3 Dag jongens en meisjes, Leuk zeg! Je hebt het scheurblok Arithmos hoofdrekenen in je hand. Een blokje vol met rekenoefeningen uit het derde leerjaar. Je kunt er zelf mee aan de slag, in de klas of thuis. Eerst herhaal je de leerstof van het tweede leerjaar: optellen en aftrekken tot 100 en de tafels. Dan ga je optellen en aftrekken tot 1 000. En daarna oefen je de maaltafels en de deeltafels. De oplossingen vind je in een apart boekje. Je kunt elk blaadje dus zelf nakijken. Schrijf je score onderaan het blad. Je fouten kun je op de achterkant verbeteren. Veel plezier ermee!
Dag juffen en meesters, Deze Arithmos hoofdrekenen behandelt de leerstof hoofdrekenen van het derde leerjaar. De oefeningen zijn gerangschikt per soort: optellen of aftrekken binnen een bepaald getalbereik, maaltafels en deeltafels.
© Van In
Veel plezier ermee!
arithmos 3
De scheurblaadjes kun je in de klas gebruiken… • om leerlingen alleen, per twee of in groepjes te laten werken • als extra oefenstof voor snelle leerlingen of om zwakke leerlingen te remediëren • als werkblaadjes bij contractwerk en hoekenwerk • als huiswerkblaadjes • als voorbereiding op een toets over een specifiek onderdeel van hoofdrekenen
1
3 1 2-3 4 5 6-7 8 9 10-11 12-13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36-41 42-43
© Van In
Woord vooraf Inhoud Optellen tot 100 (zonder brug) Optellen tot 100 (met brug) Optellen tot 100 Aftrekken tot 100 (zonder brug) Aftrekken tot 100 (met brug) Aftrekken tot 100 Optellen en aftrekken tot 100 De maaltafels van 2, 4 en 8 De deeltafels van 2, 4 en 8 De maal- en deeltafels van 2, 4 en 8 De maaltafels van 1, 5 en 10 De deeltafels van 1, 5 en 10 De maal- en deeltafels van 1, 5 en 10 De maal- en deeltafels van 1, 2, 4, 5, 8 en 10 De maaltafels van 3, 6 en 9 De deeltafels van 3, 6 en 9 De maal- en deeltafels van 3, 6 en 9 De maal- en deeltafels van 6, 7, 8 en 9 De maaltafels De deeltafels De maal- en deeltafels Optellen en aftrekken tot 100 Rekentaal tot 100 Delen (met rest) Vermenigvuldigen met 10 en 100 Delen door 10 en 100 Vermenigvuldigen en delen Optellen tot 100 Optellen tot 1 000 (zonder brug) Optellen tot 1 000 (met brug) Optellen tot 1 000
arithmos 3
Inhoud
2
3
arithmos 3
44-48 49 50 51-56 57-58 59-60 61 62-66 67 68 69 70 71 72 73 74-75 76-77 78-82
© Van In
De maaltafels Aftrekken tot 100 Aftrekken tot 1 000 (zonder brug) Aftrekken tot 1 000 (met brug) Aftrekken tot 1 000 Optellen en aftrekken tot 1 000 Afronden De deeltafels De deeltafels (met rest) Verhoudingen De deeltafels Optellen en aftrekken Optellen tot 1 000: schakelen of vermenigvuldigen Vermenigvuldigen en delen Rekentaal tot 1 000 Optellen en aftrekken tot 1 000 Vermenigvuldigen en delen Alle bewerkingen
3
3 1
DATUM: NAAM:
Kijk naar het voorbeeld. Reken daarna uit. 31 + 18 = 31 + 10 + 8 = 41 + 8 = 49 40 + 30 = ......................................................... 42 + 23 = ......................................................... 50 + 7 = ......................................................... 74 + 15 = ......................................................... 21 + 15 = ......................................................... 45 + 32 = ......................................................... 30 + 18 = ......................................................... 76 + 21 = ......................................................... 82 + 17 = ......................................................... 53 + 36 = .........................................................
Kun je deze ook?
+ 12 + 40
+ 23
55 + 14
+ 42
Optellen maar! 17 + 11 + 20 = ................................................................................................................................ 14 + 12 + 31 = ................................................................................................................................ 40 + 36 + 21 = ................................................................................................................................ 52 + 3 + 14 = ................................................................................................................................
arithmos 3
3
+ 34
© Van In
2
Ik oefen optellen tot 100 (zonder brug). Ik heb
op 20.
4
3
NAAM:
Kijk naar het voorbeeld. Reken daarna uit. 56 + 27
= 56 + 20 + 7 = 76 + 7 = 76 + 4 + 3 = 80 + 3 = 83 +4
48 + 35 = .........................................................
+9
27 + 19 = ......................................................... 55 + 26 = .........................................................
+7 +12
34 + 57 = ......................................................... 23 + 67 = ......................................................... 62 + 29 = .........................................................
+ 15 + 28
25
45 + 9 = ......................................................... 37 + 8 = ......................................................... 24 + 7 = ......................................................... 55 + 6 = ..........................................................
24 + 8 + 47 = ................................................................................................................................ 21 + 32 + 43 = ................................................................................................................................ 17 + 17 + 17 = ................................................................................................................................
arithmos 3
20 + 37 + 19 = ................................................................................................................................
© Van In
1
DATUM:
Ik oefen optellen tot 100 (met brug). Ik heb
op 20.
5
3 1
DATUM: NAAM:
Optellen maar! Toon wat je kunt. 43 + 8 = ......................................................................................................................................... 64 + 9 = ......................................................................................................................................... 23 + 16 = ......................................................................................................................................... 57 + 7 = ......................................................................................................................................... 44 + 36 + 15 = ................................................................................................................................ 57 + 36 + 4 = ................................................................................................................................ 49 + 28 + 17 = ................................................................................................................................ 17 + 58 + 18 = ................................................................................................................................ 14 + 48 + 23 = ................................................................................................................................
+
29
15
12
42
27
38
34
57
...............
...............
...............
...............
...............
...............
...............
45
...............
...............
...............
...............
...............
...............
...............
34
...............
...............
...............
...............
...............
...............
...............
arithmos 3
Lukt deze oefening ook?
© Van In
2
Ik oefen optellen tot 100. Ik heb
op 30.
6
3
Tel je mee? Zoek de som. 48 + 32 = ..............
27 + 36 = ..............
47 + 14 = ..............
47 + 19 = ..............
18 + 67 = ..............
84 + 16 = ..............
42 + 33 = ..............
42 + 19 = ..............
46 + 28 = ..............
62 + 19 = ..............
25 + 58 = ..............
37 + 19 = ..............
28 + 34 = ..............
69 + 25 = ..............
55 + 28 = ..............
De leerling heeft maar 5 op 20! Zet een streep door de fouten. Schrijf het juiste antwoord ernaast. 48 + 27 = 75
.............
35 + 56 = 81
.............
32 + 28 = 70
.............
56 + 32 = 86
.............
14 + 27 = 41
.............
45 + 23 = 86
.............
25 + 56 = 71
.............
17 + 51 = 68
.............
42 + 38 = 92
.............
48 + 35 = 72
.............
16 + 44 = 50
.............
24 + 41 = 66
.............
37 + 37 = 67
.............
39 + 49 = 92
.............
45 + 36 = 81
.............
17 + 27 = 44
.............
43 + 49 = 93
.............
45 + 9 = 56
.............
34 + 57 = 84
.............
26 + 38 = 52
.............
arithmos 3
2
NAAM:
© Van In
1
DATUM:
Ik oefen optellen tot 100. Ik heb
op 35.
7
3 1
DATUM: NAAM:
Kijk naar het voorbeeld. Reken daarna uit. 38 – 15 = 38 – 10 – 5 = 28 – 5 = 23 45 – 20 = ......................................................... 75 – 23 = ......................................................... 76 – 5 = ......................................................... 84 – 32 = ......................................................... 57 – 30 = ......................................................... 47 – 25 = ......................................................... 44 – 3 = ......................................................... 58 – 17 = ......................................................... 97 – 66 = ......................................................... 64 – 51 = .........................................................
Kun je deze ook?
– 14 – 34
– 84
89 – 22
– 35
Nog een keer oefenen. Reken uit! 68 – 20 – 14 = ................................................ 85 – 30 – 24 = ................................................ 47 – 14 – 12 = ................................................ 76 – 22 – 33 = ................................................
© Van In
3
– 46
arithmos 3
2
Ik oefen aftrekken tot 100 (zonder brug). Ik heb
op 20.
8
3
NAAM:
Kijk naar het voorbeeld. Reken daarna uit. 56 – 27 = 56 – 20 – 7 = 36 – 7 = 36 – 6 – 1 = 30 – 1 = 29 72 – 36 = ......................................................... 84 – 47 = .........................................................
100
–8
– 25
35 – 18 = ......................................................... 22 – 19 = .........................................................
– 17 – 17
74 – 56 = ......................................................... 82 – 37 = ......................................................... –9
– 15
34 – 8 = ......................................................... 50 – 14 = ......................................................... 43 – 5 = ......................................................... 80 – 23 = .........................................................
81 – 15 – 25 = ................................................................................................................................ 73 – 45 – 12 = ................................................................................................................................ 92 – 14 – 18 = ................................................................................................................................
arithmos 3
47 – 28 – 9 = ................................................................................................................................
© Van In
1
DATUM:
Ik oefen aftrekken tot 100 (met brug). Ik heb
op 20.
9
3 1
DATUM: NAAM:
Reken uit. Oefen je mee? 46 – 24 = ......................................................................................................................................... 53 – 7 = .................................................................................................. 56 – 8 = ....................................................................................................... 65 – 32 = .......................................................................................................
72 – 45 – 17 = ................................................................................................................................ 84 – 22 – 44 = ................................................................................................................................ 57 – 25 – 25 = ................................................................................................................................ 72 – 18 – 28 = ................................................................................................................................ 57 – 7 – 50 = ................................................................................................................................
Kun je deze ook? Vul in. 57
14
32
28
55
37
45
82
............... ............... ............... ............... ............... ............... ...............
57
............... ............... ............... ............... ............... ............... ...............
74
............... ............... ............... ............... ............... ............... ...............
arithmos 3
–
© Van In
2
Ik oefen aftrekken tot 100. Ik heb
op 30.
10
3
Rekenen maar! Toon wat je kunt. 48 – 32 = ..............
67 – 36 = ..............
47 – 14 = ..............
57 – 19 = ..............
81 – 67 = ..............
85 – 16 = ..............
42 – 33 = ..............
42 – 19 = ..............
46 – 28 = ..............
62 – 19 = ..............
75 – 58 = ..............
37 – 19 = ..............
58 – 34 = ..............
69 – 25 = ..............
55 – 28 = ..............
De leerling heeft maar 5 op 20! Zet een streep door de fouten. Schrijf het juiste antwoord ernaast. 48 – 27 = 11
.............
85 – 56 = 28
.............
32 – 28 = 6
.............
56 – 32 = 24
.............
74 – 27 = 41
.............
45 – 23 = 23
.............
56 – 25 = 39
.............
57 – 51 = 8
.............
42 – 38 = 6
.............
48 – 35 = 13
.............
86 – 44 = 46
.............
57 – 41 = 6
.............
37 – 37 = 10
.............
69 – 49 = 30
.............
45 – 36 = 9
.............
77 – 27 = 57
.............
83 – 49 = 34
.............
45 – 9 = 38
.............
84 – 57 = 27
.............
56 – 38 = 16
.............
arithmos 3
2
NAAM:
© Van In
1
DATUM:
Ik oefen aftrekken tot 100. Ik heb
op 35.
11
3
NAAM:
Kijk naar het voorbeeld. Reken daarna uit. 56 + 27 = 56 + 20 + 7 56 – 27 = 56 – 20 – 7 = 76 + 7 = 36 – 7 = 76 + 4 + 3 = 36 – 6 – 1 = 80 + 3 = 83 = 30 – 1 = 29 38 + 45 = ...........................
17 + 47 = ...........................
71 – 44 = ...........................
28 + 54 = ...........................
56 – 38 = ...........................
72 – 47 = ...........................
35 + 57 = ...........................
86 – 15 = ...........................
42 – 21 = ...........................
25 + 44 = ...........................
50 – 35 = ...........................
37 + 22 = ...........................
43 + 22 = ...........................
48 – 28 = ...........................
46 + 14 = ...........................
70 – 25 = ...........................
45 + 17 – 35 = ................................................................................................................................ 48 – 24 + 47 = ................................................................................................................................
77 – 44 + 22 = ................................................................................................................................
arithmos 3
35 + 25 + 15 = ................................................................................................................................
© Van In
1
DATUM:
Ik oefen optellen en aftrekken tot 100. Ik heb
op 20.
12
3
2
NAAM:
Optellen en aftrekken. Reken uit. 27 + 38 = ..............
26 – 18 = ..............
84 – 65 = ..............
34 – 18 = ..............
56 – 45 = ..............
35 – 26 = ..............
39 + 22 = ..............
74 + 19 = ..............
48 + 37 = ..............
18 + 57 = ..............
58 + 23 = ..............
45 + 35 = ..............
85 – 74 = ..............
63 – 42 = ..............
100 – 50 = ..............
Vul in. –
42
27
+
15
36
56
46
............... ............... ...............
25
............... ............... ...............
73
............... ............... ...............
44
............... ............... ...............
92
............... ............... ...............
36
............... ............... ...............
Kun je deze ook?
– 18 + 15
+ 25
– 38
– 18
45 + 38
+ 25
– 38
57 – 24
+ 15
+ 38
– 24
© Van In
3
38
arithmos 3
1
DATUM:
Ik oefen optellen en aftrekken tot 100. Ik heb
op 45.
13
3
Ken jij de maaltafels van 2, 4 en 8? Reken uit. 7 x 2 = ..............
7 x 8 = ..............
0 x 2 = ..............
9 x 4 = ..............
5 x 4 = ..............
3 x 4 = ..............
5 x 8 = ..............
8 x 2 = ..............
4 x 8 = ..............
6 x 4 = ..............
10 x 4 = ..............
1 x 8 = ..............
9 x 2 = ..............
6 x 8 = ..............
10 x 2 = ..............
6 x 2 = ..............
7 x 4 = ..............
2 x 8 = ..............
1 x 2 = ..............
1 x 4 = ..............
10 x 8 = ..............
5 x 2 = ..............
4 x 4 = ..............
0 x 8 = ..............
2 x 2 = ..............
8 x 4 = ..............
3 x 8 = ..............
4 x 2 = ..............
2 x 4 = ..............
9 x 8 = ..............
Nog een keer oefenen. 3 x 2 x 2 = ......................................................... 2 x 4 x 4 = ......................................................... 8 x 8 x 1 = ......................................................... 0 x 4 x 2 = ......................................................... arithmos 3
2
NAAM:
2 x 2 x 2 = .........................................................
© Van In
1
DATUM:
Ik oefen de maaltafels van 2, 4 en 8. Ik heb
op 35.
14
3
Ken jij de deeltafels van 2, 4 en 8? Reken uit. 24 : 4 = ..............
2 : 2 = ..............
28 : 4 = ..............
64 : 8 = ..............
10 : 2 = ..............
18 : 2 = ..............
12 : 2 = ..............
40 : 8 = ..............
80 : 8 = ..............
32 : 8 = ..............
20 : 4 = ..............
12 : 4 = ..............
16 : 4 = ..............
14 : 2 = ..............
8 : 8 = ..............
4 : 2 = ..............
40 : 4 = ..............
56 : 8 = ..............
20 : 2 = ..............
4 : 4 = ..............
16 : 8 = ..............
8 : 2 = ..............
32 : 4 = ..............
48 : 8 = ..............
16 : 2 = ..............
8 : 4 = ..............
72 : 8 = ..............
6 : 2 = ..............
36 : 4 = ..............
24 : 8 = ..............
Nog een keer oefenen. 64 : 8 : 4 = ......................................................... 32 : 4 : 2 = ......................................................... 16 : 2 : 4 = ......................................................... 48 : 8 : 2 = ......................................................... arithmos 3
2
NAAM:
80 : 8 : 2 = .........................................................
© Van In
1
DATUM:
Ik oefen de deeltafels van 2, 4 en 8. Ik heb
op 35.
15