Antillen: De zogenaamde Grote Parketvergadering van het OM van de Nederlandse Antillen, gehouden in Landhuis Ascension. Op de foto vlnr: Gert Rip, Ernst Wesselius, Frank Dandare, Brian de Graaf, Wendy Hu-A-Ng, Natashia Lijkwan, Franklin Wilson, Paul Mooij, Arie de Muij, Lineke Jantzen, Sandra Whitfield, Shaida van Triest-Martis, Henk van der Werff, Herman Stam, Giselle Veen-Jonkhout, en met taart: Leomar Angela en achter hem verscholen: Wouter Tielkemeijer.
Hilversum: De afdeling bedrijfsvoering van het Parket-Generaal is 18 april op bezoek geweest bij Opsporing Verzocht. Hier de hele afdeling met presentator Frits Sissing.
Zwolle: Onder het motto “Samen Sterk” hebben alle leidinggevenden van de parketten Almelo en ZwolleLelystad op 8 april doorgepraat over de toekomstplannen op het gebied van Het OM Verandert. Van links naar rechts: Diederik Greive (fungerend hoofdofficier Flevoland), Ben Hendriks (hoofdofficier Almelo), Arend Vast (hoofdofficier Zwolle-Lelystad) en Albert Hazelhoff (plaatsvervangend hoofdofficier Almelo) gehuld in T-shirts met opdruk.
Middelburg: Parket Middelburg gaat verhuizen. Er wordt druk gepland en voorbereid. Inge van Waarde en Marina Rademaker vonden het een ideale gelegenheid om collega Adri Matthijsse ‘op te ruimen’...
Zutphen: Medewerkers van het stafbureau op een cursus procesmatig werken in het IJsselpaviljoen in Zutphen (27 april).
opportuun
Den Bosch: Stafmedewerkers nemen op 29 april afscheid van René Craemer, hoofdofficier arrondissementsparket ’s-Hertogenbosch. René krijgt voor zijn afscheid een zorgvuldig bewaard cadeau: een ingelijste karikatuur.
Apeldoorn: Samen bouwen naar ongekende hoogte. Vrijdag 22 april, bijeenkomst van teamleiders op de politieacademie te Apeldoorn. Deze dag was georganiseerd door het project Centrale Verwerking (OMV) en stond in het teken van het samen bouwen van de CVOM
openbaar ministerie
Parket-Generaal: Op 21 april was het secretaressedag. De secretaressen van het ParketGeneraal genieten van een heuse High-Tea in Den Haag (na een bezoek aan de P.I. Haarlem). Links vooraan: Danielle, Hil, Gaytrie, Angelica, Irene. Rechts: Miriam, Karin, Emmeline, Loes, Monique
Utrecht: Op woensdag 20 april zijn in Utrecht in het kader van de Veiligheidsweek verschillende BHVoefeningen en een ontruiming gehouden. Het gerechtsgebouw werd ontruimd voor een oefening. Na driekwartier kon iedereen weer aan het werk. Binnenkort wordt de hele week geëvalueerd.
Rotterdam: Het rechtbankbaliegala op 15 april was dit jaar weer opengesteld voor medewerkers van het Openbaar Ministerie. Om niet in de veelheid van rechtbankpersoneel en advocaten te verdwijnen, hadden de OM-ers besloten een dresscode af te spreken. Bijna iedereen was in het zwart en droeg een gekleurde boa.
Oss: Het Regionaal Veiligheidshuis in Oss werd op 29 april geopend door de Commissaris van de Koningin Hanja Maij-Weggen Linksachter de heer Klitsie, burgemeester van Oss en rechtsachter Leo Melkert, projectleider van het Regionaal Veiligheidshuis, en rechtsvoor Aline van de Pol die de Commissaris van de Koningin welkom heet met een bloemetje.
tijdschrift voor het openbaar ministerie jaargang 11 nummer 5 mei 2005
achterom
Breda/Middelburg: De mannen van de Bredase en Middelburgse sturingsondersteuningsunits hebben allemaal de neuzen 'dezelfde kant op' tijdens een gezamenlijk bijeenkomst op 28 april in het zonnige Vlissingen.
De Wijkerslooth: ‘de kwaliteit van het OM is zichtbaar verbeterd’ Functioneel Parket neemt milieutaak ter hand Bovenregionale Recherche boekt resultaten Hirsch Ballin schetst voordelen van de Europese Grondwet
3 –
Alles Afwegende: Viervoudige
moord in Kerkrade VERKEER
5 – Oefenhof voor juridisch medewerkers 6 – Het kantongevoel van Ernst Wesselius 7 – Oud-minister Hirsch Ballin over de Europese Grondwet
8 – Afscheidsinterview met Joan de Wijkerslooth: ‘schuld en boete laten zich niet plezierig verkopen’
13 –
Column:
Gerard Strijards
14 – Bovenregionale recherche boekt resultaat 15 –
Column:
Jan Hoekman
16 –
Het OM Verandert:
18 –
Agenda
19 – 20 – 21 – 23 – 24 –
Milieutaken naar het Functioneel Parket
Personalia Uitgelicht Beleid en regels Verkeer AchterOM
openbaar ministerie
tijdschrift voor het openbaar ministerie jaargang 11 nummer 5 mei 2005
Koos Spee Voor complete teksten bel: 0346-33 33 10
Colofon
Opportuun, 11e jaargang nr.5, mei 2005 Verschijningsdatum 11e jaargang nr.6: 30 juni 2005. Opportuun is het tijdschrift voor en van het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het Openbaar Ministerie en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt tien keer per jaar. Redactie: De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Eindredactie: Leo Maat Redactieraad: Ryan Lievaart, Loes Borghuis, Heleen Rutgers, Hans Wesselink, Marcel Wolters
Vaste medewerkers: Thea van der Geest, Mirelle Herlfterkamp, Angela Kaptein, Karin Mensink, Juriaan Simonis, Ernst Wesselius, Koos Spee, Joan de Wijkerslooth Aan dit nummer werkten verder mee: Anne-Marie van het Erve, Anne Hoeksema, Gerard Strijards, Jan Hoekman en Jan-Willem Grimbergen. Foto omslag: Lianne Bertens Ontwerp: Barlock, Den Haag Druk: Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 6900 Redactie-adres: Voorlichtingsdienst OM, kamer 423, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon 070 33 99 825 (redactie) 070 33 99 823 (abonnementenadministratie)
met zijn (opgevoerde) bromfiets op de weghelft
uitoefening van de bevoegdheid tot het opleg-
van het tegemoetkomende verkeer is terechtge-
gen van een rijverbod heeft omringd- moet wor-
komen. Terechtkomen of uiteindelijk rijden zijn
den aangenomen dat het opgelegde rijverbod
taalkundige variaties op hetzelfde noodlottige
eerst rechtskracht heeft na de vastlegging in een
thema van de bewezenverklaring dat verzoeker
beschikking en bekendmaking daarvan aan de
op de verkeerde weghelft reed en daar op een
betrokkene (art. 3:41, eerste lid, Awb). Het oor-
tegenligger is gebotst die daarbij volstrekt node-
deel van het Hof dat de omstandigheid dat het
loos om het leven is gekomen. Het middel faalt
rijverbod mondeling is opgelegd, niet in de weg
Gewekt vertrouwen bij instellen rechtsmiddel ?
volgens de PG, overgenomen door de HR, beslis-
staat aan de geldigheid van het verbod, is naar
Gerechtshof Leeuwarden 14 april 2005 WAHV
send tot verwerping van het beroep.
de mening van de HR onjuist. Volgt terugverwij-
05/00197
zing naar het Hof om met inachtneming van dit
Betrokkene heeft aangevoerd dat zij telefonisch
Mondeling gegeven rijverbod
arrest v.w.b. de strafoplegging terzake van het
contact heeft gehad met een medewerkster van
Hoge Raad 12 april 2005, strafkamer nr. 02415/04
rijden onder invloed op het bestaande hoger
de rechtbank en dat die tegen haar heeft gezegd
De verbalisanten troffen verdachte aan, terwijl
beroep opnieuw te berechten en af te doen.
dat de appèlgrens van €70,- , zoals vermeld
hij stond te urineren tegen een gevel. Naast de
onder aan de beslissing van de kantonrechter,
verdachte stond een personenauto met twee
Invordering rijbewijs en onbevoegde inhouding?
geen belemmering vormt om in hoger beroep te
wielen op het trottoir. Verdachte stond onvast ter
Hoge Raad 5 april 2005, strafkamer nr. 00948/04
gaan. Het Hof is van oordeel dat ook al zou het
been en had bloeddoorlopen ogen. Voorts roken
Verdachte werd verweten met zijn auto te heb-
vertrouwen zijn gewekt dit nog niet mee brengt
verbalisanten dat de adem van de verdachte
ben gereden terwijl zijn rijbewijs was ingevor-
dat de betrokkene in het hoger beroep dient te
riekte naar inwendig gebruik van alcoholhou-
derd. In cassatie wordt het verweer gevoerd dat
worden ontvangen. Nu volgens de wet geen
dende drank. Op daartoe strekkende vragen van
de beslissing tot inhouding van het rijbewijs
rechtsmiddel openstaat, komt de betrokkene
de verbalisanten hoorden zij verdachte zeggen
onbevoegd was genomen, te weten door een
door haar niet in haar beroep te ontvangen
dat hij niet meer ging rijden in de bedoelde per-
(daartoe niet gemandateerde) parketsecretaris
bovendien niet in een nadeliger positie dan
sonenauto, maar dit wel zojuist had gedaan.
(vgl. HR 23 september 2003, Nieuwsbrief
indien dat vertrouwen niet zou zijn gewekt. Volgt
Vervolgens is hem door verbalisant M. een rij-
Strafrecht 2003, nr. 349, LJN AG3621). De HR is
niet-ontvankelijk verklaring van betrokkene in
verbod opgelegd voor de duur van tenminste 4
van mening dat tegen de achtergrond van de
het hoger beroep.
uren en is de verdachte uitgelegd dat het over-
wetsgeschiedenis (TK 1987-1988, 20591, nr. 3,
treden van dit rijverbod een misdrijf van de
bldz. 10 en 11) de wettelijke bepalingen aldus
Onvoorzichtig rijgedrag; grondslagverlating?
Wegenverkeerswet 1994 opleverde. De verbali-
moeten worden verstaan dat de invordering (en
Hoge Raad 5 april 2005, strafkamer nr. 02422/04
santen hoorden verdachte vervolgens zeggen
eventuele inhouding) van het rijbewijs van
Volgens de bewezenverklaring heeft het onvoor-
dat hij dit begreep en dat hij absoluut niet zou
kracht is zolang het rijbewijs niet is teruggeven.
zichtig rijgedrag “hierin bestaan dat verdachte
gaan rijden. Even later zagen collega-verbalisan-
Deze veiligheidsmaatregel (MvT nr. 22030, nr. 3,
toen daar op het fietspadgedeelte bestemd voor
ten de eerdergenoemde personenauto rijden en
pag. 50) verliest zijn rechtskracht derhalve
het hem, verdachte, tegemoetkomende (brom-
hebben zij de bestuurder een stopteken gege-
slechts door teruggave van het rijbewijs op
)fietsverkeer is komen te rijden” (zoals ook was
ven. Betrokkene werd gedagvaard voor rijden
grond van een daartoe strekkende beslissing
ten laste gelegd), terwijl het Hof bij de strafmoti-
onder invloed en rijden tijdens een opgelegd rij-
van de officier van justitie, dan wel op last van de
vering in aanmerking heeft genomen dat ver-
verbod. V.w.b. dit laatste verwijt heeft de raads-
rechter naar aanleiding van een klaagschrift als
dachte “als bestuurder van een bromfiets aan-
man van verdachte betoogd dat er geen sprake
bedoeld in art. 164, achtste lid WVW94. In aan-
merkelijk onvoorzichtig heeft gereden waardoor
was van een rechtsgeldig rijverbod, nu het aan
merking genomen dat niet is aangevoerd dat de
hij op het fietspadgedeelte is komen te rijden
de verdachte opgelegde rijverbod niet, zoals arti-
onderhavige maatregel op de in bewezenverkla-
enz.”. De PG bij de HR concludeert dat “we hier
kel 162, tweede lid, van de WVW 1994 vereist, in
ring genoemde tijdstippen zijn rechtskracht had
weer een dankzij laag water gevonden spijker
een beschikking is vastgelegd en aan hem is uit-
verloren op een van de hiervoor vermelde wijzen,
hebben”. Het middel berust in de eerste plaats
gereikt. Dit verweer mag de verdachte naar het
klaagt het middel, naar het oordeel van de HR,
op een onjuiste opvatting omtrent de grondslag-
oordeel van de PG bij de Hoge Raad niet baten.
vruchteloos over ’s Hofs verwerping van het
leer. Bij de sanctievraag is van een strikte gebon-
Een rijverbod als bedoeld in artikel 162 van de
gevoerde verweer. Volgt verwerping van het
denheid aan de woorden van de tenlastelegging
WVW 1994 is, naar het oordeel van het hof,
beroep.
geen sprake; de grondslagfunctie verlangt dat
rechtsgeldig opgelegd, reeds op het moment dat
ook niet (J. Boksem, Op den grondslag der ten-
zulks mondeling is geschied. Het enkele feit dat
lastelegging, diss. Nijmegen, AA Libri 1996, bldz.
nadat die mededeling is gedaan, het (nog) niet
231). Bij de strafmotivering mag ook acht gesla-
tot een uitreiking van een rijverbod op schrift als
Zie verder op OMtranet:
gen worden op hetgeen bij het onderzoek op de
bedoeld in het tweede lid van dat artikel is geko-
– Weigering blaastest; Gerechtshof
terechtzitting is gebleken (vgl. HR 2 november
men, doet aan die rechtsgeldigheid niet af. De
Leeuwarden 20 april 2005, WAHV 04/01510
2004, LJN AQ8466; NbSr 2004, 437; HR 15 april
HR is echter van oordeel dat tegen de achter-
– Onbekend gebleven bestuurder;Hoge Raad
1986, NJ 1987, 25). Daarmee is niet gezegd dat
grond van de wetsgeschiedenis (art. 162, lid 2
bij de strafmotivering van een (geheel) andere
WVW94) inzake de schriftelijke vastlegging van
– Door alcoholisme ontoerekeningsvatbaar?
gang van zaken mag worden uitgegaan dan ten-
een opgelegd rijverbod in een beschikking -welk
Hoge Raad 22 maart 2005, strafkamer nr.
laste is gelegd en bewezenverklaard. Maar daar-
voorschrift behoort tot de waarborgen waarmee
01063/04
van is hier geen sprake. Vast staat dat verzoeker
de wetgever in het belang van justitiabelen de
12 april 2005, strafkamer nr. 03291/04
23 opportuun nummer 5 – 2005
opportuun
Inhoud
ALLES AFWEGENDE
‘Twintig jaar en tbs was maatschappelijk onverkoopbaar’
V
ervolgens kwamen er bij de politie enkele ongeruste telefoontjes binnen van familieleden die geen contact konden krijgen met de overige drie gezinsleden van de sportschoolhouder. De ex-vriendin van de verdachte, haar broer en moeder waren enkele minuten daarvoor in hun woning doodgeschoten door de verdachte. Chaira Ament zal de zaak van een ex-marinier die in het tijdbestek van 15 minuten vier leden van zijn voormalige schoonfamilie heeft gedood leiden. ‘Er was nog even sprake van dat de zaak misschien door parket Arnhem behandeld zou moeten worden. Een (ex)militair die een delict pleegt in een officieel uniform, dient volgens het militair strafrecht te worden berecht’. Hiervan was in dit geval geen sprake, de verdachte droeg een ‘gevechtstenue’ wat hij bij een particulier had gekocht. ‘Motherfucker’ schreeuwt de verdachte als hij de sportschool binnenloopt tegen de vader van zijn ex-vriendin, die op dat moment aan de telefoon is met een mede-
werker van 112. Hij verzoekt de alarmcentrale een wagen te sturen. Dit is zijn laatste telefoongesprek. Hij overlijdt ter plaatse door de schoten uit het pistool van de verdachte. De schutter wordt na zijn daad door zijn broer en enkele getuigen in de sportschool overmeesterd. Voorafgaand aan dit incident heeft de broer van de man, gezien dat hij een ‘gevechtstenue’ aantrok en wapens meenam. De broer is direct naar de sportschool gereden om de sportschoolhouder te waarschuwen. ‘De waarschuwing was dus wel overgekomen.’ De broer wist echter niet dat de verdachte eerst langs de woning, waar z’n ex-vriendin, haar broer en moeder aanwezig waren, was gegaan.
Bewijs ‘De impact van de zaak was voor mij direct duidelijk. In de eerste uren van het onderzoek waren we op een gegeven moment met vier officieren (inclusief de persofficier). Bewijstechnisch was het een makkelijke zaak. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd. Daarnaast waren alle kogels en hulzen afkomstig uit het pistool van de verdachte. Toch bestaat er het gevaar
om er vanuit te gaan dat het om een ‘ronde’ zaak gaat. Om dit te voorkomen heb ik het NFI ingeschakeld om een technisch onderzoek te laten verrichten. Ik vond het van belang om de schietafstand te weten te komen. De verdachte is een ex-marinier met een schietvergunning. Hij heeft bij de Bijzondere Bijstands Eenheid (BBE) gezeten. Het Korps Mariniers is ook gehoord over zijn inzet en het mogelijk lijden aan een Post Traumatische Stress Stoornis. ‘Er zijn in totaal vijfentwintig getuigen gehoord. Ik heb de betreffende woning de dag na het incident bezocht, de slachtoffers waren nog niet geborgen, het was mij meteen duidelijk dat hij heel gericht heeft geschoten. Alle kogels hadden doel getroffen’. Chaira Ament wijst op een tekening uit de Nieuwe Revue aan haar muur. Hierop is de situatie in de woning geschetst. Een grote hond op de voorgrond van de tekening zie je niet over het hoofd. ‘Die hond was in de woning aanwezig tijdens de schietpartij. Hij is echter als enige ongedeerd gebleven. Hier is wederom uit op te maken dat de verdachte zeer gericht heeft geschoten.’
3 opportuun nummer 5 – 2005
Op vrijdag 24 oktober 2003 kreeg Chaira Ament, officier van justitie in Maastricht en gebiedsofficier voor de regio Kerkrade, een melding binnen van een schietpartij in een sportschool. ‘Ik had op dat moment piket en werd opgehouden door een andere zaak. Een collega heeft de eerste uren van het onderzoek voor mij waargenomen. Het levensloze slachtoffer waarmee we werden geconfronteerd is de sportschoolhouder, de vader van de ex-vriendin van de verdachte. Dat was voor ons op dat moment het enige slachtoffer.’
opportuun
Telastlegging
4
ernst van de feiten en het niet meer kunnen terugkeren in de maatschappij, mede omdat het recidiverisico hoog is. Ik vond de conclusies uit het PBC-rapport onvoldoende onderbouwd. Ik heb in mijn requisitoir mijn twijfels over de behandeling van de verdachte geuit en gewezen op de risico’s om hem terug te laten keren in de maatschappij.
Koude rillingen Voor de inhoudelijke behandeling van de zaak is er een aparte zittingszaal voor de nabestaanden ingericht. Zij woonden de zitting via een videoverbinding bij. Er waren ook medewerkers van slachtofferhulp aanwezig voor de nabestaanden. Er waren namelijk behoorlijk wat nabestaanden, maar ook familie en vrienden van de verdachte die de zitting wilden bijwonen. De zittingszalen in Maastricht zijn relatief klein, dus dan is de confrontatie onvermijdelijk. De verdachte was tijdens de inhoudelijke behandeling niet geboeid, maar er was voldoende parketpolitie om direct in te grijpen. Ik heb er voor gekozen om de geluidsband van 1–1–2 op de zitting te laten afspelen. Het gesprek duurt ongeveer drie minuten. Ik heb dat bandje van 1–1–2 wel vijftig keer gehoord, ik kreeg er iedere keer weer koude rillingen van. Je hoort hem letterlijk zijn laatste adem uitblazen. De band gaf de situatie is de sportschool precies weer. Mijn motivering is ook om de zaak zo realistisch mogelijk te benaderen. De nabestaanden waren hiervan op de hoogte en konden de aparte zittingszaal verlaten zonder de orde te verstoren.’ Voor iedereen was dit zwaar om aan te horen. De zitting werd hierna even geschorst. De verdediging bestond uit
‘Ik heb er voor gekozen om de geluidsband van 1–1–2 op de zitting te laten afspelen’
een lokale advocaat R. Corten en de bekende W. Anker. Zij betoogden dat er sprake was van doodslag in plaats van moord. De nabestaanden waren niet blij toen ze hoorden dat de bekende strafpleiter bij de zaak werd betrokken. Zij waren van mening dat de verdachte hier voordeel bij had. Het vonnis van de rechtbank kwam niet overeen met de eis van het OM en luidde twintig jaar gevangenisstraf en tbs. Wij hebben direct laten weten dat wij in hoger beroep zouden gaan, zonder eerst het vonnis uitvoerig te bestuderen. We hadden zo lang en uitgebreid nagedacht over de strafeis, dat we meteen konden melden in appèl te gaan. Ik vond het vonnis van de rechtbank maatschappelijk onverkoopbaar. Iemand met een lange straf en tbs kan relatief snel, dan wel door proefverlof of door een voorwaardelijke vrijlating, op straat staan, oog in oog met de nabestaanden.’
Fouten maken om van te leren Maria Koers was plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal bij het ressortsparket in Amsterdam. Op de dag van haar afscheid – ze vertrok naar het buitenleven in Friesland – was ze nog bereid Opportuun te woord te staan over de initiatieven, die op het parket in Amsterdam zijn genomen om de kwaliteit van de medewerkers verder op te schroeven: een oefenhof en een klasje.
Ovatie Op 17 januari 2005 vond het hoger beroep in het gerechtshof te Den Bosch plaats. Ditmaal was er minder publieke belangstelling. ‘De zaak heeft zo’n impact op mij gehad dat ik bij de zitting aanwezig wilde zijn. De eis van de advocaat-generaal is wederom een levenslange gevangenisstraf. De verdachte bleef ontkennen dat er sprake was van voorbedachte rade. De advocaat-generaal sprak van een ‘doelbewuste liquidatie’. Het gerechtshof bevestigt het vonnis van de rechtbank en legt de verdachte twintig jaar gevangenisstraf en tbs op. De nabestaanden zijn teleurgesteld, maar besluiten zich erbij neer te leggen en het verder voor zichzelf af te sluiten. De verdediging kondigde aan in cassatie te gaan, maar heeft dit later ingetrokken. De politie heeft in een kort tijdsbestek na de viervoudige moord een aantal meldingen binnen gekregen van personen die beweerden hetzelfde te doen als de verdachte. De politie is hier zeer alert mee omgegaan en heeft de meldingen nauwkeurig onderzocht. Toen Chaira Ament na het houden van haar requisitoir in de rechtbank van Maastricht de zaal, waar de nabestaanden zich bevonden, binnenliep kreeg zij een staande ovatie. ‘Dit is een mooi compliment voor een officier van justitie.’ TEKST: Anne Hoeksema FOTO: Johannes Timmermans
‘H
et idee van een oefenhof voor juridisch medewerkers is ontstaan toen we nog geen zittingsteams hadden. Je had op het ressortparket de administratief juridisch medewerker, de juridisch medewerker en de advocaat-generaal. Deze laatste twee functioneerden als een soort duowerker. De juridisch medewerker maakte van een zaak een quick scan en dan werden er afspraken gemaakt: wie doet wat? Op zich liep dat wel, maar toch zag je dat de juridisch medewerker dingen over het hoofd zag of juist teveel op de details in ging. Toen hebben we gedacht: waarom draaien we het niet eens om? Plaats de juridisch medewerker eens in de rol van de advocaatgeneraal. En speel een rechtszaak na met een echte raadsheer erbij en de advocaat-generaal in de rol van verdachte of advocaat.
Het oefenhof is vorig najaar gehouden als onderdeel van de workshop Een verantwoordelijke zaak. De begeleiding was in handen van de psycholoog Peter Steltman, werkzaam bij het Centrum voor Loopbaanontwikkeling Nederland. De zaken, die de juridisch medewerkers kregen voorgeschoteld, waren voorbewerkt door advocaten-generaal. Deze hadden de opdracht gekregen expres logistieke, procedurele of inhoudelijke fouten te maken. Het moesten wel redelijk eenvoudige zaken zijn, die in één dag te behappen waren. De voorbereidingstijd was voor de juridisch medewerker heel kort. Dat was best heftig en men werd er soms flink zenuwachtig van, maar wij zeiden: maak vooral fouten, want dan leer je ervan. Je leert het beste door ervaring. Maar ze wilden het natuurlijk toch zo goed mogelijk doen. Wat ook niet zo gek is als je collega’s als publiek zit toe te kijken hoe je het eraf brengt.
Een zitting is net topsport. Dat moet je faciliteren. Ieder detail op de zitting is belangrijk. Iedereen in de organisatie is daarom even belangrijk. Na afloop van de oefenzitting gaven de raadsheren feed-back. En dat vonden ze ook leuk om te doen. De organisatie van het oefenhof was best een hele klus, maar het betaalt zich dubbel en dwars terug.
Klasje Daarnaast hebben we het ‘Klasje van Joop’. Doel van het klasje is het bevorderen van kennis ten behoeve van de kwaliteit van de voorbewerking van strafzaken in hoger beroep. Het is ontstaan vanuit de behoefte van de juridisch medewerker aan opleiding en aan een vrijplaats waar je onbevangen vragen kunt stellen. Joop Al was advocaat-generaal in Amsterdam. Hij had het klasje onder zijn hoede tot hij enkele jaren geleden is overleden. Maar nog steeds spreken we over het klasje van Joop. Het klasje komt eens in de zoveel tijd bijeen. De bijeenkomsten duren niet langer dan circa anderhalf uur. Er wordt gesproken over een interessante zaak of over nieuwe wetgeving. Het is de bedoeling dat iedereen meepraat en niet achterover gaat leunen. Het is niet alleen kennisoverdracht, maar ook discussie, bijvoorbeeld over de strafmaat of over strafdoelen. Daarnaast hebben we nog de maandelijkse jurisprudentie-bijeenkomsten, die worden geleid door advocaat-generaal Derk Jan van Zeben. Met deze initiatieven proberen we de afstand tussen het bureau en de zittingszaal te verkleinen.’ TEKST: Leo Maat FOTO: Klaas Fopma
5 opportuun nummer 5 – 2005
De verdachte komt zeer vriendelijk, charmant en welbespraakt over. Ik was aanwezig tijdens de voorgeleiding van de verdachte, uitzonderlijk was dat deze geboeid plaats vond. We namen geen enkel risico omdat de verdachte zeer onberekenbaar is. Een viervoudige moord trekt veel publiciteit, maar zowel de familie van de verdachte als de verdachte hebben zelf de publiciteit ook opgezocht. Al ver voorafgaand aan het proces schreef de pers dat het OM levenslang zou eisen. Dit vonden wij wel een vergaande conclusie. Wij waren nog intensief bezig met de tenlastelegging. Er was geen sprake van doodslag, dit omdat de verdachte voorafgaand aan het delict, de kinderen van zijn zus die hij bij zich had, heeft weggebracht. Vervolgens heeft hij ruimschoots de tijd genomen om zijn ‘gevechtstenue’ aan te trekken en zijn wapens te pakken. Hij heeft dus duidelijk met voorbedachte rade gehandeld. De telastlegging is primair vier keer moord geworden. Voor het formuleren van de strafeis wilde ik eerst het rapport van het Pieter Baan Centrum (PBC) afwachten. De deskundigen van het PBC concludeerden dat verdachte niet leed aan een Post Traumatische Stress Stoornis. Andere conclusies waren dat bij verdachte ten tijde van het begaan van het delict sprake was van een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestesvermogens. Deze gemoedstoestand heeft tot gevolg dat zijn handelwijze hem niet in volle omvang kan worden toegerekend. Deskundigen van het PBC zeiden dat zij hem zeker behandelbaar achten, maar dat dit langere tijd in beslag zal nemen. Ik heb na een uitvoerig strafmaatoverleg besloten levenslang te eisen. Dit gezien de
BUITENPOST BONAIRE (59)
EUROPA
★★★★★★★★★★
opportuun
Het kantongevoel
6
acuut last van een Aha-Erlebnis: Mijn eerste jaren als officier van justitie bij het kantongerecht (in Utrecht, standplaats Amersfoort) kwamen weer volop tot leven. Het meest te verdienen valt er aan de snelheidsovertredingen. Officieel is de maximumsnelheid hier 40 km/u binnen en 60 km/u buiten de bebouwde kom. Die maximumsnelheid is bij Eilandsverordening (zeg maar: gemeentewet) vastgesteld, verkeersborden zijn daarvoor niet nodig. En net als in Nederland kent geen mens die wet hier, al word je natuurlijk geacht die wèl te kennen. Dus waar klagen die makamba’s het meeste over? Juist ja: “ik reed maar 45 km/65 km”; “ik heb geen bord gezien”; “de radarapparatuur werkte vast niet goed”; “volgens mij hebben ze de verkeerde auto gepakt” en, bovenaan de toptien: “Ja, ik reed wel wat te hard, maar er was een andere auto die nog veel harder reed, en die hebben ze niet gepakt”. En die andere auto, die werd bestuurd door een echte Bonairiaan, en niet door een makamba. Klasse- of rassejustitie, dus.., is de achterliggende suggestie. Onzin! Wat jammer, dat we geen stoplichten op Bonaire hebben, denk ik dan: En dan zie ik die gedenkwaardige kantonzitting in Amersfoort, ergens in de 80-er jaren voor me. Een zaal vol verkeersovertreders, bijna allemaal rijders door rood licht. De kantonrechter komt binnen, de zitting begint. De kantonrechter wendt zich tot de zaal en zegt: “Wil iedereen die niet door rood, maar door oranje heeft gereden, even opstaan?” Hetgeen 99% van de aanwezigen dan ook doet. Kantonrechter: “okay, die worden conform Uw eis (??) meneer de officier van justitie veroordeeld. En U, meneer”, zich wendend tot die ene verdachte die niet was opgestaan, “wat heeft U nog te zeggen?” Morgen vraag ik Nederland subsidie voor de aanleg van één stoplicht op Bonaire. Om die gouden dagen nog één keer op zitting mee te maken. TEKST Ernst Wesselius
‘Ook zonder Grondwet worden de verschillen in Europa geleidelijk minder’ ‘Mensen, die beweren dat Nederland zijn soevereiniteit inlevert als de Europese Grondwet van kracht wordt, lopen vijftig jaar achter. De Europese integratie is 50 jaar geleden begonnen met het EGKS-verdrag. Toen is Nederland begonnen met het overdragen van soevereiniteit, zij het op een beperkt terrein.’ Dat zegt oud-minister Ernst Hirsch Ballin, hoogleraar Europees en Internationaal publiekrecht aan de universiteit van Tilburg en lid van de Raad van State.
‘D
e Europese Grondwet is bepaald geen omwenteling. Het is voor een belangrijk deel codificatie van eerdere Europese verdragen. De Grondwet biedt wel een paar belangrijke nieuwe constitutionele elementen: De rechten en vrijheden van de burgers worden versterkt. De Europese Unie is tot nu toe geen partij bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM). Door de Grondwet krijgen deze rechten en vrijheden van burgers in de EU een sterkere verankering. Dat is een verandering, maar niet één om je zorgen over te maken. Het is een winstpunt. Een tweede verandering zit in de democratisering van de Europese Unie. Het Europees Parlement krijgt op meer terreinen, of liever op bijna alle terreinen, een wetgevende rol. En een derde verandering betreft de bevoegdheden van de Unie op het gebied van politie en justitie. De uitbreiding van deze bevoegdheden wordt gedaan in het belang van de burgers en niet om ze dwars te zitten’. Hirsch Ballin is in grote lijnen heel positief over de Europese Grondwet. Maar ook hij heeft wel enkele punten van kritiek. ‘Om te beginnen is het document veel te dik geworden. Men heeft alles in één document
willen stoppen. Dat komt de herkenbaarheid niet ten goede. Bovendien is de formulering niet op alle punten geslaagd. Sommige dingen staan er twee of drie keer in. Dat zijn slordigheden, maar echt kwaad kan het niet. Hoe je het ook wendt of keert, de officier van justitie krijgt steeds meer te maken met onderzoeken en strafvervolgingen, die over de grens met de andere lidstaten heen gaan. Ook op dit vlak zie je een heel geleidelijk proces van verandering in Europa. Dat begon met het TREVI-overleg en Schengen, vervolgens kreeg je in het verdrag de derde pijler, Europol, Eurojust en nu de Joint Investigation Teams. De officier van justitie is een functionaris van een rechtsorde, die steeds meer Europees is. Om een voorbeeld te geven: Eind jaren '70 zaten er op het ministerie van Justitie twee ambtenaren, die zich met Europees recht bezighielden. Nu moet elke wetgevingsjurist zijn hoofd iedere dag bij Europa houden. Naar schatting vijf tot tien procent van de misdaad is grensoverschrijdend. Dat kan een bepaald type misdrijf zijn, maar dat hoeft niet. Neem bijvoorbeeld woninginbraken in de grensstreek. Om dit effectief te vervolgen is het nodig dat er sprake is van wederzijdse erkenning van de rechtsorde in
burgerlijke en strafzaken. Het Europees Arrestatiebevel is gebaseerd op die wederzijdse erkenning. Dit principe krijgt door de Grondwet verder vorm. Het wederzijdse vertrouwen in de rechtsorde is daar in verband gebracht met versterking van de grondrechten en de democratisering van Europa.
aan banden te leggen. Dat is niet het gevolg van de Grondwet. Dat gebeurde al lang voordat de Grondwet werd opgesteld. Het is nu eenmaal realiteit dat de grenzen de samenlevingen niet meer uit elkaar houden. Binnen Europa blijft variatie mogelijk, maar binnen een zekere bandbreedte. Dat geldt ook voor het strafklimaat.
De Grondwet maakt de oprichting van een Europees OM mogelijk. Dat betreft weliswaar voorshands een beperkt onderwerp – misdrijven die de financiën van de Unie schaden: “Eurofraude” - , maar het is hinderlijk als dit per lidstaat verschillend wordt aangepakt. Voorlopig is het Europees OM dus in zijn taken beperkt, maar de Grondwet geeft wel de mogelijkheid om dit, zij het met eenparigheid van stemmen, uit te breiden.
Ik denk overigens niet dat het Europese OM razendsnel zal groeien. Als er geen behoefte aan is, zijn er in Europa ook altijd genoeg remmende krachten. Er is een bepaalde dynamiek, maar niet zonder absolute noodzaak. Zo is Nederland ook uit de verschillende gewesten gevormd.’
Nu zijn er ontwikkelingen in Europa, die zich met of zonder Grondwet, toch voordoen. Zo worden de verschillen tussen de lidstaten geleidelijk minder. Dat proces voltrekt zich ook zonder Grondwet. Loopt een lidstaat uit de pas, dan is er ook nu, als de buurlanden er last van hebben, een zekere druk om de verschillen weg te nemen. Een voorbeeld is de verkrijgbaarheid van wapens in België. Als buurlanden er last van hebben, voeren ze druk uit op België om dit
Hirsch Ballin hoopt dat de Grondwet er komt. ‘Als je besluit samen dingen te doen, hoort er een rechtsorde bij.’ Mocht de Grondwet onverhoopt worden verworpen, dan is zijn advies: ‘niet in paniek raken. Is het teveel ineens, dan moet het misschien in onderdelen. Maar één ding staat vast: de gulden komt niet terug en de lage prijzen ook niet’. TEKST: Leo Maat FOTO: Gerhard van Roon
7 opportuun nummer 5 – 2005
Op Bonaire hebben we sinds enkele maanden, zogenaamde zero-toleranceteams (“0-tt’s”) ingesteld. We letten niet alleen meer op de grote, maar ook en vooral op de kleine schendingen van Wet & Recht. De situatie was de laatste jaren dan ook danig uit de hand gelopen: fietsen zonder bel, achterlicht en/of koplamp; auto’s met van die oubollige fake nummerborden (“Mi dushi” – mijn schatje, of “mi kurason” –mijn hartje), ongekeurd geitenvlees (meestal afkomstig van gestolen geiten) verkopen in de “snèks”, het werd echt van kwaad tot erger en dus tijd dat dáár iets aan werd gedaan. 0-tolerance dus. En hoewel alle wetsovertredingen aan de beurt komen, scoort de aanpak van verkeersovertredingen hoog. Op zich lekker makkelijk: Opzet speelt geen rol, Schuld & Boete des te meer. En net als in Nederland hebben we mooie lijsten met vaste transactietarieven per overtreding. Het betalen daarvan is voorwaar geen sinecure: Transacties in handen van de politie kennen we hier niet, betalen met cheque, pinpas of chipknip evenmin. De wetsovertreder moet eerst naar het parket komen, waar wij het boetebedrag vaststellen. Dan moet betrokkene gaan betalen bij de Landsontvanger. Het is überhaupt een wonder dat een wetsovertreder ooit zijn of haar boete betaalt! Die teams, laat daar geen misverstand over bestaan, doen goed werk. Ze zijn goed georganiseerd, worden strak geleid en treden professioneel op. Alleen: nadat het hier jarenlang “Oranje-Vrijstaat” was geweest (en dat wordt het binnenkort formeel misschien ook wel weer), vonden de acties van die 0tt’s niet altijd begrip en bijval. En, eerlijk is eerlijk: met name de hier –soms al heel lang- woonachtige Europese Nederlanders, de zogenaamde “makamba’s”, verloochenen hun afkomst als kruidenierszonen en –dochters niet: zij mopperen het meest over het optreden van de 0-tt’s. Dus krijgen wij sindsdien wekelijks een bonte stoet van klagende burgers, voornamelijk makamba’s, op het parket. Wij hebben die klachten na enkele maanden eens op een rijtje gezet. Ik kreeg toen
Hirsch Ballin:
INTERVIEW
opportuun
Joan de Wijkerslooth, vertrekkend voorzitter van het College van procureurs-generaal
‘Welk probleem hadden we ook alw eer en hoe gaan we dat oplossen?’
8
T
oen hij op 1 april 1999 aantrad als voorzitter trof hij een OM ‘in verwarring’ aan. ‘Al met al was het geen plezierig boeket. Er waren hoogoplopende debatten met de hoofdofficieren. Mijn voorganger was natuurlijk op een traumatische manier vertrokken. En van deze traumatische ervaringen kreeg ik verslag. Het OM wist heel goed dat er een nieuwe voorzitter moest komen. Maar het was toch moeilijk om het gat van Docters van Leeuwen op een nieuwe manier in te vullen.’ ‘Een tweede probleem dat mij trof, was dat ‘het’ Openbaar Ministerie eigenlijk nog steeds niet bestond. Er waren parketten. Dat viel niet mee.’ En verder had hij te maken met de restverschijnselen van de parlementaire enquête naar de opsporingsmethoden. ‘Het IRT-debat was een indringend en buitengewoon zinvol debat over opsporingsmethoden. Er werd nieuwe wetgeving tot stand gebracht, maar die bleek op sommige
Joan de Wijkerslooth met zijn opvolger Harm Brouwer
punten te klemmend. Aan de andere kant was de boedel uit het verleden nog lang niet afgewikkeld.’ Natuurlijk werd er gewerkt aan verbetering, bijvoorbeeld in de verhouding met de advocatuur. ‘Er waren wel werkgroepen ingesteld, maar dat loste het probleem niet op. Met wat afspraken kom je er niet. Daarvoor was de balie, en ook het OM, te divers. Een meer ontspannen opstelling was vereist. In dat verband heb ik gezegd dat ik liever goede juristen heb, dan crimefighters. De crimefighters moeten bij de politie zitten. Officieren moeten van de misdaadbestrijding geen persoonlijke strijd maken.’ Ook de beeldvorming over het College liet te wensen over. ‘De parketten zagen het College als het dak boven hun hoofd. Dat dak moest bescherming bieden, maar je mocht er geen last van hebben. Zolang het niet inregent, kijk je er niet naar om. Iedereen ging zijn eigen gang. Maar zo werkt dat
niet. In een organisatie bestaan geen statische daken. Het College wil wel bescherming bieden, maar onder bepaalde condities.’ Een ander beeld dat bij de parketten bestond was dat de voorzitter ervoor moest zorgen dat het imago werd verbeterd. ‘Zelfs Unilever kan geen waspoeder verkopen, dat gaten in het wasgoed veroorzaakt. Het gaat er om geen fouten te maken. Beeldvorming is wel te beïnvloeden, maar met mate. Dat heeft een machtig bedrijf als Shell moeten ervaren in de kwestie van de Brent Spar. Ondanks goede argumenten moest Shell door de pomp.’ Bovendien heeft het OM geen gemakkelijk product. ‘Schuld en boete laten zich niet plezierig verkopen. Voor de verdachte hebben wij geen aangename boodschap. En voor het slachtoffer is de uitkomst van een strafzaak vaak slechts een partiële genoegdoening.’
Minister Het College van procureurs-generaal fungeert als raad van bestuur van het Openbaar Ministerie, maar de voorzitter is geen CEO. ‘Het College functioneert nadrukkelijk collegiaal. Maar de voorzitter moet uiteraard wel een aantal eigen ideeën op tafel leggen en een koers bepalen. En er is de relatie met de minister van Justitie, die de rol en positie van de Collegevoorzitter bijzonder maakt.’ Het College als geheel vergadert eens in de zes weken met de minister in de Overlegvergadering. Hierin staan behalve veel beleidsonderwerpen ook individuele zaken op de agenda, zoals euthanasiezaken, levensbeëindiging van pasgeborenen en hoge transacties. De Wijkerslooth heeft in zijn zesjarig OM-bestaan met twee ministers van doen gehad: Benk Korthals (VVD) en Piet-Hein Donner (CDA). ‘Hoewel beide heren als mens totaal verschillend zijn, was de formele relatie met de ene en de
9 opportuun nummer 5 – 2005
Hij houdt niet van one-liners. Maar iets van een rode draad of motto is er in het voorzitterschap van Joan de Wijkerslooth wel te ontdekken. ‘Welk probleem hadden we ook alweer en hoe gingen we dat oplossen?’ Dat geldt voor zijn kijk op de positie van het strafrecht, Het OM Verandert, terrorismewetgeving en de discussie over de politieorganisatie. Hij kan er slecht tegen als naar problemen wordt gekeken vanuit stellingnames en hij is wars van het debat vanuit grote woorden. ‘Als het bij terrorisme gaat om de ‘beschermers van de rechtsstaat' tegenover de ‘beschermers van de burgers’, heb ik er al geen zin meer in.’ Joan Lodewijk de Wijkerslooth, vertrekkend voorzitter van het College van procureurs-generaal, over het OM, beeldvorming en de media, juridische kwaliteit, medisch-ethische zaken, ‘zijn’ ministers en de politie.
opportuun 10
centraal vanuit Den Haag aangestuurde Nederlandse politie. ‘In de discussie over de politie en ook over het ministerie van Veiligheid draait het telkens om vragen als: wil je iets nationaals of iets regionaals, moet de burgemeester korpsbeheerder blijven of niet, waar wordt de knip gelegd? Maar de vraag waar het om gaat is: hadden we een probleem en gingen we dat oplossen? En problemen zijn er bij de politie. Met de informatiehuishouding van de politie is het nog steeds niet goed gesteld. We missen verder de razendsnelle technologische ontwikkelingen op het gebied van de opsporing. Dat daarin iets op nationaal niveau moet gebeuren, kan geen twijfel lijden. Je kunt dit niet door elk korps zelf laten regelen. Oudere onderzoeken tonen tenslotte aan dat minder dan dertig procent van de politie operationeel is; dat is minder dan in de kwartaire sector. Er wordt veel capaciteit besteed aan de interne organisatie en beleid. Tot welke structuurwijzigingen moet dat leiden? Dat weet ik pas als ik weet wat eraan moet gebeuren. In plaats van een discussie over het bestel, moet je vaststellen over welke problemen je het hebt, vervolgens hoe je het moet oplossen en dan komt het niveau waarop dat moet worden aangestuurd vanzelf aan de orde. Afspraken tot samenwerking zijn te vrijblijvend. De Staten van Holland werkten ook samen, maar zon-
der een paar stevige raadspensionarissen zou Nederland niet zijn waar het nu is.’ De wieg van de nationale recherche stond aan de Prins Clauslaan in Den Haag. De massieve weerstand daartegen is als sneeuw voor de zon verdwenen, toen deze door het landelijk parket aangestuurde politie eenmaal was opgericht. ‘De nationale recherche is bij uitstek een voorbeeld waarin een adequaat antwoord werd gegeven op een probleem. Het verzet dat ertegen bestond gaf blijk van een totale ongevoeligheid voor landelijke en internationale vraagstukken.’
Medisch-ethisch Hoe vaak en veel de Collegevoorzitter ook was belast met het managen van het OM, dit heeft hem er niet van weerhouden zich te verdiepen in een aantal juridisch inhoudelijke thema's. Zo heeft hij bijvoorbeeld gepubliceerd over de vervolging van Kamerleden en bewindslieden, naar aanleiding van de Margarita-affaire. Over medisch-ethische zaken heeft hij diverse inleidingen gehouden en elke strafzaak die op dit terrein aan het College werd voorgelegd kon rekenen op zijn warme belangstelling. Zijn publicatie over terminale sedatie in Opportuun zorgde voor een kleine hype in de publieksmedia, maar zeker ook in de medische wereld. Het beeld dat van hem
bestaat is dat van de strakke jurist, die de arts-patiëntrelatie wil vangen in de wet. Een arts waarmee De Wijkerslooth overlegde over levensbeëindiging bij pasgeborenen, vroeg hem enigszins benauwd: 'Is uw opvolger liberaal of een strakke jurist?’ ‘Dat is geen tegenstelling; die beelden zijn heel goed te combineren. Ik ben voorstander van transparantie. Als die openheid wordt betracht, dan zal blijken dat er in Nederland, en overigens niet alleen in Nederland, op het vlak van levensbeëindiging meer gebeurt dan wij denken te weten. En helemaal niet steeds onverantwoord. Maar ik heb moeite met de gedachte dat er een beetje mag worden aangerommeld. En ik verzet me tegen het beeld dat de arts en zijn patiënt geheel tot eigen conclusies mogen komen. Ik vind dat wat er met name in ziekenhuizen en verpleeghuizen gebeurt, nauwkeurig moet worden geprotocolleerd en getoetst. Medici die zeggen dat elk geval anders is: wat een onzin. Er kan wel degelijk wat algemeens worden gezegd over het individuele geval. Dit is een veld waarin je niet experimenteert. Artsen moeten zich toetsbaar opstellen, laten zien wat ze hebben gedaan. Transparantie is noodzakelijk om te voorkomen dat het OM keer op keer een vergaand opsporingsonderzoek moet gelasten.’
Kwaliteit Juridische kwaliteit is een van zijn stokpaardjes. Is deze verbeterd? ‘Ja, dat vind ik wel. Ik zou bijna zeggen: kijk maar. De ophef over het klunzende OM is vrijwel verdwenen. Nu ontstaat er ook ophef, maar meer omdat het OM dingen doet waar men het niet mee eens is. Dat heb ik toch liever.’ ‘Kwaliteit is iets waar je langdurig aan moet werken. Ik zie het de goede kant uit gaan. Ja, ondanks de werkdruk. En wat is werkdruk? Sommige mensen hebben inderdaad teveel op hun schouders. Sommigen hebben last van de werkdruk, omdat ze iets niet goed hebben georganiseerd. Of omdat ze dingen doen, die ze door een ander moeten laten doen. Eén van de antwoorden hierop is doelmatiger werken. En specialisatie. Want je kunt niet alles weten. Al is het soms handig om een paar arresten van de Hoge Raad uit je hoofd te kennen. Opzoeken kost immers ook tijd.’ De juridische kwaliteit van het OM is één ding. De juridische kwaliteit van de wetgeving is iets anders. Het College levert sinds jaar en dag adviezen over wetgeving, die op stapel staat. ‘Kwaliteit van wetgeving is wat mij betreft niet alleen technische kwaliteit, maar ook uitvoerbaarheid. Vaak gaat het over maakbaarheid van de samenleving. Daar dienen zich vragen aan als: kun je met repressie dit
probleem oplossen? Als je het rapen van kievitseieren in Friesland wil verbieden, ben je dan ook bereid op ieder weiland een diender te zetten? Dat is onmogelijk, dus zonder maatschappelijk draagvlak red je het niet.’ ‘Ik ben er ook op tegen dat ouders hun kinderen slaan, maar wie staat er bij die ene tik? Het is goed dat de norm er is, maar moeten dat allemaal strafrechtelijke normen zijn? We rekenen ons veel te gemakkelijk rijk. Als iets maar verboden is, dan is het er ook niet meer.’ De OM-adviezen over wetgeving worden uiteindelijk openbaar. Maar in het voortraject wordt de vrijheid die adviezen de wereld in te sturen beperkt door het politieke debat. ‘Het gezag dat het OM representeert, wordt door de media vertaald in politieke druk. Dat is lastig voor de meningsvorming. Daarom heb ik me ook heel nadrukkelijk buiten het debat over de terrorismewetgeving gehouden. Het debat wordt op een vrij emotionele toon en niet erg uitgewogen gevoerd. Ook juristen maken zich er schuldig aan.’
Media Extern, en misschien ook wel binnen het OM, bestaat het beeld dat de ambtstermijn van Joan de Wijkerslooth is omgeven met affaires: Vrakking, bouwfraude, Plooy, Erik O. ‘Het OM ontkomt er niet aan principiëler
Politiebestel Joan de Wijkerslooth heeft niet bepaald de indruk dat iedereen in het OM doordrongen is van de bijzondere positie van de voorzitter ten opzichte van de minister en van het OM ten opzichte van de politiek. ‘Op zich is dat ook niet altijd nodig, maar belangrijk is wel dat steeds rekening wordt gehouden met de landelijke impact van wat je lokaal doet. Hoewel het wel beter is geworden, blijft het perspectief van de eigen context vaak leidend. Die lokale regionale oriëntatie vind ik bijzonder, want Nederland is al zo klein.’ De verwondering over betrekkelijk beperkte context waarin het OM en de politie, maar ook andere (bestuurlijke) organisaties zichzelf in hebben gemanoeuvreerd, blijft hem verwonderen. ‘In Nederland zijn we er erg goed in om 19 keer of 25 keer het wiel opnieuw uit te vinden, omdat we het idee hebben dat elke lokale situatie uniek is.’ Die opvatting laat onverlet dat hij in de discussie over het politiebestel, die periodiek opduikt, niet automatisch kiest voor een
‘Inherent aan het Nederlandse inquisitoire strafsysteem is dat heel veel informatie buiten de publiciteit blijft’
Joan de Wijkerslooth zit een collegevergadering voor
11 opportuun nummer 5 – 2005
andere minister niet heel veel anders. De rol die wij vervullen hangt niet af van personen. Maar de manier waarop je die rol invult, wordt wel voor een groot deel bepaald door de persoonlijke interactie. Ik vind dat in het Nederlandse systeem zelfs iets te veel afhangt van die persoonlijke relatie. Daardoor wordt gedacht dat de Collegevoorzitter een soort politieke rol heeft en wordt hem veel meer macht toegedicht dan hij in werkelijkheid heeft.’ Zowel Korthals als Donner waren zich bewust van de bijzondere positie van het OM. ‘In concrete strafzaken heeft men soms het idee dat de minister een geweldige afstand tot het OM neemt. Dat is niet zo; hij formuleert dan heel precies de verhouding tot het OM. Hij hoeft niet de vraag te beantwoorden of hij een beslissing zelf zo genomen zou hebben, maar de vraag of hij het voor zijn politieke verantwoordelijkheid kan nemen.’ ‘Als het gaat om de ‘klassieke’ politieke partijen, is de kleur van de minister van Justitie niet heel overheersend in zijn relatie tot het OM. Zeker nu de ideeën over veiligheid kamerbreed opschuiven.’ Ook in medischethische kwesties laat de gereformeerde Piet-Hein Donner zijn persoonlijke opvattingen niet op de voorgrond treden. ‘De justitieministers van de laatste decennia zijn in de eerste plaats ook juristen.’
mensen die Stand.nl bellen. Ik ga weer belang hechten aan ‘the silent majority’.’
opportuun
‘Schuld en boete laten zich niet plezierig verkopen’
12
naar bepaalde zaken te kijken. Beslissingen moeten normvast genomen worden. In strafzaken kun je geen beslissingen nemen omdat ze beter zijn voor je persoonlijke of organisatie-pr.’ ‘Affaires blijven bovendien altijd op de loer liggen. Een ‘tasjesroverzaak’ kan morgen weer gebeuren. Met dezelfde deining. Wat je ook beslist, of zegt, het is toch niet goed. Dat maakt me wel wat laconiek. Dat betekent ook dat je enige handelingsperspectief je professionaliteit is. Bij heel veel verhalen die in de media verschijnen, kun je exact het tegenovergestelde verhaal ook schrijven. En ze zijn allebei even waar, of onwaar. Een journalist zei eens tegen me: ‘Om de beeldvorming te beïnvloeden, moeten jullie veel meer informatie verstrekken, dan hoeven we geen ongegronde verhalen te schrijven.’ Dat is een argument van: ‘Hou me vast, of ik bega een ongeluk’. De journalist krijgt een flard, weet ook heel goed dat het een flard is, maar kan toch geen weerstand bieden aan de verleiding die flard te publiceren.’ De Wijkerslooth hoopt dat ook zijn opvolger blijft vasthouden aan de terughoudendheid van het OM in de informatieverstrekking over mensen. Ook al kan het negatieve beeld van het OM dat is ontstaan, soms worden gekeerd door iets te melden over bijvoorbeeld een strafblad of een verklaring van een verdachte. ‘Niet alleen uit juridisch oogpunt, maar ook gewoon uit respect voor mensen, ook al worden ze ergens van verdacht. Iemand moet ergens een grens trekken en zich inhouden. Inherent aan het Nederlandse inquisitoire strafsysteem is dat heel veel informatie buiten de publiciteit
blijft. Het OM moet zichzelf beperken anders kom je terecht in een spiraal. Elke actie roept weer een reactie op, met name ook vanuit de advocatuur, en voor je het weet buitelt iedereen over elkaar heen.’ Hij werd in bepaalde media zo ongeveer de personificatie van alles wat er mis in de Nederlandse rechtsstaat. ‘De druk was inderdaad erg groot. De voorzitter van het College wordt vereenzelvigd met veel onwelgevallige beslissingen die door het OM worden genomen. Mediadruk heeft invloed. Je moet vrij taai zijn. Als je te vaak voorkomt in de hoofdcommentaren ontstaat er vermijdingsdrang.’ Hoewel hij aangeeft redelijk ‘sthenisch’ te zijn gebleven onder alle negatieve publiciteit, waren de consequenties wel ingrijpend. ‘De schrijvers van sommige ingezonden brieven wil ik echt niet op straat tegen komen. Journalisten weten niet wat ze oproepen. Bepaalde berichtgeving genereert raar gedrag bij een paar honderd mensen die, laat ik het voorzichtig zeggen, niet erg evenwichtig zijn. En dat aantal wordt groter. Als je steeds over je schouder moet kijken, is dat bijna niet op te brengen. En dat zijn echt de gevolgen van publiciteit.’ ‘Het gebrek aan nuance is ook in de media erger geworden. Als je niet het volume opdraait, heb je geen opvatting. Schiet de materie daar wat mee op? Nee, natuurlijk niet. En het vertolken van ‘gesundenes volksempfinden’ door de media draagt ook niet echt bij aan een genuanceerd beeld. Want de weergave daarvan is volstrekt willekeurig; een kwestie van toeval. Wat ‘de mensen’ vinden, wordt bepaald door de 1500
Veranderen Joan de Wijkerslooth vergelijkt de overheid, en het OM als weerspiegeling daarvan, soms met de advocatuur. Niet alleen vanwege zijn langjarige ervaring daar, maar ook omdat die ook een wereld van juristen is. ‘Bij een groot advocatenkantoor is men flexibeler. Structuren en verhoudingen zijn daar niet zo doorslaggevend als het erom gaat hoe prestaties kunnen worden verbeterd. Hoe wonderlijk zit de overheid in elkaar, denk je dan als buitenstaander. Uitgangspunt van de OM-reorganisatie van 1995 was het ideaaltypisch parket, maar toch deed iedereen het anders. Een goed parket was niettemin een parket met heel wisselende prestaties. Gemiddeld stond het OM op een zesje. Er was wel aandacht voor ‘best practices’. Dat leidde tot gezellige bezoeken over en weer, maar veel van elkaar overnemen gebeurde niet.’ Veranderen is nog steeds moeilijk voor het OM, ervaart de voorzitter. ‘Als een taak verschuift van de rechter-commissaris naar de officier, dan gebeurt het op 19 parketten anders. Dat moeten we dus zo niet doen. Mijn oudste dochter zei, toen ze drie jaar oud was, altijd: ‘ikke zelf doen’. Maar om dat nou als model in te voeren in Nederland...’ Hij geeft onmiddellijk toe dat veranderen lastig is, zeker wanneer de motivatie ervoor uit jezelf moet komen. ‘Het geeft gedoe. Gesteld dat ik voortaan, met het oog op mijn veiligheid, de telefoon moet opnemen met ‘hallo’ in plaats van met mijn naam. Dat kost vast reuze veel moeite, hoewel ik heel goed kan begrijpen waarom het anders zou moeten. Op intellectueel niveau is iedereen het eens over de noodzaak van de veranderingen.’ Inmiddels bestaat er overeenstemming over het feit dat vergaande procesmatige autonomie van de parketten niet goed is voor het OM. De bereidheid om over verandering na te denken is er. ‘Maar het veranderen gaat langzamer dan ik had gedacht. De materie is taai. Het OM heeft echter een belangrijke eigenschap: de organisatie is uitermate loyaal. Als het vliegwiel eenmaal draait, blijft het draaien.’ TEKST: Anne-Marie van het Erve en Leo Maat FOTO’S: Lianne Bertens
Hoeba Hoeba Hop
COLUMN
V
len. Mijn collega verstond gelukkig hetzelfde. Wij begrepen er niets van. En zulks zeker gedurende een kwartier uurs. Later, veel later, tijdens de onvermijdelijke receptie, deelde de Brit ons minzaam mede dat hij zich niet aan de indruk kon onttrekken dat niet gedoeld werd op de “wireless” maar op “violence”. Maar, as British as Birmingham rain, hij gaf zijn mening gaarne voor een betere. Inmiddels, zo gaf hij te kennen, had hij niet de indruk dat het veel uitmaakte. Hij deed mij herinneren aan de Ierse afgevaardigde in de vergaderingen van de Verenigde Naties, die, om de Chinezen te pesten, zijn betogen lardeerde met citaten uit Shakespeare of de onvergetelijke Yeats. Hij mocht dan gaarne de simultaanvertalingsknop op de Chinese zender zetten om het gekreun van de tolken te digereren. Overigens was deze Ier van mening dat de internationale conferentie over de aansprakelijkheid van rivieroeverstaten (“riperian states”) voor vervuiling door geloosd tankreinigingswater (“Bilgenwasser”) door zeegaande schepen (“navires cabotants”) in belangrijke mate aan inzichtelijkheid zouden winnen indien iedere afgevaardigde zou worden verplicht zijn stellingname te verwoorden in combinaties van de woorden “hoeba, hoeba hop”. Dat was ik, na ommekomst van drie weken, geheel met hem eens. En dan vragen de praktijkjuristen mij nog, hoe het toch komt dat de verdragen zo moeilijk te interpreteren zijn.
aak neem ik deel aan internationale conferenties. Elke keer valt mij op, hoe belangrijk het is dat de deelnemers zich adekwaat kunnen bedienen van een voor ieder verstaanbare taal. Meestal is dat het Engels, al proberen de Fransen nog steeds hun eigen taal “door te drukken”. Gelukkig zijn ze daarbij zó arrogant dat ze hun eigen ruiten bijna steeds ingooien. Want wie tracht met hen inderdaad in het Frans te converseren, en daarbij onvermijdelijk fouten maakt of naar woorden moet zoeken, wordt strijk en zet getracteerd op wenkbrauwfronsen, geirriteerde gesticulaties of regelrechte verbeteringen, gepaard van mépris over de gebrekkige taalbeheersing. Ik denk terug aan de Poolse secretarisgeneraal, die, om aan te geven dat hij het ergens niet mee eens was, zich bediende van de woorden: “Monsieur le Président: je m’obstacle”. Iedereen begreep wat de goeierd bedoelde, maar de uitdrukking geeft in het Franse patois aan dat men moeilijkheden heeft met de stoelgang. De Franse voorzitter verleende dan ook met satanisch genoegen akte in het verslag van dit feit, waarbij de niet-bedoelde strekking voor het nageslacht werd vastgelegd. Maar wanneer Nederlanders zich bedienen van het Engels kan men ook heel wat meemaken. Recentelijk was ik met een collega van het Parket-Generaal aanwezig op een bijeenkomst, waar een emeritus hoogleraar Volkenrecht van een Nederlandse universiteit in het Engels het woord voerde over de problemen bij internationale rechtshandhaving in gevallen dat geen enkel staatsge-
zag aanwezig is. Denk aan de situatie in Darfur, waar het Internationale Permanente Strafhof moet gaan optreden als het aan de Verenigde Naties ligt. Ik zeg: de hooggeleerde sprak in het Engels, maar dáár ben ik pas geruime tijd ná die speech achtergekomen. Want deze professor had een uitgeschreven tekst voor zich liggen die hij in razend tempo afraffelde, terwijl hij zo nu en dan, glimmend van verrukking over zijn eigen hersenspinsels, de zaal inblikte. Daar was inmiddels een devote stilte ingetreden. ’s Mans accent was dermate, dat de Britse afgevaardigde mij vroeg of ik wist welke taal de spreker hanteerde. Ook mijn collega kon deze vraag niet duidelijk beantwoorden, hoewel zij zich niet geheel aan de indruk kon onttrekken dat het Engels was. Van veel belang leek het niet. Ik denk dat men de spreker geen onrecht zou doen wanneer men zijn bijdrage zou samenvatten met het Bijbelse “Tot aan de landpale van Moab zal het geschrei zijn” of -- vrij naar het Reve – “Het geeft sneeuw als wolle”. Nadat deze spreker zijn zegje had gedaan bleef het even stil, maar toen klaterde toch een bevrijdend applaus los. De volgende spreker was de directeur van een internationaal gerenommeerd instituut dat de rechtsvergelijking beoefent. Een Duitser. Duitsers hebben moeite met de Engelse uitspraak van de “v”. Daar maken zij een “w” van. Deze contribuant aan de gedachtewisseling had het, met steeds groeiende emotie, over de functie van “wireless” in overgangssituaties. Ik begreep dus dat hij een inschakeling van de radio (= wireless) bepleitte in dit soort geval-
TEKST: Gerard Strijards
Eerste aanmeldingen voor Gonsalvesprijs al binnen ‘De eerste aanmeldingen voor de nationale innovatieprijs voor de rechtshandhaving zijn binnen, maar het is nog niet genoeg.’ Dat zei juryvoorzitter mr. Arthur Docters van Leeuwen begin deze maand in het museum van Oudheden in Leiden, waar hij – dit terzijde – overigens niet optrad als juryvoorzitter maar waar hij als hartstochtelijk amateurarcheoloog het eerste exemplaar in ontvangst nam van een standaardwerk over de Prehistorie in Nederland. De mr.Gonsalvesprijs, genoemd naar procureur-generaal Rolph Gonsalves (1932-2002), is begin dit jaar in het leven geroepen om vernieuwing in de rechtshandhaving te stimuleren en te waarderen.
De jury bestaat uit: Docters van Leeuwen, oud-staatssecretaris Kalsbeek, de Rotterdamse rechtbankpresident Van den Emster, de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau Schnabel en de Amsterdamse korpschef Welten. Op de website www.gonsalvesprijs.nl is de gang van zaken voor de kandidaatstelling te lezen. Volgens Docters van Leeuwen kan de rechtsstaat wel wat vooruitgang gebruiken. ‘Voor vooruitgang is vernieuwing nodig. Elke vernieuwende aanpak, die wat voorstelt zal onze oprechte belangstelling hebben’, aldus de juryvoorzitter.
COLUMN
opportuun
‘Een goed advies levert vaak de grootste bijdrage aan een veiliger samenleving’
14
Tekening
Officier van justitie Hans Pieters, het hoofd van de bovenregionale recherche in Noord-Oost Nederland Gerard ten Have en beleidsmedewerker Frans van Eenbergen gaan er eens goed voor zitten. Het jaarverslag van het Bovenregionaal Recherche Overleg (BRO) ligt op tafel. Voor Opportuun willen ze graag uiteen zetten, wat de positie en de resultaten zijn van de bovenregionale recherche. Gerard ten Have
en de regiokorpsen op de lokale criminaliteit. Daar tussenin zit een categorie, die wij de midden criminaliteit noemen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan ramkraken of andere misdrijven door mobiele criminelen, die hun activiteiten niet tot één politieregio beperken. De regiokorpsen hebben onvoldoende capaciteit om zaken verspreid over het hele land op te pakken. De bovenregionale recherche kan dat wel. Een ander voorbeeld is de overvaller, die in verschillende regio’s toeslaat.’
Er kwam een indeling in de Nationale Recherche, zes bovenregionale rechercheteams en de recherche op het niveau van de politieregio’s. De Nationale Recherche richt zich op de zware, georganiseerde misdaad
Gerard ten Have vult aan: ‘De interregionale fraudeteams vallen ook onder de bovenregionale recherche. Zij houden zich bezig met de aanpak van zogenaamde horizontale fraude. Daarbij moet gedacht worden
aan faillissementsfraude, telecomfraude, pinpasfraude, verzekerings-fraude, enz. Kenmerkend voor horizontale fraude is, dat de overheid geen partij is. Sinds 1 januari van dit jaar kent elke bovenregionale recherche ook een interregionaal milieuteam. Deze zijn belast met de bestrijding van ketengerelateerde milieucriminaliteit. Een voorbeeld hiervan is het illegale transport en de storting van vervuilde grond. Het gezag en beheer over de zes bovenregionale recherche teams ligt bij de driehoeken van de centrumkorpsen Amsterdam-Amstelland, Brabant Zuid Oost , Haaglanden, Kennemerland, Rotterdam-Rijnmond en IJsselland. De toewijzing van onderzoeken geschiedt landelijk door het BRO, die lijkt op het driehoeksoverleg. Alleen wordt het BRO gevormd door twee hoofdofficieren, twee korpschefs en (tot voor kort) twee burgemeesters: Ernst Bakker van Hilversum en Wim Deetman van Den Haag. De laatste heeft echter te kennen gegeven ermee op te houden. ‘Het bestuursniveau moet wel goed vertegenwoordigd blijven’, zeggen de heren eensgezind. Ze benadrukken dat de bovenregionale recherche, anders dan de Nationale Recherche, een sterke binding heeft met de regio’s. Ze zijn van en voor de regio’s. Op basis van de informatie die daar vandaan komt worden regionale problemen en zaken opgelost. De bovenregionale recherche beschikt over ervaren rechercheurs, over specialisten en over eigen observatiecapaciteit, maar zonder de informatiehuishouding van de korpsen kunnen er geen resultaten worden geboekt.
Selectie Het BRO krijgt potentiële onderzoeken in de vorm van een projectvoorstel aangeleverd. Deze voorstellen worden eerst besproken binnen het stafbureau BRO Wekelijks houdt
Frans van Eenbergen en Hans Pieters
dit stafbureau onder voorzitterschap van Frans van Eenbergen een selectieoverleg om projectvoorstellen van advies aan het BRO te voorzien. Deze beslist vervolgens omtrent de toewijzing. ‘Het BRO is zeker geen stempelfabriek. Men is bijvoorbeeld heel kritisch op de doorlooptijden. Bij de bovenregionale recherche geldt het criterium, dat een onderzoek niet langer dan zes maanden mag duren. En daar slagen wij ook in. De gemiddelde doorlooptijd lag vorig jaar op 26 weken. Fraudezaken werden gemiddeld binnen 20 weken afgerond.
Ontneming Het besluitvormingstraject lijkt bureaucratisch, maar het is een functionele bureaucratie. We kunnen ook heel snel opereren. Toen er een reeks brandstichtingen was, gericht op politieauto’s, waren we in staat om binnen twee uur tijd een bovenregionaal rechercheteam te formeren. De bovenregionale recherche is in oktober 2002 met de eerste teams van start gegaan en in juli 2003 zijn de fraudeteams geïncorporeerd. Dat eerste jaar was gelijktijdig opbouwen van de organisatie en productie leveren. Tijdens de bouw bleef de winkel open. Aan de hand van praktijkervaringen werd bijgestuurd. De eerste onderzoeken waren bijvoorbeeld veel te omvangrijk en dus te tijdrovend. Vanaf het voorjaar van 2004 was de opbouwfase achter de rug. Je kunt dus zeggen dat dit het eerste jaarverslag is dat de resultaten laat zien van een “afgebouwde” bovenregionale recherche. Er zijn vorig jaar in totaal 177 onderzoeken ter hand genomen, waarvan er 97 zijn afgerond. De overige onderzoeken worden afgerond in 2005. In 2004 zijn 670 verdachten aangehouden en er zijn 1169 zaaksdossiers opgemaakt. Deze zaaksdossiers bevatten meestal meerdere (soms honderden) opgeloste strafbare feiten. Daarnaast zijn er 92
ontnemingvoorstellen gedaan, met een totale waarde van ruim 102 miljoen euro. Het Openbaar Ministerie heeft 293 verdachten vervolgd en de rechter heeft in totaal 405 jaar gevangenisstraf opgelegd. Dat varieerde van een paar maanden tot tien jaar. Daarnaast zijn er circa 10.000 uur taakstraf en miljoenen aan boetes en ontnemingen opgelegd.
Bedrijfsleven In 2004 zijn relatief veel onderzoeken uitgevoerd naar criminaliteit die gericht was tegen het bedrijfsleven. Dit heeft naast het oplossen van veel zaken geleid tot intensivering van contacten met diverse brancheorganisaties. Daarin werden onder meer voor preventie relevante onderzoekservaringen uitgewisseld. Vanuit de optiek van de dader worden deze ervaringen binnen elk onderzoek opgetekend en weergegeven in een bestuurlijke rapportage. Dit levert een grote meerwaarde op. Een goed vervolg op een bestuurlijk advies levert vaak een grotere bijdrage aan een veiliger samenleving dan de aanhouding van de daders. Zo is een specifieke vorm van pinpasfraude onmogelijk gemaakt door het aanpassen van de betaalautomaten. En zo kun je ook diefstallen van vrachtwagens en ladingen tegengaan door preventieve maatregelen, zoals het screenen van personeel en het verlichten van parkeerplaatsen. De brancheorganisaties en bestuurders laten nog vaak veel mogelijkheden onbenut om strafbare feiten te voorkomen. Bij de toewijzing van onderzoeken zal in toenemende mate rekening gehouden worden met de mate waarin daadwerkelijk iets gedaan is met onze bestuurlijke rapportages.’ TEKST: Leo Maat FOTO: Mieke Lens
Als de man toch is gaan zitten, komt het verhaal er uit. Hij paste op honden van vrienden en had die meegenomen naar het bos. Daar moesten de trouwe viervoeters aangelijnd en dat wist hij ook. Alleen had hij de honden ná de wandeling losgemaakt om ze weer de auto in te dirigeren, “onder het commando hup-hup”. Op dat moment kwam de boswachter aanrijden. De honden waren blij bij het zien van een nieuw gezicht en liepen vrolijk kwispelend en blaffend op de boswachter af. Daarbij passeerden zij echter een slagboom met daarnaast het bordje “honden aangelijnd”. Weten die honden veel. De boswachter kende volgens de verdachte echter geen pardon en begon meteen een bon uit te schrijven. “En dat vond ik gemeen”, besluit hij zijn emotionele relaas. Om zijn woorden kracht bij te zetten, had de man het hele relaas ook nog eens getekend. En dan niet in de vorm van een eenvoudig plattegrondje. Nee, hij toverde een gekleurde potloodtekening tevoorschijn van een naaldbos, compleet met de auto’s (inclusief brandende verlichting van de auto van de boswachter), honden, slagboom, het verbodsbordje en de tekst “hup-hup”. Zoveel huisvlijt, dat kón gewoon niet onbeloond blijven. “U bent wel schuldig”, sprak de kantonrechter wijs. “Maar u krijgt geen straf.” Jan Hoekman, Officier van justitie
15 opportuun nummer 5 – 2005
H
ans Pieters steekt van wal. ‘De oprichting van de bovenregionale recherche is terug te voeren op de nota Naar een veiliger samenleving van het eerste kabinet Balkenende. Daarin werd geconstateerd dat de opsporing in Nederland onder de maat was, zowel wat betreft de organisatie als de kwaliteit. Veel vormen van criminaliteit werden überhaupt niet aangepakt. Er zat onvoldoende eenheid in de opsporing; de structuur van de recherche moest anders.
Het begint al goed. De man komt de Apeldoornse rechtszaal binnen en loopt meteen door naar de tafel van de kantonrechter. “Ik ben het er niet mee eens!”. De kantonrechter wil de man vertellen dat hij eerst even moet gaan zitten, maar wordt halverwege de zin alweer onderbroken. “En dat kan ik bewijzen ook!”
HET OM VERANDERT
opportuun
Goed in grote milieuzaken Albert van Wijk, plaatsvervangend hoofd van het Functioneel Parket en Aldo Verbruggen, projectleider Specialistische Taken vertellen geestdriftig over de veranderingen in de aanpak van milieucriminaliteit. Was voorheen de aanpak verspreid over negentien arrondissementsparketten, dit najaar zal daar definitief een einde aan komen. Alle milieutaken zijn dan ondergebracht in één parket.
16
Continuïteit en kwaliteit In die stemming van vernieuwing en uitdaging gingen beide heren aan de slag. Doel van de onderneming is de milieutaken onder te brengen bij het Functioneel Parket. De aanpak van milieucriminaliteit was regionaal georganiseerd en verspreid over negentien parketten. Dat bleek niet efficiënt. Door de versnippering van de zaken over de parketten was groei in het specialisme moeizaam en werd geen routine opgebouwd. Inmiddels was er binnen het OM een beweging ingang gezet om specialismen bijeen te brengen. Georganiseerde misdaad werd ondergebracht in het Landelijk Parket. Verkeerstaken werden geclusterd in het Bureau Verkeershandhaving OM en het Functioneel Parket werd opgericht voor de
behandeling van financieel-economischeen milieudelicten . De milieutaken gingen op kleine schaal in deze veranderingen mee in de zogenaamde horizontale samenwerking (hosa). Bijna gelijktijdig waren er andere ontwikkelingen gaande. Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum concludeerde in 2002 dat de opsporing van complexe milieudelicten beter moest. Vanuit de politiek werd druk uitgeoefend om milieucriminaliteit beter aan te pakken. De politie bundelt specialistische capaciteit eveneens en zet op het moment zes Interregionale Milieu Teams en een Regionaal Milieu Team per politieregio op. Er kwam een politiek besluit om de milieutaak in het Functioneel Parket te concentreren. De uitvoering van het besluit werd als het project Specialistische Taken binnen Het OM Verandert (HOMV) ondergebracht. De opdracht van het HOMV-project was om te bezien of de specialistische taken, in het bijzonder fraude, economie en milieu, anders belegd moeten worden. Een voorstel om alle specialistische taken in één slag bij het FP onder te brengen haalde het nog niet. Het College koos er voor te starten met de reorganisatie van de milieutaak.
Milieu secundair ‘Bloed gaat voor groen,’ weet Albert van Wijk uit de praktijk. ‘Bloedige zaken als moord en doodslag concurreren nu eenmaal met de aanpak van milieucriminaliteit. Milieu zat al jaren op de achterbank.’ ‘Oorspronkelijk was er nogal wat weerstand tegen de plannen om milieutaken te centraliseren. Men voelde zich ondergewaardeerd. Alsof de mensen op de parketten niet goed genoeg hadden gewerkt’, vertelt projectleider Aldo Verbruggen. ‘Het imago was slecht. Men vond ons onzichtbaar en traag. Er
waren tal van aanloopproblemen. Het besluitvormingsproces is niet altijd soepel verlopen. Afstemming is daarbij het sleutelwoord. We hadden meer moeten communiceren over de voortgang van het project. We waren te weinig pro-actief. En’, concludeert Aldo, ‘De structuur waarbinnen de reorganisatie plaatsvindt is complex en zwaar. Bepaald niet ideaal voor slagvaardig en daadkrachtig handelen’, vindt Verbruggen. ‘Bij ieder item zijn minimaal vijf stakeholders betrokken. Er gaat veel tijd zitten in het managen van het proces, in plaats van in de afstemming op inhoud en realisatie’.
dan het proces aankan. In Amsterdam hebben de milieumedewerkers uit noordwest en midden Nederland elkaar al gevonden en vormen haast een team. Zij willen dat de echte overgang zo snel mogelijk gestalte krijgt. De vestigingen in Amsterdam en Rotterdam lijken gemakkelijk op sterkte te brengen te zijn. In Den Bosch en Zwolle lijkt het lastiger om de formaties te vullen.
Ambitie
Goede zaken goed doen Tijdens een road show op verschillende locaties in het land brachten het Functioneel Parket en het project ST de collega’s op de hoogte van de stand van zaken. Het organisatie- en formatieplan is inmiddels goedgekeurd. Het Functioneel Parket richt vier handhavingeenheden in het land op. In Amsterdam, Rotterdam, Zwolle en Den Bosch organiseren het project ST en het Functioneel Parket nu de huisvesting, inrichting en bemensing. De aangestelde kwartiermakers vervullen hierbij een belangrijke rol. Zij ontwerpen mede de werkprocessen en zorgen dat de besturing van de organisatie rond is. Aldo Verbruggen: ‘Een enorme klus die veelal te vergelijken is met vier keer een parket - organisatie opzetten.’ In totaal zullen tweeëntwintig milieuofficieren en zestig parketsecretarissen en bijbehorend administratief personeel binnen het Functioneel Parket aan de milieutaak gaan werken. ‘We garanderen dat mensen met een milieutaak een plaatsje binnen ons parket kunnen krijgen”, stelt Albert van Wijk. Zij krijgen een plaats die aansluit bij hun interesses en mogelijk-
heden. Specialismen van mensen kunnen nu tot hun recht komen. Zij kunnen zich verder professionaliseren in hun vak. Het is onze doelstelling om de milieumedewerkers en hun expertise zo veel mogelijk te behouden. We willen persé de aanwezige expertise behouden. In de toekomst gaan we ons vooral richten op zware milieucriminaliteit. Het Functioneel Parket zal zich bewijzen in betekenisvolle zaken. Wij maken beredeneerde keuzes voor zaken. De visie op het effect van strafrechtelijk optreden zal daarbij leidend zijn. Kortom de goede zaken goed doen’.
Wil en weerstand Van Wijk: ‘Het concentreren van taken in één Functioneel Parket heeft tamelijk ver-
strekkende gevolgen voor de negentien parketten. Maar ook de andere projecten van HOMV beïnvloeden de gang van zaken bij de parketten. Het project Specialistische Taken heeft de opdracht om de nieuwe organisatie snel gestalte te geven; dit alles bij elkaar maakt dat je veel wind vangt. Het is doing en learning tegelijk. Je zit vaak in een afhankelijke positie. De beslisser zit niet altijd aan de onderhandelingstafel’. Mensen voelen zich bedreigd. Hun werkzaamheden binnen het parket worden opgeheven. Dat leidt tot een rouwproces. Aldo Verbruggen begreep dat gevoel heel goed en spreekt uit ervaring. ‘Als mensen uiteindelijk door het rouwdal heen zijn en in staat zijn zich te oriënteren op een nieuwe werkelijkheid gaan zij zelfs sneller lopen
Het Functioneel Parket heeft de ambitie en de opdracht om de nieuwe taak op een hoger niveau vorm te geven. Dit vergt investeringen op twee fronten. Ten eerste in het doen van de juiste zaken en ten tweede in het verbeteren van de afhandeling ervan. Het Functioneel Parket wil zaken met zeggingskracht doen. Dat betekent dat bij de selectie van zaken wordt gekeken naar het maatschappelijk effect dat wordt bereikt met het afdoen van de zaak. Van elke zaak moet een signaal uitgaan naar potentiële wetsovertreders. Deze investeringen vragen natuurlijk tijd en geld. Zonder extra middelen kunnen de ambities van het FP en het OM in de gevarenzone komen. Beide heren onderstrepen daarom dat volledige personele vulling wenselijk is. ‘Waar voorheen het politieke domein dominant was, is schaarste aan middelen thans medebepalend voor capaciteit en tempo’, aldus Aldo Verbruggen. Beide heren zien de toekomst nog steeds met onverminderde gedrevenheid tegemoet. ‘De knop is omgegaan’, constateren ze. ‘De beweging die in gang gezet is, houd je niet meer tegen.’ TEKST: Thea van der Geest FOTO: Gerhard van Roon
17 opportuun nummer 2 – 2005
A
ldo Verbruggen is vol optimisme. Hij noemt zelfs een datum waarop wat hem betreft officieel de overheveling van de milieutaken van de parketten naar het Functioneel Parket zou kunnen plaatsvinden: als alles mee zit juli dit jaar. Maar Albert schudt zijn hoofd. ‘Dat haal je nooit’. Het schetst de sfeer waar beide mannen van houden: er is weinig zeker. ‘We bouwen aan een nieuwe, complexe organisatie. De mensen, die straks in deze organisatie gaan werken, houden we voor dat we geen zekerheid bieden, maar wel de mogelijkheid om de gezamenlijke ambitie gestalte te geven’. Aldo en Albert kennen elkaar van lang geleden. Ze volgden samen de RAIO-opleiding en deelden een kamer op het Rotterdamse parket. ‘Ik heb Aldo gevraagd voor deze klus. Ik kende zijn gedrevenheid en zijn passie. We zijn niet voorzichtig en gaan niet voor een veilige structuur’, aldus Albert van Wijk. ‘Durf is de succesfactor. Een goed ondernemer is bereid verantwoorde risico’s te nemen’, vult Aldo aan.
opportuun
Het Functioneel Parket
18
Sinds begin 2003 is het parket steeds meer op sterkte gekomen. Nu – voorjaar 2005 – is het nog niet helemaal ingedraaid, maar het staat bij de BODen en de vakdepartementen stevig op de kaart. En het is in staat en bereid het milieu-OM op te nemen. Dat zal een verdubbeling van het aantal fte's tot meer dan tweehonderd betekenen, en het uitbreiden van de werklocaties (nu: Den Haag, Zwolle en Den Bosch) met Amsterdam en Rotterdam. Deze uitbreiding is voor het parket zeer bewerkelijk, maar dat was het oprichten en inrichten nog meer, dus het gaat lukken. Ik kijk met trots terug op die bouwperiode. Met man en macht, met creativiteit en geduld, hebben we vanuit niets, in een zeer veeleisende omgeving, dit bijzondere parket opgezet. Het waren voor mij drie tropenjaren, maar ook een uniek en geweldig avontuur. Hoewel het nog niet klaar is geef ik nu toch de leiding over aan een ander. Mijn kracht en voorkeur ligt meer bij ontwerpen en bouwen dan bij het aansturen van een organisatie die zo groot en ingewikkeld is als het FP straks. Onlangs kwam de aantrekkelijke functie van raadadviseur vrij. Een plaats waar ik veel kan meedenken en vormgeven rond de taak van het OM op een aantal spannende gebieden. Ik heb er dus ja op gezegd en ga met veel plezier deze nieuwe taak in.’
Studiedag Mensenhandel, 2 juni
papieren of andere identiteitsbevestigende middelen,
Tijdens deze studiedag zal plenair worden ingegaan
danwel het vervalsen ervan; het gebruik dat van zulke
op het brede begrip uitbuiting in Nederland en de
papieren of andere middelen wordt gemaakt; het
internationale regelgeving, die de basis vormt voor
gebruik van of het aannemen van een andere iden-
alle nieuwe ontwikkelingen in Nederland. Het groot-
titeit. Tijdens deze dag wordt uitgebreid aandacht
ste gedeelte van de dag bestaat uit workshops waar,
besteed aan: het technisch en tactisch opsporings-
Themadag Actuele Jurisprudentie, 31 mei
op een praktische manier, dieper ingegaan zal wor-
onderzoek en aan de bewijsvragen die samenhangen
Tijdens deze themadag zal Prof. Buruma de voor de
den op de materie.
met de vervolging en de berechting.
politie relevante jurisprudentie van het afgelopen jaar
Locatie: Concernlocatie Politieacademie, Apeldoorn
Locatie: Hotel Congrescentrum Oud London, Zeist
behandelen. Tevens gaat hij in op nieuwe wetgeving
Kosten: geen
Kosten: € 385 p.p.
en op toekomstige ontwikkelingen binnen de straf-
Informatie: www.politieacademie.nl of via Congres-
Informatie: Studiecentrum Kerckebosch telefoon
rechtwetgeving.
bureau Politieacademie telefoon 055-539 23 00 of via
030-698 42 22 of via
[email protected]
Locatie: De Reehorst, Ede
[email protected]
of via www.kerckebosch.nl
Informatie: www.politieacademie.nl of via
Studiedag Jeugdige Veelplegers, 9 juni
Studiedag De aanpak van jeugdgroepen, 21 juni
Congresbureau Politieacademie, Linda Kolfoort
De afgelopen jaren zijn er veel verschillende projecten
De aanpak van jeugdcriminaliteit staat hoog op de
telefoon 055-539 23 00 of via
gebaseerd op samenwerkingsverbanden opgezet. Op
politieke agenda. Vooral op lokaal niveau hebben veel
[email protected]
dit moment zijn veel van deze projecten geëvalueerd
projecten gericht op jeugdgroepen elkaar de afge-
en zijn de eerste resultaten bekend. De ervaringen op
lopen jaren in hoog tempo opgevolgd. In het zoeken
Themadag Geografische Daderprofilering,
het gebied van de persoonsgerichte aanpak en verde-
naar een succesvolle aanpak is een eerste relevante
31 mei
re problematiek rondom veelplegers worden tijdens
vraag waardoor deze problemen zijn ontstaan. Het
Geografische daderprofilering is een relatief nieuwe
deze studiedag besproken.
doel van de studiedag is het geven van verklaringen
analysemethode die in seriezaken handreikingen kan
Locatie: Concernlocatie Politieacademie, Apeldoorn
voor problemen rond jeugdgroepen en het bieden van
bieden om het rechercheonderzoek richting te geven.
Kosten: € 175 p.p.
handvatten voor een betere aanpak van deze groe-
Doelgroepen voor deze themadag zijn rechercheurs
Informatie: www.politieacademie.nl of via Congres-
pen. De zeer deskundige sprekers
en leidinggevenden die beslissingen moeten nemen:
bureau Politieacademie, Annelinde Schrijver telefoon
zullen hieraan hun bijdrage leveren.
over de inzet van analysemethoden, op basis van de
055-539 23 11 of via
[email protected]
Locatie: Jaarbeurs, Utrecht
Agenda
Kosten: € 125 (incl. boek “Kroniek van de Strafrecht”)
Kosten: € 450 (excl. BTW)
uitkomsten van analyses en over de invoering van (nieuwe) analysemethoden.
Studiedag Echt of Vals? Identiteit, identiteits-
Informatie: www.sdu.nl of bij SDU,
Locatie: Woudschoten Conferentiecentrum, Zeist
fraude en misbruik van identiteitsbewijzen,
Mariëlle van Vulpen telefoon 070-378 94 26 of
Kosten: € 200
15 juni
e-mail
[email protected]
Informatie: Kinterview, Jannie van der Sleen telefoon
Deze studiedag staat stil bij de volgende problemen
Bedrijf en Overheid telefoon 040-297 79 80
0575-572 212 of via
[email protected]
op dit terrein: het valselijk (doen) opmaken van TEKST: Mirelle Herlfterkamp
Personalia Functioneel Parket: Per 1 mei is mr. R.W.M. Craemer, hoofdofficier van justitie te Den Bosch, waarnemend hoofd van het Functioneel Parket te Den Haag. Onlangs zijn de volgende nieuwe medewerkers aangenomen: Valentine Hoen in de functie van communicatie-adviseur; Saskia Rutgrink als medewerker P&O; Monique Wongsosemito en Betsy Lamsberg Trustfull als administratief medewerkers; Michiel van Woensel, Arno Smits en Joyce Wassink-van de Eijnden als secretaris; Herman Bentvelzen, Brechje van den Berg en Monique Hoogduin als P&O-adviseurs; Patricia Roel als medewerker P&O en Yanira Goilo als management-assistente. Ressortsparket Den Haag: Jorinde van Boetzelaer is in dienst getreden als projectsecretaris. Cherida Hooijer is per 1 april als administratief medewerkster begonnen. Zij was voorheen werkzaam bij het ressortsparket Arnhem. Martine Hallers (juridisch medewerker) heeft het ressortsparket verruild voor het arrondissementsparket Den Haag en wordt daar parketsecretaris zware criminaliteit. Roermond: Per 1 juni 2005 verlaat secretaris Barry Bults parket Roermond en start hij als seniorsecretaris bij parket Maastricht. Caro Bollen, officier van justitie, is vertrokken naar Zwolle, naar het team Bovenregionale en specialistische taken OM-NON (BRNON). Middelburg: Per 1 mei in dienst als Allround Facilitair Medewerker: Susanne Kolff Zwolle-Lelystad: In dienst zijn getreden: Ronald Gielen en Ger Strootker als senior secretaris; Tjarko Houwing in de functie van beleidsmedewerker; Jan Gerrits in de functie van allround administratief medewerker; Maaike
Schrijver als medewerker control voor Bedrijfsvoering. Jeroen Oosterlaar in de functie van medewerker facilitaire dienst; Linda Kroon in de functie van algemeen administratief medewerker; Maarten de Jong in de functie van algemeen administratief medewerker; Anne Stuart in de functie van medewerker servicedesk voor Bedrijfsvoering; Nicky Mulder in de functie van algemeen administratief medewerker; Rob Broekhuizen in de functie van procesmanager. Ressortsparket Den Bosch: Juridische medewerker Lieke Verhoeven verruilt per 1 mei 2005 het ressortsparket voor het arrondissementsparket Rotterdam waar zij senior parketsecretaris (FECteam) wordt. Het OM verandert: Per 1 mei is Wim Stienen begonnen voor halve dagen bij het project GGE (Geografisch Georiënteerde Eenheden), per 1 september zal hij voor hele dagen beginnen. Hij komt vanaf Parket Roermond, waar hij officier is. Parket-Generaal: mr. R.M. Peters is aangetreden als raadsadviseur voor de landelijke leiding van het OM. mr. Peters volgt mw. I.E. Klopper op die per 1 maart als Hoofd Advocaat-Generaal is begonnen in Arnhem.. Procureur-generaal mr. J.L. (Joan) de Wijkerslooth treedt per 1 juni terug als voorzitter van het College. Hij wordt hoogleraar strafrecht aan de rijksuniversiteit van Leiden. De nieuwe voorzitter van het college van PG's is mr H.N. (Harm) Brouwer, reeds lid van het college van PG's. Tenslotte verlaten per 1 juni as. twee collega's de Voorlichtingsdienst. Persvoorlichter Leendert de Lange vertrekt naar de gemeente Den Haag als politiek lobbyist en eindredacteur van Opportuun Leo Maat
gaat aan de slag als hoofdredacteur van het Nieuwsblad Transport te Rotterdam. BVOM: Per 1 mei is Jean Paul Jansen bij BVOM in dienst gekomen als beleidsmedewerker CFT (commissie feiten&tarieven). Utrecht: Officier Richard Klee komt per 1 juli 2005 over van parket Den Haag. Diana Roggen is 1 mei begonnen als parketsecretaris bij Team Utrecht Buiten. Jessica Penninkhof is op 1 mei begonnen als medewerker secretariele ondersteuning bij TUB. Secretaris Nils Kruis wordt per half mei gedetacheerd bij de rechtbank in Utrecht. Raio Judith Uitermark verlaat dan ook het parket, ze gaat terug naar de rechtbank Arrondissementsparket 's-Hertogenbosch: Per 1 mei heeft Ilse Pol, parketvoorlichter ontslag genomen. Daan Versteeg, allround administratief medewerker Centraal Team heeft ontslag genomen. De hoofdofficier van justitie, mr. R.W.M. (Rene) Craemer wordt wnd. hoofd van het Functioneel Parket. Jolanda van Beek is gedetacheerd naar het parket Roermond. Anja van Dommelen wordt gedetacheerd als personeelsadviseur bij het gerechtshof in Den Bosch. Per 15 mei 2005 vertrekt Corine Roeters. Margot van de Mortel gaat bij het Landelijk Parket werken. OM Middelburg verhuist per 13 juni 2005 naar een nieuw pand. Nieuw adres: Kousteensedijk 5 Nieuw telefoonnummer: 0118 – 884 000 TEKST: Karin Mensink
19 opportuun nummer 5 – 2005
Op 1 mei 2005 is het hoofd van het Functioneel Parket, Rein Peters, overgestapt naar het Parket-Generaal. Daar vervult hij de functie van raadadviseur. Zijn portefeuille bevat onder meer het adviseren van het College over de OM-rol bij terrorismebestrijding en crisisbeheersing. Hij vertelt: Dat het OM de milieutaak wil centraliseren bij het FP past in de al in 2002 ingezette beweging. Toen ben ik met een club kwartiermakers/bouwers begonnen met de oprichting van het FP, waar de zaken van de Bijzondere Opsporingsdien-sten (BODen) behartigd zouden worden. Sinds begin 2003 stuurt het FP inderdaad de onderzoeken aan van de FIOD-ECD, SIOD, VROM-IOD en AID-DO, en draagt het zorg voor de vervolging van die zaken. De laatste twee BOD-en doen met name onderzoeken op het vlak van milieu en (wat de AID betreft) voedselveiligheid. Naast de taak opsporing en vervolging heeft het FP de rol van kennismanagement (helpdesk) op het vlak van fraude, milieu en economie. Verder onderzoekt het parket welke problemen op die terreinen de aandacht van strafrechtelijke handhaving behoeven, en maakt het daarover beleidsmatige afspraken met de BODen, de betrokken departementen en andere handhavingsinstanties. Het parket brengt de strafzaken aan bij de bevoegde rechtbanken; een proces dat veel zorg en afstemming vereist en met vallen en opstaan gebaand is.
UITGELICHT
beleid en regels Angela Kaptein Voor complete teksten bel: 070-33 99 813
Wang of bil?
Volgens het hof wel: “het hof is van oordeel dat het in de billen knijpen van een zesjarig meisje, terwijl daarvoor voornoemde opmerkingen zijn gemaakt, is aan te merken als het plegen van ontuchtige handelingen.” (Hof Arnhem 14 april 2005, parketnr. 21-001237-04). De vraag van de raadsman was in dit geval niet aan de orde: verdachte had het meisje niet in haar wang geknepen. Maar is de vraag waar een aanraking plaats vindt nu bepalend voor de beantwoording van de kwestie of sprake is van ontucht? Uiteraard speelt de plaats van aanraking wel een belangrijke rol, maar ook de omstandigheden waaronder die plaats vindt tellen mee. Aardig in dat verband is een arrest van de Hoge Raad uit 1968 (NJ
1969, 24). Daar ging het om een vrouw op een fiets; een man pakte onverhoeds haar knie beet en kneep daarin. Op zich niet per definitie ontuchtig, aldus de HR. Maar dat kan anders liggen, als het gebeurt “op zodanige wijze en met zodanige bedoeling dat dit als oneerbaar en ontuchtig moet worden aangemerkt.” En in deze zaak was dat ook zo. Daarbij zal wel een rol hebben gespeeld dat de man ook nog zei: “meid, meid, wat heb jij dikke dijen. Wat zou ik hem daar graag eens tussen duwen.” Omgekeerd is de plaats van aanraking wel een belangrijke indicatie voor het ontuchtige karakter daarvan, maar niet alles bepalend. Zo is het duidelijk dat een arts die bij een vrouwelijke patiënt een borstonderzoek verricht, zich niet schuldig maakt aan ontuchtige handelingen. Maar ook mensen in de gezondheidszorg moeten oppassen. Zo werd onlangs een 77jarige psychotherapeut, die in het kader van een zogenaamde lichaamsgerichte therapie zonder noodzaak de borsten van een vrouwelijke patiënte aanraakte, door het Arnhemse hof veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en het betalen van schadevergoeding (uitspraak 18 april 2005, parketnr 21-006062-04).
zitting als getuige te horen (HR NJ 92.7, rov. 4.2).
(naast de strafmaxima voor de door het te
een deelname aan enig debat over het onder-
Dat is niet anders met betrekking tot de vorde-
berechten feiten en de samenloopbepalingen)
werp waarop die overtuiging ziet. Het gooien van
ring van de benadeelde partij. Die vordering
met een nadere beperking van zijn straftoeme-
verf kan niet worden beschouwd als een derge-
houdt nauw verband met het strafbare feit waar-
tingsvrijheid geconfronteerd. Hij moet immers
lijke deelname aan het debat.
voor verdachte wordt vervolgd. Voor zover een
rekening houden met de strafbare feiten terzake
Over de bewezenverklaring: de bewijsmiddelen
beroep op art. 6 EVRM wordt gedaan overweegt
waarvan de eerste rechter de verdachte heeft
houden in dat verdachte en zakje met verf heeft
de Hoge Raad dat in het strafgeding alleen
veroordeeld en met de door deze opgelegde
gegooid dat uiteen is gespat en dat de kleding
plaats is voor eenvoudige vorderingen. Een
straf, in die zin dat
Gouden koets: besmeurd met verf, artt. 111,
van genoemde persoon werd getroffen door
gevolg is dat de benadeelde partij geen getuigen
a) moet worden nagegaan wat de maximaal op
112 Sr; Vrijheid van meningsuiting; Wijze te
verfspetters. De bewezenverklaring hoeft niet de
kan aanbrengen. De benadeelde partij is in casu
te leggen straf zou zijn geweest indien alle feiten
lastleggen
hele causale keten tussen handelen en het - uit-
op verzoek van de verdediging als getuige
gevoegd zouden zijn behandeld en dus tot één
Hoge Raad 19 april 2005, 00814.04 + 00551.04
eindelijke - gevolg te bevatten. Uit de bewijsmid-
gehoord. De verdediging heeft haar vragen kun-
uitspraak hadden geleid, terwijl
Verdachte heeft op de trouwdag van Alexander
delen kan worden afgeleid dat het gooien van de
nen stellen, haar verklaringen kunnen bestrijden
b) hij in ieder geval geen hogere straf mag
en Maxima een zakje met verf naar de Gouden
verfbom resulteerde in de beschadiging van de
en de vordering kunnen betwisten, ook voor
opleggen dan overeenkomt met het hiervoor
Koets gesmeten. Hij is veroordeeld tot 250 euro
kleding. Beroep verworpen.
zover het de vraag betreft of de vordering zich
onder a) bedoelde maximum, verminderd met de
terzake 1- opzettelijke belediging van de ver-
(AG Fokkens: deels anders. In de telastlegging
leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet
door de eerste rechter opgelegde straf.
moedelijke opvolger van de Koning en zijn echt-
en bewezenverklaring had ook moeten staan dat
daarop brengt de enkele omstandigheid dat de
In casu leidt dat tot de slotsom dat het Hof terza-
genote en 2- beschadiging (van kleding van een
ten gevolge van het raken van de koets verfspat-
benadeelde partij, anders dan verdachte, onder
ke van het in casu telastgelegde geen levenslang
zich in de nabijheid van de koets bevindende
ten op de kleding waren terechtgekomen. De
ede is gehoord niet mee dat sprake is van een
kon opleggen omdat die feiten niet met levens-
beveiligingsman).
bewezenverklaring is nu niet goed te begrijpen).
inbreuk op de equality of arms va art. 6 EVRM,
lang zijn bedreigd doch met een tijdelijke straf
omdat niet kan worden gezegd dat verdachte
van maximaal 16 jaar. Terwijl, nu het eerste von-
Geklaagd wordt dat de dagvaardig innerlijk tegenstrijdig is: de verdenking behelst beledi-
Benadeelde partij overleden: niet-ontvankelijk
voor wat betreft de behandeling van de vorde-
nis een veroordeling inhield tot 20 jaar, art. 63 Sr
ging door middel van een feitelijkheid, terwijl art.
Hoge Raad 19 april 2005, 01603.04
ring in een beduidend nadeliger positie is komen
jo. 57 Sr meebrengt dat het Hof - mede gelet op
266 Sr belediging in het openbaar slechts straf-
De vordering van de benadeelde partij is toege-
te verkeren dan de benadeelde partij. Het ver-
art. 10.4 Sr dat bepaalt dat de tijdelijke gevange-
baar stelt ingeval die mondeling, bij geschrift, of
wezen. Het Hof acht op grond van de verklaring
zoek is terecht afgewezen.
nisstraf niet de 20 jaar te boven gaat - geen
bij afbeelding wordt aangedaan. Door middel
erfrecht die is overgelegd voldoende aanneme-
Beroep op dit punt verworpen.
gevangenisstraf meer kon opleggen.
van een feitelijkheid kan uitsluitend in tegen-
lijk dat de benadeelde partij ook gerechtigd is de
woordigheid van het slachtoffer geschieden.
schade van wijlen haar moeder als haar eigen
Levenslang na twintig jaar? Art. 63
(AG Jorg: anders: de middelen falen, maar
De Hoge Raad overweegt dat moet worden aan-
schade te vorderen.
Hoge Raad 19 april 2005, 02109.04
ambtshalve neemt hij als standpunt in dat de
genomen dat de in de artt. 111 en 112 Sr bedoel-
Hierover wordt geklaagd: de benadeelde partij
Terzake van een serie geweldsfeiten (diefstal met
beperking van de cumulatiebepalingen verloren
de personen in meerdere mate tegen belediging
moet voor dat deel niet-ontvankelijk worden ver-
geweld en afpersing) is verdachte strafbaar ver-
gaat indien een vooraf niet door de rechter
worden beschermd dan andere personen. Die
klaard.
klaard en is geen straf of maatregel opgelegd.
gewenste levenslange gevangenisstraf alsnog
extra bescherming wordt tot uitdrukking
De Hoge Raad overweegt dat de wetgever blij-
Cassatie is ingesteld door de advocaat-generaal,
achteraf in beeld komt door feiten waarop zelf
gebracht door: - geen klachtvereiste, - een
kens de wetsgeschiedenis niet (buiten art. 51a.2
die levenslang had gevorderd. Geklaagd wordt
geen levenslange gevangenisstraf staat. Art 9a
hogere strafbedreiging, - geen strafuitsluitings-
Sv) de mogelijkheid heeft willen openen dat in
over het oordeel van het Hof inhoudende dat het
Sr is niet geschreven voor gevallen van samen-
gronden. Voor het overige zijn de onderscheidin-
geval van overlijden van het slachtoffer de erfge-
wel mogelijk, maar niet wenselijk is levenslang
loop. Ook vóór de invoering van dit artikel werd
gen van art. 266 (eenvoudige belediging) hier
namen zich op voet van art. 51a Sv in het straf-
op te leggen. Voorts wordt geklaagd dat het niet
de rechter belet een straf op te leggen indien het
van toepassing.
proces te voegen terzake van de door het slacht-
begrijpelijk is dat het Hof heeft afgezien van
strafmaximum was bereikt ingevolge de regels
De opvatting van de verdediging is dus juist,
offer geleden schade. Die schade is dus voor
enige straf of maatregel.
van samenloop).
maar kan niet tot cassatie leiden. De telastleg-
wat die erfgenamen betreft niet rechtstreeks. In
De Hoge Raad gaat van het volgende uit: in een
ging vermeldt dat het feit in het openbaar en tij-
casu is het voegingsformulier ruim een jaar na
andere zaak is verdachte bij vonnis van 2001 ter-
Verlenging gevangenhouding en vordering ex
dens de rijtoer is begaan, waarin besloten ligt
het overlijden van de moeder van de benadeelde
zake medeplegen van moord tot twintig jaar ver-
67b.1 Sv: meervoudig?
dat het feit in tegenwoordigheid van Alexander
partij gedateerd. Het Hof had de benadeelde
oordeeld. De onderhavige zaak betreft roofover-
Hoge Raad 19 april 2005, 02160.04 B
en Maxima is begaan. Bovendien blijkt uit het
partij niet-ontvankelijk moeten verklaren in haar
vallen die zijn begaan vóór bedoeld vonnis. De
Het Hof heeft de beschikking van de Rechtbank
verhandelde ter terechtzitting niet dat de telast-
vordering betrekking hebbend op de door wijlen
middelen gaan ervan uit, evenals het Hof, dat het
tot toewijzing van de vordering verlenging van
legging door verdachte onbegrijpelijk werd
haar moeder geleden schade.
Hof in de onderhavige zaak gelet op art. 63 Sr jo.
de gevangenhouding en de vordering ex art.
geacht.
Vernietiging en terugwijzing.
art. 57 Sr levenslang had kunnen opleggen.
67b.1 Sv, vernietigd omdat hij niet meervoudig
Hoewel de tekst van de wet zich daartegen op
was gewezen.
van meningsuiting zoals beschermd door art. 10
Verdachte als getuige inzake de vordering
zichzelf niet verzet, is die opvatting niettemin, in
De Hoge Raad overweegt dat mede gelet op art.
tweede lid EVRM, is geschonden en dat de
benadeelde partij?
aanmerking genomen de ratio van de bedoelde
21 Sv en de wetsgeschiedenis de enkelvoudige
bewezenverklaring van feit 2 onbegrijpelijk is:
Hoge Raad 19 april 2005, 02876.04
wettelijke regeling, onjuist. Art. 63 Sr jo. art. 57 Sr
kamer van de Rechtbank op grond van art. 21.5
niet blijkt hoe het gooien de kleding heeft
Veroordeeld is terzake zedendelicten met toewij-
strekt ertoe het maximum van de vrijheidsstraf
Sv bevoegd is eenvoudige zaken te behandelen.
beschadigd.
zing van de vordering van de benadeelde partij.
die de rechter die het tweede vonnis of arrest
De vordering gevangenhouding geschiedt in elk
De Hoge Raad overweegt dat de eerste stelling
Geklaagd wordt dat het verzoek om verdachte
wijst kan opleggen te beperken en niet daartoe,
geval meervoudig. Bij verlenging gevangenhou-
onjuist is. Een gedraging, ook al is die gestoeld
als getuige te horen inzake de vordering van de
dat die rechter in het gegeven geval een hogere
ding gaat het alleen om de vraag of de gronden
op een bepaalde overtuiging, kan niet worden
benadeelde partij is afgewezen.
straf zou kunnen opleggen dan de maximumstraf
nog aanwezig zijn en of de duur van de voorlopige
aangemerkt als een door die verdragsbepaling
De Hoge Raad overweegt dat het i ons strafvor-
die terzake van de door hem berechte feiten kan
hechtenis de straf niet zal overtreffen. Deze vor-
beschermde meningsuiting indien niet kenbaar
derlijk stelsel niet past de verdachte ter terecht-
worden toegepast. De tweede rechter wordt dus
deringen lenen zich doorgaans voor enkelvoudige
Geklaagd wordt voorts dat het recht op vrijheid
En hoe zit het nu met die wang? Zou een kneepje in de wang van het zesjarige meisje onder de geschetste omstandigheden ook ontuchtig zij geweest? Het hof heeft zich er niet over uit gelaten, dus we weten het niet. Want hij kneep niet in haar wang! TEKST: Jan-Willem Grimbergen
Beroep verworpen.
21 opportuun nummer 5 – 2005
“E
n wat nu als mijn cliënt het meisje niet in haar bil, maar in haar wang had geknepen? Hadden we hier dan ook gezeten?” Een retorische vraag van een raadsman, onlangs bij de behandeling van een zedenzaak bij het Arnhemse hof. Wat wilde het geval? Een man van middelbare leeftijd had op een mooie zomerse dag in 2003 de nodige alcohol genuttigd. Toen hij vervolgens in een supermarkt boodschappen ging doen, zag hij bij de kassa een meisje van zes jaar. Tegen 2 jongens, die eveneens bij de kassa stonden, vertelde hij dat ze wel een mooi meisje was en dat zij – die jongens – haar wel zouden willen als ze groter was. Nu kon je haar nog wel in de billen knijpen, maar als ze 16 was zou dat niet meer mogen, aldus de man. Vervolgens heeft hij haar in de billen geknepen. Is dat nu ontuchtig?
is dat de gedraging moet worden begrepen als
behandeling. Enkelvoudig kan echter niet in het
AR2190 en HR LJN AJ1420). Voorts: cassatie
Distantiëren, geen medeplegen?
geval de officier van justitie bij verlenging
tegen aanbevelingen staat niet open).
Hoge Raad 12 april 2005, 01551.04
opportuun
tevens vordert dat de voorlopige hechtenis voor
22
Veroordeeld is terzake een roofoveroval met
een of meer andere feiten wordt bevolen. Die
Bewijsoverweging, geen vindplaats
dodelijk gevolg tot twaalf jaar gevangenisstraf.
beslissing komt neer op een wijziging van de
Hoge Raad 12 april 2005, 02237.04
De verdediging meent dat van medeplegen geen
grondslag en is in zoverre vergelijkbaar met de
Veroordeeld is terzake onder meer voorberei-
sprake is omdat verdachte zich heeft gedistanti-
gevangenhouding. Redelijke wetstoepassing
dingshandelingen (invoer) en leidinggeven aan
eerd van zijn schietende medeverdachte en hem
brengt mee dat die vordering ex art. 67b.1 Sv
een criminele organisatie, in het kader van de
van verder geweld heeft willen weerhouden.
meervoudig wordt behandeld. In ‘s Hofs be-
Opiumwet. Geklaagd wordt dat het Hof heeft
Beroep zonder nadere motivering verworpen.
schikking ligt besloten dat in het geval de 67b.1-
vastgesteld dat de verdachte geweld heeft
(AG Jorg: verdachte was met het plan gekomen,
vordering wordt gedaan en tevens een vordering
gebruikt terwijl dit niet bewezen is verklaard en
had het geladen wapen geleverd en heeft,
verlenging, beide vorderingen door een meer-
het niet blijkt uit de bewijsmiddelen.
wetend dat er iemand was neergeschoten, in de
voudige raadkamer van de Rechtbank dienen te
De Hoge Raad overweegt dat het Hof in een
buit gedeeld. Nadat hij een schot had gehoord
worden behandeld. ‘s Hofs oordelen zijn juist.
nadere bewijsoverweging de passage over
was hij bang dat de politie zou worden gealar-
Wel had het Hof zelf een oordeel moeten geven
geweld door verdachte, naast andere omstan-
meerd en wilde hij zijn maat waarschuwen – niet
over de beide vorderingen, hetgeen niet is
digheden, gebruikt om uiteen te zetten dat hij
zozeer hem tot de orde roepen of een ambulance
geschied. Over dit verzuim wordt echter niet
een centrale rol heeft gehad. Het Hof geeft even-
laten bellen).
geklaagd. Beroep verworpen.
wel niet aan aan welk wettig bewijsmiddel deze passage is ontleend. Ook de wettige bewijsmid-
Vrijspraak, motiveren? Verrekening tul met
delen houden er niets over in. Het middel is
vervangende hechtenis
terecht voorgesteld. Nu het Hof ook zonder het
Zie verder op OMtranet:
Hoge Raad 12 april 2005, 02903.04
geweld uit de bewijsmiddelen en hetgeen verder
– Bewijsoverweging: verbeterd met bewijsmid-
Veroordeeld is terzake het onder 2 subsidiair
is overwogen heeft kunnen afleiden dat verdach-
telastegelegde, opzetheling. Van feit 1 primair en
te als leider heeft deelgenomen, leidt het ver-
subsidiair en van feit 2 primair is vrijgesproken.
zuim niet tot cassatie. Voorts naar aanleiding van
Cassatie is ingesteld door het openbaar ministe-
een bewijsklacht: uit niets kan worden afgeleid
rie: de vrijspraak is met de woorden ‘niet wettig
dat de voorbereidingshandelingen er mede tot
en overtuigend bewezen’ onvoldoende onder-
strekten om cocaïne binnen Nederland te bren-
bouwd en daardoor onbegrijpelijk. Mogelijk
gen. De bewezenverklaring is in zoverre niet
heeft de tweede rechter een verkeerde uitleg
naar de eis der wet met redenen omkleed.
gestolen auto; Hoge Raad 19 april 2005,
gegeven aan wettelijke termen of een bijkomsti-
Vernietiging en verwijzing (deels).
02924.04
ge omstandigheid als essentieel beschouwd.
(AG Jorg: anders: over het eerste punt van het
Ook is niet duidelijk of het wettig bewijs ofwel de
geweld oordeelt hij hetzelfde. Zie voor de regel
overtuiging ontbrak, of dat bewijs (deels)
HR NJ 2004.165. De bewijskwestie ziet hij als
onrechtmatig werd verkregen.
een misslag in de bewezenverklaring).
del; Hoge Raad 19 april 2005, 01395.04 – Ontucht zonder aanraking? Aan zorg toevertrouwd; Hoge Raad 19 april 2005, 01630.04 – Betaling met pinpas = diefstal met valse sleutel; Hoge Raad 19 april 2005, 02337.04 – Ramkraak met - door verdachte? -
– Ontneming, tijdverloop; Hoge Raad 19 april 2005, 03384.04 P – Rijverbod, ook mondeling? Art. 162.2 WVW Hoge Raad 12 april 2005, 02415.04 – Vrijspraak, motiveren? Verrekening tul met
Subsidiair kan het hof niet volstaan met genoemde motivering wanneer zoals in casu
Betekening verstekmededeling, tijdsverloop
de rechter in eerste aanleg tot een veroordeling
Hoge Raad 12 april 2005, 02352.04
kwam en het openbaar ministerie in tweede aan-
Volgens de verdediging is het openbaar ministerie
leg weer veroordeling vorderde. Daarnaast wil-
niet-ontvankelijk wegens tijdsverloop:
len de eerste feitenrechter, de politie en het
De Hoge Raad overweegt dat na wijzen arrest de
openbaar ministerie lering kunnen trekken uit
verstekmededeling niet is betekend binnen een
het arrest.
jaar nadat verdachte zich weer in het GBA had
Voorts wordt geklaagd dat het Hof heeft geoor-
ingeschreven. Vertraging na dat jaar komt voor
deeld dat het aanbeveling verdient de tenuit-
rekening van het openbaar ministerie. Gelet op
voerlegging te verrekenen met de vervangende
de straf die werd opgelegd (vier maanden waar-
hechtenis.
van twee voorwaardelijk) en de mate waarin de
Beroep zonder nadere motivering verworpen.
termijn werd overschreden (nadat binnen het
(A G Jorg: een nadere motivering van de vrij-
jaar een keer tevergeefs is betekend, slaagde de
spraak maakt de beslissing niet onbegrijpelijk
betekening ruim 16 maanden na inschrijving
doordat het beschikbare bewijsmateriaal een
GBA), is er geen aanleiding aan de overschrij-
andere bewijsbeslissing toelaat. De enkele
ding enig rechtsgevolg te verbinden en kan met
mogelijkheid dat de feitenrechter van een ver-
dat oordeel worden volstaan.
keerde uitleg van een aan de wettelijke
Beroep verworpen.
omschrijving ontleend begrip (in de telasteleg-
(AG Machielse: anders. Het openbaar ministerie
ging) is uitgegaan, kan niet leiden tot vernieti-
was onvoldoende voortvarend bij zowel beteke-
ging van de vrijspraak (HR LJN AR4901).
ning van de verstekmededeling van het vonnis
Nadere motivering was niet nodig (HR LJN
als van het arrest).
vervangende hechtenis ; Hoge Raad 12 april 2005, 02903.04 – Betekening, geen GBA; Hoge Raad 12 april 2005, 02263.04 – Bedreiging met zware mishandeling; Hoge Raad 12 april 2005, 02131.04 – Ontvankelijkheidverweer: maatstaf verwerping; Hoge Raad 12 april 2005, 01947.04 – Verbreking?; Hoge Raad 12 april 2005, 02035.04 – Noodweerexces?; Hoge Raad 12 april 2005, 01816.04 – Redelijke termijn overschreden, geen strafvermindering; Hoge Raad 12 april 2005, 02388.04 – Medeplegen; Hoge Raad 12 april 2005, 02346.04 – Vrijwillige terugtred: verwerping in verkort arrest; Hoge Raad 12 april 2005, 01408.04 – Reisdocument verlopen; art. 231 Sr Hoge Raad 12 april 2005, 02267.04
3 –
Alles Afwegende: Viervoudige
moord in Kerkrade VERKEER
5 – Oefenhof voor juridisch medewerkers 6 – Het kantongevoel van Ernst Wesselius 7 – Oud-minister Hirsch Ballin over de Europese Grondwet
8 – Afscheidsinterview met Joan de Wijkerslooth: ‘schuld en boete laten zich niet plezierig verkopen’
13 –
Column:
Gerard Strijards
14 – Bovenregionale recherche boekt resultaat 15 –
Column:
Jan Hoekman
16 –
Het OM Verandert:
18 –
Agenda
19 – 20 – 21 – 23 – 24 –
Milieutaken naar het Functioneel Parket
Personalia Uitgelicht Beleid en regels Verkeer AchterOM
openbaar ministerie
tijdschrift voor het openbaar ministerie jaargang 11 nummer 5 mei 2005
Koos Spee Voor complete teksten bel: 0346-33 33 10
Colofon
Opportuun, 11e jaargang nr.5, mei 2005 Verschijningsdatum 11e jaargang nr.6: 30 juni 2005. Opportuun is het tijdschrift voor en van het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het Openbaar Ministerie en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt tien keer per jaar. Redactie: De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Eindredactie: Leo Maat Redactieraad: Ryan Lievaart, Loes Borghuis, Heleen Rutgers, Hans Wesselink, Marcel Wolters
Vaste medewerkers: Thea van der Geest, Mirelle Herlfterkamp, Angela Kaptein, Karin Mensink, Juriaan Simonis, Ernst Wesselius, Koos Spee, Joan de Wijkerslooth Aan dit nummer werkten verder mee: Anne-Marie van het Erve, Anne Hoeksema, Gerard Strijards, Jan Hoekman en Jan-Willem Grimbergen. Foto omslag: Lianne Bertens Ontwerp: Barlock, Den Haag Druk: Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 6900 Redactie-adres: Voorlichtingsdienst OM, kamer 423, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon 070 33 99 825 (redactie) 070 33 99 823 (abonnementenadministratie)
met zijn (opgevoerde) bromfiets op de weghelft
uitoefening van de bevoegdheid tot het opleg-
van het tegemoetkomende verkeer is terechtge-
gen van een rijverbod heeft omringd- moet wor-
komen. Terechtkomen of uiteindelijk rijden zijn
den aangenomen dat het opgelegde rijverbod
taalkundige variaties op hetzelfde noodlottige
eerst rechtskracht heeft na de vastlegging in een
thema van de bewezenverklaring dat verzoeker
beschikking en bekendmaking daarvan aan de
op de verkeerde weghelft reed en daar op een
betrokkene (art. 3:41, eerste lid, Awb). Het oor-
tegenligger is gebotst die daarbij volstrekt node-
deel van het Hof dat de omstandigheid dat het
loos om het leven is gekomen. Het middel faalt
rijverbod mondeling is opgelegd, niet in de weg
Gewekt vertrouwen bij instellen rechtsmiddel ?
volgens de PG, overgenomen door de HR, beslis-
staat aan de geldigheid van het verbod, is naar
Gerechtshof Leeuwarden 14 april 2005 WAHV
send tot verwerping van het beroep.
de mening van de HR onjuist. Volgt terugverwij-
05/00197
zing naar het Hof om met inachtneming van dit
Betrokkene heeft aangevoerd dat zij telefonisch
Mondeling gegeven rijverbod
arrest v.w.b. de strafoplegging terzake van het
contact heeft gehad met een medewerkster van
Hoge Raad 12 april 2005, strafkamer nr. 02415/04
rijden onder invloed op het bestaande hoger
de rechtbank en dat die tegen haar heeft gezegd
De verbalisanten troffen verdachte aan, terwijl
beroep opnieuw te berechten en af te doen.
dat de appèlgrens van €70,- , zoals vermeld
hij stond te urineren tegen een gevel. Naast de
onder aan de beslissing van de kantonrechter,
verdachte stond een personenauto met twee
Invordering rijbewijs en onbevoegde inhouding?
geen belemmering vormt om in hoger beroep te
wielen op het trottoir. Verdachte stond onvast ter
Hoge Raad 5 april 2005, strafkamer nr. 00948/04
gaan. Het Hof is van oordeel dat ook al zou het
been en had bloeddoorlopen ogen. Voorts roken
Verdachte werd verweten met zijn auto te heb-
vertrouwen zijn gewekt dit nog niet mee brengt
verbalisanten dat de adem van de verdachte
ben gereden terwijl zijn rijbewijs was ingevor-
dat de betrokkene in het hoger beroep dient te
riekte naar inwendig gebruik van alcoholhou-
derd. In cassatie wordt het verweer gevoerd dat
worden ontvangen. Nu volgens de wet geen
dende drank. Op daartoe strekkende vragen van
de beslissing tot inhouding van het rijbewijs
rechtsmiddel openstaat, komt de betrokkene
de verbalisanten hoorden zij verdachte zeggen
onbevoegd was genomen, te weten door een
door haar niet in haar beroep te ontvangen
dat hij niet meer ging rijden in de bedoelde per-
(daartoe niet gemandateerde) parketsecretaris
bovendien niet in een nadeliger positie dan
sonenauto, maar dit wel zojuist had gedaan.
(vgl. HR 23 september 2003, Nieuwsbrief
indien dat vertrouwen niet zou zijn gewekt. Volgt
Vervolgens is hem door verbalisant M. een rij-
Strafrecht 2003, nr. 349, LJN AG3621). De HR is
niet-ontvankelijk verklaring van betrokkene in
verbod opgelegd voor de duur van tenminste 4
van mening dat tegen de achtergrond van de
het hoger beroep.
uren en is de verdachte uitgelegd dat het over-
wetsgeschiedenis (TK 1987-1988, 20591, nr. 3,
treden van dit rijverbod een misdrijf van de
bldz. 10 en 11) de wettelijke bepalingen aldus
Onvoorzichtig rijgedrag; grondslagverlating?
Wegenverkeerswet 1994 opleverde. De verbali-
moeten worden verstaan dat de invordering (en
Hoge Raad 5 april 2005, strafkamer nr. 02422/04
santen hoorden verdachte vervolgens zeggen
eventuele inhouding) van het rijbewijs van
Volgens de bewezenverklaring heeft het onvoor-
dat hij dit begreep en dat hij absoluut niet zou
kracht is zolang het rijbewijs niet is teruggeven.
zichtig rijgedrag “hierin bestaan dat verdachte
gaan rijden. Even later zagen collega-verbalisan-
Deze veiligheidsmaatregel (MvT nr. 22030, nr. 3,
toen daar op het fietspadgedeelte bestemd voor
ten de eerdergenoemde personenauto rijden en
pag. 50) verliest zijn rechtskracht derhalve
het hem, verdachte, tegemoetkomende (brom-
hebben zij de bestuurder een stopteken gege-
slechts door teruggave van het rijbewijs op
)fietsverkeer is komen te rijden” (zoals ook was
ven. Betrokkene werd gedagvaard voor rijden
grond van een daartoe strekkende beslissing
ten laste gelegd), terwijl het Hof bij de strafmoti-
onder invloed en rijden tijdens een opgelegd rij-
van de officier van justitie, dan wel op last van de
vering in aanmerking heeft genomen dat ver-
verbod. V.w.b. dit laatste verwijt heeft de raads-
rechter naar aanleiding van een klaagschrift als
dachte “als bestuurder van een bromfiets aan-
man van verdachte betoogd dat er geen sprake
bedoeld in art. 164, achtste lid WVW94. In aan-
merkelijk onvoorzichtig heeft gereden waardoor
was van een rechtsgeldig rijverbod, nu het aan
merking genomen dat niet is aangevoerd dat de
hij op het fietspadgedeelte is komen te rijden
de verdachte opgelegde rijverbod niet, zoals arti-
onderhavige maatregel op de in bewezenverkla-
enz.”. De PG bij de HR concludeert dat “we hier
kel 162, tweede lid, van de WVW 1994 vereist, in
ring genoemde tijdstippen zijn rechtskracht had
weer een dankzij laag water gevonden spijker
een beschikking is vastgelegd en aan hem is uit-
verloren op een van de hiervoor vermelde wijzen,
hebben”. Het middel berust in de eerste plaats
gereikt. Dit verweer mag de verdachte naar het
klaagt het middel, naar het oordeel van de HR,
op een onjuiste opvatting omtrent de grondslag-
oordeel van de PG bij de Hoge Raad niet baten.
vruchteloos over ’s Hofs verwerping van het
leer. Bij de sanctievraag is van een strikte gebon-
Een rijverbod als bedoeld in artikel 162 van de
gevoerde verweer. Volgt verwerping van het
denheid aan de woorden van de tenlastelegging
WVW 1994 is, naar het oordeel van het hof,
beroep.
geen sprake; de grondslagfunctie verlangt dat
rechtsgeldig opgelegd, reeds op het moment dat
ook niet (J. Boksem, Op den grondslag der ten-
zulks mondeling is geschied. Het enkele feit dat
lastelegging, diss. Nijmegen, AA Libri 1996, bldz.
nadat die mededeling is gedaan, het (nog) niet
231). Bij de strafmotivering mag ook acht gesla-
tot een uitreiking van een rijverbod op schrift als
Zie verder op OMtranet:
gen worden op hetgeen bij het onderzoek op de
bedoeld in het tweede lid van dat artikel is geko-
– Weigering blaastest; Gerechtshof
terechtzitting is gebleken (vgl. HR 2 november
men, doet aan die rechtsgeldigheid niet af. De
Leeuwarden 20 april 2005, WAHV 04/01510
2004, LJN AQ8466; NbSr 2004, 437; HR 15 april
HR is echter van oordeel dat tegen de achter-
– Onbekend gebleven bestuurder;Hoge Raad
1986, NJ 1987, 25). Daarmee is niet gezegd dat
grond van de wetsgeschiedenis (art. 162, lid 2
bij de strafmotivering van een (geheel) andere
WVW94) inzake de schriftelijke vastlegging van
– Door alcoholisme ontoerekeningsvatbaar?
gang van zaken mag worden uitgegaan dan ten-
een opgelegd rijverbod in een beschikking -welk
Hoge Raad 22 maart 2005, strafkamer nr.
laste is gelegd en bewezenverklaard. Maar daar-
voorschrift behoort tot de waarborgen waarmee
01063/04
van is hier geen sprake. Vast staat dat verzoeker
de wetgever in het belang van justitiabelen de
12 april 2005, strafkamer nr. 03291/04
23 opportuun nummer 5 – 2005
opportuun
Inhoud
Antillen: De zogenaamde Grote Parketvergadering van het OM van de Nederlandse Antillen, gehouden in Landhuis Ascension. Op de foto vlnr: Gert Rip, Ernst Wesselius, Frank Dandare, Brian de Graaf, Wendy Hu-A-Ng, Natashia Lijkwan, Franklin Wilson, Paul Mooij, Arie de Muij, Lineke Jantzen, Sandra Whitfield, Shaida van Triest-Martis, Henk van der Werff, Herman Stam, Giselle Veen-Jonkhout, en met taart: Leomar Angela en achter hem verscholen: Wouter Tielkemeijer.
Hilversum: De afdeling bedrijfsvoering van het Parket-Generaal is 18 april op bezoek geweest bij Opsporing Verzocht. Hier de hele afdeling met presentator Frits Sissing.
Zwolle: Onder het motto “Samen Sterk” hebben alle leidinggevenden van de parketten Almelo en ZwolleLelystad op 8 april doorgepraat over de toekomstplannen op het gebied van Het OM Verandert. Van links naar rechts: Diederik Greive (fungerend hoofdofficier Flevoland), Ben Hendriks (hoofdofficier Almelo), Arend Vast (hoofdofficier Zwolle-Lelystad) en Albert Hazelhoff (plaatsvervangend hoofdofficier Almelo) gehuld in T-shirts met opdruk.
Middelburg: Parket Middelburg gaat verhuizen. Er wordt druk gepland en voorbereid. Inge van Waarde en Marina Rademaker vonden het een ideale gelegenheid om collega Adri Matthijsse ‘op te ruimen’...
Zutphen: Medewerkers van het stafbureau op een cursus procesmatig werken in het IJsselpaviljoen in Zutphen (27 april).
opportuun
Den Bosch: Stafmedewerkers nemen op 29 april afscheid van René Craemer, hoofdofficier arrondissementsparket ’s-Hertogenbosch. René krijgt voor zijn afscheid een zorgvuldig bewaard cadeau: een ingelijste karikatuur.
Apeldoorn: Samen bouwen naar ongekende hoogte. Vrijdag 22 april, bijeenkomst van teamleiders op de politieacademie te Apeldoorn. Deze dag was georganiseerd door het project Centrale Verwerking (OMV) en stond in het teken van het samen bouwen van de CVOM
openbaar ministerie
Parket-Generaal: Op 21 april was het secretaressedag. De secretaressen van het ParketGeneraal genieten van een heuse High-Tea in Den Haag (na een bezoek aan de P.I. Haarlem). Links vooraan: Danielle, Hil, Gaytrie, Angelica, Irene. Rechts: Miriam, Karin, Emmeline, Loes, Monique
Utrecht: Op woensdag 20 april zijn in Utrecht in het kader van de Veiligheidsweek verschillende BHVoefeningen en een ontruiming gehouden. Het gerechtsgebouw werd ontruimd voor een oefening. Na driekwartier kon iedereen weer aan het werk. Binnenkort wordt de hele week geëvalueerd.
Rotterdam: Het rechtbankbaliegala op 15 april was dit jaar weer opengesteld voor medewerkers van het Openbaar Ministerie. Om niet in de veelheid van rechtbankpersoneel en advocaten te verdwijnen, hadden de OM-ers besloten een dresscode af te spreken. Bijna iedereen was in het zwart en droeg een gekleurde boa.
Oss: Het Regionaal Veiligheidshuis in Oss werd op 29 april geopend door de Commissaris van de Koningin Hanja Maij-Weggen Linksachter de heer Klitsie, burgemeester van Oss en rechtsachter Leo Melkert, projectleider van het Regionaal Veiligheidshuis, en rechtsvoor Aline van de Pol die de Commissaris van de Koningin welkom heet met een bloemetje.
tijdschrift voor het openbaar ministerie jaargang 11 nummer 5 mei 2005
achterom
Breda/Middelburg: De mannen van de Bredase en Middelburgse sturingsondersteuningsunits hebben allemaal de neuzen 'dezelfde kant op' tijdens een gezamenlijk bijeenkomst op 28 april in het zonnige Vlissingen.
De Wijkerslooth: ‘de kwaliteit van het OM is zichtbaar verbeterd’ Functioneel Parket neemt milieutaak ter hand Bovenregionale Recherche boekt resultaten Hirsch Ballin schetst voordelen van de Europese Grondwet