LESONDERWERP : De poten van lopers verschillen volgens de bodem en de loopsnelheid
ALGEMENE VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES : LEERPLANDOEL(EN) : - Door vergelijkende studie de verscheidenheid van deze ledematen (organen) bij enkele zoogdieren kunnen beschrijven 23 - Deze structuren in verband brengen met de levenswijze van het dier in het milieu.24
LESDOELEN
LEERINHOUD
WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE
1. LESBEGIN
• onderwijsleergesprek
Bij het gewone stappen, rust je hele voet bij het afstoten op de grond. Tijdens het sprinten loopt de mens op de tenen.
Leerling laten wandelen/l lopen
TIJD
* Waarnemen van de voeten van een leerling die rondloopt = sprint (slow motion) - Kan je beschrijven welke bewegingen de voet maakt ? - Hoe staat de voet (tijdens het voortbewegen) op de grond ?
Het begrip “zoolgangers” leren kennen.
2. LESUITWERKING
• onderwijsleergesprek
2.1.
Leerlingen ⇒ observatietafel
ZOOLGANGERS
* levende cavia bekijken De cavia steunt met de hele voet op de grond. Hij loopt op vier poten.
- Wat bemerk je hier bij het rondlopen
1
LESDOELEN
LEERINHOUD Het deel van de poot waarin de voetwortelbeentjes, de middenvoetbeentjes en de teenkootjes zitten raakt de grond.
WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
* slide slelet cavia - Beschrijf het skelet
Dieren die volledig met hun voeten op de grond steunen noemen we zoolgangers Het begrip” teengangers” kennen
2.2.
TEENGANGERS
* slide of dia van een kat die loopt
Katten raken alleen met hun tenen de grond.
- Kan je eens de beweging van de kat beschrijven ? - Met welke delen van de voet stoot ze zich af tijdens het lopen ?
Het enkelgewricht en het deel van de poot waarin de middenvoetbeentjes zitten raken de grond niet. Dieren die alleen met de tenen de grond raken noemen we teengangers.
* skelet kat - Beschrijf delen van voet? * slide van het skelet van de kat Leerling ⇒ terug naar hun plaats
Het verband inzien tussen de snelheid van het dier en de wijze waarop de poten zich afstoten tijdens het lopen
In de atletiek zijn de beste sprinters meestal grote atleten met lange benen . Tijdens hun korte ren nemen ze grote passen en worden de benen relatief weinig geplooid. Ze raken met hun tenen de grond en dragen spikes waardoor bij het afstoten het uitglijden tegengegaan wordt.
- Is er iemand die atletiek volgt ? Kan je het sprinten beschrijven? - Wat gebeurt er met de voet , welk schoeisel draagt men op de piste en waarom ?
2
LESDOELEN
LEERINHOUD Er onstaat een wrijving. Bij het lopen wordt de voet niet volledig op de grond gezet. Hoe kleiner het steunoppervlak van de voet op de bodem, hoe minder wrijving en hoe sneller we dus gaan voortbewegen. Besluit : teengangers kunnen zich sneller voortbewegen dan zoolgangers
Het verband zien tussen de bouw van de poten/voeten en hun levenswijze
Het begrip” teengangers” kennen
WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
- Wat ontstaat er als we de voet op de grond zettten.
- Waarom is de kat een teenganger?
Om zijn prooi te kunnen vangen moet de kat heel snel kunnen sprinten op korte afstand. Alle teengangers zijn snelheidskampioenen op korte afstand, dit is dus noodzakelijk om hun prooi te kunnen vangen. Ook de klauwen zijn daarin een belangrijk onderdeel.
2.3.
TEENTOPGANGERS
Paarden lopen op de toppen van hun tenen
Een aantal beenderen zijn blijkbaar verdwenen in vgl met vorig dieren. Een opperarmbeen, vergroeide ellepijp en spaakbeen. De middenhandsbeentjes zijn vergroeid tot één lang stevig loopbeen : het kanonbeen. Paarden lopen op het laatste (vinger)teenkootje, dus eigenlijk op de toppen van het (vinger)teenkootje. Men noemt ze teentopgangers.
* slide van een paard - Hoe staan de paarden op de grond.
* skelet poot paard - Beschrijf het skelet van het paard * slide : skelet van de poten
3
LESDOELEN
LEERINHOUD
Het verband inzien tussen de snelheid van het dier en de wijze waarop de poten zich afstoten tijdens het lopen
Rond het laatste teenkootje zit een hoef, die de vorm van een schoentje heeft en die bescherming biedt. Vandaar de naam hoefdieren.
WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
- Wat bemerk je aan het laatste teenkootje en wat is de functie hiervan ?
Teentopgangers kunnen zich goed afduwen op een harde vaste bodem.Onder hen zijn er die dan ook heel lange afstanden kunnen afleggen. Bv ook om zich te beschermen (zebra als prooi van een leeuw vergelijken).
Het verband zien tussen de bouw van de poten/voeten en hun levenswijze
Het paard steunt op de top van het laatste kootje van de middenvinger (teen). Alle andere vingers of tenen ontbreken. Leerlingen ⇒ terug naar hun plaats 2.4
SYNTHESE
* slide skelet zoolganger+teenganger+teentopganger * slide overzicht
Het afstoten op de bodem tijdens het lopen kan : - met de volledige voet →ZOOLGANGERS
- Wat kunnen we nog eens samenvatten ivm de manier van voortbewegen van gewervelde dieren ?
- met de tenen → TEENGANGERS - met de teentoppen → TEENTOPGANGERS
4
LESDOELEN
LEERINHOUD 3. LESAFSLUITING Snelle lopers raken slechts met een klein oppervlak de bodem. Ze hebben lange, smalle en toch gespierde poten.
WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE
TIJD
- Wat kunnen we samenvatten in verband met de snelheid van de 3 dieren? slide overzicht
Snelle lopers op korte afstanden : eerder teengangers Snelle lopers op lange afstanden : eerder teentopgangers
Voorbeelden leren kennen van zoolgangers, teengangers en teentopgangers
Zoolgangers: ijsbeer, egel Teenganger: hond, leeuw Teentopganger: zebra, rund, varken
opdracht leerlingen:voorbeelden leren kennen van zoolgangers, teengangers en teentopgangers → werkblaadje
5
Mediafiche - slide skelet cavia - slide kat die loopt - slide skelet kat - slide van een paard - slide skelet paard - slide skelet zoolganger + teenganger + teentopganger - slide overzicht, synthese - slide overzicht (snelheid) lesafsluiting - slide werkblaadje
6