-
Opleidingsgids BOL Pedagogisch werk Verdiepingsfase 2013-2015
Sociaal Agogisch Werk BOL-Pedagogisch werk BOL-Jeugdzorg
Deze gids is van:
Naam: …….…………………………………………………………………….……
Adres: …………………………………………………………………………….….
Woonplaats: …………………………………………………………………………….…
Telefoonnummer vast: …………-……………… mobiel: 06 - ………………………
E-mailadres: ………………………………………………………………………………
Studentnummer: ……………………………………………………………………...
Klas: ………………………………..
Loopbaanbegeleider: ………………………………………………………………
Praktijkorganisatie: ……………………………………………………………………...
Praktijkbegeleider: ……………………………………………………………………….
Adres instelling: ………………………………………………………………………….
Telefoonnummer instelling: ……………………………………………………………
E-mailadres praktijkbegeleider : ………………………………………………………
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
2
Inhoudsopgave Inleiding
4
DEEL 1: School 1.1 Verdiepingsfase Plan van toetsing en afsluiting Uitleg PTA
5 6 7
1.2 Beoordelingsinstrumenten school Kennistoetsen Controleformulieren schoolprojecten Portfolio Belangrijke info studiefinanciering
8 8 8 8 9
1.3 Overgangscriteria Beoordeling Overgang naar examenfase
8 8 9 9
DEEL 2: Beroepspraktijkvorming (BPV) 2.1 Beroepspraktijkvorming 2.2 Begeleiden en beoordelen in de praktijk 2.3 BPV bezoek
10 11 12 14
2.4 Taken van de student, praktijkbegeleider, loopbaanbegeleider en bezoekend docent
15
2.5 Geschikte stageplek
16
2.6 Algemene zaken Leerplicht Kwalificatieplicht Absentie/verzuim Verzekeringen Verklaring omtrent gedrag (VOG) Praktijkovereenkomst (POK)
17 17 17 17 18 18 18
DEEL 3: Bijlagen Bijlage 1. Aanwezigheidsregistratielijst Bijlage 2. POP-formulier Bijlage 3. STARR-reflectieformulier Bijlage 4. Stagedagen 2012-2013 Bijlage 5. Stroomschema POP en STARR Bijlage 6. Competenties Bijlage 7. Overzichtslijst portfolio Bijlage 8. E-mail adressenlijst team SAW
19 20 21 22 23 24 25 26
-
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
3
Inleiding Deze opleidingsgids bevat informatie over de verdiepingsfase van de BOL- opleidingen Pedagogisch W erk: Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang, Gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang en Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. We gaan in op de begeleiding en beoordeling van studenten in het tweede en derde studiejaar. Het eerste deel ‘school’ is een algemeen gedeelte over de opleiding en toetsing. In het gedeelte ‘beroepspraktijkvorming’ geven we aan wat er bij de stage komt kijken. Deze opleidingsgids staat op de website www.welzijngvs.nl en bevat belangrijke informatie voor zowel de student als de praktijkbegeleider. Als je meer wilt weten over de richting waarin je studeert, de informatie over de kosten van de opleiding en bijvoorbeeld de eisen waaraan je moet voldoen voor rekenen, Engels en Nederlands, lees dan ook de Studiewijzer. De studiewijzer staat ook op de website van de opleiding. We hopen dat de informatie duidelijk voor je is. Als er toch nog vragen zijn, stel die dan gerust aan je loopbaanbegeleider , workshopdocent of aan de jaarcoördinator.. We wensen je een leerzame en fijne tijd toe op de opleiding PW en JZ. Met een hartelijke groet, Docenten van de opleiding Sociaal Agogisch Werk PW en JZ ROC van Amsterdam, MBO College Hilversum
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
4
DEEL 1: School 1.1 Verdiepingsfase Het schooljaar bestaat uit vier onderwijsperioden. Per periode werk je gedurende 8 à 9 weken aan een schoolproject waarin een aantal werkprocessen en competenties ontwikkeld worden. Je maakt de opdrachten die bij het project horen en aan het eind van de periode lever je deze in op school. Bij sommige projecten hoort ook een kennistoets. De toetsen vinden plaats in de laatste week van een periode. Bij elk project horen ook praktijkopdrachten. Deze opdrachten voer je in overleg met je praktijkopleider uit op je stageplek. In de handleiding van de praktijkkaart zie je wanneer je aan welke werkprocessen met de daarbij behorende opdrachten je kunt werken. Je praktijkopleider zal de uitgevoerde opdrachten op de praktijkkaart ondertekenen. Regelmatig bespreek je met je loopbaanbegeleider je studievoortgang. Je hebt dan een gesprek waarin je jouw persoonlijke leer- en ontwikkelingsdoelen voor de komende periode en je portfolio bespreekt. Dit gesprek is individueel, of in een klein groepje. Aan het eind van elk schooljaar heb je een portfoliogesprek met je loopbaanbegeleider. Op basis van jouw resultaten wordt besproken of je doorgaat naar het volgend schooljaar. Tijdens de overgangsvergadering wordt op basis van de overgangsmatrix bepaald of jij over kunt naar een volgend leerjaar.
De inhoud van de verdiepingsfase van de opleiding Pedagogisch Werk. Hieronder staat een overzicht van de opleidingen binnen de sector Pedagogisch werk, het bijbehorende niveau en de studieduur inclusief de basisfase. Dit is een nominale studieduur. Dit betekent dat dit de studieduur is indien je alle onderdelen op tijd en op het juiste niveau afrondt. 1
Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang
niveau 3
3 jaar
2
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
niveau 4
3 jaar
niveau 4
3 jaar
3
School Projecten BOL- Pedagogisch Werk Let op: de volgorde van de projecten ligt niet vast. 1 2 3 4 5 6 7 8
PW In gesprek PW Ontwikkelboek PW Eerste hulp bij opvoeden PW Het beste idee van SAW PW Socialisatie/ Zo ben ik gewoon! PW Verdriet koffer PW Zo doen wij dat! PW Proeve van Bekwaamheid
Niveau Als je niveau 4 doet, maak je bij elk project extra opdrachten. Ook de eisen voor Nederlands, Engels en rekenen zijn hoger dan bij niveau 3. Uiteindelijk, aan het eind van het derde jaar, wordt naast je prestaties op school, ook het oordeel van je praktijkinstelling meegewogen. Het bedrijf waar je de Proeve van Bekwaamheid gaat doen, bepaalt dus mede het niveau waarop je afstudeert. Voor je prestaties op school worden ook de volgende zaken meegewogen: op tijd aanwezig zijn in de lessen; het aantal keren dat je aanwezig bent; op tijd en verzorgd inleveren van je werk; het tijdig en voldoende maken van je toetsen.
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
5
Plan van toetsing en afsluiting: We werken binnen de opleidingen SAW met een plan van toetsing en afsluiting (PTA). Voor iedere prestatie die je levert, of dit nu een toets voor Nederlands is of jouw aanwezigheid bij de workshops, krijg je een beoordeling. Als alles goed is zijn al je beoordelingen aan het eind van het schooljaar voldoende. Je beoordelingen zijn terug te vinden in Trajectplanner. Onderdeel
Code
Omschrijving
Waardering
Aanwezigheid 2
AANW2
Aanwezigheid P1 J2
O,V,G,-
Aanwezigheid 2
AANW2
Aanwezigheid P2 J2
O,V,G,-
Aanwezigheid 2
AANW2
Aanwezigheid P3 J2
O,V,G,-
Aanwezigheid 2
AANW2
Aanwezigheid P4 J2
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
Aanwezigheid BPV P2 J2
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
Aanwezigheid BPV P4 J2
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
Competentiemeter BPV P2 J2
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
Competentiemeter BPV P4 J2
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
Praktijkkaart BPV P4 J2
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
Voortgangsrapportage BPV P4 J2
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
POP P1
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
STARR P2
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
POP P3
O,V,G,-
Beroepspraktijkvorming 2
BPV2
STARR P4
O,V,G,-
In Gesprek
ACME
Activiteitenmethodiek 1
O,V,G,-
In Gesprek
BGPS
Pedagogische visies
O,V,G,-
In Gesprek
MTGE
Gesprekstechnieken
O,V,G,-
In Gesprek
PED/T
Toets pedagogische visies
cijfer
Evaluatie en reflectie: In gesprek
O,V,G,-
In Gesprek Het Ontwikkelboek
ACME
Activiteitenmethodiek 2
O,V,G,-
Het Ontwikkelboek
ONTW
Ontwikkeling stimuleren
O,V,G,-
Het Ontwikkelboek
OBSE
Observeren/rapporteren
O,V,G,-
Het Ontwikkelboek
OBS/T
Toets observeren
cijfer
Evaluatie en refelectie: Het ontwikkelboek
O,V,G,-
Het Ontwikkelboek EHBO
PSYC
Psychologie /pedagogiek
O,V,G,-
EHBO
ZELF
Zelfstandig gedrag
O,V,G,-
EHBO
MTPL
Methodiek: plan van aanpak
O,V,G,-
Evaluatie en reflectie: EHBO
O,V,G,-
EHBO Het Beste Idee
ACME
Activiteitenmethodiek 3 en monteren
O,V,G,-
Het Beste Idee
BEL
Beleid en visie
O,V,G,-
Het Beste Idee
ORG
Organiseren en samenwerken
O,V,G,-
Evaluatie en reflectie: Het beste idee
O,V,G,-
Het Beste Idee Loopbaanbegeleiding 3
LBB
Competentiemeter LBB P2 J2
O,V,G,-
Loopbaanbegeleiding 3
LBB
Competentiemeter LBB P4 J2
O,V,G,-
Loopbaanbegeleiding 3
LBB
Portfolio compleet LBB P4 J2
O,V,G,-
Nederlands 2
AVNE2
Nederlands 3F Gesprekken
Cijfer
Nederlands 2
AVNE2
Nederlands 3F Schrijven
Cijfer
Nederlands 2
AVNE2
Nederlands 3F Spreken
Cijfer
Rekenen 2
AVRE2
Rekenen periode 5 3F
Cijfer
Rekenen 2
AVRE2
Rekenen periode 6 3F
Cijfer
Rekenen 2
AVRE2
Rekenen periode 8 3F
Cijfer
Koortraining
ACMU
Koortraining
O,V,G,-
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
6
e
e
Uitleg PTA van 2 jaar naar 3 jaar BOL: BPV Praktijkkaart PW: Je werkt aan werkprocessen door het uitvoeren van praktijkopdrachten binnen de e praktijksituatie. De praktijkopdrachten staan op de praktijkkaart. Om onvoorwaardelijk over te gaan naar het 3 jaar moet je voor niveau 3, 6 werkprocessen hebben afgerond, voor niveau 4 moet je 8 werkprocessen hebben afgerond (zie uitleg op voorblad praktijkkaart). Projecten: Binnen een project werk je aan prestaties. Prestaties zijn gekoppeld aan werkprocessen en competenties. Binnen een project moet je alle prestaties met minimaal een voldoende afsluiten. Je kunt een prestatie/opdracht afsluiten met een onvoldoende, voldoende of goed. Aan het eind van het schooljaar wordt bepaald of jij genoeg prestaties behaald hebt. Indien er onvoldoende prestaties met een voldoende of goed zijn afgesloten, is het niet mogelijk om te starten in de examenfase. Je hebt dan niet voldoende bagage om deel te kunnen nemen aan het examen LBB Competentiemeter: Je krijgt 2 maal per jaar schriftelijk feedback op de ontwikkeling van jouw basiscompetenties. Per meting worden er op 8 competenties in een 5 puntschaal feedback gegeven. Om onvoorwaardelijk op niveau 3 naar de verdiepingsfase te mogen moet de je op alle onderdelen minimaal voldoende scoren. Voor niveau 4 moet je minimaal een ruim voldoende scoren. Aanwezigheid school: Volgens de leerplichtwet moet je 100% aanwezig zijn in de lessen en op de stageplaats. Er wordt een marge aangehouden van 20% voor geoorloofd verzuim. De aanwezigheid wordt per project berekend. De docent en student kan uit Trajectplanner een overzicht van de aanwezigheid uitdraaien. Zo kan de docent beoordelen of de student tussen de 80 en 100% aanwezig is geweest. Voor studenten die minder dan 80% aanwezig zijn geweest moet de loopbaanbegeleider bewijzen in bezit hebben (doktersverklaringen, verklaringen van ouders etc.) Iedere periode wordt beoordeelt of je voldoende aanwezig bent geweest. Indien je 80% of meer aanwezig bent geweest, vult de verzuimmedewerker een voldoende (80%) of goed (90%) in Trajectplanner in. Aanwezigheid BPV: De eisen die voor de aanwezigheid op school gelden, gelden ook tijdens de BPV-dagen. Let er op dat je je ook op school afmeldt als je niet op jouw BPV adres kan zijn. Meer informatie hierover vind je in het BPV-deel van de opleidingsgids. Evaluatie en reflectie: Na ieder project vindt er een evaluatie en een reflectie plaats. Soms schriftelijk, soms mondeling. Nederlands/Engels/rekenen: Door de nieuwe eisen vanuit de overheid, zijn de scores voor Nederlands, Engels en rekenen in sterke mate bepalend voor het behalen van een MBO diploma. In de Studiewijzer op de website (www.welzijngvs.nl) en in de AVO gids, staat beschreven aan welke eisen je moet voldoen om je diploma te kunnen behalen. Portfoliomap: Alle onderdelen op de overzichtslijst (bijlage 7) dienen in het portfolio aanwezig te zijn. Sport (LLB 7): sport bestaat uit 6 perioden. e Beoordeling + Cijfers: Cijfers voor overgang 1 jaar= Periode 1 t/m 4= 1-Sport en gezondheid , 2-Sport voor sport , 3-Sport en samenwerken, 4-Keuze. Bij de beoordeling per onderdeel (periode) zijn tien punten te behalen. Deze tien punten zijn als volgt onderverdeeld: -4,0 punten (= basiscijfer) voor aanwezigheid ( Er mag per periode 1 les worden gemist. Per teveel gemiste lessen gaat er 0,5 punten van het basiscijfer af en vervalt het recht op de overige 6 te behalen punten) -1,5 punten voor actief deelnemen aan de lesactiviteiten (0,0 = slecht / 0,5 = matig / 1,0 = voldoende / 1,5 = goed) -1,5 punten voor sociaal gedrag en beroepshouding bij de lesactiviteiten (0,0 = slecht / 0,5 = matig / 1,0 = voldoende / 1,5 = goed) -3,0 punten voor sportvaardigheid (0,0 = slecht / 1,0 = matig / 2,0 = voldoende / 3,0 = goed). Je moet alle cijfers van periode 1 t/m 6 voldoende (5.5) hebben om LLB kerntaak 7 afgetekend te krijgen.
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
7
1.2 Beoordelingsinstrumenten school 1 Kennistoetsen Er zijn per toets 2 gelegenheden per jaar, elke toets wordt afgenomen in de laatste week van de periode. Als je een herkansing hebt, kun je meestal aan het eind van de eerstvolgende periode de toets herkansen. Er is één herkansingsmogelijkheid. Als je na twee pogingen de toets niet voldoende hebt gemaakt, volg je opnieuw de workshops die je voorbereiden op de toets. In een uiterst geval is er de mogelijkheid een extra kans aan te vragen bij de examencommissie. Voor Nederlands, Engels en rekenen worden landelijke toetsen afgenomen. Voor deze vakken gelden specifieke eisen. De docent stelt jou op de hoogte van deze eisen. Daarnaast staat er ook informatie over de eisen Nederlands, rekenen en Engels in de studiewijzer (www.welzijngvs.nl). Naast de toetsen voor Nederlands, Engels en rekenen zijn er beroepsgerichte kennistoetsen. Om deel te mogen nemen aan de Proeve van Bekwaamheid in periode 4 van het derde leerjaar moet je voor de beroepsgerichte kennistoetsen van jaar 2 en 3 een voldoende hebben behaald. 2. Controle formulieren schoolprojecten Tijdens de opleiding volg je schoolprojecten. Een schoolproject bestaat uit een aantal prestaties of opdrachten die je moet doen of m aken. Er zijn vier schoolprojecten per jaar. Tijdens het laatste jaar van de opleiding volg je drie schoolprojecten. In periode 4 van dit laatste schooljaar wordt de Proeve van Bekwaamheid afgenomen. Op de controle formulieren staat beschreven aan welke criteria de opdrachten of prestaties moeten voldoen. De workshopdocenten beoordelen de opdrachten die je uitvoert voor het project. Voor het juist uitvoeren en op tijd in leveren van opdrachten word je beoordeeld met een voldoende, onvoldoende of goed. . 3. Portfolio In je Portfolio wordt je ontwikkeling van je Beroepscompetenties en van Loopbaan en Burgerschapscompetenties zichtbaar gemaakt. Alle beoordelingsformulieren vanuit school en praktijk (uitdraai Trajectplanner, reflectieformulieren, POP’s, competentiemeter, praktijkkaart, voortgangsrapportage, aanwezigheidsregistratie stage), bewaar je in je portfoliomap. Tijdens de opleiding krijg je een aantal keer de opdracht om je portfolio in te leveren. Voor de overgang naar een volgend leerjaar en voor de toelating tot de Proeve, is je portfolio een belangrijk document. Zorg dus dat het volledig is en overzichtelijk ingedeeld. 4. Competentiemeter Op de competentiemeter wordt de groei van je competenties zichtbaar gemaakt. Je toont de genoemde competenties duurzaam (gedurende de gehele opleiding) aan, zowel op school als in de praktijk. Tijdens de loopbaanbegeleidinggesprekken worden de competenties uit de competentiemeter besproken. Daarnaast gebruik je bij het schrijven van je reflecties en je POP’s altijd de competentiemeter. 5. Plan van toetsing en afsluiting (PTA) We werken binnen de opleidingen SAW met een plan van toetsing en afsluiting (PTA). Voor iedere prestatie die je levert, of dit nu een toets voor Nederlands is of jouw aanwezigheid bij de workshops, krijg je een beoordeling. Als alles goed is zijn al je beoordelingen aan het eind van het schooljaar voldoende. Afhankelijk van je resultaten ga je e over naar het derde jaar of de examenfase of doe je het jaar over. Als je voor het behalen van het 2 leerjaar meer dan 2 schooljaren nodig hebt, gaan we er vanuit dat de opleiding voor jou te zwaar is. We begeleiden je dan met een overstap naar een andere opleiding of, indien je nog leerplichtig bent, een verkort niveau 2 traject. 6. Trajectplanner De studenten die 2013-2014 in het tweede jaar zitten werken met het leerlingvolgsysteem 'Trajectplanner'. Dit is een digitaal systeem waarin o.a. schoolresultaten van studenten worden opgeslagen. Ook voortgangsgesprekken en notities worden hier in vastgelegd. Studenten hebben zelf ook - op deelgebieden - toegang tot dit systeem. De loopbaanbegeleider maakt na 2 perioden een uitdraai van jouw resultaten. Jouw resultaten worden dan besproken in een resultaten overleg. Afhankelijk van je resultaten krijg je halverwege het jaar (februari) een positief of negatief pre-advies. Een negatief pre-advies houdt in dat je een waarschuwing krijgt. Studenten tot 18 jaar krijgen dit advies op papier thuisgestuurd. Studenten vanaf 18 jaar krijgen de brief persoonlijk overhandigd. In overleg worden ouders op de hoogte gesteld.
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
8
7. Belangrijke informatie over je studiefinanciering (zie ook www.duo.nl) Als je begint met je studie, is het belangrijk om je te realiseren dat hier kosten aan verbonden zijn. De overheid ondersteunt in een aantal gevallen jouw studie financieel. Op dit moment (sept 2013), hoef je een deel van je lening niet terug te betalen indien je jouw diploma op niveau 3 of 4 behaalt. Als je je diploma niet behaalt, moet je de lening helemaal terug betalen, inclusief je ov-jaarkaart. Je kunt hierdoor een grote schuld opbouwen. Verdiep je, voordat je aan je studie begint, in je financiële rechten en plichten. Je kunt hiervoor de website van DUO:
http://www.duo.nl/particulieren/studiefinanciering/sfmbo/studiefinanciering_voor_het_mbo.asp 1.3
Overgangscriteria
Beoordeling Aan het eind van ieder jaar heb je een gesprek met je loopbaanbegeleider. Je neemt je portfoliomap mee naar dit gesprek. Je zorgt er voor dat alle bewijsmaterialen netjes geordend in je portfolio aanwezig zijn. Tijdens het gesprek wordt het vervolg van je opleiding besproken aan de hand van het rapport uit Trajectplanner en de e e overgangsmatrix . Er is een overgangsmatrix voor de overgang van het 2 leerjaar naar het 3 leerjaar en een e overgangsmatrix voor de overgang van het 3 leerjaar naar de examenfase. In het plan van toetsing en afsluiting (PTA) kun je lezen welke toetsen en afsluitende opdrachten je allemaal met een voldoende moet behalen. Sommige toetsen of opdrachten tellen zwaarder mee voor de overgang. Overgangsmatrix: volgt op 1 november 2013 als “addendum opleidingsgids verdiepingsfase 2013-2015”.
(zie www.welzijngvs.nl)
Overgang naar examenfase. e De examenfase start aan het einde van periode 3 van het 3 leerjaar. Indien je niet aan de eisen voldoet om deel te nemen aan de examenfase, ga je deelnemen aan een verlengingstraject. De inhoud van dit verlengingstraject e e wordt met je besproken indien dit van toepassing is. Sommige studenten zijn in het 1 of het 2 jaar over gegaan met een verlenging. Deze studenten starten in periode 4 met het verlengingstraject.
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
9
DEEL 2: Beroepspraktijkvorming (BPV)
Stage-informatie voor student en praktijkbegeleider
BOL PW 92620(PW3), 92632 (PW4), 92631 (JZ)
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
10
DEEL 2
2.1
Beroepspraktijkvorming (BPV)
Beroepspraktijkvorming
Om beroepscompetenties te verwerven, is leren in de beroepspraktijk noodzakelijk. We stellen het daarom zeer op prijs dat organisaties in het agogisch werkveld, studenten de mogelijkheid bieden om te leren in de praktijk. Dit praktijkleren wordt beroepspraktijkvorming (BPV) genoemd. Beroepspraktijkvorming is erop gericht dat de student stapsgewijs de taken van het beroep gaat uitoefenen en participeert in de werkorganisatie. Doel is dat de student aan het eind van zijn/haar opleiding functioneert als beginnend beroepsbeoefenaar. De praktijkbegeleider begeleidt de student in de BPV-organisatie. De organisatie stelt de student in de gelegenheid de praktijkopdrachten uit te voeren. De praktijkbegeleider is competent in het begeleiden van de student; geeft feedback en beoordeelt de praktijkopdrachten. Tijdens de proeve van bekwaamheid beoordeelt een onafhankelijke assessor uit de BPV-organisatie, de prestaties van de student. Een praktijkorganisatie mag opleiden als deze erkend is door Calibris, Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, W elzijn en Sport. Het volledige kwalificatiedossier 2012-2013 van Pedagogisch werk niveau 3 en 4 is te vinden op www.calibris.nl. In dit kwalificatiedossier staan alle eisen waaraan de student moet voldoen om het diploma te behalen. Onze visie is dat de communicatie tussen school en praktijk voor een groot deel de verantwoordelijkheid is van de student. Het gaat hierbij om het verwerven van een belangrijke competentie door de student. De student zorgt voor alle informatie die de praktijkbegeleider nodig heeft om goed te kunnen begeleiden. Alle formulieren kunt u downloaden van de website: www.welzijngvs.nl Stage in basisfase en verdiepingsfase Jaar 1: De student start in het eerste jaar in de basisfase van de opleiding. In deze fase onderzoekt de student welke opleiding binnen het Sociaal Agogisch Werk (SAW), het best bij hem/haar past. De student onderzoekt welke kennis, vaardigheden en houdingsaspecten nodig zijn voor de verschillende beroepen in het agogisch werk. De basisfase van de BOL opleidingen heeft ca. 40 lesweken weken (één schooljaar). In het tweede semester loopt de student twee dagen per week stage (16 uur/week). Jaar 2 en jaar 3: De verdiepingsfase van de opleiding bestaat uit twee jaar. De student heeft nu gekozen voor één van de volgende opleidingen: Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang, Gespecialiseerd pedagogisch medewerker kinderopvang en Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. . Een uitgebreid overzicht van de verschillende opleidingen, uitstroomprofielen, kerntaken en werkprocessen binnen Welzijn is te vinden op www.Calibris.nl. In deze verdiepingsfase van de opleiding gaat de student zich specialiseren in de gekozen opleidingsrichting. De student wordt in de praktijk en op school gestimuleerd kennis en ervaring op te doen. 2e schooljaar: 2 dagen per week stage (16 uur/week) e 3 schooljaar: drie periodes van 10 weken, 3 dagen per week stage (20 uur/week) e In de vierde periode van het 3 leerjaar sluit de student de opleiding af met de proeve van bekwaamheid (examen). De proeve van bekwaamheid vindt voor een groot deel plaats in de praktijk. De student loopt in deze laatste e periode van het 3 jaar, 4 dagen stage (32 uur/week). Een overzicht van de stagedagen 2013-2014, is te vinden in bijlage 4.
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
11
2.2
Begeleiden en beoordelen in de praktijk
Aanspreekpunt De loopbaanbegeleider (LBB-er) begeleidt de student gedurende (een deel van) de opleiding. Samen met de LBB-er bespreekt de student zijn/ haar studievoortgang. Indien er op de stageplek ernstige problemen zijn in het functioneren van de student, vragen we de praktijkbegeleider contact op te nemen met de loopbaanbegeleider van de student. Instrumenten De student en praktijkbegeleider krijgen te maken met onderstaande instrumenten om het leerproces te volgen en eventueel bij te sturen. De praktijkkaarten, de voortgangsrapportage en de competentiemeter zijn daarnaast ook beoordelingsinstrumenten. Deze instrumenten zijn te vinden op de website van de opleiding www.welzijngvs.nl en/of in de bijlagen van deze opleidingsgids. A. Projecthandleidingen van onderwijsprojecten De student werkt op school en in de praktijk aan projecten. In deze projecten staat het praktijkgerichte handelen centraal en is de student in de meeste gevallen deels op school en deels in de praktijk bezig met opdrachten (prestaties). Docenten beoordelen de opdrachten die onderdeel zijn van de overwegend theoretische prestaties van een project. Aan de praktijkbegeleider vragen wij feedback te geven op de praktijkopdrachten en deze te beoordelen en af te tekenen. Als praktijkbegeleiders en docenten van elkaar weten wat ze doen, kan dit helpen om theorie en praktijk met elkaar te verbinden. Van alle projecten die de student volgt, staan de projecthandleidingen op de website van de opleiding. B. Praktijkkaart verdiepingsfase De student voert tijdens zijn/haar stage opdrachten en activiteiten uit. Alle praktijkopdrachten staan beschreven op ‘de praktijkkaart'. De opdrachten komen overeen met kerntaken en werkprocessen die in de onderwijsprojecten van school aan bod komen. Als de student een opdracht goed uitgevoerd heeft, laat de student deze aftekenen door de praktijkbegeleider. Op de praktijkkaart staat aangegeven in welke periode en tijdens welk project de opdrachten aan de orde komen. Uiteindelijk worden de verschillende opdrachten per werkproces, afgerond met een reflectie. Specifieke informatie over het gebruik van de praktijkkaart is te vinden op de praktijkkaart zelf. C. Voortgangsrapportage verdiepingsfase De voortgangsrapportage is een beoordelingsinstrument waarmee wordt vastgesteld in hoeverre de student de beroepsvaardigheden beheerst en laat zien in de praktijk. In dit document staan alle kerntaken, werkprocessen en competenties die bij de opleiding en het toekomstig beroep horen. De praktijkbegeleider vult deze rapportage twee maal per schooljaar in en bespreekt regelmatig de voortgang met de student. Bij het uitvoeren van praktijkopdrachten, werk je aan werkprocessen en competenties. Deze staan zowel op de praktijkkaart als op de voortgangsrapportage. Dezelfde werkprocessen en competenties die op de praktijkkaart afgetekend worden, kunnen ook op de voortgangsrapportage afgetekend worden. Voor de overgang van jaar 2 naar jaar 3 moeten de werkprocessen en competenties van de praktijkkaart uit het tweede jaar, minimaal op het niveau ‘een eind op weg’ (kolom 2) zijn afgetekend op de voortgangsrapportage. Aan het einde van de verdiepingsfase (eind derde leerjaar) zal de student alle onderdelen op het niveau ‘beginnend beroepsbeoefenaar’ (kolom 3) moeten beheersen. De voortgangsrapportage staat – geordend per opleiding – op de website. D. Competentiemeter Op de competentiemeter wordt de ontwikkeling van de basis-beroepscompetenties zichtbaar gemaakt. De student moet de genoemde competenties duurzaam aantonen, zowel op school als in de praktijk. Tijdens de BPVbezoeken wordt de competentiemeter besproken. Gedurende de stage vullen de student en stagebegeleider – onafhankelijk van elkaar - de competentiemeter 2x per jaar in. E.
Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en reflectie (STARR)
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
12
e
Stage 2 jaar: 1e BPV-bezoek: e Aan het eind van de stage in het 1 schooljaar, heeft de student één of twee leerdoelen in een POP voor de stage e e in het 2 schooljaar geschreven. Deze POP is ondertekend door de stagebegeleider en LBB-er uit het 1 jaar en zit in het portfolio van de student. Als de student deze POP niet heeft, maakt de student deze alsnog in het begin van e de stage in het 2 jaar. e Voorafgaand aan het eerste BPV-bezoek in het 2 jaar, reflecteert de student, samen met de stagebegeleider op de leerdoelen uit deze POP. Hij/zij schrijft hierover een reflectie aan de hand van het STARR-formulier en laat deze ondertekenen door de stagebegeleider en vervolgens door de LBB-er. e Tijdens het 1 BPV-bezoek worden de POP en STARR besproken met de bezoekend docent. Tijdens dit gesprek worden één of twee leerdoelen voor het vervolg van de stage vastgesteld. Hierover schrijft de student een 2e POP en laat deze weer ondertekenen door de stagebegeleider en de LBB-er. 2e BPV-bezoek e e Voorafgaand aan het 2 BPV-bezoek reflecteert de student op de 2 POP en schrijft hierover een reflectie e e (= 2 STARR-formulier). Na het 2 BPV-bezoek schrijft de student een POP voor de stage in het 3e leerjaar. Als de student niet aan zijn/haar leerdoelen heeft gewerkt en/of geen POP’s en STARR’s heeft geschreven, heeft dit consequenties voor de beoordeling van de voortgangsrapportage en competentiemeter. e
Stage 3 jaar: 1e BPV-bezoek: e Aan het eind van de stage in het 2 schooljaar, heeft de student één of twee leerdoelen in een POP voor de stage e e in het 2 schooljaar geschreven. Deze POP is ondertekend door de stagebegeleider en LBB-er uit het 2 jaar en zit in het portfolio van de student. e Als de student deze POP niet heeft, maakt de student deze alsnog in het begin van de stage in het 3 jaar. e Voorafgaand aan het eerste BPV-bezoek in het 3 jaar, reflecteert de student , samen met de stagebegeleider op deze POP. Hij/zij schrijft hierover een reflectie aan de hand van het STARR-formulier en laat deze ondertekenen door de stagebegeleider en vervolgens door de LBB-er. e Tijdens het 1 BPV-bezoek worden de POP en STARR besproken met de bezoekend docent. Tijdens dit gesprek worden één of twee leerdoelen voor het vervolg van de stage vastgesteld. Hierover schrijft de student een 2e POP en laat deze weer ondertekenen door de stagebegeleider. 2e BPV-bezoek = gesprek go/no go proeve van bekwaamheid e e e Voorafgaand aan het 2 BPV-bezoek reflecteert de student op de 2 POP en schrijft hierover een reflectie ( = 2 e STARR-formulier). In het 2 BPV-bezoek stellen de praktijkbegeleider en de bezoekend docent vast of de student ‘een go’ krijgt om in periode 4 de proeve van bekwaamheid af te leggen. Zie verder ook bij ‘voortgangsrapportage’. Een schematisch overzicht van bovenstaande staat in bijlage 5. Als de student niet aan zijn/haar leerdoelen heeft gewerkt en/of geen POP’s en STARR’s heeft geschreven, heeft dit consequenties voor de beoordeling van de voortgangsrapportage en competentiemeter. F. Aanwezigheid praktijk. Er geldt een aanwezigheidsplicht van 100%. Dit geldt voor alle stagedagen zoals aangegeven op de jaarplanning (zie www.welzijngvs.nl). Vakantie- en feestdagen zijn geen stagedagen. In principe haalt de student alle verzuimde stage-uren in. Altijd in redelijkheid en in overleg met de praktijkbegeleider en loopbaanbegeleider. Op de website www.welzijngvs.nl staat de ‘Presentielijst stage SAW’ voor de aanwezigheid in de praktijk. De student laat iedere week zijn/haar aanwezigheid aftekenen door de praktijkbegeleider, met naam en handtekening. De student laat iedere week bij LBB zijn/haar afgetekende ‘Presentielijst stage SAW’ zien aan de LBB-er. De LBB-er noteert de aan- of afwezigheid op stage wekelijks in Trajectplanner (studentvolgsysteem). De LBB-er zet de student ook op afwezig als de student zijn/haar presentielijst niet heeft laten zien. De student is nl. zelf verantwoordelijk om de aanwezigheid op stage aan te tonen. Per periode levert de student de originele en ondertekende ‘Presentielijst stage SAW’ in bij de LBB-er. De student maakt voor zichzelf een kopie zodat hij/zij deze kan laten zien tijdens het BPV-bezoek.
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
13
Als de student niet aanwezig kan zijn op de stage, belt hij/zij tijdig af bij de stagebegeleider en bij de verzuimmedewerkster van school. Bij afwezigheid wegens ziekte; belt de student hen opnieuw als hij/zij beter is. De verzuimmedewerker zet dit in Trajectplanner.
2.3
BPV-bezoek
Twee keer per jaar komt een docent van school op bezoek bij de BPV-organisatie voor een voortgangsgesprek. Hierbij zijn de student en praktijkbegeleider aanwezig en in sommige BPV-organisaties ook de praktijkopleider. Voorafgaande aan dit gesprek heeft de student met de praktijkbegeleider gesproken over het functioneren. De voortgangsrapportage; de praktijkkaarten; POP-formulieren; STARR-reflectieformulieren; de competentiemeter en de presentielijst zijn leidraad voor dit gesprek. Deze instrumenten staan ook op het gespreksformat dat u kunt vinden op onze website www.welzijngvs.nl onder het kopje BPV. De bezoekend docent vult het gespreksformat in. De bezoekend docent kan de eigen loopbaanbegeleider van de student zijn, maar is mogelijk ook een collega. In overleg met de bezoekend docent en de praktijkbegeleider wordt een afspraak gemaakt voor een BPV-bezoek. Tijdens het gesprek met de bezoekend docent worden de leerdoelen met betrekking tot het functioneren in de praktijk, en de resultaten op de opleiding besproken. Om over te gaan van het 2e naar het 3e leerjaar en om toestemming te krijgen tot het afleggen van de proeve van bekwaamheid moet de student voldoen aan de eisen die zijn beschreven in de overgangsmatrix (zie deel 1 van deze opleidingsgids). De student heeft het gesprek voorbereid en zorgt ervoor dat alle benodigde documenten aanwezig zijn. Het BPV-bezoek duurt ongeveer 45 minuten.
Opleidingsgids BOL PW verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
14
2.4 Taken van de student, praktijkbegeleider, loopbaanbegeleider en bezoekend docent Taken van de student De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stage. De student vraagt tijdig een praktijkovereenkomst (POK) aan op het ROC. De student heeft kennis van de inhoud van de praktijkovereenkomst (zie achterzijde POK) De student is verplicht alles geheim te houden wat de privacy van de doelgroep kan schaden De student zorgt voor een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) De student is 100% aanwezig (met uitzondering van geoorloofd verzuim). Zie ook: ‘absentie/verzuim' op blz.17 van deze gids. De student belt bij afwezigheid tijdig met de praktijkbegeleider en de verzuimmedewerker van school. De student voorziet de praktijkbegeleider van voldoende informatie die nodig is voor de begeleiding. De student is (mede) verantwoordelijk voor het leerproces De student maakt afspraken met de stagebegeleider, bespreekt de schoolprestaties en praktijkopdrachten en communiceert over de planning met de praktijkbegeleider. . Taken van de praktijkbegeleider De praktijkbegeleider is een gediplomeerde beroepskracht. De praktijkbegeleider zorgt voor een goede introductie in de organisatie, het team en de doelgroep. De praktijkbegeleider maakt afspraken over de taken en verantwoordelijkheden van de student. De student heeft begeleidingsgesprekken met de praktijkbegeleider (minimaal één gesprek van ca. 30 minuten per 2 weken). De praktijkbegeleider geeft feedback op de uitvoering van de praktijkopdrachten die op de praktijkkaart vermeld staan, beoordeelt deze en tekent ze af. De praktijkbegeleider leest en ondertekent de POP-formulieren die op de stage betrekking hebben. De praktijkbegeleider leest en ondertekent de STARR-reflectieformulieren die op de stage betrekking hebben. De praktijkbegeleider tekent de aanwezigheid van de student af op het formulier aanwezigheidsregistratie. De praktijkbegeleider is aanwezig bij de voortgangsgesprekken met de bezoekend docent van het MBO-college Hilversum en de student tijdens het BPV-bezoek. De praktijkbegeleider vult voorafgaand aan het praktijkbezoek van de bezoekend docent de voortgangsrapportage en competentiemeter in en bespreekt deze met de student. De praktijkbegeleider neemt contact op met de loopbaanbegeleider van de student, bij ernstige problemen in het functioneren van de student. Taken van de loopbaanbegeleider en de bezoekend docent De loopbaanbegeleider ondersteunt de student bij het vinden van een stage. De loopbaanbegeleider is het eerste aanspreekpunt voor de praktijkbegeleider als zich ernstige problemen voordoen in het functioneren van de student. De loopbaanbegeleider begeleidt de student bij het verkrijgen van de juiste competenties door: - het volgen van het individuele leerproces aan de hand van behaalde resultaten; - het signaleren van problemen. De loopbaanbegeleider vraagt aan het eind van een lesperiode van ca. 10 weken de ondertekende ’aanwezigheidsregistratie praktijk’ op bij de student en laat deze verwerken door de verzuimmedewerker. De bezoekend docent heeft één keer per half jaar een voortgangsgesprek op de praktijkorganisatie. Het doel van dit gesprek is de prestaties en competenties van de student te evalueren en het vervolg van het leertraject te bespreken. Een BPV-gesprek duurt ongeveer 45 minuten. De bezoekend docent is in sommige gevallen de loopbaanbegeleider maar kan ook een andere
docent van de opleiding zijn. De loopbaanbegeleider wordt in altijd geïnformeerd over de inhoud van het gesprek door de bezoekend docent. De eindverantwoordelijkheid voor de opleiding ligt bij het MBO-college Hilversum.
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
15
Geschikte stageplek Om er zeker van te zijn dat de student op een juiste stageplek zijn/haar opdrachten uit kan voeren en op niveau beoordeeld wordt, benoemen wij hier de criteria voor een passende stageplek. 1. De stagelocatie is gecertificeerd door Calibris voor de opleidingsrichting van de student (zie ook calibris.nl of stagemarkt.nl). De opleidingsmogelijkheid van de stage komt overeen met de opleiding van de student (zie crebonummers opleidingen). Studenten die ingeschreven staan op niveau 3, mogen stage lopen bij leerbedrijven die erkend zijn voor de opleidingen: - Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang
= crebonummer 92620
- Medewerker maatschappelijke zorg
= crebonummer 92650
Studenten die ingeschreven staan op niveau 4, mogen stage lopen bij leerbedrijven die erkend zijn voor de opleidingen: - Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4
= crebonummer 92632
- Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
= crebonummer 92631
- Sociaal-cultureel werker
= crebonummer 91670
- Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg
= crebonummer 92661
- Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
= crebonummer 92662
- Onderwijsassistent
= crebonummer 92500
2. De stage bevindt zich binnen een straal van maximaal 40km van de school. 3. De student wisselt ieder jaar van stageplek (in ieder geval van locatie/ adres). 4. De student loopt gedurende de afgesproken periode 16 uur per week (jaar 2) of 20 uur per week (jaar 3),stage op hetzelfde stageadres. 5. De student mag geen stage lopen bij familieleden of bekenden. 6. De student is in het bezit van een geldige praktijkovereenkomst (POK) bij de start van de stage. 7. De student kan een verklaring omtrent gedrag (VOG) overhandigen volgens richtlijnen van de stage. 8. De student loopt gedurende het schooljaar stage bij dezelfde stageorganisatie. Alleen bij hoge uitzondering mag er van stageplek worden gewisseld en alleen met toestemming van de LBB-er. NB. Studenten richten hun vragen over stage aan de loopbaanbegeleider. Loopbaanbegeleiders bespreken complexe zaken en uitzonderingen met de BPV- werkgroep.
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
16
2.6 Algemene zaken Leerplicht De gemeente Hilversum werkt samen met de school om verzuim tegen te gaan. Als er problemen zijn die de student in de weg staan voor het volgen van zijn/haar opleiding, helpen de school en de leerplichtambtenaar de student met het vinden van een oplossing. Kwalificatieplicht Als de student nog geen 23 jaar is, is de student verplicht om onderwijs te volgen totdat hij/zij een startkwalificatie heeft behaald. Een startkwalificatie is een havo of vwo diploma of mbo diploma niveau 2 (BOL of BBL). Tot en met het schooljaar waarin de student 16 wordt, moet de student vijf dagen per week naar school. Daarna mag de student kiezen: of de hele week naar school of onderwijs waarbij de student leren en werken combineert. Als de student 18 jaar is geworden en nog geen startkwalificatie heeft, moeten de gemeente en de school zich inspannen om de student alsnog een startkwalificatie te laten halen. Absentie/ Verzuim: In geval van ziekte, kan de student zich tussen 08.00 en 10.00 uur telefonisch afmelden bij de verzuimmedewerker van de opleiding SAW, op nummer 035-6892004. Als de student weer beter is, meldt de student dit ook bij de verzuimmedewerker. Daarnaast moet de student, indien hij/zij ziek is op een stagedag, ook de praktijkbegeleider op de hoogte stellen. Wettelijk ongeoorloofd verzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. Als de student nog geen 18 is, moet de school de student melden bij de leerplichtambtenaar in het geval de student:
drie dagen of meer achtereenvolgend verzuimt; in een periode van vier schoolweken meer dan 1/8e deel van het aantal les of stage-uren verzuimt (ca. 12,5%); regelmatig te laat in de les verschijnt; van school en/of stage, weg blijft wegens extra vakantie of familie bezoek. Dit heet ook wel luxeverzuim.
Als de student 18 jaar of ouder is, meldt de school de student bij de leerplichtambtenaar in het geval de student:
drie dagen of meer achtereenvolgend verzuimt; in een periode van vier lesweken meer dan 1/8e deel van het aantal lesuren of stage-uren verzuimt (ca. 12,5%); regelmatig te laat in de les verschijnt; van school en/of stage, weg blijft wegens extra vakantie of familiebezoek. Dit heet ook wel luxeverzuim. Indien de student een startkwalificatie heeft en 20 aaneengesloten lesdagen of stagedagen niet op school komt zonder iets van zich te laten horen, wordt de student uitgeschreven van school en vervalt het recht op studiefinanciering en Ov-jaarkaart. Onterecht verkregen studiefinanciering kan worden teruggevorderd door Dienst Uitvoering Onderwijs
Verzekeringen Het MBO College Hilversum heeft verzekeringen voor studenten afgesloten tijdens lesuren, stages en excursies. Indien de student een beroep wil doen op een verzekering dient dit altijd bij de betrokken docent of stagebegeleider te worden gemeld. Er is een verzekering voor personeel en studenten bij schade door ongevallen en bij aansprakelijkheidsschade. Het MBO College Hilversum is niet aansprakelijk en dus niet verzekerd voor diefstal of beschadiging van persoonlijke eigendommen van medewerkers en studenten.
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
17
Verklaring omtrent gedrag (VOG) Voor de opleidingen SAW wordt door het ROC van Amsterdam, MBO-College Hilversum bij aanmelding en inschrijving van de student een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) gevraagd. Sinds 1 maart 2013 mag het VOG niet ouder zijn dan 2 maanden op het moment dat de student stage gaat lopen in het pedagogisch werk. De student die de verdiepingsfase ingaat, zal in dat geval opnieuw een VOG aan moeten vragen. In de meeste gevallen zal de BPV-organisatie deze kosten vergoeden. Als het MBO-College Hilversum afdeling Welzijn, de aanvrager is van het VOG voor de stage, is dit VOG gedurende de opleiding geldig en hoeft de student – als hij/zij wisselt van stage – geen nieuw VOG aan te vragen. De student kan het aanvraagformulier waarbij de afdeling Welzijn de aanvrager van het VOG voor de stage is, verkrijgen bij het secretariaat in E135. De praktijkovereenkomst (POK) Voor de beroepspraktijkvorming wordt tussen het MBO College Hilversum, het leerbedrijf en de student een aantal afspraken gemaakt. Deze afspraken worden vastgelegd in een praktijkovereenkomst (POK). In deze beroepspraktijkovereenkomst staan algemene voorwaarden zoals de rechtspositie van de student; zijn/haar geheimhoudingsplicht; de duur van de overeenkomst; de begeleiding; de beoordeling en de beëindiging van de overeenkomst; de verzekering en de aansprakelijkheid. Convenant SOO Samen Opvoeden en Opleiden (Regionaal convenant Utrecht en Gooi & Eemland) Enkele jaren geleden hebben 3 ROC’s en ongeveer 50 kinderopvangorganisaties de handen ineengeslagen om te komen tot een betere samenwerking. Zij hebben een convenant opgesteld met als doel: “Door middel van een goede samenwerking tussen organisaties voor kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en regionale opleidingscentra komen tot het optimaliseren van de kwaliteit, kwantiteit en het rendement van de middelbare beroepsopleidingen voor aankomend en zittend personeel in de kinderopvang”. Nieuws en activiteiten van het SOO zijn te vinden op de website van de stichting BKK (www.stichtingbkk.nl).
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
18
Bijlage 1 Presentielijst stage SAW MBO-College Hilversum Naam: …………………………………… Praktijkorganisatie: …………………… Loopbaanbegeleider: …………………… Praktijkbegeleider: ……………………. Schooljaar: ……..
Periode: ……
Kalenderweek Data
Aantal uren Naam en handtekening praktijkbegeleider
Week …… Week .….. Week …… Week …… Week …… Week …… Week …… Week …… Week …… Week …… Week …… Totaal:
Opmerkingen presentie door praktijkbegeleider:
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
19
Bijlage 2: POP (Persoonlijk Ontwikkel Plan) Je POP is een groeidocument. Maak hiervan een Word-document zodat je het gedurende de opleiding steeds opnieuw kunt gebruiken. Je bewaart de POP's in je portfolio. Je schrijft je leerdoelen uit de praktijk op in je POP. Je bespreekt je POP met je loopbaanbegeleider en je prakijkbegeleider
Naam: Datum: 1
Leerdoel (SMART): Op welk gebied wil je je (een klein stapje?) verder ontwikkelen? Het zou te maken kunnen hebben met een competentie op je Competentiemeter, maar het mag ook te maken hebben met een taak op je stage. Beschrijf dat zo concreet mogelijk.
2
Welk cijfer geef jij jezelf NU op dit gebied?
3
Activiteiten: Wat zou je moeten doen om jezelf op dit gebied een hoger cijfer te geven?
4
Gewenst resultaat; En als je dat hogere cijfer hebt…….hoe gedraag je je dan? Of: hoe voel je je dan? Of: wat zou je anders doen dan nu?
5
Welke kwaliteit van jezelf kan je helpen om dat doel te bereiken?
6
Wie kan je daarbij helpen? En op welke manier?
7
Vraag aan je docent op school of aan je praktijkbegeleider feedback op wat je hebt op geschreven, of bespreek dat met hem of haar.
Feedback en handtekening praktijkbegeleider:
Feedback en handtekening loopbaanbegeleider:
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
20
Bijlage 3: STARR - reflectieformulier De STARR-methode is een hulpmiddel om te reflecteren. Reflecteren is terugblikken op je ervaringen en gedrag. Het is een manier van leren. Je onderzoekt de wijze waarop je handelt en de betekenis daarvan voor je leerproces. Door te reflecteren ontdek je wie je bent, wat je motiveert, wat je gemakkelijk afgaat en waar uitdagingen voor je liggen.
Naam:
Klas:
datum:
Op welk leerdoel/ situatie/ werkproces ga je reflecteren: Situatie: Beschrijf een concrete (beroeps)situatie waarin je aan je leerdoel hebt gewerkt. Voorbeeldvragen: Wat was de situatie? Waar vond de situatie plaats? Wanneer vond de situatie plaats? Wat gebeurde er precies? Wie waren er bij? Taak: Beschrijf wat jouw taak was in die situatie. Wat werd er van jou verwacht? Activiteiten: Beschrijf concreet de activiteiten die je hebt uitgevoerd. Voorbeeldvragen: Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd? Hoe was het gedrag van de anderen? Hoe heb je gereageerd op het gedrag van de anderen? Resultaat: Wat is/zijn de resulta(a)t(en)? Reflectie: Reflecteer op je eigen handelen. Voorbeeldvragen: Wat voelde je? W at hielp je? W at belemmerde je? Wat dacht je? W at lukte goed? W at heb je geleerd? Waar ben je (on)tevreden over? Welke competenties heb je hiervoor gebruikt? Leerdoel: Beschrijf welk(e) leerdoel(en) je opneemt in je POP? Wat wil je anders doen? Hoe ga je dat aanpakken? W aar ga je speciaal op letten?Waar ga je het oefenen? Competenties: Met welke competenties heeft jouw leerdoel te maken? (bijlage 6.) Met welk(e) werkproces(sen) heeft dit te maken? Naam en handtekening praktijkbegeleid(st)er:
Handtekening loopbaanbegeleider:
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
21
Bijlage 4: Stagedagen 2013-2014 Periodes, uren/week en dagen BOL 1e jaar Stageperiode en uren/week: - Week 5 (2014) t/m week 25 (2014) - 16 uur per week Stagedagen: HWP3P : maandag en dinsdag HWP3S : maandag en dinsdag HWM3Q: maandag en dinsdag HWP3Q: donderdag en vrijdag HWP3R: donderdag en vrijdag HWM3P: donderdag en vrijdag HWO3P: donderdag en vrijdag
BOL 2e jaar Stageperiode en uren/week: - Week 36 (2013) t/m week 25 (2014) - 16 uur per week Stagedagen: MZ : maandag en dinsdag PW : donderdag en vrijdag OAS : donderdag en vrijdag PW/SCW/JZ: donderdag en vrijdag
BOL 3e jaar Stageperiode en uren/week: - Week 36 (2013) t/m week 14 (2014): 20 uur per week - Week 15 (2014) t/m week 25 (2014): 32 uur per week Stagedagen: OAS : maandag, dinsdag, woensdag MZ : maandag, dinsdag, woensdag PW : maandag, dinsdag, woensdag PW/SCW/JZ : maandag, dinsdag, woensdag Terugkomdag school: In de proeveperiode (2014) komen studenten één dag op school: - OAS, MZ, PW en PW/SCW/JZ: op vrijdag
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
22
Bijlage 5: Stroomschema POP en STARR 2013 – 2015 Wanneer
Wat
Jaar 2
POP-1 (leerdoelen stage eind 1 jaar) is aan het begin van de stage aanwezig en ondertekend.
Periode 1
resultaat e
Voordat het eerste BPV-bezoek plaatsvindt, reflecteert de student op de leerdoelen uit POP1praktijk. Hij/zij doet dit met een STARRreflectieformulier; STARR-1 Periode 1 of 2 BPV-bezoek met gesprek naar aanleiding van POP-1 en STARR-1 Na afloop van dit gesprek schrijft de student de leerdoelen voor de volgende stageperiode in POP-2
POP-1
STARR-1
POP-2
Hij/zij gebruikt hiervoor ook de praktijkkaart, competentiemeter en voortgangsrapportage. Periode 3 of 4 Voordat het tweede BPV-bezoek plaatsvindt, reflecteert de student op de leerdoelen uit POP-2. Hij/zij schrijft hierover STARR-2.. BPV-bezoek met een gesprek naar aanleiding van POP-2 en STARR-2. Na afloop van dit gesprek schrijft de student de leerdoelen voor de volgende stageperiode in POP-3. Jaar 3
Periode 1 of 2 POP-3 is aan het begin van het schooljaar aanwezig en ondertekend. Voordat het eerste BPV-bezoek plaatsvindt reflecteert de student op de leerdoelen uit POP-3. Hij/zij schrijft hierover STARR-3.. BPV-bezoek met gesprek naar aanleiding POP-3 en STARR-3. Na afloop van dit gesprek schrijft de student de leerdoelen voor de volgende stageperiode in POP-4.
STARR-2
POP-3 POP-3 (uit jaar 2)
STARR-3
POP-4
Hij/zij gebruikt hiervoor de praktijkkaart, competentiemeter en voortgangsrapportage. Periode 3
Voordat het eindgesprek plaatsvindt , reflecteert de student op de leerdoelen uit POP-4. Hij/zij schrijft STARR-4 hierover STARR-4.
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
23
Bijlage 6 : Competenties Hieronder staan de Competenties zoals genoemd in het Kwalificatiedossier van je beroep en in het document Leren, Loopbaan en Burgerschap. Algemene competenties 1. Betrokken 2. Empathisch 3. Assertief 4. Representatief 5. Integer
Beroepscompetenties A Beslissen en activiteiten initiëren B Aansturen C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen G Relaties bouwen en netwerken H Overtuigen en beïnvloeden I Presenteren J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten M Analyseren N Onderzoeken O Creëren en innoveren P Leren Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen U Omgaan met veranderingen en aanpassen V Met druk en tegenslag omgaan W Gedrevenheid en ambitie tonen X Ondernemend en commercieel handelen Y Bedrijfsmatig handelen
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
24
Bijlage 7:
Overzichtslijst Portfolio
Op deze lijst staat wat er aan het eind van je opleiding allemaal in je portfoliomap aanwezig moet zijn. Aan de hand van jouw portfolio met daarin de bewijzen van de behaalde resultaten, wordt tijdens de overgangsvergadering jouw overgang besproken. Het is dus van groot belang dat jouw portfolio compleet is. Lees voor de specifieke eisen jouw opleidingsgids nog eens goed door.
Naam:
Klas:
LBB:
Projectformulieren schoolprojecten
Uitdraai trajectplanner
Competentiemeter
Overgangscontract (indien van toepassing)
Gespreksverslagen (door leerling en loopbaanbegeleider ondertekend) Indien van toepassing
POP-formulieren en bijbehorende STARR-reflectieformulieren Jaar 1: 2x POP en 1x STARR Jaar 2: 2x POP (POP-1 en POP-2 ) en 2x STARR (STARR-1 en STARR-2) Jaar 3: 2x POP (POP-3 en POP-4) en 2x STARR (STARR- 3 en STARR-4) Praktijkkaart
Voortgangsrapportage
Presentielijsten stage
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
25
Bijlage 8: e-mailadressen team Welzijn Tel.nr. administratie team Welzijn: 035–689 2079 Tel.nr. ziekmeldingen: 035–689 2004
Naam docent Attema, Elsbeth Janneke van den Berg Comvalius, Deborah Lodewien Dikker Dooremaalen, Silvester van Peter Formsma (JZ,SCW) Fontaine, Sarah Geelen, Catharina Grant, Monique Heijden, Shirley van der Hünneman, Harold Ketel, Anita Lanen, Daan van Maat, Joop ter Meer, Carolien van der Meer, Jane-Lies de Offenbeek, Elma van Oosterbaan, Joke Okur, Sümeyye Pool, Jorinde Scheek, Wouter Slagmaat, Thea van Snoek, Mirjam Verboom, Hanneke Wallace, Hanna With, Peggy
E-mailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Afkorting HATEL HBEJA HCODE HDLOD HDSIL HFOPE HFONS HGECA HGRMO HHESH HHUHA HKEAN HLADA HMAJO HMECA HMEJA HOFEL HOOJO HOKSU HPJOR HSCWO HSLTH HSMIR HVEHA HWAHA HWIPE
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
HDLOD HFOPE HSCAS HSLTH HBEJA
[email protected] [email protected] [email protected]
HPJOR HSLTH HFOPE
[email protected]
HJOJA
[email protected] [email protected]
HATEL
[email protected]
HKEAN
Coördinatoren:
Lodewien Dikker (eerste jaar BOL + PW) Peter Formsma (tweede jaar BOL + SCW) Ashti Schuit (BBL + MZ) Slagmaat, Thea van (BPV) Janneke van den Berg (derde jaar BOL + OAS) BPV-consulent Jorinde Pool (PW,OAS) Thea van Slagmaat (MZ) Peter Formsma (JZ,SCW) Opleidingsmanager Jan Jongkind Administratie: Elsbeth Attema (verzuim) Jacqueline van Diermen (secretaresse) Examencommisie Anita Ketel (secretaris examencommissie)
Opleidingsgids BOL PW/JZ verdiepingsfase 2013-2015 MBO College Hilversum Welzijn
26