N° 2 winter 2009-2010
V u urw erk
j/m
Doe mee!
stoer” en vinden ze
“Veel zoen
isjes
ens over me
gens / jong isjes over jon
Me
www.
Snelheid
verveelt nooit Auke Wiersma, docent & zeiler
lifeDC.nl
Pianist
OUD-LEERLING
in Friesland, New York, Italië
ROBERT POORTINGA
gaat zijn passie achterna
Zijn liefde voor de muziek begint vroeg. Als klein jongetje ziet Robert Poortinga bij vrienden een piano staan. Hij vindt het zo mooi dat hij begint met keyboard spelen. Al snel speelt hij in bandjes. Op zijn 15e krijgt hij meer interesse in klassieke muziek en stapt hij over van keyboard naar piano. Tijdens een podiumavond speelt hij een eigen weergave van de filmmuziek Gladiator, in klassieke stijl. Robert wil heel graag klassieke muziek studeren. Hij heeft een muziekstuk gecomponeerd waarin alles zit dat hij geleerd heeft. Het is een stuk van tien minuten. In een zaal vol met tieners krijgt hij een staande ovatie. Zijn spel kun je beluisteren op YouTube.
4
Life@DC - N° 2
Tamara Poddubnaya “Als VWO-leerling kwam ik op een open dag van het Prins Claus Conservatorium in Groningen. Daar hoorde ik een indrukwekkend pianostuk, een van mijn favorieten. Dat trok mijn aandacht en ik raakte in gesprek met docente Tamara Poddubnaya. Zij verzocht mij dit stuk te spelen, maar ik kon dat natuurlijk niet echt. Ik besloot toen mijn eigen compositie te spelen. Ze zei: “Kom volgende maand maar terug en speel wat je wilt.” Dat was voor mij een goed begin. Ik kwam er snel achter dat Tamara slechts een paar dagen in de maand gastdocent in Groningen is. Zij werkt alleen met de beste pianisten en ik wilde die uitdaging aangaan.
School werkte goed mee Ik werkte me kapot om de eerste les voor te bereiden. Ik was gewend om via de akkoorden te werken en had veel moeite met het lezen van muzieknoten. Tamara was niet gewend om met beginners te werken. Er waren momenten dat ik dacht: ben ik het wel waard? Zij zag het als een uitdaging. Ondertussen zat ik in het laatste jaar van Dockinga College. De school heeft heel goed meegewerkt door mij de ruimte te geven voor mijn pianolessen. Ik heb twee jaar over mijn eindexamen gedaan en haalde een meer dan volledig diploma. Het is perfect verlopen.
Trillende knieën In de tweede lesmaand wilde ik moeilijkere stukken uitwerken. Daar hebben we vijf maanden aan gewerkt. Ik werd aangenomen voor de vooropleiding en na de toelating ging ik naar de campus in Amerika. Daar kreeg ik les van verschillende docenten. Ik speelde op een podium en ontving harde kritiek. Met trillende knieën kwam ik daar. Je speelt nog niet op topniveau, maar dat verwachten ze wel. Dat is wel goed, daardoor haalde ik het beste uit mezelf.
Heerlijk Italië Na de vooropleiding ging ik in de zomer van 2008 een maand naar Italië. Vrienden regelden een concert voor me. Ik speelde 7 à 8 uur per dag,
’s avonds gingen we uit en soms in de middag bergbeklimmen. Het was heerlijk in vergelijking met Amerika. Daar kreeg ik maar twee dagen de tijd om een stuk in te studeren. Twee dagen van 14 uur, dat is zwaar. Italië was dus heerlijk.
Van hoofd naar handen Ik zit nu in het tweede jaar van het conservatorium, ben 19 jaar en krijg nog steeds les van Tamara. Afgelopen zomer heb ik weer deelgenomen aan de campus in Amerika. Ik was nu beter voorbereid en wist waar ik op moest letten. Ik leer op een speciale manier. Doordat ik het stuk drie tot vier keer zo langzaam oefen, ben ik bekend met elke noot. Ik begin achter mijn bureau de noten uit mijn hoofd te leren. Daarna ga ik van mijn hoofd naar mijn handen en gebruik ik de piano. In Amerika kreeg ik tien dagen de tijd om een stuk van 35 pagina’s te leren. Daar had ik wel stress van, maar het is me wel gelukt op deze manier.
Buitenpost en buitenland In november gaf ik een concert in Buitenpost. Daar speelde ik een stuk met alleen mijn linkerhand, het klinkt alsof ik met twee handen speel. Ook trad ik samen met Rutger de Vries op. Hij is een geweldige tenor, we kunnen goed met elkaar opschieten. Waarschijnlijk ga ik in februari en in juni naar Amerika. Verder ben ik nog bezig met een plan om volgend jaar een reeks concerten te geven in Duitsland, Italië en Frankrijk.
Toekomstmuziek Gemiddeld ben ik 14 à 15 uur per dag met muziek bezig. Het voelt niet als een opoffering, ik vind het prachtig, ik kan niet zonder. Ik wil mezelf constant verbeteren en het hele pianorepertoire kennen. Ook wil ik graag een goede docent worden. Je leert veel van zelf lesgeven. Gelukkig zijn de verdiensten beter nu ik op een hoger niveau speel. Het reizen en de concerten kosten veel geld. Na het conservatorium, over 3 jaar, zou ik docent kunnen worden aan de campus in Amerika. Ik ben alleen niet zo’n fan van het gehaaste, snelle New York. Ik blijf liever in Damwoude.”
5
Life@DC - N° 2
Een inspectie van de broodtrommels op Ferwert
Klaas Tamsma uit 3A neemt acht boterhammen mee die hij allemaal opeet. Met kaas, ham en rollade. Zijn moeder smeert zijn boterhammen voor hem. Ook heeft hij wat pepernoten in zijn broodtrommel.
8
Life@DC - N° 2
Demi Piller uit 3A heeft twee boterhammen met leverworst en een boterham met sandwichspread mee. “Ik eet er twee in de eerste pauze en één in de tweede pauze.”
Op Dockinga College zijn ham, kaas en boterhamworst het populairste broodbeleg. Maar er komen ook heel wat tomaatjes voorbij, appels, boterhammen met pindakaas en hagelslag. Maar ook: een hamburger, pesto met kaas, pindakaas met sambal en gebakken ei. Opvallend is dat er veel broodtrommels worden klaar gemaakt door de moeders, soms is het een verrassing (of tegenvaller) wat er in de broodtrommel zit!
Jitse van der Velde uit 1B heeft drie boterhammen met tomaat mee, een appel, koekje en drinken.
Marjorieke Visser uit 1C neemt drie boterhammen met leverkaas mee. Dat eet ze meestal. Het is lekker, want “het smaakt naar worst”.
De leraren van Ferwert zijn wat minder creatief in hun broodbeleg dan de leerlingen. Er zit voornamelijk kaas op brood. En er wordt goed fruit gegeten, bananen zijn erg populair. Pindakaas minder, dat durven ze niet. “Wel lekker, maar dat ruik je, dus dat is voor de leerlingen niet zo prettig.”
Amber Wouda uit 1C heeft de lekkerst gevulde broodtrommel. Er zit een boterham met hagelslag in, verstopt onder een mars, banaan, roze koek en snoepje. Haar moeder stopt al dat lekkers erin “maar soms ook wel vieze dingen hoor”. Op de vraag aan de andere leerlingen: “Met wie zou je wel eens een dag van broodtrommel willen ruilen?” laat het antwoord zich raden.
9
Life@DC - N° 2
Snelheid verveelt nooit Auke Wiersma, docent & zeiler
“Het is ook zonde dat ik met al mijn kennis niks meer doe”. Deze gedachte was het begin van een hobby welke ook een fulltime job had kunnen zijn. Auke Wiersma is docent aardrijkskunde, decaan en initiator op het Dockinga College, HAVO/VWO onderbouw. Naast zijn drukke fulltime baan, ziet hij kans om veel tijd te steken in zijn grote passie: catamaranzeilen. Dit doet hij door het geven van workshops, het begeleiden van wedstrijdteams en aspirant kopers en het organiseren van evenementen. Natuurlijk zeilt hij zelf ook.
De eerste boot van Auke
12
Auke Wiersma komt van oorsprong uit Dokkum en verhuist al snel naar Ternaard. Niet direct watersportplekken bij uitstek, maar wel een omgeving waar veel water te vinden is. Het Lauwersmeer en de Waddenzee hebben al gauw een grote aantrekkingskracht op hem. Gelukkig heeft Auke een oom en tante, met neefjes en nichtjes, die een caravan aan het water in Oostmahorn hebben. In het water liggen een Optimist en een Valk.
Life@DC - N° 2
Veel vrije uren en vakanties brengt hij hier door. Op zijn achttiende koopt Auke zijn eerste eigen boot: een surfplank! Het is in een tijd dat surfen nieuw, hip en dus heel stoer is. Voor de kenners: Stefan van de Berg koopt in die tijd ook een surfplank en wordt later de eerste wereldkampioen. Auke en Stefan kennen elkaar van die tijd en hebben nog steeds contact.
“Snelheid verveelt nooit” zegt Auke. Er volgen vele catamaran wedstrijden. Daarnaast wordt hij gevraagd om als stuurman aan te monsteren op vele wedstrijden met kajuitzeiljachten. Ook maakte Auke deel uit van het Nederlandse team in de Admirals Cup.
Kinderen en een zeiljacht Eenmaal vader neemt Auke het besluit om te stoppen met het catamaran zeilen. De eigen catamaran wordt snel verkocht en er moet een kajuitzeiljacht (een X-99) komen. Voordat de catamaran afgeleverd wordt gaat het gezin nog 1 keer met de catamaran naar Denemarken. Op een avond valt het Auke op dat zijn kinderen veel meer plezier beleven dan de kinderen van kajuitjachtzeilers. De twijfel slaat toe. Er komt voorlopig geen kajuitjacht, maar wat nu?
Het plan Auke wil geen zeilschoolhouder worden, maar bedenkt een manier om toch te kunnen zeilen. Hij wil zijn kennis gebruiken om het catamaranzeilen te promoten. Hij wil lesgeven en mensen enthousiast maken voor de sport. Nacra, een importeur van catamarans, ziet wel wat in zijn plannen en stelt twee catamarans beschikbaar. De ene ligt in Makkum de andere in Oostmahorn. Alle beschikbare tijd naast het schoolwerk, want dat gaat voor, gaat naar het catamaranzeilen. Auke is adviseur van de F18 vereniging, een eenheidsklasse van catamarans. Hij wordt instructeur in Scheveningen. Er komt een catamaranvereniging in Oostmahorn waarbij hij actief betrokken is. Diverse landelijke organisaties vragen hem advies voor het organiseren van zeilevenementen. En daarnaast neemt hij zelf ook deel aan de wedstrijden.
Watersportmodule windsurfen en zeilen
Van surfen naar catamaranzeilen Surfen doe je omdat je van snelheid en opspattend water houdt. Voor surfen heb je veel wind nodig, anders kom je nauwelijks vooruit. Tijdens een wedstrijdseizoen komt het regelmatig voor dat er niet gesurft kan worden. Auke zit zich dan op de kant te verbijten terwijl de catamarans over het water schieten. Na een jaar waarin er maar één wedstrijd doorgaat is het besluit genomen. Hij wil naast de surfplank ook catamaran zeilen.
Tijdens een wintersportvakantie komt Auke erachter dat er in Oostenrijk in de winterperiode onder schooltijd skiles wordt gegeven. Dit brengt hem op het idee om in de waterrijke omgeving van Sneek, want daar gaf hij toen les, iets met zeilen te gaan doen. Sinds zijn komst op het Dockinga College, 4 jaar geleden, wil Auke ook hier iets doen met het water. Samen met zes collega’s ontwikkelt hij de watersportmodule. De module bestaat uit vier lessen voor en vier lessen na de zomervakantie. In deze tijd leren kinderen de basis. Zeilen is een sport waarbij je veel moet samenwerken en op elkaar moet kunnen vertrouwen. Het valt Auke op dat veel leerlingen na het volgen van deze module een stuk gemotiveerder zijn tijdens het volgen van andere vakken. En dat is geen wonder natuurlijk, want waar kun je onder schooltijd leren zeilen? Auke geeft de watersportmodule samen met: Louw Katsma - Jelle v.d. Meer - Ella Folkertsma Aafke Wiersma - Marinus Pietersen - Albert van Capelle
13
Life@DC - N° 2
weten n le il w s n e g n jo r e v o Wat meisjes eten w n le il w s je is e m r e v Wat jongens o
De meisjes over jongens: “Veel zoenen vinden ze stoer…” “Van jongens weet ik alles al,” zegt één van de geïnterviewde leerlingen van het Dockinga College. Gedurende het gesprek blijkt dat er toch nog wel heel wat dingen zijn die ze wil weten. Meisjes willen vooral dingen weten van jongens die over relaties gaan. Waar valt een jongen op? “Soms snap ik niet waarom een jongen op dat meisje valt. Naar mijn idee is ze niet knap of zo, maar wat heeft ze dan wel?”
Waarom doen jongens zo stoer? Over de meisjes die ze gezoend hebben bijvoorbeeld. Of niet huilen bij een zielige film, terwijl je ziet dat het hun wel wat doet. Scheten en boeren laten? Meiden snappen niet wat daar nou zo leuk aan is.
14
life@DC - N° 2
Ze vragen zich ook af waarom veel jongens geen eigen “stylo” hebben. Iedereen lijkt veel op elkaar. Voor de meiden mag iets meer eigen stijl wel. Maar ook weer niet te gek!
Hoe kan het dat jongens subtiele hints niet begrijpen? Een knipoog, beweging met het hoofd of andere subtiele hints worden vaak volledig genegeerd. De meiden snappen ook niet waarom jongens geen initiatief nemen. Voor hun hoort de beginstap bij de jongen vandaan te komen. Ze vinden het gek en jammer dat ze vaak later of te laat horen dat een jongen hun wel leuk vindt. Jongens die meiden mee uit vragen naar de film of concert bijvoorbeeld moeten niet achteraf de rekening
presenteren. Het moet direct duidelijk zijn of het meisje moet betalen voor haar eigen kaartje. Maar ze hebben hier geen begrip voor. Daar snappen ze niks van. “Word ik uitgenodigd, moet ik zelf mijn kaartje betalen!”
Waarom mogen meisjes niet jaloers zijn? Wanneer meisjes jaloers zijn of een jongen niet vertrouwen moeten ze daar “niet over zeuren”, terwijl de jongens dat andersom wel mogen. Wanneer een meisje in iets andere kleding dan gemiddeld loopt, hebben ze het idee dat jongens het wel mooi vinden. Maar toch ook dan zeggen ze vaak dat ze er “sletterig” uitziet. En natuurlijk vragen de meiden zich ook af waarom jongens zo weinig emoties tonen.
De jongens over meisjes:
“Ik ben al twee dagen met dieet, maar het lukt niet. Ik stop.” Hier snappen jongens niks van. Ze snappen sowieso niet waarom meisjes zo druk zijn met lijnen en diëten. Prachtige meiden hebben het over lijnen, diëten en calorieën terwijl er geen enkele aanleiding voor is.
Waarom hebben meisjes meer dere gezichten? Het ene moment doen ze aardig terwijl ze je even later volledig kunnen negeren. De heren vragen zich ook af waarom meisjes zoveel waarde aan een relatie hechten. Het mag voor hun wel wat relaxter.
Waarom doen meisjes zo ingewikkeld? Het moet allemaal precies zoals het de bedoeling was en anders is het maar lastig. “Je kunt het ook weinig flexibel noemen”. Bijvoorbeeld als je op de fiets naar een café in een ander dorp gaat, maar het regent. Meisjes willen dan niet ergens anders naar toe.
Volgens de jongens huilen meisjes vaak uit bij vriendinnen. Jongens doen dat niet. Ze drinken samen wat en dat is het. Als er problemen zijn dan bespreek je die met je vader of moeder of je houdt ze voor jezelf. Maar je gaat niet uithuilen bij vrienden.
Meisjes
vragen de jongens zich af wie het initiatief moet nemen.
Wat verwachten de meisjes, vinden ze het ook raar of op dringerig wanneer de jongen het initiatief neemt? Dit artikel is niet bedoeld om antwoorden te geven maar lees toch even de tekst van de meisjes. Life can be so simple…
Wist je dat... evenveel praten?
Weg met vooroordelen! Streep alle vooroordelen weg (horizontaal, verticaal en diagonaal) en houd de waarheid over!
Meiden gaan altijd met zijn tweeën of nog meer naar toilet. Waarom doen ze dat? En tot slot
t ouwen dan mannen. Ui mannen endavr veel meer praten cht dat vrouwen eld 15.669 woor-
midd Er werd altijd ge n dat mannen ge in dat je rzoek is gebleke verschil is zo kle Dit 5. Amerikaans onde .21 16 en uw vro el praten. en ve n en ike ev bru er ve den per dag ge en vrouwen onge en nn ma t s) da day n ge on: Seven gewoon kunt zeg verschillen! (br wel per persoon Natuurlijk kan dit
woord zoeker
v
o
e
t
b
a
l
e
i
t
c
a
b
barbie
d
e
f
o
h
n
k
ij
t
k
a
r
p
dansen
o
e
r
o
d
d
e
l
e
n
a
l
k
e
k
a
p
s
t
e
r
k
n
u
g
r
m
o
g
e
l
i
e
f
d
e
t
n
e
koken
a
k
o
r
k
e
e
w
r
i
o
a
t
lief
k
e
i
n
h
c
e
t
n
t
m
t
s
brandweerman
roddelen
e
n
w
a
t
e
j
g
e
i
o
l
i
buiten
rok
–
ij
w
n
r
e
o
t
s
u
n
ij
n
gel
u
i
e
m
o
t
i
e
n
t
t
t
n
kennis
p
k
a
b
r
o
e
k
a
n
e
s
e
l
n
e
i
e
o
t
s
d
i
u
r
k
t
b
u
i
t
e
n
e
i
b
r
a
b
emotie föhn intuïtie kapster
make-up
stijltang verpleegster
oplossing
Jongens actie automonteur broek
ken praktijk sterk stoeien stoer techniek voetbal
15
life@dc - N° 2
Feike
op zijn quad
Winnaar van de fotowedstrijd
om mee te doen aan de fotowedstrijd In Life@DC 1 werden jullie opgeroepen . 2b van Ferwert is de winnaar van de iPod “Jij en je hobby”. Feike Popma uit klas at ze het een bijzondere hobby vindt. De jury heeft voor zijn foto gekozen, omd modder is een tijdrovende klus! Jezelf en de quad schoonspuiten van alle
20
Life@DC - N° 2
Bert Wienia
Bedankt!
de fotowedstrijd: Alle deelnemers aan ending! inz ie jull bedankt voor een selectie je d vin ina pag Op deze van de foto’s.
Anna-Marijk
e Duijff
Meer foto’s
e
Petra van Omm
www.
lifeDC.nl
Roos Ykema
Anne-Wytske Jellema
r Meulen
Mark van de
Elisabeth Corine Sikke
ma
a
Pieter Ytsm
21
Life@DC - N° 2
Vuurwerk gillende id e keukenm
In de Middeleeuwen werd vuurwerk in oorlogen gebruikt. Om de vijand af te schrikken maakten ze bommen en vuurpijlen om kasteelmuren mee te bekogelen. Het beroep van vuurwerkmaker was toen heel belangrijk én risicovol; er zijn heel wat vuurwerkmakers in de lucht gevlogen. Tegenwoordig wordt vuurwerk juist voor feestelijkheden gebruikt, om het oude jaar uit te knallen en het nieuwe jaar in te luiden. Hoe kun je vuurwerk leuk houden zonder dat het gevaarlijk wordt? Lees hier meer over vuurwerk, en tips om het veilig af te steken.
Hoe werkt het? CaC2 + H2O C2H2 + Ca (OH)2 ofwel calciumcarbid + water acetyleengas + calciumhydroxide. Bah, scheikunde zul je denken. Nee: vuurwerk! “Dit gebeurt er in feite wanneer je met carbid een zo groot mogelijke knal probeert te produceren”, vertelt meneer Snakenborg, leraar scheikunde op Dockinga. Het carbidschieten is in het noorden van Friesland erg populair. Wat gebeurt er eigen lijk in de melkbus en is carbid schieten gevaarlijk?
Carbidschieten Voor carbidschieten heb je een melkbus nodig met deksel (of een voetbal), carbid en water. Carbid werd vroeger door de smid gebruikt om te lassen. Nu is het niet meer zo gemak kelijk te krijgen. Alleen bepaalde groothandels leveren het nog. De reactie van het water met carbid zorgt voor gas dat uit de bus wil ontsnappen. Belangrijk is dat de verhouding tussen water en carbid goed is. Vraag maar aan iemand met ervaring! Voor een zachte knal hebben de kenners de term ‘ruft’ (scheet).
24
life@DC - N° 2
Een voetbal als afsluiting geeft volgens meneer Snakenborg net zo’n harde knal als afsluiting met een deksel. Een voetbal is veiliger, want een deksel tegen je hoofd is levensgevaarlijk. Dus blijf altijd achter de bus staan!
Astronauten en strijkers Een astronaut of strijker werkt heel anders. Hierin zit een brand bare stof (kruit) Deze stof ontploft bij hoge temperatuur en onder grote druk. Een strijker is gevaar lijker dan een astronaut omdat de lont binnenin zit. Je weet dus niet precies wanneer hij ontploft. Ook een lont van een astronaut heeft soms een zwak punt waardoor het lijkt dat het vuur plotseling een stukje ‘overslaat’. Laat het niet op de laatste millimeter aankomen!
Vuurwerk en het milieu Vuurwerk is slecht voor het milieu. Jaarlijks wordt door vuurwerk 40 ton koperoxide de lucht ingeblazen. Ook komen er andere zware metalen, zoals lood en zink, terecht in het opper vlaktewater, bodem en rioolslib. Daarbij ontstaat een berg van
ruim 3 miljoen kilo afval van verpakkingsmateriaal en wat er na het afsteken overblijft. Dat zijn 300 volle vuilnisauto’s!
Overtredingen met vuurwerk In Nederland zijn er elk jaar veel gevallen waarbij jongeren spul len op straat vernielen met de jaarwisseling. Ook wordt er vaak te vroeg vuurwerk afgestoken. Hou je je niet aan de regels? Dan kan de politie je naar Halt sturen. Halt staat voor Het alternatief. Dat betekent: een andere moge lijkheid. Als je iets gedaan hebt wat volgens de wet niet mag, kun je een straf van de officier van justitie of de rechter krijgen. Meestal is dat een boete en kom je bij Justitie “in de boeken” te staan. Een andere mogelijkheid is Halt. Hier krijg je de kans om je fout weer goed te maken. In je vrije tijd moet je klusjes doen, bijvoorbeeld de rommel na oud en nieuw opruimen. Ook kun je voorlichting krijgen, of moet je opdrachten maken. Bij schade moet je dit herstellen of betalen en je excuses aanbieden. Als je je aan je afspraken met Halt houdt, hoeft je zaak niet naar justitie.
De politie kan je aanhouden voor de volgende vuurwerkovertredingen en naar Halt sturen: 1. Het bezit van illegaal vuurwerk (op toegestaan vuurwerk staat “geschikt voor particulier gebruik” en er zit een Nederlandstalige gebruiksaanwijzing bij). 2. Het bezit van vuurwerk buiten de vastgestelde verkoopdagen. 3. Het bezit van meer dan tien kilo vuurwerk. 4. Het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijd (afsteken mag alleen van 31 december 10 uur ‘s ochtends t/m 1 januari 2u ‘s nachts). 5. Strafbaar baldadig gedrag met vuurwerk.
D o’s en D on’ts
Voorkom ongelukken (voor jezelf en omstanders) en houd je aan de deze tips: Do: Bewaar vuurwerk op een veilige, droge plek. Do: Lees voor het afsteken de gebruiksaanwijzing. Do: Gebruik een aansteeklont. Do: Steek vuurwerk af op een rustige open plek en zorg dat niemand wordt geraakt. Do: Ga na het aansteken direct zes flinke stappen naar achteren. Do: Let op de windrichting. Don’t: Stop vuurwerk nooit in je zakken. Don’t: Draag geen kleding van kunststof; het brandt snel en kan vastsmelten op je huid. Don’t: Steek kapot vuurwerk niet opnieuw af. Don’t: Bewaar je vuurwerk niet tot volgend jaar. Don’t: Doe niet stoer met vuurwerk.
Durf nee te zeggen!
Veel overtredingen worden gemaakt door een groep. Sommige jongeren nemen het initiatief, maar er zijn ook vaak meelopers. Ongemerkt maak je dan een overtreding, zoals te vroeg vuurwerk afsteken. Want nee zeggen kan soms lastig zijn als al je vrienden wel meedoen, want je wilt niet als watje of spelbreker overkomen. Maar met deze tips hoeft dat ook niet! • Vaak zijn er meer mensen die hetzelfde denken als jij, maar die het niet durven te zeggen. Geef je mening en zoek vrienden die zich bij jou aansluiten. • Begin een discussie: Willen jullie dit echt en waarom? • Doe een voorstel om samen iets anders (dat veel leuker is!) te gaan doen. • Ga weg. Zeg dat je geen zin hebt om hieraan mee te doen. Durf je dat niet, verzin dan een smoesje, bijvoorbeeld dat je de hond nog moet uitlaten of een msn-afspraak hebt.
Knallende cijfers: • •
Jaarlijks knallen we voor meer dan 45 miljoen euro de lucht in.
In 2008 werden 4.138 jongeren doorverwezen naar Halt voor overtredingen met vuurwerk. Dit waren 3.9 36 jongens en 202 meisjes.
•
De aansteektijd van een vuurwerklont is bij wet vastgesteld tussen de 3 en 8 seconden.
•
Volgens de wet mag de knal van vuurwerk niet harder zijn dan 153 decibel (ter vergelijking: een normaal gesprek is 70 dB en harde muziek in de disco is 120 dB).
• •
10% van het gewicht van siervuurwerk bestaat uit metalen. In China gebruiken ze al 2000 jaar vuurwerk voor feesten en het verjagen van boze geesten.
Is er toch een ongeluk gebeurd? Eerst water, de rest komt later! Hou de brandwond 5-10 minuten onder zacht stromend water (niet ijskoud). Bel bij een ernstige wond de dokter of 112.
•
Koud vuur bestaat niet. Ook bijvoorbeeld sterretjes zijn heet en dus gevaarlijk: het brandende deel is wel 1500 graden!
25
Life@DC - N° 2
met Jacob Voordat Jacob de Jong docent verzorging/biologie op het Dockinga College (VMBO Beroepsgericht) werd, heeft hij jaren gewerkt als kok. Al op 12-jarige leeftijd werkte hij ieder weekend als kokshulp in de restaurantkeuken. Hij haalde vakdiploma’s koken en serveren en brood en banket. In Life@DC geeft hij je een lekker en makkelijk recept. Veel plezier en eet smakelijk!
Mail jouw recept naar info@ lifeDC.nl!
Bereiding:
26
Was de boerenkool en breng aan de kook. Voeg na 20 minuten de geschilde aardappelen toe. Laat het nog 30 minuten koken op laag vuur. Kruid ondertussen de speklapjes met kipkruiden en bak zachtjes aan. (Niet laten aanbranden!) Doe de rookworst erbij wanneer de boerenkool en de aardappelen bijna gaar zijn en laat warm worden (bij een verse rookworst de worst 10 minuten laten meekoken) Haal de pan van het vuur, de worst eruit en voeg de
Life@DC - N° 2
Stamppot boerenkool! Ingrediënten voor 2 personen: • • • • •
600 gram kruimig kokende aardappelen 400 gram gesneden boerenkool 1 kleine rookworst • 2 speklapjes 100 gram gerookte spekreepjes 1 potje cocktailmix zoetzuur (augurk, ui, etc.)
gebakken spekreepjes met bakvet toe. Voeg een klontje roomboter en wat warme melk toe en stamp het geheel goed. Proef even en en voeg eventueel wat zout en peper toe. Tip: soms is het spek zoutig of heeft de worst veel smaak, voeg daarom pas later zout en peper toe. Verdeel de rookworst en dien de stamppot op met de worst, de gebakken speklapjes en het tafelzuur. Het tafelzuur geeft een lekker frisse kick en zorgt voor een betere smaakbeleving.
Welke rookworst is lekker bij je stamppot? Volgens het testpanel (klas 1b VMBO Beroepsgericht) is de Jumbo Runderrookworst de winnaar. Hieronder zie je de volledige uitslag van de proeverij.
Jumbo Runderrookworst
6 stemmen
Lupack Gelderse rookworst
5 stemmen
Olacy Gelderse rookworst
3 stemmen
Jumbo Bretonse kookworst
2 stemmen
Jumbo Fijne slagersworst
0 stemmen
WEETJE: Neanderthalers lustten geen spruitjes! Vind jij witlof en spruitjes niet lekker? Neanderthalers lustten dit tienduizenden jaren geleden ook niet. Volgens onderzoekers hielden ze niet van bittere smaken. In 48.000 jaar oude botten werd een gen gevonden, dat ervoor zorgt dat mensen niet van bittere smaken houden, zoals spruitjes. Het gen voorkwam dat Neanderthalers giftige planten aten en beschermt ons dus ook. (bron: Sevendays)
De oorsprong van rookworst In de vorige eeuw ontstond de rookworst in Gelderland. Hier heb je veel varkensboeren. In die tijd was men zuinig op eten. Alles moest zoveel mogelijk gebruikt worden. Wanneer het varken geslacht was werden de vleesrestanten vermalen met spek en zout. Het geheel ging in een darm en werd daarna op eikenhout gerookt. Wanneer vlees gerookt is kun je het heel lang bewaren. Rookworst is vooral in Noord Nederland een succes geworden. Langzamerhand volgt de rest van Nederland. Hoe dat precies komt weet niemand. Misschien heeft de Elfstedentocht er iets mee te maken…
27
Life@DC - N° 2
Roos Ykema in Afrika
Zip Your Lip
Wedstrijd
Eerder dit jaar werd op het Dockinga College de actie Zip Your Lip gehouden. Deze actie is bedoeld om geld in te zamelen voor Hiv en Aids bestrijding bij kinderen in Afrika. 24 Uur lang eet je niks en je probeert in je omgeving zoveel mogelijk mensen te vinden die je hiervoor sponsoren. Wanneer een school goed presteert mag het meedingen naar 1 van de 10 ambassadeursplekken. De ambassadeur gaat een week lang naar Afrika om daar te ervaren hoe het er echt aan toe gaat. Daarna is de ambassadeur een jaar lang bezig met het organiseren en onder de aandacht brengen van de problemen. En daarnaast natuurlijk proberen zoveel mogelijk geld in te zamelen.
Dockinga scoorde landelijk gezien heel goed. Er werd bijna 20.000 euro ingezameld. Goed voor een tweede plek. Er mochten vijf leerlingen naar de voorronde. Deze bestond uit het maken en insturen van een eigen promo. Ook hier scoorde de school goed. Drie leerlingen mochten naar de landelijke finaledag in Amersfoort. Roos Ykema uit Atheneum 4 werd uiteindelijk de gelukkige winnaar. Dit was niet zo verwonderlijk. Roos heeft, toen ze 7 was, een tijdje in Afrika gewoond. Zij vertelt dat die periode een grote indruk op haar heeft gemaakt. Daarnaast wil ze graag iets voor andere mensen doen en kan ze slecht tegen het onrecht dat mensen wordt aangedaan.
28
Life@DC - N° 2
Naar Oeganda
Bijzondere ontmoetingen
Samen met negen andere kinderen uit Nederland vertrok Roos in oktober 2009 naar Oeganda. Het voelde als thuiskomen, zegt ze. De kleuren, de mensen, de omgeving, alles. Tijdens haar verblijf worden ze geconfronteerd met “heftige” dingen. Op je 14e in gesprek gaan met kindsoldaten of oorlogskinderen is natuurlijk niet niks. Ook de confrontatie met kinderen die met aids besmet zijn maakt diepe indruk. “We hebben samen gelachen maar ook veel gehuild”, zegt Roos. Toch zou ze zo terug willen gaan. Ze wil later ook wel iets met ontwikkelingswerk gaan doen. Ze sluit zelfs niet uit dat ze daar gaat wonen.
Roos heeft een blog bijgehouden in Oeganda. Hieronder een paar fragmenten uit haar blogs, waarin ze vertelt over ontmoetingen die een diepe indruk op haar hebben gemaakt.
World Vision Voorlopig probeert Roos het komende jaar zoveel mogelijk mensen voor het Zip Your Lip project te winnen. Ze doet dit met behulp van World Vision, de grootste overkoepelende ontwikkelingsorganisatie ter wereld, waar Zip Your Lip onderdeel van is. In november is er een landelijke informatiedag waar ze ook een praatje zal houden. Dichterbij huis wordt in februari de tweede versie van Zip Your Lip op Dockinga door haar georganiseerd. Mevrouw Hoogterp zal haar daarbij ondersteunen, net als vorig jaar. De zeer gedreven en gepassioneerde Roos hoopt dat dit een nog groter succes wordt dan het afgelopen jaar. Doe allemaal mee!
Sharon is een 17-jarig meisje dat van school was gestuurd. Demelza, Marijn en ik praatten met haar. Hiv-positief, wees. De tranen stonden in haar ogen. Ze vertelde ook over het stigma: ‘Ik word buitengesloten en uitgelachen. Vroeger huilde ik erom, nu lach ik ze uit. Ik ben waardevol. Jezus loves me!’ Sharon had ‘Jezus loves me’ ook op de wand van de kinderafdeling geschilderd. Zij vindt zichzelf nu weer de moeite waard… Sharon wilde graag haar examens halen. De school is gratis, maar de examens kosten geld. Zij heeft geen geld. Daarom is ze sinds 3 dagen van school. De dokter vertelde dat Sharon alleen maar huilde in het begin, maar naar ons lachte ze vooral. Het was pijnlijk om afscheid te nemen. Sharon was erg teleurgesteld toen we vertelden dat wij weer weg zouden gaan om waarschijnlijk nooit meer terug te komen… Ik wilde het liefst bij haar blijven en haar vriendin zijn.
Alice van 15 had helemaal geen ouders meer, maar ze vertelde mij dat ze zelf hiv-negatief getest was. Zij staat aan het hoofd van een gezin dat bestaat uit een broertje, zusje en neefje. Dit meisje zorgde al een jaar voor haar familie, 14 was ze toen het begon! Er stonden een heleboel kinderen omheen te luisteren. Toen ze weg waren, vertelde Alice dat ze helemaal niet hiv-negatief is, maar positief...
In het vluchtelingenkamp spraken we met Betty van 14 die in haar eentje voor 5 kinderen zorgde. Ze zag het allemaal erg somber in. Fulukas sprak haar moed in, hij zei dat ze door moest gaan en sterk moest zijn, en dat ze misschien haar doel zou bereiken: dokter worden, en anders misschien een van haar broertjes of zusjes. Dat vond ik zo pijnlijk, ik zag echt geen toekomst voor dit meisje. De scholen hier zijn niet goed. Als je de basisschool afmaakt, wat al een hele prestatie is voor een meisje als Betty, kun je nog niets. Betty’s ouders waren niet overleden. Ze hadden allebei een nieuwe partner gevonden en hun ‘oude’ kinderen in de steek gelaten. Betty kreeg af en toe wat geld van een oom en daar probeerde zij van rond te komen.
29
Life@DC - N° 2
“Ik neem wel eens iets mee naar school, wat ik op straat vind. Een aangereden dier ofzo”, zegt Douwe Anema. Hij is leraar biologie en scheikunde aan het Dockinga College in Ferwert. “Dat is handig tijdens de biologielessen. Je kunt mooi laten zien hoe iets in elkaar zit”. Of kinderen dat zielig vinden? “Nee, dat niet, ze moeten wel even wennen”. Douwe Anema is een leraar met hart voor zijn beide vakken. Hij geeft 3 à 4 dagen in de week les. Hij is om 08.00 uur op school en meestal om 16.00 uur thuis. Daar bereidt hij zijn volgende schooldag voor.
Na het schoolwerk begint een ander leven. Douwe woont samen met zijn broer en ouders op de ouderlijke boerderij in Nes. Deze boerderij is al vier generaties in het bezit van de familie Anema. Ooit begonnen als gemengd bedrijf en nu volledig gericht op akkerbouw. Douwes taak op de boerderij is voor een groot deel het onderzoeken en kweken van nieuwe aardappelrassen.
Wist je dat er in drop en lijm ook veel aardappe l (zetmeel) zit?
“Ik begin met een paa r aardappeltjes van 1 bij 1 centimeter, zogena klonen. Elk aardappel amde tje heeft zijn eigen ken merken, net als mense Douwe stelt vaak zel n.” f de kloon samen. Hij bepaalt welke kruisin gemaakt worden. “G gen er edurende het seizoen houd ik de groei in de Het is de kunst om een gaten.” aardappelras te kweke n met zulke goede ken dat het als een echt ras merken erkend wordt. Er mo eten bijvoorbeeld on 12 aardappelen uit 1 gev eer pootaardappel komen. Dit onderzoek duurt 10 jaar, als je geluk heb gemiddeld t!
30
Life@DC - N° 2
De familie Anema wa s er heel dicht bij. Hu n “Anessa” was bijn ras geworden. Vader a een echt Anema denkt dat het nog wel komt, Douw twijfels. De familie vin e heeft zijn dt de aardappel zelf wel lekker, dus verbo hem in ieder geval voo uwen ze r eigen consumptie. De boerderij is 70 hec Hiervan is 25 hectare tare groot. bebouwd met aardap pel en. Een hectare aardappel en levert ongeveer 40 ton op. Dat is 40 duize Stel dat je een kilo aar nd kilo! dappelen per maaltijd eet. Hoe vaak kun je dan eten?
Vader en zoon zijn grote natuurliefhebbers. Rondom hun landerijen maken ze vaak “natuurstroken”. Een baan van 6 meter breed die ze vol zaaien met een eigen gemaakt mengsel van vogelzaad, zonnebloempitten, koolzaad, kruiden, bloemen en nog veel meer. Het levert in de zomer een kleurrijk beeld op. Voor vogels en insecten is het een paradijs. Zij laten zich de zaden en bloemen goed smaken.
Naast aardappelen worden er ook nog bouwd. wortelen en uien ver familie de t uw bo ver Eigenlijk T. Anema dus HUTSPO en uw bo ver ze ja, O we. ook nog bieten en tar
Naast de gewassen hee ft Douwe een groot aantal eenden, ganzen en enkele herten. Een van de gan zen is zelfs ouder dan Douwe zelf. Zo nu en dan eten de Anema’s iets van hun eigen beesten. Dan komt de volgende ho bby van Douwe ter sprake. Hij is ook jag er. “De natuur moet in evenwicht zijn”, ver telt hij. ”Soms wordt dat evenwicht verstoord. Neem bijvoorbeeld de vossen . Ze hebben weinig natuurlijke vijanden en kunnen zich dus gemakkelijk uitbreide n. Wanneer er te veel in een gebied zitt en gaan ze zwerven en richten veel schade aan. Zoals in onze omgeving. Een stellet je vossen heeft een territorium van ongev eer 1000 hectare nodig. Hier hebben ze maar 200 hectare tot hun beschikking, wat ten koste gaat van andere diersoort en. Ik zie regelmatig 4 of 5 vossen op een ochtend.”
Heeft Douwe nog tijd over voor andere dingen? Hij kaatst en zou nog graag een keer op de PC willen staan. Maar zijn grote passie voor sport betreft het schaatsen. Hij is al 15 jaar lid van de Ferwerter lisclub. Zo won hij als begeleider met het schoolteam prijzen met de ploegenachtervolging in Groningen en Heerenveen. Gelukkig kan Douwe zijn hobby’s en werk goed combineren.
Tip van Douwe voor alle leerlingen van het Dockinga College: Doe aan sport en eet hutspot, dan zijn jouw resultaten bijna altijd top!
31
Life@DC - N° 2
s a l k g u r b e d Naar
llege?
t op het Dockinga Co
Hoe ziet je leven erui
In de agenda wordt geplakt, geknipt en versierd. Meiden schrijven in elkaars agenda. Er staat ook nog huiswerk in.
Doe-vakken Jildou Tabak, Tine Vos en Rianne de Boer zitten in klas 1b van VMBO Beroepsgericht. Elk uur hebben ze een andere les, maar soms ook twee uur achter elkaar, zoals bij verzorging of beeldende vorming. Op het moment van het interview is de klas appelflappen aan het bakken bij verzorging. “Koken is altijd wel gezellig”, vinden de meiden, Ze houden alledrie van doe-vakken.
Geen juf of meester meer De meiden zien veel voordelen aan de middelbare school. Je hebt meer vrijheid met elk uur een andere leraar, het is heel afwisselend. “Soms heb je het eerste uur vrij en kun je uitslapen. Of de laatste les valt uit en dan ben je eerder vrij”, zegt Jildou. “Je maakt hier nieuwe vrienden en dat is ook leuk”, vindt Rianne. Ze zouden niet meer terug willen naar groep 8. Een verschil met de basisschool is dat je geen juf of meester meer zegt, maar mevrouw of meneer. Met het huiswerk valt het reuze mee “Veel kunnen we op school al doen, vaak hebben we thuis niets meer, of maar 10 minuutjes. Maar ik denk dat het straks wel meer wordt”, zegt Tine.
34
life@DC - N° 2
De weg vinden Op het rooster kun je zien welke vakken je hebt. De afkortingen van de lessen heb je zo geleerd. Vaak kijken de brugklassers niet eens op hun rooster. “Je vraagt het aan anderen of je loopt iemand achterna.” De eerste week was het zoeken naar de lokalen, maar dat wende al snel. Hier hoef je niet zenuwachtig over te zijn, vinden ze. Wel hebben ze nog een tip: “Neem altijd je spullen mee voor de lessen. Als je je boeken niet nodig hebt, in de pauze bijvoorbeeld, zet je je tas gewoon bij de kluisjes neer.“
Een uur op de fiets Thomas van Breemen en Robbert Lodewijks komen elke dag vanuit Veenwouden op de fiets naar het Dockinga College. Ze zitten in klas 1a HAVO/VWO in Dokkum. De wekker gaat al rond half zeven. Om half acht zitten ze op de fiets, met een hele groep op weg naar school. Dat vinden ze wel gezellig, ze beleven ook wel eens wat. Een valpartij of een lekke band, maar dan helpen ze elkaar. “Ik had een keer mijn snelbinders in mijn tandwiel gekregen en ben gevallen. De jongens hebben me toen getrokken“, vertelt Thomas.
Techniek en gym Techniek vinden de jongens het leukste vak. Dat hebben ze twee uur achter elkaar op donderdag. Vrijdag is ook een leuke dag met twee keer een mentoruur, werken achter de computers met informatiekunde en gym. “Gym is leuk, want daarvoor hoef je geen huiswerk te doen” zijn de jongens het eens. Over huiswerk gesproken, dat maken ze meestal direct na school. Soms hebben ze een tussenuur. Dan kunnen ze het al op school maken. Maar vaak zijn ze thuis een uurtje bezig.
Verschil met groep 8 Op de middelbare school krijg je meer huiswerk, maar je bent wel eerder vrij. Tussen de lessen door kun je door de gangen lopen en je zit niet de hele tijd in hetzelfde lokaal. Je moet wel even wennen aan het huiswerk, vinden de jongens, maar je krijgt niet meteen heel veel. “En het kan best koud zijn op de fiets. Dan is het fijn als je dichtbij woont.“
“De tas is soms wel zwaar.”
35
Life@DC - N° 2