Opleidingsplan Instructeur 16 september 2009
Brandweeracademie Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 026 355 24 10 F 026 351 50 51
[email protected]
Opleidingsplan leergang Instructeur
Voorwoord Voor u ligt het opleidingsplan voor de leergang Instructeur. Dit opleidingsplan sluit aan bij het Besluit Personeel Veiligheidsregio's en het bijbehorende landelijk functiehuis brandweer. Het opleidingsplan is afgeleid van het kwalificatieprofiel Instructeur en de proeve van bekwaamheid Instructeur. Aan de totstandkoming van dit opleidingsplan is bijgedragen door: Ron van der Harst Hoofd opleiden, Brandweer Haaglanden Koos Poelma Teamleider opleiden en oefenen Hvd Groningen Jaap Stuiver Medewerker opleiden en oefenen Regionale Brandweer Drenthe Joop Huizing Hoofd bestrijden en beheersen regio Gooi- en Vechtstreek Jan van Kimmenade Manager kwaliteitsinstrumenten, NVBR Herry Ester Directeur BOGO Bert Mein Directeur Brandweeropleidingen Noord BV (BON) Rob Hamelinck Hoofd opleiden en oefenen, Brandweer Noord- en Midden-Limburg Maarten Leune Beleidsmedewerker NBBE Marianne Heijndijk Hoofd onderwijskundigen NIFV Jaap Molenaar Vakgroepdecaan incidentmanagement Marieke Geelen Onderwijskundige NIFV
BRANDWEERACADEMIE
Opleidingsplan leergang Instructeur
Inhoud
Voorwoord Inleiding Uitgangspunten 1.1 Kerntaken en competenties 1.2 Werkzaamheden, beoordelingscriteria en keuzes & dilemma's 1.3 Opbouw en indeling 2. Basisontwerp leergang Instructeur 2.1 Blok 1: Didactisch handelen 2.2 Blok 2: Begeleiden van deelnemers 2.3 Blok 3: Beoordelen van deelnemers 3. Studiebelasting leergang Instructeur 3.1 Vaststellen studiebelasting 3.2 Verhouding contactonderwijs, werkend leren en zelfstudie 4. Werkend leren 4.1 Werkend leren in de leergang Instructeur 4.2 Leerwerkplek 4.3 Leerwerkplekbegeleider 5. Overige adviezen 5.1 Instroomniveau leergang Instructeur 5.2 Docenten leergang Instructeur Bijlage 1
BRANDWEERACADEMIE
2 4 5 5 5 5 6 7 9 10 11 11 12 13 13 13 13 14 14 14 15
Opleidingsplan leergang Instructeur
Inleiding De basis voor de inhoud van dit opleidingsplan is tot stand gekomen tijdens de ontwerpbijeenkomsten voor de leergang Manschap B. Het was oorspronkelijk onderdeel van het opleidingsplan voor de functie Manschap B. Na vaststelling van het opleidingsplan Manschap B is op 16 februari 2009 door de stuurgroep van het Project Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel besloten dat de kerntaak 'geven van instructie' wordt losgekoppeld van de functie Manschap B. In plaats daarvan is er nu sprake van een functie Instructeur waar genoemde kerntaak op van toepassing is. Daarnaast is er sprake van de functie Docent (voorheen functienaam Instructeur). Na dit besluit is er een nieuw kwalificatieprofiel voor de functie Instructeur ontwikkeld waarna de proeve van bekwaamheid en dit opleidingsplan tot stand zijn gekomen. Dit document is bestemd voor alle personen die betrokken zijn bij (de verdere inrichting en organisatie van) de leergang Instructeur: ontwikkelgroep, onderwijskundige(n), overige ontwikkelaars etc. Dit document vormt voor hen de leidraad bij het uitwerken van de leergang.
BRANDWEERACADEMIE
4
Opleidingsplan leergang Instructeur
Uitgangspunten 1.1
Kerntaken en competenties
De functie Instructeur kent de volgende vier kerntaken: Kerntaak Kerntaak Kerntaak Kerntaak
1: 2: 3: 4:
Didactisch handelen Begeleiden van deelnemers Beoordelen van deelnemers Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie
In onderstaand schema staan de kerntaken en competenties uit het functie- en competentieprofiel en het kwalificatieprofiel vermeld. Kerntaken
Competenties Oordelen Resultaatgericht Flexibel Taakgericht Leiderschap Inleven Mondeling communiceren Leren en reflecteren
Kerntaak 1 Didactisch handelen
Kerntaak 2 Begeleiden van deelnemers
Kerntaak 3 Beoordelen van deelnemers
Kerntaak 4 Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie
Niveau 1 Niveau 1 Niveau 1 Niveau 1
Niveau 1 Niveau 1 Niveau 1
Niveau 1 Niveau 1
Niveau 1 Niveau 1
Niveau 1
Niveau 1
Niveau 1
Niveau 1 Niveau 1 Niveau 1
De kerntaken vormen het centrale uitgangspunt voor de invulling van dit opleidingsplan. De competenties zijn vooral gekoppeld aan de werkzaamheden per kerntaak, en komen in het onderwijs terug in de vorm van leeractiviteiten. In dit opleidingsplan worden deze leeractiviteiten benoemd. Deze leeractiviteiten vormen de basis voor het te ontwikkelen onderwijs. 1.2
Werkzaamheden, beoordelingscriteria en keuzes & dilemma's
De kerntaken uit het functie- en competentieprofiel worden in het kwalificatieprofiel nader uitgewerkt in werkzaamheden, beoordelingscriteria en keuzes & dilemma's. De werkzaamheden komen in dit opleidingsplan terug (zie hoofdstuk 2). De beoordelingscriteria en de keuzes & dilemma's worden verwerkt in de lesplannen en leeropdrachten, en komen niet afzonderlijk terug in dit opleidingsplan. Daarnaast komen de beoordelingscriteria en keuzes & dilemma's terug in de proeve van bekwaamheid bij deze leergang. 1.3
Opbouw en indeling
Deze leergang bestaat uit 3 blokken. Blok 1 start met een algemene inleiding, waarin de verkenning van de leergang en de functie centraal staat. Voor de leergang Instructeur ontvangt de cursist een diploma indien hij alle proeveonderdelen met goed gevolg heeft afgelegd.
BRANDWEERACADEMIE
5
Opleidingsplan leergang Instructeur
Blok 3
Kerntaak 3: Beoordelen van deelnemers Waarnemen en beoordelen van deelnemers Feedback geven Toepassen beoordelingssystematiek Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie
Proeve-onderdeel praktijkopdracht Proeve-onderdeel praktijkopdracht
Communiceren met deelnemers Bijdragen aan begeleiding Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie
Proeve-onderdeel praktijkopdracht
Blok 2
Kerntaak 2: Begeleiden van deelnemers
Proeve-onderdeel geslotenvragentoets
Oriëntatie op de functie en leergang Instructeur Verzorgen van leergangonderdelen Verzorgen van oefeningonderdelen Leren en reflecteren Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie
Proeve-onderdeel geslotenvragentoets
Blok 1
Kerntaak 1: Didactisch handelen
Proeve-onderdeel geslotenvragentoets
2. Basisontwerp leergang Instructeur
Kerntaak 4 Kerntaak 4 'Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie is bij elke kerntaak relevant en wordt in de drie opleidingsblokken verwerkt. Hierna wordt de opzet van dit blok afzonderlijk uitgewerkt. De volgende aspecten worden beschreven: kerntaken De kerntaken zijn overgenomen uit het kwalificatieprofiel thema's Van welke vakinhoudelijke thema's moet de cursist kennis, inzicht en vaardigheden hebben, om de genoemde werkzaamheid als beginnend beroepsbeoefenaar goed uit te kunnen voeren?
BRANDWEERACADEMIE
6
Opleidingsplan leergang Instructeur
2.1
Blok 1: Didactisch handelen
Kerntaak 1: Didactisch handelen Inleiding: Het te ontwikkelen onderwijs voor kerntaak 1 zal uiteraard aansluiten op het kwalificatieprofiel en de proeve van bekwaamheid. Daarnaast is het bij deze kerntaak van belang dat de inhoud aansluit op de inhoud van de nieuwe leergang Docent. Deze aansluiting is van belang omdat beide functionarissen (Instructeur en Docent) samenwerken in het brandweeronderwijs. Daarom moeten beide functionarissen hetzelfde referentiekader over het nieuwe (functie- en competentiegerichte) brandweeronderwijs hebben. Tegelijkertijd maakt een goede inhoudelijke afstemming tussen beide leergangen (wat betreft het geven van instructie betreft) het voor instructeurs gemakkelijker om later de leergang Docent te volgen. Kerntaak 1 neemt delen uit de thematische indeling van de leergang Docent over. De precieze omvang en diepgang zullen functiegericht voor de Instructeur worden bepaald en ingevuld. In de tabel hieronder is aangegeven welke thema's van toepassing zijn bij de werkzaamheden die bij kerntaak 1 horen. Overige aandachtspunten ontwikkeling onderwijs kerntaak 1: Didactiek De instructeur zal afgebakende onderdelen van leergangen verzorgen en hier kan het zowel om theorie- als praktijkonderdelen gaan. Instructie van motorische vaardigheden maakt hier deel van uit. Voor het aanleren van motorische vaardigheden is een specifieke didactiek nodig die gericht is op het inslijpen van vaardigheden. Het is van levensbelang dat manschappen bepaalde motorische vaardigheden kunnen dromen. Daarop moet deze didactiek gericht zijn. Dit betekent dat in het opleidingsprogramma ook aandacht moet zijn voor behavioristische onderwijsmodellen (waarin beheersingsgericht leren op basis van feedback door de docent centraal staat), en niet alleen voor sociaalconstructivistische modellen (waarin het zelfstandig en samenwerkend leren van cursisten centraal staat). Kennis en niveau Vakinhoudelijke kennis is voorwaardelijk voor het verzorgen van onderwijs aan manschappen A en bevelvoerders. Een instructeur verzorgt over het algemeen onderwijs voor doelgroepen van gelijk niveau of lager. Wanneer een instructeur specialist is op een bepaald onderwerp, kan het voorkomen dat hij onderwijs verzorgt over dat onderwerp aan een doelgroep met een hoger niveau.
BRANDWEERACADEMIE
7
Opleidingsplan leergang Instructeur
Werkzaamheden
Thema's Kerntaak 1: Hoofdthema's: Oriëntatie op de functie en leergang Instructeur Verzorgen van leergangonderdelen Verzorgen van oefeningonderdelen
Verzorgen van afgebakende theorie- en praktijkonderdelen van leergangen, conform lesplan, in afstemming met verantwoordelijk docent Instrueren van nieuwe procedures of middelen, waar hij specialist in is. Verzorgen van afgebakende onderdelen van oefeningen. Op peil houden van didactische en vakinhoudelijke kennis door bijscholing en intervisie Reflecteren op eigen functioneren Zorg dragen voor fysiek veilige leeromgeving Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie.
Inleiding Onderwijsstelsel van de Brandweer Oriëntatie op de functie en leergang Instructeur Samenwerking en verantwoordelijkheden Instructeur - Docent Verzorgen van onderwijs Functie- en competentiegericht opleiden (het nieuwe onderwijs) Lesvoorbereiding en lesopbouw Kennis van didactische modellen Aandachtspunten bij lesvoorbereiding, omgaan met lesplannen Observeren en feedback geven Leren reflecteren Leerdoelen Leeractiviteiten / leervaardigheden Relatie tussen leerdoelen, competenties, leervragen, leeractiviteiten Inzicht in het type leerdoel, de bijbehorende leeractiviteiten en werkvormen daaruit kunnen afleiden Leerstijlen De 4 verschillende leerstijlen & Leercyclus van Kolb Relatie tussen leerstijlen en doceerstijlen Werkvormen Relatie tussen leerdoelen en werkvormen Instructie- en doceerles, Onderwijsleergesprek, Samenwerkend leren Brandweerspecifieke werkvormen Oefeningen en Instructie Verzorgen van bijscholingsonderdelen bij oefeningen Instructie op nieuwe vakinhoudelijke thema’s, procedures, materieel en materiaal Veiligheid Geldend veiligheidsprotocol (oebo) Warme RI&E: de instructeur moet een bestaande RI&E kunnen toepassen bij de voorbereiding en uitvoering van een oefening Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie Samenwerken met docent, oefenleider en andere betrokkenen Media, hulpmiddelen en systemen
BRANDWEERACADEMIE
8
Opleidingsplan leergang Instructeur
2.2
Blok 2: Begeleiden van deelnemers
Kerntaak 2: Begeleiden van deelnemers Inleiding: Net als bij kerntaak 1 zal het te ontwikkelen onderwijs voor kerntaak 2 moeten aansluiten op het kwalificatieprofiel, de proeve van bekwaamheid en de inhoud van de leergang Docent. Kerntaak 2 neemt delen uit de thematische indeling van de leergang Docent over. Omdat de verantwoordelijkheid van de docent voor het coachen en begeleiden van deelnemers groter is, zijn hier keuzes in gemaakt. De precieze omvang en diepgang zullen functiegericht voor de Instructeur worden bepaald en ingevuld. In de tabel hieronder is aangegeven welke thema's van toepassing zijn bij de werkzaamheden die bij kerntaak 2 behoren. Werkzaamheden
Thema's Kerntaak 2: Hoofdthema's: Communiceren met deelnemers Bijdragen aan begeleiding van deelnemers
Communiceren met deelnemers Zorgen voor een goed leer-,en leefklimaat Bijdragen aan begeleiding van deelnemers: op deelvaardigheden gericht op het leerproces van de deelnemer, in afstemming met docent of andere verantwoordelijke uit de vakbekwaamheidorganisatie
Motivatie en groepsdynamica Factoren van invloed op motivatie Rol en positie van de instructeur in een opleidingsgroep Basisbehoeften van deelnemers in groepen Roos van Leary Begeleiden Verschil tussen begeleiden en coachen. Rol instructeur, rol docent Gesprekstechnieken (Luisteren/Samenvatten/Doorvragen (LSD), open/gesloten vragen, etc.) Basisvragen
Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie. Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie Samenwerken met docent en andere betrokkenen Rapporteren over resultaten deelnemers
BRANDWEERACADEMIE
9
Opleidingsplan leergang Instructeur
2.3
Blok 3: Beoordelen van deelnemers
Kerntaak 3: Beoordelen van deelnemers Inleiding: Net als bij kerntaak 1 en 2 zal het te ontwikkelen onderwijs voor kerntaak 3 moeten aansluiten op het kwalificatieprofiel, de proeve van bekwaamheid en de inhoud van de leergang Docent. Kerntaak 3 neemt delen uit de thematische indeling van de leergang Docent over. De precieze omvang en diepgang zullen functiegericht voor de Instructeur worden bepaald en ingevuld. In de tabel hieronder is aangegeven welke thema's van toepassing zijn bij de werkzaamheden die bij kerntaak 3 behoren. Werkzaamheden
Thema's Kerntaak 3: Hoofdthema's: Waarnemen en beoordelen van deelnemers Feedback geven Toepassen beoordelingssystematiek
Voorbereiden van deelnemers op toetsen die betrekking hebben op de door hem verzorgde lessen Waarnemen en beoordelen van deelnemers en hierover kunnen rapporteren Op informatieve wijze feedback geven aan deelnemers toepassen van de beoordelingssystematiek Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie.
BRANDWEERACADEMIE
Waarnemen Observeren bij lessen en oefeningen Beoordelen Toetsen en beoordelen in traditioneel en competentiegericht onderwijs Formatief en summatief toetsen / beoordelen Beroepshouding als beoordelaar Feedback geven Meten en registreren Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie Samenwerken met docent, oefenleider en andere betrokkenen Rapporteren over voortgang deelnemers aan docent, oefenleider of andere betrokkenen
10
Opleidingsplan leergang Instructeur
3. Studiebelasting leergang Instructeur 3.1
Vaststellen studiebelasting
De studiebelasting van de leergang Instructeur behelst de uren die een onderwijsdeelnemer gemiddeld besteedt aan het leren op het brandweeropleidingsinstituut (contacturen), de benodigde zelfstudie (bestuderen en verwerken van theorie) en het werkend leren. De contacturen zijn verdeeld over theorie- en praktijkonderwijs. Vanzelfsprekend zijn vooral de uren die worden besteed aan zelfstudie en werkend leren afhankelijk van de studievaardigheden van de onderwijsdeelnemer en de regionale faciliteiten en mogelijkheden voor het werkend leren. De studiebelasting van de leergang Instructeur is ingeschat op basis van de leeractiviteiten binnen de leergang docent en gehouden tegen een vergelijking met de modules Instructeur en Sociale Vaardigheden. Deze vergelijking met de modulaire opleidingsstructuur vindt u hieronder. Vergelijking met modulaire opleidingsstructuur De studiebelasting van de leergang Instructeur is gebaseerd op die van de volgende modules uit de modulaire brandweeropleidingsstructuur: Kerntaak Kerntaak 1: Didactisch handelen Kerntaak 2: Begeleiden van deelnemers Kerntaak 3: Beoordelen van deelnemers Kerntaak 4: Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie
Module volgens modulaire opleidingsstructuur Instructeur
Oorspronkelijk aantal uren 120 uur
Sociale vaardigheden OBM (onderdelen van) Sociale vaardigheden OBM (onderdelen van) n.v.t.
40 uur
Totaal
180
20 uur -
(contactonderwijs en zelfstudie)
Vergelijking met leergang Docent Het kwalificatieprofiel van de Instructeur is tegen het kwalificatieprofiel Docent en de geïmplementeerde leergang Docent gehouden. Uit deze vergelijking volgt dat een leergang Instructeur een geschatte studiebelasting van 192 uur zal hebben. Hier komt 9 uur toetsbelasting bij wat het totaal op 201 uur brengt. In onderstaande tabel vindt u de studiebelasting per kerntaak. Kerntaak 1. Didactisch handelen 2. Begeleiden van deelnemers 3. Beoordelen van deelnemers 4. Functioneren binnen de vakbekwaamheidorganisatie1 Subtotaal studiebelasting leergang
Uren 96 48 48 192
Toetsbelasting proeve van bekwaamheid
9 Totaal 201
1
wordt geïntegreerd in het onderwijs van kerntaken 1, 2 en 3
BRANDWEERACADEMIE
11
Opleidingsplan leergang Instructeur
Adviserende indicatiestelling In het kwalificatiedossier worden geen normen t.a.v. studiebelasting vastgelegd. De inschatting in dit document dient als een adviserende indicatiestelling te worden beschouwd. 3.2
Verhouding contactonderwijs, werkend leren en zelfstudie
De ontwikkelgroep adviseert om tijdens de ontwikkeling van de leergang de verhouding 50% contactonderwijs, 30% werkend leren en 20% zelfstudie te hanteren. De gedachte hierachter is o.a. dat de doelgroep voor deze leergang minder zelfsturend is dan die van de leergang Docent. Door de tijd op het opleidingsinstituut in verhouding te verhogen kan er bij de doelgroep passende begeleiding gegeven worden. Studiebelasting Instructeur (per locatie) Locatie Opleidingsinstituut Werkplek Zelfstudie
Uren 96 57 39 Subtotaal studiebelasting leergang 192
Toetsbelasting
9 Totaal 201
BRANDWEERACADEMIE
12
Opleidingsplan leergang Instructeur
4. Werkend leren 4.1
Werkend leren in de leergang Instructeur
Werkend leren kan op verschillende manieren worden ingevuld. De meest ultieme vorm is de 'echte' beroepspraktijk en daar waar dit mogelijk is, wordt hier binnen het brandweeronderwijs voor gekozen. In deze leergang is het uitgangspunt dat de meeste leerwerkplekopdrachten op de werkplek (bij het eigen korps of opleidingsinstituut) worden uitgevoerd. 4.2
Leerwerkplek
Een leerwerkplek kan gedefinieerd worden als de omgeving waarbinnen de leeropdracht naar behoren kan worden uitgevoerd, begeleid en beoordeeld. Het wat van de leeropdracht bepaalt waar deze het beste kan worden uitgevoerd en wie de begeleiding ter hand neemt. Dit uitgangspunt is ook van toepassing op de leergang Instructeur. Voor kerntaak 1 ligt het voor de hand dat het werkplekleren binnen het ROI of korps plaatsvindt. Trajectbegeleider Overigens bepaalt de trajectbegeleider in overleg met de werkgevers/opdrachtgevers van de onderwijsdeelnemers in zijn regio de uiteindelijke leerwerkplek(ken). Uitgangspunt dient daarbij wel te zijn dat de onderwijsdeelnemer in staat wordt gesteld om alle leeropdrachten naar behoren te kunnen uitvoeren. De trajectbegeleider is binnen het brandweeronderwijs verantwoordelijk voor het monitoren van de kwaliteit van de leerwerkplek. Kijk voor het profiel van de trajectbegeleider op www.bkbp.nl. 4.3
Leerwerkplekbegeleider
De leerwerkplekbegeleider begeleidt de onderwijsdeelnemer tijdens het leren op de werkplek. Het uitgangspunt hierbij is dat hij vakman is waar het gaat om de functie die in de leergang die de deelnemer volgt centraal staat. Kijk voor het profiel waar een leerwerkplekbegeleider aan dient te voldoen op www.bkbp.nl. Voor de leergang Instructeur geldt dat een leerwerkplekbegeleider minimaal over de pedagogisch-didactische bagage beschikt die in de leergang centraal staat en dus zelf de nieuwe leergang Instructeur heeft gevolgd. Een leerwerkplekbegeleider die de nieuwe leergang Docent heeft gevolgd is bij uitstek geschikt. Aanvullend advies leerwerkplekbegeleiding Tijdens de eerste jaren van de implementatie van deze leergang kan de schikbaarheid van bekwame leerwerkplekbegeleiders een probleem zijn. Reeds opgeleide instructeurs, maar ook docenten zijn misschien nog niet altijd ervaren genoeg om op een goede manier te kunnen begeleiden. De ontwikkelgroep adviseert om in de ontwikkeling van de leerwerkplekopdrachten ruimte te houden voor creativiteit in de wijze van uitvoering. Concreet gaat het hier bijvoorbeeld om de mogelijkheid om een deel van de opdrachten in een andere omgeving dan het brandweeropleidingsinstituut uit te kunnen voeren waar ervaren leerwerkplekbegeleiders aanwezig zijn (zoals een ROC).
BRANDWEERACADEMIE
13
Opleidingsplan leergang Instructeur
5. Overige adviezen 5.1
Instroomniveau leergang Instructeur
In het kwalificatieprofiel staat het volgende over de benodigde voorkennis: Het geadviseerde instroomniveau voor de leergang Instructeur is MBO-3 werk en denkniveau. De deelnemer is goed op de hoogte van het werkveld van de brandweer. Per leergang wordt vastgesteld over welke specifieke ervaring en vakinhoudelijke kennis een instructeur voor de desbetreffende leergang dient te beschikken. 5.2
Docenten leergang Instructeur
Docenten in de leergang Instructeur beschikken minimaal over het Rijksdiploma Docent. Dit diploma certificeert de pedagogisch-didactische competenties waarover een docent dient te beschikken. Andere vormen van lesbevoegdheid (1e/2e graads) overstijgen het niveau van Docent en leiden ook tot geschiktheid/bevoegdheid. Uit ervaringen van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen bij bijvoorbeeld de Politieacademie is gebleken dat het diploma Docent alleen in de meeste gevallen niet volstaat. De docent aan deze leergang dient over trainersvaardigheden te beschikken en daarnaast in staat te zijn boven de pedagogisch-didactische stof te kunnen staan. Dit zal niet automatisch bij alle personen die de leergang Docent hebben voltooid het geval zijn. Selectie en aanvullende scholing zijn hiervoor oplossingsrichtingen.
BRANDWEERACADEMIE
14
Opleidingsplan leergang Instructeur
Bijlage 1 Niveaubeschrijvingen competenties functie Instructeur Resultaatgericht (niveau 1): Formuleert doelstellingen helder, concreet en meetbaar en maakt duidelijke afspraken. Houdt zich aan de voortgang en informeert en rapporteert daarover. Denkt vooruit. stelt samen met partners/experts meetbare en haalbare doelen en maakt duidelijke afspraken over gewenste kwaliteit, middelen en tijdspad. stelt prioriteiten en komt gemaakte afspraken na. plant zelfstandig het eigen werk om gewenste resultaten te realiseren en past, indien relevant, het concept van projectmatig werken toe. maakt resultaten van het eigen werk zichtbaar en communiceert hierover naar partners/experts; overlegt tijdig met partners/experts over knelpunten. toetst activiteiten tussentijds op hun bijdrage aan het te bereiken resultaat, stuurt activiteiten die dat niet doen bij. Oordelen (niveau 1): Op basis van beschikbare informatie en ervaring en met inachtneming van de heersende waarden en normen tot een mening komen die als geldig erkend wordt. weegt complexe gegevens af en komt op overwogen en vastberaden wijze, rekening houdend met geldende normen en waarden tot een eigen mening. maakt onderscheidt tussen vaststaande feiten en meningen van derden en betrekt hierbij de eigen ervaringen. schetst verschillende perspectieven en opinies en stelt hun pro’s en contra’s vast alvorens tot actie over te gaan. Flexibel (niveau 1): Aanpassen van de eigen stijl, benadering en gedrag aan wisselende eisen en omstandigheden. Openstaan voor nieuwe ideeën en actief zoeken naar alternatieven om het gestelde doel te bereiken. pakt nieuwe zaken snel op, ook bij aangrenzende werkzaamheden. interpreteert regels en richtlijnen en richt zich daarbij op de bedoeling van de vastgestelde regels. accepteert dat werkzaamheden door partners/experts en door omstandigheden bepaald worden en handelt daarnaar; staat open voor veranderingen en verbeteringen die partners/experts voorstellen. past gedrag aan bij veranderende omstandigheden/ schakelt snel tussen verschillende werkzaamheden. Taakgericht leiderschap (niveau 1) Op inspirerende wijze richting geven. Tonen van voorbeeldgedrag. Delegeren. Randvoorwaarden scheppen en mensen motiveren zodat resultaten bereikt worden. Charisma brengt eigen denkbeelden onder woorden en toetst deze. begeleidt partners/experts in het realiseren van doelen; geeft heldere instructies en houdt toezicht op de prestaties. wijst deel van de eigen taken toe aan de juiste persoon; geeft hierbij eigen verwachtingen, gewenst resultaat en eigen verantwoordelijkheid van de persoon aan. staat open voor vragen, wekt vertrouwen en motiveert partners/experts.
BRANDWEERACADEMIE
15
Opleidingsplan leergang Instructeur
Inleven (niveau 1): Onderkennen van gevoelens en behoeften van anderen. Verplaatsen in anderen en zich bewust tonen van de invloed van het eigen handelen. beïnvloedt het gesprek en de sfeer door gevoelens te benoemen, stuurt het gesprek in de juiste richting en houdt de relatie goed; beheerst de eigen emoties. toont belangstelling, luistert actief, vraagt door, houdt rekening met eigen emoties en die van anderen en reflecteert hierop. houdt rekening met omstandigheden en praktijkervaringen van partners/experts en toont begrip en waardering. communiceert open en durft eigen vragen, zorgen en leerpunten bespreekbaar te maken. Mondeling communiceren (niveau 1) Ideeën, meningen en informatie aan anderen overdragen in voor de ontvangen begrijpelijke taal, gebaren en non-verbale signalen. Tactvol en effectief reageren op behoeften en gevoelens van anderen, taal en terminologie aanpassen aan de doelgroep. drukt zich zowel mondeling als schriftelijk goed uit bij contacten van verschillend niveau. onderbouwt de boodschap met duidelijke argumenten. stelt zich open en onbevooroordeeld op in een gesprek, interpreteert verbale en nonverbale signalen en vraagt na of de boodschap goed begrepen is. formuleert tactvol, stemt taal, gebaren en houding af op de behoefte en belangen van de ander. stelt open vragen en vraagt door; geeft feedback wanneer daar om wordt gevraagd. redigeert interne documenten en schrijft documenten voor extern gebruik. Leren en reflecteren (niveau 1) Terugkijken op het eigen functioneren en het gedrag daaraan aanpassen of ondernemen van ontwikkelacties om tot verbetering van eigen functioneren en vaardigheden te komen. Je kwetsbaar durven opstellen en fouten durven maken. Actief werken aan zelfontwikkeling. stelt zich vragend op en toont wil om te leren. vraagt feedback op eigen functioneren, luistert actief en vraagt door. zet met behulp van feedbackgever concrete feedback om in acties. volgt (nieuwe) ontwikkelingen in eigen vakgebied.
BRANDWEERACADEMIE
16