1
OVERZICHT FISN-DOELSTELLINGEN EN ACTIES 2007 - 2013
Overzicht FISN-doelstellingen en acties – 2007 - 2013
Strategische doelstelling Opwaardering van de binnenvaart binnen de logistieke keten
FISN-actie
Resultaten / Stand van zaken
Implementatie van RIS River Information Services vormt de sleutel voor de organisatie van een vlot en veilig scheepvaartverkeer binnen de logistieke keten. De waterwegbeheerders zien toe op een tijdige omzetting van de Europese RIS-richtlijn in Vlaanderen. Concrete resultaten voor het scheepvaartverkeer op de waterwegen:
Elektronische gegevensuitwisseling tussen Vlaamse waterwegbeheerders, Nederland, Frankrijk, Wallonië en de havens is operationeel. De digitale vaarkaarten voor waterwegen hoger dan klasse V zijn gerealiseerd. Voor eigen gebruik zijn deze kaarten gratis te raadplegen via het webadres http://nts.flaris.be . Sinds het tweede kwartaal van 2010 zijn de berichten aan de schipperij (Noticesto Skippers) in verschillende talen raadpleegbaar, inclusief de mogelijkheid tot het opladen van navigatiesoftware (zie voormeld internetadres). Vanaf 1 mei 2009 zijn de RIS-centra Hasselt en Evergem, 24u/24u operationeel en bereikbaar via het gratis nummer 0800/30440. De registratie, de opvolging en de gestructureerde communicatie van de calamiteiten op de waterwegen via het ondersteunend informaticasysteem C@LRIS is
2
3
gerealiseerd. De Europese codes, zoals ENI (Uniek Europees scheepsnummer), locodes (op Europees niveau gecodeerde aanduiding van de locatie), HS (Europese goederencodes) zijn in de scheepvaartinformatiesystemen verwerkt. Vanaf juni 2011 zijn de volgende fundamenten van het Vlaamse RIS-systeem (FlaRIS genaamd) operationeel : één vaarvergunning voor het Vlaamse waterwegennet, inclusief verrekenkamer voor de verdeling van de geïnde (vaar)rechten; de elektronische vaarvergunning binnen het beheersgebied van W&Z en DS; een gemeenschappelijke tool voor het beheer van referentiegegevens en havenmanagementsysteem, incl. de connectie met de Europese rampendatabank. de implementatie van een sluisplanningsmodule op het grondgebied van W&Z, die al in gebruik was op de door DS beheerde waterwegen.
Een aantal waterwegen werden al via mobile mapping in kaart gebracht. Dit project wordt verder gezet. Met de resultaten kunnen de bestaande digitale vaarkaarten worden verfijnd. Een aantal wacht- en rustplaatsen zijn uitgerust als hotspot waardoor binnenschippers gratis gebruik kunnen maken van internet voor het raadplegen van RIS-toepassingen. Op heden beschikken de waterwegbeheerders beschikken over studieresultaten om de administratieve efficiëntie in de binnenvaart te
4
verhogen. Het betreft hier studieresultaten voor de realisatie van: - een enige elektronische melding in Vlaanderen - elektronische betaalfaciliteiten voor waterweg gerelateerde diensten Implementatie van AIS
Resultaat doctoraat
Op 11 januari 2011 sloten waterwegbeheerders, havenbesturen, Promotie Binnenvaart Vlaanderen en de Vlaamse binnenvaartsector een protocol inzake het invoeren van AIS op de binnenwateren. Het protocol omvatte het lanceren van een Vlaamse steunmaatregel voor het aanschaffen en installeren van Inland AIS, de plaatsing van AIS-walstations en het gebruik van AIS door de binnenvaartsector. De steunmaatregel voorziet in een registratieaanvraag voor einde 2011 en een afrekening voor einde 2012. Er waren 473 geregistreerde aanvragen, waarvan uiteindelijk voor 401 aanvragen steun werd verleend. De uitbouw van een Vlaanderen dekkend AISnetwerk werd in 2012 voltooid door de plaatsing van 21 basisstations. De AIS-stations zullen de uitwisseling van informatie tussen waterwegbeheerders en binnenvaartactoren (scheepvaartbegeleiding, logistieke ondersteuning) mogelijk maken met respect voor de privacy.
5
Steunpunt Goederenstromen “Beslissingsmodel voor de binnenvaartsector”
Inzet van transportdeskundigen
Een langlopende opdracht van het Steunpunt Goederenstromen (huidig Steunpunt MOBILO) concentreerde zich op het ontwikkelen van een beslissingsmodel voor de binnenvaartsector. Interviews met bevoorrechte getuigen van de binnenvaartsector liggen aan de basis van het onderzoek. Door middel van een kostenmodel werd het effect op de beslissingen van scheepseigenaars en operatoren alsook de invloed van exogene factoren op de operationele resultaten bepaald. Het model laat toe om de resultaten te generaliseren en conclusies te formuleren over een aantal marktsegmenten enerzijds en de gehele binnenvaartsector anderzijds. Het vervolgtraject betreft het transformeren van het empirisch model in een gebruiksvriendelijke tool.
De mogelijkheden van de binnenvaart zijn vaak nog onvoldoende gekend bij heel wat ondernemers. Transportdeskundigen (TPD) worden daarom sinds 2007 ingezet om ondernemingen te ondersteunen in hun afweging of binnenvaart voor hen een oplossing kan bieden. Ze begeleiden hen bij de implementatie van de binnenvaart in hun vervoersketen. De TPD zijn intussen een begrip geworden. Tal van ondernemers zijn door hen overtuigd dat binnenvaart ook voor hen iets kan betekenen. Na het succesvolle reeferproject met United Biscuits, werken de TPD nu naar een modal shift van reefercontainers in West-Vlaanderen.
6
Inzet van logistieke consulenten
De TPD realiseren, samen met bedrijven uit de bouwmaterialen en FMCG –sectoren, het vervoer van palletten via de binnenvaart. Sinds december 2012 hebben de transportdeskundigen, naast de permanente begeleiding van individuele bedrijven, actief meegewerkt aan het onderzoeken van de mogelijkheden om de binnenvaart intensiever te gebruiken voor: o reefertransport; o bij grondverzet; o palletvervoer; o mesttransport binnen Limburg; o vervoer van biomassa; o vervoer van gerecycleerd kunststof en papier; o transport van asfalt i.s.m. Innovatiecentrum Limburg Het inzetten van transportdeskundigen zal ook in 2013 worden verder gezet. De TRP ondersteunen en begeleiden de projecten rond watergebonden distributiecentra voor bouwmaterialen (Distribouw en Build over Water). De TPD werken een model uit waarmee specifiek voor het grondverzet op een eenvoudigere manier de kosten en besparingen bij het gebruik van de binnenvaart kan worden berekend.
In het kader van de optimalisatie van logistieke stromen is binnen Flanders Land Logistics het initiatief genomen logistieke consulenten in dienst te nemen. Zij zijn sinds 15 april 2013 aan de slag. De opdracht van de FL-consulent bestaat erin om
7
Roadmap Groene Logistiek
proactief kleine en middelgrote ondernemingen modusneutraal te informeren, sensibiliseren, begeleiden en ondersteunen bij beslissingen over hun logistieke activiteiten. Het gaat hierbij om o.m. het samen met het bedrijf bekijken van de mogelijkheden inzake co-modaliteit, groene logistiek, bundeling van goederenstromen, samenlading en het optimaliseren van transportbewegingen in de tijd. De FL-consulent heeft een zuivere doorverwijsfunctie. De FL-consulent voert een kosteloze screening uit van de goederenstromen om aan de hand daarvan de mogelijkheden te bepalen voor het optimaliseren van de verschillende schakels/stromen binnen de logistieke keten, en de eventuele gevolgen voor warehousing en bedrijfsinterne logistieke activiteiten. Voor de implementatie van de voorgestelde maatregelen kan het bedrijf in kwestie een beroep doen op andere partijen en/of private spelers. De sector is ook betrokken in de werking en de aansturing van de consulenten. De bevoegde Vlaamse overheidsdiensten, VOKA, UNIZO, de vijf Vlaamse provinciale ontwikkelingsmaatschappijen en heel wat belangenorganisaties uit de sector hebben daartoe op maandag 10 juni 2013 een samenwerkings- en intentieovereenkomst ondertekend. De inzet van logistieke consulenten zal gebeuren in afstemming met de inzet van transportdeskundigen. Meer info is te vinden op http://www.flanderslogistics.be/consulenten/index.p hp De roadmap Groene Logistiek die in juni 2013 werd verspreid is een handleiding die bedrijven en logistieke sectoren moet inspireren om hun logistieke activiteiten duurzamer te maken. Deze roadmap werd gemaakt door het Steunpunt
8
goederenstromen, (dr. Roel Gevaers) ism het Departement MOW. Meer info via mail:
[email protected] of
[email protected]
Uitbouw van een netwerk van wacht- en rustplaatsen met gepaste faciliteiten
De sector is vragende partij om het netwerk van wacht- en rustplaatsen uit te bouwen. Bij het opwaarderen van de binnenvaart gaat het immers niet enkel om het optimaliseren van de vaarcondities zelf, maar evenzeer om het kunnen beschikken over een comfortabele ligplaats wanneer er niet wordt gevaren. Een inventaris van de beschikbare wacht- en rustplaatsen en hun uitrusting werd opgesteld. Overleg met de vertegenwoordigers van de schipperij zal bepalen hoe het netwerk verder vorm zal worden gegeven en welke modaliteiten voor het gebruik van bepaalde faciliteiten worden vastgesteld. Op het Overleg Binnenvaart Vlaanderen in november 2011 werd aan de sector een visienota inzake de realisatie en het gebruik van walstroomvoorzieningen voorgelegd. Met steun van Europa is momenteel een studie lopende om binnen Vlaanderen een uniform systeem voor walstroom te ontwikkelen. De gebruiker dient zich éénmalig online aan te melden en kan dan op uniforme wijze walstroom afnemen aan de beschikbare locaties. In dit kader worden proefprojecten uitgewerkt in de wachthaven van Evergem aan de Ringvaart (zie verder), op het Albertkanaal in Wijnegem (zie verder) en in het wachtdok in de Haven van Antwerpen. Een nieuwe wachthaven langs het Albertkanaal
9
te Wijnegem werd in gebruik genomen. Hiermee worden bijkomende wacht- en rustplaatsen gecreëerd voor korte periodes (7 dagen). Deze nieuwe wachthaven wordt in overleg met de binnenvaartorganisaties worden voorzien van de gepaste faciliteiten en nutsvoorzieningen. Tegen eind 2013 zullen walstroom- en drinkwatervoorzieningen, afvalcontainers, camerabewaking en verlichting operationeel zijn. Op het Noordervak van de Ringvaart te Evergem is een project voor de creatie van ligplaatsen in uitvoering. 12 ligplaatsen worden uitgebouwd voor 600 ton-schepen, 6 voor 1.000 ton-schepen, 10 voor 1.350 ton-schepen en 2 voor 2.750 ton schepen. Het ontwerp van de wachtsteigers werd uitgewerkt in nauw overleg met de binnenvaartsector. De werken op het terrein zijn lopende. Drinkwater is beschikbaar afwaarts sluis Evergem; er worden voorlopig geen bijkomende drinkwatervoorzieningen gepland. Walstroomvoorziening wordt uitgebouwd op basis van de verdere afspraken in het walstroomplatform. Op het kanaal naar Charleroi werd te Ruisbroek aan de linkeroever van het kanaal een extra wacht- en rustplaats gecreëerd in 2013 met een lengte van circa 200 m. Ook te Lembeek aan de linkeroever afwaarts de sluis zal een extra wachtplaats worden gecreëerd in de loop van 2014 (lengte circa 120 m). Te Zennegat worden afwaarts de sluis de aanmeerfaciliteiten en de oevermuren hersteld/opgewaardeerd in de loop van 2014 en dit op vraag van de schipperij wanneer dient gewacht op een schutting.
10
Scheepvaartdecreet
In het kader van de ADN regelgeving (gevaarlijke goederen) wordt een procedure ontwikkeld waarbij aparte ligplaatsen voor kegelschepen gereserveerd kunnen worden op het Zeekanaal Brussel-Schelde, de Boven-Schelde, de Leie, de Dender, het Kanaal Roeselare-Leie en de Ringvaart om Gent. Omtrent de concrete inplanting en aanpak wordt thans het overleg opgestart met de sector. In het kader van andere projecten zoals SeineSchelde wordt onderzocht of er opportuniteiten zijn voor het verder ontwikkelen van wacht- en rustplaatsen met gepaste faciliteiten.
Op 17 oktober 2011 is de studieopdracht voor het scheepvaartdecreet gestart. Dat zal uitmonden in de actualisering van de bestaande regelgeving, en aangevuld met nieuwe regelgeving. Het gebruik van de waterweg en aanhorigheden staat centraal in dit decreet. De studie kreeg een andere timing ingevolge de staatshervorming.
11
Academische marktonderzoek
De binnenvaart als een volwaardige partner binnen de Vlaamse havens
Verbeteren van afhandelingsvoorwaard en binnenvaart in haven van Antwerpen
De opdracht werd gegeven om in eerste instantie uitvoeringsbesluiten uit te werken voor de bevoegdheden die in het kader van de Staatshervorming duidelijk gewestelijk zijn.
Het Departement Transport en regionale Economie van de UA heeft de bedoeling de relatie tussen de bouwsector en de binnenvaart in België vanuit academisch oogpunt te onderzoeken. Intuïtief is er een link tussen beide sectoren. Tot 30% van de goederen die via de binnenvaart vervoerd worden, zijn bouwmaterialen. Het onderzoek zal deze samenhang empirisch aan tonen. De kwalitatieve en kwantitatieve resultaten zouden cruciale economische informatie voor zowel de binnenvaart- als bouwbedrijven bieden. Na bepaling van de verklarende variabelen overweegt men vervolgens voorspelingen maken van de binnenvaarttrafiek aan de hand van stijgingen in de productiviteit in de bouwsector of omgekeerd. Dit kan resulteren in een indicator die relevant is voor beide sectoren.
Ter verbetering van de afhandelingsvoorwaarden in de Antwerpse haven, werd een intentieovereenkomst getekend tussen het GHA , ABAS, ICBO, DS en W&Z. Het oorspronkelijke opgezette project om GPRStransponders te installeren, werd niet gerealiseerd. Wel bleven de middelen nog beschikbaar voor de realisatie van een pre-planning-systeem mits engagementen van de betrokkenen. De waterwegbeheerders blijven de inhoud van de
12
intentieovereenkomst steunen. Het Barge Traffic System is een gratis ICT toepassing ontwikkeld door het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen voor planning van laaden losoperaties containers tussen barge operator en terminal operator. BTS 3.0 voor containerbinnenvaart werd op 5 februari 2013 online gezet. Deze versie werd uitgewerkt in nauw overleg met de binnenvaartsector en bevat meer transparantie en visualisatie tijdens het hele proces van aanmelding, planning en uitvoering, een proactieve opvolging en een rapportagemodule. Het havenbedrijf heeft in 2012 een actie opgezet rond het 100% én correct gebruik van BTS voor containers in de haven. In september 2012 werd de informatienota verplicht gebruik BTS uitgevaardigd. Intussen zijn alle terminals die containers behandelen aangesloten op het BTS. Het correct gebruik van het systeem vraagt blijvende aandacht. In het voorjaar 2012 werd een eerste proef havenbrede lichterplanning gerealiseerd. Het betreft planning in onderling overleg en vanop een centrale locatie door DPW, MSC HT en PSA. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen heeft in het voorjaar van 2013 een tweede uitgebreide proef opgezet waarbij verschillende scenario’s gaande van planning vanop een centrale locatie met een centraal planningssysteem tot planning vanop de eigen locatie met het eigen planningssysteem. Evaluatie leert dat de resultaten van de proef algemeen genomen positief waren en tot een verbeterde afstemming tussen de 3 grote containerterminals heeft geleid. Doel is een
13
structurele havenbrede samenwerking tussen de containerterminals bij de opmaak van de lichterplanning en ook bij de uitvoering van de planning.
Optimalisatie doorstroming binnenvaart in de haven van Antwerpen
Innovatie in de binnenvaart faciliteren/ondersteunen
Palletvervoer via de binnenvaart
Op 1 januari 2012 werd in de haven van Antwerpen het verplicht gebruik van AIS ingevoerd. Het gebruik van AIS is cruciaal voor de optimalisering van binnenvaartstromen in de haven, toewijzing van wachtplaatsen en binnenvaartcoördinatie. Door deze verplichting heeft het gebruik van GPRS geen meerwaarde meer. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen onderzoekt momenteel het opzetten van een binnenvaartcoördinatie. Doel is het proactief aansturen en opvolgen van binnenvaartstromen in de haven. De projectmatige uitwerking van de binnenvaartcoördinatie zal in de komende maanden gebeuren.
Een marktonderzoek toonde aan dat in Vlaanderen heel wat gepallettiseerde goederen worden vervoerd via de weg. Gelet op de volumes en de vaak grote vervoersafstand bieden deze stromen een belangrijke potentie voor een modal shift. De voorbije twee jaar werden verschillende proeven uitgevoerd om enerzijds de technische mogelijkheden en haalbaarheid voor overslag en vervoer uit te proberen en anderzijds na te gaan hoe de kostprijs van vervoer via water zich verhoudt ten opzichte van vervoer via de
14
weg. De resultaten toonden aan dat vervoer en overslag technisch haalbaar zijn, dat de privésector alleszins open staat voor het inzetten van de binnenvaart, maar dat er anderzijds voor heel wat toepassingen een prijsverschil bestaat tussen beide modi. Algemeen wordt gesteld dat een groot potentieel in de sector Bouw aanwezig is. Naast het segment van de bouwmaterialen wordt ook gemikt op het segment van de FastMoving Consumer Goods en/of andere mogelijke segmenten. Voor het specifieke vervoer in de sector bouwmaterialen werden intussen al een aantal palletstromen op de binnenvaart gezet. Er werd een steunmaatregel in de markt gezet,met een tijdelijk en degressief karakter en enkel bedoeld om de modal shift te bewerkstelligen. Een budget van 1,5 mio euro werd voorzien om de afgesloten contracten met aanbieders te financieren. Het proefproject Build over Water, dat de waterwegbeheerders samen met het Vlaams Instituut voor de Mobiliteit hebben opgezet, heeft heel wat pratijkinformatie opgeleverd als input voor het project Distribouw. Het project Distribouw onderzoekt de mogelijkheid om op strategisch gelegen terreinen langs de waterweg, distributie-en consolidatiecentra voor (gepalletiseerde) bouwmaterialen te bouwen. Binnen het Steunpunt MOBILO werd een model ontwikkeld dat de meest optimale overslaglocaties berekent en de economische haalbaarheid van de modal shift weergeeft.
15
Sinds december 2012 valt te melden :
Samenwerking Steunpunt Goederenvervoer inzake innovatief concept
De eerste oproep voor de steunmaatregel palletvervoer heeft geresulteerd in een engagement van de verladers voor een modal shift van 18.000 vrachtwagenritten. De onderhandelingen met de inschrijvers voor de 2de oproep zijn lopende en kunnen allicht voor 31.12.2013 worden afgerond.
Het concept dat het Steunpunt Goederenstromen (huidig Steunpunt MOBILO) ontwikkelde, alleen varende en combineerbare bakjes, maakt gebruik van een model dat toelaat om te onderzoeken of het nieuwe concept concurrerend kan zijn met andere modi en of er een minimum rentabiliteit gehaald kan worden. Het model bestaat uit twee grote onderdelen: het ontwerp van de duwbakken, al dan niet vrij-varend, en de duwboot en de kosten die gekoppeld zijn aan het concept. Vanuit deze kosten kan een prijs bepaald worden zodat een minimum rentabiliteit gehaald kan worden. Het is dus mogelijk om met dit model te onderzoeken wat bijvoorbeeld de snelheid van het duwschip moet zijn, of hoeveel bakjes er ingezet moeten worden. Dit project werd geïntegreerd in INLANAV.In een eerste fase was INLANAV een Europese Interreg IVB Noordwest-project. In een tweede fase wordt het project verder gezet door de waterwegbeheerders. Het doel van Inlanav is het optimaliseren en stimuleren van het gebruik van de kleine waterwegen door middel
16
van drie doelstellingen. o het aantonen dat gekoppelde schepen, uitgerust met een kraan, ook geünitiseerde goederen zoals paletten en big bags kunnen vervoeren. Een pilootproject wordt hiervoor opgezet. o welke toekomst met als resultaat business plannen voor drie innovatieve concepten van respectievelijk de Universiteit Antwerpen, Research Small Barges BV en Schipco BV. Door middel van het gebruik van nieuwe materialen, technologieën en logistieke concepten (o.a. schipper niet langer aan boord wonen) wordt gewerkt aan een ‘tweede generatie gekoppelde schepen’. o INLANAV streeft naar het harmoniseren van de bemanningsregels en exploitatieregels van INLANAV-combinaties in Noordwest Europa. LARA – Binnenvaartsimulator voor onderzoek
De binnenvaartsimulator LARA is in gebruik. Deze binnenvaartsimulator heeft een belangrijke ondersteunende functie wat betreft onderzoek en ontwikkeling in de Vlaamse binnenvaartsector. Een eerste aspect is de schaalvergroting. Doordat schepen groter worden en de beschikbare infrastructuur, zoals sluisbreedtes en vaarwegdieptes, ongewijzigd blijft, worden de beschikbare marges steeds kleiner. Het correct inschatten en nemen van scheepsmanoeuvres neemt daardoor steeds meer aan belang toe. Simulaties zullen aangeven waar er problemen optreden en waar het van belang is dat de infrastructuur wordt aangepast.
17
Optimaliseren en stimuleren van het gebruik van waterwegen < CEMTklasse IV
Aandacht voor het tekort aan kleine schepen : Subsidie/steunmaatreg el voor investeringen in kleine schepen
Een tweede aspect is dat de simulator kan dienen voor het veilig uittesten van nieuwe concepten, zoals gekoppelde binnenschepen e.d. Het onderzoek aan de hand van simulaties biedt een veilig en milieuvriendelijk alternatief aan fysieke scheepsmanoeuvres op ware grootte.
Met de subsidies voor modernisering van kleine schepen wordt op korte termijn de levenscyclus van de vloot verlengd. Goed onderhouden schepen kunnen langer goederen vervoeren. Het doel is het huidige aantal kleinere schepen op peil houden om het vervoer via de waterweg van kleine partijen goederen te blijven verzekeren. Op middellange termijn zal in ieder geval nieuwbouw bevorderd moeten worden ter vervanging van de bestaande vloot (een soort nieuw-voor-oud). Het aantal kleine schepen actief op de vervoersmarkt die geëxploiteerd worden door eigenaars gevestigd in Vlaanderen, bedraagt ongeveer 340 schepen.Met een steunmaatregel werd de mogelijkheid geboden om kleine schepen te moderniseren. De steunmaatregel kende een grote respons. In 2009 en 2010 werden 146 aanvragen voor investeringsteun ingediend. Ondanks de vrachtencrisis wilde sector dusinvesteren in de modernisering van de kleine schepen. Initieel werd een budget van 400.000 euro per jaar voor subsidies vrijgemaakt. Eind 2009 werden de voorwaarden versoepeld. Deze versoepeling ging gepaard met een verhoging van het steunbudget tot 740.000 euro
18
Steunmaatregel ter bevordering van het gebruik van kleine waterwegen
Ontwikkeling van ROC’s en kaaimuren in combinatie met PPS
voor 2009. De volledige aanvragen voor steun, ingediend in 2010, werden uitbetaald voor zo ver het vooropgestelde budget dit toeliet. Voor een aantal dossiers wordt onderzocht of de ontbrekende middelen vooralsnog kunnen worden vrijgemaakt.
In juli 2013 werd een steunmaatregel in de markt gezet om het gebruik van kleine waterwegen te stimuleren. Deze steunmaatregel kadert in de Beleidsnota Kleine Waterwegen van de waterwegbeheerders de ingediende voorstellen liggen ter beoordeling voor. Het concept van de uitbouw van regionale overslagcentra langs de waterweg heeft tot doel goederenstromen te clusteren. Zij bieden de mogelijkheid om beperkte volumes van allerhande goederen toch via de binnenvaart te laten vervoeren. Door bundeling van stromen in een regionaal overslagcentrum wordt dit concept haalbaar en betaalbaar. Bij het uitwerken van de concepten van ROC’s en de bouw van laad- en losinstallaties wordt de PPS-regeling voor de bouw van kaaimuren consequent toegepast. De goedkeuring van de Europese Commissie voor de PPS maatregel loopt nog tot einde 2016. Tot op heden werden 173 aanvragen voor het bouwen van kaaimuren goedgekeurd waarvan 98 projecten intussen operationeel zijn.
19
Aandacht voor fijnmazigheid van het Vlaamse waterwegennet
Vlaanderen kiest bewust voor het vrijwaren van het economisch belang van de kleinere waterwegen. Deze waterwegen moeten, aansluitend op de hoofdwaterwegen, een rol kunnen blijven spelen in de fijnmazige distributie van goederen. Het Regeerakkoord 2009-2014 stelt dat het masterplan het uitgangspunt vormt voor het waterwegenbeleid van de Vlaamse Regering. Het Infrastructuurmasterplan voor de waterwegen beklemtoont het belang van de kleine waterwegen en de noodzaak om de vaarkenmerken van deze waterwegen te behouden Het streven naar het behoud van de fijnmazigheid van het waterwegennet is dan ook één van de doelstellingen van het 3 E binnenvaartConvenant. Een concrete realisatie die de inspeelt op het beschikbare fijnmazige netwerk is het INLANAV project. Ook binnen de jaarlijkse investeringsprogramma’s wordt gewaakt over het vrijwaren van de transportfunctie van de kleine waterwegen. De waterwegbeheerders consolideren diverse acties, zoals infrastructuur, marktwerking en steunmaatregelen, met betrekking tot het ondersteunen van de kleine binnenvaart. De beide waterwegbeheerders stelden een gezamenlijke Beleidsnota Kleine Waterwegen op die aangeeft hoe zij met deze waterwegen in de toekomst wensen om te gaan.
20
Stimuleren van tewerkstelling in de binnenvaart
Binnenvaartsimulator : de sleutel voor vorming
De simulator Lena is in gebruik. Voor de bouw ervan 600.000 euro vrijgemaakt, naast een jaarlijkse schijf van 100.000 euro voor onderhoud en de verdere uitbouw. De studenten varen met simulator en oefenen hun nautische kunde en kennis. Varen op simulator kan met een 80 meter schip, een 110 containerschip, een lang en breed tweebaks duwkonvooi en een vierbaksduwkonvooi op de Schelde (van Kallo tot Wintam), aan het sluizencomplex in Terneuzen (rivier- en kanaalzijde) en in de Omgeving Hellegat op Zeekanaal. Alle mogelijke risico’s worden geoefend in een veilige omgeving. Bij de ingebruikname van Lena werd beklemtoond dat de binnenvaart een nijpend tekort aan geschoold personeel heeft. Door de uitbouw van nieuwe binnenvaartopleidingen, hoopt de sector dan ook zo veel mogelijk geïnteresseerden aan te trekken die in deze tijden van crisis naar een uitdagende, vaste job op zoek zijn. Wie zich wil omscholen kan, naast de opleidingen op de middelbare school en bij de VDAB, sinds vorig jaar bij Syntra Midden-Vlaanderen terecht voor een cursus matroos via afstandsleren. Daarnaast bieden zij ook leertijd matroos binnenvaart aan. Sinds 2009 gebruiken de leerlingen van de binnenvaartschool KTA Zwijndrecht – Cenflumarin de simulator. In de nabije toekomst zal met behulp van de vaarsimulator ook e-learningmodules worden uitgewerkt die het mogelijk maken om sneller door te groeien tot stuurman, kapitein en zelfstandig binnenschipper. Inmiddels werd de e-learning module stuurman
21
reeds voor 80% uitgewerkt. Op dit ogenblik wordt overleg opgestart met opleidingsverstrekker Syntra, federale overheid, PBV, lesgevers & binnenvaartondernemers om een pilot te organiseren. De mogelijke erkenning van de opleiding tot stuurman, waarbij het opzet is doorgroeimogelijkheden te creëren voor matrozen die op dit ogenblik reeds vaartijd aan het verzamelen zijn, is de doelstelling. Lena werd in het voorjaar 2010 verder uitgebreid met radarsimulatoren. Leerlingen kunnen op deze wijze vertrouwd geraken met bediening, werken en varen op radar. Er werden technische verbeteringen aangebracht aan de radars die het in de toekomst mogelijk moeten kunnen maken om de federale examens radar erop af te nemen. Er zijn momenteel scenario’s uitgetekend die de examenproef kunnen dienen. De besprekingen hierover lopen verder. Voor wat betreft het gebruik van de vaarsimulatoren in de opleiding wordt er overlegd op niveau van de CCR en Edinna. De (Europese) besluitvorming hierover loopt. De pilot E-learning binnenvaart stuurman/kapitein werd opgestart in samenwerking met SYNTRA en de FOD Mobiliteit. Vijf kandidaten die al aan alle voorwaarden om te kunnen deelnemen aan het examen voor het vaarbewijs/patent voldoen nemen deel aan dit proefproject. De cursus bestaat uit een theoretisch gedeelte als voorbereiding op het federale examen voor het vaarbewijs/patent en een praktisch gedeelte om navigatie- en manoeuvreer vaardigheden te verwerven op de
22
Onderzoeken hoe de toegang tot kapitaal kan worden verruimd en hoe praktische drempels worden verminderd
binnenvaartsimulator LeNa. Als de pilot succesvol wordt afgesloten en de opleiding erkend wordt kunnen de cursisten 1 jaar vaartijdverkorting bekomen in de voorwaarden om deel te kunnen nemen aan het federaal examen. LeNa en de radarsimulatoren werden verder voorbereid in het kader van het inrichten van een examen voor een radarbrevet/patent. Een nieuw vaargebied, specifiek ontworpen voor het varen op radar, werd aan LeNa toegevoegd. Binnen dit vaargebied werden simulatieoefeningen uitgewerkt die ontworpen werden om een radarexamen te kunnen inrichten.
Op 16 oktober 2009 heeft de Vlaamse Regering de Vlaamse waarborgregeling uitgebreid. De tijdelijke uitbreiding van de waarborgregeling naar overbruggingskredieten komt tegemoet aan de noden van zelfstandigen en kleine ondernemingen. Aanvragen konden ingediend worden tussen 1 januari 2010 en 30 juni 2011. De Waarborgregeling werd vanaf 1 april 2013 uitgebreid voor een aantal vormen van overbruggingsfinanciering. Zo kan de waarborg worden verlengd naar aanleiding van een verlenging van de kredietlijn die al onder de waarborg is gebracht. Daarnaast kan ook de waarborg van een al onder de waarborg gebracht krediet of leasingovereenkomst worden verlengd, waarbij de duurtijd van het krediet wordt verlengd. De maximale verlenging van de waarborgtermijn bedraagt vijf jaar ( De Vlaamse regering heeft op het plafond voor de winwinlening opgetrokken van 100.000 tot 200.000 euro. De maatregel loopt sinds 9 augustus 2013 en
23
past in de uitvoering van het Bankenplan dat moet zorgen voor een vlottere kredietverstrekking aan bedrijven. Activeren reserves – financiële middelen
Communicatie- en imagoverbetering van de binnenvaart als transportmodus
Infoavonden en infoartikels voor potentiële klanten i.s.m. provinciale VOKA-afdelingen en UNIZO
De Vlaamse overheid werkt aan de activering van 1,18 miljoen euro voor de binnenvaartsector in het kader van het “Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Gewesten met betrekking tot de uitvoering van de Verordeningen van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren”. Deze middelen kan men dan besteden volgens de bepalingen van het samenwerkingsakkoord zijnde een tender-procedure. Om het samenwerkingsakkoord te kunnen operationaliseren, dient er regelgeving op het federale niveau en de drie Gewesten te worden uitgevaardigd. De federale en Vlaamse overheid hebben reeds het nodige gedaan. Het Vlaamse decreet werd op 31 mei 2013 aangenomen door de Vlaamse Regering en is gepubliceerd in het Staatsblad van 3 juli 2013. Het Waalse decreet zou zich eveneens in de eindfase bevinden. Ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is hiermee bezig. Daarna kan het geld ter beschikking worden gesteld.
Er werden de voorbije jaren diverse infodagen georganiseer.
11/01/2013: uitreiking pallettensubsidie, Knauf Isolava – Wielsbeke. 13/02/2013: nieuwe evolutie binnenvaart, VOKA – Wielsbeke. 26/02/2013: studiedag stedelijke distributie,
24
VIM – Brugge. 28/02/2013: workshop bundelen van goederenstromen, DINALOG – Breda. 19/03/2013: bemanningsregels, VOKA – Roeselare. 18/04/2013: stadsdistributie binnenvaart, Straightsol – Brussel. 25/04/2013: Congres afval en materialenbeheer, OVAM, FEBEM – Gent. 21/05/2013: overslagtechnieken, Citydepot – Hasselt. 13/06/2013: duwbakken baksteen, VIM – Hasselt 19 & 20/06/2013: Albertkanaal Gateway to Europe i.s.m. SSS; 20/06/2013: Infomarkt Oude Briel, POM OostVlaanderen – Baasrode. 21/06/2013: Leuven Klimaatneutraal, Leuven. 24/06/2013: Lean & Green Barge, Connekt – Rotterdam; 11/10/2013: brainstormsessies rond multimodaliteit en mogelijke groei van de logistiek in Limburg i.s.m. het Logistiek Platform Limburg; 26/10/2013 Medewerking aan colloqium “Baksteen te water.
In juni 2013 werd een special ‘binnenvaart en industrie’ gemaakt en verspreid door PBV op een oplage van 145.000ex (de verspreiding gebeurde via de abonnees van Industrie & Management, Knack, Trends, De Lloyd en de abonnees van het waren Binnenvaartmagazine). De doelgroepen decisionmakers binnen industrie, havens en haven gebonden industrie en ondernemers. De nieuwe online routeplanner (www.viawater.be) die gratis werd ontwikkeld voor de verladers zal
25
verder bij de doelgroepen bedrijven en industrie gepromoot worden. De nieuwe gratis online tool laat toe om via internet een route te berekenen waarbij de te volgen waterweg en klasse van de waterweg, het grootst mogelijke vaartuig, afstand, tussentijden en tot slot een schatting van de te verwachten tijd van aankomst (ETA) kan geraadpleegd worden. Die gegevens worden berekend op basis van elementen die de gebruiker zelf inbrengt, zoals plaats van vertrek en aankomst, aard en hoeveelheid van de lading, enz. De routeplanner vult andere digitale hulpmiddelen aan zoals het real-time aanbod van afvaarten met containerlijndiensten (ook rechtstreeks bereikbaar via www.containerafvaarten.be). Na het intikken van de locatie van een bedrijf, vindt men de containerbinnenvaartterminals in de buurt. De verlader ontvangt vervolgens een lijst met beschikbare containerafvaarten, met dag en uur van vertrek, transittijd, agent, telefoonnummers, website, enz. Vervoer over water wordt ook gepromoot via presentaties door PBV en de waterwegbeheerders bij beroepsverenigingen en op congressen en seminaries en via talrijke contacten met de industrie op diverse netwerkfora en op beurzen. Onderzoek naar imago/reputatie van de binnenvaart bij niet gebruikers
Blijvende inspanningen zijn nodig om de binnenvaart beter bekend te maken bij potentiële gebruikers en bij de burger. Dit bleek ook uit het reputatieonderzoek dat PBV voor de Europese Commissie heeft uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat het gezegde ‘onbekend is onbemind’ niet geldt voor de binnenvaart. Binnenvaart is bemind, maar niet gekend.
26
Binnenvaartcommunicatie Eind 2013 zal Binnenvaartcommunicatie 2014+ worden 2014+ gestart, waarbij over een periode van drie jaar gerichte communicatie-initiatieven zullen worden genomen. In 2014 wordt er specifiek gefocust op de doelgroep bedrijven/industrie. Een ambitieus communicatieplan met als doelgroep industrie moet er toe leiden dat er een positieve gedragswijziging komt naar het gebruik van binnenvaart dat uiteindelijk moet resulteren in meer vervoer over water. Alle noodzakelijke communicatie instrumenten zullen hiertoe worden ingezet.