1
OVEREENKOMST TOT UITGIFTE IN ERFPACHT Stieltjesstraat 75 (d.d. 21 mei 2013)
Ondergetekenden,
1. de Gemeente Utrecht, kantoorhoudende te Utrecht (3512 GG), Korte Minrebroederstraat 2 (postadres: Postbus 8406, 3503 RK Utrecht), te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Ä.H.R. van Beest, hoofd afdeling Grondzaken van de Gemeente, hierna te noemen "de gemeente",
en 2.
@@@@@@: hierna (zowel tezamen als ieder afzonderlijk) te noemen "de erfpachter",
Verklaren dat deze overeenkomst wordt aangegaan onder de volgende bepalingen en bedingen:
Voorbehoud van bestuurlijke goedkeuring. Deze overeenkomst komt niet tot stand (ook niet voorwaardelijk) tot het moment dat het bevoegde orgaan van de gemeente Utrecht daartoe heeft besloten.
I. DE OVEREENKOMST
1. Aanduiding perceel De gemeente zal voor onbepaalde tijd in erfpacht uitgeven aan de erfpachter, die in erfpacht zal aanvaarden: het perceel grond met opstal, plaatselijk bekend Stieltjessstraat 75 in Utrecht, kadastraal bekend gemeente Lauwerecht, sectie C nummer 4531 (geheel) en 8545 (gedeeltelijk), groot circa 156 m², zoals op de aan deze overeenkomst gehechte tekening met nummer A 37.181 schetsmatig is aangegeven met een lijnarcering en cijfer 4, hierna te noemen "het registergoed". 2. Afkoopsom en kosten 2.1Bij de uitgifte is de erfpachter een afkoopsom voor de erfpachtcanon van het erfpachtrecht (hierna te noemen "de afkoopsom") verschuldigd van EUR @@@@. Kosten Koper (zegge: @@@@ euro) 2.2Alle kosten, rechten en belastingen die betrekking hebben op de onderhavige uitgifte in erfpacht, waaronder de bij de uitgifte in erfpacht over de afkoopsom verschuldigde overdrachtsbelasting, zijn voor rekening van de erfpachter. Hiertoe behoren tevens de kosten van de aktetekening van EUR 107,10 (inclusief omzetbelasting). 2.3De betaling van de afkoopsom en van de rechten, kosten en belastingen vindt plaats bij het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht. De gemeente stemt er mee in, dat de notaris het bedrag onder zich houdt totdat zeker is dat het erfpachtrecht is gevestigd vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter:
2
2.4Alle baten en lasten met betrekking tot het erfpachtrecht komen met ingang van de datum van het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht voor rekening van de erfpachter. De dan lopende baten en lasten zullen tussen partijen naar rato van tijd worden verrekend. Deze verrekening vindt plaats gelijktijdig met de betaling van de afkoopsom. 3. Ontbindende voorwaarden van financiering 3.1Deze overeenkomst kan door de erfpachter worden ontbonden indien uiterlijk op 1 oktober 2013 de erfpachter voor de financiering van de onroerende zaak voor een bedrag van EUR @@@@@, zegge: @@@@, geen hypothecaire geldlening of het aanbod daartoe van een erkende geldverstrekkende instelling heeft verkregen. 3.2Partijen verplichten zich over en weer al het redelijk mogelijke te doen teneinde de hierboven bedoelde financiering en/of Nationale Hypotheek Garantie en/of toezegging(en) en/of andere zaken te verkrijgen. 3.3De erfpachter die de ontbinding inroept dient er zorg voor te dragen, dat de mededeling dat de ontbinding wordt ingeroepen, uiterlijk 1 oktober 2013 door de gemeente is ontvangen. 3.4Deze mededeling dient goed gedocumenteerd te geschieden bij "aangetekende brief met bericht handtekening retour" of "telefaxbericht met verzendbevestiging". Alsdan zijn beide partijen van deze overeenkomst bevrijd. De eventueel door erfpachter reeds gedane stortingen van de waarborgsom worden vervolgens gerestitueerd. 4.Waarborgsom 4.1Tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichting tot medewerking aan het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht, tot betaling van de afkoopsom en tot nakoming van de uit artikel 15 van deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, is de erfpachter aan de gemeente een waarborgsom verschuldigd ter hoogte van 10% van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom, exclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting. De waarborgsom moet door de erfpachter binnen veertien dagen na verzending van een daartoe strekkende nota aan de gemeente worden voldaan. 4.2De waarborgsom wordt aan de erfpachter gerestitueerd indien deze aan zijn verplichtingen jegens de gemeente heeft voldaan, met dien verstande dat bij het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht de helft van de waarborgsom met het door de erfpachter verschuldigde zal worden verrekend. Het restant van de waarborgsom wordt gerestitueerd indien de erfpachter aan alle uit artikel 15 van deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan, zulks ter beoordeling van de gemeente. 4.3De waarborgsom vervalt aan de gemeente, indien de erfpachter niet of niet tijdig heeft voldaan aan zijn verplichtingen genoemd in artikel 4.1 en de erfpachter hiervoor in gebreke is gesteld, een en ander onverminderd het recht van de gemeente op verdere schadevergoeding en/of tot ontbinding van de overeenkomst als bedoeld in artikel 9.1. Bij het vervallen van de waarborgsom aan de gemeente is de erfpachter over de waarborgsom omzetbelasting verschuldigd. 4.4Onder waarborgsom wordt in dit verband eveneens verstaan een ten gunste van de gemeente gestelde bankgarantie, verstrekt door een in Nederland gevestigde bankinstelling, die valt onder de controle van De Nederlandsche Bank. De bankgarantie dient: a. onvoorwaardelijk te zijn en geen voorbehoud - hoe ook genaamd - te bevatten; b. voort te duren tot minimaal één maand na de overeenkomstig artikel 6.1 van toepassing zijnde (uiterste) datum van vestiging van het erfpachtrecht voor wat betreft het gehele bedrag van de in artikel 4.1 vermelde waarborgsom, respectievelijk tot minimaal één maand na de datum waarop de erfpachter van de gemeente een schriftelijke bevestiging heeft ontvangen dat hij aan alle uit artikel 15 van deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan voor wat betreft de helft van voormelde waarborgsom; en c. in te houden dat het bedrag op eerste vordering van de gemeente, zonder opgaaf van redenen, zal worden uitgekeerd door storting op een door de gemeente aan te geven bankrekening.
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter:
3
4.5Indien partijen overeenkomen de uiterste datum van vestiging van het erfpachtrecht te verschuiven naar een later tijdstip respectievelijk indien de uiterste datum van vestiging van het erfpachtrecht wordt opgeschort op grond van het in artikel 9.1 sub b bepaalde, zal de erfpachter ervoor zorgdragen dat de bankgarantie dienovereenkomstig en met inachtneming van de in artikel 4.4 sub b gemelde termijnen wordt verlengd, zulks uiterlijk één week voor het verstrijken van de einddatum van de eerder gestelde bankgarantie en zodanig dat deze zonder onderbreking(en) voortduurt. Bij niet tijdig of niet verlengen van de bankgarantie schiet de erfpachter, zonder dat rechterlijke tussenkomst of nadere ingebrekestelling is vereist, tekort en verbeurt hij een direct opeisbare boete gelijk aan 10% van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom. 4.6Over de waarborgsom wordt door de gemeente geen rente vergoed. 5. Rentevergoeding 5.1Indien de akte van vestiging van het erfpachtrecht wordt gepasseerd na de overeenkomstig artikel 6.1 van toepassing zijnde (uiterste) datum - hetgeen alleen na voorafgaande toestemming van de gemeente mogelijk is - is de erfpachter vanaf laatstgemelde datum tot en met de datum van het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht een vergoeding verschuldigd op jaarbasis gelijk aan 8% van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom, tenzij voormelde uiterste datum wordt opgeschort op grond van het in artikel 9.1 bepaalde. 5.2De vergoeding moet telkens voor een periode van zes maanden bij vooruitbetaling worden voldaan. Bij het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht zal eventueel teveel betaalde vergoeding met het door de erfpachter verschuldigde worden verrekend. 5.3Over betaalde c.q. nog te betalen vergoeding is slechts omzetbelasting verschuldigd indien de uitgifte in erfpacht geen doorgang vindt. 6. Datum van vestiging van het erfpachtrecht 6.1De notariële akte van vestiging van het erfpachtrecht zal worden gepasseerd uiterlijk één maand na de datum waarop: het college van burgemeester en wethouders tot uitgifte in erfpacht heeft besloten, en; de Gemeente het perceel leeg/ ontruimd en vrij van huur c.q. gebruik kan leveren; en 1 voor zover vereist - er overeenkomstig artikel 7.1 een bruikbare omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is; en de erfpachter geen beroep meer kan doen op de ontbindende voorwaarde, zoals opgenomen in artikel 3 van deze overeenkomst, voor de financiering van de onroerende zaak. 6.2De notariële akte van vestiging van het erfpachtrecht zal worden gepasseerd ten overstaan van een nog nader door de erfpachter aan te wijzen notaris. 7.Aanvraag vergunningen en vrijstelling bestemmingsplan 7.1De erfpachter is verplicht, binnen één maand na een positieve bevestiging van de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) als bedoeld in artikel 15.3 van deze overeenkomst, uiterlijk vier maanden na ondertekening van deze overeenkomst een aanvraag voor een ontvankelijke omgevingsvergunning voor de verbouw tot eén/twee woning(en) in te dienen bij de gemeente Utrecht, welke in overeenstemming is met de door de gemeente Utrecht goedgekeurde uitwerking van het Definitief Ontwerp voor dit perceel grond en die voldoet aan het Bestemmingsplan Vogelenbuurt en Tuinwijk d.d. 12-04-2007, het kavelpaspoort kavel 4, het Bouwbesluit en de Utrechtse Bouwverordening. Alvorens een aanvraag in te dienen dient de erfpachter een privaatrechtelijke goedkeuring van de gemeente op een bouwplan c.q. Definitief Ontwerp voor de bouw van één/twee woning(en) te hebben ontvangen van de dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling van de gemeente Utrecht, dat het bouwplan voldoet aan het kavelpaspoort kavel 4.
1
Een bruikbare omgevingsvergunning is een omgevingsvergunning waarvan de bezwaar- en beroepstermijn is verstreken zonder dat bezwaar of beroep tegen de vergunning is ingesteld, dan wel bezwaar of beroep is ingesteld zonder dat een verzoek is ingediend tot schorsing van de omgevingsvergunning of een ingesteld schorsingsverzoek is afgewezen.
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter:
4
7.2Ten behoeve van de in artikel 14.1 van deze overeenkomst vermelde bestemming en het gebruik is erfpachter –indien noodzakelijk- verplicht om, binnen de in artikel 7.1 vermelde termijn en overeenkomstig artikel 4.6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, een verzoek tot vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan in te dienen. 7.3Indien door de gemeente ten behoeve van de in artikel 14.1 van deze overeenkomst vermelde bestemming en het gebruik binnen 6 maanden, na de daartoe conform artikel 7.1 van deze overeenkomst door de erfpachter ingediende aanvraag, geen omgevingsvergunning is verleend, zullen partijen nader overleg plegen over de alsdan ontstane situatie. Indien dit overleg niet binnen drie maanden na aanvang hiervan tot overeenstemming leidt, heeft elk der partijen het recht deze overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst te ontbinden en zonder dat partijen ten opzichte van elkaar tot enige schadevergoeding zijn gehouden. Het bepaalde in artikel 9.2 van deze overeenkomst is hierbij niet van toepassing. Ontbinding geschiedt door mededeling daarvan via aangetekend schrijven aan de wederpartij. De gemeente zal dan de betaalde waarborgsom aan de erfpachter terugbetalen. 7.4Het plan tot verbouw voor één/twee woning(en) dient in overleg met de afdelingen Stedenbouw en Erfgoed van de gemeente Utrecht te worden opgesteld, aangezien het pand Stieltjesstraat 75 een gemeentelijk pand betreft met cultureel historische waarde. 7.5Alle benodigde vergunningen, zoals vergunningen voor het verkrijgen van aansluitingen op kabels en leidingen van nutsbedrijven en gemeente alsmede de kosten van deze aansluitingen, dienen door erfpachter voor eigen rekening en risico te worden aangevraagd. 8. Ondeelbaarheid en hoofdelijkheid 8.1De uit deze overeenkomst voor beide partijen jegens elkaar voortvloeiende verbintenissen zijn ondeelbaar en hoofdelijk. 9. Tekortschieten 9.1Indien één van de partijen één of meer van zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst niet of niet tijdig nakomt, ongeacht of het niet nakomen toerekenbaar is of niet, en de nakoming daarvan - nadat de tekortschietende partij door de wederpartij bij aangetekend schrijven in gebreke is gesteld - gedurende veertien (14) dagen, de dag van ingebrekestelling daaronder begrepen, uitblijft, is de tekortschietende partij in verzuim. De wederpartij kan in dat geval door middel van een aangetekend schrijven: a) nakoming van de overeenkomst vorderen, dan wel b) de overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst ontbinden. Ad a) De tekortschietende partij verbeurt, na afloop van de in lid 1 bedoelde termijn van veertien dagen, ten behoeve van de wederpartij, ongeacht of de tekortkoming toerekenbaar is of niet, een zonder nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete gelijk aan drie promille (3‰) van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom voor elke dag na het verstrijken van die veertien (14) dagen, tot en met de dag van nakoming. Voormelde boete kan in totaal maximaal tien procent (10%) van de afkoopsom bedragen. Indien nakoming wordt gevorderd en de nakoming ook i) na dertig (30) dagen na dagtekening van de brief waarbij de nakoming is gevorderd danwel ii) na een andere in die brief genoemde termijn waarin nagekomen moet worden, uitblijft, heeft de wederpartij het recht om na afloop van voornoemde termijn deze overeenkomst zonder nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst te ontbinden. De tekortschietende partij verbeurt alsdan, ongeacht of de tekortkoming toerekenbaar is of niet, een zonder nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete gelijk aan tien procent (10%) van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom. Op de boete van tien procent (10%) die verschuldigd is als de overeenkomst is ontbonden, wordt de uit hoofde van de vorige alinea betaalde boete van drie promille (3‰) per dag in mindering gebracht. Ad b) De tekortschietende partij verbeurt, in het geval de overeenkomst is ontbonden, ongeacht of de tekortkoming toerekenbaar is of niet, een zonder nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete gelijk aan tien procent (10%) van de in artikel 2.1 vermelde afkoopsom.
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter:
5
9.2Het in lid 1 van dit artikel bepaalde laat de rechten van de wederpartij op het vorderen van volledige schadevergoeding vermeerderd met rente en kosten, onverlet. 9.3De hiervoor genoemde boete-bepaling geldt niet meer nadat aan de notaris uit schriftelijk onderzoek in de openbare registers is gebleken, dat de uitgifte in erfpacht heeft plaatsgevonden vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan of andere dan de in deze overeenkomst genoemde zakelijke rechten, en de betaling van het op de datum van uitgifte aan de gemeente verschuldigde heeft plaatsgevonden. Na deze datum zal de boete-bepaling uit artikel 22 (Boeten) van de AV 89 gelden. 9.4Indien de erfpachter de in dit artikel bedoelde boete heeft verbeurd, zal de gemeente de verbeurde boete verrekenen met de aan de gemeente vervallen waarborgsom dan wel met de ontvangen gelden uit hoofde van de ingeroepen bankgarantie. 9.5Indien de erfpachter op grond van dit artikel een boete verbeurt wegens het feit dat de overeenkomst wordt ontbonden, wordt deze boete vermeerderd met omzetbelasting. 9.6In het geval de overeenkomst is ontbonden en feitelijke ingebruikname reeds heeft plaatsgevonden, is de erfpachter verplicht het perceel grond met opstal onmiddellijk aan de gemeente terug op te leveren in de ontruimde staat. Partijen zullen deze staat in een door partijen ondertekend proces verbaal van oplevering vastleggen. 10. Risico-overgang, beschadiging door overmacht 10.1Het registergoed is vanaf het moment van het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht voor rekening en risico van de erfpachter, tenzij de feitelijke ingebruikneming door de erfpachter met toestemming van de gemeente eerder plaats heeft, in welk geval het risico met ingang van die dag overgaat. 10.2Indien het registergoed voor het tijdstip van risico-overgang wordt beschadigd dan wel geheel of gedeeltelijk verloren gaat, is de gemeente verplicht zo spoedig mogelijk nadat het onheil haar bekend is geworden, de erfpachter hiervan in kennis te stellen. 10.3Indien het registergoed voor het in artikel 10.1 vermelde en van toepassing zijnde tijdstip door overmacht wordt beschadigd danwel geheel of gedeeltelijk verloren gaat, is deze overeenkomst van rechtswege ontbonden, zonder dat partijen ten opzichte van elkaar tot enige schadevergoeding zijn gehouden en is de gemeente niet tot nakoming van haar verplichtingen gehouden, tenzij: a. de erfpachter nakoming verlangt van deze overeenkomst, in welk geval de gemeente aan de erfpachter in erfpacht uitgeeft het registergoed in de staat waarin het zich dan bevindt, met alle rechten die de gemeente dientengevolge tegenover derden kan uitoefenen; danwel, b. de gemeente verklaart de schade binnen drie maanden na het onheil voor haar rekening te zullen herstellen in welk geval het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht zal worden opgeschort tot na herstel van de schade; vindt herstel binnen genoemde termijn niet ten genoegen van de erfpachter plaats dan is deze overeenkomst alsnog ontbonden. 10.4Bij ontbinding van deze overeenkomst op grond van artikel 10.3, is het bepaalde in artikel 9 van deze overeenkomst niet van toepassing. 11. Informatie- en onderzoeksplicht De gemeente heeft aan de erfpachter met betrekking tot het registergoed al die inlichtingen verschaft die ter kennis van de erfpachter behoren te worden gebracht, met dien verstande dat inlichtingen over feiten die aan de erfpachter bekend zijn of hem uit eigen onderzoek bekend hadden kunnen zijn voor zover een dergelijk onderzoek naar de geldende verkeersopvattingen van de erfpachter verlangd mag worden - door de gemeente niet behoeven te worden verstrekt voorzover de erfpachter daar de gemeente niet uitdrukkelijk om heeft gevraagd, dan wel die uit onderzoek van de door de erfpachter daartoe aangewezen adviseur(s) / deskundige(n) bekend hadden kunnen zijn of redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn.
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter:
6
II. DE UITGIFTE IN ERFPACHT 12. Toepassing Algemene voorwaarden De uitgifte in erfpacht zal plaatsvinden onder de Algemene Voorwaarden voor de uitgifte van gronden in erfpacht van de Gemeente Utrecht 1989 (AV 1989). De AV 1989 maken onverbrekelijk deel uit van deze overeenkomst, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken danwel ter aanvulling op de AV 1989 bijzondere bedingen en/of voorwaarden worden gesteld. De AV 1989 zijn te verkrijgen bij de afdeling Grondzaken, Ravellaan 1 te Utrecht. 13. Staat van het registergoed/Kwalitatieve verplichting 13.1De erfpachter aanvaardt uitdrukkelijk alle lijdende erfdienstbaarheden, bijzondere lasten en beperkingen, afzonderlijke zakelijke rechten, kettingbedingen en kwalitatieve verplichtingen, blijkend en/of voortvloeiend uit de akte(n) van eigendomsoverdracht en/of afzonderlijke akte(n), van welke akte(n) door de gemeente aan de erfpachter kopieën van de letterlijke tekst ter hand zijn gesteld. De erfpachter verklaart kennis te hebben genomen van de inhoud van de hiervoor bedoelde akte(n). 13.2Het erfpachtrecht betreffende het registergoed zal worden geleverd in de staat waarin het zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt (behoudens normale slijtage), met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken, heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan en overeenkomstig artikel 5 van de AV 1989, echter met uitzondering van het bepaalde in artikel 5 lid 2 en 3 van AV 1989. In plaats van de leden 2 en 3 komen komen partijen het in hierna in artikel 13.3 en 13.4 bepaalde overeen. 13.3De Gemeente heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de gesteldheid van de bodem als bedoeld in artikel 5.2 en 5.3 van de AV 1989. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in een verkennende bodemonderzoeksrapport; Rapport Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Stieltjesstraat 73-75 en Menno van Coehoornstraat 40 te Utrecht, Projectnummer 258828-2, januari 2013, een exemplaar ervan zal aan de notariële akte van vestiging van het erfpachtrecht worden gehecht. Uit het verkennende bodemonderzoeksrapport blijkt dat het perceel grond geschikt is voor het in deze overeenkomst vermelde bestemming en gebruik van de grond . Indien het perceel grond moet worden opgehoogd of afgegraven, is de erfpachter verplicht dit voor eigen rekening uit te voeren, inclusief de eventueel noodzakelijke kosten voor de verwerking en het storten van de vrijkomende grond. Ophoging van het perceel grond mag alleen geschieden met zuiver zand of goede tuingrond, voorzover het perceel bestemd is tot tuin. 13.4Aan de gemeente is niet bekend dat zich in het registergoed asbesthoudende elementen bevinden. De aanwezigheid van eventuele, asbesthoudende materialen is voor rekening en risico van de erfpachter. 13.5De erfpachter heeft het recht voor het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht het registergoed van binnen en buiten te inspecteren. 13.6De gemeente is tot niet meer verplicht dan voortvloeit uit het in deze overeenkomst bepaalde.
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter:
7
13.7 De gemeente heeft de erfpachter geattendeerd op het feit dat zij het registergoed niet zelf feitelijk heeft gebruikt en dat zij de erfpachter derhalve niet heeft kunnen informeren over eigenschappen van c.q. gebreken aan het registergoed waarvan zij op de hoogte zou zijn geweest als zij het registergoed zelf feitelijk had gebruikt. Gelet op de staat van onderhoud van het registergoed staat de gemeente niet in voor zichtbare en onzichtbare gebreken. Partijen zijn overeengekomen dat dergelijke eigenschappen c.q. gebreken voor risico en rekening van de erfpachter komen. Om dit risico voor de erfpachter te beperken, heeft de gemeente door Het Bouw Collectief 12 april 2011 een bouwtechnische keuring laten verrichten, waarvan de resultaten zijn vastgelegd in een bouwtechnisch rapport d.d. 12 april 2011 (rapportnummer 3514JB75). Een kopie van dit rapport is aan de erfpachter ter hand gesteld. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een rapport d.d. 12 april 2011 (rapportnummer 3514JB75). Een kopie van dit rapport is eveneens aan de erfpachter ter hand gesteld. De gemeente heeft de erfpachter tevens in de gelegenheid gesteld om zelf een bouwkundige inspectie uit te (laten) voeren. In de voornoemde bouwtechnische keuring van Het Bouw Collectief is een kostenindicatie opgenomen voor de uitvoering van het onderhoud. De gemeente benadrukt dat door de erfpachter aan deze kostenindicatie en aan de bouwtechnische keuring op geen enkele wijze rechten ontleend kunnen worden en het de erfpachter niet ontslaat van zijn onderzoeksplicht. De uit voormeld bouwtechnisch rapport blijkende meerjarige onderhoudsmaatregelen komen geheel voor rekening en risico van de erfpachter. 13.8 De Gemeente heeft naar aanleiding van de brand in het pand Stieltjesstraat 75 een onderzoek laten uitvoeren naar bouwkundig staat van het pand en de herstelkosten. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport: Calculatie Herstelkosten Brandschade Stieltjesstraat 75 Utrecht, 17 februari 2013. Een kopie van dit rapport is eveneens aan de erfpachter ter hand gesteld. Uit het voormelde rapport blijkt dat het pand door de brand hoofdzakelijk aan de binnenzijde is aangetast. De buitenzijde en de constructie van het pand zijn nog in tact en hebben niet tot nauwelijks geleden door de brand. Een gedeelde van de verdiepingsvloer is zodanig beschadigd dat deze hersteld moet worden. De uit voormelde rapport blijkende geschatte kosten voor herstel van de brandschade komen geheel voor rekening en risico van de erfpachter. 14. Bijzondere erfpachtvoorwaarde: Bestemming en gebruik 14.1Het in erfpacht uit te geven registergoed heeft de bestemming Wonen en dient te worden gebruikt als één (1) of maximaal twee (2) woning(en) met inachtneming van het kavelpaspoort kavel 4 welke aan deze overeenkomst als bijlage C is toegevoegd. 14.2De erfpachter is verplicht het in erfpacht uit te geven registergoed uitsluitend overeenkomstig de hiervoor onder lid 1 genoemde bestemming te gebruiken. 14.3Indien de erfpachter in afwijking van artikel 14.1 wijzigingen wil aanbrengen ten opzichte van de situatie bij aanvang van het erfpachtrecht (niet zijnde wijzigingen die voortvloeien uit de in artikel 15 van deze overeenkomst opgenomen onderhoudsverplichting), de bebouwing wil uitbreiden, dan wel de bestemming/het gebruik van het erfpachtrecht en/of de bebouwing geheel of gedeeltelijk wijzigt, is het gestelde in artikel 7 van de AV 1989 van toepassing. 15. Kettingbeding: onderhoudsverplichting 15.1De erfpachter is verplicht binnen twee maanden na het passeren van de akte van vestiging van het erfpachtrecht te beginnen met de renovatie van het casco van het registergoed. Onder het casco van het registergoed dient hierbij te worden verstaan: - gevels; - buitenkozijnen; - daken; - vloeren - schoorstenen; - buitenschilderwerk; - plafonds; - binnenkozijnen; - klimaatinstallaties - elektrische installaties; - terreinafwerkingen
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter:
8
De renovatie van het casco van het registergoed moet regelmatig worden voortgezet en binnen 24 maanden na de datum van vestiging van het erfpachtrecht zijn afgerond. 15.2De renovatie van het casco van het registergoed dient zodanig plaats te vinden dat het casco in een bouwtechnisch goede kwaliteit wordt gebracht en deze kwaliteit naar oordeel van de gemeente gedurende minimaal 25 jaar na uitvoering kan worden behouden met inachtneming van het uitvoeren van reguliere preventieve onderhoudswerkzaamheden. Het kwaliteitsniveau van de renovatie is onderworpen aan de goedkeuring van de gemeente Utrecht. 15.3De erfpachter is verplicht om binnen één maand na ondertekening zijnerzijds van deze overeenkomst bij de afdeling VTH van de gemeente na te gaan of voor de in artikel 15.1 vermelde renovatiewerkzaamheden een omgevingsvergunning is vereist. Voor zover alsdan blijkt dat een omgevingsvergunning is vereist, is de erfpachter verplicht deze vergunning binnen één maand na de positieve bevestiging van de afdeling VTH hiervan aan te vragen. Deze aanvraag dient plaats te vinden met inachtneming van de in artikel 14 van deze overeenkomst vermelde bestemming en dient voorts te voldoen aan het Bestemmingsplan Vogelenbuurt en Tuinwijk d.d. 2007-04-12 het kavelpaspoort kavel 4, het Bouwbesluit en de Utrechtse Bouwverordening.. 15.4De namens de gemeente optredende ambtena(a)r(en) moet(en) tot opneming van het registergoed worden toegelaten, ten einde te controleren of de erfpachter de verplichtingen, waartoe hij zich heeft verbonden, op de juiste wijze nakomt c.q. is nagekomen. 15.5Indien de erfpachter de in dit artikel omschreven renovatieverplichting niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, kan het college van burgemeester en wethouders deze verplichting op kosten van de erfpachter doen uitvoeren. Krachtens deze voorwaarde is het college van burgemeester en wethouders tot zodanige uitvoering jegens de erfpachter uitdrukkelijk gemachtigd. 15.6Op plaatsen waar de achtertuin grenst aan het openbaar gebied dienen groene erfafscheidingen te worden gerealiseerd in de vorm van een haag of een begroeid hekwerk. Dit is niet nodig als bijgebouwen grenzen aan de openbare ruimte. 15.7Schade als gevolg van de renovatie door of vanwege de erfpachter toegebracht aan eigendommen van de gemeente of andere voorzieningen van algemeen nut zal door de erfpachter aan de gemeente worden vergoed. 16. Kettingbeding: vervreemding 16.1Het is de erfpachter niet geoorloofd tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van het erfpachtrecht aan derden - verlening van een zakelijk genotsrecht daaronder begrepen - over te gaan, alvorens hij van de gemeente een schriftelijke bevestiging heeft ontvangen dat hij aan de verplichtingen van artikel 15 van deze overeenkomst heeft voldaan. Een opvolgende verkrijger van het erfpachtrecht dient aan te tonen financieel in staat te zijn de renovatieverplichting als bedoeld in artikel 15 van deze overeenkomst na te kunnen komen binnen de overeengekomen termijn. Bij een overdracht van het recht van erfpacht blijft de waarborgsom ter zekerstelling van de nakoming van de renovatieplicht in depot bij de Gemeente, totdat aan de renovatieplicht is voldaan. Na een overdracht van het recht van erfpacht wordt de waarborgsom gehouden voor de opvolgende verkrijger. 17. Kettingbeding: boete 17.1De erfpachter verplicht zich jegens de gemeente tot het gestelde in artikel 15 tot en met 16 van deze overeenkomst. Bij elke gehele of gedeeltelijke vervreemding van het erfpachtsrecht, dan wel vestiging van een zakelijk gebruiks- of genotsrecht daarop dienen in de overdrachtsakte of de akte van vestiging van het zakelijk recht de bovengenoemde verplichtingen, alsmede deze bepaling en onderstaand boetebeding in hun geheel aan elke opvolger van het erfpachtrecht of rechthebbende op het zakelijk gebruiks- of genotsrecht te worden opgelegd en ten behoeve van de gemeente te worden bedongen en aangenomen.
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter:
9
17.2In geval van het niet of niet behoorlijke nakoming of overtreding van het bepaalde in de artikelen 12 tot en met 15 kan aan degene, die niet of niet behoorlijk nakomt of overtreedt ten behoeve van de gemeentekas een boete worden opgelegd overeenkomstig het gestelde in artikel 22 van de AV 1989, onverminderd het recht van de gemeente om nakoming te vorderen. De kosten van invordering van de boete zijn voor rekening van de partij, die nalatig is of overtreedt.
III. SLOTBEPALINGEN 18. Bevoegde rechter Alle geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst hoe ook genaamd zullen in eerste aanleg bij uitsluiting worden beslist door de bevoegde rechter in het arrondissement Utrecht. 19. Bekendheid met de inhoud van de overeenkomst De erfpachter verklaart dat hij voordat hij deze overeenkomst ondertekend heeft, kennis heeft genomen van de bepalingen van deze overeenkomst en zodanige informatie van de gemeente heeft ontvangen, dat de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst hem voldoende voor ogen staan.
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter:
10
Aldus overeengekomen te Utrecht,
te
…………………
De gemeente, d.d. ____________ 2013
De erfpachter(s), d.d. _____________ 2013
____________________________
___________________________
(handtekening)
(handtekening(en))
Bijlagen:
A. Tekening met nummer A 37.181 B. Rapport "Het Bouw Collectief'', (rapportnummer 3514JB75) C. Kavelpaspoort kavel 4 plus Ruimtelijke randvoorwaarden bij kavelpaspoorten D. Rapport Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Stieltjesstraat 73-75 en Menno van Coehoornstraat 40 te Utrecht, Projectnummer 258828-2, januari 2013 E. Algemene Voorwaarden voor de uitgifte van gronden in erfpacht van de Gemeente Utrecht 1989 (AV 1989)
Besluit in mandaat genomen d.d.............. nr. ................. handelend ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht, d.d. 11 december 2012, kenmerk 12.096853 (Vaststelling Mandaatregister Gemeente Utrecht), zoals opgenomen in het Gemeenteblad van Utrecht 2012, nummer 98 en zoals gepubliceerd op 27 december 2012 en het besluit van de Algemeen Directeur d.d. 13 december 2012, kenmerk 12.100567, alsmede de besluiten van de IRM REO d.d. 20 december 2012, kenmerk 12.099274 (Ondermandaat REO) en kenmerk 12.099275 (Plaatsvervangerbesluit IRM REO).
paraaf gemeente:
paraaf erfpachter: