Nieuwsbrief Salaris Nummer 2, Februari 2013
Inhoud Participatiewet Startersregeling WW vereenvoudigd PFZW premiekorting bij recht op BVW Algemene vergoeding werkkostenregeling UWV Werkbedrijf heet weer UWV Beroepsbevolking blijft op peil AOW-overbrugging door PFZW Impact SEPA wordt onderschat Tijdelijke heffingskorting groene tabel Geen verlaging pensioenen PFZW
Inlezen borderel IZZ Werkkostenregeling mogelijk uitgesteld Proefplaatsing verkort Uitbetalen levensloop ex-werknemers Fictieve opzegtermijn niet meer verkort Crisisheffing hoge lonen per maart Onbetaald verlof in SDB*Salaris
meer afgedwongen. In de ons omringende landen blijkt deze aanpak effectief te zijn.
Participatiewet Eind december 2012 heeft staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de aangekondigde Participatiewet. Er wordt nog gesleuteld aan de inhoud, maar met deze brief schetst de staatssecretaris al wel de contouren van de nieuwe wet.
Eind januari 2013 is bekend geworden dat het Ministerie van Sociale zaken bij de kabinetsonderhandelingen een onjuiste inschatting heeft gemaakt van het aantal arbeidsgehandicapten dat in aanmerking moet komen voor een arbeidsplaats. Het aantal bedraagt niet 100.000 maar 170.000 arbeidsgehandicapten. Het quotum van 5% zal daarom nog wel enige discussie opleveren.
De Participatiewet heeft tot doel mensen met een arbeidsbeperking te ondersteunen bij het vinden van een baan in het reguliere arbeidsproces. Deze wet is nodig omdat te veel een beroep wordt gedaan op de Wajong, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet Werk en Bijstand (WWB).
Het gaat hier om voorgenomen beleid dat nog door de Tweede en Eerste Kamer moet worden goedgekeurd. De streefdatum voor inwerkingtreding is 1 januari 2014.
Om de instroom terug te dringen wordt de sociale werkvoorziening vanaf 1 januari 2014 afgesloten voor nieuwe werknemers. De Wajong is vanaf die datum alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. De grote groep mensen met een arbeidsbeperking die nu niet meer in aanmerking komen voor beschut werk, zullen aangewezen zijn op het reguliere arbeidsproces en kunnen zich daartoe bij de gemeente melden. Maar daartoe zullen aanvullende maatregelen nodig zijn.
Startersregeling WW vereenvoudigd Met ingang van 2013 zijn de mogelijkheden vereenvoudigd om vanuit de Werkloosheidswet of de Wet Werk en Bijstand een eigen bedrijf te starten. Gebruikelijk is dat inkomsten leiden tot een verrekening met de WWuitkering. Daartoe was tot eind vorig jaar voor werkloze starters een complexe inkomstenverrekening achteraf van toepassing. Maar sinds 1 januari 2013 bestaat de mogelijkheid om gedurende een vaste periode van 26 weken een eigen bedrijf te starten, en dus ook inkomsten te verwerven, zonder verrekening, maar tegen een vaste verlaging van de WW-uitkering met 29%. Het is de bedoeling dat zij na een tijd helemaal zonder uitkering kunnen rondkomen. Als beperking geldt dat zij geen opdrachten voor de ex-werkgever mogen uitvoeren tijdens de startperiode. . Voor de wachtgeldregeling zoals vastgelegd in de diverse cao’s is deze aanpassing van de startersregeling een complicerende factor. Het wachtgeld wordt immers
Gemeenten zullen meer vrijheid krijgen om zelf te bepalen welke ondersteuning deze mensen nodig hebben. Hierbij moet worden gedacht aan loonaanvulling, jobcoach, no-riskpolis en dergelijke. Nog belangrijker is dat werkgevers met 25 of meer personeelsleden op termijn 5% werknemers met een arbeidsbeperking in dienst moeten hebben. Daardoor komen er waarschijnlijk heel wat banen voor deze mensen beschikbaar. Door middel van een boetestelsel wordt het quotum van 5% min of
1
Nieuwsbrief Salaris Nummer 2, Februari 2013
bepaald na aftrek van de WW-uitkering en eventuele inkomsten uit arbeid en eigen bedrijf. Door deze vaste korting zal de ex-werkgever bij tegenvallende bedrijfsresultaten (minder dan 29% van de WW-uitkering) in de startersperiode het verschil moeten bijleggen.
te controleren of de netto vergoeding ook aan het opgegeven doel besteed is.
UWV Werkbedrijf heet weer UWV Sinds 1 januari 2013 zijn alle diensten van het UWV Werkbedrijf samengebracht onder het UWV. Daardoor zijn de naam en het logo van het UWV Werkbedrijf komen te vervallen. De verandering blijft verder beperkt. Het bedrijfsonderdeel van het UWV Werkbedrijf blijft namelijk gewoon bestaan. In de communicatie mag de aanduiding UWV Werkbedrijf ook nog gewoon worden gebruikt. De wijziging is daarom vooral van cosmetische aard om de burger duidelijk te maken dat hij voor alle diensten bij het UWV terecht kan.
PFZW premiekorting bij recht op BVW Tijdens onbetaald verlof en ouderschapsverlof, en bij een salarisdaling tijdens het tweede ziektewetjaar kunnen werknemers recht hebben op Bescherming bij Verlof en Werkloosheid (BVW). Een werknemer blijft dan gratis verzekerd voor de risico’s van arbeidsongeschiktheid en overlijden. In de nieuwsbrief van januari 2013 is gemeld dat een premiekorting geldt als recht bestaat op BVW. Dit is omdat de werknemer dan gratis verzekerd is tegen het risico van arbeidsongeschiktheid en overlijden. Ten onrechte kan daaruit worden afgeleid dat de korting altijd wordt toegekend indien BVW van toepassing is. Onjuist, want de korting is alleen van toepassing als ook sprake is van Vrijwillige Voortzetting. Het wordt verleend op de daartoe te betalen premie. Dus zonder Vrijwillige Voortzetting is er ook geen premiekorting bij recht op BVW.
Beroepsbevolking blijft op peil Half december heeft het CBS een nieuwe prognose gegeven van de effecten van de stijging van de AOWgerechtigde leeftijd op de arbeidsmarkt. De voorspelde krimp als gevolg van de vergrijzing is volgens de jongste prognoses maar van korte duur. Al in 2016 wordt het dieptepunt van de krimp bereikt. Daarna gaat de arbeidsmarkt weer voorzichtig groeien om over minder dan 10 jaar weer op het huidige peil terug te zijn. Het aandeel van de 65-plussers op de arbeidsmarkt zal dan wel substantieel zijn. Het CBS heeft becijferd dat de arbeidsmarkt in 2040 ruim 800.000 65-plussers zal tellen. Gezien de stijging van de levensverwachting gaat het CBS ervan uit dat rond die tijd de AOW-gerechtigde leeftijd zal zijn gestegen naar 69 jaar. Dit verklaart het grote aantal 65-plussers op de arbeidsmarkt.
Algemene vergoeding werkkostenregeling De werkgeversvereniging AWVN heeft voor één van haar leden goedkeuring ontvangen voor het toekennen van een algemene werkkostenvergoeding. In de situatie die de Belastingdienst is voorgelegd, kunnen werknemers afzien van een deel van de eindejaarsuitkering in ruil voor een netto (werkkosten)vergoeding. Het is mogelijk om een deel van het bruto loon van de werknemer te ruilen voor een netto vergoeding (het MKSA). In de werkkostenregeling betreft dit de rubriek ‘gerichte vrijstellingen’, zoals de reiskostenvergoeding en de studiekostenvergoeding. Behoort de vergoeding niet tot de gerichte vrijstellingen, dan zal de vergoeding ten laste van de vrije ruimte gebracht moeten worden. Als sprake is van een vergoeding die ten laste komt van de vrije ruimte, zal nog beoordeeld moeten worden of een dergelijke vergoeding niet ongebruikelijk is. De Belastingdienst acht een ‘algemene vergoeding’ die binnen de vrije ruimte blijft en aan alle werknemers wordt toegekend op voorhand niet ongebruikelijk. Deze uitspraak van de Belastingdienst biedt werkgevers de ruimte om het onbenutte deel van de vrije ruimte fiscaal vriendelijk uit te keren, tegen het inleveren van een bruto component zoals bijvoorbeeld de eindejaarsuitkering, zonder een complex stelsel van bestedingsdoelen te moeten formuleren. Uiteraard moet deze uitruil wel realiteitswaarde hebben en voldoen aan de overige fiscale voorwaarden die gelden voor het MKSA. Het grote voordeel van deze uitspraak zit dus in het karakter van de ‘algemene werkkostenvergoeding’. Het is dan niet nodig om een nader aan te duiden bestedingsdoel op te nemen, en de werkgever hoeft evenmin
AOW-overbrugging door PFZW Door het opschuiven van de AOW-gerechtigde leeftijd (dit is in 2013 één maand na het bereiken van de 65jarige leeftijd) kan er een financieel probleem ontstaan als de werknemer in zijn financiële planning gerekend heeft op een AOW-uitkering in de maand waarin hij 65 jaar wordt. PFZW biedt werknemers voor deze situatie een mogelijke oplossing door een stukje pensioen naar voren te halen. PFZW noemt dit ‘AOW-overbrugging’. De regeling houdt in dat een werknemer een beroep kan doen op een tegemoetkoming van bruto € 1.500 (incl. vakantiegeld) voor een volledige maand. Dit bedrag is voor iedereen gelijk, dus ongeacht de pensioengrondslag. Dit wordt toegekend vanaf de eerste dag van de maand waarin de werknemer 65 jaar wordt tot de dag waarop de AOW aanvangt. De toegekende tegemoetkoming wordt verrekend met het ouderdomspensioen. Het uiteindelijke ouderdomspensioen wordt daardoor dus wel iets lager.
Impact SEPA wordt onderschat Uiterlijk over een jaar, om precies te zijn per 1 februari 2014, moeten alle betaalproducten zoals overschrijvin2
Nieuwsbrief Salaris Nummer 2, Februari 2013
gen en incasso voldoen aan de regels voor SEPA, de Single Euro Payments Area. Het doel van SEPA is om alle eurobetalingen te standaardiseren, zodat er geen verschil meer is tussen binnenlandse betalingen en betalingen naar andere Europese landen. Onderdeel van deze aanpassingen is de introductie van het zogenoemde IBAN-nummer. Onderzoek van PwC wijst uit dat veel bedrijven nog onvoldoende de ernst inzien van gevolgen van SEPA. Ondanks de automatische conversies die de softwareleveranciers aanbieden, is de hoeveelheid werk groot om alle systemen en procedures aan te passen op de nieuwe regels, met name in het incassoproces. Vanaf juni start SDB Groep met het begeleiden van organisaties. Financieel- en salarisconsultants van SDB Groep kunnen u en uw organisatie dan helpen om uw systemen en processen geschikt te maken voor SEPA.
Inlezen borderel IZZ Vanaf de productie van de kalendermaand maart is het mogelijk de IZZ-borderel in te lezen in de salarisadministratie (als variabele mutaties). Dit als alternatief voor het registreren van de verzekerdensamenstelling IZZ. De premiebedragen kunnen worden gedownload uit MijnIZZ. Raadpleeg ook de handleiding van IZZ over dit onderwerp. In SDB*Salaris gaat u als volgt te werk: Stap 1: Controleer of de koppeling ‘IZZ mutaties’ aan staat. Ga in het menu van SDB*Salaris naar ‘Beheer | Organisatie | Klantopties’. Bij optienummer 445 “SDB*Salaris koppeling IZZ medewerkersportaal” moet ‘Ja’ staan. Indien dit niet het geval is, bel dan met de servicedesk van SDB Groep op nummer 070-3570888 om de optie alsnog aan te zetten.
Tijdelijke heffingskorting groene tabel Voor 2013 geldt een tijdelijke heffingskorting van 1% van de uitkering uit een pensioenregeling of regeling voor vervroegd uittreden, met een maximum van € 182. Deze heffingskorting mag worden toegepast indien wordt voldaan aan de volgende twee eisen: De persoon die de uitkering ontvangt, is op 31 december 2013 jonger dan de AOW-leeftijd, en De uitkering betreft een pensioenregeling of regeling voor vervroegd uittreden. De uitkeringsgerechtigde moet zelf schriftelijk verzoeken om de toepassing van de tijdelijke heffingskorting. Daarmee moet hij aangeven dat hij de tijdelijke heffingskorting niet ook elders laat toepassen. Slechts één uitkerende instantie mag het dus berekenen. Werknemers van 61 jaar en ouder die gebruik maken van de levensloopregeling, en die met de groene loonbelastingtabel worden afgerekend, vallen niet onder deze rubriek. De levensloopuitkeringen worden niet gezien als een vut- of prepensioenregeling. In het jaar waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt, mag de tijdelijke heffingskorting niet worden toegepast. Dit houdt verband met de methodiek van de Inkomstenbelasting waar gekozen is voor het peilmoment van 31 december 2013. Zou de tijdelijke heffingskorting in dat jaar wel worden toegepast, dan zal in de Inkomstenbelasting blijken dat er geen recht op bestaat en dat de heffingskorting weer moet worden terugbetaald.
Stap 2: De verzekeringsgegevens in SDB*Salaris moeten eenmalig worden verwijderd. Ga daartoe in het menu van SDB*Salaris naar: ‘Salarissen | Invoer | Collectieve mutaties’. Klik de radiobutton bij “IZZ verzekeringspakketten wissen” en op [OK] helemaal onderaan het scherm. Er verschijnt bevestiging van de actie. Klik nogmaals op [OK]. Nu worden de werknemersgegevens bijgewerkt. Klik daarna op [Terug]. Het verwijderen van de IZZ-gegevens ziet u terug bij de menu-optie ‘Rapportage | Salarissen | Personeelsmutaties’. Daar worden alle verzekeringspakketgegevens op nul gezet voor de eerstvolgende salarisverwerking. De gegevens met betrekking tot de werkgeversbijdragen worden NIET verwijderd. De werkgeversbijdrage wordt door SDB*Salaris berekend op basis van deze gegevens bij de werknemer (dit zijn de garantieregelingen bij invoercode 687: Garantie werkgeversbijdrage aanvullend pakket IZZ, invoercode 649: Garantie werkgeversbijdrage basisaanvullende verzekering IZZ en invoercode 686: IZZ garantiebedrag CAO Gehandicaptenzorg). Deze moet u dus niet verwijderen. Stap 3: Importeren bestand uit MijnIZZ Vanuit MijnIZZ maakt u een bestand met mutaties aan. De bestandsnaam MOET beginnen met de tekenreeks “DPIA100” Het maakt niet uit of u hoofdletters of kleine letters gebruikt. Het maakt ook niet uit welke tekens u daarna nog gebruikt. Dit geeft u de ruimte om uw mutatiebestanden handig te archiveren, bijvoorbeeld door de naam van de maand erin op te nemen. De extensies .dat en .txt zijn toegestaan.
Geen verlaging pensioenen PFZW PFZW heeft bekend gemaakt dat de dekkingsgraad eind december 2012 op 101% stond. Net voldoende om de pensioenuitkeringen voor 2013 niet te hoeven verlagen en extra premieverhogingen aan te kondigen. Het volgende meetmoment is december 2013. Dan zal de financiële positie van PFZW weer volledig hersteld moeten zijn. Zo niet, dan zullen alsnog maatregelen genomen moeten worden, maar dan per 2014.
3
Nieuwsbrief Salaris Nummer 2, Februari 2013
Voorbeelden van goede bestandsnamen zijn: DPIA100.txt of DPIA100maart.dat of DPIA100.dat. Niet goed zijn bestandsnamen als IZZ,txt en DPIA maart.
Werkkostenregeling mogelijk uitgesteld Begin februari meldde het Financieel Dagblad dat staatssecretaris Weekers overweegt om de overgangsregeling voor de Werkkostenregeling met twee jaar te verlengen. Bronnen rond het Ministerie van Financiën zouden dit bevestigen. Ruim 80% van de bedrijven in ons land past nog de oude regeling toe. Er is onder werkgevers weinig geloof in de beoogde verlichting van de administratieve lasten. De staatssecretaris zou bereid zijn tot enig uitstel om een aantal van de belangrijkste bezwaren en knelpunten weg te kunnen nemen. Fiscalisten van PwC schrijven de weerstand toe aan het te ruime loonbegrip en de diversiteit aan uitzonderingen die daar het gevolg van is. Niettemin zijn zij van mening dat de werkkostenregeling een goede regeling is. De invoering van de werkkostenregeling behoeft daarom naar hun mening geen uitstel.
Ga in het menu naar ‘Salarissen | Invoer | Import mutaties’. Klik op [Kies uw bestand], selecteer het borderelbestand en klik op [OK]. Klik daarna onderaan het scherm op [Start verwerken]. Voldoet het bestand niet aan de vereisten dan krijgt u de volgende melding:
Proefplaatsing verkort Als een werkgever een werkloze of gedeeltelijk arbeidsgeschikte wil aannemen, kan een proefplaatsing worden aangeboden. De proefplaatsing is bedoeld om te beoordelen of hij het werk aan kan, uiteraard met de bedoeling om hem bij gebleken geschiktheid een baan aan te bieden. Tijdens deze proefperiode betaalt de werkgever geen loon en behoudt de werknemer zijn uitkering.
Na het uploaden van het bestand krijgt u onderstaande bevestiging:
De proefplaatsing moet de werkgever samen met de werknemer aanvragen door het invullen van het formulier ‘Aanvraag proefplaatsing’. De voorwaarden voor een proefplaatsing zijn; De kandidaat-werknemer moet een UWV-uitkering ontvangen; In geval van werkloosheid moet dit minimaal drie maanden van toepassing zijn; UWV moet zijn mogelijkheden op de arbeidsmarkt als beperkt hebben beoordeeld; De kandidaat-werknemer mag niet eerder voor deze werkgever hebben gewerkt; De werkgever moet voor deze aspirant-werknemer een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering hebben afgesloten; De werkgever belooft de kandidaat-werknemer na de proefplaatsing een dienstverband aan te zullen bieden voor ten minste 6 maanden. Is aan deze voorwaarden voldaan, en is de verwachting dat de kandidaat-werknemer zonder proefplaatsing moeilijk aan het werk kan komen, dan geeft UWV in principe toestemming voor een proefplaatsing.
Het inlezen kan enige tijd duren, afhankelijk van de grootte van het bestand. Vraag de menu-optie opnieuw op om de actuele status te zien:
In bovenstaand voorbeeld zijn er nog fouten in het bestand. Klik op de link “Mutaties verwerkt, controleer foutlijst”. U ziet een overzicht van de geconstateerde fouten (die dus niet zijn verwerkt tot salarismutaties). Zo nodig moet u zelf bepalen of, en welk bedrag u wilt inhouden. De geïmporteerde mutaties kunt u controleren via de menu-optie: ‘Rapportage | Salaris | Variabele mutaties’. De geïmporteerde premiebedragen worden in de eerstvolgende salarisverwerking bij de werknemer in mindering gebracht.
Tot eind 2012 was de duur van de proefplaatsing drie maanden. Sinds januari van dit jaar is de standaard duur van de proefplaatsing echter verkort naar twee maanden. Daarmee wordt aangehaakt bij de gebruikelijke duur van de proeftijd. Voor zieke of gehandicapte werklozen kan UWV de proefplaatsing verlengen naar maximaal zes maanden. 4
Nieuwsbrief Salaris Nummer 2, Februari 2013
De eindheffing wordt berekend op loonfacto 446: Pseudo eindheffing hoog loon. De journalisering van deze loonfactor is conform de andere eindheffingen in het systeem. Het automatisch berekende bedrag kan worden overschreven door een eigen bedrag als variabele mutatie op te geven met loonfactor 446: Pseudo eindheffing hoog loon.
Uitbetalen levensloop ex-werknemers Deelnemers aan de levensloopregeling die op 31 december 2011 ten minste € 3.000 hebben gespaard, hebben in 2013 de mogelijkheid om het hele levenslooptegoed bestemmingsvrij op te nemen. Deelnemers met een saldo op 31 december 2011 lager dan € 3.000 zijn verplicht het bedrag op te nemen. In het geval dat de werknemer het dienstverband inmiddels heeft beëindigd en daarna geen nieuwe werkgever heeft gevonden, is de oude werkgever verantwoordelijk voor de inhouding en de afdracht van de loonheffingen over het in 2013 opgenomen levenslooptegoed. Is de werknemer wel bij een andere werkgever in dienst getreden, dan is die werkgever verantwoordelijk voor de inhouding en afdracht.
Onbetaald verlof in SDB*Salaris Sinds 1 januari 2013 staat PFZW niet meer toe dat voortzetting van pensioen tijdens onbetaald verlof onderling tussen werkgever en werknemer wordt geregeld. De nieuwe handelwijze, waarbij vrijwillige voortzetting rechtstreeks bij PFZW moet worden aangevraagd, wordt nog niet volledig ondersteund in SDB*Salaris. Dit zal naar verwachting in de maand mei gereed zijn. Hieronder staat een voorbeeld hoe in de tussentijd met onbetaald verlof kan worden omgegaan. Let op: afspraken over onbetaald verlof die vóór 1-1-2013 waren gemaakt en sindsdien ongewijzigd doorlopen, vallen nog onder de oude regeling en hoeven dus niet bij PFZW aangemeld te worden.
Fictieve opzegtermijn niet meer verkort Bij ontslag moet een opzegtermijn in acht worden genomen, waarvan de duur afhankelijk is van de duur van de arbeidsrelatie. Bij ontbinding van de arbeidsrelatie door de kantonrechter geldt de opzegtermijn niet. De beëindiging van de arbeidsrelatie kan op elk gewenst moment plaatsvinden. Pas na het passeren van de opzegtermijn heeft de werknemer recht op een WW-uitkering. Is de wettelijke opzegtermijn niet in acht genomen, zoals bijvoorbeeld bij een ontbinding via de kantonrechter, dan hanteert UWV een fictieve opzegtermijn. Dit is de opzegtermijn die de werkgever had moeten hanteren. Pas na het verstrijken van de fictieve opzegtermijn kan de werknemer aanspraak maken op een WW-uitkering. Tot eind vorig jaar kon de fictieve opzegtermijn bij een ontbindingsprocedure via de kantonrechter met één maand worden ingekort. Maar sinds dit jaar wordt deze korting op de opzegtermijn bij ontbindingsverzoeken die vanaf januari 2013 zijn ingediend, niet meer toegepast.
Voorbeeld: Een medewerker gaat gedeeltelijk met ouderschapsverlof met ingang van 11-02-2013. Tijdelijk wordt het aantal uren ouderschapsverlof ingevoerd met loonfactor 191 : Uren onbetaald verlof zonder PFZW of door middel van het % ouderschapsverlof met loonfactor 966: Percentage onbetaald verlof zonder PFZW. Het gevolg is een tijdelijke verlaging van de deeltijdfactor. Deze loonfactoren kunnen eventueel afkomstig zijn uit SDB*Zorgplanner door het inroosteren van het dienstcodetype ‘onbetaald verlof zonder PGGM’. Probleem is dat PFZW de exacte ingangsdatum van het onbetaald verlof wil weten. Hiertoe moet de werkgever handmatig in Onlinedesk de parttimefactor verlagen per 11-02-2013. Als de medewerker vrijwillige voortzetting aanvraagt, krijgt de werkgever de rekening van PFZW. Het werknemersdeel van de pensioenpremie tijdens vrijwillige voortzetting kan hij te zijner tijd verhalen door dit te boeken op loonfactor 061: Naheffing pensioen. Als de werknemer geen vrijwillige voortzetting aanvraagt, hoeft er niets meer gedaan te worden in de salarissfeer. Bij beëindiging van het verlof moet de parttimefactor uiteraard weer worden aangepast in PFZW Onlinedesk.
Crisisheffing hoge lonen per maart Werkgevers die in 2012 aan een of meerdere van hun werknemers een loon van méér dan € 150.000 hebben betaald, moeten in de productie van de maand maart 2013 een eenmalige eindheffing betalen van 16% over het meerdere boven € 150.000 dat zij aan deze werknemers hebben uitgekeerd. Het betreft het loon van kolom 14 van de loonstaat. Dit bedrag is onafhankelijk van de deeltijdfactor of een eventuele datum in dienst, dus is een herleiding naar fulltime of een heel jaar niet nodig. Evenmin mag het bedrag worden gecorrigeerd voor eenmalige uitbetalingen in 2012 zoals een levensloopregeling. Ook bedrijven die inmiddels niet meer bestaan, moeten de crisisheffing betalen. Is een onderneming overgenomen, dan moet de rechtsopvolger dus de heffing betalen. SDB*Salaris berekent de crisisheffing automatisch aan de hand van het jaarloon 2012. Dit is de waarde bij invoercode 556: Jaarloon voor bijzondere beloningen.
SDB Groep BV Weigelia 25 2260 AB Leidschendam Postbus 302 2260 AH Leidschendam Hebt u vragen of opmerkingen over de inhoud van deze nieuwsbrief, dan kunt u contact opnemen met SDB*SalarisService tel. 070-3570888 5