OUTLINE I N G P R I VAT E B A N K I N G M AG A Z I N E
Neo-impressionisme De aanzet naar de moderne schilderkunst Reportage: Rik Vandenberghe, de nieuwe CEO van ING België Juridisch: Gesplitste aankoop vruchtgebruik/blote eigendom van een onroerend goed Life Style: Yves Mattagne: de sterrenchef op de 'rooster'
DECEMBER 2013
Inhoud
Edito 24
Ik ben bijzonder trots dat ING Private
Reportage 4/ Rik Vandenberghe, de nieuwe CEO
Banking ook in 2013 verkozen is tot beste private bank in België. In 2012 werd
van ING België.
ING bekroond door publicaties van de Financial Times groep: Professional
Markten
Wealth Management en The Banker Magazine, dit jaar door World Finance.
4
De trofee getuigt van uw vertrouwen. Met het eindejaar in zicht wil ik u hier dan ook hartelijk voor bedanken.
20
8/ De winter in het teken van de politiek.
Beleggen 10/ Winstgroei waarschijnlijk
De award wordt opgedragen aan mijn team dat elke dag
doorslaggevend voor verdere beursrally.
opnieuw alles in het werk stelt om u van dienst te zijn en er continu naar streeft u oplossingen op maat aan te reiken
Juridisch 24/ Gesplitste aankoop vruchtgebruik/blote eigendom van een onroerend goed.
Life Style 28/ Sterrenchef Yves Mattagne in 15 woorden.
om uw vermogen te beschermen en het te doen aangroeien.
Business
In deze editie van Outline, stellen wij u graag voor aan een aantal persoonlijkheden. Zo geeft onder meer Rik
16/ Managers van het Jaar 2012. 20/ Private equity als alternatieve
Vandenberghe, sinds mei 2013 CEO van ING België, ons zijn visie mee over Private Banking. De managers van 2012, Eric Evrard en Eric Van Zele, blikken terug op 'hun' jaar. En we stellen u voor aan onze nieuwe huiskok: Yves Mattagne. We geven u ook alvast een voorsmaakje van de nieuwe
28
10
Evenementen 32/ Neo-impressionistische portretten: de aanzet naar de moderne schilderkunst.
financieringsbron voor familiebedrijven.
ING-tentoonstelling “To the Point. Het neo-impressionistische portret, 1886-1904”, die van 19 februari 2014 tot 18 mei 2014 loopt in het ING Cultuurcentrum op het Koningsplein in Brussel. Deze tentoonstelling getuigt van ING’s lange traditie in de steun en de promotie van kunst. De feestdagen komen eraan. Geniet van de gezelligheid
Outline – ING Private Banking magazine – December 2013 Redactieraad: Jean-Philippe Bonte, Luc Charlier, Sandra Crokaert,
en van de warme sfeer. Rest mij u, en uw familie, alvast het
Caroline De Moor, Marie Helsmoortel, Thierry Masset, Mireille Staelens, Isabelle Van Brussel, Philippe Wallez, Jaan Wouters, Danusia Zablocki, Edouard Zurstrassen Hebben meegewerkt aan dit nummer: Business Writers, Anthony Baert, Pol Bruyninx, Luc Charlier, Michèle De Smaele, Patricia De Peuter, Eric Evrard, Thierry Masset, Yves Mattagne, Glenn Roggeman, Rik Vandenberghe, Eric Van Zeele Coördinatie/Eindredactie: Sandra Crokaert Grafische vormgeving: Isabelle Van Brussel Editing: Mireille Staelens, Anniek Christiaens Productie: Patrick Bataillie Illustratie: Belga Picture, Shutterstock, Benjamin Brolet, Kris Vlegels Cover: Théo Van Rysselberghe, Young Woman Sewing (Maria Sèthe) – Intimacy, 1890, detail, Private Collection, © Vincent Everarts Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe, Sint-Michielswarande 60 – B-1040 Brussel – 707918N – 12/13
allerbeste toe te wensen voor het nieuwe jaar. Ook in 2014 kunt u rekenen op de diensten van de beste private bank van het land. Philippe Wallez General Manager ING Private Banking Belgium
WORLD FINANCE B A N K I N G AWA R D S
2
2
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
0
1
3
32 o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
3
R eportage
Rik Vandenberghe, de nieuwe CEO van ING België:
" Onze kracht? We zijn een private bank binnen een universele bank!" Rik Vandenberghe, sinds enkele maanden CEO van ING België, besprak met Outline zijn visie op de private bank, een van de groeimotoren van ING. Ondertussen doen er 21.000 cliënten voor het beheer van hun vermogen een beroep op de private bank van ING. Maar meer nog dan de omvang van de private bankingactiviteit is het de “vertrouwensrelatie met ieder van hen die ons elke dag opnieuw stimuleert”. Een transparante, toegankelijke bank die aan alle behoeften kan voldoen ING Private Banking, dat in het kader van de World Finance Banking Awards 2013 (zie kader) werd verkozen tot beste private bank van België, blijft vernieuwen om tegemoet te komen aan de almaar complexere behoeften van haar cliënten. “Je moet de cliënt begeleiden bij de verandering”, bevestigt Rik Vandenberghe. Zo beoogt de vereenvoudiging van de processen, die al meerdere jaren aan de gang is, een nog betere kwaliteit van de geboden service – met minder operationele risico’s en een betere controle van het MiFIDrisico – alsook een grotere toegankelijkheid van de financiële producten en diensten, in het bijzonder dankzij het online aanbod. “De ontwikkeling van online diensten voor het uitvoeren van verrichtingen, sluit aan bij de verwachtingen van de meeste van onze cliënten, die mobieler worden”, beklemtoont de nieuwe CEO van ING België. “Gepersonaliseerd advies vervult voor beleggingen echter nog steeds een centrale rol. De Private Banker staat niet alleen regionaal dicht bij de cliënt maar is en blijft ook zijn geprivilegieerde gesprekspartner. In ons model staat de gepersonaliseerde relatie met de cliënt namelijk centraal.”
Een steeds gerichtere expertise
Rik Vandenberghe
4
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
Elke bank beklemtoont de kwaliteit van haar medewerkers. Maar op het terrein moet men dat ook kunnen waarmaken. Elke nieuwe Private Banker van ING Private Banking moet daarom binnen de drie jaar na zijn aanstelling slagen voor het examen van de Private
Bankers Association-Belgium (PBA-B). Met deze zelf gekozen aanpak gaat ING verder dan de eisen van de sector. “Je medewerkers helpen om hun potentieel ten volle te kunnen benutten, ook dat is een van de functies van een CEO”, meent Rik Vandenberghe, die wil blijven investeren in de opleiding voor zijn teams. Onze omgeving is voortdurend in verandering en de complexere behoeften van cliënten zorgen ervoor dat de bank haar processen, organisatie en methodes voortdurend moet aanpassen. Deze evolutie moet plaatsvinden vanuit een positieve ingesteldheid, en om die reden moeten we kunnen rekenen op het engagement van elk van onze medewerkers.” Enkele jaren geleden werkte een portefeuillebeheerder nog zoals een Zwitsers zakmes, dat ook alle functies aankan: hij beheerde alle aspecten van de relatie met de cliënt, gaande van beleggingen en juridisch advies tot arbitragevoorstellen en vermogensstructurering. Deze aanpak is ondertussen volledig achterhaald. Vandaag volgen de economen van de bank nauwgezet de evoluties van de economische en financiële context op. Onze experts vertalen deze macro-economische analyses vervolgens in een beleggingsstrategie. Ten slotte passen de portefeuillebeheerders deze strategie toe al naargelang de behoeften van onze cliënten. Hun rol is cruciaal, en om die reden hebben onze portefeuillebeheerders gemiddeld ruim 15 jaar ervaring binnen de private bankingsector. Binnen deze stevig samenhangende en solide structuur "moet elke schakel van de keten daarvan bewust gemaakt worden", beklemtoont Rik Vandenberghe.
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
5
Reportage
ING verkozen tot beste private bank van België In september 2013 werd ING België door het Engels talige magazine World Finance uitgeroepen tot beste private bank van het land. De World Finance Banking Awards erkennen de instellingen die niet alleen de beste resultaten neerzetten, maar die er ook een correcte, transparante en cliëntgerichte werkwijze op nahouden. “Deze prijs deed ons enorm veel plezier, omdat deze aanpak aansluit bij onze fundamentele waarden”, beklemtoont Rik Vandenberghe. Het is voor de bank zelfs een soort van bis repetita, omdat ING in 2012 al werd uitgeroepen tot beste private bank van België door de magazines Professional Wealth
Gebouw ING Marnix
Management en The Banker Magazine (Financial Times groep). Een jaar eerder al kreeg de bank deze plaats toebedeeld door het Belgische magazine Moneytalk. Een mooie erkenning van ons engagement ten dienste van onze cliënten. ING Private Banking dankt zijn succes aan de combinatie van een ruime expertise en een aanbod van toegankelijke producten. Hierdoor kan de bank blijven groeien, ondanks een ongunstige marktomgeving. Dit is echter geen reden om op de lauweren te gaan rusten! Om verder uit te breiden wil ING Private Banking zijn merkimago versterken en zijn sterke punten consolideren.
“De ontwikkeling van online diensten sluit aan bij de verwachtingen van de meeste van onze cliënten, die mobieler worden.”
6
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
De kracht van een universele bank Een van de belangrijkste troeven van ING Private Banking zijn de synergieën tussen de verschillende afdelingen van de bank. Omdat de private bank verankerd is in een universele bank, kan ze niet alleen nauw samenwerken met de teams van retail banking maar ook met deze die instaan voor de relaties met bedrijven. “Onze cliënten kunnen dus een beroep doen op ons advies, en dat zowel voor hun persoonlijke financiën als voor hun professionele activiteiten. Ons departement Wealth Engineering is het best geplaatst voor de begeleiding van familiebedrijven, in het bijzonder voor vragen die verband houden met successie en overdracht. Elke situatie is bijzonder, maar voor antwoorden op maat kunnen wij steeds steunen op de expertise van onze juridische afdeling”, vertelt Rik Vandenberghe. Een mondiale service in lijn met de onderliggende economische situatie: in België zal de volgende tien jaar één familiebedrijf op drie te maken krijgen met opvolgingsvraagstukken. Rik Vandenberghe besluit: “We danken onze huidige positie aan het feit dat we steeds de juiste prioriteiten wisten te stellen. En dat moeten we blijven doen, op een proactieve manier. Zo behouden we de voorsprong op onze concurrenten, in het bijzonder inzake kwaliteit van onze dienstverlening.” ◾
Wie is Rik Vandenberghe? >> Bankier in hart en nieren
>> Een sterke herinnering
Rik Vandenberghe, 52, treedt na zijn studies handels
“Ik heb bijzondere herinneringen aan mijn ontmoetingen
ingenieur (KUL) en zijn legerdienst in dienst bij de BBL.
met de bedrijfsleiders binnen onze cliëntengroep.
Hij beklimt er alle trappen van de ladder en werkt
Zij hebben me bijzonder veel geleerd en me geholpen om
achtereenvolgens bij retail banking, real estate en
te worden wie ik nu ben. Ik heb altijd veel bewondering
corporate banking. Van 2004 tot 2007 is hij Regional
gehad voor hun moed, creativiteit, zin voor leiderschap en
Manager Wholesale voor de zetel Brussel. In 2007 wordt
respect voor hun medewerkers. Want een goed manager
hij benoemd tot CEO van ING Luxemburg, een functie
beschikt over al deze eigenschappen tegelijkertijd.”
die hij uitoefent tot eind februari 2013. Op dat moment treedt Rik Vandenberghe toe tot het Directiecomité
>> Een open geest
van ING België en wordt er verantwoordelijk voor het
“Wie zich beperkt tot wat er binnen de eigen afdeling van
departement Products & Operations. Op 13 mei 2013
het bedrijf gebeurt, mist ontzettend veel. De interacties
volgt hij Ralph Hamers op als CEO van ING België.
tussen alle activiteiten zijn immers erg belangrijk. De bank vormt één geheel en samen slagen we er in om vooruit te
>> Een persoonlijkheid die hij bewondert
gaan!”
“Nelson Mandela, voor zijn integriteit, zijn overtuigings kracht en zijn onwankelbare volharding. Van hem citeer ik de wijze uitspraak: Opleiding is het krachtigste wapen om de wereld te veranderen.”
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
7
M arkten De vicieuze cirkel draait door
Anthony Baert, Economist ING Private Banking Belgium
De winter in het teken van de politiek De voorbije maanden werden gekenmerkt door een voorzichtige verbetering van de globale conjunctuur, vooral in de rijkere regio’s. Om het herstel echter verder te zetten, is het nu wachten op de politiek. Beleidsmakers in de verschillende regio’s moeten immers een antwoord vinden op uiteenlopende economische vraagstukken zoals de Amerikaanse begroting, de Europese bankenunie, de Japanse structurele hervormingen en de Chinese transitie naar een consumptie gedreven groeimodel. Hoewel er tot nu toe weinig vooruitgang geboekt is, zal er op korte termijn op de meeste punten duidelijkheid moeten zijn. In afwachting blijft de steun van de centrale banken aan de economie onontbeerlijk. De kortetermijnrentes zullen dus nog geruime tijd op hun huidige recordlaagte blijven. Van showdown naar shutdown In het westen zijn het de Verenigde Staten die het economisch herstel leiden. De huizenmarkt heeft zich herpakt na de vastgoed crash van 2007, met sterk groeiende prijzen sinds vorig jaar. De bouwsector vormt nu zelfs weer een van de groeimotoren van de Amerikaanse economie. Ook de arbeidsmarkt bloeit weer op. De werkloosheidsgraad daalt gestaag en sinds 2011 komen er elke maand gemiddeld 175.000 jobs bij, hoewel de tewerkstelling nog niet is teruggekeerd naar het niveau van voor de crisis. Deze verbeteringen hebben de consumptie van de huishoudens geen windeieren gelegd. Groeiende huizenprijzen krikken immers het vertrouwen van de consumenten op, terwijl hogere tewerkstelling hun koopkracht versterkt. Om van een echt herstel te spreken,
8
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
dienen de VS echter nog één grote horde te nemen: die van het budgettair beleid. De shutdown van de overheidsdiensten in oktober was slechts een zoveelste hoofdstuk van een politieke showdown tussen Republikeinen en Democraten waarvoor nog steeds geen afdoende oplossing gevonden is. Tegen midden december zouden de federale parlementsleden een definitief begrotings akkoord moeten sluiten. Zoniet volgt een nieuwe automatische stillegging van de overheidsdiensten. Zolang deze begrotingssaga geen happy ending kent, blijft het wegen op het Amerikaanse herstel. De twee weken durende sluiting alleen al zal de economische groei in het vierde kwartaal wellicht sterk vertragen. Bovendien zorgt de aanhoudende onzekerheid ervoor dat ondernemingen hun investeringen en consumenten hun aankopen uitstellen.
De eurozone hinkt de VS achterna, zij het met een zekere afstand. Zo heeft de monetaire unie de recessie verlaten, maar slechts in het tweede kwartaal van dit jaar. Dit heeft vooral te maken met het verbeterde vertrouwen, dat uit het dal van eind vorig jaar kruipt, zelfs in de zwaarst getroffen eurolanden. Daarnaast kalft het besparingsritme van overheden af. Het grootste deel van de budgettaire inspanning lijkt nu achter de rug. Goed nieuws, want het terugdringen van de overheidstekorten beknotte de voorbije jaren sterk de economische activiteit. Een derde factor is het prille herstel van de wereldeconomie, waar de eurozone in toenemende mate van afhangt. Zo komt het graduele herstel van de handelspartners van de eurozone haar export ten goede. Maar de monetaire unie als geheel blijft grote verschillen in economische prestaties verbergen tussen de kernlanden en de perifere landen. In de tweede groep blijft de afbouw van de onhoudbare private en publieke schuldlast zware inspanningen van de bevolking vergen. Maar nu de werkloosheidsgraad niet meer stijgt, lijkt de piek van de crisis in de periferie echter eindelijk bereikt te zijn. De financiële steunprogramma’s van de trojka in Ierland en Spanje lopen op hun einde. Griekenland zal volgend jaar voor het eerst sinds de crisis weer groeien en een primair begrotingsoverschot boeken, hoewel het zo goed als zeker nog een derde steunpakket zal nodig hebben. In Europa blijft het belangrijkste obstakel voor het herstel de problemen in de banksector, die de crisis nog altijd niet helemaal verteerd heeft. Dit bemoeilijkt nieuwe kredietverstrekking, vooral in de periferie. Om dit aan te pakken is ook hier de politiek nu aan zet. De Europese politici hebben gezworen om een bankenunie op te richten. Dit houdt in dat het toezicht en de afwikkeling van banken worden geëuropeaniseerd om de vicieuze cirkel tussen bankschulden en overheidsschulden te doorbreken. In november is al een grootschalige analyse van de systemische banken in de eurozone van start gegaan. Die oefening moet volledige klaarheid brengen in de bankbalansen. Banken die onvoldoende gekapitaliseerd of stressbestendig blijken te zijn, zullen de nodige maatregelen moeten nemen. Na deze analyse zal de ECB het eengemaakt toezicht van een opgeknapte Europese banksector waarnemen. Wat de afwikkeling van falende banken betreft, zal pas later, wellicht tegen eind 2013, een politiek akkoord gevonden worden. Het is echter nu al duidelijk dat nationale overheden voor het grootste deel zelf zullen blijven opdraaien voor de kost van een bankenredding. Weinig hoopgevend voor de perifere eurolanden.
Een zachte landing en een take-off in Azië In tegenstelling tot het graduele herstel in het Westen, wordt al het hele jaar met argusogen naar de Chinese groeicijfers gekeken. De Chinese economie vertraagt immers structureel na een decennium waar een jaarlijkse BBP-groei van de 10% de norm was. De grenzen van 'gemakkelijke groei', gebaseerd op import van technologie en de massale inzet van binnenlandse productiefactoren, komen in zicht. Bovendien rechtvaardigen de enorme investeringen – de helft van het BBP – niet meer de groei van China’s afzetmarkten en doemen signalen van financiële bubbels op, zoals snel stijgende krediet-
verstrekking en huizenprijzen. Het laatste kwartaalcijfer van 7,8% wees echter op een 'zachte landing' van de Chinese economie. De groeivertraging dient overigens niet overdreven te worden. Zelfs met een groeivoet van 7% verdubbelt de economische activiteit in amper één decennium. Maar het is duidelijk dat de Chinese economie een transitie nodig heeft naar een meer consumptiegedreven model om de opbouwende onevenwichten, die onvermijdelijk gepaard gaan met een fase van ongebreidelde groei, tijdig aan te pakken. In november kwam de Communistische Partij bijeen om de grote economische lijnen voor de komende vijf jaar uit te zetten. Daar werd duidelijk dat de markt een 'belangrijke' rol zal krijgen in de prijszetting van water en energie en dat er een landhervorming aankomt. De uitwerking van deze - al bij al weinig concrete - plannen wordt overgelaten aan de ministeries. In elk geval is de hervormingsambitie van China's nieuwe leiderschap nu echt duidelijk geworden. Japan, daarentegen, heeft geen last van groeivertraging. De Japanse economie geniet op dit ogenblik van het gigantisch stimulusprogramma van premier Abe, die voor eens en voor altijd komaf wil maken met de decennialange deflatie. Het gemakkelijkste deel, monetaire en budgettaire stimulus, is al gerealiseerd. De geldbasis is op weg om tegen 2014 te verdubbelen, wat leidt tot goedkoper krediet en een verzwakking van de yen, en een reeks publieke investeringen is ingezet. De inflatie heeft ondertussen de 1% overschreden. Het succes van deze economische schoktherapie zal echter afhangen van het moeilijkste deel van Abe’s plan, de structurele hervormingen aan aanbodszijde. Hervormingen zoals het flexibiliseren van de arbeidsmarkt, de deregulering van productmarkten en de herziening van landbezit zouden het groeipotentieel moeten vergroten en het land wapenen tegen de vergrijzing. Maar op de details ervan wordt nog steeds gewacht…
De economie wacht op de politiek Terwijl de rijke economieën zich gradueel herstellen, met de Verenigde Staten op kop, nemen de groeilanden, waaronder China, wat gas terug. Om het herstel echter veilig te stellen en de groeivertraging om te buigen tot een succesvolle transitie, is het nu wachten op politieke daadkracht. Het prille herstel, samen met een aantal politiekinstitutionele factoren maken het niet gemakkelijk om moeilijke en/ of ambitieuze beslissingen te nemen. In deze context van een breekbaar herstel en verdere budgettaire consolidatie zullen de centrale banken hun monetaire beleid nog lang zeer soepel houden. Door de begrotingsimpasse zal de Fed haar ondersteunende activa-aankopen wellicht pas in het tweede kwartaal van 2014 beginnen afbouwen. De ECB versoepelde recent nog haar beleid door haar beleidsrente naar een nieuw laagte record te brengen, al had dit te maken met de gevaarlijk lage inflatie eerder dan met politieke onzekerheid. Voor beide verwachten we pas een eerste renteverhoging in de tweede helft van 2015, wanneer het herstel stevig verankerd zal zijn. ◾
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
9
B eleggen Luc Charlier Investment Specialist ING Belgium, Private Banking, Investment Office
Grafiek 1 Outperformance van de aandelen over de andere activaklassen (total return, in euro, basis 100 = eind 2011) 130
125 124.1293
Wereldwijde aandelen (MSCI World Index) US Dollar (Dollar index) Wereldwijde obligaties (JPM Global Bond Index) Grondstoffen (SP GSCI Index)
Winstgroei waarschijnlijk doorslaggevend voor verdere beursrally
120 115 110 105.75836 105 100 99.26517 95 90
Jan
Feb
Mar
Apr
May
Jun
Jul 2012
Aug
Sep
Oct
Nov
Dec
Jan
Feb
Mar
Apr 2013
May
Jun
Jul
In het artikel "Aandelen niet ten dode opgeschreven ... binnen een gediversifieerde portefeuille" van eind 2012 namen we het op voor aandelen door te benadrukken dat ze van de verschillende activaklassen het grootste potentieel hadden om in waarde te stijgen. Twaalf maanden later zijn we nog altijd dezelfde mening toegedaan. Na een eerste opwaartse fase, berustend op het verwachte economische herstel, zal de winstgroei binnenkort waarschijnlijk bepalend zijn voor het verdere verloop van de aandelen, en dan vooral in de eurozone. Wanneer het obligatierendement opnieuw klimt nadat het op een uiterst laag peil stond, heeft dat tradi tioneel gezien een positieve uitwerking op aandelen, want de impact van het toenemende rendement van risicoloze obligaties wordt ruimschoots goedgemaakt door de betere winst groeiprognoses. Die fase duurt doorgaans langer dan de vorige, maar wordt ook gekenmerkt door minder sterke returns en een beperkte volatiliteit. 2012 bleek een miserabel jaar voor de economische groei: de bedrijfswinsten waren doorgaans laag en stagneerden zelfs in Azië en Europa. Bovenop die slechte conjunctuur kwam ook nog eens een woelig politiek klimaat door lastige kwesties als de mogelijke insolvabiliteit van Griekenland, Italië en Spanje, de verhoging van het Amerikaanse schuldenplafond en de 'zachte landing' van de Chinese economie. Maar ondanks al deze hindernissen slaagden de aandelen er toch in om van alle belangrijke activaklassen de beste prestatie neer te zetten (zie grafiek 1). Een outperformance die ook aanhield in 2013, met op de achtergrond een lagere risicopremie op de aandelen, ondanks de aanhoudende politieke en economische instabiliteit (onzekerheid over nieuwe financiële steun voor Griekenland of Portugal, de herfinanciering van de Amerikaanse schuld of de stopzetting van het ultrasoepele monetaire beleid van de Federal Reserve).
Omdat de wereldeconomie altijd een trager verloop kent dan haar langetermijngroei, leven we in een omgeving met een geringe inflatiedruk en een vrij lage rente. Daarom laten de aandelen sinds eind 2011 een outperformance van bijna 25% (in euro) optekenen in vergelijking met obligaties en grondstoffen. Afgaand op het verleden is de opflakkering van de aandelen ongetwijfeld maar een voorteken van een duurzamer herstel. De aandelen beginnen nu maar te bekomen van één van hun langste periodes van underperformance van de afgelopen honderd jaar, zowel in absolute cijfers (in vergelijking met hun prestaties in het verleden) als relatief gezien (in vergelijking met de prestaties van andere activaklassen). Vergelijken we de winst van een belegger die in zijn portefeuille Amerikaanse aandelen (S&P 500) en staatsobligaties (treasuries) aanhield over een periode van tien jaar, dan is zijn rendement pas dit jaar opnieuw positief geworden! Gebouw van de Amerikaanse Federale Reserve
10
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
11
B eleggen Grafiek 2 De volatiliteit blijft historisch zwak… 10/08 Kredietcrisis VIX index voor de wisselmarkt (JP Morgan Global FX Volatility Index) VIX index voor de Amerikaanse aandelen (Chicago Board Options Exchange Volatility Index) IX index voor obligates (Credit Suisse Implied Volatility Estimate)
10/97 Aziatische griep
11/01 9/01 Aanslagen op het Failliet Enron World Trade Center
250
200
3/08 Failliet Bear Stearn
8/99 Verscherping van de Fed-politiek
De Fed brengt het einde van de QE ter sprake
7/07 Crisis van de subprimes
25
20
60
50
40 150 15 30 100
7/98 “Goldilocks” economie
1/01 Versoepeling van de Fed’s QE-politiek
74,75
Kwantitatieve versoepelingen van de Fed (QE1, QE2, QE3)
50
... op een achtergrond van het dalende systeemrisico.
10 19,60 8,84 10
0.8000 0.6000
ECB Euro-Area Systemic Stress Indicator-index
0.4000 0.2000 0.0371
994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
CIRVE Index (Credit Suisse Interest Rate Volatility Estimate) actif vol risk sys
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Copyright © 2013 Bloomberg Finance L.P.
2012
2013
20 15- Oct-2013 17:07:57
Grafiek 3 Het verschil tussen het dividendrendement en het rendement van obligaties blijft in het voordeel van aandelen (%)... 3.0000
De aandelen zijn duur t.o.v. de obligaties
2.0000 1.0000 0.0000 -0.3984 -0,7424 -2.0000
Wereld Europa
De aandelen zijn goedkoop t.o.v. de obligaties
7.0000
...en de groei van het dividendrendement blijft bemoedigend (%) ...
6.0000
Rendementsgroei van dividenden op 12 maanden van de DJ Stoxx 600
5.0000
Traders watch, © Spencer Platt
4.0000 3.4310 3.0000
2002
2003
2004
2005
2006
2007
.BYDYW U Index (bond yield divid yield worl) bnd yield divid yiel FR Monthly 31
2008
2009
De aandelen komen er bovendien weer bovenop in een klimaat met een veel lagere volatiliteit op de financiële markten, en meer bepaald op de beurzen, die nu minder volatiel zijn dan de obligatiemarkt (zie grafiek 2). Dat er heel wat minder systeemrisico's worden waargenomen (implosie van het muntstelsel, uiteenvallen van de eurozone enz.) helpt uiteraard ook om de afkeer van risicovolle activa te doen afnemen.
De waarderingen zullen waarschijnlijk de fakkel doorgeven ... Het is dan ook niet te verwonderen dat er voor de kapitaalstromen een switch van obligaties naar aandelen komt. Volgens een studie van Bank of America (BofA) in september 2013 verhoogden beleggers hun aandelenallocatie tot het hoogste peil in twee en
12
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
2010
Copyright © 2013 Bloomberg Finance L.P.
2011
2012 2013 15- Oct-2013 17:10:06
een half jaar, terwijl hun blootstelling aan obligaties is teruggevallen tot het laagste niveau sinds april 2006. Drie op vier beleggers verwachten immers dat de rente zal stijgen over een horizon van twaalf maanden. Deze beginnende 'rotatie' van obligaties naar aandelen kan verschillende kwartalen en zelfs jaren duren, om dezelfde redenen als een jaar geleden werden aangehaald. Maar deze keer minder gedreven door de waarderingen die nu, in absolute cijfers, wat minder fraai uitvallen voor de beurswaarden. Door de opvering van de koersen is de koers-winstverhouding (P/E) van de S&P 500 met 40% gestegen sinds het dieptepunt in 2011. Toch blijft voormelde verhouding 10% lager dan de gemiddelde P/E tijdens de rally's op Wall Street sinds 1957 (17,4).
De relatieve waarderingen (hier vergelijken we het rendement van de aandelendividenden met het rendement van de staatsleningen) pleiten nog altijd in het voordeel van de aandelen in plaats van overheids- of privé-obligaties. Ondanks de opvering van de beurskoersen en de lagere risicopremie op aandelen blijft die premie historisch hoog en is de groei van het dividendrendement nog altijd bemoedigend (zie grafiek 3). Hetzelfde geldt voor bedrijfsobligaties die vrij duur lijken in vergelijking met de aandelen, aangezien hun risicopremies onder impuls van de gezondere balansen waarschijnlijk al volledig zijn teruggevallen. Het verschil tussen het rendement van de winst voor aandelen die in de MSCI World-index zijn opgenomen (6,1%) en het rendement op de vervaldag voor bedrijfsobligaties van emittenten met een goede kredietkwaliteit (3,9%) is dubbel zo hoog als begin 2010 (zie grafiek 4).
Voor de hoogrentende obligaties ('high yield') is deze risicopremie geslonken van 3,6% naar haast 0%. Hoe meer de risicopremie daalt, hoe meer we vrezen dat de ondernemingen geneigd zullen zijn om de liquiditeiten die ze de laatste jaren hebben opgebouwd, zullen aanwenden om het rendement voor de aandeelhouders op te drijven via de inkoop van eigen aandelen en hogere dividenden. Naarmate de groei versnelt, zullen ook de fusies, overnames en investeringen toenemen. Twee factoren die ook meer in het voordeel spelen van de aandeelhouders dan van de obligatiehouders.
... aan de winstgroei Dat we op middellange termijn positief blijven over de aandelen, komt doordat we verwachten dat de risicopremie op aandelen verder zal normaliseren, net als de geleidelijke rentestijging van de risicoloze obligaties en dit naarmate de economische groei aantrekt en het rentebeleid genormaliseerd wordt. In dat kader zal de stijging van de beurskoersen niet langer worden gedragen door de waarderingen maar door de winstgroei van
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
13
B eleggen Grafiek 4 De 4 fases van een 'klassieke' beurscyclus (Europa, uitgezonderd Engeland) 60
Reële groei van de winst (%) Gemiddelde evolutie van de voortschrijdende koers-winstverhouding (%) Reële beurs-returns (%)
50
50.2 51.2 % %
40
30
20
10
0.7%
0
-7.3%
-19%
-24.9%
22.5%
10.9%
2.3% 24.2% 27.1%
-9.5%
-10
-20
-30
Wanhoop
Hoop
Groei
Optimisme
26 maand
10 maand
33 maand
14 maand
de bedrijven. Na de opvering van de aandelen dankzij de afnemende systeemrisico's en de hoop op een conjunctuurherstel, zal de tweede fase van de aandelenrally waarschijnlijk worden gekenmerkt door een winsttoename (zie grafiek 5). Doorgaans is dit de langste fase van een klassieke haussemarkt (ze duurt gemiddeld 33 maanden) maar ze gaat gepaard met een reële gemiddelde beursreturn die gewoonlijk minder hoog is (ongeveer 11% over de periode). Daarna komt de laatste fase van de opwaartse cyclus, namelijk het optimisme, die gemiddeld 14 maanden duurt en een gemiddelde return van 27% oplevert. Uiteraard wippen de beurzen daarom niet noodzakelijk lineair van de ene naar de andere fase van de cyclus. Zo werd de huidige beurscyclus verstoord door verschillende crisissen sinds het debacle met de Amerikaanse subprimes in 2007 en de fase van 'wanhoop' door het opzienbarende bankroet van Lehman Brothers in 2008. De fase van hoop op een economisch herstel, die is begonnen na het dieptepunt van de markten in maart 2009, ging door tot in 2010. Maar de staatsschuldencrisis in de eurozone van 2011 kwam alles verstoren en duwde de aandelen opnieuw de dieperik in. De opleving van de beurzen sinds midden 2012 mag dan ook worden beschouwd als een 'nieuwe' fase van hoop op een economisch herstel, dankzij de kleiner wordende systeemrisico's. Kan ons scenario voor de verdere stijging van de beurskoersen, gesteund door de betere winstgroei van de ondernemingen (fase 3), aan het wankelen worden gebracht door de geleidelijke renteverhoging? We denken van niet, want wanneer het obligatierendement opnieuw begint te stijgen nadat het op een zeer laag peil stond, zoals
14
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
nu, dan heeft dat gewoonlijk een positief effect op de aandelen. De impact van het stijgende rendement van risicoloze obligaties wordt immers ruimschoots goedgemaakt door de betere winstgroeiprognoses. Zeker als de rentestijging er geleidelijk aan komt, zoals we verwachten, en zonder een al te grote inflatiedruk. Er is nog geen inflatiedreiging in zicht, daarvan getuigt de Amerikaanse Federal Reserve, die tegen alle verwachtingen in besliste om de afbouw van haar programma voor de opkoop van activa op lange termijn uit te stellen (waarschijnlijk tot volgend jaar). De kwetsbaarheid van de sectoren die gevoelig zijn voor het renteverloop en de risico's als gevolg van de begrotingsimpasse in de Verenigde Staten voerde zij daarvoor als argumenten aan. De Amerikaanse monetaire autoriteiten willen duidelijk geen risico's nemen door hun steun aan de economie te vroeg af te bouwen. De statistische gegevens die gevoelig zijn voor het renteverloop (zoals aanvragen voor hypothecaire leningen, uitrustingsgoederen, verkoop van nieuwe woningen en residentiële investeringen) zijn de afgelopen maanden aan het verzwakken, want de beleggers hadden verwacht dat de Fed geleidelijk de geldkraan zou dichtdraaien.
De eurozone heeft de staatsschuldencrisis die nu al vier jaar aanhoudt, wel nog niet helemaal de rug toegedraaid. Dat blijkt onder meer uit de werkloosheidsgraad die volgens de prognoses tot in 2015 hoger dan 12% zal blijven. Maar het is misschien allemaal niet zo erg als lange tijd werd gedacht. Want zelfs al kampt Europa met heel wat problemen, toch werd er zeker ook vooruitgang geboekt. "De laatste statistische gegevens zijn behoorlijk indrukwekkend", bevestigde Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank. "De export is fors gegroeid, niet alleen in Duitsland, maar ook in Italië en Spanje, wat erop wijst dat de hervormingen hun vruchten beginnen af te werpen en dat het concurrentievermogen erop vooruitgaat".
Sinds Mario Draghi in november 2011 aan het hoofd kwam van de ECB, verlaagde hij de rente tot een recordpeil, verbond hij zich ertoe ze zo lang als nodig laag te houden en beloofde hij "er alles aan te doen om de euro te redden." Een strategie die loont want hierdoor kwam de schuld van de perifere landen in Europa beduidend minder onder druk te staan: het rendement van de Spaanse en Italiaanse obligaties zakte van een piek van respectievelijk 7,75% en 7,48% naar zowat 4,25%.
De samengestelde index van de verwerkende nijverheid in de eurozone voor augustus en september (boven 51, het hoogste peil in meer dan twee jaar) toont aan dat het herstel op gang is gekomen in de regio. We gaan ervan uit dat de eurozone niet snel een groei van meer dan 1% zal laten optekenen, maar hij zal op zijn minst wel positief zijn. Omdat de vrees voor een recessie op dit moment is geweken, zullen de aandelen van het Oude Continent mogelijk in waarde stijgen.
Zeker omdat ondanks de recente stijging van het obligatierendement, het verschil in waardering tussen aandelen en obligaties nog altijd in het voordeel blijft van de continentale aandelen (zie grafiek 3). In de eurozone bieden de aandelen nog altijd een uitzonderlijk hoog dividendrendement, hoger dan het gemiddelde rendement van de staatsobligaties en obligaties van bedrijven met een goede kredietkwaliteit, dat respectievelijk op 0,74% en 2% uitkomt, tegenover een historisch gemiddelde van respectievelijk -1,2% en -1,3%.
Zeker omdat de inspanningen van Mario Draghi om de Economische en Monetaire Unie uit de schuldencrisis te halen de kapitaalvlucht hebben tegengehouden. Ter herinnering: sinds 2007 stroomde haast 100 miljard dollar weg uit aandelen van de Europese ruimte.
Besluit: als de beursrally toe is aan zijn derde fase, dus die van de winstgroei, en er geen onverwachte schok van buitenaf komt, zullen de aandelen, en dan vooral in de eurozone, waarschijnlijk nog renderen voor beleggers die hun liquiditeiten "aan het werk willen zetten" ... ◾
De internationale beleggers hebben de voorbije jaren een groot deel van hun blootstelling aan Europese aandelen verkocht en krijgen nu de kans om daarop terug te komen.
Grafiek 5 Evolutie van de industriële activiteit: Europa herstelt zich. 60
Economische groei
125 56.2 55 52.5 120 51.1 50
45
Europa komt boven water De eurozone is volgens ons een van de regio's die het meeste voordeel kan halen uit een eventuele opvering van de winstgroei, vooral afgaand op de lage verwachtingen van de analisten in dat verband en het herstel van de verwerkende nijverheid. We denken dat de aandelen van de Economische en Monetaire Unie nu pas opnieuw in de gratie komen bij de beleggers, nadat ze lange tijd ondermaats presteerden.
40
Economische krimp PMI-index in China PMI-index in de eurozone PMI-index in de Verenigde Staten PMI-index in Japan
35
30
... Mar Jun Sep Dec Mar Jun Sep Dec Mar Jun Sep Dec M ar Jun Sep Dec Mar Jun Sep Dec Mar J un Sep Dec M ar Jun Sep Dec Mar Jun Sep Dec Mar Jun Sep 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 CPMINDX Index (ChinaManufacturing PMI SA) Global PMIs FR Daily 31DEC2004-080CT Monthly 31 Copyright © 2013 Bloomberg Finance L.P.
15- Oct-2013 17:35:32
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
15
B usiness Eric Everard Foto © Benjamin Brolet
Artexis Group en Barco in het kort Artexis Group, met hoofdzetel in Brussel, beheert vier evenementenruimten in België (Antwerp Expo, Flanders Expo, Namur Expo en het Namur Palais des Congrès) en twee in Zweden. De groep organiseert
Welke engagementen staat een Manager van het Jaar te wachten?
in Europa ruim 120 beurzen onder de merken Artexis en easyFairs (label voor low cost beurzen). De groep realiseerde tijdens het boekjaar dat per 30 juni 2013 werd afgesloten, een omzet van 90 miljoen euro en
De laureaat is in zekere zin de “Miss België van bedrijfsleven” (lacht) en wordt dus bijzonder veel gevraagd. Zelf geef ik twee of drie lezingen per week. Mijn hoofdreden hiervoor is dat dit land alle nodige ingrediënten heeft voor het laten ontstaan en ontwikkelen van heel wat ondernemingen, maar dat het ons ontbreekt aan iets fundamenteels: ondernemingsgeest. Dit zorgt ervoor dat we de helft minder starters hebben dan het Europese gemiddelde. Telkens als ik voel dat het publiek hier oren naar zou kunnen hebben, aanvaard ik de uitnodiging om te komen spreken en het belang van ondernemingsgeest te beklemtonen. Dit is trouwens niet voorbehouden aan de wereld van het bedrijfsleven, maar kan helpen om het even welke sector te stimuleren, bijvoorbeeld het onderwijs.
stelt 350 mensen te werk. Barco, met hoofdzetel in Kortrijk, ontwerpt en ontwikkelt visualisatieproducten voor verscheidene pro fessionele markten: controlekamers, defensie en de ruimtevaart, digitale cinema, gezondheidszorg, multi media, ontspanning, simulatie en virtual reality. De groep telt wereldwijd ongeveer 3.900 medewerkers en vertegenwoordigde in 2012 een omzet van bijna 1,2 miljard euro.
Eric & Eric,
Managers van het Jaar 2012 In januari 2013 werden Eric Everard, CEO van Artexis Group, en Eric Van Zele, CEO van Barco, uitgeroepen tot de Managers van het Jaar 2012 door respectievelijk de lezers van TrendsTendances en van Trends . Ondertussen zijn we bijna een jaar verder en ontmoette Outline de
Waar staat uw beeldje?
beide laureaten om een balans op te maken. Eric Everard: “Het geeft je innerlijke rust” Sommigen hebben u verweten dat u actief campagne hebt gevoerd om de titel aan Franstalige zijde binnen te halen. Deelnemen om te winnen, is dat uw motto? Eigenlijk heb ik zelf niet zo veel gedaan, laat dat duidelijk zijn. Ik heb enkel een e-mail gestuurd aan de mensen in mijn adresboek met de vraag om mij te steunen indien ze mijn werk waarderen. Maar vervolgens hebben enkele van mijn vrienden spontaan heel wat ondernomen. Zo heeft Isabella Lenarduzzi, met wie ik in 1988 ben gestart met het Salon van de Student, een persoonlijke e-mail gestuurd naar het volledige Jump-netwerk, dat natuurlijk enorm uitgebreid is. In haar boodschap schreef ze “Eric heeft van mij een ondernemer gemaakt”. Het raakte me dat sommige mensen met zoveel oprechtheid en zoveel overtuigingskracht hebben gereageerd, omdat dit dingen zijn die je binnen de zakenwereld niet zo snel meemaakt. Dat was enorm, het deed me wel iets. Niettemin
16
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
Mijn vrouw vindt dat ze een redelijk zware tol betaalt voor deze prijs en heeft beslist het beeldje thuis te verbergen … wil ik nog beklemtonen dat je als B2B-ondernemer geen enkele kans maakt tegenover een ondernemer met een product voor het grote publiek (B2C), net zomin je geen kans maakt tegenover een bedrijfsleider met enkele duizenden werknemers. Zonder een minimum aan campagne zorg je er alleen maar voor dat andere genomineerden er beter uitkomen.
Manager van het Jaar, meer dan een kort moment van glorie? Ik verbaas je wellicht wanneer ik vertel dat een dergelijke prijs voor veel innerlijke rust zorgt. Veel ondernemers hebben iets te bewijzen: ze willen de wereld veranderen, ze willen tonen dat ze het ondanks een gewone of moeilijke start in het leven toch ver hebben gebracht, enz. Bij de elementen die hen vooruit helpen, en dat geldt ook voor mij, is er de zoektocht naar erkenning. Je werkt heel veel, blijft altijd maar doorgaan en krijgt weinig erkenning, noch van je collega-ondernemers, noch van de overheid, noch van het
middenveld. Wanneer dan de economische wereld je een schouderklopje geeft en bravo zegt door je de titel van Manager van het Jaar te geven, dan doet dat natuurlijk plezier. Nu deze erkenning verworven is, zal ik me kunnen concentreren op meer fundamentele vragen als de zin van wat we doen en de toegevoegde waarde voor de samenleving; door sommigen de maatschappelijke verantwoordelijkheid 2.0 genoemd. Dit viel niet ineens uit de hemel omdat ik werd uitgeroepen tot Manager van het Jaar, maar deze prijs was wel een goede katalysator. Daarnaast was er het economische aspect: door mijn verkiezing steeg de naambekendheid van Artexis en indirect die van de sector achter de organisatie van beurzen. En ook binnen het bedrijf waren we erg trots op deze prijs. Dit heeft nog extra bijgedragen tot een sterk, samenhangend team. Ook op het vlak van rekrutering had de prijs een enorme impact: het aantal kandidaten ligt nu een stuk hoger en wanneer we een beroep doen op headhunters biedt deze hogere naambekendheid ons voordeel.
Hoe zal de Artexis Group er morgen uitzien? We hebben in België nog maar weinig groeimogelijkheden als we ons beperken tot onze kernactiviteit, niettemin hanteren we een groeistrategie. De potentiële groei is groter in Zweden, waar we al twee exporuimten beheren, en enorm binnen Europa, dankzij ons low cost easyFairs beursconcept. Maar met Artexis kijken we zelfs buiten de strikt Europese grenzen. We willen een mondiale leider worden binnen een aantal nichemarkten, via geo-cloning. Dit houdt in dat we binnen Europa vooraanstaande beurzen gaan detecteren die we kunnen dupliceren in andere continenten. Onze eerste opportuniteit was StocExpo, binnen Europa marktleider voor tankopslag (opslag van koolwaterstoffen). We kopieerden dit event ondertussen ook naar Canada en Singapore. In 2014 komt daar nog een land uit het Midden-Oosten of Istanbul bij en Latijns-Amerika in 2015. We streven er naar om tussen nu en vijf jaar een vijftal beurzen te hebben die we mondiaal kunnen klonen.
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
17
B usiness
Backstage
Wat ze verwachten van hun bankier…
Welk ander vak zou u hebben kunnen kiezen?
Welke boodschap geeft u dan mee?
Eric Everard: Ik had ook wel graag als architect-
Ik presenteer dan de “10 geboden van een turn-around”, zoals ik die voor mijzelf heb opgesteld. De reacties zijn heel positief. Je moet kijken naar het engagement van de mensen en naar de cultuur die binnen het bedrijf heerst. Dat is belangrijker dan de loonkost. Vraag je af waarom je bedrijf niet succesvol is en erken waar het probleem zit. Bij Barco ging het om de interne communicatie, de strategie en het leidinggeven. Vraag het aan je mensen. Die weten wat er scheef zit. Als je hen een positieve veranderingsboodschap brengt, zullen ze meewerken aan de ommekeer. Positiviteit is een zeer sterke hefboom voor succes. Onze fabriek in Kuurne produceert nu 1.000 projectoren per maand met ongeveer evenveel mensen als voorheen, toen er 50 of 60 projectoren werden gemaakt. Daarnaast moet je een analyse doen van de concurrentie, leren van wat zij beter doen. Dat kan met eenvoudige middelen zoals Google. Zo zag ik dat de concurrenten indirecte kosten van ongeveer 30% hadden, terwijl Barco aan 44% zat. We hebben zeer snel onze kosten gedrukt door te besparen en met minder middelen betere prestaties neer te zetten.
promotor-projectontwikkelaar gewerkt, ik ben immers erg geïnteresseerd in de verfraaiing van onze leef ruimten. Het mag dan ook niet verbazen dat we grote vastgoedprojecten ontwikkelen in de omgeving van onze exporuimtes. Ik zou mogelijk ook wel geaard hebben als politicus, maar benadruk hier meteen dat ik nooit aan politiek zal doen! Ik heb immers maar één leven en Artexis belooft me de volgende twintig jaar bezig te houden … Eric Van Zele: Eric Van Zele, maar dan zonder zijn tekortkomingen. Ik ben blij dat ik mezelf mag zijn. Als ik dan toch iets moet zeggen: gitarist zijn, dat zegt me wel wat. Gitaarmuziek, zowel klassiek als rock en al de rest, boeit mij. Ik vrees dat als ik een chauffeur had, hij intussen doof zou zijn geworden.
Waar gaat uw eerste gedachte ’s morgens naar toe? Eric Everard: Ik sta gewoonlijk rond zes uur op, en dan verzamel ik al mijn moed voor mijn dagelijkse uurtje
Eric Van Zele
Barco had in 2012 nog sterkere resultaten neergezet dan het jaar voordien. Dat had ons visibiliteit opgeleverd, ondermeer een interview met mijzelf op zakenzender Kanaal Z. Ik voelde dat ik kans maakte. Wat niet wegnam dat het een positieve verrassing was.
Je moet technologisch vernieuwen. Een product marktrijp maken duurt 3 jaar. Dat vereist dat je anticipeert op wat de markt zal vragen. Wij zijn wereldleider met onze digitale bioscoopuitrustingen, maar we moeten nu al weten wat er daarna zal komen. De uitdaging is dus: vandaag de juiste keuzes maken. Je moet een goede relatie hebben met de klant en anticiperen op externe factoren om aan te voelen in welke richting de zaken evolueren en hoe je een differentiërend aanbod kan ontwikkelen. Zodra je daarop een visie hebt, is het van belang die visie goed uit te voeren om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Dat is een kwestie van leiderschap, motiveren en op efficiëntie sturen.
In zijn geheel genomen is dat een prachtige zin.
Hebt u het lot een handje geholpen door uw troepen te mobiliseren?
Wat waren voor u in 2013 de lastigste dossiers en welke uitdagingen ziet u in 2014?
Eric Van Zele: "The timeless role of leaders is to coach
Niet echt. Ik streef niet naar naambekendheid. De collega’s bij Barco hebben wel initiatieven genomen.
Moeilijk dit jaar was het in de hand houden van de verwachtingen van de beursanalisten. In 4 jaar tijd is onze omzet quasi verdubbeld naar bijna 1,2 miljard euro en dan begint men al eens onrealistische verwachtingen te koesteren. Onze grootste uitdaging is om op dit elan verder te gaan. Dat is in de eerste plaats een menselijk verhaal. In de IT-wereld is marktleider blijven lastig, je hebt intern een sterke culturele stuwkracht nodig, goede teams van mensen die er blijven voor gaan. Een industrie zoals de petroleumindustrie evolueert vrij langzaam, maar in het technologielandschap van Barco ligt het tempo van veranderingen zeer hoog. ◾
sport. Want zoals een groot wijsgeer al beweerde “een goed begin is het halve werk …” en die minuut motivatie is de belangrijkste, want nadien voel je je opperbest.
Eric Van Zele : “Het effect is gigantisch”
Eric Van Zele: Wat staat er op mijn agenda die dag en
Wat was uw reactie toen u tot Manager van het Jaar werd uitgeroepen?
hoe kan ik er het beste van maken. Met een positieve ingesteldheid aan de dagtaak beginnen is voor mij heel belangrijk.
Uw favoriete motto… Eric Everard: “Een gezonde geest in een gezond lichaam dat zijn levenspad met plezier bewandelt.”
their organizations through necessary but often painful changes that would not have happened naturally."
We zijn bijna een jaar verder. Heeft de titel van Manager van het Jaar een effect? Binnen de onderneming is het effect op de fierheid en de betrokkenheid bij onze 4.000 medewerkers gigantisch. Barco is van ver teruggekomen. Maar we moeten met de voeten op de grond blijven en verderwerken. De titel resulteerde voor mij vooral in veel uitnodigingen als gastspreker, zo’n 40 keer al.
18
Wat heeft een onderneming in uw sector nodig om te groeien?
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
Eric Van Zele: De vertrouwenscrisis die er geweest is, heeft ook bij mij diepe sporen nagelaten. Op je bank moet je kunnen vertrouwen, dat is essentieel en cruciaal. Je spaargeld moet je in beheer kunnen geven met het gevoel dat het goed beschermd is. Dat je de eerste 100.000 euro niet kan kwijtraken,vind ik bijvoorbeeld geen geruststellende boodschap – want impliciet houdt dit in dat de rest wel in gevaar zou kunnen komen. Het gaat mij om de betrokkenheid van mijn bankier, ik verlang dat hij mij begrijpt en mij ten dienste wil zijn. Dat hij geen onverantwoorde risico’s neemt. Stabiliteit is natuurlijk ook wel fundamenteel. Eric Everard: Voor een ondernemer worden de patrimoniale vraagstukken almaar complexer. Ik verwacht dus in de eerste plaats gericht advies. Via zijn eigen onderneming staat de ondernemer al in sterke mate bloot aan risico’s en inzake activamanagement zou het dus niet echt opportuun zijn om hem in zijn aandelenportefeuille ook nog eens bloot te stellen aan alle risico’s van de wereldeconomie. Ik vraag van mijn bankier dat hij snel reageert en de risico’s maximaal beperkt, want al te vaak ondergaat de klant de markt. Naast asset allocation is de rol van de bankier vanzelfsprekend ook van groot belang voor de overdracht van het vermogen aan de volgende generatie. Ten slotte lijkt de kwaliteit van de dienstverlening me primordiaal.
"Positiviteit is een zeer sterke hefboom voor succes."
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
19
B usiness
Private equity als alternatieve financieringsbron voor familiebedrijven
ING Corporate Investments in een oogopslag ING investeert van 2 tot 20 miljoen euro in het bedrijfskapitaal van familiebedrijven die geleid worden door een bekwaam managementteam, een omzet van 5 tot 100 miljoen euro draaien en de ambitie hebben om marktleider te worden. ING zetelt in de raad van
Familiebedrijven hebben geld nodig om te groeien en te investeren. Naast de traditionele financiering- en leasingformules kan men ook een beroep doen op financiële of industriële investeerders die mee in het bedrijfskapitaal stappen. Maar wat houdt dit in? Is private equity
bestuur maar houdt zich niet bezig met het dagelijks management. De beleggingshorizon reikt van 4 tot 6 jaar, waarna de aandelen verkocht worden, in overleg met de resterende aandeelhouders.
de ideale oplossing? Professor Doctor Johan Lambrecht, hoogleraar aan de HogeschoolUniversiteit Brussel en directeur van het Studiecentrum voor ondernemerschap, maakt de balans op terwijl Pol Bruyninx, CEO van Groep Bruyninx/Limauto, en Glenn Roggeman, CEO van AED Group, hun praktijkervaring met u delen. De win-win van private equity Private equity is een algemene benaming voor investeerders die aandelen kopen van niet-beursgenoteerde ondernemingen en na gemiddeld 5 jaar weer uit het bedrijfskapitaal stappen. Zo investeert ING Corporate Investments o.a. in Belgische familiebedrijven die aandelen wensen te verkopen om overnames te financieren of hun groeistrategie te ondersteunen. ING stapt tijdelijk in het bedrijfskapitaal en zetelt mee in de raad van bestuur maar houdt zich niet bezig met het dagelijks management van het bedrijf. Daarvoor zorgt het bestaande managementteam. Na gemiddeld 4 à 6 jaar verkoopt ING de aandelen aan de bestaande aandeelhouders of aan een nieuwe, samen gekozen partner. De meerwaarde voor familiebedrijven is dat ze op die manier extra financiële slagkracht
20
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
krijgen en kunnen rekenen op de input en ervaring van een externe specialist. ING van zijn kant mikt op de meerwaarde van de aandelen bij de verkoop, na afloop van de investeringsperiode. Kortom, een win-winsituatie waaruit beide partijen hun voordeel halen. De formule is echter nog niet goed ingeburgerd in het Belgische bedrijfsleven. Dat is de reden waarom de tiende editie van de Dag van het familiebedrijf, die op 1 oktober plaatsvond in Gent, in het teken stond van private equity, onder het motto: “Ontdek de win-win van private equity”. Bij die gelegenheid werden ook de resultaten voorgesteld van de studie die Professor Johan Lambrecht en zijn team uitvoerden in opdracht van het Instituut voor het Familiebedrijf.
De beste praktijken voor een duurzame relatie De resultaten van deze studie, uitgevoerd bij private-equity-investeerders, familiebedrijven en tussenpersonen, werden samengevat in de brochure “Private equity in familiebedrijven, best practices voor een duurzame relatie”. De drie fases van het samenwerkingsproces – de selectie van de private-equitypartner, de eigenlijke samenwerking en de uitstap van de privé-investeerder uit het bedrijfskapitaal – worden geanalyseerd en uit dat alles worden tips en waarschuwingen gedistilleerd om het hele proces te stroomlijnen. Bondig samengevat zien die uiteindelijke aanbevelingen er als volgt uit: >> Weet waaraan u begint: wie voor private equity kiest, geeft een stuk familiale controle prijs en moet transparant opereren. >> Kies de geschikte private-equitypartner: zorg ervoor dat u op dezelfde golflengte zit als het investeringsbedrijf waarmee u gaat samenwerken. >> Stel uw bedrijf professioneel voor, met een ondernemingsplan waaruit duidelijk blijkt welke richting u uitgaat.
>> Stel een aandeelhoudersovereenkomst op, liefst in samenwerking met een expert, om onder meer het beslissingsrecht van de verschillende partijen te bepalen. >> Kies een private-equitypartner met voldoende financiële middelen om in het bedrijfskapitaal te stappen, zonder dat hij te veel schulden moet maken. >> Respecteer elkaar. Ken elkaars motieven en doelstellingen en communiceer op een transparante manier. >> Kiezen voor private equity houdt de professionalisering in van al uw bedrijfssystemen. >> Toon uw engagement door zelf in het bedrijfskapitaal te participeren. Maar wat zijn de bevindingen van familiebedrijven die de stap waagden? Glenn Roggeman (AED Group) en Pol Bruyninx (Groep Bruyninx) vertellen hun verhaal.
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
21
B usiness
AED Group
Groep Bruyninx
Private equity brengt eigen en bedrijfsvermogen in balans
Opvolgingsproblematiek als beweegreden voor private equity
van links naar rechts
Tom Bousmans (ING Investments Director) Glenn Roggeman (CEO AED Group) Stefan Yee (PE Group)
Private equity was voor hem nog een nieuwe wereld. Daarom besloot hij uiteindelijk te kiezen voor een kleiner investeringsfonds, om een hechtere band te hebben. De samenwerking verliep zo vlot dat het bedrijf 3 jaar geleden besloot om nog twee andere private-equityspelers bij het verhaal te betrekken. Zo deden ING Corporate Investments en Phifin Invest hun intrede. De CEO stelt de professionele input van de nieuwe leden van de raad van bestuur erg op prijs. “Wat je zeker en vast moet doen is hun kennis en kunde gebruiken; wat je zeker niet mag doen is hen achter het stuurwiel van het bedrijf laten plaatsnemen,” raadt hij aan. Hij pleit voor een duidelijke scheiding tussen het bestuur en het dagelijks management van het bedrijf. En dat lukt ook perfect in de praktijk. Het feit dat er 3 verschillende private-equitypartners in de raad van bestuur zitten is voor hem geen probleem: “Als je de behoeften, de visie en het doel van die verschillende partners begrijpt en daarmee rekening houdt is het allemaal heel simpel,” verklaart hij laconiek. Hij wijst erop dat deze partners waardevolle informatiekanalen zijn die het bedrijf veel kunnen leren. “Zij hebben al veel bedrijven in hun portefeuille gehad; zij kennen de cycli waar je moet doorgaan – iets wat je als bedrijfsleider meestal nog nooit of slechts één keer hebt meegemaakt.” Glenn Roggeman was amper 17 jaar oud toen hij in 1986 AED opstartte. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot de grootste lever ancier van audio-, licht- en videomateriaal voor professionals in Europa, of zij het benodigde materiaal nu wensen te kopen, te huren of te leasen. Sterker nog, AED Group maakt inmiddels deel uit van de top 5 op wereldvlak. Het bedrijf telt 200 personeelsleden en is gevestigd in Willebroek. De groep heeft ook filialen in Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Het intensieve groeiproces werd gefinancierd met eigen vermogen en uiteraard ook leasing en financieringen. Toen de CEO 7 jaar geleden besloot om op zoek te gaan naar een private-equitypartner was het dan ook niet om de groei van zijn bedrijf te financieren maar wel om de balans tussen eigen en bedrijfsvermogen in evenwicht te brengen. “Op een gegeven moment zat meer dan 95% van mijn eigen vermogen in het bedrijf. Mijn privévermogen was zeer klein en het vermogen van het bedrijf zeer groot. Ik koos voor private equity om een gezonde balans tussen privé- en bedrijfsvermogen te bekomen,” verklaart Glenn Roggeman.
22
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
Dat zorgt voor een frisse kijk op de zaak, die AED Group op prijs stelt en met succes aanwendt om verder te evolueren. Zo werden onlangs de contracten ondertekend voor de aankoop van de gebouwen van Alfacam, de pionier op het vlak van HDTV in Europa, die nu verder door het leven gaat als AED Studios. Toch zou de CEO private equity niet onvoorwaardelijk aanraden: “Ik zou het alléén aanraden als het bedrijf, maar vooral de bedrijfsleiding er helemaal klaar voor is. Is dat niet het geval dan raad ik het ten stelligste af.” Hij wijst er tevens op dat men moet openstaan voor partners die raad geven maar ook soms zeggen hoe het moet. Wie daar niet mee om kan is volgens hem niet klaar voor een private-equitypartner. “Dat is volwassen worden…” besluit Glenn Roggeman. “Een duidelijk onderscheid maken tussen eigen vermogen en bedrijfsvermogen is een van de belangrijke parameters die bepalen of je klaar bent voor een privateequitypartner. Als dat het geval is, betekent een private-equityspeler een winst voor je raad van bestuur.”
Iedereen die in het Limburgse een auto koopt kent de Groep Bruyninx. Via 11 eigen concessies en een twintigtal onderconcessies bracht de groep verleden jaar bijna 6.000 nieuwe wagens aan de man. De groep verkoopt 9 automerken, heeft 2 carrosseriebedrijven en beschikt sinds kort ook een afdeling “Selected Used Cars” en een interne veilingsite die occasiewagens per opbod verkoopt aan autohandelaars, samen goed voor een omzet van 125 miljoen euro. Het bedrijf werd opgestart door Martin Bruyninx die helaas in 1988 overleed. Dat maakte van zijn 8 kinderen plots gelijkwaardige aandeelhouders, een ingewikkelde situatie die ertoe leidde dat de familie tussen 1989 en 1999 eerst van 8 naar 5 en vervolgens naar 4 aandeelhouders ging. 5 jaar later wilden 2 van de 4 resterende bestuurders uitstappen uit het aandeelhouderschap. Pol en Ward, de 2 overblijvende broers, stonden toen voor de keuze: ofwel zelf de aandelen kopen, ofwel een partner zoeken. Het werd de tweede optie. “We hebben niet verkocht uit noodzaak,” verduidelijkt Pol Bruyninx, CEO. “Maar met het oog op de toekomst en de opvolging vonden wij het beter om te kiezen voor private equity.” Deloitte, de bedrijfsrevisor van de Groep Bruyninx, stelde een mooi dossier samen en prospecteerde daarmee bij mogelijke investeerders. Uiteindelijk werd gekozen voor ING Corporate Investments. Tegelijkertijd toonde de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) belangstelling in een minderheidsparticipatie. Pol Bruyninx: “De puzzelstukjes vielen mooi in elkaar. ING nam het voortouw, LRM was de volger en mijn broer en ik bleven aan boord.” De privateequitypartners kwamen in het bezit van 79% van de aandelen en zorgden voor respectievelijk 2 (ING) en 1 (LRM) bestuursleden in de raad van bestuur, naast Pol en Ward. Zo hadden de investeerders eventueel de meerderheid bij geschillen, maar die bleven uit. “De samenwerking is voorbeeldig verlopen. Wij hebben nooit een probleem gehad,” verklaart de CEO. Toen de tijd rijp was om uit te stappen, stelde ING een industriële partner voor, Modis (Moorkens Distributie) die sinds 2011, 79% van de aandelen bezit. Het verschil tussen een financieel investeerder en een industriële partner is zéér groot volgens de CEO. “De privateequitypartners zijn financiers, zij zetelen in de raad van bestuur maar houden zich niet bezig met het dagelijks management.
Ward & Pol Bruyninx
“Wees ervan bewust dat u verkoopt. Dat betekent autonomieverlies.” Pol Bruyninx (Groep Bruyninx)
De mensen van Modis daarentegen weten precies hoe een garage draait en stellen veel pertinente vragen.” Dat gaat gepaard met autonomieverlies, maar de balans is positief: “Onze huidige partner is zeer ambitieus. Het is schitterend om in zo’n bedrijf mee te mogen draaien,” verklaart de CEO. Hij besluit: “Toen mijn broer en zus wilden stoppen vonden wij een zeer goede financiële partner en toen wij aan de opvolging begonnen te denken vonden wij een industriële partner met een beleggingshorizon op lange termijn. Een ideaal parcours!” ◾
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
23
Juridisch Michèle De Smaele, Analysis & Planning, ING Private Banking Belgium
adviseur Wealth
Gesplitste aankoop vruchtgebruik/blote eigendom van een onroerend goed: de belastingadministratie herziet haar standpunt Waaruit bestaat de gesplitste aankoop van een onroerend goed? Het principe bestaat erin de volle eigendom van een onroerend goed te splitsen in een vruchtgebruik en een blote eigendom. De ouders kopen het vruchtgebruik en de kinderen de blote eigendom. De waarde van het vruchtgebruik wordt bepaald aan de hand van de sterftetafels. Op de datum van aan koop zijn registratierechten (10% in Vlaanderen en 12,5% in de rest van het land) verschuldigd op de waarde in volle eigendom van het onroerend goed. Deze techniek is vooral van belang voor de successieplanning. Op een zekere leeftijd is het met het oog op de successierechten (progressieve tarieven per schijf) namelijk niet echt zinvol om het onroerend vermogen nog verder uit te breiden. Dankzij de 'gesplitste aankoop' kunnen de vruchtgebruikers (veelal de ouders) bovendien hun hele leven gebruikmaken van het onroerend goed zonder dat ze de blote eigenaars enige vergoeding zijn verschuldigd. En als zij het onroerend goed willen verhuren, kunnen zij er de huur van ontvangen. Als een van hen overlijdt, kan ook worden bepaald dat de langstlevende partner het vruchtgebruik op het hele onroerend goed mag behouden. Als beide ouders overleden zijn, dooft het vruchtgebruik automatisch uit en komt het bij de blote eigendom van de kinderen. Zij worden dan de volle eigenaars, zonder dat ze op voormeld onroerend goed successierechten moeten betalen. Met andere woorden maakt dit onroerend goed geen deel meer uit van de nalatenschap. Toch eenvoudig denkt u nu ... Ja, maar dat is buiten de fiscus gerekend, die nog altijd van mening kan zijn dat de vruchtgebruiker de hele verrichting financierde (wettelijk vermoeden) en dat
24
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
het dus gaat om een verrichting met als doel de erfgenamen (dus de blote eigenaars) te bevoordelen op een bedekte wijze. De fiscus kan dus weigeren te geloven dat de blote eigenaar effectief betaald heeft voor de verkrijging van zijn blote eigendom. Met als gevolg dat de blote eigenaar bij het overlijden van de vruchtgebruiker successierechten moet betalen op de waarde van de volle eigendom van het onroerend goed. Bovendien is er ook nog een risico op dubbele belasting indien de schenker binnen drie jaar na de schenking overlijdt zonder de schenking te hebben geregistreerd. De belastingadministratie haalt die bevoegdheid uit de toepassing van artikel 9 van het Wetboek der Successierechten (gewoonlijk het 'fictieartikel' genoemd). De blote eigenaar kan dat wettelijke vermoeden wel ont krachten, onder meer door het bewijs te leveren dat hij zijn aandeel in de blote eigendom effectief heeft betaald en wel met eigen middelen. De bewijzen moeten worden bewaard tot de laatste vruchtgebruiker overleden is. Maar wat wordt bedoeld met 'eigen middelen'?
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
25
Juridisch
Voorafgaande schenking Het debat met de belastingadministratie gaat vooral over wat wordt bedoeld met 'eigen middelen'. De enkele vermelding in de notariële aankoopakte dat de blote eigenaar zijn aandeel zelf betaalde, vormt geen afdoende bewijs. Dat bewijs moet worden geleverd met andere documenten, zoals een rekeningafschrift ter bevestiging dat de blote eigenaar wel over het nodige geld beschikte, een leningakte, het bewijs dat geld voortkwam uit een nalatenschap ... In de praktijk komt het zeer vaak voor dat de ouders (toekomstige vruchtgebruikers) voorafgaand aan de gesplitste aankoop van het onroerende goed hun kind (de toekomstige blote eigenaar) het geld schenken om de aankoopprijs van de blote eigendom te betalen. Jarenlang heeft de fiscus aanvaard dat het kind de blote eigendom financierde met gelden die hem voor de aankoop werden geschonken door zijn ouders. Bijgevolg was de voorafgaande schenking bij een gesplitste aankoop 'schering en inslag' en vormde ze een beproefde techniek voor successieplanning! En toen dook ineens de nieuwe antimisbruikbepaling op (programmawet van 29 maart 2012, in werking getreden op 1 juni 2012) ... Van de ene dag op de andere veranderde de belastingadministratie van mening en zette ze de gesplitste aankoop voorafgegaan door een (al dan niet geregistreerde) schenking door de vruchtgebruikers aan de blote eigenaars op de zwarte lijst van fiscale misbruiken in haar omzendbrief van 19 juli 2012 over de nieuwe algemene antimisbruikbepaling (op voorwaarde dat er eenheid van opzet is). Het spreekt voor zich dat er heel wat kritiek kwam op dit nieuwe standpunt. Kort daarna werd deze omzendbrief vervangen door een nieuwe (omzendbrief van 10 april 2013) waarin de gesplitste aankoop niet meer werd vermeld op de zwarte lijst. En wij maar denken dat de fiscus het niet meer op deze techniek had gemunt. Maar niets was minder waar. Nadat de fiscus eerst vond dat het om een fiscaal misbruik ging, besliste hij om het oorspronkelijke toepassingsgebied van artikel 9 van het Wetboek Successierechten in ere te herstellen en vormde de voorafgaande schenking voor de fiscus dus niet langer een geldig bewijs dat de blote eigenaar de aankoop met eigen middelen financierde (beslissing van 19 april 2013 voor alle rechtshandelingen vanaf 1 september 2013). Die beslissing veroorzaakte opnieuw protest op de markt. De minister van Financiën verzocht zijn belastingadministratie dan ook om dit standpunt uit te klaren en het zo nodig aan te passen.
Administratieve beslissing van 18 juli 2013 De belastingadministratie neemt thans het volgende standpunt in (ter vervanging van haar standpunt van 19 april 2013):
26
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
"De voorafgaande schenking kan als tegenbewijs gelden als er registratie rechten op werden betaald."
Zij bevestigt dat de voorafgaande schenking door de ouders (toekomstige vruchtgebruikers) aan de toekomstige verkrijger van de blote eigendom (hun kind) van het vereiste kapitaal om zijn aandeel in de verkrijging van het onroerend goed te financieren, in principe niet meer aanvaard zal worden als tegenbewijs voor de toepassing van artikel 9 van het Wetboek der Successierechten. Zij wijzigt haar uitspraken echter wel als volgt: "Niettemin zal worden aanvaard, dat een voorafgaande schenking wel als tegenbewijs voor de toepassing van artikel 9 W. Succ. kan gelden, wanneer de voorafgaande schenking aan de heffing van het registratierecht voor schenkingen werd onderworpen, of wanneer wordt aangetoond dat de begunstigde van de schenking vrij over de gelden heeft kunnen beschikken, wat bijvoorbeeld het geval kan zijn als wordt aangetoond dat de schenking door de verkrijger van het vruchtgebruik niet specifiek bestemd was voor de financiering van de aankoop van de blote eigendom in het kader van de gesplitste aankoop."
Inning van het schenkingsrecht De voorafgaande schenking kan als tegenbewijs gelden als er re gistratierechten op werden betaald. Waarschijnlijk zullen de belastingplichtigen liever op veilig spelen en de registratierechten betalen. In rechte lijn is dat 3% in het Vlaamse en Brusselse Gewest en 3,3% in het Waalse Gewest. Op schenkingsakten die voor een Belgische notaris worden verleden, zijn onmiddellijk registratierechten verschuldigd. Schenkingsakten die voor een buitenlandse (bijvoorbeeld Nederlandse) notaris worden verleden of ook onderhandse schenkingsakten, zijn niet verplicht registreerbaar in België. Voor deze schenkingsakten zal men dus zelf het initiatief moeten nemen om ze te registreren bij het bevoegde registratiekantoor en
de rechten te betalen. Het bevoegde registratiekantoor is dat van de woonplaats van de schenker.
Vrije beschikking over de geschonken goederen door de blote eigenaar Als de voorafgaande schenking niet is geregistreerd, moet de blote eigenaar aantonen dat hij vrij over de geschonken tegoeden kon beschikken (in de periode voor de gesplitste aankoop). Die tweede uitzondering berust op feiten die voor interpretatie vatbaar zijn, zodat alles nogal vaag blijft. We weten immers niet welke criteria de belastingadministratie zal hanteren om haar beslissingen te staven. In elk geval wordt afgeraden om in de schenkingsakte (notarieel of onderhands) een beding in te voegen met last om de betrokken gelden te gebruiken voor de aankoop van een welbepaald onroerend goed. Deze nieuwe beslissing van 18 juli 2013 is van toepassing voor alle rechtshandelingen gedaan vanaf 1 september 2013. Er staat wel niet in welke rechtshandeling(en) na 1 september 2013 moet(en) verricht zijn. De rechtsonzekerheid blijft dus bestaan voor gesplitste aankopen na 1 september 2013 waarvan de voorafgaande schenking plaatsvond vóór die datum.
Wat zijn de alternatieven? De fiscus richt zijn pijlen niet op alle gesplitste aankopen: het gaat specifiek om de gesplitste aankoop van een onroerend goed voorafgegaan door een schenking door de toekomstige verkrijgers van het vruchtgebruik (bijvoorbeeld de ouders) aan de toekomstige verkrijger van de blote eigendom (bijvoorbeeld het kind). In het kader van een gesplitste aankoop vruchtgebruik/blote eigendom
is het geen probleem dat een kind zijn aandeel in de blote eigendom koopt met geld afkomstig van een nalatenschap of lening. Hetzelfde geldt als het kind een onroerend goed in volle eigendom koopt met geld geschonken door zijn ouders. Er zijn ook andere oplossingen denkbaar, zoals: >> Een andere schenker: In het kader van een gesplitste aankoop vruchtgebruik (door de ouders) / blote eigendom (door het kind) kan het een optie zijn dat de grootouders hun kleinkind het nodige kapitaal schenken voor de verkrijging van de blote eigendom. De fiscus beoogt specifiek de gevallen waarin de toekomstige vruchtgebruikers hun kind de nodige gelden schenken voor de verkrijging van de blote eigendom. >> Een bewoningsrecht: Als de ouders zeker willen zijn dat ze in het onroerend goed kunnen blijven wonen, is het bewoningsrecht een mogelijk alter natief voor het vruchtgebruik (maar het is wel beperkter). Ze kunnen het goed dan wel niet aan derden verhuren.
Conclusie De gesplitste aankoop blijft dus een haalbare techniek voor successieplanning binnen de geschetste krijtlijnen. Toch kan men maar beter voorzichtig zijn indien men een gesplitste aankoop met voorafgaandelijke schenking aan de blote eigenaar overweegt. Men zal zich best informeren over het standpunt van de belastingadministratie op dat ogenblik, want het hoeft geen verder betoog dat dit op zijn minst ‘grillig’ genoemd mag worden. ◾
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
27
Life Style
Kreeft,wortel, passievrucht, nougatine, sesam, pindanoot, © Kris Vlegels
Yves Mattagne in 15 woorden Moeten we Yves Mattagne nog voorstellen? De tweesterrenchef van het Brusselse restaurant Sea Grill is immers zowat de meest gemediatiseerde Franstalige chef van het land. Outline legde hem (vriendelijk) op de rooster, met 15 woorden als smaakmaker. Gastronomie: Ik ben geen fan van het woord ‘gastronomie’, want elke keuken op basis van goede producten, ook al is deze erg eenvoudig, is voor mij gastronomie. Wanneer men een gastronomische keuken wil aanbieden, zijn respect voor het product, de kwaliteit van de bediening en het onthaal veel belangrijker dan het verwerken van luxeproducten. Dat is trouwens ook de nieuwe filosofie van het bedrijfsrestaurant dat recent op de hoofdzetel van ING België werd gecreëerd (zie kadertekst).
miso en yuzu, een citrusvrucht van de familie van de mandarijnen en niet van de citroenen zoals men meestal denkt. Bij een zoetzure bereiding moet je wat aciditeit toevoegen voor een frisse smaak in de mond. Zoetzuur doet het zeer goed bij bepaalde vissoorten en schaaldieren zoals sint-jakobsschelpen en langoustines. De Aziatisch geïnspireerde keuken van Yu Me (nvdr, een brasserie die Yves Mattagne in Brussel opende) leent zich perfect tot combinaties van zoet en zout.
Mentor: Mijn mentor in de keuken is Jacques Le Divellec, ondertussen 81 en eigenaar van het restaurant Le Divellec in Parijs. Hij leerde me de kneepjes van een keuken met heerlijke vis en het beste vlees waar ik nu nog altijd een groot liefhebber van ben. Vóór de opening van Sea Grill in 1990 werkte ik in meerdere bekende restaurants, maar Le Divellec was mijn enige ervaring in een sterrenrestaurant. Jacques Le Divellec heeft me trouwens begeleid tijdens het eerste exploitatiejaar van Sea Grill. Er zijn van die mensen die je nooit vergeet en hij maakt ongetwijfeld deel uit van die groep.
Pingouins: Je verwijst vast naar het hotel-pension van mijn tante aan de Belgische kust. Daar heb ik als kind mijn eerste keuken ervaringen opgedaan. Ik bracht elk jaar twee maanden door aan zee, omdat ook mijn grootmoeder daar woonde. Ik amuseerde me er de hele zomer, zowel in de keuken als in de zaal. Overdag werkte ik en ’s avonds voetbalde ik op het strand met mijn vrienden. Op die plek ontstond mijn liefde voor het vak.
Slow food: Ach … (lacht). Sommigen maakten er hun visitekaartje van. Voor mezelf geef ik de voorkeur aan een aanpak die gebaseerd is op seizoensproducten en producten van een goede bodem.
Carpaccio van Sint-Jakobsvruchten, Royal Belgium, © Kris Vlegels
oesters, zure room, caviar
28
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
De combinatie van zoet en zout: Ik ben gaan houden van de combinatie van zoete en zoute smaken en heb leren werken met ingrediënten die dit type van associaties mogelijk maken, zoals
Roeping: Ik denk dat je in mijn geval van een echte roeping kan spreken, hoewel ik nooit hotelschool heb gevolgd. Ik koos voor de sporthumaniora en zat op internaat in Soignies. Tegenwoordig is alles veel complexer, zelfs in die mate dat een chef nu een echte manager moet zijn. Omdat ik die competenties in het begin nog niet had, heb ik me goed omringd. Ik had ook het grote voordeel dat ik heel lang heb kunnen werken voor een internationale hotel groep (nvdr, sinds 2010 is Yves Mattagne de enige eigenaar van het restaurant Sea Grill dat gevestigd is in het Radisson SAS Royal Hotel Brussels).
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
29
Life Style Duurzaam: Ik hecht veel belang aan duurzame visvangst. Voor een van de bestsellers van Sea Grill wordt gewerkt met rode tonijn en dus moet ik die wel blijven aanbieden. Maar het gerecht staat enkel op de kaart op het moment dat de vangst van deze vis in Frankrijk is toegestaan. We eten allemaal dezelfde soorten, en bijgevolg dunnen de visbestanden uit. Dat is de reden waarom bepaalde chefs inspanningen leveren om klanten nieuwe soorten te laten ontdekken. Zo houd ik zelf bijvoorbeeld nogal van scharre tong. Deze vis ligt dicht bij tongschar, niet alleen door de naam, en je kunt er fantastische gerechten mee creëren. Doorgeven: Het doorgeven van onze savoir-faire is een van de fundamenten van ons vak. Ik heb nooit berekend hoeveel souschefs er ondertussen al chef zijn geworden nadat ze binnen mijn brigade werkten, maar het zou me wel benieuwen. Wanneer een jonge kok start in een keuken als deze, moet hij heel veel leren: discipline, hygiëne, organisatie en … nadenken. “Eerst nadenken, dan doen”, ik heb het ondertussen al duizenden keren moeten herhalen. Ik werk tegenwoordig steeds met precieze technische fiches, mét illustraties en een vermelding van de ingrediënten, nauwgezet afgemeten. Deze techniek komt uit de patisserie. Er is geen ruimte voor improvisatie omdat de kwaliteit van een gerecht afhangt van het algemene evenwicht. De creatie gebeurt natuurlijk al veel eerder, dat is een heel proces. Het is niet zo dat je op een dag aan een tafel gaat zitten en denkt: “Nu ga ik een nieuw recept creëren.” Ik noteer ideeën op een stukje papier, denk erover na en uiteindelijk gaan we het testen in de keuken. Ik heb alle smaken in mijn hoofd, het is hun combinatie die het verschil maakt. Ik ontdek veel tijdens reizen en sla deze indrukken op. Daarnaast heb ik vertrouwen in de jongeren rondom mij, die vaak anders denken. En toch, geloof maar niet dat alles lukt, ondanks onze kennis! Smaken uitbalanceren is veel complexer geworden door het groeiende aantal producten, specerijen enz.
ogen hadden vergde zeer grote investeringen. Voor dit restaurant zou ik hebben samengewerkt met Franco Dragone. We wilden vuur in de keuken, zowel letterlijk als figuurlijk, dus een echte show achter het fornuis. Het businessplan was klaar en ook de locatie was al gekozen. Maar helaas zouden we hoge prijzen hebben moeten aanrekenen en hadden we veel couverts nodig om de investeringen te laten renderen, en dat was niet realistisch. Maar wees gerust, het plan is zeker nog niet definitief opgeborgen …
1000 secondes op RTL-TVi: Dat programma was mijn eerste televisie-optreden op RTL-TVi en ik vond dat fantastisch. Chefs komen almaar vaker in de media, dat is een realiteit waarmee we rekening moeten houden. Alle vrouwen die ik ken, hebben me verteld dat ik Agathe Lecaron, de eerste presentatrice van de uitzending, onheus heb behandeld. Maar zij was nogal onhandig en ik moest daar wel een driegangenmenu klaarstomen in slechts 1000 seconden! Ik heb geleden, niet zij! (lacht) Ik heb recent de pilootaflevering opgenomen voor een nieuw culinair spel met de naam Chef des Chefs. Het wordt in december in primetime uitgezonden op RTL-TVi. Het is een concept van een Belgisch bedrijf en werd al verkocht aan andere landen, waaronder Frankrijk en Engeland. Ik vind dit leuk, temeer omdat een deel van mijn team aan het avontuur zal deelnemen.
Kreeftenpers: Ons restaurant is het enige in België dat er een heeft. Het is een zilveren pers die werd bedacht en getekend door Jacques Le Divellec, en geproduceerd door Christofle. Wereldwijd zijn er maar zes. Ik installeerde kreeftenpersen in twee restaurants in Bordeaux en Berlijn waarvoor ik als consultant heb gewerkt. De in de zaal geperste kreeft is een van de bestsellers van Sea Grill en verkrijgbaar op verschillende manieren: met kalfszwezeriken of met een bearnaise van persvocht. Luik: We hebben de plannen voor mijn restaurantproject in Luik voorlopig opgeborgen: de loonlasten zijn in België ondertussen gewoon te hoog, en het concept dat we voor
30
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
"Koken is mijn echte roeping, hoewel ik nooit hotelschool heb gevolgd."
Michelin: Sterren zijn erg belangrijk, voor mijn hele team. En wie er twee heeft, probeert altijd nog een extra ster te veroveren …
Belangrijke data 1963: geboorte van Yves Mattagne in Etterbeek 1990: opening van Sea Grill, in het hart van Brussel 1991: een eerste ster in de Michelingids … Yves Mattagne droomt van een derde ster voor de Sea Grill
1997: … gevolgd door een tweede 2009: start van L’Atelier Yves Mattagne (traiteurdienst, kookworkshops) in Tour & Taxis
2014: Ik werk sinds enkele maanden samen met de groep Orpea, actief binnen de sector van de rusthuizen, om de kwaliteit van de maaltijden voor de residenten te verbeteren. Mijn team gaat alle menu’s uitwerken, de technische fiches voorbereiden en omkadering bieden voor het personeel in de restaurants. In september hebben we al de formule voor het ontbijt herbekeken en we testen de veranderingen nu in één rusthuis. Het grootste deel van het project zal volgend jaar worden uitgewerkt. Ik hou wel van dergelijke uitdagingen. Het doel is altijd hetzelfde: maaltijden aanbieden, maar het biedt me de kans om te werken binnen een andere omgeving en om ouderen de smaak van het goede te laten hervinden.
2010: Yves Mattagne wordt de enige eigenaar van Sea Grill 2011: opening van brasserie Yu Me, waar de Japanse keuken wordt vermengd met brasseriege rechten. Ontspannen chic.
Mattagne kookt voor ING Yves Mattagne geeft alle chefs van de groep Compass, die gespecialiseerd is in grootkeukens voor bedrijven en groepen, opleiding over de nieuwe culinaire technologieën en trends. De groep Compass beheert
Geld: Ik leef goed en ik wil mijn gezin een zekere bescherming en comfort bieden. Wie zal me dat weigeren? Ik werk enorm veel en pluk er de vruchten van. Maar wat je ook doet, er zullen altijd mensen jaloers zijn. Dat is echter het minste van mijn zorgen …
De bar van de Sea Grill met zijn comfortabele lederen clubzetels.
Een woord dat nog ontbreekt? Team! Ik word omringd door een sterk en trouw team van ondertussen ruim 60 mensen. Slagen is maar mogelijk als je omringd wordt door competente mensen die je ambitie delen. ◾
via zijn filiaal Eurest het nieuwe restaurant aan de Marnixlaan voor de klanten van de bank. Yves Mattagne stelde de kaart samen en koos daarbij resoluut voor moderne bereidingen. “We gaan voor het principe van een lichte keuken met kwalitatieve seizoensproducten.
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
31
E venement
E venement
Lucien Pissarro, Interior of the Studio (L’Intérieur d’atelier), 1887, Indianapolis Museum of Art, gift in memory of Robert S. Ashby by his family and friends, © Estate of Lucien Pissarro.
In het ING Cultuurcentrum
Neo-impressionistische portretten: de aanzet naar de moderne schilderkunst Einde 19e eeuw. Een handvol artiesten zorgen voor een revolutie binnen de schilderkunst door het verkennen van een nieuwe manier van werken op basis van enkele wetenschappelijke trak taten: het neo-impressionisme is geboren. Voor het allereerst is er een tentoonstelling gewijd aan de portretten uit die periode. Een intiem en geraffineerd onderwerp, met niettemin heel
Théo van Rysselberghe, Three Children in Blue (The Three Guinotte Girls), 1901, oil on canvas, private collection
wat karakter! Vanuit de behoefte om zich los te maken van het intuïtieve van het impressionisme onderzochten enkele laatnegentiende-eeuwse schilders een manier van schilderen die rekening hield met de wetten van de optica. En met reden: er heerste op dat moment een sfeer van absoluut vertrouwen in de wetenschappelijke vooruitgang. De waarde van alles – en dus ook van de kunst – werd bijgevolg mee bepaald door de mate waarin het wetenschappelijk kon worden verklaard. Op basis van nieuwe ontdekkingen uit de optica en de kleurwaarneming ontstond het neo-impressionisme. Georges Seurat was de eerste om deze weg in te slaan. “De artiest maakte kennis met de kleurentheorieën in de werken van natuur kundigen als Chevreul, Rood of Newton en ging deze verder verkennen. Deze nieuwe manier van schilderen was echt revolutionair”, vertelt Patricia De Peuter, Head of Art Management van ING België. De techniek gaat uit van de optische vermenging van zuivere pigmenten die naast elkaar, in de vorm van kleine punten, op het doek worden aangebracht, en niet langer vermengd. Met deze punten in een zuivere kleur die op een geordende manier naast
32
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
elkaar worden geplaatst, gaat het oog de kleuren opnieuw samenstellen. Met andere woorden, een geel punt in combinatie met een blauw punt zorgt van op afstand voor een groene toets. Deze manier van schilderen – die er eenvoudig uitziet maar het zeker niet is! – beoogt in de eerste plaats een intensere, levendigere lichtwerking.
Seurat en de Groupe des XX Het schilderij Un dimanche après-midi à l’île de la Grande Jatte van Georges Seurat, een echt picturaal manifest en het resultaat van een lange voorbereiding, werd in mei 1886 tentoongesteld in Parijs. Het werk veroorzaakte een schokeffect en werd allesbe halve enthousiast onthaald. Bijna alle critici lijken verbolgen over dit schilderij waarin ze enkel een “verzameling van verfstippen” zien. Dit schandaalsucces wekte ook de aandacht van Octave Maus, voorzitter van de Groupe des XX, een groep van avantgardekunstenaars die in 1883 in Brussel werd opgericht. Hij was meteen overtuigd van het diep moderne van dit werk en haastte
zich om deze kunst die bij onze zuiderburen zoveel polemiek veroorzaakte, naar ons land te halen. Minder dan een jaar later, in februari 1887, werd het werk getoond op het Salon des XX. Patricia De Peuter: “De tentoonstelling die we vanaf februari 2014 in het ING Cultuurcentrum brengen, legt de nadruk op de scharnierfunctie die België en in het bijzonder de leden en de genodigden van de Groupe des XX hebben gespeeld. Het was immers precies de deelname van buitenlandse en sterk vernieuwende artiesten aan hun tentoonstellingen die van Brussel een actieve smeltkroes voor de avant-gardekunst en een kruispunt voor het Europese modernisme maakten.” De Belgische kunstenaars, die erg openstonden voor de modernistische stromingen van het moment, toonden zich erg enthousiast over de neo-impressionistische techniek en namen deze al snel over. De eerste divisionistische portretten dateren van 1889 en zijn van de hand van Théo Van Rysselberghe (de meest vooraanstaande vertegenwoordiger van deze stroming in België) en Henry Van de Velde
(de bekende designer en architect). Ze kregen al snel navolging. Er waren een dozijn grote artiesten die met deze pointillistische techniek aan de slag gingen, maar bijzonder is wel dat ze elk een persoonlijke toets toevoegden. Dit maakt de tentoonstelling in Brussel zo waardevol: de beweging ontwikkelde zich in België erg sterk en relatief ruim, in tegenstelling tot in Frankrijk waar de neoimpressionisten – geconcentreerd rond het duo Seurat en Signac nooit een stabiele en zorgvuldig afgebakende groep kunstenaars vormden.
Een onuitgegeven facet! Deze tentoonstelling is de eerste die de portretten – een belangrijk facet van deze beweging - zo grondig analyseert. De opstelling biedt een goed overzicht van een boeiend en soms zelfs spectaculair onderwerp. De principes van het divisionisme verzoenen met de specifieke vereiste van het genre – namelijk een gelijkenis met de afgebeelde persoon – was immers verre van een sinecure … Patricia De Peuter licht de keuze toe: “We willen dat het publiek
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
33
E venement
zowel het belang van deze tentoonstelling als de redenen die ons hebben aangezet tot het organiseren ervan, begrijpt … Deze manier van schilderen aan het einde van de 19e eeuw is een weerspiegeling van een modernisme dat vergelijkbaar is met wat we momenteel beleven. Het pointillisme werd met open armen ontvangen in een periode van algemeen positivisme: de mensen geloofden in de vooruitgang en in wetenschappelijke theorieën. De samenleving was toen in volle verandering, zoals de onze nu.” Via een vernieuwende aanpak ontdekt de bezoeker de verschillende aspecten van de beweging, tussen 1887 en 1904. Bovendien werd nooit eerder een dergelijk groot aantal werken samengebracht binnen een tentoonstelling!” We kozen voor een zeer toegankelijk parcours, waarbij we de bezoeker stap voor stap meenemen voor een tocht langs deze stroming.”
Filmische aanvulling Patricia De Peuter wilde het onderwerp graag inleiden met een film. “Onze tentoonstelling zal beginnen en eindigen met een video over telkens een sleutelwerk: Un dimanche après-midi à l’île de la Grande Jatte van Seurat en De lezing door Emile Verhaeren van Théo Van Rysselberghe. Tussen deze polen ligt een periode van nauwelijks zestien jaar, maar wel een van intense activiteit. Om vanzelfsprekende museologische redenen kunnen we deze werken niet naar Brussel halen. Daarom zorgen we ervoor dat ze met een video aan het begin en het einde van het parcours toch vertegenwoordigd zijn. Voor deze tentoonstelling in het bijzonder wenste ING samen te werken met videast Paul Hendrikse die een trilogie zal creëren gewijd aan de internationale en interdisciplinaire relaties van Théo Van Rysselberghe." Na de video opent de eigenlijke tentoonstelling met twee werken die als geen ander de technische bijzonderheden van deze nieuwe manier van schilderen aangeven. Het eerste is Portrait de Paul Signac, een potlood tekening door Seurat uit 1890. Instinctief begrijpt men dat de artiest het pointillisme toepast voor een rijker contrast en om met lichteffecten te spelen. Het tweede is een schilderij van Signac dat zijn moeder afbeeldt. Wie deze picturale baken aan dachtig observeert, doorgrondt al snel de theorie van de complementariteit van de kleuren. Na deze heerlijke smaakmakers komt het echte werk. We beginnen met het schilderij dat doorgaans wordt beschouwd als het allereerste neo-impressionistische portret: Mademoiselle B. van Albert Dubois-Pillet. En van dezelfde artiest het portret van Capitaine Pool. Beide modellen komen enigszins statig over, maar stralen wel een bijzonder charisma uit.
Maximilien Luce, Achille Laugé, Henri Delavallée, Henri-Edmond Cross … In tegenstelling tot wat we zien bij de Belgische schilders, vat deze school het portret op als een tweedimensionale beeltenis, waarin neutraliteit en objectiviteit voorop staan. “Bijzonder aan de Franse portretten is dat ze zeer methodisch tot stand komen en dat ze erg statisch, geposeerd, haast afstandelijk overkomen … Er is geen betrokkenheid vanwege de artiest en de fysionomie is van weinig belang”, verduidelijkt Patricia De Peuter. Deze starheid komt voort uit een dubbele doelstelling: enerzijds het verwerpen van de oppervlakkige perfectie uit de academische kunst en anderzijds de personages een universeel aura geven. Centraal in het parcours verkent het tweede deel de ontwikkeling van de internationale school en meer in het bijzonder wat men gewoonlijk de Belgische vertakking noemt, met Henry Van de Velde, Georges Lemmen, Georges Morren, William Jelley en Théo Van Rysselberghe. Samen tonen ze aan dat het divisionisme perfect toepasbaar is bij intimistische en psychologische portretten die ook de emoties van hun modellen weergeven. “Dat is wat de Belgische school onderscheidt van de Franse. Bij onze artiesten zien we een psychologische intensiteit en een intieme sfeer die bij onze zuiderburen eerder zeldzaam is”, licht Patricia De Peuter toe.
In het eerste deel van de tentoonstelling gaat alle aandacht naar de Franse school. De belangrijkste vertegenwoordiger, Georges Seurat, krijgt al snel heel wat navolgers: Paul Signac, Lucien Pissaro,
34
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
Henri Delavallée, The Boot Polisher, 1890, Courtesy of Robert Polo Gallery, Brussels
Théo van Rysselberghe, Émile Verhaeren in His Study, Rue du Moulin, 1892. Bibliothèque Royale de Belgique, Brussels. © Bibliothèque Royale de Belgique, Brussels
Théo Van Rysselberghe, de neo-impressionist bij uitstek Het derde en laatste luik van de tentoonstelling is gewijd aan de carrière en persoonlijkheid van Théo Van Rysselberghe … Zijn rol binnen de beweging is immens. Terwijl de andere artiesten na 1900 verschillende andere wegen inslaan, is Van Rysselberghe nog min of meer de enige die bleef werken met de techniek waarvan Seurat de grondlegger was. De Gentse schilder doorgrondde de bedoelingen van de Franse voortrekker. “Het einde van de 19e eeuw werd gekenmerkt door heel wat esthetische stromingen en daardoor namen al onze artiesten al snel afstand van het pointillisme om nieuwe wegen te verkennen. De enige uitzondering was Théo Van Rysselberghe. Hij was de meest opmerkelijke neo-impressionisme schilder en bleef de techniek van het divisionisme toepassen tot aan het einde van zijn leven.” Net als Georges Lemmen legde hij zich toe op portretten waardoor hij zich mettertijd ontpopte tot een ware specialist binnen dit domein. De tentoonstelling onderzoekt zijn werk, maar ook zijn vriendschappen en internationale contacten. Hij werkte niet alleen voort als pointillist op het moment dat andere schilders deze techniek al de rug hadden toegekeerd, hij slaagde er ook in om financieel rendabel te zijn. Binnen een periode van bijna vijftien jaar maakte hij een dertigtal portretten, meestal op bestelling. Hij werkte voor gegoede opdrachtgevers, zowel intellectuelen, artiesten, schrijvers, filosofen, architecten, grote industriëlen enz. Zijn portretten vormen het meest vruchtbare corpus binnen het genre. In 1904 betekent
"Bij onze artiesten zien we een psychologische intensiteit en een intieme sfeer die bij onze zuiderburen eerder zeldzaam is"
Ontwikkelingen in Frankrijk en België
Théo van Rysselberghe, Mademoiselle Alice Sèthe, 1888, Musée départemental Maurice Denis, Saint-Germain-enLaye, Cliché, © Musée départemental Maurice Denis
zijn schilderij De lezing door Emile Verhaeren het definitieve einde van het neo-impressionistische portret. Naast uitzonderlijke doeken brengt de tentoonstelling ook enkele bijzonder mooie en intimistische tekeningen. De artiesten vereeuwigen er vrienden of familieleden tijdens dagelijkse bezigheden als lezen, naaien enz. Het zijn zachte, delicate werken met een ongelooflijke affectieve kracht die aangeven dat de theorieën van Seurat ook op een ander medium dan schilderijen kunnen worden toegepast.
Theorieën getoetst “Op de benedenverdieping voorzien we een experimenteel atelier waar we via demo’s en interactieve spelletjes tonen hoe optische illusie werkt. We organiseren er een aantal activiteiten ter verduidelijking van begrippen als kleurenspectrum, lichtweerkaatsing en kleurenreflectie … Dit zijn stuk voor stuk wetenschappelijke ontdekkingen die mee de basis legden voor het divisionisme. Voor deze ervaringen wilden we gebruik maken van kunstwerken uit de INGcollecties waarin kleur primeert. Deze meer hedendaagse werken kunnen worden beschouwd als een erfenis van het neo-impressionisme”, verduidelijkt Patricia De Peuter. Voor het experimentenlabo aan het Koningsplein worden geen reproductiewerken gebruikt maar originele werken uit de ING-collectie. Yacov Agam, Ad Dekkers, Bram Bogaert, Frank Stella ... zijn op het appel! ◾
ING Cultuurcentrum “To the Point. Het neo-impressionistische portret, 1886-1904” Van 19.02.2014 tot 18.05.2014
o u t l i n e
/
DECEMBER 2013
35
ING PRIVATE BANKING
Uw bevoorrechte gesprekspartners bij ING Private Banking General Manager Philippe Wallez
Chief Investment Officer Thierry Masset
Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 62 00
[email protected]
Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 79 68
[email protected]
Head of Business Development Kristof Kustermans Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 69 08
[email protected]
Head of Portfolio Management Rudy Vandorpe Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 2 547 79 68
[email protected]
Head of Wealth Engineering Edouard Zurstrassen Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 496 58 80 22
[email protected]
WORLD FINANCE B A N K I N G AWA R D S
2
0
1
Head of ING Private Banking Zone West (Oost- / West-Vlaanderen) Kurt Lamquet Kouter 173 9000 Gent Tel. +32 478 21 71 37
[email protected]
Head of ING Private Banking Zone Oost (Antwerpen / Limburg-Leuven) Marc Vankeirsbilck Lange Gasthuisstraat 20 2000 Antwerpen Tel. + 32 475 37 01 57
[email protected]
Head of ING Private Banking Zone Centrum (Brussel) Marie Helsmoortel Marnixlaan 24 1000 Brussel Tel. +32 498 25 13 37
[email protected]
Head of ING Private Banking Zone Zuid (Wallonië) Benjamin Francq Office Park Namur Avenue des Dessus de Lives 8 5101 Loyers Tel. +32 499 97 06 40
[email protected]
3
ing.be/privatebanking ING België nv – Bank – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel – 707918N – 12/13 © Editing Team & Graphic Studio – Marketing ING Belgium.