Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Oprichting Gemeenschappelijk Orgaan regio Arnhem Nijmegen en Participatie stichting Economic Board Arnhem Nijmegen Programma
BW-nummer
Bestuur & Middelen Portefeuillehouder
H.M.F. Bruls Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
De Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem Nijmegen heeft aan alle colleges en griffies een voorstel voorgelegd tot oprichting van een gemeenschappelijk Orgaan regio Arnhem Nijmegen en een verzoek om zienswijzen ten aanzien van de participatie van de gemeenten in een stichting Economic Board City region Arnhem Nijmegen. De Nijmeegse Raad heeft begin dit jaar in principe al met beide ingestemd maar daarbij wensen en een bedenking opgesteld. Het voorstel aan de raad is nu definitief in te stemmen na vastgesteld te hebben dat aan de wensen van de raad in voldoende mate is tegemoet gekomen.
BA40, Hans van Oerle, 2313 Datum ambtelijk voorstel
29 juni 2015 Registratienummer
15.0006733
Ter besluitvorming door het college
Aan de Raad voor te stellen
a. Toestemming te geven voor de oprichting van een Gemeenschappelijk Orgaan regio Arnhem Nijmegen; b. Kennis te nemen van het voornemen tot participatie in een stichting Economic Board City Region Arnhem Nijmegen en hieromtrent haar zienswijze(n) te geven..
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Steller Hans van Oerle
Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 7 juli 2015
Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.2
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
collegevoorstel
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
De regionale samenwerking onder het WGR plus regime is na een jarenlange discussie eind 2014 definitief door het parlement bij wet beëindigd. De Stadsregio Arnhem Nijmegen verloor daarmee een aantal belangrijke wettelijke bevoegdheden en de brede doeluitkering mobiliteit is inmiddels overgegaan naar de Provincie Gelderland. De regionale samenwerking had voortgezet kunnen worden in de aangepaste gewone gemeenschappelijke regeling, maar voor die doorstart van de Stadsregio Arnhem Nijmegen bestond onvoldoende regionaal draagvlak. Er is de afgelopen jaren veel gesproken over de vorm van een op nieuwe leest geschoeide regionale samenwerking. Bij een aantal gemeenten speelde daar een gegroeide afkeer in mee tegen de als zwaar, log en ondemocratisch ervaren gemeenschappelijke regeling. Tegelijkertijd wensten bijna alle gemeenten voortzetting van de regionale samenwerking met name op het vlak van economie, wonen en mobiliteit. De discussie komt nu tot een einde. In dit overgangsjaar is de Stadsregio Arnhem Nijmegen de facto per 1 juli opgeheven. Een liquidatieplan voorziet in het afhandelen van nog lopende zaken. Het kantoor is gesloten, bijna al het personeel is vertrokken. In die situatie begint de tijd te dringen om in de rechtsopvolging te voorzien en om een definitieve start te maken met de nieuwe regionale samenwerking. - Een Gemeenschappelijk Orgaan De wens om ten aanzien van de ruimtelijke inrichting van de regio (infrastructuur, woningbouw, bedrijventerreinen), de mobiliteit (beter benutten, logistiek, HOV) en duurzaamheid (klimaatadaptatie, energietransitie, circulaire economie) regionaal samen te werken en beleid onderling en met de provincie af te stemmen heeft geleid tot het voornemen een lichte gemeenschappelijke regeling op te zetten. Dit zogeheten Gemeenschappelijk Orgaan biedt voor overleg en afstemming een platform middels vier portefeuille overleggen (economie, wonen, mobiliteit en duurzaamheid). De keuze voor een G.O. is een compromis tussen degenen die geen gemeenschappelijk regeling meer wensten aan te gaan en veel in subregionaal verband wilden regelen en degenen die een zwaardere gemeenschappelijke regeling, bijvoorbeeld een MGR, wensten om de samenwerking voort te zetten op de schaal van de Stadsregio. Het G.O. heeft geen personeel in dienst en beheert geen eigen budgetten. Het Bureau Brussel is organisatorisch ondergebracht bij de gemeente Arnhem maar opereert voor de hele regio onder inhoudelijke aansturing van het bestuur van het G.O. - Een stichting Economic Board Een groeiend besef dat de potenties van de regio als economische hotspot onvoldoende benut worden heeft geleid tot het voornemen om met kennisinstellingen en ondernemingen een triple helix op te richten. In de afgelopen maanden hebben de partners vanuit het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en overheden – allen vertegenwoordigd in de keygroup triple helix (hierna: keygroup) – gewerkt aan de verdere vormgeving van de regionale triple helix organisatie. Door de keygroup is een aanzet tot een strategische uitvoeringsagenda uitgewerkt, zijn de concept statuten voor het oprichten van een Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen opgesteld en de kaders geformuleerd voor het opzetten en financieren van een projectorganisatie. In de bijlage bij dit voorstel vindt u deze uitwerkingen.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
In het onderstaande gaan wij kort in op de belangrijkste aspecten van de voorstellen van de keygroup. - Strategische Uitvoeringsagenda: de inhoudelijke koers De regio Arnhem-Nijmegen richt zich op het versterken van de brede basiseconomie en focust op de topsectoren health, energy en food. Deze topsectoren zijn de dragers en katalysatoren van nieuwe innovatie en werkgelegenheid, de brede basiseconomie – zoals logistiek, chemie, de maakindustrie en HTSM – vormt het fundament en schept de randvoorwaarden om te kunnen excelleren. De belangrijkste opgave voor de triple helix-samenwerking is het stimuleren van duurzame economische groei en innovatie in de regio Arnhem-Nijmegen. Dit doen de partners door in te zetten op het versterken van de topsectoren Health, Energie en Food en de cross-overs daartussen. Het stimuleren van samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en bedrijven, het leggen van verbindingen tussen de topsectoren en een krachtige profilering & lobby staan hierbij centraal. - Economic Board De keygroup heeft het voortouw genomen om een Economic Board voor de regio ArnhemNijmegen op te richten. De Economic Board is de motor van de regionale Triple Helix samenwerking. Haar belangrijkste taak is vanuit eigen kracht een economische duurzame ontwikkeling in de regio Arnhem-Nijmegen te stimuleren. Dit doet de Economic Board door economische samenwerking in de regio aan te jagen, ideeën en aanwezige kwaliteiten te verbinden en zowel binnen als buiten de regio ontwikkelingsrichtingen en kansen te agenderen. De Economic Board stimuleert, enthousiasmeert en neemt, waar nodig, obstakels weg. De Economic Board krijgt juridisch vorm in de stichting Economic Board Arnhem Nijmegen. - Organisatie en financiering In haar werkzaamheden wordt de Economic Board ondersteund door een kleine projectorganisatie. De projectorganisatie heeft als primaire taak uitvoering te geven aan de strategische agenda en de daaruit voortkomende projecten en activiteiten. Belangrijke kernwoorden voor de projectorganisatie zijn inhoud, strategie, samenwerking, marketing en communicatie. Voor de financiering van het projectbureau wordt uitgegaan van een bedrag vanuit de samenwerkende overheden van € 1,- per inwoner. (zie paragraaf 5 hierna) - Relatie met het Gemeenschappelijk Orgaan Onder het Gemeenschappelijk Orgaan (zie hierna) is onder meer een portefeuillehoudersoverleg Economie ingesteld. De vertegenwoordiger vanuit de overheidsgeleding in de Economic Board sluit aan bij dit portefeuillehoudersoverleg voor de verbinding tussen de regiogemeenten en de Economic Board. In het portefeuillehouderoverleg wordt de overheidsgeleding van de Economic Board gevoed met thema’s en speerpunten vanuit de brede regio.
De Stuurgroep Regionale Samenwerking, waar naast de voorzitter van de Stadsregio en de burgemeester van Arnhem ook de burgemeester van Nijmegen deel van uit maakt, heeft per brief aan alle colleges van de in de Stadsregio samenwerkende gemeenten uitgewerkte voorstellen toegestuurd. Deze voorstellen dienen nu aan de raden te worden voorgelegd met een advies van het college. Het gaat met name om de vraag of de raad kan instemmen met de oprichting van een Gemeenschappelijk Orgaan Regio Arnhem Nijmegen.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
De raad wordt niet gevraagd om haar goedkeuring te hechten aan de oprichting van de Stichting Economic Board. Op basis van haar budgetrecht is zij wel betrokken, aangezien in de begroting van het Gemeenschappelijk Orgaan een bedrag is opgenomen waarmee de lokale overheden deelnemen in de stichting. Aan de raad vragen we om een zienswijze op de door ons college voorgenomen participatie in de stichting. . Aan alle partners in de triple helix is gevraagd om de samenwerking aan te gaan voor een periode van tenminste vijf jaar. Indien de raden na de zomer instemmen met het voorstel kan eind oktober 2015 het G.O. officieel starten. Intussen vinden al bijeenkomsten plaats van de verschillende portefeuille overleggen. 2
Juridische aspecten
De oprichting van een Gemeenschappelijke Regeling, c.q. een Gemeenschappelijk Orgaan is een bevoegdheid van de colleges van de deelnemende gemeenten. Zij hebben daarvoor toestemming nodig van hun raden (artikel 1.2 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen). Dit vereiste geldt niet voor de participatie in een stichting, c.q. de stichting Economic Board. 3
Doelstelling
Een sterke stad kan alleen bestaan in een sterke regio en het omgekeerde is ook waar. Stad en regio hebben elkaar nodig. In deze regio hebben we te maken met de omstandigheid dat de regio twee centrumsteden kent van bijna gelijk gewicht, een situatie die met uitzondering wellicht van Zuid-Limburg (Maastricht/Heerlen) en Twente nergens elders in Nederland voorkomt. In de beeldvorming werkt dat vooral complicerend ten gevolge van onderlinge concurrentie en competitiedrift tussen de twee steden. In werkelijkheid biedt dit polycentrische stedelijk netwerk grote agglomeratievoordelen die bij een juiste benutting van de regio Arnhem Nijmegen een topregio kunnen maken. De doelstelling van de regionale samenwerking is die benutting te bereiken. 4
Argumenten, c.q. de wensen en bedenkingen van de Raad.
Per brief van 4 februari 2015 heeft ons college de wensen en bedenkingen van de Nijmeegse Raad op de voorstellen van de Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem Nijmegen aan die Stuurgroep kenbaar gemaakt. Nu de voorstellen zijn uitgewerkt en een definitief karakter hebben gekregen is het moment aangebroken om ze naast de wensen en bedenkingen uit februari te leggen. Daaraan vooraf gaat de notie dat de Raad begin dit jaar in principe heeft ingestemd met het vormen van een Gemeenschappelijk Orgaan en van een Triple Helix organisatie.
1. De gemeenteraad spreekt de wens uit alvorens definitief in te stemmen met Nijmeegse participatie in een nog te vormen Gemeenschappelijk Orgaan en/of de Triple Helix, eerst een overzicht van jaarlijkse kosten voor deelnemende gemeenten aan beide samenwerkingsvormen aan de Nijmeegse Raad ter goedkeuring voorgelegd te krijgen. Verwezen zij hier naar de Begroting 2016 (bijlage 3). De bijdrage van iedere gemeente is gebaseerd op een bedrag per inwoner van € 1,50, wat minder dan de helft is van wat in het verleden gehanteerd werd voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen. In deze bijdrage is de afdracht aan de Stichting Economic Board ad € 1 per inwoner opgenomen. Door de bevolkingsgroei zal de gemeente Nijmegen jaarlijks meer contributie gaan betalen. Bij een relevante inflatie ligt het vragen van een inflatiecorrectie voor de hand. Het budgetrecht van de Raad blijft onverkort van kracht.
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
2. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraden in de nieuwe samenwerkingsverbanden gewaarborgd blijft en dat zij voorafgaand aan enige vorm van besluitvorming een voorstel krijgt over de democratische legitimiteit van zowel het Gemeenschappelijk Orgaan als de Triple Helix. De kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraden is geborgd via het budgetrecht van de raad. De overheidsvertegenwoordigers in het bestuur van de triple helix stichting leggen jaarlijks verantwoording af aan het portefeuille-overleg economie van het G.O. Daar worden jaarrekening, jaarverslag, jaarprogramma en begroting van de stichting besproken. Zie verder het gestelde bij punt 6. 3. De raad spreekt de wens uit dat er voor besluitvorming duidelijkheid komt over de positie van Bureau Brussel en dat er een goede werknemers- en werkgeversconstructie wordt bedacht. Organisatorisch is Bureau Brussel ondergebracht bij de gemeente Arnhem. In de aanstellingsbrieven en functieomschrijvingen is verwoord dat Bureau Brussel werkt ten behoeve van de gehele regio en mede ter ondersteuning van de triple helix stichting. Inhoudelijke aansturing is belegd bij het dagelijks bestuur van het G.O. 4. De raad spreekt de wens uit dat het doelgroepenvervoer en afspraken rondom mobiliteit, ruimtelijke ordening en wonen thuishoren op het niveau van de regio Arnhem-Nijmegen en dat het college voor besluitvorming met een plan van aanpak komt voor het doelgroepenvervoer. Over de nieuwe organisatie voor het doelgroepenvervoer wordt de Raad separaat een voorstel voorgelegd, te behandelen najaar 2015. De Stuurgroep heeft zich laten adviseren over de meest doelmatige organisatievorm. Dit “advies De Greef” dat richt op een bedrijfsvoerings organisatie (bvo) als bedoeld in de nieuwe wet op de Gemeenschappelijke Regelingen is door het Nijmeegse college omarmd. De overige genoemde thema’s zijn belegd bij de portefeuille-overleggen van het G.O. en hebben daarmee hetzelfde geografische bereik als eerder de Stadsregio Arnhem Nijmegen. 5. De raad spreekt de wens uit om ten minste op het niveau van een Gemeenschappelijk Orgaan in de regio met elkaar te gaan samenwerken op de beleidsterreinen economie, wonen en mobiliteit. Onder het Gemeenschappelijk Orgaan i.o. fungeren reeds portefeuille-overleggen m.b.t. economie, wonen en mobiliteit en nog een portefeuille-overleg duurzaamheid. 6. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat het Gemeenschappelijk Orgaan wordt aangevuld met een agendacommissie waarin raadsleden zitting hebben, om regionale samenwerkingsvormen ook op democratische wijze gelegitimeerd te krijgen. Deze wens van de Raad is niet vervuld. In de praktijk zullen de agenda’s van de portefeuilleoverleggen waaraan leden van ons college deelnemen aan de Raad ter inzage worden gegeven. Raadsleden kunnen vervolgens zelf het initiatief nemen om hun portefeuillehouder daarover de bevragen of suggesties mee te geven. Het Nijmeegse college is bovendien vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur van het G.O. en in het bestuur van de stichting. Verwezen zij verder naar art. 7 van de gemeenschappelijke regeling dat om een actieve informatie- en communicatievoorziening vraagt, boven wat wettelijk verplicht is.
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
7. De gemeenteraad spreekt de wens uit een evaluatie te willen zien van de nieuwe samenwerkingsvorm binnen anderhalf jaar. Deze evaluatie dient om vorm en inhoud bij te sturen waar dit nodig kan blijken. Het voorstel van de Stuurgroep impliceert een gedegen evaluatie eind 2016, zodanig dat de raden met de uitkomsten van de evaluatie rekening kunnen houden bij de behandeling van de begroting 2017. 8. De raad spreekt de wens uit duidelijkheid te krijgen over de manier waarop de overheidsvertegenwoordigers in de Triple Helix terugkoppeling verzorgen naar de raden en wenst antwoord op de vraag met welk mandaat de overheidsvertegenwoordigers deelnemen aan de Triple Helix. Zie punt 2 hierboven. Voor het mandaat van de overheidsvertegenwoordigers zij verder verwezen naar de statuten van de stichting (bijlage 2) 9. De raad spreekt de wens uit dat er voor besluitvorming een overzicht komt van de bestuurlijke en ambtelijke ondersteuning. Met andere woorden: wie voert welke taken uit? Maar ook welke taken er door de nieuwe samenwerkingsvormen (Gemeenschappelijk Orgaan en de Triple Helix) worden uitgevoerd en welke door bijvoorbeeld de provincie? Voor de algemene ondersteuning van het bestuur van het Gemeenschappelijk Orgaan zijn in de begroting zeer weinig te vergoeden kosten opgenomen. Deze betreffen een algemeen secretariaat, verantwoordelijk voor enige coördinatie en voor het convoceren en organiseren van bestuursvergaderingen. Dit algemeen secretariaat is organisatorisch ondergebracht bij gemeente Arnhem. De ondersteuning van de portefeuille-overleggen vindt plaats vanuit de gemeentelijke organisatie die de bestuurlijk voorzitter van het betreffende p.o. levert. Deze brengt voor die ondersteuning geen kosten in rekening bij de partners. Het Gemeenschappelijk Orgaan is een platform van overleg en voert als zodanig geen taken uit. De provincie Gelderland heeft slechts de mobiliteitstaken (de uitvoering van de bdu) van de Stadsregio overgenomen. De provincie participeert in de triple helix samenwerking. Voor de overdracht van taken vanuit de Stadsregio naar rechtsopvolgers zij verwezen naar het Liquidatieplan. De stichting Economic Board krijgt een klein zelfstandig projectbureau, waarvoor eind 2015 een kwartiermaker zal worden aangesteld nadat alle gemeenten en partners met de oprichting hebben ingestemd. 10. De raad spreekt de wens uit dat er voor besluitvorming een overzicht komt met de deelnemende gemeenten aan beide samenwerkingsvormen (Gemeenschappelijk Orgaan en de Triple Helix). De raad vindt een breed draagvlak in de regio cruciaal en is van mening dat niet alleen Arnhem en Nijmegen hierin een rol spelen, maar juist ook de zogenaamde kleinere gemeenten. Alle colleges van de gemeenten die behoren tot het werkgebied van de Stadsregio hebben het verzoek gekregen aan hun raden een voorstel voor te leggen om in te stemmen met de oprichting van een Gemeenschappelijk Orgaan en een zienswijze te geven met betrekking tot een participatie in een stichting Economic Board. In de Stadsregioraad van 18 juni jl. hebben allen ingestemd met het liquidatieplan van de Stadsregio. In de periode september – oktober 2015 wordt duidelijk of alle raden feitelijk gaan deelnemen. 11. De raad spreekt de bedenking uit dat indien het GO geen goede constructie blijkt voor een werkgeverschap en voor heldere afspraken op het gebied van mobiliteit, ruimtelijke
Collegevoorstel
Vervolgvel
6
ordening en wonen met een democratische legitimatie, dat er dan gestreefd moet worden naar een GR op de schaal van het Rijk van Nijmegen met het middengebied. De evaluatie eind 2016 moet helderheid geven over het functioneren van het G.O. Alles overziende zijn veel van de Nijmeegse wensen vervuld, zij het niet op de wijze die men daarbij oorspronkelijk voor ogen had (een modulaire gemeenschappelijke regeling). Daarbij is een bezuiniging gerealiseerd die een halvering van de contributie betekent. Indien na een jaar werken met deze lichte gemeenschappelijke regeling blijkt dat het functioneren om versterking vraagt dan is dit bespreekbaar en denkbaar. De conclusie moet zijn dat gelet op het gewicht van de doelstelling en de mate waarin aan de Nijmeegse wensen tegemoet is gekomen het college de raad adviseren kan om toestemming te geven voor de oprichting van het Gemeenschappelijk Orgaan. Alvorens over te gaan tot de oprichting van een stichting Economic Board wacht het college op de zienswijze(n) van de raad. 5
Financiën De inwonerbijdrage ad € 1,50 leidt in 2016 tot een contributie van € 255.000. In de zomernota is hiermee rekening gehouden. De € 1 bijdrage aan de Economic Board is in deze inwonerbijdrage opgenomen. Een en ander impliceert dat de gastorganisatie voor het algemeen secretariaat van het G.O. de jaarlijkse afdracht aan de stichting Economic Board verzorgt. De kosten die nog in 2015 vallen (onder meer continuïteit Bureau Brussel, kwartiermaker projectbureau Economic Board, oprichtingskosten G.O. en Stichting) worden waar mogelijk verhaald op de restant saldi van de Stadsregio en waar nodig gedragen door de twee steden.
6
Participatie en Communicatie Deze voorstellen van de Stuurgroep zijn gepubliceerd op de website van de Stadsregio Arnhem Nijmegen.
7
Uitvoering en evaluatie/ Toets aan de ladder verbonden partijen : Is er sprake van een publiek belang? Ja, onze gemeentelijke overheid heeft groot belang bij afstemming van beleid en samenwerking met nabuurgemeenten op velerlei gebied. Is volledige gemeentelijke betrokkenheid bij de behartiging van het publieke belang noodzakelijk? Nee, ook andere partijen dan wij zelf doen mee. In het geval van de Economic Board zelfs private partijen. Kan de gemeente het publieke belang als opdracht-, subsidie- of regelgever voldoende behartigen? Nee, de afstemming van overheidsbeleid in het G.O. kan aan geen andere partij worden uitbesteed en voor de inbreng van overheidsbeleid in de Economic Board is ook geen andere partij dan wij zelf denkbaar. Is een publiekrechtelijke participatie op basis van de WGR mogelijk? Ja, in het geval van het G.O. is sprake van een in de wet beschreven gemeenschappelijke regeling, zij het in de lichtst denkbare vorm. We kiezen niet voor modules in de MGR maar voor een aparte gemeenschappelijke regeling met een groter territoire. In het geval van de Economic Board is sprake van een publiek-private samenwerking met een gemeentelijke vertegenwoordiging in het bestuur van de stichting. De toets levert op dat in beide gevallen sprake is van een verbonden partij.
Bijlage(n): compleet.
a. Voorstel Gemeenschappelijk Orgaan compleet; b. Voorstel triple Helix
Collegevoorstel
Vervolgvel
7
Evaluatie van het G.O. is voorzien voor oktober/november 2016. De Stichting Economic Board stelt jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden ter beschikking. De raad kan het voorstel in twee ronden behandelen op 9 en 23 september 2015. 8
Risico Indien niet alle gemeentebesturen instemmen met participatie in de stichting Economic Board gaat die stichting toch van start, waarbij bezien moet worden of een aangepaste contributie van de wel deelnemende overheden nodig is. Gelet op het feit dat er een sterke koppeling is aangebracht tussen G.O. en stichting, inhoudelijk en qua besluitvorming, is dit risico klein. Voor het Gemeenschappelijk Orgaan is voldoende regionaal draagvlak noodzakelijk. Voor Nijmegen gaat het dan naast de twee centrumsteden in ieder geval om het Rijk van Nijmegen en de gemeenten in het middengebied, Overbetuwe en Lingewaard. Vanwege de aanstaande verlenging van de A15, vanwege de uitwerking van de Omgevingsvisie, vanwege de gewenste afstemming op het vlak van grootschalige detailhandel is aansluiting van de gemeenten in de Liemers ook zeer wenselijk.
Voorstel aan de Raad
Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
8 juli 2015
/ 105/2015
Onderwerp
Oprichting Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem en Nijmegen en Zienwijze(n) Participatie Stichting Economic Board Programma
Bestuur & Middelen Portefeuillehouder
H.M.F. Bruls Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
7 juli 2015 Samenvatting
De Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem Nijmegen heeft aan alle colleges en griffies een voorstel voorgelegd tot oprichting van een gemeenschappelijk Orgaan regio Arnhem Nijmegen en een verzoek om zienswijzen ten aanzien van de participatie van de gemeenten in een stichting Economic Board City region Arnhem Nijmegen. De Nijmeegse Raad heeft begin dit jaar in principe al met beide ingestemd maar daarbij wensen en een bedenking opgesteld. Het voorstel aan de raad is nu definitief in te stemmen na vastgesteld te hebben dat aan de wensen van de raad in voldoende mate is tegemoet gekomen. Voorstel om te besluiten
a. Toestemming te geven aan het college voor de oprichting van een Gemeenschappelijk Orgaan regio Arnhem Nijmegen; b. Kennis te nemen van het voornemen tot participatie in een stichting Economic Board City Region Arnhem Nijmegen en hieromtrent zienswijze(n) te geven.
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Hans van Oerle, 2313,
[email protected] raadsvoorstel september 2015
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding De regionale samenwerking onder het WGR plus regime is na een jarenlange discussie eind 2014 definitief door het parlement bij wet beëindigd. De Stadsregio Arnhem Nijmegen verloor daarmee een aantal belangrijke wettelijke bevoegdheden en de brede doeluitkering mobiliteit is inmiddels overgegaan naar de Provincie Gelderland. De regionale samenwerking had voortgezet kunnen worden in de aangepaste gewone gemeenschappelijke regeling, maar voor die doorstart van de Stadsregio Arnhem Nijmegen bestond onvoldoende regionaal draagvlak. Er is de afgelopen jaren veel gesproken over de vorm van een op nieuwe leest geschoeide regionale samenwerking. Bij een aantal gemeenten speelde daar een gegroeide afkeer in mee tegen de als zwaar, log en ondemocratisch ervaren gemeenschappelijke regeling. Tegelijkertijd wensten bijna alle gemeenten voortzetting van de regionale samenwerking met name op het vlak van economie, wonen en mobiliteit. De discussie komt nu tot een einde. In dit overgangsjaar is de Stadsregio Arnhem Nijmegen de facto per 1 juli opgeheven. Een liquidatieplan voorziet in het afhandelen van nog lopende zaken. Het kantoor is gesloten, bijna al het personeel is vertrokken. In die situatie begint de tijd te dringen om in de rechtsopvolging te voorzien en om een definitieve start te maken met de nieuwe regionale samenwerking. - Een Gemeenschappelijk Orgaan De wens om ten aanzien van de ruimtelijke inrichting van de regio (infrastructuur, woningbouw, bedrijventerreinen), de mobiliteit (beter benutten, logistiek, HOV) en duurzaamheid (klimaatadaptatie, energietransitie, circulaire economie) regionaal samen te werken en beleid onderling en met de provincie af te stemmen heeft geleid tot het voornemen een lichte gemeenschappelijke regeling op te zetten. Dit zogeheten Gemeenschappelijk Orgaan biedt voor overleg en afstemming een platform middels vier portefeuille overleggen (economie, wonen, mobiliteit en duurzaamheid). De keuze voor een G.O. is een compromis tussen degenen die geen gemeenschappelijk regeling meer wensten aan te gaan en veel in subregionaal verband wilden regelen en degenen die een zwaardere gemeenschappelijke regeling, bijvoorbeeld een MGR, wensten om de samenwerking voort te zetten op de schaal van de Stadsregio. Het G.O. heeft geen personeel in dienst en beheert geen eigen budgetten. Het Bureau Brussel is organisatorisch ondergebracht bij de gemeente Arnhem maar opereert voor de hele regio onder inhoudelijke aansturing van het bestuur van het G.O. - Een stichting Economic Board Een groeiend besef dat de potenties van de regio als economische hotspot onvoldoende benut worden heeft geleid tot het voornemen om met kennisinstellingen en ondernemingen een triple helix op te richten. In de afgelopen maanden hebben de partners vanuit het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en overheden – allen vertegenwoordigd in de keygroup
raadsvoorstel september 2015
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2 triple helix (hierna: keygroup) – gewerkt aan de verdere vormgeving van de regionale triple helix organisatie. Door de keygroup is een aanzet tot een strategische uitvoeringsagenda uitgewerkt, zijn de concept statuten voor het oprichten van een Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen opgesteld en de kaders geformuleerd voor het opzetten en financieren van een projectorganisatie (zie bijlage 3) - Strategische Uitvoeringsagenda: de inhoudelijke koers De regio Arnhem-Nijmegen richt zich op het versterken van de brede basiseconomie en focust op de topsectoren health, energy en food. Deze topsectoren zijn de dragers en katalysatoren van nieuwe innovatie en werkgelegenheid, de brede basiseconomie – zoals logistiek, chemie, de maakindustrie en HTSM – vormt het fundament en schept de randvoorwaarden om te kunnen excelleren. De belangrijkste opgave voor de triple helix-samenwerking is het stimuleren van duurzame economische groei en innovatie in de regio Arnhem-Nijmegen. Dit doen de partners door in te zetten op het versterken van de topsectoren Health, Energie en Food en de cross-overs daartussen. Het stimuleren van samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en bedrijven, het leggen van verbindingen tussen de topsectoren en een krachtige profilering & lobby staan hierbij centraal. - Economic Board De keygroup heeft het voortouw genomen om een Economic Board voor de regio ArnhemNijmegen op te richten. De Economic Board is de motor van de regionale Triple Helix samenwerking. Haar belangrijkste taak is vanuit eigen kracht een economische duurzame ontwikkeling in de regio Arnhem-Nijmegen te stimuleren. Dit doet de Economic Board door economische samenwerking in de regio aan te jagen, ideeën en aanwezige kwaliteiten te verbinden en zowel binnen als buiten de regio ontwikkelingsrichtingen en kansen te agenderen. De Economic Board stimuleert, enthousiasmeert en neemt, waar nodig, obstakels weg. De Economic Board krijgt juridisch vorm in de stichting Economic Board Arnhem Nijmegen. - Organisatie en financiering In haar werkzaamheden wordt de Economic Board ondersteund door een kleine projectorganisatie. De projectorganisatie heeft als primaire taak uitvoering te geven aan de strategische agenda en de daaruit voortkomende projecten en activiteiten. Belangrijke kernwoorden voor de projectorganisatie zijn inhoud, strategie, samenwerking, marketing en communicatie. Voor de financiering van het projectbureau wordt uitgegaan van een bedrag vanuit de samenwerkende overheden van € 1,- per inwoner. (zie paragraaf 5 hierna) - Relatie met het Gemeenschappelijk Orgaan Onder het Gemeenschappelijk Orgaan (zie hierna) is onder meer een portefeuillehoudersoverleg Economie ingesteld. De vertegenwoordiger vanuit de overheidsgeleding in de Economic Board sluit aan bij dit portefeuillehoudersoverleg voor de verbinding tussen de regiogemeenten en de Economic Board. In het portefeuillehouderoverleg wordt de overheidsgeleding van de Economic Board gevoed met thema’s en speerpunten vanuit de brede regio.
raadsvoorstel september 2015
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
De Stuurgroep Regionale Samenwerking, waar naast de voorzitter van de Stadsregio en de burgemeester van Arnhem ook de burgemeester van Nijmegen deel van uit maakt, heeft per brief aan alle colleges van de in de Stadsregio samenwerkende gemeenten uitgewerkte voorstellen toegestuurd. Deze voorstellen dienen nu aan de raden te worden voorgelegd met een advies van het college. Het gaat met name om de vraag of de raad kan instemmen met de oprichting van een Gemeenschappelijk Orgaan Regio Arnhem Nijmegen. De raad wordt niet gevraagd om haar goedkeuring te hechten aan de oprichting van de Stichting Economic Board. Op basis van haar budgetrecht is zij wel betrokken, aangezien in de begroting van het Gemeenschappelijk Orgaan een bedrag is opgenomen waarmee de lokale overheden deelnemen in de stichting. Aan de raad vragen we om een zienswijze op de door ons college voorgenomen participatie in de stichting. Aan alle partners in de triple helix is gevraagd om de samenwerking aan te gaan voor een periode van tenminste vijf jaar. Indien de raden na de zomer instemmen met het voorstel kan eind oktober 2015 het G.O. officieel starten. Intussen vinden al bijeenkomsten plaats van de verschillende portefeuille overleggen. Ook de feitelijke oprichting van de Stichting Economic Board volgt in oktober. 2
Doelstelling Een sterke stad kan alleen bestaan in een sterke regio en het omgekeerde is ook waar. Stad en regio hebben elkaar nodig. In deze regio hebben we te maken met de omstandigheid dat de regio twee centrumsteden kent van bijna gelijk gewicht, een situatie die met uitzondering wellicht van Zuid-Limburg (Maastricht/Heerlen) en Twente nergens elders in Nederland voorkomt. In de beeldvorming werkt dat vooral complicerend ten gevolge van onderlinge concurrentie en competitiedrift tussen de twee steden. In werkelijkheid biedt dit polycentrische stedelijk netwerk grote agglomeratievoordelen die bij een juiste benutting van de regio Arnhem Nijmegen een topregio kunnen maken. De doelstelling van de regionale samenwerking is die benutting te bereiken.
3
Argumenten c.q. de wensen en bedenkingen van de Raad. Per brief van 4 februari 2015 heeft ons college de wensen en bedenkingen van de Nijmeegse Raad op de voorstellen van de Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem Nijmegen aan die Stuurgroep kenbaar gemaakt. Nu de voorstellen zijn uitgewerkt en een definitief karakter hebben gekregen is het moment aangebroken om ze naast de wensen en bedenkingen uit februari te leggen. Daaraan vooraf gaat de notie dat de Raad begin dit jaar in principe heeft ingestemd met het vormen van een Gemeenschappelijk Orgaan en van een Triple Helix organisatie.
1. De gemeenteraad spreekt de wens uit alvorens definitief in te stemmen met Nijmeegse participatie in een nog te vormen Gemeenschappelijk Orgaan en/of de Triple Helix, eerst een overzicht van jaarlijkse kosten voor deelnemende gemeenten aan beide samenwerkingsvormen aan de Nijmeegse Raad ter goedkeuring voorgelegd te krijgen. Verwezen zij hier naar de Begroting 2016 (bijlage 3). De bijdrage van iedere gemeente is gebaseerd op een bedrag per inwoner van € 1,50, wat minder dan de helft is van wat in het
raadsvoorstel september 2015
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
verleden gehanteerd werd voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen. In deze bijdrage is de afdracht aan de Stichting Economic Board ad € 1 per inwoner opgenomen. Door de bevolkingsgroei zal de gemeente Nijmegen jaarlijks meer contributie gaan betalen. Bij een relevante inflatie ligt het vragen van een inflatiecorrectie voor de hand. Het budgetrecht van de Raad blijft onverkort van kracht. 2. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraden in de nieuwe samenwerkingsverbanden gewaarborgd blijft en dat zij voorafgaand aan enige vorm van besluitvorming een voorstel krijgt over de democratische legitimiteit van zowel het Gemeenschappelijk Orgaan als de Triple Helix. De kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraden is geborgd via het budgetrecht van de raad. De overheidsvertegenwoordigers in het bestuur van de triple helix stichting leggen jaarlijks verantwoording af aan het portefeuille-overleg economie van het G.O. Daar worden jaarrekening, jaarverslag, jaarprogramma en begroting van de stichting besproken. Zie verder het gestelde bij punt 6. 3. De raad spreekt de wens uit dat er voor besluitvorming duidelijkheid komt over de positie van Bureau Brussel en dat er een goede werknemers- en werkgeversconstructie wordt bedacht. Organisatorisch is Bureau Brussel ondergebracht bij de gemeente Arnhem. In de aanstellingsbrieven en functieomschrijvingen is verwoord dat Bureau Brussel werkt ten behoeve van de gehele regio en mede ter ondersteuning van de triple helix stichting. Inhoudelijke aansturing is belegd bij het dagelijks bestuur van het G.O. 4. De raad spreekt de wens uit dat het doelgroepenvervoer en afspraken rondom mobiliteit, ruimtelijke ordening en wonen thuishoren op het niveau van de regio Arnhem-Nijmegen en dat het college voor besluitvorming met een plan van aanpak komt voor het doelgroepenvervoer. Over de nieuwe organisatie voor het doelgroepenvervoer wordt de Raad separaat een voorstel voorgelegd, te behandelen najaar 2015. De Stuurgroep heeft zich laten adviseren over de meest doelmatige organisatievorm. Dit “advies De Greef” dat richt op een bedrijfsvoerings organisatie (bvo) als bedoeld in de nieuwe wet op de Gemeenschappelijke Regelingen is door het Nijmeegse college omarmd..De overige genoemde thema’s zijn belegd bij de portefeuille-overleggen van het G.O. en hebben daarmee hetzelfde geografische bereik als eerder de Stadsregio Arnhem Nijmegen. 5. De raad spreekt de wens uit om ten minste op het niveau van een Gemeenschappelijk Orgaan in de regio met elkaar te gaan samenwerken op de beleidsterreinen economie, wonen en mobiliteit. Onder het Gemeenschappelijk Orgaan i.o. fungeren reeds portefeuille-overleggen m.b.t. economie, wonen en mobiliteit en nog een portefeuille-overleg duurzaamheid.
raadsvoorstel september 2015
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
6. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat het Gemeenschappelijk Orgaan wordt aangevuld met een agendacommissie waarin raadsleden zitting hebben, om regionale samenwerkingsvormen ook op democratische wijze gelegitimeerd te krijgen. Deze wens van de Raad is niet vervuld. In de praktijk zullen de agenda’s van de portefeuilleoverleggen waaraan leden van ons college deelnemen aan de Raad ter inzage worden gegeven. Raadsleden kunnen vervolgens zelf het initiatief nemen om hun portefeuillehouder daarover de bevragen of suggesties mee te geven. Het Nijmeegse college is bovendien vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur van het G.O. en in het bestuur van de stichting. Verwezen zij verder naar art. 7 van de gemeenschappelijke regeling dat om een actieve informatie- en communicatievoorziening vraagt, boven wat wettelijk verplicht is. 7. De gemeenteraad spreekt de wens uit een evaluatie te willen zien van de nieuwe samenwerkingsvorm binnen anderhalf jaar. Deze evaluatie dient om vorm en inhoud bij te sturen waar dit nodig kan blijken. Het voorstel van de Stuurgroep impliceert een gedegen evaluatie eind 2016, zodanig dat de raden met de uitkomsten van de evaluatie rekening kunnen houden bij de behandeling van de begroting 2017. 8. De raad spreekt de wens uit duidelijkheid te krijgen over de manier waarop de overheidsvertegenwoordigers in de Triple Helix terugkoppeling verzorgen naar de raden en wenst antwoord op de vraag met welk mandaat de overheidsvertegenwoordigers deelnemen aan de Triple Helix. Zie punt 2 hierboven. Voor het mandaat van de overheidsvertegenwoordigers zij verder verwezen naar de statuten van de stichting (bijlage 2) 9. De raad spreekt de wens uit dat er voor besluitvorming een overzicht komt van de bestuurlijke en ambtelijke ondersteuning. Met andere woorden: wie voert welke taken uit? Maar ook welke taken er door de nieuwe samenwerkingsvormen (Gemeenschappelijk Orgaan en de Triple Helix) worden uitgevoerd en welke door bijvoorbeeld de provincie? Voor de algemene ondersteuning van het bestuur van het Gemeenschappelijk Orgaan zijn in de begroting zeer weinig te vergoeden kosten opgenomen. Deze betreffen een algemeen secretariaat, verantwoordelijk voor enige coördinatie en voor het convoceren en organiseren van bestuursvergaderingen. Dit algemeen secretariaat is organisatorisch ondergebracht bij gemeente Arnhem. De ondersteuning van de portefeuille-overleggen vindt plaats vanuit de gemeentelijke organisatie die de bestuurlijk voorzitter van het betreffende p.o. levert. Deze brengt voor die ondersteuning geen kosten in rekening bij de partners. Het Gemeenschappelijk Orgaan is een platform van overleg en voert als zodanig geen taken uit. De provincie Gelderland heeft slechts de mobiliteitstaken (de uitvoering van de bdu) van de Stadsregio overgenomen. De provincie participeert in de triple helix samenwerking. Voor de overdracht van taken vanuit de Stadsregio naar rechtsopvolgers zij verwezen naar het Liquidatieplan. De stichting Economic Board krijgt een klein zelfstandig projectbureau, waarvoor eind 2015 een kwartiermaker zal worden aangesteld nadat alle gemeenten en partners met de oprichting hebben ingestemd.
raadsvoorstel september 2015
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
6
10. De raad spreekt de wens uit dat er voor besluitvorming een overzicht komt met de deelnemende gemeenten aan beide samenwerkingsvormen (Gemeenschappelijk Orgaan en de Triple Helix). De raad vindt een breed draagvlak in de regio cruciaal en is van mening dat niet alleen Arnhem en Nijmegen hierin een rol spelen, maar juist ook de zogenaamde kleinere gemeenten. Alle colleges van de gemeenten die behoren tot het werkgebied van de Stadsregio hebben het verzoek gekregen aan hun raden een voorstel voor te leggen om in te stemmen met de oprichting van een Gemeenschappelijk Orgaan en een zienswijze te geven met betrekking tot een participatie in een stichting Economic Board. In de Stadsregioraad van 18 juni jl. hebben allen ingestemd met het liquidatieplan van de Stadsregio. In de periode september – oktober 2015 wordt duidelijk of alle raden feitelijk gaan deelnemen. 11. De raad spreekt de bedenking uit dat indien het GO geen goede constructie blijkt voor een werkgeverschap en voor heldere afspraken op het gebied van mobiliteit, ruimtelijke ordening en wonen met een democratische legitimatie, dat er dan gestreefd moet worden naar een GR op de schaal van het Rijk van Nijmegen met het middengebied. De evaluatie eind 2016 moet helderheid geven over het functioneren van het G.O. Alles overziende zijn veel van de Nijmeegse wensen vervuld, zij het niet op de wijze die men daarbij oorspronkelijk voor ogen had (een modulaire gemeenschappelijke regeling). Daarbij is een bezuiniging gerealiseerd die een halvering van de contributie betekent. Indien na een jaar werken met deze lichte gemeenschappelijke regeling blijkt dat het functioneren om versterking vraagt dan is dit bespreekbaar en denkbaar. De conclusie moet zijn dat gelet op het gewicht van de doelstelling en de mate waarin aan de Nijmeegse wensen tegemoet is gekomen het college de raad adviseren kan om toestemming te geven voor de oprichting van het Gemeenschappelijk Orgaan. Alvorens over te gaan tot de oprichting van een stichting Economic Board wacht het college op de zienswijze(n) van uw raad. 4
Risico’s Indien niet alle gemeentebesturen instemmen met participatie in de stichting Economic Board gaat die stichting toch van start, waarbij bezien moet worden of een aangepaste contributie van de wel deelnemende overheden nodig is. Gelet op het feit dat er een sterke koppeling is aangebracht tussen G.O. en stichting, inhoudelijk en qua besluitvorming, is dit risico klein. Voor het Gemeenschappelijk Orgaan is voldoende regionaal draagvlak noodzakelijk. Voor Nijmegen gaat het dan naast de twee centrumsteden in ieder geval om het Rijk van Nijmegen en de gemeenten in het middengebied, Overbetuwe en Lingewaard. Vanwege de aanstaande verlenging van de A15, vanwege de uitwerking van de Omgevingsvisie, vanwege de gewenste afstemming op het vlak van grootschalige detailhandel is aansluiting van de gemeenten in de Liemers ook zeer wenselijk.
raadsvoorstel september 2015
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
7
5
Financiën De inwonerbijdrage ad € 1,50 leidt in 2016 tot een contributie van € 255.000. In de zomernota is hiermee rekening gehouden. De € 1 bijdrage aan de Economic Board is in deze inwonerbijdrage opgenomen. Een en ander impliceert dat de gastorganisatie voor het algemeen secretariaat van het G.O. de jaarlijkse afdracht aan de stichting Economic Board verzorgt.
6
Participatie en Communicatie Deze voorstellen van de Stuurgroep zijn gepubliceerd op de website van de Stadsregio Arnhem Nijmegen.
7
Uitvoering en evaluatie / Toets aan de ladder verbonden partijen: Is er sprake van een publiek belang? Ja, onze gemeentelijke overheid heeft groot belang bij afstemming van beleid en samenwerking met nabuurgemeenten op velerlei gebied. Is volledige gemeentelijke betrokkenheid bij de behartiging van het publieke belang noodzakelijk? Nee, ook andere partijen dan wij zelf doen mee. In het geval van de Economic Board zelfs private partijen. Kan de gemeente het publieke belang als opdracht-, subsidie- of regelgever voldoende behartigen? Nee, de afstemming van overheidsbeleid in het G.O. kan aan geen andere partij worden uitbesteed en voor de inbreng van overheidsbeleid in de Economic Board is ook geen andere partij dan wij zelf denkbaar. Is een publiekrechtelijke participatie op basis van de WGR mogelijk? Ja, in het geval van het G.O. is sprake van een in de wet beschreven gemeenschappelijke regeling, zij het in de lichtst denkbare vorm. We kiezen niet voor modules in de MGR maar voor een aparte gemeenschappelijke regeling met een groter territoire. In het geval van de Economic Board is sprake van een publiek-private samenwerking met een gemeentelijke vertegenwoordiging in het bestuur van de stichting. De toets levert op dat in beide gevallen sprake is van een verbonden partij. Voor het G.O. is een uitvoerige en tijdige evaluatie voorzien voor eind 2016. Het bestuur van de Stichting Economic Board stelt jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden ter beschikking.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n): a. Voorstel Gemeenschappelijk Orgaan compleet; b. Voorstel triple Helix compleet
raadsvoorstel september 2015
Gemeenschappelijk Orgaan Voorstel ten behoeve van besluitvorming.
Inhoud: - Juridische regeling (met toelichting). - Uitgangspunten en spelregels begrotingsopbouw
dd. 5 juni 2015.
- Inrichting portefeuillehoudersoverleggen Wonen, Economie en Mobiliteit. - presentatie Constituerend Beraad 28 april 2015. - 2 visualisaties.
Stuurgroep Regionale samenwerking Arnhem Nijmegen Anhem, 27 mei 2015
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Arnhem, Beuningen, Berg en Dal, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Lingewaard, Montferland, Mook en Middelaar, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Westervoort, Wijchen, Zevenaar ieder voor zover zij bevoegd zijn - hierna: 'de deelnemende gemeenten'; OVERWEGENDE DAT
de Stadsregio Arnhem Nijmegen als WGR+ regio zich in liquidatie bevindt en per 1 juli 2015 niet meer functioneert als regionaal samenwerkingsverband; de betreffende gemeenten waarde hechten aan een vorm van regionale samenwerking waarbij minimaal op de terreinen Economie, Mobiliteit en Wonen deze samenwerking qua vorm, organisatie en inhoud helder wordt omschreven en concreet wordt gemaakt; de regionale samenwerking moet leiden tot een structureel betere positie van de regio in (inter)nationaal perspectief en dat daarbij een intensieve samenwerking met de in de regio op te richten Triple Helix (ondernemers, onderwijs- en kennisinstellingen en de overheid) uitgangspunt is; de negentien gemeenten dit op basis van een gemeenschappelijk orgaan, als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, wensen vorm te geven; dit gemeenschappelijk orgaan per 1 juli 2015 dient te starten om zodoende geen gat te laten vallen tussen de regionale samenwerking binnen de WGR+ Stadsregio Arnhem Nijmegen en het nieuw op te richten samenwerkingsverband; er medio 2016 een inhoudelijke evaluatie plaatsvindt van de werking van het gemeenschappelijk orgaan ten aanzien van governance en bedrijfsvoering;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, BESLUITEN: aan te gaan de volgende: REGELING GEMEENSCHAPPELIJK ORGAAN ARNHEM NIJMEGEN CITY REGION
HOOFDSTUK 1:
GEMEENSCHAPPELIJK ORGAAN, DOELSTELLING, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 1 Begripsbepalingen In de onderhavige regeling voor een gemeenschappelijk orgaan wordt verstaan onder: a. Berg en Dal: gemeente Berg en Dal, als fusiegemeente van de gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen; tot 2 januari 2016 is de naamgeving van de gemeente bepaald als: Groesbeek; na 2 januari 2016 is de naamgeving: Berg en Dal. b. Bureau Brussel: het bureau, zoals genoemd in artikel 5; c. Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen: de stichting die ten doel heeft het versterken van de samenwerking in de regio tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden op de groeisectoren Health, Energy en Food en de cross-overs daartussen. Artikel 2 Gemeenschappelijk Orgaan 1. Er is een gemeenschappelijk orgaan, genaamd Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem Nijmegen City Region. 2. Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd te Arnhem.
Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem-Nijmegen
1 27 mei 2015
Artikel 3
Doel van de samenwerking
Het gemeenschappelijk orgaan richt zich op een structurele verbetering van het vestigingsklimaat voor inwoners en bedrijven in de Arnhem Nijmegen City Region, in zowel nationaal als internationaal perspectief. Het gemeenschappelijk orgaan werkt intensief samen met de Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen. Artikel 4 Taken 1. Het gemeenschappelijk orgaan heeft tot taak: A. Met het oog op het in artikel 3 genoemde doel een op afstemming van beleid gericht overleg op de volgende domeinen te voeren: I II III
2.
wonen; mobiliteit; economie , waaronder overleg over het jaarplan van de Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen.
Het overleg vindt per domein plaats in een door het gemeenschappelijk orgaan te organiseren portefeuillehoudersoverleg, zijnde een overleg waaraan wordt deelgenomen door de desbetreffende portefeuillehouder van elk deelnemend college; B. Het in artikel 5 genoemde Bureau Brussel op strategisch-inhoudelijk niveau aan te sturen. Daartoe stelt het gemeenschappelijk orgaan in ieder geval een jaarprogramma vast voor Bureau Brussel; C. Op een ander domein dan genoemd in lid 1, sub A., overleg te gaan voeren, voor zover dat naar het oordeel van het gemeenschappelijk orgaan bijdraagt aan het in artikel 3 genoemde doel van de samenwerking. Hiervoor wordt een afzonderlijk portefeuillehoudersoverleg ingericht. Iedere deelnemende gemeente bepaalt of het deelneemt aan een ander portefeuillehoudersoverleg dan genoemd in lid 1; D. Op de domeinen waarop overleg plaatsvindt aan de besturen van de deelnemende gemeenten advies uit te brengen. De deelnemende gemeenten dragen geen publiekrechtelijke bevoegdheden over aan het gemeenschappelijk orgaan.
Artikel 5 Bureau Brussel 1. Ter behartiging van de belangen van de Arnhem Nijmegen City Region in Europa is het "Bureau Brussel" werkzaam. 2. Bureau Brussel is ondergebracht bij de gemeente Arnhem. Het college van Arnhem faciliteert de dagelijkse gang van zaken bij het Bureau. De met Bureau Brussel gepaard gaande kosten worden gedragen door de gemeenten die aan het gemeenschappelijk orgaan deelnemen, via de bijdrage aan het gemeenschappelijk orgaan zoals omschreven in artikel 9. 3. Bij een beëindiging of vermindering van taken van Bureau Brussel, welke leidt tot een verminderde behoefte aan personeel, worden de financiële consequenties daarvan bij besluit van het gemeenschappelijk orgaan op een redelijke wijze omgeslagen over alle aan het gemeenschappelijk orgaan deelnemende gemeenten. HOOFDSTUK 2:
WIJZE VAN VERGADEREN, INFORMATIE EN VERANTWOORDING
Artikel 6 Samenstelling, wijze van vergaderen en reglement van orde 1. Het college van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn midden één lid aan voor het gemeenschappelijk orgaan. 2. Het gemeenschappelijk orgaan stelt voor zijn vergaderingen en die van de in artikel 4 genoemde portefeuillehoudersoverleggen een reglement van orde vast.
Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem-Nijmegen
2 27 mei 2015
3. 4.
5.
Besluiten van het gemeenschappelijk orgaan worden genomen bij meerderheid van stemmen. De vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer tenminste een vijfde deel van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het gemeenschappelijk orgaan beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het gemeenschappelijk orgaan wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris, aan te wijzen door het college van de gemeente waar het gemeenschappelijk orgaan gevestigd is.
Artikel 7 Informatie, verantwoording en evaluatie 1. Het gemeenschappelijk orgaan geeft aan de raden van de deelnemende gemeenten de door een of meer leden van die raden gevraagde inlichtingen. Inlichtingen worden binnen een termijn van acht weken verstrekt, met dien verstande dat de termijn binnen deze acht weken eenmalig kan worden verlengd met ten hoogste vier weken. Het reglement van orde kan nadere regels stellen. 2. Het gemeenschappelijk orgaan geeft vanuit het oogpunt van democratische legitimatie ook op eigen initiatief informatie aan de raden van de deelnemende gemeenten. Bovendien organiseert het gemeenschappelijk orgaan tenminste eenmaal per jaar een bijeenkomst voor de gemeenteraadsleden van alle deelnemende gemeenten. 3. Een lid van het gemeenschappelijk orgaan geeft aan de raad van zijn gemeente de door een of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen, op de in die gemeente gebruikelijke wijze. 4. Een lid van het gemeenschappelijk orgaan kan door de raad van zijn gemeente ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in het gemeenschappelijk orgaan gevoerde beleid, op de in die gemeente gebruikelijke wijze. 5. De samenwerking op grondslag van het gemeenschappelijk orgaan wordt periodiek geëvalueerd. HOOFDSTUK 3:
DE VOORZITTER
Artikel 8 De voorzitter 1. Het voorzitterschap van het gemeenschappelijk orgaan wordt bij toerbeurt vervuld door de burgemeester van de gemeente Arnhem en de burgemeester van de gemeente Nijmegen, telkens voor een periode van vier jaar. De voorzitter heeft geen stemrecht. 2. Het gemeenschappelijk orgaan benoemt voor een zelfde periode een vicevoorzitter uit een van de deelnemende gemeenten aan het gemeenschappelijk orgaan, niet zijnde de gemeente Arnhem of Nijmegen. 3. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan. 4. De voorzitter tekent namens het gemeenschappelijk orgaan de stukken die van het gemeenschappelijk orgaan uitgaan. Hij treedt naar buiten toe op als vertegenwoordiger van het gemeenschappelijk orgaan.
HOOFDSTUK 4:
FINANCIELE BEPALINGEN
Artikel 9 Begroting en bijdrage 1. Het gemeenschappelijk orgaan stelt jaarlijks vóór 1 juli de begroting vast voor het eerstvolgende begrotingsjaar. 2. In de begroting wordt de bijdrage voor elke deelnemende gemeente opgenomen. De bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van een vast bedrag per inwoner. Voor de berekening van laatstgenoemde bijdrage wordt uitgegaan van het inwonertal van de deelnemende gemeente op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage is verschuldigd. 3. Het gemeenschappelijk orgaan stelt jaarlijks vóór 1 mei het vaste bedrag per inwoner vast. 4. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vóór 16 januari en vóór 16 juli telkens de helft van de in het tweede lid bedoelde bijdrage aan de faciliterende gemeente, die voor het gemeenschappelijk orgaan de kassiersfunctie waarneemt en de noodzakelijke administratieve werkzaamheden verricht. Faciliterende gemeente is de gemeente waar het gemeenschappelijk orgaan gevestigd is. De faciliterende gemeente draagt tevens zorg voor het beheer van de archiefbescheiden van het gemeenschappelijk orgaan.
Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem-Nijmegen
3 27 mei 2015
Artikel 10 Jaarrekening 1. Het gemeenschappelijk orgaan zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten 2. Het gemeenschappelijk orgaan stelt jaarlijks de jaarrekening over het afgelopen jaar vóór 1 juli vast. 3. Indien bij de jaarrekening een tekort ontstaat, passen de deelnemende gemeenten het tekort bij. De verdeling van het tekort vindt plaats op overeenkomstige wijze als beschreven in artikel 9, lid 2. HOOFDSTUK 5:
TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Artikel 11 Toetreding en uittreding 1. Een gemeente kan tot de onderhavige regeling toe- of uittreden krachtens een daartoe strekkend besluit van haar college, dat de toestemming behoeft van de gemeenteraad. 2. Een besluit tot uittreding treedt onmiddellijk na bekendmaking in werking, met dien verstande dat de uittredende gemeente naar verhouding bijdraagt in een eventueel tekort van het gemeenschappelijk orgaan dat wordt vastgesteld bij de jaarrekening ten aanzien van het jaar waarin de gemeente uittrad. Op verzoek van de uittredende gemeente kan het gemeenschappelijk orgaan, indien dat redelijk wordt geoordeeld, een lagere bijdrage in het tekort vaststellen. 3. Met een besluit tot toetreding als bedoeld in lid 1 moet het gemeenschappelijk orgaan instemmen. Het instemmingsbesluit moet worden genomen met een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen. Het instemmingsbesluit bepaalt de dag van toetreding. 4. Het gemeenschappelijk orgaan kan voorwaarden verbinden aan de toe- of uittreding. Artikel 12 Wijziging en opheffing 1. De onderhavige regeling kan worden gewijzigd bij daartoe strekkende besluiten van de deelnemende gemeenten. 2. Het gemeenschappelijk orgaan wordt op voorstel van het gemeenschappelijk orgaan opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van de deelnemende gemeenten. Het voorstel van het gemeenschappelijk orgaan noemt de datum van opheffing en bevat een regeling van de gevolgen van de opheffing, waartoe in ieder geval de personele- en financiële gevolgen van de opheffing van het gemeenschappelijk orgaan voor Bureau Brussel behoren. HOOFDSTUK 6:
SLOTBEPALING
Artikel 13 Deze regeling wordt aangehaald als 'Regeling gemeenschappelijk orgaan Arnhem Nijmegen City Region'. Zij wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en treedt, na bekendmaking, in werking op 1 juli 2015.
Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem-Nijmegen
4 27 mei 2015
Artikelsgewijze Toelichting op de 'Regeling Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem Nijmegen City Region Artikel 2
Gemeenschappelijk Orgaan (GO)
De deelnemende gemeenten hebben ervoor gekozen de samenwerking in regionaal verband vorm te geven via een zogenaamd 'gemeenschappelijk orgaan' (art. 8, lid 2, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Wgr). Dit is een regeling zonder een zware bestuursstructuur - ze bestaat uit slechts één orgaan - en zonder rechtspersoonlijkheid. Een gemeenschappelijk orgaan (GO) kan dan ook niet op eigen naam rechtshandelingen aangaan, een vermogen hebben of personeel in dienst hebben. Voor haar functioneren is een GO afhankelijk van een bijdrage van de deelnemende gemeenten. Dit is geregeld in artikel 9 van de onderhavige regeling. Het GO is gevestigd in Arnhem. Artikel 10, lid 3, van de Wgr verplicht tot aanwijzing van een plaats van vestiging. Op de gemeente die plaats van vestiging is, rust de verplichting de regeling ter kennisneming aan gedeputeerde staten te zenden. Dat geldt ook voor besluiten tot wijziging, opheffing, toe- en uittreding. Het gemeentebestuur van de plaats van vestiging is ook verantwoordelijk voor bekendmaking van de gemeenschappelijke regeling in de Staatscourant (artikel 26, lid 2, Wgr). Artikel 3 en 4
Doel van de samenwerking en Taken van het GO
Het GO richt zich op een structurele verbetering van het vestigingsklimaat voor inwoners en bedrijven in de Arnhem Nijmegen City Region. Hierbij wordt intensief samengewerkt met de Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen, een zogenaamde 'Triple Helix' waarbinnen in de regio wordt samengewerkt tussen ondernemers, onderwijs- en kennisinstellingen en overheid. Artikel 4 benoemt de vier taken van het GO: het voeren van op afstemming van beleid gericht overleg op de gebieden van wonen, mobiliteit en duurzame ruimtelijk-economische ontwikkeling, aan welk overleg door alle deelnemende gemeenten wordt deelgenomen; het op strategisch-inhoudelijk niveau aansturen van Bureau Brussel; het voeren van overleg op andere domeinen, op basis van vrijwilligheid; het adviseren van de deelnemende gebieden op domeinen waarop overleg plaatsvindt. Het GO is een 'overleg-organisatie'. De portefeuillehoudersoverleggen vormen de ruggengraat van deze samenwerking. Er is, door de mogelijkheid op andere dan in de regeling genoemde domeinen een overleg te starten op basis van vrijwilligheid van de deelnemende gemeenten - zo bestaat het voornemen voor een portefeuillehoudersoverleg 'milieu en duurzaamheid' -, ruimte voor flexibiliteit. Het GO is nadrukkelijk geen beslisorganisatie. Er worden daarom geen bevoegdheden overgedragen aan het GO. Artikel 5
Bureau Brussel
Binnen de (voormalige) Stadsregio Arnhem Nijmegen is een 'Bureau Brussel' werkzaam. De deelnemende gemeenten willen dit bureau, met zijn werkzaamheden, voortzetten. Bureau Brussel wordt daartoe onder de vleugels van het nieuwe GO geplaatst. Het GO gaat de strategischinhoudelijke koers van het bureau bepalen. Fysiek wordt het bureau (de mensen die samen het bureau vormen) ondergebracht bij de gemeente Arnhem. De kosten van Bureau Brussel worden gedragen door alle deelnemende gemeenten. Bureau Brussel behartigt de belangen van de stadregio in Europa. Het werkt voor de gemeenten, voor kennisinstellingen en het bedrijfsleven uit de City Region. Het was de laatste jaren al Triple Helix georiënteerd, en blijft dat ook. De focus van de belangenbehartiging ligt op het versterken van de regionale economie door Europese kansen te benutten en Europese subsidies te verwerven, in Europees verband samen te werken met andere steden en regio’s en te lobbyen op thema’s die voor de regio van belang zijn. Het economische belang en de versterking van het vestigingsklimaat staan hierbij voorop.
Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem-Nijmegen
5 27 mei 2015
Artikel 6
Samenstelling, wijze van vergaderen en regelement van orde
De vergaderingen van het GO zijn openbaar. Dat is een nadrukkelijke keuze, gemaakt vanuit de behoefte aan democratische transparantie en legitimatie van het GO. De wet verplicht niet tot openbaarheid (artikel 23, lid 5, Wgr). Besluiten neemt het GO bij meerderheid van stemmen. Hierbij heeft iedere deelnemende gemeente één stem: 'one man, one vote'. Voor de vergaderingen van het GO zelf en de in artikel 4 genoemde portefeuillehoudersoverleggen stelt het GO een reglement van orde vast. Hierbij wordt flexibiliteit van vergaderen zoveel als mogelijk gefaciliteerd. De synchronisatie tussen de diverse overleggen wordt geborgd door enkele minimale eisen vast te stellen. Bij het bepalen van de wijze van vergaderen in het Reglement van Orde moet in ieder geval aandacht worden besteed aan de wijze van agenderen, het aanleveren van stukken voor een overleg, de handelwijze in het geval de stemmen staken, de taken van de voorzitter, de taken van de ambtelijk secretaris, het beantwoorden van vragen van een raadslid en de verhouding/afstemming tussen het overleg binnen het GO en de portefeuillehoudersoverleggen. Artikel 7
Informatie, verantwoording en evaluatie
Het GO is een regeling van de colleges van de deelnemende gemeenten. Het is belangrijk dat de democratische legitimatie goed geborgd is. Dit artikel voorziet in de basis hiervoor (zie ook artikel 17 en 19 van de Wgr). Bovenop de wettelijke verplichtingen, wordt bepaald dat het GO actief - dus op eigen initiatief informatie aan de raden van de deelnemende gemeenten geeft, en tenminste eenmaal per jaar een bijeenkomst houdt voor alle gemeenteraadsleden van de deelnemende gemeenten. Hierbij wordt gedacht aan een 'Regiodag'. Met een Regiodag willen we ideeën ophalen, elkaar inspireren, verantwoording afleggen en nieuwe contacten leggen en bestaande contacten versterken. De Regiodag versterkt de binding tussen het GO en de gemeenteraden, én die tussen de gemeenteraden onderling. Daarmee wordt de democratische legitimiteit van het GO vergroot, en het fundament onder de samenwerking verstevigd. De Raad voor het openbaar bestuur (Rob) komt in de loop van 2015 op verzoek van de Tweede Kamer met adviezen over de borging van de democratische legitimiteit bij regionale samenwerking, die concreet toepasbaar moeten zijn in de praktijk. We zien met belangstelling uit naar die adviezen, waarin we verdere handvatten hopen te vinden om de (ver)binding met de gemeenteraden te versterken. De samenwerking zal periodiek worden geëvalueerd. De eerste evaluatie zal in de loop van 2016 worden gehouden. Bij deze evaluatie zullen (in ieder geval) de volgende criteria getoetst worden: -
de slagvaardigheid van de samenwerking, kan er adequaat worden gereageerd op voorkomende opgaven en uitdagingen (bv. doorlooptijd); de verhouding tussen de bereikte resultaten enerzijds en de bestuurlijke en ambtelijke inzet anderzijds; de vraag of de gemeenteraden zich voldoende herkennen in het proces van samenwerking; de kwaliteit van de gemeenschappelijk geformuleerde regionale agenda; de positie die het samenwerkingsverband inneemt richting haar strategische partners (provincie, triple helix, Rijk en EU); maximale administratieve eenvoud ('lean and mean').
Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem-Nijmegen
6 27 mei 2015
Artikel 8
De Voorzitter
De burgemeester van Arnhem en Nijmegen zijn bij toerbeurt voor een periode van vier jaar voorzitter van het GO. De voorzitter is geen lid van het GO, en heeft daarom geen stemrecht. Het GO benoemt, telkens voor de genoemde periode van vier jaar, uit één van de andere deelnemende gemeenten een vicevoorzitter. De vicevoorzitter is, anders dan de voorzitter, wel lid van het GO, naar analogie met de wijze waarop het (vice-)voorzitterschap van de gemeenteraad is geregeld. Artikel 9
Begroting en Bijdrage
In de Wgr is geregeld dat het gemeenschappelijk orgaan (GO) de begroting vaststelt en vóór 1 augustus van het jaar voorafgaand aan dat waarvoor zij dient, aan gedeputeerde staten stuurt. In de regeling wordt het bestuur tot 1 juli de tijd gegeven om de begroting vast te stellen. De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten krijgen acht weken de tijd om hun zienswijze op de begroting te geven (artikel 35 Wgr). Door de keuze van 1 juli is meer gegarandeerd - gelet op het zomerreces - dat de raad daadwerkelijk gebruik kan maken van de periode van acht weken om zijn zienswijze te geven. Het GO wordt bekostigd doordat elke deelnemende gemeente een bedrag per inwoner bijdraagt. Dit bedrag per inwoner wordt tijdig door het GO vastgesteld en verwerkt in de begroting. Voor het inwonertal wordt gebruik gemaakt van het inwonertal van de gemeente op 1 januari van het jaar daarvoor, zoals bekend bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zoals uit artikel 10 van de regeling blijkt, wordt een eventueel tekort ook omgeslagen over de deelnemende gemeenten naar rato van het inwonertal van elke gemeente. Op grond van artikel 35 van de Wgr zijn de artikelen 186 tot en met 213 van de Gemeentewet van toepassing, voor zover hier bij of krachtens de Wgr niet van af is geweken. Zo is bijvoorbeeld ten aanzien van de controle op de administratie artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Van de vaststelling van de begroting wordt terstond mededeling gedaan aan de besturen van de deelnemende gemeenten, die ervoor zorgdragen dat het in deze begroting voor de gemeente als bijdrage in de kosten van het gemeenschappelijk orgaan geraamde bedrag, in de gemeentebegroting wordt opgenomen. Verder zij erop gewezen, dat het gemeenschappelijk orgaan vóór 15 april (art. 34b van de Wet gr) 'de algemene financiële en beleidsmatige kaders' aan de raden van de deelnemende gemeenten toezendt. Dit is niet de begroting, maar zoiets als een gemeentelijke Perspectiefnota, waarin in hoofdlijnen staat beschreven wat het komende jaar op financieel gebied valt te verwachten. Met het oog op de eigen begrotingscyclus van gemeentebesturen is het voor het gemeentebestuur van belang tijdig te weten welk bedrag er op de begroting moet worden opgenomen ten faveure van de GO. Daarom is bepaald dat het GO vóór 1 mei dit bedrag vast te stellen, zodat het gemeentebestuur zijn bijdrage tijdig kan berekenen en kan opnemen in de begroting van zijn gemeente. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij artikel 34b van de Wet die bepaalt dat het GO vóór 15 april 'de algemene financiële en beleidsmatige kaders' (en de voorlopige jaarrekening) aan de raden van de deelnemende gemeenten toezendt. Omdat het GO geen eigen rechtspersoonlijkheid heeft, kan deze niet zelf rechtshandelingen verrichten. Het GO kan bijvoorbeeld niet uit eigen naam betalingen verrichten en personeel in dienst hebben. Daarom is het noodzakelijk om een faciliterende gemeente te hebben die namens het GO de kassiersfunctie waarneemt en de noodzakelijke administratieve werkzaamheden verricht. Artikel 10
Jaarrekening
Het GO stelt de jaarrekening vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft. Het GO zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten (art. 34 Wgr). In afwijking van deze bepaling is in deze regeling gekozen voor 1 juli als uiterste datum van vaststelling, zodat voor het zomerreces van de raad duidelijkheid bestaat. Het ligt voor de hand dat elk deelnemend college ook de gemeenteraad informeert over de vaststelling van de jaarrekening van het GO.
Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem-Nijmegen
7 27 mei 2015
Artikel 11 en 12 Toe- en uittreding, wijziging en opheffing De Wgr verplicht tot het opnemen van bepalingen over toe- en uittreding, wijziging van de regeling en opheffing van het GO. Deze bepalingen geven duidelijkheid over de wijze waarop, en onder welke voorwaarden, dergelijke besluiten genomen moeten worden. De colleges van b. en w. zijn bevoegd te besluiten tot wijziging en opheffing. Wel is steeds de toestemming nodig van de gemeenteraad (artikel 1 Wgr). Lid 4 bepaalt dat het gemeenschappelijk orgaan voorwaarden kan verbinden aan de toe- of uittreding van een gemeente. Van deze bepaling zal in het geval van uittreding uitsluitend gebruik worden gemaakt in een situatie waarin het uittreden voor de overblijvende deelnemers aan het gemeenschappelijk orgaan onredelijke financiële gevolgen met zich zou brengen ten aanzien van Bureau Brussel.
Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem-Nijmegen
8 27 mei 2015
-------------------------------------------------------------------------------------------------------- -------------------------------
Uitgangspunten en spelregels begrotingsopbouw begroting met het Gemeenschappelijk Orgaan verband houdende kosten. Gemeenschappelijk Orgaan regio Arnhem - Nijmegen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------Aanleiding Afgesproken is dat er een Gemeenschappelijk Orgaan wordt opgericht. Kenmerk van deze samenwerkingsvorm is dat er geen aparte juridische entiteit ontstaat maar een samenwerkingsvorm gericht op overleg en afstemming. In de samenwerking is een structuur aangebracht. Namelijk die van een portefeuillehoudersoverleg per vakinhoudelijk aandachtgebied. In eerste instantie is gekozen voor portefeuillehoudersoverleggen op de volgende terreinen:
Economie; Mobiliteit; Wonen.
Voor de portefeuilles worden portefeuillehoudersoverleggen ingericht die ambtelijk worden ondersteund. De inrichting van de overleggen is vormgegeven overeenkomstig het in de bijlage genoemde model (bijlage 1). Randvoorwaarden, uitgangspunten en spelregels Omdat er geen sprake is van een aparte juridische entiteit moet de begroting aansluiten op de gemeentelijke planning en controlcyclus. Een aparte kasfunctie is niet nodig. Eén gemeente verzorgt centraal de inkoopfunctie voor de activiteiten van het gemeenschappelijk orgaan en verzorgt voor de verrekening. De Stuurgroep stelt voor dat de gemeente Arnhem deze taak op zich neemt (faciliterende gemeente) 1) Voor het uitvoeren van de taken werd jaarlijks door de Stadsregio een bedrag van € 3,07 per inwoner in rekening gebracht. Met het voornemen om de Stadsregio op te heffen heeft een aantal gemeenten een korting op de budgetten toegepast. 2) In een ronde langs de individuele gemeenten is gevraagd welke bedragen de gemeente meerjarig in haar budget heeft gereserveerd voor regionale samenwerking. In bijlage 2 treft u de resultaten aan. 3) In tabel 1 is de begroting van de uitgaven schematisch weergegeven. Deze bestaat grofweg uit 4 onderdelen: a) Triple Helix b) Bureau Brussel c) Programmakosten Gemeenschappelijk Orgaan d) Regiodag
Begroting 2015 Gemeenschappelijk Orgaan regionale taken. ONTVANGSTEN UITGAVEN Gemeentelijke bijdrage
€
(Bron aantal inwoners per 1-12014 en 1,67 per inwoner)
Totaal ontvangsten
Totaal
€
€
€
761.517,00
Bureau Brussel
€
337.800,00
Programmakosten GO
€
149.445,00
Regiodag
€
20.000,00
1.271.733,39 Triple Helix
1.271.733,39 totaal uitgaven Resultaat gemeenschappelijk orgaan
€ 1.268.762,00
1.271.733,39
€ 1.271.733,39
€
2.971,39
Tabel 1
1
-------------------------------------------------------------------------------------------------------- -------------------------------
Uitgangspunten en spelregels begrotingsopbouw begroting met het Gemeenschappelijk Orgaan verband houdende kosten. Gemeenschappelijk Orgaan regio Arnhem - Nijmegen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------Uitgangspunt is een volledige verrekening van de (jaarlijkse) kosten over de deelnemende gemeenten. - toelichting Triple Helix: Voor Triple Helix is een bedrag van € 1,- per inwoner opgenomen. Dit conform het voorstel van de Keygroup Triple Helix. - toelichting Bureau Brussel: Voor Bureau Brussel is een gedetailleerde begroting opgesteld op basis van informatie van de Bureau Brussel. Deze is in bijlage 3 opgenomen. - toelichting programmakosten van het GO: Het gemeenschappelijk orgaan is een werkvorm waarbinnen portefeuillehoudersoverleggen zijn vormgegeven. Deze overleggen worden ambtelijk voorbereid en ondersteund. Er wordt uitgegaan van de volgende inzet: - De ondersteuning van de overleggen is begroot op 0,2 fte per portefeuille op schaal 11 niveau. - Voor de ondersteuning van het Gemeenschappelijk Orgaan zelf wordt gerekend met 0,1 fte ondersteuning (secretaris) op schaal 11 en 0,1 fte op schaal 6 niveau. - Voor de financiële ondersteuning van het GO en de projecten wordt 0,1 fte op schaal 11 niveau gerekend. - Voor de kostprijs per uur wordt de berekening genomen zoals de gemeente Arnhem deze heeft berekend en vastgelegd in de notitie 'Kostprijsberekening' . - toelichting Regiodag: Er worden geen overige kosten begroot anders dan de begrote kosten voor een jaarlijkse regiodag. Het opgenomen bedrag is een aanname. 4) Jaarlijks wordt een inhoudelijke en financiële begroting gemaakt en gepresenteerd aan de deelnemende gemeenten op momenten dat de resultaten van de begroting kunnen worden meegenomen in de reguliere planning en controlcyclus van deze gemeenten. Verwezen wordt naar de bepalingen in de regeling. 5) De geraamde kosten, zoals opgenomen in tabel 1, leiden tot een bijdrage van € 1.67 per inwoner per jaar bij volledige verrekening van de kosten. 6) Voor projecten die voortvloeien uit de afspraken die binnen een portefeuillehoudersoverleg zijn gemaakt geldt dat een projectmatige aanpak per onderwerp noodzakelijk is. Een projectleider wordt benoemd en een aparte begroting opgesteld. Hierbij wordt de volgende indeling gemaakt. Projectbeschrijving, doel, resultaat etc; i) Personeelslasten interne krachten tegen vaste tarieven; (fte * extern uurtarief overeenkomstig Wet Markt en Overheid); ii) Personeelslasten externe krachten (het externe uurtarief met vaste opslag voor overhead); iii) Project specifieke kosten, denk aan inkoop specifieke zaken of communicatiekosten etc; iv) Lijst met deelnemers en sleutels voor de verdeling van de kosten. 7) Projecten worden ingediend en voorafgaand aan de start goedgekeurd via de portefeuillehoudersoverleggen. De budgettaire gevolgen worden per deelnemende gemeente in kaart gebracht. De ondersteuning op financieel gebied (inkoop, financiering en rapportage) wordt door gemeente Arnhem geleverd.
2
-------------------------------------------------------------------------------------------------------- -------------------------------
Uitgangspunten en spelregels begrotingsopbouw begroting met het Gemeenschappelijk Orgaan verband houdende kosten. Gemeenschappelijk Orgaan regio Arnhem - Nijmegen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------8) De verdeling van de gemaakte kosten binnen de projecten wordt voorafgaand aan de start van het project tussen de deelnemers afgesproken en vastgelegd en hiervan wordt niet meer afgeweken. De begroting wordt verwerkt in de administratie van de gemeente Arnhem. 9) BTW Het Gemeenschappelijk Orgaan bundelt de krachten van een aantal gemeenten en doet deze werkzaamheden niet om enige winst te maken. Echter de gemeente Arnhem moet nog onderzoeken of de werkzaamheden binnen het Gemeenschappelijk Orgaan BTW plichtig zijn al dan niet. Voor dit document is ervan uitgegaan dat er geen extra BTW aspecten aan de orde zijn. Voorstel Stuurgroep dd. 27 mei 2015 10) De Stuurgroep heeft goede nota genomen van de opmerkingen gemaakt tijdens de 2e vergadering van het Constituerend Beraad over de gepresenteerde begroting en het ontbreken van budgettaire ruimte in de MJPB 2015 bij een aantal gemeenten. 11) De Stuurgroep heeft de gemeenten Arnhem en Nijmegen gevraagd de (ambtelijke) voorbereidingskosten ook voor de tweede helft van 2015 te dragen. Dit zijn de kosten voor de ondersteuning van het GO en de ondersteuning van de portefeuillehoudersoverleggen, de salarisen programmakosten van Bureau Brussel (met ingang van 1 juli 2015, de beoogde opheffingsdatum van de Stadsregio) en de kosten van het op te richten Projectbureau Economic Board. Dit betekent dat voor het jaar 2015 geen additionele inwonerbijdrage gevraagd hoeft te worden. 12) Door een aantal gemeenten zijn ook kanttekeningen gemaakt bij de gepresenteerde begroting en de hoogte van de begrote inwonerbijdrage € 1.67 per inwoner. 13) De Stuurgroep heeft kritisch gekeken naar de opbouw van de kosten zoals vastgelegd in tabel 1. Voorgesteld wordt dat de voorzitter van de in te stellen portefeuillehoudersoverleggen de ambtelijke ondersteuning voor zijn/haar overleg uit de eigen gemeentelijke organisatie betrekt, waarbij afgezien wordt van doorbelasting aan de overige regiogemeenten. De kosten (ca. € 39.000) van de ondersteuning/governance van het (bestuur van het) GO maakt onderdeel uit van de begroting van het GO en wordt met de inwonerbijdrage verrekend. Dit betekent dat ingaande 2016, op basis van de voorliggende cijfers en aannames, volstaan kan worden met een inwonerbijdrage van € 1,50 per inwoner waarbij het noodzakelijk is en blijft kritisch te zijn op de kosten. 14) De Stuurgroep stelt voor de voorgestelde wijze van ondersteuning, de financiering van deze kosten en de hoogte van de (noodzakelijke) inwonersbijdrage onderwerp te laten zijn van de voor eind 2016 aangekondigde evaluatie van de samenwerking.
Bijlagen: 1. Organogram Gemeenschappelijk Orgaan 2. Overzicht budgetten stadsregiogemeenten MJPB. 3. Begroting Bureau Brussel.
Arnhem, 5 juni 2015 3
Organogram Inrichting van het Gemeenschappelijk orgaan
Rijk Provincie Europa Scharnierfunctie
Bestuur
BUREAU BRUSSEL
PO EZ
PO MOBILITEIT
AGENDACOMMISSIE 2 leden Bestuur (vz + vice vz) + vz PO Agendacommissie *
Agendacommissie *
Thema’s: • ambitie samenwerking • jaarprogramma
PO WONEN
PO MILIEU EN DUURZAAMHEID
PO ..........
PO ............
Agendacommissie *
• afstemming • lobby • Bureau Brussel
Agendacommissie *
Agendacommissie *
* Invulling door PO zelf bepaald Agendacommissie *
PO = Portefeuillehoudersoverleg
Verleden
Gemeente op alfabetische volgorde Arnhem
toekomst
Bijdrage in € (obv inwonersaantal € 3,07 per 1-1-2014 inwoner)
Opgenomen in begroting 2014
Opgenomen in begroting 2015
Opgenomen in begroting 2016
Opgenomen in begroting 2017
Verwachte bijdrage gemeenschappelijk orgaan
150.827 €
463.038,89
€
359.500,00 €
244.500,00 €
244.500,00 €
244.500,00 €
251.881,09
Beuningen
25.289 €
77.637,23
€
77.637,23 €
77.637,00 €
77.637,00 €
77.637,00 €
42.232,63
Doesburg
11.439 €
35.117,73
€
35.397,10 €
35.200,00 €
35.200,00 €
35.200,00 €
19.103,13
Druten (Inwonersaantal obv website provincie)
18.195
€
25.000,00 €
25.000,00 €
25.000,00 €
30.385,65
Duiven
25.613 €
78.631,91
€
40.000,00 €
40.000,00 €
40.000,00 €
42.773,71
Groesbeek
18.981 €
58.271,67
€
107.658,00 €
107.658,00 €
107.658,00 €
107.658,00 €
31.698,27
Heumen
16.335 €
50.148,45
€
50.504,57 €
51.000,00 €
51.000,00 €
51.000,00 €
27.279,45
Lingewaard Millingen a/d Rijn mz. Groesbeek
45.766 €
140.501,62
€
140.661,00 €
140.661,00 €
-
-
€
76.429,22
5.875 €
18.036,25
€
9.811,25
Montferland
34.990 €
107.419,30
€
106.912,75 €
-
€
58.433,30
7.796 €
23.933,72
€
24.028,10 €
25.000,00 €
25.000,00 €
25.000,00 €
13.019,32
168.251 €
516.530,57
€
-
€
-
€
-
€
-
€
280.979,17
Overbetuwe
46.645 €
143.200,15
€
-
€
-
€
-
€
-
€
77.897,15
Renkum
31.573 €
96.929,11
€
96.932,00 €
96.875,00 €
96.875,00 €
96.875,00 €
52.726,91
Rheden
43.621 €
133.916,47
€
134.177,00 €
67.000,00 €
67.000,00 €
67.000,00 €
72.847,07
Rijnwaarden
10.917 €
33.515,19
€
34.000,00 €
17.000,00 €
17.000,00 €
17.000,00 €
18.231,39
1.503 €
4.614,21
€
4.614,00 €
4.685,00 €
4.730,00 €
4.775,00 €
2.510,01
9.451 €
29.014,57
nvt
€
15.783,17
Westervoort
15.137 €
46.470,59
€
46.652,00 €
26.652,00 €
26.652,00 €
26.652,00 €
25.278,79
Wijchen
41.036 €
125.980,52
€
125.885,00 €
125.652,00 €
125.652,00 €
125.652,00 €
68.530,12
Zevenaar
32.277 €
99.090,39
€
99.471,00 €
99.090,00 €
99.090,00 €
99.090,00 €
53.902,59
761.517 €
2.281.998,54
Mook en Middelaar nijmegen
Rozendaal Ubbergen mz. Groesbeek
Totaal aantal inwoners
nvt
nvt
nvt
nvt €
nvt
€ nvt
-
€
nvt
-
€ 1.444.029,75 € 1.183.610,00 € 1.042.994,00 € 1.043.039,00 € 1.271.733,39
Onderdeel 2 Bureau Brussel
Flexibele begroting (Bureau Brussel)
financiering op basis van: (inwonersaantal aantal Deelnemers of anders) FTE
Projectmedewerker 1
Allen
Projectmedewerker 2
Allen
Reis en verblijfkosten
Allen
Projectontwikkeling Lidmaatschap europees netwerk (ERRIN) Lidmaatschap europees netwerk (Health Valley)
Allen
Huisvestingskosten kantoorpand
Allen
Huur appartement
Allen
Lobby events
Allen
Totaal begroting bureau Brussel
Jaarloon inclusief Bedrag overhead € € 1 110,00 148.500,00 € € 1 96,00 129.600,00
personeelslasten intern € 148.500,00 € 129.600,00
personeelslasten extern
Projectspecifieke kosten € -
€ 10.000,00 € 10.000,00 € 2.700,00 € 500,00 € 14.000,00 € 14.000,00 € 8.500,00
Allen Allen
€ 278.100,00
€ 10.000,00
€ 49.700,00
Gemeenschappelijk Orgaan
- inrichting portefeuillehoudersoverleggen Wonen, Economie en Mobiliteit
Stuurgroep Regionale samenwerking Arnhem Nijmegen Anhem, 27 mei 2015
Voorstel van het regionale portefeuillehoudersoverleg (PO) Wonen, gehouden op 22 mei 2015 te Arnhem Een deelinvulling van het Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem Nijmegen. Vooruitlopend op besluitvorming in de gemeenteraden om een nieuwe samenwerking in de Stadsregio heeft de Stuurgroep de portefeuillehouders van Arnhem en Nijmegen gevraagd een voorstel te doen over de reikwijdte, werkwijze en frequentie van de drie dragende portefeuillehoudersoverleggen binnen het GO: Wonen, Mobiliteit en Economie. Op basis van een voorstel van de portefeuillehouders Wonen van Nijmegen en Arnhem (na overleg met de portefeuillehouders Wonen van de gemeente Overbetuwe en Lingewaard) heeft het regionale PO op 22 mei 2015 besloten het volgende voorstel aan de Stuurgroep te doen.
1. Reikwijdte 1. Woonruimteverdeling/Huisvestingsverordening. Afspraak: gelet op het regionale belang van één verordening, is het voorstel om dit met alle regiogemeenten door te zetten. Er wordt gericht op een regionale modelverordening die medio 2015 klaar moet zijn. Lokaal is maatwerking mogelijk. Raden stellen zelf de verordening vast. De bestaande werkgroep blijft bestaan en zorgt voor opstellen en implementatie. Vooralsnog onder aansturing door de stadsregio met een goede overgangsregeling naar het GO. Aandachtspunten: goede betrokkenheid en overleg met de corporaties, dat zij de verordening willen uitvoeren. Mandatering vergunningverlening mogelijk maken. Aanpak urgent. Voorstel PO: Arnhem wordt contactgemeente. 2. Woningbouwplanning Afspraak: regionale afstemming is van belang voor de gemeentelijke woningbouwprogramma's en de toepassing ladder verduurzaming. De huidige praktijk van subregionale afstemming voortzetten. Voorstel: drie subregio’s: Nijmegen e.o., Arnhem e.o. en de Liemers. Aandachtspunt is Westervoort, behorend tot de Liemers, maar die ook een sterke relatie heeft met Arnhem. Het middengebied hoort bij Arnhem e.o. Er liggen ook sterke relaties naar Nijmegen. Voorstel is om de indeling zo te laten. Aanvullend wordt ten behoeve van overleg/afstemming voor het middengebied tweemaal per jaar een bestuurlijk overleg gehouden tussen de vier gemeenten Arnhem, Lingewaard, Overbetuwe en Nijmegen. Dit wordt bij toerbeurt georganiseerd (eerste overleg door Overbetuwe). Arnhem en Westervoort hebben periodiek bilateraal overleg. 3. Regionale onderzoeken Er zijn tot nu toe diverse regionale onderzoeken verricht door de Stadsregio. Het belang van deze onderzoeken wordt onderschreven. Het gaat hierbij met name om het voortzetten van de lopende onderzoeken zoals WoON en de daaraan gekoppelde Socrates-analyse. Gelet op het belang van deze regionale onderzoeken, wordt voorgesteld daarvoor geld beschikbaar te stellen vanuit de gemeenten. Verdeelsleutel van de kosten via inwonersaantallen. Voor meer specifieke onderzoeken die niet voor alle gemeenten van even zwaar belang zijn, een andere kostenverdeelsleutel hanteren. Aan de provincie zal worden voorgesteld om onderzoeken waarbij ook de provincie belang heeft gezamenlijk te doen.
In het PO wordt besloten welke onderzoeken gezamenlijk worden opgepakt. Over opdrachtgeverschap moeten afspraken worden gemaakt. 4. Kennisdelen Het PO zal als platform dienen om kennis te delen rond actuele thema’s. Daarvoor worden leerbijeenkomsten georganiseerd over onderwerpen die de portefeuillehouders belangrijk vinden. Het kunnen brede bijeenkomsten worden, bijvoorbeeld samen met de provincie.
2. Invulling • •
•
• •
• •
• • •
Het voorzitterschap wordt op de volgende wijze ingevuld: Wethouder G. Elfrink van Arnhem is het eerste jaar voorzitter. Het PO stelt een agendacommissie van drie personen samen die de agenda mee opstelt en voorstellen doet voor een jaarlijks werkprogramma. In de agendacommissie zullen naast de voorzitter, wethouder A. van Norel van Zevenaar en wethouder G. Gerrits van Wijchen deelnemen. Rond de 4 onderwerpen zal één ambtelijke werkgroep worden ingericht. Mocht blijken dat alsnog splitsing naar 2 of meer werkgroepen nodig is dan kan dat t.z.t. Ambtelijk wordt dit verder uitgewerkt. Uitgangspunt is om de verschillende onderwerpen ambtelijk te verdelen over de gemeenten. Deze werkgroep levert input voor de agenda. Het PO wordt voorbereid door een nader aan te wijzen secretaris. (dit vraagstuk te regelen vanuit het GO). Voorstel PO is om de secretarisfunctie te koppelen aan de gemeente die de voorzitter levert, voor het eerste jaar Arnhem. Werkzaamheden bedragen 0,2 fte in totaal, dus een dag in de week en aanwezigheid bij overleggen (agendacommissie, afstemming voorzitters, afstemming ambtelijk vooroverleggen en contact met de andere portefeuillehoudersoverleggen GO). Na een jaar de 0,2 fte evalueren. Inhoudelijke ambtenaren zitten in de werkgroep. De trekker van deze werkgroep wordt onderling bepaald, dit hoeft niet Arnhem of Nijmegen te zijn. Voor de diverse op te pakken onderwerpen en taken wordt een gemeente als trekker aanwezen, zodat er een verdeling van werkzaamheden tussen gemeenten plaatsvindt. De ambtelijke werkgroep zal een voorstel doen voor de onderlinge taakverdeling en trekker onderwerpen, inrichting ambtelijke werkwijze, voorbereiding PO e.d.. Over twee jaar evalueren welke gemeenten vooral trekker van onderwerpen zijn geweest. De provincie zal periodiek worden uitgenodigd voor het PO.
3. Frequentie Jaarlijks worden 2 PO gepland en 2 leerbijeenkomsten. De bijeenkomsten kunnen worden gecombineerd.
4. Slot Dit voorstel wordt gedaan, zoals beschreven in de brief van de Stuurgroep van 9 december 2014, aan alle portefeuillehouders Wonen in de Stadsregio. Na instemming ligt er een stevige gezamenlijke basis voor een overleg nieuwe stijl tussen de portefeuillehouders Wonen in het gebied van de Stadsregio. Arnhem, 22 mei 2015
Memorandum Economie Economische Zaken
Aan
Stuurgroep Regionale Samenwerking Datum
7 april 2015 Opgesteld door, telefoonnummer
Marjolijn van de Zandschulp, gemeente Nijmegen Onderwerp
Werkwijze portefeuillehoudersoverleg Economie
Geachte leden van de Stuurgroep Regionale Samenwerking, U hebt wethouder Giesing van de gemeente Arnhem en wethouder Tankir van de gemeente Nijmegen gevraagd een voorstel te doen over de reikwijdte, werkwijze en frequentie het portefeuillehoudersoverleg Economie binnen de nieuwe regionale samenwerking. Wethouder Tankir is gevraagd hierin het voortouw te nemen. De beide wethouders hebben dit voortvarend ter hand gepakt en hebben een eerste portefeuillehoudersoverleg met betrekking tot Economie georganiseerd onder voorzitterschap van wethouder Tankir van de gemeente Nijmegen. Dit portefeuillehoudersoverleg heeft op woensdag 1 april plaatsgevonden op het stadhuis te Nijmegen en hierbij waren nagenoeg alle portefeuillehouders uit de stadsregio aanwezig. Tijdens dit portefeuillehoudersoverleg zijn gezamenlijke afspraken gemaakt over inhoud, werkwijze en frequentie. Daarnaast is aandacht besteed aan twee actuele inhoudelijke thema’s, te weten de ontwikkeling van de MIRT-agenda en de stand van zaken van de regionale Triple Helix-samenwerking. In onderstaande worden de gemaakte afspraken over inrichting van het portefeuillehoudersoverleg nader toegelicht. Doelstelling Het portefeuillehoudersoverleg Economie is ingesteld om tot uitwisseling, beeldvorming en regionale afspraken te komen met collega-bestuurders over de economische ontwikkeling in de regio. De portefeuillehouders onderstrepen dat het overleg niet alleen een informatief karakter moet hebben maar dat het ook van belang is dat in dit overleg goede onderlinge afspraken gemaakt kunnen worden. Uitgangspunt hierbij is om in het portefeuillehoudersoverleg tot consensus te komen over de onderwerpen die in het overleg passeren en vervolgens op basis hiervan de colleges en gemeenteraden te adviseren. Daarmee heeft het portefeuillehoudersoverleg geen vrijblijvend karakter maar willen de portefeuillehouders ook werken aan bestuurlijk commitment op regionaal niveau, zo nodig met meerderheidsbesluiten. De portefeuillehouders verschillen van mening of de voorgestelde bestuurlijke samenwerkingsvorm voldoende toereikend is voor een succesvolle regionale samenwerking. Wethouder Tankir heeft hierop aangegeven dat de portefeuillehouders dit in kunnen brengen tijdens het tweede constituerend beraad over de nieuwe regionale samenwerking dat op 28 april aanstaande plaatsvindt.
01062015 Inrichting portefeuillehoudersoverleg Economie def.docx
Memorandum
Vervolgvel
1
Deelnemers Deelnemers aan het portefeuillehoudersoverleg zijn de portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen. Daarnaast is het van belang dat een vertegenwoordiger van de overheidsgeleding uit de Economic Board bij het portefeuillehoudersoverleg aansluit. De gedeputeerde belast met economische zaken van de provincie Gelderland zal aanschuiven op uitnodiging van het portefeuillehoudersoverleg. Ambtelijk wordt het overleg ondersteund door een secretaris en notulist. Inhoud Met betrekking tot de inhoud willen de portefeuillehouders zich in het overleg toeleggen op een viertal thema’s. Dit zijn: 1. Versterking van het vestigingsklimaat 2. Ruimte voor bedrijvigheid (inclusief afstemming inzake Regionaal Programma Bedrijventerreinen en Regionaal Programma Detailhandel) 3. Stimuleren van werkgelegenheid 4. Externe financiering (EFRO, Interreg, Regiocontract) Gezamenlijke profilering en lobby ter versterking van de concurrentiekracht van de regio is een taak van de regionale Triple Helix. Inrichting Afgesproken is om door middel van een bestuurlijke agendacommissie en een ambtelijk platform te komen tot oplading van het portefeuillehoudersoverleg.
Agendacommissie De agendacommissie zorgt voor oplading van de agenda voor de portefeuillehoudersoverleggen en de dynamische jaaragenda. In het overleg van woensdag 1 april j.l. is direct een agendacommissie gevormd waarbij een goede regionale spreiding uitgangspunt is.
01062015 Inrichting portefeuillehoudersoverleg Economie def.docx
Memorandum
Vervolgvel
2
De agendacommissie Economie bestaat uit de volgende portefeuillehouders:
Hans Giesing, gemeente Arnhem Hans Driessen, gemeente Beuningen Ellen Mulder-Metselaars, gemeente Doesburg Turgay Tankir, gemeente Nijmegen Jasper Verstand, gemeente Renkum
De agendacommissie komt vier weken voor het portefeuillehoudersoverleg bijeen om de inhoudelijke agenda samen te stellen. De agendacommissie wordt hierbij ondersteund door een ambtelijk secretaris. Ambtelijk platform Het is voor een goede voorbereiding van belang dat twee tot drie weken voorafgaand aan het portefeuillehoudersoverleg een ambtelijk platform wordt georganiseerd om de inhoudelijke agenda te kunnen bespreken. Zo kunnen de regiobestuurders door de betreffende ambtenaren gedegen worden voorbereid op het portefeuillehoudersoverleg. Medewerkers van het toekomstige projectbureau Triple Helix en Bureau Brussel sluiten bij het ambtelijk platform aan. De ambtelijk secretaris organiseert dit overleg. Ondersteuning Het portefeuillehoudersoverleg, de vergadering van de agendacommissie en het ambtelijk platform worden voorbereid door een nader aan te wijzen ambtelijk secretaris. De werkzaamheden in dit kader bedragen 0,2 fte in totaal, dus een dag in de week en aanwezigheid bij de verschillende overleggen. De ambtelijk secretaris houdt contact met de secretarissen van de andere portefeuillehoudersoverleggen. Planning en vergaderlocatie De portefeuillehouders hebben uitgesproken het van belang te vinden elkaar regelmatig te treffen. Vanaf heden wordt daarom een viertal portefeuillehoudersoverleggen tot eind 2015 ingepland. In het overleg dat in december 2015 zal plaatsvinden is nadrukkelijke aandacht voor evaluatie van de portefeuillehoudersoverleggen en wordt waar nodig bijgesteld. Op verzoek van de portefeuillehouders wordt het overleg roulerend in een van de aangesloten regiogemeenten georganiseerd. Verzoek is om het overleg op donderdagmiddag te organiseren en bij uitdrukkelijke voorkeur in combinatie met de portefeuillehoudersoverleggen Mobiliteit, Wonen en Duurzaamheid.
01062015 Inrichting portefeuillehoudersoverleg Economie def.docx
WERKWIJZE PORTEFEUILLEHOUDERSOVERLEGMOBILITEIT Zoals afgesproken op 23 april 2015 Een deelinvulling van het Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem Nijmegen 1. Waarom een portefeuillehoudersoverleg-Mobiliteit? De regio Arnhem-Nijmegen fungeert als vanouds als de draaischijf van Oost-Nederland. Onze regio wordt goed ontsloten via weg, spoor en water. Feitelijk zijn er drie corridors: een A12/Rijncorridor naar Utrecht en Amsterdam, een A15/Waalcorridor naar de regio Rijnmond, de A50/IJsselcorridor verbindt ons met de regio's Zwolle en Eindhoven. Onze centrale ligging maakt ons ook tot de verbindende regio tussen Randstad en Roergebied. Onze gemeenten hebben veel maatschappelijke opgaven die ook op het terrein van mobiliteit en infrastructuur gevolgen hebben. In de nieuwe Omgevingsvisie wordt onze regio de economische motor van Gelderland genoemd. Op Rijksniveau wordt er veel geïnvesteerd in de infrastructuur van onze omgeving: in weg (doortrekking A15, snelwegverbredingen, oplevering van De Oversteek), in spoor (Arnhem Centraal, Maaslijn) en in water (Waalweelde). Er is veel gerealiseerd. Maar er is ook nog veel te doen! Bij de rijksoverheid verschuift de focus naar andere regio's, waardoor noodzakelijke infrastructurele ingrepen niet meer op de agenda dreigen te komen. En onze gemeenten merken de invloed van een veranderende economie en demografie op de infrastructuur en dus de mobiliteit van mensen. 2. Het speelveld De stadsregio ontzorgde vanuit haar wettelijke taken veel mobiliteitstaken. Bij de overgang naar de provincie is het ook duidelijk dat men afwegingen maakt voor een grote provincie met uiteenlopende regio's in plaats van een verstedelijkte regio als de onze. Bij de overdracht zijn er afspraken gemaakt over de programmering van mobiliteitsprojecten en een overgangsjaar voor de besteding van de gelden uit de Brede DoelUitkering-mobiliteit. In lijn met de gedachte van het GO blijven wij bij elkaar om samen de agenda te bepalen. Vanuit de stadsregio werden onze gemeenten vertegenwoordigd bij diverse strategische overleggen: het MIRToverleg, de spoortafel, het gezamenlijke overleg tussen OV-autoriteiten. De steden Arnhem en Nijmegen overleggen frequent over mobiliteitsontwikkelingen met het Rijk, de provincie en de vervoersbedrijven. Vanuit de provincie is de wens voor een vervoerberaad met de gedeputeerde mobiliteit uitgesproken. 3. Wat te doen binnen het portefeuillehoudersoverleg-Mobiliteit? Modelmatig staat ons dit plaatje voor ogen: Het verkeer- en vervoerberaad: dient om het provinciale mobiliteitsbeleid af te stemmen met gemeenten in een bepaalde regio; wordt georganiseerd door de provincie; dient als input voor overleggen waarbij de provincie deze regio bestuurlijk vertegenwoordigt, bijvoorbeeld bij het rijk. Het bestuurlijk overleg mobiliteit dient tot afstemming van beleid en maatregelen die de mobiliteit en infrastructuur van de steden Arnhem en Nijmegen, samen met relevante spelers (bedrijfsleven, vervoerders, rijk); wordt georganiseerd door de provincie; dient als input voor concrete maatregelen en agendavorming.
2
Het portefeuillehoudersoverleg-Mobiliteit voedt: 1. het verkeer- en vervoerberaad met: regionale agenda voor mobiliteit en input voor het provinciale meerjarenprogramma mobiliteit, financiering, afstemming van de strategie voor het doelgroepenvervoer, infrastructuur en bereikbaarheid, programma Beter Benutten-vervolg; 2. het bestuurlijk overleg mobiliteit: vanuit rol als "draaischijven" zijn Arnhem en Nijmegen de vertegenwoordigers van hun respectievelijke agglomeraties. 4. Hoe gaan we dit doen? Aanwezigen op het portefeuillehoudersoverleg-Mobiliteit van 23 april 2015 stemmen in hoofdlijnen in met het hiervoor vermelde voorstel. Gewezen op nut afstemming voor uniformiteit met inrichting portefeuillehoudersoverleg-Economie. Werkafspraken zijn: Voorzitter te kiezen uit de leden, waarbij de wethouders van Arnhem en Nijmegen aangeven het prima te vinden wanneer de voorzitter wethouder van een kleinere gemeente is. Een oproep aan alle leden om over kandidering voor het voorzitterschap na te denken en eventueel te reageren. Het portefeuillehoudersoverleg kiest op de volgende bijeenkomst een voorzitter uit diegenen die zich kandidaat hebben gesteld. Op verzoek van het overleg is dhr. Mink bereid tot die tijd het voorzitterschap te vervullen. Een verzoek aan de regio-Arnhem-Nijmegen-leden van het BOM (Tiemens en Mink) om het BOM voor te stellen om ook de voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg-Mobiliteit Arnhem Nijmegen lid van het BOM te laten zijn. Er vanuit gaande dat deze niet uit Arnhem of Nijmegen komt. Een verzoek om een logische volgorde van de vergaderdata aan te brengen in het portefeuillehoudersoverleg-Mobiliteit, het vervoerberaad en het BOM (in deze volgorde). Het portefeuillehoudersoverleg-Mobiliteit benadrukt het belang van een agendacommissie. De wethouders van Arnhem en Nijmegen maken hier onderdeel van uit. Evenals de - nog te kiezen voorzitter. Gedachte omvang van de agendacommissie is vijf leden (agendacommissie Economie bestaat ook uit vijf leden). Een oproep aan alle leden om over kandidering voor agendacommissielid na te denken en eventueel te reageren. Het portefeuillehoudersoverleg kiest op de volgende bijeenkomst de agendacommissieleden - naast Arnhem en Nijmegen - uit diegenen die zich kandidaat hebben gesteld. Het portefeuillehoudersoverleg-Mobiliteit streeft naar een logische geografische spreiding van de herkomst van de agendacommissieleden.
Arnhem, 28 april 2015 Ruimte-Mobiliteit, Vermeulen
Regionale samenwerking Arnhem Nijmegen
1
28 april 2015
Constituerend Beraad - 1e vergadering 5 maart 2015: oogst huiswerk! - Kernteam aan de slag - 2e vergadering: presentatie voorstel
28 april 2015
2
1
28 april 2015
HUISSTIJL
3
28 april 2015
HUISSTIJL
4
2
Voorstel Stuurgroep - Juridische regeling GO - kernmerk: eenvoudig. - Begroting GO - kenmerk: eenvoudige spelregels en
administratieve eenvoud.
5
Begroting - Drie elementen: - Triple Helix bijdrage - Bureau Brussel - Governance GO - Projecten op basis van eigen begroting - Inwonerbijdrage: ca. € 1,50
28 april 2015
6
3
Regionale samenwerking Arnhem Nijmegen
28 april 2015
7
4
Organogram Inrichting van het Gemeenschappelijk orgaan
Rijk Provincie Europa Scharnierfunctie
Bestuur
BUREAU BRUSSEL
PO EZ
PO MOBILITEIT
AGENDACOMMISSIE 2 leden Bestuur (vz + vice vz) + vz PO Agendacommissie *
Agendacommissie *
Thema’s: • ambitie samenwerking • jaarprogramma
PO WONEN
PO MILIEU EN DUURZAAMHEID
PO ..........
PO ............
Agendacommissie *
• afstemming • lobby • Bureau Brussel
Agendacommissie *
Agendacommissie *
* Invulling door PO zelf bepaald Agendacommissie *
PO = Portefeuillehoudersoverleg
Bestuur
(alle deelnemende gemeenten)
• Raad stemt in met de regionale samenwerking • College benoemt lid bestuur GO • Afgevaardigden heeft geen mandaat voor verplichtende afspraak • Afgevaardigden haalt en brengt info van GO <--> Raad • Besluitvorming: raad heeft het laatste woord (indien raadsbevoegdheid) Regiodag
Raad
Agendacommissie
(voorbereiden en afstemmen)
Portefeuillehoudersoverleg (PO)
• wethouders overleggen over de geselecteerde regionale onderwerpen • halen voeding/plegen afstemming in College • college beslist over uitvoeringstaken
College B&W
Ambtelijke ondersteuning
Secretaris (Ambtelijke organisatie)
• Advies • Afstemming inzet ambtelijke capaciteit
voorfase: afstemming en kaderstellen eindfase: besluitvorming en controle
Triple Helix samenwerking Voorstel ten behoeve van besluitvorming.
Inhoud: - Samen voor een krachtige regio Concept Strategische Uitvoeringsagenda Economic Board Arnhem-Nijmegen 2015 - 2020 - Concept-statuten Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen - Presentatie Constitueerd Beraad 28 april 2015
Stuurgroep Regionale Samenwerking Arnhem Nijmegen Arnhem, 27 mei 2015
Samen voor een krachtige regio Concept Strategische Uitvoeringsagenda Economic Board Arnhem-Nijmegen 2015 - 2020
Inhoud 1. Inleiding ........................................................................................................................................................................... 2 2. Missie, visie, ambitie en strategie Economic Board....................................................................................... 3 3. Van ambitie naar uitvoeringsagenda ................................................................................................................... 4 4. Governance en aanpak............................................................................................................................................... 6 5. Uitvoeringsorganisatie en middelen.................................................................................................................... 8 6. Monitoring ...................................................................................................................................................................... 9
1
1. Inleiding In de regio Arnhem-Nijmegen bestaat breed draagvlak voor samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden. De regio Arnhem-Nijmegen heeft enorme potentie, maar maakt deze nog onvoldoende te gelde. Regionale groeicijfers en de positie van onze regio op (inter)nationale ranglijsten wijzen op een daling van de economische prestatie. Om regionale kansen te benutten, is samenwerking in triple helix verband nodig. Een aantrekkelijke, sterke economische regio, vraagt om bijdragen van alle partners. Die bijdragen moeten leiden tot concrete resultaten in termen van economische groei, groei van werkgelegenheid en een betere (internationale) concurrentiepositie. Dit doen we door bundeling van krachten en aanbrengen van verbindingen. Cruciaal voor het succes van deze agenda is dat de partners met elkaar invulling geven aan de uitvoering! Dat vraagt om commitment, doorzettingsvermogen, goed gereedschap en lange adem met als effect concrete resultaten. Urgentie tot samenwerking De regio Arnhem-Nijmegen is het grootste stedelijke netwerk in Oost-Nederland en de vierde regio van Nederland. De regio heeft circa 750.000 inwoners en biedt aan ongeveer 330.000 mensen een baan. De regio Arnhem-Nijmegen is een aantrekkelijke en concurrerende regio in Gelderland, Nederland en daarbuiten. Dat komt door de bijzondere uitstraling van de twee elkaar aanvullende economische motoren Arnhem en Nijmegen, door de variatie in wonen en werken en door de diversiteit in steden en dorpen in deze regio. De sterke basiseconomie (o.a. logistiek, dienstverlening, detailhandel, toerisme, industrie en tuinbouw) en de aanwezigheid van topsectoren en kansrijke clusters vormen het economisch fundament en maken de regio een aantrekkelijke regio om in te investeren en te werken. De strategische ligging en goede bereikbaarheid over weg, spoor en water maken de regio tot een interessante vestigingsplaats voor bedrijven. De regio Arnhem-Nijmegen richt zich op versterking van de brede basiseconomie en focust op de groeisectoren health en energy. Daarbij zien wij een sterke verbinding met de food sector in Ede-Wageningen. De groeisectoren zijn de dragers en katalysatoren van nieuwe innovatie en werkgelegenheid, de brede basiseconomie, zoals logistiek, chemie, de creatieve sector en HTSM, vormt het solide fundament en schept de randvoorwaarden om te kunnen excelleren. Daarmee vormt dit de motor van de Gelderse Economie. Het aantal (hoogwaardige) arbeidsplaatsen, het kennisniveau, het vestigingsklimaat en het aanzienlijk economisch potentieel maken de regio tot één van de belangrijke motoren van de BV Nederland. De regio heeft daarmee alles in huis om in de komende tien jaar een nog sterkere economische regio in Nederland te worden. De motor kan echter in een hogere versnelling, door goede verbindingen tussen de groeisectoren te leggen. De Gelderse motor is een complex geheel, het mechanisme is op orde, alle onderdelen zijn aanwezig. Nu moet de aandacht gericht worden op het samenspel. Krachtig aan de slag Onder de partners, bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden, wordt de urgentie gedeeld en bestaat er breed draagvlak voor samenwerking. Een vruchtbare voedingsbodem voor een regionale triple helix heeft zich daarmee gevormd. Om kansen en ideeën te kunnen verbinden én de regionale kwaliteiten te vermarkten, is met name focus en helderheid in verwachtingen bij alle partijen van belang. Wij kiezen voor het versterken van de sectoren Heath, Energy en Food, door succesvolle cross-overs tussen deze sectoren te ontwikkelen en realiseren. Voor de samenwerkende triple helix partners is dit de belangrijkste opgave voor de korte termijn.
2
Economic Board Om verbindingen te leggen en krachten te bundelen richten we een Economic Board voor de regio Arnhem-Nijmegen op. De Economic Board (EB) is de motor van de regionale Triple Helix samenwerking. Haar belangrijkste taak is vanuit eigen kracht een economische duurzame ontwikkeling in de regio Arnhem-Nijmegen te stimuleren. Dit doet de Economic Board door economische samenwerking in de regio aan te jagen, ideeën en aanwezige kwaliteiten te verbinden en zowel binnen als buiten de regio ontwikkelingsrichtingen en kansen te agenderen. De Economic Board stimuleert, enthousiasmeert en neemt, waar nodig, obstakels weg, door bijvoorbeeld een krachtige en gerichte lobby op de voor de regionale economie belangrijke thema’s en hulp te bieden bij het vinden van financiering.
2. Missie, visie, ambitie en strategie Economic Board De Economic Board Arnhem-Nijmegen heeft als missie: - Bij te dragen aan duurzame economische groei en innovatie door obstakels weg te nemen en de regio optimaal te profileren; - Daarbij ligt de focus op het beter benutten van kansen door het stimuleren van samenwerking en het bevorderen van cross-overs tussen de sectoren Health, Energy en Food. De Economic Board heeft als visie en ambitie om meer economische slagkracht te ontwikkelen en regionale groeikansen te benutten in de stedelijke agglomeratie Arnhem-Nijmegen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de in de regio aanwezige diversiteit en onze sterke troeven zoals onze topinstellingen, onze topsectoren, onze strategische ligging en ons aantrekkelijk woon- en leefklimaat. Ambitie Onze ambitie is om in de komende 10 jaar bij te dragen aan economische groei en een toename van werkgelegenheid in de regio. Via cross-overs tussen onze sterke sectoren willen we het bedrijfsleven laten groeien en bloeien en nieuwe bedrijvigheid laten ontstaan. Gezamenlijke profilering versterkt de realisatie van deze ambitie. Strategie De strategische uitvoeringsagenda is het programma waarlangs de Economic Board haar doelstellingen en strategie gaat realiseren. De agenda is geen limitatieve beschrijving van activiteiten, maar beschrijft een werkwijze, waarin we door het aanbrengen van focus, in regionaal triple helix verband, innovatieve projecten ontwikkelen en tot uitvoering brengen. Het programma zal vervolgens worden uitgewerkt in concrete cross-overprojecten. Met het programma geeft de Economic Board sturing aan een meerjarige, cyclische aanpak. Daarbij worden bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de regio nadrukkelijk uitgenodigd mee te doen. We versterken de verbinding tussen Food Valley en onze regio.
3
3. Van ambitie naar uitvoeringsagenda Onze (top)sectoren Health, Energy en Food zijn leidend in onze aanpak. We versterken bestaande topsectoren Health – Energy – Food door het realiseren van cross-overs. Daarvoor stellen we een uitvoeringsagenda op. Health Het cluster Health bevat een sterke combinatie van geneeskunde en medische technologie. De sector is met 50.000 directe arbeidsplaatsen de grootste in de regio Arnhem-Nijmegen en is daarom een essentiële schakel in de regionale kenniseconomie. Met Campus Heijendaal, de Novio Tech Campus en met complexen van de SIZA-groep (met onder andere ‘het Dorp’) en Papendal (het nationale sportcentrum en de plaats waar NOC/NSF zetelt) is in de regio een sterk Health- en Life Sciences-cluster aanwezig aanwezig. Radboud Universitair Medisch Centrum is marktleider in de nieuwe gezondheidszorg van de voorspelling (e-health), preventie en gepersonaliseerde geneeskunde. De combinatie van medische life sciences en klinische praktijk is de belangrijkste troef, inclusief een indrukwekkende infrastructuur, bestaande uit onderzoeksinstituten en de state-of-the-art RadboudUMC Technology Centers, die, als bedrijven die kennis van de universiteit kunnen omzetten in nieuwe medicijnen of technologieën, veel betekenen voor de regio. Uniek is de sterke combinatie van geneeskunde en medische technologie. Fundamenteel en innovatief onderzoek in ‘cure’ (diagnostiek, klinisch testen, robotica etc.) is sterk ontwikkeld en kan als motor fungeren om onze positie te versterken. Dit is afhankelijk van technologische ontwikkelingen en beschikbare kennis, welke beide in potentie aanwezig zijn. Energy (EMT) De regio Arnhem-Nijmegen is sterk in innovatie technologie op het gebied van duurzame energie, energiezuinig bouwen en duurzame mobiliteit. De regio ontwikkelt zich verder richting een biobased economy. De regio kent een zeer sterke energiesector, met vanouds toonaangevende energie-instellingen als TenneT en Alliander naast mondiale spelers als DNVGL (voorheen KEMA), en een rijk geschakeerd MKB met innovatieve producten zoals flexibele zonnecelfolie, (waterstof)elektrische aandrijflijnen en E-laadinfrastructuur. De trolleybus, als duurzaam openbaarvervoermiddel, de status als waterstofregio, en de grootste groengas concessie met betrekking tot openbaar vervoer van Nederland, zetten dit energieprofiel verder kracht bij. Ook de Hogeschool Arnhem Nijmegen, de Regionale Opleidingscentra en de Radboud Universiteit Nijmegen tonen ambitie en daadkracht in het energieveld, met landelijke expertisecentra en opleidingen voor nulemissie-mobiliteit, duurzame, decentrale energiesystemen en een wereldstandaard voor efficiency van zonnecellen. De regio richt zich op versterking van het energiecluster in nationaal perspectief samen met de ondernemers en de expertisecentra van de Hogeschool Arnhem Nijmegen, de ROC’s en de Radboud Universiteit. Naast de grote ondernemingen zullen ook de bedrijven en faciliteiten hierin een rol spelen. In de regio wordt in het kader van de Groene Kracht, en als onderdeel daarvan in de Groene Hub, gezamenlijk gewerkt aan gunstige condities en nieuwe innovatieve duurzame verdienmodellen voor de productie en de afzet van alternatieve brandstoffen. Food Regio Food Valley is specialist in kennis van food. De Food Valley regio is een aantrekkelijke locatie voor foodgerelateerde kennisintensieve bedrijven en kennisinstellingen. Food Valley vormt een internationaal onderscheidend kenniscentrum op het gebied van agrifood en is de kraamkamer voor innovaties in de sector Agro & Food. Het sterk internationaal gerichte cluster rondom Wageningen omvat Wageningen Universiteit & Research Centre (WUR) 4
met de Wageningen Universiteit en de DLO-instituten, maar ook de Hogeschool Van Hall Larenstein, NIZO, TNO, Top Instituut Food & Nutrition (TFIN) en Onderzoek- en kenniscentrum in Randwijk voor het tuinbouwcluster Betuwse Bloem. Wij zien de regio Food Valley als een belangrijke partner voor onze regio, zeker waar het gaat om het benutten van cross-overs.
Cross-overs
De huidige tijd vraagt om nieuwe vormen van samenwerking over sectoren heen. Nieuwe combinaties tussen sectoren worden vaak crossovers genoemd. Deze leiden tot vernieuwing. Deze crossovers hebben de potentie om ook grotere en meer complexe vraagstukken op te lossen. Vele onderzoeken hebben reeds uitgewezen dat de meeste impact ontstaat uit innovaties op snijvlakken van sectoren. Het gaat hierbij om nieuwe combinaties en samenhangende doorontwikkeling van bestaande technieken, gericht op uitdagingen met meerdere dimensies. Binnen de topsectoren gaat daarom nadrukkelijk de aandacht uit naar kansen op de onderlinge raakvlakken. Daarbij zien wij ook de verbinding met de brede basiseconomie, die deze crossovers mogelijk maakt (enabling). Zo kunnen crossovers tot bloei worden gebracht en leiden tot nieuwe producten, nieuwe diensten en nieuwe oplossingen. We geven uitvoering aan de Slimme Specialisatie Strategie zoals die voor Oost-Nederland is geformuleerd in het Programma EFRO Oost-Nederland. Daarin is een aantal voorbeelden van cross-overthema’s genoemd, zoals:
Food
Health Voedselveiligheid Healthy aging Relatie voeding en immuunsysteem Relatie genen/microbiota en gezondheid
Health
Energy Biobased / biodegradable economy Bronnen biomassa, biomaterialen Bio-energie
Binnenklimaat Domotica: integratie van technologie en diensten, ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven
De ontwikkeling van innovatieve crossovers is zo kansrijk dat het om support vraagt. Dit is de reden waarom de clusterorganisaties zo’n belangrijke rol hebben. De Valleys zijn bij uitstek de organisaties die kansen signaleren en de ontwikkeling van cross-over projecten kunnen ondersteunen. We gaan daarom de samenwerking met Health Valley, stichting Kiemt en Food Valley verbreden. Onze eigen triple helix- uitvoeringsorganisatie gaat, in samenwerking met de Valleys, via een meerjarige gestructureerde aanpak een projectenmachine op gang brengen. Flankerende activiteiten Een helder en sterk profiel van onze regio is nodig om maximaal gebruik te kunnen maken van met name de Europese subsidiemogelijkheden zoals EFRO, Horizon 2020 en Interreg V. Europese subsidieprogramma’s (EFRO, InterregVb, Horizon 2020) focussen op innovatie en moeten invulling krijgen via consortia van mkb-bedrijven en kennisinstellingen. Een regionale aanpak hierop heeft tot doel om deze middelen maximaal voor onze regio beschikbaar te krijgen. We smeden partnerschappen om samen de gang richting Europese middelen te maken.
5
Gezamenlijk optrekken en het benadrukken van de economische potentie van onze regio dragen bij aan de aandacht die bedrijven en andere overheden, nationaal en internationaal, voor ons hebben. Acties: Uitwerken van een profiel voor de regio, het beeld van de regio als één geheel, en dit plaatsen in nationale en internationale context. Opstellen en uitvoeren van een beknopte lobbyagenda, naar buiten treden als één regio, onder meer gericht op besluitvormingstrajecten in Den Haag en Brussel. Ook de lobby voor investeringsprojecten valt daaronder. We formuleren (proactief) een aanbod richting Rijk en Europa, waarin we aangeven hoe wij bij kunnen dragen aan de realisatie van nationale en internationale economische doelstellingen. Het effect van onze propositie is dat wij ons vestigingsklimaat verder versterken, met als effect een betere infrastructuur (digitaal en fysiek) en een aantrekkelijker woon- en leefklimaat met een bruisende cultuur. In de MIRT-agenda van de regio Arnhem-Nijmegen zijn projecten opgenomen die het vestigingsklimaat in de regio versterken. Daar waar projecten uit de Strategische Uitvoeringsagenda van de Economic Board en projecten uit de MIRT- agenda elkaar kunnen versterken, zoeken we de samenwerking.
4. Governance en aanpak De Economic Board krijgt juridisch vorm in de stichting Economic Board Arnhem Nijmegen. De taken van de Economic Board zijn: Bewaking van de strategische koers van de regio; Initiëren en bewaken van ontwikkelingen en projecten in de regio en afstemming tussen de verschillende speerpunten en projecten; Externe oriëntatie, vertegenwoordiging en lobby van de regio; Regiefunctie in de (strategische) profilering en branding. De Economic Board stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen staat in nauw contact met het triple helix netwerk in de regio, dat uit veel verschillende partners en subnetwerken bestaat. De Economic Board en het brede triple helixnetwerk hebben een continue wisselwerking, waarbij over en weer informatie wordt gedeeld en vormen van samenwerking in gang worden gezet. In het kader van het Gemeenschappelijk Orgaan is onder meer een portefeuillehoudersoverleg Economie ingesteld, waarin alle regionale bestuurders belast met de portefeuille Economie periodiek bij elkaar komen. De vertegenwoordiger vanuit de overheidsgeleding in de Economic Board sluit aan bij dit portefeuillehoudersoverleg Economie om de verbinding tussen de regiogemeenten en de Economic Board te versterken. In het portefeuillehouderoverleg wordt de overheidsgeleding van de Economic Board gevoed met thema’s en speerpunten vanuit de brede regio. De stichting wordt ondersteund door een projectbureau. Daarmee is de organisatorische basis gelegd en op orde. Voor de verdere uitbouw van het organiserend vermogen én de structuur kiezen we voor een netwerkachtige insteek. Deels gaan we uit van bestaande netwerken, deels creëren we nieuwe netwerken en samenwerkingsrelaties. Om de verbinding met kennisinstellingen en bedrijven te leggen stellen we vanuit het projectbureau een voorbereidende commissie in, die als taak heeft om de inhoudelijke agenda van de Economic Board op te laden. Aan de kennisinstellingen en betrokken bedrijven wordt gevraagd voor deelname aan deze commissie hun strategische adviseurs naar voren te schuiven.
6
Aanpak Aan de uitvoering van deze agenda geven we vorm via een gestructureerde meerjarige, cyclische aanpak. Waar mogelijk sluiten we aan bij bestaande economische agenda’s en projecten van onze regionale triple helixpartners.
De meerjarige, cyclische aanpak bestaat uit twee sporen: 1. vaste vergadermomenten van de Economic Board, waarbij elk kalenderjaar wordt gestart met het presenteren van de staat van de (kennis)economie van de regio. Gevolgd door scans op de cross-overs tussen de sectoren Health, Energy en Food. De resultaten van deze scans vertalen we naar projectvoorstellen voor cross-overs waarover de Economic Board een besluit neemt. De Economic Board monitort de voortgang van de projecten. 2. het verkennen van kansen, ontwikkelen van projecten en de uitvoering en evaluatie daarvan. Het betreft cross-over projecten die alleen in een triple helix samenwerking, op het niveau van de regio, tot stand kunnen komen en uitgevoerd kunnen worden.
7
De aanpak wordt ondersteund door een consistente, stelselmatige communicatie ten behoeve van de profilering en lobby.
5. Uitvoeringsorganisatie en middelen Uitvoeringsorganisatie In haar werkzaamheden wordt de Economic Board ondersteund door een projectorganisatie. Belangrijke kernwoorden voor het projectbureau zijn inhoud, strategie, samenwerking, marketing en communicatie. Op termijn dient een volwaardig projectbureau ingericht te worden, waarin ook capaciteit vanuit de andere partners is opgenomen. Deze organisatie heeft als primaire taak uitvoering te geven aan de strategische agenda en daaruit voortkomende projecten en activiteiten. De capaciteit en inhoudelijke expertise voor het compacte projectbureau worden in eerste instantie geleverd vanuit de gemeentelijke organisaties van Arnhem en Nijmegen. Daarmee beogen we een link naar de lokale triple helix samenwerkingen en de regionaal economische samenwerking in het publiekrechtelijke deel. Voor de startfase van het projectbureau wordt uitgegaan van maximaal 4,0 fte, verdeeld over Arnhem en Nijmegen. De totale loonsom inclusief overhead bedraagt €500.000,- per jaar. De facilitaire inbedding van het projectbureau zelf is in Arnhem of Nijmegen. Dit gaat enkel om de huisvesting. De opdrachtgevende relatie is nadrukkelijk met de Stichting Economic Board zelf. Van belang is hierbij wel dedicated betrokkenheid (ook in fysieke zin) bij het projectbureau. Voor ondersteuning door communicatie, businesscontrol, financiële administratie e.d. wordt er van uitgegaan dat de huisvestende organisatie dit biedt, te weten Arnhem of Nijmegen. Voor de inbedding van het ondersteunend bureau wordt een voorkeur uitgesproken voor hiërarchische / lijninbedding in de Arnhemse of Nijmeegse organisatie. De projectorganisatie wordt vanaf het begin ingericht als netwerkorganisatie. Aanhaking van Bureau Brussel aan het projectbureau voor de Triple Helix is vanaf het begin af aan logisch gedacht. Dit past ook volledig bij de doelstellingen van de Economic Board en de strategie en het instrumentarium dat zij nodig zal hebben om haar doelen te bereiken. Voor Bureau Brussel van de huidige Stadsregio Arnhem-Nijmegen zal dit opleveren dat zij een doorontwikkeling kan doormaken in focus en brede (tripartiete) gedragenheid van haar opdracht. Daarnaast zal absoluut slagkracht te realiseren zijn door koppeling en samenwerking met Europese lobby-organisaties vanuit bedrijfsleven en kennisinstellingen. Uitgangspunt – op basis van ervaringen en doelstellingen – is dat hier minimaal dezelfde capaciteitsinzet (2 fte) vereist is als in de afgelopen periode. In de komende periode wordt onderzocht hoe de aanhaking van Bureau Brussel op de projectorganisatie verder vormgegeven kan worden. Middelen Voor de economische opgave de regio is een strategische agenda nodig met commitment van veel partijen. Het programma biedt ruimte voor nieuwe benaderingen en instrumenten, ook op financieel vlak. Door publiek-private samenwerking te stimuleren beogen de overheden maximaal particulier initiatief en privaat kapitaal te mobiliseren, waarbij er een mix ontstaat tussen publieke bijdragen en private inzet gekoppeld aan verantwoordelijkheid. Ondanks dit streven wijst de praktijk uit dat de noodzakelijke randvoorwaarden niet zonder overheidsondersteuning realiseerbaar zijn. Bijzondere, niet-reguliere inspanningen zijn nodig om optimaal in te zetten op de dynamiek en groeipotentie van het bestaande bedrijfsleven, het bedrijfsleven in de regio en de in ontwikkeling zijnde clusters.
8
De regiogemeenten kunnen zorgdragen voor de basisfinanciering van de Economic Board, door het beschikbaar stellen van een inwonerbijdrage. We starten, met behulp van een basisfinanciering van €1,- per inwoner per jaar, met een compact projectbureau Economic Board met 4 projectmedewerkers. Dit brengt ons op de schaal van de regio, met 750.000 inwoners op een som van 750.000,- per jaar dat besteed wordt aan financiering van het projectbureau en dient als projectbudget ter co-financiering van activiteiten. De bijdrage vanuit de regiogemeenten aan de Economic Board moet voor meerdere jaren worden vastgelegd, te beginnen met vijf jaar. Elk jaar monitoren we de prestatie van de Economic Board en kijken we of de regionale bijdrage toereikend is. We vragen de regiogemeenten zich in ieder geval voor vijf jaar te committeren aan een inwonerbijdrage van minimaal 1,- per inwoner per jaar zodat continuïteit is in het voortbestaan van de Economic Board en de bijbehorende projectorganisatie. De inwonerbijdrage is onvoldoende om te kunnen komen tot investeringen, bijvoorbeeld in het bieden van co-financiering op projecten. Willen we aanspraak kunnen doen op externe financieringsbronnen, zoals subsidieregelingen of fondsen, dan zal daarin altijd om een substantiële cofinanciering van de betrokken partners gevraagd worden. Het publiek-private investeringspotentieel kan beter benut worden. Het realiseren van een gezamenlijk (investerings)fonds van en voor de triple helix kan daarvoor een effectief instrument zijn (financial engineering). Een alternatief is om op het niveau van projecten de publiek-private financiering gezamenlijk te realiseren. Jaarlijks evalueert de Economic Board het functioneren van de projectorganisatie en de inzet van middelen.
6. Monitoring We monitoren op verschillende momenten in het jaar de resultaten op de verschillende speerpunten en projecten. Eén maal per jaar presenteren we de resultaten, trekken daaruit conclusies, ontwikkelen nieuwe projecten en stellen indien nodig onze strategische agenda bij. Dit maakt onderdeel uit van de meerjarige, cyclische aanpak zoals eerder beschreven. Daarnaast ontwikkelen we een monitor om de economische prestaties van de regio te kunnen volgen en daarop onze strategie aan te scherpen. We combineren bestaande kwantitatieve onderzoeken en analyses met kwalitatieve data op het niveau van de regio.
9
-1Concept de dato 29 mei 2015
PJN - 20150773 / 1 oprichting Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen
Vandaag, ***, verschenen voor mij, mr. Johannes Petrus Wilhelmus Victor Hopmans, notaris te Nijmegen: *** (de "Oprichters"). De verschenen personen verklaarden bij deze een stichting op te richten, waarvoor gelden de volgende STATUTEN Artikel 1 Naam, zetel 1.1 De stichting draagt de naam: Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen. 1.2 De stichting heeft haar zetel in de gemeente Nijmegen. Artikel 2 Doel 2.1 De stichting heeft ten doel het versterken van de samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden op de groeisectoren Health, Energy en Food en de cross-overs daartussen om daarmee de economische slagkracht van de regio Arnhem-Nijmegen verder te ontwikkelen en regionale groeikansen te benutten met alle voor dat doel dienstige middelen. 2.2 Van het doel is uitgesloten: het doen van uitkeringen aan de oprichters van de stichting of aan hen die deel uitmaken van de organen van de stichting. 2.3 Het is de stichting toegestaan onderdelen van haar activiteiten te doen uitvoeren door één of meer door haar beheerste rechtspersonen, mits het doel en de activiteiten van deze rechtspersonen passen binnen het doel en de activiteiten van de stichting. Voorts is het de stichting toegestaan deel te nemen in en/of directie te voeren over andere ondernemingen met een soortgelijk of aanverwant doel. Artikel 3 Vermogen 3.1 Het vermogen van de stichting wordt onder meer gevormd door: (a) inkomsten van donateurs en andere begunstigers; (b) subsidies, bijdragen (regio)gemeenten, fondsen, sponsoring; (c) erfstellingen en legaten; (d) overige baten;
-2Concept de dato 29 mei 2015
(e) opgenomen leningen; (f) andere wettige opbrengsten en inkomsten. 3.2 Erfstellingen kunnen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard. Artikel 4 Organen De stichting kent als organen: (a) de Economic Board; (b) de Directeur. Artikel 5 De Economic Board 5.1 De Economic Board bepaalt en bewaakt de missie, visie, doelstellingen en strategie van de stichting. 5.2 De Economic Board heeft voorts tot taak toezicht te houden op het beleid
5.3 5.4
5.5
5.6
van de Directeur zulks mede in relatie tot de missie, visie, doelstellingen en strategie van de stichting. De Economic Board beslist over (her)benoeming en ontslag van de Directeur. De Economic Board bestaat uit minimaal vijftien leden, afkomstig uit de in artikel 6 lid 3 genoemde geledingen en – indien de Economic Board een besluit neemt, als bedoeld in lid 5 van dit artikel, uit de bij reglement door de Economic Board nader vast te stellen nieuwe geleding(en). De geledingen binnen de Economic Board zijn, tenzij de Economic Board met een meerderheid van stemmen vertegenwoordigende ten minste twee/derde van het aantal in functie zijnde leden anders besluit, paritair vertegenwoordigd. In geval van een vacante zetel wordt de benoemingsprocedure gevolgd als bedoeld in artikel 6 van de statuten. Een vacante zetel heeft geen invloed op het functioneren van de Economic Board. De Economic Board kan besluiten het aantal leden uit te breiden, omdat zij één of meer nieuwe geleding(en) binnen de Economic Board vertegenwoordigd wenst te zien. Een besluit tot uitbreiding van het aantal leden van de Economic Board wordt genomen met een meerderheid van stemmen vertegenwoordigende ten minste twee/derde van het aantal in functie zijnde leden. De leden van de Economic Board zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hun uitsluitend uit hoofde van hun functie bij de stichting betreffende de werkzaamheden van de stichting en haar relaties bekend is, tenzij hun taakvervulling of de wet anders vereist. De leden ontvangen geen bezoldiging.
-3Concept de dato 29 mei 2015
Artikel 6 Benoeming van de leden van de Economic Board 6.1 Leden van de Economic Board dienen de bekwaamheid te hebben voor de te vervullen functie, het vermogen tot onafhankelijke oordeelsvorming alsmede het vermogen om met andere leden van de Economic Board samen te werken, een en ander overeenkomstig een door de Economic Board vast te stellen profielschets. In gemelde profielschets wordt ten minste bepaald dat een lid van de Economic Board, behoudens het lid dat wordt benoemd op voordracht van de gemeente als bedoeld in lid 3 onder (v), een persoon moet zijn die binding heeft met de regio ArnhemNijmegen doordat hij/zij voor een bedrijf of (overheids-)instantie of instelling werkt, die in deze regio is gevestigd. 6.2 De leden van de Economic Board (met uitzondering van de eerste leden van de Economic Board, die bij deze akte worden benoemd) worden door
6.3
6.4
de Economic Board benoemd. De benoeming van leden van de Economic Board uit de geleding genoemd in lid 3 (a) van dit artikel geschiedt uit een bindende voordracht. Tot het opmaken van een zodanige voordracht zijn bevoegd de instanties genoemd in lid 3 van dit artikel. Besluiten tot benoeming van de leden van de Economic Board worden genomen met een meerderheid van stemmen vertegenwoordigende ten minste twee/derde van het aantal in functie zijnde leden. De Economic Board kent in ieder geval de volgende geledingen: (a) de overheden; (b) de kennisinstellingen, en (c) het bedrijfsleven. Tot het doen van een bindende voordracht door de geleding hiervoor onder (a) genoemd, zijn – ieder voor één zetel – bevoegd: (i) het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem; (ii) het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen; (iii) gedeputeerde staten van de provincie Gelderland; (iv) de samenwerkende gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen; (v) de samenwerkende gemeenten in de regio Food Valley. Een vertegenwoordiger van een geleding kan als lid van de Economic Board slechts namens één geleding zitting hebben. Indien de zetel van een op voordracht van een bepaalde geleding benoemd lid vacant raakt, doet de secretaris van de Economic Board onverwijld mededeling daarvan aan de tot het doen van een voordracht
-4Concept de dato 29 mei 2015
6.5
bevoegde instantie binnen de betrokken geleding met het verzoek binnen een door de secretaris te stellen termijn, welke ten minste dertig (30) dagen zal bedragen een voordracht als bedoeld in lid 2 van dit artikel te doen. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een besluit van de Economic Board genomen met een meerderheid van stemmen vertegenwoordigende ten minste twee/derde van het aantal in functie zijnde leden. Wordt een voorgedragen persoon niet benoemd, dan doet de secretaris van de Economic Board onverwijld mededeling daarvan aan de tot het doen van een voordracht bevoegde instantie binnen de betrokken geleding met het verzoek binnen een door de secretaris te stellen termijn, welke ten minste dertig (30) dagen zal bedragen een nieuwe voordracht als bedoeld in lid 2 van dit artikel te doen.
6.6
Is namens de tot het doen van een voordracht bevoegde instantie binnen een geleding geen voordracht gedaan of is deze niet tijdig gedaan, dan is de Economic Board vrij een lid naar haar keuze te benoemen. De Economic Board houdt daarbij zoveel mogelijk rekening met de aard van de betrokken geleding. Een aldus benoemd lid wordt geacht namens de betrokken geleding in de Economic Board zitting te hebben. Artikel 7 Einde lidmaatschap van de Economic Board 7.1 Een lid van de Economic Board kan ten hoogste drie maal voor de periode van vier jaar zitting hebben in de Economic Board. 7.2 Een lid van de Economic Board kan zijn lidmaatschap doen eindigen door een schriftelijke opzegging, gericht aan de secretaris van de Economic Board. Het lidmaatschap eindigt alsdan op het in de opzegging aangegeven tijdstip, doch niet eerder dan het moment waarop de opzegging de stichting heeft bereikt. De Economic Board zal zelf tevens 7.3
een rooster van aftreden van haar leden vaststellen. Voorts eindigt het lidmaatschap: (a) doordat betrokkene niet langer werkzaam is in de geleding van waaruit hij zitting heeft in de Economic Board; (b) doordat de geleding op voordracht waarvan betrokkene is benoemd ophoudt te bestaan; (c) bij besluit van de tot het doen van een voordracht bevoegde instantie binnen de betrokken geleding op voordracht waarvan betrokkene is benoemd; (d) door overlijden; (e) doordat betrokkene krachtens onherroepelijk geworden rechterlijke
-5Concept de dato 29 mei 2015
(f) (g) (h)
uitspraak in staat van faillissement verkeert, de schuldsanering natuurlijke personen op hem van toepassing is verklaard, dan wel op andere grond krachtens onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak het vrije beheer over zijn vermogen heeft verloren; conform het rooster van aftreden; zodra niet langer wordt voldaan aan de kwaliteitseis als bedoeld in artikel 6 lid 1 van deze statuten; door een besluit tot ontslag, wegens verwaarlozing van zijn taak of bij onvoldoende functioneren, wegens onverenigbaarheid van belangen, wegens andere gewichtige redenen, door de Economic Board genomen met een meerderheid van stemmen vertegenwoordigende ten minste twee/derde van het aantal in functie zijnde leden. Alvorens een dergelijk besluit tot ontslag te nemen, wordt het desbetreffende lid de gelegenheid geboden om in
een vergadering van de Economic Board te worden gehoord. Het desbetreffende lid neemt bij de besluitvorming geen deel aan de stemming en wordt evenmin meegerekend bij het vaststellen van het vereiste quorum. 7.4 De Economic Board kan een lid schorsen indien het betreffende lid in zodanig mate tekort schiet in de uitoefening van zijn taak dat een tijdelijke ontheffing uit zijn taak noodzakelijk is in het belang van de stichting. De schorsing vervalt van rechtswege indien de Economic Board niet binnen één maand na de schorsing overgaat tot ontslag op een van de gronden als in lid 3 sub (h) genoemd. Het desbetreffende lid neemt bij de besluitvorming geen deel aan de stemming en wordt evenmin meegerekend bij het vaststellen van het vereiste quorum. Artikel 8 Vergaderingen van de Economic Board 8.1 De Economic Board vergadert zelfstandig zo dikwijls als zij voor haar
8.2
8.3
taken wenselijk acht. De secretaris draagt zorg voor de organisatie van een vergadering en houdt bij de planning daarvan rekening met de belangen van betrokkenen. De bijeenkomsten van de Economic Board worden voorgezeten door een voorzitter. De Economic Board wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan. De voorzitter, als bedoeld in het vorige lid, ziet erop toe dat ter vergadering de juiste procedures worden gevolgd en dat wordt gehandeld in overeenstemming met de wettelijke verplichtingen. De voorzitter wordt in zijn rol ondersteund door een secretaris die werkzaam is bij de stichting. De functie van secretaris van de Economic Board wordt
-6Concept de dato 29 mei 2015
8.3
8.4
8.5
vervuld door de Directeur. De secretaris van de Economic Board roept de vergadering bijeen door middel van een schriftelijke oproep onder vermelding van de te behandelen onderwerpen te zenden aan elk lid van de Economic Board afzonderlijk. De oproepingstermijn bedraagt ten minste acht dagen, die der verzending en die van de vergadering niet meegerekend. In spoedeisende gevallen kan de oproepingstermijn worden verkort tot drie dagen, die van de verzending van de oproep en die van de vergadering niet meegerekend. Indien alle in functie zijnde leden van de Economic Board ter vergadering aanwezig dan wel vertegenwoordigd zijn, kan op het niet in acht nemen van de oproepingstermijn geen beroep worden gedaan. Een lid van de Economic Board kan zich, na overleg met de voorzitter, bij afwezigheid door een medelid ter vergadering laten
vertegenwoordigen. Artikel 9 Besluiten van de Economic Board 9.1 Indien niet ten minste de meerderheid van het aantal in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, kunnen geen besluiten worden genomen. 9.2 De leden hebben, tenzij ze zijn geschorst, stemrecht. Elke stem weegt onderling even zwaar. 9.3 Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling, tenzij een lid schriftelijke stemming verlangt. Stemming bij acclamatie is geoorloofd, tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt. 9.4. Tenzij in deze statuten anders wordt bepaald worden besluiten genomen met een gekwalificeerde meerderheid van twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen en blanco stemmen gelden als niet uitgebracht. 9.5
In geval van staking van stemmen zal één maal worden herstemd. Staken de stemmen dan wederom, dan wordt geacht geen besluit te zijn genomen. 9.6 Van het ter vergadering verhandelde en beslotene worden door de secretaris notulen opgemaakt. De notulen worden voor de volgende vergadering aan alle leden toegestuurd. In die volgende vergadering worden de leden in de gelegenheid gesteld opmerkingen over de notulen te maken en voorstellen tot wijziging daarvan te doen. De notulen worden daarna vastgesteld en door de secretaris in een register bewaard. Artike10
-7Concept de dato 29 mei 2015
Directeur 10.1 De Directeur is belast met het besturen van de stichting en is in dat kader verantwoordelijk voor de uitvoering van de missie, visie, doelstellingen en strategie van de stichting. 10.2 De Directeur wordt benoemd door de Economic Board. De Directeur beschikt over de kennis en ervaring die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn/haar taak, als beschreven in de door de Economic Board vast te stellen profielschets. 10.3 De Economic Board stelt het bezoldigingsbeleid voor en de arbeidsvoorwaarden van de Directeur vast. 10.4 De rechtspositie, de arbeidsvoorwaarden en de honorering van de Directeur worden geregeld in een schriftelijke arbeidsovereenkomst die de stichting met de Directeur aangaat. 10.5 De Directeur is verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hij/zij uitsluitend uit hoofde van zijn/haar functie bij de stichting bekend is omtrent de werkzaamheden en relaties van de stichting, tenzij zijn/haar taakvervulling of de wet anders vereist. Artikel 11 Schorsing en ontslag van de Directeur 11.1 De Economic Board is bevoegd de Directeur te ontslaan en voor een door de Economic Board te bepalen termijn te schorsen. Is voor het einde van de schorsingstermijn geen besluit tot intrekking of verlenging van de schorsing, dan wel tot ontslag genomen, dan eindigt de schorsing door het verstrijken van die termijn van rechtswege. 11.2 Besluiten tot oplegging of verlenging van een schorsing of tot ontslag van de Directeur worden niet genomen dan nadat hij/zij in de gelegenheid is gesteld zich in een vergadering van de Economic Board, desgewenst met bijstand van een raadsman, te verweren tegen het voorgenomen besluit en vereisen een meerderheid van stemmen vertegenwoordigende ten minste twee/derde van het aantal in functie zijnde leden van de Economic Board 11.3 Besluiten als bedoeld in dit artikel worden schriftelijk aan de Directeur meegedeeld. Artikel 12 Vertegenwoordiging 12.1 De Directeur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. 12.2 Overeenkomsten tot het verkrijgen vervreemden of bezwaren van registergoederen, alsmede overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk
-8Concept de dato 29 mei 2015
maakt of zich tot zekerheid voor de schuld van een derde verbindt, kunnen namens de stichting slechts worden aangegaan indien zulks verband houdt met de in artikel 2 omschreven activiteiten die de stichting zich ten doel stelt en mits goedkeuring tot het aangaan van zodanige overeenkomsten is goedgekeurd door de Economic Board. 12.3 Jaarlijks legt de Directeur aan de Economic Board een (concept) begroting en een (concept) jaarplan voor het komende jaar voor. De Economic Board kan verlangen dat voor bepaalde door de Economic Board aan te wijzen onderdelen van de activiteiten van de stichting een afzonderlijke (concept) begroting en/of een afzonderlijk jaarplan wordt opgesteld. Deze stukken behoeven de goedkeuring van de Economic Board. Artikel 13 Beperking bevoegdheden Directeur 13.1 De Economic Board is bevoegd besluiten van de Directeur aan zijn goedkeuring te onderwerpen, mits de Economic Board in zijn daartoe strekkende besluit of in een reglement zodanige besluiten nauwkeurig omschrijft en aan de Directeur kenbaar maakt. Artikel 14 Archief 14.1 De Directeur draagt zorgt voor het beheer van het archief van de stichting. 14.2 De accountant die de jaarrekening controleert heeft recht op inzage in het archief, indien noodzakelijk ter uitvoering van zijn werkzaamheden ten behoeve van de stichting. Artikel 15 Administratief beheer en jaarrekeningen 15.1 De Directeur zorgt ervoor dat een zodanige boekhouding en administratie wordt bijgehouden dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. 15.2 Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 15.3 De Directeur zorgt ervoor dat jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening van de stichting wordt opgemaakt en aan de Economic Board ter vaststelling wordt voorgelegd. De jaarrekening bestaat uit een balans, een staat van baten en lasten (exploitatierekening) en een toelichting en dient te worden gecontroleerd door een accountant. De accountant wordt benoemd door de Economic Board op voordracht van de Directeur. De Directeur voegt de accountantsverklaring aan de jaarrekening toe en doet de jaarrekening vergezeld gaan van een jaarverslag waarin de belangrijkste activiteiten en ontwikkelingen van de
-9Concept de dato 29 mei 2015
stichting worden weergegeven. 15.4 De jaarrekening met de daaraan toegevoegde accountantsverklaring en het jaarverslag worden besproken in een vergadering van de Economic Board, welke uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt gehouden. In die vergadering wordt de jaarrekening bij besluit van de Economic Board al dan niet gewijzigd vastgesteld en wordt besloten over de goedkeuring van het jaarverslag. De Economic Board besluit evenwel niet tot wijziging dan na overleg met de accountant die de jaarrekening heeft gecontroleerd. Na vaststelling wordt de jaarrekening door de Directeur en van de Economic Board ondertekend. Ontbreekt de ondertekening van één of meer leden dan wordt daarvan onder de jaarrekening met opgave van reden melding gemaakt. 15.5 Bij de vaststelling van de jaarrekening en goedkeuring van het jaarverslag kan de Economic Board décharge verlenen aan de Directeur voor het in het boekjaar gevoerde bestuur Artikel 16 Statutenwijziging 16.1 De Economic Board is bevoegd te besluiten tot statutenwijziging. Behoudens het bepaalde in het volgende lid is voor het besluit een meerderheid van stemmen vereist vertegenwoordigende ten minste twee/derde van het aantal leden. 16.2 Een besluit tot wijziging van het doel van de stichting, alsmede een besluit tot wijziging van dit artikel kan slechts worden genomen met algemene stemmen van alle leden van de Economic Board. 16.3 De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Elk lid van de Economic Board alsmede de Directeur is bevoegd om een goedgekeurde akte te doen verlijden. Artikel 17 Ontbinding 17.1 De Economic Board is bevoegd de stichting te ontbinden bij besluit genomen met algemene stemmen van alle leden. 17.2 Bij het besluit wordt uitdrukkelijk het tijdstip bepaald waarop de stichting wordt ontbonden. 17.3 Een eventueel na vereffening blijkend overschot van het vermogen van de stichting wordt aangewend voor een door de Economic Board te bepalen doel, welk doel zo veel mogelijk aansluit hij het doel van de stichting. 17.4 De vereffening geschiedt door de Directeur onder toezicht van de Economic Board. 17.5 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere
- 10 Concept de dato 29 mei 2015
gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de wettelijke termijn berusten onder de door de vereffenaars aan te wijzen persoon. Artikel 19 Slotbepalingen 19.1 In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist de Directeur na overleg met de Economic Board. 19.2 Onder "schriftelijk" wordt in deze statuten tevens verstaan: communicatie via enig elektronisch communicatiemiddel, waaronder e-mail. Voorts geldt dat ten aanzien van het bepaalde in deze statuten aan de eis van schriftelijkheid wordt voldaan indien de kennisgeving, mededeling, besluitvorming, volmacht, stemming, respectievelijk het verzoek, elektronisch is vastgelegd. Ingeval op grond van de wet of deze statuten bepaalde stukken en/of mededelingen ter inzage moeten worden gelegd en/of daarvan afschriften moeten worden verstrekt, kan hieraan door de stichting ook worden voldaan door deze stukken en/of mededelingen raadpleegbaar en beschikbaar (downloaden) te maken via haar website. Slotverklaringen Tenslotte verklaarden de verschenen personen: 1. Tot leden van de Economic Board zijn benoemd: ***. 2. Tot Directeur is benoemd: ***. 3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op één en dertig december tweeduizend vijftien. SLOT De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend. WAARVAN AKTE is verleden te Nijmegen op de datum in het begin van deze akte vermeld. De inhoud van deze akte is aan de verschenen personen zakelijk opgegeven en toegelicht. Hierbij zijn de verschenen personen gewezen op de gevolgen die uit de akte voortvloeien. De verschenen personen hebben vervolgens verklaard kennis te hebben genomen van de inhoud van de akte en met de inhoud en beperkte voorlezing van deze akte in te stemmen. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend.
22-5-2015
Economic Board regio Arnhem-Nijmegen Strategische uitvoeringsagenda Constituerend Beraad 28 april 2015
Wat vooraf ging Eind 2013: Stuurgroep Regionale Samenwerking 2014: Commissie Triple Helix Jan 2015 - heden: Keygroup Economic Board regio Arnhem-Nijmegen
1
22-5-2015
Keygroup Toon van Asseldonk, gemeente Overbetuwe Kees Boele, Hogeschool Arnhem Nijmegen Hubert Bruls, gemeente Nijmegen (voorzitter) Marcel Hielkema, VNO-NCW Gerard Meijer, Radboud Universiteit Peter Molengraaf, Alliander Charles Smit, NXP
Opgaven keygroup 1. Opstellen Strategische Uitvoeringsagenda 2. Formeren Economic Board Arnhem-Nijmegen
2
22-5-2015
Uitgangspunt: Gelderse Economische Driehoek FOOD ENERGY
HEALTH
1. Strategische uitvoeringsagenda Missie Triple Helix Innovatie, profilering & lobby en economische groei Door: Stimuleren van samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en bedrijven Versterken bestaande topsectoren Health, Energy en Food en de cross-overs daartussen
3
22-5-2015
1. Strategische uitvoeringsagenda Cross-overs Echte innovaties ontstaan uit nieuwe combinaties Diverse cross-sectorale uitdagingen op groeisectoren HealthEnergy-Food
Voorbeelden: Health-Food: Healthy aging, voedselveiligheid Food-Energy: Biobased economy, bio-energie, sport en bewegen Health-Energy: Binnenklimaat
1. Strategische uitvoeringsagenda Profilering en lobby De regio als één geheel: uitwerken profiel Formuleren regionale propositie Lobbyagenda richting Den Haag en Brussel
4
22-5-2015
2. Formeren Economic Board Organisatie Deelnemers: bedrijven, kennisinstellingen en overheden Verantwoordelijk voor regievoering op strategische uitvoeringsagenda Uitvoering in handen van projectbureau (compact & slagvaardig) Juridische vorm: Stichting Economic Board regio Arnhem-Nijmegen
2. Formeren Economic Board Samenstelling De drie geledingen gelijkelijk vertegenwoordigd
Voorstel samenstelling overheidsgeleding Lid college van B&W gemeente Arnhem Lid college van B&W gemeente Nijmegen Bestuurder uit een van de regiogemeenten Gedeputeerde provincie Gelderland Bestuurder vanuit Food Valley
5
22-5-2015
2. Formeren Economic Board Middelen Overheden faciliteren: verantwoordelijk voor financiering organisatie Bedrijven en kennisinstellingen : primair verantwoordelijk voor financiering gezamenlijke projecten Overheden betalen €1,- per inwoner per jaar Met bedrijfsleven en kennisinstellingen worden nadere afspraken gemaakt over structurele bijdragen
Vervolg Mei-Juli Vaststelling strategische uitvoeringsagenda Inrichten projectbureau Oprichten Stichting Economic Board regio ArnhemNijmegen
September 2015 Start Economic Board regio Arnhem-Nijmegen
6