Ouderinfokrant
Een krant vóór ouders, dóór ouders! Zomer 2012
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3
Voorwoord
5
Beste Ouders
6
Vanuit de Ouderraad
7
Heel speciaal is heel normaal: faalangst
8
Kookrubriek “En Garde!”
10
Ruzie
12
Tips voor de lange autorit naar het zuiden
14
De Boekensteun
16
Zit niet zo te friemelen en zit eens stil! Het nut van bewegen
18
Eropuit!
20
Naar de middelbare school
22
Uit de krant, in de krant
25
En dan tot slot
26
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 3
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 4
Voorwoord Een cliché, maar oh zo waar, wat is ook dit schooljaar weer voorbij gevlógen! De voorbereidingen voor de afsluitdag zijn al in volle gang, dit jaar in een spannend jungle-thema! Groep 8 maakt plaats voor een nieuwe lichting kleutertjes…wat zijn ze ieder jaar toch weer klein! Kortom, de vakantie staat voor de deur!
Wellicht is het opgevallen dat niet alleen de speelpleinen rondom de school, maar ook onze Ouderinfokrant en de Kinderkrant dit jaar in een nieuw jasje zijn gestoken. Wij zijn dan ook erg trots op onze nieuwe kleurige Glossy! Wij blijven hopen dat we volgend schooljaar op ingezonden stukken kunnen rekenen. Wil je iets met ons én met de rest van de ouders delen, schroom niet en mail je creatieve bijdrage naar:
[email protected]
Wij wensen iedereen een geweldige zomervakantie toe!
Namens de redactie, Marjolein van Gaal Yolanthe van Hoof Lianne van Rooij Josette Stas Arnoldine Sterks (namens de Ouderraad) Susan Zant e-mail:
[email protected]
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 5
Beste ouders, Als de schoolkrant uit komt is dat altijd op een bijzonder moment, rondom het kerstfeest, de start van het voorjaar en het einde van een schooljaar. Een tijd waar je achterom kijkt, wat is er allemaal gebeurd en ook een moment om vooruit te kijken. Het einde van het schooljaar zijn er altijd vaste rituelen. De laatste toetsen, de rapporten, de groepsindeling, regelen van de afsluitdag, kamp, afscheidsavond groep 8, alle zaken rondom de planning van het nieuwe schooljaar en voor de kinderen een afscheid van hun vertrouwde juf of meester. Een drukke periode maar vooral ook een leuke periode. Voor de kinderen van groep 8 is het niet alleen een afscheid van het jaar maar ook van de Bolster. Ze zetten na de zomervakantie de stap naar het voortgezet onderwijs. Voor de meeste van hen is de Bolster heel lang een constante factor in hun leven geweest. Ze zijn er opgegroeid, kennen iedereen, weten de weg en zijn nu de oudsten van de school. Volgend jaar is alles anders. Spannend, leuk en nieuw. Met de kinderen zijn er ook ouders die voor het laatst op deze school rondlopen. De school waar ze hun kind van 4 jaar naar toe hebben gebracht wordt ineens een school uit het verleden. Het voortgezet onderwijs is vaak letterlijk maar ook figuurlijk meer op afstand. Tegelijkertijd is het ook een stukje loslaten van je kind. We gaan er van uit dat we gezamenlijk, ouders en school, een basis hebben aangebracht die er voor zorgt dat de kinderen positief en welgemoed de volgende stap van het leven aangaan. Tijd gaat ook snel en in een jaar gebeurt er veel. De aanbouw van de groepslokalen lijkt al weer een hele poos geleden. Samen met de nieuwe speelplaats is het gebouw weer helemaal up to date. Het digitale tijdperk staat niet stil. Een nieuwe server, binnenkort nieuwe beamers en een groep 8 die aan het oefenen is geweest met iPads in de groep. Een nieuwe rekenmethode is ingevoerd in alle groepen, er is in groep 4 gestart met Estafette lezen en de onderbouw geeft sinds maart Engelse les. Volgend jaar komt de nieuwe taalmethode en dan zijn alle vakgebieden voorzien van de meest recente methodes. Onderwijs is werken met mensen. We willen graag dat de kinderen het goed maken, dat het team optimaal functioneert en u als ouder een eigen inbreng heeft in school. We maken samen goede tijden mee en ook de minder goede. Het overlijden van de vader van Niels en Isa en de vader van Cas en Brent heeft veel los gemaakt en we wensen de gezinnen heel veel sterkte met het terug vinden van de balans in het leven. Over een paar weken start de zomervakantie. Veel mensen zitten vol plannen en kijken hier naar uit. Ik wens iedereen een hele goede tijd en zie de kinderen en u als ouders graag terug op 13 augustus. Met vriendelijke groeten, Pieter-Jan van Hoof Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 6
Vanuit de Ouderraad
Het schooljaar is weer voorbij, maar voordat we het weten is het 13 augustus en zit iedereen vol met vakantieverhalen weer in de klas. Voor de ouderraad geen reden om stil te zitten. De voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar zijn alweer opgestart, maar we blikken ook regelmatig even terug op de activiteiten die de revue hebben gepasseerd. Hierbij weer een aantal highlights: De Evenementencommissie kijkt terug op een geslaagd paasontbijt en was blij met de hulp van de vele ouders die zich ingezet hebben voor een leuke knutselochtend op school. De laatste activiteit dit schooljaar voor de commissie is de Afsluitdag. De Luizencommissie zoekt voor volgend schooljaar weer nieuwe ouders die mee willen helpen met de luizencontrole. In het nieuwe schooljaar komen we hier uitgebreid op terug. Het streven is om het aantal ouders uit te breiden met minimaal 2 ouders per klas. De schoolfotograaf heeft op 8 en 9 mei alle kinderen weer op de foto gezet. De opzet was dit jaar iets anders dan voorgaande jaren. Zo moest er voor de woensdagmiddag ingeschreven worden voor de broertjes/zusjes-foto, en kon er dit jaar voor het eerst online besteld worden. De algemene ouderavond staat gepland voor donderdag 1 november 2012. Meer informatie volgt in het nieuwe schooljaar. Tot slot wenst de ouderraad iedereen een hele fijne zomervakantie toe!
PS. Heb je vragen aan de leden van de ouderraad? Aarzel dan niet om één van ons aan te spreken op het schoolplein of om een mailtje te sturen naar
[email protected].
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 7
Heel speciaal is heel normaal Iedereen is verschillend. En dat is heel gewoon. Toch zijn er kinderen die net even anders zijn dan de anderen. Door een probleem of beperking. Dat maakt hen speciaal. Deze kinderen kom je tegen op de basisschool. Het zijn de klasgenootjes, vriendjes en vriendinnetjes. Of misschien betreft het wel jouw kind. De Ouderinfokrant brengt een aantal keren normale en toch speciale kinderen in beeld. Voor een beetje inzicht en begrip.
Faalangst Angst Angst hoort bij het leven en het is voor iedereen een bekend verschijnsel. Normale angst is voor kinderen meestal goed te hanteren. Angst heeft een beschermende functie, het houdt je alert, waarschuwt je voor bedreigende situaties, weerhoudt je van overmoedig zijn in situaties waarin dat niet gepast is. Angst kan echter ook zijn doel voorbijschieten door overmatig te zijn en dan verlammend te gaan werken. Angst kan groeien en het is belangrijk om er voor te waken dat een kind door de angst niet zo in beslag wordt genomen dat het de ontwikkeling bedreigt. Een kind met angst heeft waarschijnlijk de neiging om bepaalde situaties te vermijden, waardoor de angst in stand wordt gehouden. Als angst langdurig blijft bestaan, kunnen er allerlei lichamelijke klachten gaan optreden zoals een gevoel van kortademigheid, buikpijn, duizeligheid. Naast deze symptomen kan er een grote twijfelzucht aanwezig zijn en daarom doet het kind waarschijnlijk een beroep op de omgeving om gerustgesteld te worden. Kinderen met angsten hebben snel last van gevoelens van afwijzing, tekort gedaan worden of gekrenkt worden. Een veel voorkomende vorm van angst bij kinderen is faalangst. Faalangst Faalangst kan aanwezig zijn vanaf de peuterleeftijd. Faalangst kan erger worden. Het probleem komt vaak aan het licht bij een oudergesprek op school. Vaak pas op de middelbare school. De leraar geeft aan het gevoel te hebben dat de leerling de stof toch wel erg moeilijk vindt. De ouders zijn verbaasd, want hebben altijd het gevoel gehad dat het kind de school makkelijk aan zou kunnen. Met andere woorden het kind presteert onder zijn of haar niveau. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen twee vormen van faalangst. Bij de eerste vorm, de actieve faalangst, zien we dat de kinderen heel hard werken, niet in staat zijn wat afstand te nemen van hun schoolwerk en niet voldoende aan ontspanning toekomen. Zij zijn voortdurend bezig met hun prestaties en hebben altijd het gevoel dat het niet goed is. Bij de tweede vorm, de passieve faalangst, zien we de kinderen die stoppen met werken omdat ze te bang zijn voor een eventueel teleurstellend resultaat. Hun angst zorgt ervoor dat ze het liever niet proberen dan dat ze het verkeerd doen. Denkpatroon van een faalangst kind Het karakter van het kind bepaalt hoe het met de angst om zal gaan en hoe het kind de angst uit. Een kind dat faalangstig is en vrij gesloten van karakter zal niet willen praten over zijn angsten en problemen. Een afhankelijk kind zal juist wel willen praten en steeds hulp zoeken bij anderen. Sommige kinderen proberen hun angst ook te verbergen. Bijvoorbeeld door overdreven grappig te gaan doen of heel stoer. Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 8
Kinderen met faalangst hebben vaak een negatief zelfbeeld en zijn er van overtuigd dat ze niets kunnen en niets weten. Faalangstige kinderen hebben de neiging een negatieve opmerking beter te registreren dan een positieve. Negatieve opmerkingen passen bij het negatieve zelfbeeld dat deze kinderen vaak hebben; de negatieve opmerkingen vallen dus zogezegd op hun plaats. Positieve opmerkingen laten ze eerder langs zich heen gaan, het lijkt alsof ze die minder horen. Voeg daarbij dat ze zichzelf verwijten maken over alles wat mislukt en het is duidelijk dat ze zichzelf in een steeds negatiever licht gaan zien. Faalangstige kinderen verwachten vaak veel van zichzelf. Kinderen met faalangst zijn dan ook vaak perfectionistisch, ze eisen te veel van zichzelf en het is eigenlijk nooit genoeg. Hierdoor kunnen kinderen in vele verschillende situaties last hebben van faalangst. Faalangst zorgt voor stress. Vaak hebben kinderen met faalangst geen behoefte aan het leveren van prestaties, door een gevoel van ‘dat kan ik toch niet’. Een taakje moeten gaan doen, kan dus een grote druk geven. Dat kan er ook op een tegenovergestelde manier uitkomen: het lijkt of de kinderen niet weten dat ze een taakje moeten doen of zich helemaal niet verantwoordelijk voelen om een activiteit af te maken of er aan te beginnen. Het doet zich dan voor als nonchalant gedrag. Een faalangstig kind is bang voor mislukking. Het wordt niet geholpen door te zeggen; 'onzin, je hoeft niet bang zijn'. Vooral rond de puberleeftijd, op het voortgezet onderwijs kan faalangst duidelijk(er) zichtbaar worden. Ieder mens heeft in een bepaalde mate last van faalangst. Belangrijk is dat een faalangstig kind geen situaties gaat ontwijken en activiteiten niet meer onderneemt. Ontwijken vergroot namelijk de angst, het wordt een steeds grotere drempel. Het kan helpen om voor het kind de activiteit ook op te delen in kleine stapjes, zo gaat het kind het niet uit de weg maar doet het toch in zijn eigen tempo.
Tips voor ouders en verzorgers van kinderen met faalangst • •
• •
• •
• • •
Probeer als ouders een duidelijke en veilige omgeving te scheppen. Een kind wil graag weten wat er gaat gebeuren en wanneer. Geef uw kind het gevoel dat u de faalangst begrijpt door er niet overheen te praten of gerust te stellen, maar door te bevestigen wat er bij het kind leeft (bespreek de angst zonder kant en klare oplossingen). Besef dat het kind niet anders kan en wees daarom niet ongeduldig of geïrriteerd. Stimuleer uw kind om toch de dingen te ondernemen die het spannend vindt. Eventueel in stapjes onderverdelen en in eerste instantie samen doen (hoe vaker je de dingen doet hoe makkelijker het gaat, en dan krijgt het kind weer een positieve ervaring). Zet niet door bij paniek. Geef veel feedback over vorderingen. Benoem ook kleine stapjes voorwaarts. Meld niet steeds wat er nog niet goed gaat. Laat het kind los in situaties waar het kind wil en kan experimenteren. Al te beschermend zijn en dingen van uw kind overnemen of uit handen nemen, kan soms het gevoel geven dat uw kind het toch nog niet zelf kan. Wees heel precies in opdrachten aan en wensen t.a.v. uw kind. Geef duidelijk aan wat het precies moet doen. Stel reële eisen aan uw kind die passen bij de leeftijd. Overvraag het niet, maar wees ook niet te gemakkelijk. Probeer als ouder uw vertrouwen in het kind over te brengen. Geloof in uw kind, geloof dat hij of zij het kan.
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 9
Kookrubriek “En Garde!” Worstjes in een jasje Makkelijk, snel en lekker tussendoortje van croissantdeeg en cocktailworstjes Ingrediënten • • • •
1 1 1 1
blik party croissantjes, van Danerole blik cocktailworstjes ei, geklutst stuk bakpapier
• Bereidingstijd: 10 minuten + 8 minuten • Aantal personen: 24 broodjes
Bereiding Verwarm de oven voor volgens de beschrijving op het blikje. Maak het blikje open (op het etiket staat hoe). Rol het deeg open en snijd het deeg los op de lijn met gaatjes die je ziet. Rol het cocktailworstje in het deeglapje en leg op een bakblik met bakpapier. Klop het ei en smeer de broodjes aan de bovenkant in (worden ze mooi glimmend bruin). Bak het voor 8 minuten in de oven. Laat even een beetje afkoelen, en klaar is kees. Heerlijk!
Kinder bowl Een snelle manier voor een heerlijke bowl. De kinderen vinden het heerlijk en krijgen ook meteen hun fruit binnen. Ingrediënten • 1 liter vruchtensap, bijvoorbeeld witte druiven• • • •
grapefruit, appel-kiwi of sinaasappel-guanabana 150 gram druiven, wit, pitloos 100 gram aardbeien 1 appel(s), in stukjes 150 gram blauwe bessen
• Bereidingstijd: 20 minuten • Aantal personen: 4 personen • Calorieën: 164 kCal
Bereiding Giet in een glazen kom 1 pak Appelsientje Frisfruit. Schep daar de verschillende vruchten door. Serveer de bowl in coupes of glazen kopjes.
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 10
Loempiaatjes Leuk! Een recept voor kleine loempiaatjes, niet vet, want het komt uit de oven. Wij vinden het deeg wat zoet, je kan ook filodeeg gebruiken. Komt ook uit de diepvries. Ingrediënten
• • • • • • •
1 pakje bladerdeeg, 10 plakjes, uit de diepvries 1 zakje soepgroente, fijn 125 gram taugé 1 eetlepel olie 1,5 eetlepel ketjap manis 100 gram gerookte kip 3 eetlepels ketchup mespuntje sambal
• • •
Bereidingstijd: 45 minuten Aantal Personen: 10 Calorieën: 105
•
Bereiding 1. Eérst de oven... Die warm je voor op 200 ºC of gasovenstand 4. En op de bakplaat leg je bakpapier. Dan het aanrecht... Daarop laat je in 10 minuten de plakjes bladerdeeg ontdooien. 2. En nu even 'roerbakken'... Verhit de olie in een wok, of grote braadpan. Bak de taugé en de soepgroenten ongeveer 30 seconden. (Ja, heel kort!) Je roert én schept de groente steeds door elkaar. Haal de pan van het vuur en schep de ketjap erdoor. Laat het mengsel afkoelen en uitlekken in een zeef. Schep de kipreepjes door de groente. 3. Strooi wat bloem op het aanrecht. Rol de plakjes met een deegroller uit tot ca. 15 cm bij 15 cm. Schep 2 eetlepels groente-kipmengsel aan één helft van het vierkantje deeg. Klap de andere helft over het mengsel en vouw de rolletjes goed dicht, druk de randen aan met een vork. Zo maak je er 10. Leg ze op de bakplaat. 4. Bestrijk de loempiaatjes aan de bovenkant met een dun laagje olie. In de oven bak je ze in 20 minuten lichtbruin. De loempiaatjes zijn warm én koud lekker. Zoek er een pittig sausje bij. Of roer een piepklein beetje sambal door een paar eetlepels tomatenketchup.
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 11
Ruzie Met 6 weken vakantie in het vooruitzicht, hebben de kinderen de gelegenheid om veel samen te spelen. Meestal lukt dit een tijdje maar na een poos begint het... geroep, geschreeuw, gehuil, boosheid en soms slaande ruzie! En steeds zeggen we: maak nu alsjeblief geen ruzie, om de beurt, wie had het eerst? Hoe komt dat toch? Gebeurt dat alleen in ons gezin? Hoe pakken we dit nu goed aan? Iedere ouder met twee of meer kinderen krijgt er mee te maken, ruzie tussen de kinderen. Het is heel normaal dat kinderen onder elkaar ruzie maken, het hoort bij het opgroeien. Ruzie is als het ware een goede leerschool voor sociale vaardigheden. Deze zijn onmisbaar om goed te functioneren in de samenleving. Kinderen maken vaak ruzie, wat ontstaat uit een gevoel van frustratie, onmacht, vermoeidheid of verveling. De boosheid overvalt ze nog erg en ze vinden het moeilijk om achteraf te vertellen hoe de ruzie eigenlijk ontstaan en verlopen is. Bij jonge kinderen speelt jaloezie ook vaak een rol. Dit is één van de meest moeilijke gevoelens om te begrijpen en onder woorden te brengen. Daarbij zijn kinderen tot een jaar of zes ook nog erg egocentrisch en hebben ze er moeite mee om zich te verplaatsen in de gevoelens van de ander. Ze bekijken de situatie nog vanuit wat zij zelf willen. Pas vanaf ongeveer acht jaar zijn kinderen in staat zich te verplaatsen in een ander. Dit alles is heel menselijk en normaal. Maar er zijn verschillende manieren om ‘ruzie te maken’. Hoe ze dat doen, kun jij hen leren aan de hand van onderstaande tips en informatie. Hoe vervelend het voor de ouders ook kan zijn om tussen ruziënde kinderen te zitten, ruzie maken kan heel leerzaam zijn en ruzies zijn af en toe ook noodzakelijk om de plaats binnen het gezin te bepalen. Ruzie maken vormt hun persoonlijkheid als ze de kans krijgen ermee te oefenen. Ruzie maken heeft een aantal voordelen • Het helpt kinderen om sneller sociaal vaardig te zijn. • Zo leren ze, onder andere, rekening te houden met de gevoelens en wensen van anderen; • hun emoties onder woorden te brengen; • en voor zichzelf op te komen.
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 12
10 strategieën op een rij 1. Ingrijpen? Niet te snel, laat je kinderen hun ruzies zelf uitvechten. 2. En als het menens wordt? Actie nemen en de driftkikkers uit elkaar halen. 3. Naar hun verhaal luisteren? Nadien, als de gemoederen bedaard zijn, naar elk kind afzonderlijk zonder partij te kiezen. 4. Jouw rol als ouder? Bemiddelen door oplossingen aan te reiken of hen zelf naar een oplossing te laten zoeken. 5. Wie is er begonnen? Maakt niet uit, ruziemaken doe je met z’n tweeën. Kies niet automatisch partij voor de jongste. 6. Straffen? Niet noodzakelijk, alleen als ze elkaar pijn doen of iets met opzet stukmaken 7. De oudste moet het goede voorbeeld geven? Niet altijd, Tot een jaar of 12 mag je alle kinderen als kinderen beschouwen die nog te jong zijn om hun eigen wensen opzij te zetten voor die van iemand anders. 8. Mag ruziemaken altijd? Verbied niet elke ruzie, maar er zijn natuurlijk grenzen. Zeg duidelijk welk gedrag je graag wenst en welk gedrag niet door de beugel kan. 9. Ruzie vermijden? Aandacht afleiden en kinderen de vrijheid te geven niet altijd alles samen te doen of te delen. 10. Humor? Op gepaste tijden, zonder de ruziemaker uit te lachen. Daarnaast zijn er nog enkele tips tegen ruzie • • •
Let er op dat ruzies niet het centrum van je aandacht worden. Geef je kinderen vooral aandacht en complimenten wanneer ze wel leuk met elkaar spelen. Kinderen ruziën soms simpelweg omdat ze zich vervelen. In een gezelschapsspel of een fietstochtje kunnen ze hun energie op een positieve manier kwijt. Is jaloezie de oorzaak? Doe dan met elk kind iets apart dat hij of zij leuk vindt.
Hoe om te gaan met echt agressief gedrag? • • • •
Niet tolereren Leidt direct tot consequenties, zoals een time-out (naar hun kamer sturen, op de gang afkoelen, met wekker op de bank zitten) Kom na de time-out niet terug op de ruzie, lees ze niet ook nog eens de les; ze moeten de kans krijgen om problemen op een andere manier op te lossen Praat er op een later moment over, dat kan al met kinderen vanaf 4-5 jaar
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 13
Tips voor de lange autorit naar het zuiden Ga je op vakantie, en heb je een (lange) autorit voor de boeg? Dan zijn er natuurlijk genoeg manieren om de kinderen op de achterbank bezig te houden. Als je een uurtje achter je PC gaat zitten, heb je zo wat bij elkaar gegoogeld. Om je die tijd te besparen hebben we wat tips en spelletjes op een rij gezet.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet….. Een spelletje dat weinig toelichting nodig heeft. Zelf in een kleine ruimte zoals in een auto kan dit een mooi tijdje voor afleiding zorgen. Dieren raden…. Door alleen vragen te stellen die met ja of nee beantwoord kunnen worden. Rara wie is het In plaats van dieren kun je ook een persoon of een ding in gedachte nemen. Ook hier geldt dat de anderen alleen vragen mogen stellen die met ja of nee beantwoord kunnen worden. Je kan dit ook omdraaien naar “wie ben ik”. Er wordt voor jou verzonnen wie je bent en door het stellen van vragen moet je erachter zien te komen wie je bent. Geen ja, nee of uh zeggen Deze kent iedereen. Begin een gesprek en stel daarbij een vraag. Als je ja, nee of uh zegt, ben je af. Ik ga op reis en neem mee… De volgende noemt eerst het vorig genoemde ding en voegt een nieuwe aan toe, enz. Nummerborden… Gekke zinnen bedenken met de letters van nummerborden. Verhaal vertellen… Verzin en vertel om de beurt een stukje van een verhaal. Auto’s tellen… Aan het spelletje (rode, gele, blauwe) auto’s tellen kan je nog wat extra’s toevoegen. Bijvoorbeeld een auto bestuurd door een man met een baard, bestuurd door een vrouw, etc. Het alfabetspel Je noemt bij dit spel telkens een woord en gebruikt hiervoor het alfabet. Je kan ook hier een categorie afspreken, bijvoorbeeld wat er allemaal mee op vakantie gaat.
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 14
Autobingo… Zodra iemand een bord, dier, of ander voorwerp ziet dat op de kaart staat ziet, mag hij dat hardop zeggen en iedereen mag het voorwerp vervolgens wegstrepen. Je moet dus goed om je heen kijken. De eerste die horizontaal, verticaal of diagonaal als zijn voorwerpen weggestreept heeft, is de winnaar. Autobingokaarten zijn volop te vinden via internet, maar zelf maken kan natuurlijk ook. Een leuk knutselproject voordat je op vakantie gaat. Als je dat net iets te ver gaat zijn er ook kant en klare spelletjes te koop in de speelgoedwinkel. Letterbingo Een variant op de autobingo is de letterbingo. Je schrijft een woord op papier en vervolgens ga je op zoek naar de letters die je nodig hebt voor het woord. Hoeveel kentekens heb je nodig en wie heeft het eerste gewonnen? Onder de klinkers mag je direct een kruisje zetten, want je komt bijna geen klinkers tegen in de nummerborden. Kop staart spelletje Een leuk spelletje om nog wat tijd te verdrijven. Bij dit spel gebruik je telkens de laatste letter van het laatste woord als beginletter voor het nieuwe woord. Begin het spelletje met het woord Vakantie. Met de laatste letter (in dit geval de E) moet je dan een nieuw woord noemen, bijvoorbeeld Engeland. De volgende die aan de beurt is, moet dan een woord noemen dat begint met een D, enzovoort. Je bent af als je geen woord meer weet of als het woord dat je noemt als is geweest. Je kunt deze spelletjes uitbreiden en moeilijker maken door af te spreken dat de woorden uit een bepaalde categorie mogen komen, maar je kan er ook voor kiezen om het spel te spelen met lettergrepen (bijvoorbeeld auto – totem – temmen – menen – enkel) of met samengestelde woorden (bijvoorbeeld autogordel – gordeldieren – dierentuin – tuindeur )
Nieuwe woorden maken uit plaatsnamen Uit de plaatsnamen die je onderweg tegenkomt zijn veel woorden te maken. wie maakt de meeste woorden of het langste woord uit de plaatsnaam die je tegen komt.
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 15
De Boekensteun Woezel en Pip (deel 3) Op vakantie + CD met meezingliedjes De allerliefste hondjes van de wereld, Woezel en Pip, beleven ook deze keer weer allerlei spannende avonturen in de tovertuin. Evenals bij deel 1 wordt dit boekje uitgegeven met een bijzondere cd met 11 nieuwe liedjes. Deze keer zijn de liedjes zijn ingezongen door Nederlands bekendste artiesten als Marco Borsato, Willeke Alberti, Rob de Nijs, Katja Schuurman, Wendy van Dijk, Babette van Veen, Herman van Veen, Chantal Jansen, Edwin Rutten en Dinand Woesthoff. Auteur ISBN Leeftijd Adviesprijs
Guusje Nederhorst 8717472330161
2 jaar en ouder € 14,95
Dolfje Weerwolfje Vakantieboek Steek je neus in de wind en zet je oren op scherp. Verveling is er niet meer bij in de vakantie met dit eerste echte Dolfje Weerwolfje vakantieboek. Verhalen, puzzels, raadsels, kleurplaten. Auteur ISBN ISBN10 Leeftijd Aantal pagina's Adviesprijs
Paul van Loon 9789025849252 9025849253 6-9 jaar 64 € 7,95
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 16
Hoe overleef ik (wild) breien? Hou je van knutselen? Van street art? Ben je op zoek naar een nieuwe hobby? Verveel je je tijdens het tv-kijken? Wil je de wereld (en jezelf) vrolijker maken? Lijkt het je leuk onbekenden een goed humeur te bezorgen? Heb je veel fantasie? Dan is wild breien zeker iets voor jou! In dit boek vind je een mini-cursus breien en haken, mails van Rosa, Esther en Neuz, een stripverhaal, inspirerende foto's, EHBBO (Eerste Hulp Bij BreiOngelukjes), leuke patronen en natuurlijk veel survivaltips.
Auteur: Illustrator: Leeftijd: ISBN10: ISBN13: Prijs:
Francine Oomen Annet Schaap, Deborah van der Schaaf, Daan Aerts 10 - 12 jaar 9045112094 9789045112091 € 9,95
Kronieken van Fantasia / 1 Het verloren rijk Het Verloren Rijk is het eerste boek van een nieuwe fantasy-reeks, De Kronieken van Fantasia, waarin avonturen uit verre tijden en landen worden verteld. Hoofdpersoon is de jonge boself Saturno, de uitverkorene, die als kleine jongen op mysterieuze wijze bij de Sterrenelfen terecht is gekomen. De poort die ooit de verbinding vormde tussen de Boselfen en de Sterrenelfen is door een Duistere Macht voor altijd gesloten en Saturno is degene die deze Duistere Macht moet proberen te verslaan. Maar hij staat niet alleen voor die zware en gevaarlijke taak. Aan zijn zijde heeft hij de jonge Spica met haar betoverde boog, maar ook Regulus, Robinia, de grote tovenaar Stellarius en andere dappere metgezellen. Samen moeten ze hun angsten onder ogen zien en de strijd aangaan met levensgevaarlijke tegenstanders, om uiteindelijk het licht te laten zegevieren boven de duisternis. Auteur: Illustrator: Leeftijd: ISBN10: ISBN13: Prijs:
Geronimo Stilton Danilo Barozzi , Stefano Turconi , Carlotta Casalino, Elisabetta Dami 10 - 12 jaar 9085921368 9789085921363 € 17,95 Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 17
Zit niet zo te friemelen en zit eens stil! Het nut van bewegen Binnen het onderwijs is het bekend dat bewegen tussen de lessen door er voor zorgt dat kinderen zich beter opnieuw kunnen concentreren. Het effect van even wakker schudden door te bewegen is groot. Hoe leerkrachten dat gebruiken varieert, van bewust met z'n allen springen en bewegen, tot even een boekje pakken (en dus opstaan en bewegen). Beweging wordt de hele dag door bewust ingezet door menig juf en meester. Na het laden is het immers tijd om te lossen. Af en toe moeten kinderen even stoom afblazen. Veel lessen zijn cognitief (stil zitten en nadenken). De spanning die kinderen daarmee opbouwen, kunnen ze ontladen door te gaan wiebelen, kletsen en keten. Maar het geeft natuurlijk meer rust in de klas als ze groepsgewijs op tijd kunnen ontladen in een korte, speelse activiteit. Na intensief denken is het heerlijk om even flink te bewegen en lekker lawaai te maken. Daarna kun je weer beter opletten. Afwisselen van bewegen en rust is daarom dus heel belangrijk. Stil zitten in de klas strijkt in tegen de natuurlijke bewegingsdrang van kinderen tot bewegen.
Het ene kind heeft meer en vaker behoefte aan beweging, maar gemiddeld hebben alle kinderen meer behoefte aan beweging dan volwassenen. Als kinderen onvoldoende vrijheid krijgen tot bewegen, zoekt hun lichaam zelf kansen: ze staan vaker op van hun plek, gaan friemelen, draaien, laten pennen vallen, wippen met de stoel. Regelmatig inlassen van bewegingsmomenten helpt kinderen dus om rustig te zijn op momenten dat ze moeten stilzitten. Sommige kinderen hebben het extra nodig om te bewegen. Zij kunnen zich moeilijker concentreren en moeten wat vaker wakker geschud worden dan anderen. Sommige kinderen doen dat al uit zichzelf. Je kent ze vast, de wiebelaars, friemelaars en kinderen die elk potlood lekker lijken te vinden. Dat is meestal niet voor niets. Deze kinderen zetten het bewegen, friemelen, kauwen en soms zelfs geluid maken onbewust in om wakker en bij de les te blijven. Om beter op te kunnen letten. Zij kunnen gebaat zijn bij een friemelding of een wiebelkussen (gevuld met lucht) waardoor ze steeds, maar niet storend voor hun omgeving, in beweging blijven.
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 18
Concentratie kan dus worden bevorderd. Onderzoek heeft uitgewezen dat droedelen (het maken van kleine doelloze tekeningen) de concentratie positief beïnvloedt. Dat zou ook gelden voor bewegen met de handen. De hersenen behouden daarbij een bepaalde mate van alertheid waar het totaal stil zitten de hersenen in ruststand brengt. Om met de handen te bewegen, werkt materiaal dat een beetje kneedbaar is eigenlijk het beste. Het nodigt uit om ermee in de handen te spelen.
Hiervoor zijn er zogenaamde ‘stressballen’, maar ook veel verschillende andere materialen zijn hiervoor geschikt, zoals een stukje kneedgum, een stukje touw of elastiek. Nu is er zelfs een 'tangle' in de handel, een speciaal ontwikkeld friemelding. Een kind dat met iets in zijn handen zit te friemelen, kan vaak beter opletten dan een kind dat niets in zijn handen heeft. Het is natuurlijk niet geschikt wanneer een kind iets met zijn handen moet doen, maar wel als het bijvoorbeeld naar iets moet luisteren, kijken of wanneer het iets vertelt.
Een variatie op geconcentreerd blijven door bezig te zijn, is het gebruik van kauwgom. Ook dit kan sommige kinderen helpen om beter op te letten of door te werken. Het tastgevoel in de mond en het bewegingsgevoel van de kauwspieren kan er voor zorgen ervoor dat een kind minder gauw zijn aandacht verliest bij wat hij aan het doen is. Maar kauwgom is op school natuurlijk niet geaccepteerd...
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 19
Eropuit!
Het Spelebos Het Spelebos is een museum waarbij educatie, interactie en speelbeleving centraal staat. In het Spelebos zijn alle museumstukken verwerkt in prachtige diorama's die volledig tot leven komen middels het gebruik van beeld, licht, geluid en beweging. Door zelf op de knoppen te drukken plaats je Barbie & Ken in de spotlight of beginnen de beren hun berenliedjes te zingen! In het Spelebos beleeft u het spelen van toen, weer op een nieuwe eigentijdse manier. Natuurlijk kunnen de kinderen in Spelebos ook zelf spelen met het speelgoed van toen. Alle kinderen kunnen tevens heerlijk schommelen en spelen op alle andere speeltoestellen in de buitenspeeltuin! Bij Spelebos komt iedereen ogen en tijd tekort! Het Spelebos, Sonseweg 39, 5681 BH Best, tel. (0499) 329722, email:
[email protected], website: www.spelebos.nl Openingstijden Alle dagen open van 10.00 uur tot 17.00 uur
Entreeprijzen Kinderen tot 3 jaar Kinderen 3-12 jaar 12 tot 65 jaar 65+
Gratis € 5,00 € 8,50 € 5,50
MOTI Museum Of The Image, kinderfeestjes- en speurtochten In het Museum Of The Image, het eerste museum ter wereld dat zich richt op grafische vormgeving, ontdekken kinderen wat grafische vormgeving is. Waarom worden voorwerpen om ons heen vormgegeven? Wat kunnen letters en kleuren ons vertellen? Waarom is een melkpak blauw en niet paars? En waarom staan er op filmaffiches verschillende soorten letters? Grafische vormgeving heeft als doel om een boodschap over te brengen, maar hoe kun je dat het beste doen, zodat iedereen het begrijpt? MOTI, Boschstraat 22, 4811 GH BREDA, tel. (076) 5299900, email:
[email protected], website: www.motimuseum.nl Openingstijden Dinsdag t/m zondag van 10.00 tot 17.00 uur. Op maandag is het museum gesloten.
Entreeprijzen Kinderen tot 3 jaar Gratis > 3 jaar € 7,50 65+ pas is niet geldig
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 20
Gemeentemuseum Helmond, speuren door de kelders van het kasteel Hoe het de bewoners van Helmond en het kasteel vanaf de middeleeuwen verging? Ontdek het in de gewelven van de kelders, waar al je zintuigen worden geprikkeld. Maak kisten open, onderzoek voorwerpen en snuif hun vreemde geuren op, luister naar verhalen en schiet met de kruisboog. Wie weet loop je nog een oude kasteelbewoner tegen het lijf. Speciaal voor kinderen is er een speurtocht die hun spelenderwijs van alles vertelt over de geschiedenis van de stad en het kasteel van de middeleeuwen tot nu. En voor volwassenen zijn er altijd prachtige tentoonstellingen te bekijken. Gemeentemuseum Helmond, Kasteelplein 1, 5701PP Helmond, tel. (0492) 587716 e-mail:
[email protected] websites: www.gemeentemuseumhelmond.nl en www.kasteelbelevenissen.nl Openingstijden: Dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur Zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.00 uur.
Entreeprijzen Kinderen t/m 12 jaar gratis Volwassenen € 5,00 Kinderen 13 t/m 17 jaar € 1,50
Museum Bevrijdende Vleugels Een museum met een spannend verhaal over de vele gebeurtenissen in de periode 1930 1945. Geheel gerenoveerd en centraal gelegen tussen Best en Son. Het museum ligt op een prachtig terrein in het gebied waar op 17 september 1944 luchtlandingen plaatsvonden tijdens de Operatie Market Garden. Deze operatie luidde de bevrijding van ZuidNederland in. In de verschillende hallen worden de bezetting, de onderdrukking en de uiteindelijke bevrijding, uitvoerig belicht. Dankzij 3D-film, voertuigen, displays en foto’s ontstaat voor de jeugd een duidelijk beeld van alle gebeurtenissen in deze oorlogsperiode. Laat je rondleiden langs de bijzondere collectie of laat je imponeren en ga simulatie vliegen op pc en op groot scherm. Een spannende speurtocht kan natuurlijk ook. Tijdens de vakanties wordt er van alles georganiseerd voor de kinderen. Museum Bevrijdende Vleugels, Sonseweg 39, 5681 BH Best, tel. (0)499-329722, e-mail: info@wingsofliberation, website www.wingsofliberation.nl Openingstijden Maandag t/m zaterdag: 10:00 – 17:00 uur Zon– en feestdagen: 10:00 – 17:00 uur
Entreeprijzen Kinderen t/m 6 jaar 6 – 12 jaar volwassenen 65+/CJP/schoolpas
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 21
gratis € 4,00 € 7,50 € 5,00
Naar de middelbare school Er zijn perioden in het leven van een kind dat de ontwikkeling wel heel snel gaat. Die versnellingen gaan vaak gepaard met veranderingen in de omgeving van het kind, zoals voor het eerst naar de middelbare school gaan. We zien kinderen dan veranderen: lichamelijk, maar ook sociaal en emotioneel. Deze overgangen zijn belangrijke momenten van groot worden, van emancipatie. Kinderen zien ernaar uit en ervaren ook enige angst. Kinderen verschillen hierin. Voor de een betekent het nieuwe vooral uitdaging. De ander ervaart meer de risico’s. Dit kind heeft meer behoefte aan ondersteuning. Puberteit De overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs is zo’n moment. De kinderen zijn meestal 12 jaar oud. De puberteit breekt aan. Zeker bij de meisjes is dat in groep 8 al duidelijk waarneembaar. Dit is de enige periode dat de meisjes gemiddeld groter en zwaarder zijn dan de jongens. Je ziet de relaties tussen de seksen veranderen. In de ogen van de meisjes zijn de jongens van de eigen groep opeens kinderachtig. Dat gevoel blijft nog wel even in de brugklas. Dan hebben de meisjes meer oog voor oudere jongens. Nieuwe school Het kind moet nu naar een andere school, meestal in een andere wijk of zelfs een andere stad. Dus moet er gereisd worden, misschien per fiets, wellicht met het openbaar vervoer. De school begint vroeger. ’s Morgens voor dag en dauw, soms in het donker bewegen zich lange slierten van fietsers langs de wegen. Er zijn kinderen die meer dan een uur onderweg zijn. Wordt er netjes (veilig) gefietst, met twee naast elkaar? En is de verlichting in orde? Andere kinderen proppen zich in het openbaar vervoer, soms tot ergernis van medereizigers. De nieuwe school is veel groter dan de basisschool. Voordat je daar de weg kent! En de regels en routines! Je moet echt wennen aan de sfeer op school. Wellicht is er een verschil in cultuur of zelfs in identiteit.
Plaats in de school Wennen moet je zeker ook aan de mensen die daar werken: leraren, maar ook anderen, zoals conciërges bijv. En die leraren zijn niet allemaal hetzelfde. Je hebt vakleraren en decanen en mentoren. Voordat je weet wie waar over gaat! De organisatie in het voortgezet onderwijs is veel complexer dan in die kleinschalige basisschool. Je voelt je maar een nummer en nog een klein nummertje ook. In groep acht van de basisschool was je de grootste. Je was de baas op het plein. En je kreeg meer verantwoordelijkheden. Maar nu ben je de kleinste, een brugpieper. En dat laten ze merken ook! Trouwens, ook de leraren moet je leren kennen. De een stelt weer andere eisen dan de ander, of benadert kinderen anders. Dat is heel lastig als je bijv. een beetje aanleg voor autisme hebt. Of je zult maar dyslectisch zijn. Voordat dat doorgedrongen is tot alle leraren en ze daar een beetje adequaat mee omgaan, heb je misschien al menig traantje geplengd. Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 22
Plaats in de groep Niet alleen de leraren zijn nieuw, ook een (groot) deel van je klasgenoten. Het is maar wat fijn als je samen naar school kunt gaan met kinderen die je kent, of, nog beter, met je vriend(in). Je zult opnieuw een plaats in de groep moeten vinden. Als je populair was in je vorige klas maak je je daar misschien niet zo druk over. Maar als je er een beetje uitlag, dan hoop je natuurlijk dat het nu beter gaat. Misschien hebben je ouders wel gezegd dat alles nu beter zal worden. Maar als het dan weer tegenvalt? Dan komt het dubbel hard aan. In elke nieuwe groep spelen dit soort processen. De hiërarchie wordt (opnieuw) bepaald. Sommigen zijn binnen de kortste keren (weer) populair. Anderen doen grote moeite erbij te horen. In het slechtste geval blijven zij buitenstaanders. Zij hebben er vaak alles voor over om deel uit te maken van de groep. Ze passen zich aan: aan de mores van de groep, aan de taal die gebezigd wordt, de kleding die gedragen wordt, de muziek die beluisterd wordt, de vrijetijdsbesteding enz. Maar…, er zijn verschillen. Hoe meer je opgenomen bent in de groep, hoe groter de ruimte is om jezelf te zijn. En hoe makkelijker het is jezelf te aanvaarden zoals je bent. En ook hoe soepeler de sociale ontwikkeling verloopt en dus de aanvaarding van de anderen zoals zij zijn. Maar in het andere geval? Dan valt het niet mee een positief zelfbeeld te ontwikkelen en de groep met zelfvertrouwen tegemoet te treden. Vakleraren Nieuwe leraren en nieuwe vakken vragen de nodige aanpassing. In theorie is het mogelijk voor elk vak een andere leraar te krijgen. In de praktijk reduceren de meeste middelbare scholen het aantal leraren in de brugklas. Hier en daar lopen er experimenten met niet meer dan vier of vijf leraren voor de klas. Deze geven meer vakken en overleggen veel met elkaar. Samen kennen ze de leerlingen binnen korte tijd redelijk En één van die leraren is je mentor. Met hem kun je alles bespreken, als het goed is. Pedagogische opgave Het is de taak van de opvoeders (ouders en leraren) om als bondgenoten kinderen te bemoedigen en hun zelfstandigheid te bevorderen. Om gezamenlijk de vorming van de kinderen ter hand te nemen. Om ze te helpen goed volwassen te worden. Ouders Het is heel belangrijk dat ouders beschikbaar zijn voor hun kind, als het thuis komt uit school, maar ook op andere momenten. Belangstelling tonen voor wat er op school gebeurt, voor wat het kind bezighoudt, praten met het kind over zijn ervaringen. Het ene kind praat daar graag en gemakkelijk over, het andere niet. Juist die ander heeft onze aandacht nodig. Ook het bezoeken van ouderavonden of schoolbijeenkomsten is belangrijk. Het geeft het kind de indruk dat vader en moeder de school ook belangrijk vinden. De ouders kunnen ook een goede rol spelen in de voorbereiding van het kind op alle veranderingen: de route naar school een keer samen fietsen voor het zover is, of de reis met de bus maken. Tijd nemen om schoolboeken te kopen en het nodige schoolmateriaal. Aandacht geven aan de kleren die nodig zijn (regenkleding bijv.) en aan de fiets.
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 23
Basisschool De basisschool kan ook helpen het kind goed voor te bereiden. Niet alleen door van te voren een keer te gaan kijken op een open dag. Maar ook door het kind al een beetje te laten wennen aan het systeem van vakleraren. Laat een gespecialiseerde collega bewegingsonderwijs geven, of Engels. Een ander vak kan ook. Leer kinderen al hoe ze met een agenda moeten omgaan en hoe ze huiswerk moeten maken. Maar heel belangrijk is ook dat kinderen kritisch leren lezen en denken. Middelbare school De middelbare school heeft een reeks van mogelijkheden om de overgang voor de brugklassers zo soepel mogelijk te laten verlopen. Introductie In de eerste plaats is een goede introductie voor de nieuwe leerlingen van belang. In de eerste schoolweek moeten de kinderen wegwijs worden gemaakt in het gebouw en met betrekking tot de schoolorganisatie. De belangrijkste mensen moeten ze kennen. En elkaar natuurlijk. Leraren Alle kinderen moeten ook bij naam gekend worden, door de leraren. Geen kind mag anoniem door de school zwerven. Daarom is het van belang het aantal leraren terug te dringen en omgekeerd de brugklasleraren minder klassen te geven. Deze leraren moeten geselecteerd worden op geschiktheid, motivatie en pedagogische attitude. Niet op bevoegdheid dus. Dat geldt wel in het bijzonder voor de mentor. Deze bevordert zo snel mogelijk een goed groepsgevoel in zijn klas. Het werken met brugklassers is minstens even belangrijk als met de oudere leerlingen. Ouders Vooral in de brugklas is een goed contact met de ouders van groot belang. De mentor moet niet alleen de kinderen goed kennen, maar ook het milieu waar ze uit komen. Huisbezoek in het begin van het schooljaar is aan te bevelen. Mentoren en ouders informeren elkaar en laten zich informeren. Het is niet vanzelfsprekend dat het goed gaat met kinderen. Het lijkt wel of het aantal kinderen met leer-, gedrags- en psychosociale problemen alleen maar toeneemt. Steeds meer kinderen groeien op in een problematische thuissituatie. De school kan niet alle problemen oplossen. Maar ze kan wel proberen om van de school een veilige plek te maken en zo haar steentje bij dragen aan de vorming van de kinderen. Daarbij is een goede start uitermate belangrijk.
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 24
Uit de krant, in de krant
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 25
En dan tot slot….
Ouderinfokrant zomer 2012, pagina 26