" EEN VERHUIZING EN ANDERE ONGEMAKKEN " KOMEDIE IN DRIE BEDRIJVEN VOOR 6 DAMES EN 4 HEREN DOOR CARL SLOTBOOM
IK DRAAG DIT TONEELSTUK OP AAN MIJN LIEVE VRIENDIN WIL STOOP
ROLVERDELING Richard Koenen(40-50) Dorris Koenen Maria Koos Verhage Bets Verhage Cornelia Zijtveld Sjaak Ruud Mathilde Hoekstra Natalie
Zijn echtgenote Geliefde van Richard Broer van Dorris Zijn echtgenote Buurvrouw Verhuizer Verhuizer Spiritistisch medium Monteur van KPN-Telecom
(40-50) (30-40) (40-50) (40-50) (50-65) (25-55) (25-55) (50-70) (30-50)
KORTE INHOUD Richard en Dorris Koenen kopen een leegstaand herenhuis. Volgens de overbuurvrouw Cornelia Zijtveld heeft de vorige bewoner zijn vrouw vermoord en gebeuren er sindsdien vreemde, onverklaarbare dingen in het huis. Een spiritistische seance, onder leiding van het medium Mathilde Hoekstra, moet uitkomst bieden. DECOR Het toneel stelt de woonkamer in een herenhuis voor. Links de deur naar de hal en voordeur. Rechts de deur naar de serre en de spreekkamer van Richard. In de achterwand is over een behoorlijke breedte een gedeelte open gelaten, zodat het idee van een gang wordt gecreëerd. Over de gehele breedte van de opening is een verhoging gemaakt, bestaande uit één of twee treden, zodat de indruk wordt gewekt, dat de gang hoger ligt dan de woonkamer. Linksachter is een gedeelte van de trap naar de bovenverdieping te zien. Rechtsachter gaat men naar de keuken en andere kamers. EERSTE BEDRIJF-EERSTE SCENE EERSTE BEDRIJF-TWEEDE SCENE
TWEEDE BEDRIJF-EERSTE SCENE
TWEEDE BEDRIJF-TWEEDE SCENE
DERDE BEDRIJF-EERSTE SCENE
Als het doek opgaat is de kamer leeg. Op de grond staat een telefoon. Als het doek opgaat is de kamer leeg. Op de grond staat een telefoon. In de loop van de scene worden er een stoel een een kartonnen doos gebracht. Als het doek opgaat is de kamer slechts gedeeltelijk ingericht. Links en rechts staan meubels, dozen en schilderijen. Als het doek opgaat is de kamer zo goed als ingericht. Hier en daar staan nog een paar dozen en schilderijen. Als het doek opgaat is de kamer helemaal ingericht.
LEEFTIJDEN EN TYPERINGEN Richard Goed uitziende heer. Sportief en met smaak gekleed Dorris Charmante vrouw. Met smaak gekleed Maria Jonge vrouw. Sportief. Koos Beetje slungelig, sloom type. Kleding is uit de mode. Bets Zeurderig type. Ontzettend stijf en ouderwets gekleed. Cornelia Pinnige, bemoeizuchtige vrouw. Sjaak Zeer adrem, maar vaak zonder fatsoen. Ruud Aardige, rustige vent. Mathilde Excentrieke dame. Natalie Aardige jonge vrouw.
Eerste voorstelling van dit toneelstuk 14 maart 1999 in Schermerhorn. Regie Carl Slotboom.
EERSTE BEDRIJF - EERSTE SCENE
DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD
DORRIS
RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD
DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD
DORRIS
(Als het doek opgaat is het toneel leeg. De telefoon rinkelt. Na enkele ogenblikken zijn er voetstappen te horen van iemand die heel erg langzaam loopt. De telefoon houdt na enkele ogenblikken op. Dan weer het geluid van voetstappen die langzaam wegebben. Enkele ogenblikken hierna komen Richard en Dorris van links op. Ze lopen door de lege ruimte en kijken om zich heen en nemen hier ruimschoots de tijd voor. Dorris gaat naar boven en Richard gaat rechtsvoor af. Telefoon rinkelt en stopt weer. Na enkele ogenblikken komt Dorris terug. Terwijl ze om zich heen kijkt zijn er weer voetstappen te horen. Dorris kijkt naar boven, loopt dan naar de trap en roept) Richard ? (Voetstappen houden op. Geen antwoord. Na enkele ogenblikken) Richard ! (Komt van rechts) Ja ? (Verwonderd) Waar kom jij nu vandaan ? (Wijst naar rechts) Van daar. Maar je was toch boven ? Nee, ik was hiernaast. Er is hiernaast een serre met een prachtig uitzicht op de tuin. Maar ik hoorde je toch duidelijk boven lopen. Dat kan niet want ik was (Wijst) daar. Ik ben helemaal nog niet boven geweest. Maar ik hoorde voetstappen en die kwamen vol- gens mij van boven. Je hebt me gewoon hiernaast horen lopen. In een leeg huis klinkt alles even hol en het is moeilijk om precies te zeggen waar iets vandaan komt. Je zult je vergist hebben. Ja, dat zal dan wel. Het is boven overigens heel ruim. Er stond trouwens een raam open, ik heb het dicht gedaan. Ik kijk even hiernaast. (Dorris rechts af. Richard naar boven. Beiden komen na enkele ogenblikken weer terug) Nou, heb ik te veel gezegd ? Een schitterend huis, vind je niet ? Wat ik tot nu toe heb gezien bevalt me uitstekend. Die serre is werkelijk prachtig. Het ziet er boven heel goed uit. Alles zit keurig in de verf. Aan de tuin moet echter nodig iets worden gedaan. Het onkruid staat huizenhoog. De tuin is jouw afdeling. En dat blijft het ook. Jij hebt absoluut geen verstand van tuinieren. Nee en dat wil ik ook vooral zo houden. (Kijkt om zich heen en kijkt dan met een vragende blik naar Dorris) En ? Wat en ? Wat doen we ? Waarom moet ik hier altijd de beslissingen nemen ? Omdat ik de beslissing vorige week al heb genomen toen ik hier met Hamakers was. Ik was er onmiddellijk verliefd op en ik heb je meteen gezegd dat dit een ideaal huis voor ons zou zijn. Bovendien is het al jarenlang jouw wens om in een herenhuis te wonen. (Kijkt om zich heen) Het huis bevalt me. Het heeft karakter. Mag ik hieruit afleiden dat je ja zegt ? Ja. Ja, ik vind dat we het maar moeten doen. Goed, dan zal ik Hamakers bellen. (Pakt een mobiele telefoon uit zijn zak) Dus jij bent het er mee eens ? Tegen een huis met een schitterende ligging, dat bovendien beschikt over een aparte praktijkruimte kan ik geen nee zeggen. (Wil een nummer intoetsen) (Wijst naar de telefoon die op de grond staat) Neem die
RICHARD DORRIS RICHARD
DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD
DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD
DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD
DORRIS RICHARD
DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD
telefoon. (Neemt de hoorn van de haak) Dood. Wat zeg je ? De lijn is dood. Logisch natuurlijk. Die telefoon wordt pas aangesloten als we ons aangemeld hebben. (Pakt zijn mobiele telefoon en toetst een nummer) Goedemorgen Sylvia met Koenen. Is meneer Hamakers in de buurt ?... Ja, ik wacht. (Verbaasd) Sylvia ? Wat ? Jij zei Sylvia. Ja, nou en ? Ik had geen idee dat jij het personeel van makelaar Hamakers al zo goed kende. Ze meldde zich met Sylvia... vandaar. Probeer nog iets van de prijs af te krijgen. (Tegen Dorris) Toch niet door de telefoon. (In de telefoon) Ja ?... Dag meneer Hamakers, met Koenen... Ja hoor, met ons gaat het uitstekend. Slijmerd. Een ogenblik meneer Hamakers, ik geloof dat mijn vrouw iets zegt. (Hand op het spreekgedeelte van de telefoon) Wat zei je ? Slijmerd. Wie ? Die Hamakers. Waarom in hemelsnaam ? Denk je nu werkelijk dat het die man ene donder interesseert hoe het met ons gaat ? Hij vroeg er anders wel naar. Die man ruikt geld, dat is alles. (In de telefoon) Hier ben ik weer meneer Hamakers... Ja, we zijn in het huis en ik moet U zeggen dat... (Dorris maakt gebaren) Een ogenblik meneer Hamakers. (Hand op het spreekgedeelte) Wat is er ? Zeg dat die tuin een chaos is. Waarom ? Zodat die centennaaier iets van de prijs afhaalt. Dat komt later allemaal wel. (In de telefoon) Daar ben ik weer... Of mijn vrouw enthousiast is ? Dat had ik U de vorige week toen ik met U het huis bekeken heb al voorspeld meneer Hamakers... Jaja... In principe voelen we er dus wel voor, misschien kunnen we op korte termijn een afspraak met U maken. (Dorris maakt gebaren) Oh... een ogenblik meneer Hamakers. (Hand op het spreekgedeelte. Gerriteerd) Wat nou weer ? Laat je geen oor aannaaien. Zou je me nu even rustig willen laten telefoneren ? (In de hoorn) Ben ik weer... Morgenmiddag om twee uur. Dat is prima. Om twee uur zijn we bij U. Tot dan. Dag meneer Hamakers. (Tegen Dorris) Morgenmiddag om twee uur op zijn kantoor. Ik hoop dat 'ie een raam openzet. Een raam open zetten ? Waarom in hemelsnaam ? Omdat het er de vorige keer zo muf rook. Volgens mij heeft 'ie zweetvoeten. (Vermoeid) Lieve Dorris, ik wil een huis van die man kopen, ik hoef hem niet te pedicuren. En alles zwart op wit. Ja... ik zal de kassabon vragen. Ik weet hoe je bent. En hoe ben ik dan ? Slordig en onzorgvuldig als het om geld gaat. Als jij het dan allemaal zo goed weet, dan stel ik voor dat jij de zaken
DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS
RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD
RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD DORRIS RICHARD
DORRIS KOOS BETS KOOS BETS
afhandelt. Daar zal het uiteindelijk wel op neer komen, tenslotte zal ik het moeten betalen. Oh... nou krijgen we dat. Ja Dorris ik weet dat je vermogend bent... zéér vermogend zelfs. Beschouw het als een geluk. Dat doe ik ook, maar ik heb geen zin om dat de rest van m'n leven te moeten horen. Een dergelijk herenhuis zou jij niet kunnen bekostigen. Heb ik gelijk of niet ? Ja Dorris, je hebt gelijk. Zo'n vetpot is jouw praktijk als therapeut nu ook weer niet. Ik heb een behoorlijk inkomen. En dat inkomen zou nog behoorlijker zijn als je die secretaresse, (Met enige minachting) die juffrouw Maria, niet zo dik zou betalen voor dat lullige beetje werk dat ze verricht. Maria is een uitstekende kracht en doet meer dan ik van haar verwacht. Dat doen secretaresses altijd, daarom gaan er ook zoveel huwelijken stuk. Je bent weer zeer tactvol. Het tocht hier. Misschien heb je op de bovenverdieping het raam niet goed afgesloten. Ik ga wel even kijken. (Richard naar boven. Zo gauw Richard uit het zicht verdwenen is, klinkt het geluid van een plotseling opkomende storm, die weer wegebt. Dorris kijkt verbaasd om zich heen. Dan gaat de telefoon. Dorris kijkt weer heel verbaasd, loopt naar de telefoon, die daarop onmiddellijk stopt met rinkelen) (Komt van boven) Het raam was afgesloten. De telefoon ging. De telefoon ? Ja. Hoe kan dat nou ? (Pakt de hoorn van de haak) De lijn is dood, je zult je vergist hebben. Nee, dat heb ik niet. Bovendien begon het plotseling te waaien. Te waaien ? Ik hoorde een storm die plotseling opkwam en weer ging liggen. Maar Dorris, het is windstil buiten. Toch heb ik het heel duidelijk gehoord. Je zult je vergist hebben. Hè Richard, doe me een plezier en zeg niet telkens dat ik me vergist heb. Denk er maar niet meer aan, het is niet belangrijk. Nou, wat doen we nu ? We gaan naar de tuin. Naar de tuin ? Wat moeten we daar nu doen ? Ik wil de zaak indelen. Kan dat niet wachten tot we er eenmaal wonen ? Bovendien is een tuin toch wel het laatste waar je je druk over maakt als je van plan bent te verhuizen. Nee, dat wil ik nu doen. (Dorris rechts af. Richard haalt zijn schouders op en volgt haar) (Steekt zijn hoofd om de deur) Niemand aan het front ? (Komt naar binnen en roept door de deuropening) Kom Binnen Bets. (Achter het toneel) Heb je gekeken ? Ze zullen ongetwijfeld in de buurt zijn, Dorris zei dat ze hier om elf uur zouden zijn. Bovendien stond de voordeur open. Ik wil dat je eerst kijkt. Ik ga hier niet naar binnen voordat ik zeker weet dat er geen spinnen zijn.
KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS
BETS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS
KOOS
DORRIS
Er zijn hier geen spinnen Bets. Heb je gekeken dan ? (Met een zucht) Ja Bets. (Verschijnt in de deuropening) Als ik spinnen zie bestaat de kans dat ik in coma raak. Zo snel raakt een mens niet in coma Bets. (Komt naar binnen) Ik wel. Ik ben toevallig heel gevoelig voor coma's. Ja Bets, het is goed. En dan ? En dan ? En dan ? Wat nou en dan ? Wat doe je als ik het bewustzijn verlies ? Dan gooi ik een kopje water over je heen. Een kopje water ? Nou, een kopje water helpt echt niet hoor als je in een diepe coma ligt. Nou, een émmer water dan voor mijn part. Ik vind het ongepast met mijn ziekte de draak te steken Koos. Je bent niet ziek Bets, dat heb ik nou al zovaak gezegd. Ben jij dokter ? Nee. Nou dan. De dokter zegt ook dat je niet ziek bent. Je bent alleen wat angstig voor bepaalde dingen, dat is alles. Die dokter moet z'n schoolgeld terughalen. Kwakzalver ! Als het zo'n kwakzalver is dan begrijp ik niet waarom je er elke week naar toe gaat. De reden dat ik naar de dokter ga is dat ik elk ogenblik in coma kan raken. Ja, ik begrijp het. Jij gaat vast bij die man in de wachtkamer zitten, zodat hij er als eerste bij is. Nou, ga nou maar zitten. Waarom moet ik zitten ? Dan val je niet zo diep, als je in coma raakt. (Kijkt om zich heen) Bovendien zou ik niet weten waar ik moet gaan zitten, er staat nog geen enkel meubel in dit huis. Dan ga je zolang op de grond zitten. Ik pieker er niet over. Wie weet hoe veel ongedierte er over die smerige vloer kruipt. (Kwaad) En nu ga je zitten en je houdt op met je gezever ! Eerst kijken... voor je eigen bestwil. Mijn bestwil ? Jouw bestwil zul je bedoelen. Nee de jouwe, want als ik wegraak zul jij me moeten reanimeren. Nee Bets, reanimeren doe je alleen als iemand... (Met een zucht) Laat maar zitten. (Kijkt om zich heen) Waar zouden ze zijn ? (Loopt naar de trap en roept) Dorris ?... Richard ? Moet je nou persé zo hard krijsen ? Zo hard krijs ik toch niet ? Je weet dat ik hele gevoelige oren heb. Gevoelige oren ? Sinds wanneer ? Dat heeft de dokter zelf gezegd. Hij heeft mijn oren onderzocht en gezegd dat mijn trommelvel dunner is als bij andere mensen. Je zou eens wat minder naar de dokter moeten gaan. Elke keer als je daar bent geweest, heb je weer een ander kwaal. Ik ben nu eenmaal een kasplantje. Kan ik er wat aan doen ? Nee toch, wel dan, niet toch. Zeg nu zelf. (Telefoon gaat) De telefoon gaat. Het is niet mijn huis en ook niet mijn telefoon. (Boven klinken voetstappen) Ah... ik hoor ze al, ze komen er aan. (Roept naar boven) Dorris ? Richard ? Telefoon. (Telefoon stopt, voetstappen ebben weg) (Komt van rechts. Verrast) Kijk nou ! (Bets loopt op Dorris toe,
KOOS DORRIS BETS DORRIS BETS KOOS DORRIS KOOS BETS KOOS BETS KOOS BETS DORRIS KOOS DORRIS KOOS DORRIS KOOS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS KOOS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS RICHARD
die onmiddellijk op Koos afstapt en Bets helemaal niet ziet staan) Koos... wat een verrassing. We hebben jullie helemaal niet binnen horen komen, wij waren in de tuin. (Geeft hem een kus op beide wangen) Dag lieve zuster van me. (Ziet Bets en loopt in haar richting) Oh... dag Bets. (Deinst terug) Je hebt toch geen spinnen aan je lijf hè ? Wát heb ik ? Je komt net uit de tuin en daar zijn in dit jaargetijde altijd heel veel spinnen. Bets is de laatste weken nogal bang voor spinnen. Ik dacht dat het hommels waren. Dat was vorig jaar zomer, nu zijn het spinnen. Tussendoor hebben we nog mieren, kakkerlakken en strontvliegen gehad. Jaja... neem me maar in de maling. Je zult nog anders piepen als ik er vandaag of morgen plotseling niet meer ben. Ik dacht dat je alleen maar in coma zou raken. Ken jij de gevolgen van coma ? Niet echt. Nou dan, beweeg je dan alsjeblieft niet op medisch grondgebied. (Tegen Bets) Maak je geen zorgen, er zijn hier geen spinnen en ik draag ze zeker niet met me mee. Ze is bang dat ze in coma raakt. (Voor zichzelf) Nou dat weer. Waar is Richard ? In de tuin, hij zal zo wel komen. Hebben jullie al een beslissing genomen ? We voelen er wel voor. Morgenmiddag hebben we een afspraak met de makelaar. Wanneer is de verhuizing ? Dat zal nog wel even duren, er zal eerst een hoop geregeld moeten worden. Kunnen we bij jullie overnachten ? Overnachten ? Ik ga niet weer in die enge trein. Wat was er zo eng aan die trein ? Je hoort de laatste tijd zoveel over treinen die ontsporen. Daar is mij niets van bekend. Er is er drie weken geleden nog een ontspoord. Waar ? (Droog) In Siberië... een goederentrein, machinist ongedeerd. Sindsdien is Bets bang voor treinen. Treinangst is een heel normaal verschijnsel zegt mijn dokter. Nou ja, als jullie willen kunnen jullie overnachten. Doe je jas toch uit Bets. Ik houd hem liever aan, ik ben zo vreselijk bevattelijk. Maar Bets, het is toch helemaal niet koud. En dan raken m'n darmen weer van slag. Nou ja, zoals je wilt. Kom, dan zal ik jullie het huis laten zien. Gaan jullie mee ? (Dorris, Koos en Bets naar boven) (Komt van rechts op) Dorris ? (Mobiele telefoon gaat) Met Koenen... Oh, dag Maria... Wat zeg je ?... Mevrouw Vriezeman weet heel goed dat ik deze week niet werk. Maak maar een afspraak voor volgende week... Nee, ik kom deze week niet meer op de praktijk... Wees nou even redelijk Maria, ik heb deze week vrij genomen omdat ik een paar huizen wilde bezichtigen en omdat dit nogal veel tijd in beslag neemt... Ik ook van jou, maar dat heeft er toch helemaal niets mee te maken ?... Dat herenhuis in de Kastanjelaan... Ja, dat huis op de hoek... Ja, Dorris voelt er ook voor en daar ben ik blij om want zij zal het tenslotte moeten betalen. Maar dat is geen enkel probleem
KOOS BETS RICHARD BETS RICHARD KOOS RICHARD DORRIS BETS RICHARD DORRIS BETS KOOS BETS KOOS RICHARD CORNELIA
DORRIS CORNELIA
RICHARD CORNELIA RICHARD DORRIS
CORNELIA
RICHARD CORNELIA DORRIS CORNELIA
zoals je weet, want haar vader heeft haar een vermogen nagelaten, meer dan ze in één leven op kan maken... (Geluid van stemmen) Ik moet nu ophangen, want Dorris is in aantocht... Ja Maria, ik ook van jou. (Verbreekt de verbinding en stopt de telefoon in zijn zak. Dorris, Koos en Bets komen op) Verrek, wat doen jullie hier ? Dorris belde ons gisteren met de mededeling dat jullie een huis op het oog hadden. We blijven logeren. Logeren ? Er ontsporen elke dag een paar treinen. Treinen ? We zijn met de trein, de auto staat in de garage. Ik breng jullie naar huis. Hè Richard, doe alsjeblieft niet zo moeilijk. Koos en Bets hebben een lange reis achter de rug en blijven slapen. (Er wordt gebeld) Volgens mij wordt er gebeld. Als er nog meer logees komen ga ik gillen. (Richard links af) Jullie moeten het Richard maar niet kwalijk nemen. Hij wat prikkelbaar de laatste tijd. Daar heb ik sinds een paar weken ook last van. De dokter zei dat... (Onderbreekt Bets) Ja Bets, het is goed. Ga maar even zitten. Waarom moet ik toch telkens zitten ? Omdat je in de weg staat. (Bets gaat achterop het toneel zitten) (Komt samen met Cornelia op) Dorris dit is mevro... (Onderbreekt Richard) Cornelia Zijtveld. Ik ben de buurvrouw, ik woon hier tegenover. Ik zei tegen m'n broer, ik geloof dat de nieuwe buren gearriveerd zijn, ik ga eens even kennismaken. (Steekt haar hand uit) Aangenaam kennis te maken mevro... (Tegen Richard) Ik woon samen met m'n broer moet U weten. Een nietsnut van de bovenste plank, te beroerd dat 'ie z'n handen uit de mouwen steekt. Maar technisch zal ik U vertellen. Wat z'n ogen zien maken z'n handen... maar ja, daar is 'ie te beroerd voor zoals ik al zei. Ik moet heel snel maar eens kennis maken met Uw broer, zijn technische kant spreekt me aan. Bent U ook technisch meneer Koenen ? Ik heb wel eens een paar kleine uitvindinkjes gedaan op technisch gebied. Ja, geheel voor eigen gebruik hoor. (Voor zichzelf) Gelukkig wel. (Met een gebaar naar Koos en Bets) Dit is mijn broer Koos Verhage en dit is zijn vrouw Bets. (Koos komt met uitgestoken hand naar Cornelia. Deze loopt aan Koos voorbij en gaat naar Bets) M'n broer woont al jaren bij me... een ramp zal ik U vertellen. Hij had op een gegeven moment zes maanden huurachterstand. Ik had medelijden met 'm, ach U weet hoe dat gaat. (Loopt nu naar Richard) Kom tijdelijk bij mij wonen, zei ik in m'n goedheid. Na een paar dagen had ik spijt als haren op m'n hoofd. Maar ja, hij piekerde er niet over om te vertrekken. Wij hebben... (Tegen Dorris) Ja, en wat doe je in zo'n geval. Het blijft je broer hè ? En... hoe bevalt het huis ? We hebben in ieder geval... (Tegen Koos) Het is een prachthuis, vindt U niet. Een huis met stijl. Ik zei vanmorgen nog tegen mijn broer, de mensen die dit huis kopen moeten mensen met allure zijn. Een dergelijk huis is niet voor iedereen weggelegd. Het is een keurige buurt moet U weten, met allemaal hele keurige mensen. Goed, het meisje van Petersen loopt er misschien wat uitdagend bij en heeft, naar men zegt, een verhouding met een oudere man die getrouwd is en vier kinderen heeft, maar verder is er op die familie niets aan te merken.
KOOS CORNELIA
DORRIS CORNELIA
RICHARD CORNELIA RICHARD CORNELIA
DORRIS CORNELIA
BETS
KOOS CORNELIA KOOS CORNELIA KOOS CORNELIA KOOS CORNELIA DORRIS BETS CORNELIA
DORRIS CORNELIA RICHARD CORNELIA KOOS BETS CORNELIA BETS KOOS BETS KOOS CORNELIA RICHARD CORNELIA
Ach dit soort dingen komt... (Tegen Dorris) Mevrouw Henssen van nummer vijftien is wat eigenaardig, maar het is voor de rest een bijzonder aardige vrouw. Ze is gewoon erg op haar privacy gesteld, dat is alles. Dat mag toch, daar is toch helemaal niets mis mee ? Wij hebben nog niet zo heel veel... (Tegen Bets) Alleen meneer van Veen van nummer zesentwintig is een probleem. Hij laat zijn hond elke keer in de tuinen van andere mensen zijn plasje doen. Ja, mij kan het niet zoveel schelen, maar er zijn altijd mensen die zich hieraan ergeren. (Loopt naar Richard) Ik zeg weleens, de mensen zouden niet zoveel op anderen moeten letten. Wat maakt zo'n klein beetje hondewater nu uit ? Verder is het een keurige nette straat hoor en wat men in de buurt ook beweert... niets van geloven. Beweert ? Wat beweert men in de buurt dan ? Ach meneer Koenen, er wordt zoveel beweerd, U weet hoe dat gaat. Nee, geen... (Tegen Dorris) Toegeven, er hebben zich eigenaardige dingen in dit huis afgespeeld, maar als U het mij vraagt zijn al die verhalen sterk overdreven. Ik zei vanmorgen nog tegen mijn broer, de mensen maken van een mug een olifant. Heeft U iets te drinken ? Het spijt me, we kunnen U helemaal... (Onderbreekt Dorris) Geen probleem mevrouw Koenen, U hoeft zich niet te verontschuldigen. Ik begrijp het volkomen. Ik zei vanmorgen nog tegen mijn broer... (Staat op, tegen Cornelia) Mens, hou je vervelende kwek eindelijk eens dicht ! (Koos geeft Bets een duw, die met een hinkstapsprong een eind verderop belandt) Maar zou U ons eindelijk eens willen vertellen wat er zich in dit huis heeft afgespeeld mevrouw Zijtveld ? Gunst, weet U dat niet ? Nee, geen idee. Het heeft destijds in alle kranten gestaan. Heeft U dat niet gelezen ? Niet dat ik weet. Hè dat spijt me nou, nu heb ik Uw goede stemming bedorven. Mijn stemming is opperbest, U heeft tenslotte nog altijd niet verteld wat zich in dit huis heeft afgespeeld. Een moord meneer Verhage. (Geschrokken) Een wát ?! Een echte moord ? Onechte moorden bestaan niet mevrouw Verhage. Je vermoordt iemand of je vermoordt iemand niet, een tussenweg bestaat niet. (Tegen Dorris) Heb ik gelijk of niet ? Maar wie is hier dan vermoord ? De vorige bewoner heeft zijn vrouw vermoord. Hij heeft... In koelen bloede meneer Koenen, in koelen bloede. Mijn hemel. Kom Koos, wij gaan. Maar dat is inmiddels al meer dan een jaar geleden. Het huis heeft al die tijd leeg gestaan. Wij blijven geen ogenblik langer in dit griezelige pand. Wij gaan. Wacht nou even Bets. Wachten ? Waarop als ik vragen mag ? Denk je dat ik het volgende slachtoffer wil zijn ? Stel je niet aan, die moordenaar zit allang achter de tralies. (Ietwat onzeker) Ja toch mevrouw Zijtveld ? (Resoluut) Nee. Maar U zei dat de vorige bewoner... De politie heeft geen bewijzen.
DORRIS CORNELIA KOOS
CORNELIA RICHARD CORNELIA BETS KOOS BETS DORRIS BETS
KOOS BETS KOOS CORNELIA
RICHARD CORNELIA KOOS CORNELIA DORRIS CORNELIA
RICHARD CORNELIA RICHARD
CORNELIA
RICHARD CORNELIA DORRIS RICHARD CORNELIA RICHARD DORRIS CORNELIA DORRIS CORNELIA
Maar hoe weet U dan dat die man het heeft gedaan ? Dat was wel duidelijk, dat zag een blind paard. Maar als de politie geen bewijzen heeft, dan kunt U toch moeilijk beweren dat deze man de dader is ? Dit is een ernstige beschuldiging mevrouw Zijtveld. Het was een vreselijke onsympathieke kerel. Wat nog altijd niet wil zeggen dat iemand daarom een moordenaar is. Hij wel. Je zag het aan zijn lugubere kopwerk. Een typische moordernaarstronie. Koos, wij gaan ! Hou nou eens even op Bets. Die vent loopt nog vrij rond en men zegt dat een misdadiger altijd terugkomt naar de plaats van het misdrijf. Het is helemaal niet zeker dat hij de moordenaar van zijn vrouw is. Dat is hij wel, ik voel het. (Tegen Cornelia) Ik ben heel begaafd in dat soort dingen, een zesde zintuig noemen ze zoiets. Als kind had ik er al last van. Ik zag altijd dingen die anderen niet zagen. Spinnen bijvoorbeeld. (Opgewonden) Ik blijf geen ogenblik langer in dit huis. Koos ga onmiddellijk mee anders word ik hysterisch ! Als je nu niet ogenblikkelijk ophoudt met je afschuwelijke gekrijs sla ik je tegen de vlak-te ! Er hebben al veel mensen naar dit huis gekeken, maar die hebben allemaal bedankt toen ze hoorden wat zich hier afgespeeld heeft... en nog afspeelt trouwens. Nog afspeelt ? Wat bedoelt U ? Het fijne weet ik er niet van, maar er schijnen sinds die moord vreemde dingen in dit huis te gebeuren. Vreemde dingen ? Weest U toch eens duidelijk. Ik zei U toch dat ik het fijne er niet van weet... vreemde dingen... dingen die er niet zijn. Vreemde dingen ? U moet er niets van geloven, er wordt zoveel verteld, de mensen zijn gek op sensatie. Ik zeg altijd tegen m'n broer, ik ben blij dat wij ons tenminste nergens mee bemoeien. Wij weten van niemand iets en kunnen het met iedereen uitstekend vinden. Ik heb een vreselijke hekel aan roddel en achterklap en zo denkt mijn broer, hoewel het een lapzwans is, er ook over. In ieder geval zijn wij nu op de hoogte. U gaat nu ongetwijfeld op zoek naar een ander huis, nietwaar meneer Koenen ? Op zoek naar een ander huis ? Hoe komt U daar nu bij ? Wij kopen dit huis en we nemen de vreemde verschijnselen, wat het dan ook moge zijn, op de koop toe. U bent een man met karakter meneer Koenen, een man met karakter. Ik had ook niet anders van U verwacht. Ik zei gisteravond nog tegen m'n broer, kijk die nieuwe bewoner nu eens vol trots door zijn nieuwe woning lopen. Gisteravond ? Tegen elven zal het geweest zijn. Ik neem aan dat U het was. Ben jij gisteravond hier geweest Richard ? Nee. Ik zou toch zweren dat U het was meneer Koenen. Ja, Uw gezicht heb ik niet kunnen zien, maar het was een persoon van Uw postuur. (Tegen Dorris) Ik heb gisteravond met Karel in de stad gegeten en ben aansluitend meteen naar huis gereden. (Tegen Cornelia) En die persoon was hier in dit huis ? Ja, op de bovenverdieping. Hij deed zelfs een raam open. Heeft U ook gezien of hij het raam weer dicht gedaan heeft ? Nee dat heb ik niet gezien. Weet U, het is niet mijn gewoonte om te
RICHARD CORNELIA
RICHARD CORNELIA KOOS RICHARD BETS RICHARD
BETS RICHARD
kijken wat de buren doen. Dat ik Uw man zag lopen... (Onderbreekt Cornelia) Ik ben hier gisteravond niet geweest mevrouw Zijtveld. Neemt U mij niet kwalijk meneer Koenen. Dat ik dus die eh... die persoon zal ik maar zeggen hier gisteravond zag lopen, was louter toeval. Ik stond heel toevallig voor het raam toen ik op de bovenverdieping het licht aan zag gaan. Nadat hij het raam had geopend was er iets leuks op de televisie en heb daar naar zitten kijken. Ik heb dus niet gezien of hij het raam weer gesloten heeft. Nou, ik ga maar weer eens, ik heb U al veel te lang opgehouden. Dorris wil jij onze buurvrouw even uitlaten ? (Tegen iedereen) Goedemiddag. (Dorris en Cornelia af) (Kijkt hen na) Goeie genade... Geschift... stapelgek. Ben jij werkelijk van plan dit huis te kopen Richard ? Ja, wat dacht jij dan ? Of dacht je soms dat ik me liet afschrikken door ouwewijvepraat ? Ik ben gek op spoken en andere onverklaarbare verschijnselen. Agat... griezel. Kom mee, we gaan naar huis en drinken op mevrouw Zijtveld en op een huis waar zo veel vreemde dingen gebeuren. (Richard, Koos en Bets links af. Na enkele ogenblikken gaat de telefoon. Vervolgens zijn er voetstappen te horen. Telefoon stopt. Daarna weer voetstappen die wegebben) DOEK
EERSTE BEDRIJF - TWEEDE SCENE
RICHARD
SJAAK RICHARD RUUD RICHARD SJAAK
RICHARD
SJAAK RICHARD RUUD RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD MARIA
RICHARD MARIA RICHARD MARIA
(Als het doek opgaat is het toneel leeg. Na enkele ogenblikken komen Richard, Ruud en Sjaak op) (Geeft een sleutel aan Sjaak) Ik geef jullie de sleutel voor het geval de deur dicht mocht vallen. Ik heb nog een aantal zaken in de stad te regelen en zogauw ik daar mee klaar ben kom ik terug. Doet U vooral rustig aan meneer. En doe in hemelsnaam voorzichtig met mijn bureau, het is een heel kostbaar meubelstuk. Voorzichtigheid is onze specialiteit meneer. Mijn vrouw heeft duidelijk verteld waar alles moet staan hè ? Op de kartonnen dozen staan letters... (Onderbreekt Richard) De k voor kamer, de keu voor keuken, de b voor boven, de s voor serre en de spree voor spreekkamer. Alles volkomen duidelijk meneer. (Geeft Sjaak een visitekaartje) Mochten er vragen of problemen zijn dan ben ik via mijn mobiele telefoon te bereiken. Ik neem aan dat jullie ook een mobiele telefoon hebben. Jawel meneer. Mijn vrouw komt in de loop van de ochtend en zij kan jullie ook helpen als er vragen zijn. Vindt U het goed dat we even boven kijken meneer ? Ja natuurlijk. (Ruud en Sjaak naar boven) (Steekt haar hoofd om de deur) Richard ? Verdorie Maria, wat doe jij hier ? (Gaat om zijn hals hangen) Ik moest je zien en ik moet weten of je nog van me houdt. Ben je helemaal gek geworden, Dorris kan ieder moment hier zijn. (Windt zich op) Dorris, Dorris, Dorris ! Ben je van plan een scene te maken ? Altijd als ik eens iets wil kom je met Dorris op de proppen. Ze is nu eenmaal mijn vrouw. Van wie je allang niet meer houdt. Maria... Maar dat is volkomen wederzijds, want zij geeft ook niets om jou. Alsjeblieft... Het enige dat je aan haar bindt is haar geld. Houdt alsjeblieft je mond. Je zult een keuze moeten maken, zij of ik, want lang houd ik dit niet meer vol. Ja Maria, ik weet het. Bovendien heb je me beloofd dat we samen naar Zuid Amerika zouden gaan... voor altijd. Heb toch nog een beetje geduld. Me dunkt, ik heb niets anders dan geduld. Ga nu weg, want ik heb een belangrijke afspraak in de stad. Ik moet met je praten. Kan dat niet wachten ? Het is nogal dringend. (Windt zich op) Maria, ik zit midden in een verhuizing. Dorris kan er toch niets op tegen hebben wanneer een secretaresse haar werkgever, die al meer dan twee dagen zijn gezicht niet heeft laten zien, bezoekt om enkele zakelijke aangelegenheden te bespreken ? Dat kan ook telefonisch. Bovendien heb ik de indruk dat Dorris argwanend is. Dorris is altijd argwanend. Maria, ik wil dat je verdwijnt. Nu, meteen ! (Verleidelijk) Weet je dat je onweerstaanbaar bent als je boos bent.
RICHARD MARIA RICHARD MARIA RICHARD SJAAK RICHARD RUUD SJAAK RUUD RICHARD SJAAK RICHARD SJAAK RICHARD MARIA RICHARD SJAAK RICHARD RUUD RICHARD SJAAK RICHARD RUUD MARIA RICHARD SJAAK MARIA SJAAK RUUD MARIA RUUD MARIA SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK RUUD
SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK
Nee dat is nieuw voor me. Kus me. Wat ? Gut man, ik spreek toch geen Chinees ? Kus me. Nu even niet Maria. (Maria kust hem. Op dat moment komen Sjaak en Ruud van boven) Oh... neem ons niet kwalijk. (Geschrokken) Dit eh... het is eh... het is niet wat jullie denken. Wij denken niet meneer. Wij zijn verhuizers. Wij verhuizen en eh... horen, zien en zwijgen. (Met een gebaar naar Maria) Dit is eh... dit is eh... U gaat ons toch niet vertellen dat U niet weet hoe ze heet hè ? Natuurlijk weet ik hoe ze heet. Mooi zo. Ik kom er alleen zo snel even niet op. Maria. Verrek ja... Maria. (Tegen Ruud) Maar alles behalve maagd. Pardon ? Luistert U maar niet naar hem meneer. Hij kan af en toe zo lollig uit de hoek komen, dat je hem er zo weer in zou slaan. Maria is mijn eh... mijn secretaresse. Dat is ons volkomen duidelijk meneer. U was net bezig met werkoverleg als U het mij vraagt. (Weet met zijn figuur geen raad) Nou jullie eh... jullie redden je verder alleen wel hè ? Komt dik voor mekaar meneer. Ik moet je spreken Richard. Nu niet Maria, nu niet. (Richard snel af) Ja schoonheid, daar sta je nu met je goeie gedrag. (Staart naar de deur waar Richard af gegaan is) Zou je zo'n hufter niet ?! Getrouwde kerels hebben nooit geen tijd en als ze al eens tijd hebben is het een vluggertje. Wat jij Ruud ? Geen flauw idee. Ik heb geen ervaring met getrouwde kerels. Niet eens tijd om even naar me te luisteren. Ach dan zeg je het later, dat heeft toch nog wel even tijd ? Ja hoor, negen maanden om precies te zijn. (Maria af) Nou, wat zei ik ? Alles behalve maagd. (Staart naar de deur waar Maria af gegaan is) Verrek, dat mens is zwanger. Je doet net alsof je nog nooit een zwangere vrouw hebt gezien. Zou ze zwanger zijn van die vent ? Zwanger word je alléén maar van een vent. Dan ben ik blij dat ik niet in zijn schoenen sta. Zal ik je eens iets zeggen ? Die vent heeft alle kwaliteiten in huis om president van Amerika te worden. Nou, kom op, de verhuizing gaat beginnen. (Sjaak en Ruud af. Telefoon gaat. Voetstappen. Telefoon stopt. Voetstappen ebben weg. Sjaak en Ruud komen weer terug. Sjaak draagt een stoel en Ruud een kartonnen doos) (Zet de stoel neer en gaat zitten) Zo... en nu eerst pauze. Verrek, nou al ? We zijn nauwelijks begonnen. Neem nou één ding van mij aan, als je dit beroep lang wilt uitoefenen, moet je veel pauzes nemen. Waar is de pils ? In de wagen. Ik haal wel even twee flesjes. (Ruud links af) (Maakt de kartonnen doos open, pakt er een boek uit en slaat dit open. Leest) Wondere wetten der natuur. (Bladert door het boek)
RUUD
SJAAK RUUD SJAAK
RUUD SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK RUUD
SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK RUUD SJAAK
RUUD SJAAK RUUD SJAAK CORNELIA RUUD CORNELIA SJAAK CORNELIA RUUD CORNELIA RUUD CORNELIA
(Komt na enkele ogenblikken van links op met twee flesjes bier) Is het de bedoeling dat we de zaak uitpakken ? (Geeft een flesje aan Sjaak) Nee, ik keek alleen maar even wat er in die doos zat. En ? Spannend ? (Gaat op de grond zitten) Wondere wetten der natuur. (Slaat het boek dicht en legt het in de doos) Vertel mij wat van de wondere wetten der natuur. Gistermiddag was ik op het strand... nou... natuur te over... het kon niet op. (Geeft met zijn handen de omvang van borsten aan) Goeiemorgen jongens. (Kijkt om zich heen) Je moet toch wel goed in je slappe was zitten als je zo'n kast van een huis kunt betalen. Die zwangere troel kost natuurlijk ook een paar duiten en die wil straks nog meer geld zien natuurlijk, daar kun je gif op innemen. Wat hij natuurlijk zonder problemen betaalt, want zijn vrouw mag niets weten. Een leuk chantagemiddel om heel snel aan heel veel geld te komen. Die vent schijnt een soort hulpverlener te zijn. Je bedoelt zo'n pief die tegen je aan gaat zitten ouwehoeren als je problemen hebt ? M'n zuster is ook eens bij zo'n vent geweest. Ze moest op een bank gaan liggen en die vent begon heel zeikerig tegen d'r aan te lullen. Ze werd op een gegeven moment hartstikke slaperig en kan zich van de hele behandeling niets meer herinneren, maar ze moest wel honderdvijftig piek betalen. Zou die secretaresse ook op zo'n bank hebben gelegen ? Welnee man, dat was even tussendoor, gewoon op de rand van het bureau... huppetta. (Ziet de telefoon) Verrek, een telefoon. Je doet alsof het ding vanmorgen pas uitgevonden is. Heb jij enig idee hoe laat het nu in Melbourne is ? Waar ? Melbourne. Als je eerst eens even vertelt waar daar ligt, kan ik je misschien helpen. Australië. Waarom wil jij weten hoe laat het daar is ? Omdat m'n zuster daar woont. Nou, bel d'r op en vraag hoe laat het is. Volgens mij zou ze het hartstikke leuk vinden als ik haar bel. Nou, kom op dan, de hulpverlening betaalt. Ja en als 'ie commentaar heeft zeggen we tegen z'n vrouw dat z'n vriendin zwanger is. (Lachen allebei. Sjaak loopt naar de telefoon en neemt de hoorn van de haak) Verrek, ik hoor niks, de lijn is dood. Dat ding is nog niet aangesloten natuurlijk. Hè, dat is nou jammer. Laten we maar weer wat gaan doen. De hele wagen staat nog vol. Hè man, doe toch even rustig aan. Ik heb m'n pils nog niet eens op. (Steekt haar hoofd om de deur) Goedemorgen. Goedemorgen. (Komt naar binnen) Zijn jullie de verhuizers ? Helemaal mevrouw. En wie bent U als ik vragen mag ? Cornelia Zijtveld, de overbuurvrouw. Wat zijn jullie aan het doen ? Wij pauzeren. Pauze ? Nu al ? Hoe bedoelt U. Jullie zijn nauwelijks begonnen. Ik zei nog tegen m'n broer, daar zijn de verhuizers en het is al half tien geweest. In mijn tijd begonnen verhuizers 's ochtends om zeven uur.
SJAAK CORNELIA SJAAK CORNELIA
SJAAK CORNELIA SJAAK CORNELIA SJAAK CORNELIA SJAAK CORNELIA SJAAK CORNELIA SJAAK CORNELIA SJAAK CORNELIA SJAAK CORNELIA SJAAK
RUUD DORRIS
BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS
Ja, dat was in Uw tijd, maar de tijden zijn veranderd. Bovendien was Uw tijd tachtig jaar geleden. Deze opmerking heb ik niet gehoord. Daar geloof ik helemaal niets van. Het enige dat jullie naar binnen hebben gebracht is een stoel en een kartonnen doos. Niet dat ik nieuwsgierig ben, maar ik zag het toevallig. Die hele wagen staat nog vol. Ja en die komt heus wel leeg hoor. Niet als jullie in dit tempo door blijven gaan. Maakt U zich maar niet benauwd, het is niet de eerste verhuizing. Bovendien geeft het geen pas om tijdens het werk te drinken. We werken niet, we hebben pauze. Jullie hebben geluk dat ik me nooit ergens mee bemoei, maar anders zou ik je baas inlichten. Mag ik U eens iets zeggen ? Hoe eh... hoe was Uw naam ook alweer ? Cornelia Zijtveld. Luister mevrouw Cornelia Zeikveld. (Met nadruk) Zijtveld. Ja, dat zei ik. Hebt U weleens een verhuiswagen leeggepakt ? Waar zie je me voor aan ? Dat zeg ik liever niet. Maar ik zeg U iets anders bemoeit U zich niet met ons werk en hoepel op. Pardon ?! Wegwezen, opzouten, moeven. Ik zal mijn beklag doen bij meneer Koenen. Die zit echt niet op U te wachten, die heeft hele andere zorgen op dit moment. (Terwijl Cornelia af gaat) Dag Cor en niet meer komen klieren hè. (Cornelia af) Dat was de buurvrouw. Proost. (Drinkt zijn flesje leeg) (Staat op) Nou... laten we maar verder gaan. (Ruud en Sjaak links af) (Komt na enkele ogenblikken met Bets van links op. Dorris kijkt om zich heen) Nou, veel is er nog niet gebeurd. Een stoel en een doos. Vind je dit nu geen vreselijk eng huis ? Eng ? Hoe kom je daar nu bij ? Overal donkere kleine hoekjes. Wie weet hoeveel ongedierte daar kruipt. Het stikt er van het ongedierte... hele zwermen. Agattegat, nee toch ? Ik maak maar een grapje. Fijn dat jullie gekomen zijn om ons te helpen met de verhuizing. Ik mag niet zwaar tillen van de dokter. Ik heb een hele zwakke ruggegraat. Je zou eens in therapie moeten Bets. In therapie ? En waarom dan wel als ik vragen mag ? Voor al je klachten en kwalen. Waarom maak je niet eens een afspraak met Richard ? Oh nee, niet met je eigen familie. Wat is daarop tegen ? Dat is incest. Nee Bets, incest is heel wat anders. Bovendien heb ik geen therapie nodig, ik weet zelf wel wat ik mankeer. Ja, dat is duidelijk. Maar door in therapie te gaan zou je misschien van die angsten af kunnen komen. Zo angstig ben ik niet. Oh. Ik ben gewoon een heel gevoelig type, dat is alles. Een supergevoelig type. Kan ik er wat aan doen ? Nee toch, wel dan, niet toch ? Zeg nu
DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS
DORRIS BETS DORRIS BETS
DORRIS BETS DORRIS BETS
DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS DORRIS BETS
DORRIS BETS DORRIS
zelf. Doe daar dan iets aan. Ik heb het niet zo op doktoren en hulpverleners. Maar je zult toch wát moeten Bets, zo kan het toch niet doorgaan ? Ik zoek het in de alternatieve sector. Alternatieve sector ? En wat moet ik me daarbij voorstellen ? Ik ben toegetreden tot een spiritistische kring. Wát voor kring ? Een kring van spiritisten. Je bedoelt... je bedoelt eh... geesten oproepen en zo ? Dat komt er ook bij. (Gaat op de stoel zitten) Goeie genade. (Gaat op de doos zitten) Allemaal hele aardige mensen hoor. Wie ? Die geesten ? Nee, die mensen van de kring. Gene zijde helpt me bij het overwinnen van m'n angsten. Wie is gene zijde ? Zo noemen wij het hiernamaals. De wereld waar de geesten wonen. Nou, die geesten dus, die helpen me. En... werkt het ? Ik ben nog niet zo bekend in het hiernamaals, dat heeft even tijd nodig. Maar als ik daar eenmaal geregistreerd sta, gaat het in een vlot tempo zegt mevrouw Hoekstra. Mevrouw Hoekstra ? Is dat ook een geest ? Mevrouw Hoekstra is het medium. Mevrouw Hoekstra is wat ? Een medium is een tussenpersoon tussen de aarde en het hiernamaals. De geesten maken van haar gebruik om boodschappen door te geven. Begrijp je ? Ik probeer het. Maar ben je daar dan allemaal niet bang voor ? Ik bedoel... geesten en zo, dat is toch hartstikke eng ? Valt reuze mee hoor. Heb je al een geest gezien tijdens zo'n bijeenkomst van die kring ? Nee, maar dat komt omdat ze mij nog niet zo goed kennen. Voordat ze zich laten zien, moeten ze eerst weten wat voor vlees ze in de kuip hebben. Ze zijn een beetje angstig hè ? Maar mevrouw Hoekstra zegt dat ik heel veel gaven heb om een goed medium te worden. Je bedoelt dat jij in de toekomst ook geesten kunt oproepen ? In de nabije toekomst zelfs. Meen je dat nou ? Ik heb het al wel geprobeerd. En ? Het was tijdens het stofzuigen. Ik denk dat het lawaai van de stofzuiger ze heeft afgeschrikt. Ja, ze kunnen niet tegen lawaai hè ? Oh, dat wist ik eerlijk gezegd niet. Bovendien was ik vergeten in trance te gaan. Maar ja, wie denkt daar nou aan tijdens het stofzuigen. Nee toch, wel dan, niet toch ? Zeg nu zelf. Vind je het erg wanneer ik zeg dat ik niet geloof aan dergelijke onzin ? Nee. Mooi, dan bestaat hierover geen misverstand. Ga je mee. (Tijdens het afgaan zegt Dorris) Geesten... het idéé ! (Dorris en Bets af. Na enkele ogenblikken gaat de telefoon. Voetstappen. Telefoon stopt. Voetstappen ebben weg) DOEK