Ouderpanels in het vmbo en Praktijkonderwijs Een handreiking voor managementteams en coördinatoren ouderbetrokkenheid
Arie van Rooijen Ineke Sagasser Wilbert Seuren
Deze brochure is mede tot stand gekomen op basis van de inspirerende bijdragen van het managementteam en ouderraad/oudervereniging (OR/OV) van de volgende scholen: Munnikenheide College (Etten-Leur), Praktijkschool Pronova (Winterswijk), Praktijkschool ’t Genseler (Hengelo), Clusius College (Castricum), Corbulo College (Voorburg), College Broekhin (Swalmen), Het Kwadrant (Weert) en Linde College (Wolvega). Eindredactie: Jan Simons Fotografie: Fotostudio Lens Bestelnummer: 210042 Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © 2006 KPC Groep, ‘s-Hertogenbosch
Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Wat is een ouderpanel?
3
Waarom ouderpanels?
3
Varianten
5
Plaats binnen de schoolorganisatie
6
Welke thema’s?
7
Organisatie
7
Handige tips
8
Valkuilen
9
Communicatie over het ouderpanel
10
Literatuur
11
Opzet bijeenkomst ouderpanel
12
Evaluatieformulier
13
Verslag van een ouderpanel
14
Verbeterpunten
16
Adressen van deelnemende scholen en contactpersonen
17
Bijlagen 1 2 3 4 5
1
Voorwoord Het ouderpanel is een eigentijds instrument dat de school kan gebruiken om de ouderbetrokkenheid te bevorderen. Ouderbetrokkenheid is ook één van de kwaliteitsaspecten die in het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) van de Onderwijsinspectie aan de orde komt. Het ouderpanel kan daarom tevens worden gebruikt als een zinvol instrument in het kwaliteitsbeleid van de school. In opdracht van het Ministerie van OCW hebben KPC Groep en de Nederlandse Katholieke Vereniging van Ouders (NKO) in 2004-2005 het project Ouderpanels in het vmbo en Praktijkonderwijs uitgevoerd. Aan het project namen acht scholen voor voortgezet onderwijs deel. De inhoud van deze brochure is mede gebaseerd op de opbrengst van de ouderpanels op deze scholen en op twee ronde tafel-conferenties. Deze brochure is bedoeld voor managementteams en coördinatoren ouderbetrokkenheid van scholen voor voortgezet onderwijs. Arie van Rooijen Ineke Sagasser Wilbert Seuren
2
1
Wat is een ouderpanel? Eenvoudig gezegd is een ouderpanel een open gesprek tussen leden van het managementteam (MT) en een (wisselende) groep van 25 à 30 ouders over het onderwijs op school. Het onderwerp van dit gesprek kan variëren, evenals de samenstelling van het ouderpanel. Het ouderpanel kan gaan over de wijze waarop de school met de ouders communiceert, over de veiligheid op school (zoals pesten, veilig internetten, veiligheid op het schoolplein of omgaan met elkaar), huiswerk, schoolregels, lesuitval, enzovoort. Kortom: allerlei onderwerpen die van belang zijn in het kader van de relatie c.q. dialoog tussen school en ouders. Uit het gesprek komen verbeterpunten naar voren, die in eerste instantie binnen het MT en verder met andere relevante betrokkenen binnen de school worden besproken. Cruciaal is dat er voor de verbeterpunten draagvlak moet zijn bij zowel de ouders als de school. Wanneer dat het geval is, kunnen de verbeterpunten in praktijk worden gebracht. Zo niet, dan zal het besluit om de verbeterpunten niet ter hand te nemen beargumenteerd met ouders moeten worden gecommuniceerd. Bij elke stap in het besluitvormings- en uitvoeringsproces worden de ouders via de schoolkrant, nieuwsbrief of website op de hoogte gebracht.
2
Waarom ouderpanels? Er zijn twee onderling samenhangende redenen om met ouderpanels te starten: • ouderpanels kunnen een zinvolle bijdrage leveren aan de uitvoering van het kwaliteitsbeleid van de school; • ouderpanels versterken de communicatie tussen de school en de ouders. In het eerste geval spreken we doorgaans van een kwaliteits- of waarderingspanel, of als specifieke vorm daarvan een verantwoordingspanel. In het tweede geval spreken we van een meedenkpanel (De Wit, 2005a). Met name de functie ‘verantwoordingspanel’ is nieuw, maar biedt scholen in het kader van de horizontale verantwoording over het gevoerde onderwijsbeleid kansen om hierover op een interactieve manier met ouders te spreken. In dit geval 1
geeft de school feitelijke informatie over de kwaliteit van de school en over haar plannen om die kwaliteit te borgen c.q. te versterken en reflecteren ouders op die informatie en die plannen.
Kwaliteitsbeleid Scholen zijn sinds 1999 wettelijk verplicht om kwaliteitsbeleid te voeren. Onder kwaliteit wordt verstaan: de mate waarin scholen erin slagen hun doelen te bereiken naar tevredenheid van zichzelf, de overheid, het team, ouders en leerlingen. De Onderwijsinspectie ziet er namens de overheid op toe ‘dat de school systematisch zorgt voor behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs’ (Kwaliteitsaspect 1 van het Toetsingskader VO). Met name het begrip ‘systematisch’ is hierbij cruciaal. Q5 – de organisatie die scholen voor voortgezet onderwijs ondersteunt bij het opzetten en uitvoeren van kwaliteitsbeleid – heeft systematisch kwaliteitsbeleid herleid tot de volgende vijf vragen: 1 Doen we de goede dingen? 2 Doen we de dingen goed? 3 Hoe weten we dat? 4 Vinden anderen dat ook? 5 Wat gaan we doen? Bij de eerste drie vragen onderzoekt de school zelf hoe zij er voor staat (zelfevaluatie). Bij de laatste twee vragen zijn de ouders en leerlingen in beeld (naast ‘anderen’, zoals de Onderwijsinspectie of een visitatiecommissie). Bij vraag 4 wordt naar de mening van de ouders gevraagd en bij vraag 5 wordt – onder andere aan ouders – rekenschap afgelegd over de resultaten en de daarop gebaseerde verbeterplannen. Om de mening van ouders te peilen, maken veel scholen gebruik van een ouderenquête. Doorgaans wordt zo’n enquête eens per twee à drie jaar afgenomen. Het is een wat afstandelijk instrument, dat echter wel zinvolle kwantitatieve informatie kan opleveren voor het te voeren kwaliteitsbeleid. Wat meestal achterwege blijft, is een rechtstreeks gesprek met ouders over de resultaten van de enquête1. Een bruikbaar instrument om daarover mee te denken is het ouderpanel. Het ouderpanel is echter ook een geschikte werkvorm om tussentijds de vinger aan de pols te houden. In feite gaat het hier om het waarderen van informatie conform vraag 4: het ouderpanel als waarderingspanel. Wanneer het MT besluit om meerdere keren per jaar een ouderpanel te houden, krijgt het ook nog de systematiek die goed kwaliteitsbeleid kenmerkt.
Tot deze bevinding komt de Onderwijsinspectie in het evaluatierapport Variëteit en Verantwoording (Utrecht, januari 2006).
3
“Ze buigen zich over twee vragen: 1) Wat vindt u van de veiligheid op school? en 2) Welke acties of activiteiten zou u willen aanbevelen? Of zoals rector Geert-Jan Snijders het samenvat: 'Waar komt uw kind mee thuis en wat zouden we nog moeten doen?’ Als laatste wordt de ouders gevraagd wat zij van het ouderpanel vinden en welke onderwerpen bij volgende ouderpanels aan de orde moeten komen. Zonder voorzitterschap van de leden van de ouderraad wordt er in de subgroepen flink gediscussieerd.” (uit het verslag van het eerste ouderpanel op het Corbulo College in Den Haag)
Communicatie Uiteraard is een goede communicatie tussen de school en de ouders één aspect van goed kwaliteitsbeleid. Het Toetsingskader van de Onderwijsinspectie is daar helder over. Toch is het zinvol dit onderdeel wat nader te bekijken. De communicatie tussen de school en de ouders is immers geen doel op zich. Centraal staat de ontwikkeling van de leerlingen. Zowel de school als de ouders willen daaraan zo goed mogelijk bijdragen, ieder vanuit een eigen helder omschreven verantwoordelijkheid. In dit verband worden de school en de ouders vaak educatieve partners van elkaar genoemd. Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind(eren). Vanuit die verantwoordelijkheid moeten ze de regie kunnen voeren over die opvoeding en hebben daarbij het contact met de school nodig. De school is eindverantwoordelijk voor de inrichting van het onderwijs, voor de opvoeding op school en
voor de kwaliteit van dat onderwijs en die opvoeding. Over de resultaten zal de school transparant moeten zijn en ze zal zich daarover meervoudig moeten verantwoorden (horizontaal en verticaal). De school zal naar alle ouders helder moeten maken hoe ze haar maatschappelijke en pedagogische opdracht ziet, waar ze voor staat en voor gaat, en welke keuzes ze maakt. Het gaat dan om haar visie op leren, haar integrale beleid, haar pedagogisch klimaat, de aandacht die ze heeft voor sociale competenties en veiligheid, haar zorgstructuur en de meer praktische zaken als het lesrooster en het voorkomen van lesuitval. Om dit als school handen en voeten te geven, kan worden gekozen voor het ouderpanel als meedenkpanel. De intentie is daarbij op een interactieve manier opvattingen en ideeën van ouders te leren kennen met als doel het onderwijs te verbeteren.
“Wij willen ook graag van ouders horen welke dingen we nog beter kunnen doen. Samen met de ouderraad hebben we dit eerste ouderpanel georganiseerd en het is de bedoeling dat er nog meer ouderpanels komen. Zo kunnen we regelmatig bij steeds weer andere ouders ons oor te luisteren leggen over wat zij vinden van onze school en wat we nog kunnen verbeteren. Ik las ergens: ‘Kijken door de bril van de ouders’. Dat vind ik wel een passende omschrijving voor wat wij van jullie vragen.” (uit het verslag van het eerste ouderpanel op Praktijkschool ’ t Genseler in Hengelo)
Partnerschap vooronderstelt dat de ouders betrokken zijn bij hun kind op school (cel 1-4), bij de klas(sen) waarin hun kind participeert en bij de schoolgemeenschap waarin ook zij een rol spelen (cel 5-8). Van de kant van de school impliceert partnerschap betrokkenheid bij de thuissituatie, bij het kind in die situatie en dus ook bij zijn ouders. Natuurlijk voorzover dat functioneel is voor haar rol in de ontwikkeling en het leren van het kind (cel 9-11). Cel 12 blijft leeg omdat bij de eindverantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van hun kind
4
geen meebeslissen van de school past. Een actieve betrokkenheid op elkaar betekent investeren in elkaar, elkaar willen leren kennen. Meeleven ligt aan de basis van alle betrokkenheid en dat vooronderstelt contact, dialoog, communicatie. En als het goed is, groeit met al die contacten het vertrouwen in elkaar als partners. Het kind zal daarbij gebaat zijn. In de communicatie tussen school en ouders kan het ouderpanel als meedenkpanel, evenals het ouderpanel als kwaliteits- of waarderingspanel of verantwoordingspanel, in cel 7 worden geplaatst.
Meeleven
Meehelpen
Meedenken
Meebeslissen
Ouders richting eigen kind als leerling
1
2
3
4
Ouders richting groep of school als geheel
5
6
7
8
School richting ouders
9
10
11
(12)
Vormen van wederzijdse betrokkenheid (bron: De Wit 2005b)
3
Varianten
Het doel waarvoor een ouderpanel wordt georganiseerd hoeft niet altijd schoolbreed van betekenis te zijn. Het is heel goed denkbaar dat er een ouderpanel op het niveau van onder- of bovenbouw wordt georganiseerd. Met die overweging voor ogen blijken er overigens in de praktijk meer wegen naar Rome te leiden. Een veel gebruikte vorm in het voortgezet onderwijs is de klankbordgroep: een vaste groep ouders die met de directie spreekt over alle zaken die voor ouders van belang zijn. De klankbordgroep heeft dan de functie van waarderings- of meedenkgroep, afhankelijk van wat de insteek van het gesprek is. Gekoppeld aan een kernteam zal het gesprek zich vooral richten op zaken die directer met het eigen kind in de jaarlaag te maken hebben, zoals huiswerk, remedial teaching, toetsen, onderwijs in de verschillende vakken, hulpuur, veiligheid in de klas, excursies, projecten, enzovoort.
Tussenvormen Allerlei tussenvormen zijn mogelijk. Er zijn bijvoorbeeld scholen die de voorkeur geven aan een vaste kern van ouders maar daarnaast – afhankelijk van het onderwerp – andere ouders willen uitnodigen. In feite gaat het dan om een combinatie van klankbordgroep en ouderpanel. Daar is niets mis mee, zolang het doel waarvoor deze of andere varianten worden gebruikt maar helder blijft. Ook komt het voor – zij het in de bovenbouw – dat er ouders en leerlingen (geen kinderen van de genodigde ouders) worden uitgenodigd voor een panel om gezamenlijk over hetzelfde onderwerp te discussiëren, bijvoorbeeld over de manier waarop de
school met ouders en leerlingen communiceert of over de manier waarop de tweede fase wordt vormgegeven. Met name voor ouders voor wie de drempel om naar school te komen te hoog is, kan een uitnodiging, gekoppeld aan het eigen kind, helpen. In dat geval moet wel goed worden nagedacht over het doel van het panel: informeren en/of informatie ontlokken. In het laatste geval zullen de vragen en de werkvormen goed moeten worden afgestemd op de doelgroep. Als het doel ‘informeren’ is, dan is het de vraag of de werkvorm ‘ouderpanel’ wel de meest geëigende is. Wellicht is de term ouder- of informatieavond dan beter op zijn plaats.
5
Ouderpanel
Klankbordgroep
Doel
Opvattingen of ideeën van ouders over een bepaald thema of een aantal thema’s leren kennen om het onderwijs op het betreffend niveau te verbeteren
Opvattingen of ideeën van ouders over een bepaald thema of een aantal thema’s leren kennen om het onderwijs op het betreffend niveau te verbeteren
Samenstelling
Wisselende groep ouders
Vaste groep ouders
Frequentie
Twee keer per jaar
Meerdere keren per jaar
Status
Adviserend (waarderend, meedenkend)
Adviserend (waarderend, meedenkend)
Niveau
Op bouw- of schoolniveau
Op leerjaar-, bouw- of schoolniveau
Vergelijking ouderpanel en klankbordgroep (bron: Van Rooijen 2006)
4
Plaats binnen de schoolorganisatie Om misverstanden te voorkomen: een ouderpanel is een extra overlegvorm naast de ouderraad/oudervereniging (OR/OV) en de medezeggenschapsraad (MR). Het is geenszins de bedoeling dat het ouderpanel deze organen overbodig maakt. Bovendien gaat het bij de OR/OV en de MR doorgaans om een beperkte groep actieve ouders, terwijl het ouderpanel wisselend van samenstelling is. Het heeft dus een groter bereik. Alhoewel dit op steeds minder scholen voor voortgezet onderwijs de vigerende praktijk is, houdt de OR/OV zich doorgaans bezig met het regelen van praktische zaken, zoals de organisatie van feesten en onderwijsondersteunende activiteiten. Daarnaast fungeert de OR/OV als meest directe achterban van de MR-ouders bij alle, voor ouders belangrijke onderwerpen in het schoolbeleid (zoals schoolgids, veiligheidsbeleid, enzovoort). Ook fungeert de OR/OV vaak als klankbord voor het MT. De OR/OV kan wél een belangrijke rol spelen bij de organisatie van ouderpanels. Het probleem van veel ouderraden of ouderverenigingen is het contact met de eigen achterban. In vergelijking met het basisonderwijs is de ouderpopulatie in het voortgezet onderwijs veel groter en ook moeilijker bereikbaar of zichtbaar. Dat leidt er dikwijls toe dat ouders in de OR/OV het gevoel hebben
6
‘op een eiland’ te zitten. Het ouderpanel is voor de OR/OV dan ook een goede gelegenheid kennis te nemen van de meningsvorming over tal van onderwerpen bij (een deel van) de achterban. De MR is een wettelijk verplicht orgaan dat de bevoegdheid heeft om zich over voorgenomen beleidsbesluiten van het schoolbestuur uit te spreken. Ook op het gebied van kwaliteitsbeleid spreekt de MR zich uit. Verder mag de MR met het schoolbestuur alle onderwerpen bespreken die de school betreffen. Het schoolbestuur moet de MR daartoe minimaal twee keer per jaar in de gelegenheid stellen. Toch is dit overleg tussen het schoolbestuur en de MR niet te vergelijken met een ouderpanel. Ten eerste bestaat de MR niet uitsluitend uit ouders. Ten tweede kunnen wel dezelfde onderwerpen als in het ouderpanel worden besproken, maar is de inbreng van de ouders in het ouderpanel vanuit een ander perspectief (van niet-actieve ouders) en vanuit een bredere basis (ouders uit alle groepen én wisselend van samenstelling). Als informatie uit het ouderpanel leidt tot bijstelling van bijvoorbeeld het schoolbeleid, dan komt de MR wél in beeld. Het schoolbestuur moet deze voorgenomen beleidswijziging namelijk voor instemming of advies aan de MR voorleggen.
5 6
Welke thema’s?
Organisatie
In principe is elk thema dat van belang is in het kader van de relatie of dialoog tussen ouders en school geschikt om in een ouderpanel te bespreken. Enkele voorbeelden van thema’s zijn:
Voor de organisatie van ouderpanels kan een aantal fasen worden onderscheiden: voorbereiding, uitvoering en nazorg.
Voorbereiding
• • • • • • • • • • • • • • •
kwaliteit van het onderwijsbeleid; veiligheid; communicatie tussen school en ouders; alcohol- en drugsgebruik; puberteit; toekomst na het Praktijkonderwijs; excursies, schoolreizen; (sociale) weerbaarheid; omgang tussen jongens en meisjes in het vmbo; imago van het vmbo en het Praktijkonderwijs; vormgeving tweede fase voortgezet onderwijs; invulling vernieuwde onderbouw; stages; schoolregels; lesuitval.
Minder geschikt als thema zijn onderwerpen die betrekking hebben op: • personen; • personeel; • privacygevoelige zaken; • gedrag van ouders. Uiteraard is de uiteindelijke keuze voor een thema afhankelijk van het doel waarvoor een ouderpanel wordt georganiseerd. Een thema als ‘de invulling van de vernieuwde onderbouw’ leent zich bij de invoering van deze vernieuwing meer voor een meedenkpanel dan voor een waarderingspanel. Er valt immers nog niets te waarderen. Een ouderpanel over ‘schoolreizen’, waaraan behalve educatieve aspecten ook financiële aspecten zijn te onderkennen, kan wél het karakter van een waarderingspanel krijgen omdat door de buitenlandse reizen gedurende de afgelopen jaren veel ervaringskennis aanwezig is bij de ouders. In het verlengde van de waarderingsfunctie met betrekking tot dit onderwerp kan het ouderpanel heel goed een meedenkfunctie krijgen als ouders worden uitgenodigd om mee te denken over alternatieven.
1
2 3
4 5 6 7
8
Stel een voorbereidingsgroep samen (bijvoorbeeld een lid van het MT en twee leden van de OR/OV). Stel het thema vast en bedenk vragen en/of stellingen. Kies een passende werkvorm: discussiëren in kleine groepjes vinden de meeste mensen bijvoorbeeld prettiger dan in een grote groep. Maak een programma-opzet met tijdsplanning. Bepaal de doelgroep ouders (schoolbreed, per bouw). Hoe worden de ouders geselecteerd en benaderd? Wat is de rol van de OR/OV hierbij? Maak afspraken over: • het voorzitterschap; • de wijze van verslaglegging en degene die dit doet; • de wijze waarop de niet-genodigde ouders op de hoogte worden gebracht; • wie verantwoordelijk is voor de communicatie; • foto’s maken: wie? • catering; • de benodigde materialen; • de administratieve voorbereiding (kopieën van vragen/stellingen, evaluatieformulieren enzovoort). Maak een planning voor het natraject (wanneer en hoe de opbrengst publiceren, wanneer de opbrengst bespreken in het MT, wanneer de resultaten publiceren?).
Uitvoering 1
2 3 4 5
Leg aan het begin van het ouderpanel kort uit waarom de school met ouderpanels begint en wat de status (advies aan de school) van de bijeenkomst is. Leg uit wie waarom aanwezig is. Begin met een plenaire vraag of stelling en ga dan uiteen in subgroepen. Laat de subgroepen zelf een voorzitter en verslaglegger (flapovers?) aanwijzen. Zorg dat de subgroepen in aparte lokalen kunnen zitten.
7
6 7 8
Bewaak strikt de tijd in verband met het eventuele afsluitende plenaire gedeelte. Laat aan het eind het evaluatieformulier invullen. Vraag ook om suggesties voor thema’s voor de volgende keer. Schets aan het eind het vervolgtraject (communicatie van opbrengst, bespreking in MT enzovoort).
Natraject 1 2 3
4
Wie schrijft het uiteindelijke verslag met de door ouders ingebrachte verbeterpunten? Wanneer komt het verslag naar buiten en hoe (schoolkrant, website)? Wanneer wordt het verslag besproken in het MT? Moeten sommige punten breder (met andere functionarissen in de schoolorganisatie) worden besproken? Wanneer krijgen ouders daarover informatie?
7
Handige tips
10 Bij het eerste ouderpanel kunnen de ouders uit de OR/OV een belangrijke rol spelen, wanneer mocht blijken dat de belangstelling in eerste instantie wat tegenvalt. Zij kunnen dan gericht ouders bellen en hen ervan overtuigen dat het belangrijk is om aanwezig te zijn. Eventueel kunnen de mentoren deze taak ook op zich nemen. 11 Bij de keuze van werkvormen: werk met kleine groepen. Dat is voor ouders een veilige setting.
Uitvoering 1 2
3 4
Voorbereiding 1
2 3
4 5
6 7 8
9
8
Een goede methode om willekeurig ouders te kiezen is om uit elke klas de ouders van bijvoorbeeld elke 4e, 8e en 13e leerling op de lijst uit te nodigen. Nodig, wanneer wordt gestart met ouderpanels, indien mogelijk mensen persoonlijk uit. Een voorselectie van ouders kan ook met behulp van mentoren plaatsvinden. Een mogelijkheid om te starten met ouderpanels is ook om de leden van de OR/OV te vragen een introducé mee te nemen. Bij een volgend panel: nodig andere ouders uit dan die van de eerste keer. Een andere optie is om hetzelfde thema met andere ouders te doen. Kondig het ouderpanel aan tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar. Gebruik een reguliere info- of nieuwsbrief om het ouderpanel aan te kondigen. Maak, wanneer gebruik wordt gemaakt van een schriftelijke uitnodiging, onderaan de brief een antwoordstrook die kan worden teruggestuurd. Omschrijf in de uitnodiging het thema op een voor ouders aantrekkelijke manier, zodat zij al een beetje voor ogen hebben waarover het gaat.
5
6
Maak duidelijk dat het ouderpanel een instrument van de school is. Voorkom dat het ouderpanel een klachtenpanel wordt. Zet meteen de goede toon. Als de inbreng van een ouder teveel blijft hangen rond een probleem met het eigen kind, nodig de ouder dan uit voor een bespreking op een ander tijdstip. Pak kritiek positief op en laat zien dat ‘de mening van ouders er toe doet’. Aanwezige docenten en het MT nemen bij voorkeur niet deel aan de subgroepen. Ouders moeten zich vrij voelen om open te praten. Ouders hebben vaak ervaringen op andere scholen. Dat is een belangrijke ervaringsbron, omdat op deze manier – via de ouders – goede oplossingen van andere scholen toepasbaar worden voor de school. Ouders constateren (net als leerlingen overigens) heel snel discrepanties (vanwege een gebrek aan afstemming) in het handelen van leraren en/of mentoren. Dat is zinvolle informatie voor het MT, omdat genoemde discrepanties vanuit hun positie veel moeilijker waarneembaar zijn.
Natraject 1
2
Laat niet teveel tijd verlopen tussen het houden van het panel en de berichtgeving over de acties die worden ingezet naar aanleiding van het panel. Laat zien welke verbeterpunten iets hebben opgeleverd. Een goede nazorg (zie onder ‘communicatie’) is voor een succesvolle implementatie van het ouderpanel in het kwaliteitssysteem van de school minstens zo belangrijk als het welslagen van het ouderpanel zelf.
8
Valkuilen
• ‘Het ouderpanel landt niet meteen’ Als plotseling wordt gestart met het ouderpanel is dat zowel voor de school als voor de ouders even wennen. Tenslotte is het een andere manier om de ouders bij de school te betrekken dan tot dan toe. Het aankondigen van een ouderpanel in de nieuwsbrief of op de website levert in z’n situatie niet altijd het gewenste resultaat (voldoende aanmeldingen) op. Een geschikt moment om het ouderpanel te introduceren is de informatieavond aan het begin van het schooljaar. Veel ouders bezoeken immers deze avond. De grootste slaagkans biedt een duidelijke visie van de school op de wijze waarop zij vanaf het begin van de schoolloopbaan van ouders en kinderen de relatie met ouders vormgegeven wil zien. In dat geval zal de school al bij de aanmelding duidelijk maken op welk moment binnen de schoolloopbaan van de leerlingen (en hun ouders!) wordt verwacht dat ouders betrokken zullen zijn bij activiteiten. Dat kunnen niet alleen informatieavonden, ouderavonden of rapportbesprekingen zijn, maar ook ouderpanels als ouders daarvoor een uitnodiging ontvangen. Als het ouderpanel is ingebed in een duidelijk geformuleerd en gecommuniceerd ouderbeleid én de school daarnaast bereid is te investeren in haar ouders, zijn sterke voorwaarden aanwezig om de inbedding in de schoolorganisatie soepel te laten verlopen.
klopt met de regels, leg dan kort uit hoe de regels en afspraken zijn op school en verwijs naar vindplaatsen. • ‘U vraagt en wij draaien?’ Wees vanaf het begin duidelijk. Het ouderpanel heeft een adviesfunctie. Verbeterpunten zijn adviezen aan het MT om het anders, beter te doen. Het zijn echter geen dictaten. Het MT kan gegronde redenen hebben om een verbeterpunt niet uit te voeren. Uiteraard zal dit – met argumenten omkleed – goed met ouders moeten worden gecommuniceerd. • ‘Wordt het geen klaagpanel?’ De grote angst van scholen kan zijn dat een ouderpanel ontaardt in een klachtenbank over zaken die (nog) niet goed gaan. Toch gebeurt dat, zo leert de ervaring, zelden. Wanneer wordt begonnen met een positieve vraagstelling (‘Noem drie dingen die goed gaan met betrekking tot het thema’) zet dat de toon en zal het ouderpanel op een constructieve wijze verlopen. Maak aan het begin duidelijk dat geen enkele organisatie perfect is en dat ook de school een lerende organisatie is. Werkende ouders zullen dit herkennen vanuit hun eigen werksituatie. Vanuit dat perspectief is de school benieuwd naar de verbeterpunten van de ouders. Grijp wel in als er een ouder is die steeds blijft hameren op een probleem waarmee zijn/haar kind is of wordt geconfronteerd; zeker als dit niet meer illustratief is voor het thema. Nodig die ouder uit voor een gesprek op een ander tijdstip.
• ‘Van wie is het ouderpanel?’ Het ouderpanel is geen instrument van de OR/OV, maar een instrument van de school: daarover kan geen misverstand bestaan. Het ouderpanel wordt dan ook voorgezeten door iemand van de school, meestal een lid van het MT. • ‘In het ouderpanel licht het MT het beleid toe’ Mensen uit het onderwijs zijn gewend aan het woord te zijn, maar de bedoeling van het ouderpanel is juist om ouders aan het woord te laten. Vermijd dan ook (lange) inleidingen of Powerpointpresentaties, ook als het ouderpanel wordt gebruikt als verantwoordings- en meedenkpanel. Geef de informatie tevoren op schrift en stimuleer de interactie door uitnodigende vragen of prikkelende stellingen. Het gaat er immers om de meningen en ideeën van ouders te leren kennen. Het komt er vooral op aan om te luisteren en ruimte te geven aan inbreng van ouders. Als informatie die ouders geven niet
9
“Het is altijd aardig om te horen wat je goed doet. Mensen in het onderwijs verschillen daarin niet van mensen die in andere organisaties en bedrijven werken. Als positieve punten worden onder meer genoemd: • De school biedt een goede structuur en er is duidelijkheid voor leerlingen en ouders. • Het paspoort2 is een goed communicatiemiddel tussen school en ouders. Ook zijn de ouders positief over de controle van het paspoort door de school. • Het Munnikenheide College wordt gezien als een kansrijke school. • Er is een positieve controle, die zich bijvoorbeeld uit in de nazorg (‘bellen als er een kind ziek is’).
• ‘Het ouderpanel blijft hangen op het niveau van het MT’ Als alleen het MT en de OR/OV betrokken zijn bij de voorbereiding en uitvoering van het ouderpanel bestaat het gevaar dat er weinig betrokkenheid vanuit de docenten ontstaat. Om dat te voorkomen is het raadzaam bij elk ouderpanel één of twee docenten uit te nodigen. Als een school bijvoorbeeld werkt met kernteams, ligt het voor de hand docenten bij toerbeurt uit te nodigen. Verder is het raadzaam de informatie over de ouderpanels actief onder de aandacht van de docenten te brengen.
9
Communicatie over het ouderpanel De communicatie over het ouderpanel is een niet te onderschatten factor van belang. Een aantal relevante communicatiemomenten zijn: • Voorafgaand aan het (eerste) ouderpanel: uitleg, inclusief de mededeling dat niet alle ouders worden uitgenodigd. Dat kan gebeuren op de informatieavond, in de nieuwsbrief, op de website of in de schoolgids. Bij nieuwe ouders kan dat ook tijdens de kennismaking (of tijdens het huisbezoek!). • Tijdens het ouderpanel: denk aan het maken van foto’s. De picturale communicatie is een goede ondersteuning van de verbale communicatie op de website. 2
10
• De controle op het huiswerk (huiswerkklas) wordt zeer gewaardeerd. • Er is goede sociaal-emotionele begeleiding en een goede signalering in de onderbouwgroepen. • Ouders zijn tevreden over de bijlessen. • De kleinschaligheid spreekt de ouders aan. • Goed dat leerlingen op school moeten blijven bij uitval van tussenuren. • Positief dat de school is gestart met ouderpanels. • Het Munnikenheide College is een open en toegankelijke school.” (uit het verslag van het eerste ouderpanel op het Munnikenheide College in Etten-Leur)
• Na afloop van het ouderpanel: hoe krijgen de deelnemers en de andere ouders de opbrengst onder ogen? Krijgen zij een verslag van de bijeenkomst en/of kort lijstje met verbeterpunten? Wat spreekt ouders het meest aan: een nieuwsbrief, de website of een aparte brief? Hoe worden de teams op de hoogte gehouden? • Na afloop van het overleg in het MT: hoe krijgen de deelnemers en de andere ouders de besluiten van het MT onder ogen? Wat wordt wel en wat niet doorgevoerd en wanneer? Met welke argumenten? Wat spreekt ouders het meest aan: een nieuwsbrief, de website of een aparte brief? Hoe worden de teams op de hoogte gehouden? • Voor aanvang van het volgende ouderpanel: hoe wordt tijdig bekendheid gegeven aan het volgende ouderpanel? Op welke manier worden de resultaten van het vorige panel meegenomen? Wat spreekt ouders het meest aan: een nieuwsbrief, de website of een aparte brief? Andere factoren die relevant zijn voor de communicatie: • Succes spreekt zich rond De verwachting is dat ouders voor een tweede ouderpanel makkelijker kunnen worden gemobiliseerd wanneer het eerste ouderpanel een succes is geweest. Over het algemeen spreken dergelijke verhalen zich snel rond. De school kan dat zelf positief beïnvloeden: - door de ouders tijdens de avond goed te informeren: a. maak aan het begin duidelijk dat en waarom de school
Het paspoort is een boekje waarin de leerlingen zelf de cijfers voor overhoringen, proefwerken en schoolonderzoeken schrijven. Eén keer in de vier weken controleren de vakdocenten of de cijfers juist zijn ingevuld. Ook ouders kijken het paspoort regelmatig in. Zowel de ouders als de docenten en/of directie kunnen mededelingen in het paspoort schrijven. Op die manier functioneert het paspoort als een communicatiemiddel tussen school en ouders.
groot belang hecht aan de mening van ouders (en leerlingen) over het onderwijs op school; b. leg ook uit waarom het ouderpanel daarvoor – naast de ouderenquête – een geschikte werkvorm is; c. schets aan het eind van de avond de vervolgprocedure, zodat duidelijk is hoe de school hier verder mee gaat. - door ouders aan het woord te laten: geef hen de ruimte hun mening naar voren te brengen en geef hun het gevoel dat hun mening er toe doet; - door ouders expliciet te vragen hun ervaringen met het ouderpanel te delen met andere ouders; - door deze informatie via de nieuwsbrief, website en schoolgids ook onder de aandacht van de andere ouders te brengen. De ervaringen met ouderpanels op de projectscholen zijn zeer positief geweest, zowel van de kant van het MT als van de kant van de ouders. Het personeel van de school (MT en docenten) kijkt doorgaans met een gekleurde bril naar het eigen werkterrein. Daarom vindt het MT het perspectief waarmee ouders naar de school kijken zo verfrissend. Ouders willen op een positief-kritische wijze partners zijn van de school. Vanuit die rol willen en kunnen zij bijdragen aan de verbetering van het onderwijs aan hun kinderen. Deelnemende ouders zijn zeer enthousiast, omdat zij het gevoel hebben dat er naar hun mening wordt geluisterd en dat de school er iets mee doet. Met andere woorden: zij voelen zich serieus genomen door de school. Betere ambassadeurs voor het ouderpanel kan men zich haast niet wensen. Om het ouderpanel te promoten is het wellicht een idee om enkele ouders die hebben deelgenomen te interviewen voor de nieuwsbrief of de schoolkrant. • Communicatie over de uitkomst van het ouderpanel Eerder is al benadrukt dat het van groot belang is dat de school laat zien wat zij met de uitkomsten van het ouderpanel gaat doen. Het is zaak dit goed te overdenken, omdat het traject (beginnend bij de geadviseerde verbeterpunten uit een ouderpanel, via de besluitvorming daarover door het MT en tot de daadwerkelijke zichtbare uitvoering binnen de school) soms lang duurt. Afhankelijk van de ingebrachte verbeterpunten kunnen concrete resultaten niet altijd op stel en sprong na afloop van het ouderpanel worden getoond. Daarom is het des te belangrijker om te laten zien wanneer en aan welke verbeterpunten wordt gewerkt en wanneer resultaat kan worden verwacht. Het is niet zo gemakkelijk, maar wel belangrijk om een goed leesbaar en niet te lang verslag van een ouderpanel te schrij-
ven: een kwestie van laveren tussen kort, helder en begrijpelijk formuleren. Het voorbeeldverslag in bijlage 3 is gebaseerd op een artikel (Van Rooijen, december 2004), waarin ter wille van de leesbaarheid allerlei uitspraken van ouders zijn opgenomen. Het ligt voor de hand dat bij de verslaglegging een dergelijke detaillering achterwege blijft.
10
Literatuur
Groenewegen, T., ‘Met ouderpanels ga je de diepte in’. SBM-magazine, september 2005.
Rooijen, A. van, Het ouderpanel: 10 vragen en antwoorden. TooN, oktober 2005.
Rooijen, A. van, Munnikenheide College neemt ouders serieus. Ouders en School, april 2005. Rooijen, A. van, Ouderpanels in het vmbo: kijken door de bril van ouders! Ouders en School, december 2004. Rooijen, A. van, Praktijkonderwijs en ouderpanels: een geslaagde combinatie. Ouders en School, maart 2005. Rooijen, A. van, Sagasser, C. & Seuren, W. (2005). Ouderpanels: eindrapportage. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep. Rooijen, A. (2006), Ouderpanels, een kwaliteitsinstrument voor uw school? Den Haag: NKO. Simons, J., Ouderpanel als kritische spiegel. Van Twaalf tot Achttien, oktober 2005. Simons, J., Met complimenten van de ouders. Van Twaalf tot Achttien, april 2006.
Wit, C. de (2005a), Ouders als educatieve partner. Den Haag: Q*Primair. Wit, C. de (2005b), Partnerschap en medezeggenschap – een natuurlijke combinatie. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep.
11
Bijlage 1 Opzet bijeenkomst ouderpanel Vragen bij dit onderdeel • Vindt u dat u voldoende op de hoogte wordt gehouden over de ontwikkeling van uw kind? • Wat mist u? • Wat zou u anders willen? 2. Thema: communicatie in algemene zin U krijgt informatie over de school via de schoolgids, 6 x per jaar via een nieuwsbrief, via de website en informatieve ouderavonden. Bij speciale gelegenheden krijgen leerlingen een brief mee.
Ter voorbereiding op een ouderpanel rond het thema ‘Communicatie tussen school en ouders’ kunnen de volgende (voorbeeld)vragen en teksten worden gebruikt. 1. Thema: communicatie over de leervorderingen Uw zoon of dochter zit bij ons op school. Wij geven op verschillende manieren informatie over uw kind, bijvoorbeeld via tussenrapporten, rapporten en de daarbij horende gesprekken met ouders. Soms wordt u gebeld of nodigen wij u uit voor een tien minuten-gesprek. Daarnaast wordt u soms uitgenodigd op een inloopmiddag- of avond waarop u het gemaakte werk van uw kind kunt bekijken. Dit jaar hebben we een talentenjacht, de presentatie van de sectorwerkstukken en tafelbloemschikken gehad. Ook kunt u gesprekken met leerkrachten aanvragen, en soms wordt er gesproken met de vertrouwenspersonen en het schoolmaatschappelijk werk. Vanuit de rapportvergaderingen worden leerlingen uitgenodigd voor hulplessen, training sociale vaardigheden, faalangstreductietrainingen, hulp bij dyslexie en dyscalculie en andere elementen vanuit onze zorgstructuur. De communicatie met de ouders over deze onderwerpen dient optimaal te zijn.
12
Vragen bij dit onderdeel: • Kunt u tenminste drie dingen noemen waarvan u vindt dat wij die goed doen? • Kunt u tenminste drie dingen noemen waarvan u vindt dat die beter kunnen? • Hebt u daarvoor suggesties? • Vindt u dat de school geïnteresseerd is in de mening van de ouders? • Maakt u uw mening aan de school duidelijk? Zo ja hoe? • Kunt u aangeven wat de school hieraan zou kunnen verbeteren? • Kunt u in de school voldoende met uw vragen terecht? • Hebt u naar uw mening voldoende contact met de mentor van uw kind? • Kunt u voldoende bij hem/haar terecht met uw vragen? • Kunt u voldoende bij de directie terecht met uw vragen/opmerkingen? • Kunt u voldoende terecht bij anderen met uw vragen/opmerkingen? • Vindt u dat u voldoende op de hoogte wordt gehouden van wat de begeleidingscommissie doet? • Zou u in sommige gevallen contact willen hebben met de begeleidingscommissie? • Hebt u suggesties hoe dat beter kan?
Bijlage 2 Evaluatieformulier 1
In welke rol deed u mee aan het ouderpanel?
❏ ouder ❏ lid directie ❏ leerkracht
❏ lid niet onderwijzend personeel ❏ anders, nl.
2 Welk resultaat verwachtte u van het ouderpanel voordat de bijeenkomst begon? 3 Welk onderwerp was aan de orde? 4 Wat was het resultaat van de bijeenkomst? 5 Bent u tevreden over de sessie? 6 Welke afspraken zijn er gemaakt? 7 Wat beviel u aan de bijeenkomst? 8 Wat beviel u niet? 9 Wat zou er verbeterd moeten worden: • • • •
aan het onderwerp? aan de werkvorm? aan de manier waarop de bijeenkomst werd geleid? ander verbeterpunt?
10 Op welke manier kunnen ouderpanels bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs? 11 Over welk onderwerp zou u een ouderpanel willen? • het onderwijs in de klas; • de manier waarop de school met ouders contact heeft; • het rooster, de vakanties en de vrije dagen; • de bijdrage die ouders moeten betalen; • de manier waarop wordt getoetst; • aan de manier van omgaan tussen leerkrachten en leerlingen; • aan de manier van omgaan tussen leerlingen onderling; • ander onderwerp, nl. Dank voor uw medewerking!
13
Bijlage 3 Verslag van een ouderpanel Allereerst legt directeur Wim Huiberts uit wat een ouderpanel is: een open gesprek tussen de school en een steeds wisselende groep ouders. Doel: suggesties voor verbeteringen te horen. Deze suggesties worden op school besproken en bij voldoende draagvlak uitgevoerd. Een ouderpanel kan over elk onderwerp gaan en wordt twee keer per jaar gehouden. Vervolgens wordt de groep in tweeën gesplitst. Adjunct-directeur Marcel Jobse is voorzitter van de ene groep en Wim van de andere.
Informatie De ouders blijken tevreden over de schoolgids: “prettig leesbaar”. Een ouder met een kind in de vierde klas vult aan: “Gelukkig staat er geen overzicht in van wat een leerling in de laatste twee jaar aan toetsen krijgt. Zo’n programma van toetsing en afsluiting (PTA) is nu niet bepaald een toegankelijk stuk.” Ook over de inbreng van het Clusius College tijdens de informatiebijeenkomsten op de basisschool zijn de ouders positief. De voorlichting is niet te technisch en puntsgewijs. “Als iemand een vraag stelt, wordt die even herhaald en dan volgt een antwoord. Op die manier zorgen jullie ervoor dat iedereen betrokken blijft.” Een andere ouder merkt op: “Als een school zich op zo’n informatiebijeenkomst niet goed presenteert, dan denk je bij jezelf: ‘Nou, als mijn kind daar naartoe moet...’ Maar bij jullie had ik dat gevoel niet.” Ook de open dag op de vmbo-school zelf werd ervaren als “een warme jas”, zoals één van de ouders het verwoordde.
Brief De ouders met kinderen in de basisberoepsgerichte leerweg en in het leerwegondersteunend onderwijs bleken moeite te hebben met een brief die ze hadden ontvangen, vlak nadat hun kind op de school was aangenomen. “Eerst kreeg ik een brief waarin werd gemeld in welke leerweg onze dochter was geplaatst. Vlak daarna ontving ik een brief waarin stond dat mijn dochter naar het Praktijkonderwijs zou moeten als zij het in de leerweg niet zou
14
redden. Ik was daar zó kwaad over. Het leek alsof ze er bij voorbaat al niet bij hoorde. Juist deze kinderen dragen een heel verleden met tal van teleurstellingen met zich mee.” Er wordt daarom voorgesteld om ouders van kinderen in de onderste leerwegen voortaan geen brief meer te sturen, maar uit te nodigen voor een gesprek.
Sheets “Eigenlijk zou er op de informatieavonden aan het begin van het schooljaar al uitleg gegeven moeten worden over de leerwegen,” meent een van de ouders. Een ander merkt op “dat het onderwerp die avond toch aardig aan de orde is gekomen. Bovendien vind ik dat je je er zelf ook in moet verdiepen.” De eerste ouder geeft toe “dat het misschien wel wordt verteld, maar na een kwartier zakt de aandacht weg en dan twijfel ik of het al aan de orde is geweest. Om dan een vraag te stellen, komt een beetje dom over en dan laat ik het er maar bij. Misschien is het een idee om de sheets aan ouders mee te geven.” Dat voorstel wordt door de anderen niet meteen als een goed idee omarmd.
Leerwegkeuze Vervolgens spitst de discussie zich toe op de onduidelijkheid over de leerwegkeuze die heerst bij een aantal ouders uit de onderbouw. “Ik heb mijn zoon opgegeven in de gemengde leerweg, maar hij is destijds geplaatst in de kaderberoepsgerichte leerweg met de mededeling vanuit de school ‘dat het wel goed komt’. Nu hij in het tweede jaar zit, hoor ik er weinig meer over. Wanneer wordt bijvoorbeeld gesproken over de leerweg die hij definitief gaat volgen? Niet dat het niet goed gaat in de leerweg waarin hij nu zit, maar je moet toch ook aan zijn toekomstmogelijkheden denken.” Een ander vult aan: “Tegen mij werd gezegd dat er niet zo’n groot verschil is tussen de gemengde en de kaderberoepsgerichte leerweg, want je kunt met beide leerwegen naar het mbo. Het heeft echter wel degelijk consequenties, want het kan je een jaar kosten. Dat wist ik niet.” Wim vertelt dat er
in april bij alle leerlingen in de tweede klas CITO-voortgangstoetsen worden afgenomen. Op basis daarvan wordt gekeken of de leerlingen in de goede leerweg zitten. Dat ontlokt de reactie: ”Dat is nogal laat. Ik mis in het eerste jaar contact met de school over de leerwegkeuze. Bij de tien minuten-gesprekken gaat het toch meer over de vakken, maar je wilt ook op tijd weten of je kind goed zit of niet.”
Leerjaarcoördinatoren “Bij de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs vinden er voor ouders grote veranderingen plaats,” zegt een ouder. “Je hebt ineens met veel meer mensen te maken dan alleen met de groepsleraar. Als je dan twijfelt of het wel goed zit met je kind, weet je niet bij wie je terecht kunt. De mentor is de enige contactpersoon van de school die je kent. Dat er ook leerjaarcoördinatoren zijn, wist ik niet eens. Laat staan dat je weet hoe je ze kunt bereiken.” Een andere ouder vertelt dat de vakhulp aan leerlingen – tijdens het zogenoemde nulde uur – vaak uitvalt. “Toen ik dat in het tien minuten-gesprek aan de orde wilde stellen, wist de mentor daar niets van af. Zij vertelde mij dat ik daarvoor bij de leerjaarcoördinator moest zijn. Dat wist ik niet en het staat ook niet in de schoolgids.”
Faalangsttraining De ouders van wie de kinderen deelnemen aan de faalangsttraining zijn daar zeer over te spreken. Net als dyslectische leerlingen krijgen faalangstige leerlingen een kaart waarop leraren kunnen zien waarmee zij rekening moeten houden. Er doen zich echter twee knelpunten voor. Sommige leraren kijken niet naar de kaart en sommige leerlingen schamen zich ervoor om de kaart op tafel te leggen. De ouders zien een rol voor de mentor om hen daarbij te helpen. Zo zouden de leerlingen kunnen worden geholpen om het tegen de leraar te zeggen als deze er niet op let. Daarover merkt een ouder op “dat ze zich kan voorstellen dat een kind het tegen de ene leraar wél durft te zeggen en tegen de andere niet. Tenslotte is het niet voor niets faalangstig.” Marcel belooft dat hiernaar wordt gekeken, omdat het gebruik van zo’n kaart toch een vorm van speciale zorg is en de school daar alert op moet zijn.
Tien minuten-gesprek De opmerking over de mentoren brengt meer naar boven. “Ik heb meegemaakt dat ik op een tien minuten-gesprek kwam en dat de mentor niet eens wist over welke leerling het ging.” Een andere ouder: “Bij mij was de mentor er niet van op de hoogte hoe het met mijn dochter ging. We moesten samen op de cijferlijst kijken hoe het zat.” Weer een andere ouder vervolgt: “Mijn dochter had een goed rapport. Toen ik een tien minutengesprek wilde afspreken, reageerde de mentor: ‘Waarom wil je dat, zij heeft toch een goed rapport?’ Alsof je alleen moet komen als er problemen zijn. Je wilt toch weten hoe het gaat en hoe je kind presteert! En het is ook leuk om te horen dat het goed gaat en waarom het goed gaat.” Dat brengt iemand op het punt dat er na het derde rapport in april/mei geen tien minuten-gesprekken zijn. “Juist na het derde rapport heb je daar behoefte aan.” Andere ouders bevestigen dit. Tot slot merkt een ouder op dat zij het zeer waardeert dat leraren meteen terugbellen als je ze wilt spreken. “Maar als het niet goed gaat met je kind, weet je soms niet of dat alleen bij die leraar is of dat het ook speelt bij andere vakken. Die leraar weet dat dan ook niet. Moet je dan de mentor hebben of de leerjaarcoördinator?”
15
Bijlage 4 Verbeterpunten Communicatie over leervorderingen
Communicatie in algemene zin
De titels van de studieboeken komen niet overeen met de groene brief, hetgeen tot veel onzekerheid bij eerste klassers leidt. 2 Leerwegondersteuning door plaatsing in kleine klas is voor ouders duidelijk. Als je kind opstroomt naar een grote klas is van leerwegondersteuning bijna niets meer te ervaren. Als leerwegondersteuning stopt, is het wenselijk om de ouders hierover te berichten. 3 Verdiepingsstof wordt soms laat door collega’s aangeboden. De beoordelingsperiode is dan erg kort, hetgeen in het nadeel van de leerling is. Ook de communicatie naar ouders bij beëindiging aanbieding verdiepingsstof en de onderbouwing daarvan ontbreekt. 4 Graag duidelijke ‘objectieve’ criteria voor opstroming communiceren naar ouders, om gevoel van ‘natte vingerwerk’ te vermijden. 5 De tien minuten-gesprekken worden als positief gezien. Ouders voelen zich serieus genomen, omdat er naar hen wordt geluisterd. Telefonisch ervaart een aantal ouders dat echter anders. 6 Een praktisch probleem is dat proefwerkopdrachten niet kunnen worden meegenomen om ouders te laten zien waar hun kind moeite mee heeft. 7 Kan het mentoruur ook worden gebruikt om contact met ouders te onderhouden? Mentoren zijn soms moeilijk bereikbaar. 8 Hoe kun je als school de ouders bereiken die het moeilijk vinden om klachten door te geven? Ideeën: telefonisch spreekuur coördinatoren, directie, ouderraad, tussentijdse enquête, e-mailen. 9 Kinderen ontvangen niet allemaal de nieuwsbrief. Ook de website vermeldt de laatste nieuwsbrief niet. 10 De brief met tijdstip voor vakhulp moet extra worden gecontroleerd.
1
1
16
2 3
4 5 6 7
8
De schoolgids is prettig leesbaar. Wel graag meer informatie over de onderwijsorganisatie op school, zoals leerwegen, kiezen praktijkvak, doorstroommogelijkheden per leerweg. Kan informatie van ouderavonden na afloop worden meegegeven (sheets, vragen + antwoorden) of op de website gezet? Informatie met betrekking tot het nut van een PrO-beschikking en de eventuele gevolgen als het op school niet lukt, maakt veel ouders verdrietig en onzeker. Kan dit niet anders? Duidelijkheid naar ouders over de hulp die wel of niet wordt gegeven aan dyslectische kinderen. Toegevoegde waarde van kaarten faalangst-reductietraining en dyslexie communiceren naar ouders. Telefoonketting s.v.p. aanvullen met adressen. Periode tussen de rapporten is in klas 2 te lang als het gaat om de prestaties van opstroomleerlingen met betrekking tot de verdiepingsstof. Kunnen deze leerlingen geen tussenrapport krijgen? Aanschaffen calculator in boekenpakket is niet nodig.
Bijlage 5 Adressen van deelnemende scholen en contactpersonen Munnikenheide College Dhr. N.J. de Wilde Postbus 17 4870 AC Etten Leur 076 5016152 www.munnikenheidecollege.nl
[email protected]
Corbulo College Dhr. G.J. Snijders Van Tuyll van Serooskerkenstraat 2 2273 CB Voorburg 070 3873630 www.corbulocollege.nl
[email protected]
Praktijkschool Pronova Dhr. B. Reinders Postbus 397 7123 AJ Winterswijk 0543 531574 www.rmc-achterhoek.nl
[email protected]
College Broekhin Dhr. J. van der Varst Bob Boumanstraat 30 6042 EH Roermond 0475 346666 www.broekhin.nl
[email protected]
Praktijkschool ’t Genseler Dhr. G. Löbke en dhr. E.F. Wennink Jasmijnstraat 15 7552 AH Hengelo 074 2916257 www.hetgenseler.nl
[email protected]
Het Kwadrant Dhr. P. Jansen Thornstraat 7 6004 JP Weert 0495 513666 www.hetkwadrant.nl
[email protected]
Clusius College Dhr. W. Huiberts Oranjelaan 2a 1901 TX Castricum 0251 653600 www.clusius.nl
[email protected]
Linde College Mevr. H. Beenen Postbus 170 8470 AD Wolvega 0561 691700 www.lindecollege.nl
[email protected]
17
Goede communicatie met ouders is een belangrijk onderdeel van het kwaliteitsbeleid van een school. Niet alleen vanwege de wettelijke verplichting, maar met name ook vanuit een gezamenlijk gedeelde verantwoordelijkheid. Want zowel de school als de ouders willen zo goed mogelijk bijdragen aan de ontwikkeling van hun kinderen: ouders en school zijn immers educatieve partners. Ouderpanels kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Een ouderpanel bestaat uit een open gesprek tussen schoolleiding en een (wisselende) groep van 25 à 30 ouders over het onderwijs op school. Een ouderpanel kan over uiteenlopende onderwerpen gaan, zoals pesten, veilig internetten, schoolregels, lesuitval, veiligheid, omgangsregels. Onderwerpen die van belang zijn in het kader van de relatie en dialoog tussen ouders en school en waaruit voor de school verbeterpunten naar voren kunnen komen. Een ouderpanel is een eigentijds instrument dat de school kan gebruiken om de ouderbetrokkenheid te bevorderen. Ouderbetrokkenheid is ook één van de kwaliteitsaspecten die in het periodiek kwaliteitsonderzoek van de Onderwijsinspectie aan de orde komt. Het ouderpanel kan daarom tevens worden gebruikt als een zinvol instrument in het kwaliteitsbeleid van de school. In opdracht van het Ministerie van OCW hebben KPC Groep en de Nederlandse Katholieke Vereniging van Ouders (NKO) in 2004-2005 het project Ouderpanels in het vmbo en Praktijkonderwijs uitgevoerd. De inhoud van deze brochure is mede gebaseerd op de opbrengst van twee ronde tafel-conferenties en de inspirerende bijdragen van managementteams en ouderraden/ouderverenigingen van acht scholen: Munnikenheide College (Etten-Leur), Praktijkschool Pronova (Winterswijk), Praktijkschool ’t Genseler (Hengelo), Clusius College (Castricum), Corbulo College (Voorburg), College Broekhin (Swalmen), Het Kwadrant (Weert) en Linde College (Wolvega).
Deze brochure is bedoeld voor managementteams en coördinatoren ouderbetrokkenheid van scholen voor voortgezet onderwijs.
Meer informatie KPC Groep Ineke Sagasser,
[email protected] Wilbert Seuren,
[email protected] Postbus 482 5201 AL ’s-Hertogenbosch 073 6247247 www.kpcgroep.nl
NKO Arie van Rooijen,
[email protected] Postbus 97805 2509 GE Den Haag 070 3282882 www.nko.nl