Opleidingsbrochure Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
2016-2017
www.cvo.vtibrugge.be
www.cvovivo.be
Opleidingsbrochure 2016-2017
Inhoudstafel
INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL ................................................................................................... 2 1
SITUERING ............................................................................................. 4
1.1
Missie en visie van CVO VIVO en CVO VTI Brugge ......................................... 4
1.2
Opleidingsvisie ......................................................................................... 5
1.3
Samenwerkingsverbanden ......................................................................... 8
2
HET BEROEPSPROFIEL VAN DE LERAAR ....................................................... 9
3
DOELGROEP EN TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN ................................. 15
4
TOELATINGSVOORWAARDEN ................................................................... 16
5
ORGANISATIE VAN HET CURRICULUM ....................................................... 17
5.1
Studielast .............................................................................................. 17
5.2
Brugprogramma ..................................................................................... 18
5.3
Modulaire opleiding ................................................................................. 19
5.4
Opleidingsmodel ..................................................................................... 20
5.5
Situering van de modules in het beroepsprofiel ........................................... 22
6
TRAJECTEN ........................................................................................... 26
6.1
Flextraject ............................................................................................. 26
6.2
Online afstandstraject in combinatie met het Flextraject ............................... 28
6.3
Leraar in opleiding (LIO) .......................................................................... 29
6.3.1
Decretale bepalingen............................................................................... 29
6.3.2
Concrete uitwerking ................................................................................ 30
6.4
Hoe je traject samenstellen? (Flex, Online/LIO) .......................................... 33
6.5
Eenjarig traject ...................................................................................... 34
7
INSTROOM- EN DOORSTROOMBEGELEIDING ............................................. 35
7.1
Introductiesessie .................................................................................... 35
7.2
Module leercoaching voor cursisten met (zonder) een diploma secundair onderwijs .............................................................................................. 36
7.3
Cursus taalzorg en ICT-competenties ........................................................ 37
7.4
Onderwijsbehoeften ................................................................................ 37
8
CURSISTENRAAD ................................................................................... 38
9
VRIJSTELLINGEN.................................................................................... 39
9.1
Algemeen .............................................................................................. 39
9.2
Grond voor vrijstelling ............................................................................. 40
9.3
Stappenplan vrijstellingsprocedure ........................................................... 41
9.4
Mailadressen assessoren/verantwoordelijken vrijstellingsaanvragen .............. 41
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
2
Opleidingsbrochure 2016-2017
Inhoudstafel
10
CURRICULUM......................................................................................... 43
10.1
Brugprogramma (15 SP) .......................................................................... 43
10.1.1 Opstap taalvaardigheid (OTV)................................................................... 43 10.1.2 Opstap algemene vorming (OAV) .............................................................. 47 10.2
Specifieke Lerarenopleiding (60 studiepunten) ............................................ 49
10.2.1 Leercoaching.......................................................................................... 49 10.2.2 Onderwijs en Maatschappij (OMA) ............................................................. 49 10.2.3 Leerkracht en Verantwoordelijkheden (LEV) ............................................... 53 10.2.4 Communicatie en overleg (COO) ............................................................... 58 10.2.5 Begeleiding (BEG)................................................................................... 63 10.2.6 Groepsmanagement (GRM) ...................................................................... 67 10.2.7 Psycho-pedagogische competentie (PPC).................................................... 71 10.2.8 Didactische competentie algemeen (DCA) .................................................. 74 10.2.9 Didactische competentie praktijkinitiatie (DCP) ........................................... 78 10.2.10 Didactische competentie oefenlessen (DCO) ............................................... 84 10.2.11 Didactische competentie stage (DCS) ........................................................ 89 10.3
Differentieel traject: werken met laaggeschoolde volwassenen...................... 93
11
E-MAILADRESSEN .................................................................................. 94
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
3
Opleidingsbrochure 2016-2017
Situering
1 SITUERING CVO VIVO Kortrijk en CVO VTI Brugge zijn Centra voor Volwassenenonderwijs in de regio West-Vlaanderen. Sinds het schooljaar 12-13 werken beide centra nauw samen voor de Specifieke Lerarenopleiding. Zo organiseren we samen ieder semester de vakdidactische week, is er een afstemming op vlak van het vrijstellingenbeleid, modulewerking …. De samenwerking resulteerde daarom ook in de opmaak van een gezamenlijke opleidingsbrochure. Voor de beperkte meer campusgebonden uitwerkingen zoals het centrumreglement, de trajecten, …verwijzen we naar de respectievelijke sites www.cvovivo.be en www.cvo.vtibrugge.be en naar de folders.
1.1 Missie en visie van CVO VIVO en CVO VTI Brugge Voor de missie en de visie van beide centra verwijzen we naar www.cvovivo.be en www.cvo.vtibrugge.be
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
4
Opleidingsbrochure 2016-2017
Situering
1.2 Opleidingsvisie De specifieke lerarenopleidingen van CVO VIVO Kortrijk en CVO VTI Brugge willen voor alle volwassenen met leer- en/of werkervaring die leraar willen worden/zijn optimale ontwikkelings- en groeikansen scheppen in een aangename, open en dynamische cultuur met respect voor eigenheid en diversiteit. De lerarenopleiding richt zich dus tot volwassenen die al een (vak)inhoudelijke opleiding gevolgd hebben en/of de nodige werkervaring bezitten. Door een persoonlijke begeleiding van cursisten en professionele ondersteuning van de lectoren wil het CVO voor de specifieke lerarenopleiding de noodzakelijke voorwaarden scheppen voor een stimulerende onderwijs- en vormingservaring. Cursisten worden op een kwalitatieve manier gevormd tot professionele leraren die de basiscompetenties beheersen, beschikken over de nodige attitudes en in staat zijn tot (zelf)reflectie. Binnen de opleiding wordt gewerkt vanuit een visie op leren met aandacht voor het ontwikkelen van de nodige zelfkennis en vertrouwen in de eigen mogelijkheden. Deskundige lesgevers die voeling hebben met de praktijk bieden vanuit een gematigd sociaal constructivistische visie op leren en onderwijzen een modulaire opleiding aan waarin theorie en praktijk geïntegreerd worden in alle modules. De besluitvorming in de opleiding gebeurt democratisch en in dialoog met alle betrokkenen. De verantwoordelijken voeren een open en transparant cursist- en lectorgericht beleid met aandacht voor contacten/samenwerking met het toekomstige werkveld van de cursisten en participeren actief aan externe initiatieven met andere partners (tot voor kort Expertisenetwerk School of Education KULeuven, Pedagogische begeleidingsdienst Katholiek Onderwijs Vlaanderen regio West-Vlaanderen, Mentorenopleiding in WestVlaanderen, nascholingen vanuit het Eekhoutcentrum, …) vanuit een brede maatschappelijke betrokkenheid. ONZE TROEVEN …
1. In onze opleiding staat cursistgerichtheid op de eerste plaats met aandacht voor:
flexibiliteit en mogelijkheid tot combinatie van leren/werken/gezin: de cursist kan kiezen om overdag, ’s avonds en/of op zaterdag les te volgen en door het modulaire systeem bepaalt hij zelf zijn studietraject: iedereen bepaalt dus zelf wat persoonlijk haalbaar is. Elk jaar opnieuw wordt gekeken hoe we ons aanbod kunnen optimaliseren. We baseren ons daarbij op informatie ingewonnen via bevragingen bij alle betrokkenen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
5
Opleidingsbrochure 2016-2017
Situering
combinatie van contactonderwijs met afstandsonderwijs: in alle modules worden de lessen afgewisseld met momenten waarop de cursist thuis werkt, op eigen maat en aan eigen tempo. Voor enkele modules is een online afstandsversie ontwikkeld. De gepersonaliseerde begeleiding tijdens de afstandsmomenten laat toe individueel te remediëren en beter in te spelen op de persoonlijke leerstijl van de cursist. Daarnaast is het voor ons een permanente uitdaging op zoek te gaan naar passende antwoorden op snelle onderwijsevoluties. Daarbij is het gebruik van actuele leermiddelen en methodieken essentieel.
individuele trajectbegeleiding: de cursist wordt in zijn keuze doorheen het volledige opleidingstraject begeleid door medewerkers van het secretariaat, lectoren en coördinatoren. Er wordt bij de start rekening gehouden met elders verworven competenties en kwalificaties (EVC/EVK). In de mate van het mogelijke wordt er ook tegemoetgekomen aan individuele onderwijsbehoeften op basis van de beginsituatie (niveau en inhoud van het reeds behaalde diploma) en/of andere verwachtingen (ondersteuning m.b.t. taal, ICT, zorg, studiebegeleiding, diversiteit, …).
werkplekleren: wie zelf al lesgeeft, kan instappen in een verkort leerwerktraject ‘Leraar in Opleiding (LIO)’. Tijdens de maandelijkse contactmomenten is de eigen lespraktijk het uitgangspunt voor de theoretische kadering en tijdens de frequente werkplekbezoeken bespreekt de cursist met de stagementor in de school en met de LIO-begeleider eigen vorderingen en bekommernissen.
2. Een gemotiveerd en dynamisch lectorenteam: onze lesgevers hebben ervaringen opgebouwd in diverse onderwijs(gerelateerde) contexten en kunnen de kennis die ze daar opdeden met de cursisten delen. Onze lesgevers vertrekken vanuit een emancipatorische onderwijsvisie, hebben een kritische kijk, professionaliseren zich via nascholing en zelfstudie, houden rekening met de specifieke situatie van cursisten die leren, werken en gezin combineren en werken in team met aandacht voor het welbevinden van de collega’s (collegiaal werken – intervisie). In het team worden verantwoordelijkheden en bevoegdheden gedelegeerd naar modulewerkgroepen (uitwerken van een middenkader). Er wordt bewaakt dat de opdrachten duidelijk omschreven en uitdagend zijn.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
6
Opleidingsbrochure 2016-2017
Situering
3. Een kwalitatieve opleiding die gericht is op het ontwikkelen van de competenties van de leraar op basis van de onderliggende kennis, vaardigheden en persoonlijke kenmerken met aandacht voor:
praktijkgericht onderwijs aansluitend bij de verwachtingen van de cursist en van het werkveld: vanuit concrete cases, eigen ervaringen worden de theoretische kaders aangereikt, steeds weer met de terugkoppeling naar de eigenlijke beroepspraktijk. Niet de overdracht van informatie primeert, maar de nadruk ligt evenzeer op het persoonlijke proces van kennisverwerving bij elke cursist. In deze visie vertrekt leren zoveel mogelijk vanuit het eigen referentiekader van de lerende, die zelf zijn kennis in interactie met zijn leeromgeving opbouwt. Dat leerproces kan sterk individueel verschillend verlopen, maar tegelijk is samenwerkend leren essentieel (uitwisseling met medecursisten en ondersteuning van de leerkracht).
krachtige leeromgevingen (met veel aandacht voor didactische werkvormen, geschikte media, … ) en een begeleidende assessmentcultuur: als gevolg van onze onderwijskundige visie willen wij loskomen van de traditionele toetscultuur en alternatieve vormen van evaluatie gebruiken in functie van bijsturing en begeleiding van het leerproces. Traditionele examens worden aangevuld met een veelheid van andere evaluatievormen: observaties, vragenlijsten, gesprekken, verslagen , portfolio, self- , peer- en co-assessment, …
verantwoordelijkheid van de lerende: iedere cursist wordt gestimuleerd om op basis van eigen sterke en zwakke punten, eigen interesse en affiniteit een persoonlijk profiel te ontwikkelen om te functioneren als leerkracht en optimaal te participeren in het schoolse gebeuren. De cursist krijgt de verantwoordelijkheid om zijn eigen leerproces mee te sturen, te leren van collega-cursisten door inzichten en opvattingen te delen en te bediscussiëren. Over het eigen groeiproces nadenken en dit verder ontwikkelen is de rode draad doorheen de hele opleiding. In dat proces van vorming van cursisten tot ervaren theorie- en/of praktijkleraren die de basiscompetenties beheersen, wordt veel aandacht besteed aan attitudevorming, zelfstudie / zelfsturing en reflectiebevorderend leren.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
7
Opleidingsbrochure 2016-2017
Situering
4. Een uitdagende leer- en werkomgeving waarin iedereen kan leren en zich kan ontwikkelen. De opleiding speelt in op nieuwe impulsen/vernieuwingen en zoekt permanent naar nieuwe uitdagingen en trajecten (ruim en soepel aanbod). Het centrum maakt optimaal gebruik van goed didactisch uitgeruste lokalen in de centrale vestigingsplaats. We streven naar een goed bereikbare locatie met een niet-schools karakter, een actuele bibliotheek, een openleercentrum, ruime didactisch ingerichte werklokalen, een aula, een aangename cursistenruimte en een goed uitgebouwde en gezellige lerarenkamer als ontmoetingsplaats voor de collega’s. De kwaliteit van de opleiding wordt continu bewaakt aan de hand van vastgelegde indicatoren.
1.3 Samenwerkingsverbanden We zetten in op contacten/samenwerking met het toekomstige werkveld van cursisten én participeren actief aan externe initiatieven met andere partners (KULeuven, VIVES, Pedagogische Begeleidingsdienst, het Eekhoutcentrum, tot voor kort ook met het Expertisenetwerk School of Education …).
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
8
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beroepsprofiel
2 HET BEROEPSPROFIEL VAN DE LERAAR1
De lerarenopleiding is een beroepsopleiding. Het beroepsprofiel van de leraar (Besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007) is de omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes van de leraar bij zijn beroepsuitoefening. Het beroepsprofiel bevat de taken die een ervaren leraar verricht en zal verrichten in het licht van maatschappelijke en andere ontwikkelingen, zoals de grootstedelijke context, de taalvaardigheid in het Nederlands, de meertaligheid en de diversificatie van het onderwijsgebeuren. De bouwstenen van het beroepsprofiel worden geordend op basis van de grote verantwoordelijkheidsdomeinen van een leraar. Deze verantwoordelijkheden worden gespecificeerd in functionele gehelen. Dit zijn algemene beschrijvingen van deze verantwoordelijkheden voor de leraar. Dit zijn de drie verantwoordelijkheidsdomeinen met bijhorende functionele gehelen:
de verantwoordelijkheid ten aanzien van de lerende: 1. 2. 3. 4. 5.
1
de de de de de
leraar leraar leraar leraar leraar
als als als als als
begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen; opvoeder; inhoudelijk expert; organisator; innovator/onderzoeker;
voor een uitgebreide versie verwijzen we graag naar de website van de overheid [www.ond.vlaanderen.be]
9 CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
Opleidingsbrochure 2016-2017
de verantwoordelijkheid ten aanzien van de school/de onderwijsgemeenschap: 6. 7. 8. 9.
Beroepsprofiel
de de de de
leraar leraar leraar leraar
als als als als
partner van de ouders/verzorgers; lid van een schoolteam; partner van externen; lid van de onderwijsgemeenschap;
de verantwoordelijkheid ten aanzien van de maatschappij: 10. de leraar als cultuurparticipant.
Om te kunnen evolueren naar het beroepsprofiel van leraar bepaalt de overheid de basiscompetenties van de leraar secundair onderwijs. De basiscompetenties van de leraar zijn de omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes, waarover iedere afgestudeerde moet beschikken om op een volwaardige manier als beginnend leraar te kunnen fungeren. De basiscompetenties stellen de leraar in staat door te groeien naar het beroepsprofiel en worden rechtstreeks afgeleid van het beroepsprofiel. Je vindt deze basiscompetenties ook verder in deze studiegids terug bij de beschrijving van de opleidingsonderdelen (bij elke module wordt vermeld welke basiscompetenties ermee worden nagestreefd). Functioneel geheel 1 : de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen De leraar kan: 1.1 de beginsituatie van de lerenden en de groep achterhalen; 1.2 doelstellingen kiezen en formuleren; 1.3 de leerinhouden en leerervaringen selecteren; 1.4 de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten; 1.5 aangepaste werkvormen en groeperingsvorm bepalen; 1.6 individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen; 1.7 een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep; 1.8 observatie en evaluatie voorbereiden, individueel en indien nodig in team; 1.9 proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie; 1.10 in overleg met collega’s deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school; 1.11 het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen. 1.12 omgaan met de diversiteit van de leergroep.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
10
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beroepsprofiel
1.13 Leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten, zowel vanuit de inhouden van zijn/haar vakgebied, als vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
Functioneel geheel 2 : de leraar als opvoeder De leraar kan: 2.1
In overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school;
2.2
de emancipatie van de leerlingen bevorderen;
2.3
door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden;
2.4
actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context;
2.5
adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden;
2.6
de fysieke en geestelijke gezondheid van de leerlingen bevorderen;
2.7
communiceren met leerlingen met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties.
Functioneel geheel 3 : de leraar als inhoudelijke expert De leraar: 3.1
beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepen;
3.2
kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden;
3.3
kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.
Functioneel geheel 4 : de leraar als organisator De leraar kan: 4.1
een gestructureerd werkklimaat bevorderen;
4.2
een soepel en efficiënt les- of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen;
4.3
op correcte wijze administratieve taken uitvoeren;
4.4
een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.
Functioneel geheel 5 : de leraar als onderzoeker De leraar kan: 5.1
vernieuwende elementen en resultaten van onderwijsontwikkelingswerk aanwenden en aanbrengen;
5.2
kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek en van vakdidactisch en vakinhoudelijk onderzoek;
5.3
het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
11
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beroepsprofiel
Functioneel geheel 6 : de leraar als partner van de ouders of verzorgers (Het begrip "verzorgers" verwijst naar de personen die ter vervanging van de ouders de verantwoordelijkheid dragen voor de leerlingen.) De leraar kan : 6.1
zich informeren over en discreet omgaan met de gegevens over de leerling;
6.2
met ouders of verzorgers communiceren over de leerling in de school op basis van overleg met collega’s of externen;
6.3
in overleg met het team, communiceren met de ouders of verzorgers over het klasen schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders;
6.4
met ouders of verzorgers dialogeren over opvoeding en onderwijs;
6.5
in Standaardnederlands of in een ander passend register, communiceren met ouders en verzorgers met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties.
Functioneel geheel 7 : de leraar als lid van een schoolteam De leraar kan : 7.1
overleggen en samenwerken binnen het schoolteam;
7.2
binnen het team zowel vakspecifiek als vakoverschrijdend over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven;
7.3
de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken;
7.4
zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen;
7.5
in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam.
Functioneel geheel 8 : de leraar als partner van externen De leraar kan : 8.1
in overleg met collega’s contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden;
8.2
met de hulp van collega’s de nodige relaties met organisaties initiëren, uitbouwen en onderhouden en samenwerken met actoren op de arbeidsmarkt en het hoger onderwijs;
8.3
onder meer met het oog op gelijkeonderwijskansen en in overleg met collega’s, contacten leggen, communiceren en samenwerken met de brede sociaal-culturele sector;
8.4
in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven en van stage- of tewerkstellingsplaatsen.
Functioneel geheel 9 : de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap De leraar kan : 9.1
deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's;
9.2
dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
12
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beroepsprofiel
Functioneel geheel 10 : de leraar als cultuurparticipant De leraar kan : 10.1 actuele thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen : 10.1.1 het sociaal-politieke domein; 10.1.2 het sociaal-economische domein; 10.1.3 het levensbeschouwelijke domein; 10.1.4 het cultureel-esthetische domein; 10.1.5 het cultureel-wetenschappelijke domein.
Volgende beroepshoudingen/attitudes gelden voor alle functionele gehelen: 1 2 3 4 5 6 7 8
beslissingsvermogen: durven een standpunt innemen of tot een handeling overgaan en er ook verantwoordelijkheid voor dragen; relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen; kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving in vraag te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen; leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen; organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zodanig te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden; zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken; verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen en zich engageren om een positieve ontwikkeling van de lerende te bevorderen; flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, middelen, doelen, mensen en procedures.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
13
Opleidingsbrochure 2016-2017
Kijkkader van de rollen en de beroepstaken
Binnen de SLO hebben we gekozen om die basiscompetenties zichtbaar te maken in het ‘competentieboekje’. We onderscheiden hierbij 9 centrale rollen en 20 beroepstaken die de leraar uitvoert. Hieronder vind je het kijkkader van de rollen en de beroepstaken.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
14
Opleidingsbrochure 2016-2017
Doelgroep en tewerkstellingsmogelijkheden
3 DOELGROEP EN TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN De specifieke lerarenopleiding (SLO) die leidt tot het behalen van het diploma van leraar richt zich in de eerste plaats tot iedereen die leraar wil worden in het secundair onderwijs. De opleiding biedt hiertoe een onderwijskundige en pedagogisch-didactische vorming. De SLO richt zich dus tot kandidaten die (vak)inhoudelijk reeds voldoende gevormd zijn om het bedoelde leraarsambt uit te oefenen. Onderwijsbevoegdheid Die (vak)inhoudelijke kennis blijkt uit de reeds behaalde diploma's. Die diploma’s en de eventuele beroepservaring buiten het onderwijs bepalen in welke graden en klassen van het secundair onderwijs en in welke vakken men een leraarsopdracht mag opnemen. Meer info: www.ond.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen Uitleg over de verschillende soorten bekwaamheidsbewijzen vind je in de gids voor studenten van de lerarenopleiding: http://www.ond.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/gids/
Voor kandidaten met een universitair diploma is de verleende onderwijsbevoegdheid volledig equivalent met deze verkregen via een universitaire lerarenopleiding. Door het specifieke opzet van het theoretische en praktische gedeelte bereidt de opleiding vanzelfsprekend ook voor op een onderwijsopdracht in het hoger onderwijs en op instructie, training of vorming buiten het onderwijs (educatieve sector, vormings- of bedrijfsleven). Hoe solliciteren ? Alle informatie die je nodig hebt om een job te vinden in het onderwijs, vind je op http://onderwijs.vlaanderen.be/onderwijspersoneel onder de titel solliciteren en loopbaan. Zie ook:
http://jobs.vsko.be (katholiek onderwijs)
www.gemeenschapsonderwijs.be
www.vdab.be/leerkrachtendatabank
http://www.werkeninhetonderwijs.be/
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
15
Opleidingsbrochure 2016-2017
Toelatingsvoorwaarden
4 TOELATINGSVOORWAARDEN
indien je niet in het bezit bent van een diploma secundair onderwijs: 18 jaar zijn uiterlijk op 31 december van het jaar waarin je inschrijft;
in bezit zijn van een diploma secundair onderwijs;
in bezit zijn van een diploma hoger onderwijs (bachelor of master) of equivalent (graduaat, licentiaat, …);
de Vlaamse overheid heeft een regelgeving met betrekking tot de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma’s. Meer info hierover vind je via: www.ond.vlaanderen.be/naric
Belangrijke aandachtspunten
Bij het vervullen van de preservicepraktijk als stagiair zal er in het kader van ‘de wet welzijn op het werk’ een risicoanalyse moeten ingevuld worden (verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de stagescho(o)l(en)). Indien uit de risicoanalyse blijkt dat er zich risico’s voor de stagiair voordoen, is een arbeidsgeneeskundig onderzoek bij de externe preventiedienst noodzakelijk. De praktijk kan alleen gestart worden indien alle welzijnsverplichtingen vervuld zijn.
Er kan in de loop van de opleiding vanuit de stagescholen een getuigschrift van goed zedelijk gedrag (model 2) opgevraagd worden.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
16
Opleidingsbrochure 2016-2017
Organisatie curriculum
5 ORGANISATIE VAN HET CURRICULUM 5.1 Studielast De specifieke lerarenopleiding (SLO) omvat 60 studiepunten. Een studiepunt is de maateenheid om de studielast aan te duiden. De studielast is het geheel van onderwijs-, studie- en evaluatieactiviteiten nodig voor een cursist om te slagen voor een opleidingsonderdeel m.a.w. de studietijd omvat alle tijd die de cursist besteedt aan lessen, studeren, voorbereidingen, besprekingen, evaluatie om te slagen voor een module. Een studiepunt bedraagt ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven activiteit qua onderwijs, studie en evaluatie. Een module van 3 studiepunten zal dus 75 à 90 uren activiteit vragen van de cursist.
De 60 studiepunten worden als volgt verdeeld over de opleiding:
30 studiepunten theorie (T);
30 studiepunten praktijk (P) waarvan: 15 studiepunten opleidingspraktijk en 15 studiepunten preservicepraktijk
De theorie- en praktijkcomponent wordt in de opleiding niet gescheiden, maar er wordt geopteerd voor een geïntegreerd opleidingsconcept waarin theoretische en praktijkgerichte opleidingsonderdelen alterneren en interageren. De opleidingspraktijk (OP) realiseert de cursist samen met de theorie in het opleidingscentrum. De preservicepraktijk (PP) bestaat uit een onderdompeling in het beroep van leraar. De cursist realiseert dit in de stageplaats. Deze stagecomponent laat toe dat de cursist al tijdens zijn opleiding, in elke module, kennis maakt met het beroep van leraar in zijn veelheid van aspecten. Hierdoor kan de behandelde theorie onmiddellijk getoetst worden aan de praktijk van de stageschool en in het opleidingscentrum krijgt hij opnieuw feedback over zijn ervaringen. Deze manier van werken bevordert de integratie van theorie en praktijk en is ook een oplossing voor het uitvoeren van de 30 studiepunten praktijk voor de cursisten die werken en leren combineren.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
17
Opleidingsbrochure 2016-2017
Organisatie curriculum
5.2 Brugprogramma Indien je niet in het bezit bent van een diploma secundair onderwijs dien je normalerwijze vrijgesteld te zijn van het brugprogramma (15 studiepunten) nl. competentiecluster ‘Opstap’. Dit cluster bestaat uit 2 modules: ‘Opstap Taalvaardigheid’ en ‘Opstap Algemene vorming’. Als je voor beide modules vrijgesteld of geslaagd bent, kan je starten met de modules uit de eigenlijke Specifieke Lerarenopleiding. De lessen van het brugprogramma worden door onze centra wegens onvoldoende cursisten niet meer georganiseerd. De vrijstellingsproeven gaan tweemaal per schooljaar door bij de start in september/ eind januari. Voor de data van de vrijstellingsproeven verwijzen we naar de folder. Je kunt eventueel ook (een) module(s) volgen in ons tweedekansonderwijs ter voorbereiding. Als je slaagt voor beide modules, kan je starten met de eigenlijke Specifieke Lerarenopleiding.
Indien je niet slaagt, kun je:
je voorbereiden om opnieuw deel te nemen aan de vrijstellingsproeven bv. door in het tweedekansonderwijs Nederlands basis M1 en M2 te volgen voor opstap taalvaardigheid en de modules MACUSA(maatschappij, cultuur samenwerking), Cultuur, Organisatie en samenwerking, Maatschappij te volgen voor opstap algemene vorming; in een ander centrum het brugprogramma volgen.
Op onze site www.cvovivo.be of www.cvo.vtibrugge.be vind je meer informatie om je voor te bereiden op de proeven. Je kunt hiervoor ook terecht bij de opleidingscoördinatoren Dennis Monte (CVO VTI Brugge) en Stéphanie Van Marcke (CVO VIVO Kortrijk).
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
18
Opleidingsbrochure 2016-2017
Organisatie curriculum
5.3 Modulaire opleiding De specifieke lerarenopleiding is een modulaire opleiding en bestaat uit 4 competentieclusters/leerlijnen, die elk uit een aantal modules zijn opgebouwd (zie opleidingsmodel op p. 19). Een module is het kleinste deel van een opleiding dat leidt tot certificering op basis van basiscompetenties. Op het einde van elke basismodule volgt een beoordeling van de theoretische en praktische competenties in de gevolgde module. De cursist behaalt per component (theorie, opleidingspraktijk en preservicepraktijk) een deelcertificaat. Men behaalt het diploma van leraar als alle modules met succes doorlopen zijn.
De manier waarop je je traject samenstelt, hangt af van welk traject je volgt en vind je terug onder trajecten op p.25 en volgende. Er is voor elk wat wils. Voor wie liever ’s avonds en/of op zaterdag en / of op maandag overdag de lessen volgt, is er het Flextraject. Dit is trouwens het traject dat door de meeste cursisten gevolgd wordt. Je kiest per semester welke modules je wenst op te nemen. Zo bepaal jij zelf de omvang van het pakket en het aantal lesdagen en kan je naar eigen tempo vorderen in het programma. De opleiding kan afgewerkt worden in minimum 4 semesters (een verkorting van de minimale studieduur is enkel mogelijk indien vrijstellingen verleend worden). Het is ook mogelijk om een aantal modules in een online afstandsversie te volgen. Daarnaast kan je – mits je in het bezit bent van een diploma hoger onderwijs- terecht in het éénjarig voltijds dagtraject. Je werkt dan alle modules van de opleiding op 1 jaar tijd af. Tenslotte kun je wanneer je reeds tewerkgesteld bent in onderwijs, in aanmerking komen om in combinatie met het regulier(gewoon) traject, het LIO (= leraar in opleiding)traject te volgen. De modules die opgenomen worden in het LIO-traject, werk je af op één schooljaar. Dit traject wordt gekenmerkt door werkplekleren.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
19
Opleidingsbrochure 2016-2017
Organisatie curriculum
5.4 Opleidingsmodel
SLO: bestaat uit 10 modules
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE 20
Opleidingsbrochure 2016-2017
Organisatie curriculum
Competentieclusters
Basismodules
Globale invulling
Brugprogramma
OTV (Opstap Taalvaardigheid)
Deze module beoogt het beheersen van de vier traditionele vaardigheden op de drie hoogste niveaus (beschrijvend, structurerend, beoordelend) in het licht van een toekomstige functie als lesgever, en met het oog op het succesvol doorlopen van het opleidingstraject.
OAV (Opstap Algemene Vorming)
De opzet van deze module ligt in het verdiepen van de algemene vorming aan de hand van de studie van enkele actuele thema’s.
MBC Maatschappelijke en beroepsgerichte competentie
OMA (Onderwijs en Maatschappij)
De cursist verwerft inzicht in de structuur en organisatie van het onderwijs en in het onderwijsbeleid in relatie tot maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen.
LEV (Leraar en Verantwoordelijkheden)
De cursist verwerft basiskennis over de rechtszekerheid van de leraar en de leerling en men leert hierbij goed toegankelijke bronnen te hanteren.
POC Pedagogisch organisatorische competentie
COO (Communicatie en Overleg)
De cursist oefent vaardigheden en gespreksvormen om op een opbouwende manier te communiceren met de verschillende partners in het onderwijs (leerlingen, collega's, directie, ouders, externen …).
BEG (Begeleiding)
De cursist ervaart hoe en vanuit welke achtergrond leerlingen zowel individueel als in groep begeleid kunnen worden.
GRM (Groepsmanagement)
De cursist verwerft naast kennis en inzicht in het creëren van een positief leef- en werkklimaat in klas en school ook inzicht in het eigen pedagogisch functioneren.
PPC Psycho-pedagogische competentie
PPC (Psycho-Pedagogische Competentie)
De cursist maak kennis met psycho-pedagogische verklaringsmodellen in verband met het leren van leerlingen en de sociale omgang tussen de verschillende partners in het onderwijs.
DC Didactische competentie
DCA (Didactische Competentie Algemeen)
De cursist verwerft een visie op de onderwijsopdracht en bouwt een achtergrond op voor het opzetten van krachtige leeromgevingen.
DCP (Didactische Competentie Praktijkinitiatie)
De cursist verwerft presentatievaardigheden, leert didactische werkvormen en onderwijsmiddelen hanteren. Begrippen en kaders vanuit DCA worden geconcretiseerd.
DCO (Didactische Competentie Oefenlessen)
De cursist breidt zijn basisvaardigheden in verband met het opzetten van krachtige leeromgevingen uit. Nadruk ligt op evaluatie, vakoverschrijdend werken, en integratie van de vakdidactiek.
DCS (Didactische Competentie Stage)
De cursist ervaart hoe een leraarsopdracht ingevuld wordt binnen een school of vormingsinstelling.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE 21
Opleidingsbrochure 2016-2017
Organisatie curriculum
GRM
PPC
DCA
DCP
Didactische competentie stage
BEG
Didactische competentie oefenlessen
COO
Didactische competentie praktijkinitiatie
Didactische competentie algemeen
Didactische competentie
Psycho-pedagog. competentie Psycho-pedagogische competentie
Pedagogischorganisatorische competentie Groepsmanagement
LEV
Begeleiding
OMA
Communicatie en overleg
OMSCHREVEN IN BEROEPSPROFIEL VOOR DE LERAAR SO
Leerkracht en verantwoordelijkheden
BASISCOMPETENTIES
Onderwijs en maatschappij
CODERING OPLEIDINGSPROFIEL
VERANTWOORDELIJKHEIDSDOMEINEN
Maatschappelijke en beroepsgerichte competentie
5.5 Situering van de modules in het beroepsprofiel
DCO
DCS
1.1
De beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen.
1.2
Doelstellingen kiezen en formuleren.
1.3
De leerinhouden en leerervaringen selecteren.
1.4
De leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten.
1.5
Aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
1.6
Individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.
1.7
Een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
1.8
Observatie en evaluatie voorbereiden individueel en indien nodig in team.
1.9
Proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.
1.10
In overleg met collega’s deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school.
Integratie
t.a.v. de lerende
1 DE LERAAR ALS BEGELEIDER VAN LEER- EN ONTWIKKELINGSPROCESSEN
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE 22
Opleidingsbrochure 2016-2017
Organisatie curriculum OMA
1.11
Leer- en ontwikkelingsprocessen adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen.
1.12
Omgaan met de diversiteit van de leergroep.
1.13
Leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten, zowel vanuit de inhouden van zijn/haar vakgebied, als vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
LEV
COO
BEG
GRM
PPC
DCA
DCP
DCO
2.1
In overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school.
2.2
De emancipatie van de leerlingen bevorderen.
2.3
Door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.
2.4
Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.
2.5
Adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden.
2.6
De fysieke en geestelijke gezondheid van de leerlingen bevorderen.
2.7
Communiceren met leerlingen met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties.
Integratie
2 DE LERAAR ALS OPVOEDER
3.1
Domeinspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden en verdiepen.
3.2
De verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden.
3.3
Het eigen onderwijsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.
Integratie
3 DE LERAAR ALS INHOUDELIJK EXPERT
4.1
Een gestructureerd werkklimaat bevorderen.
4.2
Een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen.
4.3
Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren.
4.4
Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.
Integratie
4 DE LERAAR ALS ORGANISATOR
5.1
Vernieuwende elementen en resultaten van onderwijsontwikkelingswerk aanwenden en aanbrengen.
Integratie
5 DE LERAAR ALS INNOVATOR/ONDERZOEKER
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE 23
Opleidingsbrochure 2016-2017
Organisatie curriculum OMA
5.2
Kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek en van vakdidactisch en vakinhoudelijk onderzoek.
5.3
Het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
LEV
COO
BEG
GRM
PPC
DCA
DCP
DCO
DCS
Zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling.
6.2
Met ouders/verzorgers communiceren over het kind in de school op basis van overleg met collega’s/externen
6.3
In overleg met het team, communiceren met ouders/verzorgers over het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders.
6.4
Met ouders/verzorgers dialogeren over opvoeding en onderwijs.
6.5
In Standaardnederlands of in een ander passend register, communiceren met ouders/verzorgers met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties.
6.6
Strategieën ontwikkelen om te communiceren met anderstalige ouders.
Integratie
6.1
7.1
Overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.
7.2
Binnen het team zowel vakspecifiek als vakoverschrijdend over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven.
7.3
De eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken.
7.4
Zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leering.
7.5
In Standaarnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam.
Integratie
7 DE LERAAR ALS PARTNER VAN EEN SCHOOLTEAM
8 DE LERAAR ALS PARTNER VAN EXTERNEN 8.1
In overleg met collega’s contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
8.2
Met hulp van collega’s de nodige relaties met organisaties initiëren, uitbouwen en onderhouden en samenwerken met actoren op de arbeidsmarkt en het hoger onderwijs.
8.3
Met het oog op gelijke onderwijskansen en in overleg met collega’s, contacten leggen, communiceren en samenwerken met de brede sociaal-culturele sector.
8.4
In Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven en van stage- of tewerkstellingsplaatsen.
Integratie
t.a.v. de school / de onderwijsgemeenschap
6 DE LERAAR ALS PARTNER VAN OUDERS/VERZORGERS
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE 24
Opleidingsbrochure 2016-2017
Organisatie curriculum OMA
LEV
COO
BEG
GRM
PPC
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
DCA
DCP
DCO
DCS
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
9.1
Deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s.
9.2
Dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving.
Integratie
9 DE LERAAR ALS LID VAN DE ONDERWIJSGEMEENSCHAP
Attitudes
10.1
Actuele thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen: - sociaal politiek - sociaal-economisch - levensbeschouwelijk
Integratie
t.a.v. de maatschappij
10 DE LERAAR ALS CULTUURPARTICIPANT
-cultureel-esthetische - cultureel-wetenschappelijk A1
Beslissingsvermogen
A2
Relationele gerichtheid
x
A3
Kritische ingesteldheid
x
A4
Leergierigheid
x
A5
Organisatievermogen
A6
Zin voor samenwerking
A7
Verantwoordelijkheidszin
A8
Flexibilteit
x x
x
x
x x
x
x
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE 25
Opleidingsbrochure 2016-2017
Flextraject
6 TRAJECTEN Om een traject op maat te kunnen uitstippelen, wordt er verwacht dat je een infomoment van de SLO bijwoont alvorens je je inschrijft. De data van de infomomenten vind je terug op de website en de folders. Er bestaan vier trajecten:
Het Flextraject voor wie werken en/of een gezin combineert met de opleiding
Het online afstandstraject (in combinatie met het Flextraject)
Het LIO-traject voor wie al lesgeeft (steeds in combinatie met het Flextraject/online afstandstraject)
Het eenjarige traject
Daarnaast bestaat er een differentieel traject ‘werken met laaggeschoolde volwassenen’ dat ingebed is in het Flextraject.
6.1 Flextraject Er wordt gewerkt binnen een zeer flexibel systeem waardoor de combinatie werken/gezin/opleiding mogelijk wordt. Je start altijd met de module DCA. Wie geen diploma hoger onderwijs bezit, start ook altijd met de module leercoaching (gekoppeld aan DCA). Hierin wordt ondersteuning geboden bij het volgen van de SLO (o.a. in functie van taalcompetenties, ICT-competenties, leren leren). Deze module kun je wel combineren met andere modules die niet tot de didactische cluster behoren. Elke module wordt in elk semester aangeboden en dit zowel tijdens de week als op zaterdag. Voor de concrete lesdata verwijzen we naar de folders van de beide CVO’s en/of naar de website www.cvo.vtibrugge.be en www.cvovivo.be Je kiest per semester welke modules je wenst op te nemen. Zo kan je zelf de omvang van het pakket en het aantal lesdagen bepalen en naar eigen tempo vorderen in het programma. De opleiding kan afgewerkt worden in minimum 4 semesters (een verkorting van de minimale studieduur is enkel mogelijk indien vrijstellingen verleend worden). Je bepaalt zelf de duur van zijn opleidingstraject. Echter, er kan nà 5 jaar wel een actualisering van de deelcertificaten gevraagd worden (zie examenreglement CVO VIVO/CVO VTI Brugge). Wij begeleiden je bij het samenstellen van je semesterpakket in functie van het doorlopen van een optimaal traject.
De volgorde waarin de modules worden afgewerkt, bepaal je grotendeels zelf. Je start wel altijd met de module DCA (leercoaching). Bij het samenstellen van je traject dien je ook rekening te houden met de vereiste voorkennis (zie opleidingsmodel op p. 19: pijlen tussen de modules van de cluster didactische competentie betekenen dat je de uitgetekende volgorde dient aan te houden).
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
26
Opleidingsbrochure 2016-2017
Flextraject
Wanneer je het opleidingsmodel van de SLO verticaal leest, vind je: in de eerste kolom de 5 competentieclusters (gehelen van modules die inhoudelijk samenhoren) terug Horizontaal gezien, valt op dat:
Cursisten zonder diploma secundair onderwijs, vrijgesteld moeten zijn van het brugprogramma om te kunnen starten met de lerarenopleiding.
Iedere module loopt over één semester;
De clusters (maatschappelijke en beroepsgerichte competentie, pedagogisch organisatorische competentie, psycho-pedagogische competentie en didactische competentie) zijn niet echt gebonden aan een bepaalde volgorde;
Je hebt omwille van de volgtijdelijkheid 4 semesters nodig om de modules van de cluster ‘didactische competentie’ achtereenvolgens af te werken.
De module COO volg je best bij de start van je traject. Op die manier wordt het mogelijk om tijdig te remediëren indien je basistaalvaardigheid nog verder ontwikkeld moet worden. Elke leraar is immers een taalleraar die aan taalontwikkeling moet doen bij zijn/haar leerlingen.
De combinatie OMA en BEG of OMA en LEV is een interessante combinatie om te volgen;
Volg zoveel mogelijk modules uit clusters ‘maatschappelijke en beroepsgerichte competentie’, ‘pedagogisch organisatorische competentie’ én ‘psycho-pedagogische competentie’ vooraleer te starten met de module ‘Didactische competentie oefenlessen’ .
Met uitzondering van de module ‘Groepsmanagement’ dien je alle modules te hebben doorlopen vooraleer je de module ‘Didactische competentie stage’ aanvat. Men behaalt het diploma van leraar als alle modules met succes doorlopen zijn.
Cursisten met een diploma secundair onderwijs of vrijgesteld van het brugprogramma Cursisten die in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs en cursisten die het brugprogramma met vrucht hebben afgerond of ervan zijn vrijgesteld, kunnen starten in de eigenlijke specifieke lerarenopleiding. Je start altijd met de modules DCA én Leercoaching. Voor verschillende modules wordt er gedifferentieerd volgens de doelgroep. Onze aanpak proberen we af te stemmen op de onderwijsbehoeften van onze cursisten. Dit betekent dat de lesmomenten (zie folders) niet altijd dezelfde zijn als deze voor cursisten met een diploma hoger onderwijs. Voor 3 modules nl. OMA, LEV en BEG is het ook mogelijk om een afstandsversie (zie online afstandstraject) te volgen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
27
Opleidingsbrochure 2016-2017
Online afstandstraject
Cursisten met een diploma hoger onderwijs Cursisten die in het bezit zijn van een diploma hoger onderwijs kunnen onmiddellijk met de specifieke lerarenopleiding starten. Zij starten altijd met de module DCA. Zij kunnen desgewenst ook aansluiten bij de module leercoaching. Voor de momenten waarop de verschillende modules georganiseerd worden, verwijzen we naar de folders. Voor de cursisten hoger onderwijs, is het mogelijk om 5 van de 10 modules te volgen in een online afstandsversie (zie online afstandstraject).
6.2 Online afstandstraject in combinatie met het Flextraject Alle modules worden georganiseerd via gecombineerd onderwijs / blended learning. “Blended leren is de doordachte combinatie van online en fysieke leeractiviteiten en dit om een krachtige en studentgerichte leeromgeving te creëren” (Garrison & Vaughan, 2008). Voor de verhouding contact/afstand zie de fiches vanaf pagina 43. Cursisten hebben voor vijf van de tien modules namelijk OMA, LEV, BEG, PPC en DCA ook de keuze om de module te volgen in de afstandsversie met een gering aantal contactmomenten. Voor de afstandsversies van PPC en DCA dien je wel over een diploma hoger onderwijs te beschikken. De andere modules volg je via het Flextraject. Als je voor de afstandsversie van een module kiest, houd dan rekening met: Start en einde van de module zijn bepaald: je wordt zeker verwacht tijdens de introles. Je dient in staat te zijn om zelfstandig (basis)leerinhouden te verwerven en te verwerken in het afstandsgedeelte. Je hebt keuzevrijheid in de manier waarop je leerinhouden verwerft/verwerkt (bv. leerpaden, cursus, …) De lector treedt op als (online) coach zowel tijdens afstands- als contactmomenten (verhouding is ongeveer 75% afstand 25% contact). Je kunt plaats- en tijdsonafhankelijk leren, maar er zijn deadlines. Tijdens de weinige maar verplichte contactmomenten ligt de focus op verdieping en verbreding (flipping the classroom). Samenwerkend leren wordt bevorderd. Ook op afstand kan je leren met, van en door elkaar. De digitale tools zijn gebruiksvriendelijk, maar er worden minimale ICTvaardigheden verwacht. Er worden geen weblectures georganiseerd.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
28
Opleidingsbrochure 2016-2017
LIO-traject
6.3 Leraar in opleiding (LIO) 6.3.1 Decretale bepalingen Een cursist die als tijdelijk personeelslid in een school tewerkgesteld is, kan ook via een leerwerktraject kennis maken met het beroep via een LIO-baan (Leraar In Opleiding). De kandidaat die voor het LIO-traject opteert, oefent het praktijkdeel van de opleiding (30 studiepunten inservicetraining) uit in een instelling voor basisonderwijs, secundair onderwijs of deeltijds kunstonderwijs, in een centrum voor volwassenenonderwijs en in een centrum voor basiseducatie. De leraar-in-opleiding wordt in zijn scho(o)l(en) begeleid door een personeelslid van de school, het centrum of de instelling, dat belast is met het mentorschap. Voorwaarde is echter dat de cursist voor de effectieve LIO-opdracht in een instelling voor basisonderwijs, secundair onderwijs of deeltijds kunstonderwijs of in een centrum voor volwassenenonderwijs voldoet aan de voorwaarde van de ‘andere’ bekwaamheidsbewijzen. Als de LIO-baan wordt uitgeoefend in een centrum voor basiseducatie moet de cursist minimaal over het vereiste niveau van bekwaamheidsbewijs beschikken dat is vastgelegd voor de functie die hij opneemt. Deze LIO-baan biedt een begeleide overgang van studie naar de arbeidssituatie door de begeleiding via de mentor van de school, instelling of het centrum van tewerkstelling, met ondersteuning van de lerarenopleiding. De praktijkcomponent (30 studiepunten) bedraagt op jaarbasis ten minste 500 uren-leraar (gewoon secundair onderwijs en deeltijds kunstonderwijs), lesuren (buitengewoon secundair onderwijs), leraarsuren (secundair volwassenenonderwijs) en lestijden (in het basisonderwijs voor de master lichamelijke opvoeding). De LIO-baan in een centrum voor basiseducatie moet op jaarbasis tenminste 0,6 VTE bedragen. Op het einde van de LIO-baan wordt de cursist gedurende een assessment over de inservicetraining beoordeeld door de school, instelling of centrum enerzijds en het opleidingscentrum (lerarenopleiding) anderzijds. Het centrum, de instelling of school en het opleidingscentrum sluiten een LIObaanovereenkomst af. Een LIO-baanovereenkomst is een overeenkomst waarbij de voorwaarden worden vastgelegd die moeten toelaten dat cursisten in het kader van hun lerarenopleiding kennis of vaardigheden verwerven in een centrum, instelling of school via een tijdelijke aanstelling door het uitvoeren van arbeidsprestaties. De LIObaanovereenkomst bevat onder meer:
de engagementen van het centrum, de instelling of de school ten aanzien van ondersteuning van LIO’s;
de engagementen van het opleidingscentrum ten aanzien van de begeleiding van de cursist/LIO;
het aandeel van het centrum, instelling of de school opleidingscentrum anderzijds in het assessment van de cursist.
enerzijds
en
het
De leraar in opleiding wordt aangesteld als tijdelijk personeelslid en is onderworpen aan de bepalingen van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding of het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs. De leraar in opleiding in een centrum voor basiseducatie wordt aangesteld op contractuele basis.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
29
Opleidingsbrochure 2016-2017
LIO-traject
De leraar in opleiding wordt bezoldigd indien hij voldoet aan de ‘andere’ bekwaamheidsbewijzen die gelden voor het ambt/vak waarin hij/zij is aangesteld (met inbegrip van eventuele uitgestelde bezoldiging tijdens de zomermaanden). De leraar in opleiding in een centrum voor basiseducatie wordt bezoldigd indien hij het vereiste niveau van bekwaamheidsbewijs bezit voor de functie waarin hij is aangesteld.
6.3.2 Concrete uitwerking Wanneer je in het LIO-traject stapt en op die manier de praktijk in de vorm van een LIObaan volbrengt, is het mogelijk om de volledige lerarenopleiding in 1,5 jaar af te werken. De praktijk leert echter dat het omwille van de taakbelasting aangewezen is om de studieomvang over een langere periode te spreiden.
Instapvoorwaarden Je hebt de module ‘Didactische Competentie Algemeen’ reeds gevolgd. Je bent als tijdelijk personeelslid tewerkgesteld in het (gewoon of buitengewoon) secundair onderwijs, deeltijds onderwijs en / of volwassenenonderwijs / Centrum voor Basiseducatie. Het centrum, de instelling of de school van tewerkstelling is bereid om een LIObaanovereenkomst af te sluiten met het opleidingscentrum en de LIO-cursist (dit is een aanvullende overeenkomst bij de arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, afgesloten volgens de bepalingen van het decreet van 27 maart 1991). Het centrum, de instelling of de school van tewerkstelling is bereid om een mentor aan te duiden die jou intern ondersteunt waar nodig. Je volgt een infomoment LIO (data worden meegedeeld via de website), zodat je goed geïnformeerd het traject kan doorlopen. Om een minimum aan draagvlak en continuïteit te garanderen binnen het begeleidingstraject voor de LIO geldt in de opleiding dat je als LIO minstens als halftijds leraar aan de slag bent gedurende een volledig schooljaar. In je opdracht geef je ook theoretische lessen. Als je dus bijvoorbeeld enkel stagebegeleiding verzorgt, kan je niet in een LIO-baan. Het decreet voorziet dat cursisten met een onvolledig LIO-traject het overige praktijkvolume als reguliere cursist kunnen doorlopen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
30
Opleidingsbrochure 2016-2017
LIO-traject
Dit resulteert in volgende afspraken: Gevolgde modules in het LIO-traject
Aantal uren-leraar in de school waar men tewerkgesteld is
DCP/DCO/DCS (21 studiepunten)
350
DCP/DCO/DCS + GRM (22,5 studiepunten)
375
DCP/DCO/DCS + COO (24 studiepunten)
400
DCP/DCO/DCS + COO + GRM (25,5 studiepunten)
425
Je schrijft je in voor de modules ‘Didactische Competentie Praktijkinitiatie’, ‘Didactische Competentie Oefenlessen’ en ‘Didactische Competentie Stage’ op jaarbasis. Bij inschrijving geef je de contactgegevens door van het centrum, de instelling of de school van tewerkstelling, alsook de inhoud (vakgebied) en de omvang van de opdracht die je hebt gekregen.
Daarnaast kunnen ook volgende modules geïntegreerd worden in het traject: ‘Communicatie en Overleg’ en ‘Groepsmanagement’. De andere modules volg je binnen het Flextraject, met PP-opdracht in de eigen school (zie tabel onder Organisatie, inhoud en evaluatie van het traject).
Aangezien de modules in het LIO-traject over een volledig schooljaar gespreid worden en de LIO-baanovereenkomst met de school in september ingaat, kan je alleen op dat moment instappen. Uiterste inschrijvingsdatum voor dit traject: zaterdag,10 september 2016.
Organisatie, inhoud en evaluatie van het traject
Na inschrijving in het secretariaat van het opleidingscentrum, nemen we vanuit de opleiding in de tweede helft van september contact op met het centrum, de instelling of de school van tewerkstelling om samen met de LIO-cursist de bepalingen in de LIO-baanovereenkomst te overlopen en te ondertekenen.
Er worden een 10-tal contactmomenten ‘didactische competenties’ gepland (voor de uitwerking van thema’s, de uitwisseling van ervaringen, …) met aansluitend examen. Ook voor de modules ‘Communicatie en overleg’ en ‘Groepsmanagement’ gaan telkens 5 contactmomenten door.
Je krijgt tijdens de contactmomenten opdrachten mee en wordt hierin gecoacht op de werkvloer. Elke LIO-cursist heeft vanuit de opleiding een persoonlijke LIOstagebegeleider. Deze stagebegeleider komt minimaal 4 keer op werkplekbezoek. Na de observatie van praktijk- en theoriemomenten, volgt telkens een uitgebreid coachingsgesprek. Deze ondersteuning is complementair aan de ondersteuning die de school zelf via de mentor-coach / de vakmentoren / het directieteam aanbiedt.
Er wordt gerekend op basis van 40 lesweken op jaarbasis. Iemand die een lesopdracht heeft van 10/20 (per week) verwerft 400 uren-leraar.
31 CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
Opleidingsbrochure 2016-2017
LIO-traject
De theorie wordt geëvalueerd in het opleidingscentrum (via schriftelijke examens). Tijdens het LIO-traject maak je ook een digitaal portfolio op. Er is een tussentijds assessment voorzien en de LIO-baan wordt afgesloten met een eindassessment voor de inservicetraining door de stageschool en het opleidingscentrum.
Totaal Studiepunt en
Studiepunten Theorie
Studiepunten Praktijk
Te volgen in het Flextraject/online afstandstraject theorie / lessen te volgen samen met andere cursisten, preservicepraktijkopdrachten kunnen uitgevoerd worden in het eigen werkveld OMA
Onderwijs en maatschappij
3
2,5
0,5
LEV
Leerkracht en verantwoordelijkheden
4
3,5
0,5
BEG
Begeleiding
4
2,5
1,5
PPC
Psycho-pedagogische competentie
6
5
1
DCA
Didactische competentie algemeen
6
5
1
23
18,5
4,5
Totaal in Flextraject/online afstandstraject
Kan in het LIO-traject gevolgd worden aparte groepen theorie (contactmomenten 1 keer per maand), alle praktijkopdrachten worden uitgevoerd en geëvalueerd in het eigen werkveld COO
Communicatie en overleg
6
3
3
GRM
Groepsmanagement
4
2,5
1,5
DCP
10
3
7
DCO
Didactische competentie praktijkinitiatie Didactische competentie oefenlessen
10
3
7
DCS
Didactische competentie stage
7
0
7
37
11,5
25,5
Totaal in LIO-traject
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
32
Opleidingsbrochure 2016-2017
Richtlijnen uitstippelen traject
6.4 Hoe je traject samenstellen? (Flex, Online/LIO)
Je bent of zal binnenkort tewerkgesteld zijn in onderwijs. Volg het LIO-traject in combinatie met het regulier traject.
Je bent (nog) niet in het onderwijs tewerkgesteld en je bent dit nog niet van plan.
Je wil de opleiding snel voltooien (binnen de 2 jaar)
Vraag vrijstellingen aan in het eerste semester Semester 1 Start zeker met DCA/leercoaching + COO + evt. een korte module (OMA, LEV, BEG of GRM) 2 à 3 momenten in de week Semester 2 DCP + evt. 2 korte modules na mekaar of PPC
Vraag vrijstellingen aan in het eerste semester
Je wil de opleiding wat spreiden (over 2 jaar en een half à 3 jaar tot maximum 5 jaar) Vraag vrijstellingen aan in het eerste semester Semester 1 Start zeker met DCA/evt. leercoaching
Volg een infomoment over het LIO‐traject (Start enkel in september!)
2 à 3 momenten in de week
Semester 4 DCS + GRM
Semester 2 (februari) Volg PPC + OMA en LEV na mekaar + evt. BEG of start met het LIO‐traject in september na het volgen van een infomoment
Semester 2 PPC + evt. 2 korte modules na mekaar zoals OMA en LEV /BEG én GRM en BEG of COO Semester 3 DCP Semester 3 en 4 Volg het LIO‐ traject (DCP+ DCO + DCS) + evt. COO en GRM in het LIO‐traject
2 à 3 momenten in de week Semester 3 DCO + evt. GRM/BEG of OMA / LEV of OMA/BEG
Semester 1 (September of februari) Start zeker met DCA /evt. leercoaching + volg een ondersteunende module zoals OMA en LEV of PPC of BEG
Semester 5 Volg eventueel nog OMA en LEV (en evt. PPC en BEG) nà het LIO‐ traject
Semester 4 DCO
Opgelet bij Semester 5 DCS (evt. nog niet‐ didactische modules) Semester 6 DCS evt. nog meerdere semesters (best binnen 5 jaar voltooien)
Flex/Online afstandstraject:
OMA en LEV (evt. ook OMA en BEG) kun je in hetzelfde semester na mekaar / tegelijk volgen en volg je best voorin je traject. Voor COO en BEG bestaan er geclusterde diversiteitsstages Je kunt enkel starten met de eindstage (DCS) als je alle modules hebt afgewerkt. DCS kan je wel combineren met GRM.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
33
Opleidingsbrochure 2016-2017
Eenjarig traject
6.5 Eenjarig traject
Sinds enkele jaren bestaat er een voltijdse dagopleiding voor bachelors en masters. Het traject start enkel in september en loopt over een volledig schooljaar. De lessen gaan door in de gebouwen van KULAK voor CVO VIVO / in VIVES voor CVO VTI Brugge en worden ingericht op drie lesdagen. De andere twee dagen worden voorbehouden voor het uitvoeren van praktijkopdrachten in de stageplaats(en). Afhankelijk van de vooropleiding kan er voor de theoretische component van één of meerdere modules, een vrijstelling verleend worden op basis van EVK’s. EVC’s (in onderwijscontext of aanverwante sector) kunnen ingebracht worden voor een vrijstelling van de praktijkcomponent van één of meerdere modules. Cursisten die inschrijven, ontvangen via mail de procedure om vrijstellingen aan te vragen. Vrijstellingen worden uiterlijk tegen 1 september aangevraagd. Het eenjarig traject vangt aan met een startweek tijdens de derde week van september. Het verloop van de startweek wordt meegedeeld via mail (gelieve dus bij inschrijving een mailadres mee delen die je regelmatig raadpleegt). Het inschrijvingsgeld bedraagt 600 euro per schooljaar. Het decreet volwassenenonderwijs legt 1,50 euro op per lestijd. In totaal bedraagt de SLO 720 lestijden maar er is een plafonnering van maximum 600 euro per schooljaar. De prijzen voor het cursusgeld worden democratisch gehouden. Voorlopig is er in het volwassenenonderwijs geen recht op studiefinanciering. Cursisten jonger dan 25 jaar, hebben recht op kinderbijslag als ze voor minstens 27 studiepunten zijn ingeschreven. De ondersteuning van de cursist buiten de lessen gebeurt o.a. door de elektronische leeromgeving Smartschool en een digitaal portfolio.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
34
Opleidingsbrochure 2016-2017
Begeleiding
7 INSTROOM- EN DOORSTROOMBEGELEIDING Flexibiliteit en klantgerichtheid zijn kernwaarden van het centrum die door alle medewerkers worden onderschreven. In de SLO proberen we dit waar te maken door onder andere te voorzien in duidelijke, transparante en snel beschikbare informatie rond het opleidingsaanbod en het studieverloop voor (potentiële) cursisten. Een tijdige en correcte informatieverstrekking draagt immers bij tot een goede oriëntering. Cursistgerichtheid impliceert tevens een persoonlijke begeleiding bij de instroom en doorstroom van de cursist door zowel de coördinatoren en lectoren als secretariaatsmedewerkers.
Potentiële cursisten volgen (meestal) een infomoment waarna ze zelf of in overleg met de opleidingscoördinator in staat zijn om hun traject uit te stippelen. Ze kunnen tevens gebruik maken van de websites www.cvovivo.be of www.cvo.vtibrugge.be met adviezen over mogelijke trajecten. Cursisten die bezig zijn met de opleiding worden bij voorrang ingeschreven op nieuwe cursisten en ontvangen twee weken vóór de inschrijving de nieuwe programmering. Bij vragen /problemen rond hun traject kunnen ze terecht bij de opleidingscoördinator en/of hun lector.
7.1 Introductiesessie Bij de start van elk semester wordt een introductiesessie georganiseerd. De cursist schrijft in voor een sessie.
er wordt algemene info gegeven over de organisatie van de lerarenopleiding (EVC/EVK-procedure, gecombineerd onderwijs, aanvraag vaste stageplaatsen, toelichting bij de praktijkwijzer, etc.) ;
de cursist krijgt toelichting bij de werking van de elektronische leeromgeving. Binnen de lerarenopleiding werken wij namelijk competentiegericht ondersteund door de elektronische leeromgeving Smartschool. Cursisten verwerven kennis, vaardigheden en attitudes via een combinatie van contactonderwijs en afstandsonderwijs (begeleiding op afstand). Werken met gecombineerd onderwijs heeft als gevolg dat de aanwezigheid niet in alle lesweken verwacht wordt. Afspraken worden gemaakt met de lectoren tijdens de eerste les. Een elektronische leeromgeving (ELO) ondersteunt het onderwijsproces van de lectoren en het leerproces van de cursisten met behulp van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Het is daarom noodzakelijk dat cursisten bij de start van de opleiding:
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
35
Opleidingsbrochure 2016-2017
Begeleiding
o beschikken over een basiskennis ICT-vaardigheden; o een e-mailadres hebben; o een zicht hebben op de werking van de elektronische leeromgeving Smartschool.
De cursist ontvangt tijdens het introductiemoment ook zijn persoonlijke gebruikersnaam en wachtwoord waardoor hij/zij dadelijk toegang krijgt tot de leeromgeving;
er gebeurt een diagnostische taaltest inzake schriftelijke taalvaardigheid. Elke leerkracht is immers een taalleerkracht! De toekomstige leraar moet volgens de basiscompetenties in staat zijn om het leer- en ontwikkelingsproces van leerlingen adequaat te begeleiden in Standaardnederlands. Vandaar dat er tijdens de opleiding ruime aandacht wordt besteed aan zowel mondelinge als schriftelijke communicatie. Afhankelijk van de resultaten behaald tijdens de diagnostische taaltest kan de cursist al dan niet doorverwezen worden voor remediëring (zie 7.3). We raden tevens aan om de module COO voorin je traject te volgen.
7.2 Module leercoaching voor cursisten met (zonder) een diploma secundair onderwijs De module leercoaching is verankerd aan de startmodule Didactische Competentie Algemeen (DCA) en wordt gevolgd door cursisten met (zonder) een diploma secundair onderwijs bij de start van de opleiding. Cursisten hoger onderwijs kunnen desgewenst bij enkele sessies aansluiten. De cursist wordt wegwijs gemaakt in de digitale leeromgeving Smartschool en legt binnen de elo de test schriftelijke taalvaardigheid af. De diagnostische taaltest heeft een signaalfunctie. Indien de cursist minder scoort dan 70% voor elk van de onderdelen, dan wordt een adviesbrief opgestuurd met tips en advies om de taalcompetenties verder te ontwikkelen. Binnen de module wordt ook ruimschoots aandacht besteed aan de ICTvaardigheden. Tenslotte wordt ingezoomd op leren leren, parallel aan de module DCA die de cursist dan volgt.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
36
Opleidingsbrochure 2016-2017
Begeleiding
7.3 Cursus taalzorg en ICT-competenties Indien via de diagnostische taaltest leemtes worden vastgesteld in de talige competenties van de cursisten dan zijn er verschillende mogelijkheden tot remediëring: op zelfstandige basis door middel van een opgegeven lijst van leermiddelen of via bijspijkermomenten in de cursus taalzorg begeleid door een taallector in VIVO. Indien cursisten ervaren dat zij bijsturing nodig hebben op ICT-vlak, kunnen ze terecht op welbepaalde ondersteuningsmomenten in VIVO/CVO VTI Brugge (locatie VIVES) waar ze gecoacht worden door een ICT-lector. Je kan hiervoor rechtstreeks, telefonisch 0497 340442 of via mail contact opnemen met
[email protected] voor VIVO. Voor VTI Brugge is dat telefonisch 0476 790521 of via mail met
[email protected]
7.4 Onderwijsbehoeften
Cursisten die bepaalde ondersteuningsvragen hebben, kunnen steeds terecht bij hun lector of de opleidingscoördinator
[email protected] (0497 340442) of
[email protected] (0476 790521). Onderwijsbehoeften kunnen (al dan niet schriftelijk) kenbaar gemaakt worden bij de start van elke module. Het lectorenteam doet daarnaast inspanningen om een breed ondersteuningskader op te zetten voor álle cursisten. Hierbij wordt de verantwoordelijkheid bij de cursist gelegd om al dan niet in te gaan op het aanbod. Dit past binnen het zorgkader dat door het SLO-team werd opgezet. Het centrum voorziet tevens in een ombudsman die o.a. optreedt als bemiddelaar tussen de cursist en de evaluatiecommissie (zie centrumreglement CVO VIVO/CVO VTI Brugge). Contact opnemen met de ombudsman/vrouw kan rechtstreeks aan het onthaal of via mail :
[email protected] of
[email protected]
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
37
Opleidingsbrochure 2016-2017
Cursistenraad
8 CURSISTENRAAD
De cursistenraad wil meer zijn dan de zoveelste praatbarak. Cursistenparticipatie binnen de opleiding vinden we belangrijk, net zoals we ook de inbreng van het werkveld waardevol vinden. De cursistenraad komt minstens eenmaal per semester samen binnen de module Communicatie en Overleg maar ook cursisten die deze module niet volgen, zijn uiteraard welkom. Het overleg wordt voorgezeten door een cursist die bijgestaan wordt door een lector voor de organisatie van het overleg en die optreedt als tussenpersoon voor de opleidingsraad. Als je prangende vragen hebt, de agenda mee wilt bepalen of gewoon je zegje wil doen, dan ben je van harte welkom in de cursistenraad. Zowel cursisten die al een tijdje met de opleiding bezig zijn als ‘nieuwe’ cursisten krijgen de kans om een cursistenraad bij te wonen. Je kunt hiervoor een mailtje sturen naar een lector van COO (zie Smartschool) of naar de opleidingscoördinator
[email protected] of
[email protected] De cursistenraad vormt een kanaal om feedback te geven, te ventileren (je hart eens kunnen luchten) en om duiding te geven bij bepaalde beslissingen. De inbreng van cursisten kan zinvol zijn om de werking te optimaliseren. Cursisten kunnen trouwens ook toekomstige collega’s worden. Het is eveneens de bedoeling om het welbevinden te vergroten en ervaringen uit te wisselen. De raad heeft informatierecht (= betrokkenen worden op voorhand geïnformeerd over veranderingen en de motieven daarvoor) en adviesrecht ( = de cursisten wordt naar hun mening gevraagd). Die mening kan een invloed hebben op de eindbeslissing. Wanneer van het advies wordt afgeweken, moet gemotiveerd worden waarom dat zo is. In het verleden werden o.a. al volgende onderwerpen aangesneden: inschrijvingen, systeem van vaste stageplaatsen, PP-opdrachten, ICT-infrastructuur, studiebelasting, tijdschrijven, deliberaties, etc. Een community op de elektronische leeromgeving Smartschool vormt het communicatiemiddel.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
38
Opleidingsbrochure 2016-2017
Vrijstellingen
9 VRIJSTELLINGEN 9.1 Algemeen De directie van het centrum kan je (deel)vrijstellingen van opleidingsonderdelen (modules) verlenen. Deze kunnen leiden tot studieduurverkorting. Vrijstellingen vraag je digitaal aan ofwel vóór de aanvang van de lerarenopleiding ofwel bij het begin van je opleiding. Het is nooit mogelijk om op basis van vrijstellingen af te studeren. De deadline voor het indienen van je aanvraag via de site www.slovrijstellingen.be is voor het eerste semester 15 oktober en voor het tweede semester 15 maart. Voor het eenjarig traject is de deadline 1 september. Vrijstellingen kan je dus maar één keer aanvragen. Een vrijstelling dat wordt toegekend, is geldig voor maximaal 5 jaar.
Waardevolle inzichten in de theorie en/of werkervaring Heb je al een cursus en/of een nascholing gevolgd waardoor je theoretische inzichten en/of vaardigheden hebt verworven …? Deed je waardevolle ervaring op door te werken in een onderwijs(gerelateerde) context? Door al die ervaringen in kaart te brengen, kun je vrijstellingen aanvragen en zo je opleidingstraject verkorten. De inhoud, omvang en soort werkervaring bepaalt of en welke vrijstellingen je krijgt. Je vraagt altijd een vrijstelling aan voor de volledige module. Dit kan resulteren in een toekenning van een vrijstelling voor de volledige module of een onderdeel ervan (theorie, opleidingspraktijk en preservicepraktijk). Er zijn twee vrijstellingsprocedures nl. een EVK- en een EVC-procedure die al dan niet in combinatie kunnen verlopen. Wanneer kom je in aanmerking voor vrijstellingen en hoe verloopt een 'EVC' of 'EVK'-procedure? Dat is een afkorting voor 'Erkenning van eerder Verworven Competenties' en 'Erkenning van eerder Verworven Kwalificaties'. Hoe deze procedure verloopt en wie je moet contacteren, lees je hieronder...
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
39
Opleidingsbrochure 2016-2017
Vrijstellingen
9.2 Grond voor vrijstelling Op grond van de erkenning van verworven kwalificaties (EVK) Je volgde reeds een opleiding die naar niveau, inhoud en omvang overeenstemt met de module waarvoor je vrijstelling aanvraagt. Je hebt slechts een kwalificatie wanneer een examen werd afgelegd dat uitmondde in een formeel attest van een instelling erkend door het Ministerie van Onderwijs en Vorming. Een bewijs van deelname aan vorming of opleiding is bijgevolg geen kwalificatie. In de EVK-procedure wordt gekeken naar de diploma’s, certificaten, creditbewijzen, … die je al behaald hebt en wordt er nagegaan of deze volstaan om vrijstellingen te verwerven in de lerarenopleiding.
Het aanvragen van vrijstellingen op basis van EVK wordt beschreven in stappen 1 t.e.m. 6 van het stappenplan van de vrijstellingsprocedure, zie site www.cvovivo.be lerarenopleiding rubriek ‘vrijstellingen bij trajecten’ of www.cvo.vtibrugge.be rubriek ‘vrijstellingen’ Deze procedure is volledig gratis.
Op grond van de erkenning van eerder verworven competenties (EVC) Een competentie is het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen, waardoor iemand in staat is om effectieve kwaliteitsvolle prestaties te leveren gericht op een bepaalde functie of rol. De prestaties zijn zichtbaar in concrete handelingen en verbonden met een bepaalde context. EVC’s worden niet met een studiebewijs bekrachtigd. Competenties verworven bijvoorbeeld via beroep, vrijwilligerswerk, … zijn misschien gelijk aan bepaalde competenties verworven door middel van een erkende opleiding. Het is de bedoeling om door EVC het resultaat van dit levenslang leren te erkennen in het verdere studietraject.
In de EVC-procedure wordt onderzocht of de bekwaamheden die je verworven hebt door werkervaring, vrije tijd, …, maar waar je geen formeel bewijs voor hebt, vergelijkbaar zijn met de te verwerven competentie(s) in de lerarenopleiding. Het aanvragen van vrijstellingen op basis van EVC gebeurt via de site www.slovrijstellingen.be Raadpleeg zeker de handleiding na registratie op deze site!
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
40
Opleidingsbrochure 2016-2017
Vrijstellingen
9.3 Stappenplan vrijstellingsprocedure Een vrijstelling wordt nooit automatisch toegekend. Jij bent zelf verantwoordelijk voor het doorlopen van de verschillende stappen in de procedure.
Op de website www.slovrijstellingen.be vind je de meest recente versie van de procedure. Lees alvast deze volledige vrijstellingsprocedure goed door. De aanvraag zelf gebeurt na registratie op de site www.slovrijstellingen.be Je vindt er tevens een handleiding.
Heb je nadien nog vragen? Volg dan een infomoment over de vrijstellingsprocedure. De datum vind je terug op de website onder infomomenten.
9.4 Mailadressen assessoren/verantwoordelijken vrijstellingsaanvragen
Coördinator EVC/EVK:
[email protected]
Assessor OMA:
[email protected] Assessor LEV:
[email protected]
Assessor COO:
[email protected] Assessor BEG:
[email protected] Assessor GRM:
[email protected] Assessor PPC:
[email protected]
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
41
Opleidingsbrochure 2016-2017
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
42
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
10 CURRICULUM 10.1 Brugprogramma (15 SP) Opgelet: het brugprogramma wordt niet meer georganiseerd in de beide centra. Ter voorbereiding van de vrijstellingsproeven, vind je hier wel informatie. We verwijzen hiervoor ook naar de sites www.cvovivo.be en www.cvo.vtibrugge.be voor meer concrete tips om je voor te bereiden op de proeven.
10.1.1
Opstap taalvaardigheid (OTV) studiepunten: 9 aandeel afstandsonderwijs: 35 %
Omschrijving
Deze module beoogt het beheersen van de vier traditionele vaardigheden op de drie hoogste niveaus (beschrijvend, structurerend, beoordelend) in het licht van een toekomstige functie als lesgever, én met het oog op het succesvol doorlopen van het opleidingstraject. Een aangepast inzicht in de regelgeving van onze Nederlandse spreeken schrijftaal moet concreet leiden tot correctheid en vlotheid in alle dagelijkse én onderwijsgebonden communicatieve situaties.
Kerncompetenties
1 ‘De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen’ 1.11 Leer- en ontwikkelingsprocessen adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen. 2 2.4
‘De leraar als opvoeder’ Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.
3 3.3
‘De leraar als inhoudelijk expert’ Het eigen onderwijsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.
9 9.1
‘De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap’ Deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's.
10
‘De leraar als cultuurparticipant’ Actuele thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen rond de 10.1 volgende
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
43
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
domeinen: sociaal-politieke domein; sociaal-economische domein; levensbeschouwelijke domein; cultureel-esthetische domein; cultureel-wetenschappelijke domein.
Doelen
1
Spreken
De cursist kan na het volgen van deze module
een afspraak maken; een instructie geven; een verslag maken van een gesprekssituatie; informatie over zichzelf en anderen vragen en geven; anderen uitnodigen tot deelname aan een gesprek; vragen stellen en beantwoorden; zijn mening en standpunt tegenover anderen verwoorden; anderen hun mening en standpunt bevragen; gestructureerd spreken / een spreekplan opstellen; aandacht besteden aan uitspraak, woordkeuze, intonatie en taalregister; bij het spreken gebruik maken van visueel materiaal en non-verbaal gedrag; reflecteren over de spreektaak.
Tijdens spreekoefeningen geeft de cursist blijk van contactbereidheid en spreekdurf. 2
Schrijven
De cursist kan na het volgen van deze module:
voor zichzelf een agenda / een logboek bijhouden; in een brief informatie geven en vragen; informatie geven in een formulier; voor zichzelf notities nemen; een synthese schrijven; in een beschouwende tekst een mening en standpunt weergeven; de juiste woordenschat, grammatica en spelling toepassen; een schrijfplan opstellen; door een duidelijke structuur de leesbaarheid van een tekst bevorderen; reflecteren over schrijfproces en schrijfproduct; eigen teksten reviseren en herwerken.
3
Lezen
De cursist kan na het volgen van deze module:
gegevens selecteren in een schema of tabel; hoofdgedachte en gedachtegang uit een tekst halen; specifiek informatie uit een tekst halen; zich een persoonlijke mening vormen over een tekst / brief / informatie in de media;
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
44
Opleidingsbrochure 2016-2017 4
Beschrijving opleidingsonderdelen
Luisteren
De cursist kan na het volgen van deze module:
de hoofdgedachte uit een beluisterde tekst halen; specifieke informatie uit een beluisterde tekst halen; informatie vragen en geven in een gesprek; zich een persoonlijke mening vormen over beluisterde informatie; zich een persoonlijke mening vormen in een discussie; zich een persoonlijke en kritische mening vormen over informatie uit de media; het luisterdoel bepalen; het luistergedrag afstemmen op het luisterdoel; grondig en onbevooroordeeld luisteren naar anderen.
Inhoud
1
AN versus dialect
2
spelling van de werkwoorden
3
hoofdletters tussenletters aan elkaar of streepje apostrof accenttekens trema verkleinwoorden symbolen en afkortingen telwoorden
taalzuivering
5
spelling van de werkwoorden oefeningen
de nieuwe spelling 2005
4
inleiding AN in het klaslokaal
werkwoorden met regelmatige en onregelmatige vorm werkwoordelijke eindgroep verschillen tussen Nederlands en Belgisch Nederlands contaminatie, pleonasme, tautologie, incongruentie en dubbele negatie
schrijfstrategieën
oriënteren op de leestaak voorbereiden uitvoeren stijltips correctheid
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
45
Opleidingsbrochure 2016-2017 6
samenvatten
hoofd- en bijzaken onderscheiden tekstkenmerken totaaloefeningen
7
leesstrategieën
8
argumenteren
9
commentaar geven
10
Beschrijving opleidingsonderdelen
inleiding commentaarteksten lezen commentaarteksten schrijven
solliciteren in het onderwijs
inleiding: aanwerving van praktijkleraren over de netten heen zelfkennis jobkanalen sollicitatiebrief cv sollicitatiegesprek
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
46
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.1.2
Beschrijving opleidingsonderdelen
Opstap algemene vorming (OAV) studiepunten: 6 aandeel afstandsonderwijs: 30%
Omschrijving
De opzet van deze module ligt in het verdiepen van de algemene vorming aan de hand van de studie van enkele actuele thema’s. Als zodanig is deze module een voortraject naar de algemene vorming die in de module Maatschappelijke en Beroepsgerichte Competentie (nl. Onderwijs en Maatschappij en Leerkracht en Verantwoordelijkheden) van de Specifieke Lerarenopleiding wordt aangeboden.
Geselecteerde basiscompetenties vanuit het beroepsprofiel
1 ´De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen’ 1.11 Leer- en ontwikkelingsprocessen adequaat begeleiden in standaard nederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen. 2 ‘De leraar als opvoeder’ 2.4 Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context. ‘De leraar als inhoudelijk expert’ 3 3.3 Het eigen onderwijsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen. 9 ‘De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap’ 9.1 Deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's. 9.2 Dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving. 10
‘De leraar als cultuurparticipant’ Actuele thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen rond de 10.1 volgende domeinen:
sociaal-politieke domein; sociaal-economische domein; levensbeschouwelijke domein; cultureel-esthetische domein; cultureel-wetenschappelijke domein.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
47
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Doelen
1
Informatie kunnen verzamelen en selecteren, en verkregen materiaal kritisch en doelgericht kunnen analyseren (hoofd- en bijzaken en feiten en meningen onderscheiden, stappenplan volgen).
2
Via overleg met medecursisten (groepswerk of groepsdiscussie) een standpunt kunnen innemen en onderbouwen met een degelijke argumentatie.
3
Een open luisterhouding kunnen aannemen: kritisch maar naar waarde kunnen beoordelen van eigen mening én tegengestelde standpunten.
4
Duidelijk en gepast kunnen verwoorden van gevoelens en meningen (register en woordkeuze kunnen aanpassen, omgangstaal kunnen hanteren).
5
Gespreksconventies kunnen hanteren.
6
Een begrippenkader kennen en kunnen hanteren m.b.t. nationale, internationale en mundiale kwesties op diverse domeinen van de socialiteit (zie 10.1: domeinen).
7
(Zowel latent als brandend) actuele, onderwijskundige en maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen kunnen identificeren en kritisch benaderen.
8
Over ICT-vaardigheden en attitudes beschikken die noodzakelijk zijn om de lerarenopleiding te kunnen volgen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
48
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
10.2 Specifieke Lerarenopleiding (60 studiepunten) 10.2.1
Leercoaching
Deze module is ingebed in de module Didactische Competentie Algemeen (focus op leren leren, ICT- en taalcompetenties).
10.2.2
Onderwijs en Maatschappij (OMA)
studiepunten: 3
(2,5 theorie/0,5 praktijk)
aandeel afstandsonderwijs: 40% voor 1 groep online afstandsversie: 80%
Omschrijving
Jongeren optimale kansen bieden op een degelijke vorming en hen voorbereiden op hun integratie in de snel evoluerende samenleving behoren tot de kerntaken van het onderwijs. Anderzijds wordt van de school steeds meer verwacht dat ze een antwoord kan bieden op tal van maatschappelijke vraagstukken. Deze wisselwerking tussen het onderwijs en de maatschappij, vertaalt zich in een dynamisch onderwijslandschap. De module ‘Onderwijs en Maatschappij’ draagt ertoe bij inzicht te verwerven in de werking van het onderwijsbeleid, de rechtspositie van de leerling en de structuur en de organisatie van het onderwijs. Tegelijk word je aangezet tot het kritisch reflecteren over de organisatie van onderwijs en het deelnemen aan het debat over actuele onderwijskundige thema’s en ontwikkelingen, gesitueerd binnen een maatschappelijke context.
Kerncompetenties
1
‘De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen’
1.10 In overleg met collega’s deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school.
3
‘De leraar als inhoudelijk expert’
3.3
De leerkracht kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
49
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
7
‘De leraar als partner van een schoolteam’
7.1
De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.
7.3
De leerkracht kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken.
7.4
De leerkracht kan zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen.
9
‘De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap’
9.1
De leerkracht kan deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s.
9.2
De leerkracht kan dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving.
Doelen
1
Het algemeen maatschappelijk belang van het onderwijs en de eigen bijdrage hiertoe kunnen verwoorden.
2
De onderwijsbeleidsorganen vanuit de beleidscyclus kunnen situeren en hun belang (voor het eigen functioneren) kunnen aanduiden.
3
Kennis van de structuur en organisatie van het onderwijs, en inzicht in de opbouw ervan, in functie van leerlingenbegeleiding; m.i.v. termen en afkortingen.
4
De eigen leerinhouden kunnen situeren binnen het aanbod van een school en de globale structuur en organisatie van het onderwijs in Vlaanderen.
5
De werking van het onderwijsbeleid internationale, en/of historische context.
6
Gericht relevante informatie kunnen (terug)vinden m.b.t. het onderwijsbeleid, de beleidsorganen en –processen, en de onderwijsstructuur.
7
Actuele maatschappelijke en onderwijskundige thema’s en ontwikkelingen kunnen identificeren, kritisch benaderen, en integreren in de eigen pedagogische context, en hierover in discussie kunnen treden.
8
Zich kunnen documenteren over onderwijskundige thema’s, gesitueerd binnen de maatschappelijke context, o.m. via (geselecteerde) beleidsteksten en onderwijsliteratuur, en deze informatie op een persoonlijke wijze kunnen verwerken.
kunnen
toelichten
vanuit
de Vlaamse,
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
50
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
9
De bereidheid ontwikkelen om via de eigen opdracht mee te werken aan de maatschappelijke opdracht van het onderwijs.
10
Het verband tussen beleidsopties en beslissingen, en actuele maatschappelijke en onderwijskundige thema’s kunnen toelichten
Inhoud
1
De onderwijsstructuur in Vlaanderen: voornamelijk de verschillende onderwijsniveaus:
2
De rechtspositie van de leerling:
3
het basisonderwijs (kleuter- en lager onderwijs); het secundair onderwijs (eenheidsstructuur, deeltijds onderwijs, studieverloop, klassenraden, watervalsysteem); het buitengewoon onderwijs; het hoger onderwijs; de permanente vorming.
gelijke onderwijskansenbeleid; het schoolreglement (zie ook Leerkracht en Verantwoordelijkheden).
Onderwijsbeleid in Vlaanderen : organen en processen (beleidscyclus, vrijheid van onderwijs, kwaliteitszorg).
Onderwijsvorm
Deze module wordt aangeboden via gecombineerd onderwijs. Tijdens de contactmomenten worden theoretische inzichten bijgebracht. Daar waar mogelijk, worden activerende werkvormen gehanteerd (bespreken van cases, groepsdiscussie, groepswerk, simulatiespel, ...) Deze momenten worden tevens aangewend om verder te bouwen op inzichten die verworven werden door voorbereidende taken en / of zelfstudie gedurende het afstandsonderwijs. Daartoe wordt een elektronisch leerplatform Smartschool ingeschakeld. Voor de zelfstudie worden op Smartschool leerpaden ter beschikking gesteld die je in staat moeten stellen om de leerstofonderdelen te verwerken. Daarnaast wordt van jou verwacht dat je ook zelfstandig enkele opdrachten vervult. Tijdens leermarkten worden door de groep verschillende thema’s uitgediept, onderbouwt en vertaald naar de praktijk. Voor één groep wordt de module ook online georganiseerd (op afstand). De ondersteuning gebeurt op afstand via forumgebruik en de mailmodule op Smartschool. Wie kiest voor deze manier van werken, is voldoende ICT-vaardig en kan zelfstandig bepaalde software installeren. Bovendien is deze cursist in staat om zelfstandig leerinhouden te verwerven. Het gaat dus niet om weblectures op afstand. Heb je interesse om de afstandsmodule te volgen? Neem dan zeker ook een kijkje op p. 29 met de randvoorwaarden om de module in afstand te volgen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
51
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Studiemateriaal
Bij de module Onderwijs en Maatschappij hoort een syllabus. Door het snel evoluerend onderwijslandschap wordt er voor de meest actuele aanpassingen/ wijzigingen verwezen naar de leeromgeving. Een bundeling van nuttige websites, interessante artikels, computergestuurde zelfevaluatietesten, leerpaden, in de les getoonde slides, … zijn te raadplegen via Smartschool. De cursist beschikt tevens over een leidraad met stappenplannen voor concrete opdrachten en richtlijnen voor het doornemen van de zelfstudiepakketten. Hierin zijn ook de beoordelingscriteria opgenomen. Gedurende de afstandsmomenten is er mogelijkheid tot individuele ondersteuning hetzij via permanentie op het centrum, hetzij doordat de lector op afgesproken tijdstippen bereikbaar is via de leeromgeving. Voor de afstandsgroep kan dit nog andere vormen aannemen en wordt de cursus tevens digitaal ter beschikking gesteld.
Evaluatie
De theoretische component wordt op het einde van de module geëvalueerd aan de hand van een mondeling assessment (waarbij gepeild wordt naar de kennis van een begrippenkader en inzicht in de leerinhouden door het linken van actuele gebeurtenissen en/ of eigen werkervaringen aan de theoretische begrippen en/kaders (decreten)). De praktijkcomponent wordt permanent geëvalueerd aan de hand van de opdrachten in functie van de opleidings- en preservicepraktijk. De opleidingspraktijkopdracht betreft het invullen van een leermarkt betreffende een thema uit de cursus (deel 1) waarin men zich verdiept a.d.h.v. kwalitatief bronnenmateriaal, praktijkervaring etc. Deze opdracht telt tevens mee voor een gedeelte van de theorie. De preservicepraktijkopdracht betreft het analyseren van de studietrajectbegeleiding van de stageschool d.m.v. vooronderzoek en een interview met een studietrajectbegeleider, leerkracht... Via kritische reflectie (aan de hand van het aangereikte STARR-formulier) wordt door de cursist aangetoond dat men een goed zicht heeft verkregen op alle factoren die deel uitmaken van studietrajectbegeleiding. Tevens kan men verduidelijken hoe men de rol van de leerkracht ziet in dit verhaal. Om te slagen moet je 50% behalen voor de theorie, 50% voor de opleidingspraktijk en 50% voor de preservicepraktijk.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
52
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.2.3
Beschrijving opleidingsonderdelen
Leerkracht en Verantwoordelijkheden (LEV) studiepunten: 4 (3,5 theorie/0,5 praktijk) aandeel afstandsonderwijs: 25% voor 1 groep online afstandsversie: 60%
Omschrijving
Het lerarenambt krijgt haar volle betekenis als het gesitueerd wordt binnen de school, de bredere onderwijscontext en de samenleving. De maatschappij kent een toenemende juridisering wat zich ook doorzet in het onderwijs. Tijdens de module Leerkracht en Verantwoordelijkheden leer je om je op de hoogte te stellen van de rechtspositie van de leraar en die van de leerlingen en van de wettelijke en reglementaire verantwoordelijkheden en verplichtingen (zoals administratieve taken, het pedagogisch project, discretie, werken in teamverband). Je wordt vertrouwd gemaakt met het personeelsstatuut en diverse aspecten van de onderwijsloopbaan zoals de aanstellingsvoorwaarden, de voorwaarden voor tijdelijke aanstellingen en vaste benoeming, de basisprincipes van de weddenberekening en dergelijke meer. Je leert hoe je aan de hand van goed toegankelijke bronnen meer gedetailleerde en actuele informatie over de juridische en administratieve aspecten van het lerarenambt kunt opzoeken en gebruiken (in functie van je persoonlijke situatie). Daarnaast maak je kennis met de deontologische aspecten van het lerarenambt. Het gaat hier om de verplichtingen en verantwoordelijkheden bij de beroepsuitoefening ten opzichte van het Ministerie van Onderwijs en Vorming, de onderwijsnetten, de school (de inrichtende macht, directie, de collega’s, de leerlingen), … Tot die verantwoordelijkheden behoort ook het handelen als een eerstehulpverlener. Je volgt daarom twee praktijkgerichte EHBOsessies nadat je een e-learningpakket EHBO hebt doorlopen.
Kerncompetenties
2 2.3 2.6 2.6.1
‘De leraar als opvoeder’ De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. De leerkracht kan het fysieke en geestelijke welzijn van de leerlingen bevorderen.
2.6.2
Aandacht opbrengen voor het bevorderen van de gezondheid van leerlingen en hij kan de fysieke ontplooiing en het bewustzijn dat gezondheid en veiligheid belangrijke waarden zijn, stimuleren. Dringende verzorgingstaken uitvoeren en indien nodig hulp inroepen.
6 6.1
‘De leraar als partner van ouders /verzorgers’ De leerkracht kan zich informeren en discreet omgaan met gegevens over de leerling.
7
‘De leraar als partner van een schoolteam’
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
53
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
7.4
De leerkracht kan zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen.
9 9.2
‘De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap’ De leerkracht kan dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving.
Attitude: A2 Relationele gerichtheid A3 Kritische ingesteldheid
Doelen
1
Actuele, onderwijskundige en maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen kunnen identificeren, kritisch benaderen, en dit betrekken op de eigen opdracht.
2
Het belang van rechtszekerheid (brede betekenis) voor zichzelf, en voor de leerlingen kunnen aangeven (voor, binnen, na onderwijs).
3
Gericht informatie kunnen (terug)vinden, m.b.t. de eigen rechtspositie en die van de leerlingen.
4
Informatie en informatiebronnen naar waarde kunnen schatten.
5
Op correcte wijze administratieve taken kunnen uitvoeren.
6
Parate kennis kunnen aanwenden m.b.t. de eigen rechtspositie, en die van de leerlingen.
7
De wettelijke en reglementaire verplichtingen en verantwoordelijkheden m.b.t. het ambt van leraar kunnen toepassen.
8
De basisprincipes van de burgerlijke aansprakelijkheid kunnen toepassen.
9
De basisprincipes van eerste hulpverlening en elementaire veiligheidsaspecten kunnen toelichten. Dringende verzorgingstaken kunnen uitvoeren.
10
Het eigen functioneren kunnen plaatsen binnen het grotere geheel, pedagogisch en organisatorisch.
11
Op een correcte wijze met de leerling kunnen omgaan.
12
Discreet kunnen omgaan met gegevens over de leerling, en zijn leefsituatie.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
54
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Inhoud
1
Structuur en bronnen van het onderwijsrecht
2
Onderwijsloopbaan en statuut
3
Aanstellingsvoorwaarden (solliciteren, bekwaamheidsbewijs, …) Prestatiestelsel De drie fasen in de loopbaan van de leraar Bezoldiging De evaluatiecyclus Tijdelijke onderbrekingen (ziektereglementering)
Deontologische aspecten van het lerarenambt
Verplichtingen t.a.v. de onderwijsnetten (o.a. koepelorganisaties), inrichtende macht, collega’s, ouders, …(pedagogisch project, administratieve verantwoordelijkheden, …) Zorgvuldig Bestuur Omgang met leerlingen: privacy, discretie, aansprakelijkheid, EHBO (een zelfstudiepakket + 2 praktijkgerichte sessies)
Onderwijsvorm
Leerkracht en Verantwoordelijkheden wordt ingericht via gecombineerd onderwijs. De theoretische basis wordt vooral gelegd tijdens contactmomenten waartoe gestructureerde gespreksvormen worden aangewend. Het afstandsonderwijs kan zowel uit verdiepings- en verwerkingsopdrachten als zelfstudiepakketten bestaan. Via de elektronische leeromgeving Smartschool worden leerpaden ter beschikking gesteld die de cursist in staat stellen om zelfstandig bepaalde leerstofonderdelen te verwerken. Aan de hand van voorziene uitbreidingsopdrachten en online zelfevaluatietesten kan de cursist nagaan in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt. De cursisten kunnen feedback vragen aan lectoren en / of medecursisten in een discussieforum m.b.t. hun leervorderingen. Daarnaast is de lector ook op geregelde tijdstippen tijdens het afstandsonderwijs aanwezig in het centrum om bijkomende ondersteuning te verlenen. Voor één groep wordt de module ook in bijna volledig afstandsonderwijs (60% omwille van de EHBO-sessies die in contact gegeven moeten worden) georganiseerd. De ondersteuning gebeurt eveneens op afstand via webconferenties/forumgebruik. Wie kiest voor deze manier van werken, is voldoende ICT-vaardig en kan zelfstandig bepaalde software installeren. Bovendien is deze cursist in staat om zelfstandig leerinhouden te verwerven via het doorlopen van leerpaden. Het gaat dus niet om weblectures op afstand. Specifieke richtlijnen groep in afstandsonderwijs: Opbouw module
Bij de start van de module wordt een kennismakingsavond georganiseerd. We vinden het belangrijk dat we mekaar beter leren kennen om een groepssfeer en groepsdynamiek te kunnen creëren. Ook al werken we op afstand, toch hoeft de ‘afstand’ niet groot te zijn onder elkaar.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
55
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Het opzet, de planning, de verwachtingen, taakbelasting, en dergelijke meer worden dan meegedeeld. Afstandsonderwijs heeft een aantal voordelen zoals het tijds- en plaatsonafhankelijk leren. Bovendien kan je in je eigen tempo de na te streven competenties ontwikkelen en bijschaven… Echter, afstandsonderwijs betekent geen uitstel. Op bepaalde momenten dienen er dus ook deadlines gehaald te worden. Concreet wordt er in LEV tussentijds een verplichte webconferentie gepland.
ICT – minded zijn, ICT -vaardigheden bezitten en zelfstandig leerinhouden kunnen verwerven De module verloopt grotendeels online via de elektronische leeromgeving Smartschool. Er worden een aantal leerpaden ter beschikking gesteld die je zelfstandig dient door te nemen. Daarnaast wordt de cursustekst ook ter beschikking gesteld. Aangezien de face2face-contacten beperkt zijn, worden andere middelen ingezet om het leerproces te ondersteunen. Zo worden er enkele digitale spreekuren georganiseerd en wordt het samenwerkend leren bevorderd door forumgebruik en een webconferentie. Zelfs op afstand kunnen we leren van, met en door elkaar. Er worden geen weblectures gegeven! Aangezien we in een e-module digitale middelen inzetten om het leerproces vorm te geven en te faciliteren, verwachten we dat je voldoende ICT-vaardig bent. Zo ben je in staat om een browser zoals google chrome te installeren, kun je op je pc je microfoon en webcam instellen (voor WebEx: dit is een internettool om een webconferentie op te starten die je via een link kunt bereiken en waarvoor je niets hoeft te installeren), kun je ‘eenvoudige’ web 2.0-toepassingen hanteren ( zoals een wiki, een blog, etc.). Dit laatste betekent dat je op een site freeware kunt downloaden door je te registeren, in te loggen en een stappenplan te volgen. Dergelijke tools zullen we leren kennen en gebruiken doorheen de module.
Studiemateriaal
Bij de module Leerkracht en Verantwoordelijkheden hoort een syllabus. Bepaalde cursusonderdelen, opdrachten, leerpaden, een selectie van goed toegankelijke bronnen, … zijn terug te vinden op de leeromgeving Smartschool. Een studiewijzer met richtlijnen en stappenplannen voor het oplossen van opdrachten en het doornemen van zelfstudiepakketten wordt eveneens ter beschikking gesteld. De doelstellingen en beoordelingscriteria voor de praktijkgerichte opleidingspraktijk en preservicepraktijk (EHBO) worden vastgelegd in een sleutel en vooraf meegedeeld.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
56
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Evaluatie
Voor het theoretisch gedeelte is er een periodegebonden evaluatie (op het einde van de module). Enerzijds dienen de cursisten te beschikken over relevante basiskennis en moeten ze basiskaders kunnen opbouwen, wat getoetst wordt door een geslotenboekexamen. Anderzijds worden vooral doelen op toepassingsniveau nagestreefd. Vandaar ook de keuze voor een gedeeltelijk openboekexamen. Hierbij mogen cursisten naast de syllabus, gebruik maken van bronnen die raadpleegbaar zijn via de portaalsite www.ond.vlaanderen.be zoals de online databank van de bekwaamheidsbewijzen, edulex, Wetwijs, de webpagina van de Commissie Zorgvuldig Bestuur, …. Aangezien we competentiegericht werken, wordt ook een persoonlijke fiche ingevuld met betrekking tot de eigen onderwijsloopbaan. Om te slagen moet je 50% behalen voor de theorie (open/geslotenboek en persoonlijke fiche) én voor de opleidingspraktijk en preservicepraktijk (2 praktijkgerichte sessies EHBO). Voor het assessment EHBO wordt gebruik gemaakt van een pass- fail beoordeling. Het Rode Kruis van Vlaanderen wordt hiervan op de hoogte gebracht zodat cursisten een brevet van eerste hulp (12 uur) kunnen behalen. Wie denkt vrijgesteld te kunnen worden van EHBO, dient zo snel mogelijk een vrijstellingsaanvraag in via www.slovrijstellingen.be
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
57
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.2.4
Beschrijving opleidingsonderdelen
Communicatie en overleg (COO) studiepunten: 6 (3 theorie/3 praktijk) aandeel afstandsonderwijs: 40%
Omschrijving
Overal waar mensen zijn, wordt gecommuniceerd. Dagelijks kom je met anderen in contact en communiceer je: je spreekt of roept, je schrijft of mailt, je kruist je armen of haalt je schouders op … In deze module worden de drie belangrijke pijlers van communicatie belicht: de mondelinge, de schriftelijke en de non-verbale communicatie. De module COO wil je bewust maken van je eigen communicatie. Er worden ook technieken aangereikt en ingeoefend om op die drie gebieden efficiënt en correct te communiceren met leerlingen, collega’s, directie, ouders, opvoeders, verzorgers, externen … De PP-opdrachten zijn er dan weer op gericht om je theoretische kennis aan de praktijk te gaan toetsen. Je kan zelf een keuze maken uit een hele reeks opdrachten: een vergadering (vakvergadering, klassenraad of deliberatie) bijwonen, een (algemeen of individueel) oudercontact volgen, een lesobservatie omtrent non-verbale communicatie doen, een onderzoek voeren naar het stemgebruik van leerkrachten … Voor wie liever ineens de handen uit de mouwen steekt, hebben we ook nog een hele reeks alternatieve opdrachten: een huiswerkklas begeleiden, werken met gedetineerden, werken met jongeren in kansarmoede (Katrol), SLOTKO-coaching bij cursisten van onze TKOafdeling … Deze opdrachten worden steeds gecombineerd met de PP van de module Begeleiding en dienen dus ook in eenzelfde semester uitgevoerd te worden.
Kerncompetenties
1 ‘De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen’ 1.11 De leerkracht kan leer- en ontwikkelingsprocessen adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen. 1.12 De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de leefgroep.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
58
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
2
‘De leraar als opvoeder’
2.1
De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school.
2.3
2.7
De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. De leerkracht kan communiceren met leerlingen met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties.
4
‘De leraar als organisator’
4.3
De leerkracht kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren.
5
‘De leraar als innovator/onderzoeker’
5.3
De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
6
‘De leraar als partner van ouders/verzorgers’
6.1
De leerkracht kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling.
6.2
De leerkracht kan met ouders/verzorgers communiceren over het kind in de school op basis van overleg met collega’s/externen.
6.3
De leerkracht kan in overleg met het team, communiceren met ouders/verzorgers over het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders.
6.4
De leerkracht kan met ouders/verzorgers een gesprek voeren over opvoeding en onderwijs.
6.5
De leerkracht kan in Standaardnederlands of naargelang van de context in een ander passend register adequaat in interactie treden met ouders/verzorgers met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties.
6.6
De leerkracht kan strategieën ontwikkelen om te communiceren met anderstalige ouders.
7
‘De leraar als partner van een schoolteam’
7.1
De leerkracht kan overleggen en samenwerken in schoolteam.
7.3
De leerkracht kan de eigen pedagogisch-didactische teamverband bespreekbaar maken.
opdracht
en
aanpak
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
in
59
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
7.5
De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam.
8
‘De leraar als partner van externen’
8.4
De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven en van stageof tewerkstellingsplaatsen.
Attitudes A2
A3
A4
A6
Relationele gerichtheid: in contacten met aanvaarding, empathie en respect tonen.
anderen
kenmerken
van
echtheid,
Kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. Zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken.
Doelen
1
Inzicht hebben in het communicatiemodel en de verschillende communicatieregels.
2
Non-verbale communicatie kunnen herkennen en correct toepassen.
3
De voorwaarden voor correct stemgebruik als leerkracht kennen en kunnen toepassen.
4
De verschillende communicatiepatronen erkennen/ verwerpen/ negeren kunnen toepassen.
5
Efficiënt feedback kunnen geven.
6
Verschillende vormen van conflicthantering herkennen en kunnen toepassen.
7
Ik-boodschappen kunnen formuleren.
8
Zicht hebben op eigen assertief, agressief en subassertief gedrag en de gevolgen daarvan.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
60
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
9
Correcte schriftelijke communicatie kunnen hanteren bij contact met ouders (aanmerking, brief).
10
Inzicht hebben in en kunnen toepassen van verschillende gespreksvormen en technieken (slechtnieuwsgesprek, probleemoplossend gesprek/adviesgesprek, groepsgesprek, oudercontact, functioneringsgesprek …)
11
Op een correcte manier kunnen participeren aan een vergadering (deliberatie, klassenraad, vakvergadering ...).
12
Op een correcte manier notulen kunnen nemen bij een vergadering.
13
Zich bewust zijn van de aandachtspunten bij mondelinge en schriftelijke interculturele communicatie.
14
Duidelijke instructies kunnen geven.
15
Op een correcte manier een presentatie kunnen geven in Standaardnederlands aangepast aan een bepaald publiek en met aandacht voor goede non-verbale communicatie.
16
Een correcte schriftelijke communicatie hanteren met aandacht voor spelling, zinsbouw …
17
Kunnen reflecteren over het eigen communiceren en dit indien nodig bijsturen op basis van opgedane inzichten en integreren in volgende communicaties.
18
Schriftelijke, mondelinge en non-verbale basiscommunicatievaardigheden kennen en kunnen toepassen in onderwijssituaties op micro- en mesoniveau.
Inhoud
Communicatiemodel en communicatieregels Non-verbale communicatie (met workshop stemgebruik) Gesprekstechnieken Communicatiepatronen : erkennen, verwerpen en negeren Feedback Conflicthantering Assertiviteit Mondelinge communicatie met (anderstalige) leerlingen, (anderstalige) ouders, collega’s, directie, externen (rapportbespreking/ slechtnieuwsgesprek/ probleemoplossend gesprek/ functioneringsgesprek) – vergaderingen – instructies … Schriftelijke communicatie: spelling van de werkwoorden, spelling 2005, aan- en opmerkingen in de agenda, brief aan ouders, notulen van een vergadering … Presenteren
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
61
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Onderwijsvorm
De module bestaat uit een theorie- en een praktijkcomponent. Binnen de praktijkcomponent wordt een onderscheid gemaakt tussen opleidingspraktijk (opdrachten die je in het opleidingscentrum maakt en/of in de opleiding zijn ingebed) en preservicepraktijk (opdrachten in een school). Een gedeelte van de module wordt in afstandsonderwijs aangeboden, de rest in contactonderwijs. De theorie wordt ofwel op een interactieve manier tijdens de contactmomenten verworven ofwel zelfstandig verwerkt tijdens een aantal afstandsmomenten. In de contacturen wordt de zelfstandig verwerkte theorie verder geconcretiseerd en verwerkt aan de hand van oefeningen, cases, rollenspelen, simulatiespelen, presentaties (= opleidingspraktijk). Andere stukken van de praktijkcomponent worden in afstandsonderwijs behandeld (zowel opleidings- als preservicepraktijk) waarbij de cursisten gevraagd wordt een opdracht zelfstandig uit te voeren en deze in te dienen via de digitale leeromgeving. Op bepaalde momenten kan er een individuele afspraak gemaakt worden voor terugkoppeling naar de opdrachten in het kader van de preservicepraktijk.
Studiemateriaal
Bij de module ‘communicatie en overleg’ hoort een cursus, die is opgevat als een leerwerkboek. Aan het begin van ieder hoofdstuk vind je de doelstellingen die je na het doornemen van dat hoofdstuk moet bereiken. De omschrijving van de preservicepraktijk vind je terug in de praktijkportfolio en op Smartschool. De OP-opdrachten worden omschreven in een overzicht dat je terugvindt op Smartschool. Op SMS worden eveneens de powerpointpresentaties met filmmateriaal die gebruikt worden tijdens de lessen aangeboden. Je vindt er ook per hoofdstuk oefeningen met verbetersleutel.
Evaluatie
De theoretische component van de module wordt geëvalueerd aan de hand van een geslotenboekexamen op het einde van de module. De praktijkcomponent wordt permanent geëvalueerd aan de hand van de opdrachten in functie van de opleidings- en preservicepraktijk. Om te slagen moet je 50 % behalen voor de theorie, 50 % voor de opleidingspraktijk en 50% voor de preservicepraktijk Op het einde van de module wordt bovendien Beroepstaak 7 ‘Iedere leraar is een taalleraar’ ingevuld. Dit is een beoordelingsformulier waarmee de schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid van een cursist wordt gemeten. Indien je voor de schriftelijke of mondelinge component niet slaagt, dan moet je je in een volgend semester opnieuw inschrijven voor respectievelijk de PP- of de OP-opdracht. Afhankelijk van de noden, wordt een remediëringstraject op maat samengesteld dat bij voorkeur het eerstvolgende semester gevolgd wordt.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
62
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.2.5
Beschrijving opleidingsonderdelen
Begeleiding (BEG)
studiepunten: 4 (2,5 theorie/1,5 praktijk) aandeel afstandsonderwijs: 40% voor 1 groep online afstandsversie: 80%
Omschrijving
‘Om leerlingen gelijke kansen te geven om zich naar hun mogelijkheden en talenten te ontplooien hebben ze recht op een ongelijke behandeling in opvoeding en onderwijs.’ Dit is de kerngedachte van de module Begeleiding. Sinds de goedkeuring van het M-decreet wordt zorg op maat voor ALLE leerlingen binnen de context van het dagelijks klasgebeuren een echte uitdaging. Binnen deze module staan we stil bij de krachtlijnen van dit M-decreet en gaan we na hoe we effectief kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen via de 7 uitgangspunten van handelingsgericht werken. De zorg voor alle leerlingen kan gestructureerd worden in een zorgcontinuüm. Binnen dit continuüm worden de gradaties van zorg beschreven: van de brede basiszorg tot zeer intensieve en meer gespecialiseerde zorg. Via het opleidingsonderdeel Begeleiding worden er inzichten en competenties ontwikkeld om als leerkracht goed onderwijs te realiseren dat zoveel mogelijk is afgestemd op de onderwijsbehoeften van alle leerlingen.
Kerncompetenties
1 1.1 1.10 en die 1.12
‘De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen’ De beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen De leerkracht kan in overleg met collega’s deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school. De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de leergroep.
2 ‘De leraar als opvoeder’ 2.1 De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. 2.2 De emancipatie van de leerlingen bevorderen 2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. 2.5 De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden. 2.6 De leerkracht kan de fysieke en geestelijke gezondheid van de leerlingen bevorderen. 5 ‘De leraar als innovator/onderzoeker’ 5.1 De leerkracht kan vernieuwende elementen onderwijsontwikkelingswerk aanwenden en aanbrengen. 6 6.2
en
resultaten
van
‘De leraar als partner van ouders/verzorgers’ De leerkracht kan met ouders/verzorgers communiceren over het kind in de school op basis van overleg met collega’s/externen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
63
Opleidingsbrochure 2016-2017 7 7.1
Beschrijving opleidingsonderdelen
‘De leraar als lid van een schoolteam’ Overleggen en samenwerken binnen het schoolteam
8 ‘De leraar als partner van externen’ 8.1 De leerkracht kan met hulp van collega’s contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe diensten die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden. 8.3 De leerkracht kan met het oog op gelijke onderwijskansen en in overleg met collega’s, contacten leggen, communiceren en samenwerken met de brede sociaal-culturele sector. Attitudes A2
Relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen.
A3
Kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.
A4 A6
Zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken.
Doelen
1 2
Inzicht hebben in de krachtlijnen van het M-decreet. De gepaste acties kunnen ontwikkelen om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Inzicht hebben in de problematiek omtrent gelijke kansen in het onderwijs en in de factoren die deze gelijke kansen kunnen bevorderen of belemmeren. De gepaste acties kunnen ontwikkelen als leerkracht om het welbevinden van de leerling te verhogen. De interne en externe diensten voor leerlingbegeleiding kunnen evalueren in functie van hun specifieke bijdrage aan het bevorderen van het welbevinden van de leerling enerzijds en de tegemoetkoming aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen anderzijds. Inzicht hebben in de verschillende scenario’s als een leerling het gemeenschappelijk curriculum in het gewoon onderwijs niet kan volgen.
3 4 5
6
Inhoud
1 2 3 4
5
Het M-decreet Handelingsgericht werken Werken met een zorgcontinuüm Preventieve basiszorg
Gelijke kansen in het onderwijs
Het welbevinden van de leerling als focus Verhoogde zorg
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
64
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Schoolinterne leerlingenbegeleiding Redelijke aanpassingen OKAN 6 Uitbreiding van zorg Schoolexterne leerlingenbegeleiding Handelingsplan op maat van de leerling Geïntegreerd onderwijs 7. Individueel aangepast curriculum
Onderwijsvorm
De module bestaat uit een theorie- en een praktijkcomponent. Binnen de praktijkcomponent wordt een onderscheid gemaakt tussen opleidingspraktijk (een opdracht die de cursist thuis of in het opleidingscentrum kan voorbereiden en vervolgens presenteert) en preservicepraktijk (een opdracht in een school). De module verloopt via gecombineerd onderwijs: een gedeelte wordt in afstandsonderwijs aangeboden, de rest in contactonderwijs. Tijdens de contactmomenten wordt de leerinhoud door de lector toegelicht en door de cursisten toegepast. Er wordt gebruik gemaakt van casussen en groepsdiscussies. Tijdens de afstandsmomenten bereiden de cursisten zich voor op de leermarkt (= een keuzethema omtrent leerlingenbegeleiding aan de medecursisten voorstellen), werken aan de PPopdracht of verwerken de cursus a.d.h.v. leervragen in de cursus. Tijdens deze momenten is er de mogelijkheid om via Smartschool ondersteuning te vragen aan de betrokken lector of om een afspraak te maken voor individuele begeleiding. Wat de PP-opdracht betreft kan je kiezen uit twee reguliere opdrachten: een verdiepingsopdracht over welbevinden en zorg in een schoolcontext of een opdracht waarbij je leerlingen begeleid in een huiswerkklas. Deze laatste opdracht gebeurt in combinatie met de PP-opdracht van COO. Daarnaast kan er ook gekozen worden voor een alternatieve opdracht, ook in combinatie met COO. Mogelijke opdrachten: werken met jongeren in kansarmoede (Katrol), werken met gedetineerden, Basiseducatie, SLOTKO-coaching ... Voor één groep wordt de module ook online georganiseerd (op afstand). De ondersteuning gebeurt digitaal op afstand. Wie kiest voor deze manier van werken, is voldoende ICT-vaardig en kan zelfstandig bepaalde software installeren. Bovendien is deze cursist in staat om zelfstandig leerinhouden te verwerven. Het gaat dus niet om weblectures op afstand. Heb je interesse om de afstandsmodule te volgen? Neem dan zeker ook een kijkje op p. 29 met de randvoorwaarden om de module in afstand te volgen.
Studiemateriaal
De theorie wordt aangeboden in een cursus. Deze cursus bevat tevens korte opdrachten in functie van de reflectie over de leerinhouden die worden aangeboden. Op Smartschool worden de powerpointpresentaties met filmmateriaal die gebruikt worden tijdens de lessen aangeboden. Er wordt gedifferentieerd door verschillende vormen van aanvullend cursusmateriaal aan te bieden. Er zijn artikels waarin verdiepend gewerkt wordt op onderwijskundige thema’s vanuit het GOK-oogpunt en er is de eerder ‘luchtige’ bundel “De Eerste Lijn” van Klasse om de begeleiding van leerlingen in heel concrete thema’s verder te bestuderen. Tijdens de werkcolleges krijgen de cursisten ook materiaal aangeboden in functie van de uitdieping van de leerinhoud.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
65
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Evaluatie
Er is een schriftelijk openboekexamen met mogelijkheid tot mondeling verdediging dat betrekking heeft op de theorie. Daarnaast maken de cursisten een verdiepingsopdracht in het kader van de preservicepraktijk. De opleidingspraktijk zelf wordt geëvalueerd op basis van voorstelling tijdens de leermarkt. De evaluatiecriteria staan op SMS. Om te slagen moet je 50% behalen voor de theorie, 50% voor de opleidingspraktijk en 50% voor de preservicepraktijk.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
66
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.2.6
Beschrijving opleidingsonderdelen
Groepsmanagement (GRM) studiepunten: 4 (2,5 theorie/1,5 praktijk) aandeel afstandsonderwijs: 30%
Omschrijving
Voor heel wat beroepen is ‘goed functioneren en leiding geven in een groep’ een belangrijke competentie, zo ook voor het beroep van leerkracht. Je kan heel wat literatuur over ‘managementvaardigheden’ doornemen en ook in het dagelijkse leven heeft ieder van jullie ongetwijfeld al ervaringen opgedaan. Deze basisvaardigheden kan je in de module ‘groepsmanagement’ verder uitbouwen, waardoor je sociale vaardigheden een professioneel karakter krijgen in functie van ‘leraarworden’. Omdat de klas een groep leerlingen is die gedurende een langere periode met elkaar optrekken, is het managen van een klas door de leerkracht erg belangrijk. Vele aspecten van het klasgebeuren bepalen immers de kwaliteit van lesgeven en leren, zoals de werksfeer in de klas- of de groepsgeest. Als leraar zal je dus niet alleen ‘leerstof overbrengen’, maar er ook voor zorgen dat de leerlingen zich ‘goed voelen’ in de klas. Door inzicht in het leiden en begeleiden van groepen, individueel en in samenspraak met het schoolteam, ontwikkelen we een inzicht in de groepsdynamica om te komen tot een optimaal leef- en leerklimaat en een efficiënt les- en dagverloop. Dat zijn ook de basiscompetenties die in deze module groepsmanagement centraal staat.
Kerncompetenties
2
‘De leraar als opvoeder’
2.1 De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. 2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.
4
‘De leraar als organisator’
4.1 De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
67
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
4.2 De leerkracht kan een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen. 4.3 Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren 4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.
7
‘De leraar als lid van een schoolteam’
7.2 De leerkracht kan binnen het team zowel vakspecifiek als vakoverschrijdend over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven. De leerkracht kan de eigen pedagogisch-didactische opdracht en aanpak in team 7.3 bespreekbaar maken.
Doelen
2
Inzicht hebben in de elementen voor goed klasmanagement.
3
Inzicht hebben in basisbehoeften, groepsprocessen en groepsdynamica van een klasgroep.
4
Inzicht hebben in de kenmerken van een positief klasklimaat.
5
Inzicht hebben in de verschillende leiderschapsstijlen.
6
Kunnen reflecteren over de eigen leiderschapsstijl en in staat zijn die aan te passen aan de noden van de groep.
7
In staat zijn een veilige, gestructureerde en stimulerende leef- en leeromgeving te creëren.
8
Inzicht hebben in de oorzaken van ordeverstorend gedrag en in herstelgerichte en remediërende technieken.
9
Gepast omgaan met stress eigen aan het onderwijsgebeuren.
10
Inzicht hebben in timemanagement en het effect ervan op het klas- en leergebeuren.
11
Inzicht hebben in kenmerken en aandachtspunten bij werken in een team.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
68
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Inhoud
1
Leraar worden … essentiële elementen voor een goed klasmanagement: een raamkader.
2
Groepsdynamica (taakaspecten en sociaal-emotionele aspecten, basisbehoeften, beginsituatie in groepen, groepsontwikkeling: fasen + kenmerken, eigenschappen van de groep en zijn leden).
3
Kenmerken van een positief klasklimaat (aspecten van groepssfeer, voordelen van het ontwikkelen van een positief klasklimaat in de klas, correcte en respectvolle interactie en zijn positieve effecten, de ingesteldheid van de leerkracht, een coherente regelhantering, mandaatverwerving).
4
Leiderschapsstijlen (definitie van leiderschap, functies van een leider voor een groep, de roos van Leary, de leraar: de leider) – situationeel leiderschap.
5
Ordeverstorend gedrag (oorzaken van ordeverstoring, wat kunnen we eraan doen?, herstelgericht interventies, remediëringstechnieken).
6
Stressbestendig organiseren (stress bij leerkrachten, wat kunnen we eraan doen?, copingstrategieën).
7
Werken in een lerarenteam (teamkarakters, teamrollen van Belbin, aandachtspunten bij teamwork)
Onderwijsvorm
De theorie- en praktijkcomponent worden geïntegreerd aangeboden, waarvan een deel in afstand- en een deel in contactonderwijs. Tijdens de contactmomenten wordt gekozen voor een grote variatie aan activerende werkvormen (ervaringsgerichte opdrachten, bespreken van cases, reflecteren over eigen handelen, leren van en met elkaar…). Tijdens de momenten van afstandsonderwijs werk je zelfstandig aan een aantal opdrachten die een beroep doen op de eigen zelfsturing of doe je aan zelfstudie. De begeleiding wordt buiten de lessen ondersteund door de elektronische leeromgeving Smartschool en ook de lector fungeert als begeleider van je leerproces.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
69
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Studiemateriaal
Bij de module groepsmanagement horen een inhoudelijke bundel (syllabus), een studiewijzer en een preservicedossier (afzonderlijk documenten). De syllabus is opgevat als een leerwerkboek. Ieder hoofdstuk begint met een aantal doelstellingen. Misschien kunnen die nog worden aangevuld met je eigen leervragen. De daaropvolgende opvattingen, ervaringen en theorieën worden gekoppeld aan een aantal opdrachten die je verplichten actief mee te denken. Op het einde van ieder hoofdstuk vind je de bibliografische gegevens van de bronnen die werden gebruikt bij de uitwerking van de inhouden. Om de persoonlijke betrokkenheid nog te verhogen vind je in de studiewijzer een aantal concrete opdrachten die tijdens de momenten afstandsonderwijs kunnen worden uitgewerkt. Het preservicedossier is een leidraad in functie van de summatieve evaluatie van de praktijkopdracht in het werkveld (PP-opdracht).
Evaluatie
Gedurende de module krijg je de kansen om te groeien en te werken aan je praktijk- en onderzoeksopdrachten (en de daaraan verbonden competenties). Het is de bedoeling dat de praktijkopdrachten (OP- en PP-opdracht) en de onderzoeksopdrachten die doorheen het jaar gegeven worden in eerste instantie leertaken zijn, waarop je op regelmatige basis formatieve feedback krijgt. Deze feedback wordt niet alleen gegeven door je lector, maar ook door de medecursisten. Op die manier willen we maximaal inzetten op Peer Assisted Learning. Op het einde van de module worden zowel je theoretische inzichten als je praktische vaardigheden/attitudes summatief geëvalueerd:
er is een schriftelijk openboekexamen over de theorie (T) en de opleidingspraktijk (OP). Het examen gaat na of je het begrippenkader en inzicht in de theoretische kaders kunt linken aan praktijkgerichte toepassingen. Ook de uitwerking van de kennismakingsactiviteit (OP-opdracht) wordt summatief geëvalueerd.
de uitwerking van de preservicepraktijk (PP-opdracht) wordt summatief beoordeeld aan de hand van vooropgezette evaluatiecriteria beschreven in het preservicedossier.
Om te slagen moet je 50 % behalen voor de theorie, 50 % voor de opleidingspraktijk en 50 % voor de preservicepraktijk.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
70
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.2.7
Beschrijving opleidingsonderdelen
Psycho-pedagogische competentie (PPC)
studiepunten: 6 (5 theorie/1 praktijk) aandeel afstandsonderwijs (Groep Secundair Onderwijs): 45% aandeel afstandsonderwijs (Groep Hoger Onderwijs): 50% voor 1 groep een online afstandsversie: 75%
Omschrijving
Als leraar is het belangrijk dat je kennis en inzichten overbrengt, vaardigheden aanleert en attitudes nastreeft. Dit is echter niet steeds eenvoudig gezien de leerlingen van een klasgroep sterk verschillen in affectieve leerlingkenmerken (zoals leermotivatie en bekwaamheidsgevoel) en in cognitieve leerlingkenmerken (zoals intelligentie en leervaardigheid). Deze leerlingkenmerken hebben een directe invloed op het leren in de klas. Tijdens de module ‘psycho-pedagogische competentie’ leer je hoe je als leerkracht op een positieve manier kan omgaan met verschillen tussen leerlingen in de klas. Je verneemt hoe je de affectieve en de cognitieve leerlingkenmerken van een klasgroep kan analyseren zodat je de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerlingen kan inschatten. Tegelijk leer je hoe je bij de uitwerking en de begeleiding van een onderwijsleeractiviteit kan tegemoet komen aan de verschillende onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerlingen. Zo verschaf je affectieve en cognitieve leerzorg.
Kerncompetenties
1
‘De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen’
1.1
De beginsituatie van de leerlingen en de leerlingengroep achterhalen.
1.7 Een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep. 1.12
Omgaan met de diversiteit van de leergroep.
2
‘De leraar als opvoeder’
2.1 In overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. 2.5 Adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
71
Opleidingsbrochure 2016-2017 5
Beschrijving opleidingsonderdelen
‘De leraar als onderzoeker’
5.2 Kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek en van vakdidactisch en vakinhoudelijk onderzoek.
Doelen
1.
De verschillende componenten van het competentiebegrip (domeinspecifieke kennis, cognitieve vaardigheden, metacognitie en de affectieve component) kunnen toelichten.
2.
De sociale, affectieve en cognitieve leerlingkenmerken van een klasgroep kunnen inschatten.
3.
Onderwijsleeractiviteiten kunnen uitwerken waarbij elementen uit verschillende leertheorieën expliciet benut worden.
4.
Onderwijsleeractiviteiten kunnen uitwerken rekening houdend met de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerlingen.
5.
De oplossingsgerichte flowchart kunnen hanteren om een casus uit de onderwijspraktijk te analyseren vanuit het oogpunt van mandaatverwerving.
6.
Kunnen aangeven hoe de onderwijsbehoeften van leerlingen met beperkingen binnen het eigen vakgebied kunnen worden opgevangen.
Inhoud
We vertrekken vanuit de volgende thema’s: Inleiding: Verkenning van het competentiebegrip Thema 1: Affectieve leerzorg (motiveren van leerlingen, begeleiden van leerlingen met faalangst, oplossingsgericht werken in de klas) Thema 2: Cognitieve leerzorg (opvattingen over leren, stimuleren van leren leren bij leerlingen) Thema 3: Competentieontwikkeling en leerzorg bij leerlingen met een beperking (begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zoals bijvoorbeeld dyslexie, A.D.H.D. en autisme).
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
72
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Onderwijsvorm
Bij de module ‘psycho-pedagogische competentie’ wordt er gewerkt met gecombineerd onderwijs. Tijdens de module worden een aantal momenten in afstandsonderwijs en een aantal momenten in contactonderwijs aangeboden. Tijdens de afstandsmomenten verwerf je de inhoud van de module, de theoriecomponent, aan de hand van de theoretische bundel die je thuis op eigen tempo verwerkt. Afstandsmomenten zijn ook voorzien voor het maken van studieopdrachten en de praktijkopdracht (PP). Op het einde van de module werk je in kleine groepen een eigen keuzethema uit. Tijdens de afstandsmomenten kan je op eigen initiatief ondersteuning vragen aan de lector. Tijdens de contactmomenten, die vooral opgevat worden als werkcolleges, wordt gekozen voor vormen van samenwerkend leren en gespreksvormen waarbij in kleine groepen gereflecteerd wordt over cases. De inhoud van de theoretische bundel wordt op deze manier beter verwerkt. Contactmomenten dienen eveneens in functie van een gastcollege, intervisiegesprekken, voorstelling van keuzethema’s (OP) en (tussentijdse) evaluatie. Voor één groep wordt de module ook online georganiseerd (op afstand). De ondersteuning gebeurt digitaal op afstand. Wie kiest voor deze manier van werken, is voldoende ICT-vaardig en kan zelfstandig bepaalde software installeren. Bovendien is deze cursist in staat om zelfstandig leerinhouden te verwerven. Het gaat dus niet om weblectures op afstand. Heb je interesse om de afstandsmodule te volgen? Neem dan zeker ook een kijkje op p. 29 met de randvoorwaarden om de module in afstand te volgen.
Studiemateriaal
Voor de module ‘psycho-pedagogische competentie’ wordt er gewerkt met een theoretische bundel waarin de 3 thema’s aan bod komen. Voor de groepen Hoger Onderwijs wordt er (naast deze theoretische bundel) ook nog met een bundel met verschillende wetenschappelijke artikels gewerkt. Op Smartschool kan je alle opdrachten vinden. Naast de (studieopdrachten) die benut worden tijdens de werkcolleges, vind je er eveneens de praktijkopdracht (PP) en de opdracht over de uitwerking van een eigen keuzethema (OP).
Evaluatie
Op het einde van de module wordt het theoretisch gedeelte van de module geëvalueerd via een mondeling examen of een eindassessmentgesprek (afhankelijk van het traject dat je volgt). De basisdoelen worden er geëvalueerd. Daarnaast ontvang je eveneens feedback op de uitwerking van het keuzethema. De presentatie van het keuzethema (OP) wordt summatief geëvalueerd. De cursisten maken een praktijkopdracht in het kader van de preservicepraktijk (PP). Deze opdracht wordt eveneens summatief beoordeeld. De evaluatiecriteria worden meegedeeld aan de cursisten. Om te slagen moet je 50 % behalen voor de theorie. Je moet zowel voor het mondeling examen (of eindassessmentgesprek) én het keuzethema geslaagd zijn. Daarnaast moet je alle studieopdrachten maken én 50% behalen voor de preservicepraktijk (PP).
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
73
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.2.8
Beschrijving opleidingsonderdelen
Didactische competentie algemeen (DCA) studiepunten: 6 (5 theorie/1 praktijk) aandeel afstandsonderwijs groep SO: 45% aandeel afstandsonderwijs groep HO: 50% aandeel afstandsonderwijs 1 groep HO(afstandsversie): 75%
Omschrijving
De module Didactische competentie algemeen (verder afgekort tot DCA) is de eerste van vier opeenvolgende didactische modules. In deze module wordt de inhoudelijke basis gelegd qua didactische kennis en inzicht, die je nodig hebt om je didactische vaardigheden en attitudes verder te kunnen ontwikkelen (in DCP, DCO en DCS). De module DCA is dus in de eerste plaats een theoretische module waarin op systematische wijze alle facetten van het onderwijsleerproces worden benaderd, zodat hun inhoud en samenhang duidelijk worden. Een aantal algemeen geldende didactische basisprincipes worden toegelicht, zodat je inzicht krijgt in hoe een krachtige leeromgeving tot stand kan komen.
Kerncompetenties
1
‘De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen’
1.1
De beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen.
1.2
Doelstellingen kiezen en formuleren.
1.3
De leerinhouden en leerervaringen selecteren.
1.4
De leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten.
1.5
Aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
1.6
Individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.
1.7
Een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
1.8
Observatie en evaluatie voorbereiden, individueel en indien nodig in team.
1.9
Proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
74
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
1.11
Het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maarschappelijke taalachtergronden van de leerlingen.
1.13
Leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten, zowel vanuit de inhouden van zijn/haar vakgebied, als vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
2
‘De leraar als opvoeder’
2.1
In overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school.
2.3
Door attitudevorming leerlingen voorbereiden op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie.
3
‘De leraar als inhoudelijk expert’
4
‘De leraar als organisator’
4.2
Een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen.
5
‘De leraar als innovator/onderzoeker’
5.3
Het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
9
‘De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap’
9.2
Dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving.
Doelen
1
De didactische leeromgevingen.
componenten
kennen
en
kunnen
toepassen
op
gegeven
2
De onderlinge relaties tussen de didactische componenten kennen en kunnen toepassen op gegeven leeromgevingen.
3
De didactische componenten kunnen relateren aan de onderliggende onderwijsvisie bij het creëren van krachtige leeromgevingen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
75
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Inhoud
Zoals uit de basisdoelen naar voren komt, is het de bedoeling dat je via de module DCA kennismaakt met de didactische componenten in functie van het creëren van een krachtige leeromgeving. Achtereenvolgens komen dan ook de componenten ‘beginsituatie’, ‘doelstellingen’, ‘leerinhouden’, ‘didactische werkvormen en media’ en ‘evaluatie’ aan bod. Ook de relaties tussen deze componenten en de didactische principes nemen een centrale plaats in bij het kennismaken met en nadenken over het vormgeven van een onderwijsleerproces. Opdat je de kennis en de inzichten die je opdoet, ook zou kunnen toepassen, zal je voor een aantal zaken die je in theorie bestudeert, ook de vertaalslag maken in opdrachten. Zo leer je een relevant leerplan opzoeken en zal je verschillende didactische aspecten uit het leerplan bestuderen. Een praktijkopdracht is het opzoeken, analyseren en beoordelen van een stuk schriftelijk studiemateriaal (opleidingspraktijk). Het observeren van een reële klassituatie is een opdracht die behoort tot de preservicepraktijk. Je krijgt zo geleidelijk aan het antwoord op een heel aantal vragen die je je kan stellen als (beginnend) leraar (in opleiding). ‘Welke vakken mag ik geven?’, ‘Waar kan ik vinden wat de leerlingen voor mijn vak in een bepaald jaar moeten bereiken?’, ‘Met welke leerling-, klas- en onderwijskenmerken moet ik rekening houden bij het bepalen van mijn doelen?’, ‘Hoe moet ik schriftelijk studiemateriaal vorm geven?’, ‘Hoe kan ik nagaan of leerlingen kennen en kunnen wat ik had vooropgesteld?’, …
Onderwijsvorm
Voor de module DCA wordt gewerkt in de vorm van gecombineerd onderwijs. Tijdens de contactmomenten wordt het merendeel van de leerinhouden aangeboden. We werken hiervoor vooral via probleemgestuurde werkvormen in groepen. Tijdens de afstandsmomenten werk je hoofdzakelijk individueel aan opdrachten. Dit geeft je de mogelijkheid om wat tijdens de les aan bod kwam, nog verder en persoonlijk te verwerken. De opdrachten worden ingeleid tijdens de contactmomenten en verder begeleid tijdens de afstandsmomenten via persoonlijk contact met de lector en/of via de elektronische leeromgeving Smartschool.
Voor één groep HO wordt de module ook in bijna volledig afstandsonderwijs (75%) georganiseerd. De ondersteuning gebeurt eveneens op afstand via forumgebruik en Skype. Wie kiest voor deze manier van werken, is voldoende ICT-vaardig en kan zelfstandig bepaalde software installeren. Bovendien is deze cursist in staat om zelfstandig leerinhouden te verwerven via het doorlopen van leerpaden. Afstandsonderwijs heeft een aantal voordelen zoals het tijds- en plaatsonafhankelijk leren. Bovendien kan je in je eigen tempo de na te streven competenties ontwikkelen en bijschaven. Zie hiervoor ook de randvoorwaarden op p. 36. Specifieke richtlijnen groep in afstandsonderwijs: Opbouw module
Bij de start van de module wordt een introductieles georganiseerd.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
76
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Het opzet, de planning, de verwachtingen, taakbelasting, en dergelijke meer worden dan meegedeeld. Tijdens de module worden nog drie contactlessen gepland. Deze lessen zijn voornamelijk intervisiemomenten. Het is dan niet de bedoeling om nieuwe leerstof te verwerven, maar wel op de reeds opgedane kennis toe te passen. Tegen deze contactlessen zal er ook gevraagd worden om bepaalde verwerkingsopdrachten grondig voor te bereiden. Afstandsonderwijs betekent dus zeker geen uitstel. Op bepaalde momenten dienen er deadlines gehaald te worden. Aan het einde van de module is er een examen, dit gebeurt ook in contact.
Studiemateriaal
Bij de module DCA horen een inhoudelijke bundel (cursus) en een studiewijzer. In de inhoudelijke bundel kan je alle theorie die aan bod komt tijdens de module terugvinden. In de studiewijzer worden de verschillende opdrachten, de wijze waarop ze geëvalueerd worden en de beoordelingscriteria volledig uitgeschreven. Alle nodige documenten: opdrachtformulieren, correctiesleutels, hand-outs van de slides, moduleplannen … worden bovendien digitaal beschikbaar gesteld via Smartschool.
Evaluatie
Tijdens een geslotenboekexamen en een beknopt openboekexamen wordt de theoretische component van de module schriftelijk geëvalueerd. In de loop van de module worden er een aantal opdrachten gemaakt. Dit praktijkgerichte werk wordt permanent geëvalueerd: een deel van de opdrachten wordt formatief geëvalueerd, een ander deel summatief. Om te slagen voor de module DCA moet je:
50 % behalen voor de theorie (schriftelijk examen) 50 % voor de preservicepraktijk (observatieopdracht) én 50 % voor de opleidingspraktijk (praktijkopdracht)
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
77
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.2.9
Beschrijving opleidingsonderdelen
Didactische competentie praktijkinitiatie (DCP) studiepunten: 10 (3 theorie/7 praktijk) aandeel afstandsonderwijs: 30 %
Omschrijving
In de module DCP bouwen we verder op de kennis en de inzichten die in de module DCA aan bod kwamen. De inhoudelijke klemtoon ligt nu vooral op de didactische uitwerking van lesinhouden, met name het HOE van het lesgeven, waarbij ook media een belangrijke ondersteunende rol spelen. Naast de inhoudelijke verkenning van de verschillende didactische werkvormen, worden ook ruime kansen geboden tot het effectief in praktijk omzetten van de theorie via microteaching oefeningen.
Kerncompetenties
1
‘De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen’
1.1
De beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen.
1.2
Doelstellingen kiezen en formuleren.
1.3
De leerinhouden en leerervaringen selecteren.
1.4
De leerinhouden en leerervaringen structureren en vertalen in leeractiviteiten.
1.5
Aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
1.6
Individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.
1.7 1.8
Een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep. Observatie/evaluatie voorbereiden, individueel en indien nodig in team.
1.9
Proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.
1.11 Leer- en ontwikkelingsprocessen adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen. 1.13 Leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten, zowel vanuit de inhouden van zijn/haar vakgebied, als vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
78
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
2
‘De leraar als opvoeder’
2.1
In overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school.
2.2 2.3. 2.4 3
De emancipatie van leerlingen bevorderen. Door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context. ‘De leraar als inhoudelijk expert’
3.1
Domeinspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden en verdiepen.
3.2
De verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheid aanwenden.
4
'De leraar als organisator'
4.1
Een gestructureerd werkklimaat bevorderen.
4.2 4.3 4.4
Een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen. Op een correcte wijze administratieve taken uitvoeren. Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.
5
‘De leraar als innovator/onderzoeker’
5.1
Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.
5.2 5.3
Kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek en van vakdidactisch en vakinhoudelijk onderzoek. Het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
7
‘De leraar als partner van een schoolteam’
7.1
Overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.
7.2
Binnen het team zowel vakspecifiek als vakoverschrijdend over een taakverdeling overleggen en afspraken naleven. De eigen pedagogisch-didactische opdracht en aanpak in teamverband bespreekbaar maken. In Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam.
7.3 7.5
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
79
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Attitudes (geldend over de functionele gehelen heen): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
beslissingsvermogen relationele gerichtheid kritische ingesteldheid leergierigheid organisatievermogen zin voor samenwerking verantwoordelijkheidszin flexibiliteit.
Doelen
1
De verschillende media (met specifieke aandacht voor ICT) en werkvormen kunnen voorbereiden, technisch beheersen en functioneel aanwenden, rekening houdend met de didactische principes.
2
Een product- en procesevaluatie kunnen uitvoeren.
3
Leerdoelen formuleren en correcte leerinhouden selecteren, rekening houdend met de vooropgestelde beginsituatie.
4
Een didactisch verbaal en non-verbaal gedrag kunnen aanwenden.
5
Als coach van een leerproces kunnen optreden.
6
Kritisch kijken naar eigen onderwijsopvattingen.
7
Concrete reflecties durven en kunnen uiten ten aanzien van de eigen en de geobserveerde pedagogisch-didactische praktijk in teamverband.
8
Op basis van eigen ervaringen en observaties concrete werkpunten als op te volgen persoonlijke doelen kunnen opstellen.
Inhoud
Een eerste didactische component die centraal staat in de cursus, is de component: ‘didactische werkvormen’. Didactische werkvormen kunnen omschreven worden als die activiteiten die door de leraar en/of de leerlingen worden uitgevoerd om de doelstellingen zo efficiënt mogelijk na te streven en te bereiken. Ze omschrijven op welke manier men de leerstof gaat aanbieden aan de leerlingen en op welke wijze de leerlingen de inhouden gaan verwerken (het HOE van een les).
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
80
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
De indeling die wij hanteren bij het groeperen van de vele didactische werkvormen is gebaseerd op volgend criterium: Wie is er voornamelijk actief tijdens de uitvoering van de werkvorm, de leerkracht of de leerlingen of allebei? Gekenmerkt door een stijgende graad van zelfstandigheid en leerlingenactiviteit en een leerkrachtactiviteit die zich steeds meer concentreert op intense (les)voorbereidingen en begeleiding van leerlingen, komen volgende werkvormen in DCP aan bod. 1
Werkvormen waarbij de leerkracht centraal staat (= aanbiedende en aantonende werkvormen) Doceren Illustratief demonstreren Demonstratieproef Demonstratie van een psycho-motorische vaardigheid
2
Werkvormen waarbinnen de vraagstelling centraal staat (= gespreksvormen) De onderzoekende demonstratie Het onderwijsleergesprek Het leergesprek De probleemgerichte discussie Het klasgesprek of kringgesprek Werkvormen gericht op samenwerking tussen leerlingen (=groepswerk) Didactisch groepswerk Gevalsmethode of case-study Werkvormen gericht op spel (= spelvormen) Rollenspel Simulatiespel Leerspelen Werkvormen gericht op zelfstandig werk (= opdrachtvormen) Huiswerk Individuele opdrachten (begeleid zelfstandig leren) Leren en werken in een open leercentrum Praktijklessen en practica
3 4
5
6
Een tweede component die centraal staat in DCP is de didactische component: ‘media of onderwijsleermiddelen’. Media of onderwijsleermiddelen zijn alle hulpmiddelen om theoretische en praktische kennis of informatie en inzichten uit te dragen (‘onderwijzen’) of te verwerven en toe te passen (‘leren’). Media ondersteunen het onderwijsleerproces en zijn dus hulpmiddelen zowel in handen van de leraar als in handen van de leerlingen om de doelstellingen te bereiken. Bij elke werkvorm wordt een voorbeeld van mediagebruik besproken bv. bordgebruik, gebruik van beamer en/of overheadprojector, integratie van audio- en visueel materiaal, integratie van cartoons, spelmateriaal, zelfstudiemateriaal,… Daarnaast wordt ook ruim aandacht besteed aan ICT-integratie. ICT staat voor ‘informatieen communicatietechnologie’. ICT kan gebruikt worden bij het maken van werkstukken, het verzamelen, selecteren en bewerken van informatie en documentatie, het communiceren met informatiebronnen en met medecursisten en leerkrachten, het doen van onderzoek, het maken van presentaties… Web 2.0 toepassingen spelen hier ook een belangrijke rol in. ICT is eigenlijk één medium onder de talrijke besproken media, maar verdient onze aparte aandacht omdat het zo volledig doordrongen is in de beroepswereld én in het alledaagse leven.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
81
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Onderwijsvorm
De module loopt over verschillende lesmomenten waarin theorie en praktijk constant met elkaar verweven worden. Hiervan wordt een beperkt aantal momenten van afstandsonderwijs voorzien, ter verdieping van ICT-integratie (via leerpaden ter beschikking gesteld via Smartschool). Tijdens de contactmomenten staat, naast een heel gevarieerde kennismaking met talrijke werkvormen en media door middel van praktijkvoorbeelden en klassikale oefeningen, het vlot leren omzetten van de theorie in de praktijk, centraal. Lesgeven vergt een aantal didactische vaardigheden. Voor we met volledige lessen beginnen in de module ‘Didactische competentie oefenlessen’, trainen we deelvaardigheden. Gedurende de uitgebreide oefenperiodes wordt intensief en doelgericht gewerkt aan het inoefenen van sterk afgebakende vaardigheden. Door het zien van verschillende uitvoeringen van dezelfde oefening en door het feit dat je als cursist in de bespreking van de oefening telkens dezelfde aandachtspunten overloopt, leer je ervaringsgewijs waarop gelet moet worden en welke fouten dienen vermeden te worden. Om de oefeningen zo goed mogelijk voor te bereiden, maak je voor elke opdracht een uitgebreide schriftelijke lesvoorbereiding. Je werkt alle oefeningen inhoudelijk uit binnen een vakgebied waarvoor je lesbevoegdheid hebt. Alhoewel we beogen een goede theoretische basis te leggen, kan het nooit de bedoeling zijn dat de inhoudelijke bundel DCP een soort receptenboek is, waarin kant en klare modellen staan die in iedere situatie bruikbaar zijn. De klas- en schoolcontext waarin het onderwijsleergebeuren plaatsvindt, is aan zoveel veranderende omstandigheden onderhevig, dat het uiterst belangrijk is, om over de nodige reflectieve vaardigheden te beschikken om het eigen didactisch en pedagogisch handelen in vraag te stellen. Bewust nadenken over de eigen manier van lesgeven en omgaan met de leerlingen, durven vragen stellen en zelfstandig op zoek gaan naar oplossingen, zijn een basisvoorwaarde om te kunnen groeien tot volwaardige leerkrachten. Om deze uiterst belangrijke reflecterende en kritische houding in te oefenen, wordt gedurende iedere oefensessie stilgestaan bij een aantal reflectievragen. Dit zijn formatieve oefeningen op reflectievaardigheid: het zijn leerkansen die niet direct in een score worden omgezet maar een aanzet zijn tot het ontwikkelen van een reflecterende attitude. Om een realistisch beeld op te bouwen van de huidige onderwijsleerpraktijk, wordt ook een observatiestage geïntegreerd (van minimum 6 uur) in één of meerdere onderwijsvormen/ centra, met focus op mediagebruik, werkvormen en integratie didactische principes.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
82
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Studiemateriaal
Bij de cursus ‘DCP’ met uitgebreide bronvermelding, samengesteld en ontwikkeld door de vaklectoren didactiek van de specifieke lerarenopleiding van CVO VIVO Kortrijk, hoort ook een studiewijzer, waarin de verschillende opdrachten en beoordelingscriteria grondig worden toegelicht. Werkdocumenten, praktische afspraken, ICT-opdrachten, oefentoetsen e.d. worden beschikbaar gesteld via het elektronisch leerplatform Smartschool.
Evaluatie
Om te slagen voor DCP moet je:
50 % behalen voor de theorie (open boek examen) én 50 % behalen voor de opleidingspraktijk (lesvoorbereidingen, oefeningen op media-integratie, werkvormen en presentatievaardigheden wordt permanent beoordeeld met behulp van beoordelingsschalen) én 50 % behalen voor de preservicepraktijk (observatiestage met bijhorende administratie en reflecties & uitwerken van een onderwijsleermiddel (web 2.0. toepassing) én voldoende behalen voor attitudes
Als synthesemoment wordt op het einde van de module een persoonlijk leergesprek gehouden. Een voorwaarde voor het verkrijgen van het attest van de module DCP is het slagen voor zowel de theoretische als voor de praktische component van de module DCA.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
83
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.2.10
Beschrijving opleidingsonderdelen
Didactische competentie oefenlessen (DCO)
studiepunten: 10 (3 theorie/7 praktijk) aandeel afstandsonderwijs: 30%
Omschrijving
De module Didactische competentie oefenlessen (verder afgekort tot DCO) vang je aan met de nodige didactische bagage (uit de modules DCA en DCP): de basisvaardigheden die je er opdeed in verband met het opzetten van krachtige leeromgevingen worden in DCO immers verder uitgediept en uitgebreid. Het begrip ‘ervaringsleren’ staat centraal in deze module: ervaringen opdoen en ervan leren. Dit gebeurt zowel via het voorbereiden en uitvoeren van oefenlessen, als via een inloopstage in de stageschool. Reflectie wordt gehanteerd als manier om uit deze ervaringen te leren. Er wordt tevens bijzondere aandacht besteed aan de domeinspecifieke en vakdidactische kennis en vaardigheden, evenals aan het opzetten van leer- en ontwikkelingsprocessen vanuit vakoverschrijdende invalshoek, met de nodige differentiatie, geschikte vormen van evaluatie, ICT-integratie…
Kerncompetenties
1
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.1
De beginsituatie van de leerlingen en de leerlingengroep achterhalen.
1.2
Doelstellingen kiezen en formuleren.
1.3
De leerinhouden en leerervaringen selecteren.
1.4
De leerinhouden en leerervaringen structureren en vertalen in leeractiviteiten.
1.5
Aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
1.6
Individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.
1.7
Een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
1.8
Observatie/evaluatie voorbereiden, individueel en indien nodig in team.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
84
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
1.9
Proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.
1.11
Leer- en ontwikkelingsprocessen adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen.
1.13
Leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten zowel vanuit de inhouden van zijn/haar vakgebied, als vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
2
De leraar als opvoeder
2.1
In overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen.
2.2
De emancipatie van de leerlingen bevorderen.
2.3
Door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.
2.4
Actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.
2.6
De fysieke en geestelijke gezondheid van de leerlingen bevorderen.
3
‘De leraar als inhoudelijke expert’
3.1
Domeinspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden en verdiepen.
3.2
De verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheid aanwenden.
3.3
Het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.
4
'De leraar als organisator'
4.1
Een gestructureerd werkklimaat bevorderen.
4.2
Een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen.
4.3
Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren.
4.4
Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
85
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
5
‘De leraar als innovator/onderzoeker’
5.1
Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.
5.2
Kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek die relevant zijn voor de eigen praktijk.
5.3
Het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
7
‘De leraar als lid van een schoolteam’
7.1
Overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.
7.2
Binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven.
7.3
De eigen pedagogisch-didactische opdracht en aanpak in teamverband bespreekbaar maken.
7.5
In Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam.
Attitudes (geldend over de functionele gehelen heen):
1. beslissingsvermogen; 2. relationele gerichtheid; 3. kritische ingesteldheid; 4. leergierigheid; 5. organisatievermogen; 6. zin voor samenwerking; 7. verantwoordelijkheidszin; 8. flexibiliteit.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
86
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Doelen
1
Een lesvoorbereiding voor een volledige te geven les kunnen opstellen met correct geformuleerde doelen, leerinhouden in overeenstemming met de beginsituatie, bijhorende media en werkvormen, rekening houdend met de algemeen-didactische en vakdidactische principes.
2
Didactische werkvormen ontwerpen gericht op zelfgestuurd en activerend leren.
3
Een uitgewerkte lesvoorbereiding voor een volledige les in praktijk kunnen omzetten.
4
Via binnenklasdifferentiatie inspelen op de heterogeniteit van de leergroep.
5
Product- en procesevaluatie als onderdeel van een krachtige leeromgeving kunnen uitvoeren.
6
Het eigen leerproces op een efficiënte manier in handen nemen en er bijgevolg de verantwoordelijkheid voor opnemen.
7
Concrete, positief-kritische reflecties durven en kunnen uiten ten aanzien van de eigen en de geobserveerde didactische praktijk.
8
Over de attitudes beschikken die een beginnend leerkracht dient te hebben om op een vlotte wijze te kunnen instappen in het beroep.
Inhoud
Tijdens de module DCO zal je alle kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes die je reeds verwierf in de voorgaande didactische modules integreren en vakdidactisch verfijnen, om op die wijze volledige oefenlessen adequaat vorm te geven. Hiertoe wordt in DCO – zowel theoretisch als praktisch – de klemtoon gelegd op de domeinspecifieke en vakdidactische kennis en vaardigheden. Aan de basis van elke les ligt dus een degelijke voorbereiding op algemeen-didactisch, vakinhoudelijk en vakdidactisch vlak. Om te kunnen groeien in het ‘leraar zijn’ is het tevens belangrijk reeds voor het uitvoeren van de les stil te staan bij welke je kwaliteiten en welke je werkpunten zijn. Op basis hiervan worden voor elke oefenles een aantal aandachtspunten vastgelegd waar bijzondere aandacht aan wordt besteed tijdens de uitvoering. Na de oefenles bekijk je welk resultaat je haalde, om van daaruit nieuwe (of dezelfde) werkpunten mee te nemen naar de volgende oefenles. De supervisiemomenten kunnen je in dit alles ondersteunen. Daar waar de oefenlessen – en alles wat daarbij komt kijken (het opmaken van schriftelijk studiemateriaal, opdrachtenfiches, ondersteunend didactisch materiaal, evaluatieinstrumenten, …) – zich situeren binnen de opleidingspraktijk, zal je tijdens de module DCO ook een inloopstage uitvoeren (waarbinnen je nu ook een (gedeelde) verantwoordelijkheid krijgt binnen de werkelijke klas- en/of schoolcontext). Tijdens deze observatie- en participatiestage toon je aan dat je alle theoretische thema’s die aan bod komen, kan integreren in de praktijk.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
87
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Onderwijsvorm
Voor de module DCO wordt gewerkt in de vorm van gecombineerd onderwijs. De theorieen praktijkcomponent wordt geïntegreerd aangeboden, waarvan een deel in contact- en een deel in afstandsonderwijs.
Studiemateriaal
Bij de module DCO hoort een inhoudelijk pakket en een studiewijzer. Alle overige lesdocumenten en de nodige opdrachtformulieren worden digitaal beschikbaar gesteld via Smartschool.
Evaluatie
Om te slagen voor DCO moet je :
50 % halen voor de theoretische component én
50% halen voor de opleidingspraktijk én
50% halen voor de preservicepraktijk én
Voldoende behalen voor onderzoekscompetenties én
Voldoende behalen voor attitudes.
Dit alles wordt permanent geëvalueerd. Als synthesemoment wordt op het einde van de module DCO een persoonlijk gesprek gehouden met iedere cursist. Hierin komen het eigen leerproces m.b.t. de oefenlessen, de geboden leeromgeving en begeleiding, evenals de evaluatie van je attitudes, je onderzoekscompetenties en je behaalde competenties aan bod. Een voorwaarde voor het verkrijgen van het attest van de module DCO is het slagen voor zowel de theoretische als voor de praktische component van de module DCP.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
88
Opleidingsbrochure 2016-2017
10.2.11
Beschrijving opleidingsonderdelen
Didactische competentie stage (DCS) studiepunten: 7 (7 praktijk)
Omschrijving
Tijdens de stage is het de bedoeling om alle inzichten, vaardigheden en attitudes die tot dan toe verworven werden in de verschillende modules van de opleiding, integraal te kunnen toepassen in het praktijkveld.
Kerncompetenties
De zelfstandige stage is het eindpunt van de opleiding. Hierin integreert de cursist de basiscompetenties uit alle functionele gehelen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
de de de de de de de de de de
leraar leraar leraar leraar leraar leraar leraar leraar leraar leraar
als als als als als als als als als als
begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen; opvoeder; inhoudelijk expert; organisator; innovator/onderzoeker; partner van ouders/verzorgers; partner van een schoolteam; partner van externen; lid van de onderwijsgemeenschap; cultuurparticipant.
Tegelijk getuigt de cursist van de beheersing van volgende attitudes: A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8
beslissingsvermogen; relationele gerichtheid; kritische ingesteldheid; leergierigheid; organisatievermogen; zin voor samenwerking; verantwoordelijkheidszin; flexibiliteit.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
89
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Doelen
1
Een functionele lesvoorbereiding kunnen plannen, uitwerken en gefaseerd (vanuit de zorg voor doel- en ervaringsgerichte leerprocessen) in praktijk omzetten.
2
Leerdoelen kunnen formuleren en leerinhouden selecteren, rekening houdend met de vooropgestelde beginsituatie en leerplandoelen.
3
Media en werkvormen kunnen voorbereiden, technisch beheersen en functioneel aanwenden rekening houdend met de didactische principes.
4
Toegankelijke leerpakketten en leerteksten kunnen ontwikkelen die het ‘leren leren’ ondersteunen.
5
Product- en procesevaluatie als onderdeel van een krachtige leeromgeving kunnen uitvoeren.
6
Goede toetsen en beoordelingsschalen kunnen opmaken en verwerken:
formatieve en summatieve toetsen kunnen opmaken die aan de onderwijskundige criteria beantwoorden;
een toets kunnen afnemen, corrigeren en beoordelen en de passende didactische conclusies voor jezelf en voor je leerlingen kunnen trekken;
de kwaliteit van werkstukken, producten en vaardigheden valide en betrouwbaar kunnen beoordelen en bijsturen aan de hand van een controlelijst.
7
Vakspecifieke aanwenden.
kennis
en
vaardigheden
beheersen,
verbreden,
verdiepen
en
8
Een verantwoorde psycho-pedagogische attitude aannemen t.a.v. leerlingen (met de nodige betrokkenheid op de leerlingen en het bevorderen van hun kunnen en willen leren).
9
Zorgen voor een goed klasmanagement en een aangenaam leefklimaat.
10
Aandacht hebben voor een vlotte klasorganisatie en gestructureerd werkklimaat.
11
Op een correcte wijze administratieve taken uitvoeren (zowel op de stageplaats, als naar het opleidingsinstituut toe).
12
Presentatievaardigheden aanwenden die de psycho-pedagogische en didactische handelingen zinvol ondersteunen.
13
Concrete, positief kritische reflecties durven en kunnen uiten ten aanzien van de eigen en de geobserveerde lespraktijk.
14
Het eigen leerproces op een efficiënte manier in handen nemen en er ook verantwoordelijkheid voor nemen.
15
Attitudes vertonen die een beginnende leerkracht dient te hebben om op een vlotte wijze te kunnen instappen in het beroep.
16
Via het bijwonen van vakwerkgroepen, klassenraden of formeel overleg, … zich bewust worden van het verruimde takenpakket van de leraar.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
90
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
Inhoud
Vooraleer de stage effectief aan te vangen, is het belangrijk om stil te staan bij je eigen persoonlijke ontwikkeling als leraar en hiervan een portret te maken. Dit gebeurt aan de hand van het opstellen van een aantal concrete, persoonlijke leervragen, zodat je niet stuurloos aan de stage begint. Op basis van deze leervragen, worden aandachtspunten opgesteld om de observatiestage (minimum 10 uur) gericht te kunnen uitvoeren. De observatiestage gaat per school steeds integraal de actieve stage vooraf. Tot de observatietaken kunnen zowel het bijwonen van lessen behoren, als het bijwonen van enkele andere schoolse activiteiten (vakvergaderingen; klassenraden, personeelsvergaderingen, pedagogische studiedagen, ouderavonden, begeleide studiereizen, CLB-besprekingen, adviesgesprek bij stagebegeleiding, …). Na deze observatiestage, volgt de actieve stage (minimum 20 lesuren). Per les(blok) wordt een functionele lesvoorbereiding opgemaakt. Na je stageles reflecteer je over de gegeven les, om van daaruit nieuwe (of zelfde) oefendoelen of kernkwaliteiten mee te nemen naar de volgende stageles. Door het bijwonen van een intervisiemoment tijdens je stage kan je nieuwe mogelijkheden zien om je stage verder zinvol vorm te geven. Alle administratie i.v.m. de stage, wordt bijgehouden in een portfolio.
Onderwijsvorm
De volledige stage kan pas gestart worden na het behalen van de attesten van de overige modules. Je kunt wel de module GRM nog combineren met de eindstage. De stage wordt afgewerkt in één semester. Uitzonderlijk kan een spreiding van de stage aangevraagd worden. In het semester voorafgaand aan het uitvoeren van de stage, volg je het infomoment over de stage. Daar wordt alle informatie die je nodig hebt om de stage vlot te laten verlopen, concreet toegelicht. Iedere stagecursist krijgt een persoonlijke stagebegeleider toegewezen, die als coach optreedt bij vragen en/of problemen.
Studiemateriaal
Alle concrete informatie over de stage wordt gebundeld in de stagebundel en bijlagenbundel. De stagebundel en bijlagen die je nodig hebt voor je begint met je stage worden via de website www.cvovivo.be of www.cvo.vtibrugge.be onder de downloadpagina’s ter beschikking gesteld.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
91
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
De andere bijlagen die je nodig hebt tijdens de stage worden via Smartschool ter beschikking gesteld vanaf het begin van het semester. Het is belangrijk dat je steeds met de meest recente versie van de stagebundel en bijlagenbundel werkt.
Evaluatie
Als het portfolio ontvankelijk verklaard wordt door de stagebegeleider, kan de stage afgesloten worden met een eindgesprek, het eindassessment. Op basis van de inhoud van de ingediende en ontvankelijk verklaarde portfolio, wordt bij de evaluatie van de stage gelet op de kwaliteit van de bewijslast in het portfolio en de feedback van stagementoren en stagebegeleider. Tijdens het eventuele eindassessment krijgt de stagiair alle kansen om te bewijzen dat de basis-competenties bereikt zijn aan de hand van de inhoud van het portfolio. De beoordeling is afhankelijk van de kwaliteit van het portfolio, de beoordeling van de stagelessen door de mentoren, de beoordeling van de stagelessen door de stagebegeleider, de attitudebeoordeling en reflectievaardigheden. De stage wordt beoordeeld op 700 punten. De eindbeoordeling is géén rekenkundig gemiddelde van alle afzonderlijke lesbeoordelingen, maar wel een waardeschatting op grond van alle beschikbare informatie over de activiteiten van de stagiair.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
92
Opleidingsbrochure 2016-2017
Beschrijving opleidingsonderdelen
10.3 Differentieel traject: werken met laaggeschoolde volwassenen Cursisten die al lesgeven aan laaggeschoolde volwassenen of dit in de toekomst zouden willen doen, kunnen binnen de Specifieke Lerarenopleiding een differentieel traject volgen met de focus op lesgeven aan laaggeschoolde volwassenen (in de basiseducatie, het secundair volwassenenonderwijs, tewerkstellingsprojecten …). De cursist volgt de SLO maar heeft de mogelijkheid om - binnen de bestaande modules – een aantal specifieke inhouden (via zelfstudie, praktijkopdrachten …) gericht op lesgeven aan laaggeschoolde volwassenen te volgen. Dit kan vanzelfsprekend ook binnen het LIO-traject. Binnen de SLO bestaan er in het kader van de opleidings- en / of preservicepraktijk alternatieve keuzeopdrachten voor het merendeel van de modules. Bij de start van de module kan de cursist met de lector concrete afspraken hierover maken.
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
93
Opleidingsbrochure 2016-2017
E-mailadressen
11 E-MAILADRESSEN Directie CVO VIVO
[email protected] [email protected]
Directie CVO VTI Brugge
[email protected]
Ombudsman CVO VIVO
[email protected]
Ombudsvrouw CVO VTI Brugge
[email protected]
Opleidingscoördinator CVO VIVO
[email protected]
CVO VTI Brugge
[email protected]
Coördinator van het éénjarige traject CVO VIVO
[email protected]
CVO VTI Brugge
[email protected]
Coördinator LIO CVO VIVO/ DCverantwoordelijke Coördinator LIO CVO VTI Brugge
[email protected]
[email protected]
Moduleverantwoordelijke OMA
[email protected]
Moduleverantwoordelijke LEV
[email protected]
Moduleverantwoordelijke COO
[email protected]
Moduleverantwoordelijken BEG
[email protected]
Moduleverantwoordelijke GRM
[email protected]
Moduleverantwoordelijke PPC
[email protected]
Moduleverantwoordelijke DCA
[email protected]
Moduleverantwoordelijke DCP
[email protected]
Moduleverantwoordelijken DCO
[email protected]
Moduleverantwoordelijke DCS
[email protected]
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
94
Opleidingsbrochure 2016-2017 Lectoren
E-mailadressen
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
CVO VIVO KORTRIJK | CVO VTI BRUGGE
95