Ouderschap
jaarverslag 2010 JP van den bent stichting
...je raakt er niet over uitgepraat
Inhoud
Voorwoord
Voorwoord
3
Leeswijzer
4
Kind zijn & ouder zijn
6
Personeelsgegevens
10
Vreugde & verdriet
12
Personeelsgegevens
16
Uitbreiding vormen van dienstverlening
18
De JP in cijfers
19
Beschermen & loslaten
20
Kwaliteit
24
Opvoeding & omgeving
26
Personalia
30
Deskundigheidsbevordering
32
HPM onderzoek
35
Je gaat voor je kind door het vuur. Het hebben van kinderen maakt je soms ‘blind’. Je kind groeit op en je laat het los … De zorg voor je ouders kan je ook diep raken. Als je kinderwens onvervuld blijft, kun je daar intens om rouwen. Kies je bewust voor een leven zonder kinderen, dan word je vaak geconfronteerd met een kritische of zelfs weinig begripvolle omgeving. Over de relatie tussen ouder en kind en kind en ouder is veel te vertellen, al is het lastig om daarbij niet in clichés te vervallen. Bij de JP van den Bent stichting hebben we voor het jaarverslag van 2010 het thema ‘ouderschap’ gekozen, omdat het in het werk zo’n belangrijk thema is. Een thema dat voor vreugde, maar ook voor vragen en verdriet kan zorgen. Persoonlijk begeleiders zijn betrokken bij de cliënt en zijn of haar ouders, en krijgen te maken met hun onderlinge relatie. De ‘driehoek’ tussen ouder, cliënt en begeleider geeft de verhouding tussen deze drie ‘partijen’ goed weer. Het vormt een basis voor dagelijkse afwegingen, waarbij ieders belang in perspectief wordt gezet. In het dagelijks leven kan het thema ouderschap de begeleider voor allerlei dilemma’s stellen. Dilemma’s die raken aan de eigen normen en waarden, waarbij de afweging ‘hoe zou ik dat thuis doen?’ voor verwarring kan zorgen. Want, vergelijk je de cliënt dan met je eigen kinderen? Hoe houd je de juiste (professionele) afstand? Hoe blijf je vraaggericht? De JP heeft als werkgever ook te maken met ouderschap. We streven naar een goede balans tussen werk en privé en ondersteunen dat met een flexibele werkomgeving. De verantwoordelijkheid voor het eigen werk wordt bij de medewerker neergelegd en dat biedt hem of haar de kans daarin ook daadwerkelijk eigen keuzes te maken. Ouderschap, je raakt er niet over uitgepraat. U herkent zich vast in één van de verhalen in dit jaarverslag. Ruud Klarenbeek directeur/bestuurder
2
3
Leeswijzer Dit jaarverslag is tot stand gekomen door gesprekken met medewerkers, cliënten en ouders van cliënten die gebruik maken van de dienstverlening van de JP van den Bent stichting. Ieder met eigen ervaringen, opvattingen en verhalen. Ouderschap is een thema dat iedereen met elkaar verbindt: het maakt niet uit of je kind bent of ouder, medewerker of cliënt, vader of moeder, of je kinderen hebt of niet. In dit jaarverslag komen al die verschillende invalshoeken aan bod. Nagije, Ans, Dianne, Leidy, Hetty, Marike, Aldo, Erik, Dominique, Andrea, Yvonne, Jolanda en Anita vertelden ons hun verhaal. We stellen hen graag kort aan u voor, zodat u de achtergrond bij hun verhalen kent. Nagije (22 jaar) heeft twee zoons: Liridon (6 jaar) en Guilienne (bijna 1 jaar). Ze is een alleenstaande moeder en heeft een relatie met de vader van Guilienne. Nagije woont in een appartement en wordt ondersteund door de JP.
Aldo (32 jaar) is assistent begeleider bij de JP. Hij is getrouwd en heeft twee zoons: Jochem (4 jaar) en Luuk (1 jaar).
kind zijn & ouder zijn
Erik (43 jaar) is leidinggevende van twee woonlocaties bij de JP. Hij is vader van Diede (7 jaar) en Kirst (4 jaar).
Ans (60 jaar) is moeder van Matthijs (31 jaar) en Kristel (35 jaar). Matthijs wordt ondersteund door de JP en woont in een woongroep. Ans heeft dit ouderinitiatief samen met veertien ouders opgezet. Ze is weduwe en vertegenwoordiger van de regionale cliëntenraad van de JP.
Dominique (37 jaar) is leidinggevende bij ambulante ondersteuning van de JP. Ze is getrouwd en – vooralsnog – bewust kinderloos.
Ieder mens, oud of jong, man of vrouw, met of zonder beperking, is kind geweest. Van kind naar volwassene, van volwassene misschien wel naar ouder of opa of oma. We volgen allemaal ons eigen levenspad. Dat wat je van huis uit gewend bent, vormt je. Normen en waarden die je als kind meekrijgt, blijven in je verdere leven vaak een rol spelen. Bijvoorbeeld in de opvoeding van je eigen kinderen. En welke rol spelen ze in je werk? Laat je je eigen opvattingen bij je eigen voordeur achter? Of maak je in je werk gebruik van je eigen ideeën? Daarover met elkaar in gesprek gaan, levert voor iedereen vaak waardevolle, nieuwe inzichten op. Je bent op zo’n moment gelijkwaardig in het ‘ouder zijn’.
Andrea (26 jaar) krijgt twee uur per week ondersteuning van de JP. Ze is vorig jaar getrouwd en werkt als schoonmaakster in de kinderopvang. Andrea is opgegroeid in pleeggezinnen. Andrea en haar man hebben een kinderwens, maar zijn er op dit moment – zoals ze zelf zeggen – nog niet klaar voor.
Dianne (49 jaar) is getrouwd met Arno en moeder van drie kinderen: Bart (21 jaar), Annemarie (19 jaar) en Marjolein (18 jaar). Annemarie woont in een appartement en wordt ondersteund door de JP. Dianne werkt – net als haar man – in de zorg. Ze zit in de regionale cliëntenraad van de JP.
Yvonne (27 jaar) werkt als gedragskundige bij de JP. Yvonne is drie jaar geleden getrouwd en heeft geen kinderen.
Leidy (27 jaar) is een alleenstaande moeder van Keyla (3 jaar) en Brenly (1½ jaar). Leidy woont in een appartement en wordt ondersteund door de JP.
Jolanda (43 jaar), haar vriend Jan en haar drie kinderen (Michel van 14 jaar, Ricardo van 11 jaar en Lianne van 8 jaar) worden als gezin ondersteund door de JP. De vader van de drie kinderen is een paar jaar geleden overleden. Jan is dus niet hun vader.
Hetty (53 jaar) is activiteitenbegeleidster bij de JP. Ze had een kinderwens, maar zwanger worden lukte niet. Rond haar 40e bleek ze onverwacht zwanger. Twee weken later werd dochter Janneke (nu 13 jaar) geboren.
Anita (55 jaar) is persoonlijk begeleider bij de JP. Ze is getrouwd en heeft twee dochters, Nadine en Maaike, en vier kleinkinderen.
Marike (35 jaar) is gedragskundige bij de JP. Ze heeft drie kinderen: Tijmen (5 jaar), Annemijn (4 jaar) en Floris (2 jaar). 4
Fotografie: Ewout Staartjes
5
6
‘Nu pak ik zelf de moederrol’ Nagije: “Op m’n zestiende beviel ik van mijn oudste zoon. Eerst ontkende ik m’n zwangerschap, daarna hield ik ’t geheim. Ik durfde niet naar de dokter, want ik wist niet dat hij zwijgplicht had. Ik ben moslim, gelukkig was mijn vader niet in beeld. Toen mijn moeder erachter kwam dat ik zwanger was, was ze boos en geschrokken. Ze wilde me slaan, maar bedacht zich vanwege het kindje. Al snel werd besloten dat ik mijn kindje moest afstaan. Ik had bijna m’n handtekening onder de afstandspapieren gezet toen m’n moeder zei dat zij me zou helpen. Mijn moeder nam de moederrol op zich en nam veel van me over. Ik was een beetje de weg kwijt in die tijd. Bij de opvoeding van m’n jongste zoontje ben ik zelf meer betrokken.”
‘Affectie, liefde en veiligheid’ Dominique: “Ik waag me niet aan de discussie of mensen met een beperking wel of geen kinderen mogen opvoeden. Elke situatie is anders en verdient een beoordeling op maat. Mensen met een beperking overzien vaak niet wat het opvoeden van een kind inhoudt. Sommigen ontpoppen zich tot prima ouders. Bij hen zie ik liefde en affectie voor het kind. Zij schakelen onze hulp in en nemen adviezen serieus. Als wij uitleggen dat een kindje beter leert kruipen op een schone vloer, dan passen zij de situatie daarop aan.”
‘Ik uit m’n gevoel’ Ans: “Bij de opvoeding van mijn eigen kinderen dacht ik: ‘Ik ga het zeker op een andere manier doen dan mijn ouders mij opgevoed hebben.’ Uiteindelijk bleek dat ik in bepaalde situaties toch dezelfde aanpak had als mijn ouders. Het grote verschil tussen mijn eigen opvoeding en de opvoeding van mijn kinderen is dat ik met mijn kinderen meer over emoties praat. Ik laat ze weten dat ze bijzonder zijn en zeg bijvoorbeeld makkelijker tegen hen ‘ik hou van jou’. Maar dat is ook de tijdsgeest.”
kind zijn & ouder zijn ‘Mijn ouders hebben me mijn eigen keuzes laten maken’ Yvonne: “Als ik kinderen krijg, hoop ik dat ze zich ontwikkelen zoals ze zelf willen. Mijn ouders stimuleerden mijn broer en mij om te doen wat we leuk vonden. Zij lieten ons onze eigen keuzes maken. Dat neem ik graag van ze over. Je hoort regelmatig dat ouders willen dat hun kinderen een goede opleiding doen of een bepaalde sport of hobby. Ik wilde graag studeren en werd orthopedagoog. Mijn broer kon goed leren en wilde timmerman worden. Hij heeft nu zijn eigen timmerbedrijf. Regelmatig hoor ik mensen zeggen dat ze ontevreden zijn met hun werk. Dat ken ik helemaal niet. Ik ben blij met wat ik doe, want ik heb er zelf voor gekozen.”
‘Onze kinderwens werd op het juiste moment vervuld’ Erik: “Als ik thuiskom zorgen de kinderen ervoor dat ik mijn werk achter me laat. Ze halen me direct naar de realiteit, naar het nu. Gedachten over het werk verdwijnen dan naar de achtergrond. Voor mijn kinderwens ontstond, plukte ik elke dag. Tot ik opeens dacht: ‘Is dit alles?’ Wij hadden het geluk dat onze kinderwens op een voor ons goed moment werd vervuld.” 7
1
‘Met mijn eigen ouders praatte ik niet veel’ Hetty: “Mijn dochter en ik praten veel met elkaar, we zijn heel open. Met mijn moeder had ik dat niet, zij was niet zo’n prater. Als ik met iemand praat en Janneke onderbreekt me, zou mijn moeder zeggen: ‘Hou je mond, ik ben aan het praten.’ Ik zeg: ‘Janneke, even wachten. Ik kom zo bij jou.’ Dat is een andere benadering.”
‘Dubbel zo diep nadenken’ Andrea: “Mijn man en ik hebben beiden gescheiden ouders. Dat willen wij onze kinderen nooit aandoen. Ik ben vanaf mijn tiende uit huis geplaatst en ook zoiets wens ik ons kind niet toe. Door onze beperking en onze jeugd denken wij dubbel zo diep na over het ouderschap. Want die kinderwens die we hebben, die gaat niet weg.”
‘Ik ben er voor ze’ Jolanda: “Ik wil mijn kinderen zelf opvoeden, daarom werk ik niet en ben ik er als mijn kinderen uit school komen. Ik ben erg gelukkig met mijn gezin en voel me rijk.”
8
9
Personeelsgegevens Aantal medewerkers
Aantal stagiaires, leerlingbegeleiders en vakantiekrachten
inclusief oproepmedewerkers 2000
300
1600
250
1200
200
800
150
400
100
0
50 2006
vrouw man totaal waarondervrouw vrouw fulltime man fulltime
2007
2008
2009
2010
925 119 1044
1053 113 1166
1132 141 1273
1309 163 1472
1460 180 1640
22 22
19 24
19 25
27 29
33 30
Aantal medewerkers in fte’s
Aantal fte’s per functiegroep
1000
1000
800
800
600
600
400
400
200
200
0
0
vreugde & verdriet
0 2006
2007
2008
2009
2010
159 stagiaires leerlingbegeleiders 8 9 vakantiekrachten 176 totaal
150 11 24 185
164 14 26 204
226 26 33 285
232 38 29 299
2006 vrouw man totaal
2009
2010
535,0 596,0 646,5 754,1 66,0 64,0 101,3 119,8 601,0 660,0 747,8 873,9
864,0 133,9 997,9
2007
2008
2006 primair proces overhead totaal
2009
2010
562,7 617,2 704,0 822,3 38,3 43,8 51,6 42,8 601,0 660,0 747,8 873,9
940,8 57,1 997,9
2007
2008
Onder het primaire proces verstaan we de volgende functies: activiteitenbegeleider, administratief medewerker, assistent begeleider, begeleider, coördinerend begeleider, huishoudelijk medewerker, leerlingbegeleider, locatie-assistent, locatiecoördinator, locatiehulp, onderhoudsmedewerker Onder overhead verstaan we de volgende functies: clustermanager, gedragskundige, locatiehoofd, medewerker centraal bureau
10
11
Een schaterlach van een kind die door het huis klinkt, als trotse ouder toekijken hoe je zoon schittert op het voetbalveld. Maar ook samen verdriet hebben als het tegenzit. Als volwassene ervaar je vreugde en verdriet als het om kinderen gaat, klein en groot verdriet, kleine en grote vreugde. Tussen cliënt en persoonlijk begeleider kan een nauwe band ontstaan. Hoe ver gaat die betrokkenheid? Een uitdaging die met het licht op het thema ouderschap vragen oproept. Hoe leef je mee met de successen en tegenslagen van cliënten? Hoe geniet je met elkaar van vrolijke momenten en hoe ga je om met moeilijke tijden? Iedere begeleider bewaakt hierin zijn professionele grenzen.
12
‘Hier hoort hij niet thuis’ Ans: “De geboorte van Matthijs was één van de mooiste momenten in mijn leven. Aan het uiterlijk van Matthijs was niet te zien dat hij een beperking had. Toen Matthijs twee jaar was, merkte ik dat hij achterbleef in zijn ontwikkeling. Hij ging naar een medisch kinderdagverblijf. Ik had nog nooit van zo’n dagverblijf gehoord. Bij het eerste bezoek aan het dagverblijf zag ik kinderen met zichtbare handicaps, zowel lichamelijke als verstandelijke. Ik dacht: ‘Hier hoort Matthijs niet thuis.’ Het deed pijn om hem met een broodtrommeltje in het busje te zien stappen om naar een speciale school te gaan, terwijl buurkinderen van dezelfde leeftijd met de eerste schoolrapporten thuis kwamen. Dat raakte me erg en maakte me verdrietig. ‘Waarom, waarom,’ vroeg ik mij dan vaak af.”
‘Mijn zwangerschap maakte me blij en verdrietig’ Hetty: “Na een zware operatie werd de kans op een zwangerschap heel klein. Op m’n 40e kreeg ik ineens een dikke buik. De huisarts vroeg of ik zwanger kon zijn, maar dat was onwaarschijnlijk. Toch wees een zwangerschapstest iets anders uit: ik was zwanger! Ik was tegelijkertijd blij en verdrietig, hier had ik niet meer op gerekend. Een week later zei de gynaecoloog letterlijk: ‘Wat mij betreft kan het kindje komen.’ Weer een week later werd Janneke geboren. Ik ben zo gelukkig met haar. Toen we nog geen kinderen hadden, leek een kind mij gewoon leuk. Nu ze er is, weet ik pas wat ik gemist zou hebben.”
‘Misschien ooit kinderen’ Dominique: “Vooralsnog ben ik bewust kinderloos. Vroeger wist ik zeker dat ik nooit kinderen wilde. Inmiddels is dat ‘misschien ooit wel’ geworden. Mijn man heeft ook geen diepe kinderwens. Ons huidige leven bevalt ons prima: we hebben een hond, uitdagende banen en alle vrijheid. Wat we niet hebben, missen we niet. Ik vraag me vaak af: wil ik in deze wereld een kind grootbrengen? Daarbij spoken het misbruikschandaal op de crèche in Amsterdam en Milly Boele door mijn hoofd. Daarnaast zit er manische depressiviteit in de familie van mijn man. Dat bemoeilijkt onze keuze voor een kind.”
vreugde & verdriet ‘Niet altijd rozengeur en maneschijn’ Yvonne: “Nu we getrouwd zijn, vragen vooral de oma’s regelmatig wanneer er een kindje komt. Vroeger had ik ook dat vastomlijnde beeld van ‘huisje, boompje, beestje’ voor ogen. In mijn omgeving, zowel op m’n werk als privé, worden veel kinderen geboren. Dat maakt me veel bewuster van mijn keuze. Die roze wolk is er voor mij wel een beetje af, want het is niet altijd rozengeur en maneschijn. Het besef dat een gezond kindje geen vanzelfsprekendheid is, is steeds groter geworden.”
‘De kinderen bepalen mijn ritme’ Leidy: “Ik denk liever niet aan het verleden, er is zoveel naars gebeurd. Alleenstaande moeder zijn vind ik zwaar, maar ik geniet ook veel van mijn kinderen. Als ze bij me in bed kruipen, me allemaal kusjes geven en ‘ik hou van je’ zeggen. Laatst maakten we samen verfafdrukken op de muur. We hadden zo veel plezier! Mijn kinderen bepalen nu mijn ritme. In het verleden was ik meer met hun vader bezig. Het geeft rust dat hij nu uit beeld is.” 13
‘Mijn gezin kon bij elkaar blijven’ Jolanda: “Mijn dochter had na de dood van mijn ex-man last van heftige emoties: veel huilen en schreeuwen. De buren dachten dat ze mishandeld werd en deden een melding bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Toen het AMK bij ons kwam, zeiden ze direct: ‘We willen je kinderen niet afnemen.’ Dat stelde me gerust. Via hen zijn we bij de JP terecht gekomen. Ik ben blij dat het zo gelopen is. Zonder de JP was ons gezin uit elkaar gevallen.”
2
‘Geluk zit in kleine dingen’ Aldo: “Pas als je zelf kinderen hebt, kom je er achter hoe kwetsbaar je bent. Dat het niet vanzelfsprekend is dat een kind gezond is, besef ik door mijn werk des te meer. Je moet sommige dingen gezien hebben om te beseffen dat je dankbaar mag zijn. Die dankbaarheid en dat geluk zitten in kleine dingen: dat mijn kinderen samen lol hebben, dat ik ze hoor schateren in de keuken, dat we met elkaar stoeien. Dan ben ik trots als vader en krijg ik een warm gevoel van binnen.”
‘Het gemis van vraaggericht werken’ Erik: “Mijn vader heeft Alzheimer en zit in een verpleeghuis. Ze spreken hem daar aan met zijn achternaam, terwijl hij graag bij zijn voornaam genoemd wil worden. Hij voelt zich zo weinig thuis in het verpleeghuis, dat hij na het eten zijn portemonnee trekt om te betalen. Na veel overleg willen zijn begeleiders mijn vader wel bij zijn voornaam aanspreken, alleen niet als er andere bezoekers zijn. Ik word verdrietig van het gebrek aan vraaggericht werken. Hierdoor besef ik hoe goed wij dit bij de JP in de vingers hebben.” 14
15
Personeelsgegevens In- en uitstroom medewerkers
(% medewerkers)
Leeftijdsopbouw
exclusief oproepmedewerkers, stagiaires, vakantiekrachten
35
400
30
350
25
300
20
250
15
200
10
150
5
100
15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar > 55 jaar
2006
2007
2008
2009
2010
50
15,9 30,1 28,9 19,7 5,4
16,2 29,4 28,7 19,8 6,0
16,3 27,9 27,4 21,8 6,6
22,8 26,2 24,7 20,2 6,1
16,4 28,5 25,9 21,6 7,6
0
instroom uitstroom
2006
2007
2008
2009
2010
240 153
286 203
338 208
397 216
382 211
2006
2007
2008
2009
2010
5,0 5,3
5,7 5,8
4,3 5,7
4,2 5,7
4,6 5,6
Verzuimpercentage 6 4 2 0
JP branche 16
17
Uitbreiding vormen van dienstverlening Cluster Deventer Cluster Friesland 1
Woonboerderij Erve Oostermaet in Lettele, 12 cliënten Woonlocatie De Bazes in Haulerwijk, 6 cliënten Woon/logeerlocatie Kleurrijk in Oudemirdum, 45 cliënten (5 plaatsen) Werken en dagbesteding Kleurrijk in Oudemirdum, 7 cliënten
Cluster Friesland 2
Woonlocatie Westerlaan in Broeksterwoude, 3 cliënten
Cluster Kortverblijf
Kortverblijfhuis Uddel in Uddel, 28 cliënten (11 plaatsen) voorheen crisisopvang
Cluster Logeer- en deeltijdopvang Twente
Logeerlocatie Viervlek in Hengelo, 20 cliënten (6 plaatsen)
Cluster Twente Noord
Woonlocatie De Haarboer in Tubbergen, 12 cliënten Ambulante ondersteuning Noord Twente in Almelo, 21 cliënten
Cluster Twente Zuid
Woonlocatie Christiaan Huygenslaan in Hengelo, 13 cliënten Woonlocatie Arkeheem in Rijssen, 13 cliënten Ambulante ondersteuning Zuid-Oost Enschede in Enschede, 80 cliënten
Cluster Veluwe
Woonlocatie Mansardehof in Apeldoorn, 13 cliënten Woongroep 2000 in Apeldoorn, 14 cliënten Woongroep Mozart in Huizen, 16 cliënten
Cluster Zwolle e.o.
De JP in cijfers Cliënten Capaciteit (per 31-12-2010) Intramuraal Extramuraal PGB
Aantal cliënten 1.031, waarvan 393 verblijf met behandeling en 638 verblijf zonder behandeling 881 circa 460 gedurende 2010
Financieel De JP van den Bent stichting heeft over 2010 een positief resultaat uit gewone bedrijfsvoering behaald van € 6.320.619 bij een omzet van € 63.196.770. Er is sprake geweest van een stijging van de omzet van 11,9%. Deze stijging is onder andere het gevolg van capaciteitsuitbreiding in intramurale dienstverlening, de gewijzigde ZZP-bekostiging en de toegenomen persoonsgebonden budgetten. De toename van de vergoeding voor huisvestingskosten kleinschalige woonvoorzieningen is in deze stijging inbegrepen. Het resultaat is toegevoegd aan de reserve aanvaardbare kosten en bestemmingsreserves.
Woonlocatie Gasthuysland in Hasselt, 12 cliënten
18
19
‘Je kunt je kind liefhebben én haten’ Dianne: “Toen Annemarie nog thuis woonde, claimde ze mij enorm. Altijd zat ze vlak naast me op de bank, ik kon geen normale gesprekken meer voeren. Als ik op de wc zat, wachtte ze naast de deur. Het werd te benauwend. Ik hield van mijn dochter en tegelijkertijd haatte ik haar om haar gedrag. Annemarie en ik waren beiden diep ongelukkig, maar we kregen nergens hulp. ‘Als de nood het hoogst is, is de redding nabij’ gold zeker voor ons: Annemarie kon terecht bij de JP. Het gaf me zoveel rust dat ze daar, wat verder weg, woonde. Een paar jaar later verhuisde ze naar een appartement dichtbij ons. Gelukkig heeft Annemarie nu haar eigen leven, het gaat heel goed. Ik besef nu dat ik veel te laat aan de noodrem trok. Ik werk in de zorg en dan wil je – zeker op dit gebied – alles zelf kunnen. Immers, je hebt het nooit zo zwaar als anderen.”
3
‘Loslaten doet iedereen in zijn eigen tempo’ Erik: “Alle ‘eerste keren’ van je kinderen zijn moeilijk. Zoals de eerste keer dat mijn dochter met haar fiets de hoek om ging, uit het zicht. Soms hoor ik collega’s over de ouders van cliënten zeggen dat ze zich veel met hun kinderen bemoeien. Maar het proces van loslaten kun je niet versnellen. Ieder doet dit in z’n eigen tempo. Voor ouders van kinderen met een beperking is dit misschien nog lastiger. Als begeleiders moeten wij ouders ruimte geven en begrip tonen.”
‘Het komt uit je hart’ Marike: “Beschermen en loslaten is een thema dat zowel privé als in mijn werk terugkeert. Het is constant afstemmen, wikken en wegen. De ene keer neig ik naar beschermen, de andere keer naar loslaten. De theorieën over dit onderwerp neem ik mee in het werk, maar elk kind is anders en daar moet je op inspelen. Volgens de theorie moet een onzeker kind succeservaringen opdoen. Ik denk dat iedereen dat automatisch doet, vanuit ‘t hart.”
‘Door vrijheid te geven, geven we vertrouwen’ Dianne: “Loslaten betekent voor mij Annemarie de ruimte geven. Zij heeft net als ieder ander haar vrijheid nodig. Dat merkte ik toen ze er stiekem vandoor ging. Bij mijn andere kinderen – zonder beperking – ben ik minder beschermend, omdat je van Annemarie nooit zeker weet of ze je begrijpt. Toch kan elk kind iets overkomen. Met de vrijheid geven we Annemarie ons vertrouwen.”
‘De band tussen mij en mijn dochter is sterk en bijzonder’ Hetty: “Moeders vertellen vaak dat ze na de bevalling een diepe verbondenheid voelen met hun kind. Dat had ik niet. Ik durfde zelfs niet alleen naar mijn dochter toe. Net alsof het iets engs was dat daar in de couveuse lag. We bouwden geen band op tijdens de zwangerschap, omdat ik pas kort voor de bevalling ontdekte dat ik zwanger was. Mijn dochter voelde totaal niet ‘eigen’. Gelukkig werd ik in het ziekenhuis goed geholpen. Ze brachten haar telkens bij me en langzamerhand ging ze bij me horen. Nu is onze band sterk en heel bijzonder.”
beschermen & loslaten ‘Kinderen kunnen niet voor zichzelf opkomen’ Dominique: “Ik vind het mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid om voor kinderen op te komen, zelf kunnen ze dat niet. Ooit zei een cliënt tegen me: ‘Je begeleidt mij en niet mijn kinderen’. Die vlieger gaat niet op als de situatie onveilig is. Toen ik merkte dat twee cliënten elkaar regelmatig sloegen in het bijzijn van hun kind meldde ik dat bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Huiselijk geweld overschrijdt een belangrijke grens. Ik maak geen onderscheid tussen mensen die ik begeleid, buren of vrienden. Ik geef wel netjes aan dat ik een melding maak en waarom ik dat doe.”
‘Je vraagt veel van ouders als je vraagt kinderen los te laten’ Yvonne: “Eigenlijk is het raar om van een ouder te vragen om zijn of haar kind los te laten. Dan vraag je wel veel van ouders. De term ‘loslaten’ kan heel verschillend, en soms verkeerd, worden opgevat. Is er geen andere term voor?” 20
21
22
Kwaliteit tijdens het vorige onderzoek geconstateerd werden. Op verzoek heeft het CIIO als speciaal aandachtspunt meegenomen hoe het inwerken van locatieleidinggevenden in de praktijk verloopt. Na het onderzoek is de ISO9001 verklaring afgegeven.
De medewerkers van de JP vormen ieder individueel en ook gezamenlijk de kwaliteit van de dienstverlening. Cliënt en medewerker staan centraal, zodat de cliënt optimaal wordt ondersteund en de medewerker goed kan functioneren. Om de kwaliteit te meten, maken we gebruik van het ondersteuningsplan. Cliënt en persoonlijk begeleider stellen dit plan samen op. Elk jaar bespreken we het ondersteuningsplan en evalueren we het voorgaande jaar. Tijdens de driemaandelijkse evaluaties komen ondersteuning en doelen aan bod.
De aanbevelingen, kanttekeningen en complimenten, die uit de interne en externe audits naar voren zijn gekomen, worden besproken door het beleidsteam. Naar aanleiding hiervan stellen we een actielijst op met verbeterpunten. De locaties ontvangen de verbeterpunten en pakken ze – indien van toepassing – op. De spiegel die de auditoren voorhouden, vinden de medewerkers waardevol.
Interne audits
beschermen & loslaten De training ‘de dynamische driehoek’ brengt de verhoudingen tussen cliënt, ouder en begeleider in beeld. Hoe is daarin jouw rol als begeleider? Lukt het je om je eventuele eigen rol als ouder buiten beschouwing te laten of gebruik je deze ervaring juist in je werk? De ondersteuning van de cliënt gaat uit van zijn of haar vraag. Maar wat als het al donker is ’s avonds en de sport is afgelopen? De cliënt wil zelf naar huis fietsen. Bij je eigen kind zou je dat niet toelaten, maar wat zeg je tegen de cliënt? Leeftijd speelt hierin een rol. Tegenover een kind van zes stel je je waarschijnlijk anders op dan tegenover een volwassene. Maar hoe ga je om met een cliënt die de wereld vanuit een andere ontwikkelingsleeftijd waarneemt dan zijn of haar echte leeftijd? Als begeleider bekijk je vanuit je professionaliteit de belangen van cliënt én ouder. Wat doet het met je als je ziet dat de ouder zijn of haar kind moeilijk los kan laten? Als ‘mede-ouder’ begrijp je die gevoelens misschien precies, maar als begeleider sta je wellicht meer aan de kant van de cliënt. De driehoek leert je daarin balans te zoeken. Beschermen en loslaten: een thema dat voor de nodige dilemma’s zorgt, niet alleen als begeleider, maar zeker ook als ouder.
Om de visie, het beleid en de werkwijze in de JP te borgen, organiseren we tweejaarlijks interne audits. In 2010 zijn door teams van in totaal 26 medewerkers interne audits bij twintig locaties gehouden over de volgende onderwerpen: • • • • • •
Evaluatie Stichting Perspectief Stichting Perspectief is een onafhankelijke organisatie die de kwaliteit toetst van aanbieders van zorg voor mensen met een (verstandelijke) beperking. Vanaf 2001 voert deze stichting evaluaties uit bij de verschillende locaties van de JP. In 2010 hebben zij een evaluatie gehouden bij Woonlocatie ’t Swin in Drachten. Hierbij zijn onderwerpen als zeggenschap, inclusie, respect, veiligheid en persoonlijke ondersteuning aan bod gekomen. De bevindingen zijn positief en de verbeterpunten worden omgezet in plannen van aanpak. Vooral het gebruik maken van sociale netwerken en participatie in de samenleving blijven een aandachtspunt, maar er is duidelijk vooruitgang. Er zijn aanbevelingen gedaan op het gebied van de relatie tussen begeleiders, de cliënt en zijn familie.
Informatie, oriëntatie, aanmelden, wachttijden; Scholing/opleiding en inwerken nieuwe medewerkers; Uitvoering dienstverlening; Evaluatie interne audits; Vertrouwenspersonen cliënten en medewerkers; Functionerings- (inclusief POP) en exitgesprekken medewerkers.
Bij het afnemen van de audits maken we meer en meer gebruik van ‘waarderend auditen’. Hierbij gaan we uit van de kracht van mensen en/of locaties. Deze manier van auditen past meer bij de JP dan enkel het spiegelen en toetsen van werkwijzen aan de normen.
Meldingen verbeteracties 2010 Door meldingen te registreren, leert de JP van de verkregen ervaringen. Zowel de oorzaken als de nieuwe inzichten kunnen leiden tot aanpassingen in beleid en/of praktijk. Op die manier proberen we incidenten in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen. De JP trekt geen conclusies uit de feitelijke getallen. Deze vormen slechts de ingang voor een gesprek. Er kunnen meldingen gedaan worden op de volgende onderdelen: agressie, (bijna) ongeval, calamiteiten, dwangbehandeling, fouten (mede ten aanzien van medicatie), klachten, ongewenst gedrag en middelen en maatregelen.
Externe audits Het CIIO heeft in 2010 het centraal bureau, kortverblijfhuis Zwolle, cluster Twente Noord en cluster Zwolle e.o. geaudit. Het CIIO is een gespecialiseerd bureau in certificering voor professionele dienstverlening. Bij de externe audit is ingezoomd op de sterke groei van de JP en is getoetst hoe het realiseren van nieuwe initiatieven verloopt. Daarnaast heeft het CIIO onderzocht in hoeverre de JP adequaat vervolg heeft gegeven aan de geconstateerde kanttekeningen en afwijkingen die
23
24
Klachtencommissie
Vertrouwenspersoon medewerkers
In 2010 zijn er geen klachten behandeld door de klachtencommissie. Ten opzichte van 2009 (19), zijn er in 2010 32 klachten gemeld en behandeld door de persoonlijk begeleiders en/of leidinggevenden. Gezien de groei van het aantal cliënten is hier sprake van een kleine verhoging. Daarbij is het meldingsgedrag verbeterd. Dit is het gevolg van een beter meldsysteem. Alle gemelde klachten zijn naar mening van de klagers naar tevredenheid besproken en opgelost. Door heel direct en dicht bij de cliënt zaken die niet naar tevredenheid verlopen op te pakken, zijn klachten in de dagelijkse praktijk op te lossen. Dit heeft tot gevolg dat het niet of nauwelijks voorkomt dat klachten behandeld moeten worden door de klachtencommissie.
De vertrouwenspersoon voor medewerkers komt van buiten de JP. Medewerkers kunnen bij deze persoon terecht wanneer zij zich onvoldoende veilig voelen om een situatie met hun leidinggevende te bespreken. In 2010 is de vertrouwenspersoon dertien keer geraadpleegd (in 2009 tien keer) vanuit zes verschillende locaties. De aard van de vragen betrof zowel het eigen functioneren als het functioneren in het team. Veel is terug te voeren op een gebrek aan communicatie. De externe vertrouwenspersoon ervaart dat het vaak al helpt als medewerkers hun verhaal kunnen doen en gehoord worden. De externe vertrouwenspersoon wordt zelden twee keer door eenzelfde persoon benaderd.
Cliëntenraden
Vertrouwenspersoon cliënten
De cliëntenraden hebben als doel de collectieve belangen van de cliënten te behartigen. De JP heeft 34 lokale, acht regionale en één centrale cliëntenraad. De JP informeert en bespreekt dagelijkse, maar ook lange termijn activiteiten en vraagt hierover advies. Ieder jaar wordt een themabijeenkomst georganiseerd. In 2010 was het thema ‘Deelname aan de samenleving, in het bijzonder arbeid, dagbesteding en vrije tijd’. Dit blijkt een veelomvattend onderwerp te zijn waar iedereen zich sterk betrokken bij voelt. Het thema is verder in de regionale cliëntenraden besproken. De bevindingen en aanbevelingen zijn in de centrale cliëntenraad en het beleidsteam aan bod gekomen.
Een cliënt kan problemen en/of vragen, die hij liever niet met de persoonlijk begeleider of familie bespreekt, kenbaar maken bij een interne vertrouwenspersoon. 52 medewerkers zijn, naast hun functie als begeleider, interne vertrouwenspersoon. In 2010 hebben zestien cliënten contact gezocht met de interne vertrouwenspersoon (achttien in 2009). Er is ook een externe vertrouwenspersoon voor cliënten. Dit is iemand van buiten de JP. In alle hiervoor genoemde gevallen is contact gezocht met de externe vertrouwenspersoon. Bij twee meldingen is advies gevraagd aan de externe vertrouwenspersoon. Bij één melding is de cliënt doorverwezen door de persoonlijk begeleider, wat als een positieve ontwikkeling is ervaren door betrokkenen. Jaarlijks is er een bijeenkomst voor vertrouwenspersonen om ervaringen uit te wisselen. Dit wordt als zinvol, leerzaam en prettig ervaren. In 2010 zijn twee tweedaagse basistrainingen gegeven aan in totaal achttien deelnemers. Bekendheid geven aan de aanwezigheid van de interne vertrouwenspersoon blijft een aandachtspunt.
25
‘Ik ben een mildere vrouw geworden’ Hetty: “Vroeger was ik heel consequent in mijn werk. ‘Zo doen we het,’ zei ik vaak. Als ik nu terugkijk, was ik erg rechtlijnig, soms zelfs hard. Voor mezelf, maar ook voor anderen. Door de geboorte van mijn dochter ben ik milder en zachter geworden. Door Janneke krijg ik meer en andere interesses. Vroeger leken kampeervakanties me niets, maar met Janneke blijkt het leuk te zijn. Je blik wordt breder als je door de ogen van een kind kijkt.”
‘De mening van anderen kan een spiegel zijn’ Nagije: “Wat ik lastig vind, is dat mijn kinderen van hun oma veel meer mogen dan van mij. Dat is soms verwarrend voor ze. De begeleiders helpen me hierin een weg te vinden. Als iemand zegt ‘dat kun je ook anders aanpakken’, werkt dat als een spiegel. Dat maakt het makkelijker om toe te passen.”
4
opvoeding & omgeving ‘Mijn eigen ervaringen komen van pas in het werk’ Anita: “In mijn werk gebruik ik juist mijn eigen ervaringen. Als ik me afvraag wat ik in een bepaalde situatie moet doen, dan bedenk ik me hoe ik het bij m’n kleinkinderen zou aanpakken. Bijvoorbeeld bij het stellen van grenzen. Als ik ‘nee’ zeg, blijf ik bij dat standpunt. Je moet het later niet veranderen, al denk je er dan anders over. Van duidelijkheid heeft iedereen profijt.”
‘Ik heb mijn zwangerschap gemist’ Hetty: “Door mijn onverwachte zwangerschap kon ik niet naar de bevalling toeleven. Ik nam zwaar werk over van collega’s: zij konden door hun zwangerschap beter niet met agressieve mensen omgaan. Uiteindelijk bevielen die collega’s nog later dan ik! Toen ik na de geboorte van Janneke weer aan het werk ging, vroeg ik zwangere collega’s regelmatig of ik even aan hun buik mocht voelen. Dat stuk heb ik gemist.” 26
‘Lastig om je eigen normen, waarden en opvoeding achterwege te laten’ Erik: “Het is lastig om je eigen opvoeding, normen en waarden achterwege te laten op het werk. Bij een discussie over wel of niet ontbijten voor de televisie benadruk ik als leidinggevende onze vraaggerichte werkhouding. Deze discussies moeten draaien om wat de ouders willen in de opvoeding van hun kinderen. Er is niet één juiste manier. Wat voor de één prima werkt, hoeft niet te werken voor de ander.”
‘Je wordt gevormd door je omgeving’ Marike: “Mensen worden gevormd door hun omgeving. Je neemt je eigen ervaringen mee. Het is van belang daar in de ondersteuning aandacht voor te hebben. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan over wat de cliënt belangrijk vindt in de opvoeding van kinderen. Je eigen waarden en normen zijn in zo’n geval niet leidend. Natuurlijk hoef je ze niet helemaal aan de kant te zetten. Levenservaring verschilt nu eenmaal van elkaar.”
27
‘Je haren staan overeind als iemand zich met jouw opvoeding bemoeit’ Erik: “We moesten gehoorapparaten aanschaffen voor mijn dochter, want ze heeft 50% gehoorverlies. Ineens zat ik aan de andere kant van de tafel, als iemand die ondersteuning krijgt. De ambulant begeleider van mijn dochter vindt dat we moeten werken aan haar spraakontwikkeling. Ik denk: ‘Dan loopt haar spraakontwikkeling iets achter, als ze maar gelukkig is.’ Haar begeleider bedoelt het goed, maar het voelt als bemoeien met onze opvoeding. Daar gaan je haren van overeind staan. Hierdoor leef ik me nog beter in.”
‘De kunst van het bewust maken’ Ans: “Mijn kleinzoon van 6 gaat mijn zoon Matthijs van 31 voorbij in zijn ontwikkeling. Bijvoorbeeld met het Sinterklaasfeest: mijn kleinzoon wilde alle cadeautjes uitpakken, ook die van Matthijs. Matthijs begreep dat niet: het waren toch zijn cadeautjes? Dat zijn moeilijke momenten voor mij als moeder en oma. Je weet dat dat verschil gaat komen, maar toch doet het pijn. Het is de kunst om dat kleine ventje er bewust van te maken dat Matthijs anders is. Dat is een belangrijke taak voor de ouders.” 28
Personalia Centrale cliëntenraad Voorzitter
De heer D. Gerbers (Twente Zuid)
Mevrouw T. Bos (Logeer- en deeltijdopvang Twente)
Leden
De heer G.H. Jolink (Veluwe)
De heer J. Kingma (Friesland)
De heer J. Vlaswinkel (Deventer)
Mevrouw G. Warnaar (Betuwe)
Mevrouw J. Woltjer (Betuwe, tot 26 mei 2010)
Ondernemingsraad
Voorzitter
opvoeding & omgeving Als ouder houdt opvoeden op een zeker moment op. Die rol verandert in meeleven en adviseren. Opgroeien gaat met vallen en opstaan. Kinderen gaan op eigen benen staan en maken zelfstandig deel uit van de maatschappij. Ze spelen buiten het hek, gaan op de fiets naar school, spelen bij vriendjes of vriendinnetjes, onderzoeken de wereld. Volwassenen gaan naar hun werk, bezoeken vrienden en kennissen, hebben via de media contact met de hele wereld en stellen hun wereldbeeld (wellicht) bij. Die buitenwereld brengt je nieuwe invloeden. Ze vormen je net zozeer als je opvoeding. ‘De omgeving’ heeft vaak een heel duidelijke mening over wat hoort, of wat goed is of fout. Als kind heb je daar misschien nog wel sterker mee te maken. Hoe ga je daarmee om? Trek je je eigen pad of neem je mee wat anderen je vertellen? En wat is hierin de rol van de begeleider?
Leden
De heer R.A.M. ten Berge
Mevrouw L.Y. Boevenbrink (vanaf 1 oktober 2010)
Mevrouw I.M. Diepenmaat (vicevoorzitter, vanaf 15 augustus 2010)
De heer J.H. van Egmond (tot 1 april 2010)
Mevrouw L. Hartgers
Mevrouw G.J. Kleen
De heer J. Mulder
Mevrouw P.W.M. Romijn-Hubers
Mevrouw A. Veersma
Mevrouw J.J. Visser-Vreugdenhil (tot 15 augustus 2010)
Mevrouw B.G.A. Wagenaar-Terpstra
De heer S. Weerkamp
Mevrouw A.C. Wellner Ambtelijk secretaris Mevrouw A. Zwijnenberg
Raad van Bestuur
De heer R.H.H. Klarenbeek
Raad van Toezicht
Voorzitter
De heer N.A. Uppelschoten
Leden
De heer W.T.A. Dellepoort
29
De heer A. Broekman (tot 15 augustus 2010) Mevrouw J.J. Visser-Vreugdenhil (vanaf 15 augustus 2010)
De heer L.W.H. Hoff
Mevrouw mr. J.G.J. Kamp
De heer F. van Vessem (vicevoorzitter)
De heer ir. J. Wapenaar 30
31
Deskundigheidsbevordering Opvoeden is een proces waarin een persoon gevormd wordt en zich ontwikkelt. De JP vindt ontwikkeling en opleiding van medewerkers essentieel voor de kwaliteit van de dienstverlening. De organisatie zet daarom sterk in op deskundigheidsbevordering door cursussen, themabijeenkomsten, trainingen en werkbezoeken aan te bieden. Op stichtingniveau is het aantal activiteiten op dit gebied vergelijkbaar met het aantal in 2009. Op cluster-/locatieniveau is sprake van een sterke toename. In 2010 waren er 221 groepen met in totaal 2722 deelnemers. Dit is een stijging van 79% ten opzichte van 2009. Voorbeelden van deskundigheidsbevordering op cluster-/locatieniveau zijn: begeleiden van cliënten met een kinderwens, eerwraak, kindermishandeling, omgaan met verslaving, ontwikkelingsleeftijden en voeding. De invulling van de bijeenkomsten en het feit dat deze meer regionaal georganiseerd worden, past bij de doelstelling van de JP om de dienstverlening toe te spitsen op de ondersteuningsvraag van de cliënt en zijn leefomgeving.
Deskundigheidsbevordering aangeboden op cluster-/locatieniveau Aantal groepen Totaal aantal deelnemers Cluster Betuwe 10 209 Cluster Deventer 23 202 Cluster Friesland 1 12 175 Cluster Friesland 2 12 164 Cluster Kortverblijf 21 222 Cluster Logeer- en deeltijdopvang Twente 21 264 Cluster Twente Noord 30 371 Cluster Twente Zuid 59 704 Cluster Veluwe 13 155 Cluster Zwolle e.o. 20 256 Totaal georganiseerd op cluster-/locatieniveau 221 2722
Deskundigheidsbevordering aangeboden op stichtingniveau Aantal groepen Totaal aantal deelnemers Algemene kennis verstandelijk gehandicapten 1 14 Bespreekbaar maken van seksualiteit 9 107 Coachend leidinggeven 1 10 Cultuur JP 2 23 De dynamische driehoek/begeleiders 9 100 De dynamische driehoek/leidinggevenden 1 9 Financiën en beheer, basiscursus 2 24 Financiën en beheer, vervolgcursus 1 9 Functioneringsgesprekken 2 16 Gedragsgericht interviewen 1 11 Geef me de 5 9 134 Interne auditor, basiscursus 1 9 Interne vertrouwenspersoon, basiscursus 2 18 Introductiedag centraal bureau/leidinggevenden 6 22 Introductiedag JP 13 278 Methodisch werken in gezinnen 3 39 Omgaan met agressie voor kortverblijf en crisisopvang 3 37 Omgaan met agressie voor woon-/logeerlocaties 3 42 Praktijkopleider (coachen werkbegeleiders) 1 15 Psychopathologie 1 14 Verslavingskunde 1 15 Vraaggericht werken 12 131 Werkbegeleiders stagiaires/leerlingen, basiscursus 5 67 Werkbegeleiders stagiaires/leerlingen, terugkomochtend 3 33 Totaal georganiseerd op stichtingniveau 92 1177
32
33
Totaal georganiseerd op stichtingniveau Totaal georganiseerd op cluster-/locatieniveau Totaal JP
Aantal groepen Totaal aantal deelnemers 92 1177 221 2722 313 3899
HPM onderzoek In vervolg op het High Performance Organisation (HPO) onderzoek in 2008 is in 2010 het High Performance Management (HPM) onderzoek uitgevoerd. 88 leidinggevenden en 1049 medewerkers hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Het onderzoek richt zich op vijf factoren. Leidinggevenden hebben zichzelf gewaardeerd op die factoren (‘hoe doen wij het?’). Medewerkers hebben de leidinggevenden ook gewaardeerd op die factoren (‘hoe doen zij het?’). Het onderzoek maakt inzichtelijk in hoeverre de leidinggevenden volgens henzelf en volgens de medewerkers beschikken over de benodigde kwaliteiten. Het HPM onderzoek richt zich op de volgende vijf factoren: excellent leiderschap, omgevingsgerichtheid, persoonlijke kwaliteiten, managementgedrag en organisatiegerichtheid. De JP behaalde op alle onderdelen hoge scores. Het is opvallend dat de medewerkers de leidinggevenden een hogere score toekenden dan de leidinggevenden zichzelf. De trend is echter wel gelijk. Dit betekent dat zowel medewerkers als leidinggevenden met dezelfde visie naar de verschillende factoren kijken. Op dit moment zijn er nog geen branchegegevens beschikbaar en is een vergelijk niet mogelijk. Uit het onderzoek vallen de volgende punten over de JP op: • Excellent leiderschap Deze factor krijgt een hoge waardering van de medewerkers, met name op de onderwerpen ‘vertrouwen in omgang met het werk en de mensen’ en ‘eerlijk zijn’. • Omgevingsgerichtheid De waardering op het onderwerp ‘zich sociaal en maatschappelijk gedragen’ is hoog. Onderwerpen als ‘het ontwikkelen van een internationale blik’ en ‘het voortdurend evalueren van nieuwe technologieën’ zijn of niet van toepassing of niet herkenbaar. • Persoonlijke kwaliteiten De medewerkers geven de leidinggevenden een hoge score op de onderwerpen ‘het respecteren van eigenwaarde van anderen’, ‘in gespannen situaties kalm blijven’, ‘betrouwbaar en geloofwaardig zijn’, ‘een initiatiefnemer en geen volger zijn’ en ‘gevoel voor humor hebben’. • Managementgedrag Medewerkers waarderen het hoe de leidinggevenden problemen oplossen door logisch te denken. Daarnaast vinden medewerkers het prettig dat leidinggevenden medewerkers aan wie werk gedelegeerd is vertrouwen en dat medewerkers daardoor bepaalde bevoegdheden en autonomie krijgen. • Organisatiegerichtheid Medewerkers zijn over het algemeen zeer te spreken over de organisatiegerichtheid van de leidinggevenden.
34
35
JP van den Bent stichting centraal bureau Hunneperweg 6 Postbus 361 7400 AJ Deventer tel. 0570 665 770 fax 0570 665 779 www.jpvandenbent.nl email
[email protected]