HET RUSSISCHE RIJK • GROOT OMROEPKOOR A CAPPELLA • AVROTROS KLASSIEK I • AVROTROS KLASSIEK II • GROTE VIOLISTEN • CARL NIELSEN • AVROTROS VOCAAL • MUZIKALE MEESTERWERKEN • TWEE BIJZONDERE CONCERTEN
vrijdag 18 september 2015, 20.15 uur inleiding Thea Derks 19.30 uur
Openingsconcert Oneindig galmen de klokken Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Vlaams Radio Koor James Gaffigan dirigent Klaas Stok koorleider Marina Rebeka sopraan Sergej Skorokhodov tenor Andrej Bondarenko bas Modest Moesorgski / Dmitri Sjostakovitsj 1839-1881 / 1906-1975 Kroningsscène uit Boris Godoenov 1874 / 1939-1940 voor koor en orkest Arvo Pärt *1935 Cantus in memoriam Benjamin Britten 1977 Giya Kancheli *1935 Dixi (Nederlandse première) 2009 voor koor en orkest koorsolisten: Anitra Jellema sopraan, José Kamminga alt PAUZE
Sergej Rachmaninov 1873-1943 Kolokola (De klokken) opus 35 1913 cantate voor solisten (STB), koor en orkest Allegro ma non tanto: De zilveren arresleebellen • Lento: De zachte huwelijksklokken • Presto: De luide noodklokken • Lento lugubre – Allegro – Andante – Tempo I: De droeve doodsklokken
2
Live-uitzending en webcast
Luister Concerten
De AVROTROS zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit op NPO Radio 4. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Maartje Stokkers.
Via WWW . RADIO 4. NL kunt u onder ‘Luister Concerten’ kiezen uit de mooiste concertopnamen, waaronder uiteraard ook die van De Vrijdag van Vredenburg van de afgelopen seizoenen.
Van dit concert wordt ook een webcast gemaakt voor Radio4 en CulturaTV die rechtstreeks maar ook naderhand is terug te zien.
➜ WWW . RADIO 4. NL Traktatie in de pauze Vanavond is de opening van een prachtig nieuw seizoen AVROTROS Vrijdagconcerten. Om dit met u te vieren, biedt TivoliVredenburg u iets lekkers aan in de pauze.
Passepartout Misschien denkt u: ik zou véél vaker vrijdagavond uit willen. Dat kan: zie pag 23!
Educatieproject Utrechtse Middelbare scholen Voorafgaand aan het Openingsconcert presenteren Utrechtse middelbare schoolleerlingen hun eigen compositie. In het kader van het educatieproject Pronkstukken hebben zij een week lang aan hun eigen compositie gewerkt. Hierbij hebben zij zich laten inspireren door het werk Dixi van de Georgische componist Kancheli. ➜ De presentatie van het Pronkstuk vindt plaats om 19.00 uur in de zaal Cloud Nine in TivoliVredenburg en is voor iedereen gratis toegankelijk.
Nieuw seizoen, nieuwe naam, nieuwe look! Niet alleen de serie heet anders, ook de musici van het Radio Filharmonisch Orkest hebben zich voor u in nieuwe kleding gestoken en hangen daarmee het aloude rokkostuum aan de wilgen. Het RFO wil met dit prettig zittende maatkostuum zijn modernere presentatie op het podium onderstrepen. De kleding werd op maat gemaakt door Roel Hamilton van Smart Shirt Company en Rob Saarloos van RS-Sartoria.
➜ WWW . RADIO 4. NL Hart & Ziel-weken tussen 2 en 16 oktober We vieren de klassieke muziek op Radio 4 en roepen u op ons te laten weten wat klassieke muziek in uw leven betekent. U kunt ons vertellen over uw ultieme Hart & Ziel muziek, de muziek die u het meest raakt en de verhalen/herinneringen die daarbij horen. De stemperiode is van vrijdag 18 t/m zondag 27 september (20.00 uur). De uitzending van de lijst van 300 werken die het meest gewaardeerd worden door Radio 4 luisteraars vindt plaats van maandag 12 t/m vrijdag 16 oktober, met afsluitend een spetterend festival in TivoliVredenburg in Utrecht.
➜
WWW . RADIO 4. NL / HARTENZIEL
Openingsconcert Oneindig galmen de klokken
3
Eeuwig gonzen de klokken Na de Russische revolutie lieten de nieuwe machthebbers talloze kerken neerhalen. Op de fundamenten van de negentiende-eeuwse Christus Verlosserkathedraal in Moskou, het symbool van nationale trots waar in 1882 Tsjaikovski’s Ouverture 1812 haar première beleefde, bouwden de communisten na de sloop een zwembad – de grond bleek te zompig voor het megalomane, op deze plaats geplande Paleis der Sovjets. Andere kerkelijke gebouwen werden heringericht als opslagplaats voor de gemeentelijke plantsoenendienst of raakten simpelweg vervallen. Een aanzienlijk deel van de gebouwen bleef echter als ‘historisch document’ bewaard en werd vanaf de era-Chroesjtsjov gerestaureerd. Na een burgerinitiatief gaf Boris Jeltsin in 1992 zelfs de opdracht tot herbouw van de hoofdstedelijke kathedraal. De klokkentorens zijn ondanks de geschiedenis onlosmakelijk met Rusland verbonden gebleven. Klokken figureren in de schilderijen van Aristarch Lentoelov, in films van Sergej Eisenstein en Andrej Tarkovski, in de roman De meester en Margarita van Michail Boelgakov en de koormuziek van Georgi Sviridov en Alfred Schnittke. Terwijl de Russische orthodoxie sinds de dagen van Gorbatsjov haar plaats heeft heroverd, hebben Russische klokkenluiders zich de aloude, bijna-vergeten manier van luiden weer eigen gemaakt. Met een complex van touwen bespelen zij vele klokken tegelijk. Het resultaat is veel meer dan een oproep ter kerke: het Russische klokgebeier heeft een enorme ritmische ‘swing’. Als in het klooster-
KLOKKEN DANILOV KLOOSTER, MOSKOU
4
‘Klokken begeleidden iedere Rus, van zijn kindertijd tot het graf, en geen componist kon aan hun invloed ontsnappen, ook ik niet.’ – Sergej Rachmaninov complex van Sergijev Posad, de begraafplaats van Boris Godoenov en in de Sovjetunie het centrum van de Russisch-orthodoxe kerk, na de urenlange Paasliturgie om vier uur ’s nachts de klokken in beweging komen om te vieren dat Christus is opgestaan, is zelfs voor een niet-gelovige het eindeloze geluk voelbaar. Niet voor niets noemde Nikolaj Rimski-Korsakov het gelui de ‘dansmuziek’ van de orthodoxe kerk.
Kroningsscène uit Boris Godoenov
SCHETS KRONINGSSCÈNE DOOR ALEXANDER BENOIS
De klokken vormen en vormden een symbool van de culturele eenheid van het land, een symbool voor de kracht van het geloof en – met de tsaar als vertegenwoordiger van het land én de kerk – van de almacht van de Russische staat. Zo ook in de proloog van Modest Moesorgski’s Boris Godoenov. Poesjkins gelijknamige toneelstuk, waar Moesorgski op teruggreep, behandelt de donkere jaren rond 1600, toen Rusland op zijn grondvesten schudde. Na de dood van Ivan IV (‘de Verschrikkelijke’) is weinig meer over van de dynastie die Rusland eeuwenlang heeft geregeerd. Zijn zoon Fjodor is zwakzinnig en diens halfbroer Dmitri – uit Ivans zevende huwelijk – is nog piepjong. Dmitri kan zijn vader bovendien niet opvolgen omdat de kerkelijke wet slechts drie huwelijken toestaat. Om een machtsvacuüm te voorkomen is de edelman Boris Godoenov als regent aangesteld. Dmitri overlijdt in 1591 in ballingschap, en zeven jaar later overlijdt ook Fjodor. De landsvergadering besluit Boris tot tsaar te kronen. Maar deze veinst nog te twijfelen. Daar begint de opera. In Moskou is een mensenmenigte bij het Novodevitsji-klooster op de been gebracht. Erg enthousiast zijn ze niet, maar als een politieman hen wat aanvuurt smeken ze Boris de kroon te aanvaarden. Boris zegt ‘ja’, en kort daarop vindt in het Kremlin onder dwangmatig hoera-geroep zijn kroning plaats. En aangezien kerk en staat één zijn, wordt de nieuwe tsaar met klokgelui in zijn macht bevestigd.
Cantus in memoriam Benjamin Britten Als de enige instrumentale muziek die in de Russisch-orthodoxe kerk was toegestaan, vormde het geluid van de klokken – door een geheel eigen silhouet duidelijk afwijkend van de ‘harmonische’ klank van de beroemde zeventiende-eeuwse ‘Hemony’-klokken uit de Utrechtse Domtoren – ook een flink deel van de Russische muziek. In de pianowerken van Rachmaninov, in de koormuziek van Tanejev, in de slotakkoorden van Les Noces van de expat Stravinsky: overal is hun karakteristieke geluid doorgedrongen. Nadat Arvo Pärt, componist in de in cultureel opzicht relatief onafhankelijke Sovjetrepubliek Estland, zich het nieuwe westerse componeren had eigen gemaakt, gooide hij het roer om. Het gonzen van klokken en tinkelen van klokjes (‘tintinnabuli’) vormde vanaf het midden van de jaren zeventig de basis van zijn werk – niet alleen hun klank, maar ook het ‘mechanisch-dansante’ karakter van het Russische gelui. Zo ook in zijn Cantus in memoriam Benjamin Britten. Een deel van de violisten zet een dalende toonladderfiguur in, en volgens een vast patroon volgen de lagere strijkers. Die spelen aldoor diezelfde toonladder, maar in steeds langere notenwaarden. Een ander deel van het strijkorkest houdt het bij de noten van een kleine drieklank op a (a-c-e). Drie zachte slagen van de (buis)klok zetten het ontroerend eenvoudige mechaniekje in werking – of nee, drie openingsmaten rust schrijft Pärt nog voor. Drie maten stilte, die al het voorafgaande, de hele wereld vóór die noten, in de compositie lijken te betrekken. De noten zijn eenvoudig maar bevatten, net als die stilte, een symbolische betekenis. Waar de mineurdrieklank bij Pärt gewoonlijk staat voor “de subjectieve wereld, het dagelijkse egoïstische leven van zonde en lijden”, symboliseert de (eolische) toonladder het “objectieve domein van vergevingsgezindheid”, zo stelt zijn biograaf Paul Hillier. De steeds verdere verlangzaming en de steeds volumineuzere klank maken van dit kleine eerbetoon aan de grote Britse componist een dramatisch geheel. Misschien het meest dramatisch is de slotnoot. Vanuit het luide slotakkoord stijgt het geluid van de klok opnieuw op. De aanslag blijft onhoorbaar, maar terwijl de toon langzaam wegsterft, blijven de boventonen van de buisklok – en de grote terts daarin – als een miniem lichtpuntje het langste hangen.
5
ARVO PÄRT
6 6
Pärt schreef zijn eerbetoon in 1977, kort na Brittens dood. In 1975 was Sjostakovitsj overleden, nog vier jaar eerder Stravinsky. Hun werk was voor Pärt van wezenlijk belang geweest. Maar juist in Britten had Pärt gevonden wat hij zocht, terwijl hij in een compositorische impasse verkeerde: een “ongewone puurheid”, die hij ook in de late middeleeuwer Guillaume de Machaut herkende. Britten en de oude muziek hielpen hem los te komen van de intens vergrijsde officiële sovjetstijl én de westerse modernen.
Kancheli: Dixi
GIYA KANCHELI
Pärt woont sinds jaar en dag in Duitsland. Giya Kancheli, afkomstig uit de voormalige Sovjetrepubliek Georgië maar van hetzelfde bouwjaar, is in 1995 in België neergestreken. Melancholie kenmerkt het merendeel van zijn muziek: een onbedwingbaar gevoel ontheemd-zijn, een grommende berusting in zijn lot. Zijn verlangen naar z’n thuisland is, zoals de cineast Tarkovski de diepgewortelde emotie in woorden trachtte te vangen, méér dan onze westerse nostalgie: “het is geen individuele emotie, maar iets veel ingewikkelders en diepers dat Russen ondervinden als zij in het buitenland verkeren. Het is een aandoening, een ziekte die alle zielskracht opslorpt, het vermogen te werken, het genieten van het leven.” Kancheli bezingt een vernietigde wereld, een vaderland waarvan de geschiedenis werd getekend door stalinisme, russificatie en, later, binnenlandse oorlogen. Abii ne viderem, ‘ik ben vertrokken om niet te hoeven zien’, luidt de titel van zijn Concert voor altfluit, Rouwgekleurd land een werk voor groot orkest. Zijn lege, gebroken wereld wordt bevolkt door naar betekenissen hongerende amper-mensen, zoekend als de personages in Tarkovski’s weergaloze film Stalker. Hoe diep ook zijn verlangen naar het verloren vaderland, er blijft hoop op een betere toekomst, een streven naar iets moois achter alle lelijkheid, net als in Stalker. “Stel je je een bloempje voor, dat zijn weg vindt door het asfalt”, aldus Kancheli: “dat is precies wat je in mijn composities vindt. In mijn werken probeer ik steeds dat bloempje door het asfalt te krijgen.” Is de schoonheid achter het lelijke in zijn Vierde symfonie (‘in memoria di Michelangelo, 1974) nog weergegeven in het contrast tussen de heldere klokjes van de celesta en de ruige klank van grovere plaatklokken, zo vormen in Dixi (‘ik heb gezegd’) uit 2009 de gewelddadige orkestklanken en de verstilde, bijna klokachtige harmonieën van de koorpartij elkaars tegenpool.
Rachmaninovs Kolokola
7
Klokken domineerden ooit iedere Russische stad, aldus Rachmaninov – totdat Stalin ontelbare kerken liet omtrekken, bedoelt hij: “Zij begeleidden iedere Rus van zijn kindertijd tot het graf, en geen componist kon aan hun invloed ontsnappen.” Ze domineren ook in wat Rachmaninov zijn beste werk achtte: de cantate Kolokola (De klokken) uit 1913. Toen een bewonderaarster hem in een anonieme brief wees op Konstantin Bal’monts uiterst vrije ‘herdichting’ van Edgar Allan Poe’s gedicht Bells, was Rachmaninov direct door de muzikaliteit van het werk gegrepen. In de dansende lettergrepen van Bal’monts titel ‘Kolokóltsjiki i kolokolá’ zijn de klokken en klokjes al hoorbaar, net als in de veelvuldige ingezette klanken ‘zj’ (zjoezjanije=gonzen) en ‘zv’ (zvon=gelui). Natuurlijk had Rachmaninov ook de Engelse tekst van Poe’s origineel kunnen gebruiken. Maar hij vroeg Bal’mont hem per se “de Russische versie ervan te doen toekomen”, juist omdat Bal’mont ook de beeldentaal naar de Russische belevingswereld had weten te vertalen. Zelfs het klingelen van de arrenslee is aanleiding tot die diep-Slavische melancholie, die Rachmaninov als geen ander kon verklanken. Verwees Rachmaninov in het tweede deel daarom ook naar de tot mislukken gedoemde liefde uit Wagners Tristan und Isolde? De reminiscenties van Isoldes ‘Liebestod’ zijn er ontegenzeggelijk. Haast magisch is ook het openingsdeel, waar Rachmaninov de enthousiaste, lichtvoetige tekst van koor en tenorsolist meteen daarna contrasteert met een zachte koorpassage zónder woorden, alsof hij de echo’s laat horen van de overledenen, die ooit weer opgewekt zullen worden. “Als ik in mijn werk de klokken heb kunnen laten samentrillen met de menselijke emoties, dan is dat grotendeels te danken aan het feit dat ik het grootste deel van mijn leven heb gesleten tussen de trillingen van de klokken van Moskou,” wist Rachmaninov. Het lot wilde echter dat hij zijn vaderland in 1917, een paar jaar na het schrijven van Kolokola, halsoverkop moest verlaten. Zowel de nieuwe machthebbers als hij wisten dat het tussen hen nooit zou kunnen boteren. Hoe Rachmaninov zich zou hebben ontwikkeld als inRussische componist indien hij zijn brood niet als pianist in Europa en Amerika had hoeven verdienen, zal voor altijd een raadsel blijven. Onno Schoonderwoerd
SERGEJ RACHMANINOV
gezongen teksten
8
Modest Moesorgski / Dmitri Sjostakovitsj: Proloog scène 2, Kroningsscène uit Boris Godoenov Tekst: Modest Moesorgski naar Aleksandr Poesjkin PROLOG Kartina vtoraja
PROLOOG Tweede scène
Narod Zjivi i zdravstvoej, tsar’ nasj batjoesjka! Oezj kak na nebe solntsoe krasnomoe slava, slava! Oezj i slava na Roesi tsar’joe Borisoe, slava!
Volk Lang zal hij leven, ons vadertje tsaar!
Zjivi i zdravstvoej! Tsar’ nasj batjoesjka, tsar’ zdravstvoej! Tsar’ nasj batjoesjka, batjoesjka tsar’! Tsar’ ty batjoesjka nasj, zjivi i zdravstvoejte! Radoejsja, ljoed! Radoejsja, veselisja, ljoed! Pravoslavni ljoed! Velitsjaj tsarja Borisa i slav’!
Als de zon boven alles stralend in de hemel! Zo heerst nu Boris in zijn roem over Rusland! Lang leve onze heerser! Tsaar, onze beschermer! Verhef uw stem, mensen! Jubelt nu en juicht, volk! Gelovige christelijke mensen! Laat allen onze tsaar Boris bejubelen en zich verheugen!
Slava! Slava! Slava! Tsar’ ty batjoesjka nasj! Tsar’ ty batjoesjka nasj! Tsar’ ty nasj!
Alle heil aan u! Over Rusland heerst nu tsaar Boris in al zijn glorie! Loof hem! Heil aan de tsaar!
Da zdravstvoejet! Oezj kak na nebe solntsoe krasnomoe slava, slava! Oezj kak na Roesi tsar’joe Borisoe slava, slava tsar’joe, Slava! Slava! Slava! Slava!
Alle heil! Als de zon boven alles stralend in de hemel, heil! Zo heerst nu Boris in zijn roem over Rusland, leve de tsaar! Heil! Heil! Heil! Heil!
Giya Kancheli: Dixi Mortuos plango Ad se ipsum Ars est celare artem Canimus surdis Vox clamantis in deserto Durum patientia frango Ede, bibe, lude Salve, sancta simplicitas Per aspera Qualis rex, talis grex Stabat mater dolorosa Sine ira et studio Vitam impendere vero Ora et labora Et alleluia, re vera veritas Et feci Dictum, factum – Kakhidze Lux in tenebris, lux ex tenebris Via sacra Omnes una manet nox Credo verum Ex silentio Signum temporis Si etiam omnes sit, ego non Lege artis Larga manu Lux veritatis Nil nisi Dum est lux Dum est vis, est vox Ad infinitum Charta non erubescit Et alleluia, ab initio, ad infinitum astra Dixi Varium hic, nubila,
9 Ik beween de doden tot hen zelf Ware kunst verbergt haar kunst Wij zingen voor duiven De stem van de roepende in de woestijn Hardheid breken met geduld Eet, drink, speel Gegroet, heilige eenvoud Door moeite Zo heer zo knecht Daar stond de moeder vol smart Zonder woede en ijver Het leven wijden aan het ware Bid en werk En halleluja, waarhaftig de waarheid En ik heb het gedaan Gezegd, gedaan – Kakhidze Het licht in de duisternis Het licht uit de duisternis Heilige weg Allen wacht dezelfde nacht Ik geloof in het ware Uit de stilte Teken des tijds Ook al doen allen het, ik niet Naar de regelen der kunst Met gulle hand Licht der waarheid Niets zonder Zolang er licht is Zolang er kracht is is er een stem Tot in eeuwigheid Papier bloost niet En halleluja, van het begin tot het einde lichten de sterren Ik heb gesproken Hier is het wisselend, nu wolken, dan zon
10
sol, Volens nolens Odium, omnia vanitas Ego non Dum spero, nil nisi bene O, si sic omnia Memento vivere, et memento mori Lege artis, re vera quis? Post tenebras lux, post nubila sol Post mortem lux Summa summarum Itur ad astra Super omnia veritas
Goedschiks kwaadschiks Haat, overal ijdelheid Ik niet Zolang ik hoop, niets dan het goede O, als alles toch zo was Gedenk te leven, en gedenk te sterven Wie is het in waarheid en naar de regelen der kunst? Na het duister het licht, na de wolken de zon Na de dood het licht Alles in alles De weg naar de sterren De waarheid overwint alles
Sergej Rachmaninov: Kolokola (De Klokken) tekst: Edgar Allen Poe / Konstantin Bal’mont vertaling: Martine Mussies SLYSJISJ’, SANI MTSJATSJA V RJAD Slysjisj’, sani mtsjatsja v rjad, Mtsjatsja v rjad! Kolokol’tsjiki zvenjat, Serebristym legkim zvonom sloech nasj sladostno tomjat, Ètim pen’jem i goeden’jem o zabven’je govorjat. O, kak zvonko, zvonko, zvonko, Totsjno zvoetsjnyj smech rebjonka, V jasnom vozdoeche notsjnom Govorjat oni o tom, Tsjto za dnjami zabloezjden’ja Nastoepajet vozrozjden’je, Tsjto volsjebno naslazjden’je naslazjden’je nezjnym snom.
LUISTER, DE ARRESLEEËN ROETSJEN IN EEN RIJ Luister, de arresleeën roetsjen in een rij, Onstuimig in een rij! De kleine klokjes klingelen, Het zilveren getinkel, doet onze lieve oortjes smachten, Ze zingen en vertellen van het zoete vergeten. O, wat een rinkel-de-rinkel, Net de klank van een kinderlach, In de heldere nachtlucht Spreken zij erover, Dat er na droeve donkere dagen Een opleving zal komen, Een betoverende droom.
Sani mtsjatsja, mtsjatsja v rjad, Kolokol’tsjiki zvenjat, Zvjozdy sloesjajoet, kak sani, oebegaja, govorjat, I, vnimaja im, gorjat, I metsjtaja, i blistaja, v nebe doechami parjat; i izmentsjivym sijan’jem, Moltsjalivym obajan’jem, Vmeste s zvonom, vmeste s pen’jem, o zabven’je govorjat.
De sleeën roetsjen, onstuimig in een rij, De kleine klokjes klingelen, Sterren horen hoe de sleeën rijdend praten, En, luister naar ze, ze fonkelen, En ze dromen en ze glanzen, In de hemel lijken geesten te zweven; In steeds wisselend licht, In stille fascinatie, Samen door geklingel, samen door gezang, vertellen ze van vergetelheid.
SLYSJISJ’ K SVAD’BE ZOV SVJATOJ,
LUISTER NAAR DE HEILIGE HUWELIJKSKLOKKEN Luister naar de heilige huwelijksklokken, van goud! Wat een zachte zaligheid in dit jonge lied! Net of door de stille avondlucht Ogen kijken En glinsteren, Vanuit een golf van zangerige klanken Opzien naar de maan. De kerkklokken roepen van Sprookjesachtige vreugde, Hun getingel zwermt uit, zwelt aan en valt weer naar beneden. Weer vervliegt de klank, weer straalt hij Van een frisse toekomst, Van serene zachte dromen Waarvoor de gouden klokken Hun zegen geven!
Slysjisj’ k svad’be zov svjatoj, Zolotoj! Skol’ko nezjnogo blazjenstva v ètoj pesne molodoj! Skvoz’ spokojnyj vozdoech notsji Slovno smotrjat tsj’ji-to otsji I blestjat, Iz volny pevoetsjich zvoekov na loenoe oni gljadjat. Iz prizyvnych divnych kelij, Polny skazotsjnych veselij, Narastaja, oepadaja, bryzgi svetlye letjat. Vnov’ potoechnoet, vnov’ blestjat I ronjajoet svetlyj vzgljad Na grjadoesjtsjee, gde dremlet bezmjatezjnost’ nezjnych snov, Vozvesjtsjajemych soglas’jem zolotych kolokolov!
11
12
SLYSJISJ’, VOJOESJTSJIJ NABAT Slysjisj’, vojoesjtsjij nabat, Totsjno stonet mednyj ad! Èti zvoeki, v dikoj moeke, skazkoe oezjasov tverdjat. Totsjno moljat im pomotsj’, Krik kidajoet prjamo v notsj’, Prjamo v oesji tjomnoj notsji Kazjdyj zvoek, To dlinneje, to korotsje, Vyklikaet svoj ispoeg, I ispoeg ich tak velik, Tak bezoemen kazjdyj krik, Tsjto razorvannyje zvony, nesposobnye zvoetsjat’, Mogoet tol’ko bit’sja, vit’sja i kritsjat’, kritsjat’, kritsjat’! Tol’ko plakat’ o posjtsjade I k pylajoesjtsjej gromade Vopli skorbi obrasjtsjat’! A mezj tem ogon’ bezoemnyj, I gloechoj i mnogosjoemnyj, Vsjo gorit, To iz okon, to po krysje, Mtsjitsja vysje, vysje, vysje, I kak boedto govorit: Ja chotsjoe Vysje mtsjat’sja, razgorat’sja - vstretsjoe loennomoe loetsjoe, Il’ oemroe, il’ tottsjas-tottsjas vplot’ do mesjatsa vzletsjoe! O, nabat, nabat, nabat, Jesli b ty vernoel nazad Ètot oezjas, èto plamja, ètoe iskroe, ètot vzgljad, Ètot pervyj vzgljad ognja,
LUISTER NAAR HET DREUNENDE GEBEIER Luister naar het dreunende gebeier Als een kreunende bronzen hel! Deze wilde klanken verkondigen Een gruwelijk sprookje. Alsof ze om hulp smeken, Met een kreet dwars door de nacht, Recht in de oren van de donkere nacht Elke klank, Lang of kort, Schreeuwt zijn angsten uit, – En de angst is zo groot, Dat elke schreeuw zo waanzinnig klinkt, Als een gebroken gong, Die geen geluid meer maken kan, Ze kunnen alleen maar vechten en twisten En huilen, huilen, huilen! Alleen maar smeken om genade En naar het enorme brandende gebouw Schreeuwen van verdriet! Ondertussen gaat het vuur razend tekeer, Genadeloos en oorverdovend, Alles brandt, Nu vanuit de ramen, dan op het dak, Laait het hoger, hoger, hoger, En lijkt te zeggen: Ik wil Hoger branden, vlammen – Het maanlicht ontmoeten, – Of ik sterf, of ik vlieg onmiddellijk in één keer omhoog tot de maan! O, noodklok, noodklok, noodklok, Kon je het maar terugdraaien deze verschrikking, dit vuur, deze vonk, dit schouwspel Deze eerste aanblik van het vuur
O kotorom ty vesjtsjaesj’, s platsjem, s voplem i zvenja! A teper’ nam net spasen’ja, Vsjoedoe plamja i kipen’je, Vsjoedoe strach i vozmoesjtsjen’je! Tvoj prizyv, Dikich zvoekov nesoglasnost’ Vozvesjtsjaet nam opasnost’, To rastet beda gloechaja, to spadajet, kak priliv! Sloech nasj tsjoetko lovit volny v peremene zvoekovoj, Vnov’ spadajet, vnov’ rydajet mednostonoesjtsjij priboj.
Die je verkondigt met geween, geweeklaag en geroep! Maar nu valt er niets meer te redden, Door het vlammen en laaien Is nu overal angst en verschrikking! Jouw oproep, Jouw wilde geluid, Waarschuwt voor verschrikkelijk gevaar, – Dan zwelt het gebeier aan, dan zwakt het af, als het getij! Hoor hoe we het geluid van de golven voelen, Opnieuw zwelt het aan, opnieuw kreunt het, dat huilende geluid.
POCHORONNYJ SLYSJEN ZVON Pochoronnyj slysjen zvon, Dolgij zvon! Gor’koj skorbi slysjny zvoeki, gor’koj zjizni kontsjen son, Zvoek zjeleznyj vozvesjtsjajet o petsjali pochoron! I nevol’no my drozjim, Ot zabav svojich spesjim I rydajem, vspominajem, tsjto i my glaza smezjim. Neizmenno-monotonnyj, Ètot vozglas otdaljonnyj, Pochoronnyj tjazjkij zvon, Totsjno ston Skorbnyj, gnevnyj I platsjevnyj Vyrastajet v dolgij goel, Vozvesjtsjajet, tsjto stradalets neproboednym snom oesnoel.
HOOR JE DE BEGRAFENISKLOK? Hoor je de begrafenisklok? Dat monotone geluid! Klanken van bitter verdriet, De bittere levensdroom is voorbij, – Het geluid van metaal als voorbode van het verdriet op de begrafenis! En we kunnen het niet helpen te beven, als we dit ‘feest’ ijlings verlaten, En we snikken en bedenken, dat ook wij de ogen sluiten. Regelmatig en monotoon, Deze kreet van verre, De galmende begrafenisklok, Als gekreun – Verdrietig, boos En betreurenswaardig – Groeit hij uit tot lang gegalm En verkondigt dat het slachtoffer in een vaste, diepe slaap viel. Het geluid uit de roestige klokkentoren galmt voor rechtvaardigen en onrechtvaardigen En herhaalt dreigend het volgende:
V kolokol’nych kel’jach rzjavych O dlja pravych i nepravych Grozno vtorit ob odnom:
13
14
Tsjto na serdtse boedet kamen’, tsjto glaza somknoetsja snom. Fakel traoernyj gorit, S kolokol’ni kto-to kriknoel, kto-to gromko govorit. Kto-to tsjornyj tam stojit, I chochotsjet, i gremit, I goedit, goedit, goedit, I kolokol’ne pripadaet, Goelkij kolokol katsjajet Goelkij kolokol rydajet, Stonet v vozdoeche nemom I protjazjno vozvesjtsjajet o pokoje grobom.
IPATIEV-KLOOSTER IN KOSTROMA
Dat het hart een steen zal worden, Dat de ogen door een droom gesloten zullen worden. De begrafenisfakkel brandt, Vanaf de klokkentoren schreeuwde iemand, sprak iemand luid. Een zwart iemand staat daar, En lacht vals, en brult, En zoemt, zoemt, zoemt, Houdt zich aan de klokkentoren vast, De klinkende bel schudt De klinkende bel huilt, Gekreun door de stille lucht Verkondigt langdurig de vrede van de doodskist.
Sinds seizoen 2011-2012 is de Amerikaanse dirigent James Gaffigan (*1979) zowel chef-dirigent van het Luzerner Sinfonieorchester als vaste gastdirigent van het Radio Filharmonisch Orkest. Daarnaast is hij sinds 2013 eerste gastdirigent van het Gürzenich Orchester in Keulen. De voorbije seizoenen was hij al te gast bij orkesten als het Philadelphia Orchestra, de symfonie-orkesten van Cleveland, Chicago, San Francisco, St. Louis, Cincinnati, Indianapolis, Minnesota, Dallas, Detroit, Houston en Baltimore, het National Symphony Orchestra en het St. Paul Chamber Orchestra. In Europa werd hij uitgenodigd door orkesten in München, Dresden, Rotterdam, Berlijn, Birmingham, Zürich, Bournemouth, Salzburg, Londen, Leipzig, Stuttgart, Keulen, Praag en Parijs. Verder dirigeerde hij in Los Angeles, Sydney en Seoel. Als operadirigent leidde James Gaffigan uitvoeringen in Glyndebourne, Aspen, Houston en Wenen. De in New York geboren dirigent was assistent-dirigent van Michael Tilson Thomas bij het San Fransico Symphony en voerde de artistieke leiding over het Festival Summer in the City van datzelfde orkest. Eerder was hij assistent van Franz
KLAAS STOK
Klaas Stok, koorleider Sinds 1 maart 2015 is Klaas Stok koorleider van het Groot Omroepkoor, waarmee hij verantwoordelijk is voor de voorbereidingen van de koorproducties. Hij neemt daarmee een groot deel van de taken van Gijs Leenaars over, die sinds dit seizoen chef-dirigent van het Rundfunkchor Berlin is. Klaas Stok is artistiek leider van de Nederlandse Kooracademie en vaste
HANS VAN DER WOERD
JAMES GAFFIGAN
Welser-Möst bij het Cleveland Orchestra. James Gaffigans internationale carrière nam een vlucht na het winnen van de eerste prijs bij de Sir Georg Solti International Conducting Competition 2006. Hij woont in Luzern met zijn vrouw, de schrijfster Lee Taylor Gaffigan, en zijn twee kinderen. In november 2014 dirigeerde James Gaffigan in De Vrijdag van Vredenburg het Radio Filharmonisch Orkest in onder meer de wereldpremière van Percussion Concerto No.2 van James MacMillan. Verder dirigeerde James Gaffigan in De Vrijdag van Vredenburg Roméo et Juliette, L’Enfance du Christ en de Symphonie fantastique van Berlioz, opnamen die nog via het Radio4-kanaal op YouTube te beluisteren zijn (met daarbij de positieve reacties uit de hele wereld).
15
uitvoerenden
James Gaffigan, dirigent
16
dirigent van Consensus Vocalis. Bij het Nederlands Kamerkoor dirigeerde hij repertoire dat reikt van de zestiende eeuw tot nu. De cd-opname ‘Tehilim’ en een cd met werken van Kagel werden in het tijdschrift Luister met een 10 gewaardeerd. Onlangs verscheen een cd met Die Todesfrau van Hans Kox. Verder dirigeerde hij onder andere Cappella Amsterdam en Capella Frisiae en werkt hij regelmatig met het SWR Vocalensemble Stuttgart. Dit jaar dirigeerde hij de scenische voorstelling van de Johannes-Passion bij de Nederlandse Reisopera. Klaas Stok is docent koordirectie aan het ARTEZconservatorium te Zwolle. Hij is bovendien de vaste bespeler van het beroemde Baderorgel in de Walburgiskerk te Zutphen, waar hij ook stadsorganist is.
Marina Rebeka, sopraan De Letse sopraan Marina Rebeka heeft sinds haar doorbraak in 2009 bij de Salzburger Festspiele onder leiding van Riccardo Muti naam gemaakt als een groot vertolker van Rossini en Mozart. Ze trad inmiddels op in de operahuizen in New York, Milaan, Londen, München, Wenen en Zürich, en werkte samen met onder meer Zubin Mehta, Antonio Pappano, Fabbio Luisi, Marco Armiliato, Michele Mariotti, Thomas Hengelbrock, Paolo Carignani, Stéphane Denève, Yves Abel, Ottavio Dantone en Alberto Zedda. Haar operarepertoire reikt van Barok (Händel), belcanto (Rossini, Bellini, Donizetti) en Verdi (La traviata) tot Tsjaikovski (Jevgeni Onegin) tot Stravinsky (The Rake’s Progress). Daarnaast geeft ze geregeld recitals in Pesaro, Praag, Londen en
Salzburg. Haar agenda van dit seizoen vermeldt optredens in onder meer Don Giovanni in Chicago, La traviata en La bohème in New York, een debuutconcert met de Wiener Philharmoniker tijdens de Mozartwoche in Salzburg, Così fan tutte in München en La traviata in Wenen en Londen. Marina Rebeka studeerde in haar geboortestad Riga en in Rome. Ze won onder meer de Bertelsmann Stiftung ‘Neue Stimmen’ Wedstrijd in Gütersloh.
Sergej Skorokhodov, tenor De tenor Sergej Skorokhodov studeerde aan de Glinka Koorschool en het Nikolaj Rimski-Korsakov-conservatorium in zijn geboortestad St. Petersburg. Als solist van de Mariinski Academie voor Jonge Zangers maakte hij al in 1999 zijn debuut in het Mariinski Theater als Guido Bardi in Zemlinsky’s Eine florentinische Tragödie. Sinds 2007 is Sergej Skorokhodov een van de belangrijke jonge solisten van het Mariinski Theater. Daarnaast zong hij onder meer in Baden Baden als Erik in Der fliegende Holländer, zong hij in New York als Ivan in De neus en in Boris Godoenov onder Valery Gergiev en Alexander Vedernikov in Moskou. Met Anna Netrebko trad hij op in L’elisir d’amore en Lucia di Lammermoor. Daarnaast was hij te horen in Nabucco, Aleko, Ariadne auf Naxos, Oorlog en Vrede, Medea van Cherubini en Iolanta van Tsjaikovksi.
Andrej Bondarenko, bas De Oekraïense bas-bariton Andrej Bondarenko trad op met dirigenten als Valery Gergiev, Ivor Bolton, Yannik Nézet-Séguin, Vladimir Ashkenazy, Enrique Mazzola,
Kirill Karabits, Andrew Litton, Teodor Currentzis, Michael Sturminger, Omer Meir Wellber en Mikhail Tatarnikov. Afgelopen seizopen was hij te horen in La bohème en Don Pasquale in Zürich, in de titelrollen van Jevgeni Onegin en Billy Budd in Keulen, in Pelléas et Melisande bij de Scottish Opera, en L’elisir d’amore in München. De rol van Il Conte in Le nozze di Figaro bracht hem naar Madrid en Australië, die van Robert in Iolanta naar Keulen en Dallas, en die van Marcello in La Bohème naar München en Zürich. Bovendien stond hij op de podia van de Salzburger Festspiele, van de Carnegie Hall, Wigmore Hall, het Glyndebourne Festival, Teatro Colon, het Sydney Opera House, en het Mariinsky Theatre. Hij zong de titelrol in Billy Budd in de eerste Russische uitvoering ooit in St. Petersburg. Andrej won in 2011 de BBC Cardiff Singer of the World Competition Song Prize, alsmede eerste prijzen van diverse zangwedstrijden in Oekraïne, St. Petersburg en Polen. Andrej Bondarenko is al acht jaar solist van de Mariinski Academie voor Jonge Zangers in St. Petersburg en studeerde vanaf 2004 aan het conservatorium van Kiev.
17
Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel in het Nederlandse muziekleven. Het orkest speelt bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen. Nederlandse en wereldpremières vormen een belangrijk onderdeel van het repertoire. De meeste concerten vinden plaats in het kader van concertseries NTR ZaterdagMatinee (Het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam), AVROTROS Vrijdagconcert (TivoliVredenburg in Utrecht) en Het Zondagochtend Concert (Amsterdam) en worden live worden uitgezonden op NPO Radio 4. Een deel ervan wordt bovendien op de Nederlandse televisie uitgezonden. Daarbuiten trad het orkest onder meer op tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall. Markus Stenz is sinds 2012 chef-dirigent. Onder zijn voorgangers zijn Albert van Raalte, Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Edo de Waart en Jaap van Zweden. Het orkest werkte bovendien samen met gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady
ANDREJ BONDARENKO
JURIY SHEFTSOFF
SERGEJ SKOROKHODOV
EWA KRACUCKA
MARINA REBEKA
Radio Filharmonisch Orkest
18
Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowski en Valery Gergiev. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012; Bernard Haitink heeft als beschermheer zijn naam aan het orkest verbonden. Sinds augustus 2013 maakt het Radio Filharmonisch Orkest deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productieafdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR enAVROTROS). Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson, James MacMillan en Jan van Vlijmen, of de registratie van Wagners Parsifal – live in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Jaap van Zweden – werden met prijzen als de Edison Klassiek onderscheiden. Onlangs verschenen bovendien Bruckners symfonieën onder leiding van Jaap van Zweden op cd, de acht symfonieën van Karl Amadeus Hartmann (verschillende dirigenten) en diens opera Simplicius Simplicissimus (gedirigeerd door Markus Stenz). In 2014 kreeg het Radio Filharmonisch Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn verdiensten voor de Nederlandse muziek.
➜
WWW . RADIOFILHARMONISCHORKEST . NL
volg het orkest via twitter (@radiofilhorkest) en facebook
Groot Omroepkoor Met zestig vocalisten is het Groot Omroepkoor het grootste professionele koor van Nederland. Sinds de oprichting in 1945 brengt het koor een breed repertoire, waarbij de bezetting
vanzelfsprekend afhankelijk is van de muziek en de visie van de dirigent. Het koor is nauw verbonden met de Nederlandse Publieke Omroep. Het merendeel van de concerten vindt plaats in de omroepseries NTR ZaterdagMatinee, het AVROTROS Vrijdagconcert en Het Zondagochtend Concert, dikwijls in samenwerking met het Radio Filharmonisch Orkest. Het repertoire in deze series strekt zich uit van klassiek tot hedendaags, met opdrachtwerken van Nederlandse componisten als Wagemans, Diderik Wagenaar, Manneke en Zuidam, en premières van buitenlandse componisten onder wie MacMillan, Kancheli, Goebaidoelina, Henze en Adams. Op het programma staan daarnaast inmiddels ‘klassieke’ twintigste-eeuwse werken, opera en het romantisch repertoire. Het Groot Omroepkoor wordt bovendien met enige regelmaat uitgenodigd door Het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Berliner Philharmoniker. Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire, met opnamen van onder meer MacMillan, Ravel, Hartmann, Mozart, Rachmaninov, Mahler, Beethoven en Jeths. De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Montgomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey, Celso Antunes en Gijs Leenaars chef-dirigent van het koor. Per 1 maart 2015 is Klaas Stok koorleider van het Groot Omroepkoor; Gijs Leenaars aanvaardde een functie als chef-dirigent van het Rundfunkchor Berlin met ingang van seizoen 2015-2016. Michael Gläser is
vaste gastdirigent sinds september 2010. Het Groot Omroepkoor en het Radio Filharmonisch Orkest vormen samen met het team Levende Muziek van de omroepen de Stichting Omroep Muziek, gehuisvest in het Muziekcentrum van de Omroep aan de Heuvellaan in Hilversum.
➜
WWW . GROOTOMROEPKOOR . NL
volg het groot omroepkoor op twitter (@grootomroepkoor) en facebook
Vlaams Radio Koor Het Vlaams Radio Koor werd in 1937 als professioneel kamerkoor opgericht door de toenmalige openbare omroep (NIR). Vandaag de dag repeteren de 24 zangers onder leiding van chef-dirigent Hervé Niquet in Studio 1 van het bekende Flagey-gebouw in Brussel, en geven concerten in heel Vlaanderen en Europa. Hervé Niquet leidt het koor sinds 2011. Een belangrijke pijler in de programmering van het Vlaams Radio Koor vormen de a cappella-producties, waarmee het koor zo’n vier tot zes keer per jaar op tournee gaat doorheen heel Vlaanderen. Daarnaast werkt het koor regelmatig samen met binnen- en buitenlandse instrumentale ensembles als het Brussels Philharmonic, het Brussels Jazz Orchestra, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Radio Filharmonisch Orkest, Les Siècles, Le Concert Spirituel, het Budapest Festival Orchestra en het Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam. Naast de hechte band met de vaste partners in Vlaanderen, treedt het Vlaams Radio Koor de voorbije jaren een steeds meer op internationale podia op: in de eerste plaats in Frankrijk (zowel
op diverse festivals als in zalen zoals de Salle Pleyel en het Théâtre des ChampsElysées), maar ook in Nederland, Italië en sinds 2014 in het Verenigd Koninkrijk. Het Vlaams Radio Koor behoudt ook zijn unieke status van radiokoor: een groot aantal concertproducties wordt opgenomen door Klara, waardoor het koor een unieke verzameling live-opnames heeft opgebouwd. De samenwerking met het Palazzetto Bru Zane, gestart met de cd-reeks rond de Prix de Rome, is intussen uitgegroeid tot verschillende series gewijd aan vergeten Franse romantische muziek. Een nieuwe cd-reeks, met Hervé Niquet en Brussels Philharmonic, brengt nieuwe opnamen van iconische Requiems, met als eerste het Requiem van Fauré.
19
Radio Filharmonisch Orkest
20 DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan EERSTE VIOOL Nadia Wijzenbeek Semjon Meerson Alexander Baev Roswitha Devrient Maria Escarabajal Alberto Facanha Johnson Mariska Godwaldt Julija Hartig Masha Iakovleva Kerstin Kendler Pamela Kubik Pedja Milosavljevic Theo Ploeger Gerrie Rodenhuis Ruud Wagemakers Myrthe Helder TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Andrea van Harmelen Eveline Trap Sarah Loerkens Zofia Balcar Esther de Bruijn Michiel Eekhof Wouter Groesz Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Esther Kövy Dana Mihailescu Renate van Riel Alexander van den Tol
ALTVIOOL Frank Brakkee Huub Beckers Arjan Wildschut Igor Bobylev Sabine Duch Marije Helder Erik Krosenbrink Annemijn den Herder Annemarie Konijnenburg Robert Meulendijk Lotte de Vries Ewa Wagner CELLO Michael Müller Anton Istomin Eveline Kraayenhof Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Crit Coenegracht Sebastiaan van Eck Anneke Janssen Ansfried Plat Arjen Uittenbogaard
HOBO Hans Wolters Marjolein Koning Yvonne Wolters Gerard van Andel KLARINET Frank van den Brink Esther Misbeek Diede Brantjes Sergio Hamerslag FAGOT Remko Edelaar Freek Sluijs Suzanne van Berkum Desirée van Vliet HOORN Petra Botma-Zijlstra Annelies van Nuffelen Toine Martens Fréderick Franssen Laurens Otto Rebecca Grannetia
CONTRABAS Rien Wisse Wilmar de Visser Walter van Egeraat Annika Pigorsch Edward Mebius Jim Schultz Sjeng Schupp Stephan Wienjus (basgitaar) Eduard Zlatkin
TROMPET Hessel Buma Hans Verheij Niek Jacobs Rik Knarren
FLUIT Ingrid Geerlings Ellen Alberts Carla Meijers Maike Grobbenhaar
TUBA Bernard Beniers
TROMBONE Herman Nass Victor Belmonte Albert Max van den Brand Wouter Iseger
PAUKEN Paul Jussen
SLAGWERK Hans Zonderop Mark Haeldermans Vincent Cox Esther Doornink Paula Brouwer Jennifer Heins René Oussoren HARP Saskia Rekké Marianne Smit PIANO Pauline Post KLAVECIMBEL/CELESTA Laura Sandee ACCORDEON Bart Lelivelt ORGEL Niek van der Meij
VASTE GASTDIRIGENT Michael Gläser
SOPRANEN sopranen Laurence Servaes Evi Roelants Lilith Verhelst
SOPRANEN Bernadeta Astari Annelie Brinkhof Elma van den Dool Daphne Druijf Loes Groot Antink Charlotte Janssen Anitra Jellema Heleen Meijer Margo Post Maja Roodveldt Annette de Rozario Mijke Sekhuis Jolanda Sengers Henda Strydom Liesbeth Vanderhallen Dorien Verheijden
Marjan van Eldik Jose Kamminga Anneke Leenman Els Liebregt Liesbeth van der Loop Suzanne Meessen Marga Melerna Anjolet Rotteveel Lisinka de Vries Harda van Wageningen Anke Zuithoff
ALTEN Yvonne Benschop Nicoline Bovens Ans van Dam
TENOREN Alan Belk Kevin Doss Boguslaw Fiksinski Gerben Houba Peter-Paul Houtmortels Marius Kwaks Falco van Loon Aart Mateboer Ioan Micu
ALTEN Helena Bohuszewicz Noëlle Schepens Eva Goudie-F.
TENOREN Paul Schils Frank De Moor Gunter Claessens
Albert van Ommen Uroš Petrac Matthew Smith Henk Vels John Vredeveldt BASSEN Gert-Jan Alders Erks Jan Dekker Peter Duyster Joep van Geffen Geert van Hecke Henk van Heijnsbergen Palle Fuhr Jørgensen Itamar Lapid Mitchell Sandler Lars Terray Hans de Vries Bastiaan Witsenburg Jan van Zelm
BASSEN Jan Van der Crabben Kurt Gysen Conor Biggs
Vlaams Radio Koor
KOORLEIDER Klaas Stok
Groot Omroepkoor
21
volgende concerten
22 zaterdag 26 september, 20.15 uur TivoliVredenburg, Utrecht inleiding Thea Derks 19.30 uur SERIE MUZIKALE MEESTERWERKEN
vrijdag 2 oktober 20.15 uur TivoliVredenburg, Utrecht inleiding Sebastiaan van Eck 19.30 uur SERIES GROTE VIOLISTEN • NIELSEN • AVROTROS KLASSIEK II
Hakkebord en psalmenpomp
Lichtvoetigheid
Ludwig
Andrej Borejko dirigent
MaNOj Kamps dirigent
Nikolaj Znaider viool
Jan Rokyta cymbalom Dirk Luijmes harmonium The Hungry Gods
Nielsen Vioolconcert Tsjaikovski Doornroosje (suite) Silvestrov Zevende symfonie (Nederlandse première)
Debussy/Schönberg Prélude à l’aprèsmidi d’un faune Stravinsky Wals en polka Eötvös Da capo (Nederlandse première) Padding First Harmonium Concerto Maier Cimbalom Concerto (versie voor Ludwig) Fauré Pavane
Radio Filharmonisch Orkest
23
Beleef het volledige nieuwe seizoen van het AVROTROS Vrijdagconcert!
Zet uw abonnement extra voordelig om in een PASSE-PARTOUT Kijkt u als abonnee van het AVROTROS Vrijdagconcert ook zo uit naar het komende seizoen? Wij hebben een bijzondere aanbieding om uw concertjaar extra op te luisteren. U kunt nu eenmalig voor een zeer aantrekkelijk tarief uw abonnement omzetten naar een volledig passe-partout voor álle concerten van dit Vrijdagseizoen! Als nieuwe passe-partouthouder krijgt u: • toegang tot álle dertig AVROTROS Vrijdagconcerten • een exclusieve rondleiding achter de schermen • gratis diner in de artiestenfoyer van TivoliVredenburg De kosten voor een aanvulling tot passe-partout zijn, afhankelijk van het abonnement dat u nu al heeft, gemiddeld € 270. Heeft u inmiddels ook al losse kaarten voor één of meer concerten gekocht? Geen punt, we verrekenen ze gewoon met de kosten voor uw passe-partout! Wilt u meer weten, neem gerust contact op met TivoliVredenburg via 030 2314544. Van maandag t/m zaterdag zitten de servicemedewerkers van 12.00 tot 18.00 uur voor u klaar.
Wij hopen u als nieuwe passe-partouthouder van onze prachtige concertserie te mogen verwelkomen. U krijgt dan ruimschoots van tevoren van ons een persoonlijke uitnodiging voor de exclusieve rondleiding achter de schermen en het diner in de artiestenfoyer van TivoliVredenburg.
zaterdag 19 september 2015, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL
zaterdag 26 september 2015, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL
Van der Aa en omgeving
Onsterfelijke noten Radio Filharmonisch Orkest
Amsterdam Sinfonietta Markus Stenz dirigent Kari Kriikku klarinet Arthur en Lucas Jussen piano
colofon
Andriessen ... miserere ... (versie voor strijkorkest) Van der Aa Hysteresis, voor klarinet en ensemble (Nederlandse première) Stravinsky Concert voor twee piano’s Bartók Divertimento
Simone Lamsma viool Aart Bergwerff orgel Bach Koralen voor orgel: Ich ruf’ zu dir BWV 639 en Allein Gott in der Höh BWV 663 Brahms Vioolconcert Schönberg Pelleas und Melisande
PROGRAMMERING
PRESENTATIE
Astrid in ’t Veld
AVROTROS NPO RADIO
PRODUCTIE
Maartje Stokkers
René Meulenberg, Anneke Peerik, Manon Tuynman PUBLICITEIT
&
PRODUCTIE
JONG TALENT
Anne Marie van Doorn ADMINISTRATIE
&
Anneke de Vries
FINANCIËN
ARTISTIEK LEIDER
4
DIRECTEUR STICHTING OMROEP
RANDPROGRAMMERING AVROTROS NPO RADIO
Kees Vlaardingerbroek MUZIEK
4
Stan Paardekooper
Thea Derks
MANAGER RFO
EINDREDACTIE
Wouter den Hond
AVROTROS NPO RADIO
4
&
GOK
PROGRAMMATOELICHTING
Tim Moen
Onno Schoonderwoerd
CASTING DIRECTOR
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Mauricio Fernández
Clemens Romijn EINDREDACTIE
Onno Schoonderwoerd
volgende concerten
24