Welzijnsoverleg Regio Gent Martelaarslaan 204B
ι
9000 Gent
ι
tel. 09 225 91 33
vzw (WRG)
ι
fax 09 233 35 89
ι
[email protected]
ι
www.wrg.be
Overleg over gedeelde zorg tussen het algemeen welzijnswerk en de Vlaams Agentschap Personen met een Handicap-voorzieningen Donderdag 10 april 2008 Aanwezigen: Gebruikers Vlaams Agentschap Personen met een Handicap (2) Edith Boutsen HINT
[email protected] Jan Tusschans Inclusie Vlaanderen
[email protected] Verwijzers Vlaams Agentschap Personen met een Handicap (3) Hilde Roosen Hilde Van Overbeke Ingrid Van Ruyskensveld
Bond Moyson Oost-Vlaanderen - CAW Centrum voor advies en oriëntering (CADOR) CM Midden-Vlaanderen - CAW
[email protected] [email protected] [email protected]
Voorzieningen Vlaams Agentschap Personen met een Handicap (10) Riet Konings Baken
[email protected] Mieke Van den Haute Begeleid Wonen tweb
[email protected] Rita Detandt Centum Obra
[email protected] Claudine Cardoen De Dorpel – Begeleid Wonen
[email protected] Tim Van den
[email protected] Meerschaute Annelies Kompas
[email protected] Moeyersoons Virginie Cappelle Oranje
[email protected] Els Heremans Orthopedagogische Centrum
[email protected] Liesbeth De Wilde Sint-Jozef Hilde Grymonprez
[email protected] Christel Stad Gent - Dagcentrum met
[email protected] Vandenwijngaert Bezigheidshome Marjolein Verbeke Steunpunt Expertise
[email protected] Netwerken (SEN) OostVlaanderen Algemeen welzijnswerk (5) Simonne Auman CAW Artevelde Maaike Vermeir CAW regio Aalst – Begeleid Wonen Karin Van Maldergem CAW Visserij Inge Jansegers CAW Waasland Monique Van CAW Zuid-Oost-Vlaanderen Ongevalle
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Geestelijke gezondheidszorg (1) Frank Luttens Regionaal Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Eeklo-Gent
[email protected]
Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008
1
OCMW (1) Carlos Seyssens
OCMW Destelbergen
[email protected]
Provincie Oost-Vlaanderen An De Kryger
Provincie Oost-Vlaanderen
[email protected]
Secretariaat Koen Berwouts Ann De Maesschalck
Welzijnsoverleg Regio Gent Welzijnsoverleg Regio Gent
[email protected] [email protected]
Verontschuldigden: Eddy Herrebout Rik Charle Dominiek Moerman Lies Ouvry Ireen Boone Daan Vander Steene Steven Van De Woestyne
KVG Gent Volwassenenwerking Lokeren Zonnehoeve VAPH - Zorgregie Open Thuis Dienstencentrum Mozaiek Provincie Oost-Vlaanderen
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Agenda: Opvolgvergadering overleg gedeelde zorg tussen Centra Algemeen Welzijnswerk – sector Vlaams Agentschap Personen met een handicap
Verslag: 1. Inleiding Koen Berwouts, coördinator van Welzijnsoverleg Regio Gent, schetste de voorgeschiedenis van dit overleg. • Aanleiding voor dit overleg was een bespreking in het dagelijks bestuur WRG over de opname van personen met een mentale handicap met een erkenning Vlaams Agentschap voor personen met een Handicap in de onthaaltehuizen van de Centra Algemeen Welzijnswerk. Tijdens deze bespreking werd duidelijk dat deze personen niet of zeer moeilijk doorstromen. Geen doorstroming betekent dat er geen nieuwe personen kunnen worden opgevangen in de onthaaltehuizen, wat hun werking hypothekeert. • Daarom werd dit onderwerp besproken op het Subregionaal Overleg Gehandicapten Gent (19/04/06 en 14/05/07). Tijdens het sub ROG Gent werd afgesproken om na te vragen of dit thema op provinciaal niveau kon worden besproken. • De bespreking van dit thema tijdens een provinciaal intersectoraal debat over personen met een handicap in het algemeen welzijnswerk op 18/9/07 werd afgesloten met de volgende conclusies: - Er moet meer aandacht zijn voor deze doelgroep die overal tussenin valt. Daartoe is er nood aan gedeelde zorg ! Hoe kan de bestaande knowhow en deskundigheid worden samen gelegd ? Kunnen er vanuit het beleid hiertoe stimuli worden uitgewerkt ? - Dit zou bijvoorbeeld kunnen via regionale samenwerkingsexperimenten teneinde de nodige knowhow samen te brengen. - Kunnen de Sub ROG's dit als opdracht opnemen ? - Casusoverleg kan een interessant forum zijn om – zolang er geen structurele oplossingen zijn – oplossingen te vinden voor dergelijke (intersectorale) vragen - Ook de ICAW's (ingebouwde) benadrukken dat ze bij intersectoraal overleg dienen betrokken te worden. Ook thuiszorg bereikt immers soms zijn grenzen, en wat dan ? Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008
2
- Vanuit de CAW's wordt daar nog aan toegevoegd dat de CAW's nergens in de opmaak van de VAPH-protocollen werd betrokken. Blijkbaar worden zij beschouwd als "quantité négligeable"… Een van de eerste opmerkingen van de sector is alleszins dat de VAPH-procedures eenvoudiger moeten worden gemaakt! • Tijdens het provinciaal overleg engageerde het Regionaal Welzijnsoverleg zich om samen met de sectoren te kijken wat het vervolg van dit overleg moet zijn en welke rol het RWO daarin kan spelen. Daarom werd dit thema opnieuw aangebracht op een bijeenkomst van het subregionale overleg personen met een handicap Gent op 15/10/07. Er werd nagegaan of er geïnteresseerden waren om samen een intersectoraal project ‘gedeelde zorg’ uit te werken om aan het provinciebestuur voor te leggen. Tijdens de bespreking kwamen de volgende elementen aan bod: - Het is nodig om een beter zicht te krijgen op de doelgroep, want het gaat over personen waarvoor geen kant en klare oplossing bestaat. Er werd voorgesteld om een profiel van de doelgroep op te maken vb. hoeveel % krijgt geen toegang tot de centrale wachtlijst, hoeveel personen met een verstandelijke handicap komen er in thuislozenzorg van centra algemeen welzijnswerk terecht terwijl CAW’s geen aanbod voor hen hebben. - Sommige personen hebben enkel behoefte aan Bed-Bad-Brood. De CAW’s vragen ondersteuning om dit op een efficiënte wijze te organiseren voor deze doelgroep. - Er zou een soort intervisiegroep kunnen worden opgericht. Dit zou een soort expertengroep uit verschillende sectoren zijn om een aantal casussen te bespreken onder de naam van gedeelde zorg, wetende dat niet alles op te lossen is. Doel hiervan is expertise ontwikkelen om tot een structurele oplossing te komen. - Dit kan tijdsbesparend werken, want numeriek lijkt het om geen omvangrijke groep te gaan, maar wel om een doelgroep die veel begeleidingstijd vergt. Dit casusoverleg zou enkel worden georganiseerd indien dit intersectorale meerwaarde heeft. Er werd afgesproken dat WRG een intersectoraal overleg zou organiseren om dit voorstel verder uit te werken waarop de leden van het subregionaal overleg gehandicap RWO Gent, de CAW’s, sector geestelijke gezondheidszorg, de OCMW’s en de ingebouwde CAW’s zouden worden uitgenodigd. Er werd benadrukt dat alle geïnteresseerden welkom zijn, zowel gebruikers, verwijzers als voorzieningen. Agenda voor dit overleg Uitklaring doelgroep Bespreking mogelijkheden en verwachtingen van de verschillende sectoren Bespreking nood aan intervisiegroep Bespreking verdere werkwijze, uitwerking concreet project • Tijdens een bespreking met de 6 regionale welzijnsoverleggen, bleek dat dit thema in sommige regio’s herkenbaar was, maar niet in alle regio’s. Daarom werd afgesproken om dit overleg vanuit regio Gent te organiseren, maar dat andere regio’s ook welkom zijn aangezien zowel het probleem als de oplossing ruimer is dan de Gentse regio. • De bedoeling van het huidige overleg is: - Nagaan welke ondersteuning de verschillende sectoren kunnen bieden en verwachten om de conclusie van het provinciaal overleg over een project gedeelde zorg voor de doelgroep personen met een handicap in het algemeen welzijnswerk te kunnen uitwerken. - Nagaan of er nood is aan een intervisiegroep, een soort expertengroep uit verschillende sectoren zoals tijdens het subregionaal overleg gehandicapten Gent werd voorgesteld. Doel zou zijn om ondanks de externe factoren zoals wachtlijsten waaraan men regionaal niets kan veranderen, toch van de problemen met een bepaalde doelgroep een gedeelde zorg te maken. Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008
3
Voorstel is om dit te doen door de expertise in verband met deze doelgroep die momenteel over verschillende sectoren verspreid zit te delen en samen te brengen. Vraag is hoe deze expertise kan samenkomen. Tijdens het subROG Gent werd voorgesteld om dit via een intersectorale expertengroep te doen. Dit is slechts één piste. Tijdens het huidige overleg kunnen er ook andere mogelijkheden worden geformuleerd. - Afbakenen over welke doelgroep het gaat. Deze afbakening is belangrijk om het werkbaar te maken en te vermijden dat alles aan alles wordt gekoppeld.
2. Bespreking Tijdens de bespreking kwamen de volgende punten aan bod: • Afbakening doelgroep - Het overleg is gestart vanuit een signaal over personen met een licht mentale handicap die in onthaaltehuizen van het algemeen welzijnswerk verblijven. - Er werd opgemerkt dat dit een veronderstelling lijkt te zijn. Vermoedelijk gaat het vaak over personen met een gemengd profiel. Het is nodig om eerst te analyseren over welke doelgroep het gaat vb. eerst in de CAW onthaaltehuizen en om pas op basis hiervan expertengroepen samen te stellen. - Simonne Auman, CAW Artevelde, geeft aan men de doelgroep in de onthaaltehuizen op 2 verschillende manieren kan indelen: personen met een licht mentale handicap, die vaak gedragsproblemen vertonen die niet te tolereren zijn en voortkomen uit verschillende oorzaken, verslaving of psychiatrische problemen: • mét een erkenning door het Vlaams Agentschap Personen met een handicap • zonder erkenning door het Vlaams Agentschap Personen met een handicap
administratief op te delen in 2 sporen: • wel inschrijfbaar • niet inschrijfbaar
- Hilde Roosen geeft aan dat deze omschrijving herkenbaar is als de groep die binnen AZIS wordt besproken. Simonne Auman vult aan dat er echter een verschil is met de doelgroep in AZIS en de doelgroep in de onthaaltehuizen: • In AZIS gaat het over een groep die zorgvermijdend is en zware psychiatrische problemen heeft. • In onthaaltehuizen gaat het over een groep personen die wel nog te helpen is mits méér en deskundige begeleiding - Karin Van Maldergem, CAW Visserij, vult aan dat het algemene probleem voor CAW’s is dat mensen niet doorstromen. In onthaaltehuizen van CAW Visserij behoren 80% van de personen tot de doelgroep. Knelpunt is dat als je deze mensen niet begeleidt, er overal in de maatschappij signalen ontstaan dat er iets mee moet gebeuren. Gedeelde zorg zou dus alleen maar voordelen opleveren. - Een aparte subgroep zijn personen die uit een MPI komen en eens ze 18 jaar zijn ontsporen indien er uit het thuiscircuit niet sterk aan wordt getrokken en pas daarna in de hulpverlening terechtkomen. Degenen die ‘geluk’ hebben komen in de ambulante hulpverlening terecht, de pechvogels in de onthaaltehuizen. - Andere die uit een MPI komen hebben wel een ticket, maar geen diploma. - Er is een groep personen die nooit een ticket zullen behalen omdat ze in de grijze zone verkeren. Dit heeft te maken met de wijze waarop onze samenleving is georganiseerd.
Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008
4
Een groep komt hierdoor noodgedwongen in de hulpverlening terecht, maar zal nooit alleen slagen om zich in de huidige samenleving te handhaven. Het is een groep die permanent begeleiding nodig heeft. - Vanuit centrum OBRA vult Rita aan dat het niet enkel om personen met een lichte maar ook met een matig mentale handicap gaat. Ze bevestigd dat er een afspraak is met het Vlaams Agentschap om voor personen bij wie de psychiatrische problematiek primeert geen ticket aan te vragen, maar om deze personen door te verwijzen. - Riet Konings, Baken, vraagt dat mensen snel hulp vragen aangezien er een wachttijd is van 4 à 5 jaar. Zeer dringende gevallen worden doorverwezen naar CAW’s. - Riet signaleert ook dat er binnen de wachtlijst een opvallende en enorme stijging is van mensen met autismespectrumstoornissen. Deze doelgroep is vaak moeilijk inschrijfbaar omdat de diagnose vaak pas op volwassen leeftijd wordt gesteld. Hilde, CADOR, geeft aan dat zij voor deze doelgroep geen problemen ondervinden. - Monique Van Ongevalle, CAW Zuid-Oost-Vlaanderen, signaleert een subgroep zonder netwerk en met bindingsproblemen, die daarom ook moeilijk te diagnosticeren zijn. - Simonne Auman duidt erop dat er ook personen mét een ticket zijn, waarvoor wel iets kan gebeuren, maar waarvoor iets anders dan het bestaande aanbod nodig is. Karin Van Maldergem vraagt aanvullend of de gehandicaptensector een andere module kan aanbieden voor een groep die momenteel niet op de wachtlijst wil worden geplaatst omdat het aanbod niet aan hun noden beantwoordt en/of dit als stigmatiserend ervaren. Simonne vraagt of er bemoeizorg/aanklampende hulpverlening bestaat in de gehandicaptensector. - Hilde Grymonprez, OC St.Jozef, bevestigd dat ze jongeren uit een buitenhuis van het MPI moeten doorverwijzen en voor ticketten moeten zorgen. Ze geeft aan dat ze hierbij met verschillende knelpunten worden geconfronteerd: De jongeren zijn door de jeugdrechter wegens een problematische opvoedingssituatie (POS) tegen hun wil in het MPI geplaatst. Hierdoor is aanklampende hulpverlening vereist. Deze jongeren zullen niet als eersten uit de wachtlijst worden gekozen, zelfs niet met urgentie 1, wegens hun ‘onaantrekkelijk’ profiel: • vaak zware sociale problemen • vaak beginnende psychiatrische problemen • motivatieproblemen • vaak een zware hechtingsproblematiek Riet merkt op dat deze jongeren vaak in Begeleid Wonen terechtkomen. Vanuit Baken worden personen van de wachtlijst genomen uit Urgentie 1 en chronologisch volgens datum. Hilde Grymonprez signaleert dat het enkel in het beste geval is dat de jongeren uit het buitenhuis in begeleid wonen terechtkomen. Ze bevestigt dat de vraag naar aanklampende hulpverlening in de gehandicaptensector een goede insteek is, omdat het momenteel wel gebeurt maar vaak te snel vb. na 10 keer wordt opgegeven.
Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008
5
De doelgroep samenvattend omschreven Zowel personen met een lichte als met een matig mentale handicap, vaak gekoppeld aan een bijkomende problematiek zoals bv. gedragsproblemen of verslaging 1. Met VAPH-ticket en op de wachtlijst: deze worden opgevangen door andere organisaties. Knelpunten: - Lange wachttijd - Vergt extra expertise in deze andere organisaties 2. Zonder VAPH-ticket, maar waar diagnose wel mogelijk is. In deze groep zijn er 2 subgroepen * De groep die wel wilt maar waar het volledige proces nog moet opgestart worden; * De groep die niet wilt. Zij passen qua profiel wel in de gehandicaptensector, maar voelt zich niet aangesproken door het aanbod in deze sector. 3. Geen VAPH-ticket haalbaar maar er is wel een problematiek: licht mentale handicap én gedragsproblemen. Zij zitten op de grens van de reguliere hulpverlening en deze van de gehandicaptensector. In de reguliere hulpverlening bestaat geen expertise om hen te begeleiden, terwijl ze net tijdsintensieve hulpverlening vergen. Op preventief vlak kunnen een aantal problemen vermeden worden bij de groep die wel een VAPH ticket kan maar niet wil verkrijgen door een tijdige aanvraag bij de Multi Disciplinaire Teams. Het is een groep waar scholen vaak tegen ouders zeggen dat ze tijd hebben om zich in te schrijven tot ze 21 jaar zijn. Er wordt geen rekening gehouden met de leerplicht tot 18 jaar. Een belangrijk gedeelte van de hierboven beschreven doelgroep haakt juist af zodat ze geen VAPH-ticket en geen werk hebben. Dit veroorzaakt grote problemen omdat ze hierdoor geen inkomen hebben en in de marginaliteit worden geduwd.
• Bespreking mogelijkheden en verwachtingen van de verschillende sectoren Tijdens de bespreking kwamen de volgende zaken aan bod: - Carlos Seyssens, OCMW Destelbergen, wijst erop dat OCMW’s: • niet worden vermeld; • voor de doelgroep zonder netwerk voor een netwerk kunnen zorgen; • vaak kritiek krijgen omdat ze bemoeizorg toepassen omdat ze voorwaarden aan de hulpverlening koppelen. Carlos stelt daarom voor om vanaf 16 jaar te werken aan een overgang naar hulpverlening door het OCMW. Dit kan door het OCMW met onderstandsdomicilie te contacteren (dit is op te vragen bij dienst bevolking) en in samenwerking met de jongere te vragen welke ondersteuningsmogelijkheden het OCMW vanaf 18 jaar kan bieden. Deze mogelijkheden zijn niet in ieder OCMW hetzelfde. Indien een OCMW zelf geen hulp kan bieden, kan het OCMW dit oplossen via functionele samenwerkingsverbanden met andere organisaties. OCMW’s hebben de plicht om mensen te helpen. Bevoegdheidsconflicten tussen OCMW’s worden steeds binnen de 10 dagen opgelost via een zeer goed werkende FOD-dienst. Carlos signaleert dat OCMW Destelbergen jongeren vanaf 12 jaar reeds informeert over het OCMW via een strip ‘het OCMW werkt met jou mee’. - Er moet ook een belangrijk signaal gegeven worden naar de scholen en CLB’s. Vanuit centrum OBRA bevestigt men dat veel scholen te lang wachten om een VAPHticket aan te vragen. Vaak vragen ze dit pas vanaf het moment dat een jongere 21 jaar is, terwijl ze dit reeds kunnen aanvragen vanaf 17 jaar. Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008
6
Dit is een belangrijk preventieve mogelijkheid om crisissen te vermijden. - Is er vaak geen grote weerstand tegen OCMW’s? Er is niet bij iedereen weerstand tegen het OCMW: de groep is niet homogeen. Het is nodig om de verschillende pistes zo optimaal mogelijk te gebruiken. - Edith Boutsen, HINT, geeft aan dat er grote verschillen zijn tussen grote en kleine OCMW’s en vraagt of WRG hierbij kan bemiddelen. - Jan Tusschans merkt op dat de vereiste expertise vaak niet aanwezig is in OCMW’s. Koen geeft aan dat men ook niet mag verwachten dat de expertise voor iedere doelgroep aanwezig is. Hilde Roosen benadrukt dat deze expertise kan worden aangeleerd o.a. via het ruime aanbod van vormingen. Ze signaleert dat hulpverleners tijd én ruimte moeten krijgen om expertise te ontwikkelen. Pas afgestudeerden lijken momenteel onvoldoende tijd en ruimte te krijgen om deze expertise op te bouwen. Ze waarschuwt ervoor om het expertise-argument niet te misbruiken. Ze heeft vaak de indruk dat gebrek aan expertise als argument wordt aangegeven om een begeleiding niet op te nemen, terwijl men eigenlijk geen tijd heeft. - Karin Van Maldergem merkt op dat het belangrijk is dat er een genormeerd instrument bestaat. Momenteel is de norm in de gehandicaptensector: 1 begeleider/8 personen, terwijl dit voor CAW’s 1 begeleider/12 personen is. - De sensibiliseringsactie naar scholen en CLB toe lijkt een prioritaire eerste actie zodat: tijdig wordt ingeschreven zodat crisissen en problemen worden voorkomen, vermoedelijk voor de helft van de doelgroep; de groep wordt meegeteld om maatregelen op te baseren. - Rita Detandt, centrum OBRA, vraagt dat men onmiddellijk de hoogste zorgvorm aanvraagt omdat indien dit niet is gebeurd en deze zorgvorm nodig is, er een nieuwe aanvraag moet worden ingediend. Dit geldt wel enkel voor personen met nood aan een dagcentrum. - Er werd gevraagd of personen bij de aanvraag een dubbele code kunnen krijgen. Volgens An De Kryger wel. Dit is een vraag naar dossieropvolging. - Ter aanvulling van een sensibiliseringsactie naar scholen en CLB toe, werd voorgesteld om ook met de OCMW’s een sensibiliseringsactie te organiseren om ervoor te zorgen dat partners de mogelijkheden van OCMW’s beter kennen. - Karin Van Maldergem vult aan dat OMCW’s ook kennis moeten hebben over de doelgroep omdat men in OCMW’s vaak te hoge eisen stelt aan deze doelgroep. Er worden vaak dezelfde eisen gesteld als aan andere mensen. Daarom is het nodig om samen met OCMW’s na te gaan hoe er een alternatief traject kan worden aangeboden. Hilde Grymonprez, OC St.Jozef, meldt dat zij hierin ervaring hebben. Zij lopen vaak een tijd dubbel met andere hulpverleners die de begeleiding zullen overnemen vb. OCMW, ZigZag,…. Dit is tijdsintensief, maar vaak noodzakelijk en lonend: de begeleidingen lukken vaak beter. - Er wordt ook een maatschappelijk probleem gesignaleerd. De lat wordt voor veel mensen vaak te hoog gelegd. Men vraagt om mensen in trajecten te helpen vanuit scholen, CLB, MPI, CAW, OCMW,… en om afdwingbaar te maken dat dit permanent in plaats van tijdelijk is. Karin Van Maldergem bevestigt de noodzaak dat mensen niet afgestraft worden als ze een tijdje geen gebruikmaken van hulp vb. omdat ze tijdelijk een ondersteunende partner vinden. Het is nodig dat bemoeizorg/aanklampend werken in het beleid worden opgenomen zodat mensen niet worden opgegeven. Er moet worden vermeden dat expertise verloren gaat omdat men resultaatgericht moet werken. Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008
7
Koen wijst hierbij op een belangrijk verschil in mogelijkheden tussen CAW’s en OCMW’s: CAW’s moeten zorgen voor doorstroming OCMW’s hebben wel de mogelijkheid tot levenslange hulp Er wordt aangevuld dat andere sectoren dit ook zouden kunnen indien ze meer personeel zouden krijgen. - Hilde Grymonprez, OC St.Jozef, signaleert dat mensen niet willen doorstromen of op een wachtlijst willen komen om niet geëtiketteerd te worden. Er kan vermoedelijk veel worden geleerd van andere sectoren om dit te vermijden. Vanuit CADOR merkt men weinig tot geen weerstand tegen Begeleid Wonen. Hilde Grymonprez, OC St.Jozef, merkt op dat dit vermoedelijk komt omdat deze personen niet bij hen terechtkomen. In het MPI merken zij zowel een weerstand naar tehuizen als naar begeleid wonen. Ze vreest dat door de zorgregie het aantal weigeringen nog zal vergroten omdat sommige jongeren die wel naar een voorziening in de gehandicaptensector willen, dit enkel willen in een regio die ze kennen, op voor hen bekend terrein. Ann De Kryger meldt dat een MPI kan voorkomen dat dit als een weigering zal worden beschouwd door deze jongeren vanuit het MPI zelf af te melden. Hilde Grymonprez, OC St.Jozef, vraagt zich af of deze jongeren dan nog een eerlijke kans hebben als ze een aanbod buiten hun regio weigeren, omdat dit de wachttijd op de wachtlijst nog meer zal verhogen. - Riet Konings sluit zich aan bij de brede maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ze waarschuwt dat tijdige inschrijving bij het Vlaams Agentschap slechts voor een deel van de groep een oplossing zal zijn, maar niet voor de ganse groep, omdat dit beleid vergt. Ze wijst erop dat het daarom nodig is om te kijken wie de verantwoordelijken zijn en dat dit veel werk vergt. Tot slot meldt ze dat expertise relatief is: deze is inkoopbaar en niet plaatsgebonden. Koen wijst erop dat beleidsbeïnvloeding het werk is van koepels, van de verschillende sectoren,…. Hilde Roosen pleit voor intersectorale actie om te vermijden dat het signaal wordt afgewimpeld als ‘eigenbelang’ en om een krachtiger signaal te kunnen geven dat het anders moet in de samenleving, dat niet alles kan worden opgelost via zelfredzaamheid, vrijheid van keuze,… Riet Konings signaleert dat hiervoor een voorbereidingsgroep nodig is, die intersectoraal en goed is samengesteld. Zorgregie heeft de kans gemist om dit intersectoraal aan te pakken. Ann De Kryger bevestigt dat het intersectorale momenteel ook niet meer in de provinciale overlegstructuren zit vervat. Riet wijst erop dat hiervoor tijd en middelen nodig zijn. - Men wijst erop dat het nodig is om stil te staan bij de definiëring van ‘handicap’ in onze samenleving die sterk is gewijzigd. Vanuit CADOR bevestigt men dat het Vlaams Agentschap hiervoor blijft vasthouden aan IQ. Riet vult aan dat er zelfs een tendens is om dit nog sterker af te bakenen. Hierdoor is het Vlaams Agentschap er enkel voor een groep die in het juiste ‘hokje’ past, dit wil én kan. Jan Tusschans wijst erop dat dit niet goed is voor de groep die er steeds buiten de hokjes valt en voor de groep die zelf vindt dat ze niet gehandicapt zijn. - Karin Van Maldergem wijst erop dat tegelijkertijd de maatschappelijke onverdraagzaamheid stijgt. - Frank Luttens, Regionaal Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Eeklo-Gent, signaleert grenzen aan reorganisatie om alle doelgroepen te bereiken. Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008
8
• Bespreking nood aan intervisiegroep / verdere werkwijze / uitwerking concreet project gedeelde zorg Tijdens de bespreking kwamen de volgende punten aan bod: - De deelnemers aan dit overleg achten de opstart van een project gedeelde zorg niet de essentie om het probleem van de doelgroep aan te pakken. - Er werden wel alternatieve stappen voorgesteld:
Sensibiliseringsactie naar scholen en CLB Deze actie is cruciaal onder andere om tijdig VAPH-aanvragen op te starten. Er werd de volgende gefaseerde werkwijze afgesproken: • Eerst een nota uitwerken met een kleine werkgroep samengesteld met mensen met veel ervaring hiermee uit de verschillende sectoren via een eenmalige bijeenkomst. Rita Detandt, Hilde Grymonprez of een collega van OC St.Jozef en Edith Boutsen zullen hieraan alvast deelnemen. Inhoudelijke elementen van de nota: o preventief werken o tijdig inschrijven o dubbellopen om naadloze overgang te kunnen realiseren • Daarna in de provincie bekijken hoe hiermee kan worden verdergewerkt: o WRG zal dit doen via een overleg met de 3 CLB’s uit de regio o de andere RWO’s zullen gevraagd worden om dit ieder voor hun regio te bekijken
Riet stelt voor om dit in een geheelplan op te nemen, samen met het volgende luik:
Sensibiliseringsactie over mogelijkheden van OCMW’s Deze actie betreft sensibilisering in 2 richtingen: • Naar een aantal OCMW’s die hiervoor momenteel te weinig openstaan; • Naar een aantal organisaties die te weinig kennis hebben over de mogelijkheden van OCMW’s en/of te weinig stappen ondernemen naar OCMW’s toe. Deze actie zal samen met deze naar scholen/CLB’s worden voorbereid in een preventieluik.
Maatschappelijk debat over gedeelde verantwoordelijkheid Het is nodig om in de verschillende sectoren op beleidsmatig vlak meer visie te ontwikkelen cfr. de illusie die wordt gecreëerd dat alles te leren valt. Dit is in de realiteit niet mogelijk voor een aantal mensen. Het is goed om dit te signaleren en dit vanuit een gedeelde bekommernis naar voor te schuiven. Er werd voorgesteld om dit met een kleine werkgroep samengesteld met mensen met veel ervaring hiermee uit de verschillende sectoren concreter uit te werken via korte en beperkte engagementen. Riet Konings, Karin Van Maldergem en Carlos Seyssens hebben zich hiervoor alvast opgegeven.
Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008
9
3. Afspraken verdere werkwijze - Er worden 3 thema’s weerhouden, die in verdere werkgroepen besproken worden. - Sensibiliseringsacties naar scholen en CLB’s om tijdig een VAPH-nummer aan te vragen - Sensibiliseringsacties inzake het betrekken van de OCMW’s als lokale partner bij de begeleiding van personen met een licht mentale handicap - Maatschappelijk debat over gedeelde verantwoordelijkheid - Per werkgroep zal er een datum worden afgesproken met de personen die zich momenteel hebben opgegeven. - Deze datum zal per mail aan iedereen worden meegedeeld zodat iedereen de kans krijgt om hieraan deel te nemen. - Op vraag van de huidige deelnemers zal er een terugkommoment met de ganse groep worden georganiseerd omdat de resultaten van de werkgroepen terug te koppelen. De datum van dit terugkommoment zal opnieuw via mail worden meegedeeld. - De deelnemers bevestigen het belang om de ganse provincie te blijven aanspreken omdat men de thematiek in àlle regio’s herkent. - Karin Van Maldergem zal dit thema ook meenemen naar de stuurgroep van IJH OostVlaanderen. - De uitnodigingen zullen ook aan de straathoekwerkers worden bezorgd omdat zij de doelgroep heel goed kennen.
Overleg gedeelde zorg tussen algemeen welzijnswerk en Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, verslag dd. 10 april 2008 10