Orlemans & Orlemans Organisatieontwikkeling en opleiding
St. Annastraat 291 6525 GT Nijmegen Telefoon (024) 355 58 18 Fax (024) 355 58 19 E-mail
[email protected] Internet www.orlemans.nl
SCHEMA’S: SAMENVATTINGEN VAN WAARGENOMEN GEGEVENS IN HET BREIN Er komen via de vijf zintuigen per seconde meer dan 11.000.000 brokjes informatie de hersenen binnen. Het overgrote deel daarvan (zo’n 99%) wordt buiten het bewustzijn om in het brein opgeslagen. In ons brein worden die gegevens geordend in bij elkaar passende groepjes: de zogenoemde schema’s die een grote invloed hebben op onze waarneming en ons psychisch functioneren.
1. Wat zijn schema’s? Schema’s zijn abstracties van concrete gegevens. Jan, Piet en Klaas hebben elk hun eigen concrete kenmerken, maar hebben ook allerlei zaken gemeen. Het zijn bijvoorbeeld alle drie mensen. Zodra je ze zo noemt blijven alle concrete kenmerken buiten beschouwing. Je maak er abstractie van. Abstraheren is een Latijns woord en betekent: wegtrekken, terzijde schuiven. Je hebt nu alleen nog oog voor wat Jan, Piet en Klaas gemeen hebben met elkaar. De concrete gegevens zijn terzijde geschoven. Die abstracte term ‘mens’ noemen we een ‘schema’. Terloops zij nog vermeld dat Jan, Piet en Klaas elk ook schema’s zijn. Dit proces van schemavorming gaat ons hele leven door. Alles om ons heen zijn schema’s voorzien van namen zoals personen, eigenschappen, dingen enzovoort.
2. Schema’s over mensen: onszelf en anderen. Voor ons praktisch functioneren beperken we ons tot deze categorie. Daar zijn er talloos vele van. Bijvoorbeeld: 1. Schema’s over bepaalde groepen van mensen zoals: kunstenaars, leidinggevenden, artsen. Dat zijn samenvattingen (abstracties) van een bepaald beroep, een bepaald ambacht. 2. Schema’s over eigenschappen, karaktertrekken zoals gezelligheid, luiheid, brutaliteit, voortvarendheid enzovoort. Het zijn samenvattingen (abstracties) van onze manier van doen. Al die schema’s zijn gedurende ons leven geleidelijk ontwikkeld. Je neemt ze over van anderen of je ontwikkelt ze zelf.
Orlemans & Orlemans is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Opleiders, de Vereniging voor Gedragstherapie (VGT), het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), sectie Arbeid en Organisatie. Daarnaast zijn wij lid van VETRON. Bovendien is ons bedrijf ISO-gecertificeerd.
3. Twee soorten van schema’s Je ontmoet iemand die stevig voor zijn mening uitkomt, rechttoe rechtaan handelt, nergens doekjes omwindt. Die gegevens kunnen voor jou een nieuw schema opleveren: je typeert die man als een krachtdadig persoon. Dat schema ‘krachtdadigheid’ wordt een bottum-up-schema genoemd. Het ontstaat van onderaf, berust op eigen ervaringen die van ‘buiten naar binnen’ komen. Dit is dus een nieuw, door jou zelf ontwikkeld schema. Gesteld dat er in het brein al zo’n type schema bestaat: ‘brutaliteit’. Dat zou je een oud schema kunnen noemen. Dan is de kans groot dat die nieuwe gegevens over de persoon in kwestie (ten onrechte) aan dat schema worden toegevoegd. Ze lijken bij elkaar te passen. Die persoon is dan niet alleen iemand die krachtdadig maar ook brutaal is, iemand die anderen overheerst. Dat is weer een voorbeeld van onze behoefte om binnenkomende informatie zo veel als mogelijk samen te voegen. Die typering berust niet op de werkelijkheid, maar op de bundeling van eigen schema’s. Nu gaat de weg van binnen naar buiten: top-down. Ze ontstaan van bovenaf. Er zijn dus twee mogelijke schema’s, die op een verschillende manier tot stand komen. Bottum-up-schema’s: concrete waarnemingen van gedrag worden gebundeld en door jou zelf onder één noemer gevangen. Top-down-schema’s: verworven schema’s kunnen veranderen onder invloed reeds bestaande schema’s. Bottum-up schema’s zijn min of meer noodzakelijk. Ze vatten een aantal concrete waarnemingen van jou zelf samen, zodat je die niet allemaal moet herhalen. Dat is een groot voordeel waarbij echter ook foutieve samenvattingen gemaakt kunnen worden. Top-down schema’s zijn volstrekt onbewuste aanvullingen of wijzigingen van bottum-schema’s. Het zijn constructies van onszelf. Dat daarbij ernstige fouten gemaakt kunnen worden, blijkt uit het bovengenoemde voorbeelden over krachtdadigheid.
4. Wat is de functie van schema’s? Schema’s voorzien in een belangrijke behoefte van de mens namelijk om de wereld rondom hem zo voorspelbaar en consistent mogelijk te maken. Het zijn de vaste patronen waarmee we alle binnenkomende informatie ordenen en een plaats geven. Stel je voor dat je bij iedere informatie als het ware van vooraf aan zou moeten nagaan wat elk aspect van die informatie betekent en hoe je erop zou moeten reageren? Denk maar aan het schema: rijvaardigheid. Zonder voorturend te hoeven nadenken over alle informatie uit de rijlessen, verricht de bestuurder op basis van zijn rijschema allerlei handelingen die nodig zijn om zonder ongelukken aan het verkeer deel te nemen. Het nut van dergelijke schema’s is duidelijk. Ze zijn niet alleen gemakkelijk maar ook noodzakelijk. Wij typeren mensen kortheidshalve bijvoorbeeld als: gevoelig, kordaat, veeleisend, en dergelijke. Het zou ondoenlijk zijn om iedere keer alle gedragingen van iemand te noemen die typerend voor hem zijn. Wat wij herkennen in een persoon is dus niet alleen afhankelijk van wat hij werkelijk is, maar is ook afhankelijk van onszelf. Wij maken als het ware onze eigen werkelijkheid en daarop reageren wij.
Bureau Orlemans & Orlemans Nijmegen
September 2015 2
Van onze schema's, zijn we ons meestal niet bewust. Wij denken dat we de dingen die op ons afkomen registreren zoals een fototoestel dat doet, terwijl we - zonder het in de gaten te hebben - de meeste dingen rondom ons bekijken door de gekleurde bril van onze schema’s. Wij zien voor een deel wat ons schema ons voorschrijft te zien maar we denken dat we objectief aan het waarnemen zijn. In paragraaf 6 komen we op deze sombere stelling nog terug.
5. Hoe werkt een schema? Gesteld dat jouw schema over de leidinggevende van de afdeling zeer positief is. Hij bestuurt de afdeling zeer goed, heeft oog voor de behoeften van zijn medewerkers, corrigeert zo nodig maar op een acceptabele wijze. Dat schema is van invloed op de manier waarop je met leidinggevende omgaat. Op een keer corrigeert hij je op een onheuse manier. Dat stemt niet overeen met jouw schema over hem. Mogelijke reacties zijn dan: • Selectieve waarneming. De aandacht wordt vooral gericht op gedrag dat bij het schema past en gaat voorbij aan gedrag dat er niet bijpast. • Bagatelliseren. Dat is het consonant maken van tegenstrijdige cognities. Je hebt de neiging om zijn correctie als een toevallige, niet belangrijke uitspraak te beschouwen. • Herinterpretatie. ‘Hij bedoelde eigenlijk te zeggen....’. • Rectificatie. Het is natuurlijk ook mogelijk dat het schema enigszins of in belangrijke mate wordt gerectificeerd. Vaak zal iemand anders dat in gang zetten. Zo werken in feite alle schema’s over anderen. Ze bestaan uit het geheel van gedragingen en eigenschappen die men karakteristiek acht voor leden van een bepaalde groep.
6. Het belang van schema’s voor het dagelijks functioneren Via zelfkennis zijn we permanent bezig om te bepalen of er eventueel gedrag aan- dan wel afgeleerd moet worden. Intussen is duidelijk geworden dat de vraag feitelijk zou moeten luiden: voor welk schema dat het geval is. Maar helaas van onze schema’s zijn we ons doorgaans niet bewust. Via het ontwikkelen van zelfkennis kunnen we tot bewustwording van schema’s komen. Zelfkennis wordt vooral verkregen door gedragsobservatie. Observeer hoe mensen uit je omgeving op jouw gedrag reageren. Op diverse manieren kunnen ze kenbaar maken of daaraan iets mankeert. Hoe reageer je daarop? Hoe staat het met jouw ‘luistergedrag? Let er op hoe anderen op jouw gedrag reageren. Een simpel voorbeeld. Je hoort iemand zeggen: ‘ja natuurlijk jij weet altijd alles beter’. De vraag is dan op welke gedragingen van jou dat schema ‘allesweter’ van hem berust. Vraag erop door. Niet om je te verdedigen maar om erachter te komen of hij al dan niet gelijk heeft. Je krijgt misschien zo iets te horen als: ‘jij hebt altijd meteen jouw antwoord klaar, je luistert niet, je gaat niet echt in op wat een ander tegen jou zegt’. Ga nu niet in discussie maar reageer op een positieve manier bijvoorbeeld: ‘bedankt voor jouw openhartigheid, ik zal erop gaan letten’. Met deze zelfkennis ga je nu aan de slag. Je stopt bijvoorbeeld met direct antwoord te geven aan anderen en je gaat oefenen in luisteren en vragen stellen.
Bureau Orlemans & Orlemans Nijmegen
September 2015 3
Geleidelijk zal het Bottum-schema-allesweter nu gaan veranderen. Dat is de toepassing van de volgende stelregel die voor alle Bottum-schema’s geldt: Het gedrag wijzigen en daardoor ook het betreffende, foutieve schema. Een onderbreking. Er zijn ook schema’s die in een fractie van seconde ontstaan bij het zien van iemand of van diens foto. Zo’n eerste indruk komt volledig onbewust tot stand en berust niet op waargenomen gedragingen. Het gaat hier om een volledig automatische vorm van volstrekt onbewuste, onbedoelde en niet te stuiten betekenisverlening. Die indruk staat voor de waarnemer als een paal boven water. Zo worden bijvoorbeeld ook mensen met een knap uiterlijk vaak meteen sympathieker beoordeeld dan ‘lelijke’ mensen (Vonk 2012 p. 21). Gesteld dat je iemand op het eerst zicht meteen al onsympathiek vond. Pas dan precies dezelfde bovenbeschreven regels van zelfinzicht toe. Bijvoorbeeld of anderen dezelfde indruk hebben van de persoon in kwestie. Maar in het voorbeeld van het Top-down-schema brutaliteit berust dit niet op waargenomen gedrag. Het is geheel onbewust door jou zelf ontworpen. De betreffende persoon is een brutale rakker. Punt uit. Staat dit schema voor jou onomstotelijk vast dan is de verhouding met die persoon voor goed verstoord. Een uiterst ongelukkige situatie. Wat is daaraan te doen? Ga op onderzoek uit. Vraag bijvoorbeeld aan een vriend wat hij van die man vindt. Is zijn oordeel veel positiever dan het jouwe ga dan eens zorgvuldig letten op de uitspraken van de man in kwestie Een voorbeeld. De nieuwe leidinggevende in jullie afdeling is in jouw ogen zo’n brutale man. De communicatie met hem verloopt stroef. Onderzoek nu zorgvuldig af of hij brutale uitspraken doet die jou tegen de borst stuiten. Zo ja, dan is er sprake van een Bottum-schema dat indien nodig op de bekende manier opgelost kan worden. Zo nee, dan stuit je op een Top-down-schema. Met behulp van een nieuwe stelregel kun je dergelijke foutieve top-down-schema’s veranderen. Deze luidt als volgt: Het foutieve schema wijzigen en daardoor ook het ongewenste gedrag. Op de vorige bladzijde staat dat wij als het ware onze eigen werkelijkheid maken. Wij zien voor een deel wat ons schema ons voorschrijft te zien maar we denken dat we objectief aan het waarnemen zijn. Let wel: ‘voor een deel’. We zijn ons immers ook ten dele bewust van wat zich binnen ons afspeelt. We hebben zelfs de indruk dat we aardig goed weten hoe we in elkaar zitten en waarom we de dingen doen die we doen. Met dit inzicht ga je aan de slag. Je zou bijvoorbeeld tegen jezelf kunnen zeggen (mentaal gedrag) dat het zeer wel mogelijk is dat dat de persoon in kwestie heel aardig is. Dat de verdere ontwikkeling dat wel zal uitmaken. Je zou als het ware een ‘hulpschema’ kunnen ontwikkelen. Zo iets als: ‘Hij is een aardig, aangenaam iemand tot het tegendeel is bewezen’. Bureau Orlemans & Orlemans Nijmegen
September 2015 4
Schema’s vormen netwerken, dat wil zeggen dat een bepaald schema dat geactiveerd wordt tevens andere schema’s oproept die ermee geassocieerd zijn. Het oude schema van de leidinggevende zal nog diverse malen opduiken, maar het nieuwe schema zal ook geactiveerd worden. Op dat moment kun je bewust kiezen voor het nieuwe. We kunnen de nieuwe keuze inwendig ‘herhalen’ (‘Pas op dat ik hier niet de fout in ga’). Het behoeft nauwelijks toelichting dat met ons veranderd gedrag ook de verstandhouding met hem beter wordt. In plaats van een enigszins denigrerende houding komt er een van meer respect en waardering. Schema’s leren veranderen door inzicht verloopt dus als volgt. 1. Onderkennen van (mogelijk) foutieve schema’s. 2. Erkennen, bewust worden dat deze ook voor jou zelf gelden. 3. Uitdrukkelijk een verbeterd schema introduceren. 4. Aandacht geven aan aspecten die bij het nieuwe schema passen. 5. Aan jezelf instructies geven. 6. Deze inprenten door ze te herhalen, ‘van buiten te leren’. 7. Controleren of je gedrag (de output) daadwerkelijk verandert. Schema’s leren veranderen door oefenen Met het verworven inzicht is de kous meestal niet af. Dat gebeurt pas als het beoogde schema vele malen herhaald en zo nodig ook telkens gecorrigeerd wordt. Een belangrijke route wordt dus: Gaan oefenen met het toepassen van het hulpschema. Duikt het oude schema weer op, onderken dit als een fout en ga door met oefenen tot het nieuwe schema als het ware vanzelf het jouwe wordt. Een voorbeeld. De betreffende leidinggevende tikt jou op de vingers: ‘Wat je daar doet is niet correct’ en je denkt meteen: ‘Daar heb je hem weer met zijn onsympathieke uitspraken’. Fout dus. Analyseer meteen wat er fout ging. Heb ik de situatie wel goed bekeken en zo ja, heb ik deze dan wel correct doordacht en zo ja, was dan mijn handelen niet correct? Gesteld dat die analyse uitwijst dat de man het wel bij het rechte eind heeft, dat je inderdaad een fout beging. Dan is zijn opmerking terecht en heeft dat met sympathie niets van doen. In feite realiseer je je dat leidinggeven terecht ook het corrigeren van medewerkers kan inhouden. Het hulpschema: ‘Hij is een aardig, aangenaam iemand tot het tegendeel is bewezen’ wordt met die terechtwijzing niet aangetast. Ook aardige leidinggevenden zijn verplicht hun medewerkers aan te sturen en zo nodig te corrigeren Kort samengevat. Schema’s ontstaan volledig onbewust en je kunt die pas wijzigen of ongedaan maken als ze bewust worden. Bij foutieve Bottum-schema’s is dat geen probleem. Ze kunnen via gedragsverandering gewijzigd of ongedaan gemaakt worden.
Bureau Orlemans & Orlemans Nijmegen
September 2015 5
Bij foutieve Top-down-schema’s ligt dat gecompliceerder. Er moet zorgvuldig geoefend worden om die te wijzigen. Referenties. Vonk, R. (2006). De eerste indruk. Scriptum Psychologie.
Bureau Orlemans & Orlemans Nijmegen
September 2015 6