Pro Fide, Pro Utilitate Hominum >
OSJ - Info
28 oktober 2014 Jaargang 9, nummer 10
Allerheiligen Er zijn in mijn leven en in dat van mijn kinderen enkele beslissingen gevallen, die ik voordien niet voor mogelijk had gehouden, en waarvan ik duidelijk heb beseft dat ik niet zelf de hand erin heb gehad. Het zijn beslissingen waarvan ik met aan zekerheid grenzend geloof vertrouw dat mijn inmiddels ‘heil’ geworden echtgenoot, de ‘heilig’ geworden vader van mijn kinderen ze heeft teweeggebracht. Daar heb ik nochtans geen klinkende bewijzen voor. Wel heb ik zulke getuigenissen dikwijls van anderen gehoord. Het is duidelijk: als een mens zich ervoor leert openstellen, en zijn eigen kleinmoedigheid prijsgeeft, leert hij stukje bij beetje zeggen: ik geloof in de “gemeenschap der heiligen” (Joke Forceville Van Rossum. Blijvend licht. Loslaten, maar niet vergeten. Kok, Kampen 2003)
Allerzielen Ik ben de kleine dochter van Jaïrus. Ik lig hier op een veel te grote baar. De dood zit in mijn ogen en mijn haar, dat nu, de krul eruit is, zonder zwier is. Ik mis mijn pop, die nu zij niet meer hier is, slaapt als ik slaap, de vingers in elkaar. Ik weet dat twee en twee vier is, maar nu ik dood ben is dat niet meer waar. Waarom had ik daar straks ook weer verdriet? Er zou een man die toveren kon, komen mij beter maken, maar toen kwam hij niet. De mensen op het dak en in de bomen gingen naar huis, maar ik blijf van hem dromen. Morgen ben ik de eerste die hem zie. (Ed Hoornik in Vijfhonderd Gedichten over Leven, Liefde en Dood. Jozef Deleu. Lannoo, 2004)
OSJ Info
Pagina 2
Ik mis je zo … ALLERHEILIGEN is een prachtig feest omdat het het feest is van ALLE levenden, wij zelf en de overledenen, de “gemeenschap der heiligen” genoemd. Want die nu aan de overkant zijn, worden door de Kerk ook nog altijd tot de levenden gerekend. De Kerk vergeet hen niet. Het is het feest van hen en van ons. Die gedachte moet vreugdevol zijn en Johannes in zijn Apocalyps, waarin hij de vervolgde christenen wilde troosten, zegt dat er dat 144 000 zijn. Hij bedoelt natuurlijk niet 144 000 maar heel veel, of zo goed als allemaal. Op hen heeft God Zijn zegel gedrukt, Zijn eigen productiemerk. Maar toch: “IK MIS JE ZO, al denk je dat misschien niet omdat ik nooit bij je graf kom”, schreef ooit een kind naar mij om te plaatsen in KERK&leven federatie Neeroeteren. “Ik vind het stom om hier te staan. Praten tegen de bloemen is belachelijk, stel je voor dat iemand het ziet. Als ik in de buurt van het kerkhof kom, moet ik altijd denken aan de dag van jouw begrafenis. En dan word ik erg verdrietig. Daarom fiets ik liever een straatje om. Thuis is het lang niet meer zo leuk als toen jij er was. Mijn zus is best lief hoor en ze doet haar best om het gezellig te maken. Jij vond rommel geen rommel maar gewoon gezellig en dat vind ik ook, maar mijn zus denkt er anders over. Ze wil ook altijd precies weten wat er is als ik een keertje een beetje stiller ben dan anders. Maar het is lastig om dat onder woorden te brengen. Soms weet ik gewoon niet waarom ik stiller ben! En ik kan toch moeilijk zeggen dat ik alleen met jou wil praten. Zij kan er ook niks aan doen dat jij dood bent gegaan. Weet je, af en toe lijkt het net alsof ik ben vergeten hoe je eruit zag. Dat vind ik afschuwelijk! Vorige week wist ik ineens niet meer welke kleur ogen je had. Dan ben ik bang dat jouw beeld op een dag helemaal uit mijn hoofd zal verdwijnen. Dat wil ik niet! Gelukkig hebben we veel foto's van jou. Als ik daarnaar kijk, dan herinner ik het me wel weer. Ik wou dat ik wist waar je bent en dat je me even vast zou houden. Soms kijk ik in de lucht, maar ik zie je nooit. Misschien is dood wel echt dood en schrijf ik nu aan iemand die niet meer bestaat. Nu ja, ik ga deze brief toch verbranden. Dat doen indianen ook. Zij kunnen in de rook letters lezen, dat is dan het antwoord. Ik wou dat ik dat ook kon, dan was het net alsof jij echt iets tegen me zei. Ook al ben je dood, ik houd nog steeds heel erg veel van jou.” Gedachte: Elk leven is als een mooi blad, dat valt, soms ineens, soms langzaam. Het valt en God raapt het op. Jaak LIPKENS, KGSJ, Vicekanselier commanderij Loon
L’école des Frères te Kasenga (DRC) Een blik in het verleden Kasenga is een gemeente in een landbouwgebied op 215 km van Lubumbashi, de tweede grootste stad van de Democratische Republiek Congo, nabij de grens met Zambia. Kasenga en Lubumbashi zijn door een behoorlijke weg met elkaar verbonden. De eerste Belgische Broeders Xaverianen kwamen daar aan in 1933 en stichtten er een basisschool en een middelbare school. In 1975 dienden de Broeders Xaverianen, na 42 jaar activiteit dus, om evidente redenen de scholen te verlaten, hoewel de plaatselijke bevolking met veel heimwee bleef hopen op hun terugkeer. Pas in 2009 zijn een viertal Congolese Broeders Xaverianen naar die vroegere missiepost teruggekeerd, om er opnieuw lager en middelbaar onderwijs te organiseren.
OSJ Info
Pagina 3
Huidige situatie De Broeders hebben er de kwaliteit van hun woonhuis, de vier schoolgebouwen en het kleine internaat gevoelig verbeterd en ze hebben zich heel hard ingezet voor de bestrijding van allerlei vormen van fraude en voor het opkrikken van het niveau van de onderwijs. Dank- zij hun zeer grote inzet, is de toestand van de gebouwen nu veel beter, is het meubilair vernieuwd, zijn een chemielokaal en een informaticaklas helemaal opgeknapt en met modern didactisch materieel uitgerust. Nu staan vijf Congolese broeders in voor het onderwijs van de vakken godsdienst, Frans, Engels, wiskunde, informatica, economie en landbouw. Door dit alles zijn de werkomstandigheden voor alle betrokkenen fel verbeterd: voor de broeders zelf, voor de zowat vijftig jongens uit de streek die in het internaat verblijven, voor de leerkrachten en vooral voor de leerlingen zelf. De ouders krijgen ook steeds meer vertrouwen in de scholen en de leerlingen zijn erg fier op hun “Ecole des Frères”!!! Rol van de Orde van Sint-Jan van Jeruzalem, hospitaalridders Het absoluut noodzakelijke opknappen van de gebouwen werd na contacten van de Broeders Xaverianen via Broeder Roger Demon met hospitaalridder Frank Demuynck, zowat volledig gefinancierd door de Orde van Sint-Jan van Jeruzalem Hospitaalridders, Commanderij Slype-Caestre. Daartoe werd op 25 september 2012 een concert georganiseerd in het Brugse concertgebouw, met het “Gloria” en het “Magnificat” van A. Vivaldi en het “Magnificat” van F. Durante op het programma, gebracht door de Accademia Amanti dell’Arte, onder leiding van G. Soenen en het Gents Madrigaalkoor, onder leiding van Johan Duijck. Onder meer met de opbrengst van dit benefietconcert steunde de orde van Sint-Jan de broeders in Kasenga. Zij ontvingen ruim 17.000 $ en 25 PC’s ter waarde van 4000€. Het resultaat is duidelijk zichtbaar op de bijgevoegde foto’s. Op deze manier is de orde van Sint-Jan van Jeruzalem opnieuw trouw aan haar devies: Pro Fide, Pro Utilitate Hominum. Dat dit gebaar erg naar waarde wordt geschat, moge blijken uit de volgende brief van Broeder François Musongo, de directeur van de Broederschool te Likasi, aan de heer Frank Demuynck: Bonjour Mr Frank, La cité de Kasenga est un grand centre rural situé à quelques 215km de Lubumbashi, la deuxième ville de la République Démocratique du Congo (R.D.C.). La Congrégation des Frères Xavériens, fondée à Bruges, organise dans ce village une école primaire et une secondaire, mixtes, avec une population de plus ou moins 700 élèves. En effet, c'est en 1933 que le premier Frère Xavérien Belge est arrivé à Kasenga, suivi par bien d'autres Frères. Malheureusement, quelques années plus tard et pour des raisons évidentes, les Frères Belges se verront obligés de quitter cette mission qu'ils chérissaient tant, laissant derrière eux une population qui ne cessera jamais de réclamer leur retour. Et voilà que depuis quelques années, les jeunes Frères Xavériens Congolais s'y sont à nouveau installés. Sans trop attendre, ils ont repris leurs activités dans les deux écoles. Et à côté de ces deux écoles, primaire et secondaire, ils organisent un internat qui héberge quelques 50 élèves garçons, provenant surtout des différents coins de la cité de Kasenga et des petits villages environnants. A leur arrivée, les Frères trouveront l'école dans un état de délabrement total. Sans pour autant se décourager, ils se mettront au travail: nettoyage de classes, réparation du mobilier et entretien de l'outil de travail. Ceci pour dire que l'appui financier de "De Orde van Sint-Jan van Jeruzalem, hospitaalridders" a été pour eux providentiel car arrivé au bon moment. Avec ce financement, deux salles de classe du primaire seront réhabilitées, un laboratoire de chimie ainsi qu'une salle d'informatique seront aménagés et équipés. Les murs des classes du secondaire seront rafraîchis de l'intérieur à l'extérieur. Ce qui rend le climat de travail serein et petit à petit, l'école commence à reprendre vie, la confiance renaît dans le chef des enseignants et des parents. Les plus heureux et les plus joyeux de tous ce sont les enfants eux-mêmes. Une joie manifeste et une fierté légitime se lisent sur leurs visages et nombreux sont les parents qui aimeraient voir leurs enfants fréquenter "L'Ecole des Frères", comme ils aiment bien le dire, avec charme, dans la langue du milieu. Voilà pourquoi la communauté des Frères Xavériens œuvrant dans les deux écoles de Kasenga remercie vivement "De Orde van Jeruzalem, hospitaalridders" pour son attention et son soutien à cette œuvre combine bénéfique pour les enfants pauvres de ce village. C'est sans aucun doute que ces jeunes gens se sentent, aujourd'hui plus que jamais, réconfortés et encouragés à prendre au sérieux leur destin commun. Les Frères se souviendront de vous dans leur prières quotidiennes et que cet élan de fraternité et de solidarité nous pousse toujours à aller plus loin. Frank Demuynck CJSJ / Flor Will
OSJ Info
Pagina 4
Doordenkertje 26: Echtheid Geadopteerde kinderen of kinderen verwekt via sperma- of eiceldonatie verlangen niet zelden hun ‘echte’ vader of moeder te leren kennen. Dat heeft niet of niet primair te maken - zoals men soms beweert - met het feit dat men zo over nuttige informatie, bijvoorbeeld in verband met erfelijke aandoeningen, kan beschikken. We zijn teleurgesteld als we ontdekken dat een voorwerp of een schilderij niet echt is, ook al is het een getrouwe reconstructie of replica. Wat ons in verband met het echte interesseert, kan niet te maken hebben met wat het voorwerp ons toont of met wat het kan doen: echt of fake zijn maakt op die punten geen verschil. Het kan evenmin alleen te maken met de uniciteit of zeldzaamheid van het object die de prijs opdrijft: echtheid kan ons interesseren ook bij niet-zeldzame of niet-unieke objecten. Trouwens waarom zou uniciteit of zeldzaamheid op zich juist een hogere prijs verdienen? Karakteristiek voor de interesse die ons hier bezighoudt, is het belang gehecht aan het feit dat het object echt is, dat het bijvoorbeeld echt afkomstig is van mijn grootvader of van die schilder. De betekenis en waarde die iets voor ons heeft binnen deze interesse verandert wanneer dat niet het geval blijkt te zijn. We kunnen de replica mooi vinden of interessant, maar ze heeft niet de betekenis of waarde van het echte. Empirisch-wetenschappelijk onderzoek kan onomstotelijk aantonen dat iets waarvan we dachten dat het echt was, fake is. Neutraal, objectief onderzoek kan dus een cruciale invloed hebben binnen onze interesse in het echte; maar het belang van dat onderzoek vooronderstelt natuurlijk die specifieke interesse. Echtheid speelt ook een grote rol in menselijke relaties: is er echte liefde of vriendschap, echte erkenning in het spel, of gaat het om doen alsof, veinzerij, al dan niet uit berekening? Sommigen beweren dat er geen echtheid in liefde of vriendschap bestaat; maar dat is prietpraat. Iedereen weet dat er zeer verschillende vormen van liefde bestaan waarbij uit de concrete realiteit van de relatie doorgaans duidelijk blijkt of het al dan niet om dubieuze vormen gaat. Opmerkelijk is dat er in dit domein, in tegenstelling tot het domein van echtheid van objecten, geen neutrale, onafhankelijke test van echtheid bestaat. Wat wel mogelijk is, is dat de liefde, vriendschap of erkenning die iemand ontving bedrog blijkt geweest te zijn. Literatuur en film zijn vol van verhalen van schokkend bedrog bijvoorbeeld van partners die spionnen bleken te zijn en hun familie en vrienden als dekmantel gebruikten. De realiteit overtreft hier zoals zo dikwijls de fictie; denk maar aan de nette jonge mannen die terroristische aanslagen plegen, of aan psychopaten die gedurende vele jaren in familie of buurt ‘een normaal leven’ leidden. Als er geen neutrale, objectieve test van de echtheid van een houding of relatie bestaat, dan zijn deze houdingen en verhoudingen onvermijdelijk op onderling vertrouwen en niet op zekerheid gebaseerd. Misschien is deze waarheid – dat hier van absolute zekerheid geen sprake kan zijn, dat bedrog altijd mogelijk is – moeilijk te verdragen en verkiest men daarom het cynisme van ‘alles is egoïsme’? Waarom zijn wij mensen zo diep geïnteresseerd in echtheid als dat niets toevoegt aan de betekenis of informatie verschaft door het object of aan zijn nut? Waarom zijn wij zo diep geïnteresseerd in houdingen en relaties die niet met zekerheid te bepalen zijn, die een vertrouwen vereisen dat zonder uiteindelijke garantie is? Is dat niet allemaal buitengewoon irrationeel, zouden we niet beter met dat soort zaken komaf maken? Waarom bijvoorbeeld ons geluk laten afhangen van de verondersteld echte erkenning door anderen (vooral welbepaalde anderen) terwijl we nooit echt zeker kunnen zijn van hun diepste motivaties? Waarom ons niet beperken tot zakelijke relaties gebaseerd op do ut des, waarbij we weten wat we aan elkaar hebben (“als jij mijn zaak promoveert, dan ik de jouwe”; “ik geef jou het genot dat jij wil, als je mij geeft wat ik wil”)? We kunnen en moeten de vraag omdraaien. Zou een dergelijke uitschakeling van ‘irrationaliteit’ ons niet in de onmenselijkheid en dus in een dieper soort irrationaliteit doen terecht komen? Zonder vertrouwen is uiteindelijk noch rationaliteit, noch wetenschap, noch contract mogelijk; dat is ten minste wat wijze filosofen beweren. In elk geval zou de puur zakelijke, rationele wereld een enorm gereduceerde, arme wereld zijn. Een wereld waarin het wonder van de liefde of van de vriendschap van de ander niet langer bestaat; waarin het geluk gewaardeerd te worden door iemand ook al is hij ons niets verplicht, onmogelijk geworden is. Een wereld waarin de verhouding tot het unieke andere (het dagboek van mijn overleden moeder), of de unieke ander (de eigen vader, het eigen kind) uitgerangeerd is; en waarin wellicht ook het besef zelf een uniek zelf te zijn, niet langer zou kunnen bestaan. We leven vandaag in een cultuur waarin virtuele realiteit een steeds grotere rol speelt en reële relaties onder druk zet, waarin facebook- en chatrelaties doorgaan voor vriendschapsrelaties, waarin waarden vloeibaar en manipuleerbaar geworden zijn, waarin het gevoel belangrijker geacht wordt dan de verhouding tot het echte. In een dergelijke wereld komt de interesse in het echte enigszins in het gedrang, terwijl ze toch een van de meest fundamentele menselijke interesses is. Herman De Dijn CGSJ, commanderij Brabant
OSJ Info
Pagina 5
Kapittel van het grootprioraat van de lage landen
Op zaterdag 25 oktober 2014 kwamen de leden van de priorijraden van het Prioraat van de lage landen, het Prioratus Flandriae, het Prieuré d’Avalterre en het prioraat Alexander Nevsky samen in de kapittelzaal van de abdij van Grimbergen. Na een korte verwelkoming door grootprior Adrianna Van Den Haute CJSJ stelde prior Stefaan Vandendriessche CJSJ het verloop van het kapittel voor. Hij vindt het belangrijk dat de leden van de prioraten weten hoe de structuur van de andere prioraten er uitziet en hoe er gewerkt wordt. Dit jaar is het de beurt aan het prioraat van de lage landen om dit te doen. Als eerste kwam kanselier Francis Van Remoortere CJSJ aan het woord. Hij schetste aan de hand van de constitutie en het huishoudelijk reglement de structuur van het prioraat, waarbij hij de nadruk legde op het belang van de goede werking van de commanderijen, die de basis zijn van een goede werking van het prioraat. Prelaat Hans Vanackere KJSJ lichte het ‘Pro Fide’ toe. Hij wees erop dat er perfecte symbiose moet bestaan tussen het ‘Pro Fide’ enerzijds en het ‘Pro utilitate Hominum’ anderzijds. In onze orde kan het ene niet zonder het andere. Hij stelde zich ook de vraag wat de toekomst te bieden heeft bij het slinkend aantal priester en vroeg zich af of we niet meer diakens moeten aantrekken. Broeder Jan Lambrecht KJSJ gaf vervolgens toeichting bij het financiële aspect van het lidmaatschap van de orde. In zijn gekende stijl gaf hij wat meer kleur aan de cijfers en rekende ons niet alleen voor hoeveel de lidmaatschapsbijdrage bedraagt, maar ook welke bijkomende kosten er mee gepaard gaan. Hoofdhospitalier Chris Voet KJSJ ging verder met de werking van de beide Vzw’s toe te lichten. Hij kwam uitgebreid terug op de mogelijkheid om van een fiscale aftrekbaarheid te genieten, niet alleen voor de leden van het prioraat maar ook voor de derde verenigingen waarvoor de Vzw Steunfonds de administratie verzorgt. Het kapittel eindigde met de slottoespraak van luitenantgrootmeester Michel Bohé, die u integraal kan nalezen op de volgende pagina. Het kapittel werd afgesloten met een eucharistieviering waarin prelaat Hans Vanackere KJSJ voorging. Tijdens de viering werd prior Stefaan Vandendriessche CJSJ plechtig, door de luitenantgrootmeester, aangesteld als nieuwe grootprior van de lage landen, waarna de prelaat de nieuwe grootprior zegende.
OSJ Info
Pagina 6
Toespraak van de luitenantgrootmeester tijdens het kapittel van het grootprioraat Zoals wij reeds meerdere jaren doen is de verantwoordelijkheid van het grootprioraat overgedragen van het ene aan de het andere prioraat. Ik wens op de eerste plaats onze nieuwe grootprior, broeder Stefaan Vandendriessche, veel succes met deze bijkomende opgave. Ik ben overtuigd dat hij helemaal niet bij de pakken zal blijven zitten. Mijn dank gaat natuurlijk ook uit naar onze zuster prior Adriana Van den Haute die op een voorzichtige , diplomatische wijze manier haar taak heeft vervuld als grootprior Je remercie nos frères et sœurs des Prieurés d’Avalterre et de Alexander Nevski pour leur présence et pour les bonnes relations entre nos prieurés. Uw aller aanwezigheid versterkt onze samenhorigheid en brengt ons zeker dichter bij elkaar om ons motto “Pro Fide - Pro Utilitate Hominum “ nog beter in te vullen en is een goede schakel om de vriendschap tussen velen van ons te versterken. Ik heb ook nog een paar actuele mededelingen te doen: Enkele weken terug hadden wij onze laatste samenkomst van de Petit Conseil op vrijdag 27 September in het hoofdkwartier in Malta. Zijn excellentie baljuw Vincent Bonagura was de voorzitter van de vergadering. Alles is in volle sereniteit en zeer vlot verlopen. In het laatste jaar is de Commanderij van Montenegro een feit geworden en er zijn nieuwe kandidaten donaten die zich aanbieden onder hoede van hun peters. Ook is alles geregeld met een nieuwe commanderij in Californië die valt onder “the Priory of the Pacific.”. Een prioraat in Spanje met ongeveer 120 leden is tot de orde toegetreden. Volgens hun uitdrukkelijke wens wilden zij bij het Russisch Groot Prioraat van Malta aansluiten. Tijdens en voor de laatste samenkomst van de PC hadden wij twee merkwaardige ontmoetingen. De luitenantgrootmeester en de grootcommandeur van de groep Vancouver, hadden gedurende een drietal uren een onderhoud met onze grootcommandeur Paul Borg Ik werd daarover grondig door Paul Borg geïnformeerd. Op de dag na de PC en op Zondag 28 september 2014 hadden wij diverse gesprekken met twee afgevaardigden van de Groep van Londen. Namelijk baljuw Herald Levheim, grootmaarschalk en baljuw Alistair Redpath Stevens, secretaris-generaal van Prins Karl Vladimir Karageorgevitch die grootmeester is van de Engelse groep. De doelstellingen van beide groepen zijn gelijklopend, de verdere toenadering naar onze orde toe en dit in het vooruitzicht van een totale hereniging …, maar de weg is glad en ligt nog vol met hindernissen. Er is reeds een datum voorgesteld om met een conciliation committee van 6 personen samen te komen in januari 2015 in Londen. Ik heb grootcommandeur Paul Borg, baljuw Boudewijn Franck en baljuw Peter Gabrielsen gevraagd deze onderhandelingen te voeren. Ik heb mijn bezorgdheid uitgedrukt en zal dat nog eens met een uitgebreid schrijven aan onze baljuws doen om duidelijk te maken dat wij van onze kant alles dubbel moet overwegen. Ik verlang ernaar om duidelijk geïnformeerd te worden en zal er op wijzen dat geen enkele beslissing kan genomen worden zolang de volledige PC en de soevereine raad er niet volledig achterstaat. De tijd is in ons voordeel, de onderhandelingen moeten correct zijn en in geval van een negatief verloop moeten wij toch onze deur nog altijd open laten. Met het invullen van het “ Pro Fide” zijn wij zeker op het goede pad, wat niet nalaat dat de Christelijke identiteit binnen onze contreien verder aftakelt. Ik ben daar bijna dagelijks met geconfronteerd als ik met jongeren in contact kom of ben. Gelukkig hebben wij nog onze kerktorens die bijna nog overal overeind staan als schitterende en waardevolle bakens van het verleden. De kerk als instituut moet dringend haar zienswijze ter benadering van de gelovigen anders openstellen. De kerk moet open zijn voor alle mensen waar nog niet alles verloren is, hoewel zij volgens de kerkelijke huisregels er zogezegd niet meer bij horen. Moest O. L. Heer aanwezig geweest zijn op de laatste bisschoppen Synode, ik denk dat hij weer zijn zweep bovenhaalt en dat het verhaal van de tempel in Jeruzalem zich zou herhaald hebben. Hij zou de vernieuwende spirit en de verjonging van de kerk, zoals Mgr. Bonny ook zeer duidelijk heeft gesteld, niet nogmaals op een boemeltreintje zetten met het grote vraagteken: hoe lang duurt dit nu nog weer! Aan de eigenlijke waarden hoeft er helemaal niet getornd te worden. Waar zijn onze maatschappelijke waarden naartoe? Horrorfilms van eigen bodem die in veel opzichten onaanvaardbaar zijn en dit zeker waar kinderen worden toegelaten terwijl er zich op een ander deel van de wereld één der vreselijkste horrors afspeelt; waar de hele wereld niet meer weet hoe men zo iets moet aanpakken. Ik denk dat wij ons allen daarover moeten bezinnen door het gebed als een hoopvolle bron. “Pro Utilitate Hominum “ hiervoor hoeven wij ons niet te schamen, maar wij moeten de middelen die wij hebben verstandig en tijdig gebruiken ten dienst van onze evenmensen. Ik wil hier alle mensen bedanken die meewerken aan het correcte verloop van de verplichtingen die hieraan verbonden zijn. Dank voor de inzet van alle leden van het grootprioraat. Ik richt mij vooral tot onze twee priors en ook naar de priors van Prieuré d’Avalterre en van het prioraat Alexander Nevski. Samen zijn wij sterk en kunnen wij veel doen. En er zal altijd nog veel te doen zijn. Laten ons alle een steun zijn voor elkaar. Michel Bohé OSJ-CMSJ luitenantgrootmeester
OSJ Info
Pagina 7
Paus Franciscus zet de synodevaders in hun blootje (en ... de lezers/luisteraars/kijkers) Hieronder een vertaling van enkele uittreksels uit de indringende slottoespraak van de Synode door Paus Franciscus. De Paus vernoemt er in het bijzonder 5 bekoringen die hij meende te ontwaren bij het luisteren naar de synodevaders. Eerste bekoring: “De bekoring van de vijandige verharding, het zich willen opsluiten in de letter (…), in de binnenkant van de wet, in de zekerheid van wat we kennen en niet van wat we nog moeten leren en bereiken. Ten tijde van Jezus, was dit de bekoring van de Zeloten, van de scrupulanten, van de mensen met haast. Vandaag van hen die we “traditionalisten” of ook “intellectualisten” noemen.” Tweede bekoring: “De bekoring van een vernietigende wereldvreemdheid, die in naam van een verraderlijke barmhartigheid wonden verbindt zonder die eerst te verzorgen, die de symptomen behandelt en niet de oorzaken en de wortels. Het is de bekoring van de angstige en ook van hen die “progressieven en liberalen” worden genoemd.” Derde bekoring: “De bekoring om de steen te veranderen in brood om een langdurige, lastige en pijnlijke vasten te beëindigen (Lc 4, 1-4) en ook om brood om te vormen in steen en om die steen te werpen naar de zondaars, de zwakken, de zieken (Joh 8, 7), ttz om hem om te vormen in een ondraaglijke last (Lc 10, 27).” Vierde bekoring: “De bekoring om van het Kruis af te komen, om de mensen tevreden te stellen en daar niet te blijven om de wil van de Vader te vervullen, om toe te geven aan de geest van de wereld, eerder dan die uit te zuiveren en hem om te vormen naar Gods Geest.” Vijfde bekoring: “De bekoring om het depositum fidei (= de schat van het geloof) te verwaarlozen door zichzelf niet te beschouwen als de hoeders maar als de eigenaars en de heren. Of, omgekeerd, de bekoring om de werkelijkheid te verwaarlozen door een al te subtiel woordgebruik of door heel veel woorden te gebruiken om niets te zeggen. Ik meen dat men dit “byzantinisme” noemt.” (…) “De bekoringen mogen ons geen angst inboezemen of van de wijs brengen en nog minder ons ontmoedigen. Immers, geen enkele leerling is groter dan zijn meester. Indien dus Jezus bekoord is geworden – en zelf Beëlzebul werd genoemd (Cfr Mt 12, 24), dan moeten zijn leerlingen niet rekenen op een betere behandeling. Persoonlijk zou ik te zeerste bezorgd en droef geweest zijn waren die bekoringen en geanimeerde discussies er niet geweest, die bewegingen van de geesten, zoals de heilige Ignatius van Loyola ze noemt (Geestelijke Oefeningen nr 6), waren allen het eens geweest of stilzwijgend in een onechte en quietistische vrede. In de plaats daarvan heb ik met vreugde en erkentelijkheid de toespraken en de tussenkomsten gezien en gehoord, de pastorale en doctrinele ijver, de wijsheid, de oprechtheid, de moed en de “parresia” (= vrijmoedigheid)… En dit steeds, ik heb het hier in de aula gezegd, zonder de fundamentele geloofswaarheden van het sacrament van het huwelijk in vraag te stellen: de onontbindbaarheid, de eenheid, de trouw, en de vruchtbaarheid, de openheid op het leven.” (cfr Cann. 1055, 1056; en Gaudium et spes, 48). (…) Dit is de ene, heilige, Katholieke en apostolische Kerk die bestaat uit de zondaars die nood hebben aan Gods barmhartigheid. Dit is de Kerk, de echte bruid van Christus, die probeert om trouw te zijn aan haar bruidegom en aan haar leer. Dit is de Kerk die er geen angst voor heeft om te eten en te drinken met de prostituees en de tollenaars, de Kerk wier duren wijdopen staan om te onhalen die in nood verkeren, die berouw voelen en niet enkel maar de rechtvaardigen of zij die menen dat ze volmaakt zijn!”
OSJ Info
Pagina 8
Hubertus van Luik
Feestdag op 3 november De heilige Hubertus van Luik (655-727) was de laatste bisschop van Maastricht en de eerste van Luik. Over het leven van Hubertus bestaan zeven beschrijvingen. Hieruit is de legende van Sint-Hubertus uiteindelijk ontstaan. Legende van Sint-Hubertus Hubertus was een zoon van de hertog van Aquitanië en leidde een werelds leven. Op Goede Vrijdag van het jaar 683 ging hij op jacht, hoewel dat een zeer oneerbiedige activiteit was op die dag. Hubertus bespeurde een groot hert, en joeg er achteraan met zijn honden. Toen hij het hert bijna te pakken had en het dier zich naar hem toekeerde wilde hij het neerschieten. Op dat moment verscheen er een lichtend kruis tussen het gewei. Een stem zei hem naar Lambertus van Maastricht te gaan. Sint Hubertus staat nu bekend als patroonheilige van de jacht. Hiernaast: Het visioen van Hubertus door Jan Brueghel de Oude en Rubens, Madrid, Prado
Hubertus' leven als geestelijke Hubertus ging in de leer bij de heilige Lambertus, op dat moment bisschop van Maastricht. Uiteindelijk volgde hij deze op. Maastricht en Tongeren waren in die tijd onveilig. Daarom verplaatste Hubertus zowel de bisschoppelijke zetel als het gebeente van de heilige Lambertus naar Luik (rond 718). Hij verkondigde het geloof in Brabant en de Ardennen, vandaar dat in het zuiden van Nederland en in heel België vele kerken naar hem zijn vernoemd. In sommige streken lijkt het wel alsof er maar twee heiligen zijn: Hubertus en Lambertus. Floribane - de gemalin van Hubertus - was de enige erfdochter van Dagobert, graaf van Leuven. Zij trouwde met Hubertus in 682. Samen krijgen ze een zoon Floribertus. Deze wordt vlak na Hubertus' bekering geboren. Maar op het kraambed sterft Floribane. Daarop geeft Hubertus al zijn wereldse bezittingen op, geeft ook zijn titels weg en draagt de zorg voor Floribertus op aan zijn broer Eudon. Nadat Hubertus in 727 overleed, volgde zijn zoon Floribertus hem op. In die tijd konden gehuwden nog geestelijke worden, al scheidden ze in dat geval wel vaak van tafel en bed met hun eega. De vrouw werd dan meestal een kloosterzuster, al dan niet ver weg In de levensbeschrijving van Sint-Hubertus wordt zijn overlijden gepreciseerd op de plaats genaamd "Fura", gelegen op ongeveer 45 km van Luik. Het valt dan ook te betwijfelen dat dit de Vlaams-Brabantse gemeente Tervuren kan zijn, zoals het nochtans in de traditie wordt beweerd. Wellicht dient Fura in de Voerstreek te worden gezocht. Misschien was Hubertus een zoon van een graaf van Lohegau. Lohegau is de naam van het bosrijke gebied (lo) tussen Maastricht en Luik. De graven bewoonden o.a. 'Villa Fura', een burcht te 's-Gravenvoeren, gelegen in het Steenbos. Na zijn overlijden Op 30 september 825 werd zijn stoffelijk overschot van Luik naar de abdij van Andage overgebracht. Hierdoor werd Andage al spoedig een bedevaartsoord en de plaatsnaam veranderde na enige tijd in SaintHubert. De basiliek die bij de abdij werd opgericht, werd naar Hubertus van Luik vernoemd: de Basiliek van Sint-Hubertus. Naamdag en patroonheilige Dierenzegening & broodwijding: Omdat hij eens een man van hondsdolheid genas, wordt hij speciaal aangeroepen tegen deze ziekte. Daartoe wordt ook tegenwoordig nog het zogenaamde hubertusbrood gezegend. Andere patroonheiligen van de jagers zijn Sint Eustatius/Sint Eustachius (20 september), Sint Gilles/Sint Egidius (1 september) en Sint Bavo/Sint Baaf (1 oktober).
OSJ Info
Pagina 9
90.000 katholieken op de vlucht voor Boko Haram Meer dan 90.000 katholieken uit de Nigeriaanse bondstaat Borno zijn gevlucht voor de islamitische terreurgroep Boko Haram. Dat meldde het Nigeriaanse dagblad This Day op basis van verklaringen van het bisdom Maiduguri. De katholieken, afkomstig uit het noordoosten van het land, vluchtten naar het zuiden. Hun parochies zijn door strijders van Boko Haram geplunderd. Boko Haram begon in 2002 onder leiding van Mohammed Yusuf als een soort sekte die zich ten doel stelde alle westerse invloeden in het islamitische noorden van Nigeria uit te bannen. De naam Boko Haram komt uit de Hausa-taal en betekent ‘westers is zondig’. In 2009 werd de groep uiterst gewelddadig na een confrontatie met de regering. Volgens schattingen van de nationale noodhulpinstelling NEMA hebben intussen zo’n 677.000 Nigerianen hun dorpen in het noorden van het land verlaten uit angst voor Boko Haram. Volgens mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft de terreurgroep zich schuldig gemaakt aan de ontvoering van zo’n 500 vrouwen en meisjes. Zij die wisten te ontsnappen deden hun gruwelijke verhaal aan Human Rights Watch.
Pelgrimage van Smaragd Zopas verscheen het boek ‘Pelgrimage van Smaragd’ van de auteurs Annemarie Latour en Frank Bosman. Zij nemen de lezer mee langs twaalf plaatsen in Ierland die de hoogtepunten vormen van de Keltische spirituele traditie. Er bestaat volgens de auteurs een groeiende belangstelling voor de Keltische spiritualiteit, vooral bij hen die niet veel op hebben met het ‘kerkelijke’ christendom. In de Keltische beleving van de christelijke godsdienst speelt de natuur een veel grotere rol. Pelgrimage van Smaragd staat naast historische en geografische beschouwingen vol met verhalen over heiligen en geleerden, maar ook over dieven, schurken en elfen. Annemarie Latour (1971) studeerde Engelse taal- en letterkunde en Ierse folklore. Ze publiceert artikelen over kunst, cultuur en samenleving in onder andere Het Financieele Dagblad en NRC. Frank G. Bosman (1978) is cultuurtheoloog en werkzaam voor de School of Catholic Theology aan Tilburg University. Hij werd in 2011 uitgeroepen tot ‘meest spraakmakende theoloog’ van Nederland.
Maakt dat mee!!! Een getrouwd stel besloot op vakantie te gaan naar een strand aan de Caribische zee in het zelfde hotel als waar ze 20 jaar geleden, op huwelijksreis waren. Vanwege arbeidsproblemen kon de vrouw niet direct mee met haar man en zou een paar dagen later komen. Toen de man naar zijn hotelkamer ging, zag hij dat er een computer met internetverbinding aanwezig was. Dus besloot de man een e-mail naar zijn vrouw te sturen, maar verwisselde zonder er erg in te hebben 1 letter..... De mail kwam bij een ander terecht, en wel bij een weduwe die net terug kwam van de begrafenis van haar man. Zij ging haar emails doorlezen en viel direct flauw. Toen haar zoon thuiskwam, vond hij zijn moeder op de grond bij de computer. Op het scherm las hij het volgende bericht: Beminde echtgenote, Ik ben goed aangekomen. Waarschijnlijk zal je je verwonderen vanwege dit bericht via de e-mail, maar er is nu hier een computer en men kan boodschappen versturen naar geliefde personen. Bij mijn aankomst heb ik me ervan verzekerd dat alles is voorbereid voor jouw komst aanstaande vrijdag. Ik wil je snel zien en hoop dat je reis net zo kalm zal zijn als de mijne. p.s. Neem niet teveel kleren mee, want het is hier een helse hitte!! Tot vrijdag schat.
Pagina 10
OSJ Info Om de redactie in staat te stellen elke belangrijke organisatie tijdig aan te kondigen, verzoeken wij de organisatoren een korte beschrijving van het evenement, datum, plaats en uur tijdig (minsten één maand) op te geven. Uiteraard gaat het hier enkel om de activiteiten die voor alle broeders en zusters toegankelijk zijn. Na elke organisatie, verwachten wij trouwens een kort verslag
Kerkelijke feesten zijn ankerpunten op onze levenslange hemelvaart. Kerkgebouwen zijn dan ook, vreemd of vertrouwd, dorpsklein of immens groot, Elke kerk is een plek om even het anker uit te werpen, te wachten tot het zich vasthecht aan één of andere pilaar, een glasraam of een lichtinval op het tabernakel om zich dan verankerd en veilig te weten in de oceaan van Gods Geest.
Kalender OSJ Prioraat v/d Lage Landen Kanselarij R.d.Gendron 8 B-5561 Gendron-Houyet TELEFOON: +32 82 666 214 FAX: +32 82 74 53 75
13/11/2014 Vlaanderen
Bezoek restauratie Lam Gods
17/11/2014 Antwerpen
Commanderijraad
19/11/2014 Slype-Caestre
Commanderijraad
22/11/2014 Loon
Commanderijkapitel
27/11/2014 Brabant
Voordracht Rik Torfs
4/12/2014 Antwerpen
Commanderijvergadering
4/12/2014 Vlaanderen
Voordracht Oorlog en Poëzie
17/12/2014 Slype-Caestre
Commanderijvergadering
20/12/2014 Loon
Eindejaarsviering
21/12/2014 Antwerpen
Kerstconcert in de Kathedraal
E-MAIL:
[email protected]
Caritatieve werken: O.S.J. Steunfonds: Ondern.nr: 0414.661.637 BIC KREDBEBB IBAN BE66 4314 7476 4143 O.S.J. Op de Bres Ondern.nr: 0459.542.151 BIC KREDBEBB IBAN BE36 4314 7715 4181
Gebed van de Ridder Bidden wij tot God, Door Jezus Christus, onze Heer Mogen wij, die het teken van onze Verlosser dragen, in gans ons leven steeds voor ogen houden dat de vier armen van ons ridderkruis symbool zijn van de christelijke deugden: Voorzichtigheid, Matigheid, Rechtvaardigheid, Sterkte
Dat de acht hoekpunten verwijzen naar de acht zaligsprekingen, die de vrucht zijn van de beoefening van deze deugden; Dat de witte kleur zinnenbeeld is van de reine levenshouding, die onmisbaar is voor wie zich wil inzetten voor de verdediging van het christelijk geloof en zich volledig wil wijden aan de zorg voor armen en lijdenden en aan de universele broederschap onder alle volkeren.
Pro Fide, Pro Utilitate Hominum