Operatie Cochleaire Implantatie bij uw kind
Op basis van de vooronderzoeken en in overleg met u (en eventueel uw kind) is besloten dat uw kind een cochleair implantaat krijgt. In deze folder leest u infor matie over de gang van zaken rondom de operatie.
Voorbereiding
De coördinator van het CI-team en/of de opererend KNO-arts heeft met u een aantal belangrijke zaken besproken waar u aan moet denken. Bovendien brengt de revalidatietherapeut van uw kind een bezoek thuis om u en uw kind zo goed mogelijk verder op de operatie voor te bereiden. Hieronder worden de belangrijk ste punten nog eens genoemd:
•
Vaccinatie hersenvliesontsteking U wordt dringend verzocht uw kind aanvullend op de vaccinaties van het consulta tiebureau (Rijksvaccinatieprogramma) te laten inenten tegen hersenvliesontste king. Met het recept dat u heeft gekregen gaat u naar de apotheek waarna u aan de huisarts vraagt of hij/zij voor de inenting kan zorgen. Het kan ook dat uw kind pas na de operatie (volledig) gevaccineerd kan worden. De coördinator bespreekt dit dan met u.
•
Polikliniek Anesthesiologie Omdat de ingreep onder anesthesie (verdoving/narcose) gebeurt, brengt u met uw kind vooraf een bezoek aan de anesthesioloog op de polikliniek Anesthesiologie. Tijdens dit gesprek wordt de gezondheidstoestand van uw kind beoordeeld. Indien nodig voor het goed verlopen van de anesthesie worden aanvullende onderzoeken afgesproken. Ook krijgt u uitleg over de mogelijke vormen van anesthesie en de gang van zaken rondom de operatie. Informatie over de anesthesie, het nuchter zijn, de verkoeverafdeling en de pijnbehandeling vindt u ook in de folder ‘Behandeling of onderzoek onder anesthesie bij kinderen’.
•
Operatiedatum Zodra de operatiedatum bekend is geeft de coördinator van het team deze aan u door. Deze datum is echter altijd onder voorbehoud. Het komt regelmatig voor dat bijvoorbeeld door spoedoperaties de operatieplanning verandert. Ook kan het
1
zijn dat de operatie niet door kan gaan omdat uw kind ziek is. Mocht uw kind in de weken voor de ingreep koorts, griep of een oorontsteking krijgen, wilt u dit dan doorgeven aan de coördinator van het CI-team. Voor de operatie ontvangt u van de opnameplanning informatie over de plaats en het tijdstip waarop u voor de opname wordt verwacht.
•
Wat moet u meenemen? Voor uw kind makkelijk zittende kleding en pyama (die ook met verband om het hoofd goed uit en aan kunnen), toiletartikelen en de eventuele medicijnen van uw kind. Het is beter om geen waardevolle spullen mee te nemen. Het ziekenhuis draagt geen verantwoordelijkheid bij vermissing of diefstal.
Opname Opnameduur De duur van de opname hangt oa af van de gezondheid van uw kind en de duur van de operatie zelf. Wanneer uw kind gezond is en één CI krijgt zal er meestal een dagopname plaatsvinden. U komt dan ’s ochtends met uw nuchtere kind naar het ziekenhuis voor de operatie. Aan het eind van de dag mogen jullie weer naar huis. In het andere geval zal er sprake zijn van een overnachting voor en/of na de operatie. U bent dan dus twee of drie dagen met uw kind in het ziekenhuis. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer de operatie in de middag plaats vindt of wanneer uw kind in één operatie twee CI’s krijgt. Locatie van opname en operatie Er zijn twee mogelijkheden. Uw kind kan worden opgenomen en geopereerd op de Chirurgische Dagbehandeling (CDB). Hier vinden alleen operaties in dagopname plaats, dus zonder overnachting. Mocht na de operatie blijken dat er toch een overnachting nodig is voor uw kind, dan zal uw kind worden overgeplaatst naar de kinderafdeling. De andere mogelijkheid is dat uw kind wordt opgenomen op de kinderafdeling. De operatie zal in dit geval plaats vinden in een van de centrale opera-
•
•
2
tiekamers van het ziekenhuis. Deze operatiekamers liggen niet ver van de kinderafdeling. Op de kinderafdeling is er een mogelijkheid tot overnachting. Tijdens de overnachting(en) in het ziekenhuis mag één van de ouders bij uw kind op de kamer slapen. Als de andere ouder in de buurt wil overnachten, kan hij/zij gebruik maken van het Radboudhotel. Een folder hierover kunt u van de coördinator ontvangen. Meer informatie kunt u ook vinden op de website van het ziekenhuis.
Operatie
Eén van de ouders mag mee de operatiekamer in en bij uw kind blijven totdat het in slaap is gebracht. Daarna vinden nog verdere voorbereidingen op de operatie plaats. Er wordt een strook haar weggeschoren op de plaats waar het implantaat komt. Er wordt een s-vormige snede achter boven het oor gemaakt om het implantaat te kunnen plaatsen. Een deel van het implantaat wordt zoveel mogelijk ingebed in de schedel. Het snoertje met elektroden wordt via het middenoor in het slakkenhuis geplaatst. De operatie zelf duurt twee tot drie uur. Vanwege de voorbereidingen duurt het in totaal drie tot vier uur voordat u uw kind weer ziet. Als uw kind in een operatie twee CI’s krijgt, zal de totale tijd dat u niet bij uw kind bent zes tot zeven uur bedragen.
Na de operatie
Na de operatie wordt uw kind naar de verkoeverafdeling (uitslaapkamer) gebracht om wakker te worden uit de narcose. U kunt als ouder aanwezig zijn bij het ontwaken van uw kind zodra de medewerkers van de verkoeverkamer dit verantwoord vinden. Uw kind heeft een verband om het hoofd (‘tulband’) om druk op de wond te geven. Dit bevordert de genezing. Na de operatie kan uw kind last hebben van misselijkheid en pijn. Uw kind zal pijnstilling krijgen en zonodig ook medicijnen tegen de misselijkheid. De meeste kinderen knappen echter weer snel op en kunnen weer gewoon eten en bewegen. Uw kind kan nu met het cochleair implantaat nog geen geluiden waarnemen. Daarvoor moet eerst de uitwendige apparatuur, de spraakprocessor, aangesloten worden. Dit vindt pas enkele weken later plaats.
3
De eerste week thuis Pijnbestrijding Meestal gebruiken kinderen de eerste dagen thuis nog een lichte pijnstilling. Bij ontslag zult u hierover worden geadviseerd door de opname-afdeling. Waar moet u in de eerste week na de operatie op letten: Wanneer één van de onderstaande situaties zich voordoet en in alle gevallen waarbij u twijfelt moet u direct contact opnemen met de dienstdoende KNO-arts van ons ziekenhuis (door te bellen met het centrale nummer 024 - 361 11 11 en te vragen naar de dienstdoende KNO-arts).
• • • • • • •
koorts (temperatuur boven de 38ºC) hoofdpijn, vooral bij het buigen van het hoofd niet tegen licht kunnen overgeven verwardheid pijn of andere klachten op de plaats van de operatiewond (ondanks ingeno men pijnstilling) oorpijn of een loopoor links of rechts
Deze symptomen kunnen namelijk een teken zijn van een operatiecomplicatie, zoals een wondinfectie of hersenvliesontsteking. Meer over de operatierisico’s kunt u teruglezen in de informatiemap die u aan het begin van het CI-traject ontvangen heeft. Verband Het is belangrijk dat het verband een week continu gedragen wordt. Indien het verband in de eerste week thuis toch loslaat, is het belangrijk dat dit opnieuw wordt aangelegd. Hiervoor kunt u contact opnemen met uw huisarts of het dichtst bijzijnde ziekenhuis in uw omgeving. Mocht dit niet lukken, dan neemt u contact op met het CI-team of de dienstdoende KNO-arts van het UMC St Radboud (door te bellen met het centrale nummer (024) 361 11 11 en te vragen naar de dienst doende KNO-arts).
4
Dagelijkse activiteiten Hoewel uw kind zich al gauw weer de oude zal voelen, adviseren wij u om uw kind in de week na de operatie niet naar kinderdagverblijf of school te laten gaan. Uiteraard kan uw kind indien gewenst en van toepassing wel een bezoekje bren gen aan zijn/haar klas.
Controleafspraak
Ongeveer één week na de operatie vindt op de polikliniek van het UMC St Radboud een controle plaats door een KNO-arts. Waar mogelijk gebeurt dit door de KNO-arts die de operatie heeft uitgevoerd. Omdat de huid aan de binnenzijde is gehecht met materiaal dat vanzelf oplost, hoeven dan geen hechtingen te worden verwijderd. Mocht er sprake blijken te zijn van vochtophoping rondom de wond, moet mogelijk het hoofdverband een extra week gedragen worden. Als er bij deze controle geen bijzonderheden zijn, kan uw kind zijn/haar dagelijkse activiteiten weer hervatten. Wel moet u er rekening mee houden dat de wond nog verder moet genezen (bijvoorbeeld zes weken na de operatie nog niet zwem men, oppassen met activiteiten die de wond zouden kunnen beschadigen zoals voetballen).
Revalidatie
Drie tot zes weken na de operatie begint de revalidatie. Hieraan voorafgaand zal de revalidatietherapeut met u bespreken hoe de revalidatie van uw kind er uit ziet.
Waarschuwingen
Het is belangrijk dat u zich realiseert dat wanneer uw kind een CI heeft, hij/zij diverse medische behandelingen en onderzoeken (waaronder een MRI-scan) niet zonder meer mag ondergaan. Ook moet een oorontsteking aan de kant van het implantaat direct en goed worden behandeld, vanwege het mogelijk verhoogde risico op hersenvliesontsteking. Uw huisarts wordt hiervan door ons op de hoogte gebracht. In de informatiemap staat hierover uitgebreidere informatie. Wij adviseren u deze informatie (nogmaals) goed door te lezen, wanneer uw kind eenmaal een CI heeft.
5
Neemt u bij twijfel over een bepaalde behandeling of onderzoek altijd contact op met het CI-team of vraag de behandelend arts van uw kind om dit te doen.
Vragen?
Indien u na het lezen van deze folder nog vragen heeft kun u contact opnemen met het CI-team via
[email protected] of telefonisch 024 - 361 35 06.
6
Noteer hier uw vragen
Adres
Bezoekadressen UMC St Radboud Ingang Centraal Geert Grooteplein 10 Nijmegen (024) 361 11 11 www.umcn.nl Chirurgische Dagbehandeling (CDB), route 798, 024 366 63 66 Verpleegafdeling De Vuurtoren route 821, 024 361 38 80 Verpleegafdeling De Zee route 808, 024 361 38 80 Verpleegafdeling Het Strand route 807, 024 361 38 80 Polikliniek KNO UMC St Radboud Ingang West Philips van Leydenlaan 15 Route 383 024 - 361 35 06 Hearing & Implants, team CI UMC St Radboud Ingang West Philips van Leydenlaan 15 Route 382 024 361 35 06 Email:
[email protected] 06-2013--6756