De opkomst van de moderne administratie 1880-1914 Wit, de, O.; Buiter, Hans Published in: Techniek in ontwikkeling, waterstaat, kantoor en informatietechnologie
Gepubliceerd: 01/01/1998
Document Version !!Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication
Citation for published version (APA): Wit, de, O., & Buiter, H. (1998). De opkomst van de moderne administratie 1880-1914. In J. W. Schot, & H. W. Lintsen (editors), Techniek in ontwikkeling, waterstaat, kantoor en informatietechnologie. (blz. 218-235). (Techniek in Nederland in de twintigste eeuw; Vol. 1). Zutphen: Walburg Pers.
General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Download date: 16. Dec. 2015
Het in 1898 geopende Witte Huis was zowel in Rotterdam als daarbuiten lange tijd het enige hoge kantoorgebouw. Het bezat verscheidene elektrische liften, elektrisch licht en centrale verwarming.
2
De opkomst van de moderne administratie 1880-1914 Het vroege kantoor: wonen én werken Veranderingen in en rond het kantoor, 1880-1914 Nieuwe kantoortechnieken Nieuwe beroepen Het dynamische kantoor
In 1898 verrees aan de Rotterdamse Wijnhaven een opmerkelijk
schrijfmachine gebruik maakten. Gaandeweg ontwikkelde het
pand. Met zijn tien verdiepingen en 45 meter hoogte reikte het
typen zich echter tot een specifiek vrouwelijke bezigheid, zodat
nieuwe kantoorgebouw hoger dan wat er tot dan toe in Rotterdam
met de verdere diffusie van de schrijfmachine de samenstelling
op woon- en werkgebied was gebouwd. Het was zelfs de eerste en
van de kantoorbevolking veranderde. Er kwamen in de periode
lange tijd ook de enige 'wolkenkrabber' in Nederland én Europa.'
1880-1914 dus niet alleen meer kantoorwerkers, maar ook ándere
Het pand was tevens een van de eerste kantoorgebouwen in
kantoorwerkers, met nieuwe functies en gebruikmakend van
Nederland waarvan de verschillende ruimten aan verscheidene
nieuwe technische hulpmiddelen.
gebruikers werden verhuurd. De sterk stijgende vraag naar
De introductie van mechanische apparatuur, de ingebruikneming
kantoorruimte in deze jaren maakte van de bouw en verhuur van
van afzonderlijke, vaak imposante kantoorpanden, de toenemende
nieuwe, professioneel geoutilleerde kantoorverzamelgebouwen een
instroom van mannen én vrouwen in administratieve beroepen en
uitstekende investering voor slimme beleggers.'
de veranderingen in het karakter en de orga nisatie van de
De bouw van het markante 'Witte Huis' in Rotterdam kan
administratie zijn allemaal indicaties voor de opkomst van het
symbool staan voor de enorme vlucht die de kantoorsector in de
moderne kantoor. Onder invloed van bedrijfsinterne en bredere
laatste twee decennia van de negentiende eeuw nam. Niet alleen in
maatschappelijke veranderingen o ntwikkelde het kantoor zich in
Rotterdam, maar in alle grote steden betrokken banken,
de periode 1880-1914 tot een dynamische locatie met een eigen
verzekeringsmaatschappijen en handelsbedrijven afzonderlijke en
gezicht. Het Witte Huis was van dat nieuwe gezicht- bijna
vaak imposante kantoorpanden die een groeiend leger van
letterlijk - slechts het topje van de ijsberg.
kantoorbedienden herbergden. In deze gebouwen kwamen nieuwe kantoormachines te staan, werden nieuwe methoden van boekhouden en management toegepast en werden, naast het
Het vroege kantoor: wonen én werken
traditionele kantoorwerk, nieuwe administratieve handelingen verricht, zoals stenograferen en typen. De schrijfmachine werd in
De opkomst va n het moderne kantoor na 1880 impliceert niet dat
Nederland aan het begin van de jaren tachtig van de negentiende
er vóór 1880 geen kantoren of kantoorwerkzaam heden bestonden.
eeuw geïntroduceerd. Voor het eerst in de geschiedenis hoefden
Administratieve werkzaamheden kregen voor 1880 echter geen
het opmaken van fact uren, het noteren van veranderingen in
prioriteit en aan financiële verslaglegging werd weinig strategisch
voorraden, het boeken van financiële transacties en het schrijven
belang toegekend, al waren er vanaf circa 1850 al voorboden van
van brieven naar binnen- en buitenlandse relaties niet meer
veranderingen. Bijgevolg was voor de administratie vaak geen
handmatig met pen en papier te geschieden. Deze handelingen
apa rte ruimte gereserveerd; kantoorwerk werd, tussen de bedrijven
konden nu met behulp van een mechanisch apparaat worden
door, door de patroon zelf of door zijn vrouw en kinderen thuis
verricht. Aanvankelijk waren het vooral mannen die van de
verricht.' Ook wanneer kantoorbedienden voor de bedrijfs-
220
KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE
administratie onmisbaar waren geworden, en dit was in de tweede
naar een omvangrijke, min of meer volledige administratie, was de
helft van de negentiende eeuw in toenemende mate het geval, was
beperkte behoefte daaraan bij ondernemers. Dit gold niet alleen
van een strikt afgebakende kantoorruimte of afzonderlijk kantoor-
voor de loon- of voorraadadministratie, maar eerst en vooral voor
pand vaak nog geen sprake. In sommige gevallen bevond het
de boekhouding.
kantoorpersoneel zich samen met de ondernemer of de voornaamste firmant in één vertrek. In andere gevallen zaten de
Boekhouden
klerken en bedienden in een afzonderlijke ruimte, die evenwel was
Boekhouden kan worden omschreven als de methode om
verbonden met het vertrek van de patroon.' In beide gevallen
financiële feiten op een zodanige manier te classificeren en te
werd echter doorgaans kantoor aan huis gehouden, zodat de
registreren dat ze direct toegankelijk zijn." Bij de zogeheten enkele
kantoorruimte voor wat betreft sfeer en inrichting een
boekhouding registreerde de handelaar of koopman in
voortzetting was van het woonhuis.' Op veel kantoren bestond
chronologische volgorde aan wie en van wie hij voor hoeveel geld
ongetwijfeld een hiërarchie in status, met bovenaan de oudste
welke goederen had geleverd of afgenomen. Na afsluiting van de
firmant en daaronder de chefs en bediendèn. Dit standsverschil
boeken en een vergelijking van het eindvermogen met het
kon zelfs zo ver gaan dat het gebruik van een wandelstok was
oorspronkelijke kapitaal kon de hoogte van winst of verlies over
voorbehouden aan de patroon, terwijl op sommige kantoren de
de afgelopen periode worden vastgesteld. De reeds vanaf het einde
kantoorbedienden naar verluidt geen snor durfden te dragen
van de Middeleeuwen gehanteerde methode van het dubbel of
omdat hun chefs dit al deden.' Omdat er echter nog nauwelijks
Italiaans boekhouden hield in dat gepoogd werd de verschillende
sprake was van een formele differentiatie in taken en functies, kon
transacties en mutaties systematisch en in hun onderlinge
de relatie tussen de firmant en zijn personeel gerust vertrouwelijk
samenhang te laten zien. Door de creatie van verschillende tussen-
en intiem worden genoemd. De communicatie tussen beiden vond
stappen in de vorm van hulpboeken en nieuwe grootboek-
plaats via persoonlijk contact.
rekeningen ontstond meer inzicht in de verlies- of
De kleinschaligheid van het negentiende-eeuwse kantoor blijkt uit
winstgevendheid van de verschillende transacties en kon op elk
de weinige beschikbare cijfers. Het overgrote deel van de kantoren
willekeurig moment een balans worden opgemaakt."
telde hooguit een paar bedienden. Bij een gerenommeerde
In de administratieve praktijk bestonden er grote verschillen in de
handelsfirma als het Amsterdamse Van Eeghen & Co.,
methoden van boekhouding. In het algemeen gold dat vanuit
bijvoorbeeld, werkten rond 1835 slechts een boekhouder-corres-
beleidsmatig oogpunt geen al te grote betekenis werd toegekend
pondent, een volontair en een loopjongen op kantoor.' Omdat in
aan boekhoudkundige gegevens. De effectiviteit en
steden als Amsterdam en Rotterdam relatief veel rederijen en
winstgevendheid van de onderneming werd uiteindelijk bepaald
handelsondernemingen waren gevestigd, kon daar ondanks de
op de markt en in de praktijk, niet op kantoor en in de boeken.''
kleinschaligheid van de kantoren toch van een omvangrijke
Deze opvatting over de functie van het boekhouden bleef lange
kantoorsector worden gesproken. Omstreeks 1830 werkten in
tijd dominant. Tot ver in de negentiende eeuw was boekhouden
Rotterdam 459 personen op kantoor, in Amsterdam twintig jaar
vooral een middel om achteraf, meestal eens per jaar, langs
later reeds 1.500.' In landelijk opzicht was echter in de eerste helft
eenvoudige weg en met behulp van snel beschikbare informatie
van de negentiende eeuw nog geen sprake van een significante
het bedrijfsresultaat vast te stellen; hoe dit bedrijfsresultaat was
beroepsgroep. Exclusief de ambtenaren op de departementen
ontstaan, hoefde niet uit de boeken te blijken. De meeste bedrijven
maakte het administratief personeel rond 1850 circa één procent
hadden waarschijnlijk ook nauwelijks inzicht in de opbouw van de
uit van de beroepsbevolking.'
kosten. De prijs waarvoor een product of dienst werd aangeboden,
Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor het tot ver in de
werd daarom samengesteld aan de hand van een vrij arbitraire
negentiende eeuw ontbreken van een omvangrijke kantoorsector
combinatie va n de door het bedrijf gemaakte kosten - voorzover
en voor het feit dat slechts een gering aantal personen zich
die al bekend waren - en de prijzen van concurrenten.
uitsluitend bezighield met boekhouden en administratie. Ten
Het geringe bela ng dat aan boekhouden werd gehecht, vertaalde
eerste waren de meeste bedrijven klein en overzichtelijk, zodat het
zich ook in de opleiding tot boekhouder en klerk. Meer dan een
aantal administratieve handelingen beperkt was en de behoefte
professie die een bepaalde vakkennis vereiste, was boekhouden een
aan communicatie langs informele weg kon worden vervuld. Ten
kunstje of een handigheid." Volgens het boekhoudersgrapje 'debet
tweede werden er van de kant van de overheid weinig eisen gesteld
is de kant van het raam, cred it is de kant van de deur', kwam men
aan de financiële administratie. Winst- en inkomstenbelastingen
zonder veel scholing al gauw een heel eind.'' Tot in de tweede helft
bestonden nog niet, zodat alleen de patent- en accijnsbelasting en
van de negentiende eeuw bestond er dan ook geen officiële
de in- en uitgaande rechten enige administratie vergden.'•
opleiding voor de administratie.'' De overdracht van de
Belangrijker echter nog dan de beperkte vraag vanuit de overheid
noodzakelijke administratieve vaardigheden gebeurde op
DE OPKOMST VAN DE MODERNE ADMINISTRATIE
1880-1914
informele wijze, in de praktijk: 'Dit bekwamen was niet veel
kunnen worden. Zowel de kassier-generaal als de kassierknechts
anders dan het nadoen van wat andere employé's voordeden. De
kregen in de jaren zestig geschreven instructies waarin hun
correspondent leerde den briefstijl uit de copieboeken van zijn
werkzaamheden nader werden omschreven. Het aantal personeels-
voorganger, de boekhouder nam de boekhoudmethode over van
leden bij De Nederlandsche Bank groeide van 35 in 1854 naar 65 in
hem, dien hij verving.'''
1889.''
De hier in het kort beschreven veranderingen bij de firma Mees en
Pennenlikkers en kopieerpersen
De Nederlandsche Bank kunnen ook bij andere bedrijven worden
In de tweede helft van de negentiende eeuw vielen op een aantal
teruggevonden. Kantoorreorganisaties en -uitbreidingen waren in
kantoren, zoals die van het Rotterdamse kassiers- en makelaars-
deze periode algemene verschijnselen. Ook op andere kantoren
huis R. Mees & Zoonen en De Nederlandsche Bank in Amsterdam,
breidde het personeelsbestand zich uit, vonden experimenten
al wel enige veranderingen te bespeuren. In 1855 belandde de
plaats met nieuwe methoden van boekhouden en nieuwe vormen
zevenentwintigjarige Marten Mees na het overlijden van zijn vader
van organisatie en deden nieuwe kantoortechnieken hun intrede.
in het familiebedrijf op een kantoorkruk en achter een lessenaar.
Literaire werken uit de periode rond 1850 spraken over de
De firma had op dat moment negentien klerken in dienst en bezat
opkomst van een nieuwe kantoorstand." De 'deftige' kantoorbe-
naar de mening van de nieuwe firmant een verouderde
dienden en bureau-ambtenaren uit de eerste helft van de
boekhouding en organisatie. De oude firmanten hielden zich bezig
negentiende eeuw kregen in de tweede helft van die eeuw in
met de kas, het schrijven van brieven en vrijwel alle andere
toenemende mate gezelschap van veelal uit de lagere standen
administratieve werkzaamheden; van een delegatie van taken was
afkomstige kantoorbedienden. Beginnend als 'jongste bediende'
nauwelijks sprake. AJle correspondentie werd met de hand
kwamen ze na enige jaren achter de lessenaar te staan, om
gekopieerd, terwijl het gehanteerde boekhoudsysteem een
vervolgens hun leven als 'pennenlikker' te slijten. Het ging daarbij,
structurele achterstand van vijf à zes dagen vertoonde. Omdat
aldus de Rotterdamse kantoorbediende J.C. Kreukniet Jz., om
cliënten niet zo lang konden wachten, vonden kasbetalingen
'verongelukte schoolmeesters', 'gedropen studenten' en zelfs 'jonge
zonder meer plaats. Soms bleek dan later, na een controle, dat
dames'; om kortom 'alles, wat maar de pen kan gebruiken'."
uitbetaling vanwege de zwakke financiële positie van de cliënt niet
De veranderingen in het rekruteringspatroon van kantoor-
had mogen plaatsvinden.
personeel duidden op een toenemende omvang van het kantoor-
Afgezien van een korte onderbreking in de jaren negentig leidde
werk en een verbreding van de vraag naar kantoorpersoneel. De
Mees tot 1909, hij was toen 81 jaar, de firma. Onder zijn leiding
toenemende omvang van het kantoorwerk had ongetwijfeld te
vonden in deze periode ingrijpende veranderingen plaats op het
maken met de nieuwe eisen die aan de boekhouding werden
kantoor van de firma. Na een buitenlandse oriëntatiereis voerde
gesteld. In het algemeen werd na 1850 het aantal in de
Marten Mees in de jaren zestig een losbladig rekening-courant-
boekhouding gebruikte boeken en rekeningen uitgebreid."
systeem in en werd er elke avond een dagbalans opgesteld. Het
Vanouds werd een algemeen memoriaal gebruikt waarin de
overschrijven van de uitgaande brieven maakte op zijn initiatief in
dagelijkse transacties werden genoteerd. Deze transacties werden
1861 plaats voor een kopieerpers, er kwam een spreekbuis van het
vervolgens post voor post overgebracht naar het journaal. Op basis
privé- kantoor naar de assurantieafdeling en het kantoor kreeg in
daarvan werd het grootboek met zijn verschillende goederen-,
1882 een telefoonaansluiting. Meer dan voorheen werden de
kapitaal-, opbrengst- en kostenrekeningen bijgewerkt. Debet- en
administratieve taken gedelegeerd aan het lagere personeel en
creditzijde van het grootboek dienden met elkaar in evenwicht te
vond er een financiële controle plaats van de boeken van cliënten
zijn. In de tweede helft van de negentiende eeuw maakte het
die een voorschot wilden hebben. Het aantal kantoorbedienden
algemeen memoriaal plaats voor verschillende soorten dagboeken:
groeide in de jaren tussen 1855 en 1882 van negentien naar vijftig.''
inkoop-, verkoop- en kasboeken. In deze dagboeken werden de
Een telg uit een andere tak van het geslacht Mees, mr. Willem
gegevens van de facturen en nota's genoteerd, waarna ze als basis
Cornelis Mees, voerde in dezelfde periode een soortgelijke
fungeerden voor het bijwerken van de rekeningen van het
reorganisatie door op het kantoor van De Nederlandsche Bank in
grootboek. Het grootboek kon worden gesplitst in sub-
Amsterdam. In 1856 begon hij met de invoering van een aparte
grootboeken, bijvoorbeeld het debiteuren- en het voorraadboek.
onkostenboekhouding, gevolgd door de introductie van
De vergroting van het aantal boeken en rekeningen maakte het
voorgedrukte staten voor de boekhouding en van formulieren
mogelijk een beter overzicht te krijgen over de aanwending van
waarop transacties snel konden worden ingevuld. Rond dezelfde
het vermogen en de waarde van de voorraad.
tijd werden stalen pennen en een kopieerpers in gebruik genomen
Ten slotte had de toenemende omvang van het kantoorwerk ook
en werden nieuwe functies gecreëerd, zoals een 'chef de bureau' en
consequenties voor de technische hulpmiddelen die op kantoor
een 'assistent van de secretaris', die tot het middenkader gerekend
werden gebruikt. Weliswaar bleven papier en inkt essentiële werk-
221
222
KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE
attributen, maar de in massa vervaardigde stalen of'kroontjespen'
kunnen worden beschouwd als de eerste voorboden van de omslag
verdrong na 1850 geleidelijk aan de kwetsbare en bewerkelijke
die omstreeks t88o resulteerde in de opkomst van de moderne
ganzenveer.'' De overgang van ganzenveer naar pen vroeg om een
administratie. Die opkomst vond plaats tegen de achtergrond van
andere papierkwaliteit. Het gebruik van een pen vergde een glad-
een aantal bredere economische ontwikkelingen. Naast de groei
der papieroppervlak en andersoortige inkt.'"' In verband met de
van de dienstensector had ook de expansie van het industriële
lange bewaartermijn van stukken, met name binnen overheids-
grootbedrijf, die al na 1850 optrad maar vooral vanaf het einde van
administraties, was een ander belangrijk criterium de duurzaam-
de jaren tachtig op brede schaal gestalte kreeg, aanzienlijke
heid van inkt en papier.'' Ook de particuliere kantoorhouder had
consequenties voor de omvang en het karakter van het kantoor.''
echter te maken met het bewaren van stukken. Volgens artikel zeven van het Wetboek van Koophandel diende hij de ontvangen
Industriële schaalvergroting en naamloze vennootschappen
brieven en afschriften van verzonden brieven te bewaren.
De toenemende bedrijfsomvang maakte de fabriek geJaagder en
Doorgaans gebeurde dat in boekvorm en, samen met andere
ondoorzichtiger, waardoor er een zekere verschuiving optrad van
stukken, in een bureau dat door middel van een cilindervormige
het productieproces naar organisatie en management. Naarmate er
jaJoezie kon worden afgesloten en dat een groot aantal vakjes,
meer mensen op de werkvloer kwamen en de bedrijfsvoering
kastjes en laden telde. De vele opbergmogelijkheden gaven dit
complexer werd, werden meer administratieve krachten
cilinderbureau de bijnaam 'pidgeon hole': duiventil. Daarnaast
aangetrokken om het productieproces te plannen, te struct ureren
boden kasten en planken met dozen uiteraard ook opbergruimte.
en te begeleiden. Bovendien maakte de groei van de
De kantoorhouder diende als gezegd kopieën te maken van de
ondernemingen het voor de directies moeilijker de verschillende
verzonden brieven en ze in een kopieboek op te nemen.'• Kopiëren
resultaten van het productieproces te beoordelen. Uitbreiding en
kon uiteraard door het origineel simpelweg over te schrijven, het
verfijning van de administratie was dus noodzakelijk, omdat met
zogeheten 'afschrijven'. De kantoorhouder stonden ook nieuwe,
de traditionele boekhoudmethoden verkoop-, productie- en
snellere methoden ter beschikking. Bij de keuze tussen deze
bezettingsresultaten niet of nauwelijks vielen vast te stellen. Het
methoden vormde de hoeveelheid brieven ongetwijfeld een
kantoor won binnen de fabriek aan betekenis.
belangrijk criterium. Ten eerste konden, zoals bij de firma Mees en
De groei in omvang van industriële bedrijven leidde tevens tot een
De Nederlandsche Bank gebeurde, kopieën worden gemaakt met
grotere kapitaalbehoefte; dit vertaalde zich weer in een toena me
behulp van een kopieerpers.'' In deze pers werd de tekst van brieven
van het aantal naamloze vennootschappen. Rond 1860 was de
onder zware druk overgezet op vloeipapier in het kopieboek.
naamloze vennootschap nog een zeldzame ondernemingsvorm.
Daartoe was speciale kopieerinkt nodig. Deze inkt bleef lang dun
Met name vanaf de jaren tachtig steeg het aantal N.V.'s echter
en nat, zodat ze onder druk in het vloeipapier kon afvloeien." Op
aanzienlijk: van circa vijfhonderd aan het begin van de jaren
deze manier was het mogelijk vier tot zes kopieën te produceren.''
tachtig naar ruim drieduizend aan het begin van de twintigste
Een tweede, alternatieve kopieermethode bood de hectograaf. De
eeuw." Omdat de naamloze vennootschap zich uitstekend leende
hectograaf bestond uit een houten bak gevuld met een laagje
voor het mobiliseren van grote kapitalen, nam de behoefte aan
stijfsel. Dit laagje zoog - in spiegelbeeld - de inkt op uit het
financieel management toe. Aangezien er meer geld in de
origineel. Vervolgens werd een vel papier op de laag met inkt
onderneming omging, werd het ondernemersrisico immers ook
gelegd, waarna met behulp van een roller de inkt een afdruk op
groter. Ook de voor de naamloze vennootschap kenmerkende
het papier maakte. Met deze methode konden circa vijftig
scheiding tussen de kapitaalverschaffers en de kapitaalbeheerders,
afdrukken worden gemaakt; aanzienlijk meer dus dan met de
anders gezegd tussen de aandeelhouders en de directie, had
kopieerpers.'• Het is niet bekend wanneer de eerste hectografen in
consequenties voor de administratie. De aandeelhouders wilden
het kantoo r hun intrede deden. In Rotterdamse handelskringen
uiteraard geïnformeerd worden over het beheer en de
was het apparaat in ieder geval aan het einde van de jaren zeventig
boekhouding en jaarstukken moesten worden gecontroleerd.
al een min of meer gebruikelijke methode voor het
Daarom dienden directie en management de administratie op een
vermenigvuldigen van brieven.''
zodanige manier te voeren dat daaruit snel en overzichtelijk de financiële stand van zaken kon worden afgeleid. De directie bezat daartoe zelfs een wettelijke verplichting: er werd voorgeschreven,
Veranderingen in en rond het kantoor 1880-1914
in eerste instantie door de Code de Commerce en vanaf 1838 door
De vanaf 1850 optredende veranderingen in de samenstelling van
controleerbare administratie moesten hebben. Een jaarlijks
het Wetboek van Koophandel, dat vennootschappen een het kantoorpersoneel, de introductie van nieuwe technische hulp-
opgestelde winst-en-verliesrekening was daartoe een eerste
middelen en de veranderingen in boekhouding en administratie,
vereiste."
223
DE OPKOMST VAN DE MODERNE ADMINISTRATIE 1880-1914
Boekhouden en kostprijsberekening De schaalvergroting en de oprichting van naamloze vennootschappen resulteerden dus in een toenemende behoefte aan een meer omvangrijke en precieze administratie." Jn de literatuur zijn de nieuwe eisen die aan de boekhouding werden gesteld, terug te vinden. Nieuwe drukken van oorspronkelijk in de eerste helft van de negentiende eeuw verschenen handleidingen op boekhoudkundig gebied bevatten nieuwe onderwerpen. Een bijvoorbeeld in 1827 gepubliceerd werk werd in 1891 herdrukt en bewerkt met het oog op de boekhouding van naamloze vennootschappen. Daarnaast verschenen boekhoudkundige werken speciaal voor de vrouw en ten behoeve van het opkomende handelsonderwijs. Aan de nieuwe Hogere Burgerschool werd handelsondetwijs gegeven, een aantal handelsscholen gaf specifieke handelsopleidingen en de in 1882 opgerichte Vereeniging van Handelsbedienden Mercurius te Rotterdam verzorgde boekhoudexamens .... Met name vanaf de jaren tachtig steeg ook het aantal nieuwe boekhoudkundige werken aanzienlijk. Het ging daarbij deels om boekjes ten behoeve van de verschillende boekhoudexamens, deels ook om werken ten behoeve van een breed scala van afzonderlijke bedrijven: winkels, notariskantoren, landbouwbedrijven, zuivelfabrieken, bloemisterijen, verzekeringsbedrijven, koffiehandels, hypotheekbanken en rederijen."
Al in de eerste helft van de negentiende eeuw verschenen er
De Rotterdamsche Bankvereeniging was
stak. Het Amsterdamse kantoor bezat
werken waarin enige aandacht werd besteed aan het boekhouden
een van de handelsbanken die zich rond de eeuwwisseling ontwikkelden tot
wwel een buizenpostsysteem als een bedrijfstelefooncentrale met vijftig
binnen fabrieken. Pas in 1898 verscheen echter - van de hand van
algemene bank. In 191/ opende de bank
toestellen. Niet elke kantoorbediende
A. van Everdingen - een eerste werk dat volledig was gewijd aan de
een Amsterdams filiaal en in 1913 werd
bezat een eigen toestel, want in 1913
fabrieksboekhouding." Het werk vormde de eerste aanzet tot een
een nieuw kantoor aan het Rokin
telde het kantoor reeds 250
meer systematische beschouwing van het verband tussen de
betrokken, dat al spoedig het oude hoofd-
personeelsleden.
bedrijfsboekhouding en het probleem van de kostprijs." Van
kantoor in Rotterdam naar de kroon
Everdingen maakte om te beginnen een onderscheid tussen de
artikel." Andere nieuwe vakbladen waarin aandacht werd besteed
fabrieks- en handelsboekhouding, waardoor kon worden nagegaan
aan (industriële) boekhouding en kostprijsberekening, waren het
of de stijging of daling van de kostprijs moest worden
Maandblad voor het boekhouden en aanverwante vakken (vanaf
toegeschreven aan de handel of aan het productieproces. Voorts
1894), De accountant (1895) en Accountancy ( 1903). In 1909 ten
maakte hij een onderscheid tussen algemene en bijzondere kosten
slotte verscheen een eerste standaardwerk op het gebied van de
en splitste hij de eerste categorie uit in variabele en vaste kosten.
productiekostenadministratie, Kostprijsberekening en
Het belang van deze kostendifferentiatie was niet alleen gelegen in
administratieve fab rieksorganisatie. Het boek was geschreven door
het feit dat de kostprijs nu beter kon worden vastgesteld, maar ook
de ingenieur en boekhouddocent K.G. Simon." Simons boek was
in het feit dat de kostprijs nu vooraf kon worden berekend. Op
van groot belang voor het denken over én het ondetwijs in
basis van deze voorcalculatie kon dan de verkoopprijs en de
bedrijfsboekhouding en kostprijsberekening. Zo legde hij als eerste
productiehoeveelheid worden vastgesteld.
de relatie tusse n de bedrijfsbezetting aan de ene kant en de vaste
Het boekwerkje van Van Everdingen werd spoedig gevolgd door
en variabele kosten aan de andere kant en wees hij op het verband
soortgelijke publicaties in een aantal inmiddels opgerichte
tussen kostprijsberekening, boekhouding en de algehele bedrijfs-
vakbladen. Jn het tijdschrift De Boekhouder, dat verscheen vanaf
organisatie." Als ingenieur en boekhouder vertegenwoordigde
1899, werd in 1902 gewezen op het belang van het bijhouden van
Sirnon de twee beroepen die zich rond 1900 intensief gingen
een calculatieboek. In dit calculatieboek werden de verbruikte
bezighouden met de bedrijfsorganisatie in het algemeen en de
grondstoffen tegen inkoopprijs, de betaalde lonen en diverse
organisatie en inrichting van de administratie in het bijzonder.
andere algemene en bijzondere kosten geboekt en omgerekend per
Een concrete vertaling van Simons inzichten vond plaats bij de
224
KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE
NV Machine en Motorenfabriek v/h Thomassen en Co.'' Andere
had tot gevolg dat de coördinatie, communicatie en controle
machinefabrieken experimenteerden rond de eeuwwisseling
binnen het bedrijf nu door professionele managers systematisch
eveneens met nieuwe methoden voor het vaststellen van de lonen
werd opgepakt. Het werd hun taak om het werk op de
en tarieven." De machinefabriek Stork ging onder invloed van
verschillende afdelingen te coördineren en efficiënter te maken en
haar Amerikaanse contacten het verst met deze experimenten.
om het topmanagement op de hoogte te stellen van de gang van
Met het oog op het vaststellen van de 'juiste' tarieven voerde de
zaken. Ze werden hierin niet vrijgelaten. Het topmanagement
directie een nieuwe loonboekhouding in. Hiermee kon sneller en
legde de functies van de middenmanagers vast en formaliseerde de
nauwkeuriger worden berekend wat iedere machine en order
communicatie tussen de verschillende bedrijfsniveaus. Het
kostte en konden ook de tarieven beter worden gecontroleerd.
opstellen van circulaires en instructies voor het personeel en het
Daarnaast werd een nieuw premieloonstelsel ingevoerd, dat de
produceren van rapporten en kwantitatieve overzichten voor het
verdiensten van de werknemers koppelde aan de door de onderne-
topmanagement, werden dagelijkse taken voor de nieuwe midden-
ming gemaakte winst. Ten slotte kwam er een calculatiebureau dat
managers. Het topmanagement diende op zijn beurt weer de
de uitgifte en inzameling verzorgde van werkbonnen waarop exact
aandeelhouders en eigenaren te informeren en verantwoording af
de gewerkte tijd stond aangegeven.''
te leggen over de genomen en te nemen beslissingen. Op ad hoc
Systematic management
weloverwogen en gefundeerde beslissingen.
De veranderingen die in Nederland vanaf de tweede helft van de
De schaalvergroting van bedrijven en de scheiding tussen
negentiende eeuw optraden in het boekhouden en de kostprijs-
eigenaren, directie en management hadden daarmee tevens
berekening, kunnen worden geplaatst in het kader van de opkomst
gevolgen voor de betekenis die aan het boekhouden en de
van het 'systematic management'.'' De opkomst van deze nieuwe
administratie werd toegekend. Beslissingen moesten in
basis genomen beslissingen dienden plaats te maken voor
managementfilosofie is verbonden met veranderingen in de
toenemende mate worden gepland, geëxpliciteerd, geobjectiveerd
organisatiestructuren in het Amerikaanse bedrijfsleven vanaf circa
en zo mogelijk worden gekwantificeerd."' Boekhouden en
1850." In de tweede helft van de negentiende eeuw trad daar, en
kostprijsberekeningen vervulden in deze ontwikkeling een cruciale
iets later ook in Europa, een proces van schaalvergroting en
rol. Tussen de opkomst van het systematic management en het
integratie op. Ondernemers maakten dankbaar gebruik van de
ontstaan van nieuwe vormen van boekhouden en kostprijs-
mogelijkheden die nieuwe transport- en communicatietechnieken
berekeningen bestond dus een direct verband.
als de spoorweg en telegraaf creëerden om steeds grotere markten te bedienen. Ze vergrootten de schaal van de productie en
De dienstensector
integreerden binnen hun concern steeds meerbedrijfs-en
De industriële schaalvergroting zorgde niet alleen voor een
productieprocessen, van de winning van grondstoffen tot het
toenemend belang van de administratie en boekhouding, ze had
produceren en afzetten van eindproducten. De 'zichtbare hand'
ook consequenties voor de ontwikkeling van de tertiaire sector.
van het management verving steeds meer de 'onzichtbare hand'
Die ontwikkeling kende in de laatste decennia van de negentiende
van de markt in het reguleren van bedrijfsprocessen. De groeiende
eeuw een versnelling. Enerzijds ging het daarbij inderdaad om de
schaal van bedrijven en het optreden van horizontale en verticale
doorwerking van de industriële ontwikkeling, anderzijds om de
integratieprocessen, stelden hogere eisen aan het management van
effecten van bredere maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de
bedrijven. Waren voorheen de eigenaars doorgaans de bedrijfs-
algemene stijging van de welvaart.
leiders, in de tweede helft van de negentiende eeuw ontstond een
Dienstverlening op onder meer het gebied van handel, transport
scheiding tussen enerzijds professionele managers die geen
en financiën was al halverwege de negentiende eeuw de
eigenaar van het bedrijf waren en anderzijds de eigenaars en
belangrijkste economische sector, maar in de tweede helft van de
aandeelhouders van het bedrijf. Deze nieuwe elite van
eeuw nam de relatieve omvang van de sector nog verder toe. Met
professionele managers ontwikkelde een nieuwe stijl van
name het bankwezen maakte een snelle groei door. Tussen 1870 en
management, die later werd aangeduid met de term 'systematic
1913 groeide de totale dienstenproductie jaarlijks met gemiddeld
management'.
2,3 procent. Het bankwezen kwam daar met een gemiddelde
Systematic management had zowel op het top- als op het midden-
jaarlijkse groei van 3,9 procent ver boven uit." De stijgende
management betrekking. Het middenmanagement werd voorheen
kapitaalbehoefte van industriële ondernemingen resulteerde in een
vaak gevormd door familieleden of kennissen van de
toenemende vraag naar bankkredieten. Aanvankelijk was de in
bedrijfsleiding. Aan de behoefte aan communicatie en coördinatie
1861 opgerichte Twentsche Bankvereeniging, die actief was in de
werd door hen op informele, vaak arbitraire of zelfs chaotische
financiering van de textielindustrie, een van de weinige banken
wijze vo ldaan. De doorvoering van het systematic management
waarop de industrie in dit opzicht een beroep kon doen. Tegen het
DE OPKOMST VAN DE MODERNE ADMINISTRATIE
einde van de negentiende eeuw kwam hierin evenwel verandering. Verschillende banken die rond dezelfde tijd als de Twentsche Bankvereeniging waren opgericht, breidden toen hun activiteiten uit en vergrootten hun kapitaal. Van primair handelsbanken werden het algemene of'gemengde' banken. Deze algemene banken verleenden allerlei financiële diensten, maar hielden zich
1880-1914
225
F. SOENNEC
•
h.uololr.L pn1W. Sua~llootaiUt
vooral bezig met kredietverlening op de korte termijn voor handelsactiviteiten en langetermijnfinanciering van industriële activiteiten. Industriële financiering resulteerde in de uitgave van aandelen en obligaties.'' De industriële expansie had ook gevolgen voor het verzekeringsbedrijf.'' Met name in de laatste decennia van de negentiende eeuw vond vanuit commerciële en ideële hoek een
systematisch
··~~~~~d .~:~rtelk H~-:+~~-t-:-+'!.'-HI-:ï7+;;-:--:;-t';~t;;-r.-1--;;-l
toenemend aantal pogingen plaats om ook de laagste inkomens, waartoe zeker de industriële arbeiders behoorden, te voorzien van In her niet-gemechaniseerde kantoor
De afbeelding toont een deel van het
waren papier, pennen en inkten de
aanbod van kroontjespennen van de
ongeval en ouderdom. Tegelijkertijd kregen, juist vanwege de
belangrijkste werkattributen. Door
Duitse uitgeverij Soennecken in de jaren
industrialisatie en de toegenomen welvaart, brede lagen van de
binnen- en buitenlandse kantoorboek-
tachtig van de negentiende eeuw.
verzekeringen tegen de kosten van overlijden en de gevolgen van
bevolking ook ruimte in hun budget voor meer dan alleen de
handelaren en uitgeverijen werden ze in een overstelpende variatie aangeboden.
eerste levensbehoeften : tussen 1880 en 1910 steeg het reële inkomen per hoofd van de bevolking van circa 235 naar 390 gulden per
in 1913. In dezelfde periode steeg de werkgelegenheid in de
jaar.'' Verschillende vormen van dienstverlening kwamen daarmee
industrie van 30 naar 35 procent. Aan de vooravond van de Eerste
binnen het bereik van een groter publiek." Arbeiders, maar ook
Wereldoorlog was de dienstensector voor wat betreft de
vertegenwoordigers uit de nieuwe middenklasse van ambtenaren,
werkgelegenheid de belangrijkste economische sector. Dit geldt
kantoorbedienden, onderwijzers, advocaten en medici, konden
ook wanneer wordt gekeken naar de bijdrage aan het bruto
kleine bedragen gaan sparen en geld gaan reserveren voor een
nationaal product. Het aandeel van de industrie in het bruto
levensfase waarin de mogelijkheden om inkomen te verwerven
nationaal product steeg van 27 procent in 1870 naar 35 procent in
waren beperkt. In combinatie met de stijging van de gemiddelde
1913. Voor de dienstverlening ging het om een toename van 46
levensduur creëerden deze ontwikkelingen met name een markt
naar 52 procent."
voor levensverzekeringen. De beëindiging van het overheids-
Uiteraard kan het aantal personen dat werkzaam is in de dienst-
toezicht in L88o op het levensverzekeringsbedrijf vormde
verlening niet worden gelijkgesteld met het aantal
bovendien nog een extra stimulans voor de bedrijfstak: tussen
(administratieve) kantoorwerkers. Voor deze periode ontbreken
188o en 1900 werden 63 nieuwe levensverzekeringsmaatschappijen
echter cijfers over hun aandeel in de Nederlandse beroeps-
opgericht. In dezelfde periode groeide het door de
bevolking. Wel zijn cijfers beschikbaar over de ontwikkeling van
levensverzekeringsmaatschappijen verzekerde bedrag jaarlijks met
het aandeel in de totale beroepsbevolking van hoofdarbeiders of
circa tien procent."'
employés. Het gaat daarbij om een stijging van 3,5 procent in 1849
De markt van schadeverzekeringen profiteerde overigens ook van
naar 9 procent in 1889 en tot 13,5 procent in 1909.'' Ook deze
de industrialisatie: niet alleen nam het aantal te verzekeren
'witte-boordwerkers' werkten echter niet uitsluitend op kantoor en
bedrijfs-en fabriekspanden toe, ook nam hun omvang toe en
hielden zich niet uitsluitend bezig met administratieve taken .
werden de machineparken uitgebreid. De waarde van fabrieks- en
Voor wat betreft de absolute stijging van het aantal kantoor-
bedrijfspanden nam daarmee eveneens toe. Verschillende typen
werkers zijn wel weer cijfers beschikbaar. Het aantal in de patent-
verzekeringen speelden hierop in, van bedrijfsschadeverzekeringen
belasting aangeslagen 'beheerders, opzigters, boekhouders,
en brandverzekeringen tot machinebreukverzekeringen.
zaakwaarnemers, commiezen en klerken' steeg van 6.765 rond 185o
De expansie van de tertiaire sector in de tweede helft van de
naar 9.441 rond 186o. De grote toename van administratief
negentiende eeuw resulteerde in een verschuiving binnen de
personeel vond echter in de daaropvolgende decennia plaats. Rond
structuur van de beroepsbevolking ten gunste van het aantal per-
1878 bedroeg het aantal kantoorbedienden in bovenstaande zin
sonen met dienstverlenende beroepen. Het aandeel in de totale
16.385, tegen 24.519 rond 189o. In veertig jaar tijd was dus een
beroepsbevolking van werkzamen in de dienstverlenende sector
verviervoudiging van het kantoorpersoneel opgetreden." De
steeg van 31 procent in 1870 naar 34 procent in 1890 en 37 procent
toename van het aantal hoofdarbeiders of employés, zoals gezegd
226
KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE
Na zijn introductie in Nederland in 1877 kon de telefoon aanvankelijk alleen worden gebruikt voor de communicatie tussen de verschillende afdelingen van een fabriek of kantoor of tussen kantoren en woonhuizen. De oprichting in 1881 van de eerste stedelijke telefooncentrales maakte lokaal telefoonverkeer mogelijk, terwijl vanaf 1888 tevens interlokaal gebeld kon worden. Scheepvaartkantoren behoorden zowel in Rotterdam als in Amsterdam tot de eerste telefoonabonnees.
een wat bredere categorie dan kantoorwerkers, was eveneens
De groeiende omvang van de kantoorsector in Nederland werd
indrukwekkend: van 40.000 in 1849 naar 155.000 in 1889 en
niet alleen veroorzaakt door een stijging van het aantal locaties
298.ooo in 1909.''
waar administratieve werkzaamheden voorkwamen, maar ook
Dit groeiend aantal hoofdarbeiders en kantoorbedienden vond
door een vergroting van de bestaande locaties. Er kwamen met
werk in een breed scala van bedrijfstakken. Naast het bank- en
andere woorden niet alleen meer, maar ook grotere kantoren. In
verzekeringswezen kunnen de rederij en handel worden genoemd,
het Amsterdamse bankwezen bijvoorbeeld groeide de verhouding
waar in de tweede helft van de negentiende eeuw zowel de
'ondernemer!loonafhankelijk personeel' tussen 1889 en 1909 van
geleidelijke afschaffing van het cultuurstelsel in Nederlands-Indië
1:3,5 naar q,6. In het verzekeringsbedrijf waren er in 1889 in dezelfde
als de overgang van de traditionele commissiehandel naar
stad op 53 ondernemers nog slechts 9 bedienden werkzaam; het
rechtstreekse handel met binnen- en buitenlandse agenten en
merendeel van deze bedrijven was dan ook een eenmansbedrijfje.
afnemers een toenemende behoefte aan kantoorpersoneel met zich
In 1909 evenwel was deze verhouding gewijzigd in 1:13." De
mee bracht." Ook de expansie van de overheid creëerde een
genoemde cijfers zijn uiteraard bedrijfsgemiddelden; de feitelijke
toenemende vraag naar administratieve werkers. Met name in de
bedrijfsomvang liep zeer uiteen. Een zestal hoofdstedelijke financiële
laatste twee decennia van de negentiende eeuw nam het aantal
instellingen had rond de eeuv..-wisseling elk al meer dan honderd
bureau-ambtenaren, zoals de kantoorwerkers in overheidsdienst
personeelsleden. Daartegenover stonden ruim vijfhonderd
werden genoemd, toe. Dit gold zowel voor de rijksoverheid als
financiële kantoren met gemiddeld minder dan één bediende.'3
voor de lokale besturen. Bij Binnenlandse Zaken werkten tegen het
Dit beeld uit het bank- en verzekeringswezen van een klein aantal
einde van 1877 1.218 ambtenaren; in 1909 waren dit er al 2.449. Nog
zeer grote kantoren en een groot aantal kleine tot zeer kleine
geprononceerder was de personeelstoename bij het departement
kantoren was min of meer representatief voor de andere bedrijfs-
van Waterstaat, Handel en Nijverheid: hier groeide het aantal
takken. Enquêtes van rond de eemvwisseling geven in ieder geval
ambtenaren van 4.817 in 1877 naar 12.742 in 1904."' Dankzij de
aan dat kantoren van scheepvaartmaatschappijen,
uitbreiding van bestaande en de oprichting van nieuwe
expeditiebedrijven en fabrieken zelden meer dan twintig, laat
gemeentelijke diensten en de toenemende stedelijke activiteiten op
staan meer dan honderd bedienden telden. Het overgrote deel van
het gebied van gezondheidszorg en onderwijs, nam ook het
de kantoren telde hooguit tien à twintig personeelsleden. Ook na
personeelsbestand van de gemeentelijke overheden aanzienlijk toe.
1900 bleef de omvang van de meeste kantoren zeer beperkt."' In
In Amsterdam bijvoorbeeld steeg het aantal ambtenaren tussen
vergelijking met de kleinschalige kantoren aan huis uit de eerste
1889 en 1909 van 3.017 naar 5-449· Een deel van dit personeel hield
en ook nog tweede helft van de negentiende eeuw was er echter
zich bezig met administratieve zaken.''
wel degelijk sprake van een proces van schaalvergroting.
DE OPKOMST VAN DE MODERNE ADMINISTRATIE
1880-1914
Een in het oog springend aspect van deze schaalvergroting betrof
dienstverlenende instelling zeker ook een rol dat vrouwen in deze
de ingebruikneming van afzonderlijke kantoorruimten, zoals het
nieuwe functies geen directe concurrentie vormden voor het
eerdergenoemde Witte Huis. Voor de ook al genoemde
zittende mannelijke personeel. Er waren echter ook sociaal-
handelsfirma Van Eeghen brak dit moment aan in 1895. Het
economische motieven. Omdat vrouwenwerk in het algemeen en
kantoor in het woonhuis van de belangrijkste firmant werd
kantoorwerk in het bijzonder werden gezien als een aardige
verruild voor een afzonderlijk kantoorpand met elektrisch licht en
bijverdienste voor ongetrouwde vrouwen in de aanloop naar een
centrale verwarming." Vaak ging het bij dit soort verhuizingen om
huwelijk, hoefden ze geen volledig of een aan mannenwerk
de verbouw van reeds bestaande woonhuizen tot kantoren. In
gelijkwaardig salaris betaald te krijgen en kon een pensioen-
sommige gevallen werden echter ook geheel nieuwe kantoor-
voorziening achterwege blijven . De vakbandsman H. Smits
panden betrokken. De verzekeringsmaatschappij De Utrecht
maakte in 1902 een driedeling binnen het beroep van handels- en
bouwde bijvoorbeeld rond 1900 voor ruim twee ton een geheel
kantoorbediende. Bovenaan stond een 'aristocratie' van chefs de
nieuw hoofdkantoor. De motieven die leidden tot de bouw van dit
bureau, procuratiehouders, boekhouders en correspondenten op
kantoor, kwamen waarschijnlijk grotendeels overeen met die van
grote kantoren. Vervolgens kwam een kleine 'middenstand' die een
andere firma's die dezelfde stap namen. De dure nieuwbouw werd
jaarlijks salaris genoot van f 1.ooo tot f 1.500. Tot slot volgde een
niet alleen als noodzakelijk gezien vanwege de uitbreiding van het
groot 'proletariaat' dat soms slechts f 100, maar in ieder geval
bedrijf en het aantal personeelsleden, maar tevens als van belang
minder dan f 1.aoo verdiende; vaak te weinig om in het eigen
voor de naamsbekendheid en dus voor de omzet van de firma. Het
onderhoud te voorzien.'' Vrouwen werden in deze laagste categorie
nieuwe kantoorpand was zowel werkruimte als visitekaartje van
aangetroffen.n In praktijk bleek overigens veelvuldig dat ze voor
het bedrijf. Gevelornamenten beeldden de verschillende aspecten
hun bestaan wel degelijk afhankelijk waren van hun inkomsten uit
van het verzekeringsbedrijf uit. 66
kantoorwerk. De behoefte aan betaalde arbeid voor vrouwen was
Vrouwen op kantoor
kantoor door de opkomst van nieuwe functies en beroepen
In het nieuwe kantoor van De Utrecht waren de
eveneens groot was.
kantoorbedienden, ongeacht de afdeling waar ze werkten, nog in
Dat het kantoor rond de eeuwwisseling ook daadwerkelijk een
één grote kantoorruimte verzameld, waar ze staand en zittend
werkplek voor vrouwen werd, blijkt onder meer uit twee, in
achter schuine lessenaars schreven en rekenden. Vrouwen waren
respectievelijk 1898 en 1913 gehouden tentoonstellingen. Omdat
dus groot, terwijl de vraag naar vrouwenarbeid binnen het
rond de eeuwwisseling nog een betrekkelijk nieuwe verschijning
machineschrijven volgens de vertegenwoordiger van de Hammond
op kantoor. Alhoewel vrouwen hetzij als vrouw van de
Typewriter Company een beroep was dat 'veelvuldig door
ondernemer, hetzij als zelfstandige al rond 1850
vrouwen [wordt] uitgeoefend', diende tijdens de in 1898 gehouden
kantoorwerkzaamheden verrichtten, was hun aantal vooralsnog
Nationale Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid een schrijfmachine
beperkt. In de jaren zestig en zeventig van de negentiende eeuw
niet te ontbreken. Het exposeren van een schrijfmachine ging op
werd het kantoor als arbeidsveld voor vrouwen ontdekt. De toen
het laatste moment niet door, maar naast een wedstrijd stenografie
opkomende vrouwenbeweging achtte met name het beroep van
werd wel een wedstrijd machineschrijven georganiseerd; een
' boekhouderes' geschikt voor 'beschaafde' vrouwen uit de
primeur voor Nederland." De tentoonstelling De Vrouw 1813-1913
middenklassen. Er bestond echter veel weerstand tegen kantoor-
besteedde eveneens ruimschoots aandacht aan kantoorwerk, met
werk voor vrouwen. Enerzijds omdat ze daarmee buiten de
name op banken en verzekeringsbedrijven. Het initiatief daartoe
privé-sfeer traden en geacht werden zich vooral met opvoedende
was genomen door Clara Meijers, directiesecretaresse bij het
en verzorgende taken bezig te houden, anderzijds omdat ze de
Amsterdamse kantoor van de Rotterdamsche Bank. Meijers was
mannelijke boekhouders zouden beconcurreren op de
van mening dat een beroep 'dar door zooveel vrouwen uitgeoefend
arbeidsmarkt! ' Op grond van deze motieven lukte het
wordt, op deze tentoonstelling niet gemist mag worden'."
bijvoorbeeld de handelsbediendenvereniging Mercurius lange tijd
Ook blijkt uit de cijfers dat kantoorwerk door vrouwen in een
de deelname door vrouwen aan het examen Praktijk Diploma
periode van enkele decennia een geaccepteerd verschijnsel werd.
Boekhouden tegen te houden."
Terwijl in 1899 nog slechts 410 vrouwen in administratieve
Pas met het ontstaan van nieuwe functies als telefoneren, typen en
beroepen werkzaam waren, nam dit aantal in de daaropvolgende
stenograferen verwierven vrouwen zich een vaste plaats in het
jaren sterk toe. In procenten steeg het vrouwelijke aandeel in het
kantoor.'' 'Typewriten' en in iets mindere mate stenografie werden
totale aantal kantoorbedienden in de periode 1899-1920 van 2 naar
zowel in Nederland als daarbuiten vrijwel vanaf het begin als
liefst 24 procent." Tabel 2.1 geeft tot 1930 de ontwikkeling weer van
geschikt werk voor vrouwen gezien."' Daarbij speelde naast de
het aantal mannen en vrouwen in het kantoor en van de totale
veronderstelde vingervlugheid van vrouwen en hun van nature
omvang van het kantoorpersoneel in Nederland.
227
228
KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE
De introductie van de schrijfmachine aan het begin van de jaren tachtig van de negentiende eeuw creëerde een nieuw arbeidsveld voor vrouwen. Alhoewel ook mannen aan de schrijfmachine werkten, werd typen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld boekhouden, gaandeweg toch vooral als vrouwenwerk gezien. De afbeelding toont het kantoor van verzekeringsmaatschappij De Centrale in 1904.
Tabe/2.1: Het aantal mannen en vrouwen in het kantoor 1899-1930
Jaar 1899
Aantal vrouwen 410
stenografisten." Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de
Aantal mannen
Totaal
situatie in Nederland hiervan verschilde. Het in 1913 opgerichte
25.641
26.051
Instituut Schaevers bood met zijn relatief korte en praktische
1909
4·234
43-459
47·693
kantooropleiding een goed alternatief voor de overwegend op
1920
36.825
ll5.615
152-440
mannen gerichte opleiding aan de handelsscholen. Schaevers
1930
47.855
132.789
180.644
richtte zich echter niet uitsluitend en expliciet op vrouwen. In de prospectussen en andere teksten van Schaevers werd de sekse van de
Bron: H. Pott-Buter, K. Tijdens (red.), Vrouwen leven en werk in de twintigste eeuw (Amsterdam I998), 271.
typist en stenografist veelvuldig in het midden gehouden of werden mannen nadrukkelijk als toekomstige leerlingen aangesproken.
De cijfers geven ook aan dat in absolute zin de werkgelegenheid
Dat het instituut er inderdaad in slaagde een brede doelgroep te
van mannelijke kantoorbedienden sterker groeide dan die van
bereiken, blijkt uit het bewaard gebleven fotomateriaal: foto's van
vrouwelijke kantoorbedienden. De expansie van de kantoorsector
Schoevers' cursussen uit de jaren tien tonen een verhouding van
bood, met andere woorden, niet alleen een toenemend aantal
circa één à twee mannen op drie vrouwen."
vrouwen een geschikt en zelfs 'netjes' en 'fatsoenlijk' arbeidsterrein, maar ook en zelfs vooral een toenemend aantal mannen. Meer personeelleidde binnen individuele bedrijven tot
Nieuwe kantoortechnieken''
het ontstaan van een zekere taakverdeling en gespecialiseerde afdelingen. Er was vervolgens ook weer personeel nodig dat het
De schaalvergroting van bedrijven, de opkomst van de N.V.,
werk van de verschillende afdelingen voorbereidde en
alsmede de veranderingen in het boekhouden en de opkomst van
coördineerde. Dit personeel was, vrijwel zonder uitzondering,
kostprijsberekening, gingen in de periode tussen 1880 en 1914
mannelijk. Mannen beperkten zich echter niet tot hun traditionele
gepaard met ingrijpende wijzigingen in de technieken en
takenpakket en nieuwe managementfuncties, maar gingen zich
methoden die werden gebruikt ten behoeve van de administratie."
ook bezighouden met wat al snel bekend kwam te staan als typisch
Met betrekking tot de kantoormachines kan worden geconstateerd
vrouwelijke kantoorfuncties. Amerikaanse cijfers laten in ieder
dat het vooralsnog ging om apparaten met weinig geïntegreerde
geval zien dat mannelijke kantoorbedienden vanaf de introductie
functies, die één of hooguit enkele arbeidsintensieve handelingen
van de schrijfmachine in de jaren zeventig van de negentiende
vervingen en versnelden.'' Dit betekende overigens niet dat er
eeuw tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw een substantieel
tussen de toepassing van de verschillende kantoormachines en
deel uitmaakten van het (groeiend) aantal typisten en
-systemen geen verband bestond.
229
DE OPKOMST VAN DE MODERNE ADMINISTRATIE 1880- 1914
Productie en reproductie op kantoor rond 1900
De schrijfmachine kreeg ook een impuls door het typen te
Een belangrijk hulpmiddel dat zijn intrede deed in het kantoor,
koppelen aan reproductie. De productie van een origineel en een
was de schrijfmachine. De komst van de schrijfmachine betekende
kopie van dat origineel verliep vóór de introductie van de
het ontstaan van een nieuwe kantoorpraktijk. De Amerikaanse
schrijfmachine in twee arbeidsgangen. De combinatie van
firma E. Remington & Sons, van oorsprong fabrikant van geweren,
schrijfmachine met- carbonpapier maakte het mogelijk productie
sloot in 1873 een contract met C. Sholes, die in 1868 een
en reproductie in één arbeidsgang te verrichten. Bijna alle
Amerikaans octrooi op een schrijfmachine had weten te verwerven.
advertenties rond de eeuwwisseling voor schrijfmachines maakten
In 1874 nam de Remingt'>n Typewriter Company de eerste
van deze mogelijkheid gewag, zodat verondersteld mag worden dat
schrijfmachines in
product~e.
Aan het begin van de jaren tachtig
startte het bedrijf de verkoop in Europa. Het was de Amsterdamse
gebruikers dit een belangrijke functie vonden. Met zwart of blauw carbonpapier was het mogelijk al typend meer dan twintig
handelsvereniging Fred. Stieltjes & Co. die zich in 1883 met de
kopieën van een brief of nota te maken. Bovendien bleek de
'Remington Standard Typewriter' op de Nederlandse markt begaf.
schrijfmachine goed samen te gaan met een nieuwe reproductie-
Tot de allereerste afnemers behoorden P. Dwars, griffier bij het
techniek die rond 1890 op kantoren werd ingevoerd.'' Het ging
kantongerecht van Zaandam, en H.F.R. Hubrecht, directeur van de
daarbij in eerste instantie om een apparaat dat verwant was aan de
Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij. Directeuren van
eerdergenoemde hectograaf. David Gestetner verwierf in de jaren
bedrijven als de Twentsche Bankvereeniging, het bankiersbedrijf
tachtig een aantal Engelse octrooien op een techniek die bestond
Wertheim & Gompertz, de verzekeringsmaatschappijen De
uit een graveerpen, met was geïmpregneerd papier en een stalen
Utrecht en Mutua Confidentia, de Nederlandsche Gist- &
plaat waarop het papier rustte. De pen maakte perforaties in het
Spiritusfabriek Delft, de Nederlandsche Handel-Maatschappij en
vel papier dat met behulp van een bak, papier, inkt en een roller
de Koloniale Bank, volgden. Aan het begin van de jaren negentig
kon worden vermenigvuldigd. In latere versies van Gestetners
had Stieltjes & Co. al meer dan veertig schrijfmachines in
'cyclostyle', zoals het apparaat werd genoemd, vervingen
Nederland weten te verkopen. Koploper was daarbij ongetwijfeld
mechanische procédés de handbediende roller of slinger en werd
Mutua Confidentia, die op dat moment zestien machines op haar
het stencilpapier automatisch door de machine getransporteerd."
verschillende kantoren in gebruik had.''
AJhoewel de stencilmachine, die in de Verenigde Staten
Vanaf het begin van de jaren negentig kreeg Stieltjes & Co.
bekendheid kreeg onder de naam 'Edisons mimeograph',
concurrentie van andere vertegenwoordigers.'' Rond 1900 nam de
oorspronkelijk was bedoeld voor geschreven teksten, werd na de
variatie aan schrijfmachines nog verder toe.'' Er ontstond een
introductie van de schrijfmachine ook stencilpapier op de markt
grote verscheidenheid aan schrijfmachines, een verscheidenheid
gebracht dat geschikt was voor typewerk. Een advertentie uit 1892
die niet alleen betrekking had op de verschillende merken, maar
van Lutkie & Smit claimde dat de combinatie van de mimeograph
ook op de verschillende modellen van hetzelfde merk. De toename
met de 'National Typewriter' maar liefst 2.000 afdrukken
van het aantal aanbieders en soorten van schrijfmachines vanaf de
opleverde.''
jaren negentig duidt op een versnelling van de afzet en een
Overigens was de stencilmachine goedkoop in vergelijking met de
vergroting van de afzetmarkt. Een aantal factoren droeg bij aan
schrijfmachine. In de bovengenoemde advertentie kostte de
ss, de National schrijfmachine daarentegen f
deze ontwikkeling. Ten eerste werden ook na de introductie van de
mirneograph f
eerste machines in Nederland wijzigingen doorgevoerd in de
De National was daarmee nog een relatief goedkope
constructie en vormgeving, hetgeen de schrijfmachine breder
schrijfmachine: aan de hand van de verschillende advertenties kan
toepasbaar en gebruikersvriendelijker maakte. De eerste
worden geconstateerd dat een schrijfmachine rond de
schrijfmachines produceerden geen direct zichtbaar schrift. Omdat
eeuwwisseling gemiddeld tussen de f
de types het papier raakten aan de onderkant van de papierrol, was
bedrag kwam ongeveer overeen met het jaarinkomen van een
200
en f
300
160.
kostte." Dit
het pas na het typen van een regel of vier mogelijk te zien wat men
beginnende kantoorklerk. Koop was overigens niet noodzakelijk.
had getypt. DeUnderwood no. 5 uit 1895 was de eerste schrijfmachine
Kantoren konden namelijk hun administratieve werkzaamheden
die wél direct zichtbaar schrift opleverde." De machine was
ook uitbesteden aan de genoemde vertegenwoordigers of aan
voorzien van typearmen die het schrift aan de voorzijde op het
zogeheten 'copieerinrichtingen', die schrijfmachine-werk leverden
papier typten·. Het zichtbare schrift van de Onderwood werd kort
en waar brieven en documenten gekopieerd konden worden. Het
na 1900 dé standaard voor schrijfmach ines. Andere verbeteringen
was zelfs mogelijk een typiste in te huren. Heyenbrock, Haselager
in de constructie betroffen de toepassing van zogenaamde shuttles,
& Co., vertegenwoordiger van de 'Williams' schrijfmachine,
dit zijn draaibare schijven waarop verschillende lettertypes
verhuurde bijvoorbeeld schrijfmachines voor een gulden per dag,
aangebracht konden worden, en van tabulators, waardoor de
op voorwaarde dat één van zijn eigen typistes het typewerk
machine ook staten en tabellen met cijfers kon opmaken.
verrichtte: ' [Men ] kon dan af en toe door de straten van de
230
KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE
hoofdstad een coupé'tje zien rijden, waarin een jonge dame met
de schrijfmachine vervolgens af in het bedrijf, overigens soms zelfs
haar schrijfmachine was gezeten, op weg naar het bankierskantoor
op initiatief van het personeel zelf'' , om ten slotte in belangrijke
van Hope en Co, van de firma Van Loon, van andere huizen:•• De
mate gebruikt te worden door het toenemend aantal vrouwen dat
importeurs van schrijfmachines verleenden daarnaast ook service
rond de eeuwwisseling het kantoor ging bevolken . Ook kan de
op het gebied van onderhoud en richtten reparatieafdelingen op.
stelling worden verdedigd dat toen de schrijfmachine zich
Blikman & Sartorius bijvoorbeeld bezat in 1908 112 abonnees voor
verbreidde in het kantoor, de ondernemers een mogelijkheid
het onderhoud van 144 machines. In 1909 verkocht het bedrijf 131,
zagen om vrouwen aan te stellen zonder het zittend personeel al te
in 1910 164 schrijfmachines."'
veel voor het hoofd te stoten.
De schrijfmachine werd in advertenties niet alleen gekoppeld aan verschillende nieuwe reproductietechnieken, maar ook aan
Verdere mechanisering
kantoorwerk door vrouwen in het algemeen en nieuwe,
Kort na 1900 werden nog andere mechanische hulpmiddelen dan
secretariële werkzaamheden in het bijzonder. De schrijfmachine
de kopieerpers, hectograaf en schrijfmachine in het kantoor
creëerde de mogelijkheid om het bedenken en het formuleren van
geïntroduceerd. De eerste moderne tel- en rekenmachines, zoals
teksten te scheiden van de tekstproductie.•• De dicteermachine, een
de 'Comptometer' en de 'Burroughs Adding and Listing Machine',
uitvinding die uit dezelfde periode dateert als de schrijfmachine,
werden in het buitenland rond 1890 geconstrueerd en bezaten een
speelde op deze mogelijkheid in. De fonograaf van Edison uit 1877
toetsenbord dat verwantschap vertoonde met dat van de schrijf-
bestond uit een spreektrechter met een diafragma waaraan een
machine. In plaats van letters bezat het toetsenbord echter cijfers.
naald was gekoppeld. Door in de trechter te spreken bewoog de
Met het indrukken van een bepaalde toets werd het betreffende
naald over een roterende rol bekleed met een metalen folie. De
cijfer direct op een totaalteller overgebracht. Vermenigvuldigingen
tekst die op deze manier op de folie was vastgelegd, kon later
konden worden uitgevoerd door herhaalde optellingen." Tel- en
worden gereproduceerd.'' In latere versies van de dictafoon werd
rekenmachines verschenen pas na de eeuwwisseling op de
de folie vervangen door een waslaag. Met behulp van de
Nederlandse markt. In advertenties uit 1906 werd bijvoorbeeld
dicteermachine kon de kantoordirecteur brieven inspreken die
reclame gemaakt voor de 'Millionär' en de 'Standard'
later werden uitgetypt. Daardoor was het minder noodzakelijk dat
rekenmachine. De MiUionär kon vermenigvuldigen, delen,
de typiste aanwezig was in de buurt van de man die haar de
optellen, aftrekken en worteltrekken. De berekening 56-419.328 x
brieven dicteerde; typisten konden bij elkaar worden gezet in
49.321.739 = 2.782.699.370.171.392 maakte het apparaat naar
typekamers.') In een advertentie, overigens uit de jaren dertig,
verluidt in zeven seconden ... Die snelheid werd bereikt omdat de
werd op dit aspect nader ingegaan: 'Het Dictaphone-systeem
Millionär, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Comptometer, was
maakt U onafhankelijk van Uw steno-typiste en stelt haar in staat
gebaseerd op het principe van directe vermenigvuldiging.'oo
aan andere correspondentie door te werken, terwijl U dicteert.
Evenals in het buitenland vonden in Nederland tel- en
Daardoor bespaart U tijd en geld.'•• Typecursussen en cursussen
rekenmachines als eerste emplooi in verzekeringsbedrijven, met
stenografie werden ook vaak in combinatie aangeboden. Al vóór
name levensverzekeringsmaatschappijen:o• De vaststelling van
de oprichting van Schaevers in 1913 boden de aanbieders van
premies voor levensverzekeringen was gebaseerd op de
schrijfmachines tevens typecursussen aan. Ze waren ongetwijfeld
overlijdenskans per leeftijdscategorie. Die kans was gelijk aan de
bedoeld om de markt voor schrijfmachines te vergroten.
verhouding van het aantal in jaar X overleden personen met het
Amsterdam bijvoorbeeld bezat een Hammondschool, terwijl er
geboortejaar Y tot het aantal nog levende personen met hetzelfde
Remingtonscholen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
geboortejaar op 1 januar i van jaar X. De wiskundig adviseur van
gevestigd waren. De eerdergenoemde firma Heyenbrock, Haselager
de verzekeringsmaatschappij, de actuaris, was degene die deze
& Co. bood vanaf 1892 eveneens een cursus typen aan.'' Al deze
berekeningen maakte. De actuaris maakte daarbij gebruik van de
opleidingsinstituten gaven zonder uitzondering tevens cursussen
gegevens van volkstellingen, maar ook van ervaringscijfers.
stenografie.
Afhankelijk van het aantal nog levenden werd een premie
Het werken op de schrijfmachine, het uitwerken van dictaten en
vastgesteld die gedurende de looptijd van de verzekering gelijk-
het stenograferen waren, zoals eerder werd geconstateerd, taken
bleef. De som van de premies was aanvankelijk hoger dan het
die vrijwel van meet af aan als vrouwenwerk werden bescho uwd.
bedrag dat nodig was voor uitbetaling aan de nabestaanden van de
Aan de hand van de lijsten van de eerste gebruikers van
in een vroeg stadium overleden polishouders. Het aantal
schrijfmachines kan echter worden geconstateerd dat typen
overledenen was aanvankelijk klein. Hierdoor werd er een
vooralsnog in de praktijk geen exclusief vrouwelijke bezigheid was.
financiële reserve opgebouwd die kon worden belegd. Ze werd
De eerste kopers van schrijfmachines waren immers zonder
aangesproken in latere jaren als de sterftekans groter werd en de
uitzondering mannen in directiefuncties." Geleidelijk aan daalde
maatschappij dus meer moest uitbetalen, terwijl er tegelijkertijd
DB OPKOMST VAN DE MODERNE ADMINISTRATIE 1880-1914
231
minder aan premies werd ontvangen. De financiële reserve moest uiteraard de toekomstige verplichtingen dekken. Daarom berekende de actuaris ieder jaar de vereiste reserve.'"' Aanvankelijk stond de actuaris buiten de organisatie van de verzekeringsmaatschappij. Vanaf het einde van de negentiende eeuw ging de actuaris echter in toenemende mate deel uitmaken van het bedrijf en werd hij het hoofd van het wiskundig bureau van de verzekeringsmaatschappij. Het feitelijke rekenwerk werd nu verricht door kantoorklerken, die dag in dag uit meterslange kolommen uit het hoofd moesten optellen. Na de eeuwwisseling kon dit handwerk worden gedaan met tel- en rekenmachines. Naast hun snelheid boden de machines ook het voordeel dat bij de berekening van de premies en de reserves nu deels volstaan kon worden met personeel dat niet wiskundig onderlegd was. De verzekeringsmaatschappijen waren in m eer opzichten pioniers in kantoormechanisatie. Met de betrekking van een nieuw hoofdkantoor in
1902
kreeg verzekeringsmaatschappij De Utrecht ook
de beschikking over een fotografie-afdeling."' Naar alle
De eerste schrijfmachines, zoals deze
vanzelfsprekendheid. Het inktlint werd
waarschijnlijkheid maakte deze afdeling gebruik van een Duits
Remington uit 1885, produceerden in
van speciale kopieerinkt voorzien, zodat het getypte met de kopieerpers kon
van officiële stukken, zoals verzekeringspolissen, een getrouwe
tegenstelling tot latere modellen nog geen direct zichtbaar schrift. Ook het maken van kopieën met behulp van
kopie. Tot die tijd werden de polissen met de hand overgeschreven
carbonpapier was nog geen
fotokopieerapparaat, de ' Kontophot Goerz'. Dit apparaat maakte
worden gedupliceerd.
of overgetypt. De groei van het aantal polissen maakte dit werk echter bezwaarlijk: terwijl De Utrecht in
1893 174.500
polissen
'Door de sedert jaren gevolgde methode van copieboeken
telde, was dit aantal in 1904, mede dankzij een aantal overnames,
meent men soms, dat die chronologische volgorde wél een
gestegen tot ruim 750.000." '
voordeel is, doch wie er even over nadenkt, komt gemakkelijk tot de overtuiging, dat hij nooit copieën noodig heeft van een
Opbergen en bewaren
zekeren datum of van een bepaald tijdvak, maar wél de
De introductie van mechanische hulpmiddelen in de administratie
copieën van de correspondentie, die aan een zeker iemand
had ook gevolgen voor de manier waarop stukken werden
gezonden is. Een dossier, waaronder wij hier verstaan de
geregistreerd en bewaard. Met de introductie van de schrijf-
verzameling van correspondentie met één relatie of op één
machine en het ca rbonpapier kon worden afgezien van het
onderwerp betrekking hebbende, is toch uit den aard der zaak
gebonden boek. Dit gold niet alleen voor de correspondentie,
onvolledig, als daarin zich alleen de ontvangen
maar ook voor facturen en rekeningen. Beide soorten
correspondentie bevindt, terwijl de andere helft, die tenminste
administratieve bescheiden konden worden bewaard in losbladige
even belangrijk is, n.l. de copieën van verzonden brieven, uit
boeken of registers. Een advertentie uit
een aantal boeken bij elkaar moet worden gezocht. Hoe groter
1906
maakte melding van
registers met uitneembare bladen 'volgens Amerikaansch
het tijdvak, waarover men eene gevoerde correspondentie
Systeem'."' Rond dezelfde tijd adverteerden ook Nederlandse
wenscht te co nsulteeren, hoe grooter het aantal copieboeken,
kantoorboekhandels met losbladige systemen als het 'Uitrajectum'
dat men in zoo'n geval moet naslaan en het kwam bij
register en het 'Bushong' -systeem.'.. Het Bushoog-systeem werd op
degenen, die het oude systeem in praktijk brachten, dikwijls
de markt gebracht door de 'Eerste Nederlandsche fabriek van
voor, dat men om den loop eener zaak na te gaan over een
losbladige boeken' te Amsterdam en werd speciaal aanbevolen
langeren termijn, daarvoor een dozijn of meer copieboeken op
voor banken. Een losbladig rekening-courantboek bijvoorbeeld
den lessenaar had liggen met uitstekende papiertjes om aan te
voorkwam, in combinatie met het gebruik van de schrijfmachine, het overschrijven van rekening-courantafschriften."' Losbladige
geven, waar de copieën te vinden waren.'"'' Een sneUere verwerking en verbeterde beschikbaarheid van
dossiers boden de mogelijkheid van een thematische
gegevens vormde ook het motief om over te gaan op verschillende
rangschikking van stukken, in plaats van de traditionele
soorten kaartsystemen. De verzekeringsmaatschappij De Utrecht
chronologische methode. Bij een uitgebreide administratie was dit
bijvoorbeeld ging in
een groot voordeel:
kaartenadministratie.'09 De sterk groeiende bevolkings-
1905
over van een stamboeken- naar een
232
KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE
administraties in de grote steden behoorden evenwel tot de eerste
eeuw in een toenemende behoefte aan financiële dienstverlening.
gebruikers van kaartsystemen."' Rond 1900 vervingen de
Het ging bij deze dienstverlening om een aantal zaken, variërend
bevolkingsadministraties van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht
van het opmaken en bijhouden van de boeken, van het adviseren
de registratie van de bevolking op bladen in gebonden boeken,
over het inrichten, bijwerken en verbeteren van boekhouding en
door kaarten. In ieder geval in Utrecht ging de overgang naar het
administratie, tot het verifiëren van de verschillende boekhoud-
kaartsysteem gepaard met de introductie van de eerste
posten en het controleren van de boeken op het feit of balans en
schrijfmachines.'" De afdeling Bevolking van Rotterdam was zeer
verlies-en-winstrekening goed aansloten op de boekhouding."'
stellig in haar voorkeur voor een kaartregister:
De laatstgenoemde functie kreeg vooral gewicht na de beruchte
'Dit register bestaat uit losse gezinskaarten, omdat het bij
Pincoffs-affaire. De balansvervalsingen en onregelmatigheden die
boeking in vaste deelen, niet mogelijk is in eene zich zoo snel
Loclewijk Pincoffs op grote schaal toepaste in de boekhouding van
uitbreidende gemeente als Rotterdam de alphabetische
de naamloze vennootschap de Afrikaansche Handelsvereniging
volgorde te behouden. Dientengevolge zou al spoedig hulp
(AHV), liepen in 1879 uit op een zeer omvangrijk financieel
moeten gezocht worden in verwijzingen, waardoor het nut der
debacle. Omdat het toezicht op de onderneming overduidelijk had
alphabetische orde, namelijk het gemakkelijk vinden van een
gefaald, leidde de affaire tot het in toenemende mate instellen van
post, verloren gaat. Bovendien zouden bij boeking in vaste
een onafhankelijke controle op naamloze vennootschappen ten
deelen, dikwijls twee of meer ambtenaren tegelijkertijd
behoeve van commissarissen en aandeelhouders."• De opvolger
hetzelfde deel moeten raadplegen, waardoor stoornis
van de AHV, de Nieuwe Afrikaansche Handelsvennootschap,
veroorzaakt wordt.''"
schreef als eerste bedrijf de benoeming van een financiële
Omdat het kaartsysteem eenvoudiger te raadplegen werd, kon het
controleur statutair voor. Een aantallevensverzekerings-
ook in toenemende mate worden ingeschakeld in het gemeentelijk
maatschappijen en banken volgde kort daarna dit voorbeeld."'
beleid. Dankzij de introductie van het kaartsysteem kon de
Aanvankelijk werden de administratieve, adviserende en
gemeentelijke bevolkingsadministratie zich ontwikkelen tot een
controlerende taken verricht door boekhoudbureaus. Deze werden
centrale informatiebron voor het verstrekken van inlichtingen ten
veelal geleid door ervaren en gerenommeerde boekhouders die in
behoeve van de naleving van de dienstplicht, de opstelling van de
hun vrije tijd hun diensten aan andere ondernemingen dan waar
kieslijsten en de controle van de leerplicht. Als zodanig kwam het
ze voor werkten, aanboden. Werd het aantal bedrijven waarvoor
daarmee tegemoet aan wat wel is genoemd de 'bloeiperiode' van
de boekhoudbureaus de boeken bijhielden omvangrijk, dan kon
het lokale bestuur."'
de boekhouder besluiten voor zichzelf te beginnen. Geleidelijk aan
Kaartsystemen kwamen aanvankelijk uit het buitenland, met name
groeiden de boekhoudbureaus zodoende uit tot zelfstandige en
Amerika. Verondersteld mag worden dat met de introductie van
onafhankelijke accountancy bureaus. Het in 1883 te Rotterdam
Nederlandse kaartsystemen een verbreding van de markt optrad.
door onder anderen B. Moretopgerichte Confidentia geldt als het
Ook particuliere kantoren gingen gebruikrnaken van kaart-
eerste Nederlandse accountantskantoor. Tien jaar later werd in
systemen. In een prijscourant van Blikman & Sartorius uit 1910
Amsterdam het Bureau van Verificatie, Arbitrage en
werd haar eigen 'Fortuna' kaartsysteem bijvoorbeeld geafficheerd
Administratieve Controle opgericht, terwijl ook de boekhouder
als in gebruik bij 'vele' rijks- en gemeente-instellingen, alsmede
J.G.Ch. Volmerinmiddels als accountant werkzaam was. Zo
bankiers- en effectenkantoren. Het Fortuna Kaart- en
organiseerde hij de administratie van een boekhandel,
Briefrangschiksysteem was door Blikman & Sartorius in 1907 in
controleerde hij de boekhouding van een glasverzekerings-
samenwerking met de Zaandamse gemeentesecretaris Zaalberg op
maatschappij en maakte hij de jaarrekening op van een
de markt gebracht en werd uitdrukkelijk verkocht als 'Nederlandsch
waterschap."'
Fabricaat'. In 1921 meldde Blikman & Sartorius dat het Fortunasysteem en het door haar in 1912 geïntroduceerde ASNO-systeem
Accountants
'op elk kantoor van eenige betekenis' in gebruik was.'"
Omdat de naam accountant niet beschermd was, kon elke aankomende en onervaren boekhouder zich accountant noemen. Om deze reden werd in 1895 het Nederlandsch Instituut van
Nieuwe beroepen
Accountants (NJVA) opgericht, mede op initiatief van de leden van Confidentia en van Volmer."' Het belangrijkste doel dat het
De uitbreiding en intensivering van de administratie en de
NIVA voor zichzelf zag weggelegd , was de vorming van een
veranderende betekenis van de boekhouding van een
opleidingsinstituut dat boekhouders die reeds in het bezit waren
retrospectieve registratie naar een instrument ten behoeve van het
van het diploma M.O. boekhouden, voorbereidde op het NIVA-
managemen t, resulteerden tegen het einde van de negentiende
diploma. Daarnaast maakte het NIVA reclame voor h et beroep en
233
DE OPKOMST VAN DE MODERNE ADMINI STRATIE 1880- 1914
Tel- en rekenmachines kregen in Nederland rond de eeuwwisseling een plaats op kantoor. Vooral levensverzekeringsmaatschappijen gingen voor het berekenen van premies gebruikmaken van deze machines, maar ook op kantoor bij Philips werd, zoals de foto uit 1913 laat zien, door meisjes en jongens al druk met telmachines gewerkt.
streefde het naar een wettelijke regeling van de beroepspraktijk.
hoogleraarschap werd geconstateerd, markeerde Volmers
Het NIVA-examen gold al spoedig als zeer zwaar en het instituut
benoeming het begin van de academische behandeling van
zelf als eerbiedwaardig en exclusief. Daarom werd in
economische en administratieve vraagstukken in het Nederlandse
1899
een
concurrerende beroepsorganisatie opgericht zonder eigen examen
bedrijfsleven."' In zijn oratie rekende Volmerniet alleen de
en minder gesloten van karakter: de Nederlandsche Bond van
boekhouding tot het vak bedrijfsleer, maar ook de financiering en
Accountants (NBA).
de algemene inrichting van de onderneming."' In
Interne conflicten binnen het NJVA over de methoden die door
benoemd tot hoogleraar aan de Nederlandsche Handels-
1914
werd hij
accountants werden toegepast bij hun controlerende
Hoogeschool te Rotterdam, de latere Nederlandse Economische
werkzaamheden, leidden in
Hogeschool (NEH).
1907
tot de oprichting van de
Nederlandsche Accountants-Vereeniging (NAV)."' Naast Volmer
Limpergs betekenis lag vooral op het gebied van de ontwikkeling
maakte ook zijn leerling Th. Limperg Jr. deel uit van de nieuwe
van de accountancy als vakgebied. Tegenover het oppervlakkig en
vereniging. Als gediplomeerd boekhouder had Limperg zich in 1900
aangemeld bij het NIVA als assistent, om in
1904
het NIVA-
fragmentarisch controleren van de boeken bepleitte hij de grondige en systematische analyse.''"' Een dergelijke analyse was
diploma te behalen. Vanaf 1901 werkte hij op het door Volmer
meer dan het op een rij zetten van boekhoudkundige feiten; de
opgerichte accountantskantoor Volmer & Co.
accountant gaf de ondernemer een wetenschappelijk verantwoord
Volmer en Limperg waren van grote betekenis voor de
inzicht in de betekenis van deze feiten voor het functioneren van
inhoudelijke ontwikkeling van de accountancy. Volmerkan gezien
de bedrijfshuishouding. In de ontwikkeling van de bedrijfs-
zijn vroege betrokkenheid bij de opleiding van het NIVA worden
huishoudkunde of bedrijfseconomie tot een wetenschap zag
aangemerkt als de grondlegger van de systematische studie voor
Limperg dus een belangrijke rol weggelegd voor de accountant.
accountant in Nederland. Daarnaast bezat hij vanwege zijn
Geheel in lijn met deze opvatting werd Limperg in
accountantsactiviteiten een grote kennis van en veel ervaring in
Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam benoemd tot
het bedrijfsleven. Vanaf 1902 werkte Volmer in Wenen in verband
hoogleraar bedrijfshuishoudkunde."'
met een organisatieopdracht van Anton Jurgens'
De loopbanen van Volmer en Limperg kunnen model staan voor
Margarinefabrieken. Na zijn terugkeer in Nederland werd hij in
de ontwikkeling van de accountancy in deze periode. Vanuit zijn
1908
benoemd tot hoogleraar in het boekhouden en de bedrijfsleer
1922
aan de
boekhoudkundige expertise ontwikkelde de accountant zich tot
aan de Technische Hoogeschool (TH) te Delft."' Het betrof de
een specialist op het gebied van de interne bedrijfsorganisatie. Van
eerste leerstoel in dit vak. Zoals in de inleiding van een bundel
accountant werd hij organisatiedeskundige. Accountants waren
opstellen naar aanleiding van zijn vijfentwintigjarig
echter niet de enige specialisten op dit gebied. De benoeming van
234
KANTOOR EN INFORMATIETECHNOLOGIE
leiding van ingenieurs kon worden opgelost. Een wetenschappelijke analyse van de bedrijfsvoering en een rationele besluitvorming waren daartoe de beste instrumenten. Zowel accountants als ingenieurs konden rond de eeuwwisseling een zekere deskundigheid claimen op het gebied van de bedrijfsorganisatie. Beiden ontwikkelden zich tot specialisten die over steeds meer kennis en methoden beschikten om de financiële, economische en organisatorische aspecten van de onderneming door te lichten en te optimaliseren. En beide beroepsgroepen zagen in de introductie in Nederland van een nieuwe, uit Amerika afkomstige methode van bedrijfsvoering een mogelijkheid om hun deskundigheid te vergroten en hun positie te versterken. Zoals we Een bankbediende uit St. Louis, William S. Burroughs, diende in 1885 een eerste
schrijfmachine. Zoals gebruikelijk gingen octrooiaanvragen vergezeld van schetsen
octrooi in voor een telmachine, waarvan
en tekeningen die de werking van de machine verduidelijkten.
het toetsenbord een sterke gelijkenis vertoonde met dat van de
Volmer aan de TH Delft was een indicatie voor het feit dat ook
in het volgende hoofdstuk zullen zien, wierpen ingenieurs en accountants zich vanaf 1910 op als fakkeldragers van het scientific management van F.W. Taylor.
Het dynamische kantoor
ingenieurs zich in deze periode gingen bezighouden met de algemene bedrijfsorganisatie.
Het kantoor maakte in de periode 1880-1914 een ingrijpend
Ingenieurs
negentiende eeuw werd de administratie, de boekhouding en het
Met de vanaf circa 1890 optredende versnelling in de Nederlandse
cijfer- en rekenwerk verricht op een locatie waar tegelijkertijd
industrialisatie diende zich een nieuw werkgebied voor ingenieurs
werd gewerkt en gewoond. Kantoorzaken waren een
transformatieproces door. Tot ver in de tweede helft van de
aan.'" De ingenieur leek bij uitstek geschikt om leiding te geven
bijkomstigheid of een noodzakelijk kwaad, dat zonder veel
aan het productieproces binnen het nieuwe industriële
inspanning tussen de bedrijven door afgehandeld kon worden.
grootbedrijf. Het was daarbij duidelijk dat het niet alleen ging om
Al in de tweede helft van de negentiende eeuw had het kantoor
een controle en beheersing van de techniek, maar tevens om het
aan betekenis gewonnen. Niet alleen namen het aantal kantoren
oplossen van bedrijfseconomische en sociale problemen binnen
en het aantal kantoorwerkers toe, ook werd het kantoor een aparte
bedrijven. Het onderwijs aan de TH werd, getuige ook Volmers
locatie met een eigen dynamiek. Deze ontwikkeling zette na 188o
benoeming, in deze richting bijgesteld. Met name binnen de in
versneld door. Binnen industriële en dienstverlenende bedrijven
1904 opgerichte Sociaal-Technische Vereeniging van
kwam meer aandacht voor administratie en boekhouding. Aan
Democratische Ingenieurs en Architecten (STV) gold de opvatting
administratie en boekhouding werden ook nieuwe eisen gesteld.
dat de ingenieur moest leren zowel met technische als met sociale
Enerzijds was dit een gevolg van de opkomst van de naamloze
factoren rekening te houden. De oprichting in 1908 van het aan de
vennootschap. De uitwisseling van financiële informatie tussen de
STV verbonden Sociaal-Technisch Advies-Bureau paste binnen dit
eigenaren van de vennootschap en de directie en het management
kader. De socialistische oriëntatie vandeSTV-ingenieurs was
was binnen deze nieuwe ondernemingsvorm een cruciale zaak,
echter een uitzondering in het Delftse milieu."'
waarmee boekhouders en accountants zich intensief gingen bezig-
In de periode rond de eeuwwisseling vond in zowel absolute als
houden. Anderzijds werden de interne informatiestromen
relatieve zin een groeiend aantal Delftse ingenieurs, mede dankzij
verbeterd, wat administratieve activiteiten met zich meebracht.
de aanpassing van het onderwijsprogramma, werk in de
Voorts maakten administratieve bedrijven als banken en
nijverheid, handel en scheepvaart. Het ging daarbij meer en meer
verzekeringsmaatschappijen een proces van schaalvergroting door;
om leidinggevende posities. In de beroepspraktijk ontwikl<elde de
er kwamen niet alleen meer, maar ook grotere kantoren. Deze
ingenieur zich dus tot manager en ondernemer. Zijn rol ten
ontwikkeling vergde meer kantoorwerkers. Niet alleen nam het
opzichte van maatschappelijke hervormingen kwam daarbij in het
aantal mannelijke kantoorbedienden toe, er kwamen ook meer
geding. Ook de aanvankelijk radicale STV-ingenieurs vertaalden
vrouwen in het kantoor werken. Dat het kantoor zich ontwikkelde
de sociale kwestie meer en meer in een bedrijfsintem vraagstuk
tot een nieuw arbeidsterrein voor vrouwen, duidt eens te meer op
met een technisch-organisatorisch karakter, een vraagstuk dat
de schaalvergroting van de kantoorsector. In verband met deze
door samenwerking tussen werkgevers en werknemers en onder
schaalvergroting kon ook een begin van aandacht voor de interne
DE OPKOMST VAN DE MODERNE ADMINISTRATIE 1880-1914
organisatie van het kantoor, de werkmethoden en de gebruikte
schrijfmachines vooral werden gebruikt door mannelijk directie-
hulpmiddelen bij de bedrijfsleiding worden geconstateerd.
personeel, werd in de jaren daarna de schrijfmachine hét kantoor-
De toenemende omvang van kantoorwerkzaamheden en het
apparaat voor vrouwen. De introductie van de schrijfmachine was
grotere belang dat aan administratie en boekhouding na 1880 werd
dus niet dé oorzaak van de intrede van vrouwen in het kantoor,
toegekend, gingen gepaard mét en werden ondersteund dóór het
maar vergemakkelijkte dit wel. Vrouwen werden vervolgens ook
gebruik van nieuwe kantoortechnologie. Tussen 1880 en 1914 werd
ingeschakeld voor het uitwerken van teksten die waren
een breed scala aan kantoormachines geïntroduceerd, overigens
ingesproken op dicteermachines, terwijl een nieuwe schrijfme-
zonder dat er sprake was van een brede diffusie van al deze
thode als de stenografie eveneens binnen het vrouwelijke domein
machines. Naast de al eerder geïntroduceerde kopieerpersen en
kwam te vallen. Het ontstaan van een categorie vrouwelijke
hectografen mechaniseerden nu schrijf-, tel-, reken - en stencil-
kantoorbedienden stimuleerde dus de introductie van een
machines administratieve taken die daarvoor met de hand werden
samenhangende, nieuwe groep van kantoortechnieken.
verricht. Het ging daarbij om het schrijven van brieven, het maken
Het toenemend aantal mannen én vrouwen in het kantoor, de
van berekeningen, het verzenden van post, en het kopiëren en
opkomst van nieuwe methoden van boekho uding en administratie
reproduceren van brieven en stukken. Naast deze nieuwe
en de introductie van nieuwe kantoortechnologie waren
productie- en reproductietechnieken kwamen er ook nieuwe
ontwikkelingen die elkaar versterkten en stimuleerden. In
methoden voor het bewaren en registreren van brieven en stukken
samenhang resulteerden deze ontwikkelingen in de periode
op de markt, zoals losbladige boeken en kaartsystemen. Deze
1880-1914 in de opkomst van wat door tijdgenoten als de moderne
nieuwe technieken en methoden werden binnen individuele
administratie werd gekarakteriseerd. De schaalvergroting van het
bedrijven en overheidsinstellingen niet allemaal gelijktijdig
kantoor in deze jaren maakte in combinatie met nieuwe eisen en
geïntroduceerd. Wel was het zo dat wanneer eenmaal een nieuwe
informatiebehoeften de oude methoden en technieken niet langer
productietechniek als de schrijfmachine werd gebruikt,
adequaat. Functionele, organisatorische en technische
veranderingen in reproductietechnieken vaak volgden. Het
veranderingen waren noodzakelijk. Al deze veranderingen
gebruik van schrijfmachines raakte bijvoorbeeld gekoppeld aan
gebeurden op incidentele basis en ad hoc en werden geïnitieerd
dat van carbonpapier, terwijl stencilpapier voor stencilmachines
door de directie en het management van de verschillende
als de cyclostyle geschikt werd gemaakt voor typewerk. De
bedrijven en ondernemingen. Bedrijven experimenteerden, soms
archivering van stukken werd ook beïnvloed door het gebruik van
in samenwerking met en ondersteund door accountants en
kantoormachines. Het lag bijvoorbeeld voor de hand het gebruik
kantoormachinehandelaren, met nieuwe methoden van
van schrijfmachines te combineren met losse bladen en kaarten.
boekhouding en met nieuwe kantoormachines. Wat beviel, werd
De interactie die plaatsvond tussen kantoortechnieken, werd
behouden en wellicht verbeterd, wat niet beviel, werd weer
echter niet alleen beïnvloed door het bestaan van een soort
veranderd of afgeschaft. Na 1914 zou een nieuw middenveld
natuurlijke verwantschap tussen de verschillende
ontstaan van functi onarissen die zich specifi ek met kantoor-
kantoortechnieken. Ze werd ook ondersteund door de
methoden en -machines gingen bezighouden.
taakverdeling op kantoor tussen mannen en vrouwen. Na een eerste fase in de jaren tachtig van de negentiende eeuw, waarin
0. de Wit met medewerking van H. Buiter
235