Overleeft ons pensioen de vergrijzing? Ed Westerhout Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Zomerschool economie en beleid De toekomst van de verzorgingsstaat 12, 19 juni 2014
Introductie •
Verleden:
•
Ministerie van Economische Zaken, CPB, UvA
Heden:
UvA ›
CPB ›
UHD macro-economie
senior onderzoeker sector macro-economische analyse
edwesterhout.nl
Introductie
edwesterhout.nl ›
blogs
›
informatie over vergrijzing en economie
›
Economen kunnen niet rekenen
Twitter: @EdWesterhout
Problemen huidige pensioenregeling •
De huidige pensioenregeling
is te “duur”
is onvoldoende transparant
kenmerkt zich door perverse herverdeling
verplicht tot deelname en biedt geen keuze wat betreft provider en beleggingsmix ›
dit is uit de tijd
Nationale pensioendialoog •
Keuzevrijheid
wat betreft deelname, provider en beleggingsmix
•
Positie zelfstandigen, huidige organisatieprincipe met opf’en en bpf’en
•
Rol sociale partners en rol van de overheid
•
Begin 2015 hoofdlijnennotitie naar de Tweede Kamer
Overleeft ons pensioen de vergrijzing? 1.
Basisfuncties collectieve pensioenstelsels
2.
Negatieve bijeffecten van collectieve pensioenstelsels
3.
Enkele trends
4.
Problemen huidige pensioenregeling
Basisfuncties collectieve pensioenstelsels 1.
Overzicht basisfuncties pensioenstelsels
2.
Economische theorie: de nutsfunctie
3.
Kortzichtigheid
4.
Intergenerationele risicodeling
Overzicht basisfuncties pensioenstelsels •
•
Richard Hinz, WereldBank (1994), Averting the Old Age Crisis:
consumption smoothing
redistribution
insurance
Nicholas Barr (2012):
consumption smoothing
poverty relief
insurance
Overzicht basisfuncties pensioenstelsels •
Bedoeld/onbedoeld
•
Armoedebestrijding en herverdeling
•
geïndustrialiseerde versus ontwikkelingslanden
eerste pijler, de AOW
Kortzichtigheid
•
Risicodeling tussen niet-overlappende generaties
•
gebrekkig functionerende financiële markten hetgeen niet door individuen zelf geregeld kan worden
Risicodeling tussen overlappende generaties
dat wat in theorie wel, maar in praktijk niet of nauwelijks zelf geregeld kan worden
Maximalisatie nut bij gegeven middelen: drijfveer economisch handelen •
Nutsfunctie
Jeremy Bentham (1748-1832): nut = plezier - pijn
Nutsfunctie
Eerste afgeleide nutsfunctie positief (nut wordt groter als inkomen stijgt) ›
eventueel negatief bij een heel hoog inkomen
Tweede afgeleide nutsfunctie negatief (toename nut wordt almaar kleiner) ›
St. Petersburgparadox
Nutsfunctie: nut als functie van inkomen
U
0
Y
St. Petersburgparadox •
Loterij:
•
Gooi een munt, net zolang totdat die op zijn kopzijde valt
•
Bereik je dit na 1 keer, dan ontvang je € 10,-
•
Bereik je dit na 2 keer, dan ontvang je € 20,-
•
Bereik je dit na 3 keer, dan ontvang je € 40,-
•
Bereik je dit na n keer, dan ontvang je € 2n-1x10,-
•
Hoeveel zou u willen betalen om aan deze loterij mee te mogen doen?
St. Petersburgparadox •
Verwachte uitbetaling: 1/2x€ 10,- + 1/4x€ 20,- + 1/8x€ 40,- + ... = € 5,-
•
+ € 5,-
+ € 5,-
+ ... = ∞
Prijs die je bereid bent te betalen om aan loterij mee te mogen doen
crra=0: ∞
crra=1: € 21,98
crra=2: € 15,-
crra=5: € 11,80
Nutsfunctie •
•
Wetten en wetmatigheden
Geneesmiddelen
Verslavende producten
Interpretatie
Figuurlijk
Letterlijk (empirisch onderzoek van Richard Layard)
Consumeren of sparen? MUC
MUC, MUS
MUS2
c MUS1 E1
E2
0
S
S1,C1
S2,C2
C
0
Kortzichtigheid
•
David Laibson, Richard Thaler, Matthew Rabin
•
Kortzichtigheid ≠ ongeduldigheid
•
Kortzichtig = tijdsinconsistent
•
In strijd met het idee van de homo economicus
•
Literatuur behavioral economics
•
Roken, sparen
•
Spaartekort zonder verplichtstelling?
zzp’ers
VS
Consequenties van kortzichtigheid •
Neem bij wijze van voorbeeld een levenscyclus die uit vijf perioden bestaat
•
Nutsfunctie in periode 1 (quasi-hyperbolic discounting) U1 f (c1 )
1 1 1 1 f ( c ) f ( c ) f ( c ) f ( c ) 2 3 4 5 1 b 1 a (1 a) 2 (1 a)3
•
b>a
•
Nutsfunctie in periode 2 U 2 f (c2 )
•
1 1 1 f ( c ) f ( c ) f ( c ) 3 4 5 1 b (1 a) (1 a ) 2
Nutsfunctie in periode 3, 4, 5
Consequenties van kortzichtigheid
•
r=a=0, b=1, f(ci)=ln(ci), W=6
•
Rationeel individu
•
Kortzichtig individu
Consequenties van kortzichtigheid •
Rationeel individu: c1 = 2, c2 = 1, c3 = 1, c4 = 1, c5 = 1
•
Kortzichtig individu: c1 = 2, c2 = 8/5, c3 = 6/5, c4 = 4/5, c5 = 2/5 2,50
2,00
Kortzichtig 1,50
Rationeel 1,00
0,50
0,00 0,00
1,00
2,00
3,00
4,00
5,00
6,00
Beleidsimplicaties kortzichtigheid
•
Verplichtstelling
•
Nudges
•
SMarT
Thaler, Benartzi, libertair paternalisme
Sinds 1998, 4 trajecten
78% van de mensen die in aanmerking komen, participeert
80% van deze mensen, blijft verbonden
De besparingen stijgen van 3,5 tot 13,5 procent
Risicodeling
•
Soorten risico’s
Op nationaal, niet-individueel niveau
Aandelenkoersen
Rente
Inflatie
Levensverwachting
Risicodeling en herverdeling •
Risicodeling ≠ herverdeling
•
Verschillen
•
Het risico van discontinuïteit
•
De rol van verplichtstelling
•
Eerste en tweede pijler
De winst van risicodeling 3
2,5
UO 2
1,5
1
0,5
0
R-
E(R)
R+
R
Empirische inschatting welvaartswinst intergenerationale risicodeling Teulings/De Vries (2006) Gollier (2008) Cui e.a. (2011) Bonenkamp/Westerhout (2010) Mehlkopf (2010) Draper/Westerhout (2009) Westerhout (2011) 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
Empirische inschatting welvaartswinst intergenerationale risicodeling •
Veel variatie
Typen risico’s
Risicoaversie individuen
Aantal generaties dat bij de risicodeling is betrokken
Winst van risicodeling is een abstract begrip
Voorlopige calculaties: winst van intergenerationele risicodeling is beperkt bij het voorgestelde nieuwe pensioencontract ›
Premieinstrument
›
Hersteltermijn
Overzicht college 1.
Basisfuncties collectieve pensioenstelsels
2.
Negatieve bijeffecten van collectieve pensioenstelsels
3.
Enkele trends
4.
Problemen huidige pensioenregeling
Negatieve bijeffecten van collectieve pensioenstelsels 1.
Overzicht negatieve bijeffecten
2.
Inhaalpremies en arbeidsaanbod
3.
Doorsneesystematiek
Overzicht negatieve bijeffecten
•
Arbeidsmarktverstoringen
•
Discontinuïteit risico
•
Onbedoelde herverdeling binnen generaties
•
Intransparantie
•
Geen of weinig keuzevrijheid:
Deelname
Provider
Beleggingsbeleid
Negatieve bijeffecten van risicodeling •
Arbeidsmarktdistorties ten gevolge van inhaalpremies
•
Indexatiekortingen hebben in theorie hetzelfde effect
•
Op langere termijn irrelevant of werknemers of werkgevers premie betalen
•
Op korte termijn wel relevant
Hogere premie werknemers drukt arbeidsaanbod
Hogere premie werkgevers drukt arbeidsvraag
Lange termijn, arbeidsmarkt in evenwicht
Korte termijn, werkloosheid, premie werkgevers 9 8
D
7 6
D2
5
B
S
A
4 3
C
2 1 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Korte termijn, werkloosheid, premie werknemers 9 8 7
D S2
6 5
B
S
4
A 3
C
2 1 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Empirie arbeidsaanbod- en arbeidsvraagelasticiteiten •
Hoe groot zijn arbeidsaanbodelasticiteiten?
•
Meghir en Phillips (2008):
dichtbij nul voor mannen
dichtbij één voor vrouwen
•
Waarom?
•
Hoe groot zijn arbeidsvraagelasticiteiten?
•
Slaughter (2001):
in de buurt van -0.75
Doorsneesystematiek •
Doorsnee premie, doorsnee opbouw
•
In effect een belasting op jongere en een subsidie op oudere werknemers
•
Dit verlaagt de arbeidsparticipatie van jongere werknemers
•
Het verhoogt de arbeidsparticipatie van oudere werknemers
•
Doorsneesystematiek vergroot de algemene arbeidsparticipatie •
Als de arbeidsaanbodelasticiteit voor oudere werknemers hoger is dan die voor jongere werknemers
Doorsneesystematiek •
In het algemeen vermindert de doorsneesystematiek de welvaart (om dezelfde reden als dat belastingen de welvaart verminderen)
•
De doorsneesystematiek vergroot de welvaart
Als de arbeidsaanbodelasticiteit voor oudere werknemers voldoende hoger is dan die voor jongere werknemers
Doorsneesystematiek Recent bestudeerd door het CPB, zie: •
Bonenkamp, J., R. Cox en M. Lever, Eindrapportage voor- en nadelen van de doorsneesystematiek, CPB Notitie, 28 oktober 2013
•
Bonenkamp, J., R. Cox en M. Lever (2013), Doorsneesystematiek in pensioenen onder druk?, CPB Policy Brief, januari 2014
•
In deze studie staan niet zozeer de welvaartseffecten, maar de herverdelingseffecten op de voorgrond:
Tussen jongere en oudere werknemers
Tussen laag- en hoogopgeleiden
Tussen mensen met ongebroken en mensen met gebroken carrières
pensioenpremie
Oorzaken herverdeling
omslagelement
tijdswaardeherverdeling
tijdswaardeherverdeling
levensverwachtingsherverdeling
leeftijd doorsneepremie
generatiepremie
faire premie gemiddeld
faire premie individu
Omvang herverdeling •
Deterministisch model voor pensioenpremies en -uitkeringen
•
Demografische veronderstellingen conform de CBS bevolkingsprognose 2012
•
Middelloonregeling
•
Acht deelnemersprofielen: man/vrouw en vier opleidingsniveaus
verschillen naar inkomen, arbeidsparticipatie en sterftekansen
Omvang herverdeling: basisscenario Laag
Laag/mid Hoog/mid
Hoog
Totaal
Netto profijt in % pensioeninkomen Mannen Totaal
-18,7
-16,8
-13,8
-3,3
-8,4
Beleggingshorizon
-5,4
-5,7
-6,7
-5,4
-5,8
Levensverwachting
-13,3
-11,0
-7,1
2,1
-2,6
-13,0
-10,1
-3,9
-0,4
-2,2
Beleggingshorizon
-7,1
-10,9
-9,6
-6,2
-7,6
Levensverwachting
-5,9
0,8
5,7
5,8
5,3
Vrouwen Totaal
Omvang herverdeling: gebroken loopbanen Laag
Laag/mid Hoog/mid
Hoog
Totaal
Netto profijt in % pensioeninkomen Mannen Volledige loopbaan
-18,7
-16,8
-13,8
-3,3
-8,4
Tot 46 jaar
-53,6
-49,9
-44,3
-30,5
-37,5
8,0
9,4
11,8
19,0
15,4
Volledige loopbaan
-13,0
-10,1
-3,9
-0,4
-2,2
Tot 46 jaar
-44,7
-37,1
-31,1
-28,2
-29,9
13,5
17,9
22,7
23,1
22,6
Vanaf 46 jaar Vrouwen
Vanaf 46 jaar
Omvang herverdeling: conclusies •
Omslagelement kost deelnemers ongeveer 8% van pensioen
•
Aanzienlijke verschillen in netto profijt bij onvolledige loopbanen
•
uitkomst is gevoelig voor cijfers over rente, loon- en bevolkingsgroei
opbouw tot 46 jaar: -35%; opbouw na 46 jaar: +18%
Fondspopulatie is van invloed op omvang herverdeling
in homogeen fonds zijn totale overdrachten kleiner
individuele overdrachten van de ‘uitbijters’ zijn groter
Arbeidsmarkteffecten •
Door hogere arbeidsmobiliteit, onderbroken carrières en opkomst DC-regelingen hebben werknemers vaker te maken met het verlies van impliciete pensioenrechten gedurende hun loopbaan
Kan oplopen tot maximaal een half jaarsalaris
Kan negatieve prikkel zijn bij beslissing om zelfstandige te worden
Alternatieven zonder herverdeling tijdswaarde
1.
Degressieve opbouw (naar leeftijd)
2.
Progressieve premie (naar leeftijd)
3.
Rendementindexatie (minder opbouw, meer indexatie)
4.
Individuele rekeningen
Impliciete schuld door omslagfinanciering in mld euro
in % pensioenvermogen
Basisscenario
97
9
1%-punt lager disconto
81
6
Grijs fonds
-
3
Groen fonds
-
20
Impliciete schuld: waarde pensioenopbouw die deelnemers mislopen bij overgang op degressieve opbouw
Conclusies •
Doorsneesystematiek leidt tot herverdeling
Effecten zijn fors bij onvolledige loopbanen
•
Overgangskosten zijn hoog
•
Huidige dekkingsgraden zijn laag
Tijdstip voor overgang is niet ideaal
Overzicht college 1.
Basisfuncties collectieve pensioenstelsels
2.
Negatieve bijeffecten van collectieve pensioenstelsels
3.
Enkele trends
4.
Problemen huidige pensioenregeling
Enkele trends •
Enkele trends zichtbaar in groot deel geïndustrialiseerde wereld
Vergrijzing van de bevolking
Terugtreden werkgevers
Globalisering
Toenemende arbeidsmobiliteit werknemers
Groei deeltijdwerk, uitzendwerk, # zzp’ers
Wat is vergrijzing? •
•
•
Daling van de fertiliteit
met name sinds 1970
lijkt te stabiliseren (1,7 - 1,8)
maar onder reproductieniveau (2,1)
Toename levensverwachting
bij geboorte, maar ook op latere leeftijd
ontwikkeling continueert naar verwachting
macro-economisch risico: niet verzekerbaar
Na-oorlogse baby-boom
•
tijdelijk effect
Maatstaf vergrijzing: afhankelijkheidsratio (grijze druk)
# 65+’ ers / # 15-64 jarigen
Daling fertiliteit
Toename levensverwachting
Nederlandse bevolking 2008-2040 2008 2040
Grijze druk Europa
Grijze druk OESO
Effect van trends •
Van traditional defined benefit naar vormen van defined contribution:
Individual defined contribution (kapitaaldekking)
Collective defined contribution (kapitaaldekking)
Notional defined contribution (omslag)
Verhoging pensioenleeftijd
Verschuivingen MU, MK
MK2
MK1
MU
0
G2
G1
G
Effect van trends •
Van traditional defined benefit naar vormen van defined contribution:
Individual defined contribution (kapitaaldekking)
Collective defined contribution (kapitaaldekking)
Notional defined contribution (omslag)
Verhoging pensioenleeftijd
•
Hervormingen zichtbaar zowel bij omslaggefinancierde regelingen als op basis van kapitaaldekking gefinancierde regelingen
•
Waarom niet van omslag naar kapitaaldekking?
•
Omslag en kapitaaldekking zijn even efficiënt
Omslag versus kapitaaldekking •
Stel we leven in een wereld met slechts twee generaties, een jonge en een oude generatie. Elke periode wordt er een nieuwe generatie geboren en gaat de oudste generatie dood.
•
Elke generatie is 1+n maal zo groot als de voorafgaande generatie en elke periode kent een productiviteit die 1+g maal zo groot als in de periode ervoor.
•
Het pensioen is defined contribution: het premietarief is constant in de tijd.
•
Voor pensioenen die tot dan op basis van kapitaaldekking zijn gefinancierd, wordt in periode t het principe van omslag geïntroduceerd.
Omslaggefinancierd pensioen •
Stel pensioenen (en premies) zijn in periode t gelijk aan € Y
•
Eén periode later zijn pensioenen en premies gelijk aan € Y(1+n)(1+g); de generaties zijn immers beide 1+n maal zo groot als een periode eerder en de productiviteit is 1+g maal zo groot
•
Het netto profijt is het verschil tussen uitkering en premie
•
Voor generatie t (de generatie die jong is in periode t) is dit netto profijt € Y((1+n)(1+g)/(1+r)-1). Wanneer r>n+g, dan is dit negatief
•
Voor generatie t+1 geldt ook een negatief netto profijt, maar dan kleiner: € Y((1+n)(1+g)/(1+r)-1) (1+n)(1+g)/(1+r)
•
Tellen we de netto profijten van deze generaties en alle daarna volgende generaties bij elkaar op (in wiskundige termen een convergente reeks), dan resulteert een netto profijt van € – Y.
Omslagelement
•
De generatie die oud is in periode t ontvangt een pensioen, maar heeft in de periode ervoor geen premie afgedragen. Het netto profijt voor die generatie is dus € Y.
•
Hoe groot is nu het totale netto profijt? € –Y+ € Y=0. Omslag en kapitaaldekking zijn even efficiënt
•
Link met conclusie uit de CPB-studie over de doorsneesystematiek: compensatie van verliezers roomt belangrijk deel van de efficiencywinsten af
Overzicht college 1.
Basisfuncties collectieve pensioenstelsels
2.
Negatieve bijeffecten van collectieve pensioenstelsels
3.
Enkele trends
4.
Problemen huidige pensioenregeling
Problemen huidige pensioenregeling •
De huidige pensioenregeling
is te “duur”
is onvoldoende transparant
kenmerkt zich door perverse herverdeling
Verplicht tot deelname en biedt geen keuze wat betreft provider en beleggingsmix ›
dit is uit de tijd
“Te duur” •
Meer risico bij ouderen
•
Verhoging pensioenleeftijd, verlaging opbouw
•
Verdere aanpassing mogelijk, ten faveure van derde pensioenpijler
Onvoldoende transparant •
Communicatie pensioenfonds kan verbeterd
•
Van UPO naar TRAPO:
•
Presenteer reele in plaats van nominale bedragen
Presenteer risico’s door middel van verschillende scenario’s
Wees expliciet over kans op onvolledige indexatie en de indexatiekorting
Wees expliciet over kans op afstempeling en de grootte van de afstempeling
Toezicht kan hierop worden afgestemd en verbeterd
Te veel perverse herverdeling •
Probleem wordt kleiner als tweede pijler pensioen wat kleiner wordt
•
Grootste bron van herverdeling anders op te lossen:
Laat mensen die uit loondienst stappen en zelfstandig worden, deelnemer blijven
Te weinig keuzevrijheid •
Biedt keuzevrijheid qua beleggingsmix
Anders dan discussie over nominaal versus reëel FTK
Voorkeuren deelnemers pensioenregelingen staan voorop
In praktijk kan keuze uit drie modellen al afdoende zijn
Toezicht kan hierop worden afgestemd
Te weinig keuzevrijheid •
Keuzevrijheid ten aanzien van deelname
•
Lastig in verband met solidariteit en risicodeling
Keuzevrijheid ten aanzien van provider
Kan aantrekkelijke optie zijn
Versterkt tendens naar kleiner aantal grotere fondsen met voordelen in sfeer van administratie en discontinuïteit
Nadelen in termen van concurrentiekosten
Conclusie •
Grote probleem is de invaarproblematiek
Hervormingen breken in op bestaande of opgebouwde rechten
•
Kleine stapjes daardoor waarschijnlijker dan grote stappen
•
Dat hervormingen zullen gaan optreden, is zo goed als zeker