1
Opleiding Duurzaam Gebouw ENERGIE PASSIEF LAGE ENERGIE Leefmilieu Brussel ISOLATIE : THEORETISCHE INLEIDING Marny DI PIETRANTONIO Plate-forme Maison Passive asbl
Doelstellingen van de presentatie ●
De basisnoties aanleren over warmte, warmteoverdracht en de uitdaging binnen gebouwen;
●
De thermische transmissiecoëfficiënt U [kWh/m².jaar] kunnen berekenen
●
De waarden van de geleidbaarheid van materialen aanleren;
●
De thermische begrippen over warmte definiëren: thermische capaciteit, inertie, vochtigheid…
3
Overzicht Hoeveel € vliegen door de vensters?
I.
Definitie warmteoverdracht
II.
Berekening van de transmissieverliescoëfficiënt U
III.
Definitie van de begrippen gelinkt aan warmte
IV.
Waarom isoleren?
4
I. Definitie warmteoverdracht II. Berekening van de transmissieverliescoëfficiënt U III. Definitie van de begrippen gelinkt aan warmte IV. Waarom isoleren?
5
I. Definitie van warmte-overdracht ●
●
3 mogelijke manieren van warmteoverdracht : ●
Conductie
●
Convectie
●
Straling
De 3 transportmodi spelen een rol in de verliesbalans van een wand, een gebouw
6
I. Definitie van warmte-overdracht ●
Conductie :
Is de manier waarop thermische energie doorheen materialen gaat. De elementen waaruit een materiaal is opgebouwd ontvangen energie en geven deze door aan de naburige elementen via contact. Niet alle materialen geven op dezelfde manier deze energie door: metalen zijn goede thermische geleiders, terwijl hout of synthetische materialen slechts middelmatige geleiders zijn (dus beter isolerend). Vergelijk: blootvoets op kiezelstenen
Bron: Energie plus
7
I. Definitie van warmte-overdracht ●
Convectie :
manier van energieverspreiding die een verplaatsing van materie impliceert in een omgeving Bv. : kom met water op een vuur
Bron: http://belvedair.ca
●
Straling : manier van energieoverdracht onder de vorm van stralen of deeltjes die ontstaan door elektromagnetische straling. Bv. : Zonne-instraling in een ruimte
Bron: http://belvedair.ca
8
I. Definitie van warmte-overdracht ●
Straling :
Is de manier waarop thermische energie doorheen materialen gaat. De elementen waaruit een materiaal is opgebouwd ontvangen energie en geven deze door aan de naburige elementen via contact. Niet alle materialen geven op dezelfde manier deze energie door: metalen zijn goede thermische geleiders, terwijl hout of synthetische materialen slechts middelmatige geleiders zijn (dus beter isolerend).
9 Bron: Energie plus
I. Definitie van warmte-overdracht ●
Het vermogen [W] dat door een wand gaat : 20°C
0°C
P = U x S x ∆T (Watt)
U
[W/m²K]
=
1 Rt
U
[W/m²K] = Thermische transmissiecoëfficiënt van de wand
Rt [m²K/W] = (Ri + d [m] / λ [W/mK] + Re)
λ [W/mK] = thermische geleidbaarheid van een materiaal Bron: Matriciel
10
I. Definitie van warmte-overdracht P = U x S x ∆T (Watt)
Thermische verliezen zijn een functie van : ●
Verschil in T°tussen binnen en buiten
●
Verliesoppervlakte / compactheid
●
Samenstelling van de wanden
Bron: Energieplus
11
I. Definitie van warmte-overdracht P = U x S x ∆T (Watt)
Thermische verliezen zijn een functie van : ●
Verschil in T° °tussen binnen en buiten
●
Verliesoppervlakte / compactheid
●
Samenstelling van de wanden
12
I. Definitie van warmte-overdracht P = U x S x ∆T (Watt)
Thermische verliezen zijn een functie van : ●
Verschil in T°tussen binnen en buiten
●
Verliesoppervlakte / compactheid
●
Samenstelling van de wanden
Bron: Energieplus
13
I. Definitie van warmte-overdracht Compactheid ●
Bij voorkeur eenvoudige vorm
●
Bij voorkeur tussenligging
●
Bij voorkeur grote gebouwen
14
I. Definitie van warmte-overdracht P = U x S x ∆T (Watt)
Thermische verliezen zijn een functie van : ●
Verschil in T°tussen binnen en buiten
●
Verliesoppervlakte / compactheid
●
Samenstelling van de wanden
15
I. Definitie warmteoverdracht II. Berekening van de transmissieverliescoëfficiënt U III. Definitie van de begrippen gelinkt aan warmte IV. Waarom isoleren?
16
II. Berekening U-waarde
●
Thermische weerstand → Ri = (d / λ)i
[m².K/W]
→ Ra → Rsi en Rse
RT = Rsi + ΣRi + Rse
Bron: Energieplus
• Totale thermische weerstand van elke component (Ri) • De oppervlakteovergansweerstand (Rsi en Rse) • De thermische weerstand van de luchtlagen (Ra)
17
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Ri ●
Thermische weerstand → Ri = (d / λ)i → Ra → Rsi en Rse
[m².K/W]
Thermische weerstand van homogene en heterogene componenten Hoe hoger de weerstand, hoe beter het materiaal isoleert
RT = Rsi + ΣRi + Rse
18
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Ri ●
Thermische weerstand → Ri = (d / λ)i → Ra
Thermische weerstand homogene componenten
[m².K/W]
van
→ Rsi en Rse
RT = Rsi + ΣRi + Rse d [m] = dikte van de component λ [W/m.K] = thermische geleidbaarheid van de component 19
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden ●
Thermische conductie of geleidbaarheid van een materiaal : λ [W/m.K] ►
►
►
Eigenschap van een materiaal die aangeeft in welke mate het warmte kan transporteren; Het is de hoeveelheid overgedragen warmte per oppervlakte-eenheid en per tijdseenheid, voor een materiaal van 1m dik en voor een temperatuurverschil van 1K tussen de twee zijden; Hoe hoger de geleidbaarheid, hoe minder isolerend
20
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden ●
Thermische conductie of geleidbaarheid van een materiaal : λ [W/m.K] ►
►
De gedeclareerde lambda-waarde (λD) : de gemeten waarde bij genormaliseerde omstandigheden van temperatuur en relatieve luchtvochtigheid De nuttige lambda-waarde › (λi) : bij binnencondities, onderhevig aan vocht en buitenklimaat
dus aan
niet het
› (λe) : bij gebruik buiten, dus wel onderhevig aan vocht (vochtig materiaal) en aan het buitenklimaat
Bron: Energieplus
21
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden ●
Thermische conductie of geleidbaarheid van een materiaal : λ [W/m.K]
Bron: http://www.aeu.fr Bron: http://www.hoki.ibp.fhg.de
22
II. Berekening U-waarde Bij homogeen materiaal: thermische geleidbaarheid (λ) gekend (tabellen)
Samenstelling van de wanden λ [W/m.K]
λi
λe
[W/m.K]
[W/m.K]
Staal
50
50
Steen
~2,5
~ 3,5
Gewapend beton
1,70
2,20
Bezetmortel
0,93
1,50
Baksteen
0,90
1,10
Gips
0,52
-
Hout
0,15
0,20
Snelbouw 19cm
0,14
Isolatie
0,04
- (0,4)
Snelbouw 29cm
0,20
Materiaal
Bij heterogeen materiaal wordt rechtstreeks met de thermische weerstand van het materiaal gewerkt Materiaal
R [m².K/W]
Bron : http://www.energieplus-lesite.be/energieplus
23
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden λ [W/m.K]
Praktische gids voor duurzaam bouwen Fiche ENE04 – Een goed geïsoleerd huis bouwen
24
II. Berekening U-waarde
Van L naar R en B naar B: Minerale wol (MW), glaswol (GW), cellenglas (CG), geëxpandeerd perliet (EPB), polyurethaanschuim (PUR), geëxpandeerd polystyreenschuim (EPS en EPS-SE), geëxtrudeerd polystyreenschuim (XPS)
●
Isolatietypes
25 Bron: fiches MAT 05 en ENE 04
II. Berekening U-waarde
Boven: Cellulose, kokosnoot, hennepwol, kurk (ICB). Onder: Vulkanische rotssteen (perliet), isolatie uit gerecycleerde textielvezels
●
Isolatietypes (natuurlijk of ecologisch)
26 Bron: fiche MAT 05
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Ra ●
[m².K/W]
Thermische weerstand → Ri = (d / λ)i → Ra
Thermische weerstand van de luchtlaag
→ Rsi en Rse
RT = Rsi + ΣRi + Rse
Bron : http://www.energieplus-lesite.be/energieplus
27
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Ra ●
Thermische weerstand → Ri = (d / λ)i
[m².K/W]
Ra is functie van : •
De stroomrichting van de warmte;
→ Ra
•
De dikte van de luchtlaag;
→ Rsi en Rse
•
Ventilatie van die laag
Drukt de weerstand van de lucht (of het omgekeerde van de hoeveelheid overgedragen warmte) uit om de warmte via convectie, conductie en straling over te dragen (per tijdseenheid, per oppervlakte-eenheid en voor een T-verschil van 1K tussen de warme- en koudezijde)
28
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Ra
[m².K/W]
Niet-geventileerde luchtlaag Dikte van de luchtlaag [mm]
Horizontale warmteflux
Verticale warmteflux - hoog
Verticale warmteflux - laag
0
0,00
0,00
0,00
5
0,11
0,11
0,11
7
0,13
0,13
0,13
10
0,15
0,15
0,15
15
0,17
0,16
0,17
25
0,18
0,16
0,19
50
0,18
0,16
0,21
100
0,18
0,16
0,22
300
0,18
0,16
0,23 29
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Ra
[m².K/W]
Sterk geventileerde luchtlaag ●
Ra = 0 m².K/W
●
T° luchtlaag = T° buiten
●
Rse = Rsi
●
De materialen gelegen achter die luchtspouw tellen niet mee voor de berekening van de U-waarde van de wand
30
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Ra
[m².K/W]
Weinig geventileerde luchtlaag ●
Vereenvoudigde methode: neem de helft van de Ra van een niet geventileerde equivalente luchtlaag
●
Volledige methode: breng de grootte en de verdeling van de ventilatieopeningen in rekening
31
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Rsi en Rse ●
[m².K/W]
Thermische weerstand → Ri = (d / λ)i → Ra → Rsi en Rse
Thermische oppervlakteovergangsweerstand (binnen en buiten)
RT = Rsi + ΣRi + Rse
Bron : http://www.energieplus-lesite.be/energieplus
32
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Thermische oppervlakteovergangsweerstand (binnen en buiten) ●
●
Rsi en Rse
[m².K/W]
Transmissie van de luchtwarmte naar de wand via: -
Convectie
-
Straling
Rsi en Rse drukken de weerstand uit (binnen / buiten) om hun warmte af te convectie en straling (per tijdseenheid, en voor een T-verschil van 1K tussen deze van de wandoppervlakte)
van de omgevingslucht geven aan de wand via per oppervlakte-eenheid de luchttemperatuur en
33
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden Thermische oppervlakteovergangsweerstand (binnen en buiten)
Rsi en Rse
[m².K/W]
Ri [m².K/W]
Re [m².K/W]
Horizontale warmtestroom (vertikale wand)
0,13
0,04
Vertikale warmtestroom – hoog (horizontale wand)
0,10
0,04
Vertikale warmtestroom – laag (horizontale wand)
0,17
0,04
34
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden ●
Thermische weerstand RT = Rsi + ΣRi + Rse
●
[m².K/W]
Thermische transmissiecoëfficiënt (van een wand) → U = 1 / RT
[W/m².K]
Hoe kleiner de U-waarde, hoe beter de isolerende kracht van de wand
35 Bron : PMP asbl
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden ●
Thermische transmissiecoëfficiënt (van een wand) → U = 1 / RT
[W/m².K]
Het is de hoeveelheid warmte die door een wand gaat op een permanente basis, per tijdseenheid, per oppervlakte-eenheid en per eenheid van verschil in temperatuur tussen de ene en de andere kant van een wand. Hoe lager deze waarde, hoe beter de wand is geïsoleerd Bron : http://www.energieplus-lesite.be/energieplus
36
II. Berekening U-waarde Samenstelling van de wanden ●
Bijzonderheden ►
Lineair verlies : y
►
Puntsgewijs verlies : c
►
Geval vensters :
[W/m.K] [W/K]
› Uw = (Uf * Af + Ug * Ag + y * l) / (Af + Ag) (of vereenvoudigde formule : Uvenster = 0.3 x U profiel + 0.7 x U beglazing + 3 x 0.05 of 0.07 , afhankelijk van of de beglazing een U > of < 2W/m²K heeft)
●
Minimum : respecteer de basisregels opgelegd door de EPB 37
II. Berekening U-waarde
38
II. Berekening U-waarde Hoeveel € vliegen door de vensters? ●
Het is aan u nu! ●
Bereken de transmissiecoëfficiënt (U) van een wand : › 2cm gips › Holle betonblok van 19cm › 8 cm isolatie › Pleister op de isolatie
●
Bereken de transmissiecoëfficiënt (U) van een wand : › 2cm gips › Holle betonblok van 19cm › 30 cm isolatie › Pleister op de isolatie 39
Hoeveel € vliegen door de vensters?
40
Hoeveel € vliegen door de vensters?
41
Hoeveel € vliegen door de vensters? I. Definitie warmteoverdracht II. Berekening van de transmissieverliescoëfficiënt U III. Definitie van de begrippen gelinkt aan warmte IV. Waarom isoleren?
42
III. Begrippen gelinkt aan warmte Specifieke thermische capaciteit (c) [J/kg.K] ●
Eigenschap van een materiaal waarmee de mate waarin dit materiaal energie kan opslaan of terug afgeven via thermische uitwisseling tijdens een transformatie waarbij de temperatuur wijzigt, kan worden gekwantificeerd;
●
Het is de hoeveelheid energie die nodig is om de temperatuur van 1kg van een materiaal met 1K (of 1°C) te verhogen bij gelijke druk en volume
●
Hoe hoger de specifieke thermische capaciteit, hoe groter de opnamecapaciteit
43
III. Begrippen gelinkt aan warmte Specifieke thermische capaciteit (c) [J/kg.K] ●
Enkele waarden Materiaal
Volumieke massa : ρ [kg/m³]
Specifieke thermische capaciteit : c [J/kg.K]
Staal
7800
450
Beton
2400
880
Baksteen
1300
840
Hout
550
1200-2700
Isolatie
50
1000
Lucht (15°C)
1,225
1000
44
III. Begrippen gelinkt aan warmte Thermische inertie ●
De capaciteit van een gebouw om warmte op te slaan en vervolgens terug af te geven.
●
Dankzij de thermische inertie is er een thermische defasering (ontkoppeling in de tijd) mogelijk tegenover de schommeling van het buitenklimaat Bron : http://ecosources.info
●
De thermische inertie van een huis hangt af van de materiaalmassa waaruit de binnenkant is opgebouwd. Hoe zwaarder deze materialen, hoe groter hun thermische inertie.
●
Verwar inertie niet met isolatie : isolatie vermindert de verliezen, terwijl de inertie louter warmte opslaat en weer vrijgeeft
●
Wordt uitgedrukt in effusiviteit [ε] 45
III. Begrippen gelinkt aan warmte Thermische inertie ●
Enkele waarden
Bouwtypologie
Geleidbaarheid: λ [W/m.K]
Volumieke massa : ρ [kg/m³]
Specifieke thermische capaciteit : c [J/kg.K]
Effusiviteit :ε
Houtskelet
0,04
50
840
30
Massief houtbouw
0,12
450
1880
320
Traditionneel
0,4
1000
840
580
Betonelementen
1,7
2400
880
1850
Bron : Formation IBGE – Bâtiment durable passif en très basse énergie
46
III. Begrippen gelinkt aan warmte Luchtvochtigheid ●
Hygrometrische begrippen: ►
Absolute luchtvochtigheid, X:
Het aantal aanwezige grammen waterdamp in 1 kg droge lucht. [gwater/kgdrogelucht] ►
Relatieve luchtvochtigheid, R.L.:
verhouding tussen de waterdampdruk (Pw) en de saturatiedruk van de waterdamp (Pws). [%] ►
Dauwpunttemperatuur:
de temperatuur waarbij bij een gegeven waterdampdruk of bij een gegeven absolute luchtvochtigheid, de relatieve luchtvochtigheid 100% bedraagt. [°C] 47
III. Begrippen gelinkt aan warmte Luchtvochtigheid
Bron: Formation PMP
48
III. Begrippen gelinkt aan warmte Luchtvochtigheid X
Bron: Formation Condensation PMP
49
III. Begrippen gelinkt aan warmte Luchtvochtigheid R.L.
Bron: Formation Condensation PMP
50
III. Begrippen gelinkt aan warmte ●
Dampdiffusie
Net zoals warmte zich verplaatst van warm naar koud, verspreidt de luchtvochtigheid zich van de hoogste partiële druk naar de laagste. Dit is de dampdiffusie
4° °C / RL : 100% Pw : 800 Pa 20° °C / RL : 70% Pw : 1650 Pa Bron: Formation PMP
51
1. THEORIE [not too much] III. Begrippen gelinkt aan warmte
LesLuchtvochtigheid grandeurs hygrométriques Relatieve luchtvochtigheid 20° °C / RL : 70% 1650 Pa
4° °C / RL : 100% 800 Pa
Bron: Formation PMP
52
III. Begrippen gelinkt aan warmte ●
Tegengekomen problemen ►
Gelinkt met vochtigheid
Schimmels en paddestoelen
Bron: PMP
53
III. Begrippen gelinkt aan warmte ●
Ontwikkeling en groei
Luchtvochtigheid
Bron: PMP
54
III. Begrippen gelinkt aan warmte Luchtvochtigheid
55
III. Begrippen gelinkt aan warmte Luchtvochtigheid
56
III. Begrippen gelinkt aan warmte Luchtvochtigheid Hoeveel € vliegen door de vensters? ●
Het is aan u nu! ●
Bereken de transmissiecoëfficiënt (U) van een wand : › 2cm gips › Holle betonblok van 19cm › 30 cm isolatie › Pleister op de isolatie
Maar … de isolatie is blootgesteld aan weersinvloeden … de geleidbaarheid verhoogt >>> 0,2 W/m.K 57
Hoeveel € vliegen door de vensters? I. Definitie warmteoverdracht II. Berekening van de transmissieverliescoëfficiënt U III. Definitie van de begrippen gelinkt aan warmte IV. Waarom isoleren?
58
IV. Waarom isoleren ? De energieverliezen beperken
Binnencomfort verhogen
Isolatie ? Energieafhankelijkheid beperken
Energetische voetafdruk verkleinen
Pathologieën vermijden 59
Contact Marny DI PIETRANTONIO Gestionnaire technique PMP asbl - Rue Nanon, 98 – 5002 Namur Tel : 081 / 39. 06. 50 E-mail :
[email protected] [email protected]
60
Bedankt voor uw aandacht.
61