JAARGANG 7
o n4 DEC 14
I N D I T NUM M ER
3 10 12 14
Oud en nieuw betekent voor mij .... Ode aan Wittenberg Bewoners Vrolikhuizen aan het woord ‘Vrijheidsbeperking minder aan de orde’
< Voorpagina: een oud-leerling BOL met bewoonster mevrouw Van Overbosch (De Werf) C O LOFON Jaargang 7, nummer 4, december 2014. STA is een uitgave van Amsta en verschijnt vier
Inhoud
keer per jaar, in een oplage van 4000 exemplaren.
2
STA is bestemd voor medewerkers, vrijwilligers en externe relaties. Amsta biedt persoonlijke
3
ondersteuning, wonen, zorg en welzijn aan
Nieuws van de redactie Oud en nieuw betekent voor mij ...
mensen met een verstandelijke beperking en
4
ouderen in Amsterdam.
Redactie - Hoofdredactie / Joke Bart. Eindredactie / Sanne Hekman. Redactie / Saskia Bakker, Joke Bart, Linde ten
6
Broek, Elske Cazemier, Lia Edel, Ilse den Hollander,
7
Hester Keesmaat, Machteld Kuntz, Mirella Obdam, Hans van Oldeniel, Jiska Stroes.
8
Adviseurs / Petra van Dam, Relinde Weil, Hester Keesmaat. Het bewerken,inkorten en plaatsen de redactie.
10
Ontwerp, cartoon, illustraties / Studio Zwaan Fotografie / Suzanne Blanchard Illustratie Special / Helen van Vliet Drukwerk / Drukkerij Peters Redactieadres / Amsta, afdeling Communicatie Amsterdam
T 020 - 535 20 23 E
[email protected] I www.amsta.nl
Nieuws van de redactie
11 12 14 16
Als ik het voor het zeggen had De Frisse Blik Column ‘Met elkaar’
9
van (ingezonden) stukken is ter beoordeling aan
Dr. Sarphatihuis, Roetersstraat 2, 1018 WC
En wat doen jullie daar?
Mentrum Ouderen in het Dr. Sarphatihuis Wittenberg: Het zit in je stenen En toen werd kwaliteit ineens heel persoonlijk
Cliënt aan het woord Vrijheidsbeperking minder aan de orde Prikbord
Voordat we het weten, wensen we elkaar allemaal weer een prachtig nieuw jaar toe. Dat het oude is omgevlogen is een cliché, maar waar. Zo gaat dat namelijk met cliché’s. De jaarwisseling is bij uitstek geschikt voor het gebruik van deze gemeenplaatsen, maar wat is er mis als de wensen gemeend zijn? Lees de betekenis van de jaarwisseling voor collega’s in dit nummer en ontdek wat er soms achter een cliché schuilgaat. Een nieuw jaar is ook het moment om vooruit te kijken. Collega Leo Versteeg kijkt wel heel erg ver vooruit als hij in de rubriek ‘Als ik het voor het zeggen had’ filosofeert over robots in de zorg. Of lijkt het alleen heel ver? Feit is dat veel aspecten van de zorg niet zijn te automatiseren. Vrijheidsbeperkende maatregelen bijvoorbeeld en wanneer deze te gebruiken. Persoonlijk begeleider Joeri Ruiter is er in de praktijk mee bezig. Hoe gaan we er mee om en doen we het eigenlijk wel goed? In deze STA tref je verder natuurlijk de vertrouwde rubrieken, gaan we in op kwaliteit van zorg en lees je een prachtige ode aan verpleeghuis Wittenberg. Een stuk over passie, afscheid en vooruitkijken. Laat dat nu prima passen bij het einde van het jaar. Tenslotte wens ik jullie al het goeds voor het nieuwe jaar én veel leesplezier. / Joke Bart, teamleider Communicatie
[email protected]
2
D E C1 4STA4
De jaarwisseling maakt vaak emoties los. Ieder heeft zo zijn of haar eigen redenen om het nieuwe jaar uitgebreid te vieren, of feesten juist te mijden. Deze collega’s bijvoorbeeld. De redactie legde hen de vraag voor, lees hun bijzondere reacties. Meer reacties lees je op Amst@net.
Oud en nieuw betekent voor mij... …de leukste nieuwjaarsreceptie ever op 1 januari in Vondelstede. Joke Bos, Afdelingshoofd Vondelstede
…afsluiting van een mooi jaar en een verhuizing naar kleinschaligheid, met zes bewoners op een etage. In het nieuwe jaar werk ik nog belevingsgerichter. Zo zijn de bewoners gelukkiger en ik ook! Zin in! Gea Piersma, Verantwoordelijke verpleegkundige De Fagel
…met mijn gezin naar het zuiden van Chili, mijn geboorteland. Een trip down memory lane, herinneringen ophalen en nieuwe maken! Ana Vera Baeza, Recruiter
…mijn telefoon als levensgezel. Ik wissel zoenen, wensen en precies gekozen woorden met de hele wereld. Familie en oude vrienden, maar nu meer nieuwe mensen: voormalige minnaressen en nieuwe vriendinnen. Leuke mensen die er alleen voor staan, oude vrienden waarmee de band het afgelopen jaar vernieuwd en versterkt is. In crisistijden bestaat de kans echte vriendschap te ervaren. (Red.: ingekort ). Jan Meijers, Manager Ambulant Specialistisch Team en Wijzer
…altijd even terugkijken op het afgelopen jaar en dan vooruit in 2015! Een terugblik op de zorg aan de bewoners van Meer en Oever geeft mij een tevreden gevoel: over de bereidheid van teamleden zich te blijven ontwikkelen en over de opzet van het cluster Kleinschalig Wonen. Dat is een kans om kennis te delen en daarmee de kwaliteit
van zorg scherp neer te zetten. Vooruitgaan is ook de bewoners samen met het team dagelijks laten glimlachen. Jeroen Koning, Afdelingshoofd Meer en Oever
…goede voornemens. Ik wil collega’s (meer) complimenteren. De nadruk ligt vaak op fouten. Laten weten dat iets goed gaat, is heel belangrijk. En wie weet: goed voorbeeld doet goed volgen. Mirjam Veenema, Verpleegkundig Specialist i.o. Amsta
…een nieuwe functie als trainer, na 25 jaar als opleider in De Poort. Brigitte Vermeulen, Opleider
…samen zijn met man, kinderen en familie. Dan zijn we er alleen voor elkaar. Dat koester ik steeds meer. Het wordt belangrijker, want er vallen steeds meer lieve mensen weg. Even niet alleen maar druk, druk, druk, maar super gelukkig. En vooral: alles waarderen, als eerste je gezondheid. Carpe diem! Irma Kunst
…genieten. Op 25 februari 2013 is – niet zonder slag of stoot – mijn dochter Keet geboren. Ik kwam in een revalidatiecentrum terecht. Het was verdrietig en zwaar, met ook dagelijks een verliefd en gelukkig gevoel. Mijn dochter is een lieverd die het leven gezellig maakt. Met hulp van man, familie en vrienden kwam ik er bovenop. Werken ging niet, dat vond ik moeilijk. Telkens als ik dacht dat het weer kon,
trapte de arts op de rem. Uiteindelijk werd in 2013 duidelijk dat ik niet meer terug kan naar Schinkelhoek. Dit moest ik verwerken, tien jaar heb ik er dagelijks met veel plezier gewerkt. Nu re-integreer ik bij Pool en Planning en ik hoop op een fijne plek binnen Amsta. Het gaat goed met me en ik ben ontzettend blij dat ik weer werk. Het leven is anders: geen zestien dingen tegelijk meer, niets is meer vanzelfsprekend en ik heb geleerd hoe ik beter voor mezelf zorg. Zo kan ik meer genieten van het leven en van de lieve mensen om mij heen. Daar ga ik lekker mee door. Iedereen een fijn jaar, waarin ze goed voor zichzelf en voor hun naasten zorgen en bewust genieten. Gelukkig Nieuwjaar, Meike Wiegeraad
…vieren met vrienden of familie, met een spontaan terugblikrondje op het afgelopen jaar en voornemens en wensen voor het komende jaar. Dat levert altijd mooie ontboezemingen op. Voor Amsta wil ik de Amsta Academie met mijn collegatrainers neerzetten en betekenisvol blijven voor de cliënt! Arlette Naus, Projectleider Management Development
…jezelf jaarlijks eerlijk evalueren! Proberen het verleden te laten rusten, herinneringen te koesteren, maar het is ook een schone lei met nieuwe kansen. Sayonara Oostburg, Zorgcoördinator Ingenhouszhof
Lees verder op pagina 4 >
D E C14STA4
3
EN WAT DOEN JULLIE DAAR? < Vervolg van pagina 3
…denken aan Jan, bewoner van de Polderweg. Hoe hij dit jaar tegen zijn grenzen aanliep. En hoe hij zich heeft herpakt, zijn talenten ontplooide en nu zelfs echt een schrijver is! Ga zo door Jan en woeker met je talenten! Iedereen is ergens goed in, jij ook! Sjoerd Mulder, Ambulant Specialistisch Team
…eigenlijk niets. Natuurlijk zijn er tradities als oliebollen, appelflappen en vuurwerk, maar ik vind ze saai. Dit jaar werk ik eens niet tijdens de jaarwisseling, omdat mijn man ook in wisseldiensten werkt. Hij heeft dienst tijdens de kerst. Goede voornemens zijn mij helemaal vreemd, de meesten goede sneuvelen al in de nieuwjaarsnacht. Dat is verspilde energie. Olga Pomstra
…gezellig samen met familie het jaar afsluiten met een hapje en een drankje. En ook stilstaan bij familie, collega’s, vrienden, bekenden en bewoners, die ernstig ziek zijn of overleden. Annemiek Mol-Meulenberg, Afdelingsassistent De Poort
…al zeven jaar moeilijke dagen. Kerst 2006 was voor mij moeilijk, bij mijn man werd kanker geconstateerd. Er volgde een hele moeilijke tijd: dokterbezoek, ziekenhuisbezoek, chemokuur. Ik ging mee, vertelde het mijn collega’s, maar het was erg belastend voor mij als jonge moeder met twee kinderen (8 en 6). Telkens van en naar school en met de kids naar papa in het ziekenhuis. Ik dacht alleen aan mijn zieke man en aan de kinderen, ik stond op de automatische piloot. Mijn moeder wees mij erop dat ik ook voor mezelf moest zorgen. Mijn man (43) overleed in april 2007, ik was 39. Liefst werk ik tijdens kerst of oud en nieuw, als afleiding. Ik heb het nog niet verwerkt. Petra Zuidema
4
D E C1 4STA4
Robert Swidde Wat doen ze eigenlijk, de mensen die je soms bezig ziet op vreemde plekken binnen Amsta of met vreemde klussen? De mannen die onder de grond bezig zijn of boven het plafond moeten zijn, of die ene man die elke week weer alle kranen komt doorspoelen? Namens de STA vroeg ik door bij één van die mannen van de technische dienst:
Inmiddels weet ik dat het Jan Stoop is, die elke week de kranen komt doorspoelen. Ik snap ook dat dat nodig is om te voorkomen dat we besmet raken met legionella. Maar pas in mijn gesprek met Robert realiseer ik me hoe het werk van de technische dienst de basis vormt waarop iedereen zijn werk veilig en Arbo-technisch verantwoord kan uitoefenen. Robert legt uit: “Het lijkt soms vanzelfsprekend dat alles het doet, maar ondertussen controleren wij voortdurend hoe het gaat met kranen, de verwarming, zusteroproepsystemen, liften. En als er iets niet goed is, worden wij ingeschakeld door de servicedesk, huismeester, managers of receptie. We zijn laagdrempelig en benaderbaar. En we doen niets liever dan een probleem oplossen. We repareren het of we leggen contact met een extern bedrijf. En als het dan lukt en iedereen is dankbaar, geeft ons dat ook voldoening natuurlijk.”
Ieder zijn specialisme Ik stel me zo voor dat er dan wel heel wat TD’ers nodig zijn om Amstabreed voor een veilige werkomgeving te zorgen. Maar tot mijn verbazing zijn het maar acht mensen, die onze technische dienst vormen. Robert: ‘We zijn maar een kleine dienst: John Minneboo, Hans Wenders, Fred Jouby, Rob van Britsom, Theo Stelling, Wilco Scholtens, Jan Stoop en ik. Ieder heeft zo zijn specialisme, maar we zijn allemaal breed inzetbaar. Het is een uitdaging om oplossingen te bedenken voor ingewikkelde dilemma’s. Op sommige plekken binnen Amsta moeten de deuren gesloten blijven, omdat mensen anders weglopen. Maar als er brand is moeten ze natuurlijk wel open kunnen. Voor dat probleem heeft mijn collega Fred een heel nieuwe beveiliging aangelegd in samenwerking met een firma van buiten. Of een ander voorbeeld: we willen nu overal dezelfde kranen installeren, van die veilige kranen, waardoor bewoners zich niet kunnen verbranden’.
Alert op legionalla Ik begrijp van Robert dat hij net als Jan verantwoordelijk is voor het voorkomen van legionella. Ik heb daar wel een beeld bij, maar dat blijkt niet erg te kloppen. Robert: “Legionella kan gevaarlijk zijn en daarom moeten we ons drinkwater op kwaliteit houden. Regelmatig spoelen we de leidingen door, controleren we de kranen en zorgen we voor goede aansluitingen. En we moeten in logboeken precies vastleggen wat we doen, zodat we die bij controles kunnen laten zien. Dat is wettelijk bepaald.”
Praktisch kunnen werken Ik vraag Robert tot slot nog of hij zijn werk waardeert. Hij is daar dubbel in: “Ja, ik vind het zelf heel fijn om met mijn handen te werken en problemen op te lossen. Het is ook fijn om op die manier je gedachten te verzetten en je hoofd leeg te maken. Maar ik vind het jammer dat dit werk zo weinig gewaardeerd wordt in
de samenleving. Als iedereen gaat studeren, missen we straks de mensen die heel praktisch kunnen werken aan problemen waar iedereen mee te maken krijgt.” Op dat moment schiet me te binnen waar ik Robert eerder heb ontmoet. Hij stond op een ladder op de derde verdieping van het kantoor op de Overtoom. Hij haalde een gedeelte van het plafond weg. Hij en zijn collega Jan keken zo ernstig dat ik vroeg of er alarm was. Inderdaad, er bleek een legionellarisico en zij gingen dat voor ons oplossen. Toch wel heel fijn dat er zo over ons welzijn gewaakt wordt. / Elske Cazemier D E C14STA4
5
“ALS IK HET VOOR HET ZEGGEN HAD
... zouden we veel meer workshops houden in plaats van vergaderingen, op statafels staan, met elkaar thema’s bespreken en de resultaten presenteren.”
Leo Versteeg
Beleidsmedewerker innovatie in de zorg
Leo is dagelijks bezig met (ICT-)vernieuwingen, om de zorg makkelijker en beter maken. Als geen ander heeft hij inzicht in de nieuwste ontwikkelingen. Voor Amsta onderhoudt hij contacten met universiteiten en hogescholen en hij volgt (internationale) trends. ICT speelt daar een grote rol in. “Je kunt geen zorg verlenen zonder ICT, en je kunt geen ICT-problemen in de zorg oplossen zonder zorgprofessionals”, stelt Leo. Maar ICT is niet alleen een technische oplossing. “Vergeet niet dat de C in ICT staat voor communicatie”. “Als ik het voor het zeggen had”, gaat Leo verder, “dan stelden we de tuin van het Dr. Sarphatihuis open voor studenten. Er zou wel Wifi moeten zijn natuurlijk. De UvA (Universiteit van Amsterdam) zit hier tegenover. Wij kunnen van hen leren, en zij van ons. Door de tuin open te stellen krijg je makkelijker contact. Ze mogen bij ons, Dr. Sarphati, op consult komen. Ongetwijfeld komen ze dan ook iets brengen. Mijn ervaring is dat mensen meer gebruik moeten maken van elkaar.” Als ik aan Leo vraag hoe de wereld er over een paar jaar uitziet, dan schetst hij een inspirerend plaatje. “Cliënten gaan zelf hun zorg organiseren. Zorgaanbieders zullen goed moeten luisteren naar de wensen van de cliënten. Er komen andere vragen, bijvoorbeeld over de inzet van robots in de zorg.” (Domotica, red.). “De financieringsstructuur zoals die er nu is, zal dan niet meer passend zijn. Een voorbeeld van de inzet van domotica en robotica is de zorgrobot. Die kan persoonlijke aandacht geven en letterlijk uitgroeien tot een metgezel. Voorts zal een verdergaande automatisering plaatsvinden van bijvoorbeeld medicatie. Met scanners zou de voorraadlogistiek kunnen worden verbeterd. Wist je dat je ook op afstand incontinentie kunt meten? Dan kun je de materialen op het juiste moment wisselen. Daarmee wordt het onnodig om mensen ’s nachts wakker te maken bijvoorbeeld.”
Elektronica maakt het leven makkelijker “De meeste van ons zijn inmiddels gewend aan elektronica die ons leven makkelijker maakt. We gebruiken een navigatie systeem in de auto, boeken onze reizen online, checken online in voor vliegtuig- of treinreis. Energieleveranciers bieden thermostaten die van afstand bedienbaar zijn en waarmee je je energiegebruik kunt meten. Er is al heel veel en dat zal ook een plaats krijgen in de zorg.”
Zijn mensen overbodig? Worden mensen daarmee vervangbaar? Dat ziet Leo niet gebeuren. “Ik geloof echt in talenten van mensen, hun vermogen om creatief te zijn en om nieuwe oplossingen te bedenken. Ik zie het terug bij de studenten die ik ontmoet. Zij denken en werken al heel anders dan wij doen. Samenwerken, klaar staan om problemen op te lossen, communiceren en omgaan met ICT zijn een must. Dat zijn vaardigheden die we nu en in de toekomst nodig hebben. Als ik het voor het zeggen had binnen Amsta, dan zou ik daar meteen mee aan de slag gaan.” / Joke Bart
6
D E C1 4STA4
DE FRISSE BLIK
In ‘De Frisse Blik’ vragen we een nieuwe medewerker om met zijn of haar nog frisse blik naar onze organisatie te kijken: wat valt je op, wat gaat er anders dan je gewend was, wat is uniek aan Amsta? Deze keer met:
Jago van der Sar
‘Soms komen mensen te dicht bij je’ Jago van der Sar heeft werkervaring in de psychiatrie. Die kennis gebruikt hij op locatie Jan Bonga, waar hij per augustus werkt. Hij doorziet het ziektebeeld snel én hij helpt leerlingen als ze te maken krijgen met intimiderend gedrag. ‘Soms komen mensen te dicht bij je.’
Jago vond het moeilijk te kiezen tussen de psychiatrie en de ouderenzorg. Toen hij een vacature zag bij Amsta, locatie Jan Bonga, ging Jago van der Sar het gesprek aan. Sinds 1 augustus werkt hij met jonge mensen met dementie en neuropsychiatrie. “Op afdeling De Beuk zit ik precies goed”, zegt Jago. “De doelgroep is uitdagend.” Het inwerken op de afdeling ging vlot. Jago:“In de derde week begon het vertrouwd te voelen.” In het begin was er veel nieuwe informatie en het was even wennen aan deze groep bewoners. “De bewoners willen ook weten met wie ze te maken hebben. Ze testen je, kijken wat ze van je gedaan krijgen. Ik vind het leuk om daar scherp op te zijn en tegengas te geven, zoals bijvoorbeeld bij de bewoner die een extra sigaretje probeerde te bietsen. Hij had zijn sigaret al om tien uur gehad, maar dacht ‘ik vraag er om tien over tien nog eentje bij Jago’. Maar zo werkt het niet natuurlijk.” Het bevalt hem hier beter dan in de ouderenzorg. Zijn vorige baan was bij een kleinschalige woonvoorziening bij Amstelring. “De mensen met wie ik nu
werk zijn actief, beweeglijk. Er gebeurt wel eens wat. Ik moet alert blijven en dat past goed bij me.”
Niet eerder gezien Dankzij zijn ervaring in de psychiatrie heeft Jago snel in de gaten welk ziektebeeld iemand heeft. Die kennis deelt hij met zijn collega’s. Ook kan hij leerlingen helpen bij het omgaan met intimiderend gedrag. “Soms komen mensen te dicht bij je. Dan moet je weten wat je moet doen, hoe je daar mee om moet gaan. Ik vind het leuk om mijn jongere collega’s te helpen en om hen dat te leren”. “We werken op een unieke afdeling. Ik vind het heel bijzonder dat Amsta zo doelgroepgericht werkt. Zowel hier op De Beuk als op De Beusemaecker. Dat heb ik nog niet eerder gezien. Ik vind het super om hier deel van uit te maken. Ik kan alles aan mijn collega’s vragen, het is een open team. We zijn hierin een voorloper in Nederland en dat spreekt me heel erg aan.” / Joke Bart
D E C14STA4
7
Column
Waarheid ‘Ach ja, wat is waar’ hoor je nog al eens verzuchten. Zoveel mensen, zoveel meningen. Klopt! Als ik zoveel waarde hecht aan mijn idee, dan kán ieder ander idee eenvoudigweg niet waar zijn. Het idee van die ander moet dus in mijn beleving wel minder waar zijn. En daarmee ook minder waard zijn! (Nu wordt het interessant, let op!) Stel, ik vind dat een collega vervelend met mij omgaat. Dat kan gebeuren. Als ik op zo’n moment waarde hecht aan de beleving van de ander, zal ik me zeer gekwetst voelen. Op het moment dat ik ‘hang’ aan wat die andere persoon van mij vindt, geef ik dat waarde. En daarmee maak ik dat tot mijn realiteit. Deze situaties kent denk ik iedereen wel. Ik wel tenminste. Ik denk dat het beste medicijn tolerantie is. Tolerantie betekent voor mij dat er meer waarheden zijn, die naast elkaar mogen bestaan. Dus het helpt om waarde te hechten aan begrippen die ruimte bieden voor meerdere waarheden. Zulke begrippen zijn bijvoorbeeld tolerantie, vrede of liefde (om maar eens wat te noemen). Tolerantie impliceert dat ik die ander volledig het recht geef om te zijn wie hij of zij is, zonder diegene te veroordelen. Vanuit deze tolerantie kan ik dan aan die persoon teruggeven dat zijn gedrag in mijn beleving ongepast is. Door in de kracht van tolerantie te verblijven, bied ik mijzelf veiligheid. Omdat ik dan niet reageer alsof ik door een wesp ben gestoken. Op die manier ben ik niet veroordelend naar de persoon, maar geef ik uitdrukking aan hoe zijn gedrag op mij overkomt. Zo geef ik uitdrukking aan mijn waarheid, en niet aan de waarheid. En vanuit die positie kan ik me openstellen voor de waarheid van die ander en is er ruimte voor een gesprek. Niet dat het altijd lukt of eenvoudig is, maar als streven is het de moeite waard. Maar ach ja, dat is mijn waarheid. / Hans van Oldeniel
De beste wensen Een column voor de STA van december 2014? Er zijn zoveel dingen binnen en buiten Amsta om iets over te schrijven. Heel veel hiervan is bij de Tour d’Amsta aan de orde geweest. Natuurlijk wensen we iedereen een mooie decembermaand en tijd en rust om met familie en vrienden terug en vooruit te kijken en vooral van elkaars gezelschap te genieten. Ook weet ik dat er door iedereen met aandacht en plezier hard gewerkt zal worden om onze bewoners en cliënten een aantal mooie feestdagen te bezorgen. Er is in deze tijd van liefdevolle zorg en persoonlijke aandacht ook een andere kant. Ik merk dat iedereen voelt dat de druk op de zorg en op ons dagelijkse werk toeneemt. Niet alleen de veranderingen en de krappere budgetten in het zorgstelsel zijn voelbaar. Ook de publieke discussie over de kwaliteit van zorg op radio en televisie, in interviews en via sociale media raakt ons denk ik allemaal. Ik ga er vanuit dat door elk team met grote betrokkenheid gewerkt wordt om professionele en persoonlijke zorg te leveren met aandacht voor cliënten en familie. Dat dat soms moeilijk is, weten jullie als geen ander. Ook in 2015 zullen we dat samen blijven doen en zal dit veel van ons allen vragen. Relinde Weil en ik vinden het daarom extra belangrijk om in dit kerstnummer iedereen te bedanken voor zijn of haar inzet voor onze cliënten en een heel goed en gezond 2015 te wensen. / Petra van Dam, voorzitter Raad van Bestuur
En zwaaien maar! Op vrijdag 28 november haakte de Schutse aan bij de Zorgschouw on Tour, een initiatief van de gemeente Amsterdam, Cliëntenbelang, Achmea en diverse Amsterdamse zorg instellingen. Een gemengde groep van bewoners, naasten, medewerkers, buurtbewoners en organisaties uit de buurt kijken op een andere manier naar een locatie en beoordelen deze. Voorzitter van onze Raad van Bestuur Petra van Dam maakte samen met bestuurders van Evean, Cordaan, Amstelring, de gemeente Amsterdam, Achmea, leden van cliëntenraden en andere genodigden een rondgang langs diverse woonzorgcentra en gingen in gesprek over actuele thema’s: Hoe zorgen we dat we meer contact hebben met buurtbewoners? Hoe laten we ons centrum een rol spelen in de buurt? De Schutse kwam met een verrassend idee: het zwaaibord. Kinderen van een basisschool maakten dit bord, dat geplaatst werd in de tuin bij De Schutse. Het nodigt iedereen uit om naar de bewoners van De Schutse te wuiven. En zoals we zagen: er wordt ook teruggezwaaid! / Joke Bart
8
D E C1 4STA4
Mentrum Ouderen in het Dr. Sarphatihuis Het Dr. Sarphatihuis heeft een nieuwe bewoner! In de zijvleugel op de begane grond heeft Mentrum Ouderen (onderdeel van Arkin) op 1 september jl. haar ambulante nieuwe behandelcentrum geopend. In dit centrum kunnen ouderen met psychiatrische problemen terecht voor diagnostiek, behandeling en advies. Foka Eekhof, psychiater bij Mentrum Ouderen vertelt er meer over.
“Bij ouderen komen klachten als vergeetachtigheid, slapeloosheid, verwardheid, angst, eenzaamheid en verdriet regelmatig voor”, vertelt Foka. “Vaak gaan hier diverse psychiatrische en/ of lichamelijke problemen aan vooraf. Of ingrijpende gebeurtenissen, zoals het overlijden van een dierbare. Soms zijn deze klachten op te lossen met een paar gesprekken. In andere gevallen is een meer langdurige behandeling nodig, bijvoorbeeld met dagbehandeling. Soms is nog niet duidelijk wat er aan de hand is. Dan wordt er onderzoek gedaan. Al deze zaken bieden we in ons nieuwe behandelcentrum in het Dr. Sarphatihuis.
Eigen ingang Het Behandelcentrum is te bereiken via een aparte ingang aan de Nieuwe Kerkstraat, tegenover Wittenberg. Waar zich eerst de keuken van het Sarphatihuis bevond, vinden we nu de entree van de dagbehandeling met een grote foto van de Amsterdamse grachtengordel. Foka: “Hier zijn de spreekkamers van de behandelaren en is de dagbehandeling gevestigd. Ook draaien we hier de geheugenpoli, de alcoholpoli en de somatische poli. Op deze poli’s kunnen mensen terecht voor een kortdurend onderzoek en
behandeling en advies. Zo kunnen cliënten op de geheugenpoli terecht voor een geheugenonderzoek. In één dagdeel wordt door middel van o.a. een neuropsychologisch onderzoek, bekeken wat er met iemand aan de hand is. ”
Van psychotherapie tot mindfullness De dagbehandeling is bedoeld voor ouderen met psychiatrische klachten voor wie alleen gesprekken met een behandelaar niet voldoende zijn. Zij hebben meer structuur en regelmaat nodig. De dagbehandeling is ook een soort tussenvorm voor mensen die opgenomen zijn geweest. Ze kunnen nu naar huis, maar hebben moeite om hun dag goed vorm te geven.” Foke: “Elke cliënt krijgt een programma op maat, met zowel groepsactiviteiten als meer structurerende onderdelen. Bij de groepsactiviteiten kun je denken aan inzichtgevende psycho therapiegroepen, maar ook aan meer mindfulnessachtige activiteiten. De cliënten lunchen elke dag samen, ook dit maakt deel uit van de behandeling.”
Samenwerking Met de verhuizing van Mentrum naar het Dr. Sarphatihuis hebben Mentrum en Amsta ook de intentie meer te gaan samenwerken. Foka: “Ouderen met psychiatrische problemen kunnen kwetsbaar zijn. De complexe wisselwerking tussen geestelijke, sociale en lichamelijke problemen vraagt om extra aandacht. Onze cliënten kunnen profiteren van de kennis van de specia listen Ouderengeneeskunde van Amsta. Ook willen we in de dagbehandeling graag samenwerken met de ergotherapeuten en fysiotherapeuten van Amsta. Andersom kunnen de cliënten van Amsta terecht bij de psychiaters van Mentrum voor behandeling. Of zij kunnen een beroep doen op de deeltijd behandeling. De samenwerking beperkt zich niet tot intramurale dienstverlening. Ook in de thuiszorg is er al een vorm van samenwerking ontstaan. Cliënten van Mentrum die thuiswonen en onder behandeling zijn bij Mentrum, krijgen thuiszorg van Amsta. Deze samenwerking wordt de komende jaren verder uitgebreid.” / Ilse den Hollander
D E C14STA4
9
Afscheid nemen van een gebouw van steen. Makkelijk toch? Je pakt je spullen, levert de sleutel in en gaat verder.
Het zit in je stenen Maar dit afscheid is anders: jij, Wittenberg, blijft voor het eerst in je bestaansgeschiedenis leeg achter. Op 6 september 1769 werd naar het ontwerp van bouwmeester Coenraad Hoeneker je eerste steen gelegd en vanaf 1772, lang voordat Amsta bestond, was je een thuis, een thuis in de stad voor driehonderd Amsterdamse ouderen. Een groot deel van de negentiende eeuw woonden er ook weeskinderen in je vertrekken. Sinds 1974 heb je je huidige naam: verpleeghuis Wittenberg.
Verliefd Ik moet als geboren en getogen Amsterdamse ontelbare keren langs je gefietst zijn, maar je was me voor januari 2007 eerlijk gezegd nooit opgevallen. Ongelofelijk, want wat ben je prachtig, zoals je met je ranke flank aan de Nieuwe Keizersgracht ligt en met je pronte torentje de hoek van de Nieuwe Kerkstraat markeert. Ik kwam die stormachtige januaridag om te solliciteren als Hoofd Zorgverlening van een verpleeghuis, maar ik werd verliefd op een gebouw.
Herinneringen Je bent niet alleen maar mooi, dat realiseer ik me best. Je kamers met meerdere bedden en het gebrek aan sanitair maken dat je niet meer van deze tijd bent. Maar toch, aan al je stenen klevenherinneringen aan mensen en vooral aan wat die mensen allemaal samen meemaakten. De prachtige kerstdiners, het jaarlijkse zomerfeest. De lange, warme avonden in de tuin, de moestuin waar hard gewerkt werd in het voorjaar en geoogst in de herfst. We wisten wel dat er ooit een eind aan zou komen, maar konden dat toch niet echt geloven…
Toekomstplannen Ondertussen werd er namelijk vanuit Wittenberg aan de toekomst elders gewerkt. Tien jaar geleden werd het Czaar Peterpunt opgericht en in 2011 opende De Keyzer haar deuren voor bewoners van Wittenberg. Prachtige huizen in de buurt, waar bewoners in kleine groepen met elkaar wonen en het leven zoveel mogelijk is zoals het thuis was. Waar naasten altijd welkom zijn en er elke dag vers gekookt wordt. Ook voor ná de sluiting van Wittenberg waren er plannen: voor de bewoners van afdeling Goudsbloem, gerontopsychiatrie, werd Prinseneiland in het Dr. Sarphatihuis opgeknapt en voor de bewoners van de Koraallelie, PG-afdeling, werd gebouwd in de Fagelstraat in Amsterdam-West.
10
D E C1 4STA4
Locatie Fagelstraat In het pand aan de Fagelstraat wonen sinds 15 oktober 2014 24 bewoners, grotendeels uit Wittenberg. Er zijn ook bewoners uit De Poort gekomen. Het gebouw is ontworpen door architect Liesbeth Janson. Door te luisteren naar ervaringen, herinneringen en wensen van toekomstige gebruikers van het gebouw en deze als het ware in haar ontwerp te vlechten, is het Liesbeth gelukt een huis neer te zetten waar men vanaf dag één thuis is. ‘O, hier kan mijn vrouw lekker bij het raam zitten en de straat in de gaten houden, wat zal ze dat heerlijk vinden!’, riep een echtgenoot van een toekomstige bewoonster verheugd. Door de grote ramen is er veel daglicht in het pand, er is een tuin en er zijn ruime balkons. Daardoor heb je binnen toch het gevoel onderdeel van de straat en buurt te zijn. Er is gebruik gemaakt van lichte, natuurlijke en duurzame materialen, waardoor het geluid wordt gedempt en er een rustige sfeer in huis is. Bewoners hebben hun eigen kamer, die zij naar eigen smaak kunnen inrichten. De gevel van het pand past bij de kazernestijl van de 19e eeuwse huizen van de Fagelstraat en van binnen is het pand van alle gemakken voorzien. Tijdloos en modern tegelijk.
Geen einde Wittenberg, jouw gangen zijn nu leeg. Toch is je essentie, het thuis in de stad, bewaard gebleven. Het zit in je stenen, maar ook in de mensen en die gaan overal in Amsterdam gewoon door met wat hun passie is: een warm thuis creëren voor ouderen. / Lia Edel
Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ)
En toen werd kwaliteit ineens heel persoonlijk ‘Al weer een artikel over de HKZ?’, hoor ik je denken. ‘Daar las ik toch in de vorige STA ook al een stuk over?’ En ja, dat klopt. Maar als het om de kwaliteit van zorg gaat – en vooral over het verbeteren ervan – dan kunnen we de aandacht hier niet genoeg op vestigen. Helemaal na de actuele discussie over kwaliteit van zorg in verpleeghuizen, die ontstond na een emotioneel interview met twee mantelzorgers in het AD. Dit alles kreeg een vervolg in het televisieprogramma Pauw, waar ook staatssecretaris Van Rijn aanschoof.
Wat bijzonder was aan deze media-aandacht was de rol van staatssecretaris Van Rijn. Opeens was hij niet alleen aan het woord als politicus, maar ook als zoon van een bewoonster van een verpleeghuis in Den Haag. Hierdoor werd weer eens bevestigd dat als het persoonlijk wordt, het thema kwaliteit helemaal belangrijk is! Als zorgorganisatie wil je de kwaliteit van zorg altijd kunnen garanderen. Niet alleen naar aanleiding van landelijke aandacht in de media. Daarom kan de HKZ en het thema kwaliteit niet genoeg aandacht krijgen. Binnen Amsta werken we hier aan onder de titel ‘Samen voor beter’. Projectleider Jolanda van den Berg: “Ons doel is om op iedere locatie van Amsta dezelfde kwaliteit en veilige zorg en begeleiding te leveren aan onze cliënten.” Bij een verzorgingshuis zijn er echter andere aandachtspunten dan bijvoorbeeld bij een locatie van Amsta Karaad. Daarom zijn er binnen ‘Samen voor beter’ vier projectgroepen die enerzijds samenwerken en van elkaar leren, maar ook vooral kijken wat er nodig is binnen hun eigen zorggroep: de verpleeghuizen, de verzorgingshuizen & kleinschalig woonvoorzieningen, Amsta Karaad en tenslotte Amsta Zorg Thuis (het extramurale aanbod van Amsta).
Kwaliteitshandboek Het Kwaliteitshandboek is vernieuwd en vorige maand gepubliceerd. Hoe we binnen Amsta werken staat hierin beschreven en hier moeten we ons allemaal aan houden. Iedere projectgroep heeft een trekker. Zij laten weten dat het goed gaat. Voor Amsta Karaad is het behalen van het HKZ-certificaat volgens Jacques Renooij (manager LVB Amsta Karaad) en Pedro Scheijven (manager E&MVB Amsta Karaad) weinig extra werk. “Het is een middel om prettig te werken, zorg te kunnen leveren aan cliënten die dat nodig hebben, zodat we ook tevreden cliënten hebben. Het HKZ-certificaat is zo een directe ondersteuning.” Met de nieuwe documenten uit het Kwaliteitshandboek wordt meteen gewerkt. Bijvoorbeeld als het gaat om het wachtlijstbeheer en implementatieplannen vrijheidsbeperking en mondzorg.
Klaar voor de presentatie Ook bij Amsta Zorg Thuis zijn benodigde documenten geactualiseerd en waar nodig geïntroduceerd. Wat het voor deze projectgroep extra ingewikkeld maakt, is alle landelijke veranderingen als het gaat om thuiszorg, hulp bij het huishouden en dagverzorging. Interimmanager Edwin Snoeks: “Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor onze manier van werken en dus ook voor de kwaliteit die we willen leveren. We maken een presentatie voor al onze medewerkers van Amsta Zorg Thuis om duidelijkheid te verschaffen. Deze presentatie is het officiële begin van het HKZ-project voor ons.”
Iedereen in actie De projectgroepen van de verpleeghuizen en van verzorgingshuizen & kleinschalig wonen hebben het primaire proces inmiddels beschreven en er liggen actieplannen klaar. “We komen nu op alle locaties met alle medewerkers in actie om dit uit tevoeren. Een hele klus, maar het gaat veel opleveren”, stellen Marjo Haverkate, locatiemanager van verzorgingshuizen De Schutse en Lia Edel en van verpleeghuis Jan Bonga. Lia: “In de verpleeghuizen loopt nu de actie ‘dossier oké’, waarbij de verschillende praktijkverpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en kwaliteitsmedewerkers van de verpleeghuizen en kleinschalige woonlocaties met elkaar de zorgleefplannen controleren en met elke locatie een plan van aanpak maken om de dossiers op orde te krijgen.” Voor staatssecretaris Van Rijn werd de discussie over kwaliteit dus ineens heel persoonlijk. Het was zijn eigen moeder die onderwerp van gesprek werd. Voor ons als medewerkers is kwaliteit van zorg natuurlijk al lang persoonlijk. Het is iets waar we dagelijks mee te maken hebben. Door het project ‘Samen voor beter’ krijgen we meer grip op onze kwaliteit. Reden genoeg om er de komende maanden extra aan te blijven besteden. / Sanne Hekman
D E C14STA4
11
CLIËNT AAN HET WOORD
Alsof ik een keurig studentenhuis binnenstap, zo voelt het als ik Vrolikhuizen betreed om de heer Brugman en Michael te interviewen. Een langgerekt, dubbellaags huis met twee gezamenlijke woonkamers en twee keukens en een aantal kamers op de gang in Amsterdam-Oost. Met een unieke samenstelling van bewoners: mannen, alleen maar mannen.
De heer Brugman Ik begin mijn bezoek met het samen koffie drinken en taart eten omdat een van de bewoners jarig is. Kijkend naar de motoriek en mimiek van de bewoners, zie ik hele levens aan me voorbij trekken. Zo ook met de heer Brugman die mij toelaat in zijn sobere kamer. Sinds hij ongeveer anderhalf jaar geleden in Vrolikhuizen kwam, heeft hij alleen een televisie aangeschaft. Toch vindt hij het prettig wonen in het huis: hij kan heerlijk niks doen. “Ik heb ook allemaal vrienden hier en ik kan ook altijd even bij mijn mentor aankloppen. Ik moet alleen wel vroeg opstaan, voor tien uur. En ik heb keukendienst, ik moet de tafel dekken en afruimen. Ik vind dat nogal saai. Liever kook ik kippetjes. Tegenwoordig is alles gegrild of voorgebakken, maar gewoon zelf bakken is het lekkerste. Het leven is beter geworden. Maar ik wil wel een beetje afvallen, zodat ik mijn kleren weer aankan. Ik heb vanochtend maar één boterham op.” Dat het goede leven er ooit niet geweest was, maak ik op uit het verhaal dat de heer Brugman vertelt over zijn komst naar Vrolikhuizen. Een paar jaar geleden probeerde hij zich te vestigen in Frankrijk, hij is half Frans. Maar daar ging het door zijn alcoholverslaving niet goed met hem. Hij moest een open hartoperatie ondergaan in Frankrijk. Dat wilde hij niet. Hij ging daarom terug naar Nederland. Ondanks dat hij niet is geopereerd, kreeg hij wel een rekening toegestuurd. Die hoefde hij gelukkig niet te betalen. Hij is nog wel gauw moe, maar de pilletjes die hij slikt, helpen goed.
“Ik wil de zusters een compliment maken. Zij doen niet altijd leuk werk; zieken verzorgen, bed opmaken en verschonen. Maar dat doen ze wel goed.” 12
D E C1 4STA4
Wat doet de heer Brugman graag, wil ik weten. “Ik ben nu schuldenvrij en ik kan zelfs sparen. Ik hoef geen spullen, maar ik wil wel lekker op reis gaan.” Dit jaar ging hij naar Oostenrijk, waar hij met een busje werd rondgereden door het mooie landschap. De volgende keer wil hij graag naar Marokko. Ook wil hij sparen voor een Leica-camera. “Ik was vroeger fotograaf en ik maakte veel bruidsreportages. Maar er was te weinig werk, dus ik heb me laten omscholen tot elektromonteur. Nadeel is wel dat als ze weten dat je fotograaf bent, je altijd de Sjaak bent om foto’s van iedereen te maken.” Ik vraag de heer Brugman wat hij voor 2015 wenst. “Ik hoop niet dat ik achteruit ga. En ik ga met pensioen. Ik hoop lekker te kunnen luieren.” Ik vraag hem ook of er nog iets is wat hij speciaal kwijt wil. “…dan ga ik naar de psychiater. Dat is misschien wel een goed idee, want soms maak ik me nogal kwaad. Maar daar slik ik ook een pilletje voor. Nu ben ik heel relaxed. Liever slik ik geen medicijnen. Maar als ik niets slik, komen ze vast met een spuit achter me aan.” De heer Brugman moet daar zelf best om lachen. Een goed moment om een foto te maken, maar lachen is er nu niet meer bij.
“Contact met bewoners vind ik fijn, Ik ben een sociaal mens.”
Tip van de heer Brugman: Heldere uitleg De heer Brugman geeft mee dat zijn mentor wat duidelijker is over zijn rekeningen en hem dit wat helderder uitlegt.”
Tip van Michael: Internet in Vrolikhuizen Internet ontbreekt nu en hoe moet je een leuke vrouw ontmoeten als je niet kan internetdaten? Want een vrouw is wat Michael mist in zijn leven, maar die vindt hij ook niet zo gemakkelijk. “Ik heb maar een klein sociaal leven en ik hou niet zo van de kroeg met van die Nederlandstalige muziek.”
Michael Na het interview met de heer Brugman word ik voorgesteld aan Michael: de jongste bewoner van Vrolikhuizen. Ook hem interview ik in zijn eigen kamer.
Ik vraag Michael, die met heel zachte stem praat, of hij vroeger ook al graag films keek. “Ja, ik ging vaak niet naar school, maar naar de bioscoop. De hele dag. School was niks voor mij, ik ging liever zeilen en vissen in Zandvoort. Of ik ging naar een museum. Ik ben hier in Oost geboren en getogen. Het bevalt me wel om weer in mijn oude buurt te wonen, waar ik vroeger buiten rondhing met vrienden en me bezighield met brommers en vriendinnetjes. In de Linneausstraat heb ik nog een huis gekraakt. Maar de buurt is behoorlijk veranderd en veel vrienden zijn verhuisd, of hebben een gezin of zijn overleden. Ik woon hier nu ongeveer anderhalf jaar. Hiervoor woonde ik in de Aak. Dat is een ‘doorstroomhuis’ maar ik heb daar zeven jaar gewoond. Ik was vroeger drugsverslaafd, maar ik ben nu alweer vijftien jaar drugsvrij. Toen ik zo’n twaalf jaar geleden het huis van mijn oma uit moest omdat ze overleed, werd ik suïcidaal. Ik raakte verslaafd aan de alcohol en de medicatie. Ik werd met een alcoholvergiftiging opgenomen en heb nog kort in coma gelegen. Ik was op het randje van de dood. Toen heb ik besloten om te stoppen met drank.”
Michael kon binnen een maand bij Vrolikhuizen terecht. “Hier zijn aardige bewoners en medewerkers en het is er fijner dan bij de Aak. Er is meer contact met de bewoners. Dat vind ik fijn, want ik ben een sociaal mens. Ik kan hier iedere dag op de hometrainer en met Nettie, mijn begeleider, doe ik veel activiteiten, zoals fietsen en naar Zandvoort gaan. Omdat ik de jongste ben hier en de meesten wat dement zijn, doe ik veel in huis, zoals het zetten van thee. Iedereen moet taken doen als het schillen van aardappels bijvoorbeeld, maar die neem ik vaak over.” Verder is Michael ook veel buiten te vinden. Een beetje shoppen op de Dappermarkt of zitten op het balkon van Vrolikhuizen, waar hij naar de radio luistert. Behalve fietsen en wat lopen, gaat Michael een keer per week naar yoga. Michael zou het fijn vinden als het huis gemengder is van samenstelling. “Ik ben door mijn oma opgevoed en ik heb daardoor denk ik ook goed contact met vrouwen. Met vrouwen krijg je meer sfeer in huis. En je kan met hen makkelijker praten.” Het is dan ook een vrouw die hij een compliment wil geven: Nettie. “Door de aandacht die ze me geeft. Zij is als mijn zus.” Dan is het tijd voor het maken van een foto. Of ik wist dat hij vroeger ook gefotografeerd had? Er was lang geleden een meisje waar hij altijd foto’s van maakte. Zij werd later zijn vriendin. Als ik weg ga wil Michael me een paar boekjes over fotografie meegeven die hij op straat heeft gevonden. Ik waardeer het gebaar, maar eigenlijk ben ik geen echte fotograaf, zeg ik hem. Michael besluit om de boekjes te bewaren voor Nettie. Misschien vindt zij het leuk. / Machteld Kuntz
D E C14STA4
13
De kunst van het ‘lezen’ van de cliënt
‘Vrijheidsbeperking minder aan de orde’ Binnen Amsta Karaad is het terugdringen van vrijheidsbeperking een hot item. En niet alleen op papier. Bij groep acht van De kleine Johannes is cliëntgerichtheid werken het toverwoord waar alles om draait. En het werkt! Minder spanningen en escalaties op de groep, cliënten die meer tot ontplooiing komen, en een time-out ruimte die is omgebouwd tot ‘comfortroom’. Genoeg reden voor de redactie van STA om langs te komen voor een gesprek.
14
D E C1 4STA4
Op groep acht van De kleine Johannes wonen negen mensen. Zeven van hen hebben een stoornis in het autistisch spectrum, en twee van hen complexe meervoudige problematiek. Joeri Ruiter is persoonlijk begeleider op deze groep. “Client gericht werken begint ermee dat je kritisch kijkt naar je eigen handelen. We zijn zo snel geneigd om voor de cliënten in te vullen wat goed voor hen is. Dat gaat vaak ongemerkt, en zit meestal in kleine dingen. Daar zijn we ons nu bewuster van. We werken binnen Amsta Karaad met het project Dialoog met de Klant, we spreken met de cliënt over zijn of haar wensen. Daar pas je de ondersteuning op aan. Zo sporen we onze blinde vlekken op en doen we er iets mee.”
Beperking levert spanning op De nieuwe manier van werken zorgt voor een vooruitgang bij de bewoners, zoals bij Edwin en Anna* met een autistische stoornis. “Anna* had een groot boek bij zich toen ze hier kwam. Daarin stonden duidelijke gedragsregels over wat zij wel en niet aankon. Die strakke structuur zonder veel eigen keuzemomenten namen we over, om spanning te vermijden. We kwamen er al snel achter dat juist die beperking haar veel spanning opleverde. We lieten meer los en Anna maakt haar eigen keuzes. We zagen haar opbloeien. Edwin kwam in zijn vorige woning bijna niet van zijn kamer af, maar hier zagen we dat contact met anderen hem goed doet. Ook is hij nu van zijn hoofdpijnmedicatie af, die hij ’s morgens bijna standaard kreeg. Soms is het zoeken naar de vrijheid die een cliënt op een bepaald moment aankan. Bij Edwin ging het wel eens mis. “Nu herkennen we de signalen beter, waardoor we aanvoelen dat hij geen zin heeft.” Als je de juiste aanpak vindt, helpt dat enorm. Daarom is een vast team ook zo belangrijk; deze manier van werken vereist dat je het gedrag van de bewoners kunt ‘lezen’, die kennis haal je niet uit boekjes.”
samen met een begeleider met de trein naar Scheveningen gegaan om daar zijn moeder te ontmoeten en samen koffie te drinken. Dit is gefinancierd vanuit Amsta Karaad Plus [red: een pakket waarbij ouders/vertegenwoordigers extra ondersteuning kunnen inkopen die niet standaard vergoed wordt vanuit het budget van de cliënt]. En samen met Irene hebben we een Ik-boek gemaakt met plaatjes en tekst van dingen waar ze blij van wordt. Een ander initiatief was om de time-out ruimte [een ruimte waarin cliënten die escaleren in het verleden tijdelijk werden afgezonderd om tot zichzelf te kunnen komen] om te bouwen tot ‘comfortroom’. We realiseerden ons dat wanneer je het nodig hebt om cliënten in de time-out ruimte te zetten, je eigenlijk al te laat bent. Bij beginnende spanning moet je middelen voorhanden hebben om deze spanning weg te nemen. En zo ontstond het idee voor de comfortroom. De ruimte werd aangekleed met een verwarmd waterbed, lichtjes, kleurige kleden, een zitzak en vrolijke bloemenstickers op de muren. Een prima ruimte om even te chillen dus.”
Spanningsveld Joeri: “Er blijft altijd een spanningsveld tussen vrijheid en veiligheid, daar ontkom je niet aan. Soms vinden er escalaties plaats bij cliënten, en ook op momenten dat het niet zo goed uitkomt. Zo was ik met Marianne* aan de overkant van de Overtoom om een broodje te eten. Plotseling werd het haar teveel en wilde ze de weg oversteken, dwars door het verkeer. Ik heb haar toen in haag kraag moeten pakken en meenemen naar De kleine Johannes. Dat was een gevaarlijke situatie, maar als je niet bereid bent om risico’s te nemen, dan ontneem je de bewoners het recht om deel te nemen aan het openbare leven.”
“Naast professionaliteit is humor een belangrijk onderdeel in ons werk”
Teamwork Joeri: “We hebben een ontzettend leuk team met positieve en gemotiveerde mensen. We observeren en analyseren met elkaar het gedrag van onze bewoners en bedenken op basis daarvan hoe we het beste uit onze bewoners kunnen halen. Humor is – naast professionaliteit – een belangrijk onderdeel in ons werk. En dat is een eigenschap die we wel delen in ons team. Bovendien hebben we goed contact met Wil Jacobs, de gedragswetenschapper. Hij staat ook open voor het uitproberen van nieuw gedrag en denkt met ons mee hoe we dat kunnen doen.”
Van time-out naar comfortroom We hebben verschillende middelen om er achter te komen wat een bewoner wil of niet. Dit is afhankelijk van het niveau van de cliënt. We hebben bijvoorbeeld samen met Amir* een wensboom gemaakt die nu op zijn kamerdeur hangt. Bij alle takken van de boom mocht hij wensen aangeven. Een van zijn wensen was koffiedrinken met zijn moeder in Scheveningen. Dus is hij
Vertrouwen als sleutel tot succes “Vertrouwen is het belangrijkste in het terugdringen van vrijheidsbeperking. Als je angst hebt voor het gedrag van de cliënt ga je sneller over tot maatregelen als opsluiting en afzondering. Dat geeft heel veel spanning; bij de cliënt, maar ook bij de begeleiders. Als een begeleider bang is voor een escalatie voelt een bewoner dat en reageert daarop met nog meer spanning, waardoor er juist een escalatie plaatsvindt. Wij vertrouwen op het vermogen van onze bewoners om zelf weer tot rust te komen als de spanning zich opbouwt en we laten zien dat we er ook op dat moment voor ze zijn. Daardoor vinden bewoners zelf manieren om tot rust te komen en hebben we van de time out ruimte een comfortroom kunnen maken. Dat maakt dit werk zo de moeite waard. / Jiska Stroes
*De namen zijn gefingeerd.
D E C14STA4
15
prik De Fagel geopend Op woensdag 26 november werd kleinschalige woonvoorziening De Fagel officieel geopend. Hier biedt Amsta verpleeghuiszorg aan 24 ouderen met dementie. Bijzonder hier is ook de samenwerking met de buurt. Locatiemanager Jannette Hoek: “Bij Amsta willen we een goede buur zijn. Dat betekent dat ook de bewoners uit de omliggende huur woningen een beroep op onze zorg kunnen doen. Het kan gaan om tijdelijke zorg, om te logeren of men kan deelnemen aan bepaalde activiteiten die wij organiseren. Als één van onze buren de deur niet uit kan voor boodschappen, dan helpen wij bij een online bestelling. En kan men tijdelijk niet koken, bijvoorbeeld vanwege ziekte, dan is deze meneer of mevrouw van harte welkom om bij De Fagel aan te schuiven voor het eten. Volgens mij is dit hoe de zorg steeds meer georganiseerd moet gaan worden.” /
Heb jij iets geleerd van de Week van Reflectie?
Louis
Ja, dat het hoog tijd is er eens flink de bezem door te halen Hier, door de organisatie? Nee, thuis. De spiegel waar ik in keek zat net als de rest van ‘t huis ónder het stof.
De Koffiehoek 16
D E C1 4STA4
bord
Nieuwbouw en verbouw Ingenhouszhof Op 10 november jl. was het zover: Amstabestuurder Relinde Weil zette haar handtekening onder het verkoopcontract van locatie Ingenhouszhof. Het pand is gekocht door AIG Careconcepts/ Bouwinvest Health care. Een belangrijke stap voor de toekomst van het pand en de zorg die Amsta daar gaat leveren. Het gedeelte van Ingenhouszhof dat nu leegstaat zal worden gerenoveerd. Het project heeft als werktitel ‘Van ’t Hofflaan’, omdat de entree aan de Van ’t Hofflaan komt te liggen. Hier komen moderne kleinschalige woonvoorzieningen, waar we zorg op maat aan een kleine groep bewoners kunnen leveren. De hoogbouw en laagbouw zullen definitief van elkaar worden gescheiden. De plannen voor de laagbouw zijn nog niet vastgesteld. Verschillende scenario’s worden uitgewerkt, zodat de beste keuze voor de Ingenhouszhof zal worden gemaakt. /
Confrontaties met de ziel De spannende en mysterieuze titel ‘Confrontaties met de ziel’ trok 19 oktober jl. ruim honderd gasten naar de Overtoom voor een ontmoetingsmiddag, georganiseerd door Amsta Karaad. Juist omdat het niet vanzelfsprekend is om mensen met een verstandelijke beperking te ontmoeten, wilden de organisatoren hun gasten nieuwsgierig maken en hen uitnodigen om de beperkingen te overwinnen. Samen werd er gedanst, gebakken, gezongen, aan yoga gedaan, geloomd en stil gestaan bij wie je bent en wat je bezielt. En iedereen genoot van de live muziek. Ook werd het boek van Elske Cazemier gepresenteerd. De geestelijk verzorger schreef over haar ervaringen met de mensen met wie ze werkt bij Amsta Karaad. Het zijn ervaringen die haar kijk op het leven veranderden. De titel van het boek zegt genoeg: ‘De ziel ontdekken’.Het boek is overhandigd aan Magdalena van Os. Zij woont op de Overtoom en haar tekening van een groot rood hart siert de voorkant van het boek. Twee bestuurders van stadsdeel West kregen een tweede exemplaar van het boek. En een derde boek is naar de Protestantse Kerk van Amsterdam gegaan. /
Oproep Lijkt het jou leuk om collega’s te interviewen? Heb jij ideeën voor artikelen,maak je graag foto’s? Dan is er voor jou wellicht plaats in de redactie van STA! Interesse? Stuur een mail aan
[email protected].