Namen van Jezus
Inhoud
OUDE TESTAMENT ................................................................................................... 5 Messiaanse profetieën ........................................................................................................6
NIEUWE TESTAMENT .............................................................................................. 9 Vertalingsverschillen ................................................................................................................. 10
Evangeliën - naam uitgesproken door ... .................................................................. 11 De engel Gabriël ........................................................................................................................... 11 Een engel des Heren.................................................................................................................... 11 De wijzen uit het Oosten ........................................................................................................... 11 Johannes de Doper....................................................................................................................... 12 Een stem uit de hemel................................................................................................................ 12 Jezus over zichzelf........................................................................................................................ 12 De discipelen ................................................................................................................................. 13 De apostel Johannes.................................................................................................................... 13 De omstanders .............................................................................................................................. 14 De Joodse leidslieden .................................................................................................................. 14 De Romeinse machtshebbers.................................................................................................. 15 Aanspreektitels ............................................................................................................................. 15
Handelingen ......................................................................................................................... 17 Brieven.................................................................................................................................... 18 Openbaringen ...................................................................................................................... 20
BEELDEN EN BEGRIPPEN ...................................................................................... 23 Het Johannes-evangelie................................................................................................... 24 "Ik ben ... "........................................................................................................................................ 24
De brieven ............................................................................................................................. 26
Gebruikte bijbelvertaling: NBG51 De teksten staan in volgorde van bijbelboek
3
Oude Testament
5
Messiaanse profetieën Een Profeet uit uw midden
De 18:15
Zijn Gezalfde
Ps 2:2
Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de Here, uw God, u verwekken; naar hem zult gij luisteren.
Aangehaald in Hand 3:22 Hand 7:37
De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de HERE en zijn gezalfde
Aangehaald in Hand 4:26 Mijn Zoon
Ps 2:7
Ik wil gewagen van het besluit des HEREN: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt.
Aangehaald in Hand 13:33 Heb 1:5, Heb 5:5 Hos 11:1
Toen Israel een kind was, heb Ik het liefgehad, en uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen.
Aangehaald in Matth 2:15 Priester
Ps 110:4
De HERE heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek.
Aangehaald in Heb 5:6 Heb 5:10 Immanuel
Jes 7:14
Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuel geven.
Aangehaald in Matth 1:23 Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst
Jes 9:5 e.v.
Rijsje uit de tronk van Isaï
Jes 11:1 Jes 11:10
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
Zie ook Luc 1:32-33
En er zal een rijsje voortkomen uit de tronk van Isai en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen.
Zie ook Rom 15:12
En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isai zullen zoeken, die zal staan als een banier der natien, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn.
6
Mijn Knecht, mijn Uitverkorene
Jes 42:1-4
Lam
Jes 53:7
Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren.
Aangehaald in Matt 12:17-21
Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.
Aangehaald in Hand 8:32; 1 Pe 2:23-24 Mijn Knecht, de Rechtvaardige
Jes 53:11
Om zijn moeitevol lijden zal hij het zien tot verzadiging toe; door zijn kennis zal mijn knecht, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, en hun ongerechtigheden zal hij dragen.
Spruit
Jer 23:5; Jer 33:15 Zach 3:8; Zach 6:12
Zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning regeren en verstandig handelen, die zal recht en gerechtigheid doen in het land.
NBV: Telg
In die dagen en te dien tijde zal Ik aan David een Spruit der gerechtigheid doen ontspruiten, die naar recht en gerechtigheid in het land zal handelen. Hoor toch, gij hogepriester Jozua, gij en uw gezellen die voor u zitten (zij zijn immers mannen die ten wonderteken dienen) voorwaar, zie, Ik zal mijn knecht, de Spruit, doen komen; ... en zeg tot hem: Zo zegt de HERE der heerscharen: zie, een man, wiens naam is Spruit. Deze zal uit zijn plaats uitspruiten en hij zal de tempel des HEREN bouwen. Mensenzoon
Dan 7:13
Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze;
Zie ook Op 1:13 Op 14:14
7
Heerser over Israel
Mic 5:1
En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israel en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
Aangehaald in Matt 2:6 Koning
Zach 9:9
Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong.
Aangehaald in Matth 21:4-5 Joh 12:14-15
8
Nieuwe Testament
9
Vertalingsverschillen Griekse namen: • christos = "gezalfde" • soter = "redder, bevrijder, behouder " (Eng: savior) Bijbelvertalingen
In de verschillende bijbelvertalingen zijn deze namen als volgt vertaald: grondwoord
NBG51
NBV
STV / NSTV
christos
Christus
Messias
Christus
soter
Heiland
redder
Zaligmaker
Afwijkingen
Op de bovenstaande vertalingen komen diverse afwijkingen voor, o.a.: • NBV vertaalt 'christos' meestal als Messias; maar in de combinatie Jezus Christus wordt 'christos' altijd als Christus vertaald. • In de NBG51 is 'christos' ook vertaald als Gezalfde (2Co 1:21) en 'soter' is ook vertaald als verlosser (Flp 3:20).
10
Evangeliën - naam uitgesproken door ... De engel Gabriël Mt 1:21 Lu 1:30-31
En de engel zeide tot haar: Wees niet bevreesd, Maria; want gij hebt genade gevonden bij God. En zie, gij zult zwanger worden en een zoon baren, en gij zult Hem de naam Jezus geven.
Zoon des Allerhoogsten
Lu 1:32
Deze zal groot zijn en Zoon des Allerhoogsten genoemd worden
Zoon Gods
Lu 1:35
En de engel antwoordde en zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden.
Lu 2:11
U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David.
Jezus "Jehova is redding"
Een engel des Heren Heiland soter Christus christos Here kurios
De wijzen uit het Oosten Koning der Joden
Mt 2:1-2
Toen nu Jezus geboren was te Betlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het Oosten kwamen te Jeruzalem, en vroegen: Waar is de Koning der Joden, die geboren is? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om Hem hulde te bewijzen.
11
Johannes de Doper Joh 1:29
De volgende dag zag hij Johannes de Doper Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.
Joh 1:36
En toen hij Jezus zag gaan, zeide hij: Zie, het lam Gods!
Mt 3:17 Mr 1:11 Lu 3:22
En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.
Mt 17:5 Mr 9:7 Lu 9:35
Terwijl hij nog sprak, zie, daar overschaduwde hen een lichtende wolk, en zie, een stem uit de wolk zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb; hoort naar Hem!
Mt 11:27 Luc 10:22
Alle dingen zijn Mij overgegeven door mijn Vader en niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon en wie de Zoon het wil openbaren.
Joh 5:19
Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de Zoon kan niets doen van Zichzelf, of Hij moet het de Vader zien doen; want wat deze doet, dat doet ook de Zoon evenzo.
Profeet
Mt 13:57 Mr 6:4 Lu 4:24 Joh 4:44
En zij namen aanstoot aan Hem. Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is alleen in zijn vaderstad en in zijn huis ongeeerd.
Zoon des mensen
Mt 16:13 Mr 8:37 Lu 9:18
Toen Jezus in de omgeving van Caesarea Filippi gekomen was, vroeg Hij zijn discipelen en zeide: Wie zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is?
Mt 20:28
... gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.
Lam Gods
Een stem uit de hemel Geliefde agapetos
In Lucas 9:35 is agapetos vertaald als 'uitverkorene'.
Jezus over zichzelf Zoon
12
Leidsman
Mt 23:10
Laat u ook geen leidslieden noemen, want een is uw Leidsman, de Christus.
Zoon van God
Joh 5:25
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de ure komt en is nu, dat de doden naar de stem van de Zoon van God zullen horen, en die haar horen, zullen leven.
Joh 11:4
Toen Jezus het hoorde, zeide Hij: Deze ziekte is niet ten dode, maar ter ere Gods, opdat de Zoon van God erdoor verheerlijkt worde.
Joh 17:3
Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.
Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!
Zoon van de levende God
Mt 16:16 Mr 8:29-30 Lu 9:20 Joh 6:68-69
Messias
Joh 1:41, 42
Andreas ... vond eerst zijn broeder Simon en zeide tot hem: Wij hebben gevonden de Messias, wat betekent: Christus.
Joh 1:50
Natanael antwoordde Hem: Rabbi, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van Israel!
Joh 1:14
Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.
Joh 1:18
Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.
Joh 3:16
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
Jezus Christus
De discipelen Christus
zie ook Marta in Joh 11:27
Hebreeuwse naam voor 'Christus' Zoon van God Koning van Israel
De apostel Johannes Eniggeborene
13
Joh 3:18
Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God.
Mt 21:9 Mr 11:10 Lu 19:38 Joh 12:13
En de scharen, die voor Hem uit gingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna de Zoon van David, gezegend Hij, die komt in de naam des Heren; Hosanna in de hoogste hemelen!
Mt 20:31 Mr 10:48 Lu 18:39
En die vooraan liepen, bestraften hem, dat hij zwijgen zou. Maar hij schreeuwde des te meer: Zoon van David, heb medelijden met mij!
De profeet
Mt 21:11
En de scharen zeiden: Dit is de profeet, Jezus, van Nazaret in Galilea.
Messias
Joh 4:25
De vrouw zeide tot Hem: Ik weet, dat de Messias komt, die Christus genoemd wordt; wanneer die komt, zal Hij ons alles verkondigen.
Heiland der wereld
Joh 4:42
... en zij zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om wat gij zegt, want wij zelf hebben Hem gehoord en weten, dat deze waarlijk de Heiland der wereld is.
Zoon van God
Mt 26:63 Mr 14:61 Lu 22:67
En de hogepriester zeide tot Hem: Ik bezweer U bij de levende God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God.
Koning van Israel
Mt 27:41,42 Mr 15:32 Lu 23:35
Evenzo spotten de overpriesters onder elkander samen met de schriftgeleerden, en zij zeiden: .... Laat de Christus, de Koning van Israel, nu afkomen van het kruis, dat wij het zien en geloven.
Christus
Joh 10:24
De Joden dan omringden Hem en zeiden tot Hem: Hoelang houdt Gij onze ziel nog in spanning? Indien Gij de Christus zijt, zeg het ons ronduit.
De omstanders Zoon van David In Joh 12:13 staat: "De koning van Israël!"
De Joodse leidslieden
14
De Romeinse machtshebbers Mt 27:11 Mr 15:2 Lu 23:3 Joh 18:33
Jezus dan werd voor de stadhouder gesteld. En de stadhouder ondervroeg Hem en zeide: Zijt Gij de Koning der Joden? Jezus zeide: Gij zegt het.
Mt 27:29 Mr 15:17-19 Lu 23:11 Joh 19:2,3
ook vlochten zij van doornen een kroon en zetten die op zijn hoofd en gaven Hem een riet in zijn rechterhand. Toen vielen zij voor Hem op de knieen en spotten, zeggende: Wees gegroet, gij Koning der Joden!
Joh 19:19
En Pilatus liet ook een opschrift schrijven en op het kruis plaatsen; er was geschreven: Jezus, de Nazoreeer, de Koning der Joden.
Mt 27:54 Mr 15:39 Lu 23:47
Toen de hoofdman, die tegenover Hem stond, zag, dat Hij zo de geest gegeven had, zeide hij: Waarlijk, deze mens was een Zoon Gods.
Mt 2:23
Deze naam moet niet worden verward met de gelofte tot Nazireeer zie Nummeri 6:1 e.v.; Richteren 13: 5
... en, daar gekomen, vestigde hij [Jozef] zich in een stad, genaamd Nazaret, opdat in vervulling zou gaan hetgeen door de profeten gesproken is, dat Hij [Jezus] Nazoreeer zou heten.
Joh 18:7
Wederom dan stelde Hij hun de vraag: Wie zoekt gij? En zij zeiden: Jezus, de Nazoreeer.
Joh 19:19
En Pilatus liet ook een opschrift schrijven en op het kruis plaatsen; er was geschreven: Jezus, de Nazoreeer, de Koning der Joden.
Heer / Here
Mt 8:2
En zie, een melaatse kwam tot Hem en viel voor Hem neder, zeggende: Here, indien Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.
Mt 8:25
En zij kwamen en maakten Hem wakker en zeiden: Here, help ons, wij vergaan!
Joh 20:15
Jezus zeide tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij? Zij meende, dat het de hovenier was, en zeide tot Hem: Heer, als gij Hem weggedragen hebt, zeg mij dan, waar gij Hem hebt neergelegd en ik zal Hem wegnemen.
Koning der Joden
Zoon Gods
Aanspreektitels Nazoreeer inwoner van Nazaret
kurios als aanspreektitel
15
Meester
Mt 8:19
En er kwam een schriftgeleerde tot Hem en zeide: Meester, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat.
Mt 12:38
Toen antwoordden Hem enige der schriftgeleerden en Farizeeen en zeiden: Meester, wij zouden wel een teken van U willen zien.
Mr 9:5
En Petrus antwoordde en zeide tot Jezus: Rabbi, het is goed, dat wij hier zijn, laten wij drie tenten opslaan, voor U een, en voor Mozes een, en voor Elia een.
Joh 11:8
De discipelen zeiden tot Hem: Rabbi, onlangs trachtten de Joden U te stenigen en gaat Gij weder daarheen?
Mr 10:51
En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? De blinde zeide tot Hem: Rabboeni, dat ik ziende worde!
Joh 20:16
Jezus zeide tot haar: Maria! Zij keerde zich om en zeide tot Hem in het Hebreeuws: Rabboeni, dat wil zeggen: Meester!
didaskalos
Rabbi een titel van de Joden voor hun leraren
Rabboeni Aramees voor 'Meester'
16
Handelingen (aanvullend) Rechtvaardige
Petrus
Doch gij hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend en begeerd, dat u een man, die een moordenaar was, geschonken zou worden;
Hnd 3:14 Stefanus
Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? Zelfs hebben zij hen gedood, die geprofeteerd hebben van de komst van de Rechtvaardige, van wie gij nu verraders en moordenaars geworden zijt,
Hnd 7:52
Ananias
En hij zeide: De God onzer vaderen heeft u voorbestemd om zijn wil te leren kennen en de Rechtvaardige te zien en een stem uit zijn mond te horen;
Hnd 22:14 Leidsman
Petrus
Heiland
Hnd 3:15
... en de Leidsman ten leven hebt gij gedood, maar God heeft Hem opgewekt uit de doden, waarvan wij getuigen zijn.
Petrus
Hem heeft God door zijn rechterhand verhoogd, tot een Leidsman en Heiland om Israel bekering en vergeving van zonden te schenken.
Hnd 5:31 De naam
de apostelen
Zij dan gingen uit de Raad weg, verblijd, dat zij verwaardigd waren ter wille van de naam smadelijk behandeld te zijn;
Hnd 5:41 Zoon des mensen
Stefanus
En hij zeide: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods.
Hnd 7:56 Ik ben Jezus
Paulus
En hij zeide: Wie zijt Gij, Here? En Hij zeide: Ik ben Jezus, die gij vervolgt.
Hnd 9:5 Hnd 22:8 Hnd 26:15
17
Brieven (aanvullend) Laatste Adam, tweede mens
1Co 15:45-47
Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke. De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel.
Geliefde
Efe 1:5-6
In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil, tot lof van de heerlijkheid zijner genade, waarmede Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde.
Eerstgeborene
Col 1:15
Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping,
Col 1:18
en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.
Naam boven alle naam
Flp 2:9
Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken,
Verlosser
Flp 3:20
Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten,
1Ti 6:14-16
... dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen.
soter = redder, bevrijder, behouder; meestal vertaald als 'Heiland' Koning der koningen Here der Heren
18
Uitnemender naam
Heb 1:3-4
Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, zoveel machtiger geworden dan de engelen, als Hij uitnemender naam boven hen als erfdeel ontvangen heeft.
Mijn Zoon, mijn geliefde
2Pe 1:17
Want Hij heeft van God, de Vader, eer en heerlijkheid ontvangen, toen zulk een stem van de hoogwaardige heerlijkheid tot Hem kwam: Deze is mijn Zoon, mijn geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.
Eniggeboren Zoon
1Joh 4:9
Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.
19
Openbaringen Getrouwe getuige
Opb 1:5
... en van Jezus Christus, de getrouwe getuige, de eerstgeborene der doden en de overste van de koningen der aarde. Hem, die ons liefheeft en ons uit onze zonden verlost heeft door zijn bloed
Opb 3:14
En schrijf aan de engel der gemeente te Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der schepping Gods
Opb 5:5
En een uit de oudsten zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen.
Opb 5:6
En ik zag in het midden van de troon en van de vier dieren en te midden der oudsten een lam staan, als geslacht, met zeven horens en zeven ogen; dit zijn de zeven Geesten Gods, uitgezonden over de gehele aarde.
Opb 12:11
En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood.
Opb 22:1
En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam.
Opb 11:15
En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.
Eerstgeborene der doden Overste van de koningen der aarde Amen Getrouwe en waarachtige getuige Begin der schepping Gods Leeuw uit de stam Juda Wortel Davids Lam Deze naam komt 24x voor in Openbaringen, tegenover 4x in de Evangelieën en brieven.
Gezalfde
20
Koning der koningen /
Opb 12:10
En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen.
Opb 17:14
Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen want Hij is de Here der heren en de Koning der koningen en zij, die met Hem zijn, de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen.
Opb 19:16
En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren.
Here der heren
Getrouw en Waarachtig Opb 19:11
En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid.
Een naam die niemand weet dan Hijzelf
Opb 19:12
… en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf.
Woord Gods
Opb 19:13
En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods.
Alfa en omega
Opb 21:6
En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde.
Opb 22:13
Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.
Opb 22:16
Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.
Eerste en laatste Begin en einde Wortel van David Blinkende morgenster
21
Beelden en begrippen
23
Het Johannes-evangelie "Ik ben ... " Het brood des levens
Het licht der wereld
Joh 6:35
Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
Joh 6:48-51
Ik ben het brood des levens. Uw vaderen hebben in de woestijn het manna gegeten en zij zijn gestorven; dit is het brood, dat uit de hemel nederdaalt, opdat wie ervan eet, niet sterve. Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven; en het brood, dat Ik geven zal, is mijn vlees, voor het leven der wereld.
Joh 6:57-58
Gelijk de levende Vader Mij gezonden heeft en Ik leef door de Vader, zo zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood, dat uit de hemel nedergedaald is; niet gelijk de vaderen gegeten hebben en gestorven zijn; wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.
Joh. 8:12
Wederom dan sprak Jezus tot hen en zeide: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.
Joh. 9:5
Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht der wereld.
Joh 12:46
Ik ben als een licht in de wereld gekomen, opdat een ieder, die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijve.
De herder der schapen Joh 10:1-6
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover; maar wie door de deur binnenkomt, is de herder der schapen. Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen naar zijn stem en hij roept zijn eigen schapen bij name en
24
voert ze naar buiten. De deur der schapen
Joh 10:7-10
Jezus zeide dan nogmaals: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur der schapen. Allen, die voor Mij gekomen zijn, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben naar hen niet gehoord. Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.
De goede herder
Joh 10:11-16
Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen; maar wie huurling is en geen herder, wie de schapen niet toebehoren, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht (en de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen) want hij is een huurling en de schapen gaan hem niet ter harte. Ik ben de goede herder en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij, gelijk Mij de Vader kent en Ik de Vader ken, en Ik zet mijn leven in voor de schapen.
De ware wijnstok
Joh 15:1-7
Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht drage. Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb; blijft in Mij, gelijk Ik in u. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
25
De opstandig en het leven
Joh 11:25-26
Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?
De weg, de waarheid en het leven
Joh 14:5-6
Tomas zeide tot Hem: Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg? Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.
1Co 5:7
Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus.
1Pe 1:18-19
... wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die [u] van de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam.
Efe 2:20
... gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.
1Pe 2:6
Daarom staat er in een schriftwoord: Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.
Beeld van de onzichtbare God
Col 1:15
Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping,
Middelaar
diverse teksten, o.a.:
De brieven Lam, paaslam
Hoeksteen
1Ti 2:5
Want er is een God en ook een middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus
Heb 9:15
En daarom is Hij de middelaar van een nieuw verbond, opdat, nu Hij de dood had ondergaan, om te bevrijden van de overtredingen onder het eerste verbond,
26
de geroepenen de belofte der eeuwige erfenis ontvangen zouden. Heb 2:10
Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken.
Heb 12:2
Laat ons oog daarbij [alleen] gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods.
Levende steen
1Pe 2:4
En komt tot Hem, de levende steen, door de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en kostbaar
Morgenster
2Pe 1:19
En wij achten het profetische woord [daarom] des te vaster, en gij doet wel er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten.
Voorspraak
1Joh 2:1
Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige;
Leidsman
parakletos; hetzelfde grondwoord als voor 'Trooster'.
27