Innovatie Begeleid wonen Pluryn
Innovatie Begeleid wonen Pluryn
Innovatie Begeleid wonen Pluryn Op deze locatie van Pluryn kunnen jongeren begeleid wonen, in een modern huis, midden in het dorp. Er wonen jongeren met een licht verstandelijke beperking en multi-problematiek. Er is 24-uurs begeleiding aanwezig. De groepsleiders bieden ondersteuning bij diverse hulpvragen waaronder zelfstandig wonen, aanleren van vaardigheden, omgaan met eigen problematiek en oudercontact. De locatie bestaat uit 2 leefgroepen met jongeren van verschillende leeftijden. Naast de leefgroepen is er ook een woontrainingshuis voor jongeren met een licht-verstandelijke handicap. In het huis wonen vijf jongeren. TBW (Training Begeleid Wonen) is een schakel tussen de leefgroep en IWIB (Individueel Wonen met Intensieve Begeleiding) van Pluryn. De jongeren die in het woontrainingshuis zijn gemotiveerd om te werken aan hun zelfstandigheid. Ze werken gericht aan leerdoelen, die zijn vastgelegd in een behandelplan. In het trainingshuis beschikken de jongeren over een eigen ruime kamer en een gezamenlijke badkamer, keuken en woonkamer. De bewoners hebben allemaal een vorm van dagbesteding, variërend van school tot werk. Ze leven zelfstandig, maar ondernemen in huis ook gezamenlijk activiteiten zoals koken en boodschappen doen. Vijf dagen in de week is er tussen 16.00-22.00 uur een groepsleider aanwezig om de jongeren te ondersteunen bij bijvoorbeeld financiën, formulieren, dagbesteding, allerlei praktische zaken en ook op sociaal emotioneel vlak. Naast begeleiding wordt ook behandeling geboden aan de jongeren.
Pagina 1
Pagina 2
Aanleiding en probleemstelling Het team van deze locatie merkt dat de leeftijd waarop jongeren zich aanmelden voor verblijf en behandeling aan het verschuiven is. Waar men voorheen met 14 jaar kwam, is dat nu vaak pas rond de 18 jaar. Van de 21 jongeren stonder er, sinds september 2014, 16 op het punt om bijna achttien jaar te worden of waren dit reeds bij binnenkomst. Wat de reden hiervan is, is vooralsnog niet bekend. De clusterleider merkt dat de resultaten achterblijven. Er wordt onvoldoende vooruitgang geboekt in de vragen die jongeren stellen. Dat is de reden de clusterleider en het team zich afvragen of en welke verandering nodig is voor de jongeren die bij hen verblijven. Vragen die het team zich nu stelt zijn: t Is de huidige behandelmethodiek passend voor de huidige doelgroep, 18 jaar en ouder? t Is de opbouw van expertise en vaardigheden van het team voldoende? t Loopt de leeftijdsopbouw van de zittende jongeren t niet teveel uiteen? t Is ruimtelijke indeling en geografische ligging van het gebouw nog passend? t Is groepsgericht werken nog passend bij de vraag van de nieuwe instroom? t Wat beïnvloedt een proactieve houding van de t jongeren om zelf te werken aan behandeldoelen?
Om een passend antwoord te formuleren, heeft de clusterleider ervoor gekozen om de jongeren en hun ouders te betrekken bij het opnieuw formuleren hiervan. VanMorgen is gevraagd om een behoeftenonderzoek uit te voeren en heeft gesprekken gevoerd met: • twee ouders van jongeren die momenteel op deze locatie verblijven t vier jongeren waarvan drie jongeren momenteel op deze locatie wonen. Een jongere heeft er tot een half jaar geleden gewoond.
Het doel van de interviews was inzichtelijk te krijgen wat ervaringen, wensen en behoeften zijn van jongeren en ouders van jongeren ten aanzien van de behandeling en ondersteuning. Thema’s tijdens de gesprekken waren onder andere: t (Positieve en negatieve) ervaringen met de locatie t (Positieve en negatieve) ervaringen met begeleiding/ verblijf elders t Droom en wenselijke toekomst voor deze locatie t Persoonlijke toekomstdroom Op de volgende pagina’s is de essentie uit elk verhaal weergegeven. De uitspraken zijn ingedeeld in een aantal thema’s. De namen van de ouders en jongeren zijn gefingeerd.
O
Pagina 3
Werkwijze 1
Exploreren: behoefteonderzoek Wat zijn ervaringen, behoeften en wensen van de doelgroep?
2
Creëren: inzichten formuleren Wat leren we uit het behoefteonderzoek?
3
Creëren: kansen voor verbetering formuleren Wat betekenen de inzichten voor de dienstverlening aan jongeren en hun ouderen? Wat moeten we veranderen?
Exploreren
Creëren
Reflecteren
Pagina 4
Implementeren
Ervaringen elders • In eerste instantie ben ik naar de dagbesteding gegaan in Doetinchem. Daar heb ik geleerd te koken en om zelf daar te komen (vervoer). • We deden groepsactiviteiten, zoals zwemmen en spelletjes zoals tafeltennis. We hadden computers. Daar was je bezig, gezellig met anderen. • Ik heb veel aan PMT training gehad. Ik was heel agressief. Veel sporten en praten.
Ervaringen hier Het verhaal van Willem (19)
• Mijn verwachting was dat het leuk en gezellig en neutraler zou zijn, dat is nu niet meer. Dat is jammer. • Mijn PB-er Paul was er voor mij. Hij is heel belangrijk voor mij geweest. In twee weken tijd was ik klaar voor TBW. Toen ik hier kwam was ik net een kasplantje, ik kon eigenlijk helemaal niets. Paul heeft mij geleerd te koken, zelfstandig te reizen met OV kaart. Mijn schaduw PB was Erwin, hij was duidelijker dan Paul en niet zo soft. Dat past beter bij mij, niet erom heen lullen. De waarheid meteen vertellen. • De leiding zie ik als hulpmiddel. • De leiding houdt zich niet altijd aan afspraken. Zo zijn ze bijvoorbeeld op iemands kamer geweest omdat iemand iets kwijt was, zonder dat de eigenaar van de kamer er is en toestemming geeft op de kamer te komen. Dat is niet consequent. • Jongeren hebben gefraudeerd met de OV kaart. Ik zou denken eigen probleem! Dan kun je dus niet meer reizen. Maar dat gebeurt niet! Ze krijgen gewoon geld om weer te reizen. • Het was niet de leukste tijd, veel gezeur met leiding. Dit kan anders door consequenter te zijn, van beide kanten aan de afspraken houden! Jongeren werken zo: als jij je niet aan de afspraken houdt, dan doe ik dat ook niet. • Hier zijn ze te soft, in Doetinchem zijn ze strenger. Hier wordt alles kort en kleiner geslagen en ze doen er niets aan. Als men zich niet houdt aan de structuur, doet men er niets aan. Netjes aan de afspraken houden is belangrijk. Als begeleider moet je er bovenop zitten als men niet doet wat afgesproken is. • Over het stelen van een loper stelen van de huizen zeiden ze dat dat niet kon. Maar ik heb ze laten zien dat je de lopers wel kunt stelen. Zo kan er ook geld gestolen worden. Nu gaan tussendeuren op slot. • Ik heb wel wat aan mijn begeleiders te danken die consequent zijn geweest. Ik krijg nu het gevoel als ik hier ben dat ik op moet passen dat er niets gebeurt. • Wat je krijgt geef je terug. De leiding belooft iets te doen, maar doet het niet. Dat werkt niet! • Voor de toekomst is het vooral belangrijk dat ze hier veel consequenter zijn.
Persoonlijke toekomst • Ik heb 1 doel, namelijk mijn eigen huis. Ik wil eerst zelfstandig wonen met begeleiding. Ik heb getwijfeld om bij IWIB te gaan wonen of gewoon op mezelf, maar ik heb gekozen voor IWIB omdat ik dan toch nog ergens op kan terugvallen.
Ervaringen elders
Het verhaal van Daan (17)
• In Groesbeek deden ze in het weekend heel veel activiteiten samen met ons. Iedereen was met elkaar, we konden goed met elkaar opschieten, we hadden een band met elkaar. In de ochtend ontbeten we samen. Samen gamen tegen elkaar, samen voetballen, ook met de leiding, of met de jongens, daar was een veldje vlakbij. • De groepsleiding kwam erbij, ze gingen met ons kletsen, roken, voetballen. Dat was gezellig. In Groesbeek kwamen ze overdag met ons mee en s avonds deden ze een verslagje typen. Hier zitten ze vooral op kantoor. • De mevrouw van de reclassering helpt mij heel goed, die helpt me echt, doet echt iets voor mij (ze helpt me bijvoorbeeld aan werk). De leiding hier doet dat niet. • Ik zou willen dat ze meer vertrouwen hebben in wat ik zeg, dat is er niet want ze controleren alles wat ik zeg. In Groesbeek deden ze dat niet, terwijl ik daar met meer begeleiding woonde. • In Groesbeek kregen we ieder week een lijstje en dat bespraken ze samen heel serieus, deden er ook echt iets mee. We hoorde daarna terug wat ze eraan gingen doen. Dat is fijn!
Ervaringen hier Hier zitten de begeleiders vooral op kantoor. De begeleiders zitten bovenop ons, ieder uur wordt er gevraagd of ik alles wel gedaan heb. Ik zou willen dat ze meer vertrouwen hebben in wat ik zeg, dat is er niet want ze controleren alles wat ik zeg. Zo lang ze ons niet serieus nemen, neem ik hen ook niet serieus. Dikke vinger! Krijgen ze hetzelfde terug. Als ze groepsbespreking hebben, weten wij niet wat er besproken wordt, er wordt nooit naar ons geluisterd. Ze beslissen zelf wat er gaat gebeuren. • Een voorbeeld van wat hier gebeurt: ‘we ergerden ons allemaal aan iemand. Wij hadden al gevraagd aan de leiding: ga naar boven en doe er wat aan. Anders doe ik het zelf wel!’ Als we het zelf doen dan escaleert het. Als wij iets vragen moeten ze het meteen doen, dat verwachten ze ook van ons. Dus moeten zij dat ook doen. Wij vragen dat niet voor niets! • • • • •
Toekomst deze locatie • Ik zou via hier de stap naar een eigen plek willen maken, ik ben heel zelfstandig, behalve met financien. Ik heb wel nog een gat in mijn hand, daar heb ik wel hulp bij nodig. • Als ik taken heb wil ik niet de hele dag achterna gezeten worden, die taken doe ik wel. Ik weet wat mijn taken zijn. Het is irritant als ze dat de hele tijd zeggen. Kom ik net thuis van mijn werk, beginnen ze meteen over die taken. Ik wil dan ff niets, die taken doe ik later wel. • Ik zou willen dat we meer budget krijgen om met zijn allen iets te doen. Nu wil niemand blijven in het weekend omdat er niets aan is. Er gebeurt niets samen. Als ik hier blijf, ga ik gamen. Gister hebben we samen geschaatst, dat was heel erg leuk. Brent (begeleider) is ook mee geweest. Dat soort dingen zouden meer moeten gebeuren, dan wordt de sfeer beter hier. • Ik zou willen dat we een lijstje met punten kunnen indienen, maar dan moeten ze dat serieus bespreken en aanpassingen met ons bespreken en doen! Maar nu heeft het geen zin om iets te vragen, want ze doen er toch niets mee.
Persoonlijke Persoonlijke toekomst toekomst
• Ik mag op mijn 19e hier weg, dan wil ik een eigen huis. Voor die tijd weer naar huis gaan (thuis wonen) is niet goed voor mij want dan zou er misschien weer iets gebeuren waardoor het weer fout gaat. • ik ben heel zelfstandig, behalve met financien. Ik heb wel nog een gat in mijn hand, daar heb ik wel hulp bij nodig. Om bijvoorbeeld ook mijn verzekeringen, boodschappen en huur te kunnen betalen.
Ervaringen elders
Het verhaal van Anouk (18)
• De SBB (Stichting Beheer Bewonersgelden) doet alles rondom geldzaken, maar ik moet dat geregel nu zelf doen, want ik vind het te duur om hen daarvoor te blijven vragen. Want de SBB kost me 50,- per maand, daar moet ik voor betalen. Zo’n SBB-er regelt alles voor mij op financieel gebied, maar ze hebben mij niet geleerd hoe ik dat zelf moet doen. • Ik had eerst een gezinsvoogd, daar had ik echt iets aan. Jammer genoeg moest die weg, dat heeft de rechter besloten. • Ik heb 4 jaar op de dagbehandeling gezeten. Het was daar gezelliger. Op een dagbehandeling worden afspraken gemaakt, zoals bijvoorbeeld in een kring zitten en vertellen wat je gaat doen, een theemoment, groepsbehandeling, samen eten.
Ervaringen hier
• Op nr 30 deden we ouwehoeren en kloten. Maar de meeste vrienden zijn daar niet meer. De groep steunde me en ik had rust. • Samen eten is gezelliger dan alleen. Maar we doen het niet altijd. Maar soms is er ruzie of hebben we er geen zin in. • Mijn kamer op nummer 30 was rommelig, kapotte wasbak, lekkage, steeds een nat bed. Scheuren in de vloer. De gordijnen waren ook vies, er zaten vlekken op. De kamer is wel beter op 28 dan op 30. Ik ben zelf niet netjes, dus een rommeltje, maar in principe is het schoon. Toen ik erin kwam was het heel vies, de kamer werd niet schoon achter gelaten. Er zijn ook zilvervliesjes, de hygiëne is minder. • Als ik problemen heb bijvoorbeeld op het werk, zou ik het aan mijn moeder vertellen of aan een vriendin op het werk, maar niet aan mijn PB. Zij kan daar toch niets mee. • Ik mis gezelligheid! Het is hier doodsaai! • Ik wilde rust toen ik hier kwam, laten bezinken van thuis. Ik had ruzie met mijn vader, die wil geen contact met me. Ik heb hier geleerd om te verwerken wat er is gebeurt. Ik kreeg rust en ik ben meer zelfverzekerd geworden. • Ik kan schoonmaken, maar alleen als ik er zin in heb. Ik moest vroeger bij mijn vader altijd schoonmaken, daar heb ik het geleerd. Mijn kamer is niet belangrijk, de woonkamer wel. Ik vind dat het opgeruimd moet zijn waar andere mensen komen. Op 1 plek mag het rommelig zijn en dat is mijn kamer. Ik heb daar geen last van. • Het is belangrijk dat er minstens 1 vaste medewerker aanwezig is. 1 keer waren er alleen maar invallers. • Mijn persoonlijk begeleider, Masha, heeft veel geregeld voor mij dat is fijn! Kleedgeld, ik kon goed praten met haar. Ze heeft me gesteund.
Toekomst deze locatie • Ieder doet zijn eigen ding hier, het is niet gezamenlijk. Dat zou beter zijn. • Mijn ervaring is dat het niet zo helpt om dit verhaal te vertellen. Ik vraag ook al heel lang om een nieuwe inrichting, maar ze doen er niets mee. Het moet huiselijker zijn, de inrichting zou veel beter kunnen, meer sfeer. • Het gebouw ligt wel fijn, midden in de wijk. Maar mag opgeknapt worden. 30 is al opgeknapt, bij ons nog niet. Wij hebben nog geen nieuwe spullen of kerstboom. Het moet eerlijk verdeeld zijn! Het is niet eerlijk dat wij nog niets krijgen. We hebben het al vaak gevraagd, maar het komt niet. Het heeft dus geen zin om hier iets te vragen.
Persoonlijke toekomst
• Ik heb de koksopleiding gedaan. Het liefst zou ik advocaat willen worden, kan dan mezelf uit de problemen halen, verdient ook veel geld. Het zou ook fijn zijn als mijn vader en moeder in 1 kamer kunnen zitten zonder dat ik een muur hoef te metselen. • Ik had training nodig om mijn verleden te verwerken. Echte therapie, zodat het een rustig plekje kan krijgen. Maar dat heb ik niet gekregen. Individueel met iemand en niet in een groep, dat gaat verder niemand iets aan.
Ervaringen hier • De begeleiders komen er niet bij zitten als er tv wordt gekeken, terwijl we dat wel vroegen. • De begeleiders (van 28 en 30) zitten veel op kantoor hebben veel tijd nodig om een verslag te maken, het rooster, de kas. Voor de echt gesloten mensen moet je een band opbouwen en dat gaat niet door de hele dag op kantoor te zitten. • Na mijn werk ga ik mijn medicatie ophalen en zie ik een begeleider. Maar dan hebben ze het altijd druk. Ze komen wel even met me kletsen, even vragen hoe het met me gaat. • Er wordt niet gevraagd ‘wat zullen we deze week eens gaan doen met de groep?’ Het verhaal van • Mijn PB-er is er bijna nooit. Mijn schaduw PB-er is er vaker. • Als er nu problemen zijn, vertel ik het tegen een goede vriendin van mij. En later aan de Sarah (21) begeleiders, het ligt eraan wie er dienst heeft. Er zijn begeleiders die weglopen als ik iets tegen ze wil zeggen, dat staat me niet aan, daar zeg ik niets meer tegen. • Ik heb nu doelen gesteld met mijn begeleider. Een doel is bijvoorbeeld opkomen voor mezelf. Daar heb ik een weekendcursus voor gehad. Dat was niet mijn keuze. Ik heb er wel iets aan gehad. Ik heb geleerd NEE te zeggen door middel van rollenspel, hoepels niet laten afpakken, plankje doormidden slaan. Op de groep had ik dit niet eerder geleerd. Past niet helemaal om dit met de groep te doen omdat er dan niet de goede sfeer is. (lacherig, niet serieus nemen wat er gezegd wordt) • Ik heb veel geleerd hier. • De begeleiders vragen me naar mijn toekomst op het moment dat er een Individueel Plan gemaakt moet worden, verder niet.
Toekomst deze locatie
Persoonlijke toekomst
• De menulijsten moeten afgeschaft worden. Ik moet boodschappen doen wat er op het lijstje staat, terwijl ik soms niet meer weet wat ik op het lijstje had staan als ik in de winkel ben. Moet ik eerst naar huis en dan weer terug. • De begeleiding moet meer tijd met jongeren doorbrengen. Dat gebeurt nu bij vooral TBW helemaal niet. Heel af en toe kijken ze GTST met een jongere en verder zitten ze weer op kantoor. • Groepsactiviteiten gebeuren heel weinig vind ik. Voor de 2 groepen is het groepsding juist heel belangrijk. • Nu zitten er ook wel jongens tussen die stoer doen, stelen, herrie schoppen. Sommigen kunnen een vuurwapen in bezit hebben, een mes. Ze zijn tot alles in staat. • Vroeger gingen we veel naar het zwembad. Ik kan me niet meer herinneren dat we nog naar het zwembad zijn geweest. • Vorig weekend of het weekend ervoor liep ik naar 30. Er was inval, 2 of 3. De jongens waren bezig met benzine van de minibike. Vlammetje erbij. Benzine erbij. Ik loop naar leiding toe. Jimmy weet je wel dat ze met benzine en hakenkruizen bezig zijn. Dat had ik nog niet eens geroken omdat die minibike binnen staat en je geur dus al de hele dag ruikt. Het was dat ik het zei. Ze hadden die hele tank leeggehaald. Ik denk dat dat ook wel komt door een stukje verveling. De jongens op 30 zijn nu echt pyromanen. De leiding moet strenger zijn. Dus bijvoorbeeld erbij blijven als ze met een gemotoriseerd voertuig aan de gang gaan. • Ik heb een jobcoach van Philadelphia, hij zou een plan samenstellen. Voor zover ik weet is er geen plan. Ik hoor niets van hem, mijn PB-er en werkvloerbegeleider horen er ook niets van. Ik zie hem ook heel zelden op mijn werk. Heel af en toe heb ik met hem een gesprekje gehad. • Als ik nu op mezelf zou wonen, heb ik nog niet geleerd om zelf financien te doen. De bewindvoerder moet mij dat leren. De begeleiding zegt: wij doen daar niets meer mee, met financien. • In de toekomst wil ik een eigen hond en een vaste baan. Ik zit nog steeds te denken over dierenarts, maar aan de andere kant, daar ben ik te dom voor. Het liefst wil ik met dieren werken. • Ik wil nog meer zelfstandig zijn, nog meer mijn geldzaken zelf regelen, geen begeleiding meer nodig hebben. • Ik zou wel weer heel graag op kickboksen willen, maar dat mag niet van de begeleiding omdat het gewelddadig is. Ik snap het nu wel een klein beetje. Ze hebben 1 lijn getrokken.
Ervaringen elders
Het verhaal van de ouders van Iris
• Iris: ik ben in Oosterbeek gaan wonen, eerst bij de crisisopvang en daarna in een woning op het terrein (Hazeleger). Ik heb toen enkele maanden geen contact gehad met mijn ouders. • In Oosterbeek hadden we meer groepsactiviteiten. Op het terrein werden spelletjes gedaan en er waren feesten waar ook de begeleiding bij was. • Daarna ben ik naar deze locatie gegaan. Ik heb op iedere groep 1 jaar gewoond en woon nu op TBW. • Ik ben een familiemens, maar de familie leek mij niet te accepteren. MEE heeft toen samen met mij een film laten zien aan mijn nichtjes, neven, ooms en tantes over PDD-NOS. Dat heeft geholpen. • Wij (ouders) zijn door Jan Pieter Heije goed begeleid in hoe we met Iris om moeten gaan.
Ervaringen hier
• Vergeleken met Hazeleger is dit een hele verbetering, en dan bedoel ik het gebouw. • De begeleiders staan niet altijd dezelfde kant op. Dat schort er wel een beetje aan. De begeleiders doen allemaal iets anders, zijn niet consequent. Houden zich niet allemaal aan de regels. Bijvoorbeeld, niemand mag zonder toestemming in een kamer van een van de jongeren komen. Laatst is een begeleider met twee andere jongeren op mijn kamer geweest zonder toestemming, om een geurkaarsje te zoeken! Ik was op dat moment niet aanwezig. • Wij helpen Iris altijd, bijvoorbeeld om te verhuizen. Want dat kan Iris niet goed, dan wordt het te druk in haar hoofd. • Op de groep mogen ze wel vaker activiteiten samen doen, zoals zwemmen. Iets meer voor de jongeren doen! Maar ik vraag me wel af hoe ze dat kunnen betalen. • Omdat de SBB zelfstandig is geworden moet ieder kind daar nu 50,- per maand voor betalen. SBB helpt met financiele zaken. Deze dienst hebben de jongeren echt nodig! Dat is heel belangrijk, alleen vreselijk dat dat nu geld kost. • Masha, de persoonlijk begeleider, helpt Iris ook met financiele begeleiding. Iris: ‘ik zou het liever met pa en ma doen, omdat de SBB geld kost.’ • Wij zouden, als ouders, de financien misschien wel met Iris willen doen, maar we weten niet of dat goed lukt. Wij vinden het omgaan met de computer heel erg moeilijk, digitaal beheer van geld. We zouden daar wel uitleg over willen. • Het lijkt alsof het handhaven van afspraken en regels belangrijker is hier. Als voorbeeld, als Iris thuis komt, vragen ze niet altijd aan haar hoe het weekend geweest is. Het eerste wat ze bijvoorbeeld wel vragen is: heb je de kooklijst al ingevuld in plaats van ‘hoe is je weekend geweest?’ Dus Iris ontploft meteen! ‘Een lekkere binnenkomer, dan ben ik meteen chagrijnig.’ • De menulijsten zijn irritant, want ik wil misschien over twee dagen wel iets anders eten. Voor mij is het niet nodig, dus laat mij het dan op een andere manier doen. Het is natuurlijk wel goed dat er 1 afspraak is. En het gezonde eten is natuurlijk ook wel goed. Maar kan dat niet op een andere manier? • Er was geen groepsbespreking, dat is wel heel belangrijk. Dat is sinds kort ingevoerd. 1 dag van te voren mogen wij aangeven wat we willen veranderen. Die menulijst willen we graag veranderen. Maar het wordt niet opgepakt door de leiding. • Er is een nieuwe inrichting op TBW nodig. Wij doen het met de afdankertjes. • Er is geen internet, dat is door de muizen kapot gebeten. Het duurt erg lang voordat dat gemaakt is, wij weten niet waarom het zo lang duurt. We moeten internetbankieren, voor school mails versturen, maar het is nu lastig om dat zelf te doen, omdat we geen internet hebben. • De vooruitgang die Iris geboekt heeft, dat is dankzij de begeleiders van hier, dat hadden wij nooit zelf gered. Ze leerde haar daar om te gaan met explosies. Als iets anders is dan zij denkt, ontploft ze. Even een plek voor jezelf opzoeken, afkoelen, een rondje rond het huis lopen.
• De begeleiders hier helpen mij vooral met geldzaken, structuur van de dag, maar dit kan ik eigenlijk al zelf. • Maatschappelijk werk leert ons alles van ons af te praten, zodat wij het kunnen verwerken, maar ook hulp krijgen als het nodig is. Bv nu blijkt Iris niet op de wachtlijst te staan van Zozijn en dan belt zij erachter aan,. • De maatschappelijk werk schakelt ook vaak met de begeleider. • De begeleiders werken actief met mij met mijn plan, om mijn doelen te kunnen halen. Janneke heeft bijvoorbeeld veel met mij gedaan. Ze heeft me bijvoorbeeld leren reizen met de trein, de bus, OV kaart enz. We gingen dan bijvoorbeeld iemand bezoeken en dan hield zij steeds meer afstand tijdens het reizen. • Toen ik jonger (16) was en ik wou gaan stappen was het altijd NEE. Ik heb nu meer vrijheid. • Hoe ouder ik word hoe meer ik een plekje voor mezelf wil hebben, dat gevoel ontstond vanaf 17 a 18 jaar.
Toekomst deze locatie • De begeleiding door anderen is heel belangrijk geweest voor ons. Als wij, als ouders meer van de begeleiding zelf zouden moeten doen, krijgen we ruzie met haar. Als de begeleiders haar ergens op aanspreken gaat het goed, die hebben meer afstand tot haar. Wij staan te dichtbij, en kinderen moeten zich op den duur toch af gaan zetten tegen ouders om zelfstandig te kunnen worden. • Als we dit hier niet hadden gehad, was Iris niet zo goed terecht gekomen! Nu hebben we een fijn gezin. Tom kroop vroeger weg als Iris thuis was, nu vraagt hij komt Iris weer want hij mist haar. Het is gezelliger als ze er is. • Met 18-jarigen kunnen wij niet zoveel, zeggen ze hier. Maar je kunt toch zeggen dit zijn onze huisregels, daar heb je je aan te houden. Zorgen dat het in huis loopt. Dat heeft niets met wettelijke regels te maken. Daar lijken ze zich achter te verschuilen. • Ook ouders blijven betrekken: Als er iets is gebeurt kun je ook zeggen: zal ik je ouders hier even over bellen of doe jij het. Het niet hebben over je bent nu 18 en ik hoef het niet meer aan je ouders te melden. • Als Iris hier woont en ze is 20, moet ze zich ook aan mijn regels houden. Schoonmaken en gezellig thee drinken is ook een afspraak. • Je ziet ze nooit gezellig samen zitten, dat is toch jammer. Ik denk aan een studentenhuis, met zijn allen gezellig. Dan is het voor de jongeren ook een plek waar ze graag komen en weer naar terug gaan. • Er zijn bepaalde begeleiders weg gegaan. Sinds zij weg zijn gaat het slechter. Zij waren de krukas van de motor! • Er moeten minder invallers zijn! • Er zijn begeleiders die echt in je geinteresseerd zijn! Zij zijn het fijnste omdat zij heel veel deden, de jongeren luisterde goed naar hen. Zo is het en zo gebeurt het en nu luisteren! De jongere begeleiders die er nu zijn hebben minder overwicht. • Er moet ingegrepen worden als ze regels overtreden. Nu denken veel begeleiders: laat maar zitten en dan escaleert het. • De groepsleiding mag aan ons ook wel eens vragen als er iets opgeknapt moet worden want dat wil ik best doen! Dat is geen probleem, praktische hulp. Ik kan dan ook iets terug doen. Op een hele andere manier kunnen wij iets terug doen voor Pluryn, dat mogen ze best vragen. Want ik heb ook een hele hoop aan hun te danken.
Persoonlijke toekomst • Iris: ‘mijn droom is in de zorg werken. Om daar te schoonmaken of als gastvrouw in het ziekenhuis. Daar heb ik stage gelopen, dat was heel erg leuk. School (UWV) begeleidt mij bij dit traject.’ • Iris: ‘Zozijn is voor mij de vervolgstap, zelfstandig begeleid wonen. Ik wil in Doetinchem wonen, want daar wonen de meesten van mijn familie. ‘Iris staat daar op de wachtlijst.’ • Ouders: ‘het is belangrijk dat Iris weet dat als er iets is, dat ze dat met ons kan bespreken. Als ze zelfstandig woont is ze alleen, en als er iets is kan ze ons bellen. Ze moet het niet opkroppen.
Ervaringen elders • Sarah is 3 maanden weg geweest van deze locatie, ze bleek een loverboy te hebben. We hebben hemel en aarde bewogen om haar terug te krijgen op deze groep. • We hebben toen via de rechtbank geregeld dat wij haar bewindvoerder en mentor werden. Daardoor hebben we nu tot haar 23e nog veel over haar te zeggen. Als ze bv weer bij een loverboy komt kunnen wij nu tegen de politie zeggen ‘haal haar maar op’ en dan doen ze dat. Als we geen mentorschap hadden, kun je vanaf het 18e levensjaar dit soort beslissingen niet meer nemen als ouders.
Het verhaal van de moeder en stiefvader van Sarah
Ervaringen hier • Als Sarah heel veel prikkels krijgt, wordt ze druk in haar hoofd, trekt ze zich terug. Nu zit ze in haar eigen huisje. Ook daar heeft ze regels nodig, want ze wil zelf het liefst iedere dag bezoek, ze vindt iedereen leuk. Maar ze heeft ook rust nodig. • Sarah heeft een weekend gehad waar ze leerde over eigenwaarde, weerbaarheid, wat is een goede relatie en dat weekend is erg goed geweest.
• Sarah heeft veel structuur nodig. Op het whiteboard staat haar dagindeling. Femke (begeleidster van Sarah) dacht eerst dat het whiteboard een stap terug was. Maar in de praktijk werkt het wel goed. Dat kan ze goed volgen en werkt goed voor haar. Ze maakt zelf haar lijstje voor boodschappen en wat ze op welke dag eet. Dat levert ze in en dan krijgt ze haar huishoudgeld. En daar doet ze zelf haar boodschappen van. Voor Sarah mogen dingen niet veranderen, het moet vooraf gestructureerd zijn. Bv. het eten mag niet anders zijn dan wat ze vooraf bedacht had. Toch zal ze zelf niet altijd zeggen dat dit goed voor haar werkt. • Op de groep werd ze teveel gecontroleerd. Ze ziet de begeleiding als controle, niet als hulp! In haar voordeel vindt ze de begeleiders wel prima, als ze bijvoorbeeld weggebracht moet worden. Maar anders vindt ze de begeleiders lastig. • Het huisje waar ze nu woont, was toen ze erin kwam erg vies. Dan schort er iets aan de begeleiding, toch? Anders kan het toch niet zo‘n plakzooi worden? Ik denk dat je grenzen moet stellen bijvoorbeeld: ‘je krijgt een maand de tijd om dit op te ruimen anders moet je terug naar de groep.‘ • Sarah is gegroeid de laatste jaren, waardoor ze zelfstandig kan wonen. Ze heeft geleerd om hulp te vragen, even weg te gaan als ze boos is, en af te koelen, structuur te krijgen in haar dag en haar woede uitbarstingen zijn een stuk vermindert. In ons gezin was dat niet haalbaar geweest, omdat een gezin onvoorspelbaarder is. Wij vinden dat ze goed gecoacht is door het team om zelfstandig te worden. • Femke is al heel lang Sarah’s begeleider. Ze lijkt wel familie van ons en Sarah kan dit niet meer op afstand houden. Je hebt dan niet meer zoveel invloed op haar. Femke is heel veilig, bijna te veilig, net als wij. Door die veiligheid gaat Sarah haar claimen, en zich afzetten tegen haar. Er moet ook een bepaalde afstand zijn waardoor ze iets aanneemt van die persoon. • Als Sarah op de groep een probleem had, belde ze ons. Wij zeggen dan: ‘je moet het daar met de groep oplossen.‘ Wij leggen het bij haar terug. Ze moet het zelf leren. Wij helpen haar wel in hoe ze dat moet doen. • Wij hebben korte lijnen met de groep en met school, en houden dezelfde regels aan als op de groep. Ook thuis. Het is belangrijk dat ouders op 1 lijn zitten met begeleiders. Sarah komt er nu achter dat ze compromissen moet maken en dat we het goed met haar voor hebben. Ze kan gecontroleerd fouten maken. • Vanaf het 18e levensjaar hebben begeleiders en ouders niet veel meer te zeggen over kinderen. Dan zien ze de kinderen vaak afglijden. Omdat ze eigen beslissingen mogen nemen die niet altijd verstandig zijn. Juist het feit dat er vaste mensen zijn waar ze op kunnen bouwen is zo belangrijk voor hen. We zien veel begeleiders die stoppen, overspannen raken, niet aan kunnen zien dat de kinderen afglijden.
• Ik heb ook veel aan de leiding, als moeder, want ik voelde me heel schuldig over wat er vroeger gebeurt is. De navelstreng wordt steeds dunner, ik kan haar beter loslaten. Ik kan daar ook bij Femke mee terecht. Vroeger loste ik alles op voor Sarah. • Joop heeft me veel kennis bijgebracht. En Femke heeft met mij gespard hoe ik dingen kan oplossen. Femke heeft ook veel geleerd van Joop. Joop is meer een begeleider, een coach, Femke is er voor het praktisch oefenen met Sarah en het doorpraten over dingen met mij. • Ik hoor begeleiders zeggen: Ik sta op TBW, maar het is hommeles op de groep dus moet ik daar helpen, want er zijn maar twee stagiaires die het niet redden. Hoe kan dat? • Op de groep kunnen ze elkaar de schuld geven: ‘ik kon dit niet doen want die gebruikte de wasmachine of stond onder de douche.‘ Nu woont ze zelfstandig en kan ze dit niet meer afschuiven.
Toekomst deze locatie • Ik denk dat ze duidelijker grenzen moet stellen en hanteren. Bijvoorbeeld: je krijgt een maand de tijd om je huis op te ruimen anders moet je terug naar de groep. • Wat zou helpen, is dat de regels strakker worden in contacten tussen de jongeren onderling. Ze mochten vroeger niet bij elkaar komen, of contact hebben buiten de groep. Hier moeten we eigenlijk over doorvragen, waarom mocht dit niet en wat is er veranderd? Jongeren klitten samen, hetzelfde gedrag houden ze in stand. Er komen steeds zwaardere jongeren, dat is voor de andere kinderen gevaarlijk. Er is ook minder begeleiding op de groep. • Voordelen van de groep zijn dat ze van elkaar leren, het gezinsgevoel is goed, omgaan met anderen in een groep en rekening met elkaar houden. Nadelen ervan zijn dat ze samenklitten, verkeerd gedrag in stand houden. De beinvloedbare kinderen worden beïnvloed door jongeren die heftig gedrag vertonen, dat gedrag wordt steeds heftiger. • Veiligheid op de groep of vertrouwen in personen is heel belangrijk. Sarah vertelt anders niet wat er aan de hand is. Als jongeren dingen niet zeggen, weet je ook niet dat het speelt. • Er zijn vaste mensen op de groep nodig waar de kinderen vertrouwen in hebben. Zorgen dat deze mensen stevig zijn, niet overspannen raken (zoals afgelopen tijd gebeurd is). • Zou het niet beter zijn dat ze op zorgzwaarte bij elkaar wonen, niet perse op leeftijd? • Ze moeten leren over eigenwaarde en weerbaarheid, wat is een goede relatie: dit leren ze ook op de groep, maar daar is veel te weinig tijd voor. Sarah heeft een weekend gehad van twee dagen om dit te leren. • De focus van de groep ligt erg op praktische dingen, zoals dagstructuur op de groep. Ik denk dat ze meer individueel moeten kijken wat nodig is. Sarah mocht na 19.30 uur niet meer zelf koken, omdat dat buiten de regels viel. Terwijl ze door een bepaalde training niet eerder thuis kon zijn dan 19.30 uur. Men kijkt dan niet naar andere oplossingen op maat. • Er zijn meer vaste krachten nodig hier! • Praktisch oefenen met begeleiders (rollenspellen) is er op dit moment niet meer, dat is een gemis! • Wij hebben geen contact met andere ouders, maar zouden best aan andere ouders iets willen vertellen bijvoorbeeld over bewindvoerder- en mentorschap. Wij zijn de eersten die dat hebben binnen de groep. • Gerald was overdag een vast aanspreekpunt: van maandag tot en met vrijdag, ieder dag. Hij was een continue factor. Dat was heel fijn! Sandra (CPA) is ook een continue factor op de groep. Ze gaat vaak mee naar de dokter of tandarts, maakt schoon, doet boodschappen, is er iedere dag. • Op de groep is geen tijd om kinderen te leren wat het leven kost. Alleen kookgeld, verder gaat het niet. Dat hoort er toch ook bij? • Wat is je rol als begeleider als kinderen 18 jaar worden? Daar moet je over praten met elkaar. • De kinderen zouden tot een jaar of 23 mentorschap nodig hebben. Als ouders dit niet kunnen bieden dan door begeleiders. Nu haken begeleiders af omdat ze kinderen zien afglijden en niets meer kunnen doen. Hulpverleners zouden meer invloed moeten kunnen hebben op de kinderen. Dat is mogelijk met mentorschap. De veiligheid die de jongeren nodig hebben ontstaat volgens ons door zowel mentorschap, gecontroleerd fouten mogen maken, leren van je fouten, veiligheid van ouders, begeleiders en de groep en een veilige woning!
Van verhalen naar inzichten De tweede stap in dit innovatietraject was dat deze verhalen in een workshop zijn besproken. Samen met de groepsleiders, ouders, klantbureau en behandelaars is in deze workshop gesproken over de vervolgvraag: wat betekenen deze verhalen voor de dienstverlening van deze locatie? Bij deze workshop was een brede vertegenwoordiging aanwezig: de clusterleider, enkele groepsleiders, de orthopedagoog, de projectleider eHealth, een medewerkers van het klantenbureau, een participatieadviseur, iemand van maatschappelijk werk en tot slot de ouders van een van de clienten. Er is bewust voor gekozen om verschillende medewerkers en ouders te vragen om deel te nemen en mee te denken in een workshop (cocreatie).Beoogde resultaten van de workshop zijn: t Inzichten formuleren naar aanleiding van de interviews; wat kunnen we leren van deze verhalen? t Kansen formuleren; wat moeten we anders gaan doen? t Draagvlak creëren bij alle aanwezigen voor het formuleren van een nieuwe aanpak
AANPAK Uit de analyse van de interviews bleek dat in alle gesprekken de volgende centrale thema’s terugkwamen: t woonomgeving t activiteiten en de sfeer op de groep t begeleiding op de groep t externe begeleiding t toekomstverwachtingen t adviezen die ouders mee willen geven De uitspraken uit de interviews zijn gecategoriseerd per thema en tijdens de workshop hebben de deelnemers in groepen een of meerdere inzicht(en) per thema geformuleerd. Deze inzichten vormden de basis om uiteindelijk na te kunnnen denken over kansen voor deze locatie. Op de volgende pagina’s zijn per thema de inzichten weergegeven zoals de verschillende groepen die hebben geformuleerd. Deze zijn onderbouwd met typerende uitspraken uit de interviews.
Pagina 13
WONEN Inzicht 1 We kunnen jongeren (of hun netwerk) beter betrekken bij inrichting, onderhoud en activiteiten in huis. Mogelijk in combinatie met het leren omgaan met financiën. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt nu volledig bij de groepsleiding en daardoor leren de jongeren er niets van.
Je ziet ze nooit gezellig samen zitten, dat is toch jammer. Ik denk aan een studentenhuis met zijn allen gezellig. Dan is het voor de jongeren ook een plek waar ze graag komen en weer naar terug gaan.
Als ik hier de baas zou zijn, zou ik een nieuw gebouw bouwen wat netter en mooier is. Een gebouw met 1 voordeur in plaats van 6. Mijn post komt bij een andere deur aan.
Ze mogen aan ons (ouders) ook best vragen als er iets opgeknapt moet worden. Dat wil ik graag doen. Ik kan dan ook iets terug doen op een hele andere manier. Want ik heb ook een hele hoop aan hun te danken.
Het meubilair is pas vernieuwd voor 6000 maar het ziet er toch niet uit! Wij zouden iets anders gekozen hebben.
Er is lange tijd geen internet geweest, is door de muizen kapot gebeten. Het duurt erg lang voordat gemaakt is, wij weten niet waarom het zo lang duurt. We moeten voor school e-mails versturen, maar dat gaat niet.
Mijn ervaring is dat het niet zo helpt om dit verhaal te vertellen. Want ik vraag ook al heel lang om nieuwe inrichting. Ze doen er niets mee.
Pagina 14
WONEN Inzicht 2 Samen met de jongeren zouden we een norm (persoonlijk- en voor de groep) kunnen opstellen voor schoonmaak en opruimen. Vanuit die norm kunnen ze, met ondersteuning, leren opruimen.
Je kamer opruimen zou gewoon een afspraak moeten zijn. Veel jongeren zien het nut daar niet van in, maar dat moeten ze leren. Dan kunnen de kamers ook niet zo vies en plakkerig worden als nu is bij een verhuizing.
Het huisje waar ze ging wonen was heel erg vies. Dan schort er toch iets aan de begeleiding, toch? Anders kan het niet zo’n plakzooi worden. Ik denk dat je grenzen moet stellen ’je krijgt een maand om dit op te ruimen, anders moet je terug naar de groep.’
Ik vind dat het opgeruimd moet zijn waar andere mensen komen. Op 1 plek mag het rommelig zijn, dat is mijn kamer. Ik heb er geen last van.
Mijn kamer op nummer 30 was rommelig, kapotte wasbak, lekkage, nat bed. De gordijnen waren vies. De kamer die ik nu heb is wel beter.
Pagina 15
Pagina 16
BEGELEIDING OP DE GROEP Inzicht 1 Zie & hoor ons! (de vraag om duidelijkheid en continuïteit is een hulpvraag)
Het was niet de leukste tijd, veel gezeur met de leiding. Dat kan anders door consequenter te zijn, van beide kanten aan de afspraken houden. Jongeren werken zo: als jij je niet aan de afspraak houdt, dan doe ik dat ook niet!
Wij hebben wel eens ruzie of storen ons aan de ander, dan is het echt belangrijk dat de leiding er zich op tijd mee gaat bemoeien, om te voorkomen dat het escaleert.
Een voorbeeld: ‘we ergerde ons allemaal aan iemand. We hadden al aan de leiding gevraagd: ga naar boven en doe er wat aan, anders doe ik het zelf wel!’ Als we het zelf doen escaleert het. Als wij iets vragen moeten ze dat wel doen, dat verwachten ze ook van ons. Dus moeten zij dat ook doen. Wij vragen dat niet voor niets.
Wij moeten om 23 uur naar bed omdat de leiding eerder weg wil. Als er groepsbespreking is weten we niet wat er besproken wordt. Ze beslissen zelf wat er gaat gebeuren.
Begeleiders die echt geïnteresseerd zijn in de jongeren, zij zijn het fijnste! De jongeren luisteren goed naar hen. Dat komt omdat er wederzijds respect is.
Pagina 17
BEGELEIDING OP DE GROEP Inzicht 2 Jongeren willen meer en echt contact met de groepsleiders (zijn teveel op kantoor).
De begeleiding zou meer tijd mogen doorbrengen met de jongeren. Een spelletje doen, een serie of film kijken. Lol maken met de jongeren. Vooral op TBW gebeurt dat helemaal niet. Heel af en toe kijken ze samen GTST en verder zitten ze weer op kantoor.
Vaste mensen op de groep waar de jongeren vertrouwen in hebben, dat is nodig. Zorg dat deze mensen stevig zijn, niet overspannen raken.
Er wordt niet gevraagd ‘wat zullen we deze week eens gaan doen met de groep.’
Bij de gesloten mensen moet je echt een band opbouwen en dat gaat niet door de hele dag op kantoor te zitten.
De begeleiders komen er niet bij zitten als er tv gekeken wordt, terwijl we dat wel vragen.
Mijn PB-er is er bijna nooit. Mijn schaduw PB-er is er vaker.
Pagina 18
BEGELEIDING OP DE GROEP Inzicht 3 Jongeren willen hun competenties verbeteren. Ze verwachten daarin hulp van de groepsleiders en behandelaars.
Ik had training nodig om mijn verleden te verwerken. Echte therapie, zodat het een rustig plekje kan krijgen. Maar dat heb ik niet gekregen. Individueel samen met iemand, niet in de groep, want dat gaat niemand wat aan.
Het is de taak van mijn bewindvoerder om mij te leren omgaan met financiën. De begeleiding zegt: ‘wij doen daar niets mee, met financiën.’
Tegen mannen durft Sarah niet veel te zeggen. Ze is heel beïnvloedbaar en onderdanig naar jongens, en jongens maken daar misbruik van. Ze heeft snel verkeerde vrienden.
Praktisch oefenen met begeleiders (rollenspellen) is er niet meer, dat is een gemis!
De begeleiders werken actief met mij om mijn doelen te behalen. Mijn PB-er heeft mij bijvoorbeeld leren reizen met de trein, de bus, OV kaart enz.
Mijn PB-er is heel belangrijk voor mij geweest. Toen ik hier kwam was ik net een kasplantje, ik kon eigenlijk niets. Hij heeft mij geleerd te koken, zelfstandig te reizen en de OV kaart gebruiken. Mijn schaduw PB-er was nog duidelijker, dat past beter bij mij.
Pagina 19
EXTERNE BEGELEIDING Inzicht 1 Voor jongeren is het niet duidelijk dat externe en interne begeleiders intensief samenwerken.
De PB-er heeft ook veel geleerd van Jaap (GGZ vpk). Jaap is meer een begeleider/coach. De PB-er is er voor het praktisch oefenen met Sarah en het doorpraten over dingen met mij (moeder van Sarah).
De mevrouw van de reclassering helpt mij echt, doet echt iets voor me, ze helpt me bijvoorbeeld aan werk. De leiding hier doet dat niet.
Ik heb een jobcoach, hij zou een plan opstellen. Voor zover ik weet is er geen plan. Mijn PB-er en ik horen niets van hem.
Ik heb veel aan de PMT training gehad. Ik was heel agressief, veel sporten en veel praten.
De maatschappelijk werker schakelt ook met de begeleider.
Pagina 20
EXTERNE BEGELEIDING Inzicht 2 Jongeren willen leren omgaan met financiën. Hun geld wordt nu wel goed beheert door SBB, maar jongeren leren niet zelf met geld omgaan.
Vreselijk dat de SBB zo veel geld kost, 50 euro per maand. Deze dienst hebben de jongeren echt nodig. Ik zou het als ouder ook wel zelf willen doen maar ik vind het omgaan met de computer (internetbankieren) erg moeilijk. Hier zou ik wel hulp bij willen.
De SBB (Stichting Beheer Bewonersgelden) regelt alles voor mij op financieel gebied, maar ze hebben mij niet geleerd hoe ik dat zelf moet doen. Het kost me 50 euro per maand, maar dat kan ik niet meer betalen!
Op de groep is geen tijd om de kinderen te leren wat het leven kost. Alleen kookgeld, verder gaat het niet. Dat hoort er toch ook bij?
Als ik nu op mezelf zou wonen heb ik niet geleerd om zelf mijn financiën te doen.
Het kasboekje hielp mij om om te gaan met mijn weekgeld.
Pagina 21
SFEER EN ACTIVITEITEN OP DE GROEP Inzicht Vorige week waren de jongens van 30 bezig met benzine van de minibike. Vlammetje erbij. Ik loop naar de leiding toe. Die had het niet eens in de gaten. Het was dat ik het zei. Ze hadden de hele tank leeggehaald. Ik vind dat de leiding strenger moet zijn, erbij blijven als met de minibike bezig zijn.
Vroeger gingen we veel naar het zwembad. Ik kan me niet meer herinneren dat we daar geweest zijn.
Huiselijkheid en veiligheid zijn van belang om een sfeer te krijgen waar men kan leren en ‘oefenen.’ Samen eten is gezelliger dan alleen. Maar we doen het niet altijd. Soms is er ruzie en soms hebben we er geen zin in.
Voordelen van de groep zijn dat ze van elkaar leren, het gezinsgevoel is goed, omgaan met anderen in een groep en rekening met elkaar houden.
Jongeren willen meer gezelligheid in huis.
Gister hebben we samen geschaatst. Dat was heel erg leuk, een PB-er is ook mee geweest. Dat soort dingen zouden we vaker moeten doen. Het zou gezelliger zijn, de sfeer wordt beter.
Pagina 22
In Groesbeek deden ze in het weekend veel activiteiten met ons. We hadden een band met elkaar. Samen gamen tegen elkaar, samen voetballen, ook met de leiding.
Pagina 23
PERSOONLIJKE TOEKOMST Inzicht Jongeren zijn serieus met hun toekomst bezig. Neem dit serieus! en help hen kleine haalbare doelen te stellen en behalen.
Ik heb één doel, namelijk mijn eigen huis. Ik heb getwijfeld om bij IWIB te gaan wonen of gewoon op mezelf. Ik heb gekozen voor IWIB omdat ik dan toch nog ergens op kan terugvallen.
Ik heb al heel veel: vrienden, familie, een vriendin, werk. In de toekomst wil ik een eigen huis.
Ik zou via hier de stap naar een eigen plek willen maken. Ik ben heel zelfstandig, behalve mijn financiën. Ik heb nog wel een gat in mijn hand, daar heb ik hulp bij nodig.
De begeleiders vragen me naar mijn toekomst op het moment dat er een individueel plan gemaakt moet worden.
Ik mag op mijn 19e hier weg, dan wil ik een eigen huis. Voor die tijd weer thuis gaan wonen is niet goed voor mij want dan zou er misschien weer iets gebeuren waardoor het weer fout gaat.
Pagina 24
Van inzichten naar kansen voor verbetering Elke groep heeft op basis van de inzichten kansen voor verbetering geformuleerd; kansen om de begeleiding van jongeren in de leeftijdscategorie achttien jaar en ouder te verbeteren. Deze zijn hieronder weergegeven.
VISIE Uit veel uitspraken blijkt dat jongeren meer regie willen, waardoor de begeleider meer een coachende rol krijgt. Nu wordt ervaren dat er veel voor en over hen wordt besloten, terwijl ze dat juist zelf willen leren. Dit betekent dat een begeleider meer gaat zorgen dat een jongeren zijn doelen kan behalen in plaats van zorgen voor. Bijvoorbeeld: afstemmen met begeleiders (in- en extern), toekomstplannen waarmaken, competenties aanleren, onderhouden van de woning, activiteiten zelf organiseren, leren omgaan met financiën.
PARTICIPATIE Wonen in een groep met meerdere jongeren biedt kansen die meer benut kunnen worden. De groepsdynamiek kan optimaal gebruikt worden om sociale competenties aan te leren. Het onderhouden of inrichten van een woning en het samen doen van activiteiten biedt mogelijkheden om participatiedoelen te realiseren. Bijvoorbeeld: laat jongeren zelf een rol spelen in het realiseren van een activiteit of nieuwe inrichting in huis.
RELATIE & CONTACT De sfeer waarin de jongeren willen leren de regierol te nemen dient huiselijk, gezellig maar ook duidelijk en rechtvaardig te zijn. Jongeren hechten veel belang aan een relatie waarin echt geluisterd wordt naar wat zij willen bereiken en waarin geprobeerd wordt hen competenties aan te leren waarmee ze doelen kunnen bereiken. Jongeren begrijpen dat dit twee richtingen uitgaat, en dat er consequenties aan hangen als ze zich niet aan afspraken houden.
TEAMONTWIKKELING Om deze verandering van werken te kunnen bereiken wil het team investeren in het samen zoeken of uitdiepen van nieuwe methodieken om de visie te kunnen realiseren. Teamleden geven aan, met concrete voorbeelden, dat zij bereid zijn om middels scholing en training zich de competenties eigen te maken, die nodig zijn bij een eventuele nieuwe rol en taak. Bijvoorbeeld: Individuele aanpak, toekomstplanning, oplossingsgericht werken.
Pagina 25
Het vervolg
Met het behoefteonderzoek en de workshop zijn de eerste stappen op weg naar verbetering gezet. Tijdens de evaluatie van de workshop werd duidelijk dat de bewustwording die ontstond tijdens de workshop er al voor zorgt dat iedereen ‘vanaf morgen’ dingen anders gaat doen. Door de verhalen van de jongeren is men zich bewust geworden wat er moet veranderen, maar ook waarom er iets moet veranderen bij deze locatie. Belangrijkste constatering is dat het betrekken en horen van de jongeren en ouders een zeer goede stap is geweest om verder te komen in het beter aansluiten bij de doelgroep, de achttien jarigen. Er liggen veel kansen, op het gebied van participatie, maar ook eHealth zou ondersteunend ingezet kunnen worden bijvoorbeeld om goed aan te sluiten bij de (toekomst)doelen van jongeren, om inzicht te geven in de samenwerking tussen externe en de intern begeleiders; het leren omgaan met financiën; bieden van structuur en duidelijke afspraken maken. De vervolgstap is om nu de gezamenlijk benoemde kansen om te zetten in concrete acties: ‘het Hoe.’ Hoe gaat deze locatie nu realiseren wat als kans benoemd is? In de workshop zijn al veel concrete zaken genoemd waar nog keuzes in gemaakt moeten worden of waar vrij snel iets mee gedaan kan worden. Maar er zijn ook verbeterkansen genoemd die in co-creatie geconcretiseerd dienen te worden.
To be continued...
Colofon
Uitgave: Pluryn, behandeling en ondersteuning bij wonen, werken, leren en vrije tijd. Tekst: VanMorgen; Miranda van Berlo, Monique Kemner en Toon van de Looy Betrokken experts: Ontwikkeling en uitvoering behoefteonderzoek: Miranda van Berlo en Monique Kemner Begeleiding van de workshop: Miranda van Berlo, Monique Kemner en Toon van de Looy
Vormgeving: antimaterie, Bas Koreman
Copyright- © Pluryn. 1e druk, maart 2016
Dit traject werd mede mogelijk gemaakt door In voor zorg! en VanMorgen. Niets uit dit verslag mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Pluryn en de overige auteursrechthebbenden.