de loonaangifte. De inhoudelijke kwaliteit van de Polisadministratie wordt bepaald door de (kwaliteit van de) input (loonaangiftes) en komt voor de sector Werk en Inkomen tot uitdrukking in een rechtmatige verstrekking van uitkeringen. De kwaliteit van de gegevens blijft altijd (ten dele) afhankelijk van de kwaliteit van de aangeleverde gegevens van werkgevers en correcties van verzekerden en afnemers. 131 132 De inspectie constateert dat het normenkader voor de loonaangifteketen zich vooral richt op de logistieke kenmerken van de loonaangifteketen (processen/systemen) en nog in onvoldoende mate op de inhoudelijke kwaliteit van gegevens. 133 De inspectie komt tot het oordeel dat er in 2010 sprake is van een werkende keten en dat het plateau voor de stabiele keten is bereikt. 134,135 Uit een rapportage van UWV en de Belastingdienst blijkt dat in 2010 voor het eerst aan alle eisen van het normenkader is voldaan. 136,137,138 Experts van UWV geven aan dat de normen sindsdien altijd gehaald worden. Vanaf 2010 is verder gewerkt aan de verbetering van de tijdigheid, juistheid en volledigheid. 139 Zo worden specifieke groepen inhoudingsplichtigen integraal gevolgd door de 127 128 129 130 131
UWV (2012). Jaarplan 2013. HEC/UWV (2011). Loonaangifteketen: De aorta van BV Nederland. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). UWV en Walvis: Tiende rapportage. HEC/UWV (2011). Loonaangifteketen: De aorta van BV Nederland. Den Haag.
UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifteketen in 2010. 132 133 134 135
HEC/UWV (2011). Loonaangifteketen: De aorta van BV Nederland. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). UWV en Walvis: Tiende rapportage. Inspectie Werk en Inkomen (2011). UWV en Walvis: Tiende rapportage.
Een ‘werkende’ keten houdt in dat de loonaangifteketen die functies verricht die hij moet verrichten, dat de verschillende functies werken, eventueel met noodoplossingen. Een ‘stabiele’ keten betekent dat alle tijdelijke oplossingen zijn weggewerkt en dat de keten is ingericht met structurele oplossingen in plaats van noodoplossingen. Bron: Inspectie Werk en Inkomen (2011). UWV en Walvis.
136
UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifteketen in 2010. 137 138 139
UWV en Belastingdienst (2010). Gebruik, bruikbaarheid en herkenbaarheid Polisadministratie 1.0. HEC (2011). Oordeel werkende en stabiele Loonaangifteketen 2010 (Bijlage kst-26448-465). Verslag expertsessie Pagina 32 van 77
Overzichtstudie | september 2013
keten, is er extra aandacht voor de 15 grootste inhoudingsplichtigen, zijn er technische en inhoudelijke samenhangcontroles aan de poort van de Belastingdienst (dus eerder in het proces), inhoudelijke controles op een veertigtal gegevenswaarden bij UWV, plausibiliteitscontrole bij nihilaangevers, controle op overschrijvers en er is horizontale controle van de Belastingdienst bij grote en middelgrote bedrijven, fiscale intermediairs en softwareontwikkelaars. 140 Mede door deze maatregelen is het aantal door inhoudingsplichtigen ingediende correctieberichten tussen 2007 en 2010 sterk gedaald. 141 IWI constateerde in 2011 nog wel “[…] dat veel van de voorgenomen maatregelen om de kwaliteit van de gegevens in de Polisadministratie te borgen en te bevorderen nog moeten worden uitgevoerd.” 142 Het begrip kwaliteit van de gegevens is sterk contextafhankelijk. Afnemers gebruiken een gegeven regelmatig in een andere context dan de leverancier, waardoor zij de kwaliteit van dat gegeven anders beoordelen. Afnemers in de sector werk en inkomen, die de gegevens uit de Polisadministratie via Suwinet kunnen inzien en gebruiken, geven aan dat de informatie niet altijd voldoet. Bij een deel van de dienstverbanden ontbreekt de starten/of einddatum en sommige dienstverbanden ontbreken volledig, wat waarschijnlijk veroorzaakt wordt doordat de werkgever de data niet goed doorgeeft. 143 Daarnaast zijn professionals niet onverdeeld tevreden over de actualiteit van de loongegevens uit de Polisadministratie. 144 Hierbij speelt mee “dat werkgevers op grond van wet- en regelgeving maximaal zes weken de tijd hebben om deze gegevens te kunnen aanleveren.” 145 Bovenstaande wordt ondersteund in de expertsessie waar de stelling ‘de gegevens in de Polisadministratie voldoen aan daaraan gestelde kwaliteitseisen en zijn van voldoende kwaliteit voor de afnemers in de sector werk en inkomen’ ten dele wordt herkend. Verschillende experts geven daarnaast aan dat de aansluiting tussen vraag en aanbod van gegevens niet optimaal is: “in een paar processen en in sommige situaties ontbreken cruciale gegevens voor een volledige afhandeling van aanvragen of meldingen”. En “de kwaliteit voor het proces van de bronhouder is een andere dan die van de afnemer”. 146 In de expertsessie is tevens aangegeven dat de actualiteit (datum vastlegging) en status (bijvoorbeeld ‘in onderzoek’) van een gegeven niet duidelijk is. Er is een behoefte aan die informatie, om de kwaliteit en actualiteit van een gegeven te kunnen interpreteren. Dit geldt voor gegevens uit de Polisadministratie, maar ook meer in den brede voor alle uitgewisselde gegevens en databestanden. 147
Belemmerende factoren Ontbreken beleidskader De Inspectie Werk en Inkomen (nu: Inspectie SZW) constateerde in 2011 dat een beleidskader met betrekking tot kwaliteit van gegevens in de Polisadministratie ontbreekt. Hierdoor zijn er mogelijk risico’s voor de gegevenskwaliteit. 148 In 2012 hebben UWV en 140
UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifteketen in 2010. 141
UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifteketen in 2010.
142 143
Inspectie Werk en Inkomen (2011). UWV en Walvis: Tiende rapportage.
‘EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer.’ en ‘Staatssecretaris SZW (2011). Kamerbrief: Evaluatie Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU). 3 maart 2011, kamerstukken II 2010-2011 32 674, nr 1.’ 144
‘EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2011). Keteninformatisering. Den Haag.’ 145 146 147 148
EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer Verslag expertsessie Verslag expertsessie Inspectie Werk en Inkomen (2011). UWV en Walvis: Tiende rapportage. Pagina 33 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Belastingdienst een gezamenlijke visie vastgesteld op gegevenskwaliteit in de loonaangifteketen. In deze visie komen met name preventief werken en het versterken van de samenwerking met inhoudingsplichtigen en hun adviseurs, op basis van vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid, aan de orde. 149 Bestaande regelgeving en keuzes voor de inrichting van het proces In paragraaf 4.2.2. is aangegeven dat gegevens uit de Polisadministratie voor afnemers in de sector werk en inkomen niet actueel genoeg zijn. Dit komt doordat de actualiteit van de gegevens in Suwinet gelijk is aan de actualiteit van het bronsysteem. 150 De tijdigheid van de nominale gegevens uit de loonaangiftes in de Polisadministratie wordt beperkt door de wettelijke aanleveringstermijn van 6 weken (na afloop van het loontijdvak) die geldt binnen de loonaangifteketen. 151 Dit vloeit voort uit de bestaande regelgeving voor loonaangifte en is inherent aan gemaakte keuzes en uitgangspunten rond de inrichting van de keten. 152 Bevorderende factor Kwaliteitsbevorderende maatregelen in het proces In 2011 is er een nieuwe ketenmanager aangesteld, afkomstig van de Belastingdienst. Hij ziet vanuit het ketenbelang toe op samenwerking tussen UWV en Belastingdienst en wordt ondersteund door het ketenbureau, dat kan optreden als kwaliteitsbewaker van de keten. Hierdoor is het vertrouwen tussen de organisaties gegroeid. 153 Er is een afnemersoverleg met een ‘forum kwaliteit’, dat is opgezet om onderzoek te doen naar het formuleren en implementeren van gezamenlijke kwaliteitsindicatoren. 154 UWV en Belastingdienst hebben een toekomstvisie ontwikkeld die zich richt op het betrekken van werkgevers, adviseurs en softwareontwikkelaars, zodat die zich meer verantwoordelijk voelen voor de juistheid, volledigheid en tijdigheid van polisgegevens. 155 4.2.3
Conclusie De gegevensverwerking in de Polisadministratie voldoet aan het normenkader zoals dat is afgestemd met betrokken partijen en de Tweede Kamer. De kwaliteit van de gegevens in de loonaangifteketen is afhankelijk van de aanlevering van gegevens door werkgevers. Door UWV en Belastingdienst zijn maatregelen voor kwaliteitsborging ingebouwd in het proces van loonaangifte. Het verbeteren van de kwaliteit van de gegevens in de polisadministratie blijft een speerpunt. Vanuit het oogpunt van de bruikbaarheid van de polisgegevens voor de sector werk en inkomen zijn er verbeterpunten. Professionals hebben bijvoorbeeld behoefte aan actuele gegevens over lonen en inkomstenverhoudingen. Door de gemaakte keuzes en uitgangspunten rond de inrichting van de loonaangifteketen kan hier niet altijd aan worden voldaan.
149 150
UWV (2013). Jaarverslag 2012.
‘Inspectie Werk en Inkomen (2010). Implementatie van eenmalige gegevensuitvraag.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2010). Wet Eenmalige Gegevensuitvraag (WEU).’’
151
‘Inspectie SZW (2012). Bestandskoppelingen bij fraudebestrijding.’ en ‘EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer.’ 152
‘UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifte-
keten in 2010.’ en ‘Staatssecretaris SZW (2011). Kamerbrief: Evaluatie Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU). 3 maart 2011, kamerstukken II 2010-2011 32 674, nr 1.’ 153
UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifteketen in 2010. 154 155
Ibid. HEC/UWV (2011). Loonaangifteketen: De aorta van BV Nederland. Den Haag. Pagina 34 van 77
Overzichtstudie | september 2013
4.3
Correctiefaciliteit voor de burger
4.3.1
Norm Gemeenten, UWV en SVB bieden een correctiefaciliteit aan waarmee de burger kan aangeven dat een gegeven naar zijn mening niet juist is geregistreerd.
4.3.2
Invulling In de uitvoering zijn verschillende voorzieningen gerealiseerd voor de burger om zijn gegevens in te zien (daarover meer in paragraaf 6.3) en, indien nodig, te corrigeren. Zo kan de burger in Suwinet zijn gegevens inzien en digitaal een correctieverzoek doorgeven via Suwinet-correctie (aangeboden door BKWI). 156 Hetzelfde geldt voor Mijnoverheid.nl. 157 UWV Werkbedrijf maakt gebruik van de correctieservice van BKWI. Uit cijfers blijkt dat bij UWV per maand ongeveer 1000 correctieverzoeken binnenkomen, waarbij het in 80% van de gevallen een wijziging van een telefoonnummer betreft. 158 Afspraken over mogelijkheden tot inzage via het Digitaal Verzekerden Bericht (DVB, een internettoepassing op uwv.nl) bevonden zich bij UWV in 2010 nog in de beginfase 159 , maar de voorziening is inmiddels gerealiseerd. 160 Een verzoek tot correctie op deze gegevens vindt plaats middels een papieren formulier aan UWV. In 2009 is het DVB circa 150.000 maal geraadpleegd door circa 50.000 bezoekers. Door hen werden in dat jaar 1250 correctieverzoeken ingediend. 161 UWV heeft afspraken over welke gegevens de klant mag corrigeren en welke niet; “bijvoorbeeld bankrekeningnummer wel en domicilie adres niet.” 162 Bij de SVB kunnen burgers hun gegevens ook inzien, aanvullen en corrigeren via MijnSVB.nl en correctie doorgeven of bezwaar maken naar aanleiding van een bericht van SVB als hun verzekeringsstatus wordt vastgesteld of wijzigt. 163 Gemeenten kunnen gebruik maken van de door BKWI aangeboden correctieservice, maar uit onderzoek van de Inspectie SZW blijkt dat deze (bij de onderzochte gemeenten) niet of nauwelijks wordt ingezet; “de meeste onderzochte gemeenten hebben geen eigen digitale omgeving waarin de burger zijn eigen gegevens kan inzien en zo nodig kan (laten) wijzigen”. 164 Naast de digitale mogelijkheden, kunnen burgers ook een correctieverzoek indienen via de balie, telefoon of per e-mail. 165 Burgers vragen hun uitkering steeds vaker digitaal aan, waarbij (via e-intake) gegevens vooringevuld worden. Zij hebben dan de mogelijkheid om aan te geven wat naar hun mening onjuist is. 166 Als dit een gegeven uit de registratie van een andere organisatie betreft, verwijzen SUWI-partners de burger voor correctie veelal door naar de verant-
156
‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.’ en ‘UWV (2012). Jaarverslag 2011.’ en ‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet-Correctie (geraadpleegd via www.bkwi.nl medio april 2013).’ en ‘SVB (2010). De virtuele identiteit in de sociale zekerheid: een beschrijving van het inzage- en correctierecht in de sociale zekerheid.’
157 158 159 160 161 162 163
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Ibid. Inspectie Werk en Inkomen (2010). Wet Eenmalige Gegevensuitvraag (WEU). EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer. Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. UWV (2012). Visie op UWV gegevenshuishouding: Direct Bruikbare Gegevens.
‘SVB (2011). SUWI Jaarverslag 2010.’ en ‘SVB (2010). De virtuele identiteit in de sociale zekerheid: een beschrijving van het inzage- en correctierecht in de sociale zekerheid.’ 164 165
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.
‘Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.’ en ‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0’ 166
‘Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag.’ en ‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.’ Pagina 35 van 77
Overzichtstudie | september 2013
woordelijke organisatie. 167 Maar het is voor de klant niet altijd duidelijk bij wie en op welke wijze foutieve gegevens moeten worden gecorrigeerd. 168 De Inspectie Werk en Inkomen (nu Inspectie SZW) constateerde in een rapportage in 2008 dat burgers in toenemende mate gebruik maakten van het inzage- en correctierecht op gegevens in het DKD. 169 Maar in latere jaren blijkt dat het inzage- en correctierecht nauwelijks wordt gebruikt. 170 Het Rathenau Instituut geeft hierover aan:“De mogelijkheden van burgers om zich tegen […] fouten te verweren schieten vaak tekort. Het in de WBP vastgelegde recht op inzage en correctie van gegevens blijkt in de praktijk vaak niet meer dan een papieren recht.” 171 In de expertsessie gaf een meerderheid van de experts aan dat zij de bevinding dat de gerealiseerde technische voorzieningen voor het doen van correctieverzoeken door burgers nauwelijks worden benut, herkennen. 172 Burgers worden niet actief geïnformeerd over correctiemogelijkheden. 173 Maar de Inspectie SZW stelde wel vast dat SVB, UWV en een aantal gemeenten de burger wel passief informeren door middel van informatiemappen, brieven of een verwijzing naar de website. 174 Desondanks zijn burgers vaak niet op de hoogte van hun verplichtingen. Daarnaast hebben zij niet altijd een direct belang bij het doen van een correctieverzoek. 175 Correctieverzoeken van burgers kunnen bij organisaties dus binnenkomen per brief, telefoon of een (automatisch) digitaal signaal. De organisatie registreert het ontvangen signaal, controleert de afzender en of het signaal te verwerken is.176 “Suwinet-Correctie stelt de overheidsorganisaties die gegevens leveren (bronhouders) in staat het signaal te ontvangen en wel of niet een wijziging door te voeren. De bronhouder kan de burger of professional digitaal informeren over het besluit.” 177 In de expertsessie is aangegeven dat het proces voor de afhandeling van correctieverzoeken niet of onvoldoende is ingericht.
Belemmerende factoren Meer verantwoordelijkheid voor de burger, maar onbekendheid met correctiefaciliteit De WRR en PBLQ/HEC constateren dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid van gegevens en de bewijslast steeds meer verschuift naar de burger. 178 Overkleeft-Verburg geeft daarover aan:“Door politiek-bestuurlijk de nadruk te leggen op een tekortschieten van ‘mede-verantwoordelijke’ burgers, wordt te weinig beseft met welke risico’s dit stelsel de burger belast. Allereerst als gevolg van verwerkingsfouten van de overheid. Die zijn er 167
‘Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.’ en ‘Overkleeft-Verburg (2009). Basisregistraties en rechtsbescherming. Over de dualisering van de bestuursrechtelijke rechtsbetrekking.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2011). De keten volgt klanten, toepassing van klantvolgsystemen in het domein van werk en inkomen.’ 168 169
Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag.
Inspectie Werk en Inkomen (2008). E-dienstverlening werk en inkomen door gemeenten: Een verkenning van kansen en belemmeringen voor adequate ICT-ondersteuning.
170
‘Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag.’ 171
De autonome burger in de informatiesamenleving: Hand-out inwerkprogramma tijdelijke commissie ICT-projecten bij de overheid – Rathenau Instituut, 2013
172 173
Verslag expertsessie
‘Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag.’ en ‘Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.’ 174 175 176 177
Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag. Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet-Correctie (geraadpleegd via www.bkwi.nl medio april 2013).
178
‘Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press.’ en ‘PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.’ Pagina 36 van 77
Overzichtstudie | september 2013
veel meer dan wel beseft en kunnen soms tot Kafkaeske situaties leiden.”179 Het is voor de burger vaak niet duidelijk hoe hij toegang kan krijgen tot zijn gegevens, bij wie hij een correctieverzoek moet indienen en op welke manier. 180 Daarnaast wordt het gebruik van correctieverzoeken door de burger sterk bepaald door het eigenbelang dat iemand bij een correct gegeven heeft. 181 De experts geven aan dat burgers vaak niet weten wat er allemaal over hen vast ligt en onbekend zijn met de correctiefaciliteit. Zij pleiten voor het vergroten van de transparantie en eigen verantwoordelijkheid voor de burger en de realisatie van een goedwerkende correctiefaciliteit. 182 Experts geven aan dat anderzijds ook de houding van de burger moet veranderen; de burger kan worden bijgebracht dat hij zijn gegevens op juistheid moet controleren, daar waar dat mogelijk is. Inzage in gegevens en het indienen van een correctieverzoek alleen is niet de oplossing, vaak is persoonlijk contact nodig. Organisaties zijn verantwoordelijk voor het doorvoeren van correcties en het oplossen van problemen. 183 “Burgers die ervaringen hebben met het (laten) aanpassen van onjuiste gegevens of informatie geven aan dat ze in aanvulling op de inzage- en correctiemogelijkheid eigenlijk liever een soort ‘accountmanager’ hebben die voor hen uitzoekt wat de oorzaak is van het probleem, en hen begeleidt met het oplossen van het probleem. Hier is met name sprake van wanneer er meerdere overheidsinstanties bij betrokken zijn, en het voor de burger niet altijd duidelijk is waar de oorzaak van het probleem zit, of wie de beheerder is van het ‘onjuiste’ gegeven.” 184 Inzicht geven in gegevens vergt technische en organisatorische oplossingen Om de burger in staat te stellen om gegevensproblemen op te lossen, is een gedetailleerd inzicht nodig in de onderliggende gegevens en gegevensstromen. Dat vergt ingrijpende technische en organisatorische oplossingen, die complex en kostbaar zijn, en niet op korte termijn te realiseren. 185 “Relevant is de ervaring van het BKWI: dat heeft de ontwikkeling van een generieke correctievoorziening gestopt, omdat de correctievoorziening te complex is en er te weinig vraag naar was, waardoor dit een te dure oplossing werd.” 186 Wettelijk recht laat zich moeilijk effectueren De WBP biedt de burger wel de mogelijkheid tot het indienen van een correctieverzoek, maar het is “in meerdere gevallen toch een papieren recht dat zich moeilijk laat effectueren.” 187 Het is een passief recht. 188 Bronhouders kunnen zelf aangeven of er in SuwinetCorrectie een correctieverzoek gedaan mag worden. 189 En de bronhouder mag een afweging maken om een correctieverzoek wel of niet te verwerken en kan ook niet altijd tegemoet komen aan het correctie verzoek van de burger. 190 Ook Zuurmond signaleert dat “een verplichte inzage- en correctiemogelijkheid, alsmede verplichte terugmelding (…)
179
Overkleeft-Verburg (2009). Basisregistraties en rechtsbescherming. Over de dualisering van de bestuursrechtelijke rechtsbetrekking.
180 181
Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag.
‘Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag.’ 182 183
Verslag expertsessie
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
184 185 186 187
Ibid. Ibid. Ibid.
Eerste Kamer (2011). Evaluatie Wet bescherming persoonsgegevens. Verslag van een expertmeeting. Kamerstukken I, 2010-2011, 31051 nr. B Herdruk. 188 189
Monasso, T. en Boschker, E. (2012). Basisregistraties dienen meer dan de belangen van het bestuur alleen.
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet-Correctie (geraadpleegd via www.bkwi.nl medio april 2013).
190
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport. Pagina 37 van 77
Overzichtstudie | september 2013
niet voldoende geregeld [zijn].” 191
Bevorderende factoren Draagvlak voor correctiemogelijkheden Voor een optimale werking van het correctierecht is draagvlak nodig. “De inspectie acht een vorm van actieve voorlichting aan de burger gepast. Door burgers meer te wijzen op hun inzage- en correctiemogelijkheden, kan de kwaliteit van de gebruikte gegevens in de keten ook verhoogd worden.” 192 De SVB heeft meerdere malen aandacht gevraagd voor het invoeren en verbeteren van een correctiefaciliteit voor de burger. 193 Ook het kabinet onderstreept het belang van een goede waarborg tot correctie aan burgers en zet er op in dat “De weerbaarheid van burgers zal worden vergroot door versteviging van het inzage- en correctierecht […] Door het vergroten van de mogelijkheden van burgers om hun gegevens te controleren en te laten corrigeren kan een ‘countervailing power’ op gang worden gebracht, een tegenkracht waarvan een preventieve werking richting gegevensbeheerders, -eigenaren en opdrachtgevers bij de overheid zal uitgaan.” 194 Uit onderzoek van PBLQ/HEC blijkt dat vrijwel alle burgers inzage in hun gegevens belangrijk vinden om hun informatiepositie ten opzichte van de overheid te versterken. “Ook de mogelijkheid om een correctieverzoek te kunnen doen past daarbij.”195 Inzage in gegevens is nodig Inzage in gegevens is een voorwaarde voor het kunnen indienen van een correctieverzoek. 196 “Transparantie stimuleert ook het zelfreinigend vermogen van het hergebruik: de klant ziet steeds wat er over hem bekend is en zal sneller geneigd zijn dit te corrigeren. Ieder geaccepteerd correctieverzoek resulteert in een wijziging in de ketenregistratie.” 197 Daarbij is het ook belangrijk om de herkomst van gegevens zichtbaar te maken, zodat het voor de burger eenvoudiger is om een correctieverzoek in te dienen bij de bron.198 In hoofdstuk 6 worden transparantie en inzage behandeld. Wettelijke basis voor correctierecht Er is een wettelijke basis voor correctierecht. 199,200 “Regels over het verstrekken van inlichtingen en het doen van correctieverzoeken door burgers zijn neergelegd in de Wet SUWI en materiewetten zoals de WWB. Waar in deze wetgeving gebieden niet geregeld zijn, is de WBP van toepassing. De WBP geeft de burger het recht tot inzage van de over hem geregistreerde gegevens, en het recht om deze gegevens te laten corrigeren.” 201 Voor de Polisadministratie geldt zelfs een correctieplicht voor de burger: als hij consta191 192
BZK (2013). Basisregistraties kaderwetgeving dringend gewenst - Uitwerking BZK van een gesprek met Arre Zuurmond.
Inspectie Werk en Inkomen (2011). De keten volgt klanten, toepassing van klantvolgsystemen in het domein van werk en inkomen.
193
‘SVB (2012). Jaarplan 2013, begroting 2013.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2010). Implementatie van eenmalige gegevensuitvraag.’ 194 195
BZK (2010). Aanbiedingsbrief Kabinetsreactie WRR-rapport iOverheid –25 oktober 2011.
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
196
‘PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.’ en ‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.’ 197 198 199 200
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0. BZK (2010). Aanbiedingsbrief Kabinetsreactie WRR-rapport iOverheid –25 oktober 2011. Het correctierecht van de burger staat in artikel 36 van de Wbp.
“De Wet GBA kent een zelfstandige regeling van inzage en correctie van de burger. Ingevolge art. 83 onderdeel f, Wet GBA zijn een aantal informatiebesluiten, waaronder die inzake inzage en correctie” Uit: Overkleeft-Verburg (2009). Basisregistraties en rechtsbescherming. Over de dualisering van de bestuursrechtelijke rechtsbetrekking. 201
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Pagina 38 van 77
Overzichtstudie | september 2013
teert dat een gegeven onjuist of onvolledig is, is hij wettelijk verplicht om bij het UWV een correctieverzoek in te dienen. 202 Afspraken over inzage- en correctierecht stonden in 2010 nog in de kinderschoenen. 203 HEC constateert in 2012 dat: “Om te bereiken dat de nieuwe functionaliteiten gerealiseerd worden door alle uitvoeringsinstellingen - via MijnOverheid en/of de MijnDomeinen -en de decentrale overheden is een (wettelijke) verplichting noodzakelijk. Vooraf dient in het bestuurlijke besluitvormingsproces geborgd te worden dat de verplichting ook praktisch uitvoerbaar is.” 204 Organisatorische processen voor de afhandeling van correctieverzoeken Een goede afhandeling van correctieverzoeken is belangrijk om uiteindelijk bij te dragen aan kwaliteitsverbetering van de registraties. Hiertoe moeten correctieverzoeken voldoende informatie bevatten en organisaties die de verzoeken verwerken moeten daarvoor een gestructureerd proces hebben ingericht; de backoffice moet daarop zijn ingericht. 205 De Belastingdienst en UWV hebben een gestructureerd proces ingericht waarmee signalen kunnen worden afgehandeld. 206 In de expertsessie werd daarover opgemerkt: “de organisatorische en de werkprocessen moeten centraal staan, niet de technische voorzieningen.”
4.3.3
Conclusie In de sector werk en inkomen zijn (technische) voorzieningen voor correctieverzoeken gerealiseerd, zoals Suwinet-Correctie, Mijnoverheid.nl, DVB en voorinvulling bij het aanvragen van een uitkering. Deze voorzieningen bieden de burger de mogelijkheid om aan te geven dat een gegeven naar zijn mening niet juist is geregistreerd. Gemeenten, UWV en SVB geven daarmee invulling aan een correctiefaciliteit voor de burger. Politiekbestuurlijk is er voldoende draagvlak voor een correctiefaciliteit voor de burger en het belang daarvan wordt onderkend. Het recht op correctie, dat is vastgelegd in de WBP en de wet SUWI, laat zich in de praktijk echter moeilijk effectueren. De uitvoeringsorganisaties en gemeenten zijn nog weinig doordrongen van het feit dat de burger steeds meer verantwoordelijkheid draagt voor de juistheid van de over hem geregistreerde gegevens, en daarmee een groeiend belang heeft bij transparantie om zelf de regie te kunnen voeren over zijn gegevens. Zij informeren burgers niet (actief) over correctiemogelijkheden en vaak is niet duidelijk wie onjuistheden in de gegevens moet corrigeren. Burgers maken in de praktijk weinig gebruik van de geboden correctiefaciliteiten.
4.4
Opsporen en melden van afwijkingen in registraties
4.4.1
Norm Gemeenten, UWV en SVB melden afwijkingen ten opzichte van de (basis)registraties terug aan de bronhouder/beheerder van de betreffende (basis)registratie of stellen de bronhouder in staat om afwijkingen zelf op te sporen (denk aan het beschikbaar stellen van adresgegevens door UWV aan gemeenten). 202
SVB (2010). De virtuele identiteit in de sociale zekerheid: een beschrijving van het inzage- en correctierecht in de sociale zekerheid.
203 204
Inspectie Werk en Inkomen (2010). Implementatie van eenmalige gegevensuitvraag.
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
205
‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.’ en ‘SIRA Consulting (2010). Eindrapport Evaluatie Wet WEU perceel 1: Onderzoek naar de kwantitatieve en kwalitatieve lastenverlichting voor burgers.’ 206
UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifteketen in 2010. Pagina 39 van 77
Overzichtstudie | september 2013
4.4.2
Invulling Signalen over klanten kunnen via verschillende kanalen worden doorgegeven: per post, telefonisch of via een automatisch signaal uit een basis- of ketenregistratie. 207 Er zijn technische voorzieningen gerealiseerd, waaronder een terugmeldfaciliteit in Suwinet. 208 De basisadministratie GBA is een belangrijke bron voor het vaststellen van de leefsituatie van een uitkeringsaanvrager en daarmee van belang voor de SVB en gemeenten (in 2011 was het totaal aantal GBA-berichten en GBA-V bevragingen bij deze organisaties respectievelijk 9,5/5 en 16,5 miljoen). 209 Naar schatting was het percentage waarbij daadwerkelijke bewoning niet overeenkwam met het GBA adres in 2011 4%. 210 Voor het GBA bestaat een landelijke terugmeldvoorziening (TMV) die sinds mei 2008 operationeel is. 211 Ongeveer 90% van de gemeenten en 60% van de afnemers was begin 2011 aangesloten op de voorziening. 212 Gemeenten kunnen zelf kiezen of ze terugmeldingen over de eigen inwoners rechtstreeks aan het eigen GBA melden, of dat ze dat via de TMV laten lopen. 213 De TMV is door BKWI aan Suwinet-Inkijk gekoppeld, zodat terugmeldingen op het GBA via Suwinet kunnen lopen. 214 In de eerste helft van 2009 is er een digimelding voor het terugmelden op basisadministraties in gebruik genomen, waarmee het mogelijk is om een vermoeden van een onjuist gegeven op één centraal punt te melden. 215 De terugmeldvoorzieningen worden in gemeenten nauwelijks gebruikt. 216 Circa 60 gemeenten zijn aangesloten op het terugmeldmechanisme van BKWI, maar een handvol gemeenten maakt er daadwerkelijk gebruik van. 217 Gemeenten zijn, veelal via de afdeling Burgerzaken, wel aangesloten op de TMV voor het GBA. Ongeveer 20 tot 30 procent van de gemeenten maakt daar gebruik van. 218 Verder maken weinig gemeentelijke diensten gebruik van de TMV. 219 Een meerderheid van de deelnemers aan de expertsessie onderschrijft deze bevinding. 220 Uit onderzoek blijkt dat professionals in de uitvoering vaak niet op de hoogte zijn van de wijze waarop zij onjuiste gegevens in Suwinet-Inkijk moeten melden. 221 Een deel van de medewerkers past gegevens daarom alleen aan in het eigen systeem. 222 207 208
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.
‘Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag.’ en ‘SVB (2010). De virtuele identiteit in de sociale zekerheid: een beschrijving van het inzage- en correctierecht in de sociale zekerheid.’ en ‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.’ en ‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet-Correctie (geraadpleegd via www.bkwi.nl medio april 2013).’
209
Considerati (2012). Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van niet en verkeerd geregistreerde personen in de GBA (Fase 1) – Considerati (in opdracht van BZK). 210 211
Ibid.
CP-ICT (2009). Informatiedocument GBA-stelsel: Hoe werkt het stelsel en zijn alle(inter) gemeentelijke sociale diensten aangesloten.
212 213
i-NUP (2011). Overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid.
CP-ICT (2009). Informatiedocument GBA-stelsel: Hoe werkt het stelsel en zijn alle(inter) gemeentelijke sociale diensten aangesloten.
214
‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011.’ en ‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet-Correctie (geraadpleegd via www.bkwi.nl medio april 2013).’ en ‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.’ 215
BZK (2010). Uitvoeringsagenda stelsel van basisregistraties 2010-2015: De verbetering van dienstverlening en verlaging van administratieve lasten door de realisatie en implementatie van het stelsel van basisregistraties, versie 1.5. 216
‘Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2011). Verslag expertgroep werk en inkomen –3 november 2011.’ en ‘Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.’ 217 218 219
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Ibid.
Considerati (2012). Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van niet en verkeerd geregistreerde personen in de GBA (Fase 1) – Considerati (in opdracht van BZK). 220 221
Verslag expertsessie
‘Inspectie werk en inkomen (2010). De burger bediend in 2010. Den Haag.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2010). Implementatie van eenmalige gegevensuitvraag.’ Pagina 40 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Als er een terugmelding wordt gedaan, leidt dat niet altijd tot een wijziging. De registratiehouder ontvangt terugmeldingen, voert eventueel eigen onderzoek uit en beslist dan of het gegeven gewijzigd moet worden. 223 Terugmelding is niet de enige manier om de kwaliteit van gegevens te verbeteren. 224 Organisaties kunnen ook zelf onjuistheden opsporen. Professionals hebben de mogelijkheid om in Suwinet na te gaan of door de klant geleverde gegevens kloppen. 225 UWV voert inhoudelijke controles uit op de gegevens van de loonaangifte. 226 Gegevens uit het GBA worden gekoppeld aan de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) om verschillen op te sporen. 227 En het IB levert samenloopsignalen die voortkomen uit vergelijking van de bestanden van sociale diensten met bestanden van andere instanties. “Het IB schat in dat voor de 130 grootste gemeenten ongeveer 10 procent van de samenloopsignalen informatie bevat die nog niet via de klant bekend was.” 228 Echter, het gebruik en de afhandeling van deze signalen verschilt per gemeente. 229 Organisaties koppelen/vergelijken ook zelf bestanden, vaak met het doel om fraude op te sporen. Voorbeelden hiervan zijn ‘waterproof’ en ‘kadastercheck’. Kadastercheck had tot doel om vermogensfraude op te sporen door uitkeringsbestanden te koppelen aan gegevens over bezit van, en inkomsten uit, vastgoed. De betrouwbaarheid van de koppeling werd beperkt doordat beide bestanden met een ander identificatienummer werkten (respectievelijk BSN en A-nummer), waardoor een conversieslag gemaakt moest worden. 230 Vergelijkbare problemen speelden bij het project ‘waterproof’ dat tot doel had om adresfraude op te sporen door het waterverbruik te koppelen aan adressen van WWBcliënten. 231 “Op basis van de afzonderlijke oordelen over de betrouwbaarheid van de fysieke koppeling en de validiteit van de gebruikte indicatoren, komt de inspectie tot de slotsom dat de kwaliteit van de signalen in de onderzochte cases voldoende tot goed is.” 232 “Het komt ook voor dat iemand voor de GBA onbekend is, maar voor UWV en SVB niet. Dit komt omdat er alternatieve bronnen beschikbaar zijn om de gegevens van een cliënt aan te vullen.” 233 Daarom hebben UWV en de gemeente Amsterdam een start gemaakt met het vergelijken van de adressen in het UWV bestand en de GBA. In samenwerking met andere partijen (gemeenten, SVB, Inspectie SZW, Belastingdienst, Politie en Openbaar Ministerie) is daarvoor het interventieproject ‘schoon schip’ opgezet. 234 De eerste resultaten van bestandsvergelijkingen laten veelal grote verschillen zien, maar nader on-
222 223
Inspectie werk en inkomen (2010). De burger bediend in 2010. Den Haag.
‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.’ en ‘Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet-Correctie (geraadpleegd via www.bkwi.nl medio april 2013).’ 224 225
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.
‘EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag.’ 226
UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifteketen in 2010. 227
Considerati (2012). Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van niet en verkeerd geregistreerde personen in de GBA (Fase 1) – Considerati (in opdracht van BZK). 228 229 230 231 232 233
Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Zijn er inkomsten of niet; ff checken. Inspectie SZW (2012). Bestandskoppelingen bij fraudebestrijding. Inspectie SZW (2012). Bestandskoppelingen bij fraudebestrijding. Ibid.
Overkleeft-Verburg (2009). Basisregistraties en rechtsbescherming. Over de dualisering van de bestuursrechtelijke rechtsbetrekking.
234
Tweede Kamer (2011-2012). Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) - Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 27 859, nr. 60 Pagina 41 van 77
Overzichtstudie | september 2013
derzoek laat zien dat de verschillen kleiner blijken te zijn. 235 Bij de afdeling Burgerzaken van gemeenten leeft een wens om, met name voor handhaving, gebruik te maken van Suwinet-Inkijk. 236 “Vanaf 1 januari 2013 wordt het voor gemeenten ook mogelijk om bij het UWV aanwezige adressen van al hun inwoners op te vragen zodat zij hun totale administratie van hun inwoners kunnen controleren. Dit proces leidt er toe dat de GBA zo nodig kan worden gecorrigeerd.” 237 Met het oog op dit laatste ontwikkelde UWV een inkijkvoorziening voor gemeenten die per 1 juli 2013 operationeel is. “Naar het oordeel van UWV zijn deze bijdragen doelmatiger dan een systeem van correctieverzoeken en terugmelden.” 238
Belemmerende factoren Weinig prioriteit voor terugmelden, stelselbrede afspraken nodig Gemeenten verschillen in beleid, aanpak en prioriteit die zij geven aan het bijhouden van terugmeldvoorzieningen. 239 Organisaties zijn vooral gericht op de kwaliteit van gegevens voor hun eigen proces en de urgentie om terug te melden wordt beperkt gevoeld.240 Gemeenten verschillen in de mate waarin zijn gericht op het effectief gebruiken van samenloopsignalen voor het herkennen en opsporen van verzwegen inkomsten. 241 De organisaties blijven zelf verantwoordelijk voor de afhandeling en verwerking van terugmeldingen. 242 Een verzoek om correctie mag op basis van goede argumenten (bijvoorbeeld onevenredig hoge kosten) worden geweigerd. 243 Uit onderzoek van de Inspectie SZW blijkt dat experts niet geloven in terugmeldingen: “Men onderschrijft weliswaar de centrale gedachte, maar verwacht dat het instrument nooit grootschalig gebruikt zal worden. Meer wordt verwacht van ‘slimme’ bestandskoppelingen.” 244 Er zijn stelselbrede afspraken nodig over de afhandeling van deze signalen. Terugmeldplicht geldt alleen voor authentieke gegevens De terugmeldplicht geldt alleen voor bepaalde authentieke gegevens. In de uitvoering zijn er vrijwel altijd nog andere gegevens nodig. 245 Terugmelding op niet authentieke gegevens vindt nagenoeg niet plaats. 246 Daarnaast kan een terugmeldverplichting spanning opleveren met het uitvoeringsbeleid van overheden.” 247 Onbekendheid bij professionals
235
Considerati (2012). Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van niet en verkeerd geregistreerde personen in de GBA (Fase 1) – Considerati (in opdracht van BZK). 236 237
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2011). Verslag expertgroep werk en inkomen –19 april 2011.
Tweede Kamer (2011-2012). Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) - Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 27 859, nr. 60 238 239
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.
Considerati (2012). Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van niet en verkeerd geregistreerde personen in de GBA (Fase 1) – Considerati (in opdracht van BZK). 240 241 242
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Zijn er inkomsten of niet; ff checken.
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
243
‘PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.’ en ‘BZK (2013). Basisregistraties kaderwetgeving dringend gewenst Uitwerking BZK van een gesprek met Arre Zuurmond.’ 244 245 246 247
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Capgemini (2010). Basisregistraties: Wat kan er al en hoe zal het zich verder ontwikkelen? Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Capgemini (2010). Basisregistraties: Wat kan er al en hoe zal het zich verder ontwikkelen? Pagina 42 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Professionals zijn onvoldoende op de hoogte van de wijze waarop zij een onjuist gegeven moeten terugmelden. 248 Controles kosten capaciteit In een onderzoek in opdracht van BZK wordt aangegeven dat de roep om (arbeidsintensieve) adrescontroles niet aansluit bij de bezuinigingen. “Alleen door slim gebruik te maken van ICT en intensievere ketensamenwerking kan tegemoet worden gekomen aan de handhavingsverwachtingen.” 249 In de expertsessie wordt dit onderkend: “bronhouders zitten niet te wachten op een grote hoeveelheid wijzigingsverzoeken waarvoor eigenlijk geen capaciteit is”. Anderzijds vraagt het nu eenmaal capaciteit om processen voor kwaliteitsverbetering in te richten. Automatiseren kan een hulpmiddel zijn. 250 Daarnaast worden vraagtekens gezet bij de meerwaarde van terugmelding op niet authentieke gegevens.
Bevorderende factoren Sterk ingezet op verbeteringen In de voorbereidingsfase van het stelsel van basisregistraties is sterk ingezet op verbeteractie, met name door koppelingen en andere vormen van administratieve controle. 251 In juni 2012 zijn er circulaires en kwaliteitsbrochures uitgebracht over het uitvoeren van adresonderzoek en hoe om te gaan met het begrip ‘gerede twijfel’. 252 Wettelijke basis voor terugmeldingen Er is een wettelijke basis voor terugmeldingen. 253 Er is een terugmeldplicht voor basisregistraties. 254 “Afnemers van de GBA die Bestuursorgaan zijn, hebben tevens de plicht afwijkende gegevens terug te melden” 255 Per 1 juli 2012 is het besluit SUWI aangepast, zodat het UWV de adresgegevens kan delen met gemeenten ten behoeve van het bijhouden van de GBA. 256 Gemeenschappelijke doelen nodig De SVB bepleit in haar jaarplan dat het voor ketensamenwerking van belang is om een gemeenschappelijk doel te bepalen en dat een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid wordt ervaren. “De SVB blijft dan ook aandacht vragen voor terugmeldfaciliteiten tussen organisaties en correctiemogelijkheden door burgers.” 257 En UWV geeft aan dat “de voor het bronsysteem verantwoordelijke partij invloed moet kunnen uitoefenen op de kwaliteit van de gegevens.” 258
248
‘Inspectie Werk en Inkomen (2010). Implementatie van eenmalige gegevensuitvraag.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2010). Wet Eenmalige Gegevensuitvraag (WEU).’ en ‘Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.’ 249
Considerati (2012). Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van niet en verkeerd geregistreerde personen in de GBA (Fase 1) – Considerati (in opdracht van BZK). 250 251
Verslag expertsessie
Overkleeft-Verburg (2009). Basisregistraties en rechtsbescherming. Over de dualisering van de bestuursrechtelijke rechtsbetrekking.
252
‘
Considerati (2012). Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van niet en verkeerd geregistreerde personen in de GBA (Fase 1) – Considerati (in opdracht van BZK).’ en ‘Tweede Kamer (2011-2012). Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) - Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 27 859, nr. 60’
253 254
Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag.
‘Basisregistraties: Wat kan er al en hoe zal het zich verder ontwikkelen? – Capgemini, 2010’ en ‘Basisregistraties en rechtsbescherming. Over de dualisering van de bestuursrechtelijke rechtsbetrekking - G. Overkleeft-Verburg, 2009’ 255
Considerati (2012). Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van niet en verkeerd geregistreerde personen in de GBA (Fase 1) – Considerati (in opdracht van BZK). 256
Tweede Kamer (2011-2012). Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) - Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 27 859, nr. 60 257 258
SVB (2012). Jaarplan 2013, begroting 2013. Inspectie Werk en Inkomen (2010). Implementatie van eenmalige gegevensuitvraag. Pagina 43 van 77
Overzichtstudie | september 2013
4.4.3
Conclusie De technische voorzieningen om terugmelding van onjuiste gegevens tussen organisaties mogelijk te maken zijn gerealiseerd, maar nog niet overheidsbreed inzetbaar. In de sector werk en inkomen worden daarnaast ook andere mogelijkheden ingezet om afwijkingen in gegevens op te sporen, zoals de vergelijking van verschillende adresbestanden. Terugmelding is uitsluitend verplicht bij gerede twijfel aan de juistheid van een authentiek gegeven. Het gebruik van terugmeldvoorzieningen is beperkt en terugmelding op nietauthentieke gegevens vindt nagenoeg niet plaats. Met name binnen gemeenten zijn professionals onvoldoende op de hoogte over hoe en waar ze moeten terugmelden. Op organisatieniveau heeft terugmelden geen prioriteit. Het gemeenschappelijk belang wordt onderschat en is ondergeschikt aan de bewaking van de kwaliteit van de gegevens voor het eigen primaire proces.
Pagina 44 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Pagina 45 van 77
Overzichtstudie | september 2013
5
Randvoorwaarde: Bescherming persoonsgegevens
5.1
Inleiding Persoonsgegevens zijn gegevens die naar natuurlijke personen herleidbaar zijn. Deze moeten op een veilige manier worden verzameld, verwerkt en gedeeld. . In dit onderzoek is de bescherming van persoonsgegevens gedefinieerd als: “SVB, UWV en gemeenten voldoen aan de randvoorwaarden voor een veilige uitwisseling en verwerking van persoonsgegevens zoals bedoeld in de WBP en de wet SUWI. Bij het verzamelen en het verwerken van persoonsgegevens nemen zij de beginselen van doelbindingen proportionaliteit in acht.” Deze definitie is als volgt geoperationaliseerd: Gemeenten, UWV en SVB nemen passende technische en organisatorische maatregelen om de privacy van personen de waarborgen. Dit uit zich in de volgende toetspunten: 1. Gemeenten, UWV en SVB maken bij de uitwisseling van persoonsgegevens gebruik van een beveiligde ict-infrastructuur 2. De essentiële normen met betrekking tot vertrouwelijkheid uit het nomenkader GeVS zijn leidend bij de inrichting van het proces om persoongegevens te beveiligen. Naast deze overzichtstudie voert de Inspectie SZW momenteel ook een onderzoek uit naar veilig gebruik Suwinet. De uitkomsten daarvan komen binnenkort beschikbaar, maar zijn nog niet meegenomen in de overzichtstudie.
5.2
Veilige uitwisseling persoonsgegevens
5.2.1
Norm Gegevensuitwisseling tussen gemeente, SVB en UWB vindt plaats via een beveiligde ict-infrastructuur
5.2.2
Invulling Via Suwinet worden vanuit verschillende bronnen (zoals GBA, DUO, Kadaster en RDW) gegevens beschikbaar gesteld aan partijen zoals gemeenten, SVB en UWV. De overheid is gebonden aan regels ter bescherming van de privacy. Elke aangesloten organisatie en medewerker van die organisatie moet zorgen dat de via de GeVS uitgewisselde gegevens adequaat beschermd zijn. 259 BKWI faciliteert de gegevensuitwisseling via Suwinet. “BKWI speelt een initiërende, voorbereidende en adviserende rol bij het maken van afspraken op het gebied van architecturen, (standaardisatie van) gegevens, techniek, beveiliging en privacy. BKWI neemt de gemaakte afspraken in beheer. Onderdeel daarvan is proactieve advisering over gegevensuitwisseling binnen de keten.” 260
259 260
Informatie www.BKWI.nl, juni 2013 Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011. Pagina 46 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Het valt op dat in de bestudeerde literatuur weinig informatie over dit uitvoeringsaspect is aangetroffen. Dit kan een indicatie zijn dat het een onderwerp is dat dusdanig in de uitvoering is verweven dat er weinig specifieke publicaties over zijn. Uit hoofdstuk 3 blijkt dat Suwinet veel wordt gebruikt. Een goede beveiliging van het gebruik van persoonsgegevens is van groot belang. Een ontwikkeling en aandachtspunt is de aansluiting van gebruikers buiten de oorspronkelijke groep. “Sinds enige tijd zijn ook andere afdelingen van gemeenten aangesloten op en maken gebruik van de informatie uitwisseling via de GeVS.” 261 “Die partijen moeten daarvoor een aantal zaken geregeld hebben, zoals doelbinding en logische toegangsbeveiliging.” 262 Dit levert soms fricties op. “De gemeentelijke belastingdeurwaarders hebben aangegeven dat de verantwoording op het gebruik van gegevens vanuit de GeVS buitenproportioneel is ten opzichte van sociale diensten. Als straks ook de afdeling schuldhulpverlening wordt aangesloten, zullen ook deze afdelingen geconfronteerd worden met diezelfde strenge verantwoording. Immers deze afdelingen horen niet tot de Suwi ketenpartners en de wijze waarop zij voor het gebruik en de verwerking van gegevens moeten verantwoorden is niet in de wet vastgelegd maar wordt door de bronhouders bepaald en in een overeenkomst vastgelegd.” 263 Suwinet is niet het enige beveiligde kanaal voor gegevensuitwisseling. De WRR geeft aan dat een gestroomlijnde informatiehuishouding een noodzakelijke voorwaarde is voor een optimaal presterende overheid. “In dit kader faciliteert bijvoorbeeld het Routerings Instituut (inter)Nationale Informatiestromen (rinis) een veilige en geautomatiseerde berichtenuitwisseling tussen verschillende publieke instanties. Als een soort digitale postbode zorgt rinis ervoor dat gegevens op het juiste adres terechtkomen, zonder de inhoud van het bericht te kennen. Bovendien kunnen aangesloten partners via rinis ook toegang krijgen tot de authentieke basisregistraties, zoals de Gemeentelijke Basisadministratie (gba), een ander belangrijk onderdeel van de informatiehuishouding van de overheid.” 264 In de expertsessie is aangegeven dat de beveiliging van persoonsgegevens verder gaat dan alleen Suwinet-Inkijk. Informatie over burgers is in allerlei systemen beschikbaar. Het vertrouwen van burgers in de zorgvuldigheid van de overheid is overigens verminderd door publiciteit over fouten wat leidt tot strategisch gedrag bij informatieverstrekking. Bevorderende factoren Wettelijk kader Er is een wettelijk kader voor de bescherming van persoonsgegevens. Bij de uitvoering van de sociale zekerheidswetten door UWV, SVB en gemeenten wordt de gegevensuitwisseling in de eerste plaats bepaald door de Wet SUWI en de WWB (en de andere bijstandsgerelateerde wetten) en de daarop gebaseerde regelgeving (Besluit SUWI en Regeling SUWI). De WBP is als algemene wet van toepassing op de gebieden die niet in eerdergenoemde wetten geregeld zijn.
261
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2012). Zorgvuldig gebruik en verbeterpunten, W&I - 31 mei 2012. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/king-kwaliteitsinstituut-nederlandse-gemeenten/e-dienstverleningverbeteren/werk-inkomen/expertgroep-ict-werk-en-inkomen/31-mei-2012) 262 Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0. 263 Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2012). Zorgvuldig gebruik en verbeterpunten, W&I - 31 mei 2012. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/king-kwaliteitsinstituut-nederlandse-gemeenten/e-dienstverleningverbeteren/werk-inkomen/expertgroep-ict-werk-en-inkomen/31-mei-2012) 264 Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press. Pagina 47 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Belemmerende factoren Toenemend aantal aangesloten partijen en decentralisering De taken van gemeenten en hun dienstverlening veranderen. Het gebruik van persoonsgegevens neemt toe en vormt als het niet goed wordt georganiseerd een risico voor veilig gebruik. Door het toenemende aantal aangesloten partijen, zowel leveranciers als afnemers, wordt het moeilijker het netwerk te beveiligen. “Het bevragen van gegevens gebeurt in toenemende mate met applicaties die ‘machinaal’ inlezen, soms op meerdere BSN’s tegelijkertijd. Daarmee zijn veel meer ‘toegangspunten’ tot meer gegevens ontstaan, waarmee het netwerk per definitie onoverzichtelijker en moeilijker te beveiligen is.” 265 Het CBP constateert dat veel ontwikkelingen gaande zijn op het gebied van (gemeentelijke) basisregistraties. “Hierdoor worden bestandskoppelingen technisch gezien steeds eenvoudiger, zowel binnen organisaties als in relatie tot externe partijen. Daarnaast worden steeds meer taken overgeheveld van het Rijk naar gemeenten. Voor deze nieuwe, complexere taken zijn een adequate ICT-infrastructuur, inclusief informatiebeveiliging, en voldoende waarborgen voor het beheer en het toezicht hierop temeer van belang.” 266 Doorontwikkeling van de techniek Ook de doorontwikkeling van de techniek vormt een risico voor de bescherming van persoonsgegevens. “Persoonsgegevens waren in beginsel alleen maar beschikbaar via de webapplicatie Suwinet‐inkijk. De GeVS was een zeer gesloten omgeving. Later is het mogelijk gemaakt om informatie ook rechtstreeks aan organisaties te leveren zodat zij de gegevens in hun back‐office systemen kunnen verwerken. We zien nu de opkomst van SAAS (Software As A Service). De software is niet geïnstalleerd bij een gemeente maar draait op een centrale plek en is beschikbaar voor gemeenten. De informatie wordt nu niet afgeleverd bij gemeenten maar bij een tussenstation waar gemeente geen eigenaar van is.” 267 Ook een instantie als KING ziet de complexiteit. De verantwoordelijkheden liggen volgens haar in feite bij de bronleveranciers en de eindgebruikers. “De infrastructuur van het digitaal klantdossier is echter een aaneenschakeling van voorzieningen waardoor het zicht op de route die een bericht aflegt niet altijd meer volgbaar is. Het is een zeer arbeidsintensieve klus om bij alle afnemers na te gaan of persoonsgegevens van een bepaalde burger door die organisatie is opgevraagd. Dit moet en kan beter. Daarbij wil KING realiseren, dat wanneer een bericht in verkeerde handen valt, dit niet leesbaar is voor de ongeautoriseerde ontvanger.[…]Dit kan worden bereikt door de volgende maatregelen te treffen: herleidbaarheid van het bericht, encryptie en audittrail.” 268 Het tempo van ontwikkelingen en mogelijkheden gaat zo snel dat het niet altijd is bij te houden. Volledige beveiliging is een utopie. 269 5.2.3
Conclusie Uitvoeringsorganisaties en gemeenten maken bij de onderlinge gegevensuitwisseling via de GeVS gebruik van een beveiligde infrastructuur (waaronder Suwinet). Een aandachtspunt bij de beveiliging van persoonsgegevens is de toename van het aantal uitgewisselde gegevens en het aantal aansluitingen buiten de sector werk en inkomen, waardoor beveiliging complexer wordt.
265 266 267
Zenc (20110). Evaluatie WEU perceel 3: Inrichting, werking en beheer elektronische infrastructuur. College Bescherming persoonsgegeven (2011). Jaarverslag 2012.
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2012). Zorgvuldig gebruik en verbeterpunten, W&I - 31 mei 2012. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/king-kwaliteitsinstituut-nederlandse-gemeenten/e-dienstverleningverbeteren/werk-inkomen/expertgroep-ict-werk-en-inkomen/31-mei-2012) 268 269
Ibid. Verslag expertsessie Pagina 48 van 77
Overzichtstudie | september 2013
5.3
Beveiliging van persoonsgegevens
5.3.1
Norm De norm in dit onderzoek is dat gemeenten, UWV en SVB bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens uit GeVS moeten voldoen aan de essentiële normen uit de verantwoordingsrichtlijn die onder coördinatie van BKWI door de Domeingroep Privacy en Beveiliging is opgesteld. De verantwoordingsrichtlijn stelt de volgende eisen aan (logische) toegangsbeveiliging: 270 − De leverende en de ontvangende partij bepalen onderling welke gegevens bij een bepaalde uitwisseling horen (op basis van onder meer doelbinding en proportionaliteit). − De leverende en ontvangende partijen maken met de beheerder van de centrale voorzieningen per gegevenssoort afspraken over gezamenlijke niveaus van toegangsbeveiliging. − Bij gebruik van Suwinet-Inkijk spreken de leverende en ontvangende partijen af welke gebruikersrollen de beheerder beschikbaar stelt aan de ontvangende partijen, en welke autorisaties de ontvangende partijen toekent aan het eigen personeel. − Toegangsbeveiliging voor Suwinet-Inkijk is zo ingericht dat voor de uitvoering van bepaalde sets van taken een rol is vastgesteld en ingericht. Het beschikbaar stellen van rollen is een taak van de beheerder van de centrale voorziening. De beheerder van de afnemende partij verstrekt accounts aan de eigen medewerkers en kent daar een of meerdere rollen aan toe. Elk account is strikt persoonlijk en geeft toegang tot vooraf vastgestelde klantgegevens die de medewerker mag raadplegen op basis van de toegekende rol(len). Op deze wijze wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel. − De beheerder van Suwinet-Inkijk faciliteert het invoeren van autorisaties voor afgesproken rollen en houdt een logging bij van de geautoriseerde inkijk op gegevens van de diverse bestandseigenaren bij diverse ontvangende partijen (wie raadpleegt wanneer welke gegevenssoorten). − Organisaties die Suwinet-Inkijk niet gebruiken, moeten zelf de logging bijhouden van de geautoriseerde inkijk op gegevens van de diverse bestandseigenaren. − De beheerder van de centrale voorzieningen stelt maandelijks geanonimiseerde loginformatie beschikbaar aan de betreffende leverende en ontvangende partijen. Afnemers kunnen de log-informatie van andere leveranciers opvragen. − Partijen dienen te kunnen achterhalen of sprake is van oneigenlijk gebruik of misbruik. Alle partijen moeten, voor zover het de eigen delen van de GeVS betreft, hiertoe de handelingen loggen. − De beheerder van de centrale voorzieningen neemt passende maatregelen bij geconstateerde beveiligingsinbreuken of misbruik van de GeVS. Voor zover het de eigen delen van de GeVS betreft moeten ook de andere partijen dit doen.
5.3.2
Invulling De inspectie Werk en Inkomen (nu inspectie SZW) heeft meerdere onderzoeken gedaan naar de mate waarin de normen worden nageleefd. Zo heeft de inspectie op verzoek van de toenmalige staatsecretaris van SZW de beschikbaarheid van beveiligingsplannen bij gemeenten op peildatum 1 januari 2009 volledig in kaart gebracht. 271 Van 96 gemeenten bleek er geen beveiligingsplan Suwinet te zijn. Van de beschikbare beveiligingsplannen bleek geen enkel plan aan de normen te voldoen. Gemeenten hadden het Suwinet informatiebeveiligingsbeleid en het beveiligingsplan in de regel niet actief uitgedragen in de gemeentelijke organisatie en ook niet jaarlijks geëvalueerd en - waar nodig - geactuali270 271
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0.
Inspectie Werk en Inkomen (2009). Beveiliging en privacy in de SUWIketen: Een onderzoek naar de waarborgen van de informatiebeveiliging van Suwinet-Inkijk bij gemeenten en zbo's. Pagina 49 van 77
Overzichtstudie | september 2013
seerd. De gemeenten maakten weliswaar veelvuldig gebruik van de voorbeeldplannen van BKWI, maar dit betrof met name de beknopte versie. BKWI gaf, in lijn met de opvatting van de inspectie, aan dat deze versie op zich niet volstaat maar onderdeel moet vormen van een algemeen beveiligingsplan. Twee jaar later concludeert de inspectie dat de informatiebeveiliging in de sector werk en inkomen niet op orde is: “Waarborgen voor informatiebeveiliging van persoonsgegevens via Suwinet-Inkijk ontbreken met name bij de gemeenten. De informatiebeveiliging van ZBO’s is over het algemeen goed geborgd, op enkele onvolkomenheden na.” 272 BKWI monitort op een aantal risico-indicatoren. Deze monitor geeft voor elke Sociale Dienst in Nederland een indicatie van de wijze waarop Suwinet gebruikt wordt. In het jaarverslag van BKWI over 2012 is opgenomen dat “aan het eind van de campagne 289 gemeenten van de 415 gemeenten de score op de beveiligingsindicatoren het afgelopen jaar hebben verbeterd.” 273 Zowel in de bestudeerde documenten als in de expertsessie is een aantal factoren naar voren gekomen die en rol spelen bij het toepassen van de normen uit de verantwoordingsrichtlijn. Bevorderende factoren Initiatieven om de bescherming van persoonsgegevens te verbeteren Er zijn in de sector werk en inkomen initiatieven in gang gezet om de bescherming van persoonsgegevens te beheersen en verbeteren zoals: − De staatssecretaris van SZW kondigde in 2009 aan dat partijen in onderling overleg werken aan een ‘flexibel toepasbaar normenkader’, waarbij rekening wordt gehouden met de grootte van de gemeente. 274 Onder coördinatie van BKWI heeft de Domeingroep Privacy en Beveiliging in 2011 een nieuwe Verantwoordingsrichtlijn GeVS vastgesteld. 275 De richtlijn richt zich op het beheersen van risico’s en transparantie over de informatiehuishouding binnen de GeVS. 276 Het normenkader voor veilige gebruik Suwinet is een onderdeel van de richtlijn. − BKWI heeft een monitor voor zorgvuldig gegevensgebruik door gemeentelijke sociale diensten ontwikkeld. “De door BKWI ontwikkelde monitor is een hulpmiddel om meer zicht te krijgen op de beveiliging binnen gemeenten. Per gemeentelijke, intergemeentelijke of regionale sociale dienst (GSD, ISD, RSD) put de monitor aan de hand van een zevental indicatoren gegevens uit de interne registraties van BKWI over het gebruik van Suwinet-Inkijk door die dienst en geeft aan de hand van indicatoren aan of de dienst op het desbetreffende onderwerp goed, minder goed of niet goed presteert of lijkt te presteren. De monitor genereert per sociale dienst een overzicht over het gebruik van Suwinet-Inkijk, waarbij per indicator ook een kleursignaal wordt gebruikt (groen voor goed, oranje voor minder goed, en rood voor niet goed).[…] BKWI rekent het tot zijn verantwoordelijkheid om jaarlijks een samenvattende rapportage van de beveiliging van de Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi te publiceren.” 277
272 273 274 275 276
Inspectie Werk en Inkomen (2011). Vervolgonderzoek Beveiliging en privacy in de SUWI-keten. Den Haag. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Vervolgonderzoek Beveiliging en privacy in de SUWI-keten. Den Haag. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011.
Verantwoordingsrichtlijn GeVS. Geraadpleegd op: http://www.bkwi.nl/uploads/media/Verantwoordingsrichtlijn_GeVS_2011.pdf
277
Inspectie Werk en Inkomen (2011). Vervolgonderzoek Beveiliging en privacy in de SUWI-keten. Den Haag. Pagina 50 van 77
Overzichtstudie | september 2013
− Het management moet inzetten op veilig gebruik van persoonsgegevens. Voorzieningen om zonodig individuele medewerkers te kunnen aanspraken horen daarbij. 278 Suwinetgebruiksbeheerders of Security officers kunnen rapportages opvragen over gebruik van Suwinet-Inkijk bij BKWI. Het bewustzijn voor veilig gebruik van gegevens is van belang. Daarbij speelt kennis een rol in combinatie met cultuur en structurele aandacht. Richtlijnen en protocollen zijn niet voldoende. 279 − “UWV, SVB, DUO en Belastingdienst/Toeslagen hebben op 6 juni 2012 het Centrum voor informatiebeveiliging en privacybescherming (CIP) opgericht. Dit expertisecentrum bundelt kennis, ervaringen en schaarse menskracht. Dit expertisecentrum staat ook open voor andere uitvoeringsorganisaties en gemeenten. De SVB participeert in alle domeingroepen van het CIP en zal in 2013 de domeingroep Ketens trekken.” 280 − Burgers moeten ook ongevraagd altijd weten wie wanneer hun gegevens raadpleegt. Ongewenst gebruik zal worden gecorrigeerd. 281
Belemmerende factoren Onduidelijkheid over verantwoording Een discussiepunt is verantwoording over toepassing van de normen door de uitvoeringspartijen. De inspectie geeft aan dat “zolang er geen normenkader in wet- en regelgeving is, waaraan alle partijen die gegevens uitwisselen via Suwinet, zich moeten houden, en er voor gemeenten geen verplichting is om zich te verantwoorden over de beveiliging van de gegevensuitwisseling via Suwinet (zoals die wel geldt voor UWV, SVB en IB), de sector Werk en Inkomen niet aantoonbaar kan maken dat er alles aan wordt gedaan om misbruik of oneigenlijk gebruik van persoonsgegevens van burgers te voorkomen.” 282 De ketenpartijen zijn het niet eens over de verantwoording van hun beveiliging van persoonsgegevens. In de evaluatie van de Weu is aangegeven dat de dataleveranciers aangeven dat zij behoefte hebben aan meer informatie over de wijze waarop door afnemende partijen met beveiliging wordt omgegaan. 283 “UWV, SVB en het IB zijn verplicht tot verantwoording aan de minister van SZW, die daarover met regelmaat rapporteert in openbare stukken. Gemeenten en derden hoeven zich niet naar de minister van SZW of naar andere partijen in de keten te verantwoorden. De wet verplicht hen daar niet toe, met als reden dat zij autonome verantwoordingslijnen hebben. Zo zijn de Colleges van B&W verantwoording schuldig aan de gemeenteraad.” 284 “Op 9 februari 2012 vraagt de VNG in een brief aan de Tweede Kamercommissie [Vaste commissie voor SZW] om aandacht te vragen voor de wijze waarop gemeenten het gebruik en de verwerking van persoonsgerelateerde informatie moeten verantwoorden. […] Deze aandacht is nodig omdat straks voor elke basisregistratie een audit gaat gelden. Daar komt ook nog een beveiligingsassessment voor het gebruik van DigID bij. De VNG blijft zich inzetten voor een eenduidige en centrale verantwoording en wil af van de sectorale verantwoordingen.” 285 In de expertsessie is bevestigd dat eenduidige, generieke en integrale normenkaders voor informatiebeveiliging nodig zijn. “De afnemers van de gegevens moeten publieke verantwoording afleggen over het veilig gebruik.” 286 Daarbij gaf 278 279 280 281 282 283 284 285
Verslag expertsessie Verslag expertsessie SVB (2012). Jaarplan 2013, begroting 2013. Verslag expertsessie Inspectie Werk en Inkomen (2011). Vervolgonderzoek Beveiliging en privacy in de SUWI-keten. Den Haag. Zenc (20110). Evaluatie WEU perceel 3: Inrichting, werking en beheer elektronische infrastructuur. Ibid.
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2012). Zorgvuldig gebruik en verbeterpunten, W&I - 31 mei 2012. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/king-kwaliteitsinstituut-nederlandse-gemeenten/e-dienstverleningverbeteren/werk-inkomen/expertgroep-ict-werk-en-inkomen/31-mei-2012) 286
Verslag expertsessie Pagina 51 van 77
Overzichtstudie | september 2013
men wel aan dat een aantal gemeenten te klein is om in haar organisatie invulling te geven aan alle wettelijke eisen. 287 Spanning tussen integrale klantbenadering en bescherming persoonsgegevens In het rapport ‘i-Overheid’ staat dat “de sterke nadruk op digitale dienstverlening-opmaat leidt tot spanningen in de gemeentelijke organisatie, omdat de dagelijkse praktijk van klantgericht werken botst met traditionele waarden en opvattingen in het openbaar bestuur. Bovendien wringt de digitale ondersteuning van dit klantgerichte denken met de wettelijke regimes voor de omgang met persoonsgegevens.” 288 Ook in inspectieonderzoek is geconstateerd dat de diversiteit van taken bij gemeenten spanningen veroorzaakt met zorgvuldig gebruik van persoonsgegevens. “De beperkingen die de privacywetgeving oplegt aan de gegevensuitwisseling, en de eisen van goede dienstverlening die de professionals in de dagelijks praktijk ervaren, worden door die professionals als een spanningsveld gevoeld. Daardoor zoeken zij geregeld de grenzen van de privacywetgeving op om hun werk zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren en gaan daar, naar de indruk van de inspectie, soms overheen.[…] Het gebruik van een toestemmingsverklaring voor uitwisseling stuit vaak op praktische bezwaren, waardoor deze weinig tot niet gebruikt worden.” 289 Dit werd ook in de expertsessie bevestigd: “Gemeenten hebben te maken met meerdere rijksinstanties die een eigen regime hebben. De verschillende sectorale regels dragen niet bij aan overzichtelijk beveiligingsbeleid. De verhouding tussen de Wet bescherming persoonsgegevens en de Suwiwet is daarbij complex. Normenkaders zijn heel breed en missen focus op de echte risico’s. De vertaling naar het dagelijks handelen van medewerkers ontbreekt in veel gevallen.” 290 Gemeenten willen de dienstverlening aan burgers stroomlijnen wat gevolgen heeft voor het gebruik van gegevens. “Er is een drang naar meervoudig van gebruik van gegevens. Medewerkers worden geacht integraal te werken. Daarvoor is informatie nodig uit verschillende systemen en bronnen. De beveiliging blijf achter bij het meervoudig gebruik.” 291
5.3.3
Conclusie Er is een wettelijk kader voor de bescherming van persoonsgegevens. Het belang van beveiliging van persoonsgegevens neemt toe door de groeiende omvang van het aantal uitgewisselde gegevens en de toename van het aantal aansluitingen buiten de sector werk en inkomen. Hierdoor wordt de beveiliging van gegevens steeds complexer. In de sector werk en inkomen zijn verschillende initiatieven in gang gezet om de beveiliging van persoonsgegevens te verbeteren. Met name gemeenten hebben nog een forse slag te maken om de beveiliging van persoonsgegevens op orde te krijgen.
287 288
Verslag expertsessie
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press. 289 290 291
Inspectie SZW (2012). Informatie-uitwisseling rondom ex-gedetineerden met multiproblematiek. Verslag expertsessie Verslag expertsessie Pagina 52 van 77
Overzichtstudie | september 2013
6
Randvoorwaarde: transparante procesgang
6.1
Inleiding Transparantie als randvoorwaarde voor gegevensuitwisseling is in dit onderzoek gedefinieerd als dat uitvoeringsinstanties de (betrokken) burgers inzicht bieden in alle aspecten van de verwerking en uitwisseling van zijn persoonsgegevens. De gehanteerde normen zijn afgeleid van de geldende wet- en regelgeving (WEU, WBP). In Bijlage XII bij artikel 6.2 van de Regeling SUWI is een overzicht van SGR gegevens ten opzichte van de wettelijke grondslag opgenomen. Dit met het doel voor zowel de burgers als de professionals, de gegevensuitwisselingen binnen de GeVS zodanig transparant te maken dat inzichtelijk wordt op basis van welke wettelijke grondslag (doelbinding) welke gegevens (proportionaliteit) door wie (verantwoordelijke) aan wie (verwerker) worden geleverd en zodoende partijen aanspreekbaar te maken op naleving van de WBP. 292 Transparantie is in dit onderzoek geoperationaliseerd als dat gemeenten, UWV en SVB de burgers informeren over het inzagerecht en in staat stellen dit recht uit te oefenen. Deze operationalisering is uitgewerkt in de volgende toetspunten: − Gemeenten, UWV en SVB informeren burgers passief met behulp van bijvoorbeeld folders en websites; − Gemeenten, UWV en SVB bieden burgers de mogelijkheid om de over hun geregistreerde en verwerkte gegevens in te zien (bijv. via portals zoals MijnOverheid.nl); − Gemeenten, UWV en SVB geven op basis van registraties inzicht op de omvang van het gebruik van het inzagerecht (bijv. aantal Gemeenten, UWV en SVB accounts bij MijnOverheid). Op basis van deze registraties blijkt in hoeverre burgers daadwerkelijk van de geboden faciliteiten voor inzage gebruik maken.
6.2
Informeren burgers
6.2.1
Norm UWV, SVB en gemeenten maken het recht op inzage in gegevens in algemene zin (passief) bekend aan hun (mogelijke)klanten. Het gaat daarbij om informeren door bijvoorbeeld schriftelijk materiaal (folders) of een op de website.
6.2.2
Invulling De literatuur over de onderzoeksperiode laat zien dat bij alle organisaties sprake is van een passieve wijze van informeren van klanten over inzage- en correctierecht: 293 - De meeste onderzochte gemeenten informeren de klant over de wijze waarop hun persoonsgegevens worden verwerkt. Enkele onderzochte gemeenten informeren de klant in het geheel niet. De meeste gemeenten informeren de klant mondeling. Een aantal gemeenten gebruikt informatiemappen of een bijlage bij het aanvraagformulier waarin de klant wordt geïnformeerd. Deze informatie gaat over het algemeen niet verder dan de vermelding dat gemeenten zich houden aan de Wbp. 294 292
Gegevensregister SUWI 8.0. Bijlage XII bij artikel 6.2 van de Regeling SUWI, bedoeld in artikel 5.20 van het Besluit SUWI, Deel 1: Beschrijving gegevensmodel. Geraadpleegd op http://www.bkwi.nl/fileadmin/downloads/Suwinet/sgr/SGR_8.0/PDFfiles/SGR_8.0_Deel_1_Beschrijving_en_gegevensmodel__definitief_.pdf
293 294
Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag. Ibid. Pagina 53 van 77
Overzichtstudie | september 2013
− Maar er bestaan wel verschillen tussen organisaties: gemeenten hebben geen duidelijke beschreven procedures hoe om te gaan met gegevensverwerking en -verstrekking van informatie aan klanten. Men vertrouwt op de professionaliteit van de klantmanagers en consulenten. UWV en SVB hebben deze procedures wel. 295 − SVB en UWV verwijzen de klant door middel van informatiemappen, brieven of verwijzingen naar hun website op de mogelijkheden van inzage en correctie. UWV en SVB hebben hiervoor een uitgewerkte procedure en beschikken over brochures waarin nadere informatie is opgenomen. 296 − Het UWV heeft nadere regels over het inzage- en correctierecht opgesteld: de Regeling inzage- en correctierecht UWV. Deze regeling gaat over het formele inzagerecht dat is gebaseerd op de Wbp en heeft twee doelen: o Burgers een houvast geven bij het uitoefenen van het inzage- en correctierecht; o Duidelijkheid verschaffen over de procedure die het UWV hanteert bij het afhandelen van dergelijke verzoeken. 297 Uitvoeringsorganisaties en gemeenten bieden klanten dus de mogelijkheid hun gegevens in te zien en eventueel te corrigeren, maar slechts een beperkt aantal organisaties informeert de klant actief over de gegevens die voor de berekening van een uitkering zijn gebruikt. 298 De informatie is beperkt en geeft voor de klant geen helder beeld over hoe zijn gegevens worden verwerkt en hoe hij deze gegevens gemakkelijk kan inzien. 299 Klanten worden in zeer beperkte mate geïnformeerd over de verwerking van hun gegevens. Zo wordt de bron van de gebruikte gegevens nooit vermeld. Veelal blijft het bij een verwijzing naar een folder en/of website van de organisatie. 300 Belemmerende factoren Transparantie heeft geen prioriteit Uit onderzoek van de inspectie blijkt bij de onderzochte gemeenten dat zij geen concrete motieven hebben om het verstrekken van algemene informatie aan burgers weinig aandacht te geven. 301 De meeste gemeenten, UWV en SVB geven aan dat klanten niet zijn geïnteresseerd in de wijze waarop hun gegevens worden verwerkt. Ook wordt in de praktijk nauwelijks gebruik gemaakt van het inzage- en correctierecht. Dit leidt ertoe dat gemeenten, UWV en SVB, hoewel ze het belang van transparantie onderschrijven, er in de praktijk weinig aandacht voor hebben. Actief informeren is niet verplicht Overheidsorganisaties zijn op grond van de WBP niet verplicht om (bijvoorbeeld via MijnOverheid) actief, uit eigen beweging, gegevens uit hun registratie(s) aan burgers te verstrekken. 302 “Als het sec om inzage en transparantie gaat, dan volstaat hierbij het presenteren van de door overheidsorganisaties gehanteerde kerngegevens op persoonsniveau. De huidige Wbp biedt hiervoor de wettelijk basis, zij het dat hierin geen verplichting voor overheidsorganisaties zit om gegevens actief en voor alle burgers inzichtelijk te ma-
295 296 297
Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag.
SVB (2010). De virtuele identiteit in de sociale zekerheid: een beschrijving van het inzage- en correctierecht in de sociale zekerheid. 298
.
‘Inspectie Werk en Inkomen (2011) Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag.’
299 300 301 302
Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag. Ibid.
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport. Pagina 54 van 77
Overzichtstudie | september 2013
ken.” 303 Een van de experts geeft aan dat burgers veel vaker een sein moeten krijgen dat voor een bepaalde dienst bepaalde gegevens van hen zijn geregistreerd en dat zij daar even naar moeten kijken door een directe link te verschaffen. Bevorderende factoren Transparante verwerking is uitgangspunt in landelijk- en uitvoeringsbeleid Zowel bij landelijk beleid als uitvoeringsbeleid is een voor de burger transparante verwerking van zijn gegevens uitgangspunt. 304 6.2.3
Conclusie Het bieden van transparantie over de verwerking van persoonsgegevens is een wettelijk uitgangspunt, dat onder meer tot uitdrukking komt in het inzage- en correctierecht. De inspectie verstaat onder transparantie ook dat UWV, SVB en gemeenten klanten informeren over hoe zij invulling kunnen geven aan dit recht. Het actief informeren van burgers over de mogelijkheden om hun gegevens in te zien is geen wettelijke verplichting en heeft in de praktijk geen prioriteit. Bij UWV en SVB is sprake van een passieve wijze van informeren van klanten over inzage- en correctierecht. Bij gemeenten is het beeld divers; er zijn gemeenten die de klant niet informeren, maar ook gemeenten die de klanten informeren door middel van folders en informatie op de website en er zijn gemeenten dit mondeling doen.
6.3
Mogelijkheid om geregistreerde gegevens in te zien
6.3.1
Norm Gemeenten, UWV en SVB bieden de burger de mogelijkheid om de over hem geregistreerde en verwerkte gegevens in te zien.
6.3.2
Invulling De uitvoeringsorganisaties en gemeenten hebben voorzieningen om burgers inzage te geven in de bij hen bekende gegevens, gerealiseerd. “Daar waar Suwinet-Inkijk gericht is op de professionals, is het DKD (digitale klantendossier) er (ook) voor de klanten. (Mede) geïnspireerd op het idee van Suwinet-Inkijk kan de klant hiermee zelf ook de gegevens zien.” 305 De Klantbeeldportal “geeft burgers (met name aan klanten van de keten) elektronisch inzage in de gegevens die de keten beheert. Deze portlet is eigenlijk ook een bevragende applicatie, voorzien van raadpleeg-functionaliteit op basis van het burgerservicenummer, en van opmaak en gestructureerde schermen. Net als Suwinet Inkijk wordt de Klantbeeldportlet gevoed met informatie uit de ketenregistraties. De informatie in de portlet komt pas beschikbaar nadat de gebruiker is ingelogd met DigiD.[…] De Klantbeeldportlet is beschikbaar, voor klanten, in de portalen werk.nl en mijnoverheid.nl.” 306 Burgers kunnen dus “via <www.mijnoverheid.nl> en <www.werk.nl> via DigiD SUWI-gegevens inzien. De burger ziet dan zijn persoonsgegevens, arbeid- en uitkeringsgegevens, opleidingen en re-integratiegegevens, alle voorzien van een toelichting. In de SGR zijn deze gegevens gedefinieerd. De functionaliteit is vergelijkbaar met die van SUWInet-Inkijk, de toegang is beperkt tot de eigen (persoonsspecifieke) gegevens van de burger en er worden minder gegevens getoond.” 307 “De burger logt in met zijn DigiD en 303 304 305 306 307
Ibid.
Zie o.a. Burgerservicecode EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0. Zenc (20110). Evaluatie WEU perceel 3: Inrichting, werking en beheer elektronische infrastructuur. Pagina 55 van 77
Overzichtstudie | september 2013
komt dan op de pagina: Mijn gegevens. Dit is een elektronische dienst, voor overheidsorganisaties, waarmee burgers inzicht krijgen in de gegevens die over hen zijn geregistreerd. Zij kunnen eenvoudig, zonder extra kosten, deze functionaliteit integreren binnen hun eigen website.” 308 UWV UWV heeft een inkijkfunctie in de Werkm@p en in mijnuwv.nl. 309 “De publiek toegankelijke website www.uwv.nl, thema-websites www.werk.nl en www.wajongwerkt.nl en regionale websites bieden informatie, advies en anonieme diensten en leiden de klant naar één en dezelfde Mijnomgeving voor depersonaliseerde online dienstverlening.[…] Eén gemeenschappelijke Mijnomgeving, uitsluitend toegankelijk met DigiD, biedt persoonsgebonden informatie, communicatie en diensten.” 310 “Het UWV laat [..]gegevens aan de aanvragers van een WW-uitkering zien, zodat de klant de mogelijkheid heeft om de beslissing van het UWV, met betrekking tot de duur van de uitkering, te verifiëren.” 311 “In de praktijk biedt het UWV de burger ook een informeel inzagerecht. Dit houdt in dat de burger tijdens een gesprek met een medewerker van het UWV op een beeldscherm kan meekijken in de gegevens die het UWV over hem heeft opgenomen. Het UWV kan hierbij geen volledig inzicht geven. Een medewerker van het UWV is bijvoorbeeld niet geautoriseerd voor alle systemen die het UWV gebruikt. Daarnaast krijgt de burger geen inzage in gegevens die ook persoonsgegevens van derden bevatten.” 312 SVB De SVB meldt in haar jaarverslag “dat burgers ruimschoots vóór toekomstige aanspraken zicht krijgen op opgebouwde AOW-rechten via mijnpensioenoverzicht.nl en MijnSVB.nl.” 313 Volgens de SVB is dit een van de verdiensten van het programma Verzekeren dat de SVB eind 2011 heeft afgesloten: “Een van de belangrijkste successen van het programma is de totstandkoming van de Basisadministratie Volksverzekeringen (BAV), mede op basis van grootschalige gegevensuitwisselingen met diverse ketenpartners (GBA, UWV-polisadministratie, CZ Zorgverzekeraar, Dienst Uitvoering Onderwijs, ministerie van Buitenlandse Zaken).” 314 De volgende webdiensten zijn in 2011aan MijnSVB toegevoegd: de niet bevorderde aanvraag AKW (kinderbijslag) en de wijziging AWBZ-verzekeringsstatus. 315 Loonaangifteketen/DVB Ook in de loonafgifteketen is een voorziening voor transparantie gerealiseerd. “Het Digitaal Verzekeringsbericht (DVB) biedt werknemers toegang tot hun arbeidsverledengegevens, inkomstenverhoudingen (uit arbeid/uitkeren), en geeft een indicatie van de verzekerde wetten.” 316 “Sinds het tweede kwartaal [van 2010] kan de burger op het Digitaal Verzekeringsbericht in één oogopslag zien bij welke werkgever(s) hij het getoonde aantal sv-dagen en sv-loon
308
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet Mijngegevens – BKWI (geraadpleegd via www.bkwi.nl medio april 2013)
309 310 311 312
UWV (2012). Jaarplan 2013. UWV (2012). Programma eDienstverlening 2012-2015: programmaplan 2012. EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer.
SVB (2010). De virtuele identiteit in de sociale zekerheid: een beschrijving van het inzage- en correctierecht in de sociale zekerheid.
313 314 315 316
SVB (2012). SUWI Jaarverslag 2011. Ibid. Ibid.
UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifteketen in 2010. Pagina 56 van 77
Overzichtstudie | september 2013
in het afgelopen kalenderjaar heeft opgebouwd. Sinds december 2010 kan een groot deel van de burgers bovendien een indicatie bekijken van de hoogte en duur van een eventuele uitkering.” 317 “Via de Berichtenbox, een centrale postbus op internet waar (semi) overheidsinstanties snel relevante persoonlijke informatie voor de klant beschikbaar kunnen stellen, kunnen klanten hun jaaropgave over 2010 raadplegen.” 318 GBA Er is ook een voorziening gerealiseerd voor inzage in de GBA-gegevens. “De burger kan zijn GBA-gegevens inzien door met DigiD in te loggen op MijnOverheid. Daarnaast kan hij inzage vragen bij de gemeente waar hij is ingeschreven. Het college van B&W beantwoordt dit verzoek kosteloos, schriftelijk en binnen vier weken. Het college van B&W vermeldt daarbij welke gegevens zijn opgenomen in de GBA, aan welke afnemer of derde gegevens zijn verstrekt en welke rechten de verzoeker heeft.” 319 Voornemens In de sector werk en inkomen zijn vooral bij de SVB en UVW concrete voornemens om hun klanten inzage te geven in relevante informatie. De SVB sluit daarbij aan op de burgerpolis: “De Burgerpolis wil zicht bieden op sociale zekerheid en zorg en daarmee toegang tot het recht op die zekerheid verschaffen. De Burgerpolis sluit op die manier aan bij de ambitie van de SVB om betere dienstverlening aan de burger te bieden door middel van het snel en persoonlijk informeren en het verbeteren van de selfservice.”320 Het doel is “dat de website Mijnoverheid.nl de burger inzicht biedt in zijn/haar positie (rechten en plichten) in de sociale zekerheid en zorg. In 2011 is dit voor wat betreft de sociale zekerheid gerealiseerd.” 321 Ook bij UWV is transparantie een thema: in het programmaplan e-dienstverlening van UWV staat ondermeer dat de vormgeving van één Mijnomgeving voor burgers en één Mijnomgeving voor werkgevers met daarin alle gepersonaliseerde producten en diensten centraal staat. 322 In de keten van werk en inkomen staat het Digitaal klantdossier centraal bij transparantie. BKWI beschrijft in KArWeI (2010) een ideale situatie: Transparantie “is grotendeels te realiseren door voor iedere raadpleging en ieder signaal een afslag naar de berichtenbox op mijnoverheid.nl te sturen. Dit leidt tot veel extra berichtenverkeer, maar het geeft de geïnteresseerde burger een beter beeld van wat er met zijn gegevens gebeurt. Wat weer bijdraagt aan de bewustwording bij overheidspartijen over het gebruik van gegevens.” 323 Idealiter ontsluiten ketenpartijen hun actuele “klantgegevens conform centraal vastgestelde webservicespecificaties. Afhankelijk van de behoefte kan men de klantgegevens uitbreiden, bijvoorbeeld met statusinformatie van de lopende werkprocessen. De informatie uit het Digitaal Klantdossier wordt voor de klant ontsloten via het Klantbeeldportlet. De
317 318 319
UWV (2011). Jaarverslag 2010. Ibid.
SVB (2010). De virtuele identiteit in de sociale zekerheid: een beschrijving van het inzage- en correctierecht in de sociale zekerheid.
320 321 322 323
SVB (2012). Jaarplan 2013, begroting 2013. SVB (2012). SUWI Jaarverslag 2011. UWV (2012). Programma eDienstverlening 2012-2015: programmaplan 2012. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0. Pagina 57 van 77
Overzichtstudie | september 2013
informatie uit het Digitaal Klantdossier wordt voor professionals ontsloten via de bedrijfsapplicaties.” 324 Bij statusovergangen van lopende processen zou de klant een signaleringsbericht in de berichtenbox van mijnoverheid.nl moeten krijgen. 325 De informatiepositie van burgers kan nog worden verbeterd. De WRR geeft aan dat “in principe het stelsel van basisregistraties ook een uitgelezen kans [biedt] voor het versterken van de positie van burgers, onder meer omdat de registraties ook zo kunnen worden ingericht dat burgers gemakkelijker zelf wijzigingen kunnen aanbrengen in deze registraties, aanvragen kunnen doen of bepaalde rechten claimen. Tot op heden benut de overheid dit emancipatoire potentieel van basisregistraties echter onvoldoende.” 326 Bij de evaluatie van de WEU is geconstateerd dat gegevensleveranciers minder gegevens aan burgers ontsluiten dan aan professionals. Voor een burger worden moeilijk te interpreteren gegevens niet getoond. 327 Er is nog geen volledige transparantie Inzage in het gegevensverkeer tussen organisaties biedt MijnOverheid momenteel niet.328 Nog meer dan voor inzage in gegevens geldt hier dat het in beleidsmatig opzicht een nieuwe wens is die nog niet in bestaand beleid is verankerd. Het kabinet is van mening dat als organisaties proactief handelen voor dienstverlening, zorg of handhaving, mede op basis van gegevens die van andere organisaties zijn verkregen, zij in hun besluit de herkomst van deze gegevens van derden zichtbaar maken. 329 De verantwoordelijkheid over wie de eigenaar van de gegevens is, blijft een aandachtspunt “Belangrijk in dit verband is echter hoe ver transparantie als handvat voor (individuele) rechtsbescherming reikt. Zo dient zich in het licht van de soms zorgwekkende kwaliteit van overheidsinformatie en het groeiende probleem van identiteitsfraude de vraag aan wie de verantwoordelijkheid draagt om aan te tonen dat bepaalde informatie niet correct is en hoe deze persoon daar inzicht in kan krijgen.” 330 “Een beperkt aantal gemeenten informeert klanten actief over de gegevens die voor de berekening van een uitkering zijn gebruikt, maar de bron van de gegevens wordt niet vermeld.” 331 Ook de WWR stelt vast dat “deze zelfde assertieve burger ten aanzien van de informatie die zijn individu aangaat - de grondstof van de besluiten en beschikkingen van de eOverheid - dikwijls beduidend zwakker staat. De kaders voor de informatiepositie (transparantie) van burgers en de ingangen (accountability) voor burgers ontstaan niet vanzelf.” 332 Belemmerende factoren Beeld dat de burger geen behoefte heeft aan transparantie 324 325 326
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0. Ibid.
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press.
327 328
Zenc (20110). Evaluatie WEU perceel 3: Inrichting, werking en beheer elektronische infrastructuur.
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
329 330
Kabinetsreactie op WRR-rapport iOverheid: de rol van de overheid in de iSamenleving, 25 oktober 2011
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press. 331 332
Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag.
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press. Pagina 58 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Uit de literatuur blijkt dat de respons en rol van de burger mogelijk wordt onderschat. Zo heeft de Inspectie SZW in onderzoek geconstateerd dat gemeenten, UWV en SVB aangeven dat klanten niet zijn geïnteresseerd in de wijze waarop hun gegevens worden verwerkt. 333 Ook in de expertsessie is aangegeven dat transparantie mogelijk moet zijn terwijl een aanzienlijk deel van burgers er geen behoefte aan heeft. 334 Inzage geven is complex De kosten voor ontwikkelen en beheren van de voorziening zijn een thema in de bestudeerde documenten. Voor uitvoeringsorganisaties en gemeenten die hun dienstverleningsgegevens op gedetailleerd niveau inzichtelijk moeten maken, “is dat enorm complex, zowel technisch, organisatorisch en daardoor ook financieel. Dit wordt veroorzaakt door de wijze waarop de processen en daarbij behorende informatievoorziening zijn georganiseerd. De organisatie is erop gericht de transacties met burgers correct en efficiënt af te handelen, maar niet om alle gegevensverwerkingen die daarbij voorkomen inzichtelijk te maken. Wanneer dat wordt geëist is het nodig om alle mutaties op BSN-niveau te loggen. Organisaties die hier onderzoek naar hebben gedaan (SVB, Belastingdienst) geven aan dat dit technisch een zeer grote opgave is.” 335 Ook in de expertsessie kwam ook naar voren dat: “Bronhouders zitten niet te wachten op een grote hoeveelheid wijzigingsverzoeken waarvoor eigenlijk geen capaciteit is” 336 “Inzage bieden in gegevensstromen lijkt voor basisregistraties en voor organisaties die gegevensverkeer faciliteren (zoals bijvoorbeeld BKWI) overigens wel haalbaar te zijn. De gegevens zijn beschikbaar en de benodigde inspanningen hebben betrekking op het ontsluiten via MijnOverheid.” 337 Het geven van inzage is niet altijd verplicht: Informatieverstrekking kan ook achterwege blijven “als betrokkene al op de hoogte is van de verwerking (art. 34 lid 1 Wbp). Het kan namelijk zijn dat betrokkene door de instantie die de gegevens verstrekt al op de hoogte is gesteld van de bestandskoppeling. Bij verzameling van gegevens via derden is informatieverstrekking niet nodig als verwerking wettelijk is voorgeschreven (art. 34 lid 5 Wbp). Dat is het geval bij gegevensverstrekking krachtens een wettelijke verplichting of bevoegdheid. Informatieverstrekking is verder niet nodig als het verstrekken van informatie onmogelijk is of onevenredige inspanning van verantwoordelijke vergt (art. 34 lid 4 Wbp).” 338 Organisaties mogen op basis van goede argumenten (bijv. onevenredig hoge kosten) een verzoek om inzage, correctie of verwijdering weigeren. 339 “Het college van B&W hoeft geen informatie over gegevensverstrekking aan afnemers te verstrekken als dit in het belang is van de veiligheid van de staat of de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten.”340 Het inzagerecht in de WBP is vooral een papieren recht: “Het Rathenauinstituut constateert dat mogelijkheden van burgers om zich tegen fouten te verweren vaak te kort schieten. Het in de WBP vastgelegde recht op inzage en correctie van gegevens blijkt in de
333
‘Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag.’ en ‘Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag.’ 334 335
Verslag expertsessie
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
336 337
Verslag expertsessie
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
338
Helm, I. van der (2012). Bestandskoppeling voor controle op bijstandsuitkeringen: in hoeverre heiligt het doel de middelen? 339
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
340
SVB (2010). De virtuele identiteit in de sociale zekerheid: een beschrijving van het inzage- en correctierecht in de sociale zekerheid. Pagina 59 van 77
Overzichtstudie | september 2013
praktijk vaak niet meer dan een papieren recht. Dit tast de rechtspositie van burgers aan en maakt hen verregaand afhankelijk van het naar behoren functioneren van ICTsystemen, zonder dat zij daarop veel invloed kunnen uitoefenen.” 341 In de expertsessie is gesteld dat de gedetailleerd regelgeving het voor burger en overheid ingewikkeld maakt. Hierbij is ook gewezen op meer juridische escalaties tussen burger en bronhouder. Toenemende gegevensverwerking en registratie in vele databases is niet te overzien Een ander aspect waar burgers mee worden geconfronteerd is het aantal bestanden waarin gegevens worden opgeslagen. “In februari 2011 vond er een expertmeeting plaats in de Eerste Kamer (EK) in het kader van de evaluatie van de Wbp. Hierin kwam onder meer naar voren dat maatschappelijk actieve burgers in minstens 1500 databases voorkomen. Dit is voor de burger nauwelijks te overzien, laat staan dat hij door middel van het recht, zoals dat nu is geregeld, enige effect kan hebben op de toenemende gegevensverwerking in grote hoeveelheden bestanden.” 342 In de expertsessie is aangegeven dat dit zowel voor burgers als professionals geldt. HEC stelt dat daadwerkelijke betrokkenheid van burgers bij een grote overheidsketen als de loonaangifteketen nooit volledig te regelen is.343 Om te kunnen volgen hoe een besluit van de overheid tot stand komt heeft een burger niet alleen inzicht nodig in het proces en de door hem zelf verstrekte gegevens, maar ook in de gegevensstromen tussen organisaties. 344 Onduidelijk wie verantwoordelijk is voor gegevens Het is niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor gegevens. De WWR stelt dat de verderstrekkende consequenties van de aangroeiende stapel van de context overstijgende, met elkaar verbonden applicaties in zowel beleid als politiek niet worden geadresseerd. 345 “Op het vlak van de procesmatige beginselen is weinig aandacht voor het doordenken van consequenties van digitalisering en evenmin om het inrichten van adequate arrangementen voor als het fout gaat. […] Het gevolg is een versplintering van verantwoordelijkheid rondom informatieprocessen (verschillende actoren verantwoordelijk voor separate onderdelen van de keten) of zelfs een de facto ‘verdwijnen’ van verantwoordelijkheid, omdat verschillende partijen niet anders kunnen dan naar elkaar doorverwijzen, waar de informatietechnologische slag die is gemaakt simpelweg niet in verantwoordelijkheden is vertaald. Het gebruik van technologie en de ambitie om (beleids)informatie over burgers in ketens te organiseren, botst kortom met de traditioneel hiërarchisch georganiseerde overheid. Technisch en praktisch werkt men vaak al in ketens (of netwerken), maar besluitvorming, verantwoordelijkheidsverdeling, wetgeving en toezicht zijn daar nog niet op aangepast.” 346 Bevorderende factoren Draagvlak voor transparantie In het (landelijke) informatiebeleid is de afgelopen jaren weinig expliciet aandacht gegeven aan het versterken van de informatiepositie van burgers. In de kabinetsreactie op het rapport iOverheid geeft het kabinet aan dat zij de weerbaarheid van burgers wil vergroten door versteviging van het inzage- en correctierecht. Het kabinet wil daarmee de informa-
341
Rathenau Instituut (2013). De autonome burger in de informatiesamenleving: Hand-out inwerkprogramma tijdelijke commissie ICT-projecten bij de overheid.
342 343 344
Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag. HEC (2011). Oordeel werkende en stabiele Loonaangifteketen 2010 (Bijlage kst-26448-465).
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport. 345
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press. 346
Ibid. Pagina 60 van 77
Overzichtstudie | september 2013
tiepositie van de burger versterken. 347 “Transparantie en accountability van de iOverheid moeten van een duidelijk ‘adres’ worden voorzien. Er dient daarom voor burgers één platform te komen waar de transparantiefunctie invulling krijgt en één autoriteit waar de accountability wordt belegd.” 348 De WRR geeft aan dat de overheid moet investeren in procedures om transparantie ter ondersteuning van de burger als te verbeteren. “Verantwoordelijkheid en verantwoordingsprocedures binnen de iOverheid zijn momenteel ontoereikend en onvoldoende effectief, en dienen daarom omvattender, explicieter en helderder te worden benoemd en belegd.” 349 In de kabinetsreactie op het rapport iOverheid komt dit tot uiting. 350 In deze reactie staat een aantal voor dit onderzoek relevante uitspraken. Deze hebben betrekking op de informatiepositie van de burger, de dienstverlening, het verstevigen van het inzage-en correctierecht en daardoor ook de kwaliteit van de registraties. Ook vanuit de samenleving is er druk om tot meer transparantie te komen. Uit onderzoek van PBLQ/HEC “blijkt dat de burger […] het belangrijk vinden te weten welke gegevens en informatie de overheid over hen registreert.[…] Vrijwel alle burgers in de burgerpanels vinden inzage in gegevens en gegevensverkeer en verwijderingstermijnen van belang om hun informatiepositie ten opzichte van de overheid te versterken.” 351 Burgers geven daarbij wel aan “dat inzage in hun persoonlijke kerngegevens handig is, maar dat het eventueel verstrekken van gegevens op een te gedetailleerd niveau waarschijnlijk tot een informatie-overload zou leiden.” 352 Ook de WRR stelt dat vanuit burgers transparantie van belang wordt gevonden. “Transparantie is voor burgers noodzakelijk om, ten eerste, het politieke en beleidsmatige proces te kunnen volgen en - eventueel - een tegenwicht te bieden en, ten tweede, om individuele rechten ten volle uit te kunnen oefenen. […] Zo maakt een voorhoede van digitale burgers, in Nederland bestaande uit organisaties als Het Nieuwe Stemmen, Bits of Freedom, PrivacyFirst, nlnet en Internet Society, zich sterk voor een transparante overheid.” 353 Wet- en regelgeving Er is regelgeving die transparantie voorschrijft vanuit vooral motieven voor bescherming van persoongevens. “Op grond van de Wbp dient aan burgers in ieder geval inzicht gegeven te worden in het doel van de gegevensverwerking en de overige ontvangers c.q. gebruikers van persoonsgegevens, aangevuld met gepersonaliseerde gegevens op kerngegevensniveau waarop een besluit is gebaseerd. Op grond van jurisprudentie dient de specifieke wens van een burger om op meer gedetailleerd niveau inzage te krijgen gehonoreerd te worden.[…] Ze kunnen dat recht uitoefenen bij alle uitvoeringsorganisaties door de organisatie te benaderen en inzage te vragen.” 354
Organisatorische inbedding nodig
347
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
348
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press.
349 350 351
Ibid. Kabinetsreactie op WRR-rapport iOverheid: de rol van de overheid in de iSamenleving, 25 oktober 2011
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport.
352 353
Ibid.
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press. 354
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport. Pagina 61 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Er zijn technische voorzieningen gerealiseerd, maar de koppeling met organisatorische processen ontbreekt. Een waarschuwing van de WWR is “dat het benutten van de technologische mogelijkheden in het debat veelal centraal staat, terwijl de organisatorische en institutionele inbedding buiten beeld blijft of naar de achtergrond verdwijnt. Toch is juist deze inbedding van doorslaggevend belang voor het borgen van de publieke kwaliteitseisen - met name de procesmatige beginselen van accountability en transparantie - als het systeem eenmaal operationeel is.” 355 Gebruiksvriendelijkheid DKD kan beter Uit de evaluatie van de WEU komt een specifieke bevorderende factor voor DKD naar voren. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de gebruiksvriendelijk kan worden verbeterd. “In het algemeen geldt dat burgers het idee achter Klantbeeld - meer transparantie - zeer positief waarderen. De bekendheid van Klantbeeld onder burgers is echter nog beperkt. […] Burgers zijn van mening dat Klantbeeld gebruiksvriendelijker kan. […] In de beleving van burgers zijn er momenteel (te) veel inlogpagina’s voor werkzoekenden (denk aan inloggen voor Klantbeeld, inloggen voor werk.nl, inloggen met DigiD, inloggen voor verzekeringsbewijs polisadministratie, inloggen voor de werkmap, etc.” 356
6.3.3
Conclusie Voor burgers zijn verschillende voorzieningen beschikbaar voor inzage in de over hen geregistreerde gegevens. Op mijnoverheid.nl en werk.nl krijgen burgers inzage in een belangrijk deel van de gegevens die over hen in het DKD zijn opgenomen. UWV en SVB hebben ook eigen voorzieningen gerealiseerd om de burger inzicht te geven in de gegevens die zij over hem hebben geregistreerd. Desondanks is het voor de burger niet transparant welke gegevensstromen, die vaak over organisatiegrenzen heen gaan, in het uitkeringsproces plaatsvinden. Uitvoeringsorganisaties en gemeenten zijn om een aantal redenen terughoudend met het bieden van transparantie over het gehele uitkeringsproces. Het geven van inzage is complex, mede door toenemende gegevensverwerking en registratie in vele databases. Daarnaast is voor de klant niet altijd duidelijk bij welke ketenpartner hij moet zijn voor inzage en correctie van zijn gegevens.
6.4
Gebruik inzagerecht
6.4.1
Norm UWV, SVB en gemeenten registreren in hoeverre burgers daadwerkelijk gebruik maken van de geboden faciliteiten voor inzage in hun gegevens.
6.4.2
Invulling Uit onderzoek van de Inspectie SZW is gebleken dat inzage- en correctierecht in de praktijk nauwelijks gebruik wordt. 357 Ander onderzoek van de inspectie laat ook zien “dat van digitale correcties van burgers op niet-authentieke gegevens [bij gemeenten] weinig of geen sprake is. Regelmatig gaven medewerkers van sociale diensten aan dat burgers niet of nauwelijks kennis namen van internetfaciliteiten ter controle van hun gegevens, zoals DKD via bijvoorbeeld Werk.nl.” 358
355
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press. 356
SIRA Consulting (2010). Eindrapport Evaluatie Wet WEU perceel 1: Onderzoek naar de kwantitatieve en kwalitatieve lastenverlichting voor burgers. 357 358
Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag. Inspectie SZW (2012). Correctieverzoeken en terugmeldingen. Pagina 62 van 77
Overzichtstudie | september 2013
In de bestudeerde literatuur is beperkt informatie gevonden over het gebruik van inzagemogelijkheden door burgers. De SVB geeft bij voorbeeld in haar jaarverslag 2011 aan dat door promotie van de berichtenbox op brieven, SVB.nl en MijnSVB “het aantal gebruikers van de berichtenbox in 2011 is gegroeid naar bijna 140.000.” 359 De SVB beheert ook de website mijnpensioenoverzicht.nl, waarin behalve de SVB ook pensioenfondsen en verzekeraars participeren. “In 2011 hadden reeds meer dan 3,2 miljoen burgers de website geraadpleegd.” 360 In een publicatie van PBLQ en HEC staat dat MijnOverheid inzage biedt “in persoonlijke gegevens, een berichtenbox en de lopende zaken van een tiental organisaties (waaronder 4 gemeenten) en registraties, zoals de Gemeentelijke Basis Administratie(GBA), Donorregistratie, het persoonlijke pensioenoverzicht en het kentekenregister. Mijnoverheid heeft zo'n 250.000 accounts en het aantal unieke bezoeken ligt rond de 50.000 per maand.” 361 “De uitvoeringsorganisaties zelf registreren een veelvoud aan detailinformatie, die ze voor een deel via hun MijnDomeinen aanbieden, en burgers kunnen bij de uitvoeringsorganisaties terecht voor digitale transacties met de betreffende uitvoeringsorganisatie. De MijnDomeinen dan wel andere digitale voorzieningen bieden voor dit laatste de juiste context (bijvoorbeeld de genoemde relevante detailinformatie zoals persoonsgebonden proces- en statusinformatie en daarnaast informatie over wet- en regelgeving).” 362 Uit onderzoek onder een burgerpanel blijkt dat ruim de helft van de respondenten, ongeacht leeftijdscategorie, gebruik één of enkele keren per jaar gebruik maakt van mijnoverheid.nl. 363 Ander onderzoek van het Center for eGovernment Studies uit 2011 laat zien dat slechts 20 procent van de bevolking in dat jaar (Mijn)Overheid.nl heeft gebruikt en dat 42 procent zelfs nog nooit van dit portal heeft gehoord. 364
Het Digitaal Verzekerden Bericht (DVB) dat raadpleegbaar is op zowel mijn.Overheid.nl als op mijnuwv.nl is in 2009 circa 150.000 maal geraadpleegd door circa 50.000 bezoekers. 365 De inspectie constateert in 2011: “Een actief beleid om burgers te wijzen op het DVB wordt vooralsnog niet gevoerd.” 366 Dit is conform afspraken tussen UWV en het Ministerie van SZW. Belemmerende factoren - In eerder onderzoek concludeerde de Inspectie SZW dat klanten niet actief worden geïnformeerd over inzage- en correctierecht en dat gemeente, UWV en SVB mede daardoor weinig verzoeken tot inzage- en correctierecht krijgen. 367 Bevorderende factoren - Niet aangetroffen in de bestudeerde documenten
359 360 361
SVB (2012). SUWI Jaarverslag 2011. Ibid.
PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport. 362 363 364
Ibid. Ibid.
Center for eGovernment Studies (2011) De eOverheid in Gebruikersperspectief, Enschede: Universiteit Twente, p. 35
365 366 367
Inspectie SZW (2012). Correctieverzoeken en terugmeldingen. Inspectie Werk en Inkomen (2011). UWV en Walvis: Tiende rapportage. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag. Pagina 63 van 77
Overzichtstudie | september 2013
6.4.3
Conclusie Het feitelijk gebruik van inzage- en correctievoorzieningen door burgers is beperkt, wat het beeld voedt dat de burger weinig behoefte zou hebben aan transparantie. Hierdoor onderschatten uitvoeringsorganisaties en gemeenten de rol van de burger.
Pagina 64 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Pagina 65 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Bijlagen
Bijlage 1 Toetsingskader Onderstaand schema is een nadere uitwerking van het toetsingskader van het onderzoek ‘overzichtstudie van het programma Informatieprocessen’. Op basis hiervan heeft de inspectie bepaald in hoeverre de uitvoeringsorganisaties invulling geven aan de centrale variabelen van het onderzoek. De bevindingen op basis van dit toetsingskader vormen de input voor een overkoepelend oordeel in de programmarapportage ‘de burger en werkgever bediend in 2013’. Aan de hand van deze toetsnormen (kolom 4) schetst de inspectie de situatie in 2010 en in 2013, en beschrijft zij de ontwikkelingen die zich in de tussenliggen periode hebben voorgedaan. In de analyse worden vervolgens drie niveaus onderscheiden: - stelsel: samenwerkingsverbanden /afspraken tussen organisaties - beleid van individuele organisaties - de praktijk op de werkvloer (evt. te onderscheiden naar processen, zoals uitkeringsintake, en activiteiten, zoals een raadpleging Suwinet-Inkijk) Voor de analyse van de belemmerende en bevorderende factoren kan het onderscheid naar de volgende niveaus behulpzaam zijn: - wet- en regelgeving - actoren (burger, uitvoering, applicatie) - specifiek t.a.v. uitvoering: stelsel, organisatie, praktijk Variabele
Definitie
Hergebruik gegevens
Het benutten van reeds beschikbare gegevens, die uit eerdere uitvraag of gegevensuitwisseling zijn verkregen. Het begrip hergebruik is nauw verbonden met het principe van eenmalige gegevensuitvraag. Dit principe houdt in dat een SUWI-overheidsorgaan geen informatie aan de burger uitvraagt, die bij een ander overheidsorgaan al bekend is.
Operationalisering Gemeenten, UWV en SVB hebben een gezamenlijke voorziening getroffen om hergebruik van de gegevens zoals opgenomen in de WEU te realiseren en gebruiken deze in de praktijk ook.
Toetsnormen • Er is sprake van een voorziening indien de volgende elementen aanwezig zijn: (Grijpink): - een technische infrastructuur; - een keteninformatiesysteem; - gegevens met regels over de samenhang tussen die gegevens; - regelingen: organisaties, procedures en standaarden • Het gebruik van deze voorziening blijkt uit de toepassing van de zogenaamde ‘omgekeerde intake’ bij uitkeringsaanvraag.
Randvoorwaarden
Pagina 66 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Borging kwaliteit gegevens
Het leveren van een bijdrage aan de kwaliteit van de gegevens die binnen de sector werk en inkomen verstrekt- en/of gedeeld worden voor de uitvoering van de sociale zekerheidswetten. ‘Kwaliteit’ is gedefinieerd als: • betrouwbaar (juist/volledig) • relevant • tijdig
Gemeenten, UWV en SVB nemen passende maatregelen om de kwaliteit van de gegevens, die binnen de sector werk en inkomen verstrekt- en/of gedeeld worden, te borgen en te verbeteren.
Bescherming van persoonsgegevens
Uitvoeringsorganisaties voldoen aan de randvoorwaarden voor een veilige uitwisseling en verwerking van persoonsgegevens zoals bedoeld in de WBP en de Wet SUWI. Bij het verzamelen en het verwerken van persoonsgegevens nemen zij de beginselen van doelbinding en proportionaliteit in acht Op basis van (onder meer) de WBP en wet SUWI wordt de burger inzicht geboden in alle aspecten van de verwerking en uitwisseling van zijn persoonsgegevens door de uitvoeringsorganisaties.
Gemeenten, UWV en SVB nemen passende technische en organisatorische maatregelen om de privacy van personen te waarborgen.
Transparante procesgang
Gemeenten, UWV en SVB informeren de burger passief over zijn inzagerecht en stellen hem in staat om dit recht uit te oefenen.
• De Polisadministratie voldoet aan het normenkader zoals vastgesteld door de betrokken partijen en afgestemd met de Tweede Kamer • Gemeenten, UWV en SVB melden afwijkingen ten opzichte van de (basis)registraties terug aan de bronhouder/beheerder van de betreffende (basis)registratie of stellen de bronhouder in staat om afwijkingen zelf op te sporen (denk aan het beschikbaar stellen van adresgegevens door UWV aan gemeenten) 368 ; • Gemeenten, UWV en SVB bieden een correctiefaciliteit aan waarmee de burger kan aangeven of een gegeven naar zijn mening niet juist is geregistreerd • Gemeenten, UWV en SVB maken bij de uitwisseling van persoonsgegevens gebruik van de beschikbare beveiligde ICTvoorzieningen (Suwinet ) • Gemeenten, UWV en SVB voldoen aan de essentiële normen met betrekking tot het aspect vertrouwelijkheid uit het normenkader GeVS *)
Gemeenten, UWV en SVB: • informeren burgers passief door middel van folders en websites; • bieden burgers de mogelijkheid om de over hem geregistreerde en verwerkte gegevens in te zien (bijv. via portals zoals MijnOverheid.nl);
368
De Inspectie geeft bij dit onderzoek een bredere invulling aan het begrip terugmelding dan die in de wetgeving wordt gehanteerd. De wetgeving gaat uit van verplichte terugmelding op als authentiek aangewezen gegevens uit basisregistraties. Pagina 67 van 77
Overzichtstudie | september 2013
• registeren het gebruik van de geboden faciliteiten voor inzage, waaruit blijkt dat burgers hier daadwerkelijk gebruik van maken. *) Het normenkader GeVS omvat de volgende essentiële normen met betrekking tot het aspect vertrouwelijkheid: 1.3. Het informatiebeveiligingsbeleid en het beveiligingsplan van het Suwinet zijn goedgekeurd door het management van de Suwi-partij. 1.4. Het informatiebeveiligingsbeleid en het beveiligingsplan van het Suwinet worden uitgedragen in de organisatie. 1.5. Het informatiebeveiligingsbeleid en het beveiligingsplan van het Suwinet worden jaarlijks geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd. 2.2. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van het gebruik, de inrichting, het beheer en de beveiliging van Suwinet gegevens, applicaties, processen en infrastructuur moeten zijn beschreven en duidelijk en afhankelijk van de schaalomvang van de organisatie gescheiden zijn belegd. • Operationeel beheer • Functioneel beheer • Technisch beheer • Aansturing ICT-leveranciers • Security Officer • Autorisatiebeheer • Eigenaarschap Suwinet 2.3. Security Officer • De Security Officer beheert en beheerst beveiligingsprocedures en –maatregelen in het kader van Suwinet, zodanig dat de beveiliging van Suwinet overeenkomstig wettelijke eisen is geïmplementeerd. • De Security Officer bevordert en adviseert over de beveiliging van Suwinet, verzorgt rapportages over de status, controleert dat m.b.t. de beveiliging van Suwinet de maatregelen worden nageleefd, evalueert de uitkomsten en doet voorstellen tot implementatie c.q. aanpassing van plannen op het gebied van de beveiliging van Suwinet • De Security Officer rapporteert rechtstreeks aan het hoogste management
Pagina 68 van 77
Overzichtstudie | september 2013
13.1. De Suwi-partij autoriseert en registreert de gebruikers die toegang hebben tot de Suwinet applicaties op basis van een formele procedure waarin is opgenomen: • Het verlenen van toegang tot de benodigde gegevens op basis van de uit te voeren functie / taken • Het uniek identificeren van elke gebruiker tot één persoon Het goedkeuren van de aanvraag voor toegangsrechten door de manager of een gemandateerde • Het tijdig wijzigen (dus ook intrekken) van de autorisatie bij functiewijziging of vertrek • Het benaderen van de Suwi-databestanden door gebruikers mag alleen plaatsvinden via applicatieprogrammatuur (tenzij sprake is van calamiteiten) 13.5. De controle op verleende toegangsrechten en gebruik vindt meerdere keren per jaar plaats. • Interne controle op rechten en gebruik van Suwinet • Analyseren van de van het BKWI verkregen informatie over het gebruik van Suwigegevens
Pagina 69 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Bijlage 2 Begrippen Gegevensuitwisseling Het uitwisselen van gegevens wordt hier gedefinieerd als het actief delen van de beschikbare persoonsgegevens door uitvoeringsorganisaties UWVB en SVB en gemeenten, voor zover dit voor de uitvoering van sociale zekerheidswetgeving noodzakelijk is. De focus ligt op de gegevensuitwisselingen die tussen en binnen de uitvoeringsorganisaties plaatsvinden ten behoeve van de processen uitkeringsaanvraag, uitkeringsverstrekking, reintegratie en fraudebestrijding bij uitvoering van de WW, WWB, AIO of AOW. Hergebruik van gegevens Het begrip hergebruik wordt hier gedefinieerd als het benutten van reeds beschikbare gegevens, die uit eerdere uitvraag of gegevensuitwisseling zijn verkregen. Het begrip hergebruik van gegevens is nauw verbonden met het principe van eenmalige gegevensuitvraag. Dit principe houdt in dat een SUWI-overheidsorgaan geen informatie aan de burger uitvraagt, die bij een ander overheidsorgaan al bekend is. Door het toepassen van eenmalige uitvraag worden reeds bekende gegevens in de sector werk en inkomen meervoudig gebruikt. Een toepassing daarvan is de zogenaamde ‘omgekeerde intake’. Hierbij worden de klantgegevens op het aanvraagformulier vooraf ingevuld, waarna deze gegevens door de klant worden geverifieerd. Eenmalige uitvraag wordt gefaciliteerd door het digitale klantdossier (DKD), dat relevante gegevens over werk en inkomen van klanten van verschillende overheidsinstanties ontsluit. Kwaliteitsborging gegevens Een goede gegevenskwaliteit is noodzakelijke voorwaarde voor de uitvoering van de sociale zekerheidswetgeving. Onder kwalitatief goede gegevens verstaat de inspectie dat deze gegevens relevant, betrouwbaar en tijdig zijn. Relevant wil zeggen dat de inhoud van de gegevens bijdraagt aan het te bereiken doel van de gebruiker (afnemer) en dat de gebruiker tevreden is. Betrouwbaar wil zeggen dat de gegevens geen (structurele) fouten bevatten, en volledig en nauwkeurig zijn. Tijdig wil zeggen dat de gegevens beschikbaar zijn op het moment dat deze noodzakelijk zijn, met inachtneming van de wettelijke termijnen voor afhandeling van uitkeringsaanvragen, mutaties en onderlinge gegevenslevering. Kwaliteitsborging is het geheel aan maatregelen dat resulteert in gegevens die relevant, betrouwbaar en tijdig zijn in relatie tot de uitvoering van de sociale zekerheidswetten (stelselbreed). Kwaliteitsborging wordt hier gedefinieerd als de inspanningen van afzonderlijke uitvoeringsorganisaties die bijdragen aan kwalitatief goede gegevens voor de eigen werkprocessen en voor de werkprocessen van andere uitvoeringsorganisaties in de sector werk en inkomen. Beveiliging (of bescherming) van persoonsgegevens Bescherming van persoonsgegevens (gegevens die naar natuurlijke personen herleidbaar zijn) houdt in dat deze gegevens op een veilige manier worden verzameld, verwerkt en gedeeld. Voor de definitie van beveiliging persoonsgegevens sluit de inspectie aan bij de wet bescherming persoonsgegevens (WBP) en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens moeten onder meer het doelbindings- en proportionaliteitsbeginsel in acht worden genomen. Het principe van de doelbinding schrijft voor dat persoonsgegevens alleen voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardig-
Pagina 70 van 77
Overzichtstudie | september 2013
de doeleinden mogen worden verzameld. 369 Persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt in overeenstemming met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen. Het principe van proportionaliteit houdt in dat de inbreuk op de belangen van de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene niet onevenredig mag zijn in verhouding tot het met de verwerking te dienen doel. 370
369 370
Art. 7 WBP Art. 8, lid 2 EVRM Pagina 71 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Bijlage 3 methodologische verantwoording Voor de beantwoording van de deelvragen zijn de volgende methoden ingezet: literatuuronderzoek en een expertsessie. Bij de uitvoering van het onderzoek is uit gegaan van bestaande bronnen om het object van onderzoek te bestuderen. Uitgangspunt bij de keuze van deze methode was dat er in de afgelopen jaren veel informatie is gepubliceerd over het onderzoeksobject, dat geschikt was voor nadere beschouwing. De bevindingen op basis van het literatuuronderzoek zijn besproken in een expertsessie. Literatuuronderzoek/documentanalyse De inspectie heeft een literatuuronderzoek uitgevoerd op beleidsdocumenten en onderzoeksrapporten over gegevensuitwisseling in de sector werk en inkomen. De onderzoeksrapporten zijn afkomstig van de inspectie en van andere instellingen en/of bureaus. Voor de beantwoording van deelvraag 1 betreft dit documenten en rapporten die vanaf 2010 zijn verschenen. Voor deelvraag 2 wordt teruggegaan tot 2007. De literatuurlijst is afgestemd met Prof. Jan van Dijk van de Universiteit Twente. De inspectie heeft op deze literatuur een kwalitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd aan de hand van thematische codelijsten. De codelijsten zijn opgezet langs de lijnen van de centrale variabelen. Dat wil zeggen, er zijn codes gemaakt ten aanzien van (1) de wijze waarop de uitvoeringsorganisaties invulling geven aan hergebruik van gegevens, kwaliteitsborging en beveiliging persoonsgegevens, en (2) zaken die hiervoor een verklaring geven: de bevorderende en belemmerende factoren. De codelijsten zijn in de analysefase nader uitgewerkt aan de hand van de informatie die in de literatuur over de variabelen is aangetroffen. De inhoudsanalyse vond plaats met behulp van het gespecialiseerde analysepakket Atlas.ti. Dit programma biedt de mogelijkheid om de inhoudsanalyse op een systematische manier uit te voeren en de keuzes in het analyseproces vast te leggen. Na de eerste codeersessie is besloten de variabele transparantie toe te voegen. Alle aspecten die betrekking hebben op inzagerecht, dat aanvankelijk onder de hoofdcode ‘beveiliging persoonsgegevens’ werd gecodeerd zijn toegevoegd aan de code transparantie. De reden hiervoor was dat inzagerecht duidt op een overheid die transparant zou moeten zijn naar burgers waar het gaat om de wijze waarop zij de mogelijkheden wordt geboden om toegang en inzage te krijgen tot de eigen (persoons-)gegevens. Een ander aspect van beveiliging persoonsgegevens: correctierecht, is toegevoegd aan de hoofdcode kwaliteitsborging. De veronderstelling was dat de kwaliteit verbetert wanneer een correctieverzoek door een burger wordt ingediend. Het was daarom logischer om de teksten met betrekking tot correctierecht te coderen onder de code kwaliteitsborging. Expertsessie Op basis van de literatuurstudie en daarop uitgevoerde analyse zijn tussentijdse bevindingen geformuleerd en voorlopige conclusies getrokken. In de expertsessie met materiedeskundigen (experts binnen de uitvoeringsorganisaties UWV, SVB en gemeenten, zie bijlage 4) zijn deze voorlopige conclusies in een versnellingskamersessie gespiegeld. De expertsessie diende meerdere doelen: ten eerste het toetsten van de voorlopige conclusies, ten tweede het bespreken van eventuele verschillende gezichtspunten van de betrokkenen en daarnaast ook het verkrijgen van inzicht in actuele ontwikkelingen. Nieuwe gezichtspunten die tijdens de expertsessie aan het licht kwamen, zijn verwerkt in de uiteindelijke conclusies.
Pagina 72 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Bijlage 4 Lijst van deelnemers aan de expertsessie • • • • • • • • • • •
Anja van Bourgondiën – Expert E-dienstverlening, KING Evert Hoeksma - Manager sectie Externe gegevensuitwisselingen (EGU), SVB Geert Strolenberg - Hoofd Strategie & Beleid, BKWI Harro Spanninga - Coordinator Informatiebeleid Werk en Inkomen, VNG Jaap Klapwijk - (Programma-)manager, BKWI Jan van Dijk – Hoogleraar, Universiteit Twente Jan Peter Bergfeld – Directiesecretaris, Inlichtingenbureau John Dieleman – Productrelatiemanager, Wigo4it Jörg Golsteyn – Stafmanager, DWI Amsterdam Leo Smeets - Beleidsadviseur cluster gegevens SBK, UWV Pim Aerts – Informatieadviseur, dienst SZW gemeente Den Haag
Pagina 73 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Bijlage 5 Literatuurlijst Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). www.bkwi.nl/nieuws/item/suwinet-in-cijfers-april-2013. (Geraadpleegd op 10-6-2013). Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet-Correctie (geraadpleegd via www.bkwi.nl medio april 2013). Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet Mijngegevens – BKWI (geraadpleegd via www.bkwi.nl medio april 2013) Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Factsheet Suwinet standaarden GeVS-Keten SLA. (http://www.bkwi.nl/fileadmin/downloads/Suwinet/Factsheets/1.10.3_Factsheet_GeVSKeten_SLA.pdf geraadpleegd 27-06-2013) Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). BKWI Factsheets. Geraadpleegd op: http://www.bkwi.nl/fileadmin/downloads/Suwinet/Factsheets/BKWI_factsheets_comple et.pdf Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2013). Jaarverslag 2012. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012). Jaarverslag 2011. Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2012) Toelichting Suwinet. Geraadpleegd op: http://www.bkwi.nl/uploads/media/20120423-Toelichting_Suwinet_v4.0.pdf Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (2010). KArWeI: KetenArchitectuur Werk en Inkomen, versie 2.0. Burgerservicecode BZK (2013). Basisregistraties kaderwetgeving dringend gewenst - Uitwerking BZK van een gesprek met Arre Zuurmond. BZK (2011). Overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid. BZK (2010). Aanbiedingsbrief Kabinetsreactie WRR-rapport iOverheid –25 oktober 2011. BZK (2010). Uitvoeringsagenda stelsel van basisregistraties 2010-2015: De verbetering van dienstverlening en verlaging van administratieve lasten door de realisatie en implementatie van het stelsel van basisregistraties, versie 1.5. Capgemini (2010). Basisregistraties: Wat kan er al en hoe zal het zich verder ontwikkelen? CBS Webmagazine (2012). Nederland Europees kampioen internettoegang. Artikel op: www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bedrijven/publicaties/digitale-economie/artikelen/20123636-wm.htm Center for eGovernment Studies (2011) De eOverheid in Gebruikersperspectief, Enschede: Universiteit Twente, p. 35 College Bescherming persoonsgegeven (2011). Jaarverslag 2012. Considerati (2012). Onderzoek naar de maatschappelijke effecten van niet en verkeerd geregistreerde personen in de GBA (Fase 1) – Considerati (in opdracht van BZK). CP-ICT (2009). Informatiedocument GBA-stelsel: Hoe werkt het stelsel en zijn alle(inter) gemeentelijke sociale diensten aangesloten. Pagina 74 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Dijk, A.G.B.M. (2009). Kwaliteit in de Keten: Een Panel van Bestuurders, Projectleiders en Uitvoerders over Samenwerking binnen de Elektronische Overheid. Center for eGovernment Studies. Don, H. en Rensen, G. (2010). Verkennende notitie zorg en sociale zekerheid: Bericht van twee wethouders om de regeldruk te verlichten. Regioplan beleidsonderzoek, Amsterdam. Eerste Kamer (2011). Evaluatie Wet bescherming persoonsgegevens. Verslag van een expertmeeting. Kamerstukken I, 2010-2011, 31051 nr. B Herdruk. EIM (2010). De werking van de eenmalige gegevensuitvraag in de praktijk: Evaluatie perceel 2 WEU. Zoetermeer. Grijpink, J. H. A. M. (2010). Keteninformatisering in kort bestek: Theorie en praktijk van grootschalige informatie-uitwisseling. Boom/Lemma. HEC (2011). Oordeel werkende en stabiele Loonaangifteketen 2010 (Bijlage kst-26448465). HEC/UWV (2011). Loonaangifteketen: De aorta van BV Nederland. Den Haag. Helm, I. van der (2012). Bestandskoppeling voor controle op bijstandsuitkeringen: in hoeverre heiligt het doel de middelen? ICTU (2013). Stelselhandboek authentieke en niet-authentieke gegevens. (https://www.ictu.nl/archief/wiki.noiv.nl/xwiki/bin/view/Stelselhandboek/Authentieke%2B en%2Bniet-authentieke%2Bgegevens.html, geraadpleegd 01-07-2013) Inspectie SZW (2012). Aanvraag WWB. Den Haag. Inspectie SZW (2012). Correctieverzoeken en terugmeldingen. Inspectie SZW (2012). Een bredere kijk op gegevens. Den Haag. Inspectie SZW (2012). Bestandskoppelingen bij fraudebestrijding. Inspectie SZW (2012). Informatie-uitwisseling rondom ex-gedetineerden met multiproblematiek. Inspectie SZW (2012). Jaarverslag 2011. Inspectie Werk en Inkomen (2011). De keten volgt klanten, toepassing van klantvolgsystemen in het domein van werk en inkomen. Inspectie Werk en Inkomen (2011) Gegevensuitwisseling WWB/WIJ. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Keteninformatisering. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Transparante verwerking van persoonsgegevens in het SUWI-domein. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). UWV en Walvis: Tiende rapportage. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Veranderprogramma SVB Tien. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Vervolgonderzoek Beveiliging en privacy in de SUWIketen. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2011). Zijn er inkomsten of niet; ff checken. Inspectie werk en inkomen (2010). De burger bediend in 2010. Den Haag. Inspectie Werk en Inkomen (2010). Implementatie van eenmalige gegevensuitvraag. Inspectie Werk en Inkomen (2010). Wet Eenmalige Gegevensuitvraag (WEU). Pagina 75 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Inspectie Werk en Inkomen (2009). Beveiliging en privacy in de SUWIketen: Een onderzoek naar de waarborgen van de informatiebeveiliging van Suwinet-Inkijk bij gemeenten en zbo's. Inspectie Werk en Inkomen (2008). E-dienstverlening werk en inkomen door gemeenten: Een verkenning van kansen en belemmeringen voor adequate ICT-ondersteuning. i-NUP (2011). Overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid. Kabinetsreactie op WRR-rapport iOverheid: de rol van de overheid in de iSamenleving, 25 oktober 2011 Keller, W., Groen, U., Lunteren, J. van (2005). De burger bediend! Expertcommissie informatievoorziening en elektronische dienstverlening SUWI. Rapport uitgebracht aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2012). Zorgvuldig gebruik en verbeterpunten, W&I - 31 mei 2012. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/kingkwaliteitsinstituut-nederlandse-gemeenten/e-dienstverlening-verbeteren/werkinkomen/expertgroep-ict-werk-en-inkomen/31-mei-2012) Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2011). Verslag expertgroep werk en inkomen –15 december 2011. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/kingkwaliteitsinstituut-nederlandse-gemeenten/e-dienstverlening-verbeteren/werkinkomen/expertgroep-ict-werk-en-inkomen/15-december-2011/?page=2) Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2011). Verslag expertgroep werk en inkomen –3 november 2011. Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2011). Verslag expertgroep werk en inkomen –19 april 2011. Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (2010). Handreiking verbeteren van levering DKD gegevens door gemeenten. (Geraadpleegd op: http://www.kinggemeenten.nl/media/459499/handreiking_aanlevermeter_052010_1.0.pdf) Logius (2013). http://www.logius.nl/producten/gegevensuitwisseling/diginetwerk/ Minister SZW en FIN (2011). Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI), vergaderjaar 2010-2011 26 448 nr. 465 Minister SZW (2009). Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de 'Decemberrapportage Wia' van de Inspectie Werk en Inkomen. Kamerstukken II 20082009, 26448, nr. 393. Monasso, T. en Boschker, E. (2012). Basisregistraties dienen meer dan de belangen van het bestuur alleen. Overkleeft-Verburg (2009). Basisregistraties en rechtsbescherming. Over de dualisering van de bestuursrechtelijke rechtsbetrekking. PBLQ en HEC (2012).‘Het versterken van de informatiepositie van de burger: Verkenning naar nieuwe (verplichte) functionaliteiten van MijnOverheid, Eindrapport. Schermer, B.W en Wagemans, T. (2009) Onze digitale schaduw. Een verkennend onderzoek naar het aantal databases waarin de gemiddelde Nederlander geregistreerd staat. Amsterdam: Considerati. Rathenau Instituut (2013). De autonome burger in de informatiesamenleving: Hand-out inwerkprogramma tijdelijke commissie ICT-projecten bij de overheid.
Pagina 76 van 77
Overzichtstudie | september 2013
Staatssecretaris SZW (2011). Kamerbrief: Evaluatie Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU). 3 maart 2011, kamerstukken II 2010-2011 32 674, nr 1. SIRA Consulting (2010). Eindrapport Evaluatie Wet WEU perceel 1: Onderzoek naar de kwantitatieve en kwalitatieve lastenverlichting voor burgers. SVB (2013). SVB SUWI-Jaarverslag 2012. SVB (2012). Jaarplan 2013, begroting 2013. SVB (2012). SUWI Jaarverslag 2011. SVB (2011). SUWI Jaarverslag 2010. SVB (2010). De virtuele identiteit in de sociale zekerheid: een beschrijving van het inzage- en correctierecht in de sociale zekerheid. Tweede Kamer (2011-2012). Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) - Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 27 859, nr. 60 UWV (2013). Jaarverslag 2012. UWV (2012). Jaarplan 2013. UWV (2012). Jaarverslag 2011. UWV (2011). Jaarverslag 2010. UWV (2012). Visie op UWV gegevenshuishouding: Direct Bruikbare Gegevens. UWV (2012). Programma eDienstverlening 2012-2015: programmaplan 2012. UWV en Belastingdienst (2011). Samenwerking UWV en Belastingdienst: eindrapportage werking van de loonaangifteketen in 2010. UWV en Belastingdienst (2010). Gebruik, bruikbaarheid en herkenbaarheid Polisadministratie 1.0. Vereniging van Nederlandse Gemeenten (2010). Dienstverlening draait om mensen. VVD en PvdA (2012). Bruggen slaan: Regeerakkoord VVD-PvdA – 29 oktober 2012. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). iOverheid. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press. Zenc (20110). Evaluatie WEU perceel 3: Inrichting, werking en beheer elektronische infrastructuur.
Pagina 77 van 77