VO O R D E P R A K T I J K
Over hoge taakeisen, werkvermogen en herstel bij de oudere werknemer B . Sorg d ra g e r CASUS
In 2001 werd de heer Kramer (1945) op het spreekuur van de bedrijfsarts uitgenodigd naar aanleiding van enkele signalen op de vragenlijst van het preventief medisch onderzoek. Hij was projectmanager van een productiebedrijf, waarbij hij veel contact had met klanten. Zijn klachten waren ‘zich minder goed kunnen concentreren’, ‘prikkelbaar’ en ‘vermoeidheid’. Het gemaakte audiogram gaf aanwijzingen voor een versterkte presbyacusis. Hij zag uit naar vakantie, dan kon hij pas tot rust komen. Vorig jaar had hij zich bij de cardioloog laten onderzoeken vanwege hartklachten. Er bleek geen reden om aan ernstige pathologie te denken. Zijn functioneren stond onder druk. Er waren wel erg veel klachten van klanten. De bedrijfsarts suggereerde dat hoge concentratie- en communicatie-eisen in relatie met een verminderd gehoor een toenemend probleem kon zijn. Analyse van zijn werk leverde op dat hij weinig regelmogelijkheden had en in een kantoortuin veel moest telefoneren en beeldschermwerk verrichtte. De geadviseerde interventie bestond uit het slimmer inrichten van het werk met minder klantencontact. Er ontstonden meer regelmogelijkheden. Zijn werkplek werd verplaatst en meer afgeschermd van het achtergrondrumoer. De aanpassing leidde tot relevante verbetering van de klachten en functioneren. In 2008 is hij vrolijk op 63-jarige leeftijd met vervroegd pensioen gegaan.
1. Organisaties moeten taakeisen aanpassen aan het werkvermogen van oudere en/of ongezonde werknemers. 2. Organisaties moeten het werkvermogen van werknemers in de gaten houden met speciale aandacht voor stressreacties.1
HOGE TAAKEISEN, WERKVERMOGEN, HERSTEL, OUDERE WERKNEMER, PREVENTIE
320
Deze twee stellingen zijn bijna 20 jaar geleden geformuleerd en ze blijven actueel. Blijkbaar is het lastig om ze toe te passen. Het begrip ‘herstel’ kan als maat dienen voor werkvermogen in relatie tot taakeisen. Enerzijds gaat het erom de belasting te beoordelen die taakeisen met zich meebrengen. Anderzijds gaat het om het operationa-
liseren van het begrip werkvermogen, waarbij werkvermogen wordt bewaakt. Naarmate de leeftijd vordert, is de balans tussen taakeisen, werkvermogen en herstel kritischer.1 Het is daarbij de vraag of het werkvermogen afneemt als direct gevolg van veronderstelde fysiologische afname van lichaamsfuncties. Onlangs is een overzichtsartikel verschenen dat ingaat op de relatie tussen taakeisen en werkvermogen, met nadruk op functies met hoge taakeisen.2 In dit artikel wordt voor de oudere werknemer een vertaling naar de praktijk gemaakt. H O G E TA A K E I S E N
Hoge taakeisen zijn onderdelen van functies waaraan bijzondere belastbaarheidseisen gevraagd worden, die psychische/medische eisen stellen zoals vastgelegd in de Wet medische keuringen en de Leidraad Aanstellingskeuringen.2 In dit artikel gaat het om mentale, fysieke, auditieve en psychosociale eisen. De Leidraad Aanstellingskeuringen levert een checklijst om bijzondere functie-eisen in een functie te inventariseren.3 In de eerste aanzet van de leidraad zijn 19 dimensies onderscheiden, waarvan de eerste 17 als hoge taakeis kunnen worden gekwalificeerd in verband met risico voor de eigen gezondheid en veiligheid (zie box 1). Beroepen die meerdere van deze dimensies bevatten zijn te vinden in de bouwnijverheid, de transportsector, de industrie en de agrarische sector. Naast deze dimensies brengt emotionele piekbelasting hoge psychische belasting met zich mee die betekenis heeft voor de gezondheidstoestand van bijvoorbeeld politiepersoneel, en werkers in zorg en onderwijs. Het werken in ploegendienst, in het bijzonder nachtarbeid kan eveneens als een hoge taakeis worden beschouwd. Verder ontbreken in het lijstje bijzondere stembelasting zoals voorkomt bij docenten, presentatoren en zangers. De risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) dient hoge taakeisen in functies als risicofactor voor de gezondheid in kaart te brengen; dit geldt zowel voor de aard van de taakeis als de mate van het risico. Daarbij gaat het om taakinhoud en omstandigheden waarin de functie wordt uitgevoerd. Indien er niets te doen is aan de risico’s, kan er sprake zijn van bijzondere functieeisen.
T BV 17 / nr 7 / september 2009
Box 1 Hoge taakeisen/belastbaarheidseisen zoals benoemd in Leidraad Aanstellingskeuringen met consequenties voor eigen gezondheid en veiligheid3 1.
Lopen meer dan 6 uur per dag of meer dan 1 uur over zwaar terrein 2. Klimmen of klauteren 3. Hurken knielen of kruipen meer dan 15 minuten per dag 4. Tillen van lasten van meer dan 20 kilo 15 keer of meer per dag 5. Zware fysieke inspanningen 6. Gebogen of gedraaide houding van de rug 25 minuten per dag of meer 7. Werken met armen boven schouderhoogte meer dan een uur per dag 8, 9 en 10. Goed zichtvermogen in verband met veiligheidseisen 11. Goed gehoor in verband met veiligheidseisen 12. Werken in voertuigen met trillingsbelasting meer dan een uur per dag 13. Werken met trillend handgereedschap meer dan een uur per dag 14. Werken met kans op blootstelling aan straling (de ‘Acategorie’) 15. Waakzaamheid in verband met veiligheid 16. Werken met huidbelastende stoffen 17. Werken met luchtwegbelastende stoffen
WERKVERMOGEN
Het werkvermogen van een werknemer wordt bepaald door de combinatie van zijn of haar belastbaarheid in relatie tot de te verrichten beroepsmatige activiteiten. Het werkvermogen heeft betekenis voor de duurzame inzetbaarheid en productiviteit van de werknemer. Diverse lichaamsfuncties (= het kunnen) bepalen samen met de motivatie (= het willen) het werkvermogen. Lichaamsfuncties maken in de tijd een ontwikkeling door. Een fysiologische afname van functies kan tot beperkingen leiden. Ziekten kunnen ook van invloed zijn op het werkvermogen. Naarmate de leeftijd vordert, is de kans groter dat het werkvermogen door chronische aandoeningen negatief wordt beïnvloed. Fysiologische afname van lichaamsfuncties die relevant zijn voor het werkvermogen zijn spierkracht, uithoudingsvermogen en snelheid van handelen. Hoewel lichaamsfuncties die na de leeftijd van 40 jaar afnemen zoals zien en horen met hulpmiddelen kunnen worden gecompenseerd, is de omgeving vaak medebepalend of het werkvermogen intact blijft. Ouderen hebben bijvoorbeeld meer licht nodig om visuele taken te kunnen uitvoeren en hebben meer moeite om te functioneren in situaties met omgevingslawaai. Dit ‘meer moeite hebben’ vertaalt zich in het langdurig moeten leveren van meer inspanning
T BV 17 / nr 7 / september 2009
wat kan leiden tot psychische vermoeidheid en in een langere hersteltijd, maar kan ook leiden tot spanningsklachten en zelfs depressiviteit (zie www.gehoorenarbeid.nl). Mentale en fysieke belastbaarheid nemen af met de toename van de leeftijd. Bij gelijkblijvende taakeisen komt het werkvermogen hierdoor onder druk te staan. Naarmate de leeftijd vordert, duurt het herstel na inspannende taken (mentaal of fysiek) langer. In combinatie met langdurige blootstelling aan belastende factoren leidt dit tot een grotere kans op het optreden van beroepsgebonden aandoeningen (zie onder Berichten van het NCvB in dit nummer). De kwaliteit van de aangeboden arbeid is dus bepalend of de werkende ook daadwerkelijk kan functioneren (productiviteit) en of er geen nadelige gezondheidseffecten optreden als gevolg van het werk of arbeidsomstandigheden. In box 2 staan enkele vragen die inzicht geven in het ervaren werkvermogen van een werknemer. Ouder worden kan dus een predisponerende factor zijn voor afgenomen werkvermogen en verminderde productiviteit. Ouderen hebben volgens een werkgeversenquête echter compenserende eigenschappen ten opzichte van jongeren, zoals betrouwbaarheid, betrokkenheid, nauwkeurigheid, sociale vaardigheden en een betere klantgerichtheid.4 Werkgevers merken aan de andere kant dat ouderen ten opzichte van jongeren minder vaardig zijn met nieuwe technologieën, minder flexibel en creatief zijn en een afgenomen opleidingsbereidheid hebben. Volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) worden aan ouderen significant minder opleidingen en na- en bijscholingen aangeboden dan aan jongeren. In het kader van de NEA in 2007 is aan ouderen gevraagd wat ze nodig hebben om langer door te werken, bijvoorbeeld tot na hun 65e jaar. Belangrijke uitkomsten zijn korter werken en regelmogelijkheden.
| Binnen functies dienen in het kader van de RI&E hoge taakeisen in kaart te worden gebracht voor het formuleren van bijzondere belastbaarheidseisen. | Lichaamsfuncties nemen af bij het ouder worden, en kunnen slechts gedeeltelijk door slimmer werken worden gecompenseerd. | Onvoldoende herstel leidt op den duur tot ziekte. | Het bewaken van werkvermogen en herstel bij de oudere werknemer is een belangrijke preventieve taak voor de bedrijfsarts.
321
Box 2 Enkele vragen die inzicht geven in het werkvermogen van een werknemer7 •
•
•
• •
•
Als u aan uw werkvermogen in uw beste periode 10 punten geeft, hoeveel punten zou u dan aan uw werkvermogen op dit moment toekennen? [getal tussen 0 en 10] Hoe beoordeelt u uw werkvermogen op dit moment als u kijkt naar de lichamelijke eisen die het werk aan u stelt? Hoe beoordeelt u uw werkvermogen op dit moment als u kijkt naar de geestelijke (psychische) eisen die het werk aan u stelt? Hinderen ziekten, klachten of letsels die heeft u in de uitvoering van uw beroep? Denkt u, uitgaande van uw huidige gezondheidstoestand, dat u over twee jaar nog in staat bent uw huidige werk te kunnen uitvoeren? Bent u de laatste tijd actief en fit?
HERSTEL
Het vaststellen van herstelbehoefte en mogelijkheden om de eigen activiteiten, beroepsmatig of in privétijd, te regelen zijn bepalend of herstel optreedt of achterblijft. Inspanning moet een reversibel belastingeffect tot gevolg hebben. Naast het vragen naar bijvoorbeeld herstelbehoefte zijn er fysiologische parameters om herstel te meten, zoals hartslag, (nor)adrenaline en cortisol.5 Er zijn vier soorten van herstel te onderscheiden: microherstel (seconden-minuten), mesoherstel (normale pauze), metaherstel (weekeinde), macroherstel (vakantie). Onvoldoende herstel leidt tot start van nieuwe (taak)activiteiten in een suboptimale uitgangssituatie. In een acute situatie is dit geen probleem maar als het herhaald optreedt, zijn gezondheidseffecten niet te voorkomen. Herstel na fysieke energetisch belastende inspanningen kan worden beoordeeld door analyse van het verloop van de hartslag gedurende een werkdag. Voorbeelden hiervan zijn bekend in de sport, maar ook het periodiek onderzoek bij huisvuilbeladers past deze analyse toe in het kader van de P90-norm.6 Parameters
Box 3 Enkele van de elf stellingen uit de herstelbehoefteschaal • • • • •
322
Ik vind het moeilijk om me te ontspannen aan het einde van een werkdag Ik kom meestal pas op een tweede vrije dag tot rust Als ik thuis kom, moeten ze mij even met rust laten Het komt vaak voor dat ik na een werkdag door vermoeidheid niet meer toekom aan andere bezigheden Het komt voor dat ik tijdens het laatste deel van een werkdag door vermoeidheid mijn werk niet meer zo goed kan doen
zijn de gemiddelde hartslag gedurende een bepaalde periode, de maximale hartslag en de hartslag in rust. Variatie in het ‘percentage heart rate reserve’ (%HRR) is een maat voor herstel na inspanning. Neuro-endocriene reactiviteit aan de hand van het bepalen van cortisol is ook een maat voor herstel, bijvoorbeeld in functies met hoge concentratie-eisen of veel stress. Deze methode is toegepast bij touringcarchauffeurs en treinmachinisten. De herstelbehoefteschaal, een vragenlijst met elf ja/nee-items die in 5 minuten is in te vullen, wordt het meest gebruikt als maat voor herstel na werk (zie box 3). Ervaringen zijn opgedaan binnen de algemene werkende bevolking en in het bijzonder in de bouwnijverheid, de transportsector, bij ambulance en brandweerpersoneel, en bij werkers in de gezondheidszorg. Hoge herstelbehoeftescores na het werk leiden tot meer psychosomatische klachten, langer ziekteverzuim, optreden van hart- en vaatziekten en vaker gewond raken tijdens een ongeval op het werk.7 Regelmogelijkheden om het herstel naar behoefte in te richten, zijn belangrijke voorwaarden voor preventie. In box 4 zijn items gepresenteerd die de vragenlijst naar herstelmogelijkheden bevat.8 BESCHOUWING
Menselijk kapitaal gaat verloren als we de balans tussen taakeisen en werkvermogen niet beoordelen en bewaken. Een disbalans kan leiden tot klachten van onbehagen, frustratie of zelfs tot beroepsziekten. Hoewel de aandacht vooral uitgaat naar hoge taakeisen en overbelasting, wordt in de praktijk onderbelasting, namelijk weinig uitdaging, verveling of weinig zinvol werk, ook gesignaleerd. Literatuurgegevens over onderbelasting ontbreken echter. Aanpak van een disba-
Box 4 Herstelmogelijkhedenlijst8 1. Kunt u zelf uw werk even onderbreken als u dat nodig vindt? 2. Kunt u zelf de begin- en eindtijd van uw werkdag bepalen? 3. Kunt u zelf bepalen wanneer u pauzeert? 4. Kunt u vakantie opnemen wanneer u dat wilt? 5. Kunt u een losse vrije dag opnemen wanneer u dat wilt? 6. Kunt u worden teruggeroepen van een vrije/vakantiedag? 7. Zijn uw werk- en rusttijden goed geregeld? 8. Bestaan er mogelijkheden voor u tot het werken op uren die passen bij uw privésituatie? 9. Wordt uw privéleven ongunstig beïnvloed door onregelmatige werktijden?
T BV 17 / nr 7 / september 2009
lans kan multidisciplinaire inzet vragen, namelijk betrokkenheid van arbeidsfysiologie, arbeidspsychologie, arbeidshygiëne, humanresourcesmanagement, bedrijfskunde, ergonomie en bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde. Oudere werknemers verschillen ten opzichte van jongeren wat betreft hun fysiologie, bijvoorbeeld presbyacusis en presbyopie treden op, spieren worden strammer en het maximale inspanningsvermogen neemt af. Ouderen kunnen niet meer voldoen aan sommige taakeisen, vooral die taakeisen die zich richten op het cardiovasculaire systeem en spierskeletstelsel.1 Bovendien nemen cognitieve mogelijkheden af, zoals reactiesnelheid, verwerken van informatie en omgevingsprikkels en het vermogen complexe taken uit te voeren.2 Het werkvermogen staat onder druk door de fysiologische afname van lichaamsfuncties. Bovendien belemmeren werkomstandigheden zoals achtergrondrumoer of te weinig licht het optimaal functioneren van ouderen. Ervaring, slimmer werken, passend werk zijn factoren die positief bijdragen aan het werkvermogen. Productiviteit zal dus ongetwijfeld samenhangen met de leeftijd. Het zoeken naar de juiste balans tussen werkvermogen en taakeisen is echter maatwerk en is in alle leeftijdscategorieën van belang. Kan leefstijl ook bijdragen aan het intact blijven van voldoende werkvermogen? Inactiviteit laat bijvoorbeeld een versterkte daling zien in VO2max, als maat voor conditie, bij de leeftijdscategorie 51-55 jaar.1 De voorspellende waarde van een VO2max voor de inzetbaarheid van brandweerpersoneel is overigens bijzonder beperkt.2 Het is daarom de vraag of de VO2max een goede parameter is voor de beoordeling van inzetbaarheid. Toch zal een goede conditie een voorwaarde zijn voor een optimaal werkvermogen. Dragen opleiding en training, zowel voor de mentale als fysieke functies, bij aan verbetering van werkvermogen? Hoe verhouden zich functioneringsgesprekken of arbeidsgeneeskundig onderzoek hierbij? Uitdagingen voor de bedrijfsgezondheidszorg zijn methodes voor het beoordelen van hoge taakeisen, werkvermogen en het bepalen van herstelbehoefte. Uitdagingen voor de bedrijven zelf zijn het scheppen van regelmogelijkheden, het inrichten van passende takenpakketten en het stimuleren van werknemers tot het volgen van scholing en trainingen. | Beoordelen hoge taakeisen: hiervoor zijn criteria.3 Hoge taakeisen dienen te worden vertaald in belastbaarheidseisen. Deze dienen te worden gecheckt bij de individuele werknemer. Soms kan dat aan de hand van medische criteria, meestal zal de praktijk of een prak-
T BV 17 / nr 7 / september 2009
|
|
|
|
tijktest uit moeten wijzen of de werknemer kan voldoen aan de taakeisen. Beoordelen van het werkvermogen: het beoordelen van het functioneren in praktijksituaties is de beste voorspeller voor verantwoorde inzetbaarheid.2 Gezondheidsparameter voor fysieke taken is het %HRR. Zinvol is daarnaast het periodiek afnemen van gezondheidsvragen om een inschatting te maken van het werkvermogen, bijvoorbeeld in het kader van PMO. Voldoende beweging, lichamelijke oefening zal mogelijk bijdragen aan het optimaliseren van werkvermogen. In feite is het advies ook aan BRAVO-beleid te denken op individueel niveau. Het bewaken van herstelbehoefte kan op basis van neuro-endocriene evaluatie maar ook via een korte vragenlijst. Gegevens kunnen worden geïnterpreteerd als maat voor herstelvermogen.7 Het scheppen van regelmogelijkheden en het inrichten van passende takenpakketten is individueel maatwerk. Naarmate de leeftijd vordert, is aandacht hiervoor van toenemend belang. Slimme werkstrategieën, hulpmiddelen en passende werktijden dragen bij aan inzetbaarheid op hoge leeftijd. Ook herstelmogelijkheden kunnen met een korte lijst in kaart worden gebracht als indicatie voor interventies.8 Scholing en training, op zowel fysiek als mentaal vlak, dragen bij aan het optimaliseren van de belastbaarheid en inzetbaarheid, ook voor de oudere werknemer.
Het beoordelen, behandelen, begeleiden, bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid en inzetbaarheid van oudere werknemers is een multidisciplinaire aangelegenheid. Evaluatieonderzoek naar interventies om de inzetbaarheid bij ouderen te optimaliseren is niet gepubliceerd. De combinatie belastbaarheid en taakeisen bepaalt het werkvermogen. De verwachting is dat maatregelen gericht op het individu zoals trainen van het fysieke vermogen en het reduceren van taakeisen effectief zullen zijn. Het efficiënt en effectief inzetten van mensen, ook als ze verminderd belastbaar zijn, vraagt creativiteit van een organisatie, maar levert economisch voordeel op: het behoud van menselijk kapitaal. LITERATUUR 1. Ilmarinen J, Tuomi K, Eskelinen L, et al. Summary and recommendations of a project involving cross-sectional and follow-up studies on the aging worker in Finnish municipal occupations. Scand J Work Environ Health 1991; 17(suppl 1): 135-141.
323
2. 3.
4. 5.
6.
7. 8.
Sluiter JK. High-demand jobs: age-related diversity in work ability? Appl Ergon 2006; 37: 429-440. Zwart BCH de, Weel ANH, Rayer CWG, et al. Leidraad Aanstellingskeuringen. Handelen van de arbodienst en de keurend arts bij een aanstellingskeuring. Den Haag: ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2005. Dalen H van, Henkens K. De kracht en inspiratie van de oudere werknemer. Demos 2007; 23(7): 1-5. Sluiter JK. How about work demands, recovery, and health? A neuroendocrine field study during and after work. Proefschrift. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, 1999. Sorgdrager B, Stinis HP. Preventie van beroepsziekten bij huisvuilbeladers: Een handleiding voor de arbeidsgezondheidkundige begeleiding. www.beroepsziek ten.nl/content/publicaties-2002. Sluiter JK, Frings-Dresen M. Herstel als maat voor werkvermogen. Psycholoog 2009; 73-81. Veldhoven M van, Sluiter JK. Work-related recovery opportunities: testing scale properties and validity in relation to health. Int Arch Occup Environ Health 2009 Mar 12 [Epub ahead of print].
DANKTUIGING Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van dr. J. (Judith) K. Sluiter, universitair hoofddocent Coronel Instituut, Academisch Medisch Centrum te Amsterdam. PERSONALIA Dr. B. (Bas) Sorgdrager is bedrijfsarts en onder meer werkzaam voor het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, onderdeel van Coronel Instituut, Academisch Medisch Centrum te Amsterdam. CORRESPONDENTIEADRES E-mail:
[email protected].
NIEUWS
Werknemers met slaapproblemen en benzogebruik Op 1 september start www.benzodebaas.nl. Deze website bevat naast informatie en forum ook een internetbehandeling. De behandeling is bedoeld om artsen/bedrijfsartsen te ontlasten wanneer zij patiënten/werknemers adviseren om het chronisch gebruik van benzodiazepines te stoppen. De patiënt krijgt tijdens de behandeling begeleiding van een ervaren medewerker van Tactus. De contacten lopen via een beveiligde internetverbinding. Eerst onderzoekt de patiënt zijn gebruik
324
en kiest hij voor stoppen of minderen. Vervolgens vindt de afbouw plaats waarbij hij ondersteund wordt in het hanteren van de afbouwverschijnselen en de wens om weer te gaan gebruiken. De behandeling bouwt voort op het succesvolle www.alcoholdebaas.nl. Bron: DGV, Nederlands instituut voor verantwoord medicijngebruik, www.medicijngebruik.nl
T BV 17 / nr 7 / september 2009