LESDOELEN
LEERINHOUD
WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
1. LESBEGIN
2. Lesuitwerking •
De verschillende klimaten de Europese kaart situeren.
Onderwijsleergesprek Werkblaadje
2
LESDOELEN
LEERINHOUD
WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
III. Factoren van weer en klimaat. 1. De temperatuur verschilt volgens het seizoen. - 21 juni staat de zon het hoogst., wanneer de zomer begint. De zon komt dan op in het N.O. en gaat onder in het N.W. Op die langste dag van het jaar beschrijft de zon een lange baan boven de horizon. Ze heeft dus veel tijd om de aarde op te warmen. 21 december staat de zon het laagst. De middagzon staat dan het laagst. De zon komt in het Z.O. op en gaat in het Z.W. onder. De dag is dan het kortst. - Winter beschijnt de zon een kleiner oppervlakte dan in de zomer. Hoe schuiner de zonnestralen invallen, hoe groter het oppervalk is dat wordt beschenen en hoe minder de zonnestralen verwarmen. Dit is vooral in de winter, maar in de loop van de dag geldt dat ook: ’s morgens en ’s avonds vallen de zonnestralen het schuinst is, op middag staat de zon het hoogst. → De temperatuur is afhankelijk van de hoogte van de zon aan de hemel, dus de temperatuur is afhankelijk van het seizoen. → De temperatuur is afhankelijk van de beschenen oppervlakte.
Slide. De baan van de zon -
-
Wanneer staat de zon het hoogst?
Wanneer staat de zon het laagst?
Slide: invalshoek van de zonnestralen - Wat stel je vast ivm met de beschenen oppervlakte?
-
Waarvan is de temperatuur afhankelijk?
Werkblaadje
3
LESDOELEN
LEERINHOUD
WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
2. Hoe verder van de evenaar, hoe kouder. Op een klimatogram kan je de geografische - Wat zijn geografische coördinaten van België? coördinaten aflezen. Zo ligt België op 50°N. Slide: wereld klimaten Volgens de breedteligging wordt de aarde van - Wat stel je vast? de evenaar tot de noordpool in 3 grote klimaatzones verdeeld. De warme klimaten reiken tot de kreeftskering, - Waar bevinden zich de klimaten zich? de gematigde klimaten heersen tussen kreeftskeerkring en noordpoolcirkel. Ze worden ingedeeld in de warmgematigde, de koelgematigde en koudgematigde klimaten. Tussen de poolcirkel en noordpool hebben we de koude klimaten. Hoe verder naar het noorden hoe schuiner de - Waarom vinden deze warme klimaten zonnestralen invallen hoe langer de weg is ze zich ter hoogte van de evenaar en moeten afleggen door de atmosfeer. koude klimaten en de noordpool? Werkblaadje 3. Hoe hoger, hoe kouder en natter. Het klimatogram van Baraque Michel toont aan dat het zowel in de zomer als in de winter de temperaturen lager zijn dan in Oostende. De temperatuur daalt 1°C per 100m. Dit geldt zowel in de Alpen als andere Europese gebergten. Baraque Michel ligt 100 km verder van de zee dus : de verzachtende invloed van is dus minder voelbaar dan in Ukkel.
Slide: klimatogram van Oostenden – Baraque Michel - Wat stellen we vast ivm de temperatuur?
4
LESDOELEN
LEERINHOUD
WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
De neerslag neemt toe met de hoogte. - Wat stellen we vast ivm met de neerslag? Aan de zee heb je verdamping, deze trekt het Slide: stijgingsregens binnenland binnen. In hoog België moet deze - Wat zou de verklaring kunnen zijn dat vochtige lucht stijgen en komt dan zo in er meer neerlag valt in reliëf rijk koudere luchtlagen terecht. Door de koude gebied? trekken waterdruppeltjes samen tot grote druppels en dus tot dichte wolken, en daar valt regen uit. Regens die ontstaan door dat wolken moeten stijgen noemt stijgingsregens. Werkblaadje 4.De zee milder de temperaturen in zomer en winter. Slide: klimatogrammen van Oostende en In Oostende is het warmer dan in Leopoldsbug Leopoldsburg. - Wat stel je vast ivm de temperatuur in de winter? De nabijheid van de zee zorgt in de winter voor zachtere temperaturen aan de kust dan in het binnenland. In de zomer is het warmer is het warmer in het binnenland. - Wat stel je vast ivm de temperatuur in de zomer? De zee warmt minder snel opwarmt dan het binnenland. In Oostende is augustus de - Heeft iemand daar een verklaring voor? warmste maand en niet juli. In de winter koelt het land sneller af. Daarbij komt nog dat de Golfstroom, een warme Slide: Europese kaart zeestroom die de West- Europese kusten aandoet, de winters nog zachter maakt. Hoe verder oostwaarts gaan, hoe groter de jaarschommelingen zijn. Werkblaadje 5
6