opleiding FiST API - antennes 2 februari 2013
Inhoud • Dag 1 [theorie] - 2 februari 2013 - Ervaringsgerichte inleiding van type interventies - Typologie van ingrijpende interventies: CRASH model - Onmiddellijke en uitgestelde reacties bij getroffenen - Principes van psychosociale opvang - Vormen van opvang: EPsyHBO, acute, uitgestelde opvang - Structuur en werking FiST - Besluiten en huistaak voorbereiding dag 2
2
Inhoud • Dag 2 [praktijk] - 9 februari 2013 • Uitwerking van voorbereide casuïstiek in subgroepen • Depressogene interventie • Traumatogene interventie • Exhaustogene interventie • Uitvoering van de rollenspelen: coaching, nabespreking • Rollenspelen maken deel uit van praktijkevaluatie • Evaluatie van de FiST Antennes: theoretische proef • Evaluatie van de 2 dagen opleiding
3
Voorstelling in groep Trainers Achtergrond, FiST ervaring, korps
Deelnemers Ervaring met FiST, korps, motivatie
Introductievragen Hoe betrokken ben je zélf bij dit onderwerp? Wat is je motivatie om FiST Antenne te worden? Wat is een ingrijpende interventie? Welke soorten? Welke zijn de tekens dat een interventie ingrijpend was? Eénzelfde interventie kan erg verschillend zijn voor meerdere betrokken hulpverleners? (driehoek van impact) Wat zijn je eigen sterktes en zwaktes in het licht van ingrijpende interventies?
Syllabus bij de opleiding FiST Antennes (en FiST Debriefers) Stress en trauma bij de politie Erik DE SOIR, Patrick VAN DEN STEENE en Frédérick DAUBECHIES MAKLU Uitgevers
Syllabus bij de opleiding Te kennen inhouden bij opleiding FiST-API Antennes Hoofdstuk 2. Psychotraumatologie: van traumatogene gebeurtenis tot psychotrauma Hoofdstuk 3. Eerste Psychische Hulp bij Ongevallen (EPsyHBO) Hoofdstuk 4. Gesprekstechnieken voor interventie na een traumatische gebeurtenis: het schokverwerkingsproces als uitgangspunt (tot § 4.4.)
Mogelijke examenvragen Schets de „doorwerking‟ van ingrijpende interventie op basis van het schokverwerkingsproces. Welk soort hulp is aangewezen bij de doorwerking van een ingrijpende interventie? CRASH model? Wanneer? Wat? Door wie? Hoe? Hoe lang? Geef de 5 basisvragen die een Fist-antenne stelt bij een post-interventiegesprek De basisprincipes van psychosociale crisisopvang: ONVEE, BIG FIVE. Leg uit Geef schematisch de werking weer van fist op provinciaal niveau
FiST Antennes : THEORIE + PRAKTIJK Theoretische opleiding: leesopdracht + 1 dag opleiding Praktijkopleiding: voorbereiding casuïstiek + oefeningen Sessie voor emotionele ventilatie Sessie voor psychologische stabilisatie Sessie voor recuperatie/herstel
Begripskader: CRASH model – Principes EPsyHBO – ONVEE – BIG FIVE (REIMS) – driehoek van impact
Onmiddellijke psy opvang
: 5 VRAGEN FLASH – PSY TRIAGE
Uitgestelde psy opvang
: psychologische debriefing/loskoppeling
Doelstellingen FiST Antenne opleiding (1) • Verschaffen van basiskennis voor zorgcollega‟s bij de hulpdiensten (disciplines 1, 2 en 4) • Inhoud van de opleiding: theorie en praktijk m.b.t. onmiddellijke, acute en uitgestelde opvang na erg „ingrijpende interventies‟ bij het personeel van de hulpdiensten (disciplines 1, 2 en 4). - Op basis van de typologie van ingrijpende c.q. schokkende interventies (CRASH model): traumatogeen (traumatiserend), depressogeen (deprimerend), exhaustogeen (uitputtend)
Doelstellingen FiST Antenne opleiding (2) • Onmiddellijke opvang : Eerste Psychologische Hulp bij Ongevallen op de plaats van de interventie. - Voorbeeld: opvang van gewonde collega tijdens interventie
• Acute opvang: ondersteuning en omkadering in eerste ogenblikken na een ingrijpende interventie. - Voorbeeld: ongeval van collega‟s, bij de terugkeer in de kazerne, na interventie met dodelijke afloop
• Uitgestelde opvang: geheel van gesprekken en contacten in de dagen/weken volgend op de ingrijpende interventie - Voorbeeld: psychologische groepsdebriefing na dodelijk ongeval
Eindtermen (1) • De FiST Antennes kunnen de verschillende soorten slachtoffers betrokken bij een bepaalde ingrijpende interventie opdelen in primaire, secundaire en tertiaire slachtoffers in functie van de ondergane impact. • De FiST Antennes kunnen de verschillende tijdstippen van steuninterventies benoemen en deze verschillende vormen van opvang inhoudelijk duiden.
Eindtermen (2) • De FiST Antennes kunnen chronologisch de vormen van opvang benoemen en uitleggen: one-on-one gesprekken, demobilisation, defusing en (critical incident stress) debriefing. • De FiST Antennes kunnen de verschillen benoemen tussen depressogene (uiterst droevige), traumatogene (levensbedreigende) en exhaustogene (uitputtende, langdurige) interventies en uitleggen welke invloed er van deze verschillen uitgaat in de richting van de aan te bieden opvang.
Eindtermen (3) • De FiST Antennes kunnen verschillende stadia van een levensbedreigende situatie herkennen en het verband leggen met de fenomenen van “dissociatie” zoals die tijdens en kort na traumatogene interventies kunnen voorkomen: afsplitsing uit de werkelijkheid, verandering van tijdsverloop of –besef, tunnelervaringen, werken op automatische piloot, black out, etc. • Ze kunnen de principes van snelle stabilisatie volgens verschillende technieken uitleggen.
Eindtermen (4) • De FiST Antennes kunnen een post-interventie gesprek – recuperatiegesprek – voeren aan de hand van vier à vijf basisvragen (cf. basisopleiding): - wat heb je tijdens de interventie gedaan (kunnen doen)? - hoe ging dat volgens jou (voor jou)? - met welke problemen werd je gedurende deze interventie geconfronteerd? - hoe gaat het nu met je? - vind je het nodig in de komende dagen nog eens op deze interventie terug te komen (door de organisatie van 1) een psychologische/emotionele debriefing; 2) een technisch operationele debriefing.
Eindtermen (5)
• De FiST Antennes herkennen de interventies waarvoor ze beroep moeten doen op het FiST voor bijkomende post-interventie steun en kunnen ook de verschillende stappen opnoemen in de contactname met FiST en/of de planning van een steuninterventie.
Ervaringsgerichte analyse van ingrijpende interventies Types gebeurtenissen, slachtoffers, preventie Deze oefening heeft NIET tot doel om je in groep te laten praten over ingrijpende interventies, maar wil je leren de soorten impact beter te begrijpen
FiST FIRE STRESS TEAM
ERVARINGSGERICHTE ANALYSE Welke is tot nu tot de meest ingrijpende interventie die je in je loopbaan als hulpverlener meemaakt? Waarom was deze interventie ingrijpend? Welke basiskenmerken? Spelen er op de achtergrond dingen mee die deze interventie bijzonder moeilijk maakten? Beschrijf de context.
Welke soorten interventies kan je onderscheiden in dagelijkse interventies van brandweerlui en/of ambulanciers?
FiST FIRE STRESS TEAM
ERVARINGSGERICHTE ANALYSE
In hoeverre heb je er toen bij stilgestaan wat deze interventie voor jou, je collega’s en de slachtoffers betekende? Hield de gebeurtenis een (levens)bedreiging en/of een verlies en/of een bijzondere fysieke uitdaging in? Zo ja, geef een beschrijving van het soort impact.
FiST FIRE STRESS TEAM ERVARINGSGERICHTE ANALYSE In hoeverre heb je zelf invloed gehad op wat er tijdens deze interventie gebeurde? Of net niet? Hoe beïnvloedde deze interventie je routine in de daaropvolgende periode? Beschrijf enkele verstoringen van de gebruikelijke patronen op het gebied van werk/vrije tijd, slapen/waken, sociale contacten (eventueel symptomen/klachten). Hoe blik je vandaag op deze interventie terug? Wat leerde je uit deze interventie? Hoe beïnvloedde dit je praktijk?
Slachtoffer worden als hulpverlener ?
Een „slachtoffer‟ is iemand die door de gevolgen van bepaalde handelingen of gebeurtenissen zwaar wordt getroffen iemand die geen controle meer heeft over de situatie die hij beleeft.
door het meemaken van een ongeluk…of door getuige te zijn van een schokkende situatie
Niemand wordt ‘zomaar’ hulpverlener
Je wilt helpen en dat zegt iets over jou, vaak meer dan je zelf beseft of wil beseffen. Je wilt het verschil maken door met betekenisvolle dingen bezig zijn, mensen in nood helpen. maar Je moet zorg voor jezelf dragen… dat begint op bij je thuis, maar gaat door op je werk, de switch zomaar afzetten, kan je niet en je raakt nooit slachtoffers ongestraft aan
PSYCHOLOGISCHE TRIAGE HET CRASH MODEL
23
Het CRASH model Type slachtoffer
Slachtoffers: Tertiaire Secundaire Primaire
Gebeurtenissen: Traumatogeen Depressogeen Exhaustogeen
Type gebeurtenis
Acties: Preventie Aanpak Ψ opvolging
Type preventie 24
De types preventie in het CRASH model • Primaire, secundaire & tertiaire preventie • •
•
Primaire preventie: maatregelen die toelaten om post-impact gevolgen (restletsels) te vermijden voorkomen Secundaire preventie: maatregelen die toelaten om de post-impact gevolgen te verminderen ontwikkeling van symptomen in een vroegtijdig stadium voorkomen via juiste tussenkomst Tertiaire preventie: maatregelen die zich richten op de behandeling van chronische en/of gefixeerde restletsels op lange termijn (psychotherapeutische behandeling)
Het werk van FiST Antennes kan bestaan uit primaire en secundaire preventie
De types slachtoffers in het CRASH model • Primaire, secundaire & tertiaire getroffenen •
•
•
Primaire = personen die rechtstreeks getroffen werden » Rechtstreeks getroffen slachtoffers van schokkende of ingrijpende gebeurtenissen Secundaire = personen die onrechtstreeks getroffen werden » dierbaren, collega‟s, getuigen, sociaal netwerk, enz. Tertiaire = intervenanten (psychosociale en hulpdiensten) » Onderhouden professionele relatie met andere getroffenen
Het werk van FiST Antennes kan bestaan uit de psychologische triage in categorieën getroffenen als voorbereiding van het werk op de tweede lijn (FiST debriefers)
De types gebeurtenissen in het CRASH model • Traumatogene gebeurtenis (potentieel traumatisch) - (Levens)bedreiging, gevaar, verhoogde lichamelijke opwinding (flight/flight/freeze), (doods)angst - Contact met de dood (via dreiging of dood van de ander)
• Depressogene gebeurtenis (potentieel deprimerend) - Verlies van mensenleven, acute rouw, verdriet, intense emoties, neerslachtigheid, stilte
• Exhaustogene gebeurtenis (uitputting) - Uitputting lichamelijke/fysieke reserves, flame out
Het werk van FiST Antennes kan bestaan uit de psychologische triage in categorieën getroffenen als voorbereiding van het werk op de tweede lijn (FiST debriefers)
Praktisch nut voor FiST Antennes • FiST Antennes kunnen in hun analyse het CRASH model gebruiken om de soorten getroffenen bij een grootschalig interventie in te delen in doelgroepen • In functie van de blootstelling van deze doelgroepen zal dan een begeleiding op maat kunnen uitgewerkt worden. • In functie van het soort impact volgt acute steun. - Psychologische stabilisatiesessie (traumatogene interventie) - Emotionele ventilatiesessie (depressogene interventie) - Recuperatiesessie (exhaustogene, uitputtingsinterventie)
Wanneer worden schokkende, ingrijpende interventies als ‘potentieel traumatisch’ gezien? de ervaring is plots, eenmalig, onverwacht, buitengewoon;
brengt intense gevoelens van machteloosheid, woede, angst en ontreddering; je kan je er totaal niet op voorbereiden;
confronteert je op objectieve of subjectieve wijze met de dood of bedreiging van fysieke integriteit van jezelf of iemand anders. je basisverwachtingen en –zekerheden omtrent het leven worden verstoord (veiligheid, voorspelbaarheid, vertrouwen, eerlijkheid, samenhang, zinvolheid, controle, etc.)
Verschillende fasen na een ingrijpende interventie 1.
Acute impact fase: van 24 à 72 uur post-impact (na de interventie)
2.
Doorwerkingsfase: van enkele dagen tot enkele weke (4 - 6 weken)
3.
Fixatiefase: fixatie van restletsels na enkele weken -
Meerderheid van de hulpverleners verwerkt een ingrijpende interventie spontaan, slechts een minderheid kan kampen met blijvende restletsels (verstoorde verwerking, psychotrauma, etc.). 70 à 80% herstelt spontaan, 15 à 20% kan problemen van doorwerking ondervinden, ongeveer 1,5 à 3% kan blijvende restletsels ontwikkelen. Cijfers kunnen beduidend hoger liggen bij brandrampen (verminkingen), rampen met eigen collega‟s zwaar gewond of dood, rampen met kinderen
Psychosociale opvang na ingrijpende interventies:
de acute fase • Machteloosheid en hulpeloosheid, „in een traumatische roes verkeren‟, onbesef van draagwijdte van gevolgen, periodes van derealisatie, hyper/hypo-actief gedrag, agressie en cynisme • Mogelijkheid om veiligheid, geborgenheid en rust aan te bieden zodat de impact langzaam kan doordringen • Informatie verschaffen (over de situatie, de feiten, de gevolgen, de voorziene hulp, etc.) • Ventilatie: praten, gevoelens uiten, tijd
Psychosociale opvang na ingrijpende interventies:
de doorwerkingsfase • Heen/weer beweging tussen herbeleving en vermijding van de herinneringen die met de interventie samenhangen. • Steunomgeving (collega‟s, leiding, leefkern) kan helpen: luisteren, begrip tonen, erkenning bieden en dingen bespreekbaar maken • Contact met lotgenoten : acute opvang, psychologische debriefing na verloop van enkele dagen, contact met (in)directe slachtoffers, etc.
Aandachtspunten (1) • Typische verschijnselen bij traumatogene ingrijpende interventie - Uiteenvallen van zintuiglijke beleving/veranderde werking van de zintuigen - Dissociatieve reacties (verandering bewustzijn): depersonalisatie, analgesie, anaesthesie, tunnelvisie, automatische piloot, tijdsdistorsies, desoriëntatie, geheugenverlies (black outs), etc. - > in de acute opvang is herkenning van deze reacties erg belangrijk als voorspeller van latere problemen! - > eerstaanwezige hulpverleners (FiST Antennes) dienen zich af te stemmen op het ritme van de getroffenen
Aandachtspunten (2) • Door de confrontatie met de dood ontstaat een overweldiging van het psychisme • Deze overweldiging is vaak onuitspreekbaar en woordenloos. In het psychisme zijn geen woorden of symbolen beschikbaar om de absolute horror en gruwel omtrent dit doodsbeeld aan vast te hangen.
• De getroffenen van dit soort ervaringen voelen zich totaal uitgesloten en niet meer behoren tot « de wereld van de sprekenden » TIP voor ANTENNES 1ste acute opvang zal vaak NIET bestaan uit praten maar uit geruststellen en kalmeren!
Aandachtspunten (3) – Stadia levensbedreigende ervaring • Perceptie van gevaar -> automatische reactie -> lichamelijke arousal (opwinding) escaleert tot hyperarousal -> organisme maakt zich klaar voor reactie -> fight/flight – via de mobilisatie van defensieve actie schema‟s – tegen het levensbedreigende gevaar • Verhoogde oriëntatiereflex (inschatten van waar het gevaar komt) : de aandacht vernauwt, binnen die vernauwing is er een verhoogde focus op het gevaar (tunnelervaringen, weaponfocus) • Organisme bereidt zich voor op fysieke en psychische defensieve reacties Cuny, H. (1965); Levine, P. & Frederick, A. (1997), Tinnin, L. (2000), Nijenhuis, E. & Van der Hart, O. (1999)
Aandachtspunten (4) – Stadia levensbedreigende ervaring • Organisme bereidt zich voor op fysieke en psychische defensie: - Actieve verdedigende responsen: fysiek probleem-oplossend gedrag, vechten of vluchten, zelfs soms met inbegrip van andere defensieve reacties (inclusief andere defensieve reacties zoals beschermende reflex met arm tegen ontploffing, wegspringen, wegdraaien, enz.), mentaal oplossend gedrag (oplossingen, uitwegen zoeken) - Passieve verdedigende responsen: freezing, fainting of onderwerping kan optreden wanneer in gegeven situatie actieve verdedigende responsen ineffectief blijken te zijn, het gevaar té groot is; alles té snel gaat om gevat te worden of té snel gaat, wordt vaak overgegaan op automatische gehoorzaamheid, onderwerping Cuny, H. (1965); Levine, P. & Frederick, A. (1997), Tinnin, L. (2000), Nijenhuis, E. & Van der Hart, O. (1999)
Aandachtspunten (5) – Stadia levensbedreigende ervaring • Eenmaal levensbedreiging afgewend -> afbouw of deactivatie van de verschillende systemen voor fysieke verdediging: - ontladen van activatie (o.a. trillen), metabolisatie van biochemische substanties, her-kalibreren van de oriënteringsreflex, ontspannen van de spierspanning
• Rest & repair: veiligheid opnieuw bekomen, systeem kan terug tot rust komen, herstellen en/of om hulp roepen/vragen • Reorganisatie: het systeem zal verder herstellen – proces van verder herstel, ontspanning en heling; om terug voldoende veerkracht te bereiken om bij gevaar opnieuw geactiveerd te worden - Cuny, H. (1965); Levine, P. & Frederick, A. (1997), Tinnin, L. (2000), Nijenhuis, E. & Van der Hart, O. (1999)
GETROFFENEN EN HUN REACTIES De driehoek van impact
38
Vaststellingen emotionele impact • Een interventie kan : • Een sterke impact hebben op de ene persoon • En een verwaarloosbare impact op de andere persoon
• Een persoon kan : • Diep geraakt worden door de ene interventie • Maar niet door een andere zware interventie
Waarom reageren mensen zo verschillend?
39
De driehoek van impact
p. 94 - 97, 2.3.2
40
De driehoek van impact
Hoe groter de oppervlakte van de driehoek, hoe groter de draagkracht van de persoon 41
De driehoek van impact Tegenslagen/ negatieve gebeurtenissen die de hulpverlener in het eigen leven meegemaakt heeft
Hulpverlener zelf
Slachtoffers/getroffenen waarmee hulpverlener geconfronteerd wordt tijdens uitvoeren opdracht 42
De driehoek van impact Oppervlakte van driehoek = Hoe dicht liggen de verschillende hoekpunten bij elkaar
= In welke mate hebben de slachtoffers/eigenschappen van de interventie raakpunten met de intieme leefomgeving van de hulpverlener en/of gebeurtenissen uit zijn leven
= De mate van identificatie 43
Voorbeeld • Tom en Rudi zijn technisch team bij bevrijding van een beknelde hoogzwangere vrouw uit een geaccidenteerd voertuig
•De vrouw van Tom is momenteel 7 maand zwanger en had 2 jaar geleden een miskraam •Rudi is vrijgezel en heeft nog nooit een langdurige relatie gehad
© Jan Verbeke Producties BVBA
44
De driehoek van impact [Rudi] Tegenslagen/ negatieve gebeurtenissen
Hulpverlener
Slachtoffers/getroffenen
45
De driehoek van impact [Tom] Tegenslagen/ negatieve gebeurtenissen Miskraam
Hulpverlener Tom wordt binnenkort zelf papa
Slachtoffers/getroffenen Zwangere vrouw + ongeboren kind 46
De (dubbele) driehoek van impact
Naast identificatie speelt ook de bio-psycho-sociale toestand van de hulpverlener een rol 47
De (dubbele) driehoek van impact Biologisch : de lichamelijke toestand/conditie vb grieperig, niet veel geslapen, etc.
Sociaal : heeft de hulpverlener een ondersteunend sociaal netwerk, etc.
Psychologisch : voelt men zich goed in zijn vel, depressieve gevoelens, rouw, etc.
48
Voorbeeld • Eddy, beroepsambulancier bij de brandweer is net gescheiden van zijn vrouw • Biologisch : Eddy eet ongezond, en slaapt gemiddeld nog vier uur per nacht
• Psychologisch : Eddy voelt zich niet zo goed in z‟n vel, is constant neerslachtig en irriteert zich aan de kleinste details • Sociaal : Eddy trekt zich terug uit sociale situaties, hij mijdt contact met zijn familie, spreekt niet meer af met vrienden
49
Praktische bruikbaarheid van driehoek van impact voor FiST Antennes? • Op welke manier kan je als FiST-antenne de driehoek van impact gebruiken?
• Warning light! Onevenwicht draaglast/-kracht
50
Oefening in subgroepen • Beschrijf een ingrijpende interventie uit je eigen praktijk en pas dit model toe. • Bespreek voor 2 hulpverleners de dubbele driehoek van impact, en verklaar hierdoor waarom de interventie op de ene hulpverlener een grote impact heeft, en op de andere hulpverlener een zeer beperkte impact
51
Reacties gespreid in de tijd
Tijdens gebeurtenis
Acuut, voorbijgaand
Korte termijn
Lange termijn
…
PTSS
Chronisch, blijvend
p. 97 - 111
52
Onmiddellijke reacties • Tijdens gebeurtenis • Stressreacties (zie schema dreiging) • lichamelijke overdrive (fight/flight/freeze) • tunnelvisie, bewustzijnsvernauwing • verdoving, desoriëntatie • automatische piloot • shock ≈ overstroming van indrukken, overstimulatie
53
Reacties op korte termijn • Acute fase [tot 24 à 72u na gebeurtenis] • uitlopers (resten) van reacties tijdens gebeurtenis (vb tunnelvisie, schrikachtigheid, triggering, etc) • fysieke verschijnselen (stressreacties, vermoeidheid) • nemen meestal af wanneer persoon uit situatie weggehaald wordt • chaos, verwarring, desoriëntatie • verbijstering, schuldgevoel, schaamte, angst • flashbacks bij stimuli die doen denken aan… • zich afzonderen (vorm van vermijdingsgedrag) • kwaadheid, irritatie, etc.
54
Reacties op langere termijn • Langere termijn [enkele dagen tot weken na gebeurtenis] • Fysieke symptomen : vermoeidheid, slaapproblemen, hoofdpijn, buikpijn, hyperventilatie, etc. • Mentale symptomen : herbeleving, flashbacks, nachtmerries, besluiteloosheid, verhoogde waakzaamheid, problemen met concentratie (op andere dingen aan interventie). • Emotionele symptomen : schuld-, angst- of schaamtegevoel, vervreemding, woede, neerslachtigheid, controleverlies over emoties, etc. • Gedragsmatige symptomen : schrikachtig, vermijding van dingen of personen gerelateerd aan gebeurtenis, sociale isolatie, alcohol- of drugsgebruik, verandering van eet-, werken slaapgewoontes, …
55
Post-Traumatische Stress Stoornis (volgens de DSM-IV of de ICD-10) • •
•
A De persoon is blootgesteld aan een « traumatische » gebeurtenis waarin de volgende elementen aanwezig zijn: De persoon heeft een gebeurtenis of meerdere gebeurtenissen meegemaakt (of er getuige van geweest) waarin mensen konden sterven of ernstig gewond geraken, of tijdens dewelke er dreiging was om te sterven of ernstig gewond te geraken (of tijdens dewelke er een ernstige dreiging was voor de fysieke integriteit) De persoon heeft hierop gereageerd met intense angst, een gevoel van onmacht of gruwel (bij kinderen kan een gedrag van agitatie en ontreddering deze gevoelens vervangen)
Post-Traumatische Stress Stoornis (volgens de DSM-IV of de ICD-10) • Gebeurtenis en de manier van ze te beleven voldoet aan de criteria A1 en A2 van de DSM-IV - A1: gebeurtenis meegemaakt hebben of er getuige van zijn - A2: machteloosheid en/of intense angst en/of gruwel
• Criterium B – Minstens één symptoom van herbeleving • Criterium C – Minstens drie symptomen van vermijding en ontkenning • Criterium D – Minstens twee symptomen van verhoogde activatie en prikkelbaarheid • Criterium E – Verstoring van het sociale-, beroeps- of privé-leven op verschillende domeinen • Criterium F - Duur van de stoornis = minstens 1 maand
Doorwerkingsreacties (verstoord) Herhaling/herbeleving
Tijd
Vermijding 58
Doorwerkingsreacties (gezondmakend) Herhaling/herbeleving
Tijd
Vermijding 59
Praktisch nut voor FiST Antennes • Op welke manier kan je als FiST-antenne deze informatie over de reacties en/of symptomen van herbeleving/vermijding gebruiken?
OF
60
AANPAK EERSTE OPVANG ONVEE Principes
61
Principes van Eerste Psychologische Hulp
De ONVEE - principes
Onmiddellijkheid Nabijheid Verwachting Eenheid Eenvoud
Principes van Eerste Psychologische Hulp
De ONVEE - principes
Onmiddellijkheid Werken volgens het principe van proactiviteit d.w.z. een actieve contactname met groepen getroffenen vanuit een preventieve ingesteldheid i.p.v. af te wachten
Principes van Eerste Psychologische Hulp
De ONVEE - principes
Nabijheid Werken met getroffenen volgens het principe van geografische en sociale nabijheid t.a.v. de ramp, bijzonder contact tussen lotgenoten gebruiken in opvang
Principes van Eerste Psychologische Hulp
De ONVEE - principes
Verwachting Vanuit de verwachting van legitimiteit en normaliteit van de reacties vanwege de groepen slachtoffers en de verwachting van een “return to normal life” (ASAP)
Principes van Eerste Psychologische Hulp
De ONVEE - principes
Eenvoud Acute psychosociale hulp berust op eenvoudige handelingen (herstellen van gevoel van veiligheid, geborgenheid, basisbehoeften, emotionele steun, etc.) maar dat is daarom niet gemakkelijk
Principes van Eerste Psychologische Hulp
De ONVEE - principes
Eenheid Vanuit een eenheid van visie (vanwege de psychosociale intervenanten) en een éénduidigheid in aanpak en nazorg
Eerste Psychologische Hulp bij Ongevallen (EPsyHBO)
Opvang op de plaats van de interventie •
• • •
• •
•
Indien nodig EHBO toepassen op de getroffene(n) en (eventueel) wegleiden op nabije afstand van plaats van het gebeuren (bescherming weersomstandigheden) Getroffenen “draaglijk (fysiek) comfort” en ondersteuning bieden Getroffene blijven geruststellen en kalmeren Getroffene binnen “venster” van aangepaste „vechtactivatie‟ (gepast activeren of de-activeren) Getroffene gewogen (eerlijke en juiste) informatie aanbieden Getroffene helpen om terug controle over zichzelf te verkrijgen (ademhaling onder controle houden/krijgen) Getroffene helpen bij fysieke ontlading (begeleiden bij trillen en beven) en afbouw van aangemaakte energue
Vroegtijdige interventies
69
Vroegtijdige interventies Stabilisatiesessie na traumatogene gebeurtenis
70
STABILISATIESESSIE (p152-156) • Doel: rust en kalmte bereiken, afbouw lichamelijke opwinding en spanning, reorganisatie beleving - Uitleg van principe van triggering, grondingstechnieken (p153) - Uitleg van principe van ademhalingsondersteuning (p153)
• Uitleg structuur van eerste gesprek (5 vragen): - Kort relaas van de feiten (Wat deed ik? In welke functie/rol?) - Zelfevaluatie (Wat vind ik van mijn acties? Knelpunten?) - Evaluatie beleving van het moment (Hoe is het met me?) - Evaluatie noodzaak verdere steun (Welke ondersteuning?) - Activatie 2de lijn indien nodig (Organisatie groepsdebriefing?)
• Afronding met psycho-educatieve tips
Vroegtijdige interventies Emotionele ventilatiesessie na depressogene gebeurtenis
72
EMOTIONELE VENTILATIESESSIE (p147-150) • Doel: emoties m.b.t. pijnlijke beelden van verlies, overlijden en lijden ventileren - Uitleg van principe van emotionele identificatie (p147) - Uitleg van principe van aangetaste basiszekerheden (p148)
• Uitleg structuur van eerste gesprek (5 vragen): - Kort relaas van de feiten (Wat deed ik? In welke functie/rol?) - Zelfevaluatie (Wat vind ik van mijn acties? Knelpunten?) - Evaluatie beleving van het moment (Hoe is het met me?) - Evaluatie noodzaak verdere steun (Welke ondersteuning?) - Activatie 2de lijn indien nodig (Organisatie groepsdebriefing?)
• Afronding met psycho-educatieve tips, nood follow up?
Vroegtijdige interventies Recuperatiesessie na exhaustogene gebeurtenis
74
RECUPERATIESESSIE (p151-152) • Doel: hulpverleners helpen om zo snel mogelijk terug fysiek op krachten te komen, recuperatie, hygiëne - Uitleg van principes van flame out, dehydratatie (p151) - Verschaffen van energierepen, drinken, etc. (p151)
• Uitleg structuur van eerste gesprek (5 vragen): - Kort relaas van de feiten (Wat deed ik? In welke functie/rol?) - Zelfevaluatie (Wat vind ik van mijn acties? Knelpunten?) - Evaluatie beleving van het moment (Hoe is het met me?) - Evaluatie noodzaak verdere steun (Welke ondersteuning?) - Activatie 2de lijn indien nodig (Organisatie groepsdebriefing?)
• Afronding met tips voor psychohygiëne en replenishment
Vroegtijdige interventies Uitgestelde opvang: psychologische debriefing
76
Psychologische debriefing
Critical Incident Stress Debriefing (CISD) Jeffrey Mitchell
Inhoud en doelstellingen • • • •
Groepsinterventie Tussen 24 en 72 uur na de ingrijpende gebeurtenis In een veilige context en omgeving De mogelijkheid creëren om te praten met een empathische gesprekspartner i.c. FiST leden
Niewere benaming voor CISD: Powerful Event Group Support (PEGS) Een homogene groep, collectief crisis ondersteuningsproces voor personeelsleden die in operationele context blootgesteld werden aan krachtige gebeurtenissen (Critical Incident Stress Debriefing {CISD})
Fasen van een PEGS COGNITIEF Samenvatting
Inleiding
Kort overzicht van de situatie
Informatie over Stress en Richtlijnen voor Herstel
Eerste indrukken
Signalen van distress
Persoonlijke impact
AFFECTIEF
Inhoud van een CISD (2-5u) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding-fase: uitleggen regels, proces en verwachtingen stellen Feiten-fase: wat is er gebeurd vanuit jouw perspectief (wat heb je gezien, gehoord, geroken, gevoeld/aangeraakt en gedaan) Gedachten-fase: eerste en belangrijkste gedachten/indrukken Reacties-fase: reacties op ergste dat gebeurd is (emoties) Symptomen-fase: ruimte geven aan iedere cognitieve, fysieke, emotionele of gedragsmatige ervaring Onderwijs-fase: symptomen die normaal, typisch en legitiem (inherent aan ingrijpende interventies) bespreken en duiden Herbegin-fase: verduidelijking, afsluiting, doorverwijzing , info
Bij psychosociale hulpverleners 24-48u na de gebeurtenis
REIMS Principes - Doorwerking
81
Belang van psychosociale zorg •
Preventie van psychosociale en post-impact restletsels bij getroffenen Big Five (REIMS) van de Victimologie
• -
1. Rituelen
-
2. Erkenning
-
3. Informatie
-
4. Mantelzorg
-
5. Secundaire victimisatie
Rituelen Geven een uiterlijke vorm aan menselijk leed
Erkenning Betekent respect voor de beleving van de getroffenen
Informatie Als beginpunt voor het aanvaardings- en doorwerkingsproces
Mantelzorg Natuurlijke hulp vanuit het sociale weefsel rond de getroffenen
Secundaire Victimisatie Onhandigheden, fouten, gebrek aan begrip, respect en erkenning treffen de getroffenen een tweede keer •
Crisisbeheer- en communicatie!
•
Geruchten, onnauwkeurigheden, vergeten van bepaalde groepen getroffenen, administratie, procedures, juridisch onderzoek, pers, etc.
Eerste opvang
88
Samenvatting dag 1 : CRASHmodel Type slachtoffer
Slachtoffers: Tertiaire Secondaire Primaire
Gebeurtenissen: Traumatogeen Depressogeen Uitputting
Type gebeurtenis
Acties: Preventie Prise en charge Ψ opvolging
Type preventie 89
SYNTHESE OEFENING Herhaling van de theorie en de kapstokken CRASH model en psy triage Driehoek van impact Fasen van doorwerking ONVEE, BIG 5 principes EPsyHBO, acute opvang
CRASHmodel •Het treinongeval bij Buizingen is een spoorwegongeval op Spoorlijn 96 (Brussel – Quévy) waarbij de stoptrein van Leuven naar „s-Gravenbrakel de IC-trein van Quiévrain naar Luik in de flank ramde. Het ongeval vond plaats op 15 februari 2010 rond 08:28, nabij Buizingen, een deelgemeente van Halle. De treinbestuurder van een derde trein, die op een parallel spoor reed, zag alles gebeuren en kon tijdig een noodstop maken. De treinramp behoort tot de dodelijkste uit de geschiedenis van de Belgische spoorwegen. Op de dag van het ongeluk werd al snel duidelijk dat er achttien doden (15 mannen en 3 vrouwen, waarvan één hoogzwangere vrouw) waren gevallen. De slachtoffers zijn voornamelijk Belgen, maar er is ook melding gemaakt van twee Fransen. Er vielen 162 gewonden, onder wie 11 zwaargewond. De bestuurder van de trein uit Leuven overleefde het ongeval.
91
CRASHmodel •Om 8.23 uur, precies op tijd, verlaat de stoptrein van Leuven naar ‟s Gravenbrakel het station van Lot. Zo‟n 2 kilometer verder maakt hij nog een tussenstop in het station van Buizingen. Daarna rijdt hij verder. Ondertussen is een IC-trein onderweg van Quiévrain naar Luik, met tien minuten vertraging. Precies om 8.28 uur botsten beide treinen op elkaar, op enkele honderden meters van het station van Buizingen. Het gaat om een zijdelingse aanrijding ter hoogte van een wissel. De ravage is enorm: de eerste wagon van de IC-trein is volledig verhakkeld, twee andere wagons kantelen en belanden naast de sporen. Ook de stoptrein loopt zware schade op. Onmiddellijk komt een reddingsoperatie zonder voorgaande op gang. De gewonden worden opgevangen in het station van Halle en vandaar verdeeld over ziekenhuizen in het hele land. Wie lichtgewond of ongedeerd is, kan terecht in een opvangcentrum in Buizingen. Op beide treinen zaten in totaal 250 tot 300 passagiers. Bij het ongeval raken uiteindelijk 150 mensen gewond. Elf zijn er erg aan toe. Voor 18 passagiers, bij wie een hoogzwangere vrouw, kan geen hulp meer baten. 92
CRASHmodel - Slachtoffers Type slachtoffer
Slachtoffers: Tertiaire Secondaire Primaire
Type gebeurtenis
Type preventie 93
CRASHmodel - Slachtoffers •
PRIMAIR • •
•
Alle passagiers op de betrokken treinen Personeel NMBS op de getroffen treinen
SECUNDAIR • •
•
•
[rechtstreeks getroffenen]
[onrechtstreeks getroffenen, sociaal netwerk SO‟s, getuigen]
Getuigen van de treinramp Familieleden/vrienden van de passagiers én personeelsleden op één van de betrokken treinen + Eventueel: Hulpverleners die band hebben ontwikkeld met één of meerdere slachtoffers (cf. zwangere vrouw)
TERTIAIR [mensen die betrokken waren in hulpverlening] • Hulpverleners: intervenanten én buurtbewoners • Pers ter plaatse
94
CRASHmodel - Gebeurtenis Type slachtoffer
Gebeurtenissen: Traumatogeen Depressogeen Exhaustogeen
Type gebeurtenis
Type preventie 95
CRASHmodel - Gebeurtenis •TRAUMATOGEEN •De passagiers •Het personeel van de NMBS
•DEPRESSOGEEN •Familieleden/vrienden van de slachtoffers
•UITPUTTING •Voor de hulpverleners hoofdzakelijk uitputtend (non stop werken in vriesweer) •Wachten op erkenning •Overrompeld worden door pers
96
CRASHmodel - Preventie / actie Type slachtoffer
Type gebeurtenis
Acties: Preventie Aanpak Ψ opvolging
Type preventie 97
CRASHmodel - Preventie / actie •PRIMAIR
[wat gebeurt voor gebeurtenis, zorgen dat men voorbereid is en kans op negatieve gevolgen minimaliseert]
• FiST werking is gekend bij brandweer Halle. Bijgevolg werden de antennes ter plaatse snel verwittigd die op hun beurt de supervisor contacteerden.
•SECUNDAIR
[in vroeg stadium, bij schokkende gebeurtenis negatieve gevolgen proberen te beperken/voorkomen]
•Tijdens de ramp ter plaatse gaan •Drie debriefings
•TERTIAIR [verdere professionele opvolging op langere termijn] •Individuele opvolging/begeleiding door psycholoog, was in dit geval niet nodig
98
CRASHmodel - Oefening •De brandweer wordt opgeroepen voor een ontploffing met daaropvolgende brand in een bedrijf. Snel na aankomst worden 5 zwaar verbrande slachtoffers geëvacueerd. Wim, chauffeur van de 1e AP ziet plots dat zijn broer één van de slachtoffers is. Hij moest die dag, als elektricien herstellingen uitvoeren in het bedrijf. Wegens de omvang van de brand neemt het blussen en nablussen meerdere uren in beslag. Tijdens het nablussen stort een muur in en raakt een brandweerman geklemd. Hij blijft steeds bij bewustzijn, maar heeft helse pijn. Na 40 minuten wordt hij door zijn collega‟s bevrijd en met ernstige verwondingen naar het ziekenhuis gebracht. Ondertussen is een naburig korps in versterking gekomen om het nablussen verder te zetten.
99
CRASH model - Oefening Type slachtoffer
Slachtoffers: Tertiaire Secondaire Primaire
Gebeurtenissen: Traumatogeen Depressogeen Uitputting
Type gebeurtenis
Acties: Preventie Prise en charge Ψ opvolging
Type preventie 100
Praktisch nut van triage: oefening • Op welke manier kan je als FiST-antenne het crash model gebruiken?
• Bij feiten (met meerdere betrokkenen) overzicht krijgen op de verschillende combinaties van soorten gebeurtenissen, slachtoffers en tussenkomsten (1e triage)
101
Niveaus in de hulpverlening
1. 2. 3. 4.
Collega‟s Familie Semi-professionele hulpverlening Professionele hulpverlening
STRUCTUUR EN WERKING FIST
103
FiST : werking van het FiST • Snelle detectie van ingrijpende -
Alarmering door werkterrein of HC112 Proactive Outreaching : primaire en secundaire preventie Selectie en training van zorgcollega‟s met juiste profiel Networking met hulpstructuren andere disciplines Uitwerken draaiboek voor diverse scenario‟s
• Systematische analyse van ingrijpende interventies • Tijdsbalk voor de doorwerking van ingrijpende interventies • Onmiddellijke/uitgestelde opvang, psychologische flash, psychologische defusing/debriefing • Recuperatiegesprek, emotionele ventilatie, psychologische stabilisatie
FiST : federale FiST medewerkers • Federale FiST Staf - Federale FiST Supervisor - Federale FiST Coördinatie - Federale FiST Arts - Federale FiST Secretaris •
* Alle FiST leden zijn vrijwillige of professionele brandweerlui/ambulanciers
FiST : provinciale FiST medewerkers • Provinciale FiST Staf - Provinciale FiST Supervisor - Provinciale FiST Coordinator - Provinciale FiST Secretaris - Provinciale FiST Arts
• Provinciale FiST medewerkers - FiST Antennes - FiST Debriefers (Lokale, Regionale, Federale) • Toekomst: zonale werking
FiST Supervisor: Federaal of Provinciaal
- Kwaliteitscontrole over de gebruikte technieken en modellen - Periodieke debriefing van FiST antennes/debriefers na de deelname aan interventies
- Contactpunt naar professionele hulpverlening - Deelname in de selectie van teamleden - Controle van de FiST filosofie en deontologie
- Trainer in de provinciale opleidingsinstituten - Werkt voor het provinciaal FiST een jaaractieplan uit met prioriteiten inzake training en voortgezette opleiding
FiST Secretaris: federaal en provinciaal
• FiST Public Relations • Outreaching naar andere disciplines • Organiseren van trimestriële bijeenkomsten • Point of contact voor FOD IBZ, BVV, etc. • Informatie management
• Spreekbuis (naar extern milieu, pers)
FiST Arts : federaal of provinciaal
- Federaal of provinciaal adviseur voor typisch medische aangelegenheden - Vertrouwensband met ingezet personeel - Fitness- en gezondheidsadviseur - Back-up voor moeilijke evaluatie en debriefing bij collectieve urgenties
FiST Coördinator: federaal en provinciaal
Coordinatie en planning van steunacties via onmiddellijke en uitgestelde debriefing Planning van onmiddellijke en uitgestelde steun Psychologische triage van getroffen hulpverleners bij grote ongevallen en collectieve urgenties Interventie dossiers up to date houden
Het beheer van schokkende interventies Primaire preventieve actie
• Korpsoefeningen over ingrijpende interventies in brandweerkorpsen/ambulancediensten - 360° selectie procedure voor kandidaten - Selectie interview met FiST Trainers
• Initiële opleiding voor FiST medewerkers - 2 opleidingsdagen voor FiST Antennes - 1 residentieel weekend en 3 avonden voor FiST Debriefers (recrutering uit FiST Antennes)
• Permanente actie: uitwerken van draaiboeken, oefeningen, sensibilisatie acties
Het beheer van ingrijpende interventies Secundaire preventieve actie
Gedurende schokkende interventies: on-scene support (FiST Antennes) Begeleiding uitgezet over tijdsbalk voor emotionele doorwerking/schokverwerking - Acute fase, doorwerkingsfase, fixatiefase
Post-interventie: van „Demobilisation‟ & „Defusing‟ tot Psychologische Debriefing - Onmiddellijke steun: recuperatie, ventilatie, stabilisatie
Voor grootschalige of collectieve urgenties: - Opbouwen van samenwerkingsverbanden met anderen
Wanneer zoek je professionele hulp?
- Gevoelens blijven sterk aanwezig ( > 4 à 6 weken)
- Werk en familiaal leven lijden onder je toestand, je kan het niet plaatsen - Geen innerlijke rust meer vinden
- Geen energie meer hebben voor iets anders - Blijvend gevoel van gejaagdheid - Verstoord functioneren tijdens interventies - herleving, vermijding, verhoogde opwinding
DAG 2 : 9 februari 2013 THEORIE → PRAKTIJK
Opleiding FiST Antennes - 18 en 25 juni 2011
114