BIJLAGE 5 REGELING PERSOONSGEBONDEN PERSOONSGEBONDEN BUDGET MAATSCHAPPELIJKE MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ONDERSTEUNING Algemeen Sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) per 1 januari 2007 is de gemeente verantwoordelijk voor het bevorderen van het meedoen in de samenleving. De gemeente is verplicht om individuele voorzieningen - zowel in natura als in de vorm van een persoonsgebonden budget - te leveren. Vraagsturing, autonomie, keuzevrijheid en het leveren van maatwerk zijn motieven om te kiezen voor een persoonsgebonden budget. Het legt meer initiatief en verantwoordelijkheid bij de gebruiker neer. Budgethouders zijn dan ook verantwoordelijk voor het inkopen van kwalitatief goede hulp of hulpmiddelen. Deze regeling beschrijft de wijze waarop de gemeente Wormerland met het persoonsgebonden budget wil omgaan. De regeling is een aanvulling op de beleidsregels. De tarieven worden vastgelegd in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning van de gemeente. Wat houdt een persoonsgebonden budget in? Een persoonsgebonden budget is een geldbedrag waarmee gebruikers zelf zorg, voorzieningen en hulpmiddelen kunnen kopen. De waarde en de looptijd/geldigheidsduur van het persoonsgebonden budget wordt vooraf door een indicatie bepaald en vastgelegd in een beschikking. Dit is conform de werkwijze die gehanteerd wordt bij zorg in natura. De gebruikers kiezen zelf hun zorgverleners en leveranciers uit. Of zij huren een organisatie in die in opdracht van hen gaat werken. De gebruikers moeten dus zelf op zoek naar leveranciers en zijn ook verantwoordelijk voor de financiële administratie en de verantwoording van het toegekende budget. Tevens zijn zij zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit die wordt geleverd. Wie komt er voor een persoonsgebonden budget in aanmerking? In beginsel komt iedere burger met een positieve indicatie op de aanvraag voor een individuele voorziening in aanmerking voor een persoonsgebonden budget. Alleen in geval van overwegende bezwaren kan hiervan worden afgeweken. Dit zal steeds individueel beoordeeld en gemotiveerd worden. Tegen het niet verlenen van een persoonsgebonden budget kan bezwaar en beroep worden aangetekend.
Overwegende bezwaren Bij overwegende bezwaren tegen het aanbieden van een persoonsgebonden budget, zo blijkt uit de toelichting bij het amendement waarop artikel 6 Wmo is gebaseerd, om in de persoon of diens situatie gelegen bezwaren, die dus op individueel niveau dienen te worden gemotiveerd. Een burger kan bijvoorbeeld zijn recht op een persoonsgebonden budget verspelen door aantoonbaar misbruik in het verleden of doordat vast is komen te staan dat hij niet in staat is om een persoonsgebonden budget te beheren en er ook geen anderen (bij voorkeur wettelijke vertegenwoordigers) in zijn omgeving deze taak kunnen overnemen.
Omdat het gaat om het inperken van een wettelijk recht op keuzevrijheid, zal de gemeente deze beslissing moeten motiveren in een voldoende onderbouwd en voor beroep vatbaar besluit. Als gevolg van afspraken tussen de regering en de Tweede Kamer, gemaakt in de Commissie Vervoer, kunnen ook overwegingen van efficiency tot de overwegende bezwaren worden gerekend, namelijk als het aanbieden van een persoonsgebonden budget de keuzemogelijkheden van burgers juist zou beperken. Daarbij is nadrukkelijk gewezen op het collectief vervoer. In principe zijn vervoersvoorzieningen individuele voorzieningen in het kader van de Wmo. Maar elke burger een persoonsgebonden budget aanbieden voor vervoervoersvoorzieningen, ook in situaties waarin tot nu toe voorzien werd door het aanbieden van collectief vervoer, zou er toe kunnen leiden dat het draagvlak onder het collectief vervoerssysteem wordt aangetast. De burger wordt dan beroofd van de keuze voor een collectief vervoerssysteem. Welke voorzieningen komen voor een persoonsgebonden budget in aanmerking? Het uitgangspunt is dat alle individuele voorzieningen voor een persoonsgebonden budget in aanmerking komen. Dat betekent dat bij algemene voorzieningen geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt. Dat vloeit ook voort uit de aard van de algemene voorzieningen: dat zijn immers oplossingen die van korte duur zijn, lichte, niet complexe zorg betreffen of betrekking hebben op incidentele zorgbehoeften. Om deze voorzieningen snel te realiseren worden geen eigen bijdragen gevraagd. Daarbij is er een alternatieve mogelijkheid: indien de aanvrager van mening is dat de algemene voorziening zijn problemen niet voldoende compenseert en daarom een persoonsgebonden budget verstrekt moet worden, dan kan een aanvraag ingediend worden, of als al een aanvraag ingediend is, kan die volgens de reguliere regels van de Algemene wet bestuursrecht worden afgehandeld. In de gemeente Wormerland bestaat vooralsnog slechts één algemene voorziening. Dit betreft het collectieve vervoer. Voor overige individuele voorzieningen is een persoonsgebonden budget mogelijk. Soorten Soorten persoonsgebonden budget Een persoonsgebonden budget kan verstrekt worden voor de volgende voorzieningen: I) een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden; II) een persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel; III) een persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening; ad. I) een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden De budgethouder is in het geval van hulp bij het huishouden werkgever van de zorgverlener, met alle daarbij behorende (fiscale) verantwoordelijkheden. Hierbij zijn vier mogelijkheden, die kort beschreven worden. Het is aan de budgethouder om hier een afgewogen keuze in te maken. 1 Beleidsregels behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wormerland 2013
a.
Iemand in dienst nemen met een arbeidsovereenkomst voor meer dan drie dagen per
week. Hierbij horen alle verplichtingen van een werkgever. Dit zal zelden het geval zijn bij hulp bij het huishouden. b.
Iemand in dienst nemen voor maximaal drie dagen per week. Hiervoor geldt de “regeling
diensten aan huis”. Deze houdt in dat particulieren die voor maximaal drie dagen per week een hulp nemen voor werk in en rondom huis worden vrijgesteld van het afdragen van premies en loonbelasting. De werknemers zijn hierdoor goedkoper af en de opdrachtgever heeft geen administratieve rompslomp. Degene die de dienst verricht is wel gewoon inkomstenbelastingplichtig en moet dit zelf regelen met de Belastingdienst. Er mag wel gekozen worden voor “opting-in”, waarbij de hulpverlener netto wordt uitbetaald en de loonheffing door de PGB-houder wordt afgedragen aan de Belastingdienst. c.
Iemand als zelfstandige laten werken op basis van een overeenkomst van opdracht. Het
gaat hierbij om een freelancer die is aangemeld bij de Kamer van Koophandel. Er wordt dan geen loon betaald maar een honorarium. Dit wordt bruto uitbetaald. d.
Een organisatie of bedrijf inhuren die de diensten levert. Dit wordt bruto uitbetaald.
Iemand “zwart” inhuren met een persoonsgebonden budget is verboden.
Op welke wijze wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget voor de hulp bij het huishouden berekend? De bedragen die per tijdseenheid van een uur in de vorm van een PGB hulp bij het huishouden worden verstrekt, worden jaarlijks vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning Wormerland. De omvang van het PGB is gebaseerd op het aantal geïndiceerde uren hulp bij het huishouden vermenigvuldigd met het uurtarief van de betreffende soort hulp bij het huishouden (HBH 1, 2 of 3). Bij de berekening van de hoogte van het PGB per jaar wordt een kalenderjaar op 52 weken gesteld. Bij toekenning voor een kwartaal wordt het jaarbedrag gedeeld door vier en bij toekenning voor een maand wordt het jaarbedrag gedeeld door 12.
Eigen bijdrage De gemeente Wormerland hanteert bij een persoonsgebonden budget, net als bij zorg in natura, de maximale eigen bijdrage met inachtneming van het inkomen. Bij de berekening wordt uitgegaan van de eigen bijdrage systematiek van het CAK. Deze is opgenomen in het Besluit. De eigen bijdrage wordt niet vooraf op het budget ingehouden. De budgethouder krijgt het bruto persoonsgebonden budget overgemaakt. Het rijksbeleid heeft bepaald dat – het CAK de eigen bijdragen hulp bij het huishouden berekent en gaat innen. De cliënt kan aan de hand van het rekenoverzicht in de brochure van het CAK zijn eigen bijdrage schatten die door het CAK zal worden berekend en geïnd. De budgethouder ontvangt hiervoor een acceptgiro van het CAK. Na de beoordeling van de aanvraag ontvangt de budgethouder een beschikking, waarin de hoogte van het persoonsgebonden budget en de voorwaarden waaronder het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, zijn aangegeven. Tevens wordt in de beschikking 2 Beleidsregels behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wormerland 2013
medegedeeld dat de budgethouder verplicht is een zorgverleningovereenkomst af te sluiten en deze ingevuld en ondertekend naar de gemeente terug te sturen. Vervolgens wordt het toegekende budget in de vorm van een voorschot uitbetaald. Er worden twee voorschotperiodes onderscheiden. Een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden zal voor een indicatie tot 7 uur per week één keer per jaar bij voorschot worden betaald aan de budgethouder. De indicaties vanaf 7 uur per week worden twee keer per jaar bij voorschot overgemaakt. De budgethouder dient het door het college verstrekte budget te verantwoorden.
Geen vrij besteedbaar bedrag Er wordt géén vrij besteedbaar bedrag ingesteld. Het betreft hier immers alleen het recht op hulp bij het huishouden. Een uitruil tussen Wmo- voorzieningen en AWBZ- voorzieningen is met het PGB niet mogelijk, er kan niet meer geschoven worden met de budgetten. Een vrij besteedbaar bedrag is alleen maar zinvol wanneer deze uitruil wel mogelijk is. Omdat het hier gemeenschapsgeld betreft mag het geld alleen aangewend worden waarvoor het is bedoeld en dus datgene wat betreffende persoon op zijn beschikking heeft staan. Ook wordt het niet toegestaan dat het budget wordt overgeheveld naar het volgende jaar. Opnieuw gaat het alleen om de functie hulp bij het huishouden en niet om bijvoorbeeld het sparen voor een begeleider mee op vakantie.
Doelverstrekking Omdat het hier gemeenschapsgelden betreft mag het geld alleen aangewend worden waarvoor het is bedoeld en voor datgene waarvoor de cliënt is geïndiceerd. Het budget mag alleen besteed worden aan de directe kosten voor hulp bij het huishouden, inclusief eventuele onkostenvergoedingen.
Verantwoording persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden Over de voorschotperiode moet verantwoording worden afgelegd. De cliënt zal de verantwoording dienen af te leggen met een verantwoordingsformulier, dat hij ontvangt aan het eind van de periode waarover hij verantwoording dient af te leggen. Op dit verantwoordingsformulier worden in ieder geval de volgende gegevens gevraagd: Naam, adres, burgerservicenummer (sofi-nummer) van de hulpverlener; Het bedrag dat per uur is betaald; Het aantal betaalde werkuren; Of de rekeningen van de instellingen waarbij de zorg is ingekocht. Van iedere uitgave moet de budgethouder een bewijs van betaling kunnen laten zien. Dit betekent dat alle betalingen gedaan moeten worden met een overboeking per bank of giro. Bij de verantwoording mag de eigen bijdrage aan het CAK niet in mindering worden gebracht op het ontvangen PGB. Dit betekent dat de verantwoording dient plaats te vinden over het bruto-PGB. 3 Beleidsregels behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wormerland 2013
De gemeente zal een steekproefsgewijze controle houden op de verantwoording.
Ondersteuning voor budgethouders Er zijn diverse instellingen waar budgethouders terecht kunnen voor ondersteuning. Hieronder wordt een aantal genoemd:
Per Saldo: een landelijke vereniging van mensen met een persoonsgebonden budget. Zij geven informatie en doen aan advisering en belangenbehartiging.
MEE: een landelijke organisatie voor iedereen met een handicap, beperking of chronische ziekte. Zij geven informatie, advies en ondersteuning op het gebied van onderwijs, opvoeding, wonen, werken, sociale voorzieningen, inkomen, vervoer en vrije tijd.
Zorgbelang Noord-Holland: heeft wekelijks een spreekuur van het PGB-steunpunt voor ondersteuning op het gebied van het persoonsgebonden budget. Bij het steunpunt is informatie en hulp bij het oplossen van problemen te krijgen.
SMD: biedt mensen ondersteuning op persoonlijk, sociaal en maatschappelijk gebied onder andere met sociaal raadslieden en algemeen maatschappelijk werk. ad. II) een persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel
Bepaling hoogte persoonsgebonden budget Wanneer een cliënt een indicatie heeft voor een hulpmiddel en hiervoor een persoonsgebonden budget wil ontvangen, worden om de hoogte van het persoonsgebonden budget vast te stellen de volgende stappen doorlopen: •
de cliënt krijgt een passing voor een hulpmiddel bij de leverancier, waarmee de gemeente een contract heeft. De eventuele kosten van passing van het hulpmiddel worden niet in het persoonsgebonden budget meegenomen, deze kosten zijn voor rekening van de gemeente, zij zijn namelijk onderdeel van het indicatietraject;
•
op basis van de passing wordt het type hulpmiddel bepaald en de noodzakelijke aanpassingen. De leverancier brengt een offerte uit;
•
de maximale hoogte van het persoonsgebonden budget wordt bepaald op basis van de uitgebrachte offerte. In het persoonsgebonden budget kan tevens een bedrag opgenomen worden voor kosten van instandhouding (onderhoud, verzekering) van het hulpmiddel. Wanneer nodig kan dit bedrag nog aangevuld worden met kosten die gemaakt moeten worden voor noodzakelijke aanpassingen. Wanneer iemand kiest voor meer luxe op of aan het hulpmiddel, dient hij dit zelf bij te betalen. Dit is conform de regeling die geldt voor een hulpmiddel/voorziening in natura;
•
de hoogte van het persoonsgebonden budget en de voorwaarden waaronder het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, worden schriftelijk in de vorm van een beschikking aan de cliënt medegedeeld; 4 Beleidsregels behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wormerland 2013
Aanschaf hulpmiddel De cliënt kiest met het persoonsgebonden budget een voorziening die voldoet aan het programmama van eisen dat op de offerte is vermeld. De voorziening moet bij een gecertificeerde leverancier worden aangeschaft en moet voorzien zijn van een CE-keurmerk. Het persoonsgebonden budget dient binnen 6 maanden te zijn besteed aan het doel waarvoor het is verstrekt. De cliënt dient de originele factuur van het aan te schaffen hulpmiddel bij de gemeente in, op basis waarvan de gemeente het geld als voorschot overmaakt op rekening van de cliënt. De cliënt kan vervolgens overgaan tot betaling van de voorziening bij de door hem gekozen leverancier. Daarna dient de aankoop met een kopie van het betalingsbewijs te worden verantwoord. De uiteindelijke hoogte van het PGB wordt bijgesteld tot maximaal het bedrag van de aangeschafte voorziening. Dit bedrag is inclusief de kosten van verzekering (kosten verzekeringsplaatje motorrijtuigen) en onderhoud. Wanneer iemand kiest voor de aanschaf van een tweedehands hulpmiddel en niet het volledige bedrag hoeft te besteden, wordt de termijn waarop iemand gebruik moet maken van dit hulpmiddel naar beneden bijgesteld.
Doelverstrekking Omdat het hier gemeenschapsgelden betreft mag het geld alleen aangewend worden waarvoor het is bedoeld en dus voor datgene waarvoor de cliënt is geïndiceerd. Het budget mag alleen besteed worden aan de aanschaf van het hulpmiddel, inclusief eventuele instandhoudingskosten.
Terugbetaling bij verkoop Een rolstoel of ander verplaatsingsmiddel wordt voor de duur van 7 jaar verstrekt. Indien een cliënt met een PGB deze voorziening heeft aangeschaft en op basis van medische redenen eerder dan 7 jaar een nieuwe voorziening nodig heeft, dan zal bij de vaststelling van de hoogte van het nieuwe persoonsgebonden budget door de gemeente de eventuele restwaarde van de oude voorziening in mindering worden gebracht. De restwaarde wordt bepaald aan de hand van de economische/technische waarde van de voorziening. Voor kindervoorzieningen geldt een andere afschrijvingstermijn, namelijk een afschrijvingstermijn van 5 jaar. Dit gelet op de kortere levensduur van de kindervoorzieningen.
Verantwoording persoonsgebonden budget van een hulpmiddel De verantwoording van het persoonsgebonden budget in geval van aanschaf van een hulpmiddel dient te gebeuren met het overleggen van de volgende stukken: •
een kopie van het betalingsbewijs waaruit blijkt dat de factuur betaald is door de budgethouder;
•
een kopie van een onderhouds- en servicecontract en of verzekering (indien van toepassing).
ad. III) Een persoonsgebonden budget voor een vaste woonvoorziening 5 Beleidsregels behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wormerland 2013
Bepaling hoogte persoonsgebonden budget Bij het bepalen van de hoogte van een persoonsgebonden budget voor vaste woonvoorzieningen wordt een onderscheid gemaakt tussen bouwkundige woonvoorzieningen en trapliften.
Bouwkundige woonvoorzieningen Wanneer een cliënt een indicatie heeft voor een vaste woningaanpassing (bouwkundige voorziening) en hiervoor een persoonsgebonden budget wil ontvangen, worden om de hoogte van het persoonsgebonden budget vast te stellen de volgende stappen doorlopen: •
de cliënt vraagt bij twee verschillende aannemers naar keuze offertes op (bij bedragen hoger dan € 10.000,- dient de cliënt bij drie verschillende aannemers een offerte op te vragen);
•
de hoogte van het persoonsgebonden budget is gelijk aan het bedrag dat de gemeente kwijt zou zijn voor een voorziening in natura, waarbij uitgegaan wordt van de goedkoopst adequate oplossing. Wanneer iemand kiest voor een luxere bouwkundige voorziening, dient hij dit zelf bij te betalen;
•
de hoogte van het persoonsgebonden budget en de voorwaarden waaronder het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, worden schriftelijk in de vorm van een beschikking aan de cliënt medegedeeld.
Aanschaf bouwkundige woonvoorziening De cliënt laat de woningaanpassing uitvoeren conform het programmama van eisen en overlegt na realisering ervan de factuur. Na controle door de gemeente wordt maximaal het in de beschikking genoemde bedrag uitbetaald. In individuele gevallen kan de betaling bevoorschot worden.
Trapliften Wanneer een cliënt een indicatie heeft voor een traplift en hiervoor een persoonsgebonden budget wil ontvangen, worden om de hoogte van het persoonsgebonden budget vast te stellen de volgende stappen doorlopen: •
de gemeente vraagt een offerte op, waarop de hoogte van het persoonsgebonden
•
het persoonsgebonden budget bedraagt 100 procent van wat de gemeente kwijt zou
budget wordt gebaseerd; zijn bij het verstrekken van een traplift in bruikleen; •
in het persoonsgebonden budget wordt ook een bedrag toegekend voor instandhoudingskosten (keuring van de traplift maximaal 1 x per 18 maanden).
•
de hoogte van het persoonsgebonden budget en de voorwaarden waaronder het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, worden schriftelijk in de vorm van een beschikking aan de cliënt medegedeeld.
Aanschaf traplift De cliënt kiest met het persoonsgebonden budget een voorziening die voldoet aan het programmama van eisen dat in de offerte is vermeld. De voorziening moet bij een gecertificeerde leverancier worden aangeschaft en moet voorzien zijn van een CE-keurmerk. 6 Beleidsregels behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wormerland 2013
De cliënt dient de originele factuur van de traplift bij de gemeente in, op basis waarvan de gemeente het geld overmaakt op rekening van de cliënt. De cliënt kan daarna overgaan tot aanschaf van de voorziening bij de door hem gekozen leverancier.
Doelverstrekking Omdat het hier gemeenschapsgelden betreft mag het geld alleen aangewend worden waarvoor het is bedoeld en dus voor datgene waarvoor de cliënt is geïndiceerd. Het budget mag alleen besteed worden aan de bouwkundige voorziening en aan de aanschaf van een traplift, inclusief eventuele instandhoudingskosten.
Verantwoording persoonsgebonden budget van bouwkundige voorziening en een traplift De verantwoording van het persoonsgebonden budget in geval van een bouwkundige woonvoorziening en een traplift dient te gebeuren met het overleggen van de volgende stukken: •
een kopie van het betalingsbewijs waaruit blijkt dat de factuur betaald is door de budgethouder;
•
een kopie van een onderhouds- en servicecontract en of verzekering (indien van toepassing).
Terugvordering Het persoonsgebonden budget is bestemd voor het inkopen van een dienst of een voorziening. Het budget dat hier niet aan wordt besteed moet worden terugbetaald aan de gemeente. De cliënt krijgt hiervoor een rekening toegestuurd, dan wel het bedrag wordt verrekend met nog uit te betalen bedragen. Communicatie met betrekking tot het persoonsgebonden budget Met het persoonsgebonden budget wordt de verantwoordelijkheid volledig bij de cliënt neergelegd voor de inkoop van zorg of een hulpmiddel, de kwaliteit van de zorg of het hulpmiddel en de administratieve afhandeling die erbij hoort. Daarom is het belangrijk dat er in het Wmo- loket duidelijke en volledige informatie wordt verstrekt over de regeling persoonsgebonden budget. Er is een folder ontwikkeld, waarin de regels rondom het PGB kort en duidelijk worden toegelicht. Deze folder is beschikbaar in het Wmo- loket.
7 Beleidsregels behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wormerland 2013