Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen conform PGS 15 bij Elha Cosmetics BV te Burgerveen Onderdeel van een melding krachtens het Activiteitenbesluit milieubeheer
Rapportnummer FA 20091-3-RA-001 d.d. 3 november 2015
Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen conform PGS 15 bij Elha Cosmetics BV te Burgerveen Onderdeel van een melding krachtens het Activiteitenbesluit milieubeheer
opdrachtgever
Elha Cosmetics b.v. te Burgeveen
rapportnummer
F A 20 09 1- 3 - R A - 0 01
datum
3 n o v e m b e r 20 15
referentie
M P i / M P i / C J / F A 2 00 91 - 3- R A - 00 1
verantwoordelijke ir. A.J. Pikaar opsteller
ir. A.J. Pikaar +31 79 3470320
[email protected]
peutz bv, postbus 696, 2700 ar zoetermeer, +31 79 347 03 47,
[email protected], www.peutz.nl opdrachten volgens 'De nieuwe regeling 2011' (DNR 2011) ingeschreven kvk onder nummer 12028033 lid NL-ingenieurs, iso-9001:2008 gecertificeerd mook – zoetermeer – groningen – düsseldorf – dortmund – berlijn – leuven – parijs – lyon – sevilla FA 20091-3-RA-001 2
Inhoudsopgave 1
Inleiding
4
2
Uitgangspunten
5
2.1 Algemeen
5
2.2 PGS 15 opslagvoorzieningen
6
2.3 Opslag gevaarlijke stoffen en aanver wante stoffen
7
2.3.1
PGS 15-stoffen
7
2.3.2
Aanver wante stoffen
8
2.3.3
Beschermingsniveau bij opslag met aanverwante stoffen
9
2.4 WBDBO PGS 15 opslagvoorzieningen
10
2.5 Laad- en losgedeelte
10
3
PGS 15 maatwerk
12
3.1.1
Vuu rlast
12
3.1.2
Onbrandbaar materiaal
14
3.2 Journaal en registratie
14
4
Conclusie
15
Bijlage 1 Machtiging
FA 20091-3-RA-001 3
1
Inleiding Door Elha Cosmetics, gevestigd aan de Leimuiderdijk 298 te Burgerveen, (hierna Elha) wordt een melding krachtens het Activiteitenbesluit milieubeheer ingediend voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen conform PGS 15. Beide PGS 15-opslagvoorzieningen hebben een opslagcapaciteit van maximaal 10 ton PGS 15 stoffen met daarnaast opslag van aanverwante stoffen. Dit rapport beschrijft de gewijzigde activiteiten binnen de inrichting en de maatregelen en voorzieningen die getroffen worden teneinde te voldoen aan de voorschriften uit PGS 15 (zoals aangewezen in de Activiteitenregeling). Niet alle voorschriften uit PGS 15 worden besproken. Elha is gespecialiseerd in de ordering, opslag en distributie binnen de cosmeticamarkt. De inrichting van Elha bestaat uit een tweetal hallen voor het op- en/of overslaan van verpakte gevaarlijke stoffen en – al dan niet aanverwante – niet-gevaarlijke stoffen. Daarnaast zijn twee hallen aanwezig voor de opslag van niet aanverwante (koopmans)goederen. In één van deze twee hallen voor koopmansgoederen wordt tevens een brandveiligheidskast geplaatst voor de opslag van een beperkte hoeveelheid spuitbussen (ADR klasse 2) en deosticks (ADR klasse 4.1). Deze brandveiligheidskast betreft een separate PGS 15 opslagvoorziening. Dit rapport beschrijft het gewenste gebruik van de PGS 15 opslagvoorzieningen. In de bijlage bij dit rapport is een machtiging opgenomen voor Peutz om namens Elha milieuaspecten, waaronder meldingen, te verzorgen.
FA 20091-3-RA-001 4
2
Uitgangspunten
2.1 A l g e m e e n
De situering van Elha in de directe omgeving is gegeven in figuur 2.1. De aangevraagde layout van de inrichting van Elha is gegeven in figuur 2.2. De inrichting van Elha bestaat thans uit één groot magazijn met aangrenzend een kantoor (separaat brandcompartiment), een kantine en vergaderruimte/cursusruimte. Dit rapport handelt alleen over de PGS 15 (tijdelijke) opslagvoorzieningen. Zoals aangegeven in figuur 2.2 betreffen dit de PGS 15 opslagvoorzieningen C en D. Daarnaast wordt in hal A een PGS 15 brandveiligheidskast geplaatst. f2.1 Situering Elha in de directe omgeving (de kaart is noordgericht)
FA 20091-3-RA-001 5
f2.2 Voorgenomen lay-out van de inrichting van Elha
Alle hallen zijn voorzien van een vloeistofkerende vloer. Binnen de inrichting hanteert Elha een incidentenmanagement met betrekking tot bodembedreigende (en gevaarlijke) stoffen. 2.2 P G S 1 5 o p s l a g v o o r z i e n i n g e n
De PGS 15 opslagvoorzieningen, hallen C en D, betreffen hallen die uitgevoerd worden als separaat brandcompartiment met een Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag (WBDBO) van ten minste 60 minuten. Deze twee hallen worden gebruikt voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en aanverwante stoffen. Het vloeroppervlak van de PGS 15 opslagvoorziening hal C bedraagt circa 350 m2 en het vloeroppervlak van de PGS 15 opslagvoorziening hal D betreft circa 400 m 2 . In hal A wordt een brandveiligheidskast geplaatst met een WBDBO v an ten minste 90 minuten (minimaal Type 90). In deze kast vindt opslag van totaal maximaal 250 liter ADR klasse 2 (spuitbussen) plaats en ADR klasse 4.1 (deosticks).
FA 20091-3-RA-001 6
De brandveiligheidskast wordt in hal A op de begane grond geplaatst. De maximale opslagcapaciteit van de kast betreft 250 liter. De kast voldoet aan de NEN-EN-14470-1, wat aangetoond kan worden door middel van de productcertificaten die binnen de inrichting aanwezig zijn. Overeenkomstig de NEN-EN-14470-1 is op de voorkant (buitenkant) van de kast op een goed zichtbare plaats de volgende informatie aangebracht: − deuren sluiten (wanneer kast niet wordt gebruikt); − gevaarsymbool 'Vuur, open vlam, roken verboden' overeenkomstig ISO 3864; − gevaarsymbool 'Brandgevaarlijke stoffen' overeenkomstig ISO 3864; − de van toepassing zijnde norm (NEN-EN-14470-1); − de brandwerendheidsprestatie van de kast, in dit geval type 90. Tevens is in of op de kast de volgende informatie aangebracht: − naam of merk van de producent; − model nummer en jaar van productie; − maximum toegestane emballage; − maximale belasting legbord. De leverancier van de kast levert een testrapport mee, bestaande uit een samenvatting van onderzoek waarin wordt verwezen naar het volledige beproevingsverslag en een omschrijving van het resultaat. Met de getroffen voorzieningen wordt voldaan aan paragraaf 3.10 van PGS 15. 2.3 O p s l a g g e v a a r l i j k e s t o f f e n e n a a n v e r w a n t e s t o f f e n
2.3.1 P G S 1 5 - s t o f f e n
Binnen de inrichting worden diverse verpakte gevaarlijke stoffen opgeslagen. Dit betreffen allerlei (cosmetische) producten met UN-nummers 1 1266, 1950 en 3175. De producten met UN-nummer 1266 betreffen parfumerieproducten met brandbare oplosmiddelen, de producten met UN-nummer 1950 betreffen spuitbussen (aerosolen) en de producten met UN-nummer 3175 betreffen deosticks. Deze verpakte gevaarlijke stoffen behoren tot ADR klasse 2 (UN1950), ADR klasse 4.1 (UN 3175) of ADR klasse 3 (UN1266), verpakkingsgroepen II en III. Zowel in de PGS 15 opslagvoorziening hal C als in de PGS 15 opslagvoorziening hal D is maximaal 10 ton verpakte gevaarlijke stoffen van ADR klasse 3 aanwezig. In de brandveiligheidskast is totaal maximaal 250 kg verpakte gevaarlijke stoffen van ADR klasse 2 en/of ADR klasse 4.1 aanwezig. 1 Het UN-nummer is een getal van vier cijfers dat een gevaarlijke stof identificeert tijdens het transport, volgens de voorschriften van de Verenigde Naties (de "Recommendations on the Transport of Dangerous Goods", ook bekend als het "oranje boek"). FA 20091-3-RA-001 7
De gevaarlijke stoffen betreffen allen gelimiteerde hoeveelheden (LQ) behorend tot de gevarenklasse van brandbare vloeistof, spuitbus of deostick. 2.3.2 A a n v e r w a n t e s t o f f e n
In de PGS 15 opslagvoorzieningen, hallen C en D, vindt naast de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen tevens opslag van niet gevaarlijke, aanverwante stoffen plaats. Maximaal vindt opslag van 30.000 kg aanverwante stoffen plaats. De aanverwante stoffen die Elha, tezamen met de verpakte gevaarlijke stoffen, wenst op te slaan, betreffen cosmetische producten. Te denken valt aan crèmes, body lotions, lipstick, et cetera. De Cosmetica Verordening 1223/2009/EG definieert cosmetische producten als volgt: “Alle stoffen of mengsels die bestemd zijn om in aanraking te worden gebracht met de delen van het menselijk lichaamsoppervlak (opperhuid, beharing, haar, nagels, lippen en uitwendige geslachtsorganen) of met de tanden en kiezen en de mondslijmvliezen, met het uitsluitende of hoofdzakelijke oogmerk deze te reinigen, te parfumeren, het uiterlijk ervan te wijzigen en/of voornoemde lichaamsdelen te beschermen of in goede staat te houden of lichaamsgeuren te corrigeren.” Producten als geurkaarsen, lipsticks, handdoeken en zonnebrillen worden niet als aanverwante stof beschouwd.
Alle aanverwante stoffen kunnen alleen gezamenlijk met gevaarlijke stoffen worden opgeslagen met behoud van het veiligheidsniveau. Aangezien sprake is van beschermingsniveau 3, waarbij preventie van een brand het belangrijkste aspect is, is het voor het behoud van het veiligheidsniveau van belang dat er geen aanverwante stoffen worden opgeslagen die een groter risico op brand vormen, danwel brandbevorderend werken. De opslag van de genoemde aanverwante stoffen leidt normaliter niet tot een ander brandverloop. Een ander belangrijk aspect dat ten aanzien van het veiligheidsniveau beschouwd dient te worden in geval van opslag van aanverwante stoffen is of een eventuele brand nog beheersbaar is bij de getroffen maatregelen (brandcompartiment met een WBDBO van 60 minuten naar andere ruimten). De beheersbaarheid van een brand hangt onder meer af van de aanwezige vuurlast, welke wordt uitgedrukt in kg vurenhoutequivalent (kg vheq = gelijk aan 19 MJ). Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de bepaling van de (maximaal toelaatbare) vuurlast conform de NEN 6060. Gezien het beperkte oppervlak van elke PGS 15 opslagvoorzieningen, te weten circa 350 m 2 en 400 m2, als ook het type aanverwante producten, is het aannemelijk te veronderstellen dat het veiligheidsniveau van de PGS 15 opslagvoorzieningen, zoals met de voorschriften van PGS 15 wordt gerealiseerd, behouden blijft. De bij Elha opgeslagen aanverwante stoffen zijn geen stoffen die het risico op een brand vergroten.
FA 20091-3-RA-001 8
Op basis van de aanwezige vuurlast, zie paragraaf 3.1.1, is de WBDBO-eis uit PGS 15 ruim voldoende voor de gewenste opslag van gevaarlijke stoffen en aanverwante stoffen. De aanverwante stoffen betreffen geen risicoverhogende stoffen met betrekking tot brandveiligheid. De toename van het aantal logistieke bewegingen door mede-opslag van aanverwante stoffen in de PGS 15 opslagvoorzieningen is beperkt. Orderpicking gebeurt ook deels handmatig binnen Elha. Elha werkt met vast en deskundig personeel. Daarnaast betreffen de (aanverwante) stoffen in principe consumentenverpakkingen, waardoor de inhoud bij vrijkomen van een stof beperkt is. Het is niet aannemelijk dat bij morsing tijdens orderpicking van een aanverwante stof een brand ontstaat. Bij een dergelijk incident is deskundig personeel aanwezig. De aanwezigheid van een brandmeldinstallatie met doormelding naar een permanent bezette meldpost verhoogd overigens het veiligheidsniveau. N.B.
Hal D wordt gedeeltelijk voorzien van een verdiepingsvloer. Op deze verdiepingsvloer worden alleen aanverwante stoffen opgeslagen.
2.3.3 B e s c h e r m i n g s n i v e a u b i j o p s l a g m e t a a n v e r w a n t e s t o f f e n
Voorschrift 3.1.1 van PGS 15 stelt in de toelichting dat indien aanverwante goederen gezamenlijk met gevaarlijke stoffen worden opgeslagen nagegaan dient te worden of met behoud van het veiligheidsniveau van dit voorschrift gemotiveerd kan worden afgeweken. Onder gemotiveerd afwijken verstaat PGS 15 (paragraaf 1.6) dat, in tegenstelling tot het gelijkwaardigheidsbeginsel, niet persé een andere uitvoering van het vereiste niveau van bescherming noodzakelijk is. Oftewel, als er geen sprake is van een groter risico zijn aanvullende maatregelen en voorzieningen niet nodig. De Handleiding PGS 15 van 18 februari 2013 geeft aan dat bij opslag van aanverwante stoffen in een PGS 15 opslagvoorziening bij het vaststellen van de eisen ten aanzien van productopvang, beschermingsniveau en bluswateropvang deze aanverwante stoffen wel beschouwd dienen te worden. In de situatie van betreffen de aanverwante stoffen hoofdzakelijk vaste stoffen, danwel visceuze stoffen (bijv. cosmetische producten). De benodigde productopvang is mede gebaseerd op de aanwezige vloeistoffen van aanverwante stoffen (niet of nauwelijks aanwezig). Voor wat betreft het vereiste beschermingsniveau kan voor de opslag van gevaarlijke stoffen tot 10.000 kg volstaan worden met beschermingsniveau 3. Tabel 4.1 van PGS 15 is niet van toepassing op de opslag (met aanverwante stoffen) bij Elha aangezien er geen hoeveelheid in een opslagvoorziening aanwezig is van meer dan 10.000 kg van ADR klasse 3 (zie ook toelichting bij '–' onder de tabel). De aanverwante stoffen kunnen danwel als brandbare vaste stof worden beschouwd, maar voor deze stoffen met een horizontaal streepje geldt dat er geen combinatie bestaat met ADR 3. Aldus komt de hoeveelheid ADR 3 nooit boven 10.000 kg uit en is de tabel niet van toepassing. FA 20091-3-RA-001 9
2.4 W B D B O P G S 1 5 o p s l a g v o o r z i e n i n g e n
De PGS 15 opslagvoorzieningen hallen C en D worden voorzien van een gecertificeerde brandmeldinstallatie met doormelding naar een permanent bezette meldpost conform NEN 2535. Deze hallen worden uitgevoerd als separate brandcompartimenten met een Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag (WBDBO) van ten minste 60 minuten. De (overhead)deuren in de noordwestgevel worden niet brandwerend uitgevoerd aangezien de afstand tot de erfgrens meer dan 10 m bedraagt. 2.5
Laad- en losgedeelte In hal B wordt bij de overheaddeur een losgedeelte gerealiseerd. De geloste goederen zijn aldaar alleen aanwezig onder werktijd, waarbij een deskundige gevaarlijke stoffen (conform voorschrift 3.17.1 van PGS 15) aanwezig is binnen de inrichting. In hal A wordt een laadgedeelte gerealiseerd. Op dit laadgedeelte zijn alleen niet ADR geklasseerde goederen aanwezig, geadresseerd aan derden, in afwachting van transport. Daarnaast wordt in hal A een constructie gerealiseerd conform voorschrift 10.5.2 van PGS 15 (drie zijden omgeven door wanden met een minimale hoogte van 3 meter en waarmee een brandwerendheid van ten minste 60 min ten opzichte van een naastgelegen ruimte wordt bereikt). Goederen (ADR geklasseerde stoffen en samengestelde zendingen) worden opgeslagen op ten minste 50 cm van de open zijde en gestapeld tot een hoogte van ten hoogste 50 cm onder de bovenrand van de scheidingswand. De wanden aan de buitenkant worden, voor zover niet tegen de buitenwand van het brandcompartiment gesitueerd binnen een afstand van 1 m vrijgehouden. Aan de open zijde wordt een afstand van 2 m vrijgehouden (conform voorschrift 10.5.3). Ten aanzien van de afstand van 1 m wordt vermeld dat deze alleen aan de zijde binnen brandcompartiment hal A wordt aangehouden, zie figuur 3.1. Aan de noord(oost)zijde grenst het laadgedeelte aan de buitengevel van hal A (brandcompartiment met een WBDBO van ten minste 60 min, waarbij de gevel niet brandwerend is uitgevoerd). Aan de (noord)westzijde grenst het laadgedeelte aan de scheidingswand met hal C (PGS 15 opslagvoorziening). Deze scheidingswand bezit een brandwerendheid van ten minste 60 minuten. Zowel aan de noord(oost)zijde als aan de (noord)westzijde wordt de afstand van 1 m niet gehanteerd. Zoals besproken met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (en in overleg met InfoMil) is dit conform het gestelde in voorschrift 10.5.3 van PGS 15.
FA 20091-3-RA-001 10
f2.3 Markering rondom laadgedeelte PGS 15 in hal A
De hallen A en B zijn niet brandwerend gescheiden van elkaar. Deze hallen worden voorzien van een gecertificeerde brandmeldinstallatie overeenkomstig NEN 2535 met doormelding naar een 24-uurs bezette post. Tijdelijke opslag van PGS 15 stoffen (losgedeelte en tijdelijke opslaglocatie PGS 15 (laden) vindt niet plaats in stellingen. De hallen A en B, waarin de twee laad- en losgedeeltes zijn gelegen zijn niet toegankelijk voor onbevoegden. Toegangsdeuren zijn doorgaans gesloten. Verwarming van deze hallen vindt plaats via een installatie waarvan de verbrandingsruimte niet in open verbinding staat of kan worden gebracht met de opslagvoorziening en waarvan de delen niet in contact komen met een hogere oppervlaktetemperatuur dan 250 °C. Aanraking met de tijdelijke opslag is uitgesloten. De hallen (en de laad- en losgedeeltes) zijn goed bereikbaar voor hulpdiensten ten behoeve van de bestrijding van calamiteiten. Op de laad- en losgedeeltes tezamen is maximaal 10 ton verpakte gevaarlijke stoffen (LQ) aanwezig, al dan niet in een samengestelde zending. N.B. Voorschrift 10.4.2 van PGS 15 stelt dat maximaal 2.000 kg brandbare vloeistoffen voorzien van etiket model nr. 3 aanwezig mogen zijn in een overslag- of laad- en losgedeelte. De door Elha tijdelijk opgeslagen brandbare vloeistoffen betreffen Limited Quantity (LQ) verpakkingen en zijn niet voorzien van etiket model nr. 3. Derhalve geldt deze beperking niet voor deze opslag en kan maximaal 10 ton ADR 3 aanwezig zijn.
FA 20091-3-RA-001 11
3
PGS 15 maatwerk
3.1.1 Vu u r l a s t
Om te bepalen of de WBDBO-eis van 60 minuten voldoende is indien naast de gevaarlijke stoffen (ADR 3) ook aanverwante stoffen worden opgeslagen kan de vuurlast worden bepaald. Hiertoe wordt aansluiting gezocht bij de NEN 6060. Het toepassen van de gelijkwaardigheidsbepaling als gesteld in het Bouwbesluit 2012, artikel 1.3, voor een situatie kan middels de NEN 6060 indicatief de vuurlast bepaald worden. De hallen C en D hebben elk een oppervlak van respectievelijk circa 350 en 400 m2. De constructie van de hal bestaat hoofdzakelijk uit onbrandbare materialen, welke geen bijdrage leveren aan de (permanente) vuurlast. De variabele vuurlast wordt bepaald door de opgeslagen goederen, verpakkingsmateriaal en pallets. In tabel 3.1 zijn de uitgangspunten ui de NEN 6060 gegeven, alsmede de bijdrage van de goederen aan de (variabele) vuurlast. t3.1 Bijdrage goederen in PGS 15 opslagvoorziening aan vuurlast (per hal C) Stof/product
Per hal (350 m2) aanwezig
Verbrandingswaarde conform NEN 6060
hoeveelheid
Kg vh
Kg vh/m2
1,32
40.000 kg*
52.800
150,86
Pallets (europallet)
22,5
375 st
8.438
24,11
Dozen/karton
0,87
3000 kg
2.610
7,46
Stellingen, hout per m 2 front
22,5
50 m 2
1.125
3,21
Dakbedekking, bitumineus
1,42
3840 kg
Kg vh/kg kg vh/m2 kg vh/st Cosmetica (incl. parfum, scheercrème), verzorgingsmiddelen voor de huid
Totaal
5.453
15,58
70.426
201,22
* waarvan maximaal 10.000 kg ADR 3 stoffen.
FA 20091-3-RA-001 12
t3.2 Bijdrage goederen in PGS 15 opslagvoorziening aan vuurlast (per hal D) Stof/product
Per hal (400 m2) aanwezig
Verbrandingswaarde conform NEN 6060 Kg vh/kg
hoeveelheid
Kg vh
Kg vh/m2
40.000 kg*
52.800
132,00
2
kg vh/m
kg vh/st Cosmetica (incl. parfum, scheercrème), verzorgingsmiddelen voor
1,32
de huid Pallets (europallet)
22,5
375 st
8.438
21,09
Dozen/karton
0,87
1000 kg
870
2,18
Stellingen, hout per m front
22,5
100 m
2
2.250
5,63
Dakbedekking, bitumineus
1,42
4128 kg
5.862
14,66
70.219
175,56
2
Totaal *waarvan maximaal 10.000 kg ADR 3 stoffen
Op basis van paragraaf 7.3.2 van de NEN 6060 kan het maximaal toelaatbaar brandcompartiment worden bepaald (uitgaande van een WBDBO van 60 minuten). f3.1 NEN 6060: Bepaling maximaal toelaatbaar vuurlast
Met deze indicatieve berekening is aangetoond dat de vuurbelasting in hal C en hal D, inclusief opslag van aanverwante stoffen, dermate laag is dat een hogere WBDBO-eis (dan 60 minuten) niet noodzakelijk is.
FA 20091-3-RA-001 13
3.1.2 O n b r a n d b a a r m a t e r i a a l
Voorschrift 3.2.2 van PGS 15 schrijft voor dat de vloer van een opslagvoorziening, een eventueel noodzakelijke afdekking van de (hoofd)draagconstructie, alsmede de afdekking aan de binnenzijde van de opslagvoorziening van wanden en dak moeten zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal over de eerste 10 mm. Deze materialen moeten voldoen aan Euroklasse A1 (onbrandbaar) conform NEN-EN 13501-1. Onbrandbaar materiaal over de eerste 10 mm van de binnenzijde is met name relevant om branduitbreiding via deze zijden te voorkomen. Bij Elha voldoen slechts bepaalde delen van de constructie van de opslagvoorziening hier niet aan. Deze vormen een zeer beperkt risico voor branduitbreiding. Te denken valt hierbij aan kozijnen, isolatie/lichtvensters van de deuren en lichtstraten. Dit voorschrift voorkomt dat er brandbare materialen in de constructie, wanden en dak van de opslag worden gebruikt. De brandvoortplanting langs het oppervlak moet voldoende traag zijn. Met betrekking tot de roldeuren en de kozijnen in de buitengevel kan worden gesteld dat deze omgeven zijn door onbrandbaar materiaal. Gezien de positie van de kozijnen, deuren en lichtstraten is het ontstaan van een brand bij deze niet-onbrandbare materialen niet aannemelijk. Branduitbreiding via deze objecten vindt alleen plaats als er een grote brand in de PGS 15 opslagvoorziening is, waardoor het doel van het betreffende PGS 15 voorschrift al niet meer van toepassing is. De betreffende niet-onbrandbare materialen leveren aldus geen relevante bijdrage leveren aan een mogelijke uitbreiden van een brand binnen het brandcompartiment. Tevens worden de PGS 15 opslagvoorzieningen voorzien van een gecertificeerde brandmeldinstallatie met doormelding, waardoor een brand snel wordt gedetecteerd en kan worden beheerst of bestreden. Ten aanzien van de aanwezige lichtstraten in de PGS 15 opslagvoorzieningen heeft de brandweer aangegeven het niet nodig te vinden dat deze voorzien worden van onbrandbare platen om aan het betreffende voorschrift uit PGS 15 te voldoen. Deze afwijking wordt aldus via een maatwerkverzoek aangevraagd. 3.2 J o u r n a a l e n r e g i s t r a t i e
De inrichting van Elha biedt plaats voor de opslag van meer dan 2500 kg gevaarlijke stoffen, van deze gevaarlijke stoffen dient een actueel journaal worden bijgehouden. Het journaal is opgesteld conform PGS 15 voorschrift 3.18.
FA 20091-3-RA-001 14
4
Conclusie De opslag van verpakte gevaarlijke goederen en aanverwante stoffen in de PGS 15 opslagvoorzieningen hallen C en D, als ook de opslag in de PGS 15 brandveiligheidskast voldoen aan het gestelde daaromtrent in PGS 15 en het Activiteitenbesluit op enkele aspecten na waarvoor een maatwerkverzoek moet worden ingediend. Voor de volgende aspecten wordt een maatwerkverzoek ingediend bij het bevoegd gezag: − opslag van aanverwante stoffen (gemotiveerd afwijken danwel maatwerk); − de aanwezigheid van een beperkte hoeveelheid niet onbrandbaar materiaal aan de binnenzijde van de PGS 15 opslagvoorzieningen; − de weergave van de vereiste informatie in het journaal.
Zoetermeer,
Dit rapport bevat 15 pagina's en 1 bijlage.
FA 20091-3-RA-001 15
Bijlage 1 Machtiging
FA 20091-3-RA-001 1. 1