Over stijlen en variaties in taijiquan Doordat taiji al een oude kunst is zijn er, zoals in alle kunstrichtingen en martial arts, in de loop der tijd veel verschillende stijlen en variaties ontstaan. Ten eerste zijn er enkele hoofdstijlen, die genoemd zijn naar de ontwikkelaars ervan. Dit zijn de Chen, Yang, Wu (Jian Quan), Wu (Yu Xiang) en Sun stijlen. Qua naam is de Chenstijl het oudst, omdat hij vernoemd is naar Chen Wang Ting (1600-1680) (zie afbeelding), die volgens de historici over het algemeen genoemd wordt als degene die voor het eerst taiji beoefende. Chen Chang Xin (1771-1853) was de 14e generatie en had als eerste een bekende leerling van buiten de Chenfamilie; Yang Lu Chan (zie afbeelding). Yang Lu Chan (1799-1872) bracht enige veranderingen aan in de stijl, die bekend werd als Yang-stijl.
Chen Wang Ting CHEN STIJL Vergeleken met de Chenstijl is de Yangstijl rustiger en kent nauwelijks snelle explosieve bewegingen, die de Chenstijl wel kent. Bovendien kent de Chenstijl tenminste twee vormen. De eerste vorm is, als je goed kijkt, de basis voor de lange Yangvorm. De tweede vorm, “canon fist” (pao chui, er lu), is veel explosiever van aard. Ook de zeer diepe standen die je vaak in de Chenstijl ziet, zijn bij de Yangstijl meestal minder uitgesproken. Een leerling van de Yang-stijl was Wu Yu Xiang (1812-1880), die ook de Chen-stijl leerde. Hij ontwikkelde een Wu-stijl. Een andere Wu stijl werd ontwikkeld door Wu Jian Quan (1870-1943), wiens vader een leerling was van Yang Lu Chan en Yang Ban Hou. Sun Lu Tang tenslotte was een meester in alle interne stijlen (Buiten het Taijiquan (Wu Yu Xiang-stijl) ook Baguazhang en Xingyiquan). Hij creëerde een taiji-vorm die ook elementen van de andere twee stijlen bevat: de Sun-stijl. Uiteraard werden al deze stijlen ook niet klakkeloos door alle leerlingen overgenomen. Ieder voert zijn eigen variaties in vorm en bewegingen uit. Daarom denk ik dat zelfs de beoefenaars van de meest klassieke stijlen dit heden ten dage anders doen dan enkele honderden jaren geleden. In de Chen-stijl kent men diverse variaties. Er wordt bijvoorbeeld onderscheid gemaakt in de oude (lao jia) en de nieuwe stijl (xin jia). De xin jia is ontwikkeld door Chen Fa Ke, die in het begin van deze eeuw leefde. Hij maakte veel meer meervoudige cirkelbewegingen in zijn vorm, waardoor deze er veel zwieriger uitziet dan de lao jia. De oorsprong van de Yangvorm is hier nauwelijks in terug te vinden. In de lao jia, die ondermeer door Chen Xiao Wang wordt onderwezen, zie je meer eenvoudige bewegingen en kun je als je goed kijkt de oorsprong van de Yangstijl wel herkennen. In Nederland wordt ook les gegeven in de variant die door Feng Zhi Qiang (uit Beijing) wordt onderwezen. Deze is een (oude) leerling van Chen Fa Ke. Zijn vorm kent minder fajing (explosieve bewegingen) en zijn standen zijn veel minder diep, wat weer meer bij Yang in de buurt komt.
Taiji en qigong – stijlen en variaties
Pagina: 1 van 7
YANG STIJL Ook de Yang-stijl kent vele vormen. Yang Cheng Fu, kleinzoon van Yang Lu Chan, schijnt als eerste de lange Yangvorm gestandaardiseerd te hebben. Deze vorm duurt tussen de 20 en 30 minuten om uit te voeren en kent 108 (of volgens een andere telling 128) houdingen. Dit vergt, zeker voor westerlingen die krap in hun tijd zitten, (te) veel tijd om te leren en uit te voeren. Daarom heeft als eerste meester Chen Man Ching (uit Taiwan, zie foto) de vorm verkort. Hij heeft veel herhalingen en bepaalde bewegingen weggelaten en de vorm verkort naar 37 houdingen. Deze verkorte Yang-vorm duurt tussen de 5 en 10 minuten om uit te voeren. Deze vorm is het meest verbreid naar het westen, eerst naar de Verenigde Staten en later naar Europa. Ook in Nederland is deze vorm het meest bekend. Ook in communistisch China zijn allerlei verkorte en samengevoegde vormen ontwikkeld. De meest basale en bekende is de 24-vorm of Pekingvorm. Door het grotere contact tussen communistisch China en de buitenwereld en taijienthousiastelingen die op zoek gaan naar taiji in China, worden deze vormen ook steeds populairder in het westen. En zelfs de Chen, Wu en Sun stijl worden tegenwoordig ook in Nederland beoefend. Als je de verschillende beoefenaren van de Yangvorm vergelijkt zie je ook daarbij veel verschillen. Leerlingen van Chen Man Ching, die veel Nederlandse leerlingen hebben, hebben op hun beurt soms veranderingen in de vorm (bewegingen uit de lange vorm die in de korte vorm zijn weggelaten weer toegevoegd), maar ook in uitvoering (diepte van de standen, bewegen vanuit de knieën of uit de heupen etc.) doorgevoerd. Zeer verwarrend allemaal voor beginners. De vorm is eigenlijk een soort kapstok. Je leert een serie bewegingen en die bewegingen ga je uitdiepen. Eerst imiteer je je leraar zo goed mogelijk. Je let op de positie en bewegingen van de verschillende lichaamsdelen, waardoor je een goed bewustzijn en gevoel ontwikkelt van de houding van je lichaam. Die concentratie en dat bewustzijn lijken mij zeer belangrijk bij het leren van een vorm. Dan ga je daar de principes van bewegen op toepassen en de betekenis achterhalen wat betreft martiale toepassing en energiestromingen. Daardoor krijgt de beweging een andere betekenis en daardoor vaak een iets ander uiterlijk. Verder kun je, als je van meerdere leraren les krijgt, allerlei variaties uitproberen en kijken wat het best bij jou past. Door partneroefeningen te doen leer je meer over de betekenis van je houding en de taiji-bewegingen. Als je taiji wilt leren wordt je meestal met een zeer degelijke, duidelijke leerstijl geconfronteerd. Er wordt veel gesleuteld aan je houding en er wordt weinig uitgelegd over het hoe en waarom ervan. Een methode waarin je snel leert. Sommige leerlingen hebben erg veel moeite om de precisie van de bewegingen aan te leren. Je merkt dat bewegingspatronen moeilijk te veranderen zijn, en dat het blijven hameren op de “correcte houding” dan zeer frustrerend wordt, zowel voor leerling als leraar. Een andere benadering is die waarin met name het lekkere ontspannen gevoel of de”energie” benadrukt wordt. Het is belangrijker je op je gevoel te richten, dan op het perfectioneren van de uiterlijke vorm. Later leer je dat de ervaringen met wapens, partneroefeningen
Taiji en qigong – stijlen en variaties
Pagina: 2 van 7
en pushing hands je vorm ook beïnvloeden. Pushing hands is eigenlijk het toetsen van de aangeleerde houding en bewegingen aan de harde werkelijkheid. Als een bepaalde beweging dan niet werkt doe je blijkbaar iets verkeerd en is het niet zinvol om je vorm zo te blijven doen. Conclusie: je kunt taiji op veel verschillende manieren beoefenen. Wat de goede is hangt van de beoefenaar af, van wat je wilt bereiken met taiji. Helaas bestaat er niet een ideale vorm die je kunt overdragen. Ieder mens is verschillend en ontwikkelt uiteindelijk zijn eigen vorm. Zelfs de ideale manier van bewegen lijkt voor iedereen weer anders te zijn. Iedereen doet taiji op zijn eigen wijze. Er is geen goed of slecht, wel voor- en nadelen. En iedereen zoekt de leraar die het best bij hem aansluit: wat een goede leraar is voor de een is een ongeschikte leraar voor de ander. Kortom:
Taiji is een individuele zoektocht door je eigen lichaam, gevoelens en gedachtes, met als uitgangspunt een inspirerende filosofie en bewegingsvorm.
Taiji en qigong – stijlen en variaties
Pagina: 3 van 7
Qi gong filosofie in taiji
Het dan tian Dan tian (pinyin) of tan tien (Wade/Giles) betekent letterlijk "cinnaberveld". Cinnaber, kwikzilver of vermiljoen is een roodachtige stof die zich in bepaalde gesteentes bevindt. In het verleden experimenteerden daoïsten met het gebruik van allerlei natuurlijke materialen, zoals kruiden, dieren, mineralen ed. Zij namen deze stoffen in om het elixer te ontdekken dat onsterfelijk maakt. Van alles wat ze innamen hielden ze bij wat de effecten ervan waren en veel van de ontdekkingen die toen gedaan werden worden in de TCM nog steeds gebruikt als geneesmiddelen. Cinnaber was een stof waarvan men vond dat het het leven kon verlengen. Het probleem was echter dat de dosering nogal nauw lette. Sommigen namen er te veel van in, waardoor hun leven ernstig verkort werd: ze overleden door cinnabervergiftiging! Een niet ongevaarlijke methode dus. Andere daoïsten experimenteerden met lichamelijke en geestelijke oefeningen om het leven te verlengen. Zij ontdekten dat er 3 duim onder de navel en 3 duim naar binnen een punt zit wat heel belangrijk is. Het is een punt waar je, door concentratie-, ademhalings- en bewegingsoefeningen, je energie (Qi) kunt verzamelen en kunt vermeerderen. Als beeldspraak noemden ze dat punt "cinnaberveld": ze hadden het innerlijke cinnaber (nei dan) ontdekt! In vergelijking met uitwendig cinnaber (wai dan) was het gebruik van het innerlijke relatief minder gevaarlijk, maar uiteraard veel arbeidsintensiever. De mensen die zich met geestelijke en lichamelijke training bezighielden werden wel innerlijke alchemisten genoemd, ook weer als vergelijking met de Chinese alchemisten, die, in tegenstelling tot de westerse, die goud probeerden te maken uit goedkopere producten, medicijnen voor het eeuwige leven probeerden te ontwikkelen. Het dan tian is natuurkundig gezien het zwaartepunt van het lichaam. Het is het centrum van je lichaam. Als je zwaartepunt laag is sta je het stabielst. Gezien het idee dat lichaam en geest één zijn, is je geest ook stabieler als die laag zit. Het logische gevolg voor oefeningen is dan dat je je geest op je dan tian richt: geestelijk evenwicht is het gevolg! Allereerst wordt dus de aandacht, het gevoel, in het dan tian geconcentreerd. Daarbij is een stabiele houding het meest passend: stabiliteit geeft rust in het lichaam. Vandaar dat knie-hielzit en de lotushouding vaak gebruikt worden. Maar ook staande houdingen of zelfs bewegingen kunnen gebruikt worden. Belangrijk is dan dat het zwaartepunt laag wordt gehouden: de knieën moeten gebogen zijn. Lichaam en geest komen dan in evenwicht. Doorgezette concentratie leidt zo tot meditatie: een helderder bewustzijn ontstaat; de geest en het lichaam komen tot rust.
Taiji en qigong – stijlen en variaties
Pagina: 4 van 7
De kleine hemelse kringloop De innerlijke alchemisten namen waar dat als ze dit deden er een gevoel van energie (qi) in het dan tian optrad. Die energie zette zich geleidelijk aan vanzelf in beweging en begon meestal een vaste baan te volgen: eerst naar beneden en dan via het staartbeentje omhoog langs de rug en via de kruin naar voren, weer terug naar beneden naar het dan tian. Het blijkt dat dit proces zeer helend is voor lichaam en geest. De hoeveelheid energie vermeerdert. Het gevoel wordt meer ontwikkeld. Men voelt eerder dat er blokkades in lichaam of geest optreden en kan daardoor daar eerder een oplossing voor zoeken. Het opwekken van de Qi en het laten stromen door de kanalen vergt echter veel oefening en tijd. De meeste mensen hebben namelijk blokkades in die kanalen zitten, waardoor de stroom wordt belemmerd. Door training, oefening, leer je eerst lichaam en geest te concentreren. Als dat lukt kun je de energie gaan voelen. Als je die niet voelt is dat niet erg, want dit proces kan soms ook onbewust verlopen: mensen die geen energie voelen ondervinden vaak toch de resultaten, zoals een betere lichamelijke en geestelijke gezondheid. Als je de energie wel voelt en je voelt dat die ergens heen gaat, kun je die volgen met je geest. Vaak stopt de stroom op een bepaald punt: een blokkade. Door daar met je aandacht te blijven kun je zo'n blokkade oplossen. Een blokkade is een soort vernauwing in de energiebaan. Dit kan iets puur lichamelijks zijn, maar meestal is er sprake van psychosomatische blokkades. Door een geestelijk trauma, meestal in de jeugd of misschien wel in de baarmoeder of in een vorig leven, houd je een bepaald gevoel tegen, sluit je je ergens voor af. Als je je op de blokkade richt kunnen er verschillende dingen gebeuren. Je kunt een lichamelijke pijn ervaren op die plaats, wat kan wijzen op een puur lichamelijke blokkade, waar je door middel van beweging of zelfmassage in dat gebied, of door professionele behandeling, wat aan kunt doen, al naar gelang de ernst van de blokkade. Het kan ook zijn, dat je je door het opbouwen van lichamelijke spanning probeert te beschermen tegen bepaalde gevoelens die bij je op beginnen te komen. Als je dan doorzet, je probeert te ontspannen en eventueel wat beweegt of jezelf masseert om te ontspannen, kan dat gevoel doorkomen. Het kan zijn dat er een emotie bij je opkomt: je voelt je ineens kwaad of verdrietig. Er kunnen ook bepaalde beelden bij je opkomen die een al dan niet verborgen betekenis voor je hebben. Sommigen krijgen herinneringen aan traumatische gebeurtenissen, anderen beelden die meer symbolisch zijn. Het is belangrijk die gevoelens en beelden toe te laten, zowel geestelijk als lichamelijk. Als er emoties opkomen kun je die laten gaan en uiten, als er beelden komen kijk daar dan naar en laat ze aan je oog voorbij trekken. Op deze manier kun je je bewust worden van de betekenis van de blokkade, en je kunt die dan op den duur loslaten. Soms zijn er meer lichamelijke reacties, zoals een bepaalde sensatie, zoals warmte of koude, of spontane bewegingen in het lichaam, boeren, misselijkheid etc. Wees je bewust van deze fenomenen en probeer ze niet tegen te houden. Het zijn ontladingen van vastzittende energie. Het is een teken dat de energie begint te stromen. Zo kun je geleidelijk de energiebanen openen. Je kunt nu begrijpen, dat dat grote geestelijke en lichamelijke veranderingen met zich mee kan brengen. En je krijgt het niet zomaar, je moet er wel wat aan doen!
Taiji en qigong – stijlen en variaties
Pagina: 5 van 7
De drie schatten Een ander klassiek beeld in de Chinese alchemie zijn de san bao (3 schatten), san cai (taiwanees: san ti) (3 krachten). De 3 krachten zijn de hemelse, de menselijke en de aardse krachten. De hemel en de aarde zijn de 2 tegenpolen (vergelijk met yin en yang) waartussen de mens zich bevindt. De mens heeft daarnaast ook een eigen kracht of wil. Deze 3 krachten beïnvloeden de mens en in het menselijk lichaam werken ze verschillend. De aardse kracht is een yin kracht en beïnvloedt het onderlichaam sterker dan het bovenlichaam. De hemelse kracht daarentegen heeft meer invloed op het bovenlichaam. En dan is er tenslotte de menselijke kracht, die vanuit het midden werkt en dus het middengedeelte van het lichaam het meest beïnvloedt. Aan het lichaam kun je dus zien welke krachten in een mens het sterkst zijn. En ook ziekteverschijnselen kun je zo aan de 3 krachten koppelen. De 3 krachten worden wel eens voorgeteld als een huis. De aardse krachten zijn het fundament, de menselijke krachten de muren en de hemelse krachten het dak. Als je een huis gaat bouwen moet je altijd eerst zorgen voor stevige fundamenten. Vertaald naar het lichaam moet je dus beginnen met het “versterken” van de benen. Versterken betekent hier “het in een optimale conditie brengen van”, dus niet alleen meer kracht, maar ook souplesse en vooral een goede doorstroming. Als de benen sterk zijn kun het accent meer naar boven verschuiven. In de innerlijke alchemie wordt begonnen om de aardse krachten in de mens te versterken. De aarde staat daarbij voor het materiële, het onderste gedeelte van het lichaam en de voorgeboortelijke energie, de jing. De jing is de energie die je van je ouders meekrijgt en die je geleidelijk gedurende je leven opgebruikt. Jing wordt meestal voorgesteld als een bijna materiële vorm van energie. Het beeld dat er vaak voor gebruikt wordt is water, dat als het verwarmd wordt omgezet wordt in damp: Qi (of ch'i), bruikbare energie. Qi is de (levens-)energie die door je lichaam stroomt. Qi is beweeglijk en moet stromen. Als je voldoende Qi hebt blijf je gezond; overal waar het stroomt houdt het je lichaam in een goede conditie. Qi ontstaat niet alleen uit jing, maar haal je ook via ademhaling en voeding naar binnen. Als je jezelf wilt ontwikkelen is het dus belangrijk om aan die drie Qi-bronnen veel aandacht te besteden. Als er voldoende Qi is wordt de overbodige Qi omgezet in Shen, spirituele energie. Als dat gebeurt wordt je geest helderder en wordt je spiritueel gevoeliger. Je kunt daarmee allerlei latent aanwezige gave’s ontwikkelen. Voorbeelden daarvan zijn helderziendheid, helderhorendheid, het kunnen uitzenden van Qi naar buiten toe e.d. Als dit proces doorgaat bereik je uiteindelijk verlichting en onsterfelijkheid volgens de overleveringen. Het klinkt vrij eenvoudig, maar er zijn maar heel weinig (of geen) mensen die dit hoge einddoel bereiken. Volgens mij is het vooral belangrijk dat je jezelf lekker voelt als je deze weg bewandelt. Het belangrijk het doel na te streven, maar nog meer om van de weg erheen te genieten. Een onderzoekende tocht door je eigen lichaam en geest, waar je allerlei onverwachte dingen kunt tegenkomen. Volgens deze leer is het belangrijk bij de basis te beginnen. Als je een huis bouwt moeten je fundamenten sterk zijn, anders kan het huis gemakkelijk instorten. Je moet dus bij de jing beginnen. Daarbij moet een gezond lichaam de basis zijn van een heldere geest en ontwikkelende spirituele vermogens. Als je alleen met de laatste bezig bent kun je de Qi uitputten en roofbouw op je lichaam plegen. Van dit standpunt uit gezien hoeft bv. helderziendheid geen teken te zijn van een ver ontwikkeld iemand. Het kan ook voorkomen bij mensen die zich zeer eenzijdig hebben ontwikkeld en kan zelfs een vorm van pathologie zijn, een ziekte.
Taiji en qigong – stijlen en variaties
Pagina: 6 van 7
Tai ji, Chinese oefeningen voor meer ontspanning, een betere gezondheid en een heldere geest. Tai ji (t’ai chi) is een systeem van lichaamsbeweging, dat de meeste mensen wel kennen van de documentaires over China, waarin je 's morgens in de parken massa’s mensen allerlei mooie, langzame bewegingen ziet maken. Tai ji is een begrip uit de Chinese filosofie en wordt vaak uitgebeeld als het bekende yinyang teken. Tai ji betekent letterlijk "grote nok" of "het hoogst bereikbare", wat je kunt vertalen als "de harmonie tussen alle tegenstellingen in de mens, tussen yin en yang". Tai ji is ook de naam van een bewegingsleer, die als doel heeft, door oefeningen de mens in evenwicht en harmonie te brengen. De oefeningen zijn voor een deel lichamelijk, waarbij gestreefd wordt houding, beweging en ademhaling ontspannen en in balans uit te voeren. Hiervoor wordt een soort dans, een vaste serie van elkaar opvolgende bewegingen aangeleerd, waarin je de tai jiprincipes goed kunt oefenen. Een ander onderdeel van de oefeningen is het ontwikkelen van je gevoel en het richten van je concentratie. Om goed te kunnen voelen en het geestelijke deel van tai ji goed te kunnen oefenen worden de oefeningen meestal langzaam uitgevoerd. De langzame, vloeiende, ontspannen bewegingen zijn zeer rustgevend en doen de spanningen van je afglijden. Vandaar, dat tai ji ook beoefend wordt om de lichamelijke en geestelijke gezondheid te verbeteren. Tai ji-bewegingen kunnen alleen worden beoefend, maar ook met een partner: duwende handen (pushing hands). Hierbij doe je oefeningen in 2-tallen, waarbij je ontspanning en stabiliteit leert te verbeteren en je uiteindelijk naar een ontspannen vorm van zelfverdediging (tai ji quan) toe kunt werken; je probeert de rust en ontspanning uit de solovorm ook te handhaven in “bedreigende” situaties.
Taiji en qigong – stijlen en variaties
Pagina: 7 van 7