jaargang 3, maart 2004
1 Magazine over duurzaam beheer van bedrijventerreinen
Accon: De ondernemer centraal BPM en RO: een ingewikkelde relatie Oracle: IT biedt kansen voor parkmanagement
In dit nummer…
4
ECORYS:
7
Parkmanagement volgens…
8
AccoN Accountants en Adviseurs:
Parkmanagement Scan® zorgt voor doorbraak
Ir. J.L. van Stralen, Rivium, Capelle a/d IJssel
De ondernemer centraal
10
Businessparkmanagement en ruimtelijke ordening:
13
Forepark, Den Haag ontvangt als eerste bedrijventerrein:
14
Business Park Solutions:
16
Een ingewikkelde relatie
Keurmerk Veilig Ondernemen
Bedrijven voor bedrijven
IT biedt kansen voor parkmanagement: Bedrijvenparken nog aantrekkelijker door centrale IT-omgeving
Dipje? Wie betaalt de rekening? Het enthousiasme rond het duurzaam beheer van bedrijvenparken is door het tegenvallend economisch tij ietwat getemperd. Het tempo van de uitgifte van nieuwe kavels voor bedrijven is niet meer zo hoog als we een aantal jaren geleden gewend waren. Bij de aanleg van nieuwe bedrijvenparken ondervindt de betrokken gemeente problemen, omdat de beschikbare kavels leeg blijven. Ook bedrijven die al gevestigd zijn op een nieuw bedrijvenpark gaan de nadelige gevolgen van leegstand merken.
BusinessPark magazine verschijnt viermaal per jaar als platform van ontwikkelingen op het gebied van parkmanagement en duurzaam beheer van bedrijventerreinen. Doelgroep: BusinessPark magazine wordt in controlled circulation verzonden aan gemeente- en provinciebesturen en gemeentelijke en provinciale diensten EZ en RO en aan besturen van lokale bedrijvenkringen. Oplage: 3.000 exemplaren
Uitgave en management Sels Advies & Secretariaat B.V. Redactie
Zo is het niet prettig om met een fonkelnieuw bedrijfspand naast een zandvlakte gevestigd te zijn. Als dit langere tijd duurt, worden kleine irritaties, zoals overwaaiend onkruid en zandverstuivingen een steeds grotere frustratie. In een aantal gevallen wordt dan besloten dat de braakliggende kavels worden ingezaaid met gras. In ieder geval beter dan een woestijn naast de deur.
Drs. M.E.H. Koop Drs. A.A. Sels Drs. J.N.W. Zoet Eindredactie en coördinatie Bureau Koop & Koot Delft
Een grotere ergernis is natuurlijk de zwaardere financiële last die onevenredig rust op het geringer aantal bedrijven dat als pionier op het bedrijvenpark is gevestigd. De kosten van parkmanagement (beheer, beveiliging, etc…) die qua planning zouden worden verdeeld over een geheel uitgegeven terrein moeten gedurende langere tijd door minder bedrijven worden opgehoest. Ook al besluit het bestuur van de parkmanagementvereniging dat de al gevestigde bedrijven geen hogere rekening hoeven te betalen, dan zal een tekort op de jaarrekening uiteindelijk toch op het bordje van de bij de vereniging aangesloten bedrijven terechtkomen. Het is mijns inziens van belang dat bij de start van parkmanagement wordt vastgelegd dat de gemeente of particulier eigenaar van de grond garant staat voor de financiële bijdrage aan parkmanagement voor alle kavels die nog niet zijn uitgegeven. Het is immers ook de gemeente of de vastgoedontwikkelaar die verantwoordelijk is voor de uitgifte van de kavels. Bedrijven die zich als pionier vestigen op een bedrijvenpark dat nog in verre staat van ontwikkeling verkeert, mogen niet als beloning voor deze moedige stap bestraft worden met een gepeperde rekening voor uitzicht op de woestijn.
Vormgeving en productie Santbergen Grafische Vormgeving & DTP, Den Haag Fotografie Marcel Cornelissen Druk en handling De Tekstarchitect, Amsterdam Aan dit magazine werkten mee Mr. C.M.H. Cohen M. Contant Drs. M.E.H. Koop Drs. A.A. Sels Prof. dr. T.J.M. Spit Redactiesecretariaat
Ton Sels Directeur Sels Advies & Secretariaat B.V., Redactie BusinessPark Magazine
Sels Advies & Secretariaat B.V. Postbus 21328 3001 AH Rotterdam Tel.: 010 – 205 24 35 Fax: 010 – 205 24 33 E-mail:
[email protected]
@
Foto voorpagina: Goede ruimtelijke ordening is de basis voor goed parkmanagement.
maart 2004
BusinessPark magazine
3
‘De Parkmanagement Scan® z
Aldus Anne den Boer, voorzitter van het Industrieschap Gelkenes in Liesveld. Op Gelkenes – een gemengd bedrijventerrein in het zuiden van het Groene Hart in ZuidHolland – oriënteerde men zich al langer op parkmanagement. De stap op weg naar implementatie hiervant bleef echter moeilijk. Er werd dan ook dankbaar gebruik gemaakt van het aanbod van de provincie voor een gratis Parkmanagement Scan, dat resulteerde in een concreet plan van aanpak. Dit plan is
Zowel de overheid als de markt besteedt de laatste jaren steeds nadrukkelijker aandacht aan duurzame ontwikkeling en beheer van bedrijventerreinen. Het gaat hierbij vooral om nauwe samenwerking in zowel diensten en voorzieningen als om het beheer van terrein en gebouwen. De praktijk leert echter dat de weg naar parkmanagement niet eenvoudig is. Het vereist maatwerk en het kent een aantal kritische randvoorwaarden, waarbij de juiste timing essentieel is. Om de verschillende partijen hierbij zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen heeft ECORYSKolpron een nieuwe methode ontwikkeld, De Parkmanagement Scan. Om de rol van stimulator van parkmanagement en duurzaamheid kracht bij te zetten, heeft de provincie ZuidHolland ten behoeve van gemeenten en ondernemersverenigingen een aantal Parkmanagement Scans aangekocht. Ondernemersverenigingen konden via een gerichte doorlichting van hun terrein een advies krijgen
‘De Parkmanagement Scan® heeft op ons terrein voor een doorbraak gezorgd’ Uitspraak Anne den Boer, voorzitter bedrijventerrein Gelkenes te Liesveld
over het opzetten van vormen van parkmanagement. Uit het totaal van de uitgevoerde scans kan men een aantal belangrijke lessen trekken. Parkmanagement in bestaande gebieden is moeilijk maar mogelijk!
De lastigste situatie doet zich voor op bestaande terreinen waar belangen van betrokkenen uiteen lopen of waar de organisatiegraad beperkt is. Het opzetten van parkmanagement in een dergelijke omstandigheid is moeilijk. Ondanks behoefte aan basisvoorzieningen, lijkt een breed draagvlak voor samenwerking te ontbreken. Dit betekent echter niet dat er geen actie moet
goedgekeurd door de ondernemers op het terrein en de gemeente en nu wordt de laatste hand gelegd aan de voorbereidingen om een aantal concrete producten en diensten uit te werken en in te voeren.
Ervaringen uit de Parkmanagement Scan met ondernemers
1. Het is noodzakelijk de ondernemers op terreinniveau te organiseren 2. De ondernemers en gemeenten hebben in het algemeen te weinig capaciteit, kennis en ervaring met het opzetten van parkmanagement. Zij hebben daarom ondersteuning nodig 3. Ondanks dat de voordelen van parkmanagement op korte termijn niet altijd even duidelijk zijn, zien ondernemers wel het belang van samenwerking op hun terrein 4. De gemeente kan een belangrijke rol spelen bij de opzet van parkmanagement als aanjager 5. Ondernemers zijn geïnteresseerd in het invoeren van concrete producten en diensten 6. Begin reëel en laat de organisatie stap voor stap volgen op het aanbod van diensten en voorzieningen zodat kosten en baten onder controle blijven 7. Parkmanagement is maatwerk
4
BusinessPark magazine
maart 2004
zorgt voor doorbraak’
worden ondernomen. Met de juiste aanpak kan ook op bestaande terreinen parkmanagement succesvol worden ingevoerd. Draagvlak, maatwerk en voortgang
De ervaringen met uitgevoerde scans hebben duidelijk gemaakt dat alles staat of valt met het opbouwen van draagvlak. Dit gebeurt door zorgvuldig communiceren en voorlichten met gebruikmaking van ervaringen elders. Minstens zo belangrijk is een goede analyse op terreinniveau, waarin zowel de ondernemer als de overheid zich herkent. De behoeften en ambities van betrokkenen staan hierbij centraal. Dit fungeert als uitgangspunt voor de verdere aanpak. Parkmanagement is dus vooral maatwerk met als basis een goede analyse op terreinniveau en het ambitieniveau van betrokkenen. Een actieve gemeente is belangrijk voor bedrijven in aanloop naar parkmanagement. De gemeente toont zo haar betrokkenheid richting ondernemers en geeft aan haar verantwoordelijkheid te nemen. Daarnaast is zij de partij die in die moeilijke beginfase een impuls kan geven om de eerste hobbels te nemen, zowel in financiële zin als in capaciteit. Wanneer de eerste stappen van de invoering van parkmanagement zijn gezet, is voortgang essentieel. Als dit lukt, is er een degelijke basis voor een langdurige samenwerking die rendeert. Voor de ondernemers is het verder belangrijk dat eerst een productverkenning plaatsvindt en dat invoering van een of meerdere producten binnen handbereik ligt. Vervolgens kan een passende organisatie worden opgezet. Zo blijven de kosten en baten van
‘Parkmanagement is een belangrijk instrument in het proces van duurzame herstructurering’ Uitspraak Leo de Klerk, Project
DECOR
Provincie Zuid-Holland
parkmanagement in evenwicht en worden de aanloopkosten beperkt. Daarmee wordt de bereidwilligheid en het draagvlak onder ondernemers vergroot. Parkmanagement op bestaande terreinen is dankbaar!
Het opzetten van parkmanagement op een bestaand terrein is een gecompli-
ceerde aangelegenheid. Maar het zal uiteindelijk bij succes ook een solide vorm van parkmanagement opleveren. Het is namelijk door de lokale ondernemers zelf, samen met de gemeente, opgezet. Hierdoor sluit dit goed aan bij de behoefte en ambities van de betrokken partijen. Dit vormt de sleutel tot het succesvol invoeren van parkmanagement, namelijk draagvlak en maatwerk. Informatie over de ECORYSParkmanagement Scan: Herman Timmermans, Managing partner Paul Smolders Partner Joost Okkema Senior Consultant Parkmanagement, telefoon: 010 - 453 84 40 www.ecorys.com ECORYS
De ECORYS-Parkmanagement Scan ® Snelle analyse Ondernemers centraal Op de locatie gericht Praktisch resultaat
Doel van de scan is informatieverschaffing en advies aan ondernemers(verenigingen) en gemeenten op het gebied van parkmanagement. Via
Stappenplan: 1. Wat is parkmanagement? 2. Gesprekken bedrijven en gemeente
een gerichte doorlichting van het bedrijventerrein beslissen ondernemers of, en zo ja hoe, zij overgaan tot samenwerking op terreinniveau. De scan heeft een zogenaamde ‘bottom-up’ benadering en
3. Inventarisatie plannen: beleid en markt 4. Karakteristiek bedrijventerrein 5. Ambitieniveau inventariseren in Workshop met ondernemers en
stelt de ondernemers op het terrein en hun behoeften en ambities centraal. Een belangrijk onderdeel van de scan is dan ook de inventarisatie van het ambitieniveau onder de direct betrokkenen tij-
gemeente 6. SWOT-analyse parkmanagement 7. Advies en een aanzet plan van aanpak met concrete acties
dens een workshop. De uitkomst van de scan biedt naast inzicht in de huidige stand van zaken, kansen en knelpunten, ook een plan van aanpak voor mogelijke vervolgstappen. Hierbij worden concrete aanbevelingen gedaan over mogelijke diensten, voorzieningen en organisatievormen.
maart 2004
BusinessPark magazine
5
BusinessPark magazine nodigt in elke uitgave een voorzitter van een lokale ondernemersvereniging uit zijn of haar mening te geven over duurzaam beheer van bedrijvenparken. Daarbij wordt gevraagd deze ontwikkeling te beschrijven vanuit de ervaring in de eigen omgeving.
PARKMANAGEMENT VOLGENS… Ir. J.L. van Stralen, Rivium, Capelle a/d IJssel Ir. J.L. van Stralen was net teruggetreden als directeur van een bouwbedrijf (1990),
Altijd voorop: de kwaliteit van het terrein
toen de gemeente Capelle hem vroeg het op te starten Rivium te begeleiden (‘mana-
"Als ik één ding geleerd heb in al die jaren praktijk", stelt de heer Van Stralen, "Is het wel dat goed werkend businessparkmanagement niet vroeg genoeg gestart kan worden, het liefst nog voor de eerste pen op papier gezet wordt. Alles wat later geregeld moet worden, beveiliging, bereikbaarheid, schoonhouden, noem maar op, het kost allemaal onnoemelijk veel meer moeite en is zelfs vaak onmogelijk". Hij weet waar hij over spreekt, want al vanaf eind jaren ’80 is hij betrokken bij parkmanagement. "Rivium was waarschijnlijk het eerste bedrijventerrein waar zo gewerkt werd. Wie zich er vestigde was verplicht lid te worden van de Parkmanagementvereniging. Dat hield toen twee zaken in: collectieve bewaking en collectief onderhoud van het private en het openbaar groen. Vooral dat laatste was zeer vooruitstrevend: de gemeente Capelle a/d IJssel bracht het desbetreffende deel van het ‘groenbudget’ in bij de vereniging, die daarmee en met de ondernemersbijdragen dus aan de slag kon met onderhoudsbedrijven". Inmiddels is Rivium vol. Van Stralen was inmiddels ook al gevraagd zich bezig te houden met de opzet van Forepark in Den Haag/Leidschendam (waarover meer in een eerder nummer van BusinessPark magazine) Nu is naast Rivium het terrein Fascinatio in ontwikkeling gekomen, en is Van Stralen ook aangetrokken voor het management van het nieuw te ontwikkelen
6
BusinessPark magazine
maart 2004
Capelle Trade Centre. Daar is van de ca. 90.000 m2 nu zo’n éénderde deel uitgegeven. Tenslotte is het al langer bestaande terrein Hoofdweg ook aangeschoven en worden de managementactiviteiten voor alle terreinen geleid vanuit een op het Trade Centre door de projectontwikkelaar neergezette Service Point. Daar werken nu naast Van Stralen en zijn zoon drie parttimers, elk op hun eigen vakgebied. De besturen van de ondernemersverenigingen hebben het voornemen tot het vormen van een federatie te komen. Op de vier terreinen zullen te zijner tijd zeker 15.000 - 16.000 mensen werk vinden. Bij praktisch elk onderwerp dat ter sprake komt herhaalt Van Stralen zijn waarschuwing om toch vooral zo vroeg mogelijk aan de managementaspecten te denken. Wordt er gestreefd naar een gesloten karakter (slagbomen, weinig toegangen) of juist een open, vanwege de aard van de aan te trekken bedrijven (parkeerruimte, bereikbaarheid, toegankelijkheid)? Op die punten genomen beslissingen kunnen niet meer worden omgedraaid. Een ander belangrijk punt is het weloverwogen in de huurcontracten of dergelijke opnemen wat de collectieve verplichtingen zullen zijn. "Het valt op dat bij aanvang aangegane verplichtingen vrijwel zonder uitzondering loyaal en met enthousiasme worden ondersteund, maar dat wat er later bij wordt gehaald heel veel moeilijkheden
ging’ moest toen nog uitgevonden worden). Inmiddels doet hij dit voor vier bedrijventerreinen en werkt hij aan een federatie van de ondernemersverenigingen op die bedrijventerreinen. Schaalvergroting kan zo waarschijnlijk tot meer efficiency en dus besparingen leiden.
ontmoet en meestal niet door alle betrokkenen wordt geaccepteerd. Dat is heel frustrerend. Denk maar aan de gevolgen van bijvoorbeeld centrale vuilophaal en -verwerking die voor een deel van de bedrijven werkt, maar voor tussenliggende niet. Het effect is dan grotendeels weg". Over wat er aan zaken onder parkmanagement moeten of kunnen vallen is van Stralen tamelijk uitgesproken. "Wat dient tot verbetering en behoud van de kwaliteit van het terrein hoort er bij. Dat dient immers alle ondernemers. Over allerlei zaken die zich uitstrekken tot ‘achter de deur’ van de bedrijven (inkoop kantoorartikelen, autolease, arbeidspool) kan gepraat worden, maar ik vind ze niet essentieel voor kwaliteit. Het gaat voor alles om een goed convenant te hebben met de gemeente over het beheer van de openbare ruimte en over de beveiliging, het contact met de politie, het Hoogheemraadschap, zorg voor de bereikbaarheid en dergelijke. Aan die zaken heb je je handen vol en die dienen het algemene belang en daardoor het individuele belang van alle ondernemers".
Wie laat uitvallers weer snel invallen?
Net als een sportteam zijn uw mensen goed op elkaar ingespeeld. Maar als iemand uitvalt, heeft u geen invallers. Commit beseft wat het is als u iemand moet missen. Daarom zijn onze diensten erop gericht uw medewerkers in conditie te houden en uitvallers weer snel op de been te
krijgen. Doordat onze deskundigen aanwezig zijn op uw bedrijventerrein hebben we daarbij steeds oog voor wat er lokaal speelt. Voor meer informatie belt u gratis 0800 1901 of u surft naar www.commit.nl.
Omdat u niemand kunt missen
In een serie van vier artikelen besteedt AccoN aandacht aan parkmanagement. In de eerste bijdrage stond het sociale en juridische kader centraal. De tweede bijdrage ging over de beheersing van het proces om een optimaal parkmanagement te realiseren. In deze derde bijdrage besteed ik aandacht aan de belangrijkste speler in het proces: DE ONDERNEMER!
Een geagiteerde stem meldde zich toen ik vorige week dinsdag-
De ond
ochtend de telefoon beantwoordde. "Mevrouw Cohen, u moet mij helpen! Ik heb uw naam en telefoonnummer gekregen van de man die hier, op het nieuwe bedrijventerrein het parkmanagement doet. Hij is hier geweest en zag de drama’s die zich op de
In de deze situatie werden de volgende diensten via het centrale loket van de parkmanager aangeboden: Dienstverlening
werkvloer ontwikkelen. Hij zei dat ik er goed aan doe u meteen in Facilitair
te schakelen. Ik dreig vast te lopen. De vraag naar mijn product is groot en de papierwinkel neemt toe. Diverse medewerkers zijn
- bewaking - catering - groenvoorzieningen
door griep geveld en de telefoon blijft maar gaan. Net nu we zijn verhuisd naar onze nieuwe bedrijfsruimte op het zojuist gereali-
Transport en logistiek - gecombineerde aanvoer grondstoffen
seerde bedrijventerrein. Volgende week hebben we ook nog de
- gecombineerd transport eindproducten
opening. Door de drukte lopen we vreselijk achter op ons schema".
Werkgeversservice - aanbod medewerkers - loonadministratie
Na het aanhoren van deze glasheldere analyse maakten we een afspraak. Nog diezelfde middag ga ik bij hem op bezoek om de problemen te inventariseren. Vervolgens wordt in zorgvuldig overleg met hem en de parkmanager een plan van aanpak gemaakt om de gerezen problemen zo spoedig mogelijk op te lossen.
- uitleg CAO-bepalingen
BusinessPark magazine
maart 2004
Accountancy - advisering bedrijfsstrategie - rendementsverbetering - verzorgen boekhouding
Organisatiestructuur park-
Fiscale servicedesk - omzetbelasting
management
- vennootschapsbelasting
Op het bedrijventerrein waar deze ondernemer zich heeft gevestigd, bestaat de mogelijkheid voor een extra aantrekkelijk vestigingsklimaat voor middelgrote bedrijven. Bij de afspraken over de aankoop van de gronden en de realisatie van de bedrijfsruimte werd bedongen dat de ondernemer lid zou worden van een lokale onderneming. Hierdoor kreeg hij de mogelijkheid om gebruik te maken van de parkmanager en alle door hem aangeboden diensten.
8
- arbeidsrecht, begeleiding bij juridische problemen
Bedrijfsjuridische Advisering - algemene voorwaarden - contracten - samenwerkingsvormen - advisering n.a.v. geschillen
CENTRALE PARKMANAGER
ONDERNEMERS
ernemer centraal Inventarisatie van de problemen
De parkmanager constateerde al tijdens zijn eerste bezoek aan deze ondernemer dat de ondernemer met verschillende problemen werd geconfronteerd. Daarom heeft hij ook aan mij gevraagd om deel te nemen aan het eerste gesprek. De ondernemer heeft sowieso hulp nodig op het gebied van accountancy en fiscaliteit. Daarnaast wordt hij geconfronteerd met twee arbeidsrechtelijke problemen en dreigen allerlei geschillen met afnemers over leveringstijden. Tijdens het gesprek met de parkmanager werd de ondernemer al rustiger. Hij vertelde dat zijn bedrijfsstrategie steeds was gericht op risicobeheersing, kostenbesparing en optimalisatie van bedrijfsresultaten. Bovendien staat de kwaliteit van de te leveren producten hoog in het vaandel. Daarom is het bedrijf vermoedelijk in vier jaar zo gegroeid. Door deze groei is de oude boekhouder echter steeds meer overspannen geraakt. Hij kon de nieuwe inzichten en bedrijfsprocessen van het bedrijf niet meer volgen. Vooral het rendement van de onderneming kon hij niet in kaart brengen en hierover niet meer adviseren. Hulp was nodig. Ook ontstonden er problemen met de fiscus. Opgaven waren net niet goed, wat heeft geleid tot aanmaningen en boetes. Dit leidde tot steeds meer inefficiënte werkzaamheden. Twee lastige werknemers zorgen voor
spanningen. Deze meldden zich vaak ziek. De ARBO-dienst moest dan vaststellen of deze ziekten terecht zijn. Zo ontstonden er gaten in de bedrijfsvoering. Deze werknemers waren ook niet ontvankelijk voor de goed bedoelde aanwijzingen van de bedrijfsleider, die inmiddels was aangesteld. Nu vraagt de ondernemer zich af op welke manier hij een goed dossier kan opbouwen om te bereiken dat hij deze lastige werknemers kan wegsturen en nieuwe werknemers aannemen. Verder denkt de ondernemer aan uitbreiding van de capaciteit. De vraag naar de producten is zo groot!! Plan van aanpak
Het gesprek voerde tot een aantal actiepunten. Ik adviseerde om eerst de stapel papieren te inventariseren en de boekhouding door accountants en fiscalisten op orde te laten brengen. Daarna is een onderzoek naar rendementsverbetering eventueel mogelijk. De oude boekhouder kan prima meewerken om alle benodigde informatie te verstrekken. Tegelijk met de hiervoor genoemde inventarisatie kan de arbeidsrechtjurist een gesprek hebben met de bedrijfsleider om de opgebouwde dossiers door te nemen. Daarna adviseert hij over de te nemen maatregelen.
verrichten. Bovendien kan de ondernemer in deze situatie gebruik maken van de transportfaciliteiten die via het centrale loket van het parkmanagement worden aangeboden. Immers, deze ondernemer heeft te weinig auto’s rijden om de eindproducten tijdig bij de cliënten af te leveren. Tot slot adviseerde ik om een ondernemingsrechtjurist de leveringsvoorwaarden te laten toetsen en deze aan te passen. Hierdoor wordt het risico van geschillen met afnemers over tijdige levering minder groot. Bovendien kan deze jurist ook afspraken maken met die afnemer die al zo vreselijk kwaad was, dat hij met een procedure dreigde. Tot zover de handelingen van deze ondernemer. Hij is optimaal gebruik gaan maken van de voordelen die PARKMANAGEMENT biedt. De volgende keer ga ik nader in op de verbeteringsmogelijkheden van het rendement van een onderneming door optimale toepassing van PARKMANAGEMENT.
Mr. C.M.H. Cohen Directeur Juridisch Advies AccoN Accountants en Adviseurs
Ten aanzien van de leveringsproblematiek is het doorlichten van de planning noodzakelijk. Ik adviseerde daartoe een bedrijfskundige analyse te laten
maart 2004
BusinessPark magazine
9
Businessparkmanagement en
Een ingewikkelde Door Prof. dr. T.J.M. Spit
1 1.
Inleiding
Businessparkmanagement en ruimtelijke ordening: een ingewikkelde relatie en tevens een relatie die steeds ingewikkelder wordt. Dit is de belangrijkste boodschap van deze bijdrage. Voor een goed begrip van deze stelling komt eerst de verwevenheid van deze twee aan de orde. Vervolgens wordt ingegaan op de historische ontwikkeling en de betekenis van planvormingsprocessen op lokaal en regionaal niveau, om tot slot enkele conclusies te trekken. De relatie tussen ruimtelijke ordening en businessparkmanagement zal niet voor iedereen meteen duidelijk zijn. Dat is heel begrijpelijk. Immers, de kaders van de ruimtelijke ordening vormen aan de ene kant de context voor businessparkmanagement, maar aan de andere kant maken zij ook deel uit van die ruimtelijke ordening. Inhoudelijk betekent dit, dat er vanuit de ruimtelijke ordening restricties (en daarmee bedreigingen) worden opgelegd aan de ontwikkeling van parkmanagement. Aan de andere kant worden ook uitdagingen (en kansen) geboden. Met andere woorden, kennis van die context betekent dat er beter ingespeeld kan worden op de bedreigingen en dat kansen beter benut kunnen worden. Echter, het is geen gemakkelijke opgave en dat wordt hier toegelicht.
Prof. dr. T.J.M. Spit
2
2. Historische schets: toelaten, coördineren en ontwikkelen
Wanneer we de evolutie van de ruimtelijke ordening vanaf de Tweede Wereldoorlog beschouwen, dan valt op dat de beginperiode wordt gekenmerkt door een relatief bescheiden
10
BusinessPark magazine
maart 2004
positie. De ruimtelijke ordening stelt zich vooral reactief op. Hoewel her en der coördinatietaken te zien zijn en ook (soms grote) ontwikkelingsprojecten gerealiseerd worden, is de dominante taakopvatting toch vooral die van een toelatingsplanologie. Vanuit de samenleving wordt gereageerd op initiatieven (zoals aanvragen van bouwvergunningen). Indien deze niet op gespannen voet staan met het vigerend beleid in dat gebied (voorzover dat bestaat en voorzover daar politieke opvattingen over zijn), worden vrijwel automatisch (bouw-)activiteiten toegestaan. Letterlijk wordt gesteld (VNG 1984, p. 18) over die periode tot ca. 1965: "De pretentie van de ruimtelijke planning is nog zeer bescheiden en de intentie is het weren van ongewenste ontwikkelingen." Gaandeweg nemen de sturingsambities toe in de ruimtelijke ordening en dat wordt in 1965 geformaliseerd met de inwerkingtreding van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De sturingsambities beperken zich voorshands nog door de wil om (gewenste) marktontwikkelingen te faciliteren en coördineren. Die coördinatie-ambitie vanuit de ruimtelijke ordening dijt zo snel uit dat een evaluatierapport uit 1985 spreekt van een "carnavalsoptocht van planprocedures". In de periode vanaf 1965 tot het tekenen van de Vinexconvenanten in 1995 domineert dan ook de wens tot coördineren van de dadendrang in de ruimtelijke ordening. Met het tekenen van de genoemde convenanten treedt een nieuwe fase in. Vanaf deze periode speelt steeds meer het (project)gewijs ontwikkelen van gebieden een centrale rol. Resumerend zien we dat er langzamerhand drie typen planologie de revue
ruimtelijke ordening:
relatie
zijn gepasseerd, die elk een bepaalde tijdspanne hebben gedomineerd. Hiermee is de overgang getypeerd van een dominantie van toelatingsplanologie naar (vormen van) coördinatieplanologie tot (vormen) van ontwikkelingsplanologie. Drijvend op de golven van (vooral publieke) sturingsambities. Consequenties: Deze ontwikkeling heeft enkele consequenties. Een eerste is een toename van de complexiteit. Immers, de typen planologie hangen samen. De ambities van ontwikkelingsplanologie kunnen pas waargemaakt worden, indien zeker is gesteld dat de kwaliteit van de toelatingsplanologie de deze ontwikkeling mogelijk maakt. Eenzelfde inspanningsverplichting geldt voor de coördinatieplanologie. Samenhangend met die toegenomen complexiteit zien we een toename van de afhankelijkheid tussen de betrokken actoren en een toenemend beroep op deskundigheid. Tegelijk kan geconstateerd worden dat, juist door die samenwerking met marktpartijen er een behoefte ontstaat aan steeds meer flexibiliteit, tegen een achtergrond van verdergaande relativering van wet- en regelgeving. Laten we eens kijken naar de bewijsvoering van deze consequenties. Op nationaal schaalniveau zien we dat men streeft naar het in elkaar schuiven van nota’s. De Vijfde Nota over de ruimtelijke ordening wordt dan geïntegreerd
met twee structuurschema: Groene Ruimte en het NVVP. Op provinciaal niveau zien we omgevingsplannen ontstaan, waarin het streekplan wordt geïntegreerd in sectorale plannen, zoals het Waterhuishoudingsplan. Op lokale schaal zien we, meer specifiek als het gaat om businessparkmanagement, een (weliswaar lokaal sterk gedifferentieerde) roep om afstemming en integratie. Ook daar zien we dat het beheer en de herontwikkeling steeds pluriformer wordt. Dat varieert van de typisch ruimtelijke hardware, zoals infrastructuur, tot typische vormen van dienstverlening, zoals kinderopvang en restaurantfaciliteiten, tot energie- en afvalmanagement. Dat leidt tot twee consequenties: integratie en differentiatie.
3
3. Betekenis voor planningsprocessen op regionaal en lokaal niveau: integratie en differentiatie
3.1 Integratie Op basis van de geschetste ontwikkeling zou een primaire reactie kunnen zijn dat bij businessparkmanagement vooral de afstemming tussen verkeer en vervoerbeleid en beleidsontwikkeling in de overige sectoren moeten plaatsvinden. Bereikbaarheid is immers een primaire vereiste van elke bedrijfslocatie. Zowel op lokaal als op het provinciale niveau is dit niet nieuw. De zoektocht naar succesvolle
vormen van afstemming tussen verkeer en vervoer en het strategische beleid ten aanzien van bijvoorbeeld de economische ontwikkeling van regio's, huisvestingsvraagstukken, milieu- en landschapsproblematiek etc. heeft altijd al een prominente plek op de lokale- en provinciale beleidsagenda bezet. De klassieke planfiguren (bestemmingsplannen, structuurplannen en streekplannen) als integratiekader bieden te weinig aanknopingspunten om recht te doen aan zowel de dynamiek in het sectorbeleid zelf, als in de raakvlakken en afstemming met ontwikkelingen in andere sectoren. Ook strategische planning biedt geen uitweg in dit dilemma. In de werkwijze van strategische planning zijn de draagvlakvereisten teveel gericht op het idee van integraliteit van beleid. Ofschoon de veronderstelling van meerwaarde van een integrale benadering juist op lager ruimtelijk schaalniveau een te waarderen ambitie weerspiegelt, liggen hier ook de valkuilen. Dat het streven naar volledige integraliteit fictie is, behoeft geen toelichting. Echter, indien we integraliteit (ook al is dat op een lager ambitieniveau) een zelfstandige waarde toekennen, juist op dit ruimtelijke schaalniveau, herbergt dit gevaren. Een eerste gevaar is 'uitstel-gedrag' van participanten. Onder verwijzing naar vergroting van het draagvlak (strategische planning, relaties met de uitvoering etc.), kunnen
maart 2004
BusinessPark magazine
11
beslissingen in afstemmingsprocessen eindeloos worden uitgesteld. De argumentatie is legitiem, maar uiteindelijk verlaten beleidsvoornemens zelden het papier en de overlegtafels. In onze omgeving kunnen wij talloze voorbeelden hiervan, waar dit zich in meer of mindere mate heeft voorgedaan, feilloos aanwijzen. Een tweede gevaar van integraliteit is, dat het uiteindelijk nauwelijks onderscheid maakt tussen belangrijke en minder belangrijke dimensies van het probleem waartussen afstemming noodzakelijk is. Het gebruik van een integrale benadering in afstemmingsprocessen nodigt uit tot participatie aan dit soort processen en suggereert aan allen een bepaalde inbreng. Deze werkwijze kan niet anders dan tot teleurstelling en frustratie leiden. Immers, de werkelijke bijdrage is altijd voorbehouden aan de primaire betrokkenen en meestal ligt deze (vaak door de randvoorwaarden gedwongen) reeds vroegtijdig op hoofdlijnen vast. Tot slot bestaat het gevaar dat de beide eerder genoemde valkuilen gezamenlijk mogelijkheden bieden aan derden om hindermacht te mobiliseren. Het feit dat op lokaal en regionaal niveau zich nogal wat belangentegenstellingen uitkristalliseren, voedt de gedachte dat deze laatste valkuil wel eens de belangrijkste zou kunnen zijn. Ofschoon ik moet erkennen dat de bewijslast hiervan tegelijkertijd de lastigste is. Resumerend kan gesteld worden dat de ruimtelijke dynamiek op lagere ruimtelijke schaalniveaus noopt tot een andere aanpak. Het wettelijke kader (Planwet, WRO/Bro etc.) biedt hiervoor niet of nauwelijks aanknopingspunten. Dit is immers vooral een vorm van procedurele wetgeving. Veeleer zal gezocht moeten worden naar nieuwe vormen van afstemming en afstemmingsmechanismen, die beter recht doen aan de aard van de problematiek en de positie van de betrokkenen. Bij businessparkmanagement staat slagvaardigheid steeds meer voorop. Natuurlijk is hiermee tegelijkertijd een nieuw probleem gecreëerd. Maar de
12
BusinessPark magazine
maart 2004
snelheid waarmee kansen en bedreigingen nu op het businessparkmanagement afkomen, verdraagt geen andere oplossing. De mate waarin deze aan de planningsopgave tegemoet komen, is – in mijn optiek – bepalend voor de kracht ervan. Dit zal geen gemakkelijke opgave zijn en dat heeft te maken met de tweede consequentie: differentiatie van de planningsopgave.
mee beschouwd worden als een weerspiegeling van feitelijke veranderingen in de maatschappij en daarmee corresponderende veranderingen in besluitvormingsstructuren, vooral in de publieke sector, maar ook in de private sector.
4
3.2 Differentiatie De opkomst van allerlei organisaties of organisatievormen om het ruimtelijk beleid gestalte te geven, zowel binnen de publieke sector, als binnen de private sector, maar vooral op het grensvlak, is gepaard gegaan met een toenemende onderlinge vervlechting. Deze differentiatie sluit enerzijds aan bij de toegenomen complexiteit van ruimtelijke vraagstukken en anderzijds past deze beter bij een toegenomen interdependentie en afhankelijkheid van actoren in hun domein, zoals reeds genoemd. Een logische consequentie hiervan is dat de onderlinge vervlechting in stand moet worden gehouden. Men is immers afhankelijk van elkaar. Met andere woorden, het netwerk vereist onderhoud en (bij)sturing. Vooral het sturen van projecten via netwerken van actoren en organisaties verloopt via onderhandelingen. Daarbij vergt met name het opereren op het grensvlak tussen het publieke en private domein (bijvoorbeeld in de vorm van publiek-private samenwerking) veel vaardigheden van alle betrokkenen. Dat heeft geleid tot de opkomst van de zogenaamde ‘onderhandelingsplanologie’ als substroom binnen de coördinatieplanologie en ontwikkelingsplanologie. Er wordt wel eens gesteld dat de overheid hieraan niet kon ontsnappen in Nederland. Met name door de toegenomen complexiteit van ruimtelijke vraagstukken en differentiatie van beleidsproblemen is de onzekerheid over de uitkomsten van beleid toegenomen. Deze onzekerheid dwingt met name overheden er toe om een grotere flexibiliteit in te bouwen in (langlopende) ruimtelijke ordeningsprojecten en -processen (zie ook WRR 1998). De opkomst van een onderhandelingsplanologie kan daar-
4.Conclusies
Met de eerder gememoreerde verschuivingen in de ruimtelijke problematiek, verschuift ook de rol en betekenis van businessparkmanagers. De relaties tussen de planvoorbereiding en de planuitvoering (veelal projectgewijs) worden steeds hechter. Dit brengt met zich mee dat er van hen twee typen kennis worden verwacht: zowel van gebiedsplanning, als van projectplanning. Sterker nog, er wordt meer en meer van deze managers verwacht dat zij de kennis van de planuitvoering reeds inbrengen in de planvoorbereidingsfase om de ruimtelijke planning van een hoger realiteitsgehalte te voorzien. Tegelijkertijd kan vastgesteld worden dat door de lange doorlooptijd, bij zowel gebiedsplanning als projectplanning, er steeds meer een beroep gedaan wordt op de manager als ‘lange termijn procesmanager’. Deze ontwikkelt zich daarmee steeds meer als een professional, met een eigen inhoudelijke expertise, die gecombineerd wordt met een generalistische blik op de ruimtelijke en bestuurlijk-juridische omgeving waarbinnen de ruimtelijke ordening zich afspeelt. Met deze ontwikkeling werpen businessparkmanagers steeds meer het wat technische imago van zich af en profileren zich steeds nadrukkelijker op de markt als breed inzetbare generalisten. Het arbeidsveld in de praktijk is daarmee steeds spannender geworden. Kortom, het speelveld voor businessparkmanagers biedt in toenemende mate uitdagingen voor diegenen die echt geïnteresseerd zijn in het sturingsvraagstuk van ruimtelijke ontwikkelingen. Tejo Spit is als hoogleraar Planologie verbonden aan de Faculteit Geowetenschappen, Universiteit Utrecht.
Forepark ontvangt als eerste bedrijventerrein in Den Haag het Keurmerk Veilig Ondernemen Op 19 januari 2004 werd met een feestelijke omlijsting tijdens de nieuwjaarsborrel van de Vereniging Beheer Forepark het kwaliteitscertificaat Keurmerk Veilig Ondernemen voor bestaande bedrijventerreinen (KVO-B) uitgereikt. Forepark heeft hiermee het eerste keurmerk Veilig Ondernemen in Den Haag. Na de openingsspeech van Karel Soeters (voorzitter VBF) en de heer Böcker van het Nationaal Preventiecentrum Veiligheid werd aan wethouder Bas Verkerk en Jan Ouwerkerk (vice-voorzitter van de Vereniging Beheer Forepark tevens portefeuillehouder veiligheid) het kwaliteitscertificaat uitgereikt. Wethouder Verkerk gaf in zijn toespraak aan dat veiligheid een hoge prioriteit heeft in het collegebeleid maar dat dit alleen te realiseren is door gezamenlijke inspanning van ondernemers, politie, brandweer en gemeente. Voor het Forepark is projectgroep KVO-Forepark opgericht. De projectgroep is een structureel samenwerkingsverband tussen Bedrijvenvereniging Forepark, Brandweer, Politie, Stadsdeelkantoor YpenburgLeidschenveen, en de gemeentelijke diensten Stadsbeheer en Stedelijke Ontwikkeling die afspraken heeft gemaakt welke zijn vastgelegd in het veiligheidsplan KVO voor het Forepark. Dit plan is gemaakt op basis van een analyse – uitgevoerd in 2002 – van de veiligheidssituatie op het Forepark. De analyse is vertaald in maatregelen. Een uitvoeringmatrix beschrijft de uitvoering van de voorgenomen maatregelen in de tijd en welke partij hiervoor verantwoordelijk is. Ook de komende periode zullen alle partijen aldus de wethouder hard moeten blijven werken aan de uitvoering van de opgenomen
maatregelen in het Plan van Aanpak. Maatregelen die opgenomen zijn, zijn o.a. het aanpakken van ontbrekende huisnummers op panden, beter onderhoud van het groen, betere verlichting, parkeerplaatsen voor vrachtwagens die het zicht niet ontnemen, collectief toezicht, vergroten van de toegankelijkheid voor hulpdiensten en een actuele bedrijvenkaart (welke bedrijven, welke producten etc.). Een aantal niet-fysieke maatregelen opgenomen in het Plan van
Aanpak zijn het vergroten van de aangiftebereidheid, het opstellen van gedragsregels en goede voorlichting door bijvoorbeeld bijeenkomsten, de website en de nieuwsbrief. Juist door al deze maatregelen gezamenlijk op te pakken worden financiële voordelen behaald. Een voor ondernemers niet onbelangrijk aspect. De wethouder hoopte tot slot over twee jaar weer aanwezig te zijn wanneer door de certificerende instantie positief wordt geëvalueerd.
Symposium Veiligheid & Virtueel Parkmanagement Op 12 februari jl. hebben Digital Port Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND en MKB-Rotterdam in het WCTRotterdam een symposium georganiseerd over de rol die ICT-middelen kunnen spelen om tot een grotere veiligheid te komen op bedrijventerreinen. De bedrijven Oracle, Secure
dit symposium werd vooral gekenmerkt door de diverse gelegenheden om met elkaar de visies ten aanzien van ICT-toepassingen ter verbetering
Logistics, Falck en Enertel gaven middels interactieve presentaties de
den uitgewisseld. Al met al was het een goed geslaagde bijeenkomst. De presentaties en het verslag van het symposium, kunt u opvragen bij dhr. J. Zoet van MKB-Rotterdam via
belangrijkste factoren aan op het gebied van ICT die de veiligheid van bedrijvenparken in Nederland kunnen optimaliseren. Het zeer interactieve karakter van
van de veiligheid op bedrijventerreinen te vergelijken. De resultaten voor en tijdens de diverse discussiemogelijkheden werden voortdurend gemeten, en (leer)ervaringen wer-
(010) - 205 18 68 of via de e-mail
[email protected]
maart 2004
BusinessPark magazine
13
Business Park Solutions heeft het beproefde parkmanagementconcept doorontwikkeld tot een formule waarvan zowel grote als kleine bedrijven kunnen profiteren, of ze nu op een bedrijventerrein zijn gevestigd of niet. Beproefd parkmanagementconcept doorontwikkeld: Profijt voor grote en kleine bedrijven, al dan niet gevestigd op bedrijventerrein.
Business Park Solutions:
Bedrijven voor bedrijven Een vrachtwagen staat voor jouw bedrijf geparkeerd, terwijl hij bij de buren moet zijn. Niet zo af en toe, maar elke dag. De buurman zegt er niets aan te kunnen doen: er is nu eenmaal te weinig parkeerruimte. Bij navraag blijkt dit een structureel probleem op het gehele bedrijventerrein. Zo'n ontdekking is de kiem van parkmanagement. Het gezamenlijk problemen identificeren, vaststellen dat de oplossing een kwestie is van samenwerken en vervolgens die oplossing uitvoeren. Of het nu gaat om parkeerruimte, beveiliging, groenonderhoud of afval. Dit inmiddels beproefde concept is nu door enkele ondernemende geesten binnen parkmanagementorganisaties doorontwikkeld tot een variant die veel verder gaat. Deze verzelfstandigde onderneming brengt onder de naam Business Park Solutions (BPS) aanbieders en vragers van uiteenlopende diensten voor bedrijven bij elkaar.
14
BusinessPark magazine
maart 2004
Oplossingen
"We bieden oplossingen voor allerlei vragen en problemen van bedrijven", zegt Daan Pigge. "Zie ons als een denktank die concepten ontwikkelt voor onze klanten, onder meer op het gebied van veiligheid, secretariaatsdiensten, ICT en inkoop. Grote, toonaangevende partijen doen als leverancier en conceptontwikkelaar mee. Zij komen normaal niet zo gemakkelijk binnen bij het midden- en kleinbedrijf. Omgekeerd is de afstand van die kleine bedrijven tot de leveranciers vaak groot. Dankzij BPS lukt het nu wel." De onderneming fungeert als een draaischijf waarop het aanbod op een handige manier bij de vraag kan komen. De vragers vormen samen een community. Tegen een geringe vergoeding kan iedereen lid worden, of men nu eenpitter is of tientallen mensen personeel heeft. Voor kortere of langere tijd. Of je nu op een bedrijventerrein bent gevestigd of niet.
Niet alleen afnemers, maar ook aanbieders van diensten kunnen deelnemen. Centrale inkoop is de ruggengraat én sterke troef van deze formule. Daan Pigge: "Wij kopen voor de leden van de community centraal in. Dat levert een gegarandeerd inkoopvoordeel op. Een deel van dat voordeel storten we in een fonds, waaruit weer andere zaken worden gefinancierd, bijvoorbeeld parkmanagement." Volgens Cees de Jong van C&D Inkoopconsultants, mede initiatiefnemer, is deze koppeling van inkoopvoordeel aan dienstverlening nieuw. "Het meest voor de hand liggend is natuurlijk om het inkoopvoordeel meteen volledig te cashen", zegt hij. "Als je echter een deel voor de lange termijn reserveert en collectief investeert, ben je op den duur beter af." Makelaar
BPS heeft wel iets van een makelaar die vraag en aanbod bij elkaar brengt.
De onderneming doet aan promotie en onderhoudt het netwerk, maar neemt zelf geen verantwoordelijkheden over. Wel geeft zij (betaalde) adviezen over uiteenlopende onderwerpen, waaronder bijvoorbeeld over parkmanagement. Sterke punten zijn het goed ontwikkelde netwerk, de contacten met vele vragers en aanbieders, en de dynamische formule. Het is een laagdrempelig groeiconcept: na verloop van tijd kunnen andere dienstverleners zich aansluiten, terwijl ook de communities kunnen uitdijen. Daan Pigge noemt een concreet voorbeeld: "We hebben een vitaliteitsscan ontwikkeld voor bedrijventerreinen. Middels beelden met tekst laten we zien waar knelpunten zitten. Vervolgens kunnen aangesloten bedrijven in de community zelf bepalen wat er gaat gebeuren. Ze kunnen kleine stappen zetten of grote. Uiteraard kan
men zelf met ideeën komen. Zo voorkomen we dat goede initiatieven vastlopen omdat ze te ingewikkeld worden, iets wat je bij parkmanagement vaak ziet. Die initiatieven sterven nogal eens in schoonheid. Bedrijven zijn dan toch huiverig voor bemoeizucht, of ze zien de gemeente als partner niet zitten. Nu nodigen we ze uit zelf mee te denken." Flexibel
Vooral bestaande, oudere terreinen lenen zich goed voor de flexibele groei-aanpak. Daan Pigge: "Met collectieve beveiliging ben je vaak al een heel eind. Idem met ICT. We vinden dat je bedrijven niet moet doodgooien met de allernieuwste techniek, maar zorgvuldig moet inventariseren waaraan precies behoefte bestaat. Vervolgens scheppen wij het platform waarop vraag en aanbod elkaar kunnen ontmoeten."
Het initiatief is te zien als de opvolger van traditioneel Parkmanagement. In de vernieuwde opzet staan de voordelen voor gebruikers centraal. Pigge: "We ontdekten dat we het directe contact met de bedrijven misten. Dat gaan we nu ontplooien. We kunnen klanten zo meer bieden. Kleinere bedrijven zitten vaak tussen hamer en aambeeld. Dankzij BPS kunnen ze daar tussenuit. Ze kunnen hun continuïteit veilig stellen, terwijl grote bedrijven omgekeerd weer winst op korte termijn kunnen realiseren." Uit verkennend marktonderzoek blijkt dat de vraag bij alle betrokkenen groot is. Postbus 245 7300 AE Apeldoorn T +31 55 360 41 18 F +31 55 360 41 19 E
[email protected] I www.businessparksolutions.com
advertentie
maart 2004
BusinessPark magazine
15
IT biedt kansen voor
Bedrijvenparken worden nog aantrekkelijker door centrale IT-omgeving Michiel Contant
Bedrijvenparken moeten steeds attractiever worden om ondernemers aan te kunnen spreken. Door allerhande voorzieningen komt men tegemoet aan de wens van bedrijven om zich zo kostenefficiënt en aantrekkelijk mogelijk te vestigen. Wat eigenaren en beheerders van bedrijventerreinen zich nog onvoldoende realiseren is de toegevoegde waarde van een complete ICT infrastructuur. Door software- en netwerktoepassingen op huurbasis beschikbaar te stellen, wordt
ICT
een nutsvoorziening.
Delen van IT -systemen: een serieuze optie
Software kan bedrijven helpen hun bedrijfsprocessen te optimaliseren en het delen van deze toepassingen wordt dan ook een steeds interessantere optie. Het merendeel van de ondernemingen wil tegenwoordig immers niet alleen hun boekhouding automatiseren, maar zoekt ook manieren om bijvoorbeeld e-mail en agenda's te beheren, klantcontacten te onderhouden en de buitendienst op locatie toegang te geven tot relevante bedrijfsinformatie. IT-systemen die dit mogelijk maken zorgen namelijk voor het ver-
16
BusinessPark magazine
maart 2004
hogen van de arbeidsproductiviteit, omdat informatie binnen de organisatie én op locatie beschikbaar is. Onder de huidige omstandigheden worden investeringen in dergelijke systemen veelal afgehouden. Men richt zich vooral op middelen en systemen die razendsnel toegevoegde waarde leveren aan het bedrijf. Bovendien vereisen zulke applicaties een hoop ITkennis, die niet altijd intern aanwezig is. Het inschakelen van die expertise is een kostbare zaak. Wanneer softwaretoepassingen daarentegen toegankelijk worden op huurbasis, wordt de drempel om deze te gaan gebruiken een stuk lager. Voor een vast bedrag per maand zijn de gewenste applicaties continu binnen handbereik en kunnen ze flexibel afgestemd worden op de veranderende behoeften van organisaties. I T als faciliteit
De beschikbaarheid van een geschikte IT-omgeving wordt steeds meer gezien als een randvoorwaarde om als bedrijf te functioneren, zoals dat ook het geval is bij een traditionele nutsvoorziening als water of elektriciteit. Juist op bedrijventerreinen, waar groepen
parkmanagement bedrijven geconcentreerd zijn, is het gedeeld afnemen van ICT prima te realiseren en biedt het aanzienlijke schaalvoordelen. Voor parkmanagement betekent het dat ze haar dienstenaanbod nog aantrekkelijker kan maken voor potentiële huurders. Als deze systemen via het bedrijventerrein verkrijgbaar zijn, beschikken de gevestigde ondernemingen namelijk onmiddellijk over alles wat ze nodig is voor randvoorwaarden tot succes. Het portaal: deur naar informatie en applicaties
De meest geschikte vorm van het aanbieden van software via het bedrijventerrein is een internet portaal. Dit is een platform dat via internet toegankelijk is en waarop alle partijen de voor hen interessante informatie kunnen vinden en toegang kunnen krijgen tot de applicaties van hun keuze. Op die manier worden toepassingen voor financiële administratie, e-mail en kalenderfuncties, mobiele oplossingen en Customer Relationship Management toepassingen beschikbaar voor alle leden van het portaal. Elke organisatie krijgt via een persoonlijke code toegang tot uitsluitend hun eigen, bedrijfsspecifieke informatie. De parkbeheerder zorgt via het bedrijventerreinenportaal dat informatie over het terrein uitgewisseld wordt. Bedrijven die daar gevestigd zijn, kunnen dan optimaal van elkaars expertise profiteren en maximale schaalvoordelen halen uit bijvoorbeeld het gezamenlijk inkopen van bepaalde producten of diensten. Daarnaast kan een portaal het publiceren van o.a. bedrijfsprofielen, vacatures, discussies en meldingen naar de gemeente ondersteunen. De beschikbaarheid van zo'n portaal via internet maakt het bovendien
een bedrijvenpark dat voorloopt op het gebied van technologie mogelijk om vanaf elke locatie toegang te krijgen tot de informatiebron, dus ook bijvoorbeeld thuiswerken behoort tot de mogelijkheden. Omdat het portaal ontwikkeld, onderhouden en beheerd wordt door specialisten zijn alle partijen verzekerd van de best mogelijke service en ondersteuning, zonder dat ze individueel ITdiensten hoeven in te kopen. Zo kunnen ondernemers zich concentreren op hun kernactiviteit en wordt ICT een middel dat hen daarbij helpt en geen doel op zich. Op http://www.opafstanddebeste.nl, de speciale site voor ondernemers, kan men een toegangscode aanvragen en zelf zien van hoe een dergelijk portaal eruit kan zien en wat het te bieden heeft.
Succesvol portaal in de agrarische sector bewijst kracht van bundeling
In de agrarische sector is inmiddels een succesvol portaal in het leven geroepen onder de naam http://www.ziezo.biz dat een verzamelplaats vormt voor boeren en tuinders op het internet. De website is volledig ingericht op het ondersteunen van agrariërs in het runnen van hun bedrijf. Er is een publiek en een besloten gedeelte, waarbinnen leden toegang krijgen tot diverse zakelijke toepassingen. Het portaal draait op Oracle technologie en is daarmee een krachtig platform waarin een grote hoeveelheid informatie toegankelijk gemaakt wordt voor de gebruikers.
Michiel Contant, Marketing Manager Oracle Nederland
Het ontbreken van breedband op bedrijventerreinen Een bedrijf op een mooie maar afgelegen locatie betekent vaak internettoegang via ISDN met bijbehorende dure tikken. Maar met een schotel aan de muur is nu ook snel internet mogelijk. Hadden we 10 jaar geleden nog nooit van Internet gehoord, nu is het voor een bedrijf van wezenlijk belang om te beschikken over een eigen homepage en een snelle internetverbinding. De afwezigheid van deze communicatiemiddelen komt echter nog dikwijls voor. Wat het allemaal nog vervelender maakt, is dat in 5 tot 10% van het land helemaal geen ADSL beschikbaar zal komen, omdat aanbieders van ADSL simpelweg te weinig gebruikers verwachten om hun aanbod rendabel te maken. Zijn deze bedrijven dan veroordeeld tot het versturen van informatie per post en per fax? Nee, tegenwoordig zijn er goede alternatieven tegen redelijke prijzen – via de satelliet. Met een schotel aan de muur en een kastje aan de PC kan elk bedrijf, waar ook in Nederland, surfen op breedbandsnelheid. En voor de prijzen hoeven ondernemers het niet te laten. Abonnementsprijzen worden al vanaf 25 euro aangeboden.
maart 2004
BusinessPark magazine
17
Column ‘P en P’ 18
Schiedam, dynamisch en modern
Schiedam is met het historische stadshart, de molens, de monumentale pakhuizen, de branderijen
instrument dat markt en overheid gezamenlijk kunnen inzetten om de leefbaarheid, het kwaliteitsniveau en
en de havens een unieke stad in het Rijnmondgebied. Maar Schiedam is meer dan molens en jene-
de vastgoedwaarde van Schieveste op termijn te behouden en te versterken. Het beheer dient echter
ver. De stad is ook dynamisch en modern. Strategisch gelegen voor verkeer en vervoer met aansluitingen op de rijkswegen A20 en A4. Een stad
verder te gaan dan parkmanagement en preventie van destructieve processen. Naast beheer van de fysieke ruimte, is het sociale klimaat van Schieveste
met 75.500 inwoners en meer dan 2700 gevestigde bedrijven en instellingen.We zijn volop bezig met de
een belangrijk thema binnen het Locatiemanagement concept. Het sociale klimaat van Schieveste is essen-
verdere ontwikkeling van Schiedam. De laatste jaren zijn een aantal nieuwbouwprojecten gerealiseerd, zoals het winkelcentrum De Nieuwe Passage en het Stadserf, met de Stadswinkel, bibliotheek en het
tieel voor de economische levensvatbaarheid van de locatie. Het beheer is vooral ook gericht op het realiseren en behouden van een vitaal sociaal klimaat. Met Locatiemanagement wordt gestreefd naar een
Theater aan de Schie.
variërend, bruisend, aantrekkelijk, duurzaam en
Momenteel vindt een omvangrijke en ambitieuze nieuwbouwontwikkeling plaats achter het NS-station. Op een uitstekend bereikbare locatie zowel met de auto als met het openbaar vervoer, wordt het kanto-
bereikbaar Schieveste nu en in de toekomst. Hierbij staat een participerende rol van eigenaren, gebruikers, bewoners en omwonenden centraal. Locatiemanagement vormt daarmee een (ver)bin-
renpark Schieveste ontwikkeld. Zestien hectaren grond rond het Schiedamse station, tussen centrum en A20, worden getransformeerd tot een brandpunt van activiteit. Met de ontwikkeling van Schieveste willen we een nieuwe multifunctionele locatie reali-
dende factor tussen verschillende betrokken doelgroepen. Momenteel zijn we bezig met het nader vormgeven van het Locatiemanagement concept. Er zal een actieve beheerorganisatie worden ingericht. In deze beheerorganisatie zullen de betrokken par-
seren met een unieke bereikbaarheid. De ambitie is een nieuw stadsdeel waar veel te beleven valt, voor
tijen vertegenwoordigd zijn. De beheerorganisatie zal zorgdragen voor het aanbieden van producten en
wonen, werken en ontspanning. Het ruimtelijk ontwerp gaat uit van een diversiteit aan functies zoals wonen, werken, parkeren, vervoeren en recreëren.
diensten die bijdragen aan het onderhoud, de leefbaarheid en het voorzieningenniveau van Schieveste. Wij streven hierbij naar een optimale
Een belangrijk aspect van de ontwikkeling van Schieveste is dat het sociale ontwerpproces gelijk
aansluiting bij de wensen van de bedrijven en instellingen die zich willen vestigen op Schieveste. Bij de
loopt aan het fysieke ontwerpproces. Hoewel sociale processen zich niet laten sturen, zijn gewenste ontwikkelingen wel te stimuleren. We willen het inge-
uitwerking van het masterplan voor Schieveste zijn marktpartijen, omwonenden, ondernemers en andere belanghebbenden op verschillende manieren
zette hoogwaardige, duurzame en leefbare karakter van Schieveste ook in de toekomst behouden.
betrokken. Dit willen we in de beheerfase graag voortzetten. Ik heb er het volste vertrouwen in dat
Duurzaam beheer staat bij ons dan ook hoog op de agenda. Gekozen is voor het introduceren van Locatiemanagement voor het beheer van Schieveste.
Schieveste een vitaal gebied wordt en blijft.
Locatiemanagement is hierbij gedefinieerd als het
Burgemeester van Schiedam
BusinessPark magazine
maart 2004
R. Scheeres,
3TPIMHMRK&YWMRIWWTEVO1EREKIQIRX :SSV[EXFIXVIJXªTEVOQEREKIQIRX«SRHIVWGLIMHIR[MN HVMIRMZIEYW E 4EVOQEREKIQIRXSQOIRRMWZERLIXXVENIGXZER ZSSVFIVIMHMRKXSXFIWPYMXZSVQMRKSTXIHSIRIRHI FIWPYMXZSVQMRK^IPJ WXVEXIKMI F 4EVOQEREKIQIRXSQMQTPIQIRXEXMIXVENIGXIRKSIHXI OYRRIRYMXZSIVIRFIKIPIMHIRSJFIWXYVIR TVSGIW G 4EVOQEREKIQIRXSQHIHEKIPMNOWI[IVO^EEQLIHIRXI OYRRIRYMXZSIVIR YMXZSIVMRK 3R^ISTPIMHMRKVMGLX^MGLST^S[IPWXVEXIKMIEPWTVSGIW EIRF (ISTPIMHMRKMWQSHYPEMVSTKIFSY[HIRSQZEXHVMI I\GYVWMIWIRIIRRIX[IVOIRHMWGYWWMIFMNIIROSQWX 'IRXVEEPWXEEXLIXWGLVMNZIRZERIIRTSWMXMSRTETIVIRHI STPIMHMRK[SVHXEJKIWPSXIRQIXLIXZIVHIHMKIRZERHMX TSWMXMSRTETIV (ISTPIMHMRKKIIJXVIGLXSTXSIPEXMRKXSXLIX2IHIVPERHW 6IKMWXIVZSSV4EVOQEREKIVW
1SHYPIW (EXYQ ETVMP QIM QIM NYRM NYRM WIT WIT SOX SOX
3RHIV[IVTIR -RXVSHYGXMIKIFMIHWQEREKIQIRX -RPIMHMRKFYWMRIWWTEVOQEREKIQIRX 6IKMSREPI6YMQXIPMNOI3VHIRMRK %GXSVIRFMRRIRKIFMIHWQEREKIQIRX 6SPQEVOXIRVSPSZIVLIMH 7EQIR [IVOMRKWZSVQIR &ILSIJXIR/VEGLXIRZIPHEREP]WI 3QKIZMRKWEREP]WI %QFMXMI ,IVWXVYGXYVIVMRK )\GYVWMI XIVVIMRGEWI IR JSVYQHMWGYWWMI 6MWMGSEREP]WI*MRERGMIIPQEREKIQIRX ZEWXKSIHQEREKIQIRX :MWMIIRWXVEXIKMI )\GYVWMI&I^SIOFIHVMNZIRXIVVIMR
8SIPEXMRKWIMWIR (YYVSTPIMHMRK -RZIWXIVMRK 0SGEXMI 'YVWYWXMNHIR /[EPMXIMXWKEVERXMI (SGIRXIR
,&3RMZIEY qqRNEEV ¼ .EEVFIYVW9XVIGLX *MPIZVMIRHIPMNOSRKIZIIVXYWWIR IRYYVSTHSRHIVHEKIR 4IVQERIRXIIZEPYEXMI VIKMWXVEXMIFMN74,&3 ;MNFIWGLMOOIRSZIVLSSK KIO[EPM´GIIVHIHSGIRXIRYMXHI YRMZIVWMXEMVI[IVIPHIRLIX FIHVMNJWPIZIR
:SSV[MIMWHI^ITSWX,&3STPIMHMRK&YWMRIWWTEVO QEREKIQIRXQIXREQIKIWGLMOX# &IPIMHWQIHI[IVOIVWZERKIQIIRXIPMNOISRX[MOOIPMRKW FIHVMNZIRKVSRHFIHVMNZIREJHIPMRKIRIGSRSQMWGLI ^EOIRVYMQXIPMNOISVHIRMRKIRQMPMIYIRHEEVEER KIVIPEXIIVHIEJHIPMRKIRZERTVSZMRGMIWIRKIQIIRXIR 1IHI[IVOIVWZERTVMZEXIMRWXERXMIWHMI^MGLQIX REQIVMGLXIRST HISRX[MOOIPMRKZER FIHVMNZIRIR OERXSSVXIVVIMRIR 1IHI[IVOIVWZERSVKERMWEXMIWEPW[IVOKIZIVW ZIVIRMKMRKIRSRHIVRIQIVW OVMRKIR /EQIVWZER /SSTLERHIPSRX[MOOIPMRKWQEEXWGLETTMNIRIR WSSVXKIPMNOIMRWXIPPMRKIR &IPIMHWQIHI[IVOIVWFMNHISZIVLIMHHMI^MGLVMGLXIR STKIFMIHWSRX[MOOIPMRK QIXREQIFIHVMNZIRIR OERXSSVXIVVIMRIR 1IHI[IVOIVWZERTVMZEXIEHZMIWFYVIEY«WHMII\TIVXMWI PIZIVIRZSSVIRSZIVKIFMIHWSRX[MOOIPMRKIR TEVOQEREKIQIRX
RSZ RSZ HIG HIG NER NER JIF QVX QVX
1EREKIRZERTVSGIWWIR .YVMHMWGLIZSVQKIZMRKIRGSRWXVYGXMIW 2IX[IVOFMNIIROSQWX 1EREKIQIRXZEEVHMKLIHIR 3RHIVLERHIPIRIRMRXIVEGXMI (VEEKZPEOGVItIVIRVIPEXMIFILIIV 'SRXVEGXQEREKIQIRX'SRXVEGXIVIRMROSST QEREKIQIRXIRGSPPIGXMIZIMROSST 9MXZSIVMRK4VSKVEQQIVIR1SRMXSVIR )\GYVWMI&YWMRIWWTEVO 1EVOIXMRK )\EQIR
-RWGLVMNZIR#(S[RPSEHLIXMRWGLVMNZMRKWJSVQYPMIVZER SR^I[IFWMXISJFIP
(I^ISTPIMHMRKMWIIRKI^EQIRPMNOMRMXMEXMIJZER
[[[IGSV]WGSQ
[[[KVSRXQMNRP 3%,3 !$6)%3 3%#2%4!2)!!4 "6
[[[WIPWRP
[[[MRLSPPERHEGEHIQ]RP
[[[FYWMRIWWTEVOQEREKIQIRXGSQ
(ISTPIMHMRK+IFMIHWQEREKIQIRXSQZEXIIR EERXEPWEQIRLERKIRHIEJWXYHIIVZEVMERXIRST TSWX,&3RMZIEY (IZEVMERXIR^MNR&YWMRIWWTEVOQEREKIQIRX ;MNOSRX[MOOIPMRK4PEXXIPERHWZIVRMIY[MRKIR +IFMIHWFVERHMRK
3TPIMHMRK &YWMRIWWTEVO 1EREKIQIRX
(IEJWXYHIIVZEVMERX&YWMRIWWTEVOQEREKIQIRX KEEXIMRHETVMPZSSVHIHIVHIOIIVZERWXEVX ,IXRMIY[IZERHI^IGYVWYWMWHEXIIREERXEP QSHYPIWKI^EQIRPMNO^EP[SVHIRKIKIZIRQIXHI EJWXYHIIVZEVMERX;MNOSRX[MOOIPMRK(I^ISTPIMHMRK WXEVXZSSVHIIIVWXIOIIVIZIRIIRWIMRHETVMP (IYMX[MWWIPMRKZERIVZEVMRKIROIRRMWEPWQIHI HIRIX[IVOKIHEGLXIWXEERGIRXVEEPEGLXIVHMX ZIVRMIY[IRHIGSRGITX /MNOZSSVHIHEXESTSR^I[IFWMXI [[[FYWMRIWWTEVOQEREKIQIRXGSQ