Opgave 1.
Dit is de laatste training. We gaan met drie families. Esmee is de achste springer. Je moet je huiswerk serieus leren. Opgave 2.
Rik weet precies wat hij wil. Ronaldinho is de beroemdste voetballer. Omar maakte een reuzesprong. Er kunnen maximaal zes kinderen mee. Opgave 3.
Hein verbaast iedereen. De wolven verspreidden zich over de ijsvlakte. Morgen beantwoordden ze de brief. Hoeveel euro's zakgeld krijg jij? Opgave 4.
Max overtuigt zijn leraar. Hij reageert erg agressief. In het rapport staan alleen maar voldoendes. Jesse gebruikt bij het rekenen een lineaal.
Opgave 5. Geef de juiste volgorde aan van minst geklede tot meest aangekleed mannetje. Het meeste linkse mannetje is nummer 1 en het meest rechtse mannetje is nummer 6.
3-5-6-1-2-4 3-5-1-6-2-4 3-1-5-6-4-2 3-5-1-2-6-4 Opgave 6. In deze opgave staat een husselverhaaltje. Daarin staan de zinnen in een verkeerde volgorde. Misschien staat er zelfs een zin in die er helemaal niet in hoort te staan. Zet de zinnen in de goede volgorde en beantwoord dan de vraag: wat is de eerste zin?
1. 2. 3. 4. 5.
Toen hij erachter kwam dat ze gestolen waren, bracht hij ze weer terug. De twee papegaaien werden vorige week ontvoerd. Het verliefde papegaaienpaar Cuba en Cees uit Groningen is weer terug. Het bootje was net te laat. Een koper betaalde er 1.100 euro voor.
zin 1 zin 2 zin 3 zin 4 zin 5 Opgave 7. In welk groepje hebben de woorden ongeveer dezelfde betekenis? Kies het groepje woorden waarvan de betekenis van de woorden het dichtst bij elkaar ligt.
maken - verbouwen - veranderen wensen - verzoeken - willen verbergen - wegstoppen - vergeten vrolijk - opgeruimd - jolig
Opgave 8. Wat is het tegengestelde van het dik gedrukte woord? De koopman is achterbaks.
langdradig betrouwbaar trouw vakkundig
De opgave 9 t/m 11 horen bij een tekst waaruit stukjes zijn weggelaten. Op de plaats waar die stukjes stonden, staat nu een streep met een nummer. Onder de tekst vind je hetzelfde nummer met vier stukjes tekst. Kies het stukje dat het beste past op de plaats van de streep. Lees eerst de tekst goed door! Maak daarna de opgaven. Lees steeds voordat je een antwoord kiest ook het stukje tekst na de streep. Twee honden vechten om een been ... Wist je dat honden zo vaak jaloers zijn, dat het bijna gewoon is? Ze kunnen vreselijk jaloers zijn op de aandacht van de baas. Maar als het om eten gaat loopt het helemaal de spuigaten uit. Dit alles heeft te maken met de plaats die ze normaal in het roedel (de groep) innemen. In het roedel heeft geen hond dezelfde plek. In het roedel 9, en dan komt er steeds eentje lager in de rangorde te staan. Logisch dat elke hond zo hoog mogelijk in de rangorde wil staan. Want hoe hoger de plaats des te meer rechten heeft de hond. 10. Vandaar dat elke hond zal proberen het eten of een lekker bot van een andere hond af te pakken. Ook al heeft hij nog zo'n lekker dik vet bot. Zelfs als een andere hond een dun klein botje heeft, probeert hij dat toch af te pakken. Als het lukt, is hij de baas! Misschien had je het niet gedacht, maar een hond ziet de mens ook als hond. 11. Dus als je eet gaat je hond logisch bedelen. Als hij wat van jou krijgt, is HIJ de baas, want je geeft je eten af. Je hond bedelt niet alleen om het eten zelf, maar vooral om het leiderschap. Geef je hond tijdens het eten nooit iets van je bord. Zolang je dat niet doet, blijft hij je makkelijk accepteren als de baas! Opgave 9.
is niemand de baas, is iedereen de baas, is de baas voor niemand bang, is er één de baas, Opgave 10.
Hij krijgt dan meer te eten, meer respect en aandacht. Hij houdt van wandelen met zijn baas. Hij wil daarom alle botten zelf hebben. Hij laat zien hoe het hoort.
Opgave 11.
Als een hond op twee benen. Als een hond die andere honden te eten geeft. Als een hond die slimmer is. Als de leiderhond.
Juf Maud van groep 8 zegt tegen haar leerlingen: 'Je weet vast wel iets te vertellen over je lievelingsdier.' Schrijf maar eens op wat je over jouw lievelingsdier weet. Yasmine schrijft het volgende stukje op. Ze moet het nog wel even nakijken en verbeteren. ............................ 1. De gorilla is de grootste van alle mensapen. 2. Volwassen gorillamannen kunnen meer dan 200 3. kilo wegen. De gorillavrouwen wegen ongeveer de 4. helft. 5. Volwassen mannen krijgen een zilvergrijze rug. Als 6. een groep gorilla's door het oerwoud trekken, heeft 7. zo'n 'zilverrugman' altijd de leiding. Hij bewaart de 8. rust in de groep. Die groep bestaat verder uit 9. vrouwen en kinderen. Ook beschermt hij de groep 10. tegen gevaar. Als het gedrag van een van de jonge 11. mannetjes hem niet bevalt, kan de 'zilverrugman' heel 12. grimmig gaan staren. Jonge mannetjes kijken wel uit 13. om de leider uit te dagen. 14. De gorilla's zoeken samen naar voedsel. Hun 15. voedsel bestaat uit varens, knoppen en bladeren. 16. Daarnaast eten ze ook vruchten. 17. Gorilla's zijn zeer intelligente dieren. Ze gebruiken 18. zelfs enkele gereedschappen: Stenen om noten mee 19. te kraken of stokken om roofdieren te verjagen. In de 20. dierentuin Apenheul zijn al meer dan 30 gorillababy's 21. geboren. Veel van deze baby's zijn al volwassen. Ze 22. wonen nu in andere dierentuinen.
Opgave 12. Welke titel past het best bij dit stukje?
Voedsel Mensapen Zilverrug De gorilla Opgave 13. Lees: Als ............leiding (r.5 t/m 7) Wat kan Yasmine het beste doen met het woord trekken?
Zo laten staan. Vervangen door: trekt. Vervangen door: trok. Vervangen door: trokken. Opgave 14. Met welke zin had Yasmine een nieuwe alinea moeten beginnen?
Hij … groep (r.7, 8) Die … kinderen (r.8, 9) Als … staren (r. 10 t/m 12) In … geboren (r.19 t/m 21) Opgave 15. Wat is een juiste opmerking over de leestekens in dit stukje?
Er moeten geen aanhalingstekens staan bij 'zilverrugman' (r.7). Er moet geen komma staan achter varens (r.15). De hoofdletter na de dubbele punt (r. 18) moet een kleine letter zijn. De dubbele punt (r.18) kun je beter vervangen door een komma.
Antwoorden: C–C–C–D–B–C–D–B–D–A–D–D–C–D-C