Verschijnt 14-daags, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor Hasselt 1
5 september 2002
nr 1
*
België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
veertiende jaargang
campuskrant Doorbraak in foetale chirurgie I NHOUD
Eerste patiëntjes stellen het goed
2 5
Gert Gielen
foto: ingezonden
Voor het eerst is er met succes een sleutelgatoperatie uitgevoerd op ongeboren kinderen met een middenrifbreuk. De op punt gestelde endoscopische techniek kan een doorbraak betekenen voor de foetale chirurgie. Een wereldprimeur voor de afdelingen Gynaecologie en Verloskunde, Neonatologie en Thoraxheelkunde van het UZ Gasthuisberg. Maar professor Jan Deprest wijst erop dat het toepassingsveld beperkt blijft.
6 7
Forum
Onderwijs is een kinderrecht, zegt Ludo Govaerts, directeur ziekenhuisschool UZ Leuven Visitaties bij Letteren
Genetische centra vechten patent op borstkankergen aan Vlaamse Liga tegen kanker organiseert maquillagesessies
‘Voor en na’ in Gasthuisberg moet de aandoening uiteraard vast te stellen zijn tijdens de vroege zwangerschap en ten tweede moet ze zo ernstig zijn dat er zonder ingreep geen levenskansen zijn. Voor hernia diaphragmatica (HD) of middenrifbreuk, de aandoening waarover het hier gaat, bestaan er duidelijke criteria om al vroeg te bepalen of de baby na de bevalling kan overleven. Vijfentwintig jaar geleden al probeerde men in de VS nog tijdens de zwangerschap dezelfde operatie uit te voeren als degene die gewoonlijk na de bevalling plaatsvindt. De baarmoeder werd geopend, evenals de buik en borstholte van de foetus, en het middenrifdefect werd gedicht. Dat was niet alleen erg ingrijpend voor de baarmoeder, met ernstige neveneffecten tot gevolg, maar ook voor de foetus - je kunt je voorstellen hoe klein de patiënt in die fase is - was de operatie bijzonder invasief en complex.” “Nochtans is het levensbedreigende
Medische vooruitgang kan soms ook een gevoel van onmacht met zich meebrengen. Decennialang al kunnen dokters in een vroeg stadium allerlei afwijkingen vaststellen bij foetussen. In sommige gevallen gaat het om problemen die bij volwassenen perfect geopereerd kunnen worden, maar die als ze zich voordoen bij de foetus vrijwel zeker dodelijk zijn. Tot voor kort konden aanstaande ouders vaak niet anders dan bang wachten op het onvermijdelijke. In de Verenigde Staten voert men wel al jaren ‘open’ operaties uit op foetussen, maar Europese artsen oordeelden tot nog toe dat de risico’s van een dergelijke zware ingreep niet in verhouding stonden tot de geringe verhoging van de levenskansen. Samen met enkele andere Europese centra heeft Leuven al een tiental jaar een onderzoeksprogramma in verband met kijkbuisoperaties in de zwangere baarmoeder. De vroege aandacht voor deze techniek is mede te verklaren door de Europese huiver voor open operaties bij zwangere vrouwen - die in enkele ziekenhuizen in de Verenigde Staten wél tot de normale klinische praktijk behoren. Tot vorig jaar werd de sleutelgattechniek enkel gebruikt voor ingrepen op de moederkoek, meer bepaald voor het scheiden van de bloedsomloop bij eeneiige tweelingen. Die ingreep wordt intussen bijna wekelijks uitgevoerd. Nu werd dus de overstap naar de foetus zelf gemaakt.
8
Professor emeritus Jacques Herbots blikt terug
Met de jeep de jungle in
9
Personeelskrant
10
Personeelskrant
11
Personeelskrant
Fusie en verhuis personeelsdiensten vlot verlopen
Tijdskrediet, borstvoedingspauzes en de UZ Sport- en Speldag
vervolg op pagina 3
Trip Trap 2002 in beeld
Openingsconcert K.U.Leuven met
Organist Joris Verdin
foto: Rob Stevens
CK: Wat houdt de recente doorbraak in en in welke gevallen kan foetale chirurgie een oplossing brengen? Deprest: “Er zijn een aantal strikte criteria waaraan voldaan moet zijn voordat we een operatie uitvoeren. Ten eerste
niet het gat in het middenrif zélf, maar de onderontwikkeling van de longen die er het gevolg van is, doordat er zoveel weefsel terechtkomt in de borstkas dat de longen geen plaats meer hebben. Daarom hebben wij een techniek ontwikkeld die de onderontwikkeling tegengaat en toch zo min mogelijk invasief is. We brengen een soort ballon in die de luchtpijp van de baby afsluit - de ademhaling gebeurt vóór de geboorte via de moederkoek dus dat is geen probleem. Daardoor ontstaat een drukverschil, wat voor de longen een signaal is om sterker te groeien. Dat idee bestaat al een tiental jaren en werd ingegeven door medische gevallen waarbij de luchtpijp door een aandoening afgesloten is: deze kinderen worden met abnormaal grote longen geboren.”
Dit najaar is organist Joris Verdin ‘Festivalster’ van het Festival van Vlaanderen. Hij treedt daarmee in de voetsporen van klinkende namen als Jos Van Immerseel en Sigiswald Kuijken. Voor Verdin is het Festival een uitgelezen kans om zijn instrument, het orgel, te ontdoen van een ietwat bestoft imago. Op het Openingsconcert op 23 september speelt hij samen met het ensemble Il Fondamento werk van Carl Philipp Emanuel Bach, “de briljante Bach”. Interview op pagina 15
12
Personeelskrant
16
Topvijf
20
De Denktank
Niet langer maanden wachten op loon
Niet voeren a.u.b.
FORUM
5 september 2002
Recht op onderwijs, een kinderrecht
Campuskrant
Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven Redactie
In Vlaanderen loopt er heel wat mank met het onderwijsaanbod
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Karla Venken, Wouter Verbeylen Redactiesecretariaat
voor zieke kinderen
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected]
Ludo Govaerts
Adreswijzigingen
Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Redactieadres
Dienst Communicatie Oude Markt 13 3000 Leuven (t) 016 32 41 84 (f) 016 32 40 14
[email protected] Aan dit nummer werkten mee
Gert Gielen, Anne-Mie Jaspers, Geert Op De Beeck, Klaartje Proesmans, Kristien Vermoesen Stuurgroep Campuskrant
Ronny Vandenbroele (voorzitter), Jan Bauwens, Jan De Vuyst, Erik Gobin, Els Heylen, Bernard Himpens, Bert Overlaet, Isabel Penne, Paul Thurman, Myriam Van Acker, Jos Vaesen, Jan Verhaeghe Vormgeving
Wouter Verbeylen, Rob Stevens Foto’s
Rob Stevens, Patrick De Spiegelaere, Rudi Van Beek Cartoons
Joris Snaet Reclameregie
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84 Oplage
14.000 Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever
Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 3000 Leuven Copyright artikels
Artikels uit deze editie - of delen ervan - kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 26 september. Suggesties voor artikels en interviews zijn welkom op het redactieadres.
Verschijningsdata Campuskrant 2002 AB = met alumnibijlage Nr. Verschijningsdatum Teksten indienen vóór
4 31 oktober (AB) 23 oktober
2 26 september (AB) 18 september
5 21 november 13 november
3 10 oktober 2 oktober
6 12 december (AB) 4 december
Campuskrant vindt u ook op internet: www.kuleuven.ac.be/ck/
Op deze pagina is ruimte voor uw lezersbrief of opiniestuk, ook in te zenden via www.kuleuven. ac.be/ck/opinie.htm. De inhoud van de hier gepubliceerde stukken is voor rekening van de auteur. De deadlines voor de volgende nummers vindt u onderaan op deze pagina.
Iedereen is overtuigd van het belang van onderwijs. Maar waar staat Vlaanderen met het reglementeren van aangepast onderwijs voor zieke kinderen en jongeren? Lang niet ver genoeg, vindt Ludo Govaerts, directeur van de ziekenhuisschool van de UZ Leuven, ondanks de ronkende verklaringen van de laatste maanden. Jaarlijks geven 30 personeelsleden van de ziekenhuisschool in UZ Gasthuisberg en UZ Pellenberg onderwijs aan bijna 900 verschillende chronisch en langdurig zieken. Er wordt geïndividualiseerd onderwijs aangeboden. Op de eerste plaats is er overleg met ieders school van herkomst: keuze van vakken, leerstofafbakening, afspraken rond toetsen en examens,... De thuisschool blijft eindverantwoordelijke en moet op het einde van het schooljaar een zinvolle, verantwoorde eindbeslissing kunnen nemen. Anderzijds is voortdurende communicatie met de betrokken ouders en het behandelingsteam noodzakelijk. Dagelijks krijgen gemiddeld 92 kinderen één à twee lesuren, bij voorkeur in een speciaal daartoe ingericht klasje. Twaalf klassen, een grote kleuterruimte, een sportzaal, een mulitmedialokaal, een wetenschappenlokaal en een kinderbibliotheek staan sinds 1 januari 2000 ter beschikking in UZ Gasthuisberg. Deze school is een volwaardige school voor buitengewoon onderwijs, basisonderwijs en secundair onderwijs (S.O.), type 5. Vanuit het Departement Onderwijs werden we de laatste maanden overspoeld met discussienota’s, (ontwerp)decreten, ronkende verklaringen: ‘gelijke kansendecreet’, ‘maatwerk in samenspraak’, ‘planlastvermindering’, ... De kernboodschap is duidelijk: het Vlaamse Onderwijs wil streven naar “het realiseren van optimale leer- en ontwikkelingskansen voor leerlingen”; ze wil “uitsluiting, segregatie en discriminatie vermijden, sociale cohesie bevorderen”. Goede voornemens, vast en zeker, maar waar staat
Vlaanderen met het reglementeren van aangepast onderwijs voor zieke kinderen en jongeren? Iedereen is overtuigd van het belang van onderwijs. Onderwijs stimuleert kinderen in hun ontwikkeling en biedt een opleiding die hen helpt een volwaardige plaats te verwerven in de maatschappij van morgen. Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen in hun waarde gerespecteerd worden. Opvoeding en onderwijs is de opdracht van een school. Naast de intellectuele ontwikkeling staan ook o.a. de emotionele, de sociale en de motorische ontwikkeling in de kijker. Als kinderen ziek zijn, als ze gehospitaliseerd worden, dan komt dit recht op onderwijs (tijdelijk) in het gedrang. Naar aanleiding van CAO VI heeft de ziekenhuisschool tijdens schooljaar 2000-2001 duidelijk gemaakt dat er eindelijk wat moet veranderen. De omkadering van de ziekenhuisschool normaliseren is noodzakelijk. Alle discriminaties in vergelijking met andere scholen horen eindelijk te worden weggewerkt, zodat er na zovele jaren (het probleem bestaat sinds 1986) een werkbare situatie ontstaat. De VLOR formuleerde in vijf jaar tijd twee ‘adviezen’, die de aandacht van de Minister vestigen op een noodzakelijke bijsturing voor type 5-scholen. Concreet houden die bijsturingen het volgende in: 1) Ziekenhuisscholen moeten
ook recht hebben op een afzonderlijke directeur voor het S.O. In elke secundaire school in Vlaanderen is dit voorzien. In één van de vier ziekenhuisscholen (SO) is deze functie trouwens wel voorzien. 2) Het S.O. type 5 wordt voor administratief en beleidsondersteunend personeel uitgesloten. Dit is een discriminatie in vergelijking met elke andere secundaire school van Vlaanderen. Deze ondersteunende functies zijn wel voorzien in één van de vier ziekenhuisscholen. 3) Zowel de basis- als de secundaire scholen type 5 worden uitgesloten voor paramedisch personeel. In elke andere school voor buitengewoon onderwijs heeft men daar wel recht op. Waarom kan er geen afwijking worden toestaan voor de orthopedagogische functie, vergelijkbaar met de ‘logo-afwijking’ voor type 5basisschool in een sanatorium? 4) Zieke mentaal gehandicapten hebben ook recht op onderwijs in het S.O., type 5. Decretaal wordt echter voorzien dat type 5 enkel ‘opleidingsvorm 4’ mag organiseren. 5) Er wordt ziekenhuisonderwijs aangeboden aan leerlingen uit alle mogelijke richtingen, niveaus en klassen van het S.O. Het ambt van licentiaat zou daarom voorzien moeten kunnen worden. De Minister heeft ons laten weten dat deze situatie historisch gegroeid is en dat er momenteel geen wijzigingen kunnen gebeuren.
“Probeer maar eens een kind dat maanden opgenomen wordt, schools bij te houden met twee lesuren per week.” vervolg op pagina 16
Campuskrant zoekt freelance journalisten
Wij zijn het beu! Dacht je dat het echt zo’n pretje is om altijd maar weer prins Filippen te gaan interviewen, Nobelprijswinnaars, ministers? Of elke dag weer baanbrekend onderzoek te gaan bekijken? Of op de hoogte te zijn van de interne keuken van de K.U.Leuven? Komaan... Wij willen ook wel eens wat rust hoor, wij willen voortaan anderen voor ons laten werken. Maar ja, daar zal jij wel geen zin in hebben zeker, om regelmatig een artikel voor Campuskrant te schrijven? Voor een niet onaardige vergoeding natuurlijk, maar ook dat laat je koud. Je zit toch veel liever te blokken of wat aan je doctoraat te knoeien, of gewoon zomaar wat leeg te lopen, niet? OK, dan is deze oproep niks voor jou. Maar als je tot die rare groep mensen hoort die wel
2 CAMPUSKRAN T 5.9 .2002
eens een lekker stukje proza uit de tekstverwerker willen persen, dan moest je misschien toch maar eens even contact met ons opnemen. Misschien wordt het nog wel wat.
• Freelance journalisten van alle ras en stand, met een beetje degelijke pen, met interesse voor alle aspecten van de universiteit, mogen hun gemotiveerde kandidatuur en graag wat bewijzen van hun schrijftalent bezorgen aan: Redactie Campuskrant Oude Markt 13, 3000 Leuven
[email protected]
Doorbraak in foetale chirurgie sen met HD waarbij men hetzelfde principe gebruikt als wij maar de luchtpijp meestal afsluit met een klemmetje. De ballontechniek hebben we hier in Leuven ontwikkeld en die wordt intussen ook in de VS overgenomen. Zelf hebben we heel lang gewacht om de stap naar de mens te zetten, omdat we wilden dat de wetenschappelijke basis volledig rond was. We mogen ook niet vergeten dat aan elke ingreep een risico verbonden is. Zelfs bij een simpele vruchtwaterpunctie bijvoorbeeld is er een kans op infectie of het vroegtijdig breken van de vliezen, hoe klein ook.” “Daarom houden we ook vast aan de voorwaarde dat het om een fatale aandoening moet gaan. Stel dat je een lipspleet prenataal wilt opereren, omdat een foetus heelt zonder littekens. Dan creëer je door de ingreep een kans op sterfte die er voordien niet was.”
lukken, dan zou dat op zichzelf een doorbraak zijn voor zwangerschappen waarbij de vliezen spontaan te vroeg breken, een probleem dat vaak voorkomt.” CK: Zullen nog andere aandoeningen in de toekomst met dezelfde techniek kunnen worden aangepakt? Deprest: “Ons volgende grote project richt zich op het zogenaamde open ruggetje - spina bifida, ook een aandoening die men in de VS op een aantal plaatsen prenataal probeert te verhelpen, vooralsnog met een open operatie. Wij zullen weer proberen om via endoscopie de effecten tegen te gaan. Andere kandidaten zijn een obstructie van de urinewegen en een aantal zeldzame longafwijkingen. Het blijft een technisch complexe ingreep met beperkte toepasbaarheid, maar in die zeldzame gevallen kunnen we nu tenminste een therapie als alternatief aanbieden.”
Toekomst
• Professor Jan Deprest werkt samen met professor Hugo Devlieger en professor Toni Lerut in het UZ Gasthuisberg en het Centrum Heelkundige Technologieën van de Faculteit Geneeskunde. Internationaal werken ze samen met Prof Nicolaides (King’s College London) en Prof Gratacos (Vall d’Hebron Barcelona). • Canvas: Overleven, 8 sept., 21u
CK: Een bijzondere omstandigheid bij foetale operaties is dat ook een gezonde patiënt, de moeder, een operatie moet ondergaan. Hoe zwaar is de ingreep voor haar? Deprest: “Onze endoscopische aanpak maakt het voor de moeder ongetwijfeld veel minder zwaar en riskant dan een open operatie. Doordat we de baarmoeder niet openmaken wordt het risico op voortijdige weeën en een te vroege bevalling veel kleiner. Wat wel nog een probleem vormt is dat we de vliezen moeten doorprikken. We zijn nu op zoek naar een manier om die vliezen opnieuw te laten helen of te ‘dichten’. Mocht dat
illustratie: Marjolijn Brouwer
“Bij onze eerste twee pogingen hadden we bewust gekozen voor een gevorderde zwangerschapsduur, zodat het kind bij een eventuele vroeggeboorte levensvatbaar zou zijn. De ingrepen verliepen vlekkeloos en duurden minder dan vijftien minuten, maar het verhoopte effect op de longen bleef uit. Later hebben we ingezien dat het alleen werkt in een vroegere fase, als de longen nog kunnen groeien. Intussen hebben we nog een zestal geslaagde ingrepen uitgevoerd bij jongere foetussen en de drie baby’s die intussen geboren zijn maken het goed. Ze vertoonden geen tekenen van longonderontwikkeling. Natuurlijk blijft na de geboorte nog een operatie nodig om de eigenlijke middenrifbreuk te herstellen.” “We voeren de operatie uiteraard alleen maar uit als we vermoeden dat een ingreep niet kan wachten tot na de geboorte. Het gaat om foetussen die heel kleine longen hebben rond de 26ste zwangerschapsweek, en waarbij ook de lever in de borstkas zit. Omdat het om zeldzame aandoeningen gaat, hebben we ook een samenwerking afgesloten met enkele andere Europese centra: die samenwerking heb je nodig, zowel om een voldoende aantal patiënten te hebben als om de nodige vaardigheden te kunnen aanbieden.” CK: Waarom hebben Europese artsen in tegenstelling tot hun Amerikaanse collega’s zich nooit gewaagd aan open operaties op foetussen? Deprest: “Er bestaat op dat vlak inderdaad een groot mentaliteitsverschil. In de VS voert men al een vijftal jaar openbuikoperaties uit op foetus-
Geciteerd
vervolg van pagina 1
Geciteerd
NIEUWS
Jan Deprest: “Voorwaarde voor het uitvoeren van de ingreep blijft dat er zònder operatie geen levenskansen zijn.”
“In tegenstelling tot alle andere steden kreeg Leuven er 4 % inwoners bij in tien jaar. Die stijging dankt de hoofdstad van Vlaams-Brabant aan de vele studenten die hun hart verliezen aan Leuven tijdens hun studententijd. Leuven telt rond de 89.000 inwoners.” Eén van de troeven blijkt, naast de aangename sfeer, “de reële kans op tewerkstelling voor hoogtechnologisch opgeleide afgestudeerden in spitstechnologische bedrijven.” Het Volk Regionaal, 20.8.2002
Academische wereld blijft mannenbastion
“De academische wereld blijft een mannenbastion, dat leert een studie van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRW). Terwijl inmiddels 50 procent van de studenten vrouw is, vindt dat niet zijn weerslag in de opbouw van de wetenschappelijke staf. Het aantal vrouwen zakt drastisch naarmate men opklimt op de carrièreladder. (...) Slechts 33 procent van de gedoctoreerden blijkt vrouwelijk te zijn en bij het assisterend academische personeel zijn vrouwen met 40 procent eveneens ondervertegenwoordigd. De situatie is vooral alarmerend bij de hogere functies. De vrouwen maken slechts 22 procent van de docenten, 12 procent van de hoofddocenten, 10 procent van de hoogleraren, 6,5 procent van de gewoon hoogleraren en 1 procent van de buitengewoon hoogleraren uit. (...) De verhouding is sinds 1992 slechts in geringe mate gewijzigd.” Financieel Economische Tijd, 21.8.2002
Pikante wervingsactie
“In de jacht op nieuwe studenten heeft een aantal Britse universiteiten geadverteerd op een site met foto’s van topless minderjarigen. In twee muisklikken wip je van de informatie over een universiteit naar Inkyshannon (17) of een andere rijpe tiener. Voor de universiteiten Hertfordshire, Thames Valley en City (Londen) was dat geen beletsel om te adverteren op Bigwideworld.com. Het internetmagazine richt zich op zestien- tot vierentwintigjarigen. Volgens de makers stel je die doelgroep niet tevreden met alleen informatie over studeren, uitgaan, muziek en computerspelletjes. Daarom ook plaatjes van soms topless - meisjes en content die zonder al te veel omhaal over seks gaat. (...) Peter Hough van de universiteit van Ulster noemt de ontwikkeling ‘symptomatisch’ voor de groeiende concurrentie tussen universiteiten om de gunst van de aankomende student.” UT Nieuws - weekblad Universiteit Twente, 22.8.2002
Dure MBA-opleidingen in VS “waardeloos”
Aantal abortussen neemt toe Uit het jongste rapport van de Nationale Commissie ter Evaluatie van de wet op de Zwangerschapsafbreking blijkt dat het aantal abortussen dat jaarlijks in België wordt uitgevoerd, licht blijft stijgen. Het Leuvense centrum voor Relatievorming en Zwangerschapsproblemen (cRZ) maakte op basis van de gegevens van de commissie een trendanalyse van de voorbije tien jaar. De toename is er niet alleen in absolute cijfers - van 13.145 in 1993 tot 16.178 in 2001 maar ook de abortusratio of het aantal abortussen per honderd zwangerschappen steeg in diezelfde periode van 9,88% naar 12,5%. Ondanks specifieke aandacht van de commissie voor tienerzwangerschappen en recente overheidscampagnes terzake, blijft het aantal abortussen bij jonge meisjes stijgen sinds 1993. Ook in het ‘abortustoerisme’ naar Nederland is het aantal jonge meisjes opmerkelijk. De cijfers bevestigen dat nog steeds heel veel vrouwen en meisjes ongepland zwanger worden ondanks de beschikbaarheid van contraceptiva en het verdwijnen van de
Meer inwoners dankzij afgestudeerden
taboesfeer rond seksualiteit. Experten schatten dat ongeveer 40 % van alle zwangerschappen in westerse landen ongepland zijn. Daarvan eindigt ongeveer de helft in abortus. Het cRZ, verbonden aan het Centrum voor Biomedische Ethiek van de K.U.Leuven, verdiept zich al tien jaar in de problematiek. Hoewel de keuze bij een ongeplande zwangerschap afhangt van duizend en één factoren, blijkt dat vele vrouwen en meisjes veel te laat praten over wat hen beroert. Het cRZ biedt zelf laagdrempelige hulp aan, onder meer via een luistertelefoon waar vrouwen terecht kunnen voor een open gesprek en informatie ((t) 078 15 30 45, elke avond van 18 tot 22u). Om de luistertelefoon meer bekendheid te geven plant het cRZ een communicatiecampagne met cartoons die via diverse kanalen zullen verspreid worden. • Het analyserapport kan u aanvragen bij het cRZ, Kapucijnenvoer 33, 3000 Leuven, (t) 016 33 69 54.
5.9.2002 C A M P U S K R A N T
“Het merendeel van de opleidingen voor het MBA-diploma in de VS levert de student geen extra kennis op en leidt niet tot een hoger salaris. Dat blijkt uit een studie van twee onderzoekers van de Stanford University in Californië. (...) Volgens de wetenschappers is het curriculum voor de opleiding aan de meeste onderwijsinstellingen verouderd en heeft de enorme toename van het aantal studenten de kwaliteit doen dalen. (...) De onderzoekers halen een rapport aan waarin wordt gesteld dat de tweejarige cursus aan een vooraanstaande MBA-opleiding niet meer is dan ‘twee jaar vrienden maken en het uitbouwen van een sociaal netwerk overgoten met alcohol’. Voor een dergelijke opleiding moet aan sommige instituten wel 100.000 euro worden neergeteld.” Gazet van Antwerpen, 28.8.2002
3
NIEUWS KORT
Studenten Onderzoek Studentenkoten weer fors duurder... Nieuwe liesprothese Belgische primeur
Op de Dienst Abdominale Heelkunde van de UZ Leuven werd voor het eerst in België en als derde centrum in de wereld een nieuw soort prothese ingeplant bij een kijkoperatie voor een liesbreuk. Het implantaat bestaat zoals de klassieke prothesen uit polypropyleen, maar het is volledig bekleed met een dun laagje titanium. Titanium wordt optimaal getolereerd door het lichaam en veroorzaakt dus slechts een minimale ‘vreemdlichaam-reactie’. Hierdoor zou het postoperatieve comfort kunnen verbeteren en zou de kans op laattijdige complicaties zoals chronische pijn of infectie kunnen afnemen. De UZ Leuven willen dit binnenkort verder onderzoeken. Vlaamse universiteiten onderzochten voor 390 miljoen
390 miljoen euro spendeerden de Vlaamse universiteiten in 1998 aan wetenschappelijk onderzoek. Het is het eerste jaar waarvoor cijfers over onderzoek en ontwikkeling beschikbaar zijn. De K.U.Leuven en de Universiteit Gent, de twee grootste Vlaamse universiteiten, namen samen 75 procent van het bedrag voor hun rekening, met respectievelijk 170 miljoen euro en 130 miljoen euro. Meer dan de helft van deze middelen komt uit twee bronnen: de werkingstoelagen van de universiteiten en de externe financiering door de Europese Unie of andere instanties. De cijfers zijn wel met een korrel zout te nemen: de werkingstoelagen dienen onder meer voor de uitbetaling van de lonen van onderzoekspersoneel, en het valt niet zomaar te berekenen hoeveel
procent van hun tijd de professoren aan onderzoek besteden. De laatste vier jaar is er ook heel wat veranderd, vooral dan op het vlak van contractonderzoek voor de privé-sector. In 1998 was de geldstroom uit die sector slechts goed voor 19 procent van het totale bedrag. Uniek hyenahol ontdekt
Het Laboratorium voor Prehistorie heeft in de voormalige leemgroeve Vanderzanden in Veltwezelt op een 50.000 jaar oude site onder meer een goed bewaard hyenahol en een speerpunt van 130.000 jaar oud ontdekt. Het gaat om een unieke vondst: het is de eerste keer dat op het Europese vasteland in een openluchtsite een hyenahol wordt aangetroffen. In het Engelse Glaston werd al eerder een hol ontdekt, maar dat was 15.000 jaar jonger. Voor Patrick Bringmans en professor Pierre Vermeersch, die de opgravingscampagne leidden, zijn ook de gevonden werktuigen van zo’n 130.000 jaar oud van groot belang: nooit eerder werden in Europa Neanderthaler-artefacten uit die periode gevonden. European Ethics Summit in Europees Parlement
Meer dan 250 deelnemers waren aanwezig op de eerste European Ethics Summit, die van 28 tot 30 augustus plaatsvond in het Europees Parlement. De top werd georganiseerd door het European Ethics Network, waarvan professor Johan Verstraeten (Faculteit Godgeleerdheid) de voorzitter is. Op het programma stonden discussies over onderwerpen als ‘Sustaining humanity on a global scale’, ‘The Right to Live’ en ‘Today’s quest for
Humanity and the European Institutions’. Leuven uitvalsbasis ‘League of European Research Universities’
Begin juli verenigden twaalf Europese topuniversiteiten, waaronder de K.U.Leuven, zich in de League of European Research Universities. De elf andere zijn Oxford, Cambridge, Edinburgh, Heidelberg, München, Genève, Milaan, Straatsburg, Leiden, Helsinki en Stockholm-Karolinska. Bedoeling is het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek hoger op de nationale en Europese agenda te krijgen door het gezamenlijk te bepleiten. Leuven wordt trouwens het ‘hoofdkwartier’ van de League, en rector André Oosterlinck wordt één van de twee ondervoorzitters. Onveilige wegen houden scholieren van de fiets
Uit een onderzoek van de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie blijkt dat nog geen 17% van de kinderen in het basisonderwijs met de fiets naar school komt. De onderzoekers bekeken 46 scholen in VlaamsBrabant en stelden grote verschillen vast. In sommige scholen rijdt 65% van de kinderen met de fiets naar school. In andere gebruikte geen enkele leerling de fiets. De verkeersinfrastructuur in de wijde omgeving van de school is de doorslaggevende factor voor de ouders om hun kinderen al dan niet naar school te laten fietsen. Andere vaststelling uit het onderzoek: slechts 20% van de fietsende scholieren draagt een helm.
Associatie officieel van start Ook al werd er al lang over gesproken, de Associatie K.U.Leuven, bestaande uit de KUB, dertien hogescholen en onze eigen universiteit, werd pas op 11 juli formeel opge-
De huurprijs van de Leuvense studentenkamers voor dit academiejaar is weer met 6 tot 9 procent gestegen. Dat blijkt uit een steekproef van de Huisvestingsdienst. De maandhuur bedraagt inmiddels gemiddeld 212 tot 218 euro, terwijl je vorig jaar nog een kot vond voor 200 euro per maand. De oorzaak voor die stijging ligt voor de hand: er zijn steeds minder koten, zoals we in vorig nummer van Campuskrant al meldden. Er komen geen nieuwe koten meer bij, en door de nieuwe minimumvereisten vastgelegd in het kamerdecreet uit 1996 haken een aantal eigenaars af. De K.U.Leuven zelf bouwt de volgende twee jaar wel 300 nieuwe kamers. Intussen laat de Leuvense schepen van Ruimtelijke Ordening Karin Brouwers weten dat ze strenger wil toezien op het verbouwen van privé-woningen tot studentenkamers. Ze wil vooral de huisjesmelkers aanpakken en ‘vaste bewoning’ door Leuvenaars bevorderen. Zo zullen jonge gezinnen nog maximaal 3 kamers mogen verhuren, die hooguit de helft van de woning mogen beslaan. Koten boven winkels blijven toegestaan om leegstand te voorkomen. ... maar misschien fiscaal aftrekbaar
VLD-volksvertegenwoordiger Georges Lenssen heeft een wetsvoorstel ingediend om de huur van studentenkamers fiscaal aftrekbaar te maken. Hij wil zo de financiële drempel tot hogeschool en universiteit nog verlagen en daardoor de vrije keuze van onderwijs(instelling) stimuleren. Bovendien moeten kotstudenten minder tijd besteden aan de verplaatsing van en naar de onderwijsinstelling. Lenssen denkt concreet aan een maximale aftrek van 1.500 euro per kotstudent. Burgemeester Tobback vreest echter dat de huurprijzen nog zullen stijgen als er meer kotstudenten, en dus minder beschikbare kamers, zullen komen. Volgens de Huisvestingsdienst zal het zo’n vaart niet lopen.
richt. De Associatie vertegenwoordigt ongeveer 40 procent van de Vlaamse studenten en is daarmee veruit de grootste Vlaamse associatie.
Varia
Eén dezer krijgen alle personeelsleden een extra editie van Campuskrant in de bus, waarin alle leden van de Associatie zichzelf voorstellen.
Opening Academiejaar 2002-2003 De plechtige opening van het academiejaar vindt plaats op maandag 23 september. 9u
foto: Rob Stevens
9.45u 10u 11.15u
20.30u
4 CAMPUSKRAN T 5.9 .2002
Samenkomst van de togati in de Jubileumzaal van de universiteitshal Stoet van de togati naar de Sint-Pieterskerk Eucharistieviering Academische zitting in de Pieter De Someraula met aansluitend receptie in de Jubileumzaal Concert in de Pieter De Somer-aula. Zie artikel op pagina 15.
K.U.Leuven-gebouwen voorgedragen als werelderfgoed
De Leuvense universiteitsgebouwen zijn opgenomen op de indicatieve lijst voor het UNESCO-werelderfgoed. Die lijst is een eerste selectie, waarop naast de Leuvens gebouwen ook het Museum Plantin-Moretus, de historische kernen van Antwerpen en Gent, en de overblijfselen van WOI in de Westhoek prijken. Volgens Monumenten en Landschappen, die de universiteitsgebouwen voordroeg, zijn ze een uniek voorbeeld van een architecturaal ensemble binnen een stadspatroon dat teruggaat tot de Middeleeuwen, en dat nauwelijks veranderingen onderging. Door de lange wachtlijsten zal een definitieve erkenning als werelderfgoed nog een heel aantal jaren op zich laten wachten.
Van visitaties en opvolgingsverslagen Elke academische basisopleiding van de K.U.Leuven wordt om de acht jaar op zijn kwaliteit getoetst door een groep van hoofdzakelijk buitenlandse deskundigen. Ter voorbereiding van een dergelijke externe visitatie wordt de opleiding in kwestie onderworpen aan een diepgaande interne evaluatie, die ongeveer een jaar in beslag neemt en waarbij zowel het academisch personeel als de studenten betrokken worden. De evaluatie vertrekt van een sterktezwakte-analyse en mondt uit in een zelfevaluatierapport, dat aan de visitatiecommissie wordt bezorgd. Tijdens haar bezoek aan de universiteit neemt de visitatiecommissie tweeëneenhalve dag de tijd om afzonderlijke gesprekken te voeren met alle betrokkenen, gaande van studenten en alumni tot academici en het faculteitsbestuur. De commissie publiceert haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen nadien in een openbaar rapport. Uiterlijk één jaar na dat rapport moet de opleiding een opvolgingsverslag kunnen voorleggen. Om dit summiere verhaal over interne en externe kwaliteitszorg concreet te maken, twee voorbeelden uit de Faculteit Letteren.
duidelijker van wordt onderscheiden. Zo worden de verschillende doelstellingen transparanter. Anderzijds blijken studenten hun kennis van de taal toch zwaar te onderschatten. Het taalbeheersingsniveau van onze studenten Romaanse filologie is volgens de visiatiecommissie bijzonder
ONDERWIJS
scoren dan voor schriftelijke... “ Het visiatierapport bleek ook een steuntje in de rug van een aantal programmahervormingen die de afdeling voorbereidde, met name de gelijkschakeling van Frans en Italiaans/Spaans. “Een plan dat ook al langer bestaat maar tot dusver door wettelijke beperkingen niet kon worden gerealiseerd, is het aanbieden van nieuwe taalcombinaties zoals bijvoorbeeld Frans en Engels. Dat is een terugkerende vraag van abituriënten, en ook vanuit wetenschappelijk standpunt zinvol, zowel voor taal- als voor letterkunde. De hervormingen die de invoering van de BaMa-structuur met zich meebrengt, zijn een geknipte aanleiding
Studenten onderschatten eigen taalbeheersingsniveau
De buitenlandse visitatiecommissie die in 2000 de opleiding Romaanse taal- en letterkunde onder de loep nam, had veel lof voor de coherentie van het studieprogramma, de goede slaagcijfers, de inzet van het personeel en de betrokkenheid van de studenten. De commissie signaleerde wel dat de personeelsomkadering eigenlijk ontoereikend is. Professor Ludo Melis: “Personeelstekort is zeker niet alleen een probleem in onze afdeling of faculteit, en kunnen wij ook niet zelf verhelpen - dat is een ander beslissingsniveau. Daarmee samenhangend zag de commissie ook liever lesvormen met kleinere groepen studenten, maar dat viel te verwachten van de in hoofdzaak Nederlandse professoren. Een inhoudelijk aandachtspunt dat ons enigszins verrast heeft, is de discrepantie tussen de verwachtingen van de studenten en de structuur van de opleiding. Nogal wat studenten beginnen in de eerste plaats aan deze studie om een taal te leren, terwijl de opleiding de wetenschappelijke studie van taalkunde en literatuur minstens even centraal stelt als de taalbeheersing. Dat kunnen we gedeeltelijk oplossen door laatstejaarsscholieren beter te informeren over het studieprogramma, maar we hebben ook een aantal aanpassingen doorgevoerd waardoor bijvoorbeeld de theoretische taalkunde tegelijkertijd nauwer aansluit bij de vakken taalbeheersing en er in de opbouw van het programma
goed, en blijkt ook het beste van alle Vlaamse universiteiten. Zelfs studenten denken dus dat ze minder kennen dan ze kunnen (lacht). De kwestie van het onvoldoende durven spreken wordt dan weer tegengesproken door het feit dat ze voor mondelijke taalbeheersing nog beter
om daar werk van te maken.” Samenwerking versterken
In mei 1999 evalueerde een buitenlandse visitatiecommissie de opleiding OostEuropese talen en culturen. Facultair coördinator was professor Willy Vande
Walle. “De commissie had waardering voor de keuze om in de hele opleiding het zwaartepunt te leggen op de verwerving van een grondige kennis van twee Slavische talen en hun cultuurgebieden, voor de inbreng van moedertaalsprekers in het onderwijs van de vier gedoceerde OostEuropese talen, de inzet van het personeel en de lage drempel voor persoonlijke contacten tussen studenten en stafleden. Ze was ook onder de indruk van de organisatie, uitrusting en technische ondersteuning van het Instituut voor Levende Talen. Zoals ook bij andere visitaties aan de orde gesteld is, is de personeelsomkadering niet toereikend, maar binnen de financiële mogelijkheden werden inmiddels wel de meeste van de aanbevelingen van de visitatiecommissie opgevolgd. Sinds vorig academiejaar is een grondig vernieuwd programma ingevoerd. Daarbij is grote aandacht besteed aan de formulering van duidelijke doelstellingen en eindtermen, goed gedefinieerde specialisatiemogelijkheden en diverse keuzevakken, zoals bijvoorbeeld versterking van de vakken Bijzondere vraagstukken van Russische geschiedenis en Poolse geschiedenis. Een aantal hoorcolleges is omgebouwd tot werkcollege en oefeningen, en studenten moeten meer papers en werkstukken redigeren. Alhoewel de optie OostEuropakunde slechts een beperkte kwantitatieve uitbreiding heeft gekregen, is zij kwalitatief verbeterd door de coherentie van de aangeboden vakken te vergroten. Dat blijft een aandachtspunt. Binnen de bestaande omkadering dient de samenwerking met het Instituut voor Europees Beleid (Sociale Wetenschappen) en het Leuvens Instituut voor Centraal en OostEuropese Studies (Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen) nog versterkt te worden. De internationale uitwisselingsmogelijkheden voor studenten werden uitgebreid naar Polen, Rusland, Bulgarije en Oostenrijk. De werking van de POC en de actieve deelname van de studentenvertegenwoordiging daarin, een bijzonder aandachtspunt van de commissie, werden grondig verbeterd. Het bleek evenwel onmogelijk de aanbeveling om het aantal uren Tsjechisch en Bulgaars te verhogen, in de praktijk om te zetten. Nog voor het vernieuwde programma echt op zijn deugdelijkheid getest is, ligt in verband met de invoering van de BaMa-structuur alweer een omgebouwde versie op tafel. Om voortaan een programma van vijf jaar in plaats van vier naar behoren te doen draaien, zal de staf nog meer dan voorheen voor vormen van begeleide zelfstudie opteren.”
NIEUWS KORT
Onderwijs Korte studies meer in trek
Steeds meer Vlaamse studenten kiezen voor een korte hogeschoolopleiding. Dit gebeurt ten nadele van de universiteiten, die het aantal nieuwe studenten tussen 1996-’97 en 2000-’01 met 11 procent zagen dalen. In dezelfde periode steeg het aantal nieuwe studenten in korte hogeschoolopleidingen met 7 procent. Dat staat te lezen in het Rapport Hoger Onderwijs 2000-2001 van het Departement Onderwijs. Het totaal aantal nieuwe studenten bleef nagenoeg
gelijk, maar de korte opleiding vertegenwoordigde in 2001 52 procent van alle nieuw ingeschrevene, de universitaire ‘slechts’ 32 procent of 12.602 studenten, tegenover 14.128 vijf jaar voordien. Het is gissen naar de oorzaken van deze evolutie. Waarschijnlijk kiezen meer studenten meteen voor een graduaatsopleiding, in plaats van eerst ‘hoog’ te mikken om dan af te zakken. Ook de overheidscampagnes voor verpleegkunde- en lerarenopleidingen zullen meegespeeld hebben. • www.ond.vlaanderen.be/hoger_onderwijs
Studietoelage aanvragen
Nog steeds zijn er studenten die geen gebruik maken van hun recht op studietoelage. Vaak gaat het om mensen die menen niet in aanmerking te komen omdat een aanvraag in het secundair onderwijs afgewezen werd. De voorwaarden voor het hoger onderwijs zijn echter gunstiger. Het kan daarom de moeite lonen om in geval van twijfel toch een aanvraag in te dienen. • Meer info:
[email protected]
5.9.2002 C A M P U S K R A N T
5
ONDERZOEK Genetische centra vechten patent op borstkankergen aan
Voor het ABC van je DNA passeer je niet langs de kassa Karla Venken foto: Rob Stevens
In ons land gebeurt al het genetisch onderzoek en de DNA-diagnose van familiale aandoeningen in acht erkende Centra voor Menselijke Erfelijkheid, alle verbonden aan een universiteit. Sinds een goed jaar hangt hen bij elke DNA-test naar familiale borstkanker een schadeclaim boven het hoofd.
vlnr: Ivo Roelants, Geertrui Van Overwalle en Gert Matthijs
0Het Amerikaanse bedrijf Myriad Genetics verwierf in de loop van 2001 drie Europese patenten of octrooien op het eerste borstkankergen en eist ook het daarmee samenhangende monopolie op borstkankertests op. Verschillende Europese genetische centra dienden telkens gezamenlijk een oppositiedossier in bij het Europees Octrooibureau (EOB), het laatste vorige week. Namens de Belgische centra nam de Leuvense geneticus Gert Matthijs het voortouw in die actie. Hij vond in huis deskundig advies bij octrooispecialist Ivo Roelants (Leuven Research & Development) en professor Geertrui Van Overwalle (Centrum voor Intellectuele Rechten). Professor Matthijs, van het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid: “De eerste mijlpalen in de diagnostiek van familiale aandoeningen dateren van het begin van de jaren negentig, met de identificatie van de genen voor mucoviscidose en voor de ziekte van Huntington. Uit genetisch onderzoek van families waarin veel borstkanker voorkomt, was er begin jaren negentig ook al evidentie dat verschillende genen een rol spelen in familiale vormen van deze aandoening, een eerste op chromosoom 17 en een tweede op chromosoom 13. Maar het vergt bijzonder veel en intensief onderzoek om de betreffende DNA-sequenties op het chromosoom te vinden. Je kan het nog het best hiermee vergelijken: je krijgt een kaart van België om in Leuven de steen te zoeken waaronder de heilige graal ligt. Leuven is nog snel gevonden, maar het wordt hard werken om in Leuven elke steen om te draaien. Je moet dus een goede methode hebben om snel stenen om te draaien, én het geluk hebben aan de juiste kant van Leuven te beginnen... In de laatste rush naar het gen heeft Mark Skolnick, een geneticus van de Universiteit van Utah, met enkele medewerkers en met geld van de farmaceutische industrie een bedrijfje opgericht, Myriad Genetics, en er een paar dozijn mensen aan het werk gezet om chromosomen 17 en 13 af te speuren. Letterlijk dag en nacht - er gaan verhalen dat vrouwen en kinderen ’s middags in de cafetaria van het bedrijf kwamen eten om hun mannen en vaders te zien. In april 1994 ontdekte Myriad de DNA-sequentie van het eerste borstkankergen, BRCA1, op chromosoom 17. Meteen vroeg het bedrijf patenten aan in zowel de VS als Europa, en in oktober 1994 publiceerde het de ‘tekst’ van de betreffende DNA-sequentie in het wetenschappelijk tijdschrift Science. Een jaar later werd ook BRCA2 op chromosoom 13 gevonden. Als je eenmaal de precieze gensequentie kent, kan je gemakkelijk tests opzetten, en dat is uiteraard wat wereldwijd vele genetische laboratoria, ook het onze, hebben gedaan. We hadden immers sinds ’90 heel wat familiemateriaal verzameld. Wij testen ondertussen al vier jaar patiënten met een
voorbestemdheid voor borstkanker. Maar sinds de toekenning van drie Europese patenten vorig jaar, lopen we bij elke test naar BRCA1 het risico op een schadeclaim van Myriad.”
dierlijk lichaam’, wat een genetische test in wezen toch is, niet als een uitvinding wordt beschouwd en nooit gepatenteerd kan worden. “ Penicilline
Scheeftrekking
“Een patent op een techniek om bijvoorbeeld eenvoudig menselijk groeihormoon te produceren, lijkt aanvaardbaar. Zowel universiteiten als bedrijven willen een return op hun onderzoek en investeringen. Maar in het domein van het diagnostisch DNA-onderzoek belette nog geen enkele patenthouder tot dusver anderen om verder te testen. Myriad Genetics eist het monopolie wel volledig op, in die zin dat élke test naar het eerste borstkankergen van een Amerikaanse of Europese patiënt bij hen in Salt Lake City moet gebeuren. Ze weigeren een licentie op hun octrooi te verlenen. Dat betekent feitelijk dat de diagnostiek van een erfelijke aandoening gemonopoliseerd wordt. Het is vooral dit monopolie dat de genetici in Europa de gordijnen heeft ingejaagd. Zelfs al is dit niet het eerste patent op een gen - ook het mucoviscidose-gen is gepatenteerd - de botte weigering octrooilicenties toe te staan schept een heus precedent. Als onze oppositie op niets uitdraait, is dat niet alleen nadelig voor de werking van de genetische centra, maar dreigt er ook een scheeftrekking in onze gezondheidszorg. De genetische centra worden voor elke test evenveel gefinancierd door de ziekteverzekering, of het nu gaat om een eenvoudig op te sporen ziekte dan wel één waarvoor we elke hoek van een gen moeten bekijken. En ook elke patiënt krijgt evenveel terugbetaald voor een genetische test. Dat is een prachtige toepassing van het mutualiteitsbeginsel, maar als we de borstkankerscreening uit handen moeten geven, komt dat in het gedrang. Aan de prijs die Myriad Genetics hanteert, zullen uitgebreide tests zoals de borstkankertests immers een groot deel van het nationale budget voor genetisch onderzoek opslorpen.” Dr. Ivo Roelants: “Het Europees Octrooiverdrag (EOV) voorziet bij toekenning van een patent een periode van negen maanden waarin eender wie een oppositie-dossier kan indienen, wat de Europese centra dus ook gedaan hebben. Hun belangrijkste argument is dat de patenten in strijd zijn met de geest en de letter van het Europees Octrooiverdrag. Het is een vrij technische discussie, die allereerst te maken heeft met het onderscheid tussen een ontdekking en een uitvinding - alleen die laatste is namelijk patenteerbaar. Per slot van rekening heeft Myriad verdergebouwd op jaren werk en publicaties van verscheiden academische groepen, om als eerste over de eindstreep te gaan... Daarnaast stelt het EOV uitdrukkelijk dat een diagnostische methode ‘die toegepast wordt op het menselijk of
6 CAMPUSKRAN T 5.9 .2002
Octrooirecht is het domein bij uitstek van professor Van Overwalle: “De zich zeer snel ontwikkelende biotechnologie is, samen met software, inderdaad de ‘brandhaard’ van het huidige octrooirecht. En niet alleen vanwege de moeilijke technische discussies. Hoewel het gebruik van levend materiaal in de technologie bijna een eeuw oud is - met name de schimmel in Flemings antibioticum penicilline - en patenten op micro-organismen honderd jaar geleden ook al werden verleend, zorgt dat in de geest van veel mensen pas nu voor ernstige morele vragen. Of je patenten kan verlenen op stukjes genoom van planten, dieren of mensen is inderdaad een fundamenteel ethische kwestie en geen uitgemaakte zaak, maar sommigen gaan in hun huiver voor biotechnologie zover dat ze zonder meer elk patent op levend materiaal verwerpen. Dat is misschien toch wat overdreven.” Roelants:”Fleming nam destijds geen patent op zijn uitvinding omdat hij vond dat die aan het publiek toebehoorde. Dat standpunt verdient respect, maar het resultaat was dat Amerikanen het ene patent na het andere namen op penicillines en zij de Engelse overheid zwaar lieten betalen voor een licentie toen die de antibiotica broodnodig had tijdens de tweede wereldoorlog. Op het moment dat Fleming zelf penicilline nodig had, was die van Amerikaanse makelij... Octrooien zijn een zeer belangrijk middel om innovatief onderzoek te stimuleren, en een instrument in de onderzoeksvalorisatie. Maar als patenthouders hun
monopolie opeisen, loop je risico op het omgekeerde effect. En het kan ook niet de bedoeling zijn dat mensen door patenten bijvoorbeeld verstoken blijven van betaalbare geneesmiddelen. Toen de ZuidAfrikaanse regering de invoer van goedkope generische aidsmiddelen uit India overwoog, werd ze door Amerikaanse en Europese farmaceutische multinationals voor de rechter gedaagd, maar die gaf de regering volmondig gelijk. In het geval van Myriad rijst ook nog een andere deontologische kwestie, namelijk de bescherming van patiënteninformatie.” Van Overwalle: “Mijn indruk is dat door de Myriad-zaak alvast de Europese wetenschappers genuanceerder zijn gaan denken over octrooien op genen. Velen onder hen willen de huidige patentenwetgeving gewijzigd zien: een gen of genetische sequentie is niet patenteerbaar, enkel het produkt dat op basis van dat gen wordt ontwikkeld. Bedrijven en onderzoekers kunnen langs de kassa passeren voor een medicijn of een diagnostische kit, maar niet voor het ABC van het betrokken DNA. Het genoom is de blauwdruk en de grondstof van leven en moet principieel ‘publiek goed’ blijven... Een andere vraag in de discussie heeft te maken met de uitoefening van het patentrecht: als je een patent op levend materiaal verwerft, wat mag je dan met dat monopolie doen? De gangbare praktijk is, zoals professor Matthijs zei, een systeem van vrijwillige licenties, waarmee de monopoliehouder anderen de toelating geeft om tegen betaling zijn ‘uitvinding’ te gebruiken. Al kunnen overheden in bepaalde gevallen bedrijven dwingen een licentie te verlenen als ze dat niet spontaan doen, toch werkt het huidige systeem van de zogenaamde ‘dwanglicenties’ nog niet zo goed, zoals je in de Myriadzaak ziet.”
Wetgevend werk aan de winkel Of genetisch materiaal überhaupt gepatenteerd mag worden, is niet meteen aan de orde in het oppositiedossier tegen de borstkankergenpatenten, de huidige Europese regelgeving laat dat immers toe via een ietwat dubbelzinnige omschrijving in de Europese biotechnologierichtlijn. Die richtlijn regelt het octrooieren van biotechnologische uitvindingen, en dateert al van 1998. EUleden zijn verplicht om Europese richtlijnen om te zetten in nationale wetgeving. In de komende weken bespreekt het Belgisch parlement het wetsontwerp dat de biotechnologierichtlijn omzet. Professor Van Overwalle was betrokken
bij de opstelling van de wetteksten. Uit de voorbereidende besprekingen blijkt dat octrooien op levend materiaal, en op genen in het bijzonder, een uiterst gevoelig thema is. Vandaar dat de Belgische - zoals trouwens ook de Duitse - regering de Europese Commissie op dit punt al ‘verduidelijking’ heeft gevraagd bij de Europese biotechnologierichtlijn. Ook de genetische centra willen dat het debat omtrent patenten op genen opnieuw wordt gevoerd. Het laatste woord omtrent octrooien op het ABC van het DNA is dus nog niet gezegd.
NIEUWS
World Wide Wetenschap • Campuskrant offreert u handenvol populariserende of, als we
Vlaamse Liga tegen Kanker organiseert
het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten •
maquillagesessies
‘Voor en na’ in Gasthuisberg
Mediëvistiek
Het ORB, Online Reference Book for Medieval Studies, is een schatkamer voor de student en de onderzoeker, met inleidende cursussen en gevorderde referentiewerken over paleografie en patristiek, lesvoorbeelden, en natuurlijk honderden volledige teksten. Kom nooit meer zeggen dat u het traktaat van Sint-Hiëronymus over huwelijk en maagdelijkheid niet gelezen hebt. • orb.rhodes.edu
Kristien Vermoesen
Toen Estée Lauder, de stichtster van het cosmetica-imperium, zag hoe een familielid de strijd aanging met kanker, besefte ze hoe belangrijk het is voor een kankerpatiënt om er goed uit te zien en zich, daardoor, ook beter te voelen. Haar bedrijf sponsort nu verzorgingssessies voor kankerpatiënten. Sinds februari kunnen ook patiënten van het UZ Gasthuisberg zich inschrijven voor een gratis schoonheidsverzorging.
‘Look Good Feel Better’, een initiatief van de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK), loopt al een tijd in verschillende Vlaamse ziekenhuizen. Nu is Gasthuisberg dus aan dat lijstje toegevoegd. Lieve Lenders van de VLK: “Het project wordt volledig gesponsord door Estée Lauder-Clinique. Ze stellen ons onder andere gratis cosmetica ter beschikking. Maar het is geen promotienamiddag. De producten worden niet te koop aangeboden.” Schoonheidsspecialiste Maria Derwa: “Als mensen hier op het einde van de namiddag buiten stappen, dan hoor ik ze soms tegen elkaar zeggen: ‘Kom, we gaan nog iets drinken.’ Ze kikkeren echt op van zo’n verzorging en maquillage. Het doet hen vooral deugd om met andere kankerpatiënten te kunnen praten over hun ziekte, de behandeling en al de vervelende kwaaltjes die erbij komen kijken. Ze willen er de familie of vrienden thuis niet altijd mee lastig vallen, maar de behoefte om te praten blijft groot.” Het cosmeticabedrijf maakte een speciale selectie uit zijn gamma. Maria: “Door de behandeling krijgen veel kankerpatiënten last van een droge huid. Het zijn dus vooral hydraterende, voedende producten die we gebruiken. Toen ik net begon ging ik op zoek naar blauwe mascara - vooral jonge meisjes staan daar goed mee, en die zitten hier ook, het zijn niet allemaal oudere vrouwen. Maar die kleur zat niet tussen de producten van Estée Lauder - blijkt dat nogal wat patiënten in behandeling slecht reageren op het kobalt in blauwe make-up, en daarom wordt
die niet opgenomen in de selectie.” Even relaxen
Verzorging, maquillage, het zijn natuurlijk vrouwenaangelegenheden, maar ook mannen zijn welkom. Maria: “Eén keer nog maar heb ik het meegemaakt dat er een man bij was. Een hele toffe was dat, hij heeft zelfs model gezeten zodat ik aan de dames kon tonen hoe ze sjaaltjes rond hun hoofd konden draperen. Alleen kwamen de gesprekken niet zo goed op gang. De meeste patiënten die hiernaartoe komen hebben borstkanker, en ik veronderstel dat er toch enige schroom bestaat om daar in aanwezigheid van mannen over te praten.” Lieve Lenders: “Ziekenhuizen willen graag iets extra’s doen voor hun kankerpatiënten en daar helpt de Vlaamse Liga tegen Kanker hen bij. Toen Gasthuisberg het licht op groen zette, zijn we op zoek gegaan naar een schoonheidsspecialiste. Zij zou dan nog een extra opleiding bij ons krijgen als vrijwilliger en een opleiding bij Estée Lauder.” Maria: “Ik heb jaren demonstraties aan huis gedaan, dus spreken voor een groep mensen was geen probleem. Maar kankerpatiënten is toch nog iets anders. Ik ben meegeweest naar een sessie in Nieuwpoort - dat was eigenlijk mijn stage. Ik heb zelf ooit borstkanker gehad, en dat maakt het contact met de mensen toch wat gemakkelijker - ik begrijp waarover ze het hebben.” Elke derde maandag van de maand is er een verzorgingssessie voor zes tot acht patiënten, en die zit meestal vol. De bijeenkomst begint met een lunch om het ijs tussen de
Mythologie
deelnemers wat te breken. Daarna geeft Maria uitleg over een goede huidverzorging en maquillage, terwijl de patiënten zelf hun huid reinigen, een masker aanbrengen en een dagcrème opdoen. En dan wordt de make-up bovengehaald. Maria: “Ik geef hen wat tips over welke makeup ze het best gebruiken, hoe ze vlekken kunnen camoufleren, hoe ze hun wenkbrauwen kunnen bijtekenen, want sommigen verliezen nogal wat haar, door de chemo. En zij geven elkaar tips, over waar de beste pruiken te koop zijn bijvoorbeeld.” “Maandag nog was er een mevrouw die vertelde dat ze nooit crèmes gebruikt. Ik had haar eruit gekozen om te tonen hoe je een oogcontourgel aanbrengt. Dat is heel relaxerend - je masseert dan lichtjes de oogomtrek. Ik heb het daarna bij iedereen moeten doen. Je had dat moeten zien, al die hoofdjes gingen achteroverleunen.” “Meestal maquilleer ik de helft van het gelaat, en werken de deelneemsters dan zelf de andere helft af. Niets speciaals, gewoon een hele zachte maquillage, die ze elke dag zelf kunnen aanbrengen. Alleen wat lippenstift kan al een heel verschil maken. En ze genieten er echt van, dat zie je. ‘We hadden foto’s moeten nemen’, komen ze me achteraf vertellen, ‘voor en na’.” • Vlaamse Liga tegen Kanker, Steunpunt Arrondissement Leuven, Lieve Lenders, Ravenstraat 98, 3000 Leuven, (t) 016 23 00 91,
[email protected], www.tegenkanker.net
De Encyclopedia Mythica van Micha F. Lindemans is een behoorlijk indrukwekkende encyclopedische constructie van zowat 6.000 mythologische figuren, helden, beesten en ander onguur tuig dat onze Griekse, Romeinse, Keltische, Japanse, Viëtnamese, Afrikaanse en zovele andere voorvaderen zinvol bezighield. • www.pantheon.org/mythica.html Gender en wetenschap
Als mannelijk chauvinistisch varken geven we het niet graag toe, maar er schort wat aan de aanwezigheid van de vrouw in de wetenschap en de wetenschappelijke instellingen. Honderdduizend argumenten en overwegingen krijgen wij, mannen, op deze site in de maag gesplitst. Zijn wij dan werkelijk slecht? • www.gac.edu/~mmcdermo/women-sciencelinks.html Cursus bescheidenheid
Jàjà, u bent allemaal héél slimme mensen hoor anders zou u trouwens dit blad niet lezen. Maar toch wagen we het te betwijfelen dat u helemaal zou passen in het rijtje van de hoogste IQ’s aller tijden. Wat dacht u van William James Sidis, die 18 maanden was toen hij de New York Times las, en die op 11jarige leeftijd een lezing gaf in Harvard over vierdimensionale lichamen? Wij zijn stukken ouder dan hij, en hebben zelfs nog last met driédimensionale. • home8.swipnet.se/~w-80790/Index.htm Literatuurwetenschap
We kunnen ons vergissen, maar we hebben zo de indruk dat de literatuurwetenschap in vergelijking met andere disciplines maar pover vertegenwoordigd is op het Web. Een gelukkige uitzondering zijn de Literary Resources van Jack Lynch (Rutgers University). Voor Engelstalige literatuur vindt u hier behoorlijk wat, maar voor onze Nederlandse Letteren (die uiteraard geklasseerd worden bij Other, samen met Turks en Litouws en nog wat restafval) heeft hij maar twee links kunnen verzamelen. En weet u wat erg is? Wij kunnen hem zo gauw niet helpen... • andromeda.rutgers.edu/~jlynch/Lit/
Foto links: Lieve Lenders van de Vlaamse Liga tegen Kanker
Het is maar dat u het weet: de eerste 31.415 decimalen van pi (let toch op die getalspeling...) vindt u op de Duitstalige Pibel. U kunt er ook de eerste 10 miljoen decimalen downloaden, in een handzaam PDF-formaat. Printen maar, en verras er uw geliefde mee! • www.pibel.de/ Eenheden
foto: Rob Stevens
foto: Rob Stevens
Voor numerofielen
Foto rechts: Schoonheidsspecialiste Maria Derwa: “De deelnemers krijgen tips over welke make-up ze het best gebruiken, hoe ze vlekken kunnen camoufleren, hoe ze hun wenkbrauwen kunnen bijtekenen - want sommigen verliezen nogal wat haar, door de chemo. En zij geven elkaar tips, zoals over waar de beste pruiken te koop zijn.”
“Wetenschap is metenschap”, zeggen we wel eens, om indruk te maken op de omwonenden. Russ Rowlett van de University of North Carolina is het met ons eens. Hij verzamelde honderden eenheden uit zowat elk denkbaar domein. Als u niet weet dat een poiseuille iets met viscositeit te maken heeft, of als u zich benauwd voelt in een tafelgesprek over de gewichtsbepaling van Japanse zijde, dan kunt u hier uw gezicht redden. • www.unc.edu/~rowlett/units/index.html
5.9.2002 C A M P U S K R A N T
7
EEN LEVEN LANG Jurist Jacques Herbots
Met de jeep de jungle in Ludo Meyvis
“Ik wandelde over de Lei,” mijmert professor Jacques Herbots, “die eerste dag toen ik in Leuven kwam, het mythische Leuven, het Leuven van de boeken van Ernest Claes. Het regende, en ik zie mezelf daar nog lopen. Ik was de oudste van 14 kinderen, en studeren was dus allerminst een evidentie. Bovendien zou ik pas een studiebeurs kunnen krijgen als ik het eerste jaar met succes doorgemaakt had. Maar ik wàs er!”
De dozen staan al hoog opgestapeld in zijn kantoor in de oude Valk, net onder de pannen. Hij maakt plaats voor zijn opvolger, die al even poolshoogte komt nemen. Hier heeft Jacques Herbots jarenlang gehuisd. Maar zijn wat onopvallende verblijf is geen spiegel van zijn uitstraling. Iedereen die ooit van ver of van nabij iets met de Leuvense rechtswereld te maken gehad heeft, kent Het Begrip Herbots. Een charmante man, welbespraakt, noemt een kat een kat, een bulderlach. We hebben ooit erger meegemaakt. Alleen is er geen koffie. Kolonel in de brousse
“Toen ik op het einde van de jaren ’50 naar Leuven kwam, was een prof nog een figuur van mythische proporties. Ik dàcht er eenvoudig niet aan dat ik ooit zelf hoogleraar kon worden. Ik kwam gewoon studeren, vol ontzag voor de grote namen, voor Onclin, De Raeymaeker. Bij Rechten had je figuren als Van Hee, de toen nog jonge Van Hecke, en dan was er nog Lousse, de prof geschiedenis. Die heeft me ooit eens, toen ik nog student was, uitgenodigd om met hem te gaan lunchen. Dat was een éér hoor... Vooral omdat hij zelf de koffie betaalde (lacht).”
“Na mijn studies heb ik mijn legerdienst gedaan. Ik had recht op vrijstelling, maar die heb ik doorgegeven aan mijn broer. Ik ben bij de para’s gegaan, hoewel ik helemaal niet zo’n sporter was. Ik heb dus héél veel afgezien daar, maar ik heb dat met heel veel idealisme gedaan. Nadat ik afgezwaaid was, als reserveofficier, ben ik trouwens op geregelde tijdstippen mijn kampen blijven doen, om op te klimmen in het reservekader, tot luitenant-kolonel.” “Het leven hangt van toevalligheden aan elkaar. Ik kwam in aanraking met professor Antoine Rubbens, toen zowat de grootste advocaat van Kongo. Die had een assistent nodig, die hem zou helpen bij het in kaart brengen van het Kongolese gewoonterecht. Johan Pauwels zaliger, die later ook prof hier in de faculteit zou worden, was daar het jaar voordien al mee begonnen, en ik ben hem gaan bijstaan, vanaf 1963. Dat was echt veldwerk, met een jeep de jungle in, letterlijk op zoek naar rechtsbronnen... Ik heb daar ook mijn thesis over gemaakt, trouwens.” “Stilaan vroeg Rubbens me om hem wat te assisteren bij het lesgeven aan de universiteit van Lovanium in Leopoldstad, het huidige Kinshasa, en dat
foto: Rob Stevens
Prof. Herbots: “Een bachelordiploma moet een zekere waarde hebben op de arbeidsmarkt, moet dus praktisch gericht zijn. Ik vind dat niét.”
8 CAMPUSKRAN T 5.9 .2002
heb ik met plezier gedaan. En eigenlijk is dààr de academische molen voor mij beginnen draaien. Lovanium was overigens een heel degelijke campus - ze hadden er zelfs hun eigen cyclotron! De examens moesten het Belgische niveau halen, en dus werd er elk jaar een vliegtuig vol Belgische proffen gecharterd om de zowat 5.000 studenten te komen ondervragen. Rubbens, Pauwels en ik waren de enige Vlamingen aan de rechtsfaculteit.” “Ik ben in Kongo gebleven tot 1969. Toen was Mobutu al werk aan het maken van de nationalisatie van de universiteiten, het begin van het einde. Voor mij was dat in elk geval onverteerbaar. Ik ben er sindsdien trouwens ook nooit meer teruggeweest. Misschien komt het er nu nog eens van, maar toen kon ik dat eenvoudig niet aan.” “Ik kwam terug in Leuven, waar ik mijn verhandeling voor mijn aggregatie hoger onderwijs heb verdedigd. Ik had tijdens mijn jaarlijkse vakanties in België al wel gezien dat het aan de universiteit op korte tijd heel erg veranderd was. Ik begreep het pas écht toen ik een groepje studenten na de les gewóón met Van Hee zag staan praten. Dat was not done in mijn tijd. Nu dus blijkbaar wel. De splitsing van de universiteit heb ik niet meegemaakt, ik ben hier begonnen toen dat proces al grotendeels achter de rug was.” Revolver
“De rechtsfaculteit had in 1969, toen ik hier begon, een echte explosie doorgemaakt. Toen ik naar Leuven kwam, zaten we met ongeveer 120 in het eerste jaar. Maar mijn eerste colleges waren meteen voor 600 man. In de les was dat niet zo’n probleem, alhoewel het fysiek wel erg vermoeiend was. Ik spande me erg in voor mijn colleges. Je kon mijn hemd uitwringen, als ik een uur Bronnen en Beginselen gegeven had. Ik vond dat een student zich dan ook maar wat moest inspannen voor de examens, dat was gewoon een kwestie van elementair respect. “Maar zo liep het niet altijd. Zeker in het begin van mijn loopbaan waren de examens een absolute marteling. Dat gebeurde toen mondeling, wat dus betekende wéken aan een stuk dezelfde vragen, dezelfde vaak verkeerde antwoorden... Dat was erg belastend, ook psychisch, ook voor de huisgenoten, en de kleine examenvergoeding die je toen als prof nog kreeg, was slechts een doekje voor het bloeden.” “Ik denk dat ik toen al gauw de reputatie had een buizer te zijn. Dat is me mijn hele loopbaan blijven achtervolgen, alhoewel de cijfers aantonen dat ik er met mijn beoordelingen nooit ver naast zat en dat ik nooit iets onredelijks gevraagd heb. Als iemand de stof kende, gaf ik met plezier hoge punten, ook 20 op 20. Maar als iemand wat zat te brabbelen, tja, dan ging ik meteen wel heel laag. Ik vind, je moet niet zitten prutsen tussen een 9 en een 11, zoals sommige collega’s wel eens doen. Niet kennen, dat is een 6, of minder. Wat heb je er aan als je iemand er doorlaat, als
je goed weet dat die het volgende jaar toch door de mand valt? Het is in het éérste jaar dat je de minder gekwalificeerde studenten moet tegenhouden, niet in het tweede of derde.” “Weet je waar het veel studenten aan ontbreekt? Niet zozeer blokkennis, maar algemene kennis. Ik vrees dat die tendens nog sterker wordt, en dat is erg jammer. Dat zal er trouwens met Bologna niet beter op worden. Een bachelor-diploma moet een zekere waarde hebben op de arbeidsmarkt, moet dus praktisch gericht zijn. Ik vind dat niét. Een bachelor moet doorstromen, en moet in zijn eerste jaren de algemene kennis verzamelen waarop dan in de master-jaren de vakkennis geënt kan worden.” “Tja, ik was dus wel een strenge prof, schijnt het. Maar streng betekent niet dat ik onrechtvaardig was of zomaar wat willekeurige punten uitdeelde, hè. Integendeel. Trouwens, als de studenten mijn aanpak niet gewaardeerd zouden hebben, zouden ze me niet elke keer hebben laten figureren in de revue. Weet je dat er collega’s zijn die daar echt zwààr van aangeslagen zijn, als ze de revue weer eens niet gehaald hebben? Ik werd daar élke keer in opgevoerd. Het is misschien een eigenaardig criterium, maar ik lees er toch een zekere waardering van de kant van de studenten in, buizer of niet.” “Ik weet niet of je kunt leren lesgeven. De pedagogen kunnen je misschien wel wat truukjes bijbrengen, dat je maximum zoveel woorden op een transparant mag zetten of zo, maar daarmee ben je nog geen goeie docent. Nee, echt leren kan je het niet, denk ik. Je moet een paar moeilijke dingen zien te combineren. Je moet een toneelspeler zijn. Dat zei Van Hee vroeger al. En je moet een redelijk groot vermogen tot verantwoorde vulgarisatie hebben. Iedereen kan geleerde artikels aan elkaar praten, dat is geen kunst. Maar die gaan toch over de hoofden heen. Je moet vulgariseren, maar om dat te kunnen, moet je je vakgebied verdraaid goed beheersen.” “Natuurlijk maak je op al die jaren wel wat mee. Ik herinner me, in de periode dat de Rote Armee Fraktion zo actief was, kwam een student zich aanbieden voor het examen. Het was de zoon van een senator. Hij had een heel mooie juffrouw bij, die zijn boekentas droeg. Dat vond ik al eigenaardig, maar in principe màg je iemand meebrengen naar het examen. Vlak voor ik mijn eerste vraag stel, haalt die student een revolver boven, en hij zegt: “Die zal ik hier maar neerleggen, zeker?” Ik vond het wijselijk om daar niet op te reageren... Je hoorde in die dagen immers zoveel over aanslagen... Toen het examen gedaan was - de jongeman bakte er niks van - vroeg hij me: ‘Professor, hebt u zin in een kopje koffie?’ De bevallige juffrouw, die heel de tijd had zitten toekijken, opende de boekentas en haalde er een thermosje koffie uit. Ik zei maar dat ik geen dorst had...”
vervolg op pagina 13
Personeelskrant
z esw ek elijk se b ijla g e v o o r personeel
Verhuis en fusie personeelsdiensten vlot verlopen
Cultuurschok goed verteerd Gert Gielen
Tot twee jaar geleden waren de personeelsdiensten voor het AP en voor het ATP nog strikt gescheiden. Een situatie die historisch gegroeid was, maar die hoe langer hoe minder voldeed. Bij het begin van het academiejaar 2000-2001 werd besloten om beide diensten te laten samensmelten en werd professor Bert Overlaet aangesteld tot algemeen directeur personeel. De fusie die hij de voorbije twee jaar doorvoerde, werd in juli bekroond met het verhuizen van de dienst naar een gerenoveerd gebouw in de Parijsstraat.
foto: Rob Stevens
afzonderlijke groepen van twintig medewerkers, die voor een deel overlappend werk doen, of over één groep van veertig mensen.” Fusie is inkrimping?
Bij de meeste fusies is bezuinigen op personeel één van de belangrijkste doelstellingen. Dat was hier niet het geval. Er is immers werk te over, zo blijkt. Overlaet: “Tot voor kort werden de personeelsdiensten voor 80 tot 90 percent opgeslorpt door administratie en aanwerving. Voor zaken als rekrutering, opleiding, verloning en loopbaanbeleid bleef eigenlijk weinig tijd over. Dat is niet verwonderlijk als je weet dat wij vorig jaar zo’n 4.000 contracten hebben opgesteld. Het is eigen aan een universiteit dat er een grote instroom is van jonge mensen die vaak niet lang blijven. Een belangrijke doelstelling van de reorganisatie is erop gericht de basisprocessen inzake administratie en aanwerving zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, zodat we meer tijd hebben voor andere aspecten van het personeelsbeleid. Inzake dienstverlening zijn we dan ook behoorlijk ambitieus. Zo hebben we met de Academische Raad afgesproken dat vanaf 2003 voor elk personeelslid het contract klaar zal zijn op de dag dat hij of zij begint te werken.”
Het samenbrengen van twee diensten die altijd zelfstandig gefunctioneerd hebben is niet zo eenvoudig. Als psycholoog voerde Overlaet enkele studies uit in verband met fusies en hij was dan ook de geknipte persoon om het proces in goede banen te leiden. “Bij elke fusie is er emotionele weerstand. Mensen hebben het moeilijk om hun gewoontes achter te laten en zijn aanvankelijk onzeker over hun plaats in de nieuwe structuur. Om een fusie te doen slagen heb je een sterk team nodig dat in de fusie gelooft en moet je maximaal rekening houden met de gevoeligheden en bekommernissen van de medewerkers. Dankzij mijn achtergrond ben ik gelukkig niet voor grote verrassingen komen te staan, maar je moet voortdurend alert zijn, want het blijft een heel emotioneel proces. En er waren nogal wat verschillen tussen de beide diensten. Heel praktisch bijvoorbeeld: de dossiers werden bij ATP verdeeld volgens faculteitsgroep, terwijl dat bij AP puur alfabetisch gebeurde. Op al die vlakken moest bij het uittekenen van de organisatiestructuur opnieuw een beslissing genomen worden, waarbij we streefden naar maximale efficiëntie en minimale aanpassingsproblemen.”
foto: Rob Stevens
Overlaet: “De twee personeelsdiensten waren eigenlijk al een tijdje naar elkaar aan het toegroeien binnen het Anemoonproject, waarin ze samen de HR-module van SAP ontwikkelden. Tegelijk werd het onderscheid tussen AP en ATP hoe langer hoe minder relevant, omdat onderzoek en onderwijs meer en meer teamwerk worden. De idee dat het uiteindelijk allemaal om personeelsleden gaat, die elk op hun eigen manier bijdragen tot het succes van de universiteit, heeft geleidelijk veld gewonnen.” “Wat voor een stroomversnelling in die evolutie heeft gezorgd is de overschakeling op het SAP-systeem als loonmotor. Vroeger gebeurde de loonberekening voor het AP intern en die voor het ATP extern. Toen er besloten werd om voor beide groepen over te schakelen op één softwareplatform, heb ik er meteen op gewezen dat dat enkel zinvol was binnen een eengemaakte dienst. En de universitaire overheid is me daarin gevolgd.” “Het blijft natuurlijk een principiële keuze die je maakt. De bestaande situatie met twee diensten was op zichzelf niet problematisch, maar als je wilt werken aan een professionele en kwaliteitsvolle dienstverlening maakt het een groot verschil of je beschikt over twee
“Daar moesten we werken, hier ook” Een rondleiding door het nieuwe gebouw leert ons dat de mensen de kans krijgen om geleidelijk in te groeien in de nieuwe structuur. Op dit ogenblik gaat nog veel energie naar de overschakeling op het SAP-systeem, zegt diensthoofd Weddenadministratie Jan Paesen. Paesen: “De omschakeling vraagt veel werk, en het systeem heeft nog altijd kinderziektes, maar dat een aantal bulkoperaties nu geautomatiseerd wordt betekent wel een ontlasting voor de medewerkers. Het systeem zal de opleiding van nieuwe dossierbeheerders in de toekomst ook vlotter laten verlopen. Vroeger duurde het toch al snel een jaar voordat iemand volledig zelfstandig kon werken.” De cultuurschok blijkt in elk geval goed verteerd door de personeelsleden. Over het nieuwe gebouw, een oud Jezuïetenklooster dat de universiteit overnam van de Boerenbond, is iedereen tevreden en de mensen die vroeger in Heverlee werkten, zijn blij dat ze ’s middags een stukje van de stad kunnen zien. Een medewerkster die vroeger tussen de twee diensten moest pendelen, is tevreden dat ze nu op een en dezelfde plaats kan werken. En misschien illustreert deze uitspraak van een dossierbeheerster nog het beste dat de fusie rimpelloos is verlopen: “Daar moesten we werken, en hier ook.” • www.kuleuven.ac.be/personeel/
5.9.2002 C A M P U S K R A N T
9
Personeelskrant (Halve) kogel door de kerk
Nieuw aan de K.U.Leuven: borstvoedingspauzes
Tijdskrediet: stand van zaken Er is de laatste maanden al heel wat rond te doen geweest, en nog gaan de discussies verder. De regeling betreffende tijdskrediet voor ATP is rond; voor AAP en ZAP blijft de situatie onduidelijk. Liesbet Godts en Jan Paesen van de Personeelsdienst lichten toe. Twee maten, twee gewichten
Voor de leken onder ons lijkt het duidelijk: zodra tijdskrediet toegekend wordt aan het ATP, volgt ook de goedkeuring voor het AP. Maar zo simpel ligt het niet. ATP’ers vallen onder de noemer ‘werknemers binnen de privé-sector’ - de K.U.Leuven is immers een privé-instelling. Zoals de zaken nu staan, heeft al het ATP, ongeacht de financieringsbron, recht op ouderschapsverlof, palliatief verlof, verlof voor medische bijstand en alle vormen van tijdskrediet (o.a. loopbaanvermindering voor vijftigplussers) - alles werd goedgekeurd door de RVA. Ook voor het BAP stelt zich geen probleem. Voor het AAP en ZAP schuilt er echter een addertje onder het gras: voor hen bestond er al een besluit, en dat blijkt moeilijk verenigbaar met andere opties. Liesbet Godts: “Er is een probleem met het feit dat, voor wat het
AAP en ZAP betreft, het recht op tijdskrediet een Vlaamse zaak is, terwijl de premie die eraan verbonden is federaal uitgekeerd wordt. Voor AAP en ZAP bestaat er al een speciaal Vlaams besluit, dat enkel ouderschapsverlof omvat en niet spreekt over palliatief verlof, verlof voor medische bijstand of tijdskrediet. Na heel wat gesprekken met de RVA en het kabinet van minister Onkelinx leek de zaak rond: de stelling dat de universiteit tot de privésector behoort werd bevestigd en er werd toegezegd dat het recht op tijdskrediet voor alle personeelsleden geldt. Een brief van de Minister zou snel volgen. Achteraf werd echter door het Ministerie een brief verstuurd naar een Waalse vakbond, waaruit bleek dat de regeling toch nog niet van kracht gaat voor het AAP en ZAP.” 2003: jaar van de waarheid?
Vraag is natuurlijk of die groep daadwerkelijk nood heeft aan de toekenning van tijds-
24ste UZ Sport- en Speldag
Vlieg er eens in Anne-Mie Jaspers Zin om te beugelen of te struifvogelen, een ritje te maken op de rug van een kameel of om koorddansers of andere acrobaten aan het werk te zien? Dan moet u op zondag 15 september naar de 24ste editie van de UZ Sport- en Speldag. Voor ‘grondlegger’ en organisator Roland Vermeylen was het de zoveelste hectische zomer.
foto: Rob Stevens
Anne-Mie Jaspers
krediet. Voor professoren is het vooral belangrijk dat zij, indien gewenst, vanaf een bepaalde leeftijd kunnen ‘uitbollen’, een mogelijkheid die via vervroegd emeritaat al bestaat. Resten nog de assistenten. “Voor hen is het wel belangrijk dat er een regeling zou komen inzake bijvoorbeeld ouderschapsverlof, aangezien het hier veelal om jongere mensen gaat. Momenteel is er al wel een ‘opening’ gemaakt: een assistent vroeg en kreeg de premie voor ouderschapsverlof. Wat tijdskrediet betreft, zijn er tot dusver twee geïnteresseerden, waarvan we mogelijk één geval aan de RVA kunnen voorleggen als testcase.” Jan Paesen: “Het is vooral het statuut van de K.U.Leuven dat alles zo gecompliceerd maakt: voor sommige zaken valt de universiteit onder de privé-sector, voor andere wordt het ambtenarenstatuut toegepast, bijvoorbeeld inzake vakantieregeling, toekenning van eindejaarspremies en onkosten- en verplaatsingsvergoedingen. Feit is dat we dankzij de intensieve communicatie van Liesbet Godts en Bernard Nyssen van de UCL-personeelsdienst alleszins positieve resultaten hebben geboekt wat de toekenning van tijdskrediet voor het ATP betreft, waarbij ook een CAO werd afgesloten die het recht op tijdskrediet uitbreidt tot vijf jaar. En verder blijft het afwachten en druk blijven uitoefenen.” Wordt ongetwijfeld nog vervolgd.
10 C A M P U S K R A N T 5 . 9 . 2 0 0 2
worden uitgestald, een speelplaats voor jong en oud. En dan zijn er nog de ‘klassiekers’: straattheater, volksspelen en -sporten, het spelhol, en natuurlijk de Malter’s kamelen.” Voor Roland Vermeylen wordt dit waarschijnlijk één van de laatste jaren dat hij de sport- en speldag organiseert. Na 24 drukke zomers is hij op zoek naar ‘nieuw bloed’. “Juist omdat we steeds streven naar vernieuwing, denk ik dat het zinvol is jonge mensen aan te trekken, die nieuwe stromingen en interesses makkelijker aanvoelen. De ‘overdracht’ zal niet gemakkelijk zijn; doorheen de jaren verzamel je behoorlijk wat knowhow, en de gigantische organisatie vergt heel wat energie. Daartegenover staat de appreciatie van de deelnemers: de massale opkomst spreekt voor zichzelf. Het is dan ook geenszins de bedoeling deze traditie stop te zetten.” Vlieg er eens in!, 24ste UZ Sport- en Speldag, zondag 15 september,
Universitair Sportcentrum, Tervuursevest, 3001 Heverlee. Info: (t) 016 34 67 50, of via www.uzleuven.be (via ‘evenementen’). Personeelsleden van de K.U.Leuven zijn van harte welkom.
foto’s: ingezonden
Vierentwintig jaar geleden vierden de universitaire ziekenhuizen hun 50jarig bestaan, waarbij een sport- en speldag werd georganiseerd die openstond voor iedereen: personeel, patiënten, familie en vrienden. De formule was meteen een schot in de roos: vanaf het eerste jaar was er een groot en verscheiden aanbod van sport, spel, straattheater en circus. De sport- en speldag groeide uit tot een groots familiefeest. Maar liefst 33 % van de gepensioneerden komt er jaarlijks naartoe, op zonnige dagen stijgt het aantal deelnemers tot bijna 15.000. Roland Vermeylen: “We proberen steeds andere dingen te brengen. Nieuw dit jaar zijn de zeven auteurs die op twee verschillende locaties hun verhaal vertellen. Daarnaast zijn er circusoptredens van geroutineerde én pasafgestudeerde internationale artiesten. De Catalaanse groep Guixot de 8 zorgt voor een verrassende interactieve installatie: dertig spelen die op een ruimte van zowat 300 m2
Sinds 1 juli 2002 is er een nieuw KB in voege dat jonge moeders het recht geeft borstvoedingspauzes te nemen, die haar in staat stellen borstvoeding te geven en/of melk af te kolven tijdens de werkuren. Praktisch gezien houdt dit in dat een arbeidsdag van vier uur recht geeft op één borstvoedingspauze; een werkneemster die ten minste 7,5 uur werkt, heeft recht op twee borstvoedingspauzes. Deze mogen genomen worden als één pauze van een uur, of twee pauzes van een half uur; en dit alles tot zeven maanden na de geboorte. De werkgever moet hiervoor een geschikte ruimte ter beschikking stellen; ofwel binnen het werkterrein, ofwel binnen de aan de universiteit verbonden kinderdagverblijven. De wettelijke regeling voorziet tevens dat de werkgever het loonverlies niet moet betalen, maar dat dit, zoals dat het geval is voor ziekte-, zwangerschaps- of invaliditeitsverlof, gerecupereerd kan worden van het ziekenfonds. Voorlopig zal de K.U.Leuven het loon echter volledig doorbetalen. Tegen het einde van het jaar zal dan worden nagegaan hoeveel mensen effectief gebruik maken van deze nieuwe maatregel, en kan de hele kwestie verder geëvalueerd worden.
Personeelskrant
Trip Trap 2002 5.000 deelnemers waaronder 1.063 kinderen, 120 vrijwilligers en een stralende zon. De tweede editie van Personeelsfeest Trip Trap was een daverend succes.
foto’s: Rob Stevens
5.9.2002 C A M P U S K R A N T
11
Personeelskrant ‘Onmiddellijke Aangifte’ voorkomt maanden wachten op loon
Eindelijk zuivere RSZ-situatie voor nieuwe werknemers Ludo Meyvis
U realiseert het zich misschien niet, maar de administratie rond uw sociale zekerheid is een enorm kluwen. De Personeelsdienst heeft de weinig benijdenswaardige taak om ervoor te zorgen dat uw dossier op een correcte manier en tijdig klaar is om de vele controle- en verificatiemomenten te doorstaan. Als dat niet het geval is, heeft niet alleen de K.U.Leuven een probleem, maar vooral uzelf, aan het einde van de maand.
Zover komt het gewoonlijk en gelukkig niet. Daar in het nieuwe pand in de Parijsstraat doen ze er alles aan om een moderne en goed geoliede personeelsadministratie draaiende te houden. Eenvoudig is dat nochtans niet, zegt Jan Paesen, hoofd Salarisadministratie. “Vanuit het oogpunt van de sociale zekerheid is de arbeidssituatie aan de K.U.Leuven bijzonder complex. De manier waarop het ZAP door de RSZ benaderd wordt, verschilt van die van het BAP of ATP. Er zijn talloze financieringsbronnen, die ieder hun eigen geplogenheden hebben. Wie aan het UZ werkt, heeft een ander statuut dan iemand uit de faculteiten. Maar wat doe je dan met iemand die beide combineert? En dan heb je nog al die tijdelijke contracten, buitenlandse werknemers, enzovoort.” Onmiddellijke melding
“Een fundamentele stap in het RSZ-proces is de melding: de werkgever stuurt een bericht aan de RSZ-administratie dat iemand vanaf datum x in of uit dienst getreden is. Vanaf die datum worden ook de RSZ-bijdragen ingehouden, en kan je dus je nettoloon ontvangen. In een aantal sectoren bestond al de verplichting om die melding te doen uiterlijk op de dag van in- of uitdiensttreding, maar nog niét aan de universiteit. Vanaf 1 januari 2003 zal die verplichting er wel zijn en vallen we onder het Dimona-reglement. Dat acroniem staat voor Déclaration Immédiate - Onmiddellijke Aangifte.” “Die nieuwe verplichting is een prima gelegenheid om schoon schip te maken met een paar vervelende toestanden. Een voorbeeld. Het kwam in het verleden nogal eens voor dat een prof een veelbelo-
vende laatstejaarsstudent als medewerker wilde aantrekken. Informeel wist die prof vaak al dat de nodige financiering wel in orde zou komen, alleen was dat nog niet zo op het moment dat de medewerker begon te werken. Het gevolg was vaak dat er maanden later allerlei aanzuiveringen moesten gebeuren, administratief en financieel, en dat was geen gezonde situatie. De officiële aanmelding bij de RSZ kon door dat alles pas veel te laat plaatsvinden, met als concreet gevolg dat die medewerker soms maanden op zijn eerste loon moest wachten.” “In het kader van de Dimonaregeling zijn we nu druk doende om dergelijke toestanden onmogelijk te maken. Dat zal een zekere mentaliteitswijziging vergen, want elk diensthoofd, elke prof, iedereen die iemand tewerkstelt, moet héél goed begrijpen dat het voortaan onmogelijk is dat iemand nog begint te werken zonder dat het contract, de financiering, de RSZ enzovoort vollédig geregeld zijn. Het is uiteraard niet de bedoeling dat de nieuwe werknemer daarvan de dupe zou worden omdat hij zou moeten wachten tot de administratie klaar is voor hem, maar juist het omgekeerde. De administratie moet zich aanpassen, nieuwe tijdsschema’s volgen, interne procedures aanpassen.” “Dimona komt er dus op neer dat we onze nieuwe werknemers van meet af aan een zuivere RSZsituatie aanbieden. Eigenlijk is dat de evidentie zelf. Ik ben er van overtuigd dat we dat doel kunnen bereiken, uiteraard met de nodige voor-
afgaande gesprekken met de verschillende diensten en met de nodige bewustwording in de faculteiten en bij de diensthoofden.” E-government
“Een tweede belangrijke wijziging in de RSZ-reglementen zal de individuele werknemer niet rechtstreeks raken, maar het levert wel de nodige problemen op voor onze administratie. Ik doel hier op de multifunctionele aangifte, wat betekent dat er elk kwartaal één overzichtsdocument per werkgever aangemaakt moet worden. Nu lijkt dat eenvoudig, maar ik heb daarnet al gezegd dat de RSZ-situatie van de K.U.Leuven imponerend complex is... We praten op dit ogenblik met de bevoegde overheidsdiensten om bepaalde soepelheden in de regelgeving te bepleiten.” “Die multifunctionele aangifte is een voorbereidende stap om te komen tot de zogenaamde Elektronische Aangifte Sociale Risico’s, die op zijn beurt een stap
is op weg naar het ultieme doel, e-government. De tijd is voorbij dat iedere werknemer bij allerlei gebeurtenissen in zijn of haar leven allerlei paperassen moet invullen, vaak met telkens dezelfde informatie. Met de Elektronische Aangifte streeft de overheid ernaar om, na een eenmalige melding van een gebeurtenis, de integratie in je dossier automatisch te laten verlopen. Concreet: als je een werkongeval hebt, zal je dat éénmaal moeten melden, en je bent verder volledig in regel met de loonadministratie, met de ziekenkas, met de verzekering enzovoort.” “En de stap dààrna, om e-government te realiseren, is de integratie met de nu al functionerende Kruispuntdatabank. Veiligheid wordt dan natuurlijk een essentiële consideratie, want op die manier centraliseer je eigenlijk je hele administratieve bestaan op één plaats. Maar gelukkig bestaan er methoden om die veiligheid te garanderen.”
Personeel kort Enquête
Congresbrochure
Hoe kijkt u als personeelslid aan tegen de K.U.Leuven, hoe ervaart u de interne communicatie, welke kranten leest u en naar welke tv-programma’s kijkt u? Dat wil de universiteit weten, en daarom wordt een onderzoek uitgevoerd, aan de hand van een vragenlijst die werd opgesteld door de Faculteit Sociale Wetenschappen. Binnenkort ontvangt u daarvoor een uitnodiging. De enquête kan elektronisch of op papier worden ingevuld en gebeurt overigens volledig anoniem.
Begin 2003 verschijnt de tweede editie van de Congresbrochure, die per faculteit alle congressen, symposia, studiedagen enzovoort wil groeperen. Deze brochure wordt onder meer verspreid onder alle Vlaamse bibliotheken, middelbare scholen, hogescholen, universiteiten, politici en journalisten en wordt samengesteld op basis van de elektronische agenda K.U.Leuven. • U kunt uw evenementen voor het volgende academiejaar invoeren via http://agenda.kuleuven.ac.be
12 C A M P U S K R A N T 5 . 9 . 2 0 0 2
EEN LEVEN LANG
FORUM
vervolg van pagina 8
vervolg van pagina 2
Recht op onderwijs,
Jurist Jacques Herbots
Met de jeep de jungle in Het bakken van een omelet
“Ach ja, de tijden veranderen. Sommige dingen gaan de goeie kant uit, bijvoorbeeld de internationalisering van de faculteit, andere zijn dan weer af te keuren, bijvoorbeeld de ‘verpedagogisering’ van het onderwijs, met de blijkbaar onvermijdelijke maar wel volstrekt overbodige paperasserie. Ik heb het natuurlijk niet over de pedagogische wetenschap of de collega’s uit die faculteit, maar over een bepaald ongezond sfeertje waar ons onderwijs mee opgezadeld zit. Ik weet het wel, een deel van die paperassen en bemoeienissen is decretaal verplicht, en daar kan de centrale overheid van de universiteit dan ook niet omheen. Maar een minstens even groot deel van de papierberg genereert ze zelf. Pas op, ik twijfel niet aan de goede bedoelingen van de centrale diensten hoor, maar kan er nu af en toe eens niet iémand opstaan om te zeggen dat het genoég is?” “Neem nu die evaluaties. Dat zal allemaal best wel zin hebben, en als weldenkend mens màg je trouwens niet zeggen dat evaluaties verkeerd zijn. Dat zijn ze natuurlijk ook niet maar wél vanaf een zekere frequentie. Maar ja, het is niet salonfähig om dat te zeggen. Ik vind, àls je evalueert, moet je er éérst voor zorgen dat het geen belasting van het zo al keihard werkende personeel is. En verder mag een evaluatie nooit uitdraaien op een soort pesterij van ‘de goeden’ - nogmaals, niemand wordt bewùst gepest, maar in de praktijk heeft het vaak wel hetzelfde effect, en dàt is verkeerd. En wat helemaal demotiverend werkt, is dat de belangrijkste conclusie van zo’n evaluatie nooit hardgemaakt wordt. Ik bedoel: als uit zo’n evaluatie blijkt dat iemand dysfunctioneel is iets dat we zonder evaluaties overi-
gens óók al lang wisten - dan wordt die persoon toch ongemoeid gelaten, ondanks bemoeienissen van heel wat hogere echelons. Als ik dàt vaststel, dan word ik boos...” “Weet je wat het rare is? Ondanks het feit dat ik sommige ontwikkelingen verkeerd vind, vind ik het doodjammer dat ik mijn emeritaat bereikt heb. Eigenlijk wil ik niet weg. Pas op, ik zal wel gaan hoor, ik heb geen zin om hier als een soort bemoeizieke schoonmoeder te blijven rondhangen. Maar ik ben toch wel héél tevreden dat men mij gevraagd heeft om nog wat te blijven lesgeven, vooral dan op het vlak van Rechtsvergelijking. Op die manier kan ik nog wat blijven doen wat ik zielsgraag doe, lesgeven dus, en blijf ik in contact met de studenten. Verder ben ik nu al bijna drie jaar heel actief in de Hoge Raad voor Justitie, die waakt over de depolitisering van de magistratuur. Daar kruipt veel tijd in, maar het is natuurlijk heel belangrijk werk in het kader van de hervorming van onze rechtsbedeling.” “Ik voel wel dat er heel wat stress van me afvalt. Stress ontstaat doordat je je met dingen moet bezighouden waarvan je de zin niet inziet. Dat had ik de laatste jaren toch nogal met sommige administratieve servitudes. Ik ben er dus niét bedroefd om dat ik daar van verlost ben.” “En verder zal ik nu eindelijk wat meer tijd kunnen vrijmaken voor de familie. De universiteit is een veeleisende werkgever, en dat gaat vaak ten koste van de thuisbasis. Maar nu heb ik dus wél wat meer tijd. Misschien kan ik nu eindelijk eens leren hoe je een omelet bakt. En koffiezetten, kan ik ook al niet. Had je eigenlijk dorst, trouwens?”
foto: Rob Stevens
IN BEELD
Eerste inschrijving
Op maandag 19 augustus gingen de inschrijvingen voor nieuwe studenten van start. De allereerste was Liesbeth Gavriilakis uit Bree, die zich kwam inschrijven voor het eerste jaar Logopedie. Uit handen van professor Dirk Van Gerven, coördinator Studentenbeleid, ontving ze een paar geschenkjes. Na Liesbeth zullen nog ongeveer 4.500 nieuwe studenten de weg naar de Naamsestraat vinden.
een kinderrecht Ludo Govaerts Er zijn nog meer noden voor Vlaamse zieke kinderen. Na ontslag uit het ziekenhuis kunnen nogal wat leerlingen niet onmiddellijk naar school. Tussen opnames in, als bijvoorbeeld kinderen met kanker thuis recupereren van de behandeling, kunnen/mogen deze patiënten meestal niet naar school. Voor lagere school-leerlingen is er reeds vanaf 1997 ‘tijdelijk onderwijs aan huis’ (TOAH) wettelijk voorzien: vier uur per week na 21 dagen afwezigheid. Voor kleuters is er geen regeling, maar het is algemeen bekend dat voor chronisch en/of langdurig zieke kleuters specifieke schoolse stimulatie noodzakelijk geacht wordt om de verdere schoolse ontwikkeling een kans te geven (preventieopdracht). Voor leerlingen van het S.O. is er momenteel, in samenwerking met de Vlaamse Kankerliga, enkel een project voor oncologiepatiënten. In 2001 werden aan 22 verschillende leerlingen van onze school 469 uren huisonderwijs aangeboden, waarvoor de betrokken leerkrachten een vergoeding van 12,39 euro per uur kregen. Voor alle andere langdurig en/of chronisch zieken die niet naar school kunnen is er geen enkele schoolse thuishulp wettelijk geregeld. Wij dringen al jaren aan op de uitbreiding van de bestaande regeling, zowel voor kleuters als voor scholieren. Meer nog, om chronisch zieke kinderen te behoeden voor het oplopen van schoolse achterstand zou (bijvoorbeeld met een attest van een geneesheer-specialist?) de wachttijd van drie weken voor TOAH beter opgeheven worden. Zo kan de thuisschool bij elke ziekteperiode onmiddellijk hulp bieden. Een ander actueel knelpunt is het gebrek aan onderwijsvoorziening in de Vlaamse K-diensten (kinderpsychiatrische ziekenhuizen) die samen over meer dan 250 bedden beschikken. Na zes jaar onderhandelen is er nu in Decreet XIV, hoofdstuk 10, eindelijk een oplossing uitgewerkt. Elke K-dienst krijgt per bed een som geld ter beschikking gesteld om hiermee, in eigen beheer, ‘onderwijzend personeel’ aan te werven. Dit bedrag geeft de mogelijkheid om aan elk kind ongeveer twee uur per week onderwijs aan te bieden. Probeer maar eens een kind, dat maanden opgenomen wordt, schools bij te houden met twee lesuren per week. Het onderwijzend personeel heeft geen onderwijsstatuut maar wel een bediendenstatuut. Men is immers volledig afgestapt van het voorstel om over te gaan tot het oprichten van regionale ziekenhuisscholen, terwijl er nochtans sprake is van ‘scholen met een regionale ondersteuningsopdracht’ in de recente ministeriële nota Maatwerk in samenspraak. Natuurlijk zijn de bestaande type 5-scholen (met hun huidige omkadering) geen vragende partij om over te schakelen naar een regionale ondersteuningsopdracht: ze beschikken op dit moment niet over beleidsondersteunend en administratief personeel. Investeren in een degelijk onderwijs-
5.9.2002 C A M P U S K R A N T
project op K-diensten zou zorgen voor eerlijke kansen/herkansingen voor kinderen en jongeren die afgedwaald zijn van de vanzelfsprekende weg. Voorwaarden creëren voor een zinvolle toekomst wordt het best gerealiseerd met een goede en snelle (her)inschakeling in het reguliere onderwijs tussen leeftijdsgenoten. Zo kan een degelijke opleiding en verdere ontwikkeling verzekerd worden. Onderwijs heeft hierin preventief een grote opdracht en verantwoordelijkheid. Wat stellen we vast: ‘Mol’ is vol, ‘Everberg’ loopt vol,... Laat uit de K-diensten zo weinig mogelijk aanvoer komen naar deze wachtlijsten. Ondertussen zitten we met een gevangeniswezen waar discussies hoog oplopen omdat het aantal gedetineerden duidelijk veel groter is dan de beschikbare capaciteit. Een recent schrijnend voorbeeld van de ‘oplossingen’ die ons aangereikt worden betreft de ICT-ondersteuning. De laatste jaren kreeg elke school ‘PCKD-gelden’ om hard- en software aan te schaffen. Zo kon onze school jaarlijks beschikken over 3.223 euro of 130.000 frank. Deze regeling wordt nu afgeschaft en vervangen. Enkele dagen geleden werd de nieuwe regeling bekend. Wat betreft ICT-coördinatoren die beschikbaar zouden moeten komen in elke school/scholengemeenschap, heeft onze school vanaf dit nieuwe schooljaar recht op een ICT-ondersteuner die een uur en een kwart per week beschikbaar zal zijn. Daarnaast worden er als werkingsmiddelen 80,58 euro of ongeveer 3.251 frank per jaar voorzien. Met deze middelen zou in onze school een 30-tal computers, ingeschakeld in een netwerk, moeten ondersteund worden. Dat is ‘dweilen met de kraan open’. In Art. 24, §4 van de Belgische Grondwet lezen we: “alle leerlingen of studenten, ouders, personeelsleden en onderwijsinstellingen zijn gelijk voor de wet of het decreet.” Uit de Universele Rechten van de Mens zijn de kinderrechten afgeleid. Op 20 november 1989 werd de conventie over de Rechten van het Kind door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) aangenomen. In 1992 heeft ons land deze Rechten van het Kind geratificeerd. Het recht op onderwijs staat hierin uitdrukkelijk aangegeven (art. 28 en art. 29). In de VN-resolutie van december 1993 werden, in het licht van de internationale tendens tot integratie, “de standaardregels betreffende het bieden van gelijke kansen voor gehandicapten” verwoord. De vraag is of men in Vlaanderen bereid is om voldoende te investeren in ‘aangepast onderwijs voor zieke kinderen’. De kwetsbare groep (chronisch en langdurig zieken/gehospitaliseerden) heeft recht op langetermijninvesteringen. Het is een overheidsplicht erover te waken dat elk kind gebruik kan maken van zijn recht op aangepaste opvoeding en onderwijs.
13
CULTUUR
Kunst in de Hal Karla Venken
Het was geen kunst om universitaire links te leggen op de tentoonstelling van academiestudenten die momenteel in de Universiteitshal loopt. Elk jaar immers vinden vele studenten en personeelsleden de weg naar Kunstacademie De Lei, waar de stedelijke academie voor beeldende kunst en het conservatorium voor muziek, woord en dans onderdak hebben. Kunde
tegenspraak of zelfs een anachronisme. Maar in mijn opinie houdt kunst altijd ook kunde in, en zijn de kunstacademies onvervangbaar als vormingscentra en ‘groeiplaatsen’ voor kunstenaars in spe. Ik heb ondertussen ook de tekenopleiding afgerond. De eerste vier jaren leer je analytisch kijken, je bestudeert vooral verhoudingen en de menselijke anatomie, en leert naar levend model handen, armen, ruggen enzovoort te tekenen. In de twee specialisatiejaren komt het erop aan dat alles los te laten, en te experimenteren met materialen, vormen, achtergronden enzovoort. Het atelier van Benoni Van Steelandt vond ik een echte uitdaging. Ik hoop regelmatig nog een klas van hem te kunnen bijwonen, naast de basisopleiding Vrije Grafiek waarmee ik nu ben gestart. Creatief bezig zijn geeft mij bijzonder veel vreugde en voldoening, zeker ook als het onder enthousiaste en deskundige begeleiding gebeurt. Het zoeken naar een taal om je te uiten, is een avontuur... Het werk dat ik voor de tentoonstelling heb gekozen, maakt deel uit van een dubbele compositie die geïnspireerd is door de gebeurtenissen van 11 september vorig jaar. Het is een collage van rode en zwarte strepen, met twee figuren op de rug gezien. Omwille van de opstelling in de Universiteitshal kon er maar één van de rugstudies worden opgenomen...” Contrasten
Lucia De Moor is kind aan huis bij de
Leuvense academie sinds haar studententijd, begin jaren tachtig. “Ik studeerde Kunstgeschiedenis maar miste in die theoretische opleiding de band met de ‘praktijk’ van de kunstbeoefening, en heb daarom in avondonderwijs leren schilderen en tekenen. Na mijn studies ben ik zelf beroepshalve cursussen tekenen en schilderen aan kinderen en volwassenen gaan geven. Sinds begin dit jaar begeleid ik het beeldend atelier in een Brussels dagactiviteitencentrum voor chronische psychiatrische patiënten. Inhoudelijk is dat niet anders dan mijn vroegere werk ik beperk me immers tot de technische begeleiding - maar ik voel me duidelijk aangesproken door het ruimere sociale engagement.” “De voorbije zes jaar heb ik aan de academie ook het atelier Vrije Grafiek gevolgd, en op de laureatententoonstelling stel ik drie monotypes voor. Een monotype is een druktechniek waarbij in tegenstelling tot bijvoorbeeld een ets slechts een eenmalige afdruk mogelijk is. Ik denk dat ik het meest expressief ben in mijn grafisch werk. Daar komt technisch veel meer bij kijken, en dat boeit me wel. Je kan volop spelen met licht-donkercontrasten en ik werk net heel graag in zwartwit, met een heel sober gebruik van kleur. En verder werk je in verschillende fasen, waardoor je telkens nog alle kanten uitkan met je ontwerp, terwijl je een schilderij toch laag voor laag moet opbouwen. Nadeel van de meeste grafische technie-
ken is dat je veel materiaal nodig hebt, minder evident dus om daar ook thuis mee bezig te zijn. Ik heb wel een etspers, maar van een beperkt formaat, terwijl ik nogal graag ‘groot’ werk (lacht). In mijn schaarse vrije tijd thuis hou ik het daarom vooral bij ontwerpen, en schilderijen. Ik heb een redelijk ruim atelier, waar ik heel graag werk, maar ik moet het wel delen met mijn man - al is die daar minder artistiek bezig: hij probeert er laswerk uit voor functionele metalen constructies die verband houden met zijn werk - en straks misschien ook mijn dochter...”
Cultuur kort Meesterlijke Middeleeuwen in aantocht
Bedreigde klanken
Boeken inpakken, de tentoonstellingsruimte opbouwen ... Alles wordt in gereedheid gebracht voor de tentoonstelling ‘Meesterlijke Middeleeuwen’ die meer dan honderd top-manuscripten uit de belangrijkste Europese en NoordAmerikaanse bibliotheken voor het eerst samenbrengt en volgens De Morgen dé expo van 2002 belooft te worden. U leest er alles over in het volgende nummer van Campuskrant.
Voor de tweede keer organiseert de Alamire Foundation een tentoonstelling van ‘vergeten’ muziekcollecties uit de Lage Landen: ongekende en dikwijls slecht beheerde partituren, die de muziekgeschiedenis vaak in een nieuw perspectief plaatsen. Een groot aantal van deze collecties verkeert in erbarmelijke staat en vraagt dringend om een degelijk beleid dat dit muzikale patrimonium voor de ondergang vrijwaart. In deze tentoonstelling worden daarnaast ook prachtige stukken uit de Leuvense Di Martinelli-collectie en waardevolle documenten uit de nalatenschap van Peter Benoit en Karel Goeyvaerts getoond. • Bedreigde klanken II Endangered Sounds II, Centrale bibliotheek, Ladeuzeplein 21, (t) 016 32 46 61.
• Meesterlijke Middeleeuwen, 21 september-8 december, Stedelijk Museum Vander Kelen-Mertens, Vanderkelenstraat 30. Info en reservering: (t) 016 22 45 64,
[email protected], http://mm.leuven.be
foto: Rob Stevens
14 C A M P U S K R A N T 5 . 9 . 2 0 0 2
foto: Rob Stevens
foto: Rob Stevens
Julienne Pans is sinds 1990 met vervroegd pensioen. Ze startte haar loopbaan aan de universiteit in 1962 en werkte achtereenvolgens op de Personeelsdienst, de Afdeling Kunstwetenschap (Faculteit Letteren) en het Labo Elektronica (Faculteit Toegepaste Wetenschappen). Nadien was ze vijftien jaar lang de administratieve rechterhand van de vice-rectoren. “Ik heb eerst een jaartje van die volledige vrijheid genoten (lacht), en dan ben ik naar de academie gestapt om te leren schilderen. Sommigen vinden dat een
CULTUUR
Openingsconcert met organist Joris Verdin, Festivalster van het Festival van Vlaanderen
“Er is ontzettend veel slechte orgelmuziek te horen” Wouter Verbeylen
De tijden veranderen: organist Joris Verdin studeerde nog musicologie in een tijd dat je je diploma kon behalen zonder één noot te kunnen ontcijferen. Momenteel geeft hij zelf de cursus ‘Inleiding tot de muziekpraktijk’, waarin de studenten orkestpartituren leren lezen. We kunnen hem nog net strikken in de pianoklassen van Letteren, voor de drukke herfst van het Festival van Vlaanderen begint. Dit jaar is Verdin immers Festivalster, en treedt hij in de voetsporen van klinkende namen als Sigiswald Kuijken en Jos van Immerseel. essentie, het transport van de mens, heeft dat allemaal geen relevantie meer.” Waaraan je dan wel afmeet wat de ‘juiste uitvoering’ is? Verdin laat het graag op een natuurlijke wijze groeien. “Eigenlijk lost dat zich in de praktijk veel makkelijker op dan wanneer je het moet uitleggen. Bij een orgelconcert moet je rekening houden met de ruimte, de akoestiek, de kracht en de aanspraak van het instrument. Je krijgt dus automatisch een kleine marge waarbinnen je kan manoeuvreren.” En hoever reikt het respect voor de wil van de componist? “Mijn stelregel is: eenmaal het werk is uitgegeven, is het ook echt buiten. Als er dwingende regels zijn, dan houd ik me daar wel aan - ik wil het intellectueel recht van de componist ook geen geweld aandoen. Maar als die er niet zijn, zie ik niet in waarom ik me aan bepaalde historische eisen moet houden. Ik moet wel zeggen dat ik stukken als het werk van Stockhausen liever niet speel: dan moet je eerst drie maanden een handleiding uitvlooien voor je kunt beginnen spelen.” Oubollig
Joris Verdin beseft als geen ander dat op het orgel een stigma van oubolligheid rust, iets wat hij nog niet onmiddellijk ziet veranderen. “De oorzaak is niet ver te zoeken. Er is de laatste dertig jaar ontzettend veel slechte orgelmuziek te horen geweest in de kerken. Het klinkt paradoxaal, maar ik denk dat de orgelmuziek pas aan een revival kan beginnen als die generatie kerkgangers verdwenen is - degenen die de kerk, en bij uitbreiding ook het orgel, associëren met een sombere, onaangename, donkere sfeer.” “Het vreemde is: in protestantse
kerken is dat blijkbaar niet het geval. Daar is ook een teruggang van het kerkbezoek, maar niet van de cultuur daarrondom. Zij hebben ook geen uitstaans met de enge rol die de katholieke kerk toedicht aan kerkmuziek: zowat een eeuw geleden heeft de kerk in de encycliek Motu Proprio de juiste rol van kerkmuziek willen vastleggen, en daarmee heeft ze de ontwikkeling bevroren. Het verschil met de protestantse en anglicaanse kerk is groot: je moet op kerstavond maar eens rondzappen op televisie, dan begrijp je wel wat ik bedoel.” Voor Verdin wordt het hoog tijd dat de ‘vanzelfsprekende’ band tussen orgelmuziek en godsdienst wordt doorgeknipt. “Natuurlijk mag er nog een transcendente, religieuze dimensie zijn, maar orgelmuziek is veel meer dan dat. Kijk, in de kathedraal van Antwerpen hangt de kruisafneming van Rubens, een schilderij dat door massa’s toeristen bezocht wordt. Denk je dat er nog veel mensen bij stilstaan dat het om een godsdienstig tafereel gaat, en dat het in een kerk hangt? Nee, bij de schilderkunst is die associatie al een tijd verdwenen, daar weet men het kunstwerk op zich te appreciëren.” Nochtans lijken de kerken wel nog vlotjes vol te lopen als er pakweg Bach of Messiaen op het programma staat. Verdin: “Dat valt tegen. Natuurlijk, in ‘toeristische’ locaties als de kathedraal van Antwerpen zijn de concerten uitverkocht, maar in de kleinere steden hangt het volledig af van een kleine kern lokale enthousiastelingen. Ik ben nu dus héél tevreden met de nieuwe kans die het Festival het instrument geeft.”
foto: Rob Stevens
“Ja, ‘Festivalster’, het is een ronkende titel. Maar concreet houdt het in dat ik een programma uitwerk dat past in de verschillende profielen van de afdelingen van het Festival - in Brugge de oude muziek, in Brussel het grote repertoire, enzoverder. De bedoeling is vooral dat het orgel als instrument onder de aandacht wordt gebracht: het repertoire vanaf de late vijftiende eeuw tot op heden staat op het programma.” Joris Verdin staat bekend als excellent uitvoerder van oude en moderne orgelmuziek, en bespeelt ook een aantal minder courante klavierinstrumenten, zoals het harmonium. Hij is trouwens muzikant én musicoloog. “Ik was vier jaar toen we recht tegenover een kerk gingen wonen. De organist woonde vlak naast ons. En we hadden al een piano in huis, dus de goesting was groot.” Toch studeerde Verdin in een ver verleden nog geneeskunde, maar in zijn doctoraatsjaren besefte hij dat dat niet iets was wat hij heel zijn leven wilde doen. “Ik ben dan orgel gaan studeren, in combinatie met een opleiding musicologie. Ja, ik vond die combinatie een noodzaak, zeker voor organisten en zangers: het repertoire is zó uitgebreid, dat je maar beter goed geïnformeerd bent.” “Ik ben nochtans geen fan van reconstructie, in de betekenis van: een uitvoering op de manier opvoeren zoals het ‘oorspronkelijk’ gebeurde. Natuurlijk, wetenschappelijk gezien is reconstructie belangrijk, maar sociaal is het niet relevant. Muziek is in de eerste plaats communicatie, ‘reines Musizieren’, en op het moment dat men begint te spelen, houdt de musicologie op. Vergelijk het met een oldtimersrally: alles aan die wagens moet authentiek en ‘juist’ zijn, maar voor de
Openingsconcert met briljante Bach Op het openingsconcert van de universiteit speelt Joris Verdin werk van Carl Philipp Emanuel Bach. “Carl Philipp is misschien wel de bekendste zoon van Johann Sebastian Bach, maar toch wordt hij nog fundamenteel onderschat. In zijn tijd was hij trouwens de ‘grote’ Bach, en niet zijn vader. Carl Philipp volgde de heersende stijl van zijn tijd, Johann Sebastian was al ouderwets toen. Vader Bach is dan wel de meerdere als het om zuivere constructie van de compositie gaat, maar als het op inventie en expressiviteit aankomt, is Carl Philipp rijker. Hij is de briljante Bach.” • Het openingsconcert van het academiejaar 20022003, i.s.m. het Festival van Vlaanderen VlaamsBrabant, vindt plaats op maandag 23 september in de aula Pieter De Somer. Het ensemble ‘Il Fondamento’ o.l.v. Paul Dombrecht en met Joris Verdin aan het orgel, brengt de Sinfonia’s W 173 en W 182 en Orgelconcerti W 34 en W 35 van Carl Philipp Emanuel Bach. Tickets aan 16 euro (standaardprijs), 12 euro (+3pas), 8 euro (personeel en studenten) kunt u nu reeds reserveren op het nummer (t) 016 32 03 40, of via
[email protected].
UUR KULtUUR opent met Raymond van het Groenewoud
Een jongen uit Schaarbeek
Naam: Voornaam:
foto: Patrick De Spiegelaere
Voor de vierde editie van het openingsUUR KULtUUR staat opnieuw onze allereerste gast op de affiche: Raymond van het Groenewoud met een theatertournee gebaseerd op de cd ‘Een Jongen uit Schaarbeek’ (2001). “Uit ‘Een Jongen uit Schaarbeek’ spreekt meer dan ooit Raymonds dualiteit: de nar die ontevredenheid spuwt, de getormenteerde ziel die zichzelf uitlacht. Tristesse en melancholie gaan zowel tekstueel als muzikaal voortdurend hand in hand. Schokkerige en cabareteske nummers wisselt hij af met levensliederen met een afwijkend chromosoom. Raymond is de man die je laat geloven dat het leven walgelijk zwaar en tegelijk vederlicht is.” (Eddy
Hendrix, Knack) Laat je overtuigen tijdens het gratis openings-UUR KULtUUR, woensdag 25 september, 13-14u, binnenplaats van het STUK. Tijdens het optreden kan je aan de talrijke infostands kennismaken met het cultuuraanbod van o.m. de K.U.Leuven, het STUK, Kultuurraad, CC Leuven, Lemmensinstituut, Fabuleus, Festival van Vlaanderen, Beethoven Academie, Jeugd&Muziek en anderen. • Organisatie en info: Cultuurcoördinatie K.U.Leuven, Naamsestraat 96, (t) 016 32 03 40,
[email protected]. Voor het volledige UUR KULtUUR-programma van dit najaar: www.kuleuven.ac.be/ cultuur/Uurkultuur.htm
5.9.2002 C A M P U S K R A N T
15
Student/personeelslid/extern Wenst op de hoogte te worden gebracht van culturele initiatieven aan de K.U.Leuven 0 (Per post) Adres:
0 (Per e-mail) E-mail-adres:
Opsturen naar: Cultuurcoördinatie K.U.Leuven, Naamsestraat 96, 3000 Leuven,
[email protected]
TOPVIJF
En de winnaar is ...
Ludo Meyvis
Campuskrant vraagt in de loop van dit millennium aan vertegenwoordigers van een lange lijst disciplines wat volgens hen de belangrijkste doorbraak in hun vakgebied was, én wat de belangrijkste lacune is. Ontwikkelingsfysiologie: “Mens en vlieg liggen dicht bij elkaar”
Farmacologie: “Specifieke receptoren”
Theologiegeschiedenis: “Explosie van nieuwe theologieën”
Farmacie: “Genetic Engineering”
Professor Wim Moesen, hoogleraar in de Faculteit ETEW, specialiseert zich in openbare financiën. Hij situeert de doorbraak in zijn discipline in het inzicht dat de markteconomie, met haar naamloos spel van vraag en aanbod, niét op perfecte wijze zorgt voor een zo goed mogelijke en stabiele allocatie van goederen en diensten. “Die marktfaling wordt opgevangen door overheidsinter-
Professor Arnold De Loof is gewoon hoogleraar in het Departement Biologie. Hij specialiseert zich in de ontwikkelingsbiologie. “Die discipline zou ondenkbaar zijn zonder het werk van Thomas Hunt Morgan. In 1933 ontving hij de Nobelprijs Geneeskunde. Hij was de eerste die op grote schaal gebruik maakte van de heel speciale eigenschappen van het fruitvliegje
Professor Minne Casteels doceert farmacologie in de faculteiten Geneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen. Het concept van specifieke receptoren vindt zij de belangrijkste ontwikkeling in dit domein. “Waarom werkt dat specifieke geneesmiddel bij die bepaalde ziekte? Omdat er als het ware een ‘brug’ gelegd wordt tussen een bepaalde molecule en een recep-
Leo Kenis doceert geschiedenis van kerk en theologie (Nieuwste Tijd). “Tot zowat een eeuw geleden werd kerkgeschiedenis in een confessionele en zelfs apologetische sfeer beoefend. Rond de eeuwwisseling opteerde ze echter resoluut voor de historischkritische methode die in de algemene geschiedschrijving was ontwikkeld, en daarin speelden Leuvense historici als Alfred
Professor Annie Lecoutere is apotheker en doceert een aantal vakken in de academische lerarenopleiding van de faculteiten Geneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen. “Het lijkt misschien ongewoon dat een apotheker of een arts de lerarenopleiding volgt, maar deze richting biedt tal van beroepsmogelijkheden. In het hoger onderwijs bijvoorbeeld, bij de opleiding verpleegkunde of
Drosophila, een minuscuul insect, maar met een bijzondere bouw. Het heeft namelijk relatief grote speekselklieren, met grote celkernen, én met grote chromosomen - zo groot dat je ze onder een gewone microscoop kunt zien. Bovendien is de voortplantingscyclus kort, zodat experimenten niet te veel tijd kosten. Morgan stelde vast dat er, na kleuring, bandjes op die chromosomen te zien waren en legde als eerste het verband tussen die bandjes en erfelijke kenmerken. Dat is de basis van de moderne genetica geworden.” “Vanaf de jaren ’70 werd er gaandeweg een enorme moleculair-biologische bovenbouw op geconstrueerd en werd Drosophila meer en meer ‘het model der modellen’. In 2000 werd het Drosophila-genoom gepubliceerd. In tegenstelling tot wat men enkele decennia geleden dacht, zijn de genetische overeenkomsten tussen gewervelde en ongewervelde dieren groot. Dat maakt dat de fruitvlieg ook een geschikt model is voor bepaalde types geneeskundig onderzoek.” “De grote uitdaging situeer ik in het ophelderen van de subcellulaire mechanismen voor het stockeren en terug oproepen van niet-genetische informatie, bijvoorbeeld ons geheugen. In welke moleculen en subcellulaire structuren kan zulke informatie opgeslagen worden, soms gedurende decennia? Allicht zijn net zoals bij het genetisch geheugen de basisprincipes relatief eenvoudig, maar we hebben er geen idéé van wat die zouden kunnen zijn. Zonder twijfel zullen nieuwe meetmethoden en de erbij horende nanotechnologie ontwikkeld moeten worden. In elk geval, ik heb niet de indruk dat we er langs de huidige moleculair-biologische weg zullen komen.”
tor van de menselijke cel. Het concept van specifieke receptoren dateert uit de eerste helft van de twintigste eeuw en werd ontwikkeld, enerzijds door Langley, vooral op basis van experimenten, en anderzijds door Ehrlich, grotendeels op basis van theoretische en zelfs speculatieve beschouwingen, die achteraf exact bleken te zijn. De term receptor werd door Ehrlich in 1900 gelanceerd. De basis voor de specificiteit van een welbepaalde interactie was baanbrekend. Vanaf 1930 werd dit concept pas echt aanvaard, en met deze nieuwe visie op het begrip ‘geneesmiddel’ was meteen de grondslag gelegd voor de wetenschap van de farmacologie.” “Een grote leemte zie ik in het feit dat we weliswaar heel wat nieuwe geneesmiddelen kunnen ontwikkelen, berustend op prachtige theoretische inzichten, maar dat de brug tussen de theorie en de klinische praktijk nog altijd zéér wankel is. We kunnen op dit ogenblik nog maar in heel beperkte mate inschatten wat de werkelijke impact van een geneesmiddel op morbiditeit en mortaliteit zal zijn. Daarvoor zijn nog altijd heel omvangrijke en dus ook heel dure klinische tests nodig. We zien met andere woorden nog lang niet helder in de onderlinge biochemische samenhang en het relatieve belang van de vele processen in het lichaam. Extrapolaties op basis van theoretische inzichten falen nog al te vaak.” “De vooruitgang in dit gebied is enorm, ons inzicht in de moleculaire sfeer groeit elke dag, en ook langs farmacogenetische weg weten we heel wat meer dan pakweg 20 jaar geleden. Maar toch, de farmacologie is nog làng geen voltooide wetenschap. Anderzijds houdt dat de zaak natuurlijk ook erg boeiend.”
Cauchie een prominente rol, bijvoorbeeld met de nu nog toonaangevende Revue d’histoire ecclésiastique. In de 20ste eeuw verbreedde het gezichtsveld zich spectaculair met de introductie van nieuwe benaderingen, onder meer uit de sociale wetenschappen. Door die methodische verruiming werd het onderwerp van mijn discipline zeer gediversifieerd, van een geschiedenis van kerken, hun leiders en denkers naar een historische studie van religiositeit in àl haar aspecten.” “Een lacune aangeven vind ik moeilijk. Misschien is ze juist te vinden in de ontwikkeling die ik daarnet geschetst heb. Door de methodische diversificatie wordt het religieuze verleden momenteel op zoveel uiteenlopende en fragmentaire manieren ‘gelezen’, dat het zicht op het geheel dreigt te vertroebelen. Er is dus nood aan synthese en aan interdisciplinair en comparatief onderzoek. Alleen zo vermijd je reductionistische interpretaties van een zeer complexe werkelijkheid.” “Ik wil nog uitdrukkelijk wijzen op een echte doorbraak in de geschiedenis van de theologie. Nadat de dominante westerse theologie zich van de historische bepaaldheid van elk theologisch spreken bewust werd, is ze de afgelopen veertig jaar geconfronteerd met een explosie van nieuwe theologieën, overal ter wereld. Deze ‘contextualisering’ van de theologie is een ongehoorde uitdaging voor de toekomst. Nieuwe benaderingen uit de bevrijdingstheologie, uit Azië en Afrika, de herontdekte traditie van Oost-Europa, de dialoog met de wereldreligies, zullen de westerse theologie tot een verruiming dwingen, die uiteindelijk alleen maar verrijkend zal werken.”
laborant. Ook het secundair onderwijs biedt kansen, bijvoorbeeld als leraar wetenschappen.” “In het domein van de farmacie zou ik twee mijlpalen aanwijzen. De eerste is die van de ontdekking van penicilline door Fleming, het begin van een hele reeks levensreddende antibiotica. Meer recent was de belangrijkste doorbraak die van de genetic engineering: de recombinant-DNAtechnologie, die in de jaren ’70 op punt werd gesteld. Waar het vroeger onmogelijk was om bepaalde lichaamseigen stoffen in voldoende hoeveelheden te isoleren en te zuiveren om therapeutisch toegepast te worden, maakt die nieuwe technologie dat wél haalbaar. Met behulp van enzymen ‘knipt’ men een stukje uit het menselijk DNA. Dit stukje, een gen, dat bepalend is voor de aanmaak van een specifiek eiwit, wordt vervolgens ingeplant in het DNA van bijvoorbeeld een bacterie. Die vermenigvuldigt zich heel snel, en dus ook de genen, en zo krijg je voldoende hoeveelheden van het eiwit. Deze technologie opende een wereld voor innovatieve geneesmiddelen. Enkele voorbeelden: terwijl men vroeger voor de behandeling van suikerziekte gebruik moest maken van varkensinsuline, met risico op immunologische reacties, kan men nu het humane insuline aanwenden. Ook EPO is een eiwit dat via deze technologie vervaardigd wordt. Het wordt gebruikt voor de behandeling van kanker en van anemie bij nierdialyse.” “In de farmaceutische wereld zijn er echter ook nog tal van lacunes. Zo hebben we nog geen efficiënt geneesmiddel tegen aids, de ziekte van Alzheimer, bepaalde soorten kanker,... Ondanks enorme research-inspanningen, is er dus nog een aanzienlijke weg af te leggen!”
foto’s: Rob Stevens
Openbare Financiën: “Niet maximiseren maar ‘satisficeren’”
ventie, complementair aan het marktgebeuren. Richard Musgrave beschreef dat schitterend in zijn boek uit 1958, The Theory of Public Finance. Dat principe van wisselwerking tussen markt en overheid was gedurende een aantal decennia een basisprincipe van de staathuishoudkunde. Vanaf de jaren ’80 groeide het besef dat er ook overheidsfalingen zijn, aldus onder meer Nobelprijswinnaar Buchanan. De overheid, politici, ambtenaren, zijn immers niet ‘onthecht’. Zij hebben een verborgen agenda, bijvoorbeeld ministeriële ambities, waardoor zij suboptimaal handelen.” “Tegenwoordig lijkt me zo’n beetje een evenwicht gevonden tussen beide uitersten. De overheid geldt als de facilitator van sociaal kapitaal, zoals vertrouwen en waardenbesef, dat bestaat naast natuurlijk, fysiek en menselijk kapitaal. Een overheid moet goed en betrouwbaar functioneren, anders blijft ook de marktwerking achter, wat je bijvoorbeeld goed merkt in de overgangseconomieën van het vroegere Oostblok.” “Een uitdaging zie ik in de wetenschappelijke vertaling van het inzicht dat de mens niét volledig rationeel en optimiserend handelt, zoals de neoklassieke economie gemakshalve aannam. Zij creëerde wiskundige modellen, maar dan met een abstracte en dus vertekende menselijke factor, de representatieve agent. Daartegenover staat de benadering van satisficing behavior van Herbert Simon. Verder is de economische agent geen abstract gegeven, maar een concrete mens, met een culturele inbedding en een verleden. Door daarmee rekening te houden - wat nog niét voldoende lukt - herwint de economie het besef dat ze een sociale wetenschap is. Dat waren we bijna vergeten...”
16 C A M P U S K R A N T 5 . 9 . 2 0 0 2
A D VA LVA S
http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP en BAP Vacante mandaten van assisterend en bijzonder academisch personeel voor het academiejaar 2002-2003, 5de lijst
De rector van de K.U.Leuven maakt bekend dat onderstaande mandaten vacant worden gesteld. Als u wil solliciteren dient u C3-formulieren in te vullen die u kan aanvragen op (t) 016 32 83 00, op het administratief secretariaat van de faculteit of via onze website. Deze formulieren, één per kenmerk, moeten vóór 19 september 2002 teruggestuurd worden naar de Dienst Personeelsbeheer, Parijsstraat 72B, 3000 Leuven. Als u zich voor meer dan één mandaat kandidaat stelt, kan u een lijst toevoegen waarin u de vacatures in volgorde van voorkeur klasseert. Deze lijst wordt enkel aan de decaan van de faculteit bezorgd. Om in aanmerking te komen hebt u tijdens uw universitaire studies bij voorkeur onderscheiding behaald. Studenten die dit academiejaar hun universitaire studies beëindigen, kunnen solliciteren voor onderstaande mandaten. Inzake haar benoemingen voert de K.U.Leuven een gelijke kansenbeleid. Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen Kenmerk: 00200305 - 50025691 Project: Exploitatierekening TEW-KULAK Functie: 50% wetenschappelijk medewerker, Subfaculteit Toegepaste Economische Wetenschappen KULAK, vanaf heden voor 1 jaar Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen (kwantitatieve richting), handelsingenieur, handelsingenieur beleidsinformatica, licentiaat wetenschappen (groep wiskunde), licentiaat informatica Opdracht: uitwerken en verzorgen van oefeningen voor de vakken Statistiek en Informatica, uitwerken van begeleide zelfstudie voor deze vakken.
Faculteit Sociale Wetenschappen Kenmerk: 00200305 - 50006748
Functie: 100% assistent, Afdeling Theoretische, Cultuur- en Onderwijssociologie, vanaf heden voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: licentiaat sociologie Opdracht: assistentie bij onderwijstaken in de theoretische en de cultuursociologie; voorbereiden doctoraat.
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte Kenmerk: 00200305 - 50015859 Functie: 50% assistent, Centrum voor Ethiek, Sociale en Politieke Filosofie, vanaf 1 oktober 2002 voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: licentiaat wijsbegeerte Opdracht: studiebegeleiding voor het vak Fundamentele Wijsbegeerte in de 1ste kandidaturen rechten en criminologie; onderzoek in wijsgerig vakgebied naar keuze.
Faculteit Letteren
Faculteit Geneeskunde
Kenmerk: 00200305 - 50016343 Project: OT/02/20 Functie: 100% bursaal, Departement Linguïstiek, vanaf 1 oktober 2002 voor 2 jaar eventueel hernieuwbaar Diploma: licentiaat Romaanse of Germaanse talen met grondige kennis van het Frans (specialisatie taalkunde) Opdracht: deelname aan het onderzoeksproject ‘Contrastieve grammatica van het Frans en het Nederlands’; voorbereiden doctoraat in dit domein.
Kenmerk: 00200305 - 50015663 Project: LRD 323001 Functie: 60% bursaal, Afdeling Parodontologie, vanaf 1 oktober 2002 voor 2 jaar Diploma: licentiaat biologie/biomedische wetenschappen, (tand)arts, bio-ingenieur Opdracht: psychofysisch onderzoek naar de tactiele gewaarwording via implantaatgedragen protheses t.o.v. normale tegumenten; neurofysiologisch onderzoek van het trigeminaal systeem.
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Kenmerk: 00200305 - 50004896 Functie: 100% assistent, Departement Psychologie, vanaf 1 oktober 2002 voor 2 jaar hernieuwbaar Diploma: licentiaat psychologie Opdracht: wetenschappelijk onderzoek aansluitend bij lopend onderzoek in de motivatiepsychologie en/of schoolpsychologie + wetenschappelijke dienstverlening.
Faculteit Toegepaste Wetenschappen Kenmerk: 00200305 - 50004963 Functie: voltijds assistent, Departement Elektrotechniek-ESAT-MICAS, vanaf heden voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: burgerlijk elektrotechnisch ingenieur Opdracht: het begeleiden van oefeningen en praktica bij de cursussen ‘Transistormodellen en elektronische schakelingen’ + ontwerp van analoge geïntegreerde schakelingen (2de Burg. Elektr. Ir. ICT Microelektronica); ontwerp van analoge schakelingen voor telecommunicatiesystemen (3de Burg. Elektr. Ir. ICT Micro-elektronica); onderzoek op het gebied van het ontwerp van analoge geïntegreerde schakelingen voor telecommunicatietoepassingen + effectief realiseren en opmeten van chips.
Kenmerk: 00200305 - 50024062 Project: IWT/GBOU nr. 020195 Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Centrum Forensische Tandheelkunde, vanaf 1 oktober 2002 voor 2 jaar, eventueel hernieuwbaar Diploma: bij voorkeur tandarts, biomedische wetensch., bio-ingenieur Opdracht: onderzoek in de forensische tandheelkunde; uitschrijven van onderzoeksresultaten.
Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum (KADOC) Kenmerk: 00200305 - 50024180 Project: FWO nr. G.0263.03 Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, KADOC, vanaf 1 januari 2003 tot 31 december 2006 Diploma: licentiaat geschiedenis of godgeleerdheid, specialisatie kerk- of missiegeschiedenis Opdracht: onderzoek over de relatie tussen missiewetenschap, profane wetenschap, kerkelijke visies en beleid ten aanzien van de missies en dit in een comparatief perspectief; in kaart brengen van de theoretisch-wetenschappelijke onderbouw van de katholieke missiebeweging in een Europees perspectief (Duitsland/Frankrijk/Italië) en vanuit een vergelijkende invalshoek met de protestantse zendingsbeweging.
Vacature medewerker Persdienst Voor de Dienst Communicatie zoeken wij een medewerker Persdienst (m/v), specialiteit onderwijs- en wetenschapscommunicatie (graad 7 - VB/A/2002/37/W). Functie: inhoudelijke en organisatorische ondersteuning bieden bij de verdere uitbouw van de K.U.Leuven-persrelaties, onder coördinatie van de persverantwoordelijke. In het bijzonder instaan voor de communicatie over onderwijs en over wetenschappen. Profiel: universitair diploma of gelijkwaardig door ervaring, minstens een aantal jaren relevante professionele ervaring, journalistieke ervaring is aanbevelenswaardig, grondige kennis van het Nederlands, vlotte kennis van Frans en Engels, goede mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden, in staat op korte termijn uiteenlopende dossiers te behandelen, brede algemene kennis met uitgesproken interesse voor onderwijs en wetenschappen, stressbestendig, kunnen werken tegen strakke deadlines, graag werken in teamverband, flexibel. Stuur uw gemotiveerde sollicitatie met curriculum vitae voor 20 september naar de Personeelsdienst ATP ter attentie van Ilse Vanwezer, personeelsconsulent, Parijsstraat 72b, 3000 Leuven, (t) 016 32 83 30, (f) 016 32 83 10,
[email protected]. De sollicitatiegesprekken hebben plaats op 2 oktober. Inzake rekrutering en aanwerving voert de K.U.Leuven een gelijkekansenbeleid.
Composites-on-Tour houdt halt in Leuven De rondreizende tentoonstelling over composieten, Composites-on-Tour, zal na de toeristische trekpleisters van Europa nu ook Leuven aandoen. In een vederlichte maar oersterke trailer die volledig uit composietmateriaal is opgebouwd - een Vlaamse wereldprimeur - kom je alles te weten over het hoe, wat en waarom van composieten - van ski’s, fietsen en strijkijzers tot de stoelen van Charles en Ray Eames, vliegtuigonderdelen en Formule 1racewagens. De tentoonstelling is een realisatie van het Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde en het Leuven Composites Processing Centre. 19 en 20 september, (vermoedelijk) Grote Markt, Zie ook artikel in Campuskrant nr. 11 (18.04.2002).
5.9.2002 C A M P U S K R A N T
17
A D VA LVA S
Publicaties Humane Wetenschappen H. Arts, Waarom nog huwen?, ISBN 90-5826-169-7, Leuven, Davidsfonds, 2002, 235 p., 19,95 euro. Heel wat huwelijken lopen spaak. ‘Lossere’ vormen van samenleven zijn bovendien ‘in’. Is de mens wel ‘gemaakt’ om zich aan één persoon te binden? Hoe kunnen God en de Kerk de liefde bezegelen? In de geschiedeniswetenschap, biologie, psychologie en antropologie vindt de auteur bedenkingen bij de christelijke huwelijksopvatting. Hij neemt ze au sérieux. Maar in zijn visie is het huwelijk meer dan de som van culturele gewoontes, lichamelijk verlangen en psychologische harmonie. Het kerkelijk huwelijk biedt een kader waarin liefde en haar diepste toekomstverwachtingen tot hun recht komen. R. Bauer, In het teken van verzoening, ISBN 90-2893111-2, Kapellen, Uitgeverij Pelckmans, 2002, 174 p. De laatste grote abt van de machtige kloosterorde van Cluny, Petrus de Eerbiedwaardige (ca. 1092-1156), speelde een hoofdrol in de veranderingen van zijn tijd. Raoul Bauer onderneemt een zoektocht naar Petrus, waarbij deze laatste voortdurend als mens op de voorgrond wordt gebracht. De vragen waar Petrus mee worstelt betreffen problemen van alle tijden. De auteur koos daarom voor de briefvorm, waarin Petrus zich op het einde van zijn leven richt tot de lezers van nu. J. Binon, P. Desmet, J. Elen, P. Mertens en L. Sercu, Tableaux vivants. Opstellen over taal-en-onderwijs aangeboden aan Mark Debrock, ISBN 90-5867-211-5, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2002, 57 euro. Dit huldealbum verschijnt ter gelegenheid van het emeritaat van Mark Debrock, één van de grondleggers van de Vlaamse Romanistiek. Daarnaast was hij ook Groepsvoorzitter Humane Wetenschappen en Coördinator Onderwijsbeleid. Een eerste luik is gewijd aan taaldidactiek, met bijdragen rond vaardigheidstraining, het gebruik van corpora en het uitwerken van pedagogische grammatica’s en woordenboeken. Het tweede luik focust op onderzoek omtrent taalverwerving en taalonderwijs, op de vernieuwde lerarenopleiding, op onderwijsbeleid en onderwijsinnovatie. V. Cortebeeck en J. Van Ruysseveldt, De EOR, goed op weg? Een evaluatie van de werking volgens de EORleden en de niet-leden die aangesloten zijn bij het ACV, ISBN 90-5550-295-2, Leuven, HIVA, 2002, 164 p., 16,11 euro. Dit rapport biedt een beeld van de werking van de Europese ondernemingsraden volgens de zetelende ACV-vertegenwoordigers en laat ook de niet-zetelende vertegenwoordigers over hun ervaringen met de EOR aan het woord. Op basis daarvan worden beleidsaanbevelingen geformuleerd. Het rapport wordt besloten met een verslag van de studiedagen die naar aanleiding van dit onderzoek georganiseerd werden. G. Delmarcel (ed.), Flemish Tapestry Weavers Abroad. Emigration and the Founding of Manufactories in Europe. Proceedings of the International Conference Held at Mechelen, 2-3 October 2000, ISBN 90-5867221-2, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2002, 272 p., 42 euro. Reeds vanaf de Middeleeuwen vervaardigden Vlaamse tapijtwevers wandtapijten die verhandeld werden in heel Europa. Maar niet alleen de tapijten vonden hun weg naar het buitenland, vaak trokken de wevers zelf weg om elders in Europa aan de slag te gaan. Dertien specialisten belichten aan de hand van vele illustraties het leven en het werk van deze Vlaamse tapijtwevers in het buitenland. J. Delmotte, M. Lamberts, L. Sels en G. Van Hootegem, Personeelsbeleid in KMO’s: een onderzoek naar de kenmerken van een KMO-personeelsbeleid. Cahier 9 Alles op een rij, ISBN 90-5550-306-1, Leuven, HIVA, 2002, 42 p., 7,5 euro. Dit onderzoek verschaft inzicht in de wijze waarop het personeelsbeleid vandaag vorm krijgt in de Vlaamse KMO’s. Hoe worden werving, selectie, opleiding, loopbaanbeleid, taakontwerp, beloning en inspraak georganiseerd? Zijn er verschillen tussen bepaalde types KMO’s? Hoe staan KMO’s tegenover het overheidsbeleid? Ook werd uitgebreid aandacht besteed aan de effecten van het gevoerde personeelsmanagement. B. De Prins, Voor Keizer en Koning. Leonard du Bus de Gisignies (1780-1849). Commissaris-Generaal van Nederlands-Indië, ISBN 90-5018-577-0, Amsterdam, Uitgeverij Balans, 2002, 288 p., 21,85 euro. Een boer, een edelman, een opportunist, een carrière-
ambtenaar, een groot staatsman? Leonard du Bus de Gisignies was een opvallende figuur in dienst van zowel keizer Napoleon, koning Willem I als koning Leopold I. Van 1826 tot 1830 was hij bewindvoerder over Nederlands-Indië. En dat was iets ongehoords, een zuidelijke Nederlander die de koloniën weer op orde moest zien te krijgen! Leonard du Bus was een invloedrijk en talentvol, maar nooit echt doorgrond overheidsdienaar.
van Vlaams voetvolk op de elite der Franse ruiterij. Maar wellicht was en is de Guldensporenslag wel minder Vlaams dan men zou kunnen vermoeden. In dit boek hoeft u niet op zoek te gaan naar de confirmatie van wat in uw geheugen aan schoolse kennis is blijven hangen over feestelijkheden en gepreconditioneerde interpretaties. Wel belicht het boek vanuit een innoverende interpretatie minder bekende facetten van het 1302-verhaal.
F. Droste, Een wereld van woorden. Over taal, cultuur en taalcultuur, ISBN 90-289-30957, Kapellen, Uitgeverij Pelckmans, 2002, 122 p. Alle cultuur heeft de taalcultuur als vertrekpunt. Wie de taal van de mens niet spreekt, is gedoemd in het platte vlak van de leeuw, de mier, de albatros te leven. Zonder taal geen wetenschap, zonder taal geen kunst. Hoe de geboorte ervan plaatsvindt, wat de middelen zijn waarmee de taal de menselijke geest verlost uit de duistere hoek van de natuur, daarvan doet dit boek op fascinerende wijze verslag.
I. Vanhoren, Van herkennen naar erkennen. Praktijken en ontwikkelingen rond de (h)erkenning van verworven competenties in Vlaanderen, ISBN 90-5550-2960, Leuven, HIVA, 2002, 122 p., 12,4 euro. In dit rapport worden de ontwikkelingen die het competentiegerichte denken hebben beïnvloed belicht, en wordt ingegaan op het competentiebegrip en het beleidsconcept EVC (erkenning van verworven competenties). Verder wordt een overzicht gegeven van het institutionele kader en de EVC-praktijken in Vlaanderen en van de mogelijkheden voor verdere ontwikkelingen rond EVC. Het boek sluit af met voorstellen voor operationalisering en implementatie van EVC en met beleidsconclusies en aanbevelingen.
V. Hoorens, Het recht op de eerste nacht, ISBN 906306-453-5, Leuven, Davidsfonds, 2002, 257 p., 17,50 euro. Een ijskoude thriller. Zonder omhaal schept de auteur een redeloze psychopate die met duivelse precisie te werk gaat. Opgeruimd staat netjes. K. Malfliet, L. Verpoest (eds), Russia and Europe in a Changing International Environment, ISBN 90-5867195-X, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2002, 180 p., 17 euro. Sinds het einde van de Koude Oorlog zijn de relaties tussen Europa en Rusland aanzienlijk gewijzigd. In de verschillende bijdragen wordt de aard van deze relaties vanuit politiek, historisch, cultureel en economisch perspectief belicht. A. Quak en J.M. van der Horst, Inleiding Oudnederlands, ISBN 90-5867-207-7, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2002, 111 p., 11 euro. Uit de Oudnederlandse periode zijn weinig teksten overgeleverd. Dat verklaart waarom er in de historische taalkunde minder aandacht aan wordt besteed. Toch is er meer bewaard gebleven dan vaak gedacht wordt en zijn de overgeleverde teksten en namen voor de geschiedenis van het Nederlands van onschatbare waarde. Naast een inleiding tot de taal en de periode bevat het boek een beknopte grammatica en een bloemlezing met fragmenten uit de Wachtendonckse Psalmen en de Egmondse Williram, een volledige woordenlijst bij de fragmenten en een uitvoerige bibliografie. B. Raymaekers e.a., Horizonten van weten en kunnen. Lessen voor de eenentwintigste eeuw, ISBN 90-5826152-2, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2002, 327 p., 24,95 euro. Staan wetenschap en kennis aan het begin van het einde? Of zijn er nog steeds brede horizonten voor onderzoek en vernieuwing? Lessen voor de eenentwintigste eeuw denkt na over de grote uitdagingen waar mens en samenleving nu voor staan. Schrijven prionziekten als BSE en mond- en klauwzeer het doemscenario van de 21ste eeuw? Wat als het DNA van de mens ontrafeld is? Brengen internationale gerechtshoven meer of minder ‘recht’? Wat met de taaltechnologie na Lernout&Hauspie? En is de taal op zich wel toereikend om te zeggen wat er te zeggen valt? Of zouden we beter zwijgen? Dit boek laat dertien explorerende ‘denkers’ aan het woorden. Zij delen de resultaten van hun meest recente onderzoek met het brede publiek. L. Ruelens en I. Nicaise, Hulp op krediet. Schuldbemiddeling in de Vlaamse OCMW’s en CAW’s, ISBN 90-5550-307-X, Leuven, HIVA, 2002, 212 p., 17,5 euro. In dit onderzoek wordt een beeld geschetst van de praktijk van de ‘schulddienstverlening’. Schuldbemiddeling in het bijzonder, maar ook budgetbegeleiding en budgetbeheer komen hierbij aan bod. Het rapport (in opdracht van Vlaams Welzijnsminister Mieke Vogels) bevat concrete beleidsaanbevelingen voor het bijsturen van de wetgeving terzake, de organisatie en financiering van de betrokken diensten, en de versterking van de schuldpreventie. P. Trio, D. Heirbaut, D. van den Auweele (red.), Omtrent 1302, ISBN 90-5867-208-5, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2002, 269 p., 41,50 euro. 11 juli is niet voor niets Vlaanderens nationale feestdag. De Guldensporenslag heeft steeds tot de verbeelding gesproken: een eclatante militaire overwinning
18 C A M P U S K R A N T 5 . 9 . 2 0 0 2
Exacte Wetenschappen G. Herweyers en K. Stulens, Wiskunde verkennen met Derive, ISBN 90-334-4836-X, Leuven, Acco, 2002, 80 p., 12,50 euro.
Derive is een krachtig, compact en gebruiksvriendelijk computer-algebrapakket en leent zich tot de integratie van ICT in het secundair onderwijs. Dit boek is geen gewone handleiding voor Derive 5. Het doel van de auteurs is de didactische meerwaarde van Derive voor het secundair onderwijs te illustreren. Dit gebeurt aan de hand van verscheidene onderwerpen uit de rekenkunde, algebra, analyse en numerieke wiskunde. Ook het programmeren in Derive komt aan bod. Biomedische Wetenschappen K. Lie Reider, P. Schotsmans, B. Hansen en T. Meulenbergs, Healthy Thoughts: European Perspectives on Health Care Ethics, ISBN 90-4291142-5, Leuven - Paris - Sterling - Virginia, Peeters, 2002, 348 p. Dit boek bundelt 18 bijdragen in het veld van de gezondheidsethiek en is opgebouwd in drie delen: (1) de arts-patiëntrelatie, (2) medische experimenten met mensen en (3) rechtvaardigheid in de gezondheidszorg. Het boek besluit met een uitgebreide bibliografische lijst met de belangrijkste Europese publicaties, tijdschriften en (inter)nationale instellingen. Healthy Thoughts is een volume in de reeks Core Materials for the Development of Courses in Professional Ethics van het European Ethics Network.
Wie een mededeling wil laten opnemen in deze rubriek, kan dit door een digitaal formulier in te vullen op het adres www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/publicatie.htm.
Benoemd of onderscheiden De professoren Josse De Baerdemaeker, Bart Nicolaï, Nico Scheerlinck, Pieter Verboven en Kostadin Fikiin, verbonden aan de Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, werden door de American Society of Agricultural Engineering (ASAE) bekroond met een Superior ASAE Award. Professor Marnik Dekimpe, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, won de 2001 John D.C. Little Best Paper Award voor het beste marketingartikel in 2001 gepubliceerd in Marketing Science of Management Science, voor het artikel The Category Demand Effects of Price Promotions. Dit artikel werd geschreven in samenwerking met Vincent Nijs (Northwestern University), JanBenedict Steenkamp (Katholieke Universiteit Brabant) en Dominique Hanssens (UCLA). Fysioloog Joost Hoenderop, verbonden aan de K.U.Nijmegen, labo professor R. Bindels, kreeg de Europese prijs voor samenwerking K.U.Nijmegen en K.U.Leuven. Deze prijs bekroont het werk van een jonge onderzoeker dat gebaseerd is op een Europese samenwerking. Joost Hoenderop ontdekte een eiwit dat een cruciale schakel vormt bij de regeling van de calciumhomeostase. De functionele karakterisatie van het kanaal werd doorgevoerd in de groep van professor Bernd Nilius (K.U.Leuven, Fysiologie). De prijs eert de samenwerking tussen de onderzoeksgroepen in Leuven en Nijmegen. Professor Piet Thomas en Ludo Verbeeck, emeriti Faculteit Letteren, kregen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde de August Beernaertprijs (periode 2000-2001) voor het boek Hölderlin. De mooiste gedichten (vertaling, met inleiding en prenten van William Blake, uitgegeven bij het Davidsfonds). Professor Hendrik Van Brussel, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Toegepaste Wetenschappen, werd tijdens de algemene vergadering van de Amerikaanse Society of Manufacturing Engineers (SME) in Dallas op 29 mei 2002 bekroond met de F.W. Taylor Research Medal. Hij kreeg deze prijs voor belangrijk gepubliceerd onderzoek op het vlak van de industriële automatisering. Professor Van Brussel werd eveneens verkozen tot Buitenlands Lid van de Zweedse Academie voor Ingenieurswetenschappen.
Wie een mededeling wil laten opnemen in deze rubriek, kan dit door een digitaal formulier in te vullen op het adres www.kuleuven.ac.be/ck/ mededeling/benoemd.htm.
NIEUWS
Doctoraten Deze rubriek is gebaseerd op de databank ‘Agenda K.U.Leuven’, die u vindt onder agenda.kuleuven.be 25 juni: Donato Ogliari, Godgeleerdheid, Gratia et certamen. The Relationship Between Grace and Free Will in the Discussion of Augustine with the So-called Semipelagians, prom. prof. M. Lamberigts. 25 juni: Lieven Tack, Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, Optimal Run Orders in Design of Experiments, prom. prof. M. Vandebroek. 25 juni: Dieter Vermandere, I verbi psicologici Italiani. Uno studio semantico e sintattico, prom. prof. S. Vanvolsem. 26 juni: Mathai Kadavil, Godgeleerdheid, The World as Sacrament. Sacramentality of Creation from the Perspectives of Leonardo Boff, Alexander Schmemann and Saint Ephrem, prom. prof. L. Leijssen. 28 juni: Michel Debruyne, Letteren, Materialen en technieken van de antieke leemtichel-architectuur in Noord-Mesopotamië. Onderzoek van de publieke gebouwen in Tell Beydar/Nabada tijdens de vroege bronstijd, prom. prof. K. Van Lerberghe. 28 juni: Wu Jian, Toegepaste Wetenschappen, Micro Amperometric and Impedimetric Sensors, prom. prof. W. Sansen. 29 juni: Joost Dessein, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Het stremmen en stromen van de Markt. Een antropologische analyse van markten en landbouw bij de Birifor en de Wala van Noordwest-Ghana, prom. prof. R. Devisch. 29 juni: Bart Hellinckx, Letteren, Mummy Equipment, Bodily Parts and the Divine World. A study in Egyptian Funerary Symbolism, prom. prof. H. Willems. 1 juli: Veerle Rots, Letteren, Possibilities and Limitations of Interpreting Macro- and Microscopic Hafting Traces, prom. prof. P.M. Vermeersch. 30 aug: Yaron Schwartz, Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, A Priori Knowledge and the Reconstitution of Rationalism, prom. prof. L. Horsten. 10 sept.: Gert Meesters, Letteren, Marginale morfologie in het Nederlands: paradigmatische samenstellingen, neoklassieke composita en splintercomposita, prom. prof. Willy Smedts. 10 sept.: Frank Beckers, Geneeskunde, Non-Linear Dynamics of Cardiovascular Variability. Validation & Clinical Applications, prom. prof. A. Aubert. 12 sept.: Jovino de Guzman Miroy, Hoger Instituut voor Wijsbegeerte,
Tracing Nicholas of Cusa’s Early Development. The Relationship Between De Concordia Catholica and De Docta Ignorantia, prom. prof. J. Decorte en prof. C. Steel. 13 sept.: Ingeborg Stalmans, Geneeskunde, Role of the VEGF Isoforms in Retinal Angiogenesis and Digeorge Syndrome, prom. prof. P. Carmeliet en prof. W. Spileers. 16 sept.: Elke De Rijcke, Letteren, L’expérience poétique dans l’oeuvre d’André de Bouchet: matérialité, matière et immédiatisation du langage, prom. prof. J. Baetens.
Vrijwilligers gezocht voor astma-onderzoek Voor een onderzoek naar astma is men op zoek naar vrijwilligers: zowel astmapatiënten zonder bijkomende aandoeningen van de luchtwegen als gezonde personen tussen 18 en 60. Het onderzoek gebeurt op de afdeling Functiemetingen Pneumologie van Gasthuisberg, duurt ongeveer twee uur en meet het effect van een aantal stoffen op de
luchtwegen. Het gaat om stoffen die geregistreerd zijn en in veilige omstandigheden worden toegediend. Vrijwilligers ontvangen een onkostenvergoeding van 15 euro.
• Info: Steven De Peuter, (t) 016 32 60 38, (t) 016 32 60 06 (namiddag) of
[email protected]
In memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van:
17 sept.: Kris Peeters, Letteren, La chronique badine de la rue. Le discours carnavalesque et les questions du genre et du réalisme dans les recueils badins de Caylus et la Société du Brut du Banc (1737 1748), prom. prof. J. Herman. 17 sept.: Karen Vastmans, Farmaceutische Wetenschappen, Herkenning van suikergemodificeerde nucleotiden en oligonucleotiden door nucleïnezuur metabolizerende enzymen, prom. prof. P. Herdewijn.
De heer Georges Dubuisson, technisch medewerker aan de Faculteit Toegepaste Wetenschappen, geboren te Heverlee op 20 april 1944 en overleden te Leuven op 30 juli 2002. Baron Josse, Marie, Honoré, Charles Mertens de Wilmars, emeritus buitengewoon hoogleraar aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid, geboren te Sint-Niklaas op 22 juni 1912 en overleden te Antwerpen op 1 augustus 2002. Mevrouw Elsa Gysen, ere-assistente kinderpsychotherapie K.U.Leuven, geboren te Leuven op 16 maart 1920 en overleden te Leuven op 4 augustus 2002.
19 sept.: Ilse Vanhorebeek, Farmaceutische Wetenschappen, Mitochondrial Function and Biosynthesis of Isoprenoids in a Zellweger Syndrome Mouse Model, prom. prof. P. Declercq en prof. M. Baes. 23 sept.: Brigitte Dekeyzer, Letteren, Vorstelijke luxe en devotie. Het Breviarium Mayer van den Bergh (Gent/Brugge; ca. 1500) in artistiek, religieus en historisch perspectief, prom. prof. H. Cardon. 24 sept.: Michael Schiltz, Letteren, Power and Paradox. A Systems Theoretical Sociology of Postwar Japanese Security Policy, prom. prof. W. Vande Walle. 24 sept.: Pieter Bergé, Letteren, Traditie, Mode & Moderniteit. De operahistorische en -esthetische betekenis van de Zeitoper en van Arnold Schönbergs eenakter Von heute auf morgen, prom. prof. M. Delaere. 24 sept.: Karen Hensen, Geneeskunde, PLAG1 Involvement in Cellular Transformation and Embryonic Development, prom. prof. W. Van de Ven en prof. K. Kas.
Onderzoekskalender Een overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar op CWIS, www.kuleuven.ac.be/gedoc. Wie geen toegang heeft tot CWIS kan contact opnemen met Karine Aert, Dienst Onderzoekscoördinatie Naamsestraat 22, 3000 Leuven (t) 016 32 40 53, (f) 016 32 41 9,
[email protected].
5.9.2002 C A M P U S K R A N T
19
DENK TANK DE
In beeld
foto: Rob Stevens
Koningin Fabiola op bezoek
Hoog bezoek voor de K.U.Leuven op 1 augustus: Hare Majesteit Koningin Fabiola woonde de openingsceremonie bij van het 17th Congress of the International Musicological Society, het grootste musicologencongres ter wereld. Tot 7 augustus spraken meer dan 1.000 musicologen uit 47 landen over de meest uiteenlopende muzikale onderwerpen, van Gregoriaans tot hiphop. Minister op de fiets
Tijdens de promotieviering aan de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen op 6 juli kwam (toen nog) minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet de pasafgestudeerde apothekers met haar aanwezigheid vereren. En dat deed ze zoals het een milieubewust politica betaamt: op de fiets.
foto: Rob Stevens
Luchtdoop voor kankerpatiëntjes
De parapenteclub Sky Eagles nodigt jaarlijks een groep chronisch zieke kinderen uit om hen een onvergetelijke dag te bezorgen met een bergscherm of een ULZ (UltraLicht Zweefvliegtuig). Dit jaar kregen de patiëntjes van de afdeling Kindercardiologie van onze UZ ruim de gelegenheid om de wereld van bovenuit te bekijken. Op 10 augustus was het militair vliegveld van Beauvechain (Bevekom) helemaal hùn domein.
foto’s: Rob Stevens
20 C A M P U S K R A N T 5 . 9 . 2 0 0 2
• In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen - van technische, socio-economische, politieke, ethische en filosofische aard - voor aan een denktank van Bijzonder Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar De Denktank, Oude Markt 13, Leuven. •
Niet voeren a.u.b. De laatste maanden vonden wij in de brievenbus en mailbox van De Denktank heel wat vragen in de vakantiesfeer. Zo ontvingen wij een brief van Benny Van Meerhout (1ste lic. Klinische Psychologie), die ons schreef dat hij de afgelopen vakantie bij wijze van uitje de fel gecontesteerde Pygmeeëntentoonstelling in Yvoir was gaan bezoeken. “Maar was dat eigenlijk wel helemaal ethisch verantwoord?”, zo vraagt hij zich nu af.
Als ons geheugen ons niet in de steek laat, was het al van de Expo ’58 geleden dat wij hier in België nog ’s een echte tentoonstelling van de Afrikaanse medemens te zien hadden gekregen: toen kon iedereen zich op de Heizelvlakte vergapen aan een authentiek dorp Kongolezen. Dus waarom nu - na bijna 50 jaar dat succesvolle initiatief van weleer niet herhalen, zo vroegen de gewiekste organisatoren uit Yvoir zich terecht af. Een idee waar wat ons betreft zeker wat voor te zeggen valt. Jaarlijks trekken duizenden Belgen - waarvan wij er persoonlijk tientallen kennen - immers naar de meest bizarre uithoeken van de wereld, van Patagonië over de Rocky Mountains en Binnen-Mongolië tot Ghana en de Costa del Sol, en steevast komen zij na hun vakantie met allerhande verhalen terug over hun ontmoetingen met de inheemse bevolking. Wanneer we deze op het eerste gezicht uiteenlopende verhalen iets nauwkeuriger analyseren, komen ze altijd op één van de drie volgende stereotypen neer. Eén: de reiziger is op de één of andere manier door de lokale bevolking opgelicht (hotel te duur, souvenir gekocht dat bij aankomst thuis al kapot was, dubieus voedsel geserveerd dat de reiziger turista bezorgde, eeuwenoud origineel amulet gekocht dat bij nader inzien Made in Taiwan bleek... ). Twee: de reiziger is misbegrepen door de plaatselijke bevolking (om de één of andere reden weigeren die inwoners van Binnen-Mongolië al eeuwenlang hardnekkig Nederlands, Frans, Engels of Duits te spreken). Drie: het was Zeer Tof, de reiziger trekt volgend jaar zeker weer naar een exotisch oord - waar hij of zij dan waarschijnlijk met een verhaal type één of twee weer vandaan komt. Kortom, zoals een groot filosoof het lang geleden al wist: alle ellende van de mensheid ontstaat door de drang onze kamer te willen verlaten. Als dat dan toch per se moet, lijkt het ons economisch, ethisch en ecologisch véél zinniger één Pygmeeën-, Patagoniërs-, Ghanese en Binnen-Mongoolse familie naar hier te halen en ordentelijk tentoon te stellen, dan in het wilde weg met duizenden tegelijk en in geld- en energieverslindende vliegtuigen over de hele wereld uit te zwermen. En aangezien ook elders hardleerse reizigers bestaan, hebben wij van De Denktank meteen het idee opgevat een nieuwe universitaire spin-off op te zetten: de bvba Het Dorp der Belgen, een rondreizende gemeenschap van Belgische inboorlingen waarmee wij de rest van de wereld iets over de Belgen willen bijbrengen. Inderdaad, dit Dorp der Belgen zal naar aloude Belgische gewoonte her en der over de planeet volledig illegaal opgetrokken worden, met achteraan de huisjes ook onze typische, pittoreske garages, serres, tuinhuisjes en duivenkoten. Qua tentoongestelde types hebben wij al de eerste contacten gelegd met Eddy Merckx, die elke dag even een demonstratie fietsen op rollen zal komen geven, daarbij authentiek aangemoedigd (‘Allez Eddy!’) door een meegereisde supportersclub (voorstellingen om 10, 14, 16 en 18 uur). We denken ook aan Marc Sleen, die de bezoekers tegen betaling van 10 euro waarheidsgetrouw portretteert, aan Piet Huysentruyt en Els Tibau, die in een openluchtkeuken de bezoekers de geheimen van de Belgische haute cuisine zullen verklaren, aan Dennis Black Magic, die dagelijks zijn educatieve films voor het hele gezin zal vertonen, aan Magda Aelvoet, die iedereen dagelijks zal komen melden dat de tentoonstelling niet in overeenstemming met haar geweten te brengen is en vandaar ook dagelijks symbolisch ontslag zal nemen, aan Herman Brusselmans, die de bezoekers op gezette tijdstippen voor puitogen en belachelijke losers zal uitschelden, en aan Jean-Luc Dehaene, die eventuele problemen tussen bezoekers en deelnemers van de tentoonstelling zal oplossen zodra ze zich stellen. Wij twijfelen er niet aan dat voor zo’n kleurrijk en educatief spektakel overal ter wereld bezoekers in dichte drommen zullen toestromen. Alleen over de vraag wie intellectueel België in dit rondreizend dorp moet vertegenwoordigen, bevinden wij ons momenteel nog in dubio. Leuvense kandidaten kunnen zich met cv melden op het postadres van De Denktank, vóór 30/9. Discretie gegarandeerd. Namens De Denktank, Prof. H. Kierebosch (voorzitter Ethische Commissie, wnd. directeur bvba Het Dorp der Belgen) en G. Op de Beeck (secretaris-klerk)