OVER VRIENDSCHAP EN ANDERE ONGEMAKKEN Een Aardige Jongens productie
OVER VRIENDSCHAP EN
ANDERE ONGEMAKKEN
Inhoudsopgave Voorwoord Sonnettenkrans 1 Martijn Neggers 2 Nathan de Groot 3 Daan Taks 4 Jeroen Kant 5 Robert Proost 6 Andrew Cartwright 7 Esther Porcelijn 8 Frank van Pamelen 9 Bas Jongenelen 10 Martin Beversluis 11 Jace van de Ven 12 Pjotr Eijkenboom 13 Jasper Mikkers 14 Nick J. Swarth 15 Aardige Jongens
Voorwoord Ik denk dat vriendschap altijd een moeilijk fenomeen blijft. Een schurftig moeilijk onding, dat constant knaagt en aan je vreet. Juist omdat we toch zo graag vrienden hebben, en niet alleen maar op facebook. Al is het maar voor eventjes. Omdat het zo nodig lijkt te zijn. En omdat we bij niemand anders zo asociaal kunnen zijn, en dat is dan ook wel weer lekker. Wie zegt dat Tilburg een depressieve grauwe grijze stad is, heeft misschien gelijk. Wie zegt dat de hoop ellende die Tilburg heet, toch eigenlijk echt wel een beetje het Helmond van Brabant is, zou het best eens bij het rechte eind kunnen hebben. Wie zijn verre oom uit Australië een brief stuurt waarin hij Tilburg als viezig en onbeholpen beschouwt, is vooral een beetje dom dat ‘ie dat niet gewoon in een mailtje tikt. Maar, juist dáárom krijgt Tilburg dit jaar een eigen boekenweekgeschenk. Een sonnettenkrans. Veertien Tilburgse dichters. Vijftien sonnetten. Over vriendschap en andere ongemakken. Andrew Cartwright doet mee. Frank van Pamelen ook. Nathan de Groot en Robert Proost, zo blijkt het, ook. Om maar te zwijgen over Jasper Mikkers, Jeroen Kant, Esther Porcelijn, Martin Beversluis, Nick J. Swarth, Bas Jongenelen, Daan Taks, Jace van de Ven, Pjotr Eijkenboom en ondergetekende. Voor jullie, mensen, we deden het voor jullie. Omdat we zoveel van jullie houden. Omdat wij mensen-mensen zijn. Mensen van liefde. En jullie onze vrienden zijn. Over vriendschap en andere ongemakken is in de boekenweek gratis te downloaden, en tijdens literatuurfestival TiLT (op zeventien maart 2012) als luisterboek te beluisteren, in de kelder van theater de NWE Vorst in Tilburg. Ik wens het u allen. Martijn Neggers Tilburg, 7 maart 2012
1 Die gore lul die’t met je meisje doet Die gore lul die’t met je meisje doet, die al je laatste geld heeft opgezopen, die nooit een stap te veel voor jou zal lopen, die elk gesprek jouw energie verdoet. Die nooit een biertje meer voor jou zal kopen, die nooit een kilometer gas vergoedt, maar toen je klein was heb je’m ooit ontmoet toen jullie nog door paden, lanen kropen. Ja, vriendschap is een schurftig ding, dat blijkt. Zo van: je bent mijn oudste, allerbeste en van: wij gaan zo ver t’rug in de tijd. Wij halen ’t einde wel ten langen leste en als het niet aan jou ligt, dan aan mij. We doen ons best, maar’t laat zich slecht verpesten. -‐
Martijn Neggers, 30 december 2011
2 We doen ons best maar’t laat zich slecht verpesten We doen ons best maar’t laat zich slecht verpesten: We hebben Piets relatie aangezien, stilzwijgend snikkend naast de sedertdien verlaten barkruk klinken nu protesten. Dat hij een vrouw verkiest en haar flatscreen en hij z’n vrienden niet moest willen testen (hij krijgt bij ons dan nul op het rekest) en dat liefdes onze vriendschap niet ontzien. Wij, maten, nemen echter ’t heft in handen, ontsteken kalm hun huis dat naar verluidt echt ongenadig lang is blijven branden. Gelijk het vuur ging Piets relatie uit, maar hij kwam weg met drie verschroeide tanden. Nu, op z’n barkruk, praat hij honderduit. -‐
Nathan de Groot, 5 januari 2012
3 Nu, op z’n barkruk praat hij honderduit Nu, op z’n barkruk, praat hij honderduit, maar 't zou, vind ik, toch wel wat minder mogen. Het is goddomme ook niet te geloven hoe 't altijd gaan moet op een avond uit. Ik wist gewoonweg niet wat ik daar hoorde, toen hij haar zei dat haar poes naar vis ruikt. Haar vriend, die stond ernaast, hief al zijn vuist en dus sprong ik ertussen met de woorden: "Als ìemand klappen geeft aan deze vent in deze gore tent, zo vlak voor sluit, laat dan heel duid'lijk zijn dat IK dat ben! En anders gooi je ons er samen uit." Nu zit ik een kroeg verder met hem en zie toe - hoe hij mijn avond wéér verbruit. -‐
Daan Taks, 10 januari 2012
4 Zie toe hoe hij mijn avond weer verbruit Zie toe hoe hij mijn avond weer verbruit. Een glimlach op zijn smoel, maar diep van binnen beraamt hij hoe hij haar ooit kan beminnen. Geloof maar dat hij op problemen stuit. Probeert hij iets dan raak ik buiten zinnen, want als ik ga dan ga ik hard en luid. Een linkse, rechtse, 'k trek zijn strot eruit! - Ik weet alleen niet waar ik moet beginnen. Of wat als ik mezelf nu eens vergis? Dan werk ik daar mezelf mooi in de nesten en 't toeval wil: ik heb 't wel vaker mis. Zowel voor hem als ook voor mij het beste dat ik de kwestie laat voor wat ze is, dus drink met mij, drink hard en laat geen resten! -‐
Jeroen Kant, 14 januari 2012
5 Dus drink met mij, drink hard en laat geen resten Dus drink met mij, drink hard en laat geen resten! Geen druppel die nog slinks de dans ontspringt. Geen glas dat zwijgt, maar bij het proosten klinkt (want dat doen glazen altijd als de beste) gelijk onszelf en luidkeels vriendschap zingt: "De kling in schede, blind voor hun gevesten, verlies jezelf, ons lachen onze geste" zoals een staatshoofd onrust rust bedingt. Dus drink met mij, te hard, voluit, niet chic, te gestaag, te snel, maak onze lol je buit. Zie morgen maar hoe zuur dit zuipen riekte. Het is een wonder boven wonder, luidt een oud gezegde, drink dus, zuip een ziekte; We gaan al luid en keihard onderuit. -‐
Robert Proost, 17 januari 2012
6 We gaan al luid en keihard onderuit We gaan al luid en keihard onderuit, we sprankelen maar wankelen van leden. Ik scheld hem uit, hij valt mij in de rede. Ik kus die kwal maar meng mijn ‘mwah!’ met kruit. Nu vlot van drank, we heffen nu jenever. Herhaling? Ja! Testosteron moet uit. Herkauwen? Ook. Twee koeien loeien luid, Maar lukt het ons vannacht te overleven? Hij gooit met smurrie niet met retoriek, m’n driftbui kan mijn makker ook niet stressen. We may speak crap, ons crap is licht, ludiek, ons crap plakt niet, ons crap stoort minnaressen. Wij moddervechters lachen ons een kriek; Seconden later zijn wij allerbesten. -‐
Andrew Cartwright, 22 januari 2012
7 Seconden later zijn wij allerbesten Seconden later zijn wij allerbesten. Hij spreekt alweer van vroeger en van toen, van: “ weet je nog?” en onze eerste zoen. Hij koos de mooiste, deelde wat er restte. Wij lachend om die avond in ’t plantsoen, de avond in het gras op Tilburg West en ik kon niet wachten op mijn grootse test en zag hem mijn liefje van haar goed ontdoen. Terwijl hij alle mensen om zich rijgt, zijn nonchalante ‘k-weet-’t-ook-niet-geste, ben ik diegene die zacht grapt en zwijgt. Zal ik dan toch de rake waarheid ketsen? Hem laten zien dat ik hem overstijg? Ach wat, ik blijf toch altijd de gekwetste. -‐
Esther Porcelijn, 30 januari 2012
8 Ach, wat ik blijf? Toch altijd de gekwetste Ach, wat ik blijf? Toch altijd de gekwetste, al zit godweetwie naast me op z’n kruk. Al sla ik hele dagen met hem stuk: Ik ben en blijf de schizo die ik schetste. Hoe vaak bezongen wij niet ons geluk, terwijl het achter onze rug verfletste. De dromen die op onze kroegvloer kletsten bezweken onder drank en onder druk Toch drink ik op die amper te omschrijven, tot op de laatste las versleten schuit die tegen beter weten in blijft drijven. Ik ben mijn eigen psychotherapeut. Als ding zal het wel altijd schurftig blijven, no matter welke vriendschap ik ook sluit. -‐
Frank van Pamelen, 2 februari 2012
9 No matter welke vriendschap ik ook sluit, No matter welke vriendschap ik ook sluit en hoe ik je ook achterna zal lopen en hoeveel kuddes koeien ik zal kopen, het int’resseert je helemaal geen fluit. Ik wandel van de polen naar de tropen. Ben ik oprecht? Belazer ik de kluit? Want of ik slim ben of de elfde spuit, het heeft geen zin om wat dan ook te hopen. Een wending als het vallen van De Muur is iets wat ik nu zeker kan gebruiken. Al duurt mijn wending maximaal een uur: Dan open je je deuren en je luiken! En volgt er heel veel zoets na al dat zuur! Gezellig zijn we moederkloek en kuiken. -‐
Bas Jongenelen, 2 februari 2012
10 Gezellig zijn we moederkloek en kuiken Gezellig zijn we moederkloek en kuiken. We zijn eenieder mens wel eens geweest: De blonde schoonheid en het gore beest, we zwerven liever samen door de struiken. Ik zeg: “ik voel dat iets in mij geneest als ik een ander stevig ga misbruiken. Het is de angst die kun je bijna ruiken je ziet haar als je de gezichten leest.” De wereld wentelt ook door winternachten en wij getuigen weer van heldenmoed. Je streelt m'n voorhoofd fluistert teder zacht en vertelt me over liefdes' warmste gloed. We willen meer en kunnen ook nog wachten, we blijven vrienden, vrienden zijn is goed. -‐
Martin Beversluis, 10 februari 2012
11 We blijven vrienden, vrienden zijn is goed We blijven vrienden, vrienden zijn is goed. Vooral het minziek bij elkander slapen, met een voortdurend rijzend liefdeswapen dat jou in jouw intiemste deel ontmoet. Ik lijk een hakker die met ferme japen een boom die niet te vellen leek omdoet. Hij kreunt maar valt me schaterend te voet, ligt daarna urenlang op apegapen. We komen van heel ver, in het begin communiceerden wij slechts door het kruiken leegdrinken met veel met alcohol erin. Nu groeien niet alleen meer onze buiken, maar gloeit er pril een lichtje binnenin. Ik hoop dat ooit de liefde zal ontluiken. − JACE van de Ven, 14 februari 2012
12 Ik hoop dat ooit de liefde zal ontluiken Ik hoop dat ooit de liefde zal ontluiken, op dit moment zit ik behoorlijk vast. Ik lig hier in het donker van mijn kast te checken of dat jij me nu kunt ruiken, naar binnen stuift en mij hooguit verrast. Me woordjes voert als pasgeboren kuiken, m'n donsje voelt om zachtjes te gebruiken en na de daad m'n billen netjes wast. En ook al was je er niet op berekend; Je dochters moeder weet het donders goed: Dat jij m'n hele leven voor me tekent en mij in mijn intiemste deel ontmoet. “Verlos me van mijn vader” schreeuw ik smekend. Misschien verandert alles dan voorgoed. − Pjotr Eijkenboom, 17 februari 2012
13 Misschien verandert alles dan voorgoed Misschien verandert alles dan voorgoed als ik vergéét dat hij mijn lief verleidde, ik al mijn energie aan hem zal wijden, ik hem omarm en met een kus begroet. Elke onvriendelijkheid moet ik vermijden, betaal zijn drank en zelfs zijn ondergoed, met niemand sta ik op zo goede voet en ieder zal hem wegens mij benijden. Maar vrienden zeggen: ‘Neem hem nou te grazen, want weet, hij zal je goede trouw misbruiken, ligt bloedgeil ergens op je lief te azen, hij zal opnieuw met haar het bed in duiken!’ Nee nee, door goedheid wil ik hem verbazen, al wil die stomme zak de vriendschap fnuiken. − Jasper Mikkers, 24 februari 2012
14 Al wil die stomme zak de vriendschap fnuiken Al wil die stomme zak de vriendschap fnuiken en na het kwaad en kwader gaan voor kwaadst, hij telkens op het laatst NOG schever schaatst en weigert aan je achterste te ruiken –– Toch weet hij in zijn hart: dit is misplaatst. Dat hij al kezend zwemt in juist jouw fuiken, dat hij wel in de meesterput móet duiken, omdat steeds jij het bot werpt, is ‘t desolaatst. Groot rund en sukkel is wie dit niet ziet: Een vriend is jou een wolf, hij drinkt je bloed. Jouw keeshondmaat is dan de kwaadste niet, vangt serviel het bot, ‘Pak!’, doet zich tegoed en knaagt slaafs aan het wederzijds verdriet, die gore lul die ‘t met je meisje doet. – Nick J. Swarth, 29 februari 2012
15 Over vriendschap en andere ongemakken We doen ons best, maar’t laat zich slecht verpesten: Nu, op z’n barkruk praat hij honderduit, zie toe - hoe hij mijn avond wéér verbruit. Dus drink met mij, drink hard en laat geen resten! We gaan al luid en keihard onderuit, seconden later zijn wij allerbesten. Ach wat, ik blijf toch altijd de gekwetste. No matter welke vriendschap ik ook sluit; Gezellig zijn we moederkloek en kuiken. We blijven vrienden, vrienden zijn is goed. Ik hoop dat ooit de liefde zal ontluiken, misschien verandert alles dan voorgoed. Al wil die stomme zak de vriendschap fnuiken: Die gore lul die’t met je meisje doet. – Aardige Jongens, 29 februari 2012
© Aardige Jongens, maart 2012