Jaarverslag 2009
Inhoud Over het Deltion College Wie we zijn en wat we doen Missie, visie en ambities
Ontwikkelingen in 2009
Maatschappelijke ontwikkelingen Ontwikkelingen binnen Deltion
Inspanning en resultaat Onderwijssectoren Inspectie Diplomaresultaat Strategische programma’s
Organisatie
3
3 4
5
5 6
7
7 9 9 10
14
Organisatiestructuur Personeelsbeleid Klachten Governance ontwikkelingen
14 16 18 18
Blik vooruit
19
2
1. Over het Deltion College 1.1 Wie we zijn en wat we doen
begeleiden bij hun ontwikkeling. Kleinschaligheid op één locatie.
Wij zijn een Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) dat actief is in bijna alle werkvelden van het Mbo onderwijs. Daarnaast vervullen wij voor een groeiend aantal bedrijven in de regio, de rol van kennisadviseur.
De onderwijsgebouwen zijn aan elkaar verbonden door een brede boulevard van meerdere verdiepingen, waarlangs de meeste (interne) leerbedrijven gevestigd zijn. Er is een bruisende leeromgeving gecreëerd die lijkt op het dagelijks leven. Ontmoeten, inspireren en van elkaar leren staat centraal. Er is veel gebruik gemaakt van glas, zodat studenten en medewerkers –soms letterlijk- bij elkaar in de ‘keuken’ kunnen kijken. Er zijn professionele faciliteiten die het mogelijk maken om op verschillende plekken in de campus te leren, werken, eten, relaxen, ontmoeten en sporten. Zo ontwikkelen studenten en medewerkers zich breed op verschillende facetten in hun leven.
In 2009 waren er ruim 18.000 studenten en deelnemers verbonden aan Deltion. 13.500 studenten volgden één van onze 361 beroepsopleidingen, in de vorm van een BOL-, BBL- of deeltijdtraject. 760 studenten volgden een versnelde Vwo, Havo of Vmbo opleiding aan ons Sprintlyceum. Ruim 3.500 cursisten namen deel aan andere onderwijsactiviteiten zoals een EVC-traject of contractonderwijs. We hebben ruim 1.200 medewerkers in dienst. De Deltion Campus Sinds 2008 geven we ons onderwijs vanuit één bruisende locatie: de Deltion Campus. In 2009 is deze campus op feestelijke wijze geopend en sindsdien zijn alle activiteiten op het gebied van beroepsonderwijs voor de niveaus 2 tot en met 4 hier ondergebracht. Het onderwijs op niveau 1 is in een afzonderlijk gebouw gevestigd, vanwege de hogere begeleidingsbehoefte van deze studenten. De campus bestaat uit twee vleugels met in het midden een restaurant dat zweeft boven de toegangsweg naar de wijk Holtenbroek. Binnen de vleugels is iedere opleidingsgroep ondergebracht in een eigen gebouw, met een eigen kleur, een eigen inrichting en een eigen sfeer. In deze overzichtelijke constructie is het mogelijk om studenten intensief en persoonlijk te
Iedereen welkom Mensen van verschillende levensbeschouwingen en culturen zijn bij ons welkom. We bieden een prettige, overzichtelijke en veilige leeromgeving, zodat iedereen zich bij ons thuis voelt en met plezier kan werken en leren. Persoonlijke ontwikkeling Zowel onze studenten als onze medewerkers stimuleren we om zichzelf te leren kennen en vervolgens te ontwikkelen tot het door henzelf gewenste ambitieniveau. Eigen keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen voor wie je bent en wat je doet, zijn daarin belangrijk binnen Deltion. Studenten moeten succesvol kunnen zijn in de maatschappij, in hun beroep en in hun persoonlijke leven. Onze medewerkers maken deel uit van resultaatgerichte teams waarbinnen een competentieontwikkeling plaatsvindt, die zich richt op zowel werkresultaten, functioneren als persoonlijke ontwikkeling.
3
1.2 Missie, visie en ambities Onze missie Wij leveren toegevoegde waarde aan de samenleving in het algemeen, en aan bedrijven en instellingen in het bijzonder, door studenten vanuit de best mogelijke leeromgeving zich te laten ontwikkelen tot weerbare ondernemers en werknemers, die in het bezit zijn van een altijd maatschappelijk relevant diploma en de juiste (set van) competenties.
De essentie van onze missie zie je terug in al onze kernactiviteiten. Alles wat we doen moet van toegevoegde waarde zijn voor onze doelgroepen. Alleen als onze aandacht daar ligt, kunnen we werken aan een continue verbetering van ons onderwijs en onze bedrijfsvoering. We willen ons daarom constant bewust zijn van ons ‘waardebod’ naar onze verschillende doelgroepen: student, bedrijf/organisatie, maatschappij en overheid. Onze visie Deltion heeft zijn visie op de eigen organisatie uitgedrukt in een aantal ambitieus geformuleerde kenmerken.
Een proactieve organisatie.
Wij kunnen ontwikkelingen in de omgeving tijdig waarnemen, of deze zelfs voorspellen, en zijn flexibel genoeg om deze constant te vertalen naar nieuwe concepten. Wij zijn sensitief naar de omgeving en dit bewustzijn is de basis voor een organisatiebrede houding. Wij signaleren trends en ontwikkelingen, vertalen deze en pakken ze op.
Een ondernemende organisatie.
Wij zoeken steeds naar de beste oplossingen, waarbij we risico’s niet uit de weg gaan. Wij zijn pro-actief, pakken kansen, denken out-of-the-box, nemen risico’s en zoeken nieuwe markten op (publiek en privaat). Behalve een ondernemende cultuur zijn ruimte en vertrouwen om te ondernemen voor ons belangrijk.
Onze ambities In 2008 zijn we gestart om de organisatie zodanig in te richten dat we enerzijds onze focus op de waardecreatie kunnen behouden en tegelijkertijd de flexibiliteit hebben om buiten de gebaande wegen te kunnen denken en handelen. De vertaling van onze waardecreatie naar ambities: • Studenten vinden binnen Deltion een uitdagende en veilige leeromgeving waarin ze zich optimaal kunnen ontwikkelen, zowel persoonlijk als in hun beroep. • Deltion faciliteert en stimuleert zijn medewerkers om datgene te doen waar ze goed in zijn, waar ze plezier in hebben en wat optimaal bijdraagt aan de organisatieresultaten • Middelen worden zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet zodat het onderwijs optimaal ondersteund wordt • Bedrijven en organisaties hebben een hoge waardering voor Deltion studenten in hun rol als werknemer, ondernemer of stagiair. • Bedrijven en organisaties weten Deltion te vinden als kennispartner voor het bereiken, boeien, binden, behouden en betrekken van werknemers. • Deltion is een ondernemend en internationaal georiënteerd ROC. Onze strategische programma’s In het licht van onze ambities hadden de volgende strategische programma’s in 2009 onze prioriteit: • Aanval op de uitval: het terugbrengen van ongediplomeerde uitval • Invoering Cgo: inrichting van het onderwijs volgens competentiegerichte kwalificatiestructuur • Ondernemerschap: ondernemerschap als fundamenteel onderdeel in het onderwijs en in de organisatie • Internationalisering: internationaal georiënteerd onderwijs en organisatiebewustzijn • Contourennota 2008-2011: strategische (her)inrichting van de organisatie
Een ‘state of the art’ organisatie.
Het is voor ons vanzelfsprekend dat we het onderwijsproces en de basisprocessen te allen tijde op orde hebben. Effectief, efficiënt en in controle.
Een organisatie die studenten en medewerkers weet te verbinden.
Wij voelen ons verbonden met het Deltion College, met onze studenten en met onze collega’s.
Een ontmoetingsplek.
Wij faciliteren studenten, maar ook bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties om op sociaal en professioneel vlak te netwerken.
4
2. Ontwikkelingen 2009 2.1 Maatschappelijke ontwikkelingen
2.2 Ontwikkelingen binnen Deltion
De economische en maatschappelijke context van het Mbo werd in 2009 sterk gekleurd door de economische crisis. Toch bleef een aantal verwachte effecten uit. Zo werd een forse toename van het aantal studenten verwacht, omdat door de krapte op de arbeidsmarkt jongeren langer zouden doorstuderen. Het aantal studenten binnen Deltion groeide met 3%. Dit ligt iets boven het gemiddelde van de groei die andere ROC’s in Nederland gerealiseerd hebben.
2.2.1 Een resultaatgerichte organisatie
Minder leer-werkplekken voor studenten Doordat de arbeidsmarkt in 2009 minder aantrekkelijk was voor studenten, was er een verschuiving merkbaar van BBL- naar BOL-opleidingen. Ook de scholingsvraag van bedrijven nam – tegen de verwachtingen in – niet noemenswaardig toe. Deltion wil zich de komende jaren meer profileren in de markt van opleidingen voor volwassenen en zal zijn inspanningen op dit vlak vergroten. Verwachte overheidsbezuinigingen Op langere termijn zijn er ingrijpende financiële effecten te verwachten voor het Mbo, vooral tengevolge van de aangekondigde ‘heroverwegingen’ van overheidsuitgaven. De voorspellingen over de hoogte van de verwachte bezuinigingen op het Mbo, variëren tussen de 5 tot 10%. Los van de verwachtingen staat vast dat ook Deltion de komende jaren scherp zal moeten blijven op zijn uitgaven en inkomsten. Naast onvermijdelijke bezuinigingen op overheadkosten, zoekt Deltion dat vooral in het aanboren van andere financieringbronnen voor onderwijsactiviteiten. Kritiek op het Mbo Afgelopen jaar kwam er stevige kritiek op het Mbo vanuit de landelijke werkgeversorganisaties (VNO/NCW en MKB-Nederland). De kritiek spitste zich toe op de investering die bedrijven doen in de beroepspraktijkvorming en op de samenwerking met de Mbo-scholen. In samenspraak met de Mbo-raad werd een ‘BPV-protocol’ opgesteld waarin de afspraken rondom samenwerking scherp werden vastgelegd. De financiële rekensom van investeringen vanuit bedrijven in beroepsopleidingen, ligt op de politieke tafel en wordt meegenomen in de ‘heroverwegingen van het overheisbudget’. In 2009 voldeden circa 15% van alle Mbo-opleidingen niet aan de 850 klokurennorm. Deltion behoorde niet bij deze 15%. Samen met de kritiek van de werkgeversorganisaties, besloot de staatssecretaris tot het overgaan op 300 binnenschoolse contacturen in BBL-opleidingen. Deze contacturen verschuiven daarmee van leerbedrijven naar Mbo-instelling, waardoor de werkdruk binnen de scholen verder zal toenemen. Er was ook kritiek op de klachtenregeling binnen Mbo-scholen. De regeling van Deltion was op orde. Als maatschappelijk kritiekpunt kwam wederom de uitvalproblematiek naar voren. Prestaties binnen het stimuleringsprogramma van de rijksoverheid bleven, ook achter in onze regio IJsselVecht.
In 2008 zijn we gestart om de organisatie zodanig in te richten dat we nog beter zijn voorbereid op ontwikkelingen die zich nu en in de toekomst voordoen. De Contourennota 2008-2011 vormt de basis. Uitgangspunten door de ‘nieuwe’ organisatie zijn: • Heldere en laagbelegde verantwoordelijkheden • Resultaatgericht werken • (Verdere) professionalisering van het onderwijs- en managementpersoneel • Van buiten naar binnen denken en handelen • Focus op waardebod • Effectieve inzet van middelen In 2008 werd fase I van de implementatie afgerond. Elf clusters werden ingedeeld in drie sectoren, aangestuurd door drie sectordirecteuren. Er werd een kerndirectie benoemd, bestaande uit drie dienstdirecteuren en drie sectordirecteuren, en onder leiding van de voorzitter van het College van Bestuur. Deze kerndirectie nam de dagelijkse leiding over van de directie van negentien lijn- en stafdirecteuren. In 2009 is fase II gestart. Van teamleider naar opleidingsmanager In 2009 hebben alle teamleiders de keuze moeten maken om zich verder te professionaliseren als docent of als opleidingsmanager. De nieuwe opleidingsmanagers zijn volledig vrijgemaakt van lestaken en kunnen zich daardoor volledig richten op het aansturen van (onderwijs)teams. Een Management Development traject ondersteunt hen bij hun verdere ontwikkeling als leidinggevende. Er zijn 26 opleidingsmanagers benoemd. Het aantal leidinggevenden is daarmee in 2009 gehalveerd. De gehele herinrichting van de leidinggevende structuur is budgettair neutraal verlopen. Planmatig en SMART werken Het belangrijkste resultaat van een school is het leveren van een kwalificerende meerwaarde (kwalificatiewinst) aan studenten, die voldoet aan de eisen van studenten zelf, werkgevers, maatschappij en de overheid als belangrijkste financier. Deltion bereikt dat resultaat vooral door de inspanningen die de opleidingsteams leveren. Deze resultaten en inspanningen komen tot stand binnen een kader van SMART geformuleerde (strategische) doelstellingen. Deze doelstellingen zijn gericht op de meerjarige ambities van Deltion. Bij deze resultaatgerichte aanpak past in omgekeerde volgorde een transparante verantwoordelijkheidsverdeling. Het College van Bestuur en de sectordirecteuren zijn verantwoordelijk voor het richten en gericht houden van de school op de geformuleerde ambities. De clusterdirecteuren zijn verantwoordelijk voor het realiseren van de strategische doelstellingen. De opleidingsmanagers zijn verantwoordelijk voor het bereiken van de resultaten met een team dat de daaraan verbonden inspanningen pleegt. In 2009 is de eerste aanzet gedaan tot het vormen van sectoren teamplannen 2010-2011. De resultaten van 2009 en hun bijdrage aan de strategische doelen en ambities vormen het 5
vertrekpunt voor de doelstellingen en resultaten in het komende jaar Centrale diensten ondersteunend aan onderwijssectoren Om de onderwijsteams zo goed mogelijk te ondersteunen in het inrichten van optimaal onderwijs, zijn centraal georganiseerde diensten zoals Studentenzaken en het contractonderwijs, direct gekoppeld aan de onderwijssectoren. Ook de diensten HRD, Bedrijfsvoering en Marketing & Communicatie zijn zodanig ingericht dat zij direct zijn aangesloten op de onderwijssectoren.
2.2.2 Een nieuwe campus
2009 was het jaar dat we officieel verhuisden naar een nieuwe onderwijslocatie; de Deltioncampus. Deze verhuizing vormt het sluitstuk van een langjarig fusietraject dat uiteindelijk heeft geresulteerd in de vorming van het Deltion College. De verhuizing In 2008 en 2009 zijn al onze opleidingen, met uitzondering van het Sprintlyceum en START.Deltion (niveau 1), gefaseerd verhuisd naar een nieuwe campus. Een schitterende opleidingsomgeving waarin vrijwel alle opleidingen onder één dak zijn gehuisvest zonder daarbij het unieke karakter van iedere opleiding in de grote massa te doen laten verdwijnen. Verwante opleidingen zijn zoveel mogelijk geclusterd binnen één gebouw op de campus en daarnaast zijn diverse algemene ruimtes ingericht waarin studenten vanuit alle richtingen kunnen studeren of elkaar ontmoeten. Daarnaast is in het campusconcept nadrukkelijk rekening gehouden met het aspect van ‘eigen’ leerbedrijven. Voor een groot deel van de faciliteiten (restaurants, sportfaciliteiten, beveiliging, cafés, winkel, theater, bakker, et cetera) geldt dat deze worden gerund door eigen studenten. Dit geeft een bijzondere dynamiek aan de locatie als klein dorp voor, van en door studenten. Zoals ieder nieuwbouwproject kent de nieuwe campuslocatie ook een aantal ‘kinderziektes’. De klimaatregeling (temperatuur en luchtvochtigheid) en het aantal grote open ruimtes voor lessituaties vormen daarbij de belangrijkste knelpunten. In de zomer van 2009 is een ‘schouw’ gehouden waarin een groot aantal praktische knelpunten snel zijn geïnventariseerd en opgelost. Hierbij moet worden gedacht aan het ‘blinderen’ van een aantal glaspartijen, het installeren van extra beamers, het plaatsen van tijdelijke flexibele wanden, et cetera. De problemen van het klimaat en de open ruimtes zijn daarmee echter nog niet opgelost en vragen om meer fundamenteler onderzoek en discussie. Voor het komende jaar staan deze onderzoeken gepland. Schaalvoordelen Door de bundeling van negen locaties op één centrale campuslocatie zijn schaalvoordelen voorzien binnen de diverse bedrijfsvoeringfuncties. Gekozen is voor een gefaseerde doorvoering van deze schaalvoordelen aangezien de nieuwe huisvestingssituatie niet van de ene op de andere dag is geïncorporeerd in de werkwijze en het handelen van alle medewerkers. Op termijn zal de inhuizing van de campus leiden tot een besparing op de verschillende bedrijfsvoeringfuncties.
De officiële opening Op 14 september 2009 openden wij de campus op feestelijke wijze. Ruim 1.500 relaties waren aanwezig om dit samen met ons te vieren. De Zwolse burgemeester Meijer, MKB voorzitter Loek Hermans en onze bestuursvoorzitter Twan Sprenkels openden de campus door een kunstwerk te onthullen. Het kunstwerk was gemaakt in een samenwerking tussen studenten van de opleidingen Hout & Meubel en Metaal en kunstenaar Edward Otten. Als basis voor het kunstwerk werd een versteende oertak gebruikt, die ooit is gevonden in het veen op de bouwplaats van de campus. De Zwolse dichter Paul Gelling schreef speciaal ter gelegenheid van onze opening een gedicht bij het kunstwerk en studenten van de opleiding Artiest leidden het geheel op theatrale wijze in. Onder leiding van TV presentatrice Chazia Mourali gingen Loek Hermans, Jan van Zijl (voorzitter Mbo-raad) en Paul Oomens van het ministerie van OC&W, met elkaar in discussie over de samenwerking tussen het bedrijfsleven en beroepsonderwijs, tijdens een seminar in ons theater. Een andere leer- en werkomgeving Alle opleidingen samen op één plek en een totaal andere leer- en werkomgeving. De studenten reageerden positief op het nieuwe gebouw en waren al snel gewend aan de campus. Voor de medewerkers, voornamelijk het onderwijspersoneel, duurde dat wenproces langer en voor een gedeelte van onze medewerkers is dat proces nog steeds gaande. Verschillende culturen, ontstaan door versnipperde locaties, kwamen samen op één locatie. Transparante, multifunctionele lesruimten en de invoering van Competentie Gericht Opleiden (cgo), vroegen om een andere manier van lesgeven. De mate waarin medewerkers hun eigen werkplek konden beïnvloeden, veranderde door meer centraal gestuurde facilitaire diensten. Er is bewust gekozen om gedurende het eerste jaar geen veranderingen aan te brengen aan de inrichting van de campus, zodat eerst de oorspronkelijke opzet kon worden ervaren. Wel is een aantal maanden na de verhuizing een onderzoek uitgevoerd naar de beleving van de nieuwe werkplek en naar de algemene faciliteiten in de campus. Een jaar nadat de eerste opleidingen naar de campus verhuisden is een zogenaamde ‘schouw’ georganiseerd, om op teamniveau te inventariseren welke wensen er lagen voor de gebruikte ruimten. Hieruit is een aantal aanpassingen voortgekomen. Zo is op sommige plaatsen raambedekking aangebracht, zodat er meer privacy ontstond en is een aantal multifunctionele ruimten teruggebracht tot meer afgebakende lesruimten, door plaatsing van wanden. Studenten kiezen meubels De centrale gedeelten van de campus zijn ingericht met meubels die gekozen zijn door de studenten. Een groep afgevaardigden van alle opleidingen ging in 2009, onder leiding van de diensten Marketing & Communicatie en Bedrijfsvoering, aan de slag met sfeerborden en kleurpaletten en kwam uiteindelijk tot een kleurrijke, hippe inrichting.
6
3. Inspanning en resultaat 3.1 Onderwijssectoren Per 1 februari 2009 zijn drie opleidingssectoren gevormd, en drie sectordirecteuren benoemd. Deze sectorindeling sluit aan bij de domeininrichting van het Ministerie van OC&W. Binnen de sectoren zijn de opleidingen geclusterd naar in totaal 26 opleidingsteams.
3.1.1 Sector Techniek & Vormgeving
De sector Techniek & Vormgeving is gevormd met de clusters Bouw, ICT, Metalektro & Instalektro, Verkeer & Vervoer, Kunst, Media & Design. De eindverantwoordelijkheid van de sector ligt bij sectordirecteur Michiel Bilstra, die samen met Bernard de Boer en Ammir Fahroki de sectordirectie van Techniek & Vormgeving vormt. De sector Techniek & Vormgeving is de grootste sector binnen het Deltion College. Ongeveer 48% van het totale aantal studenten volgt een opleiding binnen de sector aan één van de 201 instroomopleidingen. Binnen het domein Techniek & Vormgeving zijn 11 landelijke kenniscentra actief. Kwaliteit van de opleidingen De inspectie heeft ons verschillende keren met een bezoek vereerd: de kwaliteit van ons onderwijs is gestegen. Alle opleidingen scoren onderwijskundig minimaal voldoende. Twee opleidingen scoren vooralsnog een opbrengst onder de norm. In de eerste uitgave van de Keuzegids MBO staan de Technische opleidingen van het Deltion College zonder uitzondering bovenin de waarderingslijsten. Promotie Techniek Het Ambitieprogramma Bèta techniek is in 2009 verder uitgerold, met als resultaat de oprichting van een platform ‘Techniek werkt’, waarin verschillende partijen in de ruime regio voor techniek en technisch onderwijs vertegenwoordigd zijn. Op een symposium is het platform gepresenteerd door de voorzitter van de Kamer van Koophandel Oost Nederland, de heer Gaston Sporre en de voorzitter van de Vereniging voor Ondernemers in de Technologie, FME-CWM, de heer Jan Kamminga. Binnen Beta Techniek zijn daarnaast verschillende activiteiten uitgevoerd. De regionale finale van de First Lego League competitie is voor het eerst op de Campus georganiseerd. Met het Platform Beta Techniek is een nieuwe prestatieovereenkomst aangegaan voor de komende jaren. Er is een project opgestart om het aantal vrouwelijke studenten in met name de ICTopleidingen te vergroten: ‘project ME?IT!’. Dit project is inmiddels verbreed naar het hele Techniek domein. Er zijn voorbereidingen getroffen voor het inrichten van een lokaal ter promotie van de Techniekopleidingen. Dit lokaal moet een aantrekkelijke omgeving creëren waarin basisschoolleerlingen en VMBO-leerlingen op uitdagende wijze kennis kunnen maken met techniek en techniekopleidingen. Samenwerking In 2009 zijn de voorbereidingen getroffen voor de opleidingen van Defensie die binnenkomen via het samenwerkingsverband Paars Partnerschap.
Samen met het UWV is een traject overeengekomen waarbij arbeidskrachten die (tijdelijk) hun werk verliezen zich nader kunnen oriënteren op de brede arbeidsmarkt binnen de technische sector. In samenwerking met SPOS (Samenwerkingsverband Praktijk Opleidingen Schilderen) en het kenniscentrum Savantis hebben wij het Vakcentrum Schilderen & Onderhoud in de Campus opgestart. Hiermee ontstaat één loket in de ruime regio voor schildersopleidingen. In 2009 is één van de Deltionstudenten Schilderen, Nederlands Kampioen geworden. Binnen het samenwerkingsverband FOCUS oriënteren wij ons, samen met de overige aanbieders van de opleidingen Luchtvaarttechniek, op de kwalitatieve upgrading en op groei van de opleiding Luchtvaarttechniek. Evenementen en leerbedrijven In het professionele Deltiontheater zijn verschillende bijeenkomsten en seminars georganiseerd. Zo zijn fractieleiders Mark Rutte en Femke Halsema er in gesprek gegaan met onze studenten, het seminar ter gelegenheid van de officiële opening heeft er plaatsgevonden en verschillende interne bijeenkomsten zijn in het theater georganiseerd. Het Orkest van het Oosten houdt workshops voor haar ‘vrienden’ in het Deltion theater. Alle bijeenkomsten zijn gefaciliteerd door de studenten Podium- en Lichttechniek. In het kader van het programma 3 voor 12 is er een nauwe samenwerking met de VPRO gestart, waarbij opnames worden gerealiseerd in onze geluidstudio. De resultaten hiervan zijn via VPRO radio en hun website te beluisteren. Nieuwe opleidingen In 2009 zijn de volgende opleidingen gestart: • Werkvoorbereider niveau 3 • Elektrotechnische Industriële Producten en Systemen niveau 2,3 en 4 • Mechatronicus niveau 2 en 3
3.1.2 Sector Gezondheidszorg, Welzijn & Sport
De sector Gezondheidszorg, Welzijn & Sport is gevormd met de clusters Gezondheidszorg, Welzijn en Sport & Bewegen. Onder deze sector zijn ook het Sprintlyceum, Educatie, START.Deltion (niveau 1 onderwijs) en SportEc opgenomen. De eindverantwoordelijkheid van de sector ligt bij sectordirecteur Cor Dijks, die samen met Gusta van de Zanden de sectordirectie van Gezondheidszorg, Welzijn & Sport vormt. De sector heeft veel contacten met verschillende gemeenten in de ruime regio van Noordwest Overijssel, voornamelijk op het gebied van volwasseneneducatie en de niveau 1 opleidingen (START.Deltion). Kwaliteit van de opleidingen Alle opleidingen binnen de sector bieden het onderwijs vanaf 2009 aan conform de nieuwe kwalificatiestructuur en werken daarmee competentiegericht. Inspectieonderzoek naar de 850 klokuren norm bij twee opleidingen van de sector hebben in 2009 tot een voldoende beoordeling geleid. 7
Samenwerking In 2009 is TRAVO opgestart, in samenwerking met Ambelt (school voor Speciaal Voortgezet Onderwijs) en het Lumeijn (zorglocatie ten behoeve van Voortgezet Onderwijs). TRAVO is een vorm van Passend Onderwijs voor jongeren met een Autistisch Spectrum Syndroom (ASS). Jongeren met een Autistisch Spectrum worden voor een deel in een reguliere klas geplaatst, maar krijgen ook in een aparte groep les. De specifieke begeleiding wordt verzorgd door begeleiders vanuit de Ambelt en het Lumeijn. Alle lessen worden verzorgd door leraren van het Deltion Sprintlyceum. Met twee grote kinderopvang organisaties binnen Zwolle - Ukkie en Travers - is een samenwerkingsovereenkomst aangegaan om een betere inhoudelijke aansluiting te realiseren tussen werkveld en onderwijs. Met Spelderholt, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking, is een samenwerking aangegaan waardoor studenten van verschillende opleidingen, stage kunnen lopen. Met Brede School ‘de IJsselhof’ is een overeenkomst aangegaan om studenten van verschillende opleidingen als stagiaire te plaatsen. Studenten Welzijn ontvangen na afloop van de stage een speciaal certificaat voor ‘medewerker Brede School’. Met diverse zorgaanbieders binnen Geestelijke Gezondheidszorg zijn samenwerkingsverbanden aangegaan om de aansluiting tussen onderwijs en het werkveld van de GGZ te versterken. Nieuwe opleidingen In 2009 zijn de volgende opleidingen gestart: • Verzorgende / Medewerker Maatschappelijke Zorg, niveau 3 • Medewerker Medisch Steriele Hulpmiddelen, niveau 3 • Fitnessinstructeur A en B, verkorte opleiding
3.1.3 Sector Economie & Dienstverlening
De sector Economie & Dienstverlening is gevormd door samenvoeging van de clusters Handel, Mode & Beauty, Horeca & Reizen, Economie en twee teams uit het cluster Sport en veiligheid. De eindverantwoordelijkheid van de sector ligt bij sectordirecteur Herman Meppelink, die samen met Jan Willem Wassink en Jan Lanting de sectordirectie van Economie & Dienstverlening vormt. De sector kent een grote diversiteit aan opleidingen en daaraan verwante werkvelden: mode, horeca, luchtvaart dienstverlening, defensie, secretarieel, administratie, detailhandel. Leerbedrijven Naast de 19 opleidingsteams kent de sector ook leerbedrijven, waarvan de meest opvallende het horeca leerbedrijf (twee restaurants, grand café Amadeus, sportcafé Plein 15, bakkerswinkel ‘Delicieuze’ en het vergadercentrum) en D-tail (winkel) zijn. Mede dankzij de belangrijke inbreng van deze leerbedrijven ontwikkelt de campus zich als een bruisende leef- en leeromgeving, waar het prettig te vertoeven is. Internationalisering Deltion heeft internationalisering als speerpunt in haar beleid opgenomen. De sector Economie en Dienstverlening is op het gebied van internationalisering de kartrekker binnen Deltion: in 2009 waren er 412 studenten die een buitenlandse stage volbrachten, in vrijwel alle landen binnen Europa en daarbuiten in het Caraïbisch gebied, China en Dubai. Binnen diverse opleidin-
gen zijn internationale aspecten in de leerstof opgenomen, de sector heeft vier Engelstalige opleidingen binnen de branches Business, Hospitality, Aviation en Tourism. De studenten van deze opleidingen volgen de cursussen voor het internationaal erkende Cambridge diploma, waarbij de meesten reeds tijdens hun studie het hoogste niveau van deze bekende algemene standaard voor de Engelse taal behalen. Studenten van International Business Studies en Internationale Handel hebben een exportmarketingplan gemaakt voor Praag en Helsinki. Er is een speciale module ontwikkeld ‘begeleiding op afstand’, waarbij de studenten worden begeleid, onder andere via Skype. Kwaliteit van de opleidingen Bijna alle opleidingen binnen de sector bieden het onderwijs vanaf 2009 aan conform de nieuwe kwalificatiestructuur en werken daarmee competentiegericht. Daar waar dat niet het geval is heeft dat te maken met landelijke regelingen in het beroepenveld waarvoor wordt opgeleid. De keuze voor uitstel is niet gemaakt op onderwijskundige gronden. De inspectie heeft een aantal opleidingen onderzocht; in alle gevallen werd een kwaliteitsstijging geconstateerd en alle opleidingen scoren minimaal een voldoende op zowel rendementen, onderwijsuitvoering als examinering. Successen van de sector Studenten van het modelyceum hebben meegewerkt aan het Deltion Fashiongala, een grootschalig mode evenement dat werd georganiseerd in de campus en waar Mart Visser zijn ‘Haute couture’ collectie heeft getoond. Onderdeel van het evenement was het showen van de kledingcollectie door de studenten. De opleiding Detailhandel heeft een winkel geopend op de campus met de naam D-tail. Het is als leerwerkplek aangemerkt door het Kennis Centrum Handel. In de winkel kunnen studenten en medewerkers terecht voor een uiteenlopende collectie van drogisterijartikelen. Het team Beauty Body & Care heeft voor vijfhonderd medewerkers van Icare een schoonheidsbehandeling verzorgd in de beautysalon op de campus. Dit ter gelegenheid van kerstmis. De opleiding Versneld is gestart met avondopleidingen. Er is een gat in de markt ontstaan door de kwalificatieverplichting in combinatie te brengen met de prestatiebeurs, waardoor studenten uiteindelijk geen studieschuld meer hebben. Al sinds 2005 werken onze horecaopleidingen nauw samen met Zwolle-Culinair. In 2009 werd onze Campus de locatie voor Zwolle Culinair, omdat de Broerenkerk de groei van het jaarlijkse evenement niet aan kon. De verplaatsing sloeg onmiddellijk aan, want er werden ongeveer 3000 bezoekers meer dan in 2008 geteld. Studenten van de horeca opleidingen waren tijdens deze dagen prominent aanwezig. Bij diverse opleidingen wordt gewerkt met zogenaamde ‘Talentenklassen’. Drie jaar geleden werd binnen de International Hospitality Studies gestart met een Hiltonklas, waar studenten na het eerste jaar worden geselecteerd door een commissie van leraren en Hiltonmanagement. Zij worden vervolgens opgeleid binnen de Hiltonformule en lopen stage binnen diverse Hiltonhotels in binnen en buitenland. Bij de bakkerijopleidingen gebeurt hetzelfde met de Bakker Bart formule en voor alle 8
opleidingen is de mogelijkheid deel te nemen aan de activiteiten van de Librijegroep. Ook deze studenten worden van te voren geselecteerd, en krijgen elke maandagavond extra lessen, gebaseerd op werken in het topsegment van de horeca.
3.2 Inspectie Het beeld dat de inspectie teruggaf van de examens In 2009 was gemiddeld ‘voldoende’. Dat gold vooral voor de procesbeheersing (zoals de relatie met het werkveld) en de deskundigheid van betrokken medewerkers. Ook de kwaliteit van de producten kreeg een beoordeling ‘voldoende’. Het onderzoek naar de onderwijskwaliteit binnen een steekproef van opleidingen leverde een beoordeling ‘zwak’ op voor drie opleidingen in het cluster Kunst, Media & Design. Dit had vooral te maken met de te lage opbrengsten van deze opleidingen. Er zijn direct verbeteracties ingezet, die ook in 2010 nog doorlopen. Naar aanleiding van interne kwaliteitsaudits zijn drie opleidingen in andere sectoren aangegeven als ‘risicovol’. Ook deze opleidingsteams voeren nu verbeterplannen door.
3.3 Diplomaresultaat Het diplomaresultaat geeft het percentage gediplomeerde instellingsverlaters aan en is één van de indicatoren die de Inspectie vanuit haar toezichthoudende rol opvraagt (VK-2). De berekening is als volgt: Het aantal gediplomeerde instellingsverlaters in een jaar Diplomaresultaat =
100%
Alle instellingsverlaters in hetzelfde jaar Het diplomaresultaat van Deltion is in schooljaar 2008/2009 gestegen ten opzichte van het voorgaande schooljaar, met ruim 2% naar een kleine 69%.
Het onderzoek naar naleving van de 850 klokurennorm bij twee opleidingen leverde voor één een onvoldoende beoordeling op. De tekorten aan geprogrammeerde en uitgevoerde klokuren zijn voor het einde van het schooljaar 2008-2009 gecorrigeerd.
Diplomaresultaat Deltion
2008/09 2008/09 t.o.v. 2007/08
2006/07
2007/08
Totaal Deltion
67%
66%
69%
2,2%
Cluster Bouw
76%
73%
73%
0,1%
Cluster Verkeer & Vervoer
66%
68%
68%
0,4%
Cluster Kunst, Media & Design
56%
56%
55%
-0,9%
Cluster Gezondheidszorg
65%
68%
60%
-8,3%
Cluster Sport & Veiligheid
73%
69%
82%
13,5%
Cluster Horeca & Reizen
58%
71%
65%
-6,1%
Cluster Economie
69%
62%
68%
5,4%
Cluster Handel, Mode & Beauty
60%
64%
69%
5,0%
Cluster Metalektro & Instalektro
80%
75%
79%
4,6%
Cluster Welzijn & Educatie
68%
59%
71%
11,9%
Cluster ICT
67%
66%
69%
3,3%
9
Opvallende aspecten Er is in schooljaar 2008-2009 een toename van het aantal gediplomeerde studenten dat Deltion verlaat en een afname van het aantal ongediplomeerde studenten. De gediplomeerde uitstroom stijgt ten opzichte van het voorgaande jaar met 1,5% van 3.320 naar 3.371 studenten. De ongediplomeerde uitstroom daalt ten opzichte van het voorgaande jaar met bijna 9% van 1.700 naar 1.548 studenten. Kunst, Media & Design ligt met een rendement van 55% als enige cluster onder de 60%. Het huidige resultaat ligt op het niveau van de afgelopen twee jaar en is daardoor stabiel te noemen. Binnen het team Grafimedia communicatie is een grote daling zichtbaar van het rendement, een resultaat van 39%, waar dat vorig jaar nog 58% was. Dit haalt het gemiddelde van het cluster naar beneden. De daling binnen dit team ligt zowel op niveau 3 (van 73% naar 54%) als op niveau 4 (van 69% naar 37%). De teams PAV, Interactief Media Vormgeven en Woninginrichting & Design laten een toename van het resultaat zien en compenseren zo de daling van het eerstgenoemde team. Het cluster kent zowel een daling van de gediplomeerde uitstroom (van 263 naar 237) als van de ongediplomeerde uitstroom (van 215 naar 195). Gezondheidszorg heeft een daling van het rendement van 8%. Deze daling zet zich bij alle teams in en zijn bij de teams Helpende Zorg & Welzijn (afname 14,7%) en Verpleging & Verzorging (afname 11,8%) het grootst. Bij het team HZW ligt de afname vooral op niveau 2 en bij V&V op niveau 3. Het team V&V kent op niveau 4 een stijging van het diplomaresultaat met 12%. De daling bestaat tevens uit een lager aantal gediplomeerde schoolverlaters (van 452 naar 429) en een hoger aantal ongediplomeerde schoolverlaters (van 213 naar 284). Bij een aantal uitschrijvingen is het ook de intentie van de student geweest om slechts een deel van de opleiding te volgen, want 37% van de uitschrijvende studenten heeft met deelcertificaten wel zijn of haar opleidingstraject afgerond. Sport &Veiligheid heeft de hoogste stijging van rendement behaald; 13,5%. Het team Sport & Bewegen maakt zowel op niveau 3 als op niveau 4 een sprong voorwaarts en stijgt in totaal van 53% naar 84%. Ook het team Lyceum Uniform Beroepen Defensie toont een aanzienlijke groei van 68% naar 81%. Het aantal gediplomeerde studenten van het cluster stijgt van 213 naar 291 en het aantal ongediplomeerde studenten daalt van 102 naar 63. Horeca & Reizen kent een afname van het rendement, een daling van 6%. De daling zit vooral bij de teams LVD/IAS (-13,3%), IHS (-11,6) en Hotelschool (10,4%). Het team FD/RE steeg met 33,8%. De daling bij de genoemde drie team is op niveau 4 het meest zichtbaar. Het aantal gediplomeerde studenten dat Deltion verlaat blijft op hetzelfde niveau, namelijk iets boven de 300. Het aantal ongediplomeerde studenten stijgt binnen dit cluster, van 131 naar 166. De stijging van de ongediplomeerde uitstroom doet zich vooral bij de teams LVD/IAS (van 17 naar 34) en IHS (van 19 naar 30) voor. Bij de Hotelschool daalt juist de gediplomeerde uitstroom van 101 naar 60 studenten. Het rendement van cluster Welzijn & Educatie stijgt 12%. Dit is zowel op niveau 3 als op niveau 4 zichtbaar. Ook dit cluster vertoont de schaarbeweging van een toename van gediplomeerde
uitstroom (van 387 naar 423) en een afname van de ongediplomeerde (van 262 naar 170).
3.4 Strategische programma’s 3.4.1 Competentie Gericht Opleiden (CGO)
In september 2009 is 93% van de nieuwe studenten ingestroomd in een competentiegerichte opleiding (4371 CGO - 309 eindtermgericht). Daarmee zijn wij goed op weg naar het streven dat vanaf 2010, 100% van de studenten kan instromen in een competentiegerichte opleiding. Om een goed beeld te krijgen van de mate waarin de invoering van CGO op het Deltion College is gevorderd is er een enquête gehouden onder opleidingsmanagers. Het beeld dat ontstaat is positief. Over het algemeen wordt het gevoel uitgesproken dat Deltion goed op weg is, ook op het gebied van examinering. Naast de positieve teneur worden ook een aantal zorgpunten aangegeven: de prachtige nieuwe campus blijkt nog niet goed gebruikt te (kunnen) worden. Daarnaast is er een sterke behoefte aan professionalisering van loopbaanbegeleiders en beoordelaars. Loopbaanbegeleiding Opleidingsteams zijn druk bezig met de implementatie van loopbaanbegeleiding. Door veel teams wordt daarbij gebruik gemaakt van de maatwerktrainingen Loopbaanbegeleiding, die door de Deltion Academie wordt aangeboden. In de periode juni 2008 tot december 2009 hebben daaraan in totaal bijna 300 leraren deelgenomen. Opvallend in de evaluatie is de impact op teamontwikkeling en teamcohesie. Ontwikkelpunt is het vaardigheidsniveau (gespreksvaardigheden) en de verankering en borging. Competentiegerichte examinering Er is een ‘Deltionkader Competentiegerichte Examinering’ ontwikkeld en vastgesteld in september (samen met een vernieuwd Examenreglement 2009). Daarmee is er voor de competentiegerichte examinering binnen het Deltion College nu een adequaat beleidskader aanwezig dat beschikt over een optimaal draagvlak bij de direct betrokkenen in de clusters en teams, dat volledig is goedgekeurd door het management en dat op de werkvloer inmiddels een richtinggevend instrument is voor de nieuwe examenpraktijk. Daarna is een traject gestart om dit kader meer bekendheid te geven in de organisatie en het te implementeren. Tevens wordt ook gewerkt aan een verbetering van het kader. Voor beide acties, implementeren en verbeteren, is een project Examinering van start gegaan Taal en rekenen In het voorjaar 2009 is er binnen de onderwijssectoren een nulmeting Nederlands gehouden. Op basis hiervan en van de landelijke eisen is in april een ‘Plan van aanpak Nederlands’ ontwikkeld. Bij de start van schooljaar 2009-2010 is een nulmeting ‘Lezen en Luisteren’ bij de instromende studenten afgenomen met het digitale toetsinstrument TOA. Verder is een start gemaakt met de opbouw van een netwerk voor taal en rekenen. Met de training ‘Taalontwikkelend lesgeven door alle vakdocenten’ worden teams ondersteund om teambreed te werken aan de taalontwikkeling van de student. Een start is gemaakt met de voorbereiding van een Implementatieplan Taal en Rekenen 2010 – 2013, in het kader van het landelijk beleid gericht op niveauverhoging taal en rekenen over de hele onderwijskolom. Voor 2010 wordt hiervoor 1,2 miljoen door de overheid ter beschikking gesteld aan Deltion. 10
Digitaal leeromgeving Het afgelopen jaar is de keuze gemaakt voor een nieuw digitaal begeleidingssysteem (DBS). De planning is dat dit systeem vanaf september 2010 voor heel Deltion beschikbaar zal zijn. De verwachting is dat de implementatie van dit systeem een flinke impuls zal geven aan een kwaliteitsverbetering van de dienstverlening naar studenten, en zal zorgen voor een betere loopbaanbegeleiding en bestrijding van de uitval. De bijna drie jaar geleden gestarte pilots Portfolio4u en N@tschool zijn nu in de implementatiefase. Ruim 25 opleidingen, verdeeld over 17 opleidingsteams, maken gebruik van het digitaal portfolio. Sinds het begin van dit schooljaar is het gebruik van N@tschool flink toegenomen: meer dan 5.500 studenten hebben inmiddels toegang. Alle studenten en bijna alle leraren hebben een N@tschoolaccount. Ter bevordering/ondersteuning van de implementatie N@tschool is het Media Informatie Centrum (MIC) samen met het ICT Lyceum, een leerbedrijf ICT applicatie-ondersteuning gestart, genaamd ‘DigiDesk’. Doelstelling is het bieden van ondersteuning aan studenten en leraren met softwarevragen. Hiermee wordt de onderwijsorganisatie gefaciliteerd met een praktische en dagelijkse ondersteuning in de ontwikkeling naar een meer digitale onderwijsomgeving. Deltion heeft een eigen zoekmachine ontwikkeld ‘Fiducia’. Deze online zoekfunctie doorzoekt digitaal lesmateriaal, video en geluidsfragmenten en is tevens gekoppeld aan de catalogus van de Bibliotheek Zwolle. Is het materiaal beschikbaar bij de Bibliotheek, dan kan een student dit bij het MIC reserveren en een dag later ophalen, op de Campus.
3.4.2 Aanval op de Uitval
In 2008 is door het College van Bestuur besloten om extra middelen in te zetten voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten zonder startkwalificatie. Er is een programma ontworpen dat wordt uitgevoerd in 2009-2011. Als onderwijsinstelling hebben we geen grip op alle redenen voor voortijdig schoolverlaten. Daarom richten we ons op de vormen van uitval waar we als schoolorganisatie, als team en als individuele (onderwijs)medewerker wél invloed op kunnen uitoefenen. Zoals problemen met de sfeer op school, andere verwachting van opleiding of beroep, een oplopend verzuim en sociaalemotionele problemen. Projecten Aanval op de Uitval In 2009 is het project CLIQ van start gegaan. Een project dat zich richt op studenten die van opleiding willen veranderen, maar nog niet goed weten welke opleiding ze willen gaan volgen. In een begeleid traject van een aantal weken kunnen ze zich oriënteren op diverse beroepen en opleidingen om zo tot een nieuwe keuze te komen. Daarnaast volgen deze studenten vakken als, LLB, Nederlands, sport en rekenen. Het project is een groot succes gebleken. Nagenoeg alle studenten die aan het programma hebben deelgenomen hebben een nieuwe opleiding gevonden en hoeven dus niet als voortijdig schoolverlater te worden aangemerkt. Daarom is besloten het project in 2010 voort te zetten en uit te breiden. In 2009 is het project ‘Cijfers op orde’ van start gegaan. Doel van dit project is het (beter) meetbaar maken van stuurinfor-
matie over schooluitval en het verbeteren van de stuurcapaciteit van Deltion. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een digitaal managementinformatiesysteem ‘synaxion’. Begin 2010 zullen de kwaliteitsmedewerkers binnen de onderwijssectoren geschoold worden in het gebruik van de applicatie, zodat spoedig de informatie daarna beschikbaar zal zijn. In 2009 is een instrument ontwikkeld om de risicofactoren bij studenten al bij aanvang van de opleiding te inventariseren. Hiermee kan de begeleidingsbehoefte worden vastgesteld en vervolgens beter worden gestuurd op het voorkomen van voortijdig schooluitval. Dit instrument is in een aantal opleidingteams getest. De uitkomsten hiervan worden verwacht in het eerste kwartaal van 2010. Na bijstelling en vaststelling zal het instrument geïntegreerd worden in het nieuwe digitale begeleidingssysteem (DBS). Op ons uitschrijfformulier zijn uitschrijfredenen opgenomen, die de student kan aanvinken als hij of zij Deltion verlaat. In de praktijk voldoet deze categorisering onvoldoende. De genoemde uitschrijfredenen zijn te beperkt en voor meerdere interpretaties vatbaar. In 2009 is daarom een project gestart om nieuwe, eenduidige en voldoende gespecificeerde uitstroomredenen te formuleren. De nieuwe uitstroomredenen worden opgenomen op het uitschrijfformulier en in het digitale managementsysteem ‘synaxion’. Binnen het Deltion College heeft ongeveer 1% van de studenten een ‘Autisme Spectrum Stoornis’(ASS). Veel van deze jongeren zijn op grond van hun cognitieve capaciteiten prima in staat een beroepsopleiding te volgen, maar ervaren aansluitingsproblemen die worden veroorzaakt door hun ASS. Hierdoor vormen deze jongeren een risicogroep met een verhoogde kans op voortijdige uitval. In augustus 2009 is het project ASSist van start gegaan. Een project dat als uitgangspunt heeft een fysieke ruimte te creëren waar studenten rustig kunnen werken en waarin zij zich tijdelijk terug kunnen trekken als dat nodig is. In ASSist wordt gerichte ondersteuning geboden gedurende een aantal uren in de week. Er is veel aandacht voor het leren plannen en structureren en voor het leren omgaan met lastige situaties. Een constante groep van 15 a 20 studenten maakt gebruik van de voorziening en er is een positief resultaat te zien: betere schoolresultaten en minder schooluitval, mede dankzij de intensieve begeleiding en de heldere structuur. Daarnaast is de kleinschaligheid een onderdeel van het succes. In 2009 is er geconstateerd dat er groepen studenten zijn waarvoor er binnen het Deltion College een 2e lijn onderwijsvoorziening wenselijk is. We hebben drie groepen gedefinieerd: • de zoekende (student wil van opleiding veranderen, maar weet nog niet naar welke richting) • de wachtende (student weet welke richting, maar kan nog niet instromen in de opleiding) • de overbelaste (student heeft ernstige problemen op het gebied van financiën, gezondheid, huisvesting, sociale omgeving of maatschappelijk functioneren). De groep ‘zoekende’ vindt een 2e lijns onderwijsvoorziening in het project CLIQ. Voor de twee andere groepen is er eind 2009 een projectopdracht geformuleerd die uitgevoerd zal gaan worden in de periode 2010-2011.
11
Regionale samenwerking In het voorjaar van 2009 heeft een aantal collega’s van het Deltion College en van de Hogeschool Windesheim (School of Education) samengewerkt in de kenniskring ‘Aanval op de Uitval’. De kenniskring is gelieerd aan het lectoraat ‘Onderwijszorg en samenwerking binnen de keten’ van Windesheim. Na deze prettige samenwerking is door beide partners de wens uitgesproken ook in de toekomst voort te zetten in de vorm van een expertisekring. Deze expertisekring wil een bijdrage leveren aan het doen van onderzoek naar wat er binnen het Deltion College plaatsvindt en werkzaam is ten aanzien van het terugdringen van schooluitval. Deltion heeft als contactschool in het kader van de ’Programmagelden VSV’, een voortrekkersrol met betrekking tot de samenwerking in de regio IJssel-Vecht. In het kader van deze samenwerking is met alle Vo- en Mbo-scholen en gemeenten een zestal projecten opgezet: • Aansluiting Vo naar Mbo: doorstroomactie en warme overdracht • Mentorproject: bij Deltion uitgewerkt onder de naam Coach4more, waarbij een student wordt gecoacht door een vrijwilliger met veel levenservaring • Een dagje proeven van het Mbo: Vo leerlingen lopen mee met Mbo studenten • Studentencoaches: een nieuw student wordt tijdens de eerste studiemaanden begeleid en wegwijs gemaakt door een ouderejaars student • Verzuimprotocol: met alle gemeenten en scholen is één protocol ontwikkeld hoe om te gaan met verzuim In 2009 is de tijdelijke subsidiemaatregel voor ‘overbelaste jongeren’ door OCW bekend gemaakt. Als contactschool heeft Deltion het initiatief genomen om hiervoor, via het samenwerkingsverband Voortijdigschoolverlaten regio IJssel-Vecht, een samenhangend voorstel te maken. Dit voorstel moet voor 1 maart 2010 worden ingediend en richt zich op jongeren van 12 tot 23 jaar die belast zijn met een veelvoud en opeenstapeling van problemen. Door intensieve samenwerking tussen onderwijs en hulpverlening wordt geprobeerd deze jongeren (alsnog) een goede opleiding te bieden. Toelatingsbeleid Vanaf 2009 worden de intakes van studenten georganiseerd door ons Studenten Succes Centrum (SSC). Dat betekent dat het eerste contact met nieuwe studenten wordt verzorgd door medewerkers van het SSC. De ervaringen van 2009 hebben geleid tot een verdere verbetering, uniformering en aanscherping van de instroomprocedure en het toelatingsbeleid. Deltion is toegankelijk is voor iedereen die voldoet aan de formele opleidingseisen. Alleen bij uitzondering wordt hiervan afgeweken. Teams die extra eisen willen hanteren (bijvoorbeeld eigen vaardigheden, een toelatingstest van Defensie) of teams die een nummerus fixus hanteren (bijvoorbeeld vanwege de arbeidsmarkt, of vanwege beperkte BPV-plaatsen), leggen hiervoor beargumenteerde voorstellen voor aan de sectordirectie. Aan ongeveer een derde van de nieuwe studenten wordt bij de intake door het SSC extra aandacht geschonken. Daarbij gaat het veelal om studenten die een beperking hebben (soms in het bezit van een zogenaamd ‘rugzakje’), van Vso of Pro-scholen komen, geen diploma hebben of waarvan de vooropleiding niet
past bij de toelatingseisen. Met de extra aandacht proberen we zoveel mogelijk studenten op de goede plek te krijgen en daarnaast maken we afspraken met de teams over extra begeleiding aan deze studenten.
3.4.3 Ondernemerschap
Ondernemerschap is dé zuurstof van de Nederlandse economie. Een ondernemende houding leidt tot het verleggen van grenzen en het creëren van kansen. Deltion heeft er voor gekozen ondernemerschap tot één van haar vier speerpunten van het onderwijsbeleid te benoemen en daartoe een programma te gaan inrichten. Het programmaplan is in februari 2009 vastgesteld door het College van Bestuur en de directie. Binnen Deltion willen we ondernemerschap bij onze studenten én medewerkers stimuleren. Zowel een ondernemende houding als ambities voor het starten van een eigen bedrijf, vallen onder onze definitie van ondernemerschap. Om dit te bereiken streven we naar een goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven, waarbij de ondernemer de klas in gaat en de docent het bedrijf in. Ondernemerschap in het onderwijsprogramma In het voorjaar van 2009 zijn de voorbereidingen gestart voor het opzetten, uitvoeren en evalueren van een seminarcyclus voor startende of gestarte studentondernemers en geïnteresseerde medewerkers. Dit heeft geleid tot een drietal seminars in de tweede helft van 2009. Onderwerpen die aan bod kwamen, zijn: ‘Belastingen en Verzekeringen voor ondernemers’, ‘Van idee naar onderneming’ en ‘Financiering van je onderneming (microkrediet)’. De seminars zijn in 2009 door ruim 70 mensen (studenten en medewerkers) bezocht en de bezoekers hebben de seminars goed tot zeer goed gewaardeerd. De sprekers uit het Zwolse en regionale bedrijfsleven zetten zich belangeloos in. In mei 2009 zijn wij als één van de eerste ROC’s in Nederland gecertificeerd als examencentrum voor het European Business Competence Licence (EBC*L). Het EDC*L is een Europees geaccrediteerd kwaliteitslabel voor onderwijs op het gebied van ondernemerschap. Met het EBC*L-certificaat ligt de weg open voor een erkenning als ondernemer, die de student kan behalen naast zijn reguliere Mbo-diploma. Met dit certificaat toont de student aan over ondernemende kwaliteiten te beschikken. Het certificaat geeft ook de aanzet voor competenties die nodig zijn om als (kleine) ondernemer te starten. Aansluiting onderwijs en bedrijfsleven In 2009 is een tweetal advieskringen opgestart. Een interne kring (Binnenkring) en een externe kring (Buitenkring). De leden van de Binnenkring zijn medewerkers van Deltion die affiniteit hebben met ondernemerschap. Deze docenten en medewerkers willen een bijdrage leveren aan het programma ondernemerschap. De Binnenkring is in 2009 driemaal bijeen geweest en dit heeft geresulteerd in grotere bekendheid van ondernemerschap en grotere verbondenheid van het ondernemerschap met het reguliere onderwijs. De Buitenkring bestaat uit ondernemers, bedrijven en instellingen uit de regio die een bijdrage willen leveren aan ondernemend onderwijs. De leden bieden knowhow op het gebied van ondernemerschap. De leden beoordelen ook ondernemersplannen, begeleiden studentstarters en coachen startende ondernemers.
12
Iedere tweede woensdag van de maand, aansluitend aan een seminar, organiseren we een ‘ondernemersnetwerkborrel’. Studenten, medewerkers en ondernemers uit de regio kunnen elkaar hier ontmoeten. Het netwerk biedt de studentondernemers en medewerkers een platform om in contact te komen met elkaar en met ondernemers buiten het Deltion College. Samenwerking rondom ondernemerschap Naast het intern faciliteren van ondernemerschap, hebben wij in 2009 diverse initiatieven ontwikkeld samen met maatschappelijke en sociale partners. Samen met Travers en woningbouwcoöperaties is gekeken naar samenwerking rondom de ontwikkeling van de Palestrinalaan. In 2009 is onze campus gastlocatie geweest voor de Beursvloer, Samen maken we de Stad en de BusinessOntmoet-Business-Borrel (BOB-Borrel). We participeren in diverse projecten in het kader van Samen maken we de Stad en werken samen met Windesheim en de gemeente Zwolle aan het project startershuisvesting. Om ondernemerschap te stimuleren werken wij aan het StartersABC, samen met Windesheim, Stuifzand Organisatieadvies, ABN-AMRO en partijen vanuit de Startersparaplu. Het doel van het Starters-ABC is om studenten en ondernemers een podium te bieden om hun (net) gestarte bedrijf te presenteren door middel van een ‘elevator pitch’. In samenwerking met de partijen van de Startersparaplu is er in mei 2009 bij het Deltion College een voorselectie voor het Starters-ABC georganiseerd. In juni vond de finale van het Starters-ABC plaats en daar heeft Nick van Slooten (Deltionstudent) de derde plaats behaald.
3.4.3 Internationalisering
Wij hebben de ambitie om onszelf op de kaart te zetten als een toonaangevend ROC van Nederland op het gebied van internationalisering. Met als doel de employability van studenten op een internationale arbeidsmarkt te versterken.
Resultaten in 2009 Er zijn 482 buitenlandse stages uitgevoerd door studenten. 510 studenten hebben een werk- of studieweek uitgevoerd in het buitenland. 630 studenten volgen een opleiding in een tweetalig traject. 18 studenten hebben een Cambridge certificaat behaald. 24 medewerkers hebben geparticipeerd in internationale docentenmobiliteit. 16 medewerkers hebben een taaltraining Engels gevolgd om tweetalig onderwijs in te voeren in hun opleiding. 22 medewerkers hebben een training interculturele communicatie gevolgd. 15 collega’s hebben een Crash Course Classroom English gevolgd. In 2009 hebben we een kwaliteitscertificaat ontvangen van het Nationaal Agentschap Leonardo da Vinci. Daarmee ontvangen wij van 2010 tot 2013 in totaal 1,2 miljoen aan subsidie om de mobiliteit van onze studenten te kunnen vergroten in de buitenlandse stages. Leonardo da Vinci partnerschapprojecten: • Peer mentoring (uitwisseling en begeleiding tussen studenten onderling) • Working life oriented environment (versterking ondernemersonderwijs in Deltion) • A multiprofessional Approach for the Challenges of Special Needs Education (verbetering begeleidingmethodiek) • Transfer of Innovation project ‘Mass Customization for Vocational Education’ (de opleidingen Mechatronica en Elektrotechniek doen ervaring op met een nieuwe begeleidingsystematiek die ontwikkeld is bij het bedrijf Festo in Duitsland). Deltion krijgt een speciale vermelding in het jaarboek van het Agentschap Leonardo da Vinci, omdat ons college de meeste projecten gehonoreerd heeft gekregen.
Om dit te bereiken hebben we onszelf twee doelen gesteld: 1. Iedere student heeft de mogelijkheid tot deelname aan één of meer onderdelen van het internationale curriculum. Vanaf 2011 is hierbinnen 1 op de 10 studenten betrokken bij een internationale activiteit. Deze activiteit kan bestaan uit stage, werkweek, project, internationale onderwijsmodule of het volgen van een internationale opleiding. Op dit moment is 4,2 % van de BOL-studenten betrokken bij internationale Beroeps Praktijkvorming (stage). 2. Om de internationale mobiliteit van docenten te vergroten zal 10% van onze docenten in 2011 een volle werkweek in het buitenland hebben doorgebracht, waarbij zij zijn ingezet of betrokken bij een bedrijf, onderwijsinstelling of andersoortige organisatie.
13
4. Organisatie 4.1 Organisatiestructuur Sinds 2003 vormt het College van Bestuur (CvB) het bevoegd gezag. De Raad van Toezicht (RvT) ziet toe op de gang van zaken in en rondom de organisatie en op grote beslissingen van het CvB. In 2009 hadden wij een eenhoofdig CvB, in de persoon van Twan Sprenkels. Samenstelling Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestaat (RvT) uit zeven leden. Door een brede samenstelling, is alle deskundigheid in huis om de toezichthoudende taak adequaat te vervullen. Via vergaderingen, schriftelijke rapportages en verslagen wordt de Raad op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen binnen Deltion.
Directie In 2009 is verder vorm gegeven aan de inrichting van de hoofdstructuur van de organisatie, die in 2008 was vastgesteld. Na een intensieve, interne selectieprocedure, werden op 1 februari 2009 drie sectordirecteuren benoemd: Michiel Bilstra, Cor Dijks en Herman Meppelink. Zij kregen een opdracht om een plan te schrijven voor de inrichting van de sectoren. Jan Ernst van Driel kreeg de opdracht voor verdere inrichting van de dienst Marketing & Communicatie en de Stichting Training & Advies. Henk Achtereekte kreeg de opdracht om de dienst P&O om te vormen naar de dienst Human Resource Development. Een interim manager werd ingehuurd voor de inrichting van de dienst Bedrijfsvoering. Sinds medio oktober is de functie vast ingevuld met de aanstelling van Marc Otto.
Leden RvT: Mevrouw ing. T. Bodewes De heer mr. J.A. Duret De heer drs. H. Dijkstra De heer A. Martens MBA De heer J. Rosenberg De heer ir. G.R. Visser Mevrouw ir. G.M.L. Wijffels, als nieuw lid toegetreden in 2009 Bijeenkomsten De Raad van Toezicht is in 2009 vijf maal samengekomen met het College van Bestuur. Deze vergaderingen werden schriftelijk voorbereid. Het overleg met het College van Bestuur is open, resultaatgericht en biedt ruimte voor discussie. In de vergaderingen met het College van Bestuur is gesproken over vaste onderwerpen, zoals financiën en bedrijfsvoering, personeelsbeleid, huisvestingsvraagstukken en de strategische koers van de organisatie. De RvT heeft in 2009 een keer vergaderd met de Medezeggenschapsraad. Onderwerpen De Raad van Toezicht heeft geprobeerd zoveel mogelijk aan te sluiten bij de Governance Code in het Mbo. Er is een afvloeiingslijst vastgesteld voor leden van de Raad van Toezicht, (op basis van drie maal vier jaar). De RvT heeft een zelfevaluatie gehouden over het eigen functioneren en werkt aan profielschetsen voor nieuw te werven leden. In 2009 volgde de RvT de inhuizing naar de nieuwe campus nauwgezet. De aanloopperikelen zijn deels naar tevredenheid overwonnen. De cultuurmenging van de diverse onderdelen van Deltion is een aspect dat de RvT de komende jaren nauwgezet blijft volgen.
14
Organogram De nieuwe organisatie indeling leidde tot de volgende structuur:
Stichting Training & Advies
Raad van Toezicht College van Bestuur
IGO MR
Bedrijfsvoering
Bestuursbureau
M&C
HRD
Economie & Dienstverlening 20 Onderwijsteams 8 Opleidingsmanagers
Onderwijsteam 62 onderwijsteams 26 opleidingsmanagers in 3 onderwijssectoren
Techniek & Vormgeving 24 Onderwijsteams 11 Opleidingsmanagers
Onderwijsteam
Gezondheidszorg, Welzijn & Sport 18 Onderwijsteams 7 Opleidingsmanagers
Onderwijsteam
Studentenzaken Educatie/VAVO
= innovatie& verbeterteam = accountmanagement = secretariaat = roosterbureau
15
Medezeggenschapsraad Deltion heeft een Personeel Medezeggenschapsraad (PMR) en een Studenten Medezeggenschapsraad (SMR). Samen vormen zij de MR. In 2009 heeft het College van Bestuur negen keer vergaderd met de gehele MR. Belangrijke onderwerpen van gesprek waren de verhuizing naar de campus en de nieuwe inrichting van de organisatie. Over deelaspecten van deze ontwikkelingen binnen Deltion, gaf de MR haar instemming of advies.
4.2 Personeelsbeleid Het verder vormgeven aan de herinrichting van de organisatiestructuur domineerde het jaar 2009. Dat betekende veel aandacht voor de procedures in het benoemen van achtereenvolgens de sectordirectie, de opleidingsmanagers en de nieuw ingerichte innovatie & verbeterteams in de drie sectoren. Bij de inrichting van de sectoren werden de procedures geleid door de verantwoordelijke sectordirecteur. In selectie- en adviescommissies waren clusterdirecteuren, opleidingsmanagers, leden van de medezeggenschap dan wel collega’s betrokken. De dienst HRD ontwierp de procedures en zorgde voor advisering, begeleiding en administratieve uitvoering. De selectieprocedures zijn zorgvuldig verlopen en hebben niet geleid tot gebruikmaking van de klachtenprocedure. Er waren complimenten van de medezeggenschapsraad voor de zorgvuldigheid en transparantie van de procedures.
Dit ontwikkelspoor heeft in 2009 al geleid tot nieuwe of verbeterde producten en diensten. Zoals een nieuw functiegebouw met nieuwe, bredere functieprofielen, een vernieuwd introductieprogramma voor nieuwe medewerkers, een sociaal jaarverslag, een nieuw Management Developmentprogramma en een verbetering in de gesprekkencyclus. Het aanbod van de Deltion Academie, gericht op opleiding en ontwikkeling van onze eigen medewerkers, werd verder uitgebreid. Naast scholing aan zij-instromers voor het behalen van lesbevoegdheid, werden teamtrainingen, scholing op onderwijsmethoden, en pedagogisch/didactische trainingen aangeboden. Op het vlak van ‘empowerment’ en persoonlijke ontwikkeling zijn cursussen georganiseerd. In het vierde kwartaal van 2009 werd proefgedraaid met een nieuw personeelinformatiesysteem. Het oude systeem Edukaat van Randstad HR-Solutions voldeed niet meer aan de eisen van deze tijd en werd vervangen door het personeelsinformatiesysteem HRis van RAET BV. Daarbij werd ook het oude salarissysteem CASO vervangen door Gemal. Personeel Op 31 december 2009 waren er 1.074 medewerkers in dienst van het Deltion College. De verdeling per leeftijdsgroep was als volgt:
Door de dienst HRD werd verder gewerkt aan de vier HRD ontwikkelsporen: • Identiteit & Imago, het versterken van goed werkgeverschap • Sturing & Waarden, het versterken van leiderschap • Individu & Verantwoordelijkheid, het versterken van eigenaarschap • Reflecteren & Leren : het implementeren van de leercirkel plan-do-check-act (PDCA)
Stichting Deltion College 15-24 jaar
13
25-34 jaar
124
35-44 jaar
244
45-54 jaar
361
55-64 jaar
328
65-99 jaar
4
Totaal
1074
16
Ziekteverzuim Een overzicht van het ziekteverzuim in 2009:
10,0
7,5
5,0
2,5
0 december
november
oktober
september
augustus
juli
juni
mei
april
maart
februari
januari
Verzuim < 1 jaar > 1 jaar
17
In 2009 was er verdriet om collega’s die ons ontvielen. Op 15 juni 2009: Hans Peter Zeedijk (45 jaar), medewerker centrale servicedesk I&A, sector T&V Op 30 juni 2009: Carla Houberg (54 jaar), leraar team assisterende Gezondheidszorg, sector GW&S Op 14 november 2009: Anton Kamp (53 jaar), leraar cluster Horeca, sector E&D Op 3 december 2009: Frans van der Vegte (59 jaar), projectleider examinering, sector E&D Op 23 december 2009: Hans Visscher (57 jaar), leraar team Zeevaart, sector T&V De aangewende middelen voor wachtgeld/ww zijn binnen het daarvoor op de begroting gereserveerde bedrag gebleven. Er is in incidentele gevallen overgegaan tot het treffen van een vertrekregeling in overeenstemming met betrokkene.
4.3 Klachten Ons klachtenbeleid is erop gericht om klachten zo laag mogelijk in de organisatie op te lossen. Waar dat niet mogelijk is wordt een klacht voorgelegd aan onze onafhankelijke Algemene Klachtencommissie. Het College van Bestuur besluit vervolgens om dit advies al dan niet over te nemen. In 2009 zijn tien klachten, bezwaren of geschillen door de klachtencommissie in behandeling genomen. In zes gevallen kwam de klacht vanuit een student en/of ouder. De andere vier klachten werden door personeelsleden ingediend.
De commissie heeft één casus die door een personeelslid werd ingediend gegrond verklaard en één ander casus die door een personeelslid werd ingediend, werd ongegrond verklaard. De twee andere casussen zijn door personeelsleden ingetrokken, nog voordat de commissie tot een advies kwam. De commissie heeft één casus die door een student werd ingediend gegrond verklaard. Eén casus, ingediend door ouders, werd deels gegrond en deels ongegrond verklaard. Vier casussen die werden ingediend door studenten zijn ongegrond verklaard. Het College van Bestuur heeft alle adviezen door de commissie uitgebracht overgenomen en de betrokkenen hierover geïnformeerd.
4.4 Governance ontwikkelingen Op 1 januari 2009 is code ‘Goed bestuur in de bve-sector’ inwerking getreden. Het Deltion College werkt met een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. De genoemde code vormt een belangrijke leidraad in de werkwijze en het handelen van beide organen. In 2009 is de Auditcommissie ingesteld, bestaande uit twee leden van de Raad van Toezicht. Deze commissie richt zich op de (financiële) informatievoorziening, de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen en op de naleving van aanbevelingen van de externe accountant. De auditcommissie vormt daarmee een belangrijke aanvulling in de interne verantwoordingslijnen. In 2010 zal een formele evaluatie plaatsvinden van de opzet en werking van het besturingsmodel aan de hand van de richtlijnen zoals benoemd in de gedragscode
18
5. Blik vooruit Strategische keuzes Het Mbo krijgt de komende jaren te maken met allerlei externe ontwikkelingen. De overheid moet fors gaan bezuinigen, wat de rijksbijdragen voor het onderwijs onder druk zou kunnen zetten. Er gaan stemmen op binnen de Mbo-wereld om een splitsing te maken tussen de verschillende opleidingsniveaus. En de kwetsbare economische situatie kan zorgen voor spanning tussen onderwijs en bedrijfsleven. Het is daarom belangrijker dan ooit om duidelijke, strategische keuzes te maken in onze positionering. Het komende jaar ontwikkelen wij een onderwijsvisie, waarin de fundamenten van onderwijs, zoals Deltion dat wil en kan leveren, staan beschreven. Deze visie vormt de basis voor onze verdere positionering. Continue innoveren en verbeteren Ook in 2010 gaan wij verder op de ingeslagen weg van het steeds verder verbeteren van onze activiteiten, producten en rendementen. Dat begint bij een meting van de tevredenheid en de behoeftes van onze belangrijkste partners en klanten. Voor het komende jaar staat daarom een aantal onderzoeken gepland die de tevredenheid over onze activiteiten in kaart moeten brengen, zodat we deze daarna verder kunnen vergroten. In 2010 formuleren we vijf Deltion brede ambities op de gebieden rendement, tevredenheid en internationalisering en ondernemerschap waaraan de directie en het CvB zich hebben gecommitteerd. Deze ambities worden doorvertaald naar 14 SMART geformuleerde doelstellingen waaraan de sectordirecteuren en clusterdirecteuren zich hebben gecontracteerd. De clusterdirecteuren vertalen deze doelstellingen samen met de opleidingsmanagers naar CAT geformuleerde resultaten voor de teams. De opleidingsmanagers spreken ten slotte op basis van deze te behalen resultaten met de teamleden af welke inspanningen verricht moeten worden het komende jaar om deze resultaten te bereiken. Deze inspanningen worden opgenomen in de taakbegroting en plannen van inzet van de verschillende teams. Hiermee beogen we dat ieder zicht krijgt op zijn of haar bijdrage aan de uiteindelijke prestatie van het Deltion College als totaal en zich daarmee meer eigenaar gaat voelen van het onderwijs. In 2010 komt er een nieuw functiegebouw voor onderwijsgevend personeel, dat voor betere doorstroommogelijkheden zorgt. Hierdoor krijgen docenten de ruimte voor een aantrekkelijke loopbaan binnen het onderwijs. De transitie naar het nieuwe formatieplan zal in nauwe samenspraak met de medewerkers en de MR gaan.
geleiding. De flexibilisering van ons onderwijs is noodzakelijk om adequaat in te kunnen spelen op de veranderende vraag van zowel de reguliere studenten als van de in toenemende mate veranderende opleidingsvragen vanuit het bedrijfsleven en overheden op het gebied van leven lang leren. De convenantafspraak van jaarlijks 10% minder schooluitval is gelet op de gunstige beginsituatie van 2005/2006 moeilijk te behalen voor ons. Wij hadden immers al een laag uitvalpercentage waarbij de laatste procenten relatief veel inspanningen vergen. Toch zullen we door extra inspanningen binnen de teams en met behulp van daartoe ontwikkelde instrumenten en voorzieningen het komende jaar een nog verdere daling realiseren. Ontwikkelingen in de huisvesting Om te komen tot een maximale bezetting van de faciliteiten op onze campus zijn drie sectorale roosterbureaus ingericht die zullen gaan werken met een nieuw daarvoor ontwikkeld roosterprogramma. Hiermee kunnen de pieken en dalen die in 2009 bestonden in de campusbezetting substantieel terug worden gebracht. Daarnaast helpt dit systeem ons bij het op orde houden van een aantal belangrijke processen als een goede onderwijsplanning met student vriendelijke roosters, een voortdurende controle op de wettelijk verplichte klokurennorm en lesuitval. De huisvesting en positionering van START. Deltion inclusief educatie en die van het VAVO heeft in 2010 onze bijzondere aandacht. De komende jaren staat een verdere optimalisatie van de campuslocatie centraal. Met de inhuizing op de campus is aan aantal forse ‘kinderziektes’ geconstateerd die te maken hebben met de klimaatbeheersing en de inrichting van het gebouw. In 2010 zullen plannen worden ontwikkeld om deze ‘kinderziektes’ te verhelpen en worden de nodige aanpassingen gedaan. Waar 2009 vooral in het teken stond van het op orde brengen van de fysieke veiligheid, zal in 2010 de sociale veiligheid centraal staan. De veiligheidsbeleving van studenten en medewerkers is van meer factoren afhankelijk dan alleen de fysieke veiligheidsmaatregelen. Het scheppen van een prettig en veilig klimaat waarin alle ‘bewoners’ van de campus en onze buitenlocaties kunnen leren, werken en ontmoeten. Een werkgroep, samengesteld uit studenten, docenten en medewerkers, gaat zich buigen over omgang- en gedragsregels
Onderwijsontwikkelingen In 2010 starten alle eerstejaars studenten van Deltion met een competentiegerichte opleiding, die werkt met kwalificatiedossiers. Het komende jaar zal sterk ingezet worden op versterken de verdere professionalisering van de onderwijsgevenden op zowel didactisch (flexibilisering) als pedagogisch (opleidingsklimaat) terrein. De kwaliteit van ons onderwijs wordt bepaald door de interactie tussen onze onderwijsgevenden en de studenten. Om hierin focus aan te brengen is een drietal onderwijsstandaarden ontwikkeld op de gebieden BPV, examinering en studentenbe19
20
4.056.971
Liquide middelen
Totaal activa
185.727.741
10.474.347
6.240.188
Vorderingen
Totaal vlottende activa
177.188
175.253.394
1.100.00
31 december 2009 € 174.153.394
Voorraden
Totaal vaste activa
Financiële vaste activa
Activa Materiële vaste activa
189.118.776
18.230.833
7.049.883
11.032.408
148.542
170.887.943
0
31 december 2008 € 170.887.943
90.220.987 18.510.704
Langlopende schulden Kortlopende schulden
185.727.741
21.212.648
Voorzieningen
Totaal passiva
55.783.402
31 december 2009 €
Eigen vermogen
Passiva
Geconsolideerde balans per 31 december 2009
189.118.776
27.303.466
88.745.583
20.395.369
52.674.358
31 december 2008 €
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2009
2009 €
begroting 2009 €
2008 €
Baten
95.473.514
86.716.451
90.981.863
Lasten Personele lasten Afschrijven Huisvestigingslasten Overige materiële lasten
67.649.948 7.280.416 5.986.312 12.797.769
58.183.014 9.243.279 3.898.973 12.027.015
63.241.223 3.519.138 5.103.508 12.384.127
Totaal lasten
93.714.445
83.352.281
84.247.996
1.759.069
3.364.170
6.733.867
Financiele baten en lasten
4.604.915-
4.846.500-
80.157
Incidentele bedrijfsvoering
5.954.892
1.472.972-
2.787.616
Saldo exploitatie
3.109.046
2.955.302-
9.601.641
Saldo baten en lasten
21