Risicobeheersing UWV Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de implementatie van de door UWV getroffen verbetermaatregelen.
Definitief 30-12-2011
Versie: 1.0
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Colofon
Programma Nummer ISSN ISBN
Wettelijke Taken
Pagina 2 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
INHOUD
1 2 3 4 5
Samenvatting en conclusie ....................................................................4 Inleiding ............................................................................................ 13 Verbetermaatregelen systeem van Risicobeheersing UWV ....................... 17 Verbetermaatregelen Re-integratiebudgetten WW en AG ......................... 34 Verbetermaatregelen Herbeoordelingen ................................................ 43
Lijst van afkortingen Bijlage
Pagina 3 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
1
Samenvatting en conclusie
1.1
Aanleiding
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna de minister) heeft in zijn brief van 17 december 2010 het rapport van de Commissie Interne Sturing UWV (Commissie) en het IWI-rapport „Risicobeheersing en re-integratiebudgetten UWV‟ aan de Tweede Kamer aangeboden. De minister heeft de inspectie verzocht eind 2011 te rapporteren over de implementatie van de door UWV getroffen verbetermaatregelen naar aanleiding van de door hem onderschreven conclusies van IWI en aanbevelingen van de Commissie. 1.2
Context
Het UWV heeft bij de uitoefening van haar taken te maken met de dynamiek van maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen, waarbinnen zij als zelfstandig bestuursorgaan moet functioneren. Recente ontwikkelingen betreffen het invulling geven aan de beleidsvoornemens van het kabinet Rutte-Verhagen op grond van het regeerakkoord (2010), waaronder Redesign UWV en het invoeren van nieuwe wetgeving als de Wet Werken naar Vermogen en bij de Ziektewet. Het is van belang deze ontwikkelingen in ogenschouw te nemen als context waarbinnen de bevindingen en conclusies van het vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV beoordeeld moeten worden. Deze ontwikkelingen zijn voor het UWV vaak niet of moeilijk te beïnvloeden (exogene) factoren en bieden zowel mogelijkheden als risico‟s voor de bedrijfsvoering van UWV en voor het realiseren van de gewenste verbetermaatregelen. De veelheid aan ontwikkelingen onderstreept tegelijk zeer het belang van een adequaat ingerichte en functionerende risicobeheersing binnen UWV. 1.3
Aanpak onderzoek
Uitgangspunt voor de aanpak van het Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV is dat IWI zoveel mogelijk gebruik maakt van reeds beschikbare informatie binnen SZW, UWV, IWI en daarbuiten. De onderzoeksaanpak heeft bestaan uit een combinatie van literatuurstudie, bureauonderzoek, (verdiepend) dossieronderzoek en review controlewerkzaamheden AD UWV, interviews, afstemming bevindingen en conclusies en rapportage. Het vervolgonderzoek richt zich op de verbetermaatregelen welke UWV in 2011 heeft getroffen naar aanleiding van de door de minister onderschreven conclusies van IWI en de conclusies en aanbevelingen van de Commissie. In het vervolgonderzoek heeft de inspectie gebruik gemaakt van de UWV-notitie „Tussenbalans aanbevelingen commissie interne sturing‟ van juni 2011. De inspectie beziet de verbetermaatregelen zowel op de korte termijn (2011) als op de middellange termijn (2012-2015). Daarnaast besteedt de inspectie apart aandacht aan de voortgang bij UWV op de specifieke bevindingen en conclusies van de in het rapport 2010 eveneens onderzochte cases Re-integratiebudgetten WW en AG en Herbeoordelingen. IWI hanteerde voor het vervolgonderzoek in 2011 in grote lijnen als referentiekader: elementaire onderdelen van een systeem van sturing en beheersing, in het bijzonder risicobeheersing; de verbetermaatregelen als uitwerking van de aanbevelingen van de Commissie en de conclusies van IWI voor zover beïnvloedbaar door UWV;
Pagina 4 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
de relevante Suwi en comptabele wet- en regelgeving; de afspraken tussen SZW (aansturing) en UWV (uitvoering) binnen de reguliere planning & controlcyclus over de specifieke (verbeter)onderwerpen; de externe (exogene) en interne (endogene) ontwikkelingen (de context), die (mede) van invloed zijn op het functioneren van het risicomanagement van UWV. Sinds begin 2007 hanteert UWV voor het gehele interne beheersingssysteem het managementmodel COSO/ERM (of COSO II). De inspectie beoordeelt de wijze waarop UWV dit model heeft ingericht met een referentiekader dat, behalve COSO/ERM, bestaat uit een set algemeen aanvaarde normen. 1.4 1.4.1
Verbetermaatregelen systeem van Risicobeheersing UWV Inleiding
De inspectie heeft de verbetermaatregelen van UWV beoordeeld aan de hand van de conclusies (verbeterpunten) van IWI en de aanbevelingen van de Commissie. In deze paragraaf worden de bevindingen en conclusies van de inspectie beschreven. In bijlage 5 zijn deze samengevat in een totaaltabel. 1.4.2
Bevindingen en conclusies nieuwe Sturingsvisie 2011-2015
De RvB heeft met de in april 2011 vastgestelde nieuwe Sturingsvisie 2011-2015 voor UWV uitwerking gegeven aan de aanbeveling van de Commissie om een al in voorbereiding zijn de strategienota met verbetervoorstellen met kracht door te zetten en de conclusies van de Commissie hierbij te betrekken. De nieuwe sturingsvisie draagt met het (onder andere) benadrukken van het belang van scherp sturen en het beheersen van risico‟s in de uitvoering bij aan het bevorderen van het risicobewustzijn binnen de organisatie (IWI-verbeterpunt 4 en aanbeveling 2 & 8 Commissie). 1.4.3
Bevindingen en conclusies COSO
De inspectie heeft bij zijn onderzoek in 2010 naar de risicobeheersing binnen UWV vastgesteld dat de risicomanagementaanpak van UWV in belangrijke mate conform het COSO/ERM-model is. De inspectie concludeerde ook dat de opzet nog kon worden verbeterd door meer expliciete informatie af te dwingen over risico‟s in relatie tot beoogde doelen en de wijze waarop risico‟s worden opgepakt. Hiervoor diende de risicotolerantie en strategie meer expliciet te worden uitgeschreven. UWV heeft gekozen voor een meer pragmatische werkwijze voor de risicobeoordeling en het bepalen van de risicoresponse. Ook voor de risico-indicatoren heeft UWV gekozen voor de pragmatische oplossing. Met deze meer pragmatisch gekozen uitwerkingen voldoet UWV aan IWI-verbeterpunt 1. De inspectie constateert dat het Werkbedrijf INK fase 4 hanteert als uitgangspunt voor de risicobeheersing. Vooralsnog heeft UWV er voor gekozen om een nieuw instrumentarium met inhoud voor risicomanagement te creëren en nog niet op uniformering te gaan sturen. De inspectie merkt op dat het in zijn algemeenheid wenselijk is een keuze te maken voor een UWV-breed eenduidige toepassing van hetzelfde risicomanagementinstrumentarium.
Pagina 5 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
1.4.4
Bevindingen en conclusies uitgangspunten risicomanagement UWV
UWV heeft de uitgangspunten voor risicomanagement uitvoerig beschreven in diverse documenten. Risicomanagement wordt zowel bottom-up als topdown vormgegeven en is ingebed in de planning & control (P&C)-cyclus. UWV maakt hierbij onderscheid in risico‟s in de reguliere uitvoering en in de verandertrajecten. UWV heeft in 2011 een aantal verbetermaatregelen doorgevoerd, waarmee de inrichting van het risicomanagement is versterkt. Door het benoemen van FEZ als eigenaar van het proces van risicobeheersing is de verantwoordelijkheid voor dit proces nu eenduidig belegd. Door het bespreken van de risico‟s, op basis van de Risico Update, in de Groepsraad en het koppelen van risico‟s aan de afspraken met het ministerie van SZW borgt UWV de integraliteit van het risicomanagement. UWV voldoet hiermee aan IWI-verbeterpunt 2 en aanbeveling 1 van de Commissie. 1.4.5
Bevindingen en conclusies risicomanagementoverleggen en –instrumenten
Binnen UWV zijn veel geformaliseerde en meer informele overleggremia te onderkennen, zowel binnen de lijn als in projecten, waarbinnen onder andere de risico‟s en hun beheersmaatregelen worden besproken. UWV heeft naast de reguliere P&Ccyclus een aantal specifiek op risicomanagement gerichte overleggen en instrumenten ingericht. Dit betreft het Risicosignaleringsoverleg, het Platform Risicomanagement, de Control Risk Self Assessment en de Lijst met Grote Dossiers. Het Risicosignaleringsoverleg kijkt vooral naar risicosignalen op het niveau van de RvB, de strategie, de klant en het ministerie en geeft deze „early warnings‟ door aan het Platform Risicomanagement en de divisies. Het Platform Risicomanagement kijkt vooral naar risico‟s op divisie-/directieniveau en naar divisie-/directieoverstijgende risico‟s ten behoeve van de UWV-brede risicomatrix en de Risico Update. In 2011 heeft de RvB de CRSA-methode verplicht gesteld voor de voorbereiding en het opstellen van het jaarplan per divisie. Hierdoor bereikt UWV dat per divisie risicoparagrafen als onderdeel van het jaarplan worden opgesteld die voldoen aan de standaard van UWV. De inspectie stelt vast dat er nog wel sprake is van een groeiproces voor enkele divisies. De mate waarin en de kwaliteit waarmee de risicoanalyses worden uitgevoerd verschilt per divisie. In het kader van de nieuwe sturings- en samenwerkingsrelatie is tussen SZW en UWV afgesproken de specifieke beleidsrisico‟s die extra aandacht behoeven op te nemen in een Lijst met Grote Dossiers, die is te zien als een jaarlijks wisselende „flexibele schil‟ op de P&C-cyclus. De Lijst met Grote Dossiers wordt voor elk relatieen sturingsoverleg tussen SZW en UWV geagendeerd en beoordeeld. De afgesproken werkwijze tussen SZW en UWV met de Lijst met Grote Dossiers als vast agendapunt bij alle relatie- en sturingsoverleggen is nog pril en zal zich in de praktijk moeten bewijzen. UWV voldoet hiermee aan de IWI-verbeterpunten 1, 2, 4 en 5 en aan aanbeveling 1 en 2 van de Commissie. 1.4.6
Bevindingen en conclusies UWV interne (risico)managementinformatie
De UWV Risico Update, waarvan er in 2011 al twee (van de drie per jaar) zijn opgesteld, geeft op het niveau van de Groepsraad het gedeelde en complete beeld weer van de belangrijkste (onderkende) strategische risico‟s uit de UWV-brede risicomatrix, hoe deze worden beheerst en door wie. Door de risico-eigenaren (divisies/directies) zich in hun maandrapportages over de status van de risico‟s te laten verantwoorden wordt het risicobewustzijn vergroot en de risicobeheersing meer ingebed in de P&C-cyclus van UWV, ook voor veranderende taken en functies buiten het reguliere wetstraject. De beoordeling van deze rapPagina 6 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
portages door FEZ en AD, de samenvatting daarvan in de UVW maandrapportage van FEZ voor de RvB en het gebruiken van de Risico Updates (gedeeltelijk nog op termijn) ook voor de opstelling van de divisie/directiejaarplannen en het UWV jaarplan 2012 (zie bij 3.4.7) versterkt het risicobewustzijn en de risicobeheersing van UWV.1 De UWV Risico Update en de verantwoording over de risico‟s in de maandrapportages geeft op het niveau van het hoogste management van UWV (RvB en Groepsraad) mede invulling aan de IWI-verbeterpunten 1, 2, 4 en 5 voor het systeem van risicobeheersing en de aanbevelingen 1 en 2 van de Commissie. FEZ heeft de overkoepelende UWV januarirapportage 2011 door een aantal toevoegingen beter en bruikbaarder gemaakt voor het volgen en bijsturen door de RvB van de strategische risico‟s voor de doelstellingen en bedrijfsvoering. De inspectie noemt als concrete voorbeelden de compactere samenvatting („UWV in een oogopslag‟), het hoofdstuk over de re-integratiebudgetten WW, AG en voorzieningen en het hoofdstuk over risicobeheersing en de uitbreiding daarvan in de junirapportage 2011 met een samengevatte Risico Update en een rapportering over de afspraken met SZW „zonder prestatie-indicatoren‟ in aanvulling op het jaarplan 2011. Hiermee is ook voldaan aan de toezegging van UWV aan IWI om maandelijks over risico‟s te rapporteren. De inspectie onderkent bij de UWV Risico Update en de risicoverantwoording in de maandrapportages enkele aandachtspunten. Hierbij tekent de inspectie aan dat het gedeeltelijk ook gaat om punten die inherent en onontkoombaar verbonden zijn aan het proces van risicobeheersing. Het betreft: 1. Het steeds beter in beeld brengen van de risico‟s voor UWV betekent nog niet dat directe beheersing van deze risico‟s mogelijk is, dat deze zich niet meer zullen voordoen of in de tijd voorbijgaan. De UWV Risico Update bestaat uit een aantal complexe risico‟s, die elkaar over en weer kunnen beïnvloeden, op de achterliggende oorzaken waarvan UWV niet altijd grip heeft (voorbeeld: de economie/conjunctuur) en waarvan de betrokken partijen niet altijd binnen de invloedssfeer van UWV liggen (voorbeeld: departement, klantgroepen, belastingdienst, verzekeraars, bedrijfssectoren). Het managen van deze exogene factoren en partijen vraagt van UWV een extra inspanning, bijvoorbeeld het dossier gericht op de verwachte komende recessie. 2. UWV is in 2011 gestart met de nieuwe werkwijze met de periodieke Risico Updates. Deze werkwijze is en wordt geleidelijk ingebed in de P&C-cyclus, maar is (vanzelfsprekend) nog niet ingeslepen. 3. Ook in de vorm en inhoud van Update T1 naar T2 kan UWV zich verder ontwikkelen In de Update T2 worden de verschillen met T1 toegelicht. In vergelijking met de Update T1 is de timing van de maatregelen grotendeels en „SMART‟ ingevuld. Echter bij drie risico‟s is de timing nog niet volledig ingevuld en bij één risico waren in eerste instantie wel de maatregelen, maar nog niet de risicoeigenaar, de trekker(s) van de maatregelen en de timing uitgewerkt. 4. De binnen UWV aangewezen proceseigenaar is niet noodzakelijkerwijs ook de trekker voor alle of de meeste geïdentificeerde beheersmaatregelen.2 Dat kan leiden tot extra coördinatielasten, waarvan UWV zich overigens bewust is. 1
2
Dit werkt ook door naar het BKWI, dat bedrijfsmatig een onderdeel van UWV is maar wordt aangestuurd door de gezamenlijke ketenpartijen. De RvB heeft in zijn vergadering van 20 september 2011 ook de directeur BKWI opdracht gegeven om in samenspraak met FEZ in het jaarplan BKWI 2012 een risicomatrix op te nemen. Voorbeeld is het risico „Niet (tijdig) realiseren bezuinigingen voortvloeiend uit vereenvoudiging „ (par. 3.6). Directeur SBK is de risico-eigenaar, hoewel hij van een van de vijf onderkende maatregelen de trekker is. Van drie maatregelen is de directeur FEZ de trekker. Van één maatregel is de directeur Uitkeren trekker. Ander voorbeeld is het risico „Niet realiseren Handhavingsplan 2012‟ (par. 3.16). Dat UWV zich hiervan ook bewust is blijkt in het geval van het risico „Niet realiseren handhavingsafspraken PaWa met het ministerie „ (par. 3.7 ), waar het
Pagina 7 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
1.4.7
Bevindingen en conclusies risicomanagement in externe verantwoordingsinformatie
UWV legt over de risicobeheersing en de interne sturing in de tertaalverslagen verantwoording af aan de opdrachtgever, het ministerie van SZW. In het hoofdstuk Risicobeheersing van de tertaalverslagen worden de belangrijkste risico‟s benoemd en toegelicht. Ook in de jaarverslagen als bedoeld in de wet SUWI wordt verantwoording afgelegd in het hoofdstuk Bedrijfsvoering. UWV heeft voor het jaarplan 2012 de risico‟s benoemd die aansluiten op de exogene ontwikkelingen zoals de gevolgen van de economische crisis en de taakstelling van het Kabinet RutteVerhagen. De risicomanagementparagraaf in het Jaarplan 2012 is uitgebreider en concreter geschreven dan die in het Jaarplan 2011. UWV geeft hiermee invulling aan de IWIverbeterpunten 1 en 5. 1.4.8
Bevindingen en conclusies risicomanagement en Accountantsdienst UWV
De AD zet naast de reguliere audittaken (risk based audits en audits op verzoek van het management) capaciteit in op het ondersteunen van het verder vormgeven van het risicomanagement. Voorbeelden hiervan zijn het participeren aan het Risicosignaleringsoverleg, het continue monitoren en het op verzoek faciliteren van de CRSA‟s die de divisies/directies uitvoeren. De AD heeft hierbij oog voor het risico van het conflicteren van de adviesrol met de controlerol en zet daarom specifiek daarvoor getrainde medewerkers in op deze activiteiten. Deze medewerkers zijn niet betrokken bij audits op het betreffende terrein. UWV geeft hiermee invulling aan de IWI-verbeterpunten 2, 4 en 5 en aan aanbeveling 2 van de Commissie. 1.4.9
Bevindingen en conclusies thema’s Tussenbalans UWV
UWV heeft de aanbevelingen en conclusies in de rapportages van de Commissie en IWI over de risicobeheersing bij UWV van december 2010 langs een drietal clusters opgepakt waarbij tevens actiehouders zijn aangewezen: 1. Sturingsrelatie SZW–UWV; 2. Interne Sturing; 3. Externe antenne. Ad 1. Sturingsrelatie SZW–UWV (aanbeveling 3, 4 & 5 Commissie) In het voorjaar 2011 zijn gesprekken gevoerd tussen UWV en SZW op bestuurlijk en ambtelijk niveau over de verbetering van de sturingsrelatie en de samenwerkingsafspraken SZW-UWV, welke tot een gezamenlijke bespreeknotitie hebben geleid die eind juni 2011 formeel is vastgesteld. Hierin zijn op basis van uitgangspunten concrete sturings- en samenwerkingsafspraken gemaakt over de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering, het toezicht, een Lijst met Grote Dossiers, ruimte voor actief stakeholdermanagement/public affairs en de overlegstructuur. De inspectie constateert dat de sturings- en samenwerkingsafspraken meest praktische punten betreffen welke al op de korte termijn in 2011 (voorbeeld: onder andere uitvoeringstoetsen, Lijst met Grote Dossiers) vorm krijgen dan wel al snel in 2012 (voorbeeld de vereenvoudigde P&C-cyclus). Voor enkele afspraken zal de praktijk uiteindelijk in-
risico-eigenaarschap om die reden is verlegd van de directeur Handhaving naar de directeur Werkbedrijf als belangrijkste trekker.
Pagina 8 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
zicht moeten geven in de gemeenschappelijke uitvoering en de wisselwerking tussen SZW en UWV (voorbeeld: incidenten in de uitvoering, ruimte voor actief stakeholdersmanagement/ public affairs). UWV geeft hiermee invulling aan de aanbeveling 3 van de Commissie. (Zoals in 3.3 toegelicht vormen de aanbevelingen 4 en 5 geen specifiek object van onderzoek voor de inspectie.) Ad 2. Interne Sturing (aanbeveling 1, 2, 3, 7, 8, 9 Commissie) De verbeteracties voor de interne sturing worden gecoördineerd door een stuurgroep onder leiding van de directeur AD UWV, waarbij ook de stafdirecties en de divisies betrokken worden. UWV beziet de aanbevelingen 1, 2 en 3 als acties voor de korte termijn en de aanbevelingen 7, 8 en 9 als acties voor de lange termijn. De UWV-analyse met betrekking tot sturen was/is dat de processen die minder goed gaan in belangrijke mate divisieoverstijgend zijn. De interne sturing is uitgewerkt voor de acties op ambities/verantwoordelijkheden, business control, informatievoorziening en leiderschap/management, die langs de thema‟s Sturen, Beheersen en Houding en Gedrag op hun beoogde effecten zijn gesorteerd, waarbij de insteek is dat de harde control (Beheersen) de aanjager is van een verbeterde Sturing en Houding en Gedrag. UWV heeft een aantal directe maatregelen getroffen op het vlak van de „tone at the top‟ op basis van risicomanagement en de „harde control‟ met een korte implementatietijd, die het risico van incidenten op de korte termijn moeten beperken en als prikkel dienen voor vervolgstappen. Interne sturing is gedurende het eerste halfjaar 2011 een terugkerend onderwerp geweest op topmanagementbijeenkomsten van UWV. Als thema‟s voor de meer langere termijn voor een brede discussie onder het topmanagement zijn benoemd en besproken (het werkend krijgen van) het Besturingsmodel, de Checks en balances, Informatievoorziening, Gedeelde ambities en waarden, Verbinding externe sturing met interne sturing en mogelijke interventies hierop. UWV richt zich hierbij in het bijzonder op de thema‟s: 1. Prioriteren en daarnaar handelen; 2. Samenwerken („het besturingsmodel werkend krijgen‟); 3. Elkaar scherp houden (checks en balances). UWV signaleert hierbij dat een aantal noodzakelijke structurele verbeteringen tijd nodig heeft en dat de effecten daarvan pas op termijn zichtbaar en merkbaar worden. Begin 2011 heeft UWV een start gemaakt met het verder aanpassen van het risicobeheersingsproces zodat de risico‟s van de divisies topdown en bottom-up worden beoordeeld op mogelijke UWV-brede relevantie. Voorbeelden hiervan zijn de hiervoor besproken risicomanagement gerichte overleggen en instrumenten en de UWVbrede risico update. De integrale risico‟s vanuit beleid en uitvoering worden hierin meegenomen. UWV heeft in zijn eerste en tweede tertaalrapportages 2011 de belangrijkste UWV-brede risico‟s opgenomen. Op grond van de samenwerkingsafspraken SZW-UWV van eind juni 2011 zal SZW ook voor beleidsvoorstellen anders dan wetgevingstrajecten UWV vragen om uitvoeringstoetsen. UWV kan ook ongevraagd een uitvoeringstoets doen. Daarnaast heeft UWV vanaf juni 2011 het proces van uitvoeringstoets standaard uitgebreid met de gebieden aansturing, informatievoorziening en control.
Pagina 9 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
FEZ heeft in de eerste helft 2011 een vernieuwde visie op de financiële functie opgesteld. Dit betreft een evaluatie en herijking van de in 2008 ingezette vernieuwing van de controlfunctie binnen UWV voor de periode 2011-2014. Invoering van deze verbetermaatregelen zal plaatsvinden in de periode 2011–2012. De aanbevelingen van de Commissie zijn geen directe aanleiding geweest voor deze herijking, maar zijn hierin wel meegenomen. Ook binnen de divisies wordt de control verder ontwikkeld. De RvB heeft in het najaar 2011 op diverse managementniveaus corrigerende actie ondernomen inzake de prioriteiten voor 2012 en hoe deze prioriteiten moeten worden behaald, op advies van de AD, die constateerde dat een aantal onderwerpen van interne sturing nog onvoldoende prioriteit kreeg en dat nog niet alle afspraken werden nagekomen. Het gaat hierbij om acties over wat de UWV-prioriteiten zijn voor 2012 en hoe deze prioriteiten (moeten) worden behaald. Met deze topdownaanpak heeft UWV de drie vastgestelde gedragsankers (1. Prioriteren en daarnaar handelen; 2. Samenwerken; 3. Elkaar scherp houden) geborgd. UWV geeft hiermee invulling aan de IWI-verbeterpunten 1, 2, 3, 4 en 5 en aan aanbeveling 1, 2, 3, 7, 8 en 9 van de Commissie. Ad 3. Externe antenne (aanbeveling 6 Commissie) UWV heeft om de externe antenne te verbeteren langs vier lijnen actie ondernomen, te weten: 1. Raad van Advies; 2. Stakeholdermanagement en public affairs; 3. Verbeteracties in divisies en directies. 4. Auditcommissie/Adviescommissie Strategische Bedrijfsvoering (ASB). Vanwege de wisselingen in de RvB is besloten om met vervolgacties voor de RvA en de ASB te wachten tot de nieuwe voorzitter van de RvB in functie is getreden, niet eerder dan 1 januari 2012. Voor het stakeholdermanagement en public affairs zijn de relaties van UWV ingedeeld in strategische, tactische en operationele relaties. Als eerste resultaat zijn ongeveer vijftig strategische relaties van UWV benoemd, waarmee de RvB actief contacten onderhoudt, ondersteund door SBK en CC. In de wekelijkse RvB-vergadering is de gerichte aanpak naar strategische relaties een vast agendapunt. De verbeteracties in divisies en directies Betreffen onder andere de verdere uitwerking van het stakeholdermanagement door SBK en de inbedding van de public affairsfunctie door BZ. UWV geeft hiermee invulling aan de IWI-verbeterpunt 4 (deels: auditcommissie) en aan aanbeveling 6 van de Commissie. 1.5
Verbetermaatregelen Re-integratiebudgetten WW en AG
De inspectie heeft in het rapport Risicobeheersing en re-integratiebudgetten UWV van 2010 geoordeeld dat de sturing en beheersing ten aanzien van het reintegratiebudget WW binnen de divisie Werkbedrijf moet worden verbeterd. De inspectie constateert naar aanleiding van het vervolgonderzoek dat UWV en Werkbedrijf de re-integratie van werkzoekenden (WW) en arbeidsongeschikten (AG) zodanig hebben ingericht dat de uitvoering van de bestuurlijke afspraken van de RvB met de minister hierover in 2010, 2011 en verder is en wordt geborgd. Hierbij gaat het met name om het taakstellend karakter en de selectiviteit van de re-integratiebudgetten WW en AG. UWV (Werkbedrijf) heeft uitgebreide verbetermaatregelen getroffen, in een combinatie van beleidsinhoudelijke (criteria in overleg met SZW), procedurele (inkoopprocedure en interne budgettering en sturing in P&Ccyclus), administratieve (registratiesystemen en -discipline) en verantwoordingsgerichte (intern en extern) verbetermaatregelen. De verbetermaatregelen blijken effectief in de sturing en beheersing van zowel de aantallen als de uitgaven en verplichtingen. Pagina 10 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
De inspectie heeft hierbij het volgende overwogen. UWV heeft eind 2010, begin 2011 de in 2010 genomen verbetermaatregelen WW en AG geëvalueerd. Hieruit bleek dat de budgetoverschrijding re-integratie WW na maatregelen aanzienlijk beperkter was gebleven dan werd verwacht en dat UWV binnen het re-integratiebudget AG is gebleven. Naar aanleiding van de evaluatie heeft Werkbedrijf besloten om de bestaande verbetermaatregelen WW en AG uit 2010 grotendeels voort te zetten en/of structureel in te voeren in 2011, met als doel binnen de re-integratiebudgetten WW en AG te blijven en deze maatregelen selectief en effectief in te zetten. Daarnaast heeft Werkbedrijf voor de WW en AG in 2011 enkele extra maatregelen getroffen. Sommige verbetermaatregelen zijn in 2011 nog onderhanden, zoals de vervanging van het registratiesysteem SIR (door Sonar en Peoplesoft) en de verdere ontwikkeling van het elektronisch factureren (E-factureren). In 2011 is sprake van een sterk verminderde inkoop re-integratie in zowel aantallen als bedragen voor zowel de re-integratiebudgetten WW (inclusief het Mobiliteitsfonds) en AG. UWV rapporteerde in het Achtmaandenverslag 2011 een verwachte onderuitputting WW van circa € 54 miljoen (bij een budget van € 124 miljoen) en onderuitputting AG van circa € 30 miljoen tot € 40 miljoen. (Deze laatste komt naast een eerdere kasschuif naar 2012 van € 15 miljoen waarmee het oorspronkelijke jaarbudget AG 2011 van € 134 miljoen werd verlaagd.) Als verklaring hiervoor zijn zowel interne (selectievere criteria, verbetermaatregelen) als externe factoren (verdwijnen re-integratiebudget WW vanaf 2012, arbeidsmarktontwikkelingen) te geven. SZW heeft goedgekeurd dat UWV het bedrag aan onderuitputting gedeeltelijk kan aanwenden voor de financiering van toekomstige frictie- en investeringskosten die het gevolg zullen zijn van de afslanking van UWV. Dit betreft de eventuele onderuitputting in 2011 op de afgesproken financiële reserve van 20% binnen het reintegratiebudget WW (voor risico‟s van een mogelijke remweg (overloop naar 2012) en onzekerheden in het prognosemodel) welke mag worden ingezet voor het bestemmingsfonds re-integratie WW. Over de herbestemming van de overige eventuele onderuitputting op het re-integratiebudget WW zal in voorjaar 2012 overleg plaatsvinden, waarbij inzet voor de frictiekosten een van de opties is. Werkbedrijf stuurt om die reden niet op extra uitnutting. De inspectie merkt over deze afspraak op dat deze afwijkt van het onderscheid dat SZW en UWV traditioneel maken tussen de programmakosten (zoals re-integratiebudgetten) en de uitvoeringskosten (zoals frictiekosten). Werkbedrijf heeft aangegeven via de eigen P&C-cyclus niet alleen te sturen op het voorkomen van budgetoverschrijding, maar zeker ook op realisatie van het reintegratiebudget AG. Werkbedrijf heeft voor het re-integratiebudget AG op verzoek van SZW begin 2011 een herijking van het aantal in te kopen re-integratietrajecten uitgevoerd. UWV heeft in het Achtmaandenverslag 2011 gemeld dat de hieruit voortvloeiende intensiveringen nog onvoldoende effect hebben gehad en dat extra intensiveringen zouden worden gedaan om in ieder geval voor de belangrijkste wetten op de voor 2011 afgesproken aantallen re-integratietrajecten uit te komen. De inspectie beoordeelt positief de actie binnen UWV om tot meer inzicht te komen in het inkoopproces van ZW Arbo interventies en de analyse van de samenhang Pagina 11 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
tussen interventies en re-integratiemiddelen AG en de mogelijkheden voor een betere interne sturing en beheersing. De inspectie ziet de uitvoeringstoets „Voorzieningen en budget AG‟ van UWV als voorbeeld van een aangescherpt risicobewustzijn van UWV en het streven om met de stuurder duidelijke en realistische afspraken te maken over het (in dit geval) invoeren vanaf 1 januari 2012 van een taakstellend budget op de werkvoorzieningen AG. 1.6
Verbetermaatregelen Herbeoordelingen
In 2010 is tussen UWV en SZW een nieuw beleidskader ontwikkeld met betrekking tot de herbeoordelingen. Dit beleidskader is ook van toepassing op de afwikkeling van de voorraad herbeoordelingssignalen (totaal circa 112.000). De inspectie concludeert dat de divisie SMZ in 2011 veel maatregelen heeft genomen om het systeem van risicobeheersing te verbeteren. Een deel van deze maatregelen is ingevoerd en te herkennen in de verantwoordingsrapportages. Het capaciteitstekort aan verzekeringsgeneeskundigen en arbeidsdeskundigen wordt in 2011 door SMZ aangemerkt als risico. De invoering van het nieuwe herbeoordelingsbeleid wordt niet aangemerkt als risico. Hiervoor was volgens UWV geen aanleiding omdat met het ministerie van SZW afspraken waren gemaakt over de uitvoering van het nieuwe herbeoordelingsbeleid. Gaandeweg is een aanzienlijke stijging van de WIA instroom ontstaan waardoor dit risico zich is gaan manifesteren. UWV heeft de prioritering belegd bij de verhoogde instroom WIA. In de Risico Update 2011 T2 wordt het niet realiseren van het vastgestelde herbeoordelingsbeleid voor het eerst opgevoerd als nieuw risico. De AD stelt, evenals de inspectie, op een aantal niveaus onvolkomenheden vast in de uitvoering van de herbeoordelingen. Dit betreft vooral de uitrol van de activiteiten (herbeoordelingen) van de divisie SMZ naar de divisie Werkbedrijf, de informatievoorziening (onduidelijk beeld over aantallen, moeilijk te reproduceren als gevolg van meerdere systemen) en niet adequate sturing en verantwoording als gevolg van vervuilde bestanden. De inspectie concludeert over de invoering van het nieuwe herbeoordelingsbeleid dat UWV niet adequaat stuurt op de uitvoering van dit beleid als gevolg van vervuilde bestanden en daardoor vervuilde stuurinformatie. Het proces herbeoordelingen is nog niet op orde. UWV voorziet in de komende periode een schoning van de bestanden. In de interne verantwoordingsrapportages is het herbeoordelingen inmiddels een vast thema.
Pagina 12 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
2
Inleiding
2.1
Aanleiding
De minister heeft in zijn brief van 17 december 2010 het rapport van de Commissie Interne Sturing UWV (Commissie) en het IWI-rapport „Risicobeheersing en reintegratiebudgetten UWV‟ aan de Tweede Kamer aangeboden. De minister merkte in zijn brief van 17 december 2010 op dat de algemene teneur in het IWI rapport door de minister wordt herkend en door de Raad van Bestuur (RvB) van UWV wordt gedeeld. De minister heeft tevens het voornemen uitgesproken de aanbevelingen van de Commissie te implementeren. Ten aanzien van de risicobeheersing zal UWV met ingang van 1 januari 2011 een aantal verbetermaatregelen treffen om de risicobeheersing binnen UWV op een goede en pragmatische wijze te versterken. De minister heeft de inspectie verzocht eind 2011 te rapporteren over de implementatie van de door UWV getroffen verbetermaatregelen. Het Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV richt zich op de verbetermaatregelen welke UWV in 2011 heeft getroffen naar aanleiding van de conclusies van IWI en de conclusies en aanbevelingen van de Commissie. 2.2
Context 2.2.1
Inleiding
Het UWV heeft bij de uitoefening van haar taken te maken met de dynamiek van maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen, waarbinnen zij als zelfstandig bestuursorgaan moet functioneren. Deze ontwikkelingen komen tot uiting in nieuw en gewijzigd beleid, dat deels in wet- en regelgeving en deels in bestuurlijke afspraken wordt vertaald. 2.2.2
Ontwikkelingen afgelopen jaren
De ontwikkelingen vloeien voort uit wetgeving en maatschappelijke omstandigheden. Relevante ontwikkelingen uit de afgelopen 10 jaar zijn onder andere het SUWIstelsel (2002), de regeerakkoorden van de kabinetten Balkenende II (2003) en Balkenende IV (2007), het Programma Andere Overheid (2004), de Herbeoordelingsoperatie (2004-2009), het Digitaal Klantdossier (2005), de WIA (2006), omvangrijke wijzigingen loonaangifteketen/Polisadministratie (2006-heden) en overdracht premie-inning naar de Belastingdienst (2006), de gevolgen van de financiële crisis (2009) en de nieuwe Wet Wajong. Sinds 2002 is het UWV ook aan diverse financiële taakstellingen onderworpen geweest, al dan niet gekoppeld aan significante organisatorische ontwikkelingen als de UWV-vorming uit 5 uitvoeringsinstanties en Lisv (vanaf 2002), de kanteling van een procesgerichte (uitvoering per wet) naar een klantgerichte organisatie onder de naam „Vernieuwing‟ (2007-2010) en de fusie tussen het voormalige CWI en UWV (2009). 2.2.3
Recente ontwikkelingen
Recente ontwikkelingen betreffen in het bijzonder het invulling geven aan de beleidsvoornemens van het kabinet Rutte-Verhagen op grond van het regeerakkoord (2010), waaronder Redesign UWV, het invoeren van wetten zoals de Wet Werken naar Vermogen (2013) en de modernisering van de Ziektewet. Als gevolg van het regeerakkoord ziet UWV zich geplaatst voor een forse financiële taakstelling, welke gevolgen heeft voor de inrichting van de organisatie, de dienstverlening aan werkPagina 13 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
gevers en werknemers en de samenwerking met ketenpartners, in het bijzonder de gemeenten. De samenwerking met ketenpartners is ook een belangrijk element bij de uitvoering van het kabinetsvoornemen de fraude met uitkeringen en arbeidsregelingen harder aan te pakken. UWV, SVB en gemeenten moeten hierbij invulling geven aan de uitvoering van het nieuwe Handhavingsprogramma 2011-2014 en de Fraudebrief. 2.2.4
UWV is een organisatie in ontwikkeling
Omdat deze ontwikkelingen van invloed zijn op het UWV en zijn functioneren, is het van belang deze in het oog te houden als context waarbinnen de bevindingen en conclusies van het vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV beoordeeld moeten worden. De ontwikkelingen zijn voor het UWV vaak niet of moeilijk te beïnvloeden (exogene) factoren en bieden zowel mogelijkheden als risico‟s voor de bedrijfsvoering UWV en voor het realiseren van de gewenste verbetermaatregelen. De veelheid aan ontwikkelingen onderstreept tegelijk het belang van een adequaat ingerichte en functionerende risicobeheersing binnen UWV. 2.3
Aanpak onderzoek 2.3.1
Algemeen
Uitgangspunt voor de aanpak van het Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV is dat IWI zoveel mogelijk gebruik maakt van reeds beschikbare informatie binnen SZW, UWV, IWI en daarbuiten. Onder verantwoordelijkheid van de IG SZW is het onderzoek uitgevoerd door de AD SZW. Het vervolgonderzoek leidt tot een overzicht van bevindingen, conclusies en een oordeel van de IG SZW. De onderzoeksaanpak heeft bestaan uit een combinatie van: Literatuurstudie (elementaire eisen systemen voor risicobeheersing); Bureauonderzoek (uitwerken en operationaliseren toetsingskader, inventariseren al beschikbare documentatie en informatie); Dossieronderzoek en review controlewerkzaamheden AD UWV; Interviews met betrokkenen bij SZW en UWV; Verdiepend onderzoek bij UWV; Rapportage (afstemming bevindingen en conclusies en bespreken rapport). 2.3.2
Diepgang en reikwijdte
Het Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV richt zich op de verbetermaatregelen welke UWV in 2011 heeft getroffen naar aanleiding van de door de minister onderschreven conclusies van IWI en de conclusies en aanbevelingen van de Commissie. In het vervolgonderzoek heeft IWI waar mogelijk gebruik gemaakt van de thema’s en verbetermaatregelen zoals het UWV deze uitgebreid heeft beschreven in de notitie ‘Tussenbalans aanbevelingen commissie interne sturing’ van juni 2011. De inspectie definieert als reikwijdte (scope) van het onderzoek naar de verbetermaatregelen een viertal thema’s: 1. Relatie SZW-UWV 2. Interne sturing UWV 3. Externe antenne UWV 4. Exogene factoren De kern van het onderzoek richtte zich hierbij op de verbetermaatregelen om de interne sturing UWV voor wat betreft de risicobeheersing te versterken (thema 2) naar aanleiding van de conclusies van IWI en de aanbevelingen van de Commissie. Omdat Pagina 14 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
risicobeheersing niet op zichzelf staat, maar een integraal onderdeel is van de interne sturing en beheersing, heeft de inspectie het vervolgonderzoek vanuit dit (bredere) perspectief in het referentiekader (zie hierna) vorm gegeven. De inspectie focust op een actueel beeld van de risicobeheersing, het gaat niet om een beeld van de totale interne sturing en beheersing bij UWV. De rapportage en oordeelsvorming richten zich daarbinnen in het bijzonder op de verbetermaatregelen risicobeheersing. Dat is ook de manier waarop de bevindingen en conclusies van de inspectie uit 2010 en de aanbevelingen van de Commissie zijn meegenomen. Het gaat om de vertaling hiervan, waar relevant, naar verbetermaatregelen voor de risicobeheersing. De andere drie thema’s zijn als meer randvoorwaardelijk (context) voor de interne sturing (met de focus op risicobeheersing) meegenomen. De relatie SZW-UWV, de externe antenne UWV en de exogene ontwikkelingen beïnvloeden de opzet, werking en effectiviteit van de verbetermaatregelen voor de risicobeheersing en zijn ook onderhavig aan verbetermaatregelen (bijv. verbetering (sturings)relatie, uitvoeringstoets). De inspectie beziet de thema’s zowel op de korte termijn (2011) als op de middellange termijn (2012-2015). Dit onderscheid is bedoeld om duidelijk te maken dat niet alle verbetermaatregelen noodzakelijkerwijs al in 2011 zullen zijn opgezet, werken of effect zullen sorteren. In dit perspectief geeft het vervolgonderzoek antwoord op de vraag of (en in hoeverre) de verbetermaatregelen op het gebied van de interne risicobeheersing door UWV zijn geïmplementeerd in 2011 en/of zijn voorzien in volgende jaren. Naast de verbetermaatregelen op de interne sturing, en deels als verdieping daarop, besteedt de inspectie apart aandacht aan de voortgang bij UWV op de specifieke bevindingen en conclusies van de in het rapport 2010 eveneens onderzochte cases Reintegratiebudgetten WW en AG (hoofdstuk 4) en Herbeoordelingen (hoofdstuk 5). 2.3.3
Referentiekader
Algemeen IWI heeft voor het vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV in 2011 in grote lijnen als referentiekader gehanteerd: elementaire onderdelen van een systeem van sturing en beheersing, in het bijzonder risicobeheersing; de verbetermaatregelen als uitwerking van de aanbevelingen van de Commissie en de conclusies van IWI voor zover beïnvloedbaar door UWV; de relevante Suwi en comptabele wet- en regelgeving; de afspraken tussen SZW (aansturing) en UWV (uitvoering) binnen de reguliere planning & controlcyclus over de specifieke (verbeter)onderwerpen; de externe (exogene) en interne (endogene) ontwikkelingen (de context), die (mede) van invloed zijn op het functioneren van het risicomanagement van UWV. Sturing en beheersing, in het bijzonder risicobeheersing Sinds begin 2007 hanteert UWV voor het gehele interne beheersingssysteem het managementmodel COSO/ERM (of COSO II). In dat model komen vragen aan de orde met betrekking tot de interne omgeving, het bepalen van doelstellingen, de identificatie van gebeurtenissen, risico-inschatting en de beoordeling van geïdentificeerde risico‟s, risicobeheersingsmaatregelen, controleactiviteiten, informatie, communicatie en monitoring. UWV heeft toegelicht COSO/ERM naar de geest van het model te hebben ingevoerd, wat betekent dat niet noodzakelijk alle mogelijke onderdelen van het model zijn ingericht. De inspectie beoordeelt de wijze waarop UWV dit model heeft ingericht met een referentiekader dat, behalve COSO/ERM, bestaat Pagina 15 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
uit een set algemeen aanvaarde normen, zoals de zeven principes voor adequaat risicomanagement, de vragenlijst van het Nationaal onderzoek Risicomanagement in Nederland 2009 en professionele standaarden. Voor het uitwerken van het referentiemodel heeft de inspectie aansluiting gezocht bij de vragenlijst van het onderzoek voor bovengenoemd rapport. Conclusies IWI 2010 Eind oktober 2010 heeft IWI het rapport „Risicobeheersing en re-integratiebudgetten UWV‟ uitgebracht, afgeleid van de daaraan ten grondslag liggende nota van bevindingen. IWI heeft geconcludeerd dat de risicobeheersing bij UWV in opzet voldoet en tevens naar behoren werkt, in ieder geval voor de reguliere uitvoeringstaken van UWV, maar dat verbeteringen noodzakelijk zijn daar waar van het reguliere proces moet worden afgeweken vanwege nadere of aanvullende afspraken met de minister. De inspectie heeft als toetspunten de belangrijkste bevindingen en conclusies uit haar onderzoek over de risicobeheersing in het algemeen en de re-integratiebudgetten WW en AG en de herbeoordelingen in het bijzonder samengevat. UWV heeft na het uitbrengen van het IWI rapport (oktober 2010) een aantal verbetermaatregelen getroffen, die de inspectie met dit rapport in beeld wil brengen. Aanbevelingen van de Commissie Interne Sturing UWV Begin december 2010 heeft de Commissie rapport uitgebracht aan de minister over zijn onderzoek naar de mogelijkheden de sturing binnen het UWV te verbeteren. Het IWI-rapport is mede input geweest voor de Commissie en de Commissie verwijst hier ook naar. De Commissie heeft een analyse gegeven van en een aantal aanbevelingen gedaan over de interne en externe informatievoorziening, de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer en de managementstructuur en –cultuur binnen het UWV. De inspectie heeft als toetspunten de belangrijkste aanbevelingen van de Commissie uit dat rapport samengevat. UWV heeft verbetermaatregelen getroffen, die de inspectie in beeld wil brengen. In de uitwerking heeft IWI gebruik gemaakt van de thema‟s en verbetermaatregelen zoals UWV deze heeft beschreven in de notitie „Tussenbalans aanbevelingen commissie interne sturing‟. 2.4
Leeswijzer
De bevindingen en conclusies van de inspectie vindt u in hoofdstuk drie tot en met vijf. De inspectie bespreekt in hoofdstuk drie de verbetermaatregelen op het systeem van risicobeheersing. Hoofdstuk vier gaat in op de verbetermaatregelen op de re-integratiebudgetten WW en AG. De verbetermaatregelen op de herbeoordelingen worden als laatste in hoofdstuk vijf behandeld. Ten slotte is een lijst van gebruikte afkortingen en een aantal bijlagen opgenomen, waaronder in bijlage vijf in tabelvorm de samenvatting van de conclusies over de verbetermaatregelen risicobeheersing UWV.
Pagina 16 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
3
3.1
Verbetermaatregelen systeem van Risicobeheersing UWV
Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op de verbetermaatregelen voor het systeem van risicobeheersing van UWV welke UWV heeft getroffen naar aanleiding van de bevindingen en conclusies (verbeterpunten) van IWI en de conclusies en aanbevelingen van de Commissie. 3.2
Vertrekpunt bevindingen en conclusie IWI status juli 2010
In antwoord op de door de minister gestelde vragen, heeft de inspectie in het rapport Risicobeheersing en re-integratiebudgetten UWV van 2010 over de risicobeheersing binnen het UWV het volgende geconcludeerd: 1. UWV heeft een risicobeheersingssysteem opgezet, conform de uitgangspunten van het COSO/ERM model, dat het UWV in staat stelt om de risico‟s die samenhangen met de reguliere taakuitvoering in voldoende mate te sturen en de afspraken met de minister van SZW na te komen. 2. Het systeem van risicobeheersing, in ieder geval ten aanzien van de reguliere uitvoeringstaken van het UWV, werkt naar behoren. UWV stuurt op prestatieindicatoren en te bereiken doelen zoals deze zijn vastgelegd in door de minister van SZW goedgekeurde jaarplannen. Met de ingevoerde planning en control cyclus wordt over de uitvoering van deze jaarplannen verantwoording afgelegd en wordt het reguliere uitvoeringsproces gemonitord, bewaakt en zo nodig bijgestuurd. 3. De inspectie heeft, in haar jaarlijkse onderzoek naar de verantwoording van het UWV, vastgesteld dat de in het kader van het jaarplan met de minister gemaakte afspraken in het algemeen worden gerealiseerd. 4. De werking van het systeem van risicobeheersing voldoet niet altijd, indien op basis van nadere of aanvullende afspraken met de minister of een wijziging in de interne sturing, afgeweken moet worden van het reguliere uitvoeringsproces. Voorbeelden hiervan waren de specifiek onderzochte onderwerpen, met name de gang van zaken bij de besteding van het re-integratiebudget WW en de uitvoering van de herbeoordelingen, die niet als een risico werden onderkend. UWV was zich onvoldoende bewust van en had onvoldoende zicht op de risico‟s die dergelijke veranderingen met zich meebrengen waardoor deze veranderingen buiten de beschikbare instrumenten voor risicobeheersing bleven. De inspectie concludeerde ook dat het systeem van risicobeheersing op punten kon worden verbeterd: 1. De opzet kon worden verbeterd door meer expliciete informatie af te dwingen over risico‟s in relatie tot beoogde doelen en de wijze waarop risico‟s worden opgepakt. Hiervoor dient de risicotolerantie en strategie meer expliciet te worden uitgeschreven. 2. Het systeem was niet ingericht op veranderende taken en functies van het UWV, die buiten de reguliere (wets)processen vallen. Ook op andere verandertrajecten was het systeem niet optimaal ingericht. 3. Risicoparagrafen in interne managementrapportages 2010 werden vaak niet of summier uitgewerkt.
Pagina 17 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
4. 5.
Het bevorderen van het risicobewustzijn van de organisatie en het inrichten van de Auditcommissie. De RvB kan meer sturen op ontwikkelingen en risico‟s binnen UWV. De centrale directies SBK, FEZ en AD kunnen hierbij een ondersteunende rol vervullen.
Op grond van deze constateringen kwam de inspectie tot het oordeel dat de risicobeheersing binnen UWV noodzakelijke verbeteringen behoeft. UWV heeft in zijn managementreactie3 op het IWI-rapport, naast een aantal kritische kanttekeningen, toegezegd ten aanzien van de risicobeheersing in algemene zin met ingang van 2011 een aantal verbetermaatregelen te treffen. Dit betreft onder meer: 1. Het aanpassen van het risicobeheersingsproces zodat een deel van de risico's van de divisies worden beoordeeld op UWV-brede relevantie. Op basis hiervan en vanuit de signalen van de centrale stafafdelingen zal periodiek agendering in de RvB plaatsvinden van UWV-brede risico's. 2. Het bevorderen dat altijd een uitvoeringstoets wordt gevraagd en uitgebracht bij nieuw/gewijzigd beleid dat buiten het reguliere wetgevingstraject valt. 3. Het expliciet opnemen van de belangrijkste UWV-brede risico's in de tertaalverslagen. 3.3 Conclusies en aanbevelingen Commissie Interne Sturing UWV Begin december 2010 heeft de Commissie rapport uitgebracht over haar onderzoek naar de mogelijkheden de sturing binnen het UWV te verbeteren. Hierna zijn de belangrijkste aanbevelingen van de Commissie uit dat rapport samengevat. Hiervan betrekt de inspectie de aanbevelingen 1 t/m 3 en 6 t/m 9 in haar onderzoek en brengt de status quo hiervan eind 2011 in beeld. De aanbevelingen 4, 5 en 10 zijn geen specifiek object van onderzoek voor de inspectie, aangezien deze de sturingsrelatie SZW-UWV betreffen waar de inspectie geen toezicht op houdt. Deze worden meegenomen in de beschreven context van randvoorwaarden, die (mede) van invloed zijn op het functioneren van het risicomanagement van UWV. Aanbeveling 1. De Commissie is van mening dat de sturing binnen het UWV op onderdelen aan effectiviteit kan winnen door het waar nodig beter invullen van de trits aansturing, informatievoorziening en proactieve control op de nietwettelijke taken. Hierbij past ook een veel meer proactieve opstelling van de control functie in brede zin binnen het UWV. (Deze aanbeveling komt gedeeltelijk overeen met conclusie 2 van IWI.) Aanbeveling 2. De Commissie herkent zich in het beeld van het IWI-rapport dat het risicobewustzijn binnen het UWV, in het bijzonder op de beleidswijzigingen die niet rechtstreeks voortvloeien uit nieuwe wetgeving of een wetswijziging, groter behoort te zijn. (Deze aanbeveling komt overeen met conclusie 4 van IWI.) Aanbeveling 3. De Commissie beveelt aan het instrument uitvoeringstoets ruimer in te zetten, ook voor de beleidswijzigingen die niet door wetgeving worden vormgegeven. Daarmee kan de effectiviteit van de interactie tussen departement en UWV sterk toenemen. Aanbeveling 4. De Commissie beveelt aan volledige helderheid te creëren over de verwachtingen van de opdrachtgever SZW van de positie, de rol en de taakuitoefening door UWV waarbij uitgegaan wordt van de zbo-status. Uitgangspunt daarbij moet zijn dat SZW beleidsmatig verantwoordelijk is, waarbij 3
Brief voorzitter RvB UWV aan IG IWI over onderzoek Risicobeheersing UWV, kenmerk SBK/81501, gedateerd 29 oktober 2010.
Pagina 18 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
zij gebruik maakt van de expertise van het UWV en het UWV vervolgens in zekere vrijheid bepaalt hoe deze beleidsmatige prioriteiten binnen de door SZW gegeven kaders uitgevoerd worden. Gegeven de grote belangstelling vanuit de politiek voor het functioneren van het UWV, is het wenselijk ook op dat niveau de positie en verantwoordelijkheid van het UWV helder te markeren. Het is dan ook aan beide partijen zich zo veel mogelijk aan deze afbakening te conformeren en daarin rolvastheid te tonen. Algemene lijn voor ieders rolinvulling zou moeten zijn dat beide partijen elkaar niet voor verrassingen plaatsen en dat men wederzijds vertrouwen kan hebben in een taakvolwassen rolinvulling. Aanbeveling 5. Daarbij past ook een herinrichting van de onderlinge aansturings-, samenwerkings- en afstemmingsrelaties, met helder afgebakende verantwoordelijkheden, waarbij de Minister minder belast wordt met het afhechten van discussies over de uitvoering. Zowel bij het UWV als bij SZW moet er een duidelijk zichtbare en stevig ingerichte en rolvaste account aanwezig zijn, waarbij andere onderdelen van de beide organisaties niet langszij opereren. Bij de SZW account moet helder onderscheid gemaakt worden tussen het opdrachtgeverschap (de uitvoeringsconsequenties van wet- en regelgeving) en het eigenaarschap richting het bedrijf UWV om te komen tot een heldere en eenduidige aansturing. Aanbeveling 6. Om de externe antenne beter te organiseren, stelt de Commissie voor een Raad van Advies in te richten, die het UWV - naast de formele aansturingrelatie door het departement - vanuit deskundigheid op het terrein van werk, inkomen en publieke dienstverlening kan adviseren bij strategische discussies. Daarnaast adviseert de Commissie om regelmatig stakeholderpeilingen te verrichten en beter met de omgeving te communiceren. Hierbij past ook het ontwikkelen van de aandacht voor public affairs bij het UWV. Aanbeveling 7. De Commissie beveelt aan dat binnen het UWV de gedeelde ambities en waarden opnieuw gezamenlijk gedefinieerd worden, waarna deze zo goed mogelijk door moeten werken in de eigen cultuur, bijvoorbeeld in de onderlinge communicatie en informatievoorziening. Daarbij hoort ook het meer sturen op samenwerking in de top-70. Dit onderwerp verdient serieuze aandacht en nader onderzoek door de betrokkenen. Aanbeveling 8. De Commissie adviseert het UWV bij de thans in voorbereiding zijnde strategienota met verbetervoorstellen en het managementtraject rond sturing en beheersing met kracht door te zetten en de conclusies van dit rapport daarbij nadrukkelijk te betrekken. Aanbeveling 9. De Commissie beveelt aan te streven naar een betere balans tussen de sterke nadruk op ondernemerschap in de organisatie en de aandacht voor samenwerking en beheersing. Hierbij past ook het goed inbedden van een proactieve controlfunctie in de organisatie. Aanbeveling 10. In het licht van de forse opgave uit het regeerakkoord die het UWV te verwachten staat, adviseert de Commissie te onderzoeken of het UWV voor deze nieuwe ingrijpende ontwikkeling en fundamentele transformatie de kwaliteiten in alle opzichten in huis heeft. 3.4 Verbetermaatregelen UWV 3.4.1
Inleiding
UWV heeft begin 2011 een start gemaakt met een aanpak ter versterking van risicomanagement in lijn met de conclusies van IWI, de aanbevelingen van de Commissie en de afspraken die hierover met de minister zijn gemaakt. UWV bouwde hierbij voort op een in 2010 al zelfstandig ingezet verbetertraject om de sturing en beheersing te verbeteren, wat onder andere tot een nieuwe strategienota begin 2011 en Pagina 19 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
tot een managementverbetertraject zou moeten leiden. De verbetermaatregelen van UWV worden hierna besproken in de vorm van eerst een aantal aanpassingen in het risicobeheersingsproces en vervolgens voor de overige in lijn met de thema‟s en verbetermaatregelen zoals het UWV deze heeft beschreven in de notitie „Tussenbalans aanbevelingen commissie interne sturing‟. 3.4.2
Nieuwe Sturingsvisie 2011-2015
De RvB heeft per april 2011 een nieuwe Sturingsvisie 2011-2015 voor UWV vastgesteld. Dit is de uitwerking van de bovengenoemde strategienota. In de sturingsvisie wordt (onder andere) het belang van scherp sturen en het beheersen van risico‟s in de uitvoering benadrukt. De RvB verwijst expliciet naar de aanbevelingen van de Commissie en noemt specifiek gewenste verbetering in de sturingsinformatie rond wijzigingen die niet door wet- en regelgeving tot stand komen, het vaker vooraf toetsen van wet- en regelgeving en maatregelen opdat geluiden van de werkvloer het managementniveau beter bereiken. Meer checks en balances worden ingebouwd om te borgen dat het gezamenlijk einddoel altijd voorrang krijgt. De RvB heeft toegelicht te sturen op de dagelijkse risico‟s. De beheersmaatregelen worden gevolgd wanneer deze worden ingezet. Dubbeling tussen de (reguliere) sturingslijn en de risicolijn moet worden voorkomen. 3.4.3
COSO
Zoals in 2.3.3 beschreven hanteert UWV sinds begin 2007 voor het gehele interne beheersingssysteem het managementmodel COSO/ERM (of COSO II). UWV heeft toegelicht COSO/ERM naar de geest van het model te hebben ingevoerd, wat betekent dat niet noodzakelijk alle mogelijke onderdelen van het model zijn ingericht. De inspectie heeft bij haar onderzoek in 2010 naar de risicobeheersing binnen UWV vastgesteld dat de risicomanagementaanpak van UWV in belangrijke mate conform het COSO/ERM-model is. De inspectie concludeerde ook dat de opzet nog kon worden verbeterd door meer expliciete informatie af te dwingen over risico‟s in relatie tot beoogde doelen en de wijze waarop risico‟s worden opgepakt. Hiervoor diende de risicotolerantie en strategie meer expliciet te worden uitgeschreven. UWV heeft zijn afwegingen hierover opgeschreven in de Risico Update. UWV meldt hier op een tweetal vlakken bewust „non-compliant‟ te zijn, te weten: risicotolerantie en risico-indicatoren. Kwantitatieve risicotolerantie is bewust niet uitgewerkt binnen UWV. Risicotolerantie is idealiter een objectieve maatstaf voor wel of niet acceptabele (netto) risico‟s en wordt gebruikt voor het bepalen van de risicoresponse. UWV acht het type risico‟s dat het loopt niet objectief kwantificeerbaar. Bovendien is de politiek en maatschappelijk aanvaarde risicotolerantie voor UWV de facto nihil. UWV heeft om die redenen gekozen voor een pragmatische werkwijze voor de risicobeoordeling en het bepalen van de risicoresponse, bijvoorbeeld het totstandkomingproces van de Risico Update. UWV heeft ook voor de risico-indicatoren gekozen voor een pragmatische oplossing. Volgens UWV leren de ervaringen van banken dat het operationaliseren van risicoindicatoren complex is. Daarnaast betekent een vaste set van risico-indicatoren dat er ook een heel proces op zou moeten worden ingericht. UWV heeft met het oog op de effectiviteit er voor gekozen om voor de belangrijkste UWV-brede risico‟s de voortgang van de uitvoering van de beheersmaatregelen te volgen en daarnaast (kwalitatief) te monitoren of het risico zich voordoet.
Pagina 20 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
UWV heeft er bovendien op gewezen dat in het rapport „Risicomanagement in tijden van crisis‟ (uit 2009), waaraan IWI de zeven principes voor adequaat risicomanagement ontleent, op basis van een inventarisatie bij 900 organisaties de conclusie wordt getrokken dat risicomanagement nog in de kinderschoenen staat. Uit dit rapport blijkt ook dat het operationaliseren van risicotoleranties verre van eenvoudig is. Het rapport spreekt over een „zoektocht naar de steen der wijzen‟ en stelt dat „geen enkele organisatie zich hoeft te schamen als die steen nog niet gevonden is‟. Binnen UWV hanteert het Werkbedrijf INK fase 4 als uitgangspunt voor de risicobeheersing. Vooralsnog heeft UWV er voor gekozen om een nieuw instrumentarium met inhoud voor het risicomanagement te creëren en nog niet op UWV-brede uniformering te gaan sturen. 3.4.4
Uitgangspunten risicomanagement UWV en rol van FEZ
UWV heeft in de Risico Update voor het eigen risicomanagement drie belangrijke uitgangspunten gedefinieerd voor de wijze waarop het management in de dagelijkse praktijk functioneert en is ingericht: 1. Onderscheid tussen risico‟s in de reguliere uitvoering (going-concern) en risico‟s die optreden in of als gevolg van verandertrajecten (verbeteringsprojecten, invoering van nieuwe wet- en regelgeving). Het risicomanagement van UWV is voor beiden dan ook anders ingericht, met meer waarborgen voor risicomanagement op verandertrajecten; 2. Risicomanagement wordt zoveel mogelijk vanuit de uitvoering (bottom-up) gevoed, maar kent ook een topdown benadering voor de strategische risico‟s; 3. Risicomanagement is een onmisbaar onderdeel van goede bedrijfsvoering en is daarom gevat in de P&C-cyclus waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van reeds bestaande instrumenten. De RvB heeft begin april 2011 FEZ benoemd als eigenaar van het proces risicobeheersing en FEZ verzocht om voorstellen voor de inrichting en bewaking hiervan. Aanleiding hiervoor waren de adviezen in de managementletter 2010 van AD UWV en de externe accountant over onder meer de interne beheersing. De belangrijkste voorstellen van FEZ betreffen het inrichten van een risicosignaleringsoverleg, het breder toepassen van Control Risk Self Assessment (CRSA), het 2-3 keer per jaar bespreken van de risico‟s (Risico Update) in de Groepsraad en de monitoring hierop en het koppelen van risico‟s aan de afspraken met het ministerie van SZW. Deze voorstellen worden in de hierna volgende paragrafen nader besproken. 3.4.5
Risicomanagementoverleggen en –instrumenten
Binnen UWV zijn veel (geformaliseerde) overleggremia te onderkennen, die periodiek plaatsvinden. Daarnaast zijn er informele overleggen zoals bilaterale overleggen RvB met directeuren en externe overleggen. Verder zijn er stuurgroepen ten behoeve van lopende projecten. Binnen deze overleggremia worden onder andere de risico‟s en de beheersmaatregelen besproken, hetgeen tot uiting komt in de verslaglegging van deze overleggen. UWV heeft naast de reguliere P&C-cyclus een aantal specifiek op risicomanagement gerichte overleggen en instrumenten ingericht. Dit betreft: het Risicosignaleringsoverleg; het Platform Risicomanagement; de Control Risk Self Assessment; de Lijst met Grote Dossiers. Pagina 21 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Het Risicosignaleringsoverleg is samengesteld uit de centrale stafafdelingen SBK, BZ, K&S, AD, Projectportfoliobureau en FEZ. Het Risicosignaleringsoverleg kijkt vooral naar risico‟s op het niveau van de RvB, de strategie, de klant en het ministerie. Doel van het signaleringsoverleg is om „early warnings‟ te verzamelen en risicosignalen door te geven aan het Platform Risicomanagement en de divisies. FEZ onderzoekt deze „early warnings‟ en neemt deze op in de UWV maandrapportage in het hoofdstuk risico‟s en signalen om vroegtijdig de RvB te kunnen inlichten over potentieel grote risico‟s. De oriëntatie van het Risicosignaleringsoverleg, meest bestaand uit stafdirecties/afdelingen, is topdown. Daarnaast is in 2011 het Platform Risicomanagement van start gegaan. Het Platform Risicomanagement is samengesteld uit een UWV-brede groep van controllers van de verschillende organisatieonderdelen. Het Platform Risicomanagement kijkt vooral naar risico‟s op divisie-/directieniveau en naar divisie-/directieoverstijgende risico‟s. Doel is om ten behoeve van het Directeuren Overleg (DO) de UWV-brede risicomatrix actueel te houden en de Risico Update (3x per jaar) voor te bereiden. De oriëntatie van het Platform Risicomanagement is bottom-up. CRSA is een gestructureerde methode voor het MT en medewerkers van divisies/directies om met procesbegeleiding risico‟s in kaart te brengen. Binnen UWV wordt het CRSA-proces gefaciliteerd door de AD. In de loop van 2011 is of wordt CRSA in een aantal divisies en directies (Werkbedrijf, SMZ, Uitkeren, UGD, AD, B&B, FEZ) uitgevoerd voor de inventarisatie van de eigen risico‟s. De CRSA geeft input voor de risicoparagraaf in de maandrapportage van de divisie. De RvB heeft de CRSA verplicht gesteld voor de voorbereiding en opstelling van het Jaarplan 2012 per divisie. Bovenstaande tekst vertaalt zich in de onderstaande figuur: Risicosignaleringsgroep
RvB
Tegenhanger Platform Risicomanagement. Oriëntatie: RvB, strategie, klant, Ministerie Doel: Early warnings RvB Maandrapportage, signalen richting platform risicomanagement Bemensing: SBK, BZ, K&S, AD, Projectportfoliobureau en FEZ
Platform Risicomanagement
Directeuren
District- & projectmanagement
UWV-brede groep controllers Oriëntatie: Divisie/directie en divisie/directieoverstijgend Doel: UWV-brede risicomatrix actueel houden
Control Risk Self Assessment Gestructureerde methode voor MT of projectteam om met procesbegeleiding Risico’s in kaart te brengen Oriëntatie: Bottom up
Medewerkers
Als uitvloeisel van het eerdere project Risicogerichte aansturing van SZW, UWV en SVB en in het kader van de nieuwe sturings- en samenwerkingsrelatie tussen SZW en UWV is (voor UWV) afgesproken de specifieke beleidsrisico‟s te inventariseren, die naast de (nieuwe) reguliere P&C-cyclus (2 rapportages per jaar) extra aandacht behoeven, en deze vast te leggen in een jaarlijks op te stellen „Lijst met grote dossiers‟. Deze lijst is te zien als een jaarlijks wisselende „flexibele schil‟ op de P&Ccyclus. Doel van een dergelijke lijst is tevens om het ad hoc uitvragen van informatie terug te dringen (vermindering rapportagedruk). Het zijn niet alleen (maar wel vooral) die dossiers waar zich (politieke) risico‟s kunnen voordoen, maar ook dossiers die bijvoorbeeld door een incident in de belangstelling zijn komen te staan. In dat laatste geval zal het onderwerp na verloop van tijd weer van de lijst worden Pagina 22 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
afgevoerd. De extra aandacht kan verschillende vormen aannemen (bijvoorbeeld agendering voor een regulier overleg, het organiseren van een ad hoc overleg of een hogere frequentie van specifieke verantwoordingen). Ook dit is in de lijst per onderwerp aangegeven. Overigens is in de meeste gevallen ook nu al sprake van intensiever contact over deze dossiers. De formele vaststelling van de Lijst met Grote Dossiers 2012 (zie bijlage 1) heeft plaatsgevonden op 9 november 2011 in het zogeheten eigenaaroverleg (SG SZW met voorzitter RvB UWV). Er kunnen lopende het jaar thema‟s aan worden toegevoegd en geschrapt. Voor UWV relevante beleidsrisico‟s worden via SBK in het Risicosignaleringsoverleg ingebracht. Daarnaast vormt de Risico Update (en onderliggende risicomatrix en signaleringsoverzicht, zie hierna) een bron voor SBK voor de inventarisatie van beleidsrisico‟s. De Lijst met Grote Dossiers wordt in elk relatie- en sturingsoverleg geagendeerd en beoordeeld op volledigheid, los van de al voor bespreking geagendeerde grote dossiers. Indien de lijst wordt aangepast, wordt deze opnieuw vastgesteld in het eigenaaroverleg. 3.4.6
Interne (risico)managementinformatie
Begin juli 2011 heeft de RvB de eerste zogeheten UWV Risico Update voor het eerste tertaal 2011 (Update T1) vastgesteld en de risico-eigenaren (divisies/directies) opdracht gegeven om de status van de risico‟s op te nemen in hun maandrapportages. Het doel van UWV met de Risico Update is om in de Groepsraad een gedeeld en compleet beeld te krijgen van de belangrijkste risico‟s (strategische risico‟s) uit de UWV-brede risicomatrix, hoe deze worden beheerst en door wie (welke eigenaar). Daarnaast wil UWV hiermee mede invulling geven aan de toezeggingen over risicobeheersing aan de minister. UWV heeft de Risico Update gedefinieerd als een intern UWV-document dat niet bedoeld is als een discussie-/praatstuk voor correspondentie en overleggen met derden, omdat hiervoor andere instrumenten bestaan, zoals onder andere de Lijst met Grote Dossiers (zie 3.4.5) en het tertaalverslag (zie 3.4.7). Omdat in de Update T1 de timing van de meeste maatregelen bij de veertien strategische risico‟s (zie bijlage 2) nog niet gespecificeerd was, heeft de RvB aangegeven dat de timing van de maatregelen hierin „SMART‟ geformuleerd moest worden. De Risico Update wordt in beginsel drie keer per jaar geactualiseerd. Begin oktober 2011 heeft de RvB de (tweede) Risico Update voor het tweede tertaal 2011 (Update T2) vastgesteld. De Update T1 is hierbij getoetst op actualiteit, mede aan de hand van de CRSA‟s per divisie voor het jaarplan 2012 (zie hierna), en een nieuwe beperkte set van zeventien strategische risico‟s is samengesteld (zie bijlage 3). Het merendeel van de eerder onderkende risico‟s bleek nog actueel. In de Update T2 worden de wijzigingen met Update T1 toegelicht. In vergelijking met de Update T1 is de timing van de maatregelen grotendeels en „SMART‟ ingevuld. Bij drie van de zeventien risico‟s4 is de timing nog niet volledig ingevuld en bij één risico5 was in eerste instantie de risico-eigenaar, de trekker(s) van de maatregelen en de timing nog niet uitgewerkt. In oktober 2011 heeft de Groepsraad zich gebogen over een Groepsraadbreed gedeeld beeld over de prioritering van de UWV-brede risico‟s, opdat meer focus aangebracht kan worden in het managen van deze risico‟s. De Risico Update is in concept opgesteld door het Platform Risicomanagement, waarbij ook signalen uit het Risicosignaleringsoverleg zijn meegenomen. Het con4
5
Dit betreft de drie risico‟s: „Niet tijdig realiseren Roadmap ICT t.b.v. nieuw business model „ (par. 3.4), „Niet realiseren handhavingsafspraken PaWa met het ministerie„ (par. 3.7 ) en „Niet realiseren Handhavingsplan 2012‟ (par. 3.16). Dit betreft het risico „Niet realiseren verbeteringen in het kader van interne sturing‟ (par. 3.18). AD UWV heeft desgevraagd toegelicht dat in de Groepsraad van oktober 2011 is vastgesteld dat de Groepsraad in totaliteit de eigenaar is, met de directeur AD als trekker.
Pagina 23 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
cept is aangepast na afstemming met FEZ (Financieel Functioneel Overleg), het Directeurenoverleg (DO), de Groepsraad (RvB en directeuren) en de RvB. In de P&Ccyclus van UWV krijgt de Risico Update handen en voeten doordat de risicoeigenaren (directeuren divisies en stafdirecties) met hun maandrapportages hun „eigen‟ risico‟s volgen en bijsturen. Daarbij laten de divisies in 2011 nog een divers beeld zien. De risicomatrix in de julirapportage van Werkbedrijf is nog volgens de INK-insteek ingedeeld, gebaseerd op een beperkt aantal inputgevende districten en stafdirecties en volgt nog niet een integrale aanpak, zo zijn de risico‟s van het programma Redesign hierin niet opgenomen. Deze risico‟s zijn wel opgenomen in het programmaplan en in de Risico Update. Ook SMZ heeft in de julirapportage nog een eigen risicomatrix (SMZ risicomonitor) opgenomen, geen Risico Update, met overigens een expliciete verwijzing waar welk risico in de rapporttekst wordt geadresseerd. Ook Uitkeren heeft in de julirapportage een eigen risicomatrix opgenomen, geen Risico Update, maar besteedt nadrukkelijk ook in de managementsamenvatting aandacht aan de risico‟s voor de dienstverlening en de organisatieontwikkeling, alsmede bij de kwaliteit bedrijfsvoering. UGD meldt in de julirapportage dat de opgenomen risicomatrix nog niet actueel is en pas eind oktober 2011 een geactualiseerde risicomatrix te hebben, na de voor die maand geplande CRSA. Bij K&S ontbreekt in de julirapportage de risicomatrix in zijn geheel, hoewel in de rapporttekst op de financiële risico‟s van enkele projecten wordt ingegaan. FEZ en AD volgen en beoordelen deze rapportages. In de overkoepelende UWV maandrapportage aan de RvB meldt FEZ de stand van zaken rond de strategische risico‟s, op basis van de maandrapportages van de risico-eigenaren en een eigen (FEZ) beoordeling, zodat de RvB deze kan volgen en bijsturen. Sinds de januarirapportage 2011 is een hoofdstuk over risicobeheersing opgenomen, waarmee ook aan de toezegging aan IWI is voldaan om maandelijks over risico‟s te rapporteren. Daarnaast is vanaf de januarirapportage 2011 een hoofdstuk over de re-integratiebudgetten WW en AG en voorzieningen opgenomen, ter vervanging van de in 2010 voorafgaande separate interne rapportage hierover. Sinds de junirapportage is de Risico Update samengevat in de UWV rapportage opgenomen. In de junirapportage wordt ook voor het eerst gerapporteerd over de afspraken met SZW „zonder prestatie-indicatoren‟ in aanvulling op het jaarplan 2011. De RvB heeft naar aanleiding van de julirapportage de directeur FEZ verzocht om in de volgende maandrapportages naast de (met SZW afgesproken) prestatie-indicatoren met een rood signaal ook de oranje indicatoren uit te lichten, die rood dreigen te worden. In 2011 is de Risico Update zelf nog projectmatig (ad hoc) tot stand gekomen. Voor volgende jaren moet de totstandkoming van de Risico Update vast onderdeel gaan uitmaken van de P&C-cyclus. Hiertoe hebben de divisies/directies in het najaar 2011 (september/oktober) voor het jaarplan 2012 allereerst een CRSA uitgevoerd als basis voor een risicoparagraaf in het divisie-/directiejaarplan. De groslijst van de risico‟s uit de jaarplannen vormen dan het vertrekpunt voor het Platform Risicomanagement om te komen tot een set met strategische risico‟s 2012. 3.4.7
Risicomanagement in externe verantwoordingsinformatie
Zoals eerder opgemerkt heeft UWV de Risico Update gedefinieerd als een intern UWV-document. UWV rapporteert extern over de risicobeheersing en de interne sturing in de tertaalverslagen 2011 in het hoofdstuk Bedrijfsvoering. De paragraaf Risicobeheersing geeft een samenvatting van de belangrijkste risico‟s (met toelichting) uit de Updates T1 (Viermaandenverslag 2011) respectievelijk T2 (Achtmaandenverslag 2011). Criterium voor opname in het tertaalverslag is dat SZW c.q. „de politiek‟ mede invloed heeft of kan uitoefenen op het voorkomen of beheersen van deze risico‟s. UWV geeft aan dat de risico‟s in de lijn van de risicoparagraaf uit resPagina 24 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
pectievelijk het jaarplan 2011 en het jaarverslag 2010 passen. De belangrijkste risico‟s zijn in beide tertaalverslagen hetzelfde gebleven, wel is de toelichting geactualiseerd. Dit betreft: 1. Ontevreden klanten c.q. uitval van klanten als gevolg van aangepaste dienstverleningsconcepten; 2. Overmatige stapeling van wijzigingen in wet- en regelgeving6 en (IV)veranderactiviteiten; 3. Productieverlies door Redesign; 4. Uitvoeringsafspraken WIA; 5. Kwaliteit premievaststelling. UWV heeft in het Jaarplan 2012 (van 29 september 2011) de risico‟s in dezelfde lijn doorgetrokken met soms andere bewoordingen. UWV onderkent voor 2012 de volgende risico‟s: 1. Ontevreden klanten c.q. uitval van klanten als gevolg van aangepaste dienstverleningsconcepten; 2. Grote druk op het ICT-landschap en de verandercapaciteit; 3. Minder dienstverlening door de redesignoperatie; 4. Hogere instroom aantal gevallen WIA dan begroot; 5. Lagere klanttevredenheid en hogere klantcontact-, klacht- en bezwaarintensiteit vanwege de grotere nadruk op handhaving; 6. Het niet gelijk tred houden van wet- en regelgeving bij de invulling van de taakstellingen en de voorziene veranderingen in de werkwijze van UWV; 7. Economische crisis met onverwacht zeer sterk stijgende uitkeringsaanvragen en onverwacht sterk stijgende aantal werkzoekenden. De risicomanagementparagraaf in het Jaarplan 2012 is uitgebreider en concreter geschreven dan die in het Jaarplan 20117. Voor de genoemde risico‟s heeft UWV beheersmaatregelen geformuleerd. In de paragraaf Interne sturing van het tertaalverslag gaat UWV beknopt in op de maatregelen die naar aanleiding van het rapport van de Commissie en het IWIrapport zijn getroffen en de sturings- en samenwerkingsafspraken welke met SZW zijn uitgewerkt. 3.4.8
Risicomanagement en Accountantsdienst UWV
De AD UWV voert jaarlijks zowel „assurance audits‟ uit ten behoeve van de certificering van de jaarrekeningen van UWV en BKWI als zogeheten „risk based audits‟ gebaseerd op risicoanalyse. Daarnaast voert de AD follow-up audits uit op de resultaten van de afgesproken acties naar aanleiding van eerdere auditrapportages („Audit action list‟). De AD besteedt met name bij de risk based audits aandacht aan sturing en beheersing en risicomanagement gerelateerde onderwerpen. Ook komt dit aan bod in de „audits op verzoek‟ van het divisiemanagement. In het Auditplan derde tertaal 2011 heeft de AD specifiek toegevoegd bij de uitvoering van zijn onderzoeken ook de verbinding te willen maken naar de verbetermaatregelen in het kader van de interne sturing en de focus te willen leggen op de gedragsankers (1. Prioriteren en daarnaar handelen; 2. Resultaatgericht samenwerken; 3. Elkaar scherp houden) zoals die in de tweedaagse heidag van de Groepsraad van 13/14 mei 2011 zijn bepaald. 6 7
In het Viermaandenverslag 2011 stond nog „U-toetsen‟ in plaats van „wet- en regelgeving‟. UWV onderkende voor 2011 drie belangrijke risico‟s: 1. Doelstellingen 2011 vrijwel gelijk aan 2010 bij aanzienlijke bezuinigingen; 2. Grote werkdruk op de werkpleinen door gevolgen crisis waardoor de ontwikkeling van de samenwerking met gemeenten onder druk komt te staan en de klanttevredenheid niet voldoet aan het gewenste niveau; 3. Ontwikkeling robuuste loonaangifteketen onder druk door bezuinigingen bij UWV en SZW.
Pagina 25 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
De risk based audits worden mede met het oog op de actualiteit per tertaal gepland, uitgevoerd en intern gerapporteerd aan het (divisie)management en de RvB. Zo heeft de AD in 2011 audits en soms follow-up audits uitgevoerd op het proces van U-toetsen, de sturing en beheersing van Werkbedrijf, ZW Arbo (interventies) , Redesign Werkbedrijf, het herziene herbeoordelingsbeleid (afspraken SZW), rolaanscherping en interne sturing (w.o. risicomanagement) en SMZ (w.o. herbeoordeling). De uitkomsten van de risicoanalyse, de prioriteitstelling en de beschikbare capaciteit, kunnen er toe leiden dat de AD in beeld gekomen onderwerpen vooralsnog niet onderzoekt in het tertaal. Op verzoek van de RvB maakt de AD deze afweging transparant in het Auditplan, met de mogelijkheid dat de RvB verzoekt een niet gepland onderzoek alsnog en met voorrang uit te voeren. Voor 2011 gaat dit om voor de risicobeheersing relevante onderwerpen als de factuurafhandeling inkoop reintegratie volgens de nieuwe werkwijze, de (re-integratie)voorzieningen en sturen en beheersen UGD. Hiervan heeft de AD op verzoek van de directeur Werkbedrijf in het tweede tertaal 2011 alsnog de Audit Voorzieningen uitgevoerd. De aanbevelingen van de AD hebben als input gediend voor de uitvoeringstoets Voorzieningen (zie ook bij 3.4.9 en 4.7). De audit action list geeft een overzicht van de voortgang en afronding van de afgesproken acties naar aanleiding van eerdere auditrapportages en is de basis voor de signalering (met groen/oranje/rood) aan het (divisie)management en de RvB over al dan niet benodigde extra actie of afspraken hierover. Voor 2011 gaat dit om de follow-up op voor de risicobeheersing relevante onderwerpen als de re-integratiebudgetten WW en AG 2011, de conversie en uitfasering SIR, WIA/WGA (werkvoorraden/overdracht SMZ naar Werkbedrijf), de voorstellen van FEZ voor verbetering van de interne sturing en risicomanagement en het verbeterplan FEZ naar aanleiding van de managementletter 2010. De RvB heeft naar aanleiding van kritische signalen van de AD met verzoek om actie opdrachten gegeven aan de verantwoordelijke divisiedirecteuren over de conversie en uitfasering SIR, ZW Arbo (interventies). De RvB heeft naar aanleiding van de AD-rapportage tweede tertaal 2011 afgesproken in hun bilaterale overleg met de directeuren deze aan te spreken op het niet tijdig realiseren van de afgesproken verbeteracties, zoals opgenomen in de audit action list. De AD heeft hiervoor de input aangeleverd en vastgesteld dat dit gebeurd is. Naast deze auditactiviteiten zet de AD voor de verbetering van de sturing en beheersing van UWV ook capaciteit in op het ondersteunen van het verder vormgeven van risicomanagement. Voorbeelden hiervan zijn het gebruiken van de uitkomsten van de audit continuous monitoring voor de risicobeheersing, het deelnemen en input geven aan het risicosignaleringsoverleg (zie bij 3.4.5) en het op verzoek faciliteren door de AD van de CRSA‟s die de divisies/directies (onder andere divisie Uitkeren, directie Bezwaar & Beroep, diverse projectmanagers) uitvoeren voor het jaarplan 2012 of projectplan. De AD zet specifiek daarvoor getrainde medewerkers in op deze ondersteunende activiteiten. Deze medewerkers zijn niet betrokken bij audits op het betreffende terrein. 3.4.9
Thema’s Tussenbalans UWV
UWV heeft in reactie op de rapportages van de Commissie en IWI over de risicobeheersing bij UWV van december 2010 toezeggingen gedaan aan de minister van SZW ter verbetering van de sturing. De aanbevelingen zijn langs een drietal clusters opgepakt waarbij tevens actiehouders zijn aangewezen: 1. Sturingsrelatie SZW–UWV; Pagina 26 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
2. 3.
Interne Sturing UWV; Externe antenne UWV.
De directeur AD heeft op verzoek van de RvB eind juni met een Tussenbalans gerapporteerd over de stand van zaken van de aanbevelingen van de Commissie. Strekking van de Tussenbalans is dat bij alle drie de clusters is gewerkt om gedegen invulling te geven aan de aanbevelingen en deze om te zetten in acties die op de korte of lange termijn moeten worden uitgevoerd. De Tussenbalans is eind juni 2011 besproken in het overleg tussen de RvB en SZW. Ad 1. Sturingsrelatie SZW–UWV Over de verbetering van de sturingsrelatie en de samenwerkingsafspraken SZWUWV (cluster 1; aanbeveling 3, 4 & 5 Commissie) zijn in het voorjaar 2011 gesprekken gevoerd tussen UWV en SZW op bestuurlijk en ambtelijk niveau. In een gezamenlijke bespreeknotitie zijn de uitgangspunten zoals opgenomen in de bespreeknotitie door beide partijen uitgewerkt in concrete sturings- en samenwerkingsafspraken over de beleidsvoorbereiding (waaronder uitvoeringstoetsen en actuele beleidskalender), de beleidsuitvoering (onderdeel van een vereenvoudigde P&C-cyclus, met halfjaarrapportages, beperkter meerjarenbeleidsplan, egalisatiereserves in plaats van bestemmingsreserves, integratie P&C-producten UWV en BKWI), het toezicht (single audit), een Lijst met Grote Dossiers (zie 3.4.5), ruimte voor actief stakeholdermanagement/public affairs (zie hierna) en de overlegstructuur (stroomlijning, waaronder beter onderscheiden van opdrachtgever- en eigenaarrelatie). Zie bijlage 4 voor een integraal overzicht van de sturings- en samenwerkingsafspraken. Deze gezamenlijke bespreeknotitie is in overleg tussen SZW en UWV eind juni 2011 formeel vastgesteld. Hierna zijn beiden een traject gestart, zodat de sturings- en samenwerkingsafspraken per 1 september 2011 geïmplementeerd zouden zijn. Ad 2. Interne Sturing UWV Algemeen De verbeteracties voor de interne sturing (cluster 2; aanbeveling 1, 2, 3, 7, 8, 9) worden gecoördineerd door een stuurgroep van de stafdirecties AD, FEZ, BZ, HRM en SBK onder leiding van de directeur AD UWV, waarbij ook de divisies betrokken worden. UWV beziet de aanbevelingen 1, 2 en 3 als acties voor de korte termijn en de aanbevelingen 7, 8 en 9 als acties voor de lange termijn. UWV heeft bij de uitwerking van de aanbevelingen van de Commissie ook andere, al eerder binnen UWV geadresseerde, sturingsvraagstukken betrokken (onder andere de sturingsrol en portefeuilleverdeling van de RvB(leden); delegeren binnen heldere kaders; focussen aandacht van RvB en 1e lijnsmanagement op strategische vraagstukken). Daarnaast betrekt UWV ook vraagstukken bij de uitwerking van het Regeerakkoord erbij (onder andere de regionale uitvoeringsstructuur en redesigns, besluitvorming over IVkeuzes en de aansturing van shared services). De UWV-analyse met betrekking tot sturen was/is dat de processen die minder goed gaan in belangrijke mate divisieoverstijgend zijn. De interne sturing is uitgewerkt voor de acties op ambities/verantwoordelijkheden, business control, informatievoorziening en leiderschap/management, die langs de thema‟s Sturen, Beheersen en Houding en Gedrag op hun beoogde effecten zijn gesorteerd, waarbij de insteek is dat de harde control (Beheersen) de aanjager is van een verbeterde Sturing en Houding en Gedrag. Onderwerpen zijn onder andere herijking besturingsmodel, managementcontracten, risicomanagementproces en de ontwikkeling van de Groepsraad en Top 70. De stuurgroep bewaakt de realisatie van de acties met de concrete stappen en mijlpalen uit het overall plan. De stuurgroep beperkt zich niet tot het aantoonbaar volgen en uitvoeren van de acties, maar stelt tevens via een in te richten permanent evaluPagina 27 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
atiemechanisme vast dat de acties leiden tot daadwerkelijke verbetering in het sturen en beheersen en het samenwerken en pleegt waar nodig aanvullende interventies. De stuurgroep wil twee jaar actief blijven om de organisatie van (meerdaagse) topmanagementbijeenkomsten zoals die voor de Groepsraad en de Top 70 voor te bereiden. Directe maatregelen UWV heeft een aantal directe maatregelen getroffen op het vlak van de „tone at the top‟ op basis van risicomanagement en de „harde control‟ met een korte implementatietijd, die het risico van incidenten op de korte termijn moeten beperken en als prikkel dienen voor vervolgstappen. Dit betreft: extra check op rapportages door FEZ; continuous auditing en monitoring (= een permanente audit); inrichten Risicosignaleringsoverleg; periodieke check op sturend vermogen DO. Activiteiten op Sturingsvisie 2011-2015 (aanbeveling 7, 8 & 9 Commissie) Interne sturing is gedurende het eerste halfjaar 2011 een terugkerend onderwerp geweest op topmanagementbijeenkomsten van UWV.8 Als thema‟s voor de meer langere termijn voor een brede discussie onder het topmanagement zijn benoemd en besproken (het werkend krijgen van) het Besturingsmodel, de Checks en balances, Informatievoorziening, Gedeelde ambities en waarden, Verbinding externe sturing met interne sturing en mogelijke interventies hierop. UWV signaleert hierbij dat een aantal noodzakelijke structurele verbeteringen tijd nodig heeft en dat de effecten daarvan pas op termijn zichtbaar en merkbaar worden. In een tweedaagse sessie van de Groepsraad op 13 en 14 mei 2011 zijn afspraken gemaakt om de focus te richten vanuit de thema‟s: 1. Prioriteren en daarnaar handelen; 2. Samenwerken („het besturingsmodel werkend krijgen‟); 3. Hoe houden we elkaar scherp (checks en balances). De leden van de Groepsraad en Top 70 zijn samen verantwoordelijk voor de sturing op resultaat, kwalitatieve samenwerking en tijdige escalatie. Samenwerken is daarmee geen doel op zich, maar gericht op effectiviteit en resultaat. Door deze focus komen de eventuele tegengestelde belangen op tafel en kunnen deze getoetst worden aan de gestelde prioriteiten. Het UWV-besturingsmodel blijft gebaseerd op integraal management. Vanuit gezamenlijk vastgestelde UWV-brede doelen wil UWV de komende periode de werking van het besturingsmodel verbeteren. De eerste lijn moet daadwerkelijk in de sturingsrol zitten en de RvB in de besturingsrol. Hierbij is stabiliteit in de taakopdracht en organisatie van UWV gewenst om resultaten in te slijpen. UWV heeft voor het districtsmanagement een traject ontwikkeld voor het versterken van effectiviteit en samenwerken door de inzet van een breed interventierepertoire. Daarnaast is UWV bezig met de opzet van een design leergang / ontwikkeltraject voor het topmanagement van UWV op inhoudelijke relevante thema‟s die passend zijn bij de ontwikkellijn in de komende drie jaren. De uitvoering van de leergang zal plaatsvinden vanaf september 2011. De leergang (module) is beschikbaar voor de districtsmanagers. Het is aan de (divisie)directeuren om mensen hier naar toe te sturen.
8
Voorbeelden zijn de heidag van de RvB van 24 maart 2011, de Groepsraad van 14 april 2011, de tweedaagse sessie van de Groepsraad op 13/14 mei 2011, de Top 70 bijeenkomst op 22 en 23 juni 2011 en de Groepsraad van 13/14 oktober 2011.
Pagina 28 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Twee externe bureaus adviseren UWV in welke stappen te zetten voor het realiseren van meer effectieve en efficiënte staven. UWV doet onderzoek naar de effectiviteit van de inrichting van één of meerdere shared service centra. Directeur FEZ spreekt hierover met de (divisie)directeuren, bijvoorbeeld over HRM en de crediteurenadministratie. Besluitvorming hierover wordt eind 2011 verwacht. UWV gebruikt deze thema‟s waar mogelijk ook voor de korte termijn. De AD constateerde half september 2011 dat bij de realisatie van de acties/mijlpalen interne sturing een aantal thema‟s nog onvoldoende wordt geprioriteerd. Binnen UWV worden nog niet alle afspraken nagekomen. De AD adviseert de RvB de noodzakelijke interventies meer te koppelen aan de oorzaken van het nog niet voldoende functioneren. De RvB heeft naar aanleiding hiervan besloten om met de directeuren uitvoering van SMZ, Uitkeren en Werkbedrijf en met de stafdirecties FEZ en AD voor de korte termijn afspraken te maken over de urgentie, focus en inhoud van de sturing en control op met name de dwarsverbanden op de processen in districten. Hierbij wordt ook vastgesteld welke sturingsinformatie door de staf moet worden geleverd. UWV heeft daarom het sturen op coalities (bijvoorbeeld „Handhaving‟, Wajong‟, „WW‟, „Premievaststelling‟) als uitgangspunt genomen, in plaats van het (op te heffen) DO. De coalities worden op drie niveaus in de UWV-organisatie vormgegeven, die van de (divisie)directeuren, van de directeuren uitvoering en van de districtsmanagers. In de Groepsraad van 13/14 oktober 2011 (uitgebreid met de directeuren uitvoering) zijn/worden wat de prioriteiten zijn voor 2012 en hoe deze prioriteiten worden behaald. Daarna informeert de RvB de Top 70 over de door hen in de districten te behalen resultaten, gekoppeld aan de inhoud en afspraken van de vorige Top 70. Er wordt ook een bijeenkomst georganiseerd voor onder andere het tweede echelon van de centrale staven, zodat deze worden meegenomen in de ontwikkelingen van de afspraken op het gebied van interne sturing. De borging van de drie gedragsankers (1. Prioriteren en daarnaar handelen; 2. Samenwerken; 3. Elkaar scherp houden) wordt via een topdown aanpak geborgd. Vergroten risicobewustzijn (aanbeveling 2 Commissie) Zoals in hoofdstuk 2.2 beschreven heeft UWV bij de uitoefening van haar taken te maken met de dynamiek van maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen. Risicomanagement helpt UWV bij het treffen van adequate beheersingsmaatregelen zodat de veranderingen beheerst kunnen plaatsvinden. Begin 2011 heeft UWV een start gemaakt met het aanpassen van het risicobeheersingsproces zodat de risico‟s van de divisies topdown en bottom-up worden beoordeeld op mogelijke UWV-brede relevantie. Voorbeelden hiervan zijn de hiervoor besproken risicomanagement gerichte overleggen en instrumenten en de UWV-brede risico update. De integrale risico‟s vanuit beleid en uitvoering worden hierin meegenomen. UWV heeft in zijn eerste en tweede tertaalrapportages 2011 de belangrijkste UWV-brede risico‟s opgenomen. Uitvoeringstoets (aanbeveling 1 & 3 Commissie) Op grond van de samenwerkingsafspraken SZW-UWV van eind juni 2011 zal SZW ook voor beleidsvoorstellen anders dan wetgevingstrajecten UWV vragen om uitvoeringstoetsen. UWV kan ook ongevraagd een uitvoeringstoets doen. Daarnaast heeft UWV vanaf juni 2011 het proces van uitvoeringstoets standaard uitgebreid met de gebieden aansturing, informatievoorziening en control. De RvB beoordeelt systematisch of de uitvoeringstoets op de belangrijkste beleidswijzigingen wordt uitgebracht en dat dit ook daadwerkelijk vaker gebeurt, ook ongevraagd. De uitvoeringstoets maakt de gevolgen van voorgenomen SZW-beleid voor de bedrijfsvoering van UWV zichtbaar en is de basis voor de invoeringsafspraken hierover.
Pagina 29 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Ontwikkeling control functie (aanbeveling 1, 2, 3, 7 & 9 Commissie) FEZ heeft in april 2011 een concept van „Sturen en Beheersen in Perspectief – herijkte visie op de financiële functie‟ opgeleverd. Dit betreft een evaluatie en herijking van de in 2008 ingezette vernieuwing van de controlfunctie binnen UWV voor de periode 2011-2014. Invoering van deze verbetermaatregelen zal plaatsvinden in de periode 2011–2012. De aanbevelingen van de Commissie zijn geen directe aanleiding geweest voor deze herijking, maar zijn hierin wel meegenomen. De herijking is veel breder. Voor FEZ tonen de overschrijding van de re-integratiebudgetten en de aanbevelingen van de Commissie aan dat de in 2008 ingezette richting naar een meer sturende, proactieve control krachtig doorgezet moet worden. Ook de door de Commissie aangegeven verbetering van de uitvoering van de uitvoeringstoetsen, versterking van het risicomanagement en de verhoging van het risicobewustzijn passen hierin. Met de eerdere introductie (vanaf 2009) van de projectadministratie en de oprichting van het project portfoliobureau wordt al beter (en vooral proactiever) gestuurd op de niet reguliere en de niet routinematige zaken. Recente verbeteringen (2011) in de controlfunctie die hierop aansluiten zijn het instellen van een Platform Risicomanagement en het Risicosignaleringsoverleg (zie bij 3.4.5), bredere toepassing en bewaking van uitvoeringstoetsen (zie hierboven) en verbetering van de UWV maandrapportage voor de RvB (zie bij 3.4.6). Enkele andere, nog verder vorm te geven, speerpunten uit de herijkte visie richten zich op de interne informatievoorziening en de versterking van de lijncontrol. Ook binnen de divisies wordt de control verder ontwikkeld. Zo heeft Werkbedrijf met de zogeheten Tweede Oplevering de taken van de eigen afdeling Planning, Control en Financiën (PCF) uitgebreid met een monitor kwaliteitsrol, zowel op landelijk en regionaal niveau. Deze monitorrol is onafhankelijk van de districtsmanagers georganiseerd. De businesscontrollers, de medewerkers managementinformatie (centrale en decentrale team) en de kwaliteitsmedewerkers worden aangestuurd door het landelijke afdelingshoofd PCF. Hiermee is de gehele control en monitorrol in één hand. Daarnaast wordt in de districtsserviceteams een financieel medewerker aangesteld gericht op ondersteunende activiteiten monitoring en beheersing met primaire focus op de besteding van de re-integratiebudgetten. En onder verantwoordelijkheid van het hoofd PCF wordt een groep kwaliteitsmedewerkers toegevoegd voor het uitvoeren van controles op de bedrijfskritische processen/registraties (zie ook bij 4.4). Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden (TVB) en rolinvulling UWV heeft de rol en taak van en tussen managementniveaus helder gedefinieerd. Dubbelingen zijn eruit gehaald en lacunes zijn opgevuld. Dit nadrukkelijk in relatie tot de integrale analyse van afgesloten managementcontracten op de haalbaarheid van de UWV-plannen voor 2011. Er is ingeregeld dat binnen UWV en divisies de managementcontracten en de HRM-cyclus als sturingsinstrument gelden en door het management hiernaar wordt gehandeld. Ad 3. Externe antenne UWV UWV heeft om de externe antenne (cluster 3; aanbeveling 6) te verbeteren langs vier lijnen actie ondernomen. 1. Raad van Advies; 2. Stakeholdermanagement en public affairs; 3. Verbeteracties in divisies en directies; 4. Adviescommissie Strategische Bedrijfsvoering (voorheen Auditcommissie).
Pagina 30 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Raad van Advies In het overleg over verbetering van de sturingsrelatie en de samenwerkingsafspraken is eind maart 2011 vastgesteld dat instellen van een Raad van Toezicht geen optie is. UWV heeft vervolgens het reglement van de Raad van Advies (RvA) geactualiseerd en toegespitst op de functie om vanuit deskundigheid op het terrein van werk, inkomen en publieke dienstverlening te adviseren bij strategische discussies. Tevens is gesproken met de voorzitter van de voormalige RvA, die zich beschikbaar hield voor overdracht. Besloten is om te starten met een geheel nieuwe RvA. Eind juni 2011 lag een long list met mogelijke kandidaten voor aan de RvB. Vanwege de wisselingen in de RvB is besloten om met vervolgacties te wachten tot de nieuwe voorzitter van de RvB in functie is getreden, voorzien niet eerder dan 1 januari 2012. De divisies SMZ en Werkbedrijf hebben beiden al eerder een adviesraad ingericht, ook met als doel impulsen vanuit stakeholders te krijgen en hun betrokkenheid bij UWV te vergroten. Stakeholdermanagement en public affairs Het belang voor UWV van het opbouwen van relaties en het verbeteren van de externe antenne is vanuit verschillende invalshoeken benadrukt, onder andere het imago onderzoek, de aanbevelingen vanuit de Handvestgroep Publiek Verantwoorden en de Commissie. UWV ziet dit als een investering voor de langere termijn, met als uitgangpunt „klein beginnen en groot winnen‟. De eerste stap is geweest dat de relaties van UWV zijn ingedeeld in strategische, tactische en operationele relaties. Per relatie wil UWV systematisch zaken vastleggen, zoals contactgegevens, aanpak en kernboodschappen zodat we informatie kunnen delen en hergebruiken. Het eerste resultaat is dat UWV ongeveer vijftig strategische relaties benoemd heeft en dat de RvB actief contacten met hen onderhoudt, ondersteund door SBK en CC. In de RvB vergadering is wekelijks overleg in samenwerking met SBK en CC over gerichte aanpak naar strategische relaties. Verbeteracties in divisies en directies UWV heeft in de Top 70 van november 2010 uitgebreid stilgestaan bij de noodzaak om de externe antenne functie, de politieke gevoeligheid, te verbeteren. Dit is nog bevestigd in de betreffende aanbeveling van de Commissie. Voorbeelden van de vervolgacties die zijn ondernomen: SBK heeft de strategische externe stakeholders (ongeveer 50) aan adviseurs toebedeeld. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het departement, werkgevers(organisaties), werknemers(organisaties), politieke partijen, etcetera. Deze zijn verdeeld over de leden van de RvB. Per stakeholder is een kaart met relevante aspecten opgesteld en van elk gesprek of contact met een externe stakeholder wordt in beginsel een verslag gemaakt. UWV heeft recent een CRMsysteem aangeschaft, dat nu in gebruik wordt genomen. Naast de strategische externe stakeholders (RvB-niveau), zullen op termijn ook de tactische en operationele stakeholders (divisieniveau) in beeld worden gebracht. BZ heeft van de public affairsrol een public affairsfunctie gemaakt; de werving voor deze functie loopt. BZ heeft ook de samenwerking van UWV met het Nederlands Genootschap Sociale Zekerheid (NGSZ) geïntensiveerd, en samen met hen de Sociale Zekerheidspoort9 opgericht. Adviescommissie Strategische Bedrijfsvoering (voorheen Auditcommissie) 9
Het debat rondom de ontwikkelingen op het gebied van sociale zekerheid staat centraal op de Sociale Zekerheidspoort. De Sociale Zekerheidspoort is een van de thematische/beleidsmatige onderwerpen binnen Internationaal Perscentrum Nieuwspoort. Voorbeelden van andere poorten zijn de EU-poort, de iPoort, de Milieupoort, de Mobiliteitspoort en de Zorgpoort.
Pagina 31 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Niet genoemd in de Tussenbalans maar wel een voor de interne sturing relevante ontwikkeling is de start van de vernieuwde Auditcommissie. In 2008 heeft de RvB er voor gekozen om een nieuwe Auditcommissie in te richten. De Auditcommissie bestaat uit drie externe leden, waaronder de voorzitter, een lid RvB, de CIO en de directeuren FEZ en AD. Deze is in oktober 2010 van start gegaan. De vernieuwde Auditcommissie heeft zich beraden op zijn rol en positie, mede in het licht van de in te stellen RvA en in overleg met de RvB. Het nieuwe profiel van de Auditcommissie ziet er als volgt uit, waarbij wordt opgemerkt dat definitieve besluitvorming pas plaats zal vinden nadat de nieuwe voorzitter van de RvB in functie is getreden. De Auditcommissie nieuwe stijl wordt hernoemd tot de Adviescommissie strategische bedrijfsvoering (ASB). De ASB heeft ten doel het gevraagd en ongevraagd, als commissie als geheel maar ook als lid van de commissie, adviseren van de RvB met betrekking tot (het toezicht op) de bedrijfsvoering in brede zin, meer specifiek met betrekking tot: de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder het toezicht op de naleving van de relevante wet- en regelgeving en het toezicht op de werking van gedragscodes; de financiële informatieverschaffing door UWV (keuze van accounting policies, toepassing en beoordeling van effecten van nieuwe regels, inzicht in de behandeling van „schattingsposten‟ in de jaarrekening, prognoses, werk van in- en externe accountants terzake, etcetera); de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van externe toezichthouders en van in- en externe accountants; de rol en het functioneren van AD UWV; de relatie met de externe accountant, waaronder in het bijzonder zijn onafhankelijkheid, de bezoldiging en eventuele niet-controlewerkzaamheden voor UWV; de financiering van de verschillende taken van UWV; de toepassingen van ICT. De ASB onderhoudt bij het uitvoeren van haar taken een effectieve werkrelatie met de RvB, het (divisie)management, FEZ en AD en de externe accountant om voldoende inzicht te verwerven in UWV, diens activiteiten en de risico‟s waaraan UWV blootstaat. De ASB voert voor het intern toezicht jaarlijks een afzonderlijk gesprek met de directeuren AD en FEZ en kan de AD zelfstandig vragen om onderzoek te verrichten. De voorzitter van de Auditcommissie maakt deel uit van de (nog op te richten) RvA. De ASB heeft de bevoegdheid zich in zeer zwaarwegende situaties te wenden tot de eigenaar (SZW). 3.5
Voorziene verbetermaatregelen 2012 en volgende jaren
In de voorgaande paragrafen is ingegaan op de wijze waarop UWV invulling geeft aan de aanbevelingen van de Commissie en de toezeggingen aan de minister ter verbetering van de sturing. De drie beschreven clusters, waarlangs UWV de aanbevelingen oppakt kennen acties voor de korte termijn en de lange termijn. De inspectie stelt vast dat UWV de acties voor de korte termijn voortvarend heeft opgepakt en oppakt. De acties voor de korte termijn kenmerken zich als acties voor het inrichten van het proces, dit betreft vooral de cluster sturingsrelatie SZW en UWV en de strategische koers voor het implementeren van de verbeteracties. UWV heeft daar waar zogeheten „quick wins‟ zijn in te boeken het proces verbeterd. Dit geldt in het bijzonder de inrichting van het risicomanagement en het ruimer inzetten van het instrument uitvoeringstoets. Hierbij geldt dat acties voor de korte termijn (voor een deel) doorlopen naar 2012 en volgende jaren. De lange termijn acties zoals het werkend krijgen van het besturingsmodel, de checks en balances, de cultuuromslag hebben tijd nodig. 2011 is het jaar van het inboeken van quick wins en het vaststelPagina 32 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
len van de wijze waarop UWV invulling geeft aan de aanbevelingen van de Commissie en de bevindingen van IWI. In 2012 en volgende jaren kan eerst worden vastgesteld in hoeverre de door UWV voorziene verbetermaatregelen daadwerkelijk effect sorteren. Aanvullend hierop reageert UWV volgens de RvB actief op de interne en externe ontwikkelingen in verband met de beleidsvoornemens van het kabinet Rutte-Verhagen en de nieuwe wetgeving. De inspectie merkt op dat voor het realiseren van de verbetermaatregelen ook de door UWV beschreven risico‟s in het Jaarplan 2012, de Tertaalverslagen, de Lijst met Grote Dossiers en de Risico Update zelf belemmerende factoren kunnen zijn.
Pagina 33 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
4
Verbetermaatregelen Re-integratiebudgetten WW en AG
4.1
Inleiding
Dit hoofdstuk gaat in op de verbetermaatregelen van UWV naar aanleiding van de conclusies en oordeelsvorming van IWI uit 2010 over de re-integratiebudgetten WW (en AG). Naast de UWV-brede risicobeheersing heeft de inspectie in het rapport Risicobeheersing en re-integratiebudgetten UWV van 2010 ook conclusies getrokken en een oordeel gevormd over de (risico)beheersing van de re-integratiebudgetten. De inspectie heeft ten aanzien van de re-integratiebudgetten WW vastgesteld, dat bij de oprichting van de divisie Werkbedrijf als risico is onderschat dat daar met de samenvoeging van UWV en het voormalige CWI twee organisaties met sterk verschillende achtergronden en werkwijzen werden samengebracht. Als gevolg hiervan en door de grote mate van vrijheid bij de inkoop van re-integratietrajecten WW op districts- en vestigingsniveau, gecombineerd met het ontbreken van een systeem van budgetbewaking en de onervarenheid en zeer sterke toename van het aantal werkcoaches, is er een situatie ontstaan waarbij de risico‟s van budgetoverschrijding zich ook daadwerkelijk hebben kunnen voordoen. Tevens stelde de inspectie vast dat het vanaf november 2009 tot in maart 2010 heeft geduurd voordat de RvB, en daarmee de minister, over de inmiddels ontstane situatie werd geïnformeerd. Samenvattend heeft de inspectie geoordeeld dat de sturing en beheersing ten aanzien van het re-integratiebudget WW binnen de divisie Werkbedrijf moet worden verbeterd. De follow-up op deze conclusies en oordeelsvorming geeft antwoord op de vraag hoe Werkbedrijf de re-integratie van werkzoekenden (WW) en arbeidsongeschikten (AG) heeft ingericht zodat de uitvoering van de bestuurlijke afspraken van de RvB met de minister hierover (onder andere selectiviteit, budgetten) wordt geborgd in 2011 en verder. 4.2
Verbetermaatregelen 2010
Het UWV (Werkbedrijf) heeft in reactie op de geconstateerde overschrijding van het re-integratiebudget WW vanaf maart 2010 maatregelen genomen om de grip op de inkoop van re-integratietrajecten te herstellen en voor 2010 binnen de aanvullende afspraken met SZW over de re-integratiebudgetten WW te blijven. Parallel hieraan zijn ook maatregelen genomen gericht op de re-integratiebudgetten AG, gestimuleerd door signalen in juli 2010 over ook bij AG mogelijke budgetoverschrijding. Bij de re-integratie WW zijn deze maatregelen uitgebreider vorm gegeven omdat het re-integratiebudget WW al begin 2010 was uitgeput en op dat moment volledige beheersing van het budget noodzakelijk was. Na de noodzakelijke crisisactie van maart 2010 heeft Werkbedrijf de structurele maatregelen om in het vervolg binnen de taakstellende re-integratiebudgetten WW en AG10 te blijven uitgewerkt in het „Beheersplan sturing op re-integratie‟ van 26 juli 10
In 2010 was het re-integratiebudget AG formeel genomen niet taakstellend voor UWV, omdat dit door de minister nog niet als zodanig was gevraagd of opgelegd. Voor AG zou dit in beginsel pas voor 2011 van toepassing zijn. Praktisch gezien heeft Werkbedrijf dit voor AG wel al zo opgepakt voor 2010, parallel aan de verbetermaatregelen voor WW.
Pagina 34 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
2010. De RvB heeft begin augustus 2010 brieven over de verbeterplannen WW en AG aan de minister toegezonden, welke in september 2010 ook door de minister zijn goedgekeurd. De verbeterplannen werden hierin toegelicht als een integrale verbeteraanpak voor de sturing van Werkbedrijf. Bij de uitwerking is rekening gehouden met actuele ontwikkelingen binnen Werkbedrijf, zoals: de versterking van de werkgeversgerichtheid en de samenwerking van betrokken partijen in de arbeidsmarktregio; de uitbreiding van de taken waaronder de uitvoering van re-integratie voor klanten met een arbeidsbeperking en Wajongers; de veranderende manier van werken door verbetering en uitbreiding van elektronische dienstverlening. De verbetermaatregelen maakten deel uit van de „Tweede oplevering‟, onderdeel verscherpte sturing, de tweede fase bij de inrichting van Werkbedrijf na de fusie tussen UWV en CWI. Deze waren deels een herhaling van de specifieke verbeterplannen voor de re-integratiebudgetten WW en AG en deels aanvullend en verbredend voor de totale sturing binnen Werkbedrijf. De problematiek met de reintegratiebudgetten was aanleiding om binnen Werkbedrijf structureel een grotere focus op sturing en control te leggen. Een belangrijke verbetermaatregel was het integreren van de sturing op de re-integratiebudgetten in de P&C-cyclus van Werkbedrijf en het toespitsen van de beheersmaatregelen en het beheersinstrumentarium op het taakstellende karakter. 4.3
Verbetermaatregelen re-integratiebudget WW 2010
De verbetermaatregelen van Werkbedrijf om de oorzaken van de overschrijding van het re-integratiebudget WW weg te nemen waren in de kern: 1. Heldere prioriteitstelling; 2. Verscherpte en eenduidige lijnsturing op alle niveaus; 3. Eenduidig beleggen van taken en verantwoordelijkheden; 4. Integreren van de sturing op het re-integratiebudget in de P&C-cyclus; 5. Onafhankelijke monitoring; 6. Integrale ondersteuning van de staf; 7. Juiste ondersteuning bij de implementatie van projecten/innovaties. Concrete verbetermaatregelen die Werkbedrijf in 2010 ontwikkelde en implementeerde waren: 1. Gecontroleerde inzet van het beperkte restbudget 2010 WW in fasen en deelbudgetten, conform nieuw inkoopbeleid voor externe re-integratiedienstverlening WW in lijn met de afspraken met de minister vanaf 6 april 201011; 2. Verdeling van re-integratiebudgetten WW over districten; 3. Invoering van andere inkoopprocedures, waaronder een gecentraliseerde inkoop WW via de landelijke re-integratiedesk met een sterk gecontroleerd inkoopproces via de taken en verantwoordelijkheden van werkcoaches, lokaal management en inkoop re-integratie (IR); 4. Een gecontroleerd inkoopproces via een beperkt aantal gebruikers van het SIR, onder goedkeuring van de landelijke re-integratiedesk; 5. Realisatie van een strakkere sturing en monitoring op alle managementniveaus via: 11
De nieuwe uitgangspunten bij externe inkoop waren onder andere: klant is langer dan 1 jaar werkloos; vorm van baangarantie; maximaal gebruik andere subsidiemaatregelen; hoge slagingskans klant bij ingekocht reintegratie-traject naar zelfstandige arbeid; de slagingskans moet hoog zijn en maximaal één keer externe inkoop voor de klant. Voor de overige klanten die niet aan dit profiel voldeden moest de basisdienstverlening van Werkbedrijf aangevuld met de bestaande subsidieregelingen voldoende perspectief bieden.
Pagina 35 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
6. 7.
a. invoering van verbeterde prognosemodellen WW; b. strakke sturing door onder andere speciaal prestatieoverleg, kwartaal monitorgesprek directeur-districtsmanager, monitorgesprek districtsmanagervestigingsmanager, intekenmodel voor de regio‟s, managementcontract, management informatieportaal; c. maandelijkse rapportage en evaluatie richting management Werkbedrijf, RvB en SZW over de inzet van re-integratiemiddelen; d. continue contacten/monitoringsgesprekken met de uitvoering over de inkopen van re-integratiediensten; e. extra inzet van kwaliteitsaudits en sturing op daaruit voortkomende verbeteradviezen; f. aanvullende audits door de AD UWV voor de RvB. Versterking van de registratiediscipline, waaronder controles op achterstanden; Bijsturing van de in maart 2010 geïnventariseerde aangegane verplichtingen voor kortdurende gevallen door te kijken waar ombuiging of aanpassing van externe inkoop naar een andere vorm van (interne) dienstverlening nog mogelijk was.
Daarnaast heeft Werkbedrijf in 2010 diverse maatregelen ontwikkeld voor implementatie in 2011: 1. Uitfaseren van SIR waardoor alleen nog registratie in Sonar en Peoplesoft plaatsvindt; 2. E-facturatie, waardoor betalingen zonder verplichtingenregistratie niet meer mogelijk zijn; 3. Controles op tijdige en juiste registraties, met als ambitie 100% betrouwbare registraties; 4. Overzichten waarop de inkopen per district zichtbaar zijn (benchmark); 5. Maatregelen binnen WW waarmee de inzet van re-integratiebudget efficiënter zal plaatsvinden. 4.4
Verbetermaatregelen re-integratiebudget AG 2010
De sturing en beheersing op het re-integratiebudget AG en de verbetermaatregelen daarop volgde in grote lijn de hiervoor beschreven P&C-cyclus van Werkbedrijf en het re-integratiebudget WW. Concrete verbetermaatregelen die (toen nog) SMZ12 in 2010 ontwikkelde en implementeerde voor inkoop re-integratie AG waren: 1. Verdelen van het beschikbare re-integratiebudget AG op districtsniveau naar wetten en binnen deze wetten naar doelgroepen. 2. Juiste registratie en verantwoording van de daadwerkelijk ingezette middelen en kosten, waaronder de beperking van de registratievrijheid in systeem SIR, de registratiediscipline bij medewerkers, managementbewaking hierop, schoningsacties en de projecten Uitfasering SIR en E-facturatie; 3. Realisatie van een strakkere sturing en monitoring op alle managementniveaus via: a. invoering van verbeterde verantwoordings- en prognosemodellen AG; b. strakke sturing door onder andere speciaal prestatieoverleg, kwartaal monitorgesprek directeur-districtsmanager, monitorgesprek districtsmanagervestigings-manager, intekenmodel voor de regio‟s, managementcontract, management informatieportaal; c. continue contacten/monitoringsgesprekken met de uitvoering over de inkopen van re-integratiediensten;
12
Re-integratie AG is vanaf 2010 bij Werkbedrijf ondergebracht.
Pagina 36 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
4.
5.
6. 7.
d. maandelijkse rapportage en evaluatie richting management Werkbedrijf en RvB over de inzet van re-integratiemiddelen; e. strakke monitoring door landelijke re-integratiedesk op de maatregelen om budgetten te verdelen over de districten, de door de districtsmanagers goedgekeurde en gemelde inkopen van re-integratiediensten, de werkvoorraden en de vastleggingen in SIR; Inrichten kwaliteitsmonitoring Werkbedrijfbreed (uitmondend in controleplan PCF 2011). De kwaliteitsfunctie wordt (vooralsnog) gecentraliseerd opgezet, waarbij in 2011 vijf beheersinstrumenten worden ingevoerd en/of voortgezet die Assurance geven over de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Dit betreft: 1) Voldoen aan de ISO-norm; 2) versterken van de interne controle door het uitvoeren van controles op de bedrijfskritische processen/registraties door kwaliteitsmedewerkers; 3) uitvoeren van interne kwaliteitsmonitors/reviews met de focus op de succesvolle implementatie van veranderingen; 4) opstarten van risicomanagement binnen Werkbedrijf; 5) verbeteren van de planning & controlcyclus. De werkzaamheden zijn verder uitgewerkt in een kwaliteitsmonitorplan, controleplan IR, controleplan AG en controleplan WW. Methodisch handelen van de arbeidsdeskundige en werkcoach opgepakt bij de invlechting van arbeidsdeskundigen (vanuit SMZ) in Werkbedrijf, alsmede aandacht voor de verdere professionalisering van de sociaal-medische uitvoering; Uitvoeren van benchmarkonderzoek tussen de districten om tot goede sturingsvariabelen te komen. Het maken van keuzes bij budgetoverschrijdingen, op basis van aanvullende criteria (grotendeels al bedoeld voor 2010, maar voor een deel pas ingevoerd in 2011): a. alleen bedienen zelfmelders uit zittend bestand WAO/WAZ (al in 2010); b. bewaking op toepassing criteria protocol Zeer Moeilijk Plaatsbaar; c. per klant in beginsel eenmalig inkopen van externe dienstverlening (nieuwe Wajong uitgezonderd); en d. stopzetten van extra dienstverlening vanuit UWV voor WSW-geïndiceerden; e. zoeken naar goedkopere vormen van dienstverlening. 4.5
4.5.1
Verbetermaatregelen re-integratiebudget WW en AG 2011 Evaluatie verbetermaatregelen 2010
Het UWV heeft eind 2010, begin 2011 de in 2010 genomen verbetermaatregelen WW en AG geëvalueerd met het oog op structurele keuzes voor 2011. Uit de evaluatie13 blijkt dat de geraamde budgetoverschrijding re-integratie WW beperkt is tot minder dan € 40 miljoen, waar € 89 miljoen werd verwacht. De afspraak om voor € 86 miljoen in 2010 trajecten in te kopen voor langdurige werklozen is niet volledig gerealiseerd. UWV is in 2010 binnen het re-integratiebudget AG gebleven. 4.5.2
Voortzetting bestaande verbetermaatregelen in 2011
Naar aanleiding van de evaluatie heeft Werkbedrijf besloten om de bestaande verbetermaatregelen WW en AG uit 2010 grotendeels voort te zetten en/of structureel in te voeren in 2011, met als doel binnen de re-integratiebudgetten WW (€ 124 mln.)14 en het re-integratiebudget AG (€ 134 mln.) te blijven en daarnaast het beschikbare budget selectief en effectief in te zetten. Voor WW was daarbij een extra overweging 13 14
Evaluatie sturing op Re-integratiebudgetten, gedateerd 31-12-2010. Het totale budget WW bestaat uit re-integratiebudget WW € 104 mln. en mobiliteitsfonds € 20 mln. Het reintegratiebudget WW mag voor maximaal 20% (van € 104 mln.) aan de doelgroep 3 t/m 12 maanden WW worden besteed en moet voor minimaal 80% aan de doelgroep langer dan 12 maanden WW worden besteed.
Pagina 37 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
dat vanaf 2012 geen re-integratiebudget meer beschikbaar is. Voor AG is voor 2012 een verlaagd budget van € 106 mln. beschikbaar. Voor de naar 2012 overlopende verplichtingen mag Werkbedrijf gebruik maken van een (apart) bestemmingsfonds voor WW. De volgende verbetermaatregelen worden of zijn voorzien: 1. Verdelen van het beschikbare re-integratiebudget WW en AG naar districten en voor AG nog op districtsniveau naar wetten en binnen deze wetten naar doelgroepen (met vrijgave kwartaalbedrag en mogelijkheid maandelijkse wijzigingen); 2. Verantwoordings- en prognosemodel worden in 2011 blijvend gebruikt en verder ontwikkeld; 3. Handhaving van het mandaat bij de landelijke re-integratiedesk en voortzetten van de aanvraagprocedure in 2011 voor WW inkopen; 4. De procedure voor het melden van geplande inkopen AG bij de landelijke reintegratiedesk blijft in 2011 gehandhaafd; 5. Gebruikmaken van benchmarkgegevens voor sturing in de districten; 6. Implementatie van de aanvullende maatregelen AG (eenmalige inkoop, etcetera); 7. Strakkere sturing en monitoring op alle managementniveaus binnen Werkbedrijf; 8. Inrichten kwaliteitsmonitoring Werkbedrijfbreed (controleplan PCF 2011). UWV (Werkbedrijf) heeft in overleg met SZW voor de WW in 2011 twee extra maatregelen getroffen om binnen budget te blijven en de overloop naar 2012 in de grip te houden: Inbouwen van een remweg: tot uiterlijk 1 oktober 2011 kunnen nieuwe aanvragen voor inzet re-integratiebudget worden ingediend bij de landelijke reintegratiedesk; 20% van het re-integratiebudget inclusief het mobiliteitsfonds (€ 25 miljoen van de € 124 miljoen) is achtergehouden als financiële buffer; in de loop van het jaar 2011 evalueert Werkbedrijf de noodzakelijkheid van de buffer om binnen budget te blijven. Voor AG in 2011 beschikt Werkbedrijf ook over de al voor 2010 bedoelde vier nieuwe beheersmaatregelen (criteria) bij het maken van keuzes bij budgetoverschrijdingen.15 Bijzonder aandachtspunt is ook het realiseren van de afgesproken plaatsingen Wajong binnen het taakstellend budget. Werkbedrijf heeft in maart 2011 aan de RvB nog diverse resterende risico‟s met impact op de optimale inzet van het re-integratiebudget WW en AG met hun bijbehorende beheersmaatregelen gerapporteerd. Dit betrof risico‟s bij de (on)voldoende klantdiagnose door de werkcoach, de effectiviteit van de WW-inkoop van no-cureno-pay contracten, boeking onjuiste uitkeringssoort, bruto/netto trajecten in systeem, maximale duur van ingekochte trajecten, handmatige overname van ordernummers en de controle door de landelijke re-integratiedesk. 4.5.3
Uitfasering SIR en elektronische factureren
Bij de overschrijding van het re-integratiebudget WW in 2010 waren de beperkingen in het systeem inkoop re-integratie (SIR) een factor. Werkbedrijf is om die reden het project Uitfasering SIR gestart. Vanaf 1 januari 2011 is de wijze van registreren aangepast, met controles door kwaliteitsmedewerkers. SIR is op 16 mei 2011 ver15
Dit betreft de vier nieuwe beheersmaatregelen (criteria): 1. Bewaking op toepassing criteria protocol zeer moeilijk plaatsbaren; 2. Stopzetten dienstverlening aan WSW-geïndiceerden; 3. Eenmalig inkopen; 4. Goedkopere dienstverlening.
Pagina 38 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
vangen door de combinatie van de systemen Sonar en Peoplesoft en sindsdien alleen voor raadplegen beschikbaar. Op 27 augustus 2011 is de migratie van SIR naar Sonar en PeopleSoft afgerond met de migratie van afgesloten trajecten en voorzieningen. Sonar levert basisgegevens voor de prognosemodellen WW en AG. Enkele onder andere door de AD gesignaleerde knelpunten in het proces voor inkoop reintegratie zijn daarna opgelost. Volgens planning zou SIR op 1 november 2011 worden uitgezet. De RvB heeft op grond van de aanbeveling van de AD uit de audit Migratie SIR/Sonar16 over de projectverantwoording van de uitfasering geconcludeerd dat dit geen houvast bood voor een sluitend risicomanagement. De RvB heeft de directeur Werkbedrijf opdracht gegeven om samen met de AD de risicoaanpak te onderzoeken en besloten in afwachting hiervan SIR nog niet uit te zetten. Na conclusie dat de getroffen maatregelen adequaat waren is SIR per 1 december 2011 uitgezet. UWV is in 2010 gestart met elektronisch factureren (E-factureren), voor het ontvangen en verwerken van de vele facturen van leveranciers van re-integratietrajecten. Deze digitale verwerking van facturen moet bijdragen aan een kwaliteit betere registratie (sneller, efficiënter en met minder verwerkingsfouten). E-factureren is vooralsnog alleen mogelijk voor 3 soorten facturen, voor inkoop re-integratiedienstverlening, scholing en interventies ZW Arbo. 4.5.4
Budgetbeheersing 2011 en 2012
UWV reageert en stuurt op basis van de interne managementinformatie over de inkoop re-integratie WW en AG in 2011, en in overleg met SZW, op de beleidsmatige en financiële ontwikkelingen bij de re-integratiebudgetten WW en AG in 2011 en 2012. In 2011 heeft Werkbedrijf budgetruimte gemaakt voor een kasschuif van 2011 naar 2012 voor de inkoop van nieuwe re-integratietrajecten AG in 2012. SZW is akkoord gegaan met een kasschuif van € 15 mln. Werkbedrijf achtte dit belangrijk om ook in 2012 een „redelijk aantal‟ trajecten te kunnen inzetten, ondanks het bestaande hoge verplichtingenniveau in combinatie met het voor 2012 verlaagde budget AG (€ 106 mln.). Het re-integratiebudget WW inclusief het Mobiliteitsfonds van totaal € 124 miljoen geven gedurende 2011 een toenemende onderuitputting te zien. UWV ziet verschillende redenen voor de onderuitputting WW. Door de directe maatregelen na de WWbudgetoverschrijding in 2010 is de inkoop re-integratie WW vanaf medio 2010 bijna volledig stil komen te liggen en vervolgens de mandatering gecentraliseerd (centrale goedkeuring van decentrale bestelling) wat automatisch een rem zet. Niet lang daarna werd bekend dat vanuit het Regeerakkoord met ingang van 2012 het WW reintegratiebudget volledig zou verdwijnen en inkoop, in overleg met SZW, na 1 oktober 2011 niet meer mogelijk zou zijn. Verder is de werkloosheid minder omvangrijk dan gedacht, waardoor ook minder inkoop re-integratie plaatsvindt. UWV heeft begin mei 2011 aan SZW gemeld, dat het WW-budget niet uitgeput zou worden, met de vraag of hierop moest worden bijgestuurd. SZW heeft geen verzoek om bijsturing gedaan. SZW heeft in zijn reactiebrief17 op het Viermaandenverslag UWV 2011 goedgekeurd dat het bedrag aan onderuitputting WW 2011 gedeeltelijk kan worden aangewend voor de financiering van toekomstige frictiekosten die het gevolg zullen zijn van de afslanking van UWV. Werkbedrijf meldt in zijn maandrapportage juli 16 17
Rapportage Accountantsdienst tweede tertaal 2011 van 30 augustus 2011. Brief SZW aan UWV over viermaandenverslag UWV 2011, kenmerk RUA/A/2011/11267, van 8 juli 2011.
Pagina 39 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
2011 dat om die reden niet wordt gestuurd op extra uitnutting. UWV rapporteerde in het Achtmaandenverslag 2011 een verwachte onderuitputting WW van circa € 54 miljoen. UWV heeft met SZW afgesproken in het eerste kwartaal 2011 een herijking van het aantal in te kopen re-integratietrajecten ten laste van het re-integratiebudget AG 2011 uit te voeren. De RvB heeft de notitie „Herijking re-integratie AG 2011‟ eind juni aan SZW toegezonden. UWV heeft de inkoopraming AG 2011 in april 2011 bijgesteld tot circa 15.000 trajecten bij ongewijzigd beleid, waarmee naar verwachting circa € 93 miljoen van het totale budget van € 119 miljoen zou worden uitgeput. Als oorzaken voor het achterblijven van de inkoop bij de raming geeft UWV enerzijds aan dat de vier maatregelen AG zoals die eind 2010 zijn geïmplementeerd en de verscherping in de budgetsturing hebben geleid tot een overall terughoudende opstelling waar het gaat om de inkoop van re-integratieactiviteiten. Sommige districten van Werkbedrijf hebben aangegeven dat de maatregelen AG (in het bijzonder het niet meer mogen inkopen voor klanten met een indicatie sociale werkplaats en het beleid betreffende eenmalige inkoop) er debet aan zijn dat de inkoop niet op hetzelfde niveau is als in 2010. De Risicomatrix in de maandrapportage juli 2011 van Werkbedrijf noemt als redenen weerstand bij medewerkers vanwege de benodigde administratieve handelingen en een teveel aan regels voor het beschikbaar stellen van een traject. Ook behoefden sommige maatregelen verduidelijking, wat is ingevuld via interne communicatiekanalen en workshops. Anderzijds hebben ook achterstanden uit 2010 bij SMZ en Werkbedrijf bij het opstellen van participatie- en werkplannen (nieuwe en oude Wajong en WIA/WGA), minder zelfmelders WAO/WAZ dan geraamd en de uitvoering van het Plan van Aanpak Verbetering ZWarbo geleid tot een lagere inkoop van trajecten. Bij Wajong is sprake van relatief meer „zelf doen‟ in plaats van inkoop. Voor het tweede halfjaar 2011 heeft UWV (Werkbedrijf en SMZ) bij de herijking een aantal intensiveringsvoorstellen voor de ZW, de WIA/WGA en de nieuwe en oude Wajong ontwikkeld, waarmee naar verwachting circa 20.000 trajecten zou worden ingekocht en volgens toenmalige inschatting circa € 105 mln. van het totale budget wordt uitgeput. Voor de herijking is ook een risicoanalyse uitgevoerd. Werkbedrijf heeft aangegeven via de eigen P&Ccyclus niet alleen te sturen op het voorkomen van overschrijding, maar zeker ook op realisatie van het re-integratiebudget budget AG. UWV heeft in het Achtmaandenverslag 2011 gemeld dat de intensiveringen nog onvoldoende effect hebben gehad en dat extra intensiveringen zouden worden gedaan om in ieder geval (ook) voor de WIA en de ZW op het voor 2011 met SZW afgesproken aantal re-integratietrajecten uit te komen. De extra re-integratietrajecten zullen door hun late start tot slechts een beperkte stijging van de uitgaven in 2011 leiden. UWV raamt de onderuitputting op circa € 30 miljoen tot € 40 miljoen. SMZ heeft op verzoek van de RvB een memo opgesteld over de „Samenhang reintegratiebudget AG en interventies‟ welke op 2 augustus 2011 is besproken. Aanleiding hiervoor was de verwachting dat de sinds medio 2010 ingevoerde budget- en beheersmaatregelen ter bevordering van de sturing op het re-integratiebudget AG een aanzuigende werking zouden hebben op de zogeheten ZW Arbo interventies, bovenop de al bestaande trend van stijgende ZW Arbo interventiekosten. Voor de interventies als programmakosten ZW (open einderegeling) gelden namelijk geen beperkende inkoopmaatregelen. Tegelijkertijd vertoont het aandeel ZW Arbo in de uitnutting van het re-integratiebudget AG een afname. Inzicht in het inkoopproces van interventies en de analyse van de samenhang tussen interventies en reintegratiemiddelen AG en de mogelijkheden hierop te sturen bevordert de interne beheersing rondom beide geldstromen. De AD heeft in een steekproef vastgesteld dat de verantwoorde kosten bij ZW Arbo interventies niet altijd voldoen aan de Pagina 40 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
voorwaarden van ZW Arbo interventie. Mogelijk waren dit re-integratietrajecten ZW die verantwoord hadden moeten worden ten laste van het re-integratiebudget AG. SMZ heeft naar aanleiding hiervan in een vervolgonderzoek vastgesteld dat voor een deel van deze interventies in 2011 ook trajecten hadden kunnen worden ingekocht. Het achteraf overboeken van ingekochte interventies naar trajecten is echter niet mogelijk, omdat deze interventies niet voldoen aan de voorwaarden van een traject (bijvoorbeeld de resultaatverplichting). 4.5.5
Uitvoeringstoets taakstellend budget werkvoorzieningen
De inspectie ziet de uitvoeringstoets die UWV heeft uitgevoerd op het plan van de minister18 om vanaf 1 januari 2012 een taakstellend budget in te voeren op de werkvoorzieningen AG als voorbeeld van een aangescherpt risicobewustzijn van UWV. UWV adviseerde in zijn brief met uitvoeringstoets „Voorzieningen en budget AG‟ van 22 juli 201119 af te zien van het taakstellend budgetteren van werkvoorzieningen AG vanwege zwaarwegende bezwaren. In de visie van UWV was een wetswijziging nodig voor een taakstellend budget en voor herprioritering omdat UWV nu geen wettelijke grond heeft om cliënten af te wijzen bij ontoereikend budget. Ook was invoering per 1 januari 2012 onder andere niet uitvoerbaar vanwege het moeten aanbrengen van noodzakelijke aanpassingen op het gebied van registreren, sturen en verantwoorden. Als gevolg van het interne Verbeterplan Voorzieningen Werkbedrijf/SMZ wordt het voorzieningenproces geherstructureerd waardoor invoering van het taakstellend budget pas per 1 januari 2013 kan plaatsvinden. In ambtelijk overleg van augustus/september 2011 zijn definitieve afspraken20 gemaakt over het budgetteren van de werkvoorzieningen AG. Enerzijds houden die (onder andere) in dat de werkvoorzieningen AG per 2012 gebudgetteerd gaan worden, dat het budget structureel verhoogd is en dat een sluiting van de voorzieningenloketten bij een dreigende budgetoverschrijding niet mogelijk zal zijn. Anderzijds is met de bezwaren van UWV rekening gehouden, doordat het taakstellend karakter wordt geformuleerd als een maximale inspanning van UWV, waaronder selectieve inzet en tijdige melding van dreigende budgetoverschrijdingen, om binnen het budget te blijven en daarop te sturen. Daarnaast wordt voor het eerste jaar 2012 een afwijking van maximaal 10% boven het (al verhoogde) budget van € 144 miljoen door SZW als aanvaardbaar beschouwd, mede in het licht van de nog te ontwikkelen sturingsinstrumenten en het prognosemodel. UWV verwacht in 2012 aan de gemaakte afspraken te kunnen voldoen. 4.6 Planning & controlcyclus, waaronder managementinformatie 4.6.2
Algemeen
De inspectie stelt vast dat dat het systeem van risicobeheersing van Werkbedrijf in vergelijking met 2010 inmiddels expliciet onderdeel uitmaakt van de P&C-cyclus. De re-integratiebudgetten WW en AG zijn in de jaarplannen 2011 21 en 201222 van UWV expliciet benoemd als taakstellend. De afspraken over de re-integratiebudget18 19 20
21 22
Brief SZW aan UWV over uitvoeringstoets voorzieningen en budget AG, kenmerk R&P/RA/11/9210, van 6 juni 2011. Brief UWV aan SZW over U-toets budgetteren voorzieningen en budget AG, kenmerk SBK/83334/IK, van 22 juli 2011. De definitieve afspraken over het budgetteren van de werkvoorzieningen AG zijn vastgelegd in de brief van de staatssecretaris van SZW aan (de RvB) UWV, kenmerk R&P/RA/11/13835, van 7 september 2011, en door (de RvB) UWV aan minister en staatssecretaris van SZW bevestigd in de brief over het UWV Jaarplan 2012, kenmerk SBK/83707/GH, van 29 september 2011. Jaarplan met begroting 2011 van UWV van 30 september 2010. UWV Jaarplan 2012 van UWV van 29 september 2011.
Pagina 41 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
ten maken onderdeel uit van de (interne) pi‟s van Werkbedrijf, onder 13. Realisatie binnen Programmakostenbudget. Ook is onder- en overschrijding van re-integratiebudgetten en voorzieningenbudgetten in de Risico Update 2011 gesignaleerd als een van de strategische risico‟s. Hierover wordt in de loop van 2011 gerapporteerd in de maandrapportages van Werkbedrijf, waarbij behalve uitgebreide aandacht voor de re-integratiebudgetten WW en AG ook aandacht wordt besteed aan de loonkostensubsidies en de niet gebudgetteerde werkvoorzieningen. Zoals eerder opgemerkt heeft UWV de Risico Update gedefinieerd als een intern UWV-document. UWV rapporteert extern (aan SZW) uitgebreid over de beheersing en de uitputting van de reintegratiebudgetten in de tertaalverslagen 2011 (Viermaandenverslag en Achtmaandenverslag) in het hoofdstuk Begeleiden naar werk, paragraaf Beheersing re-integratiebudgetten. Werkbedrijf heeft aan alle districten hun budgetten laten weten door middel van een budgetbrief en een managementcontract is opgesteld met als opdracht binnen budget te blijven. In de budgetbrief heeft Werkbedrijf een kwartaalbedrag vrijgegeven en opgenomen dat er maandelijks wijzigingen kunnen zijn. De bedoeling van dit kwartaalbedrag is om per kwartaal de mogelijkheid te hebben om tot een budgetherziening te komen. Hiermee bereikt Werkbedrijf ook dat de inkoop gelijkmatig wordt verdeeld over het jaar. Werkbedrijf monitort maandelijks de uitputting van het budget en stuurt daar waar nodig bij. Zoals hiervoor bij 3.4.9 opgemerkt heeft Werkbedrijf met de zogeheten Tweede Oplevering de taken van de eigen afdeling Planning, Control en Financiën (PCF) uitgebreid met een monitor kwaliteitsrol, zowel op landelijk en regionaal niveau. Een van de verbetermaatregelen is het aanstellen in de districtsserviceteams van een financieel medewerker gericht op ondersteunende activiteiten monitoring en beheersing met primaire focus op de besteding van de re-integratiebudgetten. En onder verantwoordelijkheid van het hoofd PCF is een groep kwaliteitsmedewerkers toegevoegd voor het uitvoeren van controles op de bedrijfskritische processen/ registraties. 4.6.3
Re-integratiebudgetten en AD
Zoals hiervoor bij 3.4.8 aangegeven besteedt de AD UWV met name bij de risk based audits aandacht aan sturing en beheersing en risicomanagement gerelateerde onderwerpen. Ook komt dit aan bod in de „audits op verzoek‟ van het divisiemanagement. De re-integratiebudgetten WW en AG, maar ook de werkvoorzieningen en de ZW Arbo interventies zijn bij de risk based audits nadrukkelijk in beeld. Zo heeft de AD in 2011 audits en soms follow-up audits uitgevoerd op de sturing en beheersing van Werkbedrijf, ZW Arbo (interventies) en op verzoek van de directeur Werkbedrijf de Audit Voorzieningen. De audit action list geeft een overzicht van de voortgang en afronding van de afgesproken acties naar aanleiding van eerdere auditrapportages. Voor 2011 gaat dit om de follow-up op onderwerpen als de re-integratiebudgetten WW en AG 2011, de conversie en uitfasering SIR, WIA/WGA (werkvoorraden/overdracht SMZ naar Werkbedrijf). De RvB heeft naar aanleiding van kritische signalen van de AD met verzoek om actie opdrachten gegeven aan de verantwoordelijke divisiedirecteuren over de conversie en uitfasering SIR en ZW Arbo (interventies).
Pagina 42 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
5
Verbetermaatregelen Herbeoordelingen
5.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de verbetermaatregelen van UWV naar aanleiding van de conclusies en oordeelsvorming van IWI uit 2010 over de herbeoordelingen. De inspectie stelde in het rapport Risicobeheersing en re-integratiebudgetten UWV vast dat bij de herbeoordelingen geen zichtbare aandacht is voor het feit dat de bestaande capaciteit aan keuringsartsen/arbeidsdeskundigen niet toereikend is om de oplopende voorraad herbeoordelingen op te vangen. Daarnaast, zo stelde de inspectie, stuurt UWV op het niet uitvoeren van professionele herbeoordelingen, met een groeiende werkvoorraad als gevolg. UWV onderkende dit niet als risico, waardoor de ontwikkelingen niet werden geregistreerd of bewaakt. UWV merkte in reactie op het rapport van de inspectie op dat UWV prioriteiten heeft gesteld om het knelpunt van beperkte capaciteit van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen het hoofd te bieden. UWV heeft de opvatting dat wanneer andere prioriteiten waren gesteld, dit tot grotere knelpunten had geleid. Uit het perspectief van risicobeheersing merkte de inspectie hierover op dat het bij de herbeoordelingen wel degelijk gaat om het tijdig benoemen van risico‟s en het acteren van UWV hierop. De inspectie herkende de door UWV aangegeven prioritering. Dat laat onverlet, zo stelde de inspectie, dat na afloop van de eenmalige herbeoordelingsoperatie, waaraan de prioritering was gerelateerd, UWV de risico‟s en de beheersmaatregelen had kunnen herijken. Eerst nadat de inspectie UWV er eind 2009 op wees, voerde UWV de noodzakelijk impactanalyse uit en kwam er beleidsoverleg op gang met het ministerie van SZW. Verder stelde de inspectie dat knelpunten ook kunnen leiden tot risico‟s. De inspectie stelde in het vorige onderzoek vast dat de voorraad herbeoordelingssignalen van circa 112.000 zoals vermeld in het overzicht van UWV van 31 mei 2010 vast ligt in een viertal systemen. In Resa, SMF, HSB en UWV1 staan respectievelijk 73.000, 11.000, 26.000 en 2.000 signalen. Resa bevat herbeoordelingssignalen die betrekking hebben op de WAO, WAZ, WIA en Wajong. In UWV1 staan nog herbeoordelingssignalen WAO en WAZ opgenomen. In het HSB-systeem staan de herbeoordelingssignalen geregistreerd die zijn voortgekomen uit de eenmalige herbeoordelingsoperatie. In het kader van de kanteling van de organisatie, waarbij de SMZ-taken van de divisie AG zijn overgedragen aan de divisie SMZ, is door de divisie AG een overdrachtsdossier opgesteld. In dit overdrachtsdossier (van 10 december 2009 met status voorlopig) wordt inzicht geboden in de bestanden WAO, WAZ, Wajong en WIA en worden ook de voorraden herbeoordelingen voor deze wetten in aantallen genoemd en de systemen waarin deze aantallen staan geregistreerd. In dit overdrachtsdocument wordt bij de herbeoordelingen WIA het volgende opgemerkt: „Naast de wettelijk voorgeschreven herbeoordelingen worden er op initiatief van de verzekeringsarts of arbeidsdeskundige regelmatig professionele herbeoordelingen geïndiceerd en ook kan de klant een verzoek tot het doen van een herbeoordeling doen. In de registraties in Resa is niet zichtbaar welk type herbeoordeling wordt geactiveerd, er is alleen zichtbaar dat er een herbeoordeling is gepland.‟
Pagina 43 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Een uitzondering op het ontbreken van een typering van de herbeoordeling zijn de registraties in het HSB-systeem. Hierin is een categorisering aangebracht naar kansrijkheid van de cliënt. Er worden hierin vier categorieën onderscheiden. In het systeem staan 5.000 signalen vermeld die als het meest kansrijk zijn aangemerkt. De voorraden herbeoordelingen die in het overdrachtsdossier voor de diverse wetten zijn vermeld wijken af van de aantallen die naar de stand van 1 januari 2010 in het overzicht van 31 mei 2010 zijn opgenomen. Zoals ook uit het overzicht van 31 mei 2010 blijkt, moeten deze afwijkingen toegeschreven worden aan dubbeltellingen, 65+, overleden, en dergelijke). De bestanden zijn hiervoor geschoond; het gaat hierbij om 39.000 signalen. Gevolgen voorraadvorming herbeoordelingssignalen Het geen prioriteit geven aan de uitvoering van (professionele) herbeoordelingen heeft de volgende consequenties: Het rechtmatig handelen; voor een deel van de populatie herbeoordelingen is mogelijk sprake van herbeoordelingen die wettelijk gezien al uitgevoerd hadden moeten worden. Door deze herbeoordelingen niet uit te voeren wordt onrechtmatig gehandeld. Omvang is niet te traceren, omdat deze categorie herbeoordelingen niet als zodanig uit de systemen te herleiden zijn. Rechtmatige uitkering; een herbeoordeling kan leiden tot een herindicatie van belastbaarheid / mate van arbeidsongeschiktheid en daarmee mogelijk een wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid en de uitkering. SMZ heeft in zijn rapportage van maart 2010 gemeld dat het niet doen uitvoeren van herbeoordelingen consequenties heeft voor de grote geldstroom. Hierbij dient opgemerkt te worden dat ook cliënten de plicht hebben om veranderingen in hun gezondheidssituatie te melden aan UWV. Het klantperspectief; uitgaande van het gegeven dat de verzekeringsarts bij de claimbeoordeling richting klant kan hebben aangegeven dat hij de klant gelet op zijn medische situatie op een later tijdstip nog terug wil zien, kan de werkwijze van het UWV er toe leiden dat de klant in het ongewisse blijft. 5.2 Context De start van de divisie SMZ per 1 januari 2010 was complex, met een combinatie van een nieuwe organisatie, achterstanden in herbeoordelingen en werkplannen en een verhoogde instroom in de WIA. In 2010 heeft de divisie strak gestuurd op de productie onder het motto de „Basis op orde‟. Maandelijks werd gemonitord op de achterstanden en de verhoogde instroom, met als doel „schoon over‟ naar 2011. De veranderorganisatie had daarom in 2010 nog geen prioriteit. De actie „Schoon over‟ per 1 januari 2011 is geslaagd. SMZ scoorde op alle relevante pi‟s voldoende. SMZ heeft hiervoor veel extra budget (€ 36 miljoen) van de RvB toegekend gekregen, waarvan de juiste besteding is gemonitord en onderbouwd. Door de inhaalslag zijn wel de statistieken over productiviteit vertekend geraakt. Vanwege de nadruk op de productie in 2010 heeft SMZ de klassieke stafsturing van de vroegere divisie AG onveranderd verankerd in SMZ. SMZ heeft een sterke nadruk gelegd op kwaliteitsmetingen. Hierbij is bijv. geconstateerd dat ondanks de hogere instroom WIA er relatief minder toewijzingen zijn geweest. In 2011 is de divisie SMZ, in samenwerking met de divisies Werkbedrijf en Uitkeren, gestart met het project „Implementeren Nieuwe Herbeoordelingsbeleid‟. Het nieuwe beleid is beschreven in het document „(Her)beoordelingsbeleid UWV‟. De concrete doelstellingen zijn: Pagina 44 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
-
de voorraad openstaande herbeoordelingssignalen naar nul brengen; geen nieuwe openstaande voorraad herbeoordelingen opbouwen door de aanvraag en afhandeling van klantgedreven herbeoordelingen te wijzigen; de verantwoordelijkheid voor het opstarten van herbeoordelingen WIA en nieuwe Wajong te verleggen van SMZ naar de klant, het Werkbedrijf en Uitkeren. 5.3 Bevindingen inspectie
De inspectie stelt vast dat in 2010 een beleidsoverleg op gang gekomen is tussen UWV en het ministerie van SZW. Dit beleidsoverleg had ten doel om de oorzaken van de omvangrijke werkvoorraad herbeoordelingssignalen te analyseren en te komen tot een gemeenschappelijke aanpak. In het kader van deze aanpak is zowel gekeken naar de bestaande voorraad als de toekomstige uitvoering van de herbeoordelingen. Dit overleg had tot uitkomst dat een beleidskader voor herbeoordelingen is opgesteld. Dit beleidskader betekent voor de voorraad herbeoordelingssignalen per 1 januari 2010 dat voor de signalen WAO/WAZ en oude Wajong (circa 74.000) UWV geen initiatief neemt. Wel zal vanuit participatieperspectief de divisie Werkbedrijf van het UWV een deel van het zittend bestand oude Wajong screenen. Voor de WIA signalen geldt een ander regime. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in cliënten die 80-100% arbeidsongeschikt zijn (circa 7.600 cliënten) en de overige categorieën (circa 30.400). Van de cliënten 80-100% worden de herbeoordelingen afgewikkeld in een periode van maximaal 5 jaar. Tussen partijen is afgesproken dat gestart wordt met de signalen uit 2006 in 2011, 2007 in 2012, etcetera. Voor de overige categorieën, de cliënten met arbeidsmogelijkheden, geldt dat wordt ingezet op arbeidsparticipatie. UWV kan de inspectie nog steeds geen zuiver beeld geven over de aantallen en de status van de herbeoordelingssignalen. Inzicht in de mate van vervuiling in de systemen heeft UWV de inspectie niet kunnen bieden. Uit de door UWV overlegde documenten komt naar voren dat UWV onderkent dat de bestanden vervuild zijn. UWV merkt hierover op dat op 30 juni 2011 het overleg van de directeuren uitvoering het project heeft gedechargeerd. Het project heeft van de 111.902 ultimo 2009 openstaande signalen meer dan 50.000 openstaande signalen geschoond. De beschikbare informatie is vervuild. Uit de maandrapportage september 2011 van divisie SMZ blijkt dat de voorraad herbeoordelingssignalen ultimo september 2011 59.716 is. UWV onderneemt actie door het implementeren van een nieuw systeem (Simplex) per eind 2011. Doelstelling van dit systeem is dat de werkprocessen van SMZ hierop beter gaan aansluiten en dat Simplex gaat voorzien in juiste registraties en daarmee de basis vormt voor stuur- en verantwoordingsrapportages. De lopende- en nieuwe herbeoordelingssignalen worden in dit systeem geregistreerd, de afronding hiervan is voorzien medio 2012. Op dit moment is het voor UWV ook niet mogelijk de categorieën kansrijk in de bestaande systemen te registreren, ook hier moet Simplex de uitkomst bieden, planning medio 2012. Voor de uitvoering van de taken (werkpakketten) van de SMZ is de beschikbaarheid van verzekeringsgeneeskundigen en arbeidsdeskundigen één van de kritische succesfactoren. Onvoldoende capaciteit of externe beschikbaarheid van deze deskundigheden is een risico voor de uitvoering van het takenpakket van SMZ. In relatie tot het totale takenpakket stelt de inspectie vast dat er nog steeds een tekort is aan Pagina 45 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
verzekeringsgeneeskundigen en arbeidsdeskundigen, dit laatste mede een gevolg van de verhoogde instroom in de WIA. Met betrekking tot de werving van artsen merkt UWV in de verantwoordingsrapportages aan het ministerie van SZW het volgende op: voldoende bezetting van verzekeringsartsen blijft een punt van aandacht. het belang van een efficiënte inzet van verzekeringsartsen wordt des te groter, omdat UWV in de uitwerking van het regeerakkoord tijdelijk meer werk krijgt in de uitoefening van de taak als indicatiesteller en het aantal arbeidsongeschikten naar verwachting zal stijgen. om zo efficiënt mogelijk met de bezetting van verzekeringsartsen om te gaan wil UWV vanaf 2012 werken met taakdelegatie, sociaal medisch verpleegkundigen en – secretaresses onder verantwoordelijkheid van de verzekeringsarts. verder zet UWV in op werving en selectie en arbeidsmarktcommunicatie. Door wervingsacties (project Flair) en herinrichting van de processen, taakdelegatie, probeert UWV de risico‟s te beperken. Over 2010 zijn 52 nieuwe verzekeringsartsen geworven en voor 2011 45. Daarnaast werft SMZ zogeheten ANIOS (artsen niet in opleiding tot specialist), met name voor de uitvoering van het ziektewetproces (ZWArbo). Dit is volgens UWV net voldoende om de jaarlijkse uitstroom van verzekeringsartsen te kunnen compenseren. Taakdelegatie (inzetten van medisch secretaresses in het claimproces en verpleegkundigen in het Ziektewetproces) is een van de maatregelen om het capaciteitstekort terug te dringen. Per 1 oktober 2011 voert UWV een eerste pilot uit met 100 verzekeringsartsen, waarvan 50 worden ondersteund door verpleegkundigen en 50 door medisch secretaresses. De RvA van SMZ, waaronder ziekenhuisdirecteuren, adviseren hierbij. In december 2011 zal een evaluatie van deze pilot plaatsvinden. Verder streeft SMZ ook naar demedicalisering door de re-integratie-begeleider leidend te maken. Hierover zijn in de zomer van 2010 afspraken gemaakt met SZW. De inspectie stelt vast dat de aandacht van risicomanagement binnen de divisie SMZ is vergroot via een aantal lijnen: meer aandacht voor risicomanagement in de verantwoordingsrapportages en verantwoordingsgesprekken; houden van CRSA-sessies, onder andere in het kader van het jaarplan 2012. opleiden van medewerkers in CRSA in districten en Hoofdkantoor. deelname in risicoplatform. Uit de verantwoordingsrapportages stelt de inspectie vast dat door UWV risico‟s worden benoemd in het kader van de verhoogde instroom WIA, het bekorten van de beslistermijnen per 2012, en de uitstroom van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen als gevolg van natuurlijk verloop en het hiermee gepaard gaande capaciteitstekort. In januari 2011 is een start gemaakt met het inrichten van risicomanagement conform het CRSA-model. CSRA-sessies worden uitgevoerd en zorgen voor een groter risicobewustzijn binnen SMZ. De CRSA‟s leveren ook voor de risicoparagrafen in de maandrapportages input. De divisie SMZ voelt zich bij de U-toetsen voldoende gehoord door SZW. Voor 2012 zijn veel acties ingezet, maar SMZ moet bijna boven zichzelf uitstijgen om dit te realiseren. SMZ kan de taakstelling in beginsel aan, maar heeft ook aangegeven wel vooraf met het ministerie van SZW besproken te willen hebben welke noodmaatregelen eventueel mogelijk zijn.
Pagina 46 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
De inspectie stelt vast dat de risico‟s van het niet realiseren van het nieuwe herbeoordelingsbeleid niet in de verantwoordingsrapportages van UWV aan het ministerie van SZW worden benoemd. Hiervoor was volgens UWV geen aanleiding omdat met het ministerie van SZW afspraken waren gemaakt over de uitvoering van het nieuwe herbeoordelingsbeleid. Gaandeweg is een aanzienlijke stijging van de WIA instroom ontstaan waardoor dit risico zich is gaan manifesteren. UWV heeft de prioritering belegd bij de verhoogde instroom WIA. In de Risico Update 2011 T2 (Update T2) wordt het niet realiseren van het vastgestelde herbeoordelingsbeleid voor het eerst opgevoerd als nieuw risico. In de Update T2 is het risico als volgt omschreven: „Door gebrekkige registratie van de soorten herbeoordelingen per doelgroep ontstaat er geen goed beeld over de uitvoering van het herbeoordelingsbeleid. Tevens zijn de werkprocessen landelijk onvoldoende gecommuniceerd en geïmplementeerd waardoor het beleid onvoldoende wordt uitgevoerd.‟ Als toelichting hierop is in de Update T2 het volgende verwoord: „Eind 2010 zijn met het Ministerie afspraken gemaakt over een gezamenlijk beleidskader hoe UWV omgaat met de ontstane voorraad herbeoordelingssignalen en de mannier waarop in de toekomst planning en afhandeling van herbeoordelingen zal plaatsvinden. De implementatie van de oude signalen voor WAO/WAZ en WIA (cohortsgewijze afhandeling) is afgerond in combinatie met een verdeling van taken (LGU) tussen Uitkeren en SMZ. De inregeling van het werkproces van vraaggestuurde- en klantgedreven herbeoordelingen vraagt een UWV brede implementatie en verloopt nog niet conform het nieuwe herbeoordelingsbeleid, waardoor de effecten van het nieuwe herbeoordelingsbeleid achterblijven en het knelpunt in het te kort aan VA- en AD-capaciteit zich blijft manifesteren. Risicoanalyse en Handhaving en JCK vraagt aandacht voor focus op rechtmatigheid uitkering (naast focus op participatie).‟ De AD UWV heeft in het derde kwartaal 2011 een Audit Herbeoordelingen uitgevoerd. Deze audit heeft geleid tot de volgende voorlopige uitkomsten. Op 16 november 2010 is het herbeoordelingsbeleid vastgesteld door de RvB. In 2011 is gestart met de invoering van herbeoordelingsbeleid. De divisies SMZ en Uitkeren hebben het nieuwe beleid vertaald in uitvoeringsinstructies en deze vanaf januari tot en met oktober 2011 respectievelijk maart tot en met juli 2011 gecommuniceerd aan de uitvoering door middel van uitvoeringsberichten. Door middel van meerdere stafcoachingsbijeenkomsten zijn de verzekeringsartsen geïnformeerd over de achterliggende gedachte van het nieuwe beleid. Uit de UWV maandrapportage van oktober 2011 aan de Raad van Bestuur blijkt dat in 2011 10.376 herbeoordelingen zijn uitgevoerd. De AD UWV stelt, evenals de inspectie, op een aantal niveaus onvolkomenheden vast in de uitvoering van de herbeoordelingen. Dit betreft vooral de uitrol van de activiteiten (herbeoordelingen) van de divisie SMZ naar de divisie Werkbedrijf, de informatievoorziening (onduidelijk beeld over aantallen, moeilijk te reproduceren als gevolg van meerdere systemen) en niet adequate sturing en verantwoording als gevolg van vervuilde bestanden. De uitwerking van het beleidskader voor het Werkbedrijf is nog in ontwikkeling. Indien de arbeidsdeskundige/werkcoach in de praktijk vastloopt in zijn re-integratie wordt de “professionele driehoek” geconsulteerd, indien conclusie is belasting/ belastbaarheid is gewijzigd, wordt de klant dringend geadviseerd een herbeoordeling aan te vragen. Doet hij/zij dit niet, blijft „oude‟ oordeel van kracht en daarmee de plicht van de klant om mee te werken aan re-integratie. Bij dan verwijtbaar handelen wordt een maatregel opgelegd. Pagina 47 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
De stuur- en verantwoordingsinformatie is op centraal niveau nog niet adequaat omdat de beschikbare informatie vervuild is, waardoor het ontbreekt nog aan inzicht in afwikkeling van signalen in primaire systemen. In de maandrapportage van SMZ waren de herbeoordelingen tot december 2011 geen thema. Met ingang van de maand december worden de vervuilde voorraadcijfers in de maandrapportage opgenomen. De schoning van de herbeoordelingssignalen is een aandachtspunt voor de komende periode. In de maandrapportage van SMZ is het thema herbeoordelingen daarmee thans een vast onderdeel geworden. In de maandrapportage van FEZ aan de RVB zijn deze al eerder in 2011 benoemd als risico. In de Update T2 wordt melding gemaakt dat het proces nog niet op orde is.
Pagina 48 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Lijst van afkortingen AD UWV Adviescommissie Arbo ASB Awf BKWI BZ B&B Commissie CC COSO CRM CRSA CWI DO ERM FEZ HRM ICT INK IWI K&S LTO MT NGSZ PAWA PCF P&C RUA RvA RvB SG SUWI SBK SIR SMZ SMART SZW TVB UGD UWV U-toets Wajong Wfsv WGA Wia WW ZW
Accountantsdienst van UWV Adviescommissie Strategische Bedrijfsvoering Arbeidsomstandigheden Adviescommissie Strategische Bedrijfsvoering Algemeen werkloosheidsfonds Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (onderdeel UWV) Bestuurszaken (afdeling van UWV) Bezwaar & Beroep (afdeling van UWV) Commissie Interne Sturing UWV Concern Control (UWV) The Committee of Sponsoring Organisations of the Threadway Commission Customer Relations Management Control Risk Self Assessment Centra voor Werk en Inkomen Directeuren Overleg (binnen UWV) Enterprise Resource Management Directie Financieel-Economische Zaken (UWV en SZW) Human Resources Management (afdeling van UWV) Informatie en Communicatie Technologie Instituut Nederlandse Kwaliteit Inspectie Werk en Inkomen Klant & Service (divisie van UWV) Land- en Tuinbouworganisatie Nederland Management team (SZW) Nederlands Genootschap Sociale Zekerheid Passend Werkaanbod Planning Control & Financiën (afdeling binnen UWV-divisies) Planning & Control Directie Relatiebeheer, Uitvoeringsontwikkeling en Aansturing (SZW) Raad van Advies Raad van Bestuur Secretaris-Generaal (SZW) Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen Strategie, Beleid en Kennis (afdeling van UWV) Systeem Inkoop Re-integratie Sociaal-Medische Zaken (divisie van UWV) Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Realistisch en Tijdgebonden Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden UWV Gegevensdiensten (divisie van UWV) Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Uitvoeringstoets Wet arbeidsgeschiktheid jonggehandicapten Wet financiering sociale verzekeringen Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen Werkloosheidswet Ziektewet
Pagina 49 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Bijlagen Bijlage 1 Lijst met grote dossiers De Lijst met Grote Dossiers, zoals vastgesteld op 9 november 2011, is in tweeën gesplitst. De eerste 6 dossiers (grote beleidsdossiers) hebben een grote impact voor UWV en zullen naar verwachting langdurig de agenda bepalen. De tweede categorie (actuele uitvoeringsdossiers) omvat 4 dossiers, die vermoedelijk slechts een korte tijd op de agenda staan, waarbij de agendering veelal het gevolg was van een incident, dat inmiddels is afgewikkeld. De lijst bevat per thema een korte verantwoording waarom het thema als groot dossier wordt beschouwd en verwoordt de specifieke afspraak die ten aanzien van dat dossier wordt gemaakt. De lijst bestaat uit de volgende onderwerpen: (Grote beleidsdossiers) 1. Invulling (financiële) Taakstelling; 2. Redesign Werkbedrijf; 3. Vereenvoudiging wet- en regelgeving; 4. Werken naar Vermogen (incl. herbeoordeling Wajong); 5. Modernisering ZW (incl. Arborol); 6. Intensivering Handhaving (Fraudeaanpak en Werkweigering (LTO en PaWa)); (Actuele uitvoeringsdossiers) 7. Voorzieningen; 8. Sturingsrelatie; 9. Integriteit; 10. ICT, borging continuïteit en risicobeheersing. Bijlage 2 Risico Update T1 De UWV Risico Update voor het eerste tertaal 2011 (update T1) omvat 14 risico‟s: 1. Ontevreden klanten c.q. uitval van klanten als gevolg van aangepast dienstverleningsconcept (par. 2.2); 2. Niet tijdig realiseren van organisatieverandering benodigd voor nieuw business model (par. 2.3); 3. Niet tijdig realiseren Roadmap ICT ten behoeve van nieuw business model (par. 2.4); 4. Niet (tijdig) realiseren business plan UWV als gevolg van overmatige stapeling van IV-veranderactiviteiten in combinatie met zich ontwikkelend verandermanagement (par. 2.5); 5. Niet tijdig realiseren bezuinigingen voortvloeiend uit vereenvoudiging (par. 2.6); 6. Niet realiseren handhavingafspraken met het ministerie (par. 2.7); 7. In de toekomst niet realiseren uitvoeringsafspraken WIA (par. 2.8); 8. Niet tijdig realiseren van ZW-Arbo afspraken (par. 2.9); 9. Imagoschade UWV en/of vertrouwensbreuk met vertegenwoordigers sectoren en/of verzekeraars in verband met onjuiste premiestelling (par. 2.10); 10. Productieverlies door Redesign (par. 2.11); 11. Onder-/overschrijding van re-integratie-/voorzieningenbudgetten (par. 2.12); 12. Verstoringen c.q. klantreacties als gevolg van aanpassingen primaire systemen (par. 2.13);
Pagina 50 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
13. Niet (tijdig) realiseren nieuwe wet- en regelgeving e/o businessplan UWV als gevolg van een overmatige opstapeling van uitvoeringstoetsen (par. 2.14); en 14. Werknemerstevredenheid (par. 2.15). Bijlage 3 Risico Update T2 De UWV Risico Update voor het tweede tertaal 2011 (update T2) omvat 17 risico‟s: 1. Ontevreden klanten c.q. uitval van klanten als gevolg van aangepast dienstverleningsconcept (par. 3.2); 2. Niet tijdig realiseren van organisatieverandering benodigd voor nieuw business model (par. 3.3); 3. Niet tijdig realiseren Roadmap ICT ten behoeve van nieuw business model (par. 3.4); 4. Niet (tijdig) realiseren business plan UWV als gevolg van overmatige stapeling van IV-veranderactiviteiten in combinatie met zich ontwikkelend verandermanagement (par. 3.5); 5. Niet tijdig realiseren bezuinigingen voortvloeiend uit vereenvoudiging (par. 3.6); 6. Niet realiseren handhavingsafspraken PaWa met het ministerie (par. 3.7); 7. In de toekomst niet realiseren uitvoeringsafspraken WIA (par. 3.8); 8. Niet tijdig realiseren van ZW-Arbo afspraken (par. 3.9); 9. Imagoschade UWV en/of vertrouwensbreuk met vertegenwoordigers sectoren en/of verzekeraars in verband met onjuiste premiestelling (par. 3.10); 10. Productieverlies door Redesign (par. 3.11); 11. Onder-/overschrijding van re-integratie-/voorzieningenbudgetten (par. 3.12); 12. Verstoringen c.q. klantreacties als gevolg van aanpassingen primaire systemen (par. 3.13); 13. Verhoogde instroom van bezwaren (par. 3.14); 14. Niet realiseren van herbeoordelingsbeleid (par. 3.15); 15. Niet realiseren Handhavingsplan 2012 (par. 3.16); 16. Hogere productie als gevolg van ongewisse economische situatie (par. 3.17); 17. Niet realiseren verbeteringen in het kader van interne sturing (par. 3.18). Bijlage 4 Sturingsrelatie SZW-UWV Over de verbetering van de sturingsrelatie en de samenwerkingsafspraken SZWUWV zijn in het voorjaar 2011 gesprekken gevoerd tussen UWV en SZW op bestuurlijk en ambtelijk niveau. In een gezamenlijke bespreeknotitie zijn de concrete sturings- en samenwerkingsafspraken vastgelegd. Deze gezamenlijke bespreeknotitie is in overleg tussen SZW en UWV eind juni 2011 formeel vastgesteld. De afspraken zijn ingedeeld in de volgende drie categorieën: 1. Een gedisciplineerde sturingsrelatie, met name gericht op de relatie SZW-UWV; 2. Relatie opdrachtgever-eigenaar; 3. Intern UWV. Ad 1. Een gedisciplineerde sturingsrelatie 1. De kennis en expertise van UWV wordt vanaf de start van uitwerking van een beleidsvoornemen betrokken. SZW deelt de startnotitie die door de beleidsdirecties wordt gemaakt met het UWV. UWV levert input op het beleidsvoornemen via een quick scan. 2. Naast een uitvoeringstoets voor wetgevingstrajecten wordt ook voor andere beleidsvoorstellen een uitvoeringstoets gevraagd. Beleidsdirecties versturen de verzoeken om een uitvoeringstoets. UWV levert de uitvoeringstoets in principe binnen 6 weken, tenzij. In de aanvraag voor de uitvoeringstoets geeft SZW aan Pagina 51 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
23
welke verantwoordings- en beleidsinformatie zij wenst. UWV/SBK nodigt bij de startbijeenkomst voor de uitvoeringstoets binnen UWV standaard de betrokken beleidsmedewerker en iemand van RUA uit. De beleidsdirecties reageren op een uitvoeringstoets binnen 6 weken, tenzij. Nadat het beleid ontwikkeld is en het - indien van toepassing- in de Kamer behandeld is, vindt bij grote trajecten een overleg plaats tussen UWV en SZW over de implementatie. Tijdens dit gesprek kan SZW zicht krijgen op de implementatie en kan UWV duidelijkheid verkrijgen over het door te voeren beleid. SZW (RUA) zorgt voor een actuele beleidskalender, waarmee overzicht wordt gehouden op alle lopende beleidsprocessen23. Hierin wordt ook, waar mogelijk, relevant beleid van andere departementen opgenomen. De beleidskalender wordt maandelijks geactualiseerd en de belangrijkste punten worden besproken in het (voorbereidende overleg voor het) beleidsagendaoverleg. Elk jaar wordt er in de zomerperiode een „werkgroep‟ ingericht die bekijkt waar deregulering mogelijk is. Deze werkgroep heeft een steeds wisselende samenstelling (zodat er een frisse blik blijft). In de RvB UWV – MT SZW sessie na de zomer kan er dan een notitie van het werkgroep besproken worden. Zodra beleid uitgevoerd wordt, wordt het onderdeel van de P&C-cyclus. Deze cyclus wordt vereenvoudigd door: in 2012 over te gaan van tertaal- naar halfjaarrapportages. Er worden nog afspraken gemaakt over het moment van de halfjaarsrapportage. het conceptjaarplan om te vormen tot een productieplan. Dit betekent dat in dit plan de productie, volumes en verdeling van de uitvoeringskosten over de verschillende budgetten wordt opgenomen. een beperkter meerjarenbeleidsplan op te stellen. Dit betekent dat dit een financieel meerjarenoverzicht geeft. Het meerjarenbeleidsplan kan daarmee input leveren voor de beleidsbrief die de minister van SZW aan de minister van Financiën stuurt. integratie van P&C-producten van UWV en BKWI. Het budget van BKWI blijft nog wel apart zichtbaar. inrichting van een structurele „egalisatiereserve‟ (inclusief de juridische haalbaarheid) met daarnaast een tijdelijk bestemmingsfonds frictiekosten, waarbij de komende periode volledige prioriteit gegeven wordt aan vulling van het bestemmingsfonds frictiekosten. bij het opstellen van ramingen van implementatie- en structurele kosten van nieuw beleid aan de hand van twee concrete casussen inzicht in elkaars werkwijze te krijgen en waar nodig nadere afspraken te maken. Bij incidenten in de uitvoering vindt altijd in eerste instantie contact plaats tussen SZW/RUA en UWV/SBK, zodat bekeken kan worden wat het proces zou moeten zijn en wie betrokken moet worden. Beleidsdirecties en divisies worden betrokken waar nodig. Aan de hand van een aantal concrete voorbeelden zal worden uitgewerkt hoe dit in de praktijk gaat werken. Voorafgaand aan elk jaar wordt tussen UWV en SZW een aantal grote dossiers afgesproken waaraan extra aandacht besteed zou moeten worden en die veelvuldig in contact tussen UWV en SZW aan de orde komt. Er wordt dan ook afgesproken hoe dit contact plaatsvindt (extra rapportages, standaard op agenda overleg SZW-UWV, etcetera.). De Lijst met Grote Dossiers wordt vastgesteld in het overleg tussen de eigenaar en de voorzitter RvB en wordt beheerd door directeur SBK en directeur RUA. De lijst wordt gedurende het jaar geactualiseerd. Het rechtmatigheidstoezicht wordt gebaseerd op de single auditgedachte. Voor het systeemgerichte toezicht hanteert IWI de met de beleidsdirecties en UWV besproken toezicht- en toetsingskaders. Om dit te kunnen realiseren is een medeparaaf van het account RUA op de uitgaande brieven naar UWV nodig.
Pagina 52 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Actief stakeholdermanagement/public affairs UWV krijgt ruimte voor public affairs en mediabeleid, inclusief het kunnen leveren van een bijdrage aan het vergroten van de kennis bij politieke besluitvormers over het functioneren en de maatschappelijke meerwaarde van UWV. UWV plaatst SZW hierbij niet voor verrassingen. Ten aanzien van contacten met de Kamer wordt, net als nu, toestemming bij de minister gevraagd. Ad 2. Relatie opdrachtgever en eigenaar 10. De rol van de eigenaar van UWV en de opdrachtgever van UWV wordt nadrukkelijker gescheiden. RUA ondersteunt daarbij zowel de eigenaar als de opdrachtgever en heeft daarmee het overzicht. Dit betekent uiteraard niet dat alles via RUA verloopt. SZW/FEZ is verantwoordelijk voor de ramingen van de uitvoeringskosten. Daarnaast ondersteunt SZW/FEZ de budgethouder RUA. DG P&I en DG WERK met de daaronder ressorterende beleidsdirecties (inclusief RUA) zijn de opdrachtgevers van UWV. Er is een hierop toegesneden, doelmatige overlegstructuur, waarbij stroomlijning van overleggen plaatsvindt. Er zal systematisch worden gekeken of overleggen echt noodzakelijk zijn en of voor opschaling gekozen dient te worden. 11. Beleidsdirecties hebben contact met UWV over beleidsvoorstellen. Zo gauw er formele afspraken gemaakt worden, worden deze ingebracht in de formele overlegstructuur, waar de accounts UWV/SBK en RUA altijd aanwezig zijn. 12. Er wordt nadrukkelijk gekeken naar de frequentie en noodzaak van overleggen. De nieuwe overlegstructuur van UWV met SZW is op 1 september 2011 ingevoerd. In oktober 2011 is ook de vergaderagenda 2012 al vast gesteld. De eigenaarrol en opdrachtgeverrol komen in het voorgestelde model uiteindelijk samen in het BO tussen de RvB UWV en de minister en staatssecretaris. De volgende zogeheten eigenaaroverleggen zijn gedefinieerd: Overleg eigenaar (SG SZW) met voorzitter RvB UWV (tevens het escalatieniveau voor SZW als eigenaar); Aansturingoverleg; Voorbereidend aansturingoverleg; PO directeur RUA en directeur SBK; periodiek overleg op lager niveau dat zich richt op uitvoering afspraken over P&C-cyclus en onderhoud light-model en MT SZW-RvB UWV. Als zogeheten opdrachtgeveroverleggen zijn gedefinieerd: Beleidsagendaoverleg (Voorportaal voor beleidsbeslissingen die politieke besluitvorming behoeven en escalatieniveau); Voorbereidend beleidsagendaoverleg. Ad 3. Intern UWV Binnen UWV loopt een intern traject onder verantwoordelijkheid van de RvB. Naar mate binnen UWV de informatievoorziening en sturing verbetert, kan SZW meer ruimte geven aan UWV. In 3.4.9 onder Ad 2. Interne sturing is dit al behandeld. Bijlage 5 Samenvatting conclusies over verbetermaatregelen In de volgende tabel zijn de conclusies opgenomen over de mate waarin de verbetermaatregelen van UWV op de risicobeheersing een voldoende invulling hebben gegeven aan de verbeterpunten van IWI en de aanbevelingen van de Commissie. De inspectie betrekt van de aanbevelingen van de Commissie de aanbevelingen 1 t/m 3 en 6 t/m 9 in haar onderzoek en brengt de status quo hiervan eind 2011 in beeld. De aanbevelingen 4, 5 en 10 zijn geen specifiek object van onderzoek voor de inspectie, aangezien deze de sturingsrelatie SZW-UWV betreffen waar de inspectie geen toezicht op houdt. Deze worden meegenomen in de beschreven context van randvoorwaarden, die (mede) van invloed zijn op het functioneren van het risicomanagement van UWV.
Pagina 53 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
Bij het oordeel wordt een onderscheid gemaakt naar de opzet en de werking van de verbetermaatregelen. De kolom Werking is ingevuld bij wijze van een „uitzonderingsrapportage‟, om onnodige dubbelingen van de tekst in de kolom Opzet te vermijden. De inspectie hanteert voor de oordelen een kleurenschema: Verbetermaatregel voldoet = groen (+); Verbetermaatregel is onderhanden = oranje (=); Verbetermaatregel voldoet niet of ontbreekt = rood (-). Verbetermaatregel
Opzet
Werking
De opzet kon worden verbeterd
+
=
door meer expliciete informatie af
UWV heeft gekozen voor een meer
UWV heeft zijn afwegingen
te dwingen over risico‟s in relatie
pragmatische werkwijze voor de
voor de pragmatische
tot beoogde doelen en de wijze
risicobeoordeling, het bepalen van
werkwijze beschreven in de
waarop risico‟s worden opgepakt.
de risicoresponse en voor de risico-
Risico Update, waarin de
Hiervoor dient de risicotolerantie
indicatoren. (1.4.3)
uitkomsten van de kwalita-
en strategie meer expliciet te
UWV heeft naast de reguliere P&C-
tieve aanpak worden
worden uitgeschreven.
cyclus een aantal specifiek op
samengevat. (1.4.3/3.4.3)
risicomanagement gerichte overleg-
Bij de in 2011 verplichte
gen en instrumenten ingericht,
CRSA‟s ter voorbereiding
waarmee op verschillende organisa-
van het jaarplan is voor
torische niveaus aandacht wordt
enkele divisies nog wel
besteed aan risico‟s en risicobeheer-
sprake van een groeiproces
sing. Dit betreft het Risicosignale-
wat betreft de mate waarin
ringsoverleg, het Platform Risico-
en de kwaliteit waarmee de
management, de Control Risk Self
risicoanalyses worden
Assessment en de Lijst met Grote
uitgevoerd. (1.4.5)
Dossiers (specifieke beleidsrisico‟s
De afgesproken werkwijze
die extra aandacht behoeven).
tussen SZW en UWV met
(1.4.5/1.4.9)
de Lijst met Grote Dossiers,
De UWV Risico Update geeft per
als een soort jaarlijks
tertaal het binnen de Groepsraad
wisselende „flexibele schil‟
gedeelde en complete beeld van de
op de P&C-cyclus en als
belangrijkste (onderkende) strategi-
vast agendapunt bij alle
sche risico‟s uit de UWV-brede
relatie- en sturingsoverleg-
risicomatrix, hoe deze worden
gen is nog pril en zal zich in
beheerst en door wie. Door de
de praktijk moeten bewij-
risico-eigenaren (divisies/directies)
zen. (1.4.5)
zich in hun maandrapportages over
Algemeen aandachtspunt
de status van de risico‟s te laten
bij de inbedding van de
verantwoorden, de beoordeling van
risicobeheersing in de P&C-
deze rapportages door FEZ en AD,
cyclus, bijvoorbeeld de
de samenvatting daarvan in de UVW
Risico Update, is dat be-
maandrapportage van FEZ voor de
heersingsmaatregelen wel
RvB en het gebruiken van de Risico
proactief voorbereid moe-
Updates voor de opstelling van de
ten worden, maar niet
divisie/ directiejaarplannen en het
noodzakelijk ook meteen
UWV jaarplan 2012 wordt de risico-
uitgevoerd hoeven te
beheersing ingebed in de P&C-
worden. (1.4.6)
cyclus van UWV. (1.4.6)
Het gebruiken van de Risico
UWV legt in de tertaalverslagen en
Updates ook voor de op-
het jaarverslag verantwoording af
stelling van de divi-
aan de opdrachtgever SZW over de
sie/directiejaarplannen is
risicobeheersing en de interne
gedeeltelijk nog een zaak
Verbeterpunten IWI 1.
Pagina 54 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
sturing. UWV heeft in het jaarplan
van de langere termijn.
2012 de risico‟s benoemd die aan-
(1.4.6)
sluiten op de exogene ontwikkelingen zoals de gevolgen van de economische crisis en de taakstelling van het Kabinet RutteVerhagen. (1.4.7)
2.
Het systeem was niet ingericht op
+
=
veranderende taken en functies
UWV heeft de uitgangspunten voor
Bij de in 2011 verplichte
van het UWV, die buiten de regu-
risicomanagement uitvoerig be-
CRSA‟s ter voorbereiding
liere (wets)processen vallen. Ook
schreven in diverse documenten.
van het jaarplan is voor
op andere verandertrajecten was
Risicomanagement is ingebed in de
enkele divisies nog wel
het systeem niet optimaal inge-
P&C-cyclus. UWV maakt hierbij
sprake van een groeiproces
richt.
onderscheid in risico‟s in de regulie-
wat betreft de mate waarin
re uitvoering en in de verandertra-
en de kwaliteit waarmee de
jecten. UWV heeft in 2011 een
risicoanalyses worden
aantal verbetermaatregelen doorge-
uitgevoerd. (1.4.5)
voerd, waarmee de inrichting van
De afgesproken werkwijze
het risicomanagement is versterkt.
tussen SZW en UWV met
(1.4.4)
de Lijst met Grote Dossiers,
UWV heeft naast de reguliere P&C-
als een soort jaarlijks
cyclus ook een aantal risicomana-
wisselende „flexibele schil‟
gementoverleggen en -instrumenten
op de P&C-cyclus en als
(Risicosignaleringsoverleg, Platform
vast agendapunt bij alle
Risicomanagement, CRSA en de
relatie- en sturingsoverleg-
Lijst met Grote Dossiers) ingericht,
gen is nog pril en zal zich in
waarmee op verschillende organisa-
de praktijk moeten bewij-
torische niveaus aandacht wordt
zen. (1.4.5)
besteed aan risico‟s en risicobeheersing. (1.4.5/1.4.9) De UWV Risico Update geeft per tertaal het binnen de Groepsraad gedeelde en complete beeld van de belangrijkste (onderkende) strategische risico‟s uit de UWV-brede risicomatrix, hoe deze worden beheerst en door wie. Door de risico-eigenaren (divisies/directies) zich in hun maandrapportages over de status van de risico‟s te laten verantwoorden, de beoordeling van deze rapportages door FEZ en AD, de samenvatting daarvan in de UVW maandrapportage van FEZ voor de RvB en het gebruiken van de Risico Updates voor de opstelling van de divisie/ directiejaarplannen en het UWV jaarplan 2012 wordt de risicobeheersing ingebed in de P&Ccyclus van UWV, ook voor veranderende taken en functies buiten het reguliere wetstraject. (1.4.6) De AD zet naast de reguliere audittaken capaciteit in op het onder-
Pagina 55 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
steunen van het verder vormgeven van het risicomanagement. Voorbeelden zijn deelname aan het Risicosignaleringsoverleg, het continue monitoren en het op verzoek faciliteren van de CRSA‟s van divisies/directies. (1.4.8)
3.
Risicoparagrafen in interne mana-
+
=
gementrapportages 2010 werden
Als onderdeel van de inbedding van
De risicomanagementpara-
vaak niet of summier uitgewerkt.
risicobeheersing in de P&C-cyclus
graaf in de maandrappor-
moeten de risico-eigenaren (divi-
tages van enkele divisies is
sies/directies) zich in hun maand-
nog niet in lijn met de
rapportages over de status van de
risico‟s van de Risico Upda-
risico‟s uit de Risico Update verant-
te. Hier is nog sprake van
woorden, welke rapportages door
een groeiproces, soms
FEZ en AD worden beoordeeld en
mede in afwachting van
waarvan de samenvatting in de
nog uit te voeren CRSA‟s.
UVW maandrapportage van FEZ
(1.4.5/1.4.6)
voor de RvB wordt opgenomen. (1.4.6)
4.
Het bevorderen van het risicobe-
+
=
wustzijn van de organisatie en het
Alle (verbeter)maatregelen inzake
De inspectie ziet de uitvoe-
inrichten van de Auditcommissie.
risicobeheersing dragen bij aan het
ringstoets „Voorzieningen
bevorderen van het risicobewustzijn
en budget AG‟ van UWV als
binnen de organisatie.
voorbeeld van een aange-
De nieuwe Sturingsvisie 2011-2015
scherpt risicobewustzijn
voor UWV benadrukt het belang van
van UWV en het streven
scherp sturen en het beheersen van
om met de stuurder duide-
risico‟s in de uitvoering. (1.4.2)
lijke en realistische afspra-
Dit geldt ook voor het uitvoering
ken te maken over het (in
beschrijven van de uitgangspunten
dit geval) invoeren vanaf 1
voor risicomanagement in diverse
januari 2012 van een
documenten, de inbedding van
taakstellend budget op de
risicomanagement in de P&C-cyclus,
werkvoorzieningen AG.
het onderscheid maken tussen
(1.5)
risico‟s in de reguliere uitvoering en
Vanwege de wisselingen in
in de verandertrajecten en de
de RvB is besloten om met
verbetermaatregelen waarmee de
vervolgacties voor de ASB
inrichting van het risicomanagement
te wachten tot de nieuwe
is versterkt. (1.4.4)
voorzitter van de RvB in
UWV heeft naast de reguliere P&C-
functie is getreden, niet
cyclus ook een aantal risicomana-
eerder dan 1 januari 2012.
gementoverleggen en -instrumenten
(1.4.9)
(Risicosignaleringsoverleg, Platform Risicomanagement, CRSA en de Lijst met Grote Dossiers) ingericht, waarmee op verschillende organisatorische niveaus aandacht wordt besteed aan risico‟s en risicobeheersing. (1.4.5) De UWV Risico Update geeft per tertaal het binnen de Groepsraad gedeelde en complete beeld van de belangrijkste (onderkende) strategi-
Pagina 56 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
sche risico‟s uit de UWV-brede risicomatrix, hoe deze worden beheerst en door wie. Door de risico-eigenaren (divisies/directies) zich in hun maandrapportages over de status van de risico‟s te laten verantwoorden, de beoordeling van deze rapportages door FEZ en AD, de samenvatting daarvan in de UVW maandrapportage van FEZ voor de RvB en het gebruiken van de Risico Updates voor de opstelling van de divisie/ directiejaarplannen en het UWV jaarplan 2012 wordt de risicobeheersing ingebed in de P&Ccyclus van UWV en het risicobewustzijn vergroot, ook voor veranderende taken en functies buiten het reguliere wetstraject. (1.4.6) De AD draagt met het ondersteunen van het verder vormgeven van het risicomanagement (Risicosignaleringsoverleg, continue monitoren en het op verzoek faciliteren van de CRSA‟s van divisies/directies) bij aan het bevorderen van het risicobewustzijn. (1.4.8) UWV heeft om de externe antenne te verbeteren een vernieuwde Auditcommissie/Adviescommissie Strategische Bedrijfsvoering (ASB) ingericht. (1.4.9)
5.
De RvB kan meer sturen op ont-
+
+
wikkelingen en risico‟s binnen
De RvB heeft veel (verbe-
De sturing door de RvB op
UWV. De centrale directies SBK,
ter)maatregelen getroffen voor de
risicobeheersing binnen
FEZ en AD kunnen hierbij een
sturing op risicobeheersing binnen
UWV en breder binnen de
ondersteunende rol vervullen.
UWV, daarbij ondersteund door met
divisies en directies van
name FEZ en AD en andere stafdi-
UWV wordt goed zichtbaar
recties, maar ook divisie control.
in bijvoorbeeld de notulen
De nieuwe Sturingsvisie 2011-2015
(afsprakenlijsten) van de
voor UWV benadrukt het belang van
RvB, de toenemende
scherp sturen en het beheersen van
aandacht in 2011 voor
risico‟s in de uitvoering. (1.4.2)
risicobeheersing in de
Dit geldt ook voor het uitvoering
maandelijkse UWV rappor-
beschrijven van de uitgangspunten
tages van FEZ voor de RvB
voor risicomanagement in diverse
(1.4.6), de maandrappor-
documenten, de inbedding van
tages per divisie (1.4.6), de
risicomanagement in de P&C-cyclus,
CRSA‟s voor het divisie-
het onderscheid maken tussen
jaarplan (1.4.5), de Lijst
risico‟s in de reguliere uitvoering en
met Grote Dossiers
in de verandertrajecten en de
(1.4.5/1.4.9) en de Risico
verbetermaatregelen waarmee de
Updates (1.4.6).
inrichting van het risicomanagement is versterkt. (1.4.4)
Pagina 57 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
UWV heeft naast de reguliere P&Ccyclus ook een aantal risicomanagementoverleggen en -instrumenten (Risicosignaleringsoverleg, Platform Risicomanagement, CRSA en de Lijst met Grote Dossiers) ingericht, waarmee op verschillende organisatorische niveaus aandacht wordt besteed aan risico‟s en risicobeheersing. (1.4.5/1.4.9) De UWV Risico Update geeft per tertaal het binnen de Groepsraad gedeelde en complete beeld van de belangrijkste (onderkende) strategische risico‟s uit de UWV-brede risicomatrix, hoe deze worden beheerst en door wie. Door de risico-eigenaren (divisies/directies) zich in hun maandrapportages over de status van de risico‟s te laten verantwoorden, de beoordeling van deze rapportages door FEZ en AD, de samenvatting daarvan in de UVW maandrapportage van FEZ voor de RvB en het gebruiken van de Risico Updates voor de opstelling van de divisie/ directiejaarplannen en het UWV jaarplan 2012 wordt de risicobeheersing ingebed in de P&Ccyclus van UWV en de sturing versterkt. (1.4.6) UWV legt in de tertaalverslagen en het jaarverslag verantwoording af aan de opdrachtgever SZW over de risicobeheersing en de interne sturing. UWV heeft in het jaarplan 2012 de risico‟s benoemd die aansluiten op de exogene ontwikkelingen zoals de gevolgen van de economische crisis en de taakstelling van het Kabinet RutteVerhagen. (1.4.7) De AD ondersteunt de RvB (en de divisies) met het verder vormgeven van het risicomanagement (Risicosignaleringsoverleg, continue monitoren en het op verzoek faciliteren van de CRSA‟s van divisies/ directies) het sturen op ontwikkelingen en risico‟s binnen UWV. (1.4.8)
Aanbevelingen Commissie 1.
De Commissie is van mening dat
+
+
de sturing binnen het UWV op
Op verschillende organisatorische
Door het bespreken van de
onderdelen aan effectiviteit kan
niveaus wordt proactief meer aan-
risico‟s, op basis van de
Pagina 58 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
winnen door het waar nodig beter
dacht aan risico‟s en risicobeheer-
Risico Update, in de
invullen van de trits aansturing,
sing.
Groepsraad en het koppe-
informatievoorziening en proactie-
Zo heeft UWV de uitgangspunten
len van risico‟s aan de
ve control op de niet-wettelijke
voor risicomanagement uitvoerig
afspraken met het ministe-
taken. Hierbij past ook een veel
beschreven in diverse documenten.
rie van SZW borgt UWV de
meer proactieve opstelling van de
Risicomanagement wordt zowel
integraliteit van het risico-
control functie in brede zin binnen
bottom-up als topdown vormgege-
management en de moge-
het UWV.
ven en is ingebed in de P&C-cyclus.
lijkheid om hier proactief
UWV maakt hierbij onderscheid in
op in te spelen, mede
risico‟s in de reguliere uitvoering en
ondersteund door FEZ, AD,
in de verandertrajecten. UWV heeft
divisie control, etcetera.
in 2011 een aantal verbetermaatre-
(1.4.4/1.4.9)
gelen doorgevoerd, waarmee de inrichting van het risicomanagement is versterkt. Door het benoemen van FEZ als eigenaar van het proces van risicobeheersing is de verantwoordelijkheid voor dit proces nu eenduidig belegd. (1.4.4/1.4.9) De proactieve control is versterkt door een aantal risicomanagementoverleggen en -instrumenten (Risicosignaleringsoverleg, Platform Risicomanagement, CRSA en de Lijst met Grote Dossiers, Risico Updates), door de risico-eigenaren (divisies/directies) zich in hun maandrapportages over de status van de risico‟s te laten verantwoorden, de beoordeling van deze rapportages door FEZ en AD, de samenvatting daarvan in de UVW maandrapportage van FEZ voor de RvB en het gebruiken van de Risico Updates voor de opstelling van de divisie/ directiejaarplannen en het UWV jaarplan 2012. (1.4.5/1.4.6/ 1.4.9)
2.
De Commissie herkent zich in het
+
+
beeld van het IWI-rapport dat het
Alle (verbeter)maatregelen inzake
De inspectie ziet de uitvoe-
risicobewustzijn binnen het UWV,
risicobeheersing dragen bij aan het
ringstoets „Voorzieningen
in het bijzonder op de beleidswijzi-
bevorderen van het risicobewustzijn
en budget AG‟ van UWV als
gingen die niet rechtstreeks voort-
binnen de organisatie. Zie verder
voorbeeld van een aange-
vloeien uit nieuwe wetgeving of
hiervoor bij verbeterpunt IWI nr. 2.
scherpt risicobewustzijn
een wetswijziging, groter behoort
van UWV en het streven
te zijn.
om met de stuurder duidelijke en realistische afspraken te maken over het (in dit geval) invoeren vanaf 1 januari 2012 van een taakstellend budget op de werkvoorzieningen AG. (1.5) Zie verder bij verbeterpunt
Pagina 59 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
nr. 2.
3.
De Commissie beveelt aan het
Op grond van de samenwerkingsaf-
De inspectie ziet de uitvoe-
instrument uitvoeringstoets ruimer
spraken SZW-UWV zal SZW ook
ringstoets „Voorzieningen
in te zetten, ook voor de beleids-
voor beleidsvoorstellen anders dan
en budget AG‟ van UWV als
wijzigingen die niet door wetge-
wetgevingstrajecten UWV vragen
voorbeeld van een aange-
ving worden vormgegeven. Daar-
om uitvoeringstoetsen. UWV kan
scherpt risicobewustzijn
mee kan de effectiviteit van de
ook ongevraagd een uitvoe-
van UWV en het streven
interactie tussen departement en
ringstoets doen. Daarnaast heeft
om met de stuurder duide-
UWV sterk toenemen.
UWV vanaf juni 2011 het proces van
lijke en realistische afspra-
uitvoeringstoets standaard uitge-
ken te maken over het (in
breid met de gebieden aansturing,
dit geval) invoeren vanaf 1
informatievoorziening en control.
januari 2012 van een
(1.4.9)
taakstellend budget op de werkvoorzieningen AG. (1.5)
6.
Om de externe antenne beter te
+
=
organiseren, stelt de Commissie
UWV heeft om de externe antenne
Vanwege de wisselingen in
voor een Raad van Advies in te
te verbeteren een aantal acties
de RvB is besloten om met
richten, die het UWV - naast de
ondernomen, waaronder een Raad
vervolgacties voor de RvA
formele aansturingrelatie door het
van Advies, Stakeholdermanage-
te wachten tot de nieuwe
departement - vanuit deskundig-
ment en public affairs en verbe-
voorzitter van de RvB in
heid op het terrein van werk,
teracties in divisies en directies.
functie is getreden, niet
inkomen en publieke dienstverle-
Voor het stakeholdermanagement
eerder dan 1 januari 2012.
ning kan adviseren bij strategische
en public affairs zijn de relaties van
(1.4.9)
discussies. Daarnaast adviseert de
UWV ingedeeld in (ongeveer vijftig)
Commissie om regelmatig stake-
strategische, tactische en operatio-
holderpeilingen te verrichten en
nele relaties, waarmee de RvB actief
beter met de omgeving te com-
contacten onderhoudt, ondersteund
municeren. Hierbij past ook het
door SBK en CC. In de wekelijkse
ontwikkelen van de aandacht voor
RvB-vergadering is de gerichte
public affairs bij het UWV.
aanpak naar strategische relaties een vast agendapunt. De verbeteracties in divisies en directies betreffen onder andere de verdere uitwerking van het stakeholdermanagement door SBK en de inbedding van de public affairsfunctie door BZ. (1.4.9)
7.
De Commissie beveelt aan dat
+
=
binnen het UWV de gedeelde
Interne sturing is gedurende het
UWV signaleert hierbij dat
ambities en waarden opnieuw
eerste halfjaar 2011 een terugke-
een aantal noodzakelijke
gezamenlijk gedefinieerd worden,
rend onderwerp geweest op topma-
structurele verbeteringen
waarna deze zo goed mogelijk
nagementbijeenkomsten van UWV.
tijd nodig hebben en dat de
door moeten werken in de eigen
Als thema‟s voor de meer langere
effecten daarvan pas op
cultuur, bijvoorbeeld in de onder-
termijn voor een brede discussie
termijn zichtbaar en merk-
linge communicatie en informatie-
onder het topmanagement zijn
baar worden. (1.4.9)
voorziening. Daarbij hoort ook het
besproken (het werkend krijgen
meer sturen op samenwerking in
van) het Besturingsmodel, de
de top-70. Dit onderwerp verdient
Checks en balances, Informatie-
serieuze aandacht en nader onder-
voorziening, Gedeelde ambities en
zoek door de betrokkenen.
waarden, Verbinding externe sturing met interne sturing en mogelijke interventies hierop. UWV richt zich hierbij in het bijzonder op de the-
Pagina 60 van 61
Nota van Bevindingen Vervolgonderzoek Risicobeheersing UWV 30 december 2011
ma‟s: 1) Prioriteren en daarnaar handelen; 2) Samenwerken; 3) Elkaar scherp houden. (1.4.9)
8.
De Commissie adviseert het UWV
+
=
bij de thans in voorbereiding
De nieuwe Sturingsvisie 2011-2015
UWV signaleert hierbij dat
zijnde strategienota met verbeter-
voor UWV van april 2011 is de
een aantal noodzakelijke
voorstellen en het management-
uitwerking van de strategienota.
structurele verbeteringen
traject rond sturing en beheersing
(1.4.2)
tijd nodig hebben en dat de
met kracht door te zetten en de
effecten daarvan pas op
conclusies van dit rapport daarbij
termijn zichtbaar en merk-
nadrukkelijk te betrekken.
9.
baar worden. (1.4.9)
De Commissie beveelt aan te
+
=
streven naar een betere balans
Zie voor het goed inbedden van een
Zie voor het goed inbedden
tussen de sterke nadruk op onder-
proactieve controlfunctie hiervoor
van een proactieve control-
nemerschap in de organisatie en
bij verbeterpunt IWI nr. 5 en aan-
functie hiervoor bij verbe-
de aandacht voor samenwerking
beveling Commissie nr. 1 en 7.
terpunt IWI nr. 5 en aan-
en beheersing. Hierbij past ook het
beveling Commissie nr. 1.
goed inbedden van een proactieve
UWV signaleert hierbij dat
controlfunctie in de organisatie.
een aantal noodzakelijke structurele verbeteringen tijd nodig hebben en dat de effecten daarvan pas op termijn zichtbaar en merkbaar worden. (1.4.9)
Pagina 61 van 61